Pop Art in Nederland
Iconen van de moderne wereld Ma n o n B raat | Van een echte Nederlandse Pop Art is eigenlijk nooit sprake geweest. Maar er zijn wel Nederlandse kunstenaars die zich in de jaren zestig en zeventig sterk door de Pop Art uit Amerika lieten inspireren. Van die kunstenaars is in de Amsterdamse galerie Borzo een aanzienlijke hoeveelheid kunstwerken bijeen gebracht.
44
kunstbeeld.nl nr 11 2009
f Jan Cremer, Hot Dog usa #8, 1967, gemengde techniek op doek, 26 x 35 cm, Courtesy Borzo
r Woody van Amen,
N Mark Brusse,
Warning to Lichtenstein,
Soft machine, 1962,
Permanent wave (3e serie),
gesigneerd, sculptuur-
1968, gesigneerd, getiteld en
assemblage, 50 x 60 x 40 cm,
gedateerd verso, gouache op
Courtesy Borzo
board met perspex golfplaat, 100 x 75 cm, Courtesy Borzo
Voor de expositie ‘New Media New Forms’ zijn Nederlandse kunstenaars geselecteerd die allemaal op hun eigen manier vorm hebben gegeven aan die roerige periode van maatschappelijke en artistieke omwenteling. Om het geheel in een wat breder kunsthistorisch kader te plaatsen, is de expositie aangevuld met werk van Louise Nevelson en Joseph Cornell – Amerikaanse kunstenaars die voorlopers van de Pop Art genoemd kunnen worden – en de jonge kunstenaar Joris Lindhout, die vandaag de dag werk maakt in de geest van de Pop Art. Nieuwe wereld Er zijn de usual suspects van wie nog regelmatig – oud en recent – werk wordt geëxposeerd: Reinier Lucassen, Jan Cremer en Wim T. Schippers bijvoorbeeld. En Woody van Amen (1936), de eerste Nederlandse kunstenaar die in 1961 naar New York afreisde om daar de nieuwe wereld te ontdekken. Van hem is het werk Warning to Lichtenstein (1968) te zien, een wijzende vinger in fluorescerend roze in een typische Lichtenstein-stijl. Maar ook overleden kunstenaars van wie nog maar zelden werk te zien is, zijn vertegenwoordigd, zoals Jacob Zekveld, Gustave Asselbergs en Rik van Bentum. De geëxposeerde kunstwerken zijn in veel gevallen rechtstreeks afkomstig van de kunstenaars of uit hun nalatenschap. In aanloop naar de expositie werd een aantal kunstenaars thuis of in hun studio opgezocht en werden enkele van hun meest gedenkwaardige herinneringen opgetekend. Ze staan te lezen in de begeleidende catalogus. Mark Brusse (1937) vertelt hoe hij in New York aan de arm van de grote Leo Castelli – de galeriehouder die als eerste Warhols Campbell’s Soup Can schilderijen verkocht – bij een feest van Claes Oldenburg binnenliep en Warhol
en Lichtenstein zag denken: wie is dát? Later zou Brusse vele uren op de divan in The Factory hangen, stickies roken en een relatie aanknopen met een van Warhols zogenaamde Superstars. Jan Cremer (1940), die in 1964 naar New York vertrok en zijn intrek nam in het befaamde Chelsea Hotel waar veel bekende Pop Art-kunstenaars, acteurs en popmuzikanten zich ophielden, vertelt hoe overweldigd hij was door het bruisende New York en hoe hij onder invloed van de Pop Art alle culturele ballast en traditionele scholing van de oude wereld overboord gooide. Zijn kleurenpalet veranderde van rood en zwart in talloze felle kleuren. Op Hot Dog USA (1967) is te zien hoe Cremer in die jaren op komische wijze Amerikaanse iconen tot onderwerp van zijn schilderijen maakte. Bevrijding Brusse, Cremer, Van Amen, Asselbergs, Zekveld, Van Bentum: zij waren erbij toen de kunstwereld massaal de ogen gericht hield op New York, en in het bijzonder op het artistieke cirkeltje rond Andy Warhol. ‘New Media New Forms’ wil iets laten zien van de opwinding die zij ruim veertig jaar geleden gevoeld moeten hebben. De Nederlanders volgden de ontwikkelingen in de Amerikaanse maatschappij en de kunst met grote belangstelling: de opkomst van de massamedia, de snel groeiende welvaart, de consumptiemaatschappij en de bijbehorende reclame, de vrije seksuele moraal. Pop Art was nieuw, fris, een bevrijding van de abstracte stijl van schilderen die de kunst sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog domineerde, en sloot aan bij de drang van de jonge kunstenaars om te werken met nieuwe media en nieuwe vormen. Er ontstaan in die jaren talloze collages, assemblages, machines en allerhande multimediale constructies. Van Mark Brusse is Soft machine (1962) te zien: een machientje dat een staafje omhoog en omlaag kan laten bewegen boven een kussentje, door aan een handvat te draaien. Ondanks het feit dat deze kunstenaars niet tot één beweging kunnen worden gerekend, vertoont hun werk ofwel in stijl, ofwel in vorm of thematiek verwantschap met de internationale Pop Art. Het schilderij Popeye (1965) van Alphons Freijmuth sluit er zowel wat betreft beeldtaal als inhoud naadloos op aan. Van Rik van Bentum zijn er collages die aan reclame doen denken door de Amerikaanse merknamen en de cijfers en letters die zijn gebruikt. kunstbeeld.nl nr 11 2009
45
Alphons Freijmuth, Popeye, 1965, olieverf op doek, Courtesy Borzo
46
kunstbeeld.nl nR 11 2009
Pop Art was nieuw, fris, een bevrijding van de abstracte stijl van schilderen die de kunst sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog domineerde. kunstbeeld.nl nr 11 2009
47
Jacob Zekvelds werk heeft een aan de Pop Art ontleend fel kleurgebruik en cartooneske stijl. Van Gustave Asselbergs wordt The world you left (1964) getoond, een titel die verwijst naar de zelfmoord van één van Amerika’s grootste iconen: Marilyn Monroe. Het werk van Asselbergs (1938-1967) vertoont ook invloeden van Cobra en het Abstract Expressionisme maar toch wordt hij algemeen als een van de meest uitgesproken vertegenwoordigers van de Pop Art in Nederland beschouwd. Net als Lichtenstein en Warhol haalt hij zijn onderwerpen letterlijk uit de actualiteit door tekstflarden en foto’s die betrekking hebben op belangrijke politieke en maatschappelijke gebeurtenissen uit tijdschriften te scheuren en deze met geschilderde voorstellingen te combineren tot collages. De oorlog in Vietnam, president Kennedy, Martin Luther King, het komt allemaal voorbij. Wat de Nederlanders bovenal verbindt is de humor en de tegelijkertijd ernstige ondertoon van hun sociaal-politieke engagement. De kunstenaars verzetten zich tegen de Nederlandse burgertruttigheid van die jaren. Met Sex O’Clock (1967) steekt Woody van Amen bijvoorbeeld de draak met de hypocrisie van de seksuele moraal die heerste. Wegbereiders De enige twee Amerikaanse kunstenaars van wie werk wordt getoond zijn Louise Nevelson (1899-1988) en Joseph Cornell (1903-1972). Zij kunnen gezien worden als voorlopers van de Pop Art. Met name Cornell is van grote invloed geweest op belangrijke vertegenwoordigers van de Pop Art zoals Ro-
f Daan van Golden,
bert Rauschenberg. Hij wordt daarom wel de wegbereider van de stroming genoemd. Ook nu nog inspireert Cornell overigens jonge kunstenaars. Een voorbeeld daarvan is Marcel Dzama (1974), die eveneens in deze editie van Kunstbeeld aan bod komt. Nevelson en Cornell maakten beide assemblages van gevonden voorwerpen. Cornells buitengewoon poëtische kijkdozen zijn waarschijnlijk het meest bekend. In de dozen assembleerde hij met grote precisie allerhande (vaak op rommelmarkten) gevonden voorwerpen zoals fossielen, vlinders, horlogeveren, kurken, koperen ringen en foto’s, tot composities met een optimaal esthetisch effect van textuur, kleur, vorm en lichtval. Met de concrete voorwerpen verwees Cornell naar abstracties, naar dromen en herinneringen. Door alle prullaria en snuisterijen ogen de dozen nostalgisch maar tegelijkertijd zijn ze actueel door de tijdloze ideeënwereld die ze oproepen. Een brug naar de eigen tijd diende zich vanzelf aan. De schutting rond de bouwput die het Amsterdamse Stedelijk Museum momenteel is, was eind 2008 twee maanden lang beplakt met honderden dezelfde affiches die onmiskenbaar Roy Lichtenstein in gedachten riepen. Joris Lindhout (1981) voegde aan Lichtensteins Explosion (1966) een zelfgemaakt portret van de kunstenaar toe en tekende in elk exemplaar tekstballonnen met verschillende teksten. Die teksten zijn volgens Lindhout ‘overpeinzingen die Lichtenstein had bij het maken van zijn kunst in een tijd waarin kunstenaars naarstig zochten naar nieuwe manieren om beelden te maken.’ Voor de tentoonstelling in Borzo maakte Lindhout Superskin: een meterslange rol behangpapier van ontelbare stukjes huid van het gezicht van de Amerikaanse stripheld Superman. Hij isoleerde de stukjes huid en voegde ze met de computer weer samen tot verschillende nieuwe Supermangezichten. Superman, Lichtenstein, Warhol: Amerikaanse iconen van de moderne wereld, die onverminderd blijven inspireren.
Compositie Rood/Wit, 1964, lakverf op doek op paneel,
‘New Media New Forms – Nieuw Realisme en Pop Art uit de jaren ’60’, 24 okt. t/m 28 nov. 2009,
70 x 60 cm, Courtesy Borzo
Borzo, Keizersgracht 516, Amsterdam, www.borzo.com
48
kunstbeeld.nl nr 11 2009
> Gustave Asselbergs, The world you left, 1964, Courtesy Borzo
< Louise Nevelson, Untitled, 1959, 76 x 30 cm, Courtesy Borzo
kunstbeeld.nl nr 11 2009
49