leuven historisch Leuvens Historisch Genootschap
vzw
België - Belgique P.B. / P.P. 3000 Leuven 1 2 / 2540
driemaandelijks
nieuwsbrief
42
jaargang 11 - sept 2014
DOSSIER MONUMENTENZORG KLOOSTER van de SINT-ELISABETHSCHOOL Kapucijnenvoer 22 te LEUVEN
BEZWAARSCHRIFT LHG met FOTO’S INTERIEUR VOOR DE VERNIELING DOOR de PROMOTOR NV CORE
Verantwoordelijke uitgever: Paul Reekmans, Brusselsestraat 46 bus 05, 3000 Leuven Afgiftekantoor: 3000 Leuven 1 - Erkenningsnummer: P. 408467
Voormalig klooster Kapucijnenvoer pleidooi tot respect Ramon Kenis en Paul Reekmans Het LHG diende een bezwaarschrift in rond het project van het verbouwen en uitbreiden van een voormalig klooster tot studentenresidentie met een tussenliggende nieuwe aanbouw met studentenkamers in de Kapucijnenvoer 22 te Leuven. We publiceren dit om onze inzet als LHG voor het behoud van waardevol erfgoed te verduidelijken. We onderzochten de plannen in overleg met externe experten met grote knelpunten erin.
Fig. 1: interieur van het kloosterpand met inrichting voor de opleiding van verpleegsters.
Belangrijkheid van het pand en zijn geschiedenis Het pand heeft een sociaal-cultuurhistorische waarde gezien hier bijna de hele naoorlogse elite in de verpleegkunde in België en Belgisch-Congo werd gevormd. Het waren de zusters van Liefde uit Gent, die op vraag van Monseigneur Ladeuze in 1929 verpleegkundige hulp leverden in de snelgroeiende Sint-Raffaëlkliniek. Ze bouwden eerst de Sint-Elisabtehschool op de Kapucijnenvoer. In 1939 kochten de zusters het fraaie neo-gotiche pand van ingenieur Victor Parein van de Boerenbond, dat in 1898 was gebouwd voor de beeldhouwers Van Uytvanck en Goffaerts. Hier konden, in deze Hogere School voor verpleegsters-monitricen, een dertigtal verpleegsters zich specialiseren. Vandaag wordt een nieuw project uitgewerkt door een projectontwikkelaar om naast het gebouw de open ruimte op te vullen met een bouwblok dat tot tegen dit bestaande pand aankomt. en het pand volledig om te bouwen tot meer studentenkamers (fig. 3). Het neogotische kloosterhuis heeft een onmiskenbare architectuur- en interieurwaarde als geheel en in zijn details, die uitvoerig beschreven is in de uitgebreidde publicatie Oeuvre van architect Joris Helleputte, uitgegeven door KADOC. Het is opgenomen in de Inventaris van Onroerend Erfgoed, waaruit we citeren: De imposante neogotische woning werd opgetrokken in 1895-1896 naar ontwerp van J. Helleputte in opdracht van Camille Goffaerts, bekend als mecenas van de Leuvense neogotische kunstgilde op het einde van de 19de eeuw. Tussen de koer links van de wo2
3
ning, en de grote tuin achteraan het perceel, lag het atelier van beeldhouwer Benoît Van Uytvanck, met wie Goffaerts geassocieerd was. In 1929 werd het atelier gesloopt in opdracht van toenmalig eigenaar Victor Parein - opvolger van Helleputte als voorzitter van de Belgische Boerenbond - om plaats te maken voor een uitbreiding van de woning naar ontwerp van de Brusselse architect A. Van huffel. In 1939 werd het pand gekocht door de zusters van Liefde, die er tot 1964 de docentenopleiding voor de Verpleegstersschool en studentenverblijf organiseerden... Van de neogotische inrichting, uitgevoerd door het atelier van Van Uytvanck en Goffaerts, bleven nog heel wat elementen bewaard: schouwen, lambriseringen, parket- en mozaïekvloeren, ingebouwd meubilair,verlichting, glasramen, smeedwerk, muurschilderingen. (VIOE) Het pand heeft een landschappelijke waarde als typische stadsvilla: een driegevelhuis met sterk uitgewerkte neogotische voorgevel, zijgevel en achtergevel ingepast in het groen, met karakteristiek totaalbeeld passend in een geheel door de samenhang met de Kruidtuin en het aanpalende empirepand ‘Huis de Monge’ met unieke boom, de Kapucijnenvoer. Het volbouwen verstoort dit geheel.
Beoordeling en knelpunten in de uitwerking bij voorgestelde project De onaanvaardbare inplanting van de aangebouwde nieuwbouw met een tussenhal tegen de bestaande vrijstaande gevel van de stadsvilla aangeplakt. De nieuwe aanbouw strookt niet met het oorspronkelijke ontwerp van dit pand, dat als stadsvilla ontworpen werd met de nodige open ruimte aan de linkerzijde. Het nieuwe project herleidt dit driezijdige herenhuis tot een rijgebouw, waardoor de uitstraling van dit neogotische pand ernstig verstoord wordt. De bestaande afstand aan de zijkant tussen linkerappartementsgebouw en pand moet de zichtbaarheid van de verzorgd uitgewerkte zijgevel garanderen.
Fig.3: Bestaande situatie - Simulatie dichtbouwen - Belang van open zone bij 3-gevelwoning
Een beperkte nieuwe aanvulling tegen het bestaande appartement links, als nieuw driegevelpand met een beperkte breedte, kan overwogen worden, mits een degelijke architectuur en een zijgevel in dialoog met het waardevolle pand. De open tussenzone moet steeds als open ruimte, boven de bestaande tuinmuur, de rijkdom van het waardevolle pand als stadsvilla bevestigen. Het is één van de laatste neogotische stadsvilla’s in Leuven. Ondanks de lichte veranderingen is het geheel nog vrij authentiek.gebleven. Geen afbraak van de voormalige vervangende modene uitbouw aan de zijkant De gekunstelde recentere uitbreiding (foto links), ter vervanging van het oorspronkelijke uitbouw, werd ontworpen met respect voor het bestaande pand door architect Albert Van Huffel. 4
Architect Albert Van Huffel (Gent 1877 – Brussel 1935) is vooral bekend van zijn levenswerk, de basiliek van Koekelberg, het belangrijkste 20ste-eeuwse bouwwerk van de katholieke kerk in België. Van Huffel wordt door tijdgenoten beschouwd als één van de boeiendste figuren van de tweede generatie modernisten hetgeen in detaillering van de aanbouw te zien is in de detaillering (VIOE). De nieuwe verbouwing houdt geen rekening met het unieke interieur. De prentkaarten maken de rijkelijke en kunstzinnige inrichting duidelijk die vandaag nog een hoge kwaliteit bezit en ontegensprekelijk deel uitmaakt van de erfgoedwaarde als totaalkunstwerk van architectuur en interieur. Het geheel van het interieur werd onder leiding van arch. Helleputte opgedragen aan de bekende kunstenaars Van Uytvanck en Goffaerts. In alle details is de neogotiek als totaalproject in de inrichting terug te vinden: vloerbekleding, wandbekleding, plafondbekleding, deur en raampuien, trappen, verlichting en meubilair en dies meer. De nieuwe plannen doorbreken op vele plaatsen de ruimtelijke harmonische samenhang van het geheel en opbouw. We vemelden een aantal ingrepen die ingaan tegen de ontwerpersverklaring in de verklarende nota dat... er van uitgegaan wordt van het volledig behoud van het gebouw in haar samenstelling. (sic) Globale bestemmingswijziging met verdwijnen van woongedeelten. Het aantal kamers in het gebouw wordt opgedreven van 10 naar 15 units, waardoor er onvermijdelijke ruimtelijke ingrepen gebeuren met nieuwe muren, doorbraken, dichtzetten van oude openingen. Het gebouw wordt volgepropt met extra kamers. Daardoor wordt de originele harmonische opbouw van het geheel sterk vernietigd. Verstorende ingrepen in tegenspraak met het volledig behoud. De vestibule, als logisch onderdeel van het onthaal, wordt opgeofferd als piepkleine studentenkamer met een deel onder de traphal, waarvan de toegangsdeur wordt gewijzigd en waarbij een nieuwe deur in de onderzijde van de traphal wordt ingebracht, waardoor de minimum kamergrootte net bereikt wordt, maar volledig de structuur van de ruimten door elkaar haalt. In de nieuwe keukenruimte wordt het bestaande interieur vernield door toevoeging van twee in te bouwen badkamerunits (slechts één kamerset ernaast). De achterkamer, zonder aanduiding van bestemming, laat vermoeden dat deze ruimte ook als studentenkamer gaat gebruikt worden in functie van de tweede badcel. In de voorste grote kamer worden nieuwe sanitaire cellen tegen de binnenmuur aangebracht waardoor de voorkamer volledig wordt ontwricht. Op de verdiepingen worden de kamers met topsleeper (mezzanine) uitgerust, wat de originele kameropbouw volledig verhakkelt. De gehele binnenbekleding (lambrizering, wandbekledingen, enz) is nergens vermeld als te behouden delen en lopen, gezien de onduidelijkheid hierover, door verwijdering de globale uitstraling van het waardevolle interieur en zijn details pand teniet te doen. Het dichtbouwen in de rij doet de afbreuk aan de natuurlijke verlichting en architectuurdetails door de zijgevel inpandig te maken. Door het aanplakken van het tussengedeelte van de aangebouwde nieuwbouw tegen de rijkelijk uitgewerkte bestaande zijgevel van het gebouw, wordt het uitzicht en de functionele indeling van de trap volledig verstoord. Licht, uitzicht en bezonning veranderen sterk. We hopen dat dit nieuwe project volledig wordt herzien, zowel naar afbraak, verbouwing als uitbreiding, in functie van o.a. hierboven aangebrachte elementen. Dit in het licht van de belangrijke erfgoedwaarde van dit unieke geheel, en dat, om de terloorgang ervan te vermijden, het geheel beter geklasseerd wordt.
5
Fotodossier voormalig klooster Kapucijnenvoer vòòr de vernieling dit interieur in 2015
Fotodossier overgemaakt aan het LHG - door anonieme aanbrenger
Buitenaanzicht voormalig klooster van de Sint-Elisabethschool VOOR de ontmanteling interieur
6
Buitenaanzicht voormalig klooster van de Sint-Elisabethschool NA de ontmanteling interieur
7
8
9
10
11
12
13