blad voor verbazend interessante persoonlijkheden
Afgiftekantoor: Antwerpen X, P808382, BC30941
Een brede school staat niet alleen
Samenwerken met de buurt De school als dienstverlener
dossier
scholenbouw Geen muren, geen grenzen
allemaal buren
en unieke mensen jaargang 2 - nr.9 - maart 2010 (driemaandelijks maart - april - mei 2010)
Editoriaal
editoriaal
Brede School: een smeltkroes van kansen Scholen hebben altijd al een brede rol in de samenleving gespeeld. Deze rol vertaalde zich tot voor kort in spontane initiatieven. Zoals het organiseren van voor- en naschoolse kinderopvang, het openstellen van de infrastructuur voor lokale verenigingen, samenwerken met partners om kansarme groepen meer kansen te geven, … De komst van de Brede School geeft aan al deze initiatieven een gestructureerd, duurzaam en doelgericht karakter. In de Brede School ontmoeten verschillende partners elkaar die een gemeenschappelijk doel hebben: de brede ontwikkeling van kinderen, jongeren en volwassenen, op school en in de vrije tijd. Het GO! kan zich helemaal vinden in dit collectieve streven naar een leeromgeving waar iedereen zich goed voelt en zich maximaal kan ontwikkelen. Daarom voeren we in dit nummer een hartverwarmend pleidooi voor de ontwikkeling van onze scholen naar een Brede School. Een proces waar we samen met onze partners werk van willen maken. Wij in het GO! zijn ervan overtuigd dat onderwijs het beste middel is om kinderen een kans te geven vooruit te komen in het leven. Maar enkel door een nauwe samenwerking kan de Brede School uitgroeien tot een samenhangend netwerk van toegankelijke en kwalitatieve voorzieningen voor kinderen, jongeren, het gezin en de lokale gemeenschap. De eerste brede scholen ontstonden uit de wil om werk te maken van kansbevordering voor kansarme groepen. Door een multidimensionele aanpak met andere betrokkenen kan je een aantal hindernissen wegnemen en zo de leerkansen van deze leerlingen optimaliseren. De Brede School voldoet tegelijkertijd aan de behoeften van ouders en samenleving. Door haar aanbod te verrijken kan de school inspelen op de toenemende vraag naar kinderopvang. Door van
2
de opvang een zinvolle vrijetijdsbesteding te maken kan ze extra educatieve ontplooiingskansen creëren. De samenwerking met verschillende sectoren stelt het GO! in staat om de partners wederzijds te versterken en de kwaliteit van de eigen werking te verhogen. Deze open houding vergroot ook de positieve uitstraling van ons onderwijsnet. Het hoeft niet altijd om grootse prestigeprojecten te gaan. Het belangrijkste is dat de school samenwerkt met externe partners en zo meehelpt de werking van lokale partnerorganisaties te verstevigen en te verdiepen. De Brede School sluit aan op onze visie over onderwijs, leren en school. Met een brede aanpak speelt de school op een organische manier in op ontwikkelingen en veranderingen in onze samenleving. Oog voor diversiteit, verbinding en participatie staan daarbij centraal. Samen met de scholen en diverse partners wil het GO! van elke school een Brede School maken, voor àlle kinderen en àlle ouders. Meer dan enkel kennis over te brengen wil de Brede School een plek zijn waar verschillende culturen, generaties en bewonersgroepen elkaar ontmoeten en de handen in elkaar slaan om werk te maken van levenslang en levensbreed leren. In dit magazine komen enkele inspirerende bredeschoolprojecten binnen het GO! aan bod. Veel leesplezier!
Raymonda Verdyck afgevaardigd bestuurder
Inhoud 04
12
02 E dit o r iaal Raymonda Verdyck 04 o nder beg el eiding
• Kinderopvang in Aalter • FitClass in Westerlo • De rol van de Pedagogische begeleidingsdienst • Steunpunt Diversiteit en Leren • Wat gebeurt er over de grens? • De weg naar succes
12 h ar t van de buur t
30
34
• Rol van de gemeenten • Brussel in UitBREEDing • Geen taalperikelen in Ronse • Alle blokjes passen in De Puzzel • Piazza voor iedereen • Samenlevingsopbouw Gent
19 Do ss ie r Scholenbouw 30 Ge l ij ke kansen vo o r iedereeN.
• Ouders doen wonderen in Genk • Brede School Tielt • KA Hoboken bouwt aan kritische geest
19
co l um n 33 Estafette voor talent S a m e n w e r k in g tusse n sec t o r en. 34
• KTA Sint-Michiels verwent ouderen • Onthaalouders in KTA Dendermonde • Het Paradijs in de Kempen • Een nest wordt een web
Lucrèce Eeckhout, Etienne De Loor & Linda Verbeke namen deel aan onze lezersenquête en winnen een Bongobon Pittoresk Logeren 2010. Dit tijdschrift is een uitgave van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Communicatiedienst, Alhambragebouw, Emile Jacqmainlaan 20, 1000 Brussel tel. 02 790 93 00, Fax: 02 790 95 06
Redactiecomité: Hélène De Keyser, Luc De Man, Koen Denolf, Nadine Libens, An-Sofie Van Den Noortgate, Ann Van Driessche, Willem-Jan van Ekert, Luc Van Gasse, Cynthia Vanhee, Raymonda Verdyck.
Frequentie: GO! & co verschijnt viermaal per jaar Oplage: 41.000 exemplaren Info:
[email protected] Je vindt GO! & co ook op www.g-o.be/communicatie
Werkten mee aan dit nummer: Femke Coopmans, Edwin De Ceukelaire, Wilfried De Rijck, Eva Hugaerts, Fons Leroy, Steunpunt Diversiteit en Leren, Thea Swierstra, Barbara Vandenbussche, Redactie en vormgeving: Het Salon - www.het-salon.be
Fotografie: Thomas De Boever, Michiel De Cleene Verantwoordelijke uitgever: Raymonda Verdyck, afgevaardigd bestuurder Emile Jacqmainlaan 20, 1000 Brussel Reclameregie: Media Surplus - tel. 0497 48 15 17
onder begeleiding
4
Een brede school staat niet alleen Sommige brede scholen groeien spontaan. Andere scholen ontpoppen zich tot Brede School door een vraag van buitenaf. Dat proces verloopt niet volgens vastgelegde regels. En er komt heel wat bij kijken. Maar laat je als school zeker niet afschrikken om in dit boeiende verhaal mee te stappen.
Kinderopvang in Aalter Onze leraren hebben opnieuw meer vrije tijd In 2001 nam de gemeente Aalter het initiatief om alle kinderopvang in Aalter en deelgemeenten samen te brengen in een gestructureerd netwerk. Een kleine tien jaar later loopt de kinderopvang gesmeerd en van een tekort aan plaatsen hebben ze hier nog nooit gehoord. Samen met zes vrije scholen stapte basisschool De Beuk Aalter van het GO! in dit netoverschrijdende initiatief. “Onze school organiseerde al sinds ’97 voor- en naschoolse opvang, maar dat was eigenlijk niet officieel geregeld en gebeurde op vrijwillige basis. Toen de gemeente het idee lanceerde om de kinderopvang in Aalter te structureren en te organiseren, zagen we dat meteen zitten. Zo kregen onze leraren die de opvang verzorgden opnieuw meer vrije tijd”, licht directeur Stephanie Willems toe. “De gemeente huurde onze oude sporthal en richtte die opnieuw in, aangepast aan de strenge normen van Kind & Gezin. De gemeente zorgt voor het opvangpersoneel en de coördinatie. Deze opvang gebeurt wel op ‘mijn’ domein, maar dat is tegelijk een gigantisch voordeel. De kinderen kunnen op dezelfde locatie blijven. Onze school werkt ook heel goed samen met het personeel van de opvang en grote speeltoestellen kopen we gezamenlijk aan. Als de school dicht is door een pedagogische studiedag blijft de opvang de hele dag open. Om de twee maanden
werken we hier op school rond een sociale vaardigheid. Op dat moment staat die ook in de opvang in de kijker.” Stephanie licht nog andere positieve gevolgen van dit initiatief toe. “De kinderen van één van de twee gemeentelijke coördinatoren zijn zelfs overgestapt van het vrije net naar het GO!. Haar bewuste keuze voor onze visie is in een landelijke gemeente als Aalter helaas nog altijd heel gedurfd. Maar ik merk wel dat we dankzij haar beslissing en door de aanwezigheid van een gemeentelijke opvangdienst op ons schoolterrein beter ‘scoren’ bij de bevolking. De vooroordelen tegenover ons net beginnen naar de achtergrond te verdwijnen. Het is wel nog te vroeg om dit al vertaald te zien in een stijgend leerlingenaantal, maar wie weet?” De Beuk heeft zich ondertussen nog meer ‘verbreed’. “Een aantal lokale sportverenigingen maakt nu ook gebruik van onze nieuwe sporthal. Zo creëren we nieuwe banden met leden van de gemeenschap, die het GO! zo ook beter leren kennen. De huurprijs die we hen aanrekenen storten we door aan de Scholengroep. Een deel gaat in de pot voor de energiekosten en een deel gaat naar de school die de infrastructuur ter beschikking stelt.”
BS De Beuk Aalter Stationsstraat 128, 9880 Aalter tel. 09 374 42 77 e-mail:
[email protected] web: www.debeuk.be
5
onder begeleiding
FitClass in Westerlo Welke school droomt niet van een eigen fitnessruimte, uitgerust met state-of-the-art fitnesstoestellen, én met een persoonlijke begeleiding? Het lijkt zo weggelopen uit een glamoureuze Amerikaanse tienerserie, maar op het KTA De Beeltjens Westerlo werd deze droom werkelijkheid. Vzw FitClass België kreeg van de school een lokaal ter beschikking. Leerlingen kunnen nu overdag een uurtje de examenstress wegsporten, na de schooluren is iedereen er welkom, ouders van de leerlingen op kop. Met dit initiatief hoopt de vzw mensen opnieuw te leren bewegen met plezier. Initiatiefnemer Yves Van Craenenbroeck legt uit. “In 2003 richtten we de eerste FitClass op een Vlaamse school in. Alarmerende onderzoe-
Vanuit de school de hele regio gezond maken ken over de erbarmelijke fysieke conditie van de Vlaamse jongeren lagen aan de basis van dit privé-initiatief. Door het aanbieden van de juiste infrastructuur en methodiek aan de scholen willen we de jeugd sensibiliseren. ‘Sport is plezant’ is onze belangrijkste boodschap. Door de massale respons van de scholen op ons initiatief riepen we de FitClass School Challenge, georganiseerd door vzw Sporta, in het leven. Dit is de eerste stap in hun evolutie naar een Brede School. Scholen die actief meewerken aan het promoten en communiceren over deze actie, zowel binnen als buiten de school, kunnen een volledig uitgeruste FitClass cadeau krijgen op school. De toestellen krijgen ze gratis ter beschikking, de onderhoudskosten voor het lokaal draagt de school zelf. Een bijkomende voorwaarde voor het inrichten van de FitClass is dat volwassenen er na de schooluren gebruik van moeten kunnen maken.” Ondertussen zijn er 18 FitClasscentra met een capaciteit tot 1200 leerlingen en 6
500 externe bezoekers per centrum. “We willen deze 18 centra uitbreiden naar 100”, licht Yves de ambities van de vzw toe. “Met het GO! als geprivilegieerde partner want tot dusver verliep de samenwerking met GO! scholen heel vlot en enthousiast. Dit partnerschap is een schitterend voorbeeld van publiek-private samenwerking zonder de problemen van een PPS. Het leuke is dat onze sensibilisering in verschillende richtingen werkt: ouders maken via hun kinderen kennis met ons initiatief en maken zo de klik om ook zelf opnieuw te gaan sporten. Vanuit de school willen we de hele regio gezond maken.” Maar niet elke school beschikt over een geschikte ruimte voor zo’n FitClass. Dat hoeft niet te betekenen dat de school niet kan meegaan in dit project. “We willen geen 2 FitClassen per gemeente inrichten, dat zou leiden tot nodeloze concurrentie. Als er verschillende scholen uit dezelfde gemeente in aanmerking komen voor een FitClass zullen we hen samenbrengen in één FitClass, die we bijvoorbeeld centraliseren in de gemeentelijke sporthal. Op die manier wint elke school, ongeacht het net.” Alle gegevens rond conditieniveau, trainingsresultaat en dergelijke worden op een centrale database verzameld en op dit moment onderzocht door Vrije Universiteit Brussel. Zo kan de invloed van meer en verantwoord bewegen gemeten en onderzocht worden.
KTA De Beeltjens Westerlo Spikdorenveld 22, 2260 Westerlo tel. 014 53 86 53 e-mail:
[email protected] web: www.debeeltjens.be/KTA Meer info: www.fitclass.be www.schoolchallenge.be
Ook binnen het GO! sta je niet alleen De afdeling Infrastructuur van het GO! adviseert en ondersteunt scholen bij de bouw van hun Brede School. Ook de Pedagogische begeleidingsdienst draagt zijn steentje bij tot de ontwikkeling van bredeschoolprojecten. Wilfried De Rijck licht toe. “De Pedagogische begeleidingsdienst houdt zich bezig met het pedagogische en didactische luik, met de schoolorganisatie. We werken bij deze projecten nauw samen met de afdeling Infrastructuur. Beide aspecten gaan immers hand in hand bij het opstarten van een geslaagde Brede School of een bredeschoolproject. In de loop van vorig schooljaar bezocht ik met Edwin De Ceukelaire van de afdeling Infrastructuur 7 projecten in het kader van bredescholenbouw in het GO!. Ik ging na of deze projecten inhoudelijk onderbouwd waren. Twee projecten sprongen eruit: BS De Groene Parel in Sint-Pieters-Leeuw en de Dagpauwoogschool in Koningshooikt. Hun project steunde op een goed onderbouwde visie en een ruime combinatie van functies. Zij krijgen nu de unieke kans om zich helemaal tot nieuwe Brede School te ontwikkelen. In vele andere GO! scholen lopen op dit moment al bredeschoolinitiatieven en ook zij kunnen steun krijgen van ons als ze dat vragen.”
om deze, samen met de school, in kaart te brengen. We proberen te antwoorden op de vraag: ‘Welke Brede School willen we zijn?’ en dan ontwikkelen we in samenspraak met de school de doelen. Scholen kunnen hierbij vaak hulp gebruiken. Niet elke school streeft hetzelfde doel na en het is aan de school om uit te maken welk specifiek doel zij wil bereiken: kansarmoede bestrijden of gelijke kansen creeren, voor- en naschoolse opvang of kinderopvang verzorgen, zich profileren als hart van de wijk, infrastructuur beter gebruiken, enz. Vervolgens ontwikkelen we een actieplan en kijken we wie welke rol opneemt. Een goede samenwerking heeft een grote impact op de slaagkansen. Zit het actieplan snor, dan kunnen we effectief een leerprogramma voor de leerlingen opstellen met activiteiten, enz. En dan is er uiteraard ook nog het kostenplaatje dat we samen bekijken. Pas na al deze stappen volgt de uitvoering. Bij elke fase van het proces zijn wij er om de school te begeleiden. Als ze hulp vragen, staan wij voor ze klaar.”
Wat kan de Pedagogische begeleidingsdienst doen? “Wij hebben vooral een ondersteunende en adviserende rol. In eerste instantie maken we voor de school een omgevingsanalyse die de beginsituatie in kaart brengt. We gaan na welke behoeften leven bij de school, de ouders, de leerlingen en de buurt en kijken hoe de school hierop kan inspelen. Het begrip Brede School is zeer ruim en dus leven er binnen de scholen zeer diverse behoeften. Wij zijn er
Systeembegeleiding Secundair onderwijs Pedagogische begeleidingsdienst e-mail:
[email protected]
7
Onder begeleiding
Annelies Joos van het Steunpunt Diversiteit en Leren
Nood aan een duurzame basis
Het Steunpunt Gelijke Kansen heeft de afgelopen jaren diverse proefprojecten rond verschillende thema’s vanuit het onderwijs ondersteund en opgevolgd. Op basis van hun ervaringen stelt het op dit moment een eindrapport op met advies voor het beleid.
8
“Het is nog wat afwachten tot de nieuwe opdracht wordt vastgelegd, maar dat onze steunende rol blijft, ligt al vast”, zegt Annelies Joos van het Steunpunt Diversiteit en Leren. In opdracht van de minister van Onderwijs ondersteunt het de ontwikkeling van de Brede School verder nadat het Steunpunt Gelijke Kansen begin dit jaar werd stopgezet. “Samen met het beleid denken we mee over de verdere vormgeving op beleidsniveau, terwijl we ook steun bieden aan concrete projecten. De Brede School is een breed gedragen verhaal, waar ook cultuur, jeugd, sport en welzijn bij betrokken worden. Zij kunnen steunen op onze expertise en materiaal dat we ontwikkelen.”
energie van een groep partners uit verschillende sectoren, die samen moeten werken aan een complexe materie op lange termijn. Daarom is een duurzame basis nodig, zodat je voldoende tijd en fundament hebt om de dingen uit te bouwen.” Annelies Joos vindt het ook cruciaal dat men in een coördinatiefunctie voorziet om het samenwerkingsverband te realiseren. “Dit is niet verplicht, maar eigenlijk kan je hier niet buiten. Voor een project waar veel tijd in kruipt en waar verschillende partners elkaar vertrouwen moeten geven, heb je een coördinator nodig die een verbindende rol speelt, praktische dingen ondersteunt, het doel bewaakt en de mensen aanstuurt.”
Advies krijgen
Financiering
Op basis van de proefprojecten van de afgelopen drie jaar kan Annelies Joos advies geven om de Brede School voort te zetten. “We merkten bijvoorbeeld dat de benadering altijd erg projectmatig was. Voor een meer structureel resultaat zou men eigenlijk los moeten komen van die projectwerking en de Brede School beleidsmatig een plaats geven. Zo’n school vraagt veel tijd en
De proefprojecten rond de Brede School werden rechtstreeks gefinancierd vanuit het departement Onderwijs, maar in de toekomst zouden steden en gemeenten hier ook meer bij betrokken moeten kunnen worden. “Thema’s als jeugd en cultuur worden al vaker lokaal ingevuld; ook een Brede School zal hier niet buiten kunnen.” Tot slot mag men binnen de projecten de maatschappelijke
relevantie ervan niet uit het oog verliezen. Dat kan door na te gaan wat de noden en kansen zijn binnen de lokale context, om daar dan op in te spelen. “Er is geen model voor heel Vlaanderen. Wel ontwikkelden we een referentiekader Brede School dat de contouren van de werking aangeeft: doelen, inhoud en organisatie van de Brede School. Dat kan verder lokaal worden ingevuld. Op die manier krijg je een meerwaarde voor kinderen en jongeren, maar evenzeer voor de verschillende partnerorganisaties.” Alle informatie en materialen die voortkwamen uit de opvolging van de proefprojecten Brede School kan je overigens terugvinden op www.vlaanderen.be/bredeschool
Steunpunt Diversiteit en Leren Sint-Pietersnieuwstraat 49, 9000 Gent tel. 09 264 70 38 e-mail:
[email protected] web: www.steunpuntdiversiteitenleren.be
Over de grens Een Brede School verhoogt de leefbaarheid van je gemeente In Nederland heeft het lager onderwijs sinds 2006 de plicht om voor een aansluitend arrangement te zorgen op de schooluren. In een eerste fase ging dat vooral om opvang, zoals in Vlaanderen, nu evolueert het concept Brede School meer in de richting van een integrale aanpak onder één dak. Om dit allemaal georganiseerd te krijgen doen scholen een beroep op externe partners, zoals de Stichting Brede School. Dit adviesbureau begeleidt de school gedurende de hele evolutie naar Brede School. Peter Vereijken licht hun werking toe. “Wij helpen onderwijsinstellingen, gemeentebesturen en kinderopvangorganisaties bij het ontwikkelen van hun visie en doelstellingen. Daarnaast helpen wij hen de meest geschikte partners te kiezen. Dikwijls zijn er meer partners kandidaat dan nodig en dus is het handig dat wij als buitenstaander een objectieve keuze kunnen maken. Zo hoeven er geen tranen te vloeien”, lacht hij. “Bij het opzetten van de samenwerking leren wij alle partners om multidisciplinair na te denken over de ‘producten’ die ze willen ontwikkelen. Ons team van bouwkundigen zet deze visie dan om in een Programma van eisen (PvE) en nadien in een bouwproces, dat wij begeleiden tot zelfs het afsluiten van de huurcontracten toe. Daarna helpen wij de samenwerking om te zetten in concrete activiteiten of programma’s. Zo hebben we sinds 2003
al tientallen scholen begeleid. Zo’n proces neemt toch al gauw 36 à 40 maanden in beslag.” Peter merkt een belangrijke trend aan bij het ontwikkelen van brede scholen. “Vooral in kleine leefkernen slaat de vergrijzing en ontgroening al hard toe. Om de leefbaarheid van de buurt hoog te houden slaan steeds meer voorzieningen de handen in elkaar om het niveau op peil te houden. Dikwijls komen ze bij de school dan aankloppen voor accommodatie. Op die manier wordt vermeden dat deze kleine gemeenschappen openluchtmusea worden. Zo hebben we nu een project lopen in Wintelre, een dorpje in de Nederlandse Kempen met 1937 inwoners. De school dokterde samen met de gemeente één pedagogisch plan uit waarbij het hele dorp werd betrokken. Ook bejaardenorganisaties sloten zich aan bij de samenwerking, omdat iedereen van het belang ervan voor het overleven van het dorp overtuigd was. Voor de nieuwe Brede School werd de helft van het schoolgebouw en het gemeenschapshuis afgebroken en getransformeerd in één grote polyvalente ruimte. Eén beheerder is verantwoordelijk voor de nieuwe accommodatie, waar naast de lokale fanfare ook bejaarden terechtkunnen, er is ruimte voor kinderopvang, jeugdwerking en zelfs een medische dienst vindt er onderdak. Het aantal locaties is teruggebracht tot één nieuwbouw, waardoor mensen met elkaar moeten leren omgaan en verplicht zijn tot samenwerken. Over een aantal maanden is het helemaal af, maar ondertussen krijgen we vanuit de gemeenschap al heel wat positieve reacties over de voorzieningen die er allemaal gaan komen.”
Stichting Brede School www.bredeschool.com
VIRBO, de Vereniging van directeurs van het basisonderwijs van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, nodigt u uit op haar jaarlijkse happening in het Seminariecentrum Semcom, Vlieghavenlaan 21, 3140 Keerbergen
Keerbergen - dinsdag 27 april 2010
VIRBO-HAPPENING met doorlopend didactische beurs
9
Onder begeleiding
De weg naar een succesvolle Brede School De laatste jaren schieten brede scholen en nieuwe projecten als paddenstoelen uit de grond. Dankzij de vele mogelijkheden ziet de toekomst voor het nog nieuwe concept Brede School er rooskleurig uit. Toch is voorzichtigheid geboden. In de praktijk werkt het concept niet altijd. Vaak worden de vooropgestelde doelen niet gehaald. Eén ding is zeker: dé Brede School bestaat niet.
Wat kan er misgaan?
10
Goede vrienden
Samenwerking
Taakbelasting
Financieel
Een Brede School is niet altijd welkom. Plannen voor een toekomstige Brede School kunnen soms protest uitlokken bij de buurtbewoners of andere partijen als het bijvoorbeeld gaat over de combinatie van appartementen en een school. De buurtbewoners kunnen het jammer vinden dat een deel van de open ruimte verloren gaat of zijn soms ongerust over hoe de verkeerssituatie zal wijzigen, en of er nog parkeermogelijkheid zal zijn. Je moet hier uiteraard rekening mee houden bij het uitwerken van je concept en een goed communicatietraject uitbouwen. Maak bij de bouw van een nieuwe Brede School dus een masterplan op en bespreek dit met alle betrokken partijen.
Scholen verschillen nogal van elkaar en het is dan ook niet eenvoudig om ze met elkaar te vergelijken. In veel gemeenten is de Brede School een succes, maar soms treden er tussen de partners van brede scholen samenwerkingsproblemen op, bijvoorbeeld omdat de exploitatie niet rond geraakt of door onenigheid over het beheer. Voor het welslagen van brede scholen op lange termijn is het belangrijk dat er onderlinge afspraken gemaakt worden over het beheer en de exploitatie van een Brede School. Hiervoor zijn handleidingen nodig en ook een specifiek begeleidingsteam, een actieteam dat de school kan helpen bij deze moeilijke opdracht.
Een Brede School biedt extra kansen en verruimt de kijk van de kinderen en het schoolteam. Een Brede School draagt bij tot het bereiken van ruimere opvoedingsdoelen en komt de bekendheid en uitstraling van de deelnemende school zelfs ten goede. Het concept werkt ook drempelverlagend bij ouders en vergemakkelijkt de communicatie. Het grootste knelpunt dat scholen vaak aangeven bij het ontwikkelen naar een Brede School is de taakbelasting. Initiatieven in het kader van een Brede School brengen extra overleg, organisatie en opvolging met zich mee en vragen om gedreven directeurs en leerkrachten.
Ook het financiële aspect wordt als probleem gesignaleerd. De school biedt dikwijls de infrastructuur gratis aan, en dat brengt extra kosten met zich mee. Door een goed samenwerkingsverband met duidelijke afspraken kan je als school ervoor zorgen dat jouw partners deze extra kosten op zich nemen, of toch een deel ervan.
Hoe maak je van jouw school een succesvolle Brede School? Hieronder sommen wij enkele tips op voor een succesvolle Brede School. 1. Stel een coördinator aan die het hele project begeleidt, met voldoende autonomie om zelf beslissingen te nemen en met toegang tot een ruim en divers netwerk aan actoren. Dit is van belang om een krachtdadige Brede School te realiseren. 2. Samenwerken zorgt voor méér samenwerken. Start klein en breid geleidelijk aan uit. Maak werk van participatie en betrokkenheid van partners. Organiseer rondetafelgesprekken met alle partijen. Leer je partners en de buurt kennen en bespreek met hen de mogelijke noden en verwachtingen. Blijf op termijn voldoende kritisch ten aanzien van het functioneren van het samenwerkingsverband. 3. Zorg dat je Brede School een duidelijk profiel krijgt. Het mag geen containerbegrip blijven dat door iedereen anders kan ingevuld worden. Elk concreet project moet een duidelijk profiel krijgen. Denk goed na over een aantal vragen: Vanuit welke idealen willen wij een Brede School inrichten? Welke meerwaarde heeft de Brede School? Wie willen we betrekken? Willen die partners ook meedoen en onder welke voorwaarden? Zo komt gaandeweg een gezamenlijke visie tot stand. 4. Formuleer heldere, gezamenlijke doelen. Bewaak steeds de winsituatie voor alle betrokken actoren. 5. Pak concrete problemen en veranderingen aan. Ga daarbij doelgericht en stap voor stap te werk. 6. Vooral voor projecten getrokken door een school: probeer op termijn breder te werken dan de eigen schoolwerking en schoolpopulatie. Een heleboel factoren van de schoolomgeving beïnvloeden immers het leren en functioneren op school. Ook als school kan je daar een rol in spelen. 7. Vooral voor bredeschoolprojecten die getrokken worden door een andere organisatie dan een school: maak ook werk van breed leren. Ook in de vrije tijd zijn er verschillende gelegenheden.
9. Besteed in de activiteiten voor kinderen en jongeren ook expliciet aandacht aan de band met de buurt. Zo creëer je voor kinderen en jongeren meer realistische leercontexten, binnen en buiten de school. 10. Zorg voor diversiteit in het activiteitenaanbod en trek verschillende registers open. Werk met andere woorden zowel aan breed leren als aan het verbreden en versterken van de omgeving. Het is de combinatie en de breedte van de werking die leidt tot meer succes. 11. Probeer een divers publiek aan te spreken: ook buiten de school en in de buurt. Brede School werkt zo aan gelijkheid van kansen zonder te stigmatiseren. 12. Durf te zoeken naar minder evidente samenwerking. Te vaak blijven brede scholen beperkt tot samenwerking met een kinderopvang en een gedeelde sportaccomodatie. Zie bijvoorbeeld cultuur als meerwaarde voor de Brede School. De ervaringswereld van de kinderen wordt vergroot en dat komt hun algemene en culturele ontwikkeling ten goede. Ook kunnen kunst en cultuur worden ingezet om aan sociale en communicatieve vaardigheden te werken. 13. Er zijn verschillende motieven om te starten met een brede school. Nieuwbouw kan een enorme inspiratiebron zijn om samen aan de slag te gaan met de bredeschoolgedachte. Een nieuw gebouw biedt tenslotte veel nieuwe kansen en mogelijkheden. Ook al is het een uitstekende katalysator, toch mag het nooit het centrale uitgangspunt zijn van de samenwerking. Bouwen aan een Brede School is meer dan ervoor zorgen dat de stenen op de juiste plek komen of dat instellingen beter gaan samenwerken. Bij de bouw van een nieuwe Brede School moeten we leren denken vanuit het multifunctioneel gebruik. 14. Zoek dus eerst de juiste mensen bij elkaar, geef de samenwerking inhoudelijk en organisatorisch gestalte en zie een nieuw schoolgebouw als bekroning van dat proces.
8. Betrek leerkrachten bij het bredeschoolverhaal. Alleen dit leidt tot een bredere kijk op leerlingen en tot verbinding tussen binnen- en buitenschools leren. Bron: Steunpunt Diversiteit en Leren, januari 2010 en het GO! (Edwin De Ceukelaire)
11
Het hart van de buurt
De VVSG kan de Brede School als pedagogisch concept alleen maar een goede zaak vinden
12
Samenwerken met de buurt
Een school is geen eiland Heel wat scholen deden het al spontaan, de bredeschoolprojecten gaven nieuwe impulsen en extra mogelijkheden. En het werkt, omdat zowel de scholen als hun omgeving voelen dat ze er wel bij varen. Op zoek naar opportuniteiten in de streek! De VVSG, koepelorganisatie van de Vlaamse gemeentebesturen en OCMW’s, wilde graag weten wie doorgaans het initiatief nam voor een bredeschoolproject en welke formule het beste werkte. Horen de gemeenten de draaiende kracht te zijn? Of de scholen? De twee zijn mogelijk, zo bleek, en ook alle varianten op samenwerking daartussen. 40 % van de brede scholen wordt door het lokale bestuur gecoördineerd, 40 % door de scholen zelf en 20 % door beide. Marleen De Vry is stafmedewerker Flankerend Onderwijsbeleid: “Twee uitersten zijn bijvoorbeeld Gent en Antwerpen. In Gent zijn de projecten zeer wijkgericht en geregisseerd door de stad. Antwerpen laat de scholen zelf coördineren. Voor beide systemen zijn argumenten te vinden.”
Zes wijkgerichte projecten In Gent zijn de projecten ooit gestart vanuit de sector Samenlevingsopbouw om later overgedragen te worden aan de pedagogische dienst van de stad, weet Marleen De Vry. “Eén persoon, Karolien Lecoutere, houdt het geheel in het oog en zes wijkgerichte basisschoolprojecten hebben elk nog eens een verantwoordelijke. De brede scholen kijken rond en betrekken zoveel mogelijk partners: kinderopvang, bibliotheek, jeugdwerking, hulpverlening aan jongeren en ook privépartners zoals theatergezelschap De Vieze Gasten of de Circusschool. Dat netwerk wordt steeds groter. Het bijzondere is: de Stad Gent heeft ook eigen onderwijs, maar richt zich hier toch heel uitdrukkelijk tot scholen van alle netten.”
project, dat was nauwelijks haalbaar. Maar het leverde even goed geëngageerde partners en een schitterende samenwerking op.” In Antwerpen voelden ook de secundaire scholen zich aangesproken. Zij spitsen zich liever toe op specifieke kansen voor hun leerlingen. “Vaak zijn het TSO- en (D)BSO-scholen die leerlingen moeilijker gemotiveerd krijgen om hun uren op school te slijten. Maar als ze nu een echte kinderopvang organiseren, een kapsalon openhouden of bedrijven voorzien van hun dagelijkse lunch, voelen ze dat ze een werkelijke bijdrage leveren in de buurt. Dat heeft een heel positief effect.”
Gelijke Kansen Terwijl ze nog een aantal voorbeelden aanhaalt, heeft Marleen De Vry het opmerkelijk vaak over kansarme buurten. “Dat is geen voorwaarde voor een bredeschoolproject”, geeft ze toe. “Maar het blijft wel zo dat een wijkwerking bijna altijd is opgezet in het kader van heropwaardering. Eigenlijk is de Brede School een pedagogisch concept dat kansen wil bieden aan alle kinderen die in de buurt wonen. De VVSG kan dat alleen maar een goede zaak vinden. Hoe meer mensen met een diploma, hoe minder werkloosheid in de gemeente. En als die gemeente stimulansen kan bieden, dan zie ik niet waarom ze dat niet zou doen. Het gelijkekansenbeleid past perfect binnen het kader van de Brede School.”
Leerlingen motiveren De Stad Antwerpen had tot vorig jaar een fonds voor bredeschoolprojecten. Ze schreef drie jaar op rij een call uit waarop scholen konden reageren en selecteerde er dan tien die konden rekenen op financiële en logistieke steun. Maar de organisatie was aan de scholen zelf. “De samenwerking tussen de verschillende scholen was daardoor wel anders”, merkte Marleen. “Met zes in eenzelfde
Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw (VVSG) Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel tel. 02 211 55 00 e-mail:
[email protected] web: www.vvsg.be
13
het hart van de buurt
Basisschool avec section francophone Die flexibiliteit in taalgebruik is op onze school een absolute must
Ronse – net tegen de Waalse grens – leeft en beweegt, dat voelt al wie er de laatste twintig jaar wel eens is geweest. En de scholen dragen hun steentje daartoe bij. Door een unieke constructie voelen zowel Nederlands- als Franstalige kinderen uit de buurt zich welkom in de basisschool dr. Ovide Decroly Ronse ‘avec section francophone’. Directeur Eddy Desmet legt uit waarom. “De infrastructuur is volledig afhankelijk van het Vlaamse gewest. Maar op het vlak van inspectie wordt de Nederlandstalige afdeling doorgelicht door de inspectie van het Vlaamse Onderwijsdepartement, de Franstalige door die van het Waalse ministerie. Ik ben directeur van alle afdelingen, maar voor de pedagogische kant en de praktische werking hebben we een aparte directeur voor de Franstalige sectie en één voor onze vier Nederlandstalige kleuterscholen. Ik ga één keer per week langs alle klassen, maar als alles goed loopt – en dat doet het – ben ik er eigenlijk niet nodig. De Franstalige afdeling is een volwaardige basisschool, met zo’n 210 leerlingen. We mogen er alleen kinderen inschrijven die in Ronse wonen. Het idee van die afdeling is dat kinderen hun lagereschooltijd vlak bij huis kunnen beleven. Ronse is een stad met taalfaciliteiten, maar in de 14
praktijk wonen er heel veel Franstaligen.” Het systeem bestaat al sinds de taalwetgeving van 1963. De laatste jaren loopt de samenwerking vlotter dan ooit. “Taalperikelen kennen we niet, we passen ons heel snel aan.”
Heel veel kleurtjes “Ook mijn communicatie met de ouders zou bijna onmogelijk zijn als ik niet af en toe switchte naar het Frans. Aan de telefoon vraag ik onmiddellijk in welke taal ik hen verder kan helpen en waar nodig vertalen we de briefwisseling, ook voor ouders van leerlingen die in de Nederlandstalige afdelingen les volgen. De gemeenschapsinspectie heeft daar geen bezwaar tegen, alleen met officiële documenten zoals rapporten of getuigschriften mag het niet. We proberen de ouderbetrokkenheid zo hoog mogelijk te
houden. We nodigen hen uit mee een les te volgen in het eerste leerjaar en regelmatig komt ons overkoepelend oudercomité samen. Ouders uit al onze afdelingen en vestigingen praten daar Nederlands en Frans door mekaar. Die flexibiliteit in taalgebruik is op onze school een absolute must.” “Als je bij ons op de speelplaats kijkt, zie je veel kleurtjes. Het zijn bijna allemaal Belgen, maar dikwijls pas in de tweede of derde generatie. Natuurlijk moet je daarop inspelen. We hebben vier godsdiensten op school: katholiek, protestants, orthodox en islam. En dan is er nog niet-confessionele zedenleer. Ze hebben elk hun klas, elk hun materiaal, maar werken heel fijn samen aan projecten. Op ons breughelfeest verwelkomen we zowel de deken als de imams en de dominee.”
“Jaarlijks verwelkomen we in Ronse ook een heleboel anderstalige nieuwkomers. Dankzij de goede samenwerking met het katholiek onderwijs mogen wij voor hen sinds een paar jaar permanent de OKANklas inrichten. Kinderen die van buiten België komen en geen Nederlands of Frans spreken, leren daar in een sneltempo Nederlands. Twintig uur per week, elke voormiddag. In de namiddag gaan ze naar de gewone klassen.” “Toen ik hier vier jaar geleden directeur werd, ben ik onmiddellijk gaan kijken hoe de verschillende scholen zoveel mogelijk konden gaan samenwerken. De directeurs zien mekaar nu minstens wekelijks, de leerkrachten kennen mekaar, de ouders hebben hun overkoepelend comité en de leerlingen zitten naast mekaar op de schoolbus. Dag en nacht verschil met hoe het was. En dan hebben we ook nog de link gelegd met het katholieke onderwijs. Ik ben best trots op het resultaat.”
BS dr. Ovide Decroly Ronse K. Astridplein 1, 9600 Ronse tel. 055 21 16 15 e-mail:
[email protected] web: www.decrolyschool.be
Gezinnen meer kansen geven op school Met haar vele verschillende nationaliteiten kan je basisschool De Puzzel Mechelen gerust een multiculturele school noemen. Voor deze sfeervolle, familiale en kleine school in de wijk Arsenaal in Mechelen is het belangrijk om met al die verschillende culturen om te gaan en op ieders maat te werken. Een open schoolwerking met lage drempels en een open communicatie staan hierbij centraal. Directeur Els Van Houtven: “Veel van onze ouders spreken geen Nederlands. Toch proberen we de drempel naar de school voor hen zo laag mogelijk te houden. Onze Arabische leerkracht helpt ons hierbij en geeft ook les aan een aantal moedergroepen. Ze legt hen uit wat er allemaal omgaat op school en beantwoordt alle vragen. Onze anderstalige ouders zijn niet bang om naar school te komen en om vragen te stellen. We hebben een goed contact met de ouders. We proberen ook met de wijk een goede verstandhouding te hebben en werken samen met het Wijkhuis. Ook met
de ouderen gaan we samenwerken. We proberen als school een goede plaats in de buurt te krijgen.” In de wijkschool, De Bel Muizen, proberen we bovendien het familiale karakter op school te bewaren. Dit heeft niet enkel te maken met onze beperkte infrastructuur, maar vooral ook met datgene waar wij in geloven: op maat van onze kinderen werken. We houden bewust het aantal leerlingen op school laag – maximum 12 leerlingen per klas – en kiezen voor een kleine en gezellige school waar iedereen elkaar kent. Dat maakt een individuele aanpak realiteit.
Ik denk dat je ons gerust een Brede School kunt noemen. Een Brede School met als grootste doel kansarme gezinnen meer kansen geven.
BS De Puzzel Mechelen Leuvensesteenweg 41, 2800 Mechelen tel. 015 41 54 18 BS De Bel Muizen Peter Benoitstraat 2a , 2812 Muizen tel. 015 42 26 62 e-mail:
[email protected] web: www.depuzzel.be
15
het hart van de buurt
Piazza voor iedereen Iedereen alle kansen geven om te leren wat en hoe hij wil, dat is een van de mooie ambities van het Open Leercentrum bij CVO De Oranjerie Diest. Directeur Lut Lippeveld en projectmedewerker Veerle Bammens vertellen waarom ze dat centrum voor iedereen vrij toegankelijk wensen te houden. “In een open leercentrum (OLC) krijgen verschillende doelgroepen de gelegenheid om zelfstandig en op eigen ritme te leren. In juni 2005 openden wij samen met het Centrum voor Basiseducatie ons OLC Piazza. Die samenwerking is uniek, maar zonder hadden we het nooit willen of kunnen
menten is er permanentie, zoveel mogelijk door competent personeel.” “Met onze eigen cursisten zijn de ervaringen zeer positief. Mensen die anders zeker zouden afhaken, leggen nu bijna vlekkeloos hun traject af om uiteindelijk naar huis
Zoveel mogelijk mensen met een lage scholing in een leertraject brengen, dat was het plan doen. Piazza was een onderdeel van ons dossier voor het project ‘Geletterdheid’. Zoveel mogelijk mensen met een lage scholing in een leertraject brengen, dat was het plan. Omdat we wisten dat we de drempel dan zo laag mogelijk moesten houden, stelden we het OLC meteen open voor alle burgers. Iedereen is er gratis welkom op elk uur van de dag! Er is trajectbegeleiding op afgesproken uren en op alle andere mo16
te gaan met een diploma. Met het aspect ‘buurt’ hebben we nog een hele weg af te leggen. We willen dat ook de gewone Diestenaar of Aarschottenaar het centrum binnenwandelt. We proberen daarvoor samen te werken met omliggende scholen, de VDAB of bibliotheek, we nodigen migranten- of andere verenigingen uit, maar zijn voorlopig nog maar matig enthousiast over wat er uiteindelijk mee gebeurt. Het
blijft belangrijk om ons OLC wereldkundig te maken. We houden onze website up-todate, hebben een aantrekkelijke brochure, versieren hier en daar publicaties, ... Maar mensen zijn het niet gewoon dat ze zomaar ergens kunnen binnen wandelen.” “Sinds augustus 2008 zijn de drie projectjaren met extra medewerkers achter de rug. Het is soms knokken om met de bestaande middelen de Piazza’s draaiende te houden, maar de samenwerking met het Centrum voor Basiseducatie blijft het tot op vandaag mogelijk maken. Ons centrum is er de afgelopen jaren ook zo van doordrongen dat we het echt niet meer kunnen missen. Het is een deel van onze missie geworden.”
CVO De Oranjerie Diest Boudewijnvest 3, 3290 Diest tel. 013 35 09 90 e-mail:
[email protected] web: www.deoranjerie.be piazza.deoranjerie.be
Een netwerk in de wijk Soms zijn wijkbewoners zelf de motor achter een bredeschoolproject. Dat was bijvoorbeeld het geval in Gent, waar wijkbewoners uit Sluizeke-Tolhuis-Ham in een onderzoek de behoefte aan een betere afstemming tussen het onderwijs en de buurt lieten blijken. “Een deel van de mensen ging niet meer naar de scholen in de buurt omdat ze vonden dat het aanbod niet was afgestemd op hun kinderen”, vertelt beleidsmedewerker Frank Vandepitte van Samenlevingsopbouw Gent. “We zijn zo’n tien jaar geleden gaan samen zitten met de verschillende scholen, wijkorganisaties en buurtbewoners. Werken aan het ontkrachten van wederzijdse vooroordelen was een eerste actiepunt. Door elkaar beter te leren kennen, kon er langzaamaan een groot onderling vertrouwen opgebouwd worden. Scholen komen nu naar buiten in één gezamenlijke infofolder over het onderwijs in de wijk. Daarbij weet elke school zich met haar eigen specificiteit en sterkte te profileren.”
Wijkwandelingen Er gebeurde al veel in de wijk Sluizeke-Tolhuis-Ham, maar er waren geen of weinig linken tussen onderwijs en welzijn. Beide werelden waren van elkaar afgescheiden. “We besloten daarom wijkwandelingen aan te bieden: leerkrachten konden de wijk verkennen en raakten vertrouwd met een aantal voorzieningen waar kinderen of hun ouders gebruik van maakten. Maar ook voor
diensten en organisaties kregen de scholen in de wijk een duidelijker gezicht en werden ze makkelijker aanspreekbaar. Vroeger vierden de scholen elk apart carnaval, terwijl er nu een grote stoet door de hele wijk trekt. De wereld van de school en de kinderen komt samen in de buurt. Uiteindelijk brachten we een netwerk van organisaties, bewoners en scholen samen, dat de leef- en leerkansen van kinderen en jongeren uit de wijk uitbreidde. Zo werden korte sportlessenreeksen aangeboden op woensdagnamiddag, werd een kinderfanfare opgestart met leerlingen uit de vier scholen en gingen de deuren open van wijkkinderbibliotheek ‘Baloe’. De Brede School werd een factor van belang in de wijkopbouw van de wijk. Daarbij luisterden we ook naar de ouders, omdat zij als geen ander weten welke tekorten er zijn in het wijkaanbod en welke noden hun kinderen ervaren.”
Over het muurtje kijken De Stad Gent zet sterk in op het concept Brede School. Ondertussen bestaan er vijf brede scholen in evenveel wijken. Samenlevingsopbouw Gent kreeg van de stad onlangs opdracht een nieuwe Brede School
op te richten in de wijk Ledeberg. “We treden hier op als onafhankelijke partner om de betrokken diensten samen te brengen”, legt Frank Vandepitte uit. “We merken dat de verschillende scholen onderling vaak onbekenden zijn voor elkaar en niet vertrouwd zijn om samen te werken. Binnen de samenwerking krijgen ze echter alle ruimte om hun eigen sterke punten naar voren te schuiven, zodat ze ondanks hun aparte insteek een hecht partnerschap kunnen opbouwen.” De samenwerking tussen die scholen en andere organisaties biedt volgens Frank Vandepitte een enorme meerwaarde. Kinderen kunnen genieten van een groter aanbod in de wijk, ongeacht van wie het komt. Ook ouders krijgen meer participatiekansen, los van de oudervereniging van de school. “Cultuur, welzijn en sport komen samen en vinden een aanspreekpunt in de Brede School om activiteiten op te zetten. Er wordt over het muurtje gekeken. Daarbij kan een breed netwerk in wijken of gemeenten een groot en verscheiden aanbod opleveren. Mensen samenbrengen om dingen op touw te zetten is daarbij heel belangrijk, omdat je via cultuur, jeugdzorg, sport en dergelijke veel ingangspoorten hebt om bij mensen interesse los te weken. En zo breng je een breed aanbod naar mensen die anders moeilijk of niet bereikt kunnen worden.” Samenlevingsopbouw Gent bracht een publicatie uit over dit onderwerp. ‘Jouw kind groeit op in de wijk: 9 jaar praktijkervaring binnen de Brede School’, 68 blz., € 8 is te verkrijgen bij Samenlevingsopbouw Gent.
Samenlevingsopbouw Gent Blaisantvest 70, 9000 Gent tel. 09 223 95 15 e-mail:
[email protected] web: www.samenlevingsopbouwgent.be
17
het hart van de buurt
Brussel in UitbrEEding In Brussel is er voorlopig nog maar één brede secundaire school: Kunsthumaniora Brussel. Eigenlijk niks nieuws onder de zon, want de KSO-school zoekt al sinds haar oprichting in 1972 naar interessante partners in de regio. Maar het project bracht toch ook andere inzichten. Directeur Jurgen Wayenberg en coördinator Koen Cuypers waren drijvende krachten. “Een opleiding ‘podiumkunsten’ kan onmogelijk zonder ervaring op een podium. Wij weten al heel lang dat je veel leert door buiten de muren van de klas te gaan. En bovendien heeft een kunstschool ook iets om mee naar buiten te komen. Bij de start van het project gingen we op zoek naar partners in de ruime regio. Leerlingen gingen bijvoorbeeld verhalen vertellen op de kinderkankerafdeling van het AZ Jette. Gaandeweg zagen we dat veel scholen, vooral basisscholen, hun brede projecten koppelden aan de directe omgeving. Dat moest ons ook lukken.” “We stapten mee in verschillende projecten, sommige erg prestigieus, andere heel klein, maar net zo waardevol. Een vertelverhaalproject in een basisschool op dezelfde campus deed ons dichter naar mekaar groeien. We werkten samen met het gemeenschapscentrum Nekkersdal rond veiligheid in de metro, organiseerden concertjes bij de kapper, nodigden de motorclub uit om te figureren in onze dansvoorstelling... Daarnaast hebben we onze school opengezet. Wij hebben een gigantische campus, die mocht deel worden van de gemeenschap die ons omringt. Brosella Folk & Jazz heeft sinds kort zijn bureau in onze gebouwen en het Orkest der Lage Landen komt hier repeteren. Onlangs zongen 120 van onze leerlingen een concert in Oostende met dat professionele orkest. Een onwaarschijnlijke ervaring. We hebben onnoemelijk veel georganiseerd en de partnerlijst is ontzettend lang geworden.” 18
Een Brede School is de beste voorbereiding op het echte leven “Ondertussen is het project afgelopen. Dat betekent: de subsidies zijn gestopt. En je hebt voor zulke dingen centen nodig. Wij hopen dat we die blijven vinden, dat de minister de waarde ervan inziet, want we schrijven hier een erg mooi verhaal. Wij komen los van ons eiland. Het is niet meer achter de schoolbank kruipen, je hoofd volgepropt krijgen en de volgende dag een toets. Wij hebben het beste onderwijs van Europa, maar onze kinderen zijn doodongelukkig. Een Brede School kan daar iets aan doen. Het is de beste voorbereiding op het echte leven.” Kunsthumaniora Brussel Chrysantenstraat 26, 1020 Brussel tel. 02 474 06 05 (secretariaat) e-mail:
[email protected] web: www.kunsthumaniorabrussel.be
DOSSIER: scholenbouw
Dossier:
Scholenbouw De concepten Brede School en Duurzaam scholen bouwen gaan hand in hand. Duurzaam bouwen is een voortdurende evenwichtsoefening in het zoeken naar meerwaarde voor de school. Hoe kan een gebouw aangepast worden aan de behoeften van de huidige en toekomstige gebruikers? Daarom willen we van nieuwe schoolgebouwen meer maken dan een beschermende doos waar toevallig leerlingen verblijven. Ons dossier Scholenbouw toont je niet alleen enkele recente realisaties, maar geeft ook een aantal bruikbare tips.
De directeur over BS de Polyglot .....................................................................p.20 2 leerlingen leiden ons rond op het KT@ Dendermonde ......................p.22 De architect over oostende ter zee ................................................................p.24 Een checklist van ontwerp tot oplevering .................................................p.26 tips en weetjes ...........................................................................................................p.28 19
DOSSIER: scholenbouw
De directeur over Basisschool De Polyglot Spiere-Helkijn Hij was er niet bij om mee de plannen vorm te geven en de werken op te volgen. Ludwig Van Tendeloo werd directeur in september 2006, vier dagen na zijn aanstelling mocht hij het nieuwe gebouw plechtig openen. “Spiere-Helkijn is een gemeente met 2000 inwoners pal op de taalgrens. 62 % van de kinderen heeft een Franstalige achtergrond, wij leren hen de beide culturen kennen. Op dit moment lopen hier 489 leerlingen school. Dat zijn er veel, maar onze nieuwe school straalt zoveel rust uit dat het echt niet opvalt.” In de jaren ’90 besliste het gemeentebestuur om een nieuw centrum in te richten halfweg tussen de twee dorpskernen van Spiere en Helkijn. Midden in het groen kwam een gemeentehuis, een postkantoor, een politiebureau, een sporthal met sportvelden, een crèche en... een school. De eerste nieuwbouw werd in 1999 in ge20
bruik genomen, maar de school groeide de gemeente boven het hoofd en een jaar later nam het toenmalige Gemeenschapsonderwijs al over. Daarbij werd meteen de afspraak gemaakt dat er nog een nieuw
heel functioneel ontworpen, ziet er sober en strak uit. Kleuterklasjes hebben elk een aanpalend tuintje en vanuit elke klas van de lagere afdeling heb je een schitterend zicht over de weidse natuur. De lokalen zijn
De school straalt zoveel rust uit dat het niet opvalt met hoeveel we zijn deel bij zou komen. “Onze kleuters zitten nu in het gebouw van 1999 – als ze niet in de vestiging in Helkijn zitten – de lagere school verhuisde in september 2006. Het is een prachtige school geworden. Ze is
ruim en modern. We hebben twee grote speelplaatsen en een grasdomein met houten speeltuigen en een avonturenpad. Alleen de overdekte speelruimte valt helaas wat klein uit.”
Waar ligt Spiere-helkijn? Helkijn Spiere
“We onderhouden nog steeds de beste banden met de gemeente. Er is voortdurend overleg, tijdens de schooluren staat de gemeentelijke sporthal te onzer beschikking en als er in het dorp iets georganiseerd wordt, dan kan dat hier. Ik denk aan activiteiten in samenwerking met de cultuur- of sportraad, aan speelpleinwerking in de zomer, aan verenigingen of particulieren die ergens een locatie voor zoeken, ... Voor een stuk is dat uit noodzaak: we kunnen niet zonder mekaar. Het dorpscentrum fungeert als één campus.” “Ondertussen zijn we alweer uit onze voegen aan het barsten. We hebben containerklassen ingericht en huren lokalen in de gemeentelijke sporthal. Maar een verdere uitbreiding is dringend nodig. Vanuit de scholengroep is daarvoor dit jaar prioritair een aanvraag ingediend. We zijn een school in volle beweging en daar zijn we allemaal heel fier op!”
Basisschool De Polyglot Spiere-Helkijn Oudenaardseweg 75, 8587 Spiere-Helkijn tel. 056 45 53 53 e-mail:
[email protected] web: www.bsdepolyglot.be
21
DOSSIER: scholenbouw
Twee leerlingen leiden rond op KT@ Dendermonde Gwendoline Gutierrez-Arroyo (Kantoor) en Chloë De Block (Sociaal-technische wetenschappen) wandelen ongestoord alle klassen binnen. Les of geen les. Even aankloppen, “Excuseer meneer, het is voor een rondleiding”. Ze nemen hun opdracht ernstig: ons het nieuwe gebouw laten zien. Het KT@ van Dendermonde is een TSO/BSOschool met 450 leerlingen in de tweede en derde graad. De afgelopen vijftig jaar borrelden er regelmatig plannen op rond nieuwe gebouwen, maar die werden even vaak weer
deur zit de lift – “voor als je met een tv moet sleuren of problemen hebt met je benen” – achter de andere toiletten voor leerkrachten. “Zij hebben dat op elke verdieping, telkens twee, met een lavabo. Kijk maar.”
In dit vierkant kom je altijd uit waar je moet zijn opgeborgen. Tot drie jaar geleden. Toen kon een deel van de leerlingen verhuizen naar een eerste nieuwbouw. Vorig jaar trok Middenschool Zwijveke in de linkervleugel van hetzelfde moderne gebouw in. De twee delen zijn mekaars spiegelbeeld. Wij gaan samen met Gwendoline en Chloë op ontdekkingstocht in de rechterhelft, te beginnen met twee deurtjes achter het onthaal op de gelijkvloerse verdieping. Achter de ene 22
Rond de vijver De dames zetten er stevig de pas in. Nog zoveel te zien! Chloë krijgt vijf uur kookles per week, zij is gids in de keukens. “Waar we les hebben, hangt af van de grootte van onze groep. In de kleine keuken zitten de afwasbakken allemaal tegen de zijmuur, bij de grote keuken zitten ze in de blokken verwerkt. We hebben telkens twee fornuizen, één op gas en één op elektriciteit. Jassen
mogen hier niet binnen en boekentassen stoppen we onmiddellijk in de kast. Hygiëne is hier heel belangrijk.” Tegenover de keukens ligt een refter die ook dienst doet als studiezaal. Hij is opvallend klein. “Onze pauzes zijn gesplitst”, legt Chloë uit. “Er is ook nog een warme refter en de meeste gaan buiten eten, als dat mag van de ouders. Ik eet meestal hier na de kookles. De ruimte valt best mee. Het blijft natuurlijk een refter, maar we hebben plaats genoeg en mogen vrij kiezen waar we gaan zitten. Het mooie aan de school vind ik dat er overal veel licht is.” De refter heeft inderdaad grote ramen die uitgeven op een gezellige binnentuin met vijver. Op zwoele zomerdagen de schuifdeuren wagenwijd open trekken en lunchen aan de rand van het water... “Nee, de vijver is afgesloten”, doorprikt Gwendoline de ballon. “Hij is wel tof, maar alleen om naar te kijken.”
Flexibele muren We wandelen verder, met rechts nog meer grote ramen die een blik op de vijver gunnen, links de lokalen. Chloë en Gwendoline ontdekken een vergaderruimte en daarnaast twee klassen waar dezelfde werkblokken staan als in de keukens, maar zonder fornuis. In één ervan krijgt Gwendoline plastische opvoeding “Eigenlijk is dit een dubbele klas, de meeste zijn met een flexibele muur in twee gesplitst.” Het mag in principe niet, maar we nemen de brandtrap omhoog en daar vinden we zo’n klas in kleiner formaat. Ook deze verdieping is ingericht rond de centrale patio. Chloë kijkt rond. “Sommige lokalen zijn redelijk kaal, bij andere hangen de muren vol: over Frankrijk, over geschiedenis, ... Meestal staat er een computer met een smartboard. En in elke klas hangt een klein bakje. De leerkracht scant eerst dat bakje en dan onze badges.” Een technologisch snufje dat leerkrachten toch ook weer niet vlekkeloos vertrouwen. Spijbelaars bleken iets te inventief met het systeem en dus houden ze in Dendermonde ook nog steeds een papieren register bij.
1.
2.
Doorkijkschool Verderop de gang is al één klas ingericht voor de afdeling Haartooi. Zij zitten nu nog meestal in het oude gebouw. Stukje bij beetje zullen alle studierichtingen verhuizen, maar daarvoor moet er nog wat meer gebouwd en aangelegd worden. Om het hoekje heeft de directeur zijn bureau en weer een bocht verder zitten de IT-specialisten. In de vierde gang volgt een rij computerklassen. “Zo hebben we er redelijk veel. Sommige met oudere computers, andere met flatscreens.” Een verdieping hoger zijn er labo’s en nog meer klassen. Of de dames het een praktisch gebouw vinden? “Toch wel. Ik zit hier nog niet zo lang en door die ramen zie je heel snel waar je moet zijn. Je komt in dit vierkant altijd op de juiste plaats uit”, vindt Chloë. Als de dames één ding mochten veranderen, dan was het de spierwitte kleur. Aan het leerlingensecretariaat is er een grasgroene en een knalrode muur, zoiets ziet Gwendoline zitten voor het hele gebouw. “Dat maagdelijk wit is voor sommige leerlingen erg verleidelijk om met hun vulpen tegen te spatten. Hier en daar hangt in de gang een groot kleurrijk kunstwerk, dat komt wel mooi uit.” KTA Dendermonde Begijnhoflaan 1, 9200 Dendermonde tel. 052 25 88 10 e-mail:
[email protected] web: website.ktad.be
3. 1. Een groot kleurrijk kunstwerk fleurt de gang op 2. Onze gidsen Gwendoline en Chloë 3. De refter heeft grote ramen die uitgeven op een gezellige binnentuin met vijver
23
DOSSIER: scholenbouw
De architect o Oostende Ter Dankzij de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur kon de Vlaamse Bouwmeester de afgelopen jaren heel wat scholen in zijn Open Oproep opnemen. Het architectenbureau Iams Van Mieghem ging de uitdaging aan en won de wedstrijd voor Ter Zee, een school voor individueel begeleid en aangepast buitengewoon secundair beroepsonderwijs.
Voor ons is intens overleg met de eindgebruiker essentieel “De school lag op één site met een lagere school en de opbouw bestond uit verschillende gebouwen. Het oudste deel, een rasecht schoolgebouw, was in de loop der tijd aangevuld met paviljoenen die voor een deel ook weer afgebroken zijn en vervangen door een nieuwbouw voor de studierichtingen in de harde sector. Nu was er iets nieuws nodig voor de zachte sector: haartooi, verzorgingvoeding, winkelhulp. Op het eisenlijstje stonden onder meer een koude, een warme en een didactische keuken. De refter, de overdekte speelplaats en het sanitair blok wilden ze ook openstellen voor de lagere school en bij gelegenheid voor de buurt.” “De grootste uitdaging voor ons zat in het gebrek aan een concept op de hele site. Hoe zetten we deze school het efficiëntst in? Er waren wel gebouwen bij gekomen, maar het terrein kreeg geen surplus. De samenhang die een campus typeert, was zoek.” “We ontwierpen één gebouw, één dak, met daaronder verschillende kleinere volumes. Atypisch is dat er geen echte gang is. We 24
hebben bijvoorbeeld een cluster met heel flexibel in te richten klaslokalen samengebracht rond een strook. Een straat met voordeurtjes naar de klassen, zoiets. Tussen de verschillende, sterk gesloten volumes zijn zones opengewerkt die glazen zijgevels kregen. Daardoor lijkt het gebouw geperforeerd. Het grondplan van het volledige gebouw is 20 op 100 meter. Achter de klassen ligt een speelplaats onder dak van 20 op 20 meter, dan opnieuw een gesloten blok sanitair en daarna een grote refter met volledig transparante zijgevels, opnieuw 20 op 20. Op het einde zitten de drie keukens en sanitaire voorzieningen.” “Wij hebben heel intens met de eindgebruiker overlegd. Dat was blijkbaar niet gangbaar, maar voor ons essentieel. In elk ontwerp blijft het een strijd om zoveel mogelijk te realiseren. De architect heeft zijn standpunten, de bouwheer vaak andere. We zijn in het hele traject begeleid door een ver-
vangende bouwheer, een architect van het GO!. En dat heeft zijn vruchten zeker en vast afgeworpen.” “Ter Zee was voor ons de start op het vlak van scholenbouw. Ondertussen hebben we nog een paar projecten in portefeuille en we werden ook uitgenodigd om het masterplan te maken voor de volledige site in Oostende. Want zowel het GO! als het stadsbestuur koesteren nog grootse plannen met dat terrein.”
Oostende Ter Zee M. Sabbestraat 2, 8400 Oostende tel. 059 70 34 68 e-mail:
[email protected] web: www.terzee.be
over Zee
25
DOSSIER: scholenbouw
Leidraad
Duurzaam is Raadzaam
Een checklist van ontwerp tot oplevering Als binnenkort een bouwteam rond de tafel gaat zitten om een schoolgebouw te tekenen, heeft het alvast één stevige houvast in handen. De leidraad ‘Duurzaam is Raadzaam’ overloopt zowat alle aspecten die bij een nieuwbouw komen kijken én meet op verschillende momenten hoe duurzaam de plannen zijn. Er bestond een leidraad voor schoolontwerpen, maar die was in de jaren ’70 samengesteld en anno 2010 aardig gedateerd. Edwin De Ceukelaire is PPS-manager bij het GO! (sector PPS-DBFM*), hij vond het hoog tijd voor iets nieuws. “Als je kijkt naar prentjes van secundaire klassen van 100 jaar
biedt een overzicht. Er staan heel evidente punten tussen, maar ook theorieën over duurzaamheid en ecologie.” Dat laatste is de verdienste van EVR-architecten. Zaakvoerder Luc Eeckhout: “Wij zijn al heel lang met duurzaamheid bezig. We merkten dat je duurzaamheid niet langer kunt
We beginnen met de keuze van de plaats waar de school gebouwd wordt geleden, dan zie je nauwelijks een verschil met vandaag. Nochtans is de visie op pedagogie wel drastisch veranderd. We hebben een extern bureau, EVR-architecten, aangesteld om een nieuwe handleiding te schrijven. Momenteel zit de leidraad Duurzaam is Raadzaam in de eindfase, de beleidsteksten zijn klaar, het meetinstrument zo goed als. We kunnen hem nu gaan uittesten op nieuwe DBFM-projecten uit de inhaalbeweging van de Vlaamse overheid.”
Cru gesteld De grote bedoeling was een checklist te maken die bij elk nieuwbouwproject dienst kon doen. Waar moet ik aan denken? Wat is belangrijk bij het ontwerpen van een school? “Nu wordt vaak eerst ontworpen en dan denken ze nadien pas: ‘Oh ja, we hebben ook nog fietsenstallingen nodig. En waterrecuperatie en zonnepanelen zijn ook interessant, misschien kan dat er nog bij?’”, weet Edwin. “De leidraad 26
formuleren als een toegevoegde waarde, maar dat je het als uitgangspunt moet nemen. En in feite is duurzaamheid ook kwaliteit. Ik zie weinig of geen nadelen.” De architect maakt een eenvoudige breuk. Hij deelt de beschikbare oppervlakte van de aarde door het aantal personen die erop wonen. “Dat aantal personen is onwaarschijnlijk aan het stijgen terwijl het aantal beschikbare vierkante meters onwaarschijnlijk daalt. Dat betekent dat we afstevenen op een gigantisch probleem. Voedsel, grondstoffen, energie... En dan heb ik het nog niet over het hele klimaatverhaal. Ik blijf het raar vinden dat we daar zo abstract mee omgaan.” Hij ontleedde samen met zijn team heel concreet, laag per laag, waar scholen dan op moesten letten. Het werden de hoofdstukken in de leidraad: inplanting, mobiliteit, energie, water, bouwproces, materiaal, veiligheid en comfort. “We beginnen met de keuze van de plaats waar de school gebouwd
wordt. Met die primaire conditie loopt het al veel te vaak mis. We schrijven het cru, maar uiteindelijk wordt iedereen er alleen maar gelukkiger van.”
Samen rond de tafel De leidraad is niet zomaar een suggestie, hij bevat ook de minimumeisen die het GO! aan nieuwe gebouwen zal stellen. Zowel architecten als de scholen zelf horen hem doorheen het hele bouwproces geregeld ter hand te nemen. De inhoud komt zowel de architecten als de scholen van pas. “Het moest een leesbaar model zijn”, vertelt Luc. “Ook mensen die verantwoordelijk zijn voor de scholen moesten eraan uit kunnen, wellicht hier en daar met een beetje hulp. Het is de bedoeling dat de leidraad op een bepaald moment het hele team rond de tafel brengt: architect, ingenieur techniek, ingenieur stabiliteit, directeur, gebouwmanagement, ... Het dwingt mensen om weer samen te zitten voor een plan dat nog moet worden. Samen vullen ze de vragen uit de leidraad in. Je kunt het zien als een procesmanagementsysteem. In ons bureau werken we ook op die manier en met heel mooie resultaten. Wat we schrijven houdt dus wel degelijk steek.”
7 op 10 Aan elk antwoord is een quotering gekoppeld. De bedoeling is dat de projectbegeleider een eerste keer met de school(directeur) de vragen overloopt, nog voor de oproep in aanbesteding gaat. Zo zie je meteen hoe ambitieus je plannen zijn. Na het voorontwerp van de architec-
*PPS staat voor publiek-private samenwerking en DBFM voor Design Build Finance Maintain (ontwerp, bouw, financiering en onderhoud)
Edwin De Ceukelaire, PPS-manager GO!
ten vindt er een nieuwe meting plaats en nog een laatste keer als de plannen definitief klaar zijn. Edwin: “Drie keer omdat we vaststellen dat scholen vaak heel veel willen dat duurzaam en energievriendelijk is... tot ze in een wedstrijd vijf ontwerpen zien en zonder nadenken voor het mooiste kiezen. Dat kan nu niet meer. We doen een objectieve meting van alle ontwerpen. De minimum totaalscore is 7 op 10, op elk van de onderdelen moet het gebouw minstens de helft halen.” De quotering kan soms best confronterend zijn. Terwijl de leidraad dingen aankaart waar je anders niet meer bij stilstaat, houdt hij tegelijk ook een spiegel voor.
De ideale school 10 op 10 is voor de ideale school, maar die zou op dit moment nog extreem duur zijn. “Wij wilden een horizon benoemen. Kijken waar we nu staan en de afstand meten tot waar we op afstevenen. Die horizon ligt nu nog zo ver van ons dat we verwachten dat we intussen nog beter kunnen doen. Onze minimumgrens ligt nu op 7 op 10, maar straks is een 8 of een 9 misschien geen uitzondering meer. Een 10 is in heel het concept voorlopig een theoretisch model en in de huidige kosten-batenstructuur moeilijk haalbaar, maar niets is uit te sluiten”, vindt Luc. Op het luik energie zullen scholen in passiefbouw heel goed scoren en nulenergiegebouwen nog beter. “Maar voor scholen is dat laatste financieel onverantwoord”, weet Edwin. “Scholen worden relatief weinig gebruikt. Ze zijn gemiddeld 200 dagen per jaar open. Dan kun je de
kostprijs om super te gaan isoleren niet verantwoorden.” Naarmate de gebouwen via het bredeschoolconcept meer gebruikt gaan worden door externen, verandert dat verhaal.
Luc Eeckhout, EVR-architecten
Pure middelen Knowhow in elke fase Het is niet zo dat het GO! helemaal vanaf nul moest beginnen. Ze konden steunen op enkele Europese projecten en op de leidraad die de Vlaamse overheid ontwikkelde voor haar kantoorgebouwen. Veel meer was er niet voorhanden, op die ene publicatie uit de jaren ’70, twee boeken van de Vlaamse Bouwmeester en één van de Katholieke Hogeschool Mechelen na. En uiteraard was er de expertise van het architectenbureau. “Er is wel een groot verschil tussen wat wij geformuleerd hebben en wat internationaal op de plank ligt. Tot nu toe werd er iets gebouwd en kwam dat nadien op de weegschaal te liggen. Uit een mysterieuze berekening volgde een score. De formules zagen er zo geheimzinnig uit dat ontwerpers ze snel wegschoven en hoopten er nooit iets mee te maken te hebben. Denk maar aan het E-peil: dat ondersteunt de ontwerper op geen enkele manier en het is zelfs zo abstract dat het niks meer met energieverbruik te maken heeft. Maar vooral: dat cijfer komt te laat. Alles is dan al gebeurd. Het leek ons beter om van bij de oorsprong te evalueren en ontwerpers stelselmatig duidelijk te maken waar ze op moeten letten.”
“Aan de basis is het allemaal zo ingewikkeld niet”, vindt Luc. “Na wat je soms allemaal leest, zou je haast gaan geloven dat iemand wel iets zal uitvinden dat het allemaal oplost. Dat bestaat niet. Het is altijd hetzelfde verhaal, maar op een ander niveau: we verkwisten zeer pure middelen en daar moeten we mee stoppen. De leidraad maakt een en ander zichtbaar. Het is niet normaal dat al die kinderen aan school worden afgeleverd. Waarom mogen ze dat niet zelf?” De leidraad zal nooit ‘af’ zijn, weet Edwin: “Hij kan groeien, mag aanleiding geven tot discussies en leerkrachten kunnen de hele school zelfs zien als didactisch materiaal. Als je slim bent, kun je er veel mee doen.” De leidraad is beschikbaar. Wie meer informatie wil, kan zich wenden tot: Edwin De Ceukelaire PPS-manager GO! Emile Jacqmainlaan 20 - 1000 Brussel tel. 02 790 93 73 Fax 02 790 95 20 e-mail:
[email protected] web: www.g-o.be/pps
27
DOSSIER: scholenbouw
TIPS UIT DE LEIDRAAD ✻ Buitenverlichting: met lichtbollen verlicht je meer de hemel dan de speelplaats. Dat is verloren energie. Zorg dat buitenlicht naar beneden schijnt. ✻ We vergeten soms dat een school niet altijd extra licht nodig heeft. De juiste oriëntatie in combinatie met de juiste plafonds zijn een veel duurzamere oplossing dan de juiste spaarlamp. ✻ Kies liever voor mooie inheemse planten dan voor een fraaie struik die helemaal uit Japan komt.
WAT LEERKRACHTEN EN LEERLINGEN KUNNEN DOEN Als er een nieuw ontwerp komt, blijft de input van de scholen voorlopig onverwachts laag. “Scholen zijn vergeten te dromen van wat ideaal is”, noemt PPSmanager Edwin De Ceukelaire het. “De fundamentele behoeften zijn zo groot dat ze niet meer dromen over hoe een goede school eruit kan zien. Als er nu een nieuwe werkplaats houtbewerking nodig is, denken ze aan hoe ze op dit moment werken en wordt de nieuwbouw een bijna exacte kopie.” Edwin wil een dynamiek aanzwengelen. De pedagogische invalshoeken blijven veranderen, dus moet iemand uit het veld ook meedenken over gebouwen die daarbij passen. Een open leercentrum waar leerlingen 24 uur op 24 terechtkunnen, daar moet je op voorzien zijn.”
Nu komt de inbreng meer van architecten dan van leerkrachten, Edwin ziet dat liever omgekeerd. “Er zijn verschillende manieren om daarop in te spelen. Directeurs kunnen hun leerkrachten nauw betrekken. Er zijn er die een werkgroep oprichten: hoe zie jij je ideale klas? Leerkrachten kunnen op hun beurt hetzelfde doen met de leerlingen. Dat werkt, er bestaan heel mooie voorbeelden van. Leerlingen kunnen vaak verrassend goed aanbrengen hoe ze een klas zien, hoe ze binnenkomen, waar ze een plaats zoeken en hoe ze het makkelijkst weer weggaan.” Eén waarschuwing daarbij: creëer geen te hoge verwachtingen, want de middelen zijn niet onbeperkt. Maar dromen mag natuurlijk wel. Het moet zelfs.
✻ Plaats stopcontacten op een meter hoogte in plaats van onderaan. Vermijd ook dat ze bijvoorbeeld achter een kast komen te zitten. ✻ We moeten leren compact bouwen. Hoe charmant laagbouw en vrijstaande paviljoenen ook kunnen zijn. Door compact te bouwen, maak je plaats voor open en groene ruimten. ✻ Voozie een groene educatieve speelruimte (moestuin, vijvertje, boomgaard, ...) waar kinderen op een actieve manier inzicht krijgen in de natuurlijke processen. ✻ Plaats een regenwaterput en sluit zoveel mogelijk toestellen daarop aan (toiletten, dienstkraantjes, ...). Zo wordt er veel minder drinkwater verbruikt. ✻ Leg niet overal betonklinkers of asfalt; breng een waterdoorlatende verharding op de speelplek aan (bv. grasdallen), zodat het regenwater niet naar de riolering wordt afgevoerd. ✻ Gebruik daglichtsensoren; zo beperk je het gebruik van kunstverlichting. ✻ Laat waterzuinige toiletten installeren; je zal er heel wat water mee besparen.
28
INPLANTING & MOBILITEIT Veel scholen worden als vanzelfsprekend in het midden van een domein ingeplant. Sommige pretenderen daarbij erg milieuvriendelijk en ecologisch te zijn. Maar wat blijft daarvan over als ze midden in de bossen liggen en kinderen er alleen maar raken als iemand ze met de auto brengt? Architect Luc Eeckhout weet dat het ook anders kan: “We moeten schoolgaan koppelen aan de manier waarop kinderen en jongeren zich het vlotst voortbewegen. Dat is met de fiets, te voet, ... Niet met de auto, want daar rijden ze niet mee. Het is een raar fe-
nomeen dat een gigantisch percentage kinderen met de auto naar school moet. Mensen van mijn generatie moeten al heel diep nadenken om zich een dag in hun leven te herinneren waarop ze zijn afgezet aan de schoolpoort. Twintig jaar geleden was daar dan de achterbankgeneratie, vandaag bestaat die meer dan ooit. In de duurzaamheidsleidraad zit de vraag: hoe komen de leerlingen naar school? Als het op een veilige en goede manier kan, dan wint iedereen er alleen maar bij dat kinderen met de fiets naar school gaan.”
KLEUR BEKENNEN Voorlopig gaat het bij kleurgebruik vooral om herkenbaarheid. Een school wordt leesbaar door kleuraccenten: de klassen, het secretariaat, het sanitair. Of op elke verdieping krijgen de deuren een andere tint waardoor leerlingen onmiddellijk weten waar ze zijn. Bijvoorbeeld. Maar er is nog verdacht weinig psychologisch onderzoek gedaan naar de impact van kleuren. PPS-manager Edwin De Ceukelaire vindt dat eigenaardig. “Voor ik twee jaar geleden bij
ZO WEINIG MOGELIJK MAATWERK Hoe speel je in op een onderwijslandschap dat op elk moment kan veranderen? “Ze horen het niet altijd graag in scholen, maar door zo weinig mogelijk aan maatwerk te doen”, antwoordt Edwin. “Een school moet een flexibel programma mogelijk maken. “Fuck the program”, was de boutade van de eerste bouwmeester. En voor een stuk is dat ook zo. Het is niet omdat je nu nood hebt aan kleine klasjes dat dat over 50 jaar nog zo is. Je bouwt het best grote, flexibele ruimtes met wanden die je op termijn kunt verplaatsen. En maak de plafonds ook zo hoog mogelijk, want je hebt lucht nodig.” Modieus of trendy hoeft het ontwerp niet te zijn. “Je bouwt geen gemeentehuis of cultureel centrum. Scholen moeten geen spektakelgebouwen worden. Functionaliteit komt eerst. Je wil een plek waar iedereen zich goed voelt en die duidelijk leesbaar is. Met een sobere vormgeving kun je ook een fantastisch mooi concept realiseren.”
LICHTINVAL “Dan kom ik in een kersverse nieuwe school en zitten al die rechtshandige kindjes daar in hun eigen schaduw te schrijven. De ramen zijn verkeerd georiënteerd, ze hebben niet nagedacht over daglicht!”, zucht Luc Eeckhout van EVR-architecten. De ramen zitten het best aan de linkerkant van het schoolbord en zijn gericht op het noorden of het zuiden. Oost en west zijn niet ideaal omdat daar de zon altijd laag zit en je dan zonwering nodig hebt. In de kleuterklassen geven ramen tot op de grond een fijn effect. Dan kunnen de kinderen zonder drempel naar buiten.”
het GO! terechtkwam, heb ik voor de Vlaamse Bouwmeester aan veel rust- en verzorgingstehuizen gewerkt. Daar zijn ze volop aan het experimenteren. Ze weten dat bepaalde kleuren of combinaties problemen oproepen bij bijvoorbeeld dementerenden. En dat hoeft niet altijd rood te zijn! In het onderwijs bestaan dergelijke experimenten niet of zeer beperkt. Enkel in het buitengewoon onderwijs worden schuchtere stappen gedaan. Nochtans spelen kleuren zeker een rol in de
manier waarop kinderen in lagere en secundaire scholen leren, maar vooral in het buitengewoon onderwijs. Ik merk het ook tijdens gesprekken. In een pas geopende school in Heverlee klinkt de directeur enthousiast over de kalmte die er heerst, het gebouw is aangenaam en dwingt respect af.”
In de leidraad staat een aanzet over kleur, verdere experimenten volgen ongetwijfeld de komende jaren.
CENTENKWESTIE Misschien een heikele kwestie, maar het maakt het ook best spannend en extra uitdagend: er gelden heel strenge normen voor schoolgebouwen. ✻ De financiële norm: die bepaalt hoeveel een school mag kosten per vierkante meter. Dat schommelt voortdurend, maar is ongeveer € 1.230/m2. Ga je in overdrive, dan moet je je verantwoorden voor een commissie van deskundigen. ✻ De fysische norm: op basis van het aantal leerlingen en de studierichtingen wordt bepaald hoe groot een school maximaal mag zijn. ✻ De wetgevingen: er bestaan een massa wetten en regels waar aan schoolgebouwen moeten voldoen. Ze maken het vooral moeilijk om met oude gebouwen om te gaan, en zo heeft het GO! er wel een reeks. “We hebben onder meer veel kastelen. In Overijse staat aan de prachtige inkompartij een heel brede buitentrap. De brandveiligheid vraagt dat er midden in die trap een leuning komt omdat de breedte nooit meer dan 1,20m mag zijn. Van Monumenten en Landschappen mogen we die trap niet aanraken. De moraal van het verhaal: heel veel oude gebouwen staan te vervallen omdat er lange discussies gevoerd worden over wat mag of kan en wat niet”, vertelt PPS-manager Edwin De Ceukelaire. Je kunt helaas onmogelijk zelf becijferen waar je recht op hebt. “Je hebt recht op wat je goedgekeurd krijgt”, weet Edwin. “En weinig scholen krijgen het maximum, niet financieel en ook niet in oppervlakte. Het GO! krijgt elk jaar een dotatie en daar moeten we het dan mee doen. We willen een balans met zoveel mogelijk projecten die we tot een goed einde brengen. Als je overal naar het maximum gaat, moet je wellicht een hoop scholen teleurstellen.” Het is een van de kerntaken van de PPS-manager om daarbij externe geldschieters te zoeken. “Dat is niet evident, maar het lukt wel. In Bredene bijvoorbeeld zal een school grotendeels betaald worden door privé-investeerders. Op het terrein komen ook woningen. Zo gek is dat idee niet: we trekken er een jong publiek mee aan dat op zoek is naar een betaalbaar huis. Een school kan lawaaierig zijn, maar alleen tijdens de uren waarop de meeste mensen aan het werk zijn. Dat is wel anders als je naast een station woont. En de locaties zijn vaak prachtig, met uitzichten die weinig jonge gezinnen normaal kunnen betalen.”
29
gelijke kansen voor iedereen
It takes a whole village to raise a child
Maar ouders kunnen ook wonderen doen Hoe een negatieve spiraal van wederzijdse beïnvloeding tussen school en wijk omgebogen werd tot een positieve, bewijst de aanpak van de multiculturele Europaschool Genk. Ouderwerking speelde daarbij een cruciale rol. Het Genkse Kolderbos had een modelwijk moeten worden. Dat was toch het plan, in de periode dat er van mijnsluitingen nog geen sprake was en waarin economische voorspoed ook stadplanologen in de greep kreeg. Maar het pakte anders uit. De sluiting van de mijnen in 1989 veroorzaakte veel sociale problemen in de wijk. Veel werkloosheid, een groot verloop van bewoners, een opvallend lage scholingsgraad en veel problemen met ‘hangjongeren’ en vandalisme. Ook tussen de oudere en jongere bewoners van Kolderbos boterde het niet. De problemen op school rond verdraagzaamheid, geweld en pesten bleken grotendeels te maken te hebben met het gebrek aan sociale cohesie in de wijk. In deze malaise ging de school ook mee ten onder: maar liefst 8 directeurs passeerden op 3 jaar tijd de revue.
Kansrijke buurt Directeur Tony Schildermans vindt ‘Brede School’ geen ideale term. “Ik spreek liever over ‘Kansrijke buurt’. We geven kinderen de kans om een toekomst op te bouwen via de school. De Europaschool is de draaischijf van de wijk geworden die bovendien kinderen en ouders overtuigt van hun rijkdom aan kansen. En voor alle activiteiten is er een wisselwerking tussen school en externe omgeving. Want kinderen opvoeden doe je niet alleen. Ouders, school, jeugdvereniging, sportvereniging, wijkorganisaties,... helpen mee. De school wil een plaats zijn waar al deze organisaties elkaar kunnen ontmoeten en samenwerken: een Brede School of, naar analogie van een Afrikaans spreekwoord: ‘It takes a whole village to raise a child’.”
De praktijk “De taalondersteuning vanaf het kleuteronderwijs was een belangrijke eerste stap in het proces. Kinderen leerden zich daardoor beter te uiten en beter samen te werken. Het gevolg was meer zelfvertrouwen bij 30
zowel kinderen als ouders en leerkrachten. Er is ook speciale zorg voor kinderen en ouders in gezinnen met een grote spanning. In de snoezelruimte komen die kinderen tot rust door muziek, sfeer, belichting, materialen en trillingen. Het is ideaal voor kinderen met angsten, een laag zelfvertrouwen en agressie. Vaak kunnen ze daardoor de thuissituatie vergeten. Een ander project is ‘Van Speel-wij tot School-wij’. Ouders leren hier spelen op een speelterrein met de kinderen onder begeleiding van een psychologe. Spelen leidt tot een beter algemeen gevoel, zelfbeeld en betere schoolresultaten. Er is ook een opvoedingsproject voor moeders met kleine baby’s en met kleuters. Ook naschools kan dit deel van de school worden gebruikt door gezinnen.” “Een ander voorbeeld van een positieve impact van schoolse activiteiten op het thuismilieu is ‘Circus Kiekeboe’. Het taalproject richt zich op kinderen van 2 tot 6 jaar waarbij het voorlezen van een vertelboekje centraal staat. De bijpassende meertalige dvd met de versie in de allochtone taal en met doe-suggesties is bestemd voor de ouders die hun kinderen dan thuis in het Nederlands ondersteunen. We bereiken hiermee maar liefst 85 % van de ouders. Daarnaast organiseren we eenmaal per week een koffieochtend waarbij een kleuterlerares van Turkse origine zich bezighoudt met ouders die vaak geen Nederlands kennen. Ook erg succesvol is het intercultureel vrouwenfeest waarbij moeders en leerkrachten elkaar ontmoeten. We bereiken hiermee 80 % van de ouders. En daar zijn we natuurlijk heel tevreden mee.”
BS Europaschool Genk Keinkesstraat 19, 3600 Genk tel. 089 35 53 35 e-mail:
[email protected] web: www.europaschoolgenk.be
Brede school in de lerarenopleiding Omdat de Tieltse scholen nauwelijks of ongestructureerd met elkaar samenwerkten, nam de lerarenopleiding KATHO Tielt het initiatief om hen samen te brengen. Uit KATHO groeide het Expertisecentrum Brede School Vlaanderen, met als doel als hogeschoolinstelling ook aan maatschappelijke dienstverlening te doen. Samenwerkingsverbanden tussen onderwijs en andere organisaties waren eerder occasioneel en vele actoren werkten vaak rond dezelfde thema’s, maar naast elkaar. In 2006 bracht de lerarenopleiding KATHO Tielt de scholen en organisaties rond de tafel. Dit leidde tot de opstart van Brede School Tielt, een proefproject.“Tielt is een relatief kleine stad, maar telt toch een behoorlijk aantal scholen”, stelt Liv Colonne, praktijklector bij KATHO, coördinator Brede School Tielt en medewerker van het expertisecentrum. “We besloten daarom in 2006 samen te gaan zitten om de samenwerking tussen die scholen en andere actoren te bevorderen. Dat proces vraagt wel wat tijd, omdat je eerst de neuzen in dezelfde richting moet krijgen en dan op zoek moet gaan naar een werkbare en zinvolle structuur. We besloten te werken met werkgroepen die ad hoc onze samenwerking evalueren.”
Realisaties Omdat de subsidie slechts voor drie jaar werd toegekend, bekijkt KATHO nu samen met de Stad hoe het project kan worden voortgezet. Intussen zijn er toch een aantal concrete zaken gerealiseerd: “Brede School Tielt fungeert als pilootproject in het project Meesterlijk Gezond van LOGO Roeselare-Tielt, een interactieve website om het gezondheidsbeleid op de basis- en secundaire scholen in West-Vlaanderen te ondersteunen.” Andere organisaties werden dan weer betrokken bij bijvoorbeeld de Speeltielt-dag in mei van vorig jaar, waarbij kinderen via workshops kennis konden maken met Tieltse verenigingen. Dit initiatief wordt dit jaar opnieuw opgezet, om nog meer jongeren warm te maken voor sport en cultuur.
Meerwaarde genereren Brede School Tielt werkt in de vorm van werkgroepen die ad hoc evolueren. Er worden werkgroepen gevormd met die partners die zich aangesproken voelen of expertise hebben. Er is ook een stuurgroep actief, bestaande uit de vertegenwoordigers van verschillende partners. Het hoofddoel daarbij blijft om in alle projecten een meerwaarde te genereren voor de betrokken partners en hun doelgroepen, met oog voor ieders eigenheid, eigen invalshoek en eigen werking. Dat blijkt ook uit de samenwerking met de lerarenopleiding. Zo namen vrijwilligers uit het zesde middelbaar en de lerarenopleiding op vraag van de scholen zelf deel aan activiteiten voor kinderen in de naschoolse opvang. “We willen de studenten van de hogeschool meer integreren door de Brede School concreet ingang te doen vinden in het curriculum van de lerarenopleiding”, legt Liv Colonne uit. “Tijdens de Jeugdboekenweek zullen studenten van de lerarenopleiding bijvoorbeeld Japans verteltheater brengen. En als bachelorproef kunnen studenten kiezen voor een afstudeerproject rond Brede School.”
Brede School Tielt Beernegemstraat 10, 8700 Tielt tel. 051 40 02 40 e-mail:
[email protected] web: www.bredeschooltielt.be
Afstappen van het enge gedoe, en samenwerken BS De Springplank Tielt is een van de partners in het netwerk van Brede School Tielt. Wegens het nut en de meerwaarde die dit dynamische netwerk kan bieden. Directeur Vanessa Truyen maakt deel uit van de algemene vergadering van het platform. “Binnen ons bredeschoolproject zoeken wij aansluiting met diverse actoren in Tielt. Zo lopen er een aantal acties op school, die ons en de leerlingen de kans geven om onszelf te verrijken op verschillende gebieden. Het doel is om een duurzame samenwerking op te zetten en de kansen optimaal te benutten. Zo hadden we vorig jaar een project rond de moestuin en het kippenhok. We werkten hiervoor samen met een lokale kippenkweker en tuincentrum Aveve, die ons met hun expertise perfect konden bijstaan. Onze kippen lopen hier nog altijd rond en ook dit jaar werken we in de moestuin. Ook
de samenwerking met de kippenkweker en Aveve loopt door. We hebben ook met de lokale kunstacademie samengewerkt. Zij maakten voor ons een kunstwerk dat een mooie plaats zal krijgen op school. Leerlingen van de kunstacademie kwamen op school ook dramalessen geven tijdens de naschoolse opvang. Een leuk en educatief project voor de kinderen! Ook dit schooljaar lopen nog verschillende acties. We werken samen met de muziekacademie en organiseren ook een vertelnamiddag. In mei staat de Speeltielt-dag opnieuw op het programma, na het succes van vorig jaar. We bouwen verder aan een
duurzame samenwerking met onze partners. Het project Brede School Tielt is nog volop aan het groeien en is nog lang niet ten einde. Ik ben absoluut voorstander om af te stappen van het enge gedoe van de iedervoor-zichmentaliteit en geloof heel sterk in de samenwerking met al onze partners.”
BS De Springplank Tielt Tulpenlaan 14, 8700 Tielt tel. 051 40 27 63 e-mail:
[email protected] web: hoogserlei.sgr24.gemeenschapsonderwijs.be
31
gelijke kansen voor iedereen
Bouwen aan een kritische geest In het KA Hoboken is de Brede School een middel om de buitenwereld binnen de school te brengen. “Zo raken de leerlingen er al aan gewend”, zegt Beloy Beloy, verantwoordelijke Brede School. In elk van de twee campussen Noord (Johan Verhaegen) en Zuid (Viviane Ledure) van het Koninklijk Atheneum is er een medewerker die samen met Beloy Beloy de werking van de Brede School uitbouwt. “Tijdens onze wekelijkse vergaderingen bespreken we alles wat er zou kunnen gebeuren en filteren we er een aantal acties uit, waarna de verantwoordelijken bij hun collega’s het draagvlak hiervoor gaan toetsen. Willen de leerkrachten mee instappen, dan werken we samen de planning uit en evalueren we na afloop of onze doelen werden bereikt.”
Nederlands voor moeders Op deze manier werkte het atheneum van Hoboken al heel wat projecten uit. Omdat de school een hoog aantal allochtone leerlingen telt, werd onder meer gekozen voor het project ‘Nederlands voor moeders’. Drie dagen per week krijgen intussen 60 moeders Nederlandse les, gericht naar de school: Wat zijn mijn rechten en plichten als ouder, wat doet de school,… “Dankzij de lessen vergroot hun participatie. Tijdens de lessen proberen we de moeders het nut van een oudervereniging bij te brengen. We leren hen dat ze dan vragen kunnen stellen over wat er in de school gebeurt en dat er ook ruimte is voor hen om bepaalde voorstellen op tafel te brengen. Onze moeders krijgen van de leerlingen van het zevende jaar Kantoor uitleg over wat ze bij de bank kunnen doen, terwijl onze leerlingen Verzorging hen vertellen hoe je baby’s optimaal kunt verzorgen. Sommige moeders missen vaardigheden of kennis die voor ons vanzelfsprekend lijken. De leerlingen kunnen hen die dingen meegeven.” 32
Kritisch en bewust Ook leerlingen ontwikkelen een bewustere en kritische geest, onder meer door een samenwerking met 11.11.11. Professoren, beleidsmensen en anderen werden uitgenodigd voor een panelgesprek over het thema ‘Allochtonen nemen werk af van de autochtonen’. Bij een interculturele discussie konden leerlingen dan weer vragen stellen aan een imam, bisschop, rabbi, boeddhist en moraalfilosoof over hun geloof en heersende spanningen daarover. En met Radio Centraal werd een akkoord gesloten om leerlingen twee à drie keer per jaar een radioprogramma te laten maken, dat dan via het internet wordt uitgezonden. Daarnaast is ook sport en gezondheid van belang. De leerlingen van het tweede jaar van de eerste graad krijgen een contract, ondertekend door de spelers van Germinal Beerschot, waarin ze beloven elke maand te werken aan een aandachtspunt: te voet of met de fiets naar school komen, water drinken in plaats van frisdrank, enzovoort. Wie volhoudt, krijgt een diploma dat wordt uitgereikt door de spelers van Germinal Beerschot. “Bij al onze activiteiten als Brede School streven we ernaar onze leerlingen kritisch en bewust te maken”, vult Beloy Beloy nog aan. “Dat komt onze school ten goede, maar ook de mensen uit de buitenwereld. KA Hoboken Distelvinklaan 22, 2660 Hoboken tel. 03 827 2799 e-mail:
[email protected] web: www.kahoboken.be
Estafette voor Talent
Column
column
‘Het onderwijs is veel te belangrijk om het alleen aan de onderwijsactoren over te laten’, zo luidt mijn openingsboutade. Maar ik geef graag toe dat ook de arbeidsmarkt te belangrijk is om alleen aan de VDAB en de arbeidsmarktspelers toe te vertrouwen. Deze uitspraken hebben alles te maken met een nieuw mentaal loopbaanschema dat we dringend moeten hanteren. De klassieke, lineaire loopbaan ‘school - werk - pensioen’ is immers maatschappelijk achterhaald. Het nieuwe loopbaanschema is er één van ‘school - werk - school - werk - school - werk - pensioen’. Dat duidt op de toenemende en blijvende interactie tussen leren en werken in de samenleving én de economie van morgen. Het is dan ook van groot belang dat we stevige bruggen bouwen tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Geen brug met éénrichtingsverkeer waarbij het leren stopt éénmaal men de arbeidsmarkt betreedt; ook geen smalle, gevaarlijke hangbruggen met het risico dat sommigen niet durven oversteken of ervan af kunnen vallen en evenmin bruggen met tolhuisjes zodat personen met mindere startkansen nooit kunnen oversteken. Ik pleit dus voor een brede, goed onderhouden brug met tweerichtingsverkeer en zonder verkeersdrempels. Hoe kunnen we van onderuit zo’n bruggen bouwen, vraagt u zich misschien af? Wel heel eenvoudig: laat ons samen lokale talentontwikkelingscoalities opzetten. Coalities tussen scholen, bedrijven, sectoren en de VDAB waarbij we elkaar versterken in de onderscheiden kernbevoegdheden en expertises. Coalities met als doel alle talenten te gidsen doorheen hun hele loopbaan. Coalities waarin we vanuit onderwijs en arbeidsmarkt éénzelfde rode draad hanteren, namelijk (jonge) mensen de kans geven zich maximaal te ontplooien. Coalities waarbij we ons inspireren aan Kim Gevaert die inzag dat ze in ploeg sterker was dan als individueel atleet.
Maar dan moeten we wel dringend werken aan onze stokwisseling! Want door onze te gescheiden aanpak kunnen we een aantal problemen onvoldoende krachtig aanpakken en werkt de estafette niet. Ik denk hierbij aan de ongekwalificeerde uitstroom uit het onderwijs, het tekort aan technici en technologisch geschoolden, de hardnekkige knelpuntberoepen, het gebrek aan voltijds engagement in het deeltijds onderwijs, etc. Het is mijn overtuiging dat we deze problemen sterker kunnen aanpakken als we één estafette vormen. En hier zie ik toch heel wat mogelijkheden in het kader van SenSe, HBO5, het VDAB 72-urenkrediet voor laatstejaars TSO, BSO, BUSO, het gebruik van gemeenschappelijke infrastructuur zoals in het CNCCompetentiecentrum Vlaams Brabant of het Maritiem Centrum Zeebrugge, de werking van de RTC’s, etc. Laat ons dus vlug ons estafetteteam samenstellen!
Fons Leroy gedelegeerd bestuurder VDAB
33
samenwerking tussen sectoren
De school als dienstverlener 34
Steeds meer scholen bieden een maatschappelijke meerwaarde door naast onderwijs nog andere diensten aan te bieden. Daar zijn weliswaar oud-leerlingen bij betrokken, maar de doelgroep hoeft niet noodzakelijk de leerplichtleeftijd te hebben. Zo startte het KTA Dendermonde een kinderopvang, gaat het KTA Sint-Michiels met ouderen op vakantie en renoveren leerlingen in Turnhout een vervallen gebouw, zodat daar straks kinderen kunnen worden opgevangen en vergaderd kan worden.
KTA Sint-Michiels bezorgt ouderen verwenvakantie In de week van 8 tot en met 11 februari hebben twintig leerlingen van het zevende jaar Thuis- en bejaardenzorg van het KTA Sint-Michiels een week verwenvakantie georganiseerd voor zeven bejaarden uit twee Brugse woon- en zorgcentra van het OCMW. De school huurt daarvoor elk jaar een week een villa in Nieuwpoort. Inmiddels gebeurde dat al voor de vijftiende keer, steeds in samenwerking met het OCMW. “We hebben daar nauwe contacten mee, omdat onze leerlingen stage lopen in de verschillende woon- en zorgcentra in Brugge”, legt Gislaine Vlietinck uit. Zij is technisch adviseur van het KTA Sint-Michiels. “Toen we de kans kregen om de villa te huren, was dit de ideale gelegenheid om de theorie om te zetten in praktijk.”
Zoals in het echt Elke keer mogen bij toerbeurt twee rusthuizen een aantal bewoners aanwijzen die mee naar zee gaan. De bedoeling is om de ouderen flink in de watten te leggen. “Voor hen is dit een echte verwenvakantie in een huiselijke sfeer”, zegt Vlietinck. “Ze hebben bovendien 24 uur op 24 een leerling om zich heen om hen te begeleiden. Er wordt voor ze gekookt, ze gaan wandelen, er is een animatieshow ’s avonds en ’s nachts zijn er leerlingen die opblijven om te zien dat er niks gebeurt. Het is groeps- en ploegwerk, zoals dat verloopt in een rusthuis.” De leerlingen doen dit in het kader van de geïntegreerde proef die verplicht is voor het zevende jaar. Die bestaat uit zowel schriftelijke als praktische taken alsook de mondelinge verdediging van hun eindwerk. Omdat de school een grote vrijheid heeft bij het invullen van de proef, is besloten om er een project aan toe te voegen dat zo dicht
Voor hen is dit een echte verwenvakantie in een huiselijke sfeer mogelijk aanleunt bij de beroepspraktijk. Zowat alle benodigde attitudes komen er aan te pas: communicatie, zelfstandigheid, stressbestendigheid, discipline, stiptheid, praktische vaardigheden, … Het project is bovendien een goed voorbeeld van vakoverschrijdend werken. Samen met docent Huishoudkunde Anne Emaer hebben de leerlingen de menu’s opgesteld en uitgerekend hoeveel voedingsmiddelen ze moeten inkopen en wat
dat kost. Docent Verzorging Patricia Bousery heeft samen met de leerlingen een dag- en nachtplanning opgemaakt, alsook een zorgplan voor de aan hen toegewezen bewoner. KTA Sint-Michiels Rijselstraat 7, 8200 Sint-Michiels tel. 050 38 82 88 e-mail:
[email protected] web: www.ktabrugge.be
35
samenwerking tussen sectoren
Kempense scholen renoveren samen vervallen gebouw een bouwfirma deel uit van de technische cel die meehelpt om moeilijke problemen op te lossen. Een andere firma geeft leerlingen uit de afdeling ICT les in informatica die nodig is om een website te maken (www.het-paradijs. be). Want ook scholieren uit andere richtingen dan bijvoorbeeld Bouw en Elektriciteit krijgen de kans om mee te werken. De ICT’ers hebben bovendien een reserveringssysteem ontworpen waarmee iedereen die dat wil op een gemakkelijke manier een ruimte kan afhuren in Het Paradijs.
Kosten: nul
Hier bouw je niet zoals op school een muurtje dat je aan het eind van de dag weer moet afbreken Leerlingen uit het technisch, beroeps-, deeltijds en hoger onderwijs in Turnhout, Herentals en Hoogstraten zijn momenteel op initiatief van VOKA-Kempen volop bezig om het vervallen gebouw Het Paradijs in het Raadsherenpark te renoveren. Eenmaal klaar kan er in de zomer een kinderopvang in huizen en de rest van het jaar kan het dienen voor allerhande activiteiten. Er zijn twee vergaderruimtes, een polyvalente zaal en een speelruimte voorzien. Vanuit het GO! doen KTA De Merodelei Turnhout en CDO De Vesten Herentals mee. Deze scholen staan onder andere in voor het bouwen van muren, de plaatsing van sanitair, de elektrische installatie en het vervaardigen van de ramen. Volgens coördinator Erwin Verstraeten van het KTA De Merodelei Turnhout is het de ideale kans om de kloof tussen school en werk te overbruggen. “Hier bouw je niet zoals op school een muurtje dat je aan 36
het eind van de dag weer moet afbreken. Dit is een reële arbeidssituatie.”
Zelf aanpakken Er is een duidelijk verschil merkbaar tussen leerlingen die aan dit project deelnemen en zij die dat niet hebben gedaan, stelt Verstraeten vast. “Onze leerlingen gaan ook op stage, waar ze onder leiding van de stagebegeleider werk uitvoeren. Maar in Het Paradijs neemt een hele klas het werk zelf in handen met de leraar als coach. Dat is meer dan alleen maar uitvoeren. De jongeren moeten zelf meer nadenken over wat en hoe ze iets aanpakken. Dat is een meerwaarde. Het is een kans die je krijgt. Je rugzak is beter gevuld als je de stap zet naar de arbeidsmarkt. En bedrijven krijgen nu de kans om beter in te schatten wat het niveau is van onze leerlingen.” Er is voor dit project een wisselwerking tussen de scholen en bedrijven uit de regio. Zo maakt
De leerlingen worden hierdoor niet alleen beter in het beroepsdomein waarvoor ze leren, ze verwerven ook andere competenties die later goed van pas komen. “Men zegt dat de jeugd zo mondig is, maar bij ICT merkten we tijdens vergaderingen dat de leerlingen in het begin niet zoveel vragen stelden”, getuigt Verstraeten. “Gedurende het schooljaar zagen we dat evolueren. Ze zijn nu mondiger en kunnen vrij goed hun plan trekken.” Nog een voordeel is dat het hele project de scholen zelf niets kost. De beherende vzw Raadsherenpark zorgt voor het materiaal. Voor de rest wordt de renovatie grotendeels gefinancierd door Europa, de Provincie Antwerpen en de Stad Turnhout. Wegens besparingen wordt het project echter niet verlengd. “Dat is heel jammer”, vindt Verstraeten, “maar we hebben nog tijd. Door de lange winterperiode zijn we achterop geraakt met het werk. Daardoor zullen we niet in mei of juni klaar zijn, maar pas volgend schooljaar.”
KTA De Merodelei Turnhout De Merodelei 220, 2300 Turnhout tel. 014 47 14 40 e-mail:
[email protected] web: www.kta-demerodelei.be CDO De Vesten Herentals Augustijnenlaan 32, 2200 Herentals tel. 014 21 11 44 e-mail:
[email protected] web: www.atheneumherentals.be
KTA Dendermonde startte zelf een kinderopvang Deze onthaalouders kunnen werken en ervaring opdoen zonder dat ze moeten investeren Ex-leerlingen van het KTA Dendermonde runnen sinds vijf jaar op twee locaties in de stad een kinderopvang. Omdat het initiatief zoveel succes heeft, wordt er momenteel een derde plek ingericht. Zoals in veel steden is ook in Dendermonde de vraag naar kinderopvang veel groter dan het aanbod. Toch belandden veel leerlingen met een opleiding Kindzorg in totaal andere beroepen, of konden ze maar een paar uur per dag in de sector terecht. Vandaar dat het KTA besloot zelf een opvang te starten waar leerlingen die pas afgestudeerd zijn een eerste werkervaring kunnen opdoen. Dat gebeurt in samenwerking met de Stad
Dendermonde en Unizo Waas & Dender.
10 jongeren creëren 40 opvangplaatsen De oud-leerlingen kunnen gedurende drie à vier jaar in deze opvang werken. Daarna moeten ze doorstromen naar een andere locatie naar keuze of kunnen ze een andere richting uitgaan. Volgens projectleider Tom Rydant is dat ideaal. “Deze onthaalouders kunnen een paar jaar in een vrij beschermde omgeving werken en ervaring opdoen zonder dat ze moeten investeren. De leerlingen zijn aangesloten bij de stedelijke dienst voor onthaalouders. Die doet de administratie en geeft ook logistieke
ondersteuning. Eens de jongeren een paar jaar verder zijn, zijn ze al wat ouder en hebben ze meer zicht op de mogelijkheden die ze hebben. Als ze dan zelf of bij iemand anders starten met opvang kunnen ze eenmalig een starterspremie krijgen.” Momenteel draaien er zo tien jongeren mee in het project waarmee inmiddels 40 voltijdse opvangplaatsen zijn gecreëerd in zowel het KTA als in een basisschool. “Voor de basisschool is dat ook zeer interessant”, zegt Rydant. “Omdat de kinderen er als baby’s en peuters binnenkomen, is de kans groot dat eens ze leerplichtig zijn de ouders ook voor deze school kiezen.” Naast structurele is er ook occasionele opvang in het KTA. Het gaat dan om kinderen van ouders die naar de VDAB of het Huis van het Nederlands gaan voor een opleiding of op sollicitatie moeten. Op zaterdagmiddag kunnen ook vaders en moeders die willen winkelen hun kinderen er onder begelei ding laten spelen. 37
samenwerking tussen sectoren
projectleider Tom Rydant
Win-win-win-win Volgens Rydant is het project een win-winsituatie voor alle partners. Niet alleen voor de onthaalouders en gezinnen, maar ook voor de onderwijsinstelling en de scholieren die er nog les volgen. “Dit geeft leerlingen grote motivatie om dingen te verwezenlijken. Ze geloven meer in hun eigen kunnen. De onthaalouders worden daardoor ook anders bekeken. Mensen hebben nog een te negatief beeld van leerlingen uit het TSO en BSO en zien te weinig hun talenten. Zo krijgen ze een sterke herwaardering van de afdeling.” Bovendien zijn ook leerlingen uit andere richtingen betrokken bij de opvang. Nadat de leerlingen Kindzorg een studie hebben gemaakt van de gevaren en de mogelijkheden van de lokalen, helpen onder andere de afdelingen Hout, Elektriciteit en Mechanica om de ruimtes klaar te maken. Het project van het KTA heeft al heel wat waardering geoogst. In 2005 won de onderwijsinstelling hiervoor al de Grote Prijs Ondernemende School van Unizo. In de loop der jaren kwamen er ook al zo’n 40 scholen over de vloer die een dergelijk project ook bij hen willen introduceren.
KTA Dendermonde Begijnhoflaan 1, 9200 Dendermonde tel. 052 25 88 10 e-mail:
[email protected] web: website.ktad.be
38
In het streven naar een Brede School is uiteraard niet alleen het onderwijs betrokken partij. Sectoren als jeugdzorg, sport, cultuur en welzijn komen er immers dichter bij de leerlingen en omgekeerd. Een mooi voorbeeld hiervan is de buitenschoolse kinderopvang, die dikwijls dezelfde doelstellingen nastreeft als de Brede School.
Een nest wordt een web In 2003 startte in Brussel een pilootproject in opdracht van de Vlaamse Gemeenschapscommissie rond buitenschoolse kinderopvang, geïnspireerd door de ervaringen van de Brede School en Scandinavische experimenten met de integratie van school en opvang. “Traditioneel heeft een initiatief voor buitenschoolse opvang, ook wel IBO genoemd, een nestfunctie”, vertelt Katrien Van Laere van het VBJK, een expertisecentrum in opvoeding en kinderopvang. “Het is een veilige en geborgen omgeving waar kinderen zich goed voelen, kunnen rusten, alleen spelen of met anderen, hun huiswerk kunnen maken, enzovoort. Ze bepalen er zelf wat ze doen en hoe ze dat doen. Nieuw is dat een IBO ook een webfunctie krijgt: het wordt een uitvalsbasis naar de buurt. Kwamen kinderen vroeger in de buitenschoolse opvang meestal minder buiten, dan kunnen ze nu in de buurt deelnemen aan activiteiten.”
Blik verruimen Het IBO wordt gezien als een sociale experimenteerruimte en moet in die hoedanigheid ook deelnemen aan de samenleving. Daarom maakt het nu deel uit van een ‘web’, een netwerk van opvanginitiatieven, scholen, jeugdzorg, speelpleinwerking, cultuur-, sport- en welzijnsorganisaties, die alle samen een toegankelijk aanbod aan vrijetijdsbesteding brengen. “Voor het IBO past dit perfect in de buurtgerichte en sociale functie die de opvang in zich draagt”, legt Katrien Van Laere uit. “Bovendien sluit dit aan bij ons streven naar gelijke kansen. Kinderen leren nu immers acti-
viteiten kennen die vroeger minder toegankelijk waren. Rondkijken wat er in de buurt is en welke kruisbestuivingen er mogelijk zijn, is ook eigen aan het bredeschooldenken. Bij Welzijn ziet men graag dat IBO’s vanuit hun eigen eilandposities de buurt verkennen en hun blik verruimen. Brede scholen zijn hiervoor goede partners.” Uit een onderzoek* blijkt dat kinderen het leuk vinden om zich te bewegen in de buurt en nieuwe ruimte te ontdekken, haalt Katrien Van Laere nog aan. “Ook hun ouders blijken hier erg tevreden over, vooral vanwege een sterke vraag naar meer beweging voor hun kinderen. Kinderen vinden het ook erg prettig om nieuwe vriendjes te leren kennen, los van de school en de buitenschoolse kinderopvang. Tot slot blijken ook begeleiders tevreden, omdat het contact met hun partners erg verrijkend werkt en ze hier heel veel dingen van kunnen opsteken.” Tegelijk vormt een Brede School voor de partners een uitdaging, omdat zo’n project heel wat overleg en inbreng vraagt van begeleiders, leerkrachten en andere betrokkenen. Daarbij moet men steeds uitgaan van wat de kinderen en ouders in de buurt willen, om hen een breed en complementair aanbod te kunnen bieden. VBJK, Expertisecentrum kinderopvang en opvoeding Raas van Gaverestraat 67a, 9000 Gent tel. 09 232 47 35 e-mail:
[email protected] web: www.vbjk.be
Een veilige en geborgen omgeving waar kinderen zich goed voelen
*Referentieonderzoek: De Weyer, W. & Van Laere, K. (2009) Buitenschoolse Opvang in en met de buurt. Drie casestudies van Brusselse IBO’s met nest- en webfunctie (XYZ-principe). Gent – Brussel: VBJK vzw – VGC
39
Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, streeft naar maximale, gelijke onderwijskansen. Elke leerling is een unieke persoonlijkheid met specifieke interesses en ambities. Hij of zij moet zich intellectueel en creatief kunnen ontplooien. Onze 1000 scholen en instellingen maken dit mogelijk voor om en bij de 300.000 leerlingen en cursisten.
Werken aan de ontwikkeling van elke persoonlijkheid, aan harmonie in diversiteit en aan verantwoordelijkheid ten aanzien van anderen. Dat is het doel waarvoor onze 32.000 medewerkers zich dagelijks engageren.
Het GO! vormt verdraagzame, respectvolle, positief kritische, mondige, verantwoordelijke, geëngageerde, creatieve, zelfstandige, sociale en leergierige persoonlijkheden.