Pieter Wielick Dutch & German Language Education and Translations
First part of the Inburgering examination - the KNS-test Kennis van de Nederlandse Samenleving Of course, the questions in this exam you will hear in Dutch and you have to answer in Dutch. Solutions and English version on last page
1. In welk deel van de wereld ligt Nederland?
2. Wat betekent Nederland?
3. In Nederland wonen daar veel mensen of weinig mensen?
4. In welke stad zit de regering?
5. Wie ziet u op het plaatje?
6. Waren de VOC schepen voor de visvangst of voor de handel?
Kennis van de Nederlandse Samenleving Dutch & German Language Education – Pieter Wielick www.pieterwielick.com
Pieter Wielick Dutch & German Language Education and Translations
7. Welke grote stad is in 1940 gebombardeerd?
8. Welke kolonie van Nederland wordt in 1975 onafhankelijk?
9. Is Nederland een democratie?
10. Wie is de voorzitter van de raad van ministers, de minister president of de koningin?
11. Wie vergaderen in deze zaal?
12. Wat is de functie van deze man?
Kennis van de Nederlandse Samenleving Dutch & German Language Education – Pieter Wielick www.pieterwielick.com
Pieter Wielick Dutch & German Language Education and Translations
13. Is het belangrijk om snel Nederlands te leren?
14. Gaan in Nederland alleen kinderen naar school of ook volwassenen?
15. Als u bij iemand op bezoek gaat, maakt u dan meestal een afspraak of loopt u zomaar naar binnen?
16. Opa’s en oma’s wonen die bij hun kinderen of wonen ze apart?
17. Waarom is het goed om met kinderen naar de Nederlandse televisie te kijken?
18. Hoe oud zijn de meeste kinderen als ze naar school gaan?
Kennis van de Nederlandse Samenleving Dutch & German Language Education – Pieter Wielick www.pieterwielick.com
Pieter Wielick Dutch & German Language Education and Translations
19. Wie kiest de school voor het kind: de ouders of de gemeente?
20. Dragen de kinderen op school een uniform?
21. Voortgezet onderwijs is dat voor kinderen vanaf 4 jaar of vanaf 12 jaar?
22. Vanaf welke leeftijd mogen jongeren hun eigen keuzes maken?
23. Uzelf verzekeren tegen ziektekosten, is dat verplicht of vrij?
24. Als u ziek wordt, waar gaat u dan naar toe? Naar de huisarts of naar het ziekenhuis?
Kennis van de Nederlandse Samenleving Dutch & German Language Education – Pieter Wielick www.pieterwielick.com
Pieter Wielick Dutch & German Language Education and Translations
25. In noodgevallen, waar gaat u dan naar toe, naar het ziekenhuis of naar de drogist?
26. Waar werken de meeste specialisten?
27. Wie werken er in Nederland, alleen mannen of mannen én vrouwen?
28. Waar is veel werk te vinden: in de landbouw of in de zorg?
29. Hoe vindt u gemakkelijker werk, via familie of via de krant?
30. Krijgt u in Nederland een uitkering of moet uw partner voor u zorgen?
Kennis van de Nederlandse Samenleving Dutch & German Language Education – Pieter Wielick www.pieterwielick.com
Pieter Wielick Dutch & German Language Education and Translations
English version 1. In what part of the world are the Netherlands located? 2. What is the meaning of "Netherlands"? 3. In the Netherlands, are there many people or few people? 4. In which city is the government located? 5. Who do you see in the picture? 6. Where the VOC ships build for fishing or trading? 7. Which big city was bombed in 1940? 8. Which colony became independent in 1975? 9. Are the Netherlands a democracy? 10. Who presides the council of ministers, the prime minister or the queen? 11. Who meet in this room? 12. What is the function of this man? 13. Is it important to learn Dutch? 14. In the Netherland, do only children go to school or also adults? 15. When you go to visit someone, do you mostly make an appointment or do you just walk in? 16. Grandpa's and grandma's, do they live their children or separate? 17. Why is it good to watch Dutch television with your children? 18. How old are most children when they go to school? 19. Who chooses the school for the child: the parents or the local government? 20. Do children wear a uniform in school? 21. Secondary school, is that for children of 4 years or 12 years? 22. From what age can youth make their own choice? 23. Insuring yourself for health costs, is compulsory or voluntary? 24. When you become ill, where do you go? To the doctor or to the hospital? 25. In emergencies, where do you go? To the hospital or to the drugstore? 26. Where do most specialists work? 27. Who work in the Netherlands, only men or men and women? 28. Where are many jobs available? In the agriculture or in the care? 29. How do you find a job easier, through family or through the newspaper? 30. Do you get an unemployment pay or does your partner take care of you?
Solutions 1. Europa 3. veel mensen 5. Willem van Oranje 7. Rotterdam 9. ja 11. de Tweede Kamer 13. ja 15. ik maak een afspraak 17. om Nederlands te leren 19. de ouders 21. vanaf 12 jaar 23. verplicht 25. naar het ziekenhuis 27. mannen én vrouwen 29. via familie
2. 4. 6. 8. 10. 12. 14. 16. 18. 20. 22. 24. 26. 28. 30.
laag land Den Haag handel Suriname minister president burgemeester ook volwassenen apart 4 jaar nee vanaf 18 jaar naar de huisarts in het ziekenhuis in de zorg mijn partner
Kennis van de Nederlandse Samenleving Dutch & German Language Education – Pieter Wielick www.pieterwielick.com