1 1.1
Hoofdlijnennotitie Inleiding De gemeente Stein bereidt momenteel de nieuwe ruimtelijke structuurvisie 2014-2024 voor. Bij de totstandkoming van de ambitie en de koers die wordt uitgezet voor de komende 10 jaar betrekt de gemeente veel partijen. Zowel ambtelijk als bestuurlijk is de betrokkenheid hoog. De commissie- en raadsleden alsmede de stakeholders hebben deelgenomen aan diverse bijeenkomsten en werkateliers. Op deze manier zijn de doelgroepen in een vroegtijdig stadium betrokken bij de beleidsuitgangspunten voor de ruimtelijke structuurvisie. Het college van Burgemeester en Wethouders hecht veel waarde aan een interactieve totstandkoming van de ruimtelijke structuurvisie. De totstandkoming van de ruimtelijke structuurvisie is begeleid door een stuurgroep, waarin onder andere de portefeuillehouders ruimtelijke ordening en groen/milieu namens het college vertegenwoordigd waren. Elke stap in het proces is voorgelegd aan deze stuurgroep. Een projectgroep met vertegenwoordigers van de diverse afdelingen heeft voor de ambtelijke / praktische uitvoering gezorgd. Voor de commissie- en raadsleden zijn twee informele bijeenkomsten georganiseerd. Doel van deze bijeenkomsten was om de raad mee te nemen in de totstandkoming van de ruimtelijke structuurvisie. Enerzijds door aan te geven hoe de gemeente er nu ruimtelijk voor staat maar ook de raad keuzes te laten maken over de inhoud, uitgangspunten en het detailniveauvan de ruimtelijke structuurvisie en het daaraan gekoppelde kaartmateriaal. Daarnaast heeft het projectteam diverse werkateliers georganiseerd. De werkateliers hadden als doel om samen met stakeholders speerpunten, ambities en kansen in beeld te brengen die van belang zijn voor de diverse thema’s die van belang zijn voor de ruimtelijke structuurvisie. De stakeholders die hebben deelgenomen aan de werkateliers zijn benaderd vanuit hun betrokkenheid en/of belangenbehartiging van de diverse thema’s. Al deze bijeenkomsten hebben geleid tot een gedegen input, die onder andere als basis dient voor de ruimtelijke structuurvisie. Alle informatie uit de diverse bijeenkomsten en werkateliers is gebundeld in deze hoofdlijnennotitie. De hoofdlijnennotitie vormt daarmee de basis voor de ruimtelijke structuurvisie.
1.2
Doel hoofdlijnennotitie Het concrete doel van de hoofdlijnennotitie is inzicht geven in het proces van de totstandkoming van de ruimtelijke structuurvisie en vormt tevens een bundeling van de resultaten uit de stuurgroep, projectgroep, informele raadsbijeenkomsten en werkateliers. In deze hoofdlijnennotitie zijn de ambities, doelen, uitgangspunten en speerpunten voor elk thema nader benoemd. In de ruimtelijke structuurvisie worden deze nader uitgewerkt. De hoofdlijnennotitie is tevens bedoeld als overdrachtsdossier van het oude richting het nieuwe college na de gemeenteraadsverkiezingen op 19 maart a.s. Tenslotte gebruiken we de hoofdlijnennotitie om de stakeholders te informeren over wat er met hun inbreng is gebeurd.
1.3
Status hoofdlijnennotitie De hoofdlijnennotitie wordt, voor de gemeenteraadsverkiezingen, ter vaststelling aangeboden aan het college van Burgemeester en Wethouders. Na de verkiezingen en na de installatie van het nieuwe college en gemeenteraad wordt de hoofdlijnennotitie doorgeleid naar de commissie en de gemeenteraad. Hiermee vormt de hoofdlijnennotitie de basis voor de ontwerp ruimtelijke structuurvisie na de verkiezingen.
1.4
Leeswijzer In hoofdstuk twee van deze hoofdlijnennotitie wordt de aanleiding voor het opstellen van een nieuwe ruimtelijke structuurvisie toegelicht en wordt de status van de notitie aangegeven. In hoofdstuk drie wordt het proces van de totstandkoming van de ruimtelijke structuurvisie beschreven. Vervolgens wordt op hoofdlijnen de belangrijkste uitgangspunten voor de nieuwe ruimtelijke structuurvisie beschreven. Tenslotte staat het proces tot vaststelling van de ruimtelijke structuurvisie na de gemeenteraadsverkiezingen beschreven.
1
2 2.1
Een nieuwe ruimtelijke structuurvisie Aanleiding voor een nieuwe ruimtelijke structuurvisie De raad van de gemeente Stein heeft op15 september 2011 de strategische toekomstvisie 2011-2021 van de gemeente Stein vastgesteld. Met de vaststelling van deze visie heeft de raad zich gecommitteerd om een koersbepaling in beleid uit te zetten, voor de komende 10 jaar. De uitgangspunten van de strategische toekomstvisie worden verder verankerd in gemeentelijke beleidstukken en visies. De ruimtelijke structuurvisie van de gemeente Stein, is een van deze beleidsstukken en dient op basis van de Wet ruimtelijke ordening (hierna Wro) elke 10 jaar opnieuw vastgesteld te worden. Deze termijn is niet fataal. De Wro heeft echter een borging ingebouwd dat, voor projecten die niet in de ruimtelijke structuurvisie zijn opgenomen, geen kostenverhaal op initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen kan plaatsvinden. De jaren ’90 en begin 2000 kenmerkten zich door een enorme economische groei. Dit kwam tot uiting in een toename van het aantal woningen en bedrijventerreinen. Omstreeks 2008 trad een kentering op in deze groei. De recessie in Nederland deed zijn intrede. Deze recessie heeft, in combinatie met demografische ontwikkelingen als krimp, vergrijzing en ontgroening directe gevolgen voor de ruimtelijke ontwikkelingen in onze gemeente. Waar in de jaren ‘90 nog de focus lag op uitbreiding staat nu de borging van ruimtelijke kwaliteit voorop. Het gaat dan met name om het stimuleren van kwaliteit in herstructureringsgebieden (woonkernen en bestaande bedrijventerreinen), alsmede het afronden van de randen van dorpskernen (nog niet afgeronde bouwprojecten bijv.)
(bron: Public Result, 2014)
Naast deze stedelijke ontwikkelingen is het buitengebied van de gemeente volop in beweging. Denk aan de ontwikkeling van het Rivierpark Maasvallei, de afname van het aantal agrarische bedrijven, de grotere behoefte om vrije tijd door te brengen in het buitengebied en de toenemende vraag om zorgvuldig om te gaan met onze ruimte. De verplichting uit de Wro, de uitwerking van ambities uit de strategische toekomstvisie, alsmede een veranderende tijdsgeest vormen de directe aanleiding om een nieuwe ruimtelijke structuurvisie op te stellen voor de gemeente Stein.
2.2
Plangebied, doel en status ruimtelijke structuurvisie Plangebied Het plangebied omvat het gehele grondgebied van de gemeente Stein met daarin de kernen Stein, Elsloo, Berg aan de Maas, Urmond (Urmond Oost en Oud-Urmond), Meers en de buurtschappen Catsop, Maasband, Veldschuur, Nattenhoven, en Terhagen.
2
Doel Een ruimtelijke structuurvisie geeft de hoofdlijnen aan van ruimtelijke ontwikkeling en inrichting van de gemeente Stein voor de komende 10 jaar. Aan de ruimtelijke structuurvisie wordt een uitvoeringsprogramma gekoppeld van projecten, die gedurende de looptijd van 10 jaar (geldigheidsduur van de visie) gerealiseerd kunnen worden. De gemeenteraad kan ervoor kiezen om gedurende de looptijd van de ruimtelijke structuurvisie het uitvoeringsprogramma tussentijds bij te stellen. Status De ruimtelijke structuurvisie is zelfbindend voor de gemeente. De visie geeft de koers en het beleid weer, die de gemeente voor de komende 10 jaar wenst te voeren. Voor de burger is de ruimtelijke structuurvisie niet rechtstreeks bindend. Het beleid dat in de ruimtelijke structuurvisie is weergegeven wordt nader uitgewerkt in bestemmingsplannen. Bestemmingsplannen zijn wel direct bindend voor de burger.
3
3
Totstandkoming ruimtelijke structuurvisie De nieuwe ruimtelijke structuurvisie komt tot stand door een gefaseerde, projectmatige aanpak. Hierbij speelt de interne voorbereiding met de projectgroep en het voorleggen van keuzes en aandachtsgebieden aan stuurgroep, commissie en raad een belangrijke rol. Communicatie en informatieverstrekking aan de voorkant van het proces is ontzettend belangrijk. Er is sprake van een interactief proces. De rode draad van de resultaten van dit proces is vastgelegd in deze hoofdlijnennotitie.
3.1
Wie is bij de totstandkoming betrokken? De ambtelijke projectgroep begeleidt het proces van de totstandkoming van de ruimtelijke structuurvisie zowel inhoudelijk als procesmatig. Dit team bestaat uit de projectleider en direct betrokken ambtenaren (ruimtelijke ordening, wonen, recreatie, stedenbouw, accommodaties, leefbaarheid, verkeer, groen en landschap en communicatie). De stuurgroep geeft instemming op de ingeslagen koers en maakt keuzes voor het te volgen proces. De stuurgroep bestaat uit een aantal MT-leden en uit de wethouders Heuvelmans (portefeuillehouder ruimtelijke ordening en economie) en Hendrix (portefeuillehouder groen, landschap, voorzieningen en accommodaties). Voor de diverse thema’s heeft het projectgroep werkateliers georganiseerd (detailhandel, buitengebied, natuur / toerisme en recreatie, bedrijventerreinen, agrariërs). In deze werkateliers is met de betreffende stakeholders de discussie gevoerd over de speerpunten, ambities en kansen voor de ruimtelijke structuurvisie. Voor de samenstelling van de deelnemers aan de werkateliers is zorgvuldig gekeken naar de belangenbehartiging en/of betrokkenheid voor de ontwikkelingen van de ruimtelijke structuurvisie. Bij ieder werkatelier is altijd één van de portefeuillehouders aanwezig geweest. Onderstaand is de samenstelling van de werkateliers inzichtelijk gemaakt. Detailhandel & Horeca Diverse detailhandelondernemers Diverse horecaondernemers Voor elke kern zijn ondernemers benaderd, zowel landelijke ketens als lokale ondernemers. Buitengebied (incl. natuurontwikkeling en recreatie) Graetheidecomité LLTB Toeristische werkgroep Maaskentj Staatsbosbeheer IVN Stein / IVN Elsloo Limburgs Landschap VVV Waterschap Roer en Overmaas Rijkswaterstaat Maaswerken NV Theodora Landschapspark De Graven DOP Meers (vertegenwoordiging van de werkgroep Uitstraling en Profilering) Bedrijventerreinen Diverse ondernemers van de bedrijventerreinen: - Haven - Paalweg - Kerensheide - Businesspark Stein - Schutterstraat. Land- en tuinbouw Alle agrariërs binnen de gemeente Stein LLTB
3.2
Fasering Het opstellen van een ruimtelijke structuurvisie is een interactief proces waar veel belanghebbenden bij zijn betrokken. Dit vergt qua organisatie en proces een zorgvuldige aanpak. Daarom is het proces opgedeeld in drie fasen. In onderstaande figuur zijn deze fasen inzichtelijk gemaakt. 4
Fase 1 Ruimtelijke analyse aan de hand van de lagenbenadering Raadsinformatiebijeenkomst Eind 2012 – begin 2013
Fase 2 Raadsinformatiebijeenkomst Werkateliers Communicatie Zomer/najaar 2013
Fase 3 Integrale ruimtelijke visie Informele raadsbijeenkomst Inloopavonden Inspraak Vaststellen in raad 2014
Fase 1 Aan de voorkant van het gehele proces is de projectgroep gestart met een analyse van de huidige ruimtelijke situatie van de gemeente Stein. Daarbij is gebruik gemaakt van de zogenaamde lagenbenadering. In de lagenbenadering worden de de ondergrondlaag, de netwerklaag en de occupatielaag van de gemeente Stein in beeld gebracht. Bij de ondergrondlaag gaat het om om factoren als geomorfologie (de wetenschap die de vormen van het aardoppervlak en het ontstaan daarvan bestudeert), het reliëf, de bodem en het water, die samen de basis vormen voor het huidige cultuurlandschap. De netwerklaag heeft betrekking op de door de mens ontwikkelde zichtbare en niet zichtbare netwerken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan verkeers- en waternetwerken. Ook natuurnetwerken behoren tot de netwerklaag. De occupatielaag doelt op het menselijke grondgebruik. Het betreft de huidige ruimtegebruiksfuncties zoals woningbouw, inclusief de sociaal-maatschappelijke functies die van belang zijn voor de sociale vitale kernen (voorzieningen, bedrijvigheid).
Elke onderste laag beïnvloedt de inrichting van de laag erboven en vice versa. Door de lagenbenadering toe te passen zijn de ruimtelijke kwaliteiten van de gemeente inzichtelijk gemaakt. Dit geldt ook voor de kansen en mogelijkheden die er zijn voor bijvoorbeeld de combinatie van verschillende ruimtelijke functies. In juni 2013 organiseerde het projectteam een eerste opiniërende bijeenkomst voor de commissie- en raadsleden. Met hen is gediscussieerd over de speerpunten, ambities en kansen voor de ruimtelijke ontwikkeling van Stein voor de komende tien jaar. Als kapstok is gebruik gemaakt van een indeling van Stein in drie zones: Buitengebied zone (Rivierpark Maasvallei, Grensmaas). Woonkernen zone (noord zuid de woonkerken van Stein). A2/economische zone (bedrijventerreinen langs de A2 en de verbinding met het Chemelotterrein en logistiek knooppunt Zuid Limburg). 5
Fase 2 In de zomer en het najaar hebben diverse werkateliers plaatsgevonden, waarbij stakeholders zijn geconsulteerd en een gedegen inbreng hebben gehad om de aandachtspunten, kansen en ambities te bepalen. In november 2013 heeft een tweede commissie / raadsbijeenkomst plaatsgevonden waarbij de commissieen raadsleden zijn geïnformeerd over de aandachtspunten die uit de werkateliers zijn voortgekomen. Ook is besproken wat met de inbreng van de raads- en commissie leden uit de eerste raadsbijeenkomst is gedaan. De inbreng uit de werksessies en eerste raadsbijeenkomst is door de projectgroep ruimtelijk vertaald in concept kaarten. Deze kaarten van de hierboven beschreven drie zones zijn uitgebreid besproken met de raads- en commissieleden. Expliciet is de vraag voorgelegd of het kaartmateriaal voldeed aan de verwachtingen van de raad, specifiek ook voor wat betreft het detailniveau van de kaarten. Tenslotte heeft de projectgroep een voorstel gedaan hoe het thema duurzaamheid in de ruimtelijke structuurvisie verwerkt kon worden. Over dit onderwerp is afgesproken om het thema terug te laten komen in de commissie VRO. Fase 3 De output van fase 1 en fase 2, samengevat in deze hoofdlijnennotitie, vormt de basis voor het opstellen van de concept ruimtelijke structuurvisie. Dit concept wordt begin 2014 opgesteld en gepresenteerd in een informele commissie- en raadsbijeenkomst. Vervolgens wordt de procedure ingezet om burgers ondernemers en verenigingen te informeren. De burgers worden geïnformeerd door het organiseren van inloopavonden. Daarna kan de inspraakprocedure kan opgestart. Naar verwachting wordt de ruimtelijke structuurvisie na de zomer van 2014 vastgesteld. De definitieve planning is afhankelijk van het moment waarop het nieuwe college van Burgemeester en Wethouders na de verkiezingen geïnstalleerd wordt.
3.3
Werkwijze In elke bijeenkomst is iedereen meegenomen in het belang, nut en noodzaak voor het opstellen van een nieuwe structuurvisie. Het proces en de procedure van totstandkoming is uitgelegd. De opzet van de drie zones is toegelicht en vervolgens heeft een actieve discussie plaatsgevonden om de speerpunten en kansen voor de diverse thema’s te bepalen. De sessies met de projectgroep, de twee informele commissie- en raadsbijeenkomsten, de werkateliers hebben een beeld gegeven van de ambitie die de gemeente Stein in het kader van de totstandkoming van de ruimtelijke structuurvisie heeft.
3.4
Beleidsvisie Aan de hand van de informatie uit de informele commissie- en raadsbijeenkomsten en de werkateliers is deze hoofdlijnennotitie tot stand gekomen. Deze hoofdlijnennotitie geeft weer hoe de commissie- en raadsleden, de verschillende maatschappelijke partijen en de stakeholders denken over de genoemde thema’s en waar het draagvlak ligt binnen plangebied. De hoofdlijnennotitie geeft een eerste richting aan het beleid en de koers die vertaald moet worden in de concept ruimtelijke structuurvisie. De notitie vormt dan ook de formele basis voor de nog op te stellen concept ruimtelijke structuurvisie.
6
4
Doelen en uitgangspunten ruimtelijke structuurvisie
4.1
Doelen ruimtelijke structuurvisie Met het vaststellen van onze nieuwe ruimtelijke structuurvisie willen wij de volgende doelen bereiken: a. Het ruimtelijk beleid van de gemeente Stein actualiseren. Het huidige ruimtelijke beleid van Stein is gebaseerd op de Structuurschets ‘Stein op weg naar 2015’ uit 2001. Deze structuurschets is opgesteld in een periode dat er nog sprake was van uitbreiding van woon- en werklokaties. Inmiddels is er in Stein sprake van een dalende en vergrijzende bevolking en heeft Nederland al een tijd te maken met een economische crisis, waardoor er ook minder vraag meer is naar uitbreiding van bedrijventerreinen. Dat maakt dat de opgaven in deze ruimtelijke structuurvisie totaal anders zijn dan die in 2001. Waar toen nog sprake was van kwantitatieve opgaven (uitbreiding van woon- en werkgebieden) gaat het nu in 2013/2014 met name om toename van de ruimtelijke en functionele kwaliteit van de woon- en werkgebieden, maar ook het buitengebied van Stein. b.
Strategische Toekomstvisie en de programma’s 1,2,3 uit de begroting verder uitwerken. In 2011 heeft de gemeenteraad van Stein een nieuwe strategische toekomstvisie vastgesteld. In deze toekomstvisie heeft de gemeente vijf thema’s vastgesteld: 1. een samenleving met sociale en vitale kernen 2. een gemeente met een aantrekkelijke woonomgeving 3. een bereikbare en bedrijvige gemeente 4. een dienstverlenende gemeente 5. een samenleving die trots en bewust is van haar eigen kwaliteit In de strategische toekomstvisie is als actie opgenomen: de gemeente stelt een nieuwe ruimtelijke structuurvisie op, waarin de ambities voor sociale vitale kernen, een aantrekkelijke woon- en leefomgeving en een bereikbare en bedrijvige gemeente uit de strategische visie verder uitgewerkt worden.
4.2
c.
Voldoen aan de Wet Ruimtelijke Ordening De ruimtelijke structuurvisie is een inhoudelijk richtinggevend document voor de ruimtelijke ontwikkeling. Gemeenten in Nederland zijn verplicht om in het kader van een goede ruimtelijke ordening voor hun grondgebied één of meer ruimtelijke structuurvisies vast te stellen. Het bevat de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid voor het gemeentelijke grondgebied. De ruimtelijke structuurvisie geeft ook aan hoe men verwacht dat beleid uit te voeren. De gemeenteraad stelt de ruimtelijke structuurvisie voor de gemeente vast.
d.
Kader bieden voor het voeren van grondbeleid Een wettelijke verplichting is dat de structuurvisie wordt voorzien van een uitvoeringsparagraaf. Het doel hiervan is om een te hoog ambitieniveau te voorkomen en een realistische en haalbare visie neer te leggen. De uitvoeringsparagraaf wordt vaak gebruikt als wettelijke basis voor kostenverhaal. Onder kostenverhaal wordt verstaan het verhalen van de kosten van grondexploitatie van een gebied over de verschillende eigenaren in het gebied. Kosten van grondexploitatie zijn onder andere de kosten van het bouwrijp maken van een locatie.
Algemene uitgangspunten van de ruimtelijke structuurvisie 1. Participatie De rol van de overheid, en zeker specifiek de rol van gemeenten is aan het veranderen. De gemeente is vaak niet de enige partner in het realiseren van maatschappelijke doelen. Dat betekent dat we als gemeente een open houding moeten hebben en partijen die een belang hebben bij de realisatie van een bepaald doel, tijdig moeten betrekken en serieus nemen. In die veranderende tijd zullen we onszelf opnieuw moeten realiseren wat precies ons domein is en wat de verantwoordelijkheden zijn (zie ook Spoorboekje In(ter)Actie in de gemeente Stein, vastgesteld door de gemeenteraad van Stein in 2010). 7
Waarom willen we dit? De doelen uit onze ruimtelijke structuurvisie kunnen we niet alleen realiseren, maar juist door samenwerking tussen overheid, ondernemers en burgers. 2. Gebiedsgerichte aanpak: dorpsontwikkelproces In de structuurschets uit 2001 is het gebiedsgerichte werken al opgenomen. Dit vertalen wij naar het dorpsontwikkelingsproces, afgeleid van de dorpsontwikkelingsplannen. Waarom proces in plaats van plan? Omdat een plan maken niet ons doel is: het gaat om het proces met tussentijdse project ideeën en resultaten waarin burgers, gemeente en andere partijen commercieel of (semi)publiek, een rol hebben. Het proces is nooit af en evolueert mee met de maatschappelijke, economische en ruimtelijke veranderingen. Centraal staat samenwerking tussen inwoners, de gemeente en haar partners in een bepaald gebied, voor die producten en/of diensten die het individuele belang overstijgen en waarvoor een samenhangende aanpak in een dorp of wijk een meerwaarde heeft. Het houdt ook in dat binnen de gemeente intern tussen verschillende disciplines over de diverse afdelingen en clusters heen projectmatig gewerkt wordt volgens een daartoe opgesteld projectplan. Input en draagvlak vanuit burgers is een voorwaarde om het dorpsontwikkelingsproces te laten slagen. Overigens kunnen gemeente en overige partners ook deelgenoot worden in een project dat het dorp zelf trekt (denk aan het overnemen van een gemeenschapsaccommodatie). Waarom willen we dit? Omdat we een aanpak met draagvlak willen gericht op een duurzaam resultaat; Om een integrale aanpak te realiseren waarin meerdere belanghebbende partijen effectiever kunnen samenwerken (door slim combineren van zaken/acties kan 1 + 1 in een keer 3 worden!). 3. Regionale context benutten Stein is onderdeel van de regio Westelijke Mijnstreek maar heeft van oudsher ook een belangrijke relatie met België (Grensmaas, veerpont, A76, haven etc.). Waarom willen we dit? Trends en ontwikkelingen in het economische, sociale en demografische domein trekken zich niks aan van gemeentegrenzen. Hetzelfde geldt voor de analyse aan de hand van de lagenbenadering. Afhankelijk van het thema en onderwerp wordt de samenwerking gezocht met buurgemeenten. Dat geldt niet alleen voor bijvoorbeeld economische thema’s (bijvoorbeeld het opstellen van een gebiedsvisie A2 zone en retailstructuurvisie Zuid Limburg) maar ook voor een thema als het realiseren van ecologische verbindingszones of doorgaande fietsroutes.
(bron: Gemeentelijk Ruimtelijke Structuurplan gemeente Maasmechelen, 2009)
8
4. Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid Waarom willen we dit? De versterking van de ruimtelijk-economische structuur van de gemeente Stein is gebaat met een goede ruimtelijke kwaliteit. In strategische toekomstvisie heeft de gemeente het belang van een aantrekkelijke woonomgeving en goede werklandschappen aangegeven. Het belang is met name dat een aantrekkelijk woonmilieu en aantrekkelijk vestigingsklimaat er voor zorgen dat huidige bewoners blijven en nieuwe bewoners en bedrijvigheid blijven komen. Het is daarom van belang om ruimtelijke kwaliteit een structurele plek te geven in ruimtelijke afwegingsprocessen. We hanteren daarbij de definitie dat ruimtelijke kwaliteit niet alleen gaat om ‘mooi’, maar ook om ‘goed’ functioneel en toekomstbestendig. Het gaat daarbij niet alleen over de vraag of er een ruimtelijke ingreep plaats moet vinden, maar ook hoe deze het beste ingepast kan worden en vooral waar. Een goed gebouw op een slechte plek levert immers geen ruimtelijke kwaliteit. We zien ruimtelijke kwaliteit dan ook als de juiste functie op de juiste plek op de juiste manier ingepast. Dat kan overigens ook de (her)invulling van een bestaande locatie/gebouw zijn of de herstructurering van een wijk met participatieve inbreng van bewoners. Streven zou moeten zijn dat iedere ruimtelijke ingreep een kwaliteitsverbetering ter plaatse is, waarbij van geval tot geval maatwerk moet worden geleverd. Ruimtelijke kwaliteit is het richtsnoer voor duurzaamheid op gebiedsniveau. De opdracht van de gemeenteraad om het thema duurzaamheid een plek te geven in de ruimtelijke structuurvisie laten we meeliften met de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen voor de komende 10 jaar. Ook bij de projecten in de projectenlijst bij de structuurvisie willen we steeds expliciet aandacht besteden aan het thema duurzaamheid. Dit doen we aan de hand van een aantal geformuleerde duurzame ruimtelijke uitgangspunten. Duurzaamheid zien we daarbij als een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in gevaar te brengen (ook wel bekend als de People, Planet, Profit benadering).
(bron: IVAM, Uitwerking duurzame speerpunten voor ruimtelijke structuurvisie Stein, 2013) Bij Planet gaat het om het behoud van een schoon milieu in de gemeente zelf en de planeet als geheel, met thema’s als klimaatbestendigheid, biodiversiteit en het sluiten van kringlopen. Voor de sociale aspecten (People) gaat het om lokale thema's als burgerparticipatie, gezondheid, maatschappelijke samenhang en cultuurhistorische identiteit. Voor economische aspecten gaat het om de vitaliteit van de lokale economie op langere termijn, zorgvuldig ruimtegebruik en regionale profilering. In een duurzame ruimtelijke structuurvisie zijn People, Planet en Profit in evenwicht, en worden duurzame principes toegepast in de gehele gemeente, van dorpskernen tot buitengebied. Na vaststelling van de nieuwe ruimtelijke structuurvisie besteden we bij elk nieuw project aandacht aan deze 4 uitgangspunten.
4.3 4.3.1
Stein 3 zones Inleiding De gemeente Stein wordt ruimtelijk gezien gekenmerkt door haar langgerekte noord zuid ligging. De gemeente kan in 3 ruimtelijk herkenbare zones ontleed worden: 1. Aan de oostzijde langs de A2 een economische zone met bedrijventerreinen en snelweg. De haven van Stein is ook een belangrijk onderdeel van de economische zone. 2. Aan de westzijde een groene zone langs de Grensmaas met buitengebied en kleine landelijke woonkernen. 3. Een middenzone met kernen en voorzieningen. Deze drie zones gebruiken wij als uitgangspunt voor het formuleren van het nieuwe ruimtelijk beleid. 9
4.3.2
A2 bedrijventerreinen zone Met de A2-bedrijventerreinen zone bedoelen wij de zone aan weerszijden van de A2 van zuid naar noord. De bedrijventerreinen van Stein liggen voor het grootste deel in deze zone. We zien hier de komende jaren ook een aantal (economische) ontwikkelingen plaatsvinden, die van invloed zijn op de inrichting van de ruimte in deze zone: Ontwikkeling van Chemelotcampus: weliswaar aan de Sittardse kant maar als de plannen voor de Chemelot campus gerealiseerd worden, heeft dit een flinke spinoff ook voor het bedrijfsleven in Stein. Het terrein waar de Chemelotcampus is gevestigd, grenst direct aan de gemeentegrens van Stein. Toename van bedrijvigheid, ontsluiting relatie met bedrijventerreinen toegangspoorten van Stein (rotondes en veiligheid): de afritten van de A2 binnen de gemeentegrenzen van Stein zijn ook meteen de toegangspoorten tot Stein. Bij elke afrit geldt dat in de nabijheid ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden die in de ruimtelijke structuurvisie een plek moeten krijgen: o afrit Urmond: Van der Valk, DSMkantoor, carpoolplek, Heidekamppark, campus. o afrit Stein: bedrijventerrein Kerensheide en Poort van Stein (voormalige Superconfexlokatie). o afrit Elsloo: veiligheid en toegangspoort tot bedrijventerrein Businesspark Stein. Bijdrage Stein aan logistiek knooppunt (autowegen, haven(s), vliegveld). In onze strategische toekomstvisie is de goede logistiek ligging van Stein benadrukt: twee autowegen, Julianakanaal, goederenspoor vanuit haven Stein en personenspoor via station Beek Elsloo. De provincie Limburg heeft de goede logistieke ligging van de regio ook onderkend en daarom Zuid Limburg aangewezen als logistiek knooppunt. In de komende periode wil de gemeente Stein samen met Sittard Geleen en Beek en provincie Limburg invulling geven aan het logistieke knooppunt door met ondernemers samen het knooppunt en de goederenstromen hierin te optimaliseren (zowel ruimtelijk als op het gebied van profilering van het knooppunt). Algemeen: kwaliteit bedrijventerreinen behouden /versterken samen met ondernemers. Stein kent vijf bedrijventerreinen: Paalweg Haven Stein Kerensheide Businesspark Stein Schutterstraat De opgave voor de komende jaren is om deze terreinen economisch krachtig en kwalitatief in orde te houden en daar waar nodig te verbeteren (o.a. door tegengaan van leegstand).
4.3.3
Woonkernenzone In de woonkernen van Stein is de ontwikkeling van de samenstelling van de bevolking leidend voor de ruimtelijke ontwikkeling. De bevolking van Stein neemt af de komende jaren en de groep ouderen wordt groter. Dit, maar ook maatschappelijke ontwikkelingen, zorgen er voor dat er druk komt op voorzieningen, accommodaties etc. De ruimtelijke ontwikkeling van de kernen wordt daardoor beïnvloed; bijv. omdat de woningmarkt vast is gelopen, accommodaties niet voldoende benut worden, winkel- en horecapanden leeg komen te staan.
10
Uitgangspunten Belangrijke uitgangspunten voor deze ruimtelijke structuurvisie voor wat betreft de kernen zijn de al eerder door de gemeenteraad vastgestelde structuurvisie wonen Westelijke Mijnstreek (2011), de strategische toekomstvisie (2011) en de sociale domeinvisie (2012) waarin nadrukkelijk de relatie is gelegd met de sociaal maatschappelijke ontwikkeling van de kernen van Stein en de leefbaarheid. In de structuurvisie Wonen Westelijke Mijnstreek is opgenomen hoeveel en welke soorten woningen Stein de komende jaren nodig heeft en waar de mismatch zit met de huidige woningvoorraad. Een belangrijk principe uit de structuurvisie Wonen is ‘1 er bij is 1 er af’. Dat betekent dat in principe daar waar een woning bijgebouwd wordt ook 1 gesloopt moet worden.
Per 31 december 2012 telde de gemeente Stein 11.421 woningen (16% van de woningvoorraad in de Westelijke Mijnstreek). De woningvoorraad bestaat voor 31% uit huurwoningen ( 26% sociale huur en 5% particuliere huur) en dus 69% koopwoningen (Westelijke Mijnstreek: 39% huur, 60% koop en 1% onbekend). Het aandeel appartementen ligt onder het regionale gemiddelde: 14% (Westelijke Mijnstreek: 24%).
Ultimo 2012 bedroeg de plancapaciteit 1.011 woningen, waar tegenover een geplande sloop van 90 woningen staat. De plancapaciteit ligt vooral in het stedelijke gebied. Overigens is maar 28% harde
plancapaciteit (288 woningen, waarvan 123 afgegeven bouwvergunningen). (Bron: Public Result 2014) Woonmilieus In de structuurvisie Wonen Westelijke Mijnstreek worden vijf verschillende woonmilieus onderscheiden, waarvan er drie voorkomen in de gemeente Stein. Het betreft het woonmilieu ‘suburbaan wonen’, het woonmilieu ‘dorps wonen’ en het woonmilieu ‘landelijk wonen’. Elk woonmilieu heeft andere kenmerken en trekt vanwege deze kenmerken verschillende groepen mensen aan. De indeling in woonmilieus is bepaald aan de hand van de mate van verstedelijking en kenmerken van een gebied. Aan de hand van deze indeling in woonmilieus kan het karakter van een gebied versterkt worden, waarmee de kwaliteit van de woonomgeving wordt versterkt. De woonmilieu-indeling gebruiken we in de nieuwe ruimtelijke structuurvisie om de kwaliteit van de woningvoorraad de komende jaren te verbeteren en aan te passen 1 aan de toekomstige vraag . Kwaliteit toevoegen In de structuurvisie Wonen zijn tevens de uitgangspunten van het regionale project wonen-welzijn en zorg opgenomen om in te spelen op de vergrijzing van de bevolking en de demografische ontwikkeling. De afgelopen jaren is gewerkt aan de realisatie van 3 woonservicezones. De zones zijn geconcentreerd rondom de drie grotere zorgaccommodaties in Elsloo, Stein en Urmond. Momenteel wordt samen met betrokken partijen dorpsgericht gewerkt aan het Ontwikkelkader Wonen-welzijn-zorg waarin nadrukkelijker rekening wordt gehouden met de ontwikkelingen ‘scheiden wonen en zorg’ en het feit dat ouderen langer thuis blijven wonen. Voor de kernen van Stein ligt er een belangrijke opgave in het vergroenen. Daartoe zijn in de structuurvisie Wonen verdunningsgebieden aangewezen, die we in deze structuurvisie voor Stein overnemen.
Kwantiteit sturen Ook is in de structuurvisie Wonen geconcludeerd dat veel vastgestelde plannen nog maar zeer beperkt voldoen aan de kwalitatieve ruimtelijke en volkshuisvestelijke uitgangspunten. Voor de regio Westelijke Mijnstreek en dus ook voor de gemeente Stein liggen er twee opgaven: 1. kwalitatief passend maken van plannen en 2. reductie van het aantal woningen in deze plannen. Aan dit punt wordt al invulling gegeven door bij de actualisatie van de bestemmingsplannen nu aan te geven dat vigerende bouwtitels die na afloop van de nieuwe bestemmingsplanperiode niet benut worden, komen te vervallen. Tenslotte ligt een belangrijke opgave voor de kernen, met name voor Urmond met betrekking tot de woningbouwprojecten Kanaalboulevard, Kattenkop en Bramert-Noord. Voor de gebiedsontwikkeling Bramert Noord is sinds februari 2012 het bestemmingsplan onherroepelijk. Het bestemmingsplan is globaal van opzet met een uitwerkingsbevoegdheid voor wonen. Het bijbehorende exploitatieplan voorziet in een programma van 360 woningen. In 2014 wordt gestart met het deelplan fase 1 en deze uitwerking vindt plaats op basis van strategische keuzes, hierbij zijn het risicomanagement, de behoefteanalyse, de eigendomssituatie en de regionale woningbouwafspraken leidend. 1
De woonmilieus worden momenteel ook gebruikt door de provincie Limburg bij het opstellen van het nieuwe woonbeleid in het nieuwe Provinciaal Omgevingsplan Limburg. 11
Leefbaarheid en dorpsgerichte aanpak Om goed ruimtelijk beleid voor de kernen te maken, is er in het proces van de ruimtelijke structuurvisie een verdiepingsslag in gebouwd, namelijk de eigenkrachtvisie, waarin nadrukkelijk burgers gevraagd is naar wat voor hen belangrijke punten in hun leefomgeving/in hun kern zijn. De bouwstenen voor de eigen kracht visie zijn: a.
b. c.
transitieatlas: feiten en cijfers over bevolkingsontwikkeling en de gevolgen voor lokale economie, commerciële en niet commerciële voorzieningen (zoals winkels, gemeenschapsaccommodaties, scholen) in mogelijke scenario’s met elkaar in verband gebracht (inclusief financiële gevolgen). externe klankbordgroep 19 december Elsloo: twee lezingen over kansen voor lokale economie en eigenkracht van burgers benutten en discussie met gemeenteraadsleden vijf kernbijeenkomsten in januari 2014: met burgers in gesprek over de toekomst van hun kern.
De eigenkrachtvisie wordt opgeleverd eind februari 2014 en bevat een aantal scenario’s hoe om te gaan met voorzieningen, detailhandel enz. in de kernen. Daarna bepalen college en nieuwe raad hoe en welke onderdelen ervan in de ruimtelijke structuurvisie worden opgenomen.
4.3.4
Rivierpark Maasvallei en buitengebied Aan de westkant van de gemeente Stein wordt de komende jaren het rivierpark Maasvallei gerealiseerd. De realisatie van 5 van alle 11 grensmaasprojecten in Limburg binnen de gemeente Stein levert, naast hoogwaterveiligheid, ook nieuwe natuur en recreatiemogelijkheden op. Inzet van de gemeente is om dit gebied nog aantrekkelijker te maken voor kleinschalige recreatie, wandelen en fietsen. Belangrijke aandachtspunten in deze zone zijn: Aanbieden van toeristische overstappunten nabij het Julianakanaal (transferium om van auto naar ander langzaam vervoermiddel te kunnen overschakelen). Aandacht voor ontsluiting van het buitengebied vanaf de snelwegen A2 en A76. Relatie met België versterken: het Rivierpark Maasvallei ligt aan beide zijden van de grens. Vanuit de werkgroep Dorpsontwikkelingsplan Meers is de wens geuit om een extra oversteek mogelijkheid richting België te onderzoek voor langzaam verkeer. Relevant voor de ontwikkeling van het Rivierpark Maasvallei is niet alleen de relatie met België,maar ook met de buurgemeenten en regio. Verbinding noord zuid. Behoud van de kernkwaliteiten; o.a. historische kernen, monumenten, beeldbepalende panden/routes. Verbindingen Rivierpark Maasvallei met overige groengebieden. Afmaken groene gordel rondom Stein. Verbinding met Heuvelland en met ecologische verbinding Schinveld-Mook Gemeente faciliteert kleinschalige recreatie, bijv. in vrijkomende agrarische gebouwen, in historische kernen etc. Rol van de landbouw als beheerder van het buitengebied tussen het verstedelijkte gebied van de westelijke Mijnstreek enerzijds en het stedelijke gebied van Maastricht anderzijds.
4.4
Thema’s Naast het hanteren van een visie aan de hand van de drie ruimtelijke zones bouwen we de visie op aan de hand van één visie per thema.
4.4.1
Economie (A2 zone, bedrijventerreinen, detailhandel, horeca) De bedrijvigheid en economische ontwikkelingen in de eerder beschreven A2 zone zijn van essentieel economisch belang voor de gemeente. Hoewel er regionaal gezien geen behoefte meer is aan nieuwe bedrijventerreinen hanteert de gemeente als uitgangspunt dat de kwaliteit van de bestaande bedrijventerreinen binnen haar gemeente te weten: Businesspark Stein, Schutterstraat, Haven/Paalweg, Kerensheide behouden en versterkt wordt door: Het intensiveren en versterken van het structureel overleg met de ondernemersvereniging; Verduurzaming van de bedrijventerreinen. Inspelen op de verdere groei en ontwikkeling van de Chemelotcampus. Doorpakken in de revitalisering van het bedrijventerrein Kerensheide. Het naast het revitaliseringsplan voor Kerensheide opstellen van actieplannen voor de andere bedrijventerreinen: o Schutterstraat: verbetering van de landschappelijke inpassing, relatie met stationsomgeving Beek-Elsloo, en ontsluiting van dit bedrijventerrein verbeteren o Businesspark Stein: bewaken van beeld/ruimtelijke kwaliteit van dit bedrijventerrein, parkeerproblematiek, verkeersveiligheid, entrees vanaf de A2, relatie met stationsomgeving Beek-Elsloo. 12
Haven en Paalweg: op Paalweg aandacht voor juiste bedrijf op de juiste plek, haven ontsluiting richting A2 in de toekomst, geluid en fijnstof in relatie tot nabije bebouwing. Het profileren van de bedrijventerreinen waaronder de logistieke kansen en profilering van de haven Stein. Zaak is hier ook met name watergebonden bedrijvigheid te stimuleren. o
-
Daar diverse ontwikkelingen in de A2 zone zowel aan Steinse als aan Sittardse kant van de A2 als de Campus, Bramert Noord, carpoolplek, invulling Poort van Stein (voormalige Superconfexlocatie), Steinerbos, uitbreidingswensen van der Valk, Stationsontwikkeling Beek/Elsloo, ontsluiting Campus etc. tot nu toe min of meer afzonderlijk van elkaar zonder samenhangende visie opgepakt werden, wordt er in 2014 door de gemeente Sittard-Geleen, Stein en Beek een gezamenlijk visie voor deze zone opgesteld. Uitgangspunt van de gemeente Stein daarbij is: -
-
Daar waar deze zijn, duidelijke relaties te leggen met diverse ontwikkelingen aan de andere kant van de A2 (1+1 is meer dan de som de delen). De projecten aan Steinse kant hierin duidelijke positioneren en daarbij duidelijk markeren vanuit een totaalvisie welke ruimtelijke ontwikkelingen, die samenhangen met de campus, in Stein kunnen landen (bijvoorbeeld vestiging kenniswerkers). Duurzaamheid een duidelijk plek geven in deze gebiedsvisie.
Ten aanzien van detailhandel geldt dat als gevolg van de toename van internetwinkelen en de demografische ontwikkelingen (ontgroening, vergrijzing) de inzet er op gericht is om leegstand te beperken en tegen te gaan. Van belang is de vergrijzing als kans te zien en nieuwe concepten te ontwikkelen door samenwerking van winkeliers te versterken en blijven te vernieuwen met de ontwikkeling van nieuwe concepten waarbij het aspect ‘beleving’ of bijvoorbeeld de combinatie van horeca en detailhandel. De rol van de gemeente hierin is het zorg dragen voor sterke en duidelijke detailhandelsstructuur binnen de gemeente Stein door: Net als in de structuurvisie uit 2001 uit te blijven gaan van twee duidelijke winkelcentra in de kern van Stein en Elsloo. Maatwerk met betrekking tot de invulling van leegkomende gebouwen in de overige kernen is wel mogelijk (bijv. in toekomst Anthoniusplein in Urmond), net als de invulling van de Poort van Stein (voormalige Superconfexlokatie) De relatie tussen het winkelgebied in Oud Stein en het centrumplan/Omphaliusplein versterken door het stimuleren van samenwerking maar ook qua ruimtelijke inrichting en verbinding van deze centra. Een verbeterde inrichting van het Dorine Verschurenplein en omgeving in Elsloo (groeninrichting, parkeren, winkelgebied). Naast detailhandel biedt de ontwikkeling van horeca economische kansen voor de gemeente door met name het inspelen op de ontwikkeling van het Rivierpark Maasvallei. Nu is er een beperkt aanbod van horeca binnen de gemeente en werken ondernemers nog te weinig samen. De gemeente ziet naast de horeca in de twee hoofdcentra van de gemeente ruimtelijk met name belangrijke kansen voor horeca initiatieven. In de historische delen van de kernen in/aan de Maasvallei (Oud Urmond, Oud Stein, Meers, Nattenhoven, Berg aan de Maas, Maasband). Bij voorkeur daar waar functies in bestaande panden vervallen en om een nieuwe invulling vragen. Daarnaast bieden we als gemeente ruimte voor kleinschalige horeca als onderdeel van kleinschalige recreatieve ontwikkelingen en als onderdeel van verbrede land- en tuinbouwconcepten.
4.4.2
Verkeer, vervoer en mobiliteit Uit de actualisatie van het gemeentelijke verkeers- en vervoersplan blijkt dat de bestaande “kam” wegenstructuur voldoet. Wel is er een duidelijke behoefte aan meer parkeercapaciteit voor carpoolers en vrachtauto’s. Het is van belang de carpoolcapaciteit langs de A2 in het kader van de gebiedsvisie die in 2014 opgesteld wordt te vergroten. Een kans daarbij is ook het ontwikkelen van een locatie voor het parkeren van vrachtauto’s met overnachtingsmogelijkheden voor chauffeurs, waarbij dan tevens beperkt kan worden dat er in de avond op diverse bedrijven bedrijventerreinen in de avond en ’ s nachts geparkeerd wordt. Voor het openbaar vervoer wordt momenteel de nieuwe concessie voorbereid door de provincie Limburg. Hierbij wil de provincie de rendabele lijnen frequenter laten rijden (wachttijd op volgende bus verkleinen) en de onrendabele lijnen vervangen door alternatieven zoals belbus of wensbus. De nieuwe uitgangspunten hebben mogelijk gevolgen voor de gemeente Stein. De lijn Geleen-Campus-UrmondStein-Station Beek/Elsloo zal mogelijk frequenter gaan rijden. 13
De lijn verbindingen naar Meers en Catsop zullen hoogstwaarschijnlijk komen te vervallen. De lijn naar Catsop is recent door Veolia al omgezet naar een belbusverbinding. Het station Beek –Elsloo wordt een belangrijke schakel binnen de nieuwe OV concessie. Met de ontwikkelingen rond de stationsomgeving kan hier een positieve impuls aan worden gegeven. Ook vanuit de ontwikkelingen van de recreatieve potenties van de gemeente (ontwikkeling van Rivierpark Maasvallei) zijn er duidelijk verbeteringen mogelijk die als project al onderdeel vormen van het gemeentegrensoverschrijdend project Rivierpark Maasvallei. Te weten: Het koppelen van doorgaande fietsroutes aan lokale ”ommetjes”. Het realiseren van duidelijk toegangspoorten naar het Rivierpark Maasvallei door het realiseren van transferia bij de kanaalbruggen. Een duidelijke bewegwijzering en inrichting van de toegangsroutes naar de transferia.
4.4.3
Woon- en leefomgeving Voor dit thema gelden de volgende uitgangspunten de uitgangspunten zoals vastgelegd in de door de gemeenteraad vastgestelde structuurvisie wonen Westelijke Mijnstreek (2011), en de strategische toekomstvisie (2011) de uitkomsten van de eigenkrachtvisie voor zover ruimtelijke relevant zullen in deze structuurvisie verwerkt worden. Onder andere aandacht voor jongerenhuisvesting, en specifieke aandacht voor Nieuwdorp, is in de eigenkrachtbijeenkomsten genoemd.
4.4.4
Landschap en cultuurhistorie Het landschap binnen de gemeente Stein is gebaseerd op de geomorfologie en de daarmee samenhangende hydrologische en bodemkundige omstandigheden waarover zich het historisch occupatiepatroon ontwikkeld heeft. Het landschap weerspiegelt zijn geschiedenis en vormt de grondslag voor toekomstige ontwikkelingen. In de ruimtelijke analyse volgens de lagenbenadering zijn onder de laag ‘ondergrond’ de belangrijkste bepalende factoren voor het thema landschap en cultuurhistorie beschreven. Voor landschap zijn dat de abiotische factoren als de geomorfologie, het reliëf, de bodem en de daarop ontwikkelde natuur- en groen gebieden Voor het thema cultuurhistorie is de cultuurhistorische ontwikkeling beschreven waarvan restanten uit bepaalde tijdsperioden onderdeel vormen van het archeologisch bodemarchief van de gemeente. Deze factoren bevatten allemaal kwaliteiten die niet alleen tegenwicht kunnen bieden aan voortgaande ontwikkelingen in het buitengebied en het suburbane gebied maar ook als inspiratiebron daarvoor kunnen dienen. Als gemeente richten wij ons erop om het landschap en cultuurhistorie te versterken door: Bij de ruimtelijke onderbouwing en afweging van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen expliciet te betrekken hoe omgegaan wordt met de kwaliteiten, zoals beschreven onder de ruimtelijke analyse van de lagenbenadering; Specifieke projecten op te pakken ten aanzien van de thema’s landschap en cultuurhistorie die opgenomen worden in een uitvoeringsprogramma. Bijvoorbeeld ontkluizen van de Slakbeek; afronden groene ring rondom Stein, het inventariseren van beeldbepalende objecten niet zijnde monument; actualiseren welstandbeleid in relatie tot ruimtelijke structuurvisie. Ter behoud van monumentale en beeldbepalende objecten te duiden welke nieuwe ruimtelijke functies wel of niet wenselijk zijn in het geval van leegstand en daar als gemeente voldoende ruimtelijke mogelijkheden voor te bieden in bestemmingsplannen. Verder willen wij hierin een meedenkende houding naar initiatiefnemers in etaleren (hoe kan het wel in plaats van lijstjes met randvoorwaarden mee te geven). Beeldbepalende gebouwen en/of monumenten pas te slopen indien hergebruik of gedeeltelijk sloop geen soelaas biedt. Het overnemen van en doorvertalen van het Limburgs Kwaliteitsmenu in de ruimtelijke structuurvisie. Het met name bieden van ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor horeca en recreatie en toerisme in de historische delen van de kernen.
4.4.5
Natuur en water Binnen de gemeente Stein is een aantal belangrijke natuurgebieden dat onderdeel vormt van de ecologische hoofdstructuur zoals de Grensmaas met bijbehorende natuurontwikkelingsprojecten, het Bunder en Elsloer bos, het bronbos van de Kingbeek, het vochtige weidegebied van de Pasveersloot, het moerassig gebied bij het Broek, het Urdal en de hellingbosrelicten De Knup en de Horst. Deze gebieden zijn uiteraard van groot belang voor de aantrekkelijkheid van de gemeente en hebben ook een functie als stedelijk uitloopgebied. Uit de informele raadsbijeenkomsten en de werksessie buitengebied is met name 14
naar voren gekomen dat het van belang is de flora en fauna onderling te verbinden (ook in regionaal verband) en het verstedelijkte gebied te vergroenen. Meer specifiek richten we ons op: Het verbinden van flora en fauna uit het Rivierpark Maasvallei met andere groengebieden. e Agrariërs een rol te laten vervullen als 4 terreinbeherende instantie in het Rivierpark Maasvallei. Het uitvoeren van niet afgeronde onderdelen uit het IP-Castop. Het complementeren van de “groene ring” rondom Stein. Het vergroenen van de woonomgeving en de recreatieve routes. Het vergroenen van de bestaande pleinen. Verbindingen tussen kernen accentueren met groen. Wat betreft het thema water geldt dat naast de uitvoering van de Grensmaasprojecten ten behoeve van hoogwaterbescherming en natuurontwikkeling, de beken en droogdalen binnen de gemeente Stein belangrijk zijn als drager van het landschap. Ze hebben een belangrijke functie voor de afvoer en retentie van hemelwater en klimaatadaptie. Als gemeente: -
-
4.4.6
Richten we ons door projecten op het verbeteren van de landschappelijke inrichting van deze dalen onder andere ook van belang vanwege de kaderrichtlijn water. Streven we naar het veiligstellen van afvoer van hemelwater; ook van de piekbuien na klimaatverandering. Om verdroging tegen te gaan zoveel mogelijk infiltratie en natuurlijke afvoer via beken. In combinatie hiermee wordt de omgeving van de beken verfraaid en biodiversiteit rond beken bevorderd. Zetten we in op het afkoppelen en gescheiden afvoeren van schoon hemelwater binnen het gehele stedelijk gebied van de gemeente. Om verdroging tegen te gaan, kan waar mogelijk zoveel mogelijk water worden afgevoerd door infiltratie en natuurlijke afvoer via beken.
Landbouw Binnen de gemeente Stein zijn er slechts nog 30 agrarische bedrijven. De verwachting is dat dit aantal de komende 10 jaar nog verder afneemt. Daar staat tegenover dat een groot deel van de grondoppervlakte van de gemeente Stein (circa 46%) nog in beheer is van agrarische ondernemers. Als gemeente willen we onder voorwaarden dan ook: Inzetten op het bieden van ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden op bestaande locaties (door uitbreiding van bestaande bedrijven). Hieronder verstaan we ook het ruimte bieden aan verbrede vormen van land- en tuinbouw zoals bijvoorbeeld huisverkoop of ‘kamperen bij de boer. Indien een bedrijf niet op een bestaande locatie vooruit kan en er geen vrijkomende andere agrarische bedrijfslocatie benut kan worden, dan wordt ruimte geboden voor een nieuwe bedrijfslocatie na een goede ruimtelijke afweging. Hierbij wordt wel rekening gehouden te met de (kern)kwaliteiten van het landschap.
4.4.7
Recreatie en toerisme Binnen de gemeente Stein is er een beperkt aanbod aan toeristische en recreatieve voorzieningen. Daar staat tegenover dat de gemeente beschikt over een aantal karakteristieke Maasdorpen met historische kernen en/of beschermde stads- en dorpsgezichten. Daarnaast is de zuidkant van de gemeente gelegen binnen het nationale landschap Zuid-Limburg en maakt de westkant van de gemeente onderdeel uit van de ontwikkeling van het grensoverschrijdende Rivierpark Maasvallei. De Maasvallei binnen de gemeente Stein maakt de komende 10 jaar een enorme ruimtelijke transformatie door als gevolg van de uitvoering van de grensmaasprojecten bij Meers, Maasband, Oud Urmond en Nattenhoven. Uit het werkatelier voor het buitengebied en de eerste informele raadsbijeenkomst kwam dan ook nadrukkelijk naar voren dat er kansen liggen voor kleinschalige vormen van gebiedseigen recreatie en toerisme. Grootschalige toeristische en recreatieve voorzieningen als grote nieuwe campings of bungalowparken worden niet voorgestaan. Als gemeente willen wel de ruimte bieden aan: Kleinschalige recreatieve en toeristische voorzieningen zoals bed en breakfast, groepsaccommodaties of andere kleinschalige vormen van logies als kamperen bij de boer en vakantieappartementen al dan niet gecombineerd met kleinschalige vormen van horeca. Hierbij denken we qua locatie met name aan bestaande en of vrijkomende (agrarische) bedrijfslocaties en het benutten van leegkomende of staande gebouwen in de historische delen van de kernen. Voldoende parkeergelegenheden op strategische plekken (bijvoorbeeld bij de kanaalbruggen die de entree markeren naar het Rivierpark Maasvallei) Openstelling van natuurgebieden,verbinden van doorgaande fietsroutes met lokale wandelroutes,het eurregionaal fietsennetwerk (denk aan Rivierenpark Maasvallei)en een goede bewegwijzering.
15
5
Vervolg en afronding ruimtelijke structuurvisie 2014 Na de verkiezingen op 19 maart en de daarop volgende installatie van het nieuwe college moeten nog de volgende stappen doorlopen worden: -
De concept ruimtelijke structuurvisie terugleggen aan de deelnemers van de werksessies en de eigenkracht deelnemers; Presentatie hoofdlijnennotitie en concept structuurvisie aan het nieuwe college; Scenario- keuze eigen kracht visie samen met raad vertalen in ruimtelijke structuurvisie; Behandeling ontwerp structuurvisie in de commissie en de raad Inspraakperiode en inloopavonden; Verwerken zienswijzen en vaststelling structuurvisie.
De planning is afhankelijk van de snelheid waarmee een raadscoalitie gevormd wordt na de verkiezingen in maart 2014.
16
6
Bijlagen: kaarten van de drie zones van Stein
17