Rapport
Inhoudstafel Inleiding
4
01. DE SOCIAAL-ECONOMISCHE UITDAGINGEN ANNO 2015
5
Wat zijn de elementen die de sociaal-economische wereldorde op de proef stellen?
5
ICT speelt een belangrijke rol bij het oplossen van deze sociaal-economische uitdagingen?
6
02. DE BREEDBANDNETWERKEN VAN DE TOEKOMST
7
2.1. VISIE: NOOD AAN MEER BANDBREEDTE LEIDT TOT VRAAG NAAR NIEUWE AANSLUITNETWERKEN IN DE TOEKOMST
7
Ambitieuze doelstellingen zijn nodig
7
Mensen hebben immers steeds meer bandbreedte nodig
7
Op naar meer performante informatiesnelwegen
8
Technologieneutraal beleid
8
Open netwerk
9
2.2. STRATEGIE: BETER ÉÉN AANSLUITNET VAN DE TOEKOMST DAN GEEN
9
Backbones en next-generation-aansluitnetten (NGAs)
9
Potentiële investeerders en meerdere scenario’s mogelijk
9
Verschillende scenario’s zijn mogelijk.
10
Op korte termijn moet voldoende zekerheid komen
10
2.3. AANBEVELINGEN
11
Welke rol voor de overheid?
11
Welke rol voor privé-instanties, meer specifiek de ICT-sector?
12
2.4. BESLUIT
12
03. INNOVATIE IN ICT IN 2015
14
3.1. HET LOKAAL WEEFSEL VAN ICT-ONTWIKKELAARS
14
3.2. INTERNATIONALE TENDENZEN IN INNOVATIE
15
1. Specialisatie is nodig
15
2. Samen innoveren!
15
3. Diensteninnovatie
16
4. Internationale normalisatie: strategisch element in innovatieprocessen van bedrijven en motor voor internationale marktontwikkeling
16
3
Inhoudstafel 3.3. AANBEVELINGEN VOOR HET BELEID
16
1. Ondersteunen van speerpuntdomeinen als topprioriteit van het innovatiebeleid
16
2. Kost van onderzoekers en van O&O
16
3. Sociaal-economische uitdagingen als milieu, mobiliteit en gezondheidszorg aanpakken
16
4. Internationale normalisatie
17
5. De oprichting van open Incubatiecentrum
17
6. Financiering van de innovatieve onderneming
17
04. DE ICT-MEDEWERKER IN 2015
18
4.1 TRENDS DIE EEN IMPACT HEBBEN OP DE ICT-SECTOR VAN MORGEN
18
“Welke sourcing? Best sourcing!”
18
De oplossing bevindt zich in de cloud
18
Procesmanagement on the fly
18
Outsourcing van ICT en Business Process Outsourcing door de klanten
19
4.2 DE SCHAARSTE OP DE ICT-ARBEIDSMARKT
19
De schaarste op de ICT-arbeidsmarkt is structureel en niet tijdelijk
19
Mythes en realiteiten over werken als ICT-er
19
Rollenpatronen doorbreken
20
4.3 DE WENSEN VAN DE GENERATION Y – MEDEWERKER
20
4.4 DE WENSEN VAN DE ICT-BEDRIJVEN VAN VANDAAG
21
Nood aan flexibiliteit
21
Nood aan aanpassingsvermogen en beheren van nieuwe omstandigheden
21
Nood aan andere en nieuwe vaardigheden
21
4.5 AANBEVELINGEN ROND DE ICT-MEDEWERKERS IN 2015
22
1. Een aangepast sociaal statuut
22
2. Vorming voor alle medewerkers
23
3. Aandacht voor het imago van de ICT-sector en de ICT medewerker
24
BESLUIT
25
4
Wat zijn de sociaal-economische uitdagingen in 2015 en welke bijdrage kan ICT leveren voor het uitwerken van een oplossing? Welke capaciteit heeft breedband nodig op lange en middellange termijn en hoe kunnen we de infrastructuur van de toekomst bouwen? Welk (open) innovatiemodel kan ons in de nabije toekomst het best helpen om sneller, efficiënter en interactiever nieuwe producten op de markt te brengen? Welk personeelsbeleid is nodig in de ICTsector in 2015? De antwoorden op deze 4 vragen vormen de Agoria-visie over de belangrijkste evoluties in de ICT-sector in de komende 5 jaar. Vandaar de titel van deze brochure “ICT 2015”.
INLEIDING De wereldeconomie staat op een keerpunt. Nieuwe sociaaleconomische uitdagingen komen daardoor pijlsnel op ons af: het energievraagstuk, het klimaatsprobleem, de mobiliteit, de kost van de gezondheidszorg, de veroudering van de bevolking, de zoektocht naar een nieuwe evenwicht in het financieel systeem, nieuw vormen van ondernemen in een internationale context. Bij al deze uitdagingen kan ICT meewerken aan de oplossing. Ook al omdat ICT een onderdeel is geworden van ons leven. Breedband en mobiele communicatie zijn alomtegenwoordig en de technologische evolutie staat niet stil. Nieuwe technologieën en business-modellen zullen worden bedacht om ons leven efficiënter en aangenamer te maken. Om deze belofte te kunnen waarmaken zal de ICT-sector zelf ook op lange termijn moeten werken aan het realiseren van een aantal elementaire basisvoorwaarden. In deze brochure krijgt u de visie van Agoria om in de komende vijf jaar concrete vooruitgang te boeken in 3 van deze basisvoorwaarden: aanzet naar meer capaciteit van de breedbandnetwerken, de zoektocht naar nieuwe (open) innovatiemodellen en het vinden van een evenwicht tussen de vraag naar flexibiliteit van werkgever en werknemer en de nood aan nieuwe competenties en vaardigheden van de ICT-medewerkers.
INHOUD
5
01 WAT ZIJN DE ELEMENTEN DIE DE SOCIAALECONOMISCHE WERELDORDE OP DE PROEF STELLEN? Eerst en vooral is dat wellicht het klimaatsvraagstuk. Er is meer dan ooit aandacht voor een milieu-efficiënte economie, zowel op het vlak van produceren, als op het vlak van consumeren. Denken we maar aan begrippen als de ecologische voetafdruk, de ecologische balans, ecologisch ondernemen, enz… Het energievraagstuk kwam meer dan ooit in het nieuws toen de prijs van de ruwe olie op de internationale beurzen de magische grens van 100 Amerikaanse dollar per vat doorbrak. Hoe gaan we op zoek naar productiemethodes die minder energie-intensief zijn? Hoe kan ICT ons daarbij helpen? Vandaag kunnen we dankzij de inzet van ICT het gebruik van energie in gebouwen en woningen ernstig doen dalen. Dankzij de installatie van sensoren, gekoppeld aan een netwerk, kan binnen een gebouw het gebruik van energie voor verlichting, aanschakelen van elektrische toestellen en verwarming & afkoeling beter gecontroleerd worden. ICT zal zelf ook op zoek gaan naar innovatieve oplossingen om het gebruik van energie bij het laten functioneren van elektronica en elektrische toestellen te beperken. Of het nu gaat om een eenvoudige GSM of MP-3-speler of om een centrale vol servers of een datacenter. Maar zoals Dennis Pamlin, Global Policy Advisor van WWF zei: “ICT is verantwoordelijk voor 2% van de CO2-uitstoot in de wereld. Het gebruik van ICT in alle andere sectoren van de economie en de samenleving kan dus een impact hebben op 98% van de resterende CO2-uitstoot.” Landen uit het vroegere Oost- en Centraal-Europa, ZuidOost-Azië en Latijns-Amerika geraken steeds meer geïntegreerd in de wereldeconomie. Ondernemingen uit de westerse industrielanden moeten daar hoe langer hoe meer rekening mee houden. Het stelt hun business-modellen
INHOUD
De sociaaleconomische uitdagingen anno 2015 vaak zwaar op de proef, maar anderzijds zijn er ook heel veel mogelijkheden aan deze evolutie verbonden. Niet in het minst om een oplossing te bieden aan het steeds groter wordende probleem van de schaarse arbeidskrachten. De files op de autosnelwegen en de secundaire wegen worden elk jaar gemiddeld een paar kilometer langer. Ten gevolge van klimatologische omstandigheden, wegwerkzaamheden, wegblokkades of verkeersongevallen kan het verkeer soms gedurende uren compleet vast zitten zonder dat er een uitweg is. Dankzij het oordeelkundig inzetten van intelligente verkeerssystemen en dankzij de inzet van toestellen die kunnen bepalen waar we ons bevinden (GPS, satelliet, enz..), kunnen de overheden de verkeersstromen beter monitoren en beheersen. De laatste 2 jaar werden de fundamenten van het financieel-economische model zwaar getroffen. Het bancaire systeem raakte op drift en kreeg in 2008 rake klappen. De beurskoersen halveerden in enkele maanden tijd en lieten de beleggers achter met een wrang gevoel. Het financieel systeem is op zoek naar een nieuw stabiel evenwicht. De gemiddelde leeftijd van de bevolking neemt toe, waardoor de druk op de sociale zekerheid in het algemeen en de gezondheidszorg in het bijzonder, van jaar tot jaar groter wordt. De maatschappij zal oplossingen moeten zoeken om de kosten van de gezondszorg minstens te beheersen en indien mogelijk te beperken. On-line monitoring van patiënten is een mooi voorbeeld van hoe ICT een rol kan spelen in het beheersen van de kosten van de gezondheidszorg. Een ander voorbeeld is de tele-consultatie, waarbij de patiënt via een systeem van video-conferencing, zijn arts kan raadplegen vanaf de plaats waar hij zich bevindt. Heel wat maatschappelijke en economische uitdagingen komen dus als gevolg van de veranderende wereldorde op ons af. Hoe gaan we ondernemen? Hoe gaan we om
6
met de energievoorziening in ons land en trachten we het gebruik van energie te optimaliseren? Hoe pakken we de verkeersproblemen aan? Hoe trachten we de nog steeds fors groeiende kosten van de veroudering van de bevolking en de gezondheidszorg in te dijken en te beheersen? ICT SPEELT EEN BELANGRIJKE ROL BIJ HET OPLOSSEN VAN DEZE SOCIAAL-ECONOMISCHE UITDAGINGEN? Wat vaststaat is dat ICT een belangrijke rol zal spelen om bovenstaande sociaal-economische uitdagingen aan te pakken. ICT kan administratieve en waardecreërende processen stroomlijnen door betere on-line-informatieverwerking en communicatie. Maar om daarin te slagen zal de ICT-sector zelf ook nood hebben aan een aantal belangrijke doorbraken. Ten eerste, de capaciteit van de communicatie- en datanetwerken zal het komende decennium sterk moeten toenemen. Vooral investeringen in de capaciteit van het lokale aansluitnet, de zogenaamde “next generation access”, zullen nodig zijn. De nieuwe toepassingen die op ons afkomen vergen gaandeweg meer bandbreedte en zullen op termijn leiden tot infrastructuurinvesteringen. In de netwerken tot aan het lokale aansluitnet, de zogenaamde “backbone”, werd de afgelopen jaren reeds massaal geïnvesteerd om meer bandbreedte te genereren. Ten tweede, de veranderende economische wereldorde zal in de bedrijven in het algemeen en in de ICT-sector in het bijzonder leiden tot nieuwe innovatiemodellen. Innoveren moet immers sneller gaan (omwille van de steeds korter wordende “windows of opportunity”). Innovatie wordt meer en meer multi-disciplinair. Innovatie grijpt hoe langer hoe meer in op de ganse waardeketen. Vooral ook op de manier waarop waarde wordt gecreëerd eens een nieuw product of business-model op de markt wordt gebracht. Er zal dus nog meer, nog intenser en nog interactiever dienen te worden samengewerkt. Ten derde, om op een nieuwe manier te ondernemen en om te gaan met innovatie, hebben we in de ICT-sector, maar ook in de ICT-afdelingen van bedrijven en organisaties, medewerkers nodig met een andere combinatie aan vaardigheden. Naast ICT-technische vaardigheden, dienen de ICT-medewerkers van vandaag ook te beschikken over communicatieve en emotionele vaardigheden en, last but not least, wordt er van hen ook verwacht dat ze voldoende economische inzichten hebben verworven om de bedrijfsen administratieve processen van de klanten (en/of het eigen bedrijf of organisatie) te doorgronden. Netwerken, innovatie en medewerkers zijn de 3 basiselementen waarop zal moeten worden ingespeeld om de rol
INHOUD
van ICT als oplosser van de verschillende sociaal-economische uitdagingen te kunnen realiseren. Daarvoor is de gemeenschappelijke inzet nodig van heel veel mensen, bedrijven en organisaties. Wat dat betekent en wat daarover de visie is van de ICT-sector, dat leest u in de volgende 3 hoofdstukken.
7
02
De breedbandnetwerken van de toekomst
2.1. VISIE: NOOD AAN MEER BANDBREEDTE LEIDT TOT VRAAG NAAR NIEUWE AANSLUITNETWERKEN IN DE TOEKOMST AMBITIEUZE DOELSTELLINGEN ZIJN NODIG Breedbandbeschikbaarheid neemt alsmaar toe. Volgens de wet van Gilder kan men er immers van uitgaan dat de beschikbare capaciteit verdrievoudigt om de 18 maanden. Minder “optimistische” bronnen gewagen van een verdubbeling van de beschikbare capaciteit om de 18 maanden.
performante mobiele breedbandnetwerken nodig zijn. · Ten derde, een aantal aansluitingen zal hoogstwaarschijnlijk niet marktconform kunnen worden aangeleverd. Een tussenkomst van de overheid zal wenselijk zijn om die overblijvende white spots ook te voorzien van de zeer hoge bandbreedte. · Ten vierde, de telecom-operatoren investeerden de afgelopen jaren enorm in het verhogen van de capaciteit voor de gebruiker.
Toch volstaan die wetmatigheden en vaststellingen naar de toekomst niet en moet beleidsmatig gestreefd worden naar meer performante informatiesnelwegen. Onze visie is dat tegen 2025 iedereen tegen concurrentiële prijzen moet kunnen beschikken over 1 Gbps (= 1000 Mbps) bandbreedte.
MENSEN HEBBEN IMMERS STEEDS MEER BANDBREEDTE NODIG
In onderstaande tabel vindt men de inschatting van Agoria over de ambitieuze doelstellingen die België zou moeten nastreven.
· participatie en interactie: in online gemeenschappen (communities), thematische sites enz…, ontmoeten mensen elkaar en wisselen informatie uit en creëren zo toegevoegde waarde. Denken we bijvoorbeeld maar aan “gaming communities” bij de jongere generatie.
Het betreft het percentage van het aantal Belgische gezinnen dat zou moeten zijn aangesloten op de “breedbandnetwerken van de toekomst”. Beschikbaar Breedband
2009
2012
2015
2020
2025
10 Mbps
50%
80%
90%
95% 100%
100 Mbps
0%
50%
80%
90% 100%
1000 Mbps
0%
0%
10%
50%
Wat zijn de maatschappelijke evoluties die maken dat de bedrijven en de gezinnen steeds meer bandbreedte nodig hebben?
· zelfproductie door de consumenten: de drempels naar allerlei soorten van opname-apparatuur zijn heel laag geworden en het zelf maken van multimediale inhoud of toepassingen en diensten is makkelijk geworden.
4 opmerkingen hierbij:
· pervasieve & alomtegenwoordige (Ubiquitous) netwerken: toepassingen, diensten en inhoud worden via gelijk welk medium of netwerk toegankelijk en bieden ondersteunende intelligentie (locatiebewustzijn, monitoring, sensing, communicatie met andere toestellen, …).
· Ten eerste, deze netwerken van de toekomst zullen zowel downstream als upstream voldoende bandbreedte dienen te leveren aan concurrentiële prijzen. · Ten tweede, voor anywhere anytime-toepassingen zullen
· elektronische gezondheidszorg (e-health) en thuiszorg: mensen gaan zelf op zoek naar informatie over hun gezondheidsproblemen, ze hebben online toegang tot hun medisch dossier en de dokters volgen die trend
INHOUD
95%
8
door tussen mekaar en de ziekenhuizen informatie uit te wisselen. · het geconnecteerde huis – thuiswerken: er wordt meer en meer thuisgewerkt. De grens tussen thuis en het werk vervaagt, maar de mobiliteit verhoogt. Ook telemonitoring en thuiszorg (voor oudere mensen maar ook preventief voor risicogevallen) is een belangrijk element in het efficiënter maken van onze gezondheidszorg en wordt dankzij het geconnecteerde huis technologisch mogelijk via bvb. het gebruik van videocontact. · consumptie op maat en op aanvraag: mediagebruikers willen een aanbod dat aangepast is aan hun wensen: wat ze willen, wanneer ze het willen, waar ze het willen en hoe ze het willen, downloaden, onafhankelijk van bron.
President Obama stelt ook de uitrol van Next Generation breedband voor: Obama and Biden believe we can get true broadband to every community in America through a combination of reform of the Universal Service Fund, better use of the nation’s wireless spectrum, promotion of nextgeneration facilities, technologies and applications, and new tax and loan incentives. Vanuit de Europese Commissie wordt ook druk uitgeoefend: Before 2010 - the minimum acceptable speed will be around 20Mbps in both directions and rising. This will be driven by demands for full-length video services, high definition images, interactive environments. People also will not accept latency – that is to say services that are slow to respond.
Meer en meer zullen toepassingen parallel worden gebruikt: verschillende kanalen High Definition TV, digitale radio, videoconferencing, e-health monitoring, security systeem, … Noteer daarbij dat voor bepaalde toepassingen ondermeer bvb op het vlak van e-health, bidirectionaliteit nodig is.
In lijn met de ambities van de Europese Commissie hebben ook verschillende Europese lidstaten doelstellingen voorop gesteld. Nederland, Verenigd Koninkrijk, Zweden en Frankrijk hebben hun beleid inzake “Fibre To The Home” (hierna “FTTB”) en “Fiber To The Building” (hierna “FTTB”) al zeer sterk uitgewerkt.
“Door snel Internet zijn veel nieuwe diensten en samenwerkingsvormen mogelijk die dat voorheen niet waren. Denk aan telezorgtoepassingen, waarbij via videoconferencing vanaf een ziekenhuis een arts een diagnose stelt.”
De operator KPN kondigt een volledige FTTH/FTTB uitrol aan tegen 2015, goed voor een EUR 6–7 miljard investering. In Nederland zijn verder ook innovatieve lokale glasvezelprojecten gestart, ondermeer in Amsterdam en Rotterdam.
(Maria van der Hoeven, Minister van Economische Zaken, Nederland)
In het Verenigd Koninkrijk kondigde de operator BT aan tegen 2012 ongeveer 10 miljoen huizen te voorzien van glasvezel.
OP NAAR MEER PERFORMANTE INFORMATIESNELWEGEN België, dat vroeger tot de landen met de hoogste breedbandpenetratie behoorde, staat niet langer in de Europese en wereldtop. In het meest recente rapport van de Europese Commissie staat België op de 8ste plaats voor breedbandpenetratie. België groeit nu trager ten opzichte van veel Europese landen. Om terug naar de koploperposities te evolueren is het belangrijk actie te ondernemen. Er moeten duidelijke doelstellingen worden vooropgesteld met concrete maatregelen om die doelstellingen te realiseren. Er is wel degelijk een sense of urgency. In de meeste landen worden de concrete plannen voor informatiesnelwegen met hoge bandbreedte ook opgenomen in de huidige relanceplannen. Er wordt vooral verwezen naar investeringen in glasvezel. In Zuid-Korea zullen in 2012 de helft van de Koreanen 1 Gbps (downloadsnelheid) ter beschikking hebben. In Japan stelt de "u-Japan Policy" voorop om tegen 2010 "the world's leading nation for ubiquitous network society" te worden. Dit wil zeggen een land waar eenieder gemakkelijk een netwerk gebruikt, op elk moment van de dag en van gelijk waar.
INHOUD
In Frankrijk werd de fiberaanleg dan weer gestimuleerd door alternatieve operatoren, snel gevolgd door France Telecom. Eind 2008 kunnen al 3 tot 4,5 miljoen mensen zich aansluiten op glasvezel. Intussen is de doelstelling om tegen 2012 ongeveer 8 miljoen huizen op glasvezel aan te sluiten. In Zweden kennen de lokale operatorneutrale netwerken al sinds enige tijd veel succes en dat maakt dat Zweden op kop staat op het vlak van FTTH/FTTB penetratie. Bijvoorbeeld in Stockholm werd vooropgesteld voor 90% van alle huizen glasvezel te voorzien tegen 2012. TECHNOLOGIENEUTRAAL BELEID Het is vandaag de dag niet aangewezen te focussen op één enkele technologie. Het beleid moet technologieneutraal zijn en streven naar het halen van de doelstelling van 1 Gbps. Breedband van de toekomst kan mogelijks, ook rekening houdend met toekomstige evoluties, worden aangeleverd op vele manieren: via FTTH/FTTB, hybride netwerken van
9
fiber en coax of van fiber en koper, LTE, Wimax, satelliet, … Bepaalde toepassingen zullen echter bepaalde technologieën vereisen. In de auto, op een TGV of op een (binnenvaart)schip kan je geen vaste connectie gebruiken en zal draadloos dus een uitweg bieden.
2.2. STRATEGIE: BETER ÉÉN AANSLUITNET VAN DE TOEKOMST DAN GEEN
Het beleid moet ervoor zorgen dat bij het uitbouwen van deze draadloze netwerken geen reglementering wordt opgelegd die de ontwikkeling van nieuwe innovatieve datadiensten onnodig afremt of commercieel onmogelijk maakt. We denken hier aan de zware en tijdrovende vergunningsprocedures, maar ook aan de heffingen die gemeenten op antennemasten proberen te heffen. Voor wat gezondsheidsproblematiek inzake EMF (elektromagnetische velden) betreft, is het belangrijk dat het beleid van de gewesten zich blijft baseren op de wetenschappelijke aanbevelingen van internationale instellingen zoals de WHO, en de Europese normen, en dat ze daaraan ook actief meewerken.
Zoals reeds eerder gesteld, bezitten vandaag de dag de meeste telecommunicatienetwerken in ons land over voldoende bandbreedte.
Hoewel bepaalde draadloze Internetprojecten de afgelopen maanden en jaren leken te kiezen voor een wifi- of een Wimax-oplossing, lijkt de keuze voor mobiele NGA-investeringen vandaag en in de nabije toekomst steeds meer over te hellen naar LTE. Dat staat voor Long Term Evolution, en dat kan gezien worden als de opvolger van UMTS(3G). UMTS biedt downloadsnelheden tot 384 Kbps. De nieuwe LTE netwerken daarentegen (die hoogstwaarschijnlijk de strijd zullen winnen van de Wimax technologie) maken een gigantische sprong. Onder de meest ideale omstandigheden zijn over LTE netwerken downloadsnelheden van 326,4 Mbps mogelijk en uploadsnelheden tot 86,4 Mbps. LTE wordt daarom samen met Wimax, een concurrerende netwerktechnologie, ook vaak 4G genoemd. Recente berichtgeving wijst er echter op dat heel wat operatoren en fabrikanten van handheld devices zullen kiezen voor LTE, dat nu nog in test is, en niet voor Wimax, ondanks dat deze technologie al bestaat. Het eerste commerciële LTE netwerk ter wereld zal er komen in Stockholm en moet medio 2010 gebruiksklaar zijn. OPEN NETWERK Netwerkinfrastructuur zou open moeten zijn. Elke aanbieder moet in staat zijn om tegen duidelijke voorwaarden het netwerk te gebruiken. De studie “The Economics of Next Generation Access” van WIK Consult toont ook aan dat de rentabiliteit van een NGA netwerk immers sterk kan worden verbeterd door het netwerk te openen. Een open access regime ondersteunt dus NGA roll-out eerder dan dat dit het ondermijnt.
INHOUD
BACKBONES EN NEXT-GENERATIONAANSLUITNETTEN (NGAS)
De huidige vaste en mobiele aansluitnetten bieden echter op middellange en lange termijn onvoldoende bandbreedte voor de toepassingen van de toekomst. Deze kunnen immers symmetrische bandbreedtes noodzaken tot 1Gbps. Bovendien zullen de huidige aansluitnetten op termijn toch versleten zijn en geleidelijk aan vervangen moeten worden. Er zullen dus zgn “next generation aansluitnetten” (NGAs) dienen te worden aangelegd (bvb. glasvezel). Echter, andere technologieën (draadloos, satelliet, enz…) zullen zeker moeten worden overwogen voor anywhere-toepassingen en voor “white spots” (zones waar het omwille van bvb. lage bevolkingsdensiteit weinig rendabel is om investeerders te vinden die willen investeren in een NGA). In het kader van onze voornaamste ambitie om België opnieuw wereldwijd in het koppeloton te brengen, is een rechtszeker, gecoördineerd, duidelijk en stabiel investeringskader voor potentiële investeerders noodzakelijk. Daarmee wordt een nieuwe dynamiek gegeven aan de ontwikkeling van innovatieve interactieve diensten en van krachtige toekomstbestendige infrastructuren. POTENTIËLE INVESTEERDERS EN MEERDERE SCENARIO’S MOGELIJK De meeste Belgen hebben vandaag de keuze tussen één of twee aansluitnetten: het klassieke “koperen” telefoonnetwerk en (zeer vaak) de coaxiale kabel (die er initieel werd gelegd voor kabeltelevisie). De vraag is dus: “Wie gaat het initiatief nemen om te investeren in NGAs?” Is het voldoende om één NGA te hebben, of moeten we investeren in meerdere, concurrerende infrastructuren? Vanuit bestaande FTTH/FTTB projecten in het buitenland zien we de volgende potentiële investeerders: · netwerkuitbaters · aanbieders van Internet-access, telefonie, interactieve digitale televisie en andere (mobiele) data-diensten · aanbieders van digitale content, diensten en toepassingen (bvb. betaaltelevisie, multi-media-toepassingen, sociale netwerken, e-health-toepassingen, geo-ICTtoepassingen,…) · overheden (bvb. steden en gemeentes, …)
10
· bouwpromotoren (bvb. nieuwe appartementsgebouwen, industriezones,…) · nutsbedrijven (sommigen hebben vandaag al ducts, cfr. toepassingen zoals smart metering,…). Deze potentiële investeerders zullen regio per regio, gemeente per gemeente, wijk per wijk en -wie weet- straat per straat bekijken waar ze zullen investeren in nieuwe nextgeneration aansluitnetten. De vele FTTH/FTTB initiatieven in Oostenrijk, Tsjechië, Duitsland, Nederland en Griekenland getuigen van het belang van een lokale aanpak en een aldus afgebakend werkingsgebied en investeringsbudget. Ze zullen investeringsplannen maken gebaseerd op de verwachte uitgaven per gebruiker (ARPU), de nodige bandbreedte op korte, middellange en lange termijn, de kost van het uitrollen van het nieuwe netwerk, de Europese en nationale regels inzake de aanleg van NGAs en, last but not least, de te verwachten concurrentie of samenwerking met andere potentiële investeerders in deze zone. Op basis van deze oefening gaat elke potentiële investeerder beslissen om in het beschouwde geografische gebied al dan niet over te gaan tot een (co-)investering in een NGA. Indien een overheid (mee) investeert, dan dient zij weliswaar de regels inzake staatssteun te respecteren: · Een open, transparante, niet-discriminatoire aanbesteding · Technologie-neutraliteit · Toegangsverplichtingen · Point to point connectivity als principe voor de eindgebruiker. VERSCHILLENDE SCENARIO’S ZIJN MOGELIJK 1. Er worden meerdere NGAs aangelegd In bepaalde zones zullen verschillende investeerders een NGA aanleggen tot aan het huis. Hierdoor krijgen we concurrentie tussen de verschillende netwerkuitbaters, wat op termijn kan leiden tot meer, betere en goedkopere diensten. Dit neemt niet weg dat de regulator, na een grondige marktanalyse, aan dominante netwerkuitbaters, maatregelen kan opleggen indien de regels van de vrije mededinging zouden worden geschonden. 2. Er wordt één NGA aangelegd Er wordt geïnvesteerd in één NGA. Om het investeringsplan leefbaar te maken en de nodige garanties in te bouwen opdat klanten een ruime keuze hebben aan dienstenproviders op dit ene aansluitnet, zou idealiter in dit scenario kunnen worden gezocht naar het vormen van consortia/
INHOUD
partnerships. Dit kan tussen operatoren en nutsbedrijven met het oog op het optimaal gebruiken van reeds bestaande ducts. Dit kan tussen verschillende operatoren die samen een (multi-)fibre netwerk aanleggen. Dit kan tevens via samenwerking tussen andere potentiële investeerders. Alleszins, éénmaal het netwerk aangelegd, zal de netwerkuitbater het NGA daarna moeten openstellen voor aanbieders van Internet-access, telefonie, interactieve digitale televisie en andere (mobiele) data-diensten. De spelregels voor het openstellen van het NGA moeten zoveel mogelijk op voorhand vastgelegd worden. 3. Niemand is geïnteresseerd in de aanleg van een NGA (“white spots”) Zones waar wellicht nooit zal geïnvesteerd worden omwille van het feit dat dit niet rendabel is. Hier zal wellicht de overheid maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen dat ook de inwoners aldaar op termijn kunnen genieten van de nieuwe mogelijkheden die dankzij de hogere bandbreedte kunnen worden aangeboden. OP KORTE TERMIJN MOET VOLDOENDE ZEKERHEID KOMEN Vanuit maatschappelijk en economisch oogpunt is het alleszins zeer belangrijk dat alle dienstenaanbieders gebruik kunnen maken van de NGAs om hun diensten, inhoud en toepassingen te kunnen aanbieden. Belangrijke vragen hierbij zijn natuurlijk · tegen welke voorwaarden het openstellen dient te gebeuren en · hoe de overheid zijn rol als regulator dient op te nemen wanneer zij vaststelt dat de concurrentie tussen verschillende netwerkuitbaters in bepaalde zones niet of onvoldoende werkt. De overheid moet op voorhand spelregels bepalen tegen de welke de NGAs dienen te worden opengesteld aan derden, zodat iedere potentiële investeerder zijn business-plannen kan opstellen. Afwezigheid van duidelijke spelregels zal het risico op afwachtende houding van potentiële investeerders doen toenemen. Een belangrijke rol hierin is weggelegd voor een zogenaamd NGA-forum. Een forum waarin alle potentiële investeerders, dienstenaanbieders en leveranciers samenzitten om een kader op te stellen over hoe, waar en op welke manier in de komende 15 jaar NGAs met een breedbandcapaciteit van 1 Gbps kunnen worden aangelegd. We moeten daarbij oog hebben voor upstream-capaciteit tegen concurrentiële prijzen en voor mobiele bandbreedte.
11
Voor Agoria is één regel alvast duidelijk: We moeten vermijden dat er in België gezinnen zijn waar geen next-generation-aansluitnet voorbij het huis komt.
2.3. AANBEVELINGEN Nieuwe netwerken en de voordelen die deze zullen verlenen aan de maatschappij, vereisen een duidelijke visie met een daaraan gekoppeld actieplan. De overheid moet in de visie ook duidelijk de rol van alle belanghebbenden definiëren. De meest belangrijke rol van de overheid ligt in het stimuleren van een investeringsvriendelijk klimaat. In grote lijnen moet de overheid belemmeringen voor toegang en investeringen afschaffen, een kostefficiënte uitrol faciliteren, garanderen dat nieuwe diensten ontwikkeld kunnen worden, zekerheid verschaffen omtrent regulering en waken over het realiseren van een competitieve markt voor diensten en netwerken. Naast de overheid zal ook de ICT sector zelf inspanningen leveren op verschillende terreinen zoals sensibiliseren of faciliteren van overleg via het NGA-forum. WELKE ROL VOOR DE OVERHEID? 1. De overheid als stimulator Om in zoveel mogelijk regio’s privé-investeerders aan te trekken, is het stimuleren de belangrijkste rol voor de overheid. De overheid moet het investeringsklimaat aantrekkelijk maken en uitrol van nieuwe netwerken, alsook de ontwikkeling van nieuwe diensten stimuleren door alle mogelijke obstakels uit de weg te ruimen. Bedrijven aanzetten nieuwe diensten te ontwikkelen en de aanwending van ICT in domeinen als gezondheidszorg, onderwijs, mobiliteit, e.v.a. stimuleren · door zelf het voorbeeld te geven in zijn back-office · door in zijn contacten met burger en ondernemingen gebruik te maken van moderne en interactieve ICTtoepassingen (bvb. in e-health met diensten als thuiszorg of tele-consultaties) · door de burgers en ondernemingen aan te zetten nieuwe toepassingen te ontwikkelen en te gebruiken…. (information society – beleid) · door alle overheidsdiensten, basis en secondaire scholen, hospitalen en andere klinische instanties, musea en bibliotheken uit te rusten met een performant netwerk (cfr. Polen)
INHOUD
Drempels voor netwerkuitrol (vast en mobiel) uit de weg te ruimen (rights of way, spectrum, samenwerking faciliteren) · Beter overleg tussen operatoren bij de aanleg van nieuwe netwerken, bijvoorbeeld door de publicatie van eenduidige engineering-regels voor civiele graafwerken (trench & pipe, grootte van leidingbuizen). · Het delen van netwerken en het gedeeld gebruik van netwerken of ducts bevorderen, en dit niet alleen voor de operatoren met dominante positie. Het is belangrijk aangelegde netwerken of bestaande ducts of kabelgoten optimaal in te zetten. Op het vlak van verplichte toegang tot binnenhuisbekabeling is Frankrijk een mooi voorbeeld. Op het vlak van multiple fiber aanleg is Swisscom in Zwitserland een mooi voorbeeld van een co-investering. · Beschikbare passieve infrastructuur (ducts, tunnels van trams of treinsporen, rioleringen, …) inventariseren en transparant beschikbaar stellen aan FTTH/FTTB investeerders · Een harmonisatie van de doorgangsrechten en coördinatieprocedures van werken, en dit op alle bestuursniveaus. Minstens moet er een gecoördineerd doorgangsrecht op het publieke domein (treinspoor, riolen, kanalen, wegen, ...) worden bewerkstelligd. Een elektronische portaalsite zou daarvoor een optimaal werkinstrument zijn. · De kosten geheven door de lokale overheden voor de heraanleg verminderen. Dit zou ondermeer kunnen door een moratorium van 5 tot 15 jaar op alle retributies voor glasvezelnetwerken. · De administratieve kosten voor leidingbuizen verminderen · Toezicht op huidige en toekomstige infrastructuurprojecten zodat men ingeval van werken aan de nutsvoorzieningen waardoor voetpaden en wegen moeten worden geopend, kan voorzien in de aanleg van bijvoorbeeld glasvezel aan een minimale kost. In de USA voorziet de “Broadband Conduit Deployment Act” het verplicht aanleggen van glasvezelverbindingen bij alle wegenwerken. De leidingen moeten voldoen aan de standaarden van de industrie wat betreft diepte en afmetingen en moeten meerdere breedband providers van een netwerk voorzien. De wegenarbeiders moeten ook mangaten voorzien langs de route zodat makkelijke toegang tot de kabels mogelijk is. · Systematische installatie van ducts (of zelfs glasvezel in geval van een duidelijk business model) wanneer werken plaatsvinden in het openbaar domein. · Bij de constructie van nieuwe gebouwen, het aanleggen van nieuwe verkavelingen en industrieterreinen systematisch ducts of glasvezel voorzien · Bij de aanleg van nieuwe voetpaden of vervanging van bestaande voetpaden, eventueel in de trottoirbanden een geïntegreerde kabelgoot aanleggen. · Micro-trenching of mini-trenching onderzoeken en indien aangewezen in het licht van investeringsschema’s, mogelijk maken
12
· Mogelijkheden van façade montage onderzoeken en niet a priori uitsluiten, daar de aanleg op die wijze significant minder kosten met zich meebrengt. · Harmonisatie van de spectrumband voor Wireless Broadband Access en toewijzing van het digitaal dividend, ook voor mobiele breedband. · Een gewestelijk beleid inzake EMF (elektromagnetische velden) dat zich richt op EU- en internationale aanbevelingen inzake gezondheid en waaraan door het beleid actief wordt meegewerkt. Opleidingen afstemmen op de noden bij de aanleg van nieuwe netwerken (FTTH/FTTB, LTE, enz…). In België zijn nog steeds verschillende bedrijven actief in de ontwikkeling en de productie van telecommunicatieapparatuur, ook specifiek voor FTTH/FTTB. Daarnaast is dit ook belangrijk voor integratoren / installateurs en distributeurs. Ook zullen nieuwe bedrijven ontstaan die gespecialiseerd personeel zullen nodig hebben (geodesigners, optische designers, …). Fiscale stimuli voor ondernemingen die glasvezel plaatsen (bvb via verlaagd BTWtarief) of voor burgers die in een bepaald gebied zelf NGA aanleggen. (cfr. Zweden: tax incentive voor de werken in rural areas). De activiteiten van een NGA forum ondersteunen waarin alle stakeholders, zowel van de overheid (bvb minister, BIPT, openbare nutsvoorzieningen en lokale overheden) als spelers uit de privésector (bvb telecom-operatoren, installateurs van netwerken, producenten van netwerktechnolologieën en dienstenproviders, bouwpromotoren,…) samen rond de tafel zitten om een duidelijk actieplan te ontwikkelen. De pc-penetratie in België verbeteren. Met 67% pc-penetratie scoort België slechts gemiddeld in de EU. Er is dus nog veel ruimte voor verbetering. 2. De overheid als regulator De overheid moet regulerend optreden, enerzijds om investeringen aan te moedigen door het vastleggen van een rechtszeker, transparant en toekomstgericht investeringskader, anderzijds om de concurrentie te stimuleren ingeval van een vastgestelde dominantie. Er is nood aan sterke onafhankelijke regulatoren (zowel telecom als media) en mededingingsautoriteiten om dit te realiseren. Daar waar aangewezen in het kader van de uit te voeren marktanalyses, moet de regulator verplichtingen kunnen opleggen. Meer concurrentie is de beste garantie op een gezonde telecommarkt met hoogstaande kwalitatieve diensten en aan concurrentiële prijzen.
INHOUD
Ook kunnen regulatoren samen met de mededingingsautoriteiten een belangrijke rol spelen bij het vooraf bepalen van de voorwaarden, ondermeer op het vlak van open toegang, waarmee een potentiële investeerder of een consortium zal moeten rekening houden bij het opstellen van een investeringsplan voor de aanleg van een NGA netwerk. 3. De overheid als investeerder We hebben in het deel strategie gezien dat enkel daar waar privé-partijen niet in de aanleg van netwerken kunnen voorzien, een rol is weggelegd voor de overheid als investeerder. In België zal het belangrijk zijn de mogelijke white spots te identificeren en daar volledige of gedeeltelijke overheidsfinanciering te overwegen. WELKE ROL VOOR PRIVÉ-INSTANTIES, MEER SPECIFIEK DE ICT-SECTOR? Al het bovenstaande neemt niet weg dat er ook voor de ICT-sector en voor andere betrokken privé-partijen een rol is weggelegd. De ICT-sector draagt al jaren zijn steentje bij wanneer er acties worden opgezet voor het sensibiliseren en het oordeelkundig gebruik van de nieuwe technologieën door burgers en ondernemingen. Ook aan acties om de mogelijkheden die zullen worden geboden door toegang tot zeer hoge bandbreedte te leren ontdekken, wordt heel wat steun verleend. Het belang van hoge bandbreedte en de aanleg van NGAs is ook iets wat moet doordringen tot op het niveau van onderwijs en opleiding. Immers hoe kan onze economie en onze maatschappij innovatief zijn als men in onderwijs geen aandacht besteed aan de toekomstige mogelijkheden van meer performante netwerken en diensten. Daarnaast is Agoria bereid om in het NGA-forum een stuwende rol te spelen. Het bieden van ondersteuning voor beleids- en technische vragen bij de uitrol van NGA, betekent zeker ook een toegevoegde waarde die de sector kan bieden 2.4. BESLUIT Uit de visie en de strategische analyse die we hebben gemaakt, volgen ons insziens 3 belangrijke conclusies: 1. Er is nood aan een NGA-forum met alle potentiële NGAgeïnteresseerden (o.a. netwerkproviders, accessproviders, dienstenproviders, technologie-aanbieders en overheid). 2. Laat de deelnemers in dit forum in gezamenlijk overleg mee het kader bepalen om de komende 15 jaar ALLE burgers te voorzien van een NGA met een breedband-
13
capaciteit van 1 Gbps en heb voldoende oog voor upstream-capaciteit tegen een concurrentiële prijs en voor mobiele bandbreedte. 3. Laat de overheid spelregels bepalen tegen dewelke de Access Providers (en eventueel de dienstenproviders waarmee zij samenwerken) gebruik moeten kunnen maken van het aangelegde NGA.
Uit deze conclusie volgen dan de volgende aanbevelingen: 1. De overheid moet sensibiliseren en stimuleren door · Bedrijven aan te zetten nieuwe diensten te ontwikkelen en de aanwending van ICT in domeinen als gezondheidszorg, onderwijs en mobiliteit te stimuleren. · Drempels voor netwerkuitrol (vast en mobiel) uit de weg te ruimen. · Opleidingen af te stemmen op de noden bij aanleg van NGA. · Fiscale stimuli te voorzien voor de aanleg van NGA. · De activiteiten van een NGA forum ondersteunen. · De pc-penetratie in België te verbeteren. 2. De overheid moet regulerend optreden, enerzijds om investeringen aan te moedigen door het vastleggen van een rechtszeker, transparant en toekomstgericht investeringskader, anderzijds om concurrentie te stimuleren ingeval van een vastgestelde dominantie. Er is nood aan sterke en onafhankelijke regulatoren (zowel telecom als media) en mededingingsautoriteiten om dit te realiseren. 3. De overheid moet investeren daar waar anders white spots riskeren te ontstaan. 4. De privé-sector moet samen met de overheid sensibiliseren en stimuleren. Zij dient tevens beleids- en technische ondersteuning te bieden voor vragen en uitdagingen bij de uitrol van NGA (ondermeer in het kader van het NGA-forum). 5. De privé-sector moet investeren en streven naar rendabele businessplannen. Agoria is bereid om in het NGAforum een stuwende rol te spelen.
INHOUD
14
03
Innovatie in ICT in 2015
3.1. HET LOKAAL WEEFSEL VAN ICT-ONTWIKKELAARS Ondanks de moeilijkheden en uitdagingen van het begin van dit decennium is de ICT-sector nog steeds verantwoordelijk voor 20% van de Belgische O&O-inspanningen. De sector vormt daarmee samen met metalen & materialen, chemie, farmacie, machinebouw en elektrotechniek de basis van de Belgische kenniseconomie. Hieronder vindt men de evolutie van de O&O-uitgaven van de Belgische ICT-sector van 1992 tot en met 2006 in miljoen euro.
1000
Dat de ICT een kennis-intensieve sector is, wordt hiermee afdoende bewezen. Ongeveer 20% van de O&O-inspanningen (zowel qua uitgaven als qua aantal O&O-medewerkers) in België worden gedragen vanuit de ICT-sector (terwijl de ICT-sector slechts een aandeel heeft van 4,2% in het BBP en 2,5% in de werkgelegenheid). In de top-10 van de belangrijkste Belgische O&O-spelers komen maar liefst 4 ICT-bedrijven voor: Agfa Graphics, Alcatel-Lucent Bell, Barco en Philips Innovative Applications. België scoort internationaal vlot op een aantal ICTdomeinen. Het zijn domeinen waarin België al jaren zelf producten ontwikkeld om ze daarna internationaal op de (wereld)markt te brengen. Elektronica: IMEC, AMI Semiconductors, Tyco Electronics, ST Microelectronics, Thales Alenia Space, C.E.&T, Alstom, Gillam-F.E.I., Mitra, …
900
Beeldverwerking en digitaal printen: Philips, Barco, Agfa Graphics, Agfa Health Care, Esko Artwork, Alfacam, Scientific Atlanta/Cisco, EVS, I.R.I.S., Océ Software Laboratories, i-Movix,…
800
700
600
500
400
300
200
100
0 1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Bron: POD Wetenschapsbeleid
De O&O-uitgaven van de Belgische ICT-sector verlopen vrij parallel met de activiteit in de ICT-sector. Tot en met 2001 was er jaarlijks een forse stijging van de O&O-uitgaven. Daarna volgde een periode van herstructureringen en afslankingen, die zich vooral liet gevoelen in de bedrijven uit de telecommunicatiesector. Sinds 2006 gaan de O&Ouitgaven terug in stijgende lijn. In 2007 werd nagenoeg 850 miljoen euro geïnvesteerd in onderzoek & ontwikkeling. In de Belgische ICT-sector werken bijna 8000 medewerkers in de O&O-afdeling.
INHOUD
Telecom: Alcatel-Lucent Bell, Ericsson, Nokia-Siemens Networks, Thales Communications, Telindus, Televic, Newtec, Option, Scientific Atlanta/Cisco, Zenitel, Septentrio, Opticâble, Euremis, … Software: LMS, Materialise, Inventive Designers, Real Dolmen, ACA-IT-solutions, Invenso, Produmex, Metris, Helios-IT, Porthus, Nuance Communications, Larian Studios (gaming), Selligent, Babelgom, ASconcept… Bancaire informatica, authentificatie, cryptografie: Capco, Zetes, Callataÿ & Wouters, Certipost, Verizon, Utimaco Safeware, Vasco Data Security, Norkom, Intellect, Clear2Pay, Isabel, Keyware Technologies, Diebold, Cable Print, Proton World International, Financial Architects, BTR Services, B.S.B., Approach…
15
Geo-ICT, GPS, cartografie: Punch Telematix, Transics, Tele Atlas (Tom Tom), Luciad, Traficon, GIM (Geographic Information Management), Star-Apic, Projections, Sodiplan,… ICT is een zogenaamde “enabling technology”, een technologie die toelaat om in bedrijven en organisaties de waardecreërende en administratieve processen te optimaliseren, en om het innovatievermogen van deze bedrijven en organisaties te verhogen door snellere en meer interactieve innovatiemethodes mogelijk te maken. Daarnaast is ICT ook een technologie die toelaat om allerlei leuke zaken te organiseren: sociale netwerken en communities, on-line en off-line games, multi-mediatoepassingen, enz… ICT wordt daardoor hoe langer hoe meer een essentieel onderdeel van onderzoek & ontwikkeling in andere sectoren. Binnen de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid werden zes speerpuntdomeinen in kaart gebracht waarin lokale bedrijven goed scoren. Deze speerpuntdomeinen werden in “Vlaanderen in Actie” en het “Vlaamse Regeerakkoord” bevestigd als doorbraaktechnologieën en domeinen waarop het innovatiebeleid de focus kunnen leggen: · Logistiek, transport en supply chain management · ICT en diensten voor de gezondheidszorg · Medisch translationeel onderzoek en onderzoek over voeding en gezondheid · Nieuwe materialen, nanotechnologie en verwerkende industrie · ICT voor sociaal-economische innovatie · Energie en milieu, met onder meer slimme elektriciteitsnetwerken Ook in Wallonië werden 5 prioritaire domeinen naar voor geschoven in het zogenaamde Marshall-plan: de competitiviteitspolen. Het zijn domeinen die in volle ontwikkeling zijn en waarin performante onderzoekscentra aanwezig zijn: lucht- & ruimtevaart, agro-industrie, machinebouwtechnieken, gezondheidszorg en transport & logistiek. In al deze speerpuntdomeinen en competitiviteitspolen speelt ICT minstens een belangrijke, maar heel vaak een cruciale ondersteunde en horizontale rol. ICT is een belangrijke differentiator voor productinnovatie. Zo kunnen bedrijven het verschil maken. ICT maakt producten “slimmer” (de zogenaamde “smart products”). Het verschil kan worden gemaakt door producten bewuster te maken · van zichzelf (bvb. meten van energiegebruik in gebouwen, weefgetouwen,…), · van de omgeving waarin ze zich bevinden (bvb. GPS of satelliet), · van hun gebruiker (bvb. technogym, realtime gebaarher-
INHOUD
kenning, indienen van belastingsaangiftes,…), · van het ecosysteem waarin ze zich bevinden (bvb het iPod-ecosysteem).
3.2. INTERNATIONALE TENDENZEN IN INNOVATIE 1. SPECIALISATIE IS NODIG De time to market wordt steeds korter. Innoverende bedrijven moeten steeds sneller met een product komen dat de (nieuwe) noden van de klant oplost. Het innovatieproces stopt niet op het moment dat een prototype klaar is of wanneer een nieuw product ontworpen werd. We zien overal ter wereld dat bedrijven nog heel veel inspanningen doen om hun O&O-resultaten te toetsen aan de noden van een steekproef van geïnteresseerde klanten. Vandaar dat heel veel innovatieve bedrijven zich ook hoofdzakelijk gaan specialiseren in 2 activiteiten aan het begin en aan het einde van de waardeketen, met name onderzoek & ontwikkeling en marketing & contact met de klanten. Precies omdat deze 2 elementen van de waardeketen in deze fase onlosmakelijk met mekaar zijn verbonden. Deze bedrijven worden daarom ook wel eens “kop-staart”bedrijven genoemd. De financiële inspanningen nodig om prototypes of nieuw ontworpen producten te testen bij de klanten en daarna op de markt te brengen worden steeds groter. In heel veel landen speelt het beleid hierop in door het innovatiebeleid ook te richten op initiatieven die de valorizatie van O&Oresultaten stimuleert. Denken we hierbij bijvoorbeeld maar aan het fenomeen van de proeftuinen (“living labs”). 2. SAMEN INNOVEREN! Een andere manier om die financiële inspanningen te verminderen is om samen te innoveren met concurrenten, klanten, leveranciers en partners. Samen innoveren laat bovendien toe om samen te werken met specialisten in andere domeinen, zich zelf nog verder te specialiseren in een niche, het risico van het innovatieproject te verminderen en de time-to-market aanzienlijk te verminderen. De innovatieprojecten worden bovendien hoe langer hoe meer multidisciplinair en overstijgen vaak de grenzen van de eigen sector. Men gaat op zoek naar complementaire partners uit andere sectoren om nieuwe productcombinaties uit te werken. Zo ontstaat een lappendeken van allianties en groeien er spontaan (internationale) netwerken en ecosystemen. Voor de medewerkers uit innovatieve bedrijven is het dus
16
belangrijk om “T-shaped” te zijn, d.w.z. gespecialiseerd zijn in een welbepaald (niche)domein, noties te hebben over een aantal andere technologieën in het eigen domein en te beschikken over sectoroverschrijdende competenties om te kunnen communiceren en samenwerken in multidisciplinaire teams.
te boren met voldoende kritische massa om die investeringen te verantwoorden. Anderzijds is deelname aan internationale normalisatie door bedrijven in vele domeinen strategisch zeer belangrijk voor hun innovatieprocessen omwille van de indicaties die hierdoor kunnen gecapteerd worden over nieuwe technologische stappen en marktvoorbereiding.
3. DIENSTENINNOVATIE De uitgaven in onderzoek & ontwikkeling en innovatie evolueren ook steeds meer naar het ontwikkelen van diensten rond nieuwe of bestaande producten. Innovatieve bedrijven gaan steeds meer waarde trachten te creëren uit het aanbieden van oplossingen. Het typische aan deze diensteninnovaties is dat zij op het raakvlak liggen van drie disciplines: businessmodellen en -processen, wetenschap en technologie, en mensen en cultuur. Maar hierin ligt meteen ook de broosheid van de op til zijnde maatschappelijke en economische evoluties. Zowel de overheid als het onderwijs en de ondernemingen zijn onvoldoende gewapend (lees onvoldoende aangepast en gereorganiseerd) om in deze nieuwe genetwerkte samenleving alle mogelijkheden voor investeringen, groei en werkgelegenheid ten volle te benutten. En laat 'reorganisaties' nu precies datgene zijn waarin ICT een belangrijke waarde voor hun klanten kunnen realiseren. De overheid richt nog steeds het leeuwendeel van haar O&O-inspanningen op materiële productontwerpen. Het onderwijs heeft het moeilijk om de curricula van zijn studenten evenwichtig samen te stellen met technologische, bedrijfskundige, communicatieve en organisatorische vakken. De typische industriële bedrijven tot slot hebben nog niet altijd begrepen dat zij meer waarde kunnen creëren voor hun klanten door resoluut te kiezen voor diensteninnovatie i.p.v. alleen in te zetten op productinnovatie. De enorme uitdagingen die gepaard gaan met deze overgang naar een netwerkeconomie en een informatiemaatschappij moeten we samen (industrie, hogescholen, universiteiten en overheid) aanpakken. Diensteninnovatie wordt daarbij één van de belangrijkste sleutels. 4. INTERNATIONALE NORMALISATIE: STRATEGISCH ELEMENT IN INNOVATIEPROCESSEN VAN BEDRIJVEN EN MOTOR VOOR INTERNATIONALE MARKTONTWIKKELING In een land met een kleine locale markt is het een open deur intrappen om te onderstrepen hoe belangrijk internationalisering van markten wel is voor onze bedrijven. Europese, en vooral internationale, normalisatie is enerzijds een factor met toenemend belang op het vlak van marktontwikkeling en verhoogt in belangrijke mate de kans voor bedrijven die zwaar investeren in productontwikkeling om een markt aan
INHOUD
Op tal van snel evoluerende domeinen zoals e-health blijven er belangrijke uitdagingen om te komen tot Europese - en liefst nog internationale - standaarden die de versnippering van markten wegwerken en vermijden dat onze bedrijven hun productontwikkeling aan divergerende markteisen op exportvlak moeten voldoen. Hetzelfde geldt voor specifieke nationale eisen inzake accreditering, testen en certificatie.
3.3. AANBEVELINGEN VOOR HET BELEID 1. ONDERSTEUNEN VAN SPEERPUNTDOMEINEN ALS TOPPRIORITEIT VAN HET INNOVATIEBELEID De overheid moet blijven inzetten op het ondersteunen van domeinen waarin we performante innoverende ondernemingen en onderzoekscentra op wereldniveau hebben. Alleen op die manier kunnen we de aansluiting bij de wereldtop behouden. Met zijn groeiperspectieven, het toenemend impact op de competitiviteit van andere sectoren, en zijn potentiële bijdrage tot het oplossen van diverse maatschappelijke uitdagingen is ICT bij uitstek één van die speerpuntdomeinen. 2. KOST VAN ONDERZOEKERS EN VAN O&O Eén van de essentiële elementen om expertisecentra, onderzoeksinstellingen en klasserijke onderzoekers en ontwikkelaars aan te trekken en hier te houden is zeker de kost van Onderzoek & Ontwikkeling. Een recente studie van Agoria toont aan dat verdere inspanningen nodig zijn om ons land competitief op te stellen inzake “kost van O&O”. De vermindering van de bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers was zeker een stap in de juiste richting en zou naar 100% moeten worden opgetrokken. We kunnen zeker ook leren van buurlanden als Frankrijk op het vlak van bvb. investeringsaftrek. De investeringaftrek van R&D zou moeten worden verhoogd van 22,5% naar 30%. 3. SOCIAAL-ECONOMISCHE UITDAGINGEN ALS MILIEU, MOBILITEIT EN GEZONDHEIDSZORG AANPAKKEN We moeten streven naar de ontwikkeling van een zichtbaar en erkend innovatie-ecosysteem voor onderzoek, ontwikkeling, testen en implementering van vernieuwende mobiliteitsconcepten, van nieuwe vormen van omgaan met
17
energie en last but not least van innovatieve oplossingen voor de gezondheidszorg. Dit kan bijvoorbeeld op de volgende manieren: 3.1. Innovatief aanbesteden/ innovatieve investeringsprojecten De overheid kan de ICT-sector ondersteunen door te investeren in oplossingen die de sociaal-economische uitdagingen aanpakken. Ze kan daarbij ook het innovatievermogen van de sector aanscherpen door innovatieve aanbestedingen uit te schrijven en te investeren in grote maatschappelijke projecten, waarbij lokale bedrijven in een vroeg stadium bij het uitwerken van oplossingen worden betrokken. Via deze projecten kunnen deze bedrijven ook uitzicht krijgen op exportmarkten. 3.2. “Living labs” (proeftuinen) Vooral het testen van nieuwe oplossingen in die domeinen in bijna reële omgevingen is in dat opzicht een steeds belangrijker wordende stap. Voor bedrijven die producten en systemen ontwikkelen zijn proeftuinen van zeer groot belang om de brug te maken tussen ontwikkeling en marktintroductie enerzijds en de integratie en interoperabiliteit van hun producten in grotere systemen uit te testen met andere bedrijven anderzijds. Voor de overhead is het belangrijk om voor kritische en complexe infrastructuurprojecten te kunnen beschikken over beleidsondersteunende instrumenten van hoge kwaliteit zoals proeftuinen. 4. INTERNATIONALE NORMALISATIE De overheden hebben een belangrijke rol om de bedrijven te sensibiliseren voor het belang van normalisatie, en om versnippering van markten van onze exporteurs tegen te gaan. Overheid en de bedrijven zouden samen ook formules moeten uitwerken om de kost van testing en certificatie van nieuwe ontwikkelingen te verminderen. 5. DE OPRICHTING VAN OPEN INCUBATIECENTRUM Bedrijven en kenniscentra hebben een fundamentele nood aan actieve coaching op het terrein om samen tot een collectieve incubatie te kunnen komen in een ecosysteem van bedrijven en kenniscentra. Daar wordt technologiespecialisatie tussen partners gecombineerd met productmarktinzichten van andere partners. Naast de coaching van dit open incubatieproces is er eveneens nood aan een methodische ondersteuning in de praktijk van deze vorm van incuberen en de bijhorende nieuwe werkvormen en businessmodellen.
INHOUD
6. FINANCIERING VAN DE INNOVATIEVE ONDERNEMING Vaak is de financiering van de periode tussen het ontwerpen van een eerste prototype en het vinden van middelen op de beurs de moeilijkste periode. In deze kritieke periode dient men zowel verder te werken aan het verbeteren van de productportfolio, als aan het zoeken naar nieuwe klanten. In deze periode zijn bedrijven om die reden vaak financieel het meest kwetsbaar. Er is bijgevolg een duidelijke nood aan lange termijn risicokapitaal om nieuwe bedrijven en nieuwe collectieve incubatievormen voor technologie gebaseerde bedrijven te ondersteunen.
18
04 4.1 TRENDS DIE EEN IMPACT HEBBEN OP DE ICT-SECTOR VAN MORGEN “WELKE SOURCING? BEST SOURCING!” “ Wanneer wij als multinationaal bedrijf een project binnenhalen gaan wij internationaal op zoek naar de meest (kost) efficiënte manier om dit project uit te werken. De concrete realisatie van de oplossing is het meest voor de hand liggende uitbesteedbare onderdeel van het project, maar er worden steeds meer onderdelen van het project door filialen in het buitenland uitgewerkt.” Multinationals doen steeds meer aan “best sourcing” bij het uitwerken van projecten. Hiervoor zijn er verschillende redenen: · De schaarste op de ICT-arbeidsmarkten van de westerse industrielanden. · De 24/7-economie. Door in de 3 tijdszones mensen op een project te zetten is het uiteraard veel sneller klaar dan wanneer er maar vanuit één tijdszone wordt aan gewerkt. · Delokalisatie vermindert de kost van het project. Favoriete off-shore gebieden zijn: Latijns-Amerika (bvb. Brazilië), Centraal- en Oost-Europa (bvb. Rusland, Oekraïne, Tsjechië, Roemenië, Estland, Slovenië), ZuidOost-Azië (bvb. Indië, China, Maleisië en Filippijnen) en Afrika (bvb.Tunesië, Zuid-Afrika) · Schaaleffecten door de consolidatie van bepaalde activiteiten waardoor kostendalingen kunnen worden gerealiseerd. · Leereffecten doordat een bepaalde afdeling zich zal gaan specialiseren in een bepaalde activiteit en daar gaandeweg beter zal in worden. · Bovendien kunnen diegenen die beroep doen op externe sourcing zichzelf steeds beter gaan richten op hun eigen kernactiviteiten waardoor ze hierin ook productiever en efficiënter worden.
INHOUD
De ICTmedewerker in 2015 DE OPLOSSING BEVINDT ZICH IN DE CLOUD Klanten betalen liever voor het beroep doen op een oplossing dan voor het in-huis-halen van een oplossing. Enkele jaren geleden verkochten bedrijven oplossingen (hardware & software) en gingen die installeren bij de verschillende klanten. De oplossing werd gefactureerd en in de weken, maanden en jaren die erop volgden werden er diensten rond gecreëerd (maintenance, opleiding, enz…). Vandaag evolueert het businessmodel steeds meer naar een op acties en verrichtingen gebaseerd kostenmodel, waarbij de klant betaalt volgens het aantal keer dat hij beroep doet op de oplossing (bvb. opslag van gegevens, gebruik van een toepassing, enz…). Denken we maar aan de evolutie naar cloud computing, ASP en SaaS. Aangezien de ICT-leverancier hier betaald wordt naargelang het gebruik dat de klant maakt van de ICT-oplossing, zal het voor de ICT-medewerkers belangrijk zijn om commercieel mee na te denken met de klant over het potentieel gebruik ervan. De business voor het ICT-bedrijf stopt immers niet met het ondertekenen van het contract voor de verkoop van een oplossing. Integendeel, de business start er pas… PROCESMANAGEMENT ON THE FLY Processen evolueren van een transactioneel naar een interactief model. Als in een waar ecosysteem veranderen de spelers voortdurend hun onderlinge interactie. Er is dan geen sprake meer van vooraf te ontwerpen transacties. Procesmanagers zullen dus moeten leren de ene keer strak te zijn en vervolgens weer los te kunnen laten. Ook zullen ze zich scherp bewust moeten zijn van het (sociale) netwerk waarin de processen zich afspelen, want daarin schuilt de dynamiek waarin uiteindelijk de beslissingen worden genomen en de resultaten worden geboekt. Deze netwerken kunnen zowel competentie netwerken zijn met collega’s uit het eigen en uit andere bedrijven of meer sociale netwerken met vrienden (al is er wellicht steeds
19
meer vervaging tussen de professionele en de sociale netwerken en kunnen professionele vragen via beide wegen een antwoord vinden). We kunnen dus nu anders tegen bedrijfsprocessen aankijken. Processen moeten zelfoptimaliserend worden in plaats van vooraf dichtgetimmerd. Omgevingsgevoelig in plaats van geïsoleerd. Technologie biedt real-time informatie die het klassieke denken over processen doet wankelen. Transacties worden interacties. Om de interacties te optimaliseren is dus massaal veel informatie nodig. Deze informatie goed beheren en op het juiste moment gebruiken is cruciaal. Er is daarenboven goed business procesmanagement nodig om de nieuwe interactieve mogelijkheden ten volle te benutten. “Information governance” en het sturen op processen zijn twee vakgebieden in ontwikkeling. OUTSOURCING VAN ICT EN BUSINESS PROCESS OUTSOURCING DOOR DE KLANTEN Grote klanten doen steeds vaker beroep op gespecialiseerde ICT-ondernemingen en consultants om hun ICT uit te werken, te implementeren en te beheren en hun business processen te stroomlijnen via het gebruik van ICT. De trend naar outsourcing is wellicht één van de belangrijkste drijfveren achter de groei in de ICT-sector van de laatste jaren. Klanten beslisten al gauw om hun ICT-infrastructuur en bijbehorende diensten uit te besteden aan gespecialiseerde ondernemingen. Later volgden ook de ontwikkeling en het onderhoud van allerlei toepassingen. De evolutie van de laatste jaren is dat hele bedrijfsprocessen worden uitbesteed. Door het optimaliseren van bedrijfsprocessen kan immers nog zeer veel waarde worden gecreëerd in de ondernemingen. Om dit te realiseren is het natuurlijk zeer belangrijk dat in de ICT-ondernemingen die de activiteit overnemen de medewerkers begrijpen hoe de klant waarde creëert. En vooral dat men zijn commerciële noden leert begrijpen en in kaart kan brengen. Bedrijfseconomische inzichten en communicatieve vaardigheden zijn daardoor onontbeerlijk geworden voor de ICT-medewerkers van vandaag. We komen daar in een volgend punt uitgebreid op terug.
4.2 DE SCHAARSTE OP DE ICT-ARBEIDSMARKT DE SCHAARSTE OP DE ICT-ARBEIDSMARKT IS STRUCTUREEL EN NIET TIJDELIJK In de afgelopen 25 jaar is de wereldeconomie grondig gewijzigd. Na de crisis van het begin van de jaren ’90 zijn een
INHOUD
aantal elementen samengekomen die geleid hebben tot: · de deregulering en liberalisering van de telecommarkt · de introductie van de web browser, waardoor het gebruik van het Internet toegankelijker werd voor de consumenten en de ondernemingen · de exponentiële groei van het gebruik van de GSM · het positieve effect van de Europese éénheidsmarkt en de introductie van de euro · de verdere liberalisering van de wereldhandel, die het globaliseren van de internationale waardeketens nog verder in de hand werkte. Door al deze evoluties kon de informatiestroom die aan administratieve en bedrijfsprocessen gekoppeld is efficiënter, goedkoper en vooral interactiever worden uitgebouwd. Dit werkte het succes van het beheer van informatie en het uitbouwen van communicatienetwerken in de hand. De ICT-sector groeide aan een trend van 10% tot en met de millennium wisseling. Daarna zakte de trendgroei naar ongeveer 5%. Hierdoor werd ICT één van de drijfveren achter de economische groei. De ICT-sector was de afgelopen decennia goed voor één zesde van de economische groei in België. Niet alleen in de ICT-sector zelf, maar ook in alle andere sectoren van de Belgische economie nam het aantal ICTmedewerkers stelselmatig toe. Dit was het gevolg van het groeiend belang van ICT in alle bedrijfs- en administratieve processen van de waardeketen. De vraag naar ICT-medewerkers in de ganse Belgische economie nam fors toe. De verwachting van de meeste experten in human resources is dat deze vraag in de komende jaren verder structureel zal toenemen, en dit ondanks het feit dat er voor het realiseren van oplossingen steeds meer beroep wordt gedaan op de internationale markt (via off-shoring, near-shoring, enz…). Uiteraard zal het tekort conjunctureel bepaald zijn en in zware crisismomenten (bvb. 2000-2001 en 2008-2009) minder zwaar wegen op de “War for Talent” dan in periodes van hoogconjunctuur. Maar ook in deze conjunctureel minder gunstige periodes, is het aantal openstaande vacatures bij ICTbedrijven en op ICT-departementen van andere bedrijven en organisaties angstaanjagend groot. MYTHES EN REALITEITEN OVER WERKEN ALS ICT-ER Het is duidelijk dat de ICT-sector duidelijker en beter zal moeten communiceren met het grote publiek, vooral met de jongeren over de verschillende profielen die er op de ICT-arbeidsmarkt nodig zijn en over de inhoud van de jobs. Agoria heeft 5 jaar geleden de verschillende profielen uit de ICT-arbeidsmarkt in kaart gebracht. Immers, de informaticus is een beroep met veel gezichten en inhouden. Een
20
greep uit de mogelijke functies die onder de noemer “informaticus” of “ICT-medewerker” vallen: software-ingenieurs, programmeurs, product designers, business-analisten, ICT-consultants, ICT-architecten, database-experten, netwerkbeheerders, verkopers, ICT-projectmanagers, helpdesk-medewerkers en service managers,…. In grote lijnen kunnen we de ICT-medewerkers echter opdelen in 3 grote groepen:
wicht op de ICT-arbeidsmarkt hangt samen met het bewust maken van burgers, ondernemingen en organisaties over het belang en de mogelijkheden van ICT bij het oplossen van sociaal-economische vraagstukken waarvoor de wereldbevolking staat: milieu & energie, gezondheidszorg, mobiliteit, duurzaam ondernemen, aanpakken van schaarste aan grondstoffen, interactie tussen burger en overheid,…
· diegenen die nieuwe producten ontwerpen en vervaardigen die op de markt kunnen worden gebracht. · diegenen die op maat bedrijfsoplossingen uittekenen, ontwerpen, ontwikkelen en implementeren. · diegenen die op de werkvloer de ICT-oplossing up-andrunning houden, beheren, aanleren en ondersteunen van de gebruikers, aanpassen en verbeteren.
4.3 DE WENSEN VAN DE GENERATION Y – MEDEWERKER
Deze jobs leiden elk tot sterk verschillende werkomstandigheden, nodige flexibliteit en verloning. De ene job zal al meer leiden tot samenwerken dan tot individueel werken. Uiteraard zullen ook de vaardigheden waarover deze medewerkers dienen te beschikken zeer zwaar verschillen van baan tot baan.
Een generatie met traditionele waarden, gericht op eigen gezin, individualistisch, die hard wil werken en goed zijn boterham verdienen. Maar een generatie die tegelijkertijd ook sociaal en solidair wil zijn, die nood heeft aan vrije tijd (“quality time”) om de wereld (en mekaar) te ontdekken en nieuwe verrijkende ervaringen op te doen.
Toch kunnen we zonder overdrijven stellen dat een ICT-job een boeiende job is, goed betaald, voor mensen met een brede visie op het leven, met een breed spectrum aan kennis en kunde, met sociale vaardigheden. Een job ook die toelaat om, naast het uitbouwen van een carrière, oog te hebben voor vrije tijd, gezinsleven en sociale, sportieve en culturele uitdagingen op andere domeinen.
De generatie Y is dus egocentrisch en individualistisch, maar zeker niet egoïstisch. Integendeel. Ze wil tijd hebben voor het gezinsleven, voor de sport- of culturele vereniging, voor de eigen hobby en voor het realiseren van boeiende uitdagingen, maar tegelijkertijd wil ze ook tijd en energie steken in het uitbouwen van de professionele carrière.
ROLLENPATRONEN DOORBREKEN Door de snelle ontwikkeling van ICT is de samenleving grondig veranderd, zowel economisch als sociaal. Nieuwe productiewijzen zagen het daglicht en nieuwe producten en diensten werden op de markt gebracht. Maar als we kijken wie deze producten en diensten consumeren en produceren, dan kunnen we er niet omheen: vrouwen maken minder gebruik van ICT (bv. van een computer of het internet) en zijn beduidend minder vertegenwoordigd in informaticafuncties dan mannen. In de ICT-sector is de genderkloof heel groot. Er zijn hiervoor verschillende redenen die vaak hun oorsprong vinden in sociaal-culturele rollenpatronen voor vrouwen en mannen. Studies wijzen immers uit dat heel veel jonge meisjes uit de lagere school zich reeds helemaal inpassen in de traditionele sociaalculturele rollenpatronen en –verwachtingen.
De generatie van jongeren die de afgelopen jaren op de arbeidsmarkt verscheen, wordt wel eens omschreven als de “Generation Y”. Het is een “en-en”-generatie. Ze willen het beste van 2 werelden.
Tijdens de werkuren wil men ook tijd hebben om het (sociaal) netwerk waarin men zich bevindt te voeden. Via GSM, iPod, Facebook, Netlog of MSN worden vrienden geïnformeerd over het reilen en zeilen van hun eigen wereldje… en blijven ze up-to-date met de ervaringen van de vrienden en collega’s. Deze generatie wil vooral een leuke job, waarin ze zich kunnen uitleven en gerespecteerd worden. Waarin ze uitdagingen kunnen realiseren en leuke en interessante contacten kunnen leggen met collega’s en partners.
Bovendien zijn de oorzaken voor deze evolutie (al te vaak) gerelateerd aan de vooroordelen en de mythes t.a.v. het werken als ICT-er.
De Generation Y heeft ook lak aan een “nine-to-five”-job. Zowel ’s morgens, als overdag als ’s avonds wil ze de nodige vrijheid om zelf een keuze te kunnen maken in vrije tijd en in werkuren. De files vermijden, kinderen afzetten en ophalen aan school, tijd voor de eigen hobby’s, vrienden en verenigingsleven, zijn essentiële elementen in het gedrag van de Generation Y-medewerkers. De Generation Y wil overigens vooral beoordeeld worden voor de werkresultaten en minder voor het aantal uren dat daarvoor werden gepresteerd.
Anders uitgedrukt: het aanpakken van het gender-oneven-
Medewerkers vertoeven vaak uren in de file wanneer ze in
INHOUD
21
job van “nine-to-five” dienen uit te voeren. Vandaag zijn een echter voldoende technologische middelen om hun jobs van thuis uit of van bij de klant uit te voeren. Zo kan de ochtend- en avond file vermeden worden, kan de efficiëntie van de gepresteerde uren aanzienlijk worden verhoogd en ontstaat er een triple win-situatie waarvan zowel werknemer als werkgever als de klant beter worden. In human resources-middens wordt wel eens verwezen naar het zgn. Hollywood-model: dit is een model waarbij werknemers net als filmacteurs, scenarioschrijvers en crew personeel in Hollywood, op zoek gaan naar mooie projecten. Ze zijn vrij en voortdurend op zoek naar mooie filmprojecten die door producenten worden opgezet. In Hollywood hebben de meeste mensen met competenties op het vlak van film geen link met een werkgever. Enkel de productiemaatschappijen hebben zich als “onderneming” georganiseerd. Het zijn deze productiemaatschappijen die “op de markt” gaan zoeken naar adequate medewerkers. Voor de filmacteurs, scenarioschrijvers en andere filmmedewerkers biedt dit ook het voordeel dat zij zeer flexibel kunnen inspelen op de mogelijkheden die zich vanuit de verschillende productiemaatschappijen aandienen. Meer flexibiliteit in het uitvoeren van de job. Dat is eigenlijk wat de Generation Y-jongeren willen. Maar dat is eigenlijk ook wat de ICT-bedrijven willen… en kunnen bieden aan hun medewerkers. Welke flexibiliteit wordt gezocht door de bedrijven? Daarover gaat het in de volgende paragraaf.
4.4 DE WENSEN VAN DE ICT-BEDRIJVEN VAN VANDAAG NOOD AAN FLEXIBILITEIT Ook de ICT-bedrijven hebben nood aan meer flexibiliteit van de medewerkers, omwille van de noden van hun klanten: · De ICT-infrastructuur moet 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 beschikbaar zijn. Het monitoren, onderhouden en herstellen van netwerken en informatica systemen vergt sowieso al een andere aanpak. · Door de evolutie naar “cloud computing” dienen ook de servers, de datacenters en de toepassingen die erop draaien 100% beschikbaar te zijn. · Tot slot ondervinden de ICT-bedrijven nu ook een stijgende druk om projecten rond business-processen tijdig op te leveren en up-to-date te houden. De noden van de klant doen zich voor op alle uren van de dag en dus moeten de ICT-bedrijven op elk uur van de dag over medewerkers kunnen beschikken met de noodzakelijke bedrijfseconomische en informatica-technische
INHOUD
competenties. In dat opzicht zijn medewerkers die een betere invulling wensen van hun privé-leven niet noodzakelijk een hinderpaal, maar garanderen van continuïteit en het borgen van kennis en competenties wordt wel een uitdaging waar enige organisatie voor nodig is en waarbij omzichtigheid geboden is. NOOD AAN AANPASSINGSVERMOGEN EN BEHEREN VAN NIEUWE OMSTANDIGHEDEN De noden van de klanten wijzigen snel. De technologieën om de noden te realiseren ook. Er is dus nood aan medewerkers die “change” aankunnen. Die een groot aanpassingsvermogen hebben en die voldoende capaciteiten hebben om bij te leren, opnieuw te leren, zaken af te leren. Meer zelfs, door de evolutie naar procesmanagement “on the fly” moet “change” ook kunnen worden geïntegreerd in de voor te stellen en uit te werken ICT-oplossing en hebben we medewerkers nodig met management capaciteiten om “change” te kunnen beheren. Dat gaat dus veel verder dan zich kunnen aanpassen aan de nieuwe omstandigheden. Dit is geen evidente vraag en kan leiden tot werk- en prestatiedruk bij de medewerkers. De ICT-bedrijven hebben daarom vandaag zeer veel aandacht voor deze uitdaging en zorgen ervoor dat in de verschillende projectteams een gezond evenwicht wordt gevonden tussen werk- en prestatiedruk en aanpassingsvermogen enerzijds en een aangename werksfeer binnen een groep mensen anderzijds. NOOD AAN ANDERE EN NIEUWE VAARDIGHEDEN Van de ICT-er van morgen wordt gevraagd dat hij socialer, creatiever en commerciëler wordt dan die van vandaag. De ICT-er van de toekomst is sociaal vaardig en verkoopt zijn project aan de klant. Het bedrijfsleven heeft vandaag nood aan medewerkers met een zogenaamde “T-shaped”-opleiding. Dit zijn medewerkers die over belangrijke probleem oplossende vaardigheden beschikken in hun vakgebied, maar tegelijkertijd interacties op het getouw kunnen zetten met specialisten uit een brede waaier aan disciplines en andere functionele gebieden. Over welke vaardigheden gaat het allemaal? Informaticakennis is uiteraard een must, maar het profiel van de ideale ict'er gaat veel verder dan dat. Dat is nu al zo, en dat zal in de toekomst nog veel meer zo zijn. Hij moet goed communiceren, sociaal vaardig zijn, ideeën aan de man kunnen brengen en creatief zijn.
22
Probleemoplossend zijn en kunnen inschatten waar de klant behoefte aan heeft. En als je dat idee ook nog goed kan verkopen aan de bedrijfsleiding, dan kom je heel erg in de buurt van het ideale toekomstprofiel van de ict'er. Er is een heel groot tekort aan mensen die niet alleen informatica onder de knie hebben, maar die ook weten hoe je die moet gebruiken en toepassen.
mogen, zin voor initiatief en zelfstandigheid (binnen team en project).
4.5 AANBEVELINGEN ROND DE ICT-MEDEWERKERS IN 2015 De aanbevelingen worden onderverdeeld in drie clusters.
Denk maar aan ontwikkelingsteams die al lang niet meer in één gebouw zitten, maar wereldwijd contacten moeten leggen. Ze moeten weten hoe je met een Indiër en een Amerikaan moet omgaan, rekening houden met culturele en religieuze verschillen. Die vaardigheid moest je tien jaar geleden niet hebben. Ontwikkelaars moeten in team kunnen werken om hun werk sneller af te hebben. Ze moeten oog hebben voor detail, maar tegelijk ook voor het geheel waar ze deel van uitmaken. En meer nog dan vandaag is bijscholen cruciaal. De technologische evoluties en de wisseling van paradigma's gaan steeds sneller. Bijscholen is in de toekomst daardoor veel meer nog dan vandaag een must. Bedrijfseconomische inzichten: · Begrijpen hoe de waardecreatie van uw bedrijf of dat van uw klant in mekaar steekt? · Hoe kan ICT waarde creëren in uw bedrijf of het bedrijf van uw klant? · Hoe kunnen klantenbedrijven beter omgaan met nieuwe (diensten)innovaties? Informaticatechnische vaardigheden: · Plannen ontwerpen voor een ICT-infrastructuur. · Deze plannen uitwerken in overleg met de klanten. · Kennis van technologie en commercieel aanbod om oplossingen te realiseren. · De oplossing implementeren, aanleren, beheren en verbeteren. Communicatievaardigheden & Projectmanagement: · Medewerkers komen steeds meer in contact met andere culturen (collega’s, klanten en partners). · Kunnen luisteren naar de noden van de klanten. · Oplossingen kunnen uitleggen aan de klanten / Presentatietechnieken. · Bepaalde rollen kunnen opnemen in een project met respect voor de collega’s in het project. · Vergadertechnieken. · 3-taligheid. Emotionele vaardigheden: Klantgerichtheid, probleemoplossend vermogen (creativiteit), wil tot slagen, resultaatgerichtheid, passie voor zakendoen, betrokkenheid en opnemen verantwoordelijkheid, betrouwbaarheid, externe gerichtheid & inlevingsver-
INHOUD
De eerste cluster handelt over voorstellen om de bestaande sociale regelgeving aan te passen aan de realiteit van vandaag en aan de uitdagingen van morgen. Als we ons blijven vasthouden aan al te rigide regelgeving dan riskeren we jobcreatie en internationale groei aan ons te laten voorbijgaan. De tweede groep aanbevelingen heeft te maken met de groei en de ontwikkeling van medewerkers en het zoeken naar een optimaal evenwicht tussen de opdracht van het onderwijs en de verwachtingen en noden van het bedrijfsleven. Ze hebben te maken met lerend werken en werkend leren in het licht van de evolutie naar een vooruitstrevende kenniseconomie. De derde cluster stelt aanbevelingen voor om het imago van de ICT-sector en van de ICT-medewerker te verbeteren. ICT moet trachten een positief beeld op te hangen over de verschillende, uitdagende en boeiende jobs die er op de ICT-arbeidsmarkt aanwezig zijn. ICT draait om meer dan computers, het gaat om technologie, innovatie, creativiteit, coördinatie, projecten, implementatie en mensen. 1. EEN AANGEPAST SOCIAAL STATUUT · Meer ruimte voor gedifferentieerde verloning en voor verloning op basis van prestaties in plaats van op het aantal gepresteerde uren. · Annualisering van de arbeidsduur. Arbeidsduur berekenen op jaarbasis in ruil voor individuele afspraken over soepeler werkregimes. De reglementering inzake overuren, arbeidsduur en arbeidsregelingen is te strak. Dit maakt het de ondernemingen moeilijk om de aanwezigheid van de werknemers af te stemmen op de reële behoeften van de onderneming. Maar ook de werknemers zijn geïnteresseerd in individueel afgestemde flexibelere arbeidsregelingen, waarbij rekening gehouden wordt met hun vrije tijd, gezin en gezondheid. Het zoeken van een evenwicht tussen de noden van de onderneming en de individuele behoeften van de werknemers is een belangrijke uitdaging. · Een nieuw statuut. Het huidige werknemersstatuut is te rigide en te beperkt. Er is nood aan een nieuw of aangepast werknemersstatuut dat een combinatie inhoudt
23
van de flexibiliteit van het zelfstandigenstatuut met de bescherming van het werknemersstatuut.
ICT-richtingen. 2. VORMING VOOR ALLE MEDEWERKERS
· Aandacht voor de loonkost: - De bestaande maatregelen die gelden voor onderzoekers moeten verhoogd en uitgebreid worden zodat ons land de motor wordt van onderzoek, ontwikkeling en innovatie, zo niet dreigen we economische activiteit te verliezen. - Verlaging van de belastingsdruk. De rapporten van de OESO tonen aan dat de belastingsdruk in België zeer hoog ligt. In een internationale context waarbij landen onderling worden vergeleken speelt dit ontzettend in ons nadeel. Het wordt hoog tijd dat deze zo snel mogelijk wordt afgebouwd zodat de lonen van onze werknemers weer kunnen concurreren met de lonen van buitenlanders. - Herzien van het automatisch indexmechanisme. Naast een aantal positieve effecten kent ons indexsysteem tal van negatieve effecten zoals de onvoorspelbaarheid van de evolutie van de loonkost en het garantieeffect waardoor de lonen automatisch stijgen. Aan het bestaande systeem dient ernstig gesleuteld te worden. Hierbij kan gedacht worden aan het indexeren van de nettolonen, het uitsluiten van bepaalde bestanddelen of enkel de indexatie van een forfaitair deel van het loon. - Meer ruimte voor gedifferentieerde verloning. Een onderneming moet de mogelijkheid hebben om individuen en teams die goed presteren extra te kunnen belonen. Door het systeem van de automatische index in combinatie met de verhogingen die voortvloeien uit sectorale verhogingen blijft er te weinig marge over. · Managen op output. Tijdsregistratie geeft weer wanneer iemand aanwezig is maar zegt niets over het feit of deze persoon al dan niet werkt. De beste manier om dit na te gaan is te sturen op output (opgeleverd werk) in plaats van op aanwezigheid (aantal uren). Het gaat om management by objectives (MBO) of resultaat gericht management (RGM). Het komt er uiteindelijk op neer dat de medewerker resultaten levert ten voordele van de organisatie, want de productie bepaalt de effectiviteit van de organisatie. Tegelijkertijd dient er meer aandacht te zijn voor loopbaanbegeleiding en loopbaanontwikkeling en dient HR in te staan voor het voeren van een antistressbeleid om te vermijden dat werknemers vroegtijdig uitvallen. · Invoeren van bursalen. Naar analogie met wat bestaat in de faculteit Chemie. Het systeem is eenvoudig, nl. studenten maken hun doctoraat aan de universiteit waarbij een onderneming het onderzoek financiert en waarbij de gecreëerde kennis in handen komt van de onderneming. Zoiets moet ook mogelijk worden voor
INHOUD
· Nauwere samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. - Regelmatige contacten via overlegplatform. De competenties en vaardigheden die nodig zijn om succesvol te kunnen starten in de ICT-sector evolueren waardoor het noodzakelijk is dat er regelmatig overleg is tussen de ICT-sector en de onderwijswereld zodat de onderwijswereld rekening kan houden met de noden van de sector bij de opmaak van hun curricula en onderwijsplannen. - Werknemers kleuren mee de lessen. Enthousiaste ICT-werknemers met pedagogische en didactische vaardigheden zijn de beste ambassadeurs om op geregelde tijdstippen het ICT-onderwijzend personeel bij te staan. Zij kunnen concrete cases voorstellen, zij hebben praktijkervaring waardoor zij zeker een toegevoegde waarde hebben. - Onderwijzend personeel heeft een peter/meter in het bedrijf en loopt stage. Om de kloof tussen onderwijzend personeel en het bedrijf te dichten moeten we ernaar streven dat zoveel mogelijk leraars, docenten, hoogleraars en professoren tijdens hun loopbaan stage kunnen lopen bij een of meerdere ICT-bedrijven en dat zij een peter of meter hebben uit de sector waarbij zij terecht kunnen voor allerlei vragen. - ICT-opleidingen door de ICT-sector voor onderwijzend personeel. De ICT-sector organiseert jaarlijks een opleiding waarbij zij de trends, nieuwe evoluties en ontwikkelingen binnen de sector toelicht. · ICT academie voor pas afgestudeerden. De ICTsector moet de lead nemen in de opstart en uitbouw van een ICT-academie die zal instaan voor het organiseren van stages binnen de bedrijven, het opmaken van verschillende leermodules die inspelen op de nodige vaardigheden en het uitwerken van business cases. Daarnaast ontwikkelt zij opleidingen om niet-ICT’ers om te scholen naar succesvolle ICT-medewerkers. · ICT in de opleiding. Iedereen heeft van ver of dichtbij te maken met ICT. Het is dan ook aangewezen dat ICT als belangrijk leerinstrument wordt gebruikt in alle onderwijsniveau’s. In het middelbaar onderwijs zouden de leerlingen een aantal noties dienen te krijgen over het gebruik van ICT in samenleving en economie. Het moet daarbij wel degelijk gaan over de rol van ICT in het dagdagelijks sociaal-economisch leven en niet over het werken met bepaalde software. Bvb, hoe ondersteunt ICT de administratie in een ziekenhuis? Op welke manier kan een bedrijf via ICT opvolgen hoeveel grondstoffen er in voorraad zijn? Enz…
24
· Omgaan met verandering. Binnen de ICT-sector is verandering een constante geworden. Werknemers hebben nood aan het verwerven van inzicht in de veranderingsprocessen en de mogelijkheden om dit te beïnvloeden of daarmee om te gaan. Dit kan door de promotie en/of aanpassing van de bestaande Cevora opleidingen “Omgaan met verandering” en "Veranderingsmanagement in een IT-omgeving” of door het opmaken van nieuwe opleidingen in samenwerking met bijvoorbeeld Cevora. 3. AANDACHT VOOR HET IMAGO VAN DE ICT-SECTOR EN DE ICT MEDEWERKER · ICT soap. Reeksen als ‘Flikken’, ‘Windkracht 10’ en ‘Katarakt’ zorgden niet alleen voor goede kijkcijfers, ze hadden ook een aanzienlijke impact op het imago van de organisaties en instanties die in de reeksen aan bod kwamen. Zo is het woord ‘flikken’ geëvolueerd van een scheldwoord naar eretitel en heeft de Gentse politiecommissaris, bevoegd voor externe relaties, in tien jaar tijd zijn korps omgevormd van het meest beschimpte tot het meest gehypete in Vlaanderen. Het begrip citymarketing moest nog worden uitgevonden toen hij het al in zijn meest doorgedreven vorm toepaste: de flikkenmarketing. De tijd is rijp om een soap te maken met ICT als centraal thema. Daarnaast is het ook wenselijk dat in bestaande reeksen zoals ‘Familie’ of ‘Thuis’ rollen worden bedacht voor ICT’ers. · CEO tour. Dit initiatief dient verder ontwikkeld te worden zodat in de toekomst alle scholen bezoek kunnen krijgen van een CEO uit de ICT-sector of van een enthousiaste ICT-medewerker. Doel zou zijn om honderduit te vertellen over de inhoud van de jobs in de ICT-sector. · Aandacht voor positieve aspecten van een job in ICT. ICT-toepassingen vind je in alle sectoren van de economie en maatschappij. ICT is onmisbaarder, omdat het zoveel oplossingen en mogelijkheden biedt maar vaak worden slechts de negatieve aspecten van werken in de ICT-sector belicht en worden bestaande clichés bevestigd. De sector moet meer naar voor komen met positieve verhalen over wat allemaal mogelijk is met ICT en over wat al gerealiseerd werd. Dit kan bijvoorbeeld door het opstarten van een website naar Nederlands model (www.allesis.it ) waarbij iedereen de mogelijkheid krijgt om kennis te maken met de boeiende wereld van ICT, de diversiteit aan opleidingen en beroepen, de verschillende sectoren waarin je ICT-toepassingen tegenkomt en waar je dus met een ICT-beroep kunt werken evenals, interessante projecten van ICT-toepassingen.
INHOUD
25
05 Besluit De Europese Commissie onderstreepte in juni 2009 nogmaals het belang van de uitrol van breedbandnetwerken. Het beleid wil mee helpen om de kloof te dichten tussen de verschillende Europese regio’s voor wat betreft toegang, snelheid, kwaliteit van de geleverde diensten en prijs van breedband. Volgens de Europese Commissie zijn investeringen in ICT en breedband netwerken de meest optimale manier om tegelijkertijd op korte termijn de economie aan te zwengelen en op middellange en lange termijn een hoge “return on investment” te hebben dankzij de economische en maatschappelijke baten van een genetwerkte economie. Maar ook in de financieel-economische relanceplannen van de verschillende Lidstaten spelen de “breedbandnetwerken van de toekomst” een belangrijke rol. Heel veel landen bedachten ambitieuze doelstellingen en maakten plannen om de uitrol van breedbandnetwerken bij de huisgezinnen en ondernemingen verder te versnellen. In zijn boek Econoshock beschrijft Geert Noels in 2008 de effecten van de ICT-revolutie op de hedendaagse economieën. ICT is volgens hem één van de 6 economische schokken die ons leven in de nabije toekomst fundamenteel zullen veranderen. “Dagelijks nemen de economische processen en beslissingen die door ICT worden bepaald nog toe. De technologie heeft hele ondernemingsmodellen gewijzigd. Onze economie is geëvolueerd naar een netwerkeconomie. Internet is daarbij een belangrijk, zeg maar essentieel bindmiddel.” Ook Guy Verhofstadt wijdt in zijn boek “De weg uit de crisis. Hoe Europa de wereld kan redden?” een aantal interssante bedenkingen aan de nieuwe IT- en ICT-netwerken. “ICT zal een cruciale rol spelen in de transsectorale netwerken omdat het de enige sector is die verbonden is
INHOUD
met al de andere sectoren. (…) Communicatienetwerken zijn de aderen waardoor het bloed – informatie en kennis – van de nieuwe economie stroomt. Kennis en informatie zijn waarschijnlijk de enige goederen die groeien naarmate ze sneller en efficiënter verdeeld worden over meer mensen. Bandbreedte, mobiliteit en aanwezigheid van communicatienetwerken zijn dus de fundamenten van de nieuwe economie.” Het toenemend belang van ICT als oplossing voor de sociaal-economische uitdagingen van morgen wordt dus hoe langer hoe meer erkend door de economische analisten en de politieke beleidsmakers. Er is ook een toenemende eensgezindheid over de basisvoorwaarden om deze oplossingen optimaal te doen werken: · Snelle en performante netwerken tot aan de huizen, gebouwen en bedrijven. · Nieuwe (open) innovatiemodellen binnen de bedrijven en een innovatiebeleid dat rekening houdt met de mogelijkheden die ICT biedt in de verschillende speerpuntdomeinen waarin een regio relatief competent en concurrentieel is. · Medewerkers met een brede combinatie aan vaardigheden (informatica-technische, communicatie-, emotionele en bedrijfseconomische vaardigheden) en een personeelsbeleid binnen de ondernemingen dat een goed evenwicht vindt tussen de (nieuwe) noden van de bedrijfsvoering en de wensen van de medewerkers (“generation Y”). De wereld om ons heen verandert snel. Overheden zien zich voor de taak gesteld het digitale tijdperk te omarmen en zich tot een werkelijke kennisgebaseerde economie te ontwikkelen. De manier waarop zij deze overgang aanpakken zal medebepalend zijn voor de kwaliteit van het bestaan, de werkomstandigheden en de concurrentiepositie van onze industrie en diensten.
26
Agoria formuleert volgende aanbevelingen om de ICTsector nog beter zijn rol te laten spelen als katalysator van de netwerkeconomie en als deel van de oplossing van maatschappelijke uitdagingen. Op het vlak van Breedbandnetwerken van de toekomst · De oprichting van een NGA-forum (een Next Generation aansluitnet) waarin potentiële investeerders het kader bepalen om de komende 15 jaar ALLE burgers te voorzien van een NGA met een breedbandcapaciteit van 1 Gbps met voldoende oog voor upstream-capaciteit tegen een concurrentiële prijs en voor mobiele bandbreedte. · Laat de overheid spelregels bepalen tegen dewelke de Access Providers (en eventueel de dienstenproviders waarmee zij samenwerken) gebruik moeten kunnen maken van het aangelegde NGA. · De overheid moet de burgers en de ondernemers sensibiliseren en stimuleren voor de mogelijkheden van de informatiesnelwegen. Ze moet oog hebben voor opleiding en vorming in de nieuwe netwerktechnologieën. Ze moet daarenboven zorgen dat er zo weinig mogelijk drempels zijn om de netwerken van de toekomst uit te rollen. · De overheid moet investeren daar waar anders “white spots” riskeren te ontstaan. Op het vlak van Innovatie · Het ondersteunen van speerpunt domeinen als topprioriteit van het innovatiebeleid. · Verminderen van de kost van O&O. · Oplossingen voor sociaal-economische uitdagingen als milieu, mobiliteit en gezondheidszorg. Innovatief aanbesteden van grote projecten, en het stimuleren van het opzetten van “living labs” zijn op dat vlak belangrijk. · Aandacht voor internationale normalisatie, zodat marktversnippering kan worden tegengegaan. · De oprichting van Open Incubatiecentra. · De financiering van innovatieve ondernemingen. Op het vlak van Human Resources · De bestaande sociale regelgeving aanpassen aan de realiteit van vandaag en aan de uitdagingen van morgen. Enkele voorbeelden: nieuwe vormen van verloning, annualisering van de arbeidsduur en een aangepast werknemersstatuut dat een combinatie inhoudt van de flexibiliteit van het zelfstandigenstatuut met de bescherming van het werknemersstatuut. · De groei en de ontwikkeling van medewerkers en het zoeken naar een optimaal evenwicht tussen de opdracht van het onderwijs en de verwachtingen en noden van het bedrijfsleven. Enkele voorbeelden: betere samenwerking tussen onderwijs en ICT-sector en de ICT-academie
INHOUD
· Het imago van de ICT-sector en van de ICT-medewerker verbeteren. ICT moet trachten een positief beeld op te hangen over de verschillende, uitdagende en boeiende jobs die er op de ICT-arbeidsmarkt aanwezig zijn. Enkele voorbeelden: een ICT soap en de CEO tour.
CONTACT Christiane Demets Agoria ICT 02 706 79 89
[email protected] Verantwoordelijke uitgever: Stijn Ombelets, A. Reyerslaan, 80 - 1030 Brussel