p.505379
November 2014 • nr.09
Maandblad van
Brussels Enterprises, Commerce & Industry
Mobiliteit: Pascal Smet terug van weggeweest Uber en uw onderneming: op eigen risico?
DOSSIER
Brussel metropool: the place to be?
(Reporters)
EDITORIAAL
Thierry Willemarck, Voorzitter van BECI
Bestaat er zoiets als een Brusselse metropool?
W
Tot deze vaststelling kwamen de werkgeversorganisaties al enkele jaren geleden, toen ze in 2008 samen Brussels Metropolitan in het leven riepen. Samen hebben wij een business route uitgestippeld om het concept van metropool te promoten en zijn potentieel een echte kans tot ontwikkeling te bieden. Architect en stedenbouwkundige Paul Vermeylen oppert echter in zijn boek Le Temps de la Métropole, dat “er geen metropool kan zijn zonder een grootstedelijk systeem, namelijk samenwerkingsnetwerken. En zulke netwerken kunnen zich pas ontwikkelen als hiervoor de politieke wil bestaat of althans de wil om samen te werken, eerder dan de drang om met elkaar in botsing te komen.” Dankzij de zesde Staatshervorming kregen de De Brusselse metropool is nu al een sociaal ecoGewesten meer bevoegdheden. De metropolitane Gemeenschap ontving een wettelijk kader. Dit nomische werkelijkheid. Wat nu ontbreekt, is de vonden wij schitterend nieuws. Alleen moeten overeenstemmende politieke visie. Een tikkeltje de spelers vandaag deze nieuwe hulpmiddelen in scherpzinnigheid zou welkom zijn. gebruik nemen ten gunste van het grootstedelijk gebied en van de mensen die er leven, er werken en er rijkdom creëren. Er is heel veel werk aan de winkel; denk maar aan de mobiliteit, de werkgelegenheid, de ruimtelijke ordening, het internationale aantrekkingsvermogen, noem maar op … De regeringsovereenkomsten maken nauwelijks gewag van de metropolitane Gemeenschap. Alleen de Brusselse regering verbond er zich toe “alles in het werk te stellen” om de metropool werkelijk gestalte te geven. Maar op federaal niveau, in Vlaanderen en in Wallonië wordt hier geen woord over gerept, behalve dan de vermelding van bilaterale samenwerkingsverbanden tussen de Gewesten. De wil om elkaar te ontmoeten en om samen te werken is ver te zoeken. Ver genoeg in elk geval om ondernemer en burger ongerust te maken. Het risico bestaat dus dat de Gewesten voor uiteenlopende benaderingen gaan kiezen en op die manier incoherentie veroorzaken in grensoverschrijdende materies. In dit verband hadden wij het vraagstuk van de werkgelegenheid al aangehaald, maar hetzelfde gevaar bestaat in domeinen als fiscaliteit of milieuregelgeving. Ondernemers zijn zeker geen vragende partij voor een dergelijke complexiteit, die nog meer spijkers op hun moeilijk pad strooit. Zij vragen naar vereenvoudiging en transparantie, want die werken stimulerend. Een ander voorbeeld, in verband met de schrijnende behoefte aan mobiliteit doorheen Brussel: MIVB topman Brieuc de Meeûs waarschuwt voor een verkeerde aanpak: “Het is de bedoeling dat de Brusselaars over openbaar vervoer beschikken, niet dat ze weten of hun bus nu tot een of ander Gewest behoort!” De Brusselse metropool is nu al een sociaal economische werkelijkheid. Wat nu ontbreekt, is de overeenstemmende politieke visie. Een tikkeltje scherpzinnigheid zou welkom zijn.
1 NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
el ja, de Brusselse metropool bestaat. Dit nummer van uw magazine levert er het bewijs van. Tussen de stad en haar nabije maar ook verre rand ontstonden krachtige economische, commerciële, sociologische en culturele banden. De Brusselse metropool bestaat wel degelijk in de feiten. Ze leeft en ze kan heel wat troeven voorleggen. Daarvan getuigt de studie van het bureau BAK Basel, waar wij enkele uittreksels van publiceren.
Inhoud N OVEMBER 14 BECI 4 5 6 8 10 11 13 16 17 18
Het economische nieuws met een knipoogje Het politieke nieuws met een knipoogje Voor of tegen de opening van winkels op zondag? Bernard Clerfayt, burgemeester van Schaarbeek Joe, de PVB chauffeur Uber en de ondernemingen: op eigen risico? Andere politieke kleuren voor het milieu De EU raadpleegt de KMO’s Brussels Hackathon: creatief met open data Fiche Staatshervorming: woonbonus
DOSSIER BRUSSELS METROPOLITAN 20 Interview met Alain Deneef, intendant van Brussels Metropolitan
Dynamiek is het maandblad van BECI
(Kamer van Koophandel & Verbond van Ondernemingen te Brussel)
Verantwoordelijke uitgever Olivier Willocx
[email protected] Louizalaan 500 – 1050 Brussel
t +32 2 648 50 02 • f +32 2 640 93 28 www.beci.be
Redactie Media coordinator: Emmanuel Robert
[email protected]
Productie & Abonnementen Administratie: Emmanuel Robert
[email protected] Opmaak en druk: db Group.be
22
BAK Basel-studie: de grootstedelijke economie
Vertaling: Litteris
26
onder de loep Op de metropolitane gemeenschap zullen we nog
Alle rechten voorbehouden – Nadruk zonder toestemming
28 32
even mogen wachten! Pascal Smet: ‘Autodenken leidt tot vervreemding’ Paul Vermeylen: Vereiste eigenschappen van metropolen
FOCUS FACILITY MANAGEMENT 34 Bedrijven snakken naar vereenvoudiging HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT 38 Brieuc de Meeûs: de nieuwe MIVB rijklaar 40 Portret van de Brusselse voedingssector 42 Hoe wapent u zich tegen het afschakelrisico? 44 Starter: Hôtel des Galeries 45 BECI: Bedrijfsgerichte opleidingen 46 Restotip: Knees to Chin 47 Impression of a Brit 48 Self-employed corner BECI & CO 50 BECI Annual Event: Back to School 52 Algemene vergadering: huldiging van BECI leden 53 Foto’s van de BECI actualiteit 54 In het kort 54 Leden trefpunt 56 Agenda 57 Toetredingsaanvragen
Fotos: Reporters, behalve anders aangegeven
is verboden
Abonnementen Prijs: 80 € voor 10 nummers
Info:
[email protected] • t +32 2 563 78 44
PUBLICITEIT
Dynamiek/Entreprendre wordt maandelijks door meer dan 23.000 decision makers gelezen. Gemiddelde oplage per nummer: 15.500 ex Inlichtingen en reservaties: Max Saey • T 02 563 68 53
F 02 640 93 28 •
[email protected]
MEMBERSHIP:
Catherine Mertens • T 0032 (0)2 643 78 16
[email protected]
ONS VOLGEND DOSSIER Dynamiek – Entreprendre December 2014
• Dossier Internationale handel Lid van
BRUXELLES ENVIRONNEMENT
ENTREPRISE YNAMIQUE E C O DDYNAMISCHE
ONDERNEMING LEEFMILIEU BRUSSEL
10-32-2225
label n. 2014/351/2
PRINTED ON TCF PAPER
Voor elk archief een oplossing.
Van klein tot groot.
zoveel meer dan archiveren
Papier- en filmarchivering
Demagnetiseren
Magnetische dragers bewaren
Digitaliseren en digitale archieven
www.merak.eu
Software Escrow
Labo en Farmaceutisch (ULT)-archief
Consultancy
Beci
PSYCHANALYSE VAN HET NIEUWS: HET ECONOMISCHE GEDOE
Deflatie: het wordt even wennen
Binnenkort kijken we met heimwee terug naar de vele inflatiejaren. Artsen weten heel goed hoe je de bloeddruk doet dalen. Maar de druk weer omhoog krijgen, dat is een ander paar mouwen.
die de ramp in de banksector had achtergelaten, geleidelijk door de peanuts van de begeerde inflatie zou worden terugbetaald. Niemand had er toen – toch niet zo lang geleden – aan gedacht dat een prijzendaling een dergelijke oplossing zou dwarsbomen. In feite hadden wij al onze inspanningen net in omgekeerde richting moeten leveren, met de hoop deze fabelachtige 2% inflatie zo goed en zo kwaad mogelijk toch te benaderen! De inflatie werkt echter als de bloeddruk: remedies om ze te doen dalen zijn wel bekend, maar om ze weer omhoog te krijgen … ‘Terra incognita’, zou Bart de Wever zeggen. Hebt u ooit al gehoord van een prof of een deskundige die een techniek zou verkondigen om prijzen te doen stijgen? Stilte in de zaal.
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
4
Morgen goedkoper
L
aten we even de cijfers bekijken. Afgerond, natuurlijk, want ze veranderen wekelijks, soms dagelijks. Hoever staan we met de inflatie? Minus 0,12% in september (ja, hoor, minus 0,12%!). Volgens de vooruitzichten van het Planbureau halen we niet meer dan 0,5% voor het ganse lopende jaar. De rentevoeten? Och arme! Verleden maand lanceerde de Belgische Staat een lening op 10 jaar tegen een ongelofelijk lage rentevoet van 1,20%. Stel u voor dat u uw geld daarin stopt: 1,2% min 25% voorheffing; u hebt dus recht op 0,90% netto op een tienjarige belegging. Sterker nog: de Belgische Staat heeft een korte-termijn lening verkregen met een negatieve rentevoet! Kunt u zich inbeelden dat diegene die voor drie maand geld aan de Belgische Staat uitleent, na het verstrijken van deze termijn minder geld terugkrijgt dan wat hij uitgeleend heeft? Op de residentiële vastgoedmarkt zijn nu ook de huurprijzen aan het dalen. Dit is een nieuwe trend, die echter al geruime tijd de markt van de kantoorruimten aftakelt. De vastgoedprijzen dalen overal, behalve voor het kleine eengezinshuis en het appartement met twee slaapkamers in Brussel, wegens de bijzonder sterke vraag. Hoe dan ook, de daling is overal voelbaar.
Peanuts
In zulke omstandigheden houdt een economie zich onmogelijk in stand. Hoe kan de Europese Centrale Bank haar doelstelling bereiken (de inflatie rond 2% houden) aangezien de opzet erin bestaat de prijzenstijging tot 2% te beperken? Tijdens de grote crisis van 2008 en haar naweeën in 2009 en 2010, was iedereen het erover eens dat de gigantische schuld
We gaan binnenkort kennismaken met deflatie. Iedereen kent natuurlijk het voorbeeld van Japan en de impact van deflatie op het consumptiepatroon. De pers verwoordt dit op een harde manier: “Waarom nu kopen, aangezien het morgen, met de daling van de prijzen, goedkoper zal zijn?” Dit is waarschijnlijk de beste manier om een economie strop te laten lopen. En dit is geen loutere theorie. Wanneer Thalys International CEO Frank Gervais toegeeft dat voor de eerste keer in de geschiedenis, het verkeer op de TGV’s in Frankrijk gedurende acht achtereenvolgende kwartalen is achteruitgegaan, wat voor een economisch schema is dat dan? Wanneer Bruno Vanderschueren, een van de twee oprichters van Lampiris, vaststelt dat de prijzen van elektriciteit en gas een dalende trend volgen ondanks de zeldzaamheid van energie
“Waarom nu kopen, aangezien het morgen, met de dalende prijzen, goedkoper zal zijn?” De beste manier om een economie strop te laten lopen. en ondanks het feit dat al wat zeldzaam is, in principe ook duur is, in welke economische situatie bevinden wij ons dan? Wanneer de directie van Delhaize de lonen onder druk zet en de RTBF zich afvraagt of “een werkgever het recht heeft de lonen te verminderen”, in welke … Enzovoort. Moet ik andere vraagstukken aankaarten: de pensioenen, de gezinsbijslag, de financiering van onderzoek en cultuur …? Vindt u dat ik aan het orakelen ben? Let op de feiten: het economisch paradigma is aan het veranderen. Terra incognita. In feite weet niemand welke invloed de deflatie op ons economisch gedrag zal hebben. Jean Blavier
Beci
PSYCHANALYSE VAN HET NIEUWS: HET POLITIEKE GEDOE
En vergeten we Brussel niet een beetje? De (vorming van de) federale regering kwam in de afgelopen maanden vaker voor het voetlicht dan de Gewesten. Dit danken wij aan de kamikaze, Zweedse of roekeloze coalitie (kies zelf maar). Nu, over deze coalitie werd veel verteld dat ook Brussel aanbelangt. Dit lichten we even toe.
W
Brussel binnen en buiten
Nu ter zake: wat mag Brussel van de federale regering verwachten? Steun voor zijn economie, vanzelfsprekend. Maar daarnaast? De hete hangijzers betreffende de hoofdstad kunnen conflicten veroorzaken tussen Brussel en de federale regering. Dit geldt bijvoorbeeld voor de financiering van de politiezones, de doorverwijzing van mensen zonder papieren naar de gemeenten (meestal de Brusselse, in feite) enz. Dit alles komt binnenkort in de pers ter sprake. Er is echter een zeer belangrijk economisch dossier dat zonder officiële reden aansleept: de metropolitane of grootstedelijke gemeenschap. Sommigen beschouwen dit als een middel om de Brusselse ondernemingen vlotter te laten werken. Maar anderen (waaronder de N-VA) interpreteren dit als het begin van een uitbreiding van de grenzen van Brussel. Lachwekkend? Deze uitspraak hoorde wij uit de mond van een zekere Ben Weyts. De man meende het. En op die manier wordt een dossier en zijn troeven die tijdens de jongste staatshervorming werd goedgekeurd, op de lange baan geschoven. De afgelopen maand werd ook het nieuwe parlementaire jaar geopend. Nogal laat, trouwens: het gebeurde op de derde woensdag van oktober. “Het is wel erg dat we zo laat beginnen”, erkende een parlementslid uit de oppositie. Zij had gelijk, dit
5
zou in de toekomst niet meer mogen voorvallen. Een ander pas verkozen parlementslid vertelde mij discreet dat hij de indruk had aan win for life te hebben gewonnen: “Ik werd op 25 mei verkozen en ontvang sindsdien mijn loon, terwijl er nog geen enkele zitting heeft plaatsgevonden.” Wees gerust, de bedoelde persoon heeft ondertussen de weg naar zijn kantoor en naar het parlement gevonden. Het tijdsverschil tussen het begin van het nieuwe parlementaire jaar en de start van de regering komt ook over als een slechte grap. Deze situatie belet de verkozenen hun controle uit te voeren op de activiteiten van de regering. Er was nochtans stof genoeg: de afbraak van de Reyers viaduct, de afschaffing van de geplande verkeersvrije zone rond Schuman, de beloofde bouw van woongelegenheid voor studenten (goed nieuws voor de tewerkstelling, trouwens) enz. Wij waren ook graag aanwezig geweest toen Staatssecretaris Laanan de afschaffing van een van de twee vuilnisophaaldagen kwam aankondigen en daarna verdedigen. Het parlement kon zijn werk nauwelijks doen, want van een diepgaand debat hierover is er, op enkele vragen na, geen sprake geweest, zodra de minister-president het project de grond had ingeboord. Moet je weten, Fadila, Brussel is kleiner dan de Federatie Wallonië Brussel. En als iemand onzin uitkraamt, dan hebben de collega’s het meteen gehoord. Michel Geyer
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
ij werden vooreerst getroffen door de bijna volstrekte afwezigheid van Brusselaars in de federale regering. Buiten Didier Reynders valt daar geen Brusselaar te bespeuren. Vroeger waren alle vicepremiers hoofdstedelingen. Denk maar aan Onkelinx, Milquet, Vanhengel, Vanackere en Reynders. Laatstgenoemde zou waarschijnlijk ook minister zijn geworden als hij in Luik was gebleven. Het goede nieuws is dat Didier Reynders het beheer krijgt van het Beliris budget, waarmee grootschalige werkzaamheden in de hoofdstad worden gefinancierd. Jaarlijks 125 miljoen euro! En omdat dit bedrag snel gespendeerd is, kan het echt geen kwaad dat een Brusselaar daar toezicht op houdt. Ook al is hij – Reynders, dus – dikwijls op reis (beroepsmatig, welteverstaan). De schrale vertegenwoordiging van de hoofdstad in de federale regering spreekt wellicht boekdelen over het belang dat de MR aan ons stedelijk Gewest hecht. Iedereen beseft dat Didier Reynders een zwaargewicht is, maar ook dat hij vandaag liever op de stoel van een Europees Commissaris had gezeten. Het zou trouwens best kunnen dat hij vroeg of laat toch vertrekt. Dan staat geen enkele Brusselaar op de wachtlijst om hem eventueel op te volgen. Ook intern werd blijkbaar geen opvolging voorbereid. Als we wat verder zoeken, zien we wel dat Vincent De Wolf voor de tweede keer vicevoorzitter van zijn partij is (waw!). Maar toch vinden wij dat naast twee mensen uit Henegouwen, twee uit Luik en één uit de provincie Luxemburg, misschien toch iets had kunnen worden voorzien voor iemand uit de hoofdstad. De MR een Waalse partij? En of!
VOOR OF TEGEN
De opening van winkels op zondag? De Sunday Shopday op 5 oktober kende een waar succes en sindsdien wordt er over het vraagstuk van
de opening van winkels op zondag vurig gedebat-
Delphine Latawiec – Verantwoordelijke grootdistributie bij de CNE
caat voor Zelfstandigen zijn acht op tien handelaars
Op het eerste gezicht lijkt de opening van winkels op zondag een fantastisch initiatief voor de consument. Maar hebben wij dit wel werkelijk nodig? Bakkerijen, slagerijen, kruidenierszaken, bloemisten, bioscopen, restaurants … talrijke zaken die al op zondag open gaan. Bovendien kunnen alle winkels vrij zes zondagen per jaar kiezen waarop ze de ganse dag open zijn. En in alle erkende toeristische centra mogen de winkels vier zondagen op vijf open. De verscheidenheid aan winkels die nu al op zondag open gaan, lijkt me meer dan voldoende.
teerd. Volgens een enquête van het Neutraal Syndigekant tegen een uitbreiding van deze praktijk. Wat denken de deskundigen hierover? VÓÓR Dominique Michel – gedelegeerd bestuurder van Comeos (de Belgische federatie voor handel en diensten)
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
6
TEGEN
De 160 deelnemende steden en gemeenten en de nagenoeg 4000 open winkels getuigen van het succes van de Sunday Shopday. We hebben trouwens al beslist het evenement volgend jaar opnieuw te organiseren: het wordt zondag 4 oktober 2015. Heel wat steden kondigden al aan dat ze eraan zullen deelnemen. Voor ons betekent dit dat het tijd wordt om over de opening van winkels op zondag na te denken. Wij wensen geen wijziging van de wetgeving, die vandaag de handelaars toelaat zes zondagen per jaar hun winkel te openen. Wij pleiten echter voor meer soepelheid en een modernere aanpak in de manier waarop verkoop in België wordt georganiseerd. De handel staat niet stil. Twintig jaar geleden werkten de winkels met kortere openingstijden dan vandaag. En binnen tien of twintig jaar zal de situatie wellicht opnieuw zijn veranderd. Uit een cijfermatige analyse bleek dat er 60% meer betaalverrichtingen tijdens de Sunday Shopday werden uitgevoerd dan op een klassieke zondag. Dit bewijst dat er dus vraag is vanwege de consument, meer bepaald van de mensen die zelf op zaterdag werken. Wij vragen geen systematische opening op zondag, maar het wordt wel tijd om na te denken over de manier waarop wij de opening van handelszaken op zondag organiseren. In andere Europese landen gaan winkels één zondag per maand open, of zelfs elke zondag. Heel dicht bij ons, namelijk in Maastricht, kent de opening van de winkels op zondag een overweldigend succes. Soms zelfs ten nadele van bepaalde Belgische handelaars, die hun klanten naar deze grensstad zien wegtrekken. Wensen wij dat onze consumenten blijvend naar het buitenland trekken voor hun inkopen? Ook dit element verdient ter sprake te komen. Het zou natuurlijk niet mogelijk zijn van de ene dag op de andere de best mogelijke (sociale) formule voor zowel consument als werknemer uit te dokteren. Hier moet op een intelligente en geleidelijke manier over worden nagedacht, zonder taboe en met elke betrokken partij.
Zelfstandigen kunnen vrij kiezen of hun zaak al dan niet op zondag open gaat. Moest de wetgeving veranderen, dan zouden de 200.000 winkelbedienden deze keuze niet meer hebben. Voor hen zou de zondag een werkdag als een andere worden. Nu al werkt een flink deel van deze personeelsleden al zes dagen per week. De zondag is hun enige werkelijke vaste verlofdag. De tweede dag is meestal mobiel. In een samenleving waar alles steeds sneller verloopt, is het van groot belang een rustdag op zondag te behouden om de batterijen weer op te laden, om tijd aan het gezin of aan de vrienden te besteden en om aan sport te doen. Bovendien voorziet de wetgeving rond hogere verloning en compensatierust bij werk op zondag, niet voor iedereen dezelfde rechten. In sommige types handelszaken hebben de werknemers geen recht op een compensatieloon wanneer ze op zondag moeten werken. Moest de grootdistributie bovendien de mogelijkheid krijgen ook op zondag open te gaan, dan vormt dit een bedreiging voor alle kleinhandelaars in de omgeving die precies van dit onderscheid gebruikmaken om te overleven. Tijdens onze boycot hoorden wij heel wat getuigenissen die ons gelijk gaven. Op het eerste gezicht vinden de mensen het wel praktisch om op zondag te mogen winkelen, maar de meerderheid blijft gekant tegen een uitbreiding van de openingsmogelijkheden op zondag. Werk op zondag is een uitzondering en moet het ook blijven. Gaëlle Hoogsteyn
Scan deze QR code en geef ons uw mening.
's O n e KM ijv or dr Vo be en
Nieuwe energie voor uw bedrijf? Bel 03 270 68 79 en ontdek wat wij voor uw bedrijf kunnen betekenen.
De stille motor achter veel bedrijven. Dat willen we zijn bij essent.be. We gaan voor gelukkige klanten, met een optimale service en competitieve prijzen. U focust op uw bedrijf, wij zorgen voor de energie om uw ambitie te volgen. Zo geniet u optimaal van gas en elektriciteit: dat is het engagement van essent.be.
Onze energie. Daar geniet je van.
Beci
MANNEN EN VROUWEN AAN DE MACHT
Bernard Clerfayt, burgemeester van Schaarbeek Elk jaar opnieuw zouden twee miljoen Belgen deze man mogen bedanken. Waarom? Toen hij zich inzette om de FOD Financiën te vernieuwen, heeft hij hen de “vereenvoudigde PB-aangifte” voorgelegd. Maar wie weet nog dat hij het was? In 2001 kreeg hij als pas verkozen burgemeester van Schaarbeek een kolossaal deficit
van 22 miljoen euro voorgeschoteld, waarna hij met een resolute aanpak de gemeentefinanciën weer gezond maakte. Deze wapenfeiten geven een duidelijk beeld van de politicus die Bernard Clerfayt is: efficiënt en eerder
een man van actie dan van mediatactieken. De Schaarbekenaars hebben dit goed begrepen, want de jongste 13 jaar herverkiezen ze hem keer op keer.
in het Nederlands te geven, terwijl mijn kennis zich beperkte tot “Schoolnederlands”. Maar toen ik gestopt ben, dacht ik zelfs in het Nederlands! Daarna volgde
het bestaande breken, moet men aanmoedigen in plaats van ze te bestrijden. Kost wat kost de Waalse staalindustrie steunen, proberen de industrie naar
De hedendaagse ondernemer draagt de economische dynamiek mee, waaraan we onze levenskwaliteit danken. Men moet aan de ondernemer “krediet” geven voor zijn inzet, in plaats van hem in “diskrediet” te brengen.
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
8
ik een stage aan het FMI, heb ik macroen micro-economie onderwezen aan de UCL, aan de faculteiten van Bergen en Rijsel, enz. Hoewel ik een tijd sterk gefocust was op mijn twee loopbanen, heeft mijn politiek engagement uiteindelijk de bovenhand gekregen.
BECI : De politiek is al sinds uw kindertijd een stuk van uw leven: u plakte affiches voor uw vader1 toen u nog een korte broek droeg; een ware roeping of het lot?
Bernard Clerfayt: Goeie vraag! Politiek is voor mij een echte passie en ik heb er me altijd 100% voor ingezet. Maar aanvankelijk ambieerde ik een wetenschappelijke en academische loopbaan. Ik ben economist en mijn loopbaan is begonnen als onderzoeksassistent aan de KUL, onder leiding van Paul De Grauwe. Voor alle duidelijkheid: pas nadat ik in functie was getreden, beseften ze dat ik de zoon was van de voorzitter van het FDF… Verrassing! Maar dat had geen enkele invloed op onze vriendschap of werkrelaties. Dat kon ook niet anders, want het FDF is geen anti-Vlaamse partij. De uitdaging was eerder om meteen les 1 Georges Clerfayt, Voorzitter van het FDF
Economieprofessoren houden van “clans”: welke denkers behoren tot de uwe? Ik veronderstel dat u op dezelfde ideologische golflengte zit als uw voorzitter O. Maingain, die een “sociaal liberalisme” voorstaat?
Ja, ik verdedig de vrijheid van ondernemen en ik geloof in de deugden van het liberalisme, maar dan wel met sociale correcties. De Staat mag zich niet helemaal terugtrekken, zoals sommige radicalen eisen, maar ze moet ervoor zorgen dat de economie goed draait… enerzijds voor het welzijn van de samenleving en anderzijds – nu beantwoord ik het eerste deel van uw vraag en onthul ik ook mijn sympathie voor de ideeën van Schumpeter – door de “scheppende afbraak” te begeleiden, volgens mij het concept dat het best de veerkracht van een gezonde economie verklaart. Innovaties die met
Brussel terug te brengen of proberen ze hier te houden met subsidies, zich verzetten tegen de mondialisering, enz… Dat zijn allemaal voorbeelden van verloren moeite, utopische en vooral contraproductieve inspanningen. Een dergelijke demagogische boodschap komt goed over, maar ze helpt niet om aan een deel van de bevolking een goed inzicht in de economische werking te geven. Daardoor denkt men steeds meer aan machtsverhoudingen met de baas die wordt beschreven als een uitbuiter uit de 19de eeuw, terwijl de hedendaagse ondernemer juist mee de economische dynamiek draagt waaraan we onze levenskwaliteit danken. Men moet aan de ondernemer “krediet” geven voor zijn inzet, in plaats van hem in “diskrediet” te brengen.
Brussel heeft op enkele bedrijven na geen industrie meer. Hoe kunnen laaggeschoolden hier nog aan het werk?
De industrie biedt allang niet meer zoveel banen voor laaggeschoolden: tegenwoordig geldt dit enkel nog voor een minderheid van het personeel, want de meeste jobs vereisen bijzondere
Beci
De mondialisering die industrieën uit onze economische ruimte weghaalt, leidt tot een takenverdeling in ons voordeel. Zo kunnen we de efficiëntie van onze steeds meer op diensten georiënteerde economie, des te meer optimaliseren. Daarin schuilt de essentie van de meerwaarde van hedendaagse handelstransacties: in de prijs van een iPhone zijn de productiekosten miniem; in de verkoopprijs van een auto vormt het industriële deel amper het equivalent van de marketing, enz. Het aandeel van
In enkele domeinen staan we duidelijk bovenaan in de statistieken. De bevolkingsexplosie benadrukt het interculturele aspect en het delen van het levenskader. Op deze uitdagingen reageren wij met een heel concreet actieprogramma, dat we kunnen realiseren dankzij een gezonde begroting en loyale partners die op mijn lijst staan. Vergeet niet dat we 95% van de projecten die we aan de Schaarbekenaars beloofden, daadwerkelijk realiseren! Dat gaat van de algemene verlaging van de voetpaden aan oversteekplaatsen voor mindervaliden tot de strijd tegen de onderverdeling van gebouwen die in sommige wijken tot overbevolking leidt, via het openen van nieuwe gemeentescholen (twee op de Josaphat site – een Nederlandstalige en een Franstalige – en een andere in samenwerking met Evere), enz. Dat zijn heel grote werven die ook het gevolg zijn van de opgelopen achterstand van de gemeente. En we gaan ook nog 6 nieuwe crèches openen, want vroeger had Roger Nols de bouw van crèches enkel voorbestemd voor de Schaarbeekse wijken die in grote lijnen rechts van de Lambermontlaan lagen; hij wilde niets doen voor de zones waar de migranten samenstroomden in de overbevolkte wijken… In feite verzamelde hij daar alle voorwaarden voor een sociaal kruitvat.
Het helpt niet een stap achteruit te zetten en te dromen van een zelfvoorzienend industrieland. In die zin moeten we de desindustrialisatie van Brussel aanvaarden en bekijken als een positieve challenge die ons een lengte voorsprong kan geven. deze diensten zal blijven groeien en dat is maar goed ook, want hierin kunnen we uitblinken. Het helpt niet een stap achteruit te zetten en te dromen van een zelfvoorzienend industrieland. In die zin moeten we de desindustrialisatie van Brussel aanvaarden en bekijken als een positieve challenge die ons een lengte voorsprong kan geven.
Die mondialisering beleeft u ook in het kosmopolitisme van uw gemeente. Hoe ziet men de toekomst in een gemeente die weldra 150.000 inwoners herbergt op haar 8 km², met 30% vreemdelingen, 30% werklozen en een gemiddeld jaarinkomen van 9.500 euro per inwoner?
Anderlecht en Sint-Gillis hebben rellen gekend. In Schaarbeek niets daarvan: is dit te danken aan een ander sociaal beleid?
Diversiteit mag niet verdelen en ik bevestig regelmatig en duidelijk dat ik streef naar een neutrale overheid die als enige de mensen kan verzamelen rond gemeenschappelijke projecten. Bovendien voeren we een heel actief en resoluut transversaal sociaal beleid: het Huis van de Vrouwen, de cofinanciering door de gemeente en de Franse Gemeenschap van buitenschoolse activiteiten voor kinderen, culturele activiteiten voor jongeren, opleidingen voor volwassenen, enz. Ten slotte geef ik ook aandacht aan de inzet van buurtpolitie – ook met vrouwelijke agenten – die heel precieze
9
opdrachten vervult; “vredewachters” helpen onburgerlijk gedrag te bestrijden. Dat maakt het samen leven mogelijk en tot nu toe lukt dat aardig.
Hoe steunt u de ontwikkeling van economische activiteiten in Schaarbeek?
Op gemeentelijk niveau beschikken we niet over alle hefbomen van dit beleid. We moeten dus een creatieve en originele aanpak hanteren en goochelen met kleine budgetten. Toch leveren we reële, en ik durf zelfs te zeggen, performante inspanningen. Zo onthalen we een bedrijvencentrum (M-Village), een solidair economisch centrum (La Lustrerie), bieden we begeleiding voor jonge oprichters van bedrijven, hebben we JST (Jeunes Schaerbeekois au Travail) gecreëerd met drie vormingsketens die inspelen op de noden van de gemeente (bestrating, schrijnwerk en tuinbouw) enz.
Dat is veel werk: moet men goed gek zijn om burgemeester te worden, zoals de heer Riguelle ons onlangs toevertrouwde? Ik zeg liever: goed georganiseerd!
Interview afgenomen door Didier Dekeyser
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
vaardigheden. En de vooruitgang van de automatisering zal dit percentage nog verkleinen. Natuurlijk is het aantrekken van een bepaald activiteitentype om een categorie arbeiders “bezig te houden”, geen oplossing, maar is het uiteraard wel aangewezen hun vaardigheden op te krikken voor banen in nieuwe activiteiten. Dit impliceert inspanningen voor kwalificerende opleidingen die het Gewest in overvloed biedt, maar die we anders moeten kaderen en rationaliseren. Maar ook de Franse Gemeenschap, die hierin faalt, moet het roer drastisch omgooien, omdat ze teveel stokken in de wielen van onze onderwijzers steekt en omdat ze het vertrouwen in secundair technisch en kwalificerend onderwijs heeft aangetast.
Beci
OPINIE
Joe, de PVB chauffeur
J
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
10
oe de loodgieter wordt nu Joe de taxibestuurder. Met dank aan de technologische innovatie! Smartphone, GPS en 3-4G hebben de gave om van de eerste de beste burger (of toch bijna) een mogelijke taxichauffeur te maken. Deze technologieën zijn er in elk geval in geslaagd de beperkingen van een flinke brok wetgeving over personenvervoer aan te tonen. Niet alleen in Brussel, maar ook in New York, Berlijn, Londen of Parijs, allemaal steden waar woedende taxibedrijven de zaak voor de rechtbank brengen. Uber is het boegbeeld van deze revolutie van het personenvoertuig met bestuurder (PVB). Deze start-up stak in 2010 van wal en wordt vandaag op 17 miljard dollar geraamd. Zij ontwikkelde een smartphone applicatie waarmee ze rechtstreeks met de gevestigde taxibedrijven in de ganse wereld rechtstreeks kon concurreren. Het principe is eenvoudig: Uber leidt tax … nee, PVB- chauffeurs op en de klant gebruikt zijn mobieltje om het voertuig te lokaliseren, te reserveren en te zien naderen waarmee hij straks ter bestemming geraakt. Is dit een volwaardige taxiservice? Wellicht. Bij de lancering droeg Uber nog de naam UberCab. Of dit de reden is voor de heftige reactie? Wel, hoogstwaarschijnlijk, want de dienstverlening heeft heel veel in gemeen met onze dierbare taxi’s. De verschillen liggen in het uitblijven van wettelijke verplichtingen en conformiteitsregels, en het gebruik van technologie. Laten we echter duidelijk zijn: als wij Uber in onze steden de vrije teugel laten, dan komt er een extra vorm van openbaar vervoer, los van elke beperking eigen aan een overheidsdienst. Dit is het toppunt voor taxi’s die strenge regels moeten naleven, zonder echter altijd een monopolie te genieten. Het model is op zich aantrekkelijk maar blijkt buiten bereik van de jurisprudentie en haar regels. Welke verzekering zal de chauffeur schadeloos stellen in geval van een aanrijding? En moest een passagier gekwetst geraken, wie draagt hiervoor de verantwoordelijkheid? Is dit een eerlijke concurrentie ten aanzien van de klassieke taxi’s die onderworpen zijn aan sociale lasten, taksen, Ven.B en personenbelasting? Al deze vragen verdienen een antwoord nog VOOR er een officiële toestemming komt om deze formule uit te baten.
Kunnen de beide vormen van taxi’s naast elkaar bestaan? Daar zouden heel wat mensen gelukkig mee zijn, en dan vooral de gebruikers! De pas gevormde Brusselse regering heeft al begrepen dat de tijd dringt om de taxi aantrekkelijker te maken, o.a. door een versterking van de Collecto, het gemeenschappelijk vervoer per taxi, of de veralgemening van de betaling per kaart. We juichen deze paragraaf in het regeringsakkoord goedkeurend toe, maar dan wel op één detail na: de regering neemt nergens een duidelijk standpunt in over de toekomst van het PVB. Een valse start? Met de slechte reputatie van de taxi’s en de nogal vrijpostige streken van Uber op
de achtergrond, is er nochtans stof genoeg om dit belangrijke luik van de mobiliteit te moderniseren. Er moet worden gewerkt aan de gewestelijke zones en het huurforfait enerzijds, en aan de wazigheden van Uber en Djump anderzijds, als de beginselen van een gezonde concurrentie die aanvullende en geïntegreerde diensten aanbiedt. En ten slotte een positieve vaststelling: de aankomst van Uber en consorten is er in elk geval al in geslaagd druk op de ketel te zetten en bepaalde taxibedrijven te dwingen hun aanbod te moderniseren (bv. de ‘eCab’ applicatie van de Taxis Verts). Vincent Campeol, BECI
Lexicon
Taxi, PVB, gedeelde auto’s. Deze begrippen verschillen in functie van hun wettelijke definitie1: ◗ Taxi: een dienst die, met behulp van een chauffeur, het betalend vervoer van personen verzekert d.m.v. een motorvoertuig dat tot 9 personen kan vervoeren (chauffeur inbegrepen) en hiervoor bestemd is. Het voertuig wordt aan het publiek ter beschikking gesteld. De terbeschikkingstelling heeft betrekking op het voertuig. De klant bepaalt de bestemming. ◗ Gemeenschappelijke taxi (Collecto...): een dienst die, met behulp van een chauffeur, het betalend vervoer van personen verzekert d.m.v. een motorvoertuig dat tot 9 personen kan vervoeren (chauffeur inbegrepen) en hiervoor bestemd is. De terbeschikkingstelling heeft betrekking op elk van de plaatsen in de wagen. De klant bepaalt de bestemming. ◗ PVB – personenvoertuig met bestuurder: ‘elk ander betalend vervoer van personen’. Betalende dienst voor het vervoer van personen d.m.v. motorvoertuigen die noch een taxiservice, noch een gemeenschappelijke taxiservice verzekeren, die tot 9 personen kunnen vervoeren (chauffeur inbegrepen) en hiervoor bestemd zijn. Het voertuig wordt aan het publiek ter beschikking gesteld voor een verplaatsing die minstens drie uur duurt. ◗ Gedeelde auto’s (definitie volgens Wikipedia, overgenomen door Taxistop en de FOD Mobiliteit & Vervoer): gelijktijdig en opzettelijk gebruik van een voertuig door een niet-professionele bestuurder en één of meerdere passagiers om samen eenzelfde traject af te leggen.
1 Ordonnantie van du 27.04.1995 / laatste wijziging: Ordonnantie van 08.05.2014 (BS 11.06.2014); taxi: Uitvoeringsbesluit van de ordonnantie - Titels I en II; PVB: Uitvoeringsbesluit van de ordonnantie - Titels III en IV.
Beci
HET STANDPUNT VAN DE JURIST
Uber en de ondernemingen: op eigen risico? Stellen bedrijven die de Uber toepassing voor het vervoer van hun eigen medewerkers zouden gebruiken, zich aan een sociaalrechtelijk risico bloot? U leest hierover het standpunt van Frédéric Robert, advocaat, vennoot van het kantoor Forius en deskundige in sociaal recht.
Frédéric Robert: Uber biedt een mobiele toepassing waarmee de gebruiker toegang krijgt tot transportdiensten die door derden worden aangeboden. In principe zijn de chauffeurs zelfstandigen die eigenaar zijn van hun wagen – dit geldt althans voor de dienst UberPop, waarbij de wagen van een particulier wordt verhuurd. De situatie is minder duidelijk voor Uber (verhuur van luxewagens met chauffeur) en Uber X (verhuur van personenwagens met chauffeur). Uber treedt louter als een tussenpersoon op; het bedrijf stelt geen chauffeurs tewerk. De algemene voorwaarden van Uber bepalen dat het vervoercontract tussen de gebrui-
met betrekking tot diensten die door een zelfstandige chauffeur worden geboden. Een herkwalificatie van deze overeenkomst als arbeidsovereenkomst zou inhouden dat het bedrijf die de diensten gebruikt, in de feiten gezag op de chauffeurs uitoefent, wat van een band van ondergeschiktheid zou getuigen. Niets duidt echter in die richting. Rekening houdend met de algemene wettelijke criteria, organiseert de chauffeur die zijn diensten via Uber aanbiedt, zijn tijdsbesteding zoals hij er zelf over beslist. Hij rapporteert aan geen enkele hiërarchische macht. Hij geniet dus de volledige vrijheid om bepaalde ritten te aanvaarden of te weigeren. Als men de specifieke criteria bekijkt, is de chauffeur als natuurlijke persoon en eigenaar van zijn voertuig wel degelijk een zelfstandige. Hij neemt een financieel risico, aangezien zijn investering te maken heeft met de aankoop van zijn wagen. De chauf-
Als men weet dat Uber elke vorm van verantwoordelijkheid afwijst, zal het bedrijf die van deze toepassing gebruik wil maken, onvermijdelijk rekening moeten houden met de veiligheid en de gezondheid van zijn werknemers. ker en de vervoerder moet worden gesloten. Uber is geen partij in dit contract. Niets kan laten denken dat de onderneming die een beroep doet op het Uber platform voor zijn personeelsleden, kan worden beschouwd als de werkgever van de chauffeurs. Ik ben de mening toegedaan dat het bedrijf dat klant is, zich aan geen enkel specifiek risico blootstelt op het vlak van de sociale zekerheid van loontrekkende werkkrachten, zolang niet kan worden bewezen dat het een band van ondergeschiktheid aan de chauffeurs oplegt.
Het eeuwige vraagstuk van de valse zelfstandigen …
Wij hebben hier hoe dan ook te maken met een dienstverleningsovereenkomst
feur is alleen verantwoordelijk voor zijn budget. Hij kan natuurlijk geen beslissingen nemen in verband met het prijsbeleid, maar er wordt hem ook geen vaste bijdrage gewaarborgd. Hij treedt wel degelijk op als een onderneming en heeft natuurlijk het recht voor om het even welke gebruiker van Uber te werken. Dit betekent dat de Uber toepassing geen gevaar inhoudt dat de werkrelatie wordt geherkwalificeerd. Ik denk ook niet dat de chauffeurs kunnen worden beschouwd als arbeidskrachten die ten dienste van de gebruikende onderneming worden gesteld. In principe is de reglementering ter zake niet van toepassing als de dienstverlener met zelfstandige chauffeurs werkt. Trouwens, moesten we nu analogisch redeneren, dan stelt zich
Berlijn besloot de via Uber aangeboden diensten te verbieden om de consumenten te beschermen.
hetzelfde probleem voor de taxibedrijven of de PVB. Bij mijn weten heeft deze sector nooit met de bedoelde wetgeving problemen ervaren. En eens te meer, zie ik niet in waarom de Uber toepassing een dergelijk risico zou doen ontstaan.
Er is dus geen gevaar voor bedrijven die een beroep doen op Uber?
Ik zie in elk geval geen juridisch risico in materies die betrekking hebben tot sociale dumping. Ik heb wel enige twijfels wat betreft de reglementering over het welzijn op het werk en de verantwoordelijkheid van de werkgever. De veiligheid is al ter sprake gekomen om consumenten die gebruik maken van de Uber toepassing te beschermen. In Berlijn heeft precies dit aspect ervoor gezorgd dat dergelijke diensten werden verboden. Dezelfde redenering geldt voor ondernemingen. Hier alle wettelijke bepalingen doornemen zou waarschijnlijk te omslachtig zijn maar in geval van een probleem zou dit vraagstuk inderdaad opnieuw kunnen worden aangekaart. Als men weet dat Uber elke vorm van verantwoordelijkheid afwijst, zal het bedrijf die van deze toepassing gebruik wil maken, onvermijdelijk rekening moeten houden met de veiligheid en de gezondheid van zijn werknemers. Het zal dus alle maatregelen moeten treffen om zijn personeel te beschermen en om zich tegen eventuele risico’s te verzekeren. Interview door Emmanuel Robert
11 NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
Dynamiek: Uber positioneert zich niet als een vervoerbedrijf, wél als een computertoepassing die chauffeurs en klanten met elkaar in contact brengt. Moeten deze chauffeurs niet als loontrekkenden worden beschouwd?
Uw magazine schiet grafisch de hoogte in...
Afvuring in januari 2015
Beci
DUURZAAMHEID
Andere politieke kleuren voor het milieu Na 10 jaar Écolo beleid neemt Céline Fremault (cdH) de Brusselse portefeuille voor milieu en energie over. PS Staatssecretaris Fadila Laanan (PS) krijgt het afvalbeheer. Om te weten of we in die domeinen nu een andere richting inslaan, hebben wij beide dames op een ontmoeting met ondernemers uitgenodigd.
C
éline Fremault verklaart meteen dat ze “de burgers en de ondernemingen met het milieu wil verzoenen”. Een nobele bedoeling en een hele opzet, na twee legislaturen waar de ondernemers het milieubeleid soms nogal dogmatisch vonden. Op dit vlak mag gezegd dat de voormalige Minister van Economie, die zich vrij pragmatisch opstelt, nogal positief wordt onthaald. Dit betekent echter in geen geval dat het milieubeleid nu naar de achtergrond opschuift. Céline Fremault hamert op de noodzaak om onze ‘lineaire’ economie, die heel wat hulpbronnen verbruikt, om te buigen tot een ‘kringeconomie’, die hulpbronnen duurzaam beheert. Dit hoeft geen dwangmaatregel te worden, wel een opportuniteit om kosten te drukken, efficiënter te werken en werkgelegenheid te scheppen. Om deze overgang in te zetten, wenst Céline Fremault de samenwerking met de Brusselse ondernemingen op te krikken en een wederzijds gebruik van bepaalde hulpbronnen te bevorderen. Bovendien wil ze de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu versterken (o.a. door er het onderwijs bij te betrekken) en de vraag stimuleren via gedrags-
veranderingen bij de burgers. Haar collega Fadila Laanan, die voortaan belast is met openbare netheid in een stad die de reputatie heeft er nogal vuil bij te liggen, stelt zich eveneens voluntaristisch op. Ze mikt op “een niveau van reinheid die de hoofdstad van Europa waardig is”, want tenslotte staat de aantrekkelijkheid van Brussel op het spel. Ze stelt echter vast dat de ophaal van bedrijfsafval een zware kost betekent voor Net Brussel, en dat teveel handelszaken hun verplichtingen niet naleven. Als oplossing denkt ze aan de veralgemening van het verplicht afvalophaalcontract, een betere samenwerking met de gemeenten en een aanpassing van de ophaalplanning en -modaliteiten om beter in te spelen op de behoeften van de ondernemingen.
Energie, een dagelijkse zorg
Na de voordrachten hebben de twee ministers aan een paneldebat deelgenomen, in aanwezigheid van vijf Brusselse ondernemingen: Aquiris (behandeling van afvalwater), Delhaize (distributie), Sita (afvalbeheer), Solvay (chemie) en de BVS (beroepsvereniging van de vastgoedsector).
BWLKE, EPB en parkings
In de toespraak van Céline Fremault noteerde de ondernemers alvast een genuanceerde aanpak van de EPB normen (energieprestatie van gebouwen). De BVS, die door Chris Lee werd vertegenwoordigd, vraagt een werkelijk moratorium om de bedrijfswereld de tijd te gunnen om zich aan te passen… En om de feedback over de eerste passiefgebouwen door te nemen. De Minister antwoordde dat zij betreurde dat de sector tijdens het opstellen van
13 NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
Leidt de goede verstandhouding tussen Céline Fremault en Fadila Laanan binnenkort tot een constructieve samenwerking?
Over de preventie en het eventuele beheer van een black-out antwoordde Céline Fremault geruststellend: “Deze paniekreactie is nogal voorbarig”. Dit beaamden de ondernemers, die niet echt ongerust zijn. “Het gevaar is miniem”, bevestigde Yvan Huyghebaert (Aquiris), die er wel aan toevoegde dat een black-out die langer dan 3 uur zou duren, ernstige gevolgen zou hebben voor het waterzuiveringsstation Brussel-Noord. Het zou op een “milieuramp” kunnen uitdraaien. Solvay is op dit vlak minder kwetsbaar, aldus Pierre Depret: het bedrijf beschikt al geruime tijd over een warmtekrachtkoppelingsinstallatie waarmee het zorgeloos zou kunnen verder werken, tenminste zolang de gastoevoer niet wordt afgesneden. Volgens de deelnemers aan het debat is het dagelijks beheer van energie een veel concretere zorg voor de ondernemingen. Aquiris haalt meer dan 25% van zijn elektriciteit uit hernieuwbare energie, onder andere dankzij zonnepanelen en de inwinning van biogas uit zuiveringsslib. Van zijn kant slaagde Solvay erin zijn energieverbruik dankzij een energie audit met 10% te verminderen. “Energie is een van de aspecten waar een bedrijf zowel de kosten als de weerslag op het milieu kan verminderen”, verklaarde Laurent Fierens (Delhaize). “In onze winkels zijn de koelkasten voortaan met deuren uitgerust. Wij hebben in Zellik 100.000 m² zonnepanelen geïnstalleerd en wij gebruiken zoveel mogelijk daglicht.”
Beci de normen niet werd geraadpleegd. Er komt een evaluatie van de maatregelen, ditmaal mét raadpleging van de spelers. Zo nodig wordt er bijgestuurd, maar zonder laksheid. In deze materie is Brussel een Europese koploper – “en moet het ook blijven”, aldus de Minister, die “geen positieve spiraal wil doorbreken”. Toen ze over het BWLKE (Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing) en de vermindering van het aantal parkeerplaatsen in kantoorgebouwen werd aangesproken, zei Céline Fremault dat het eerder de bedoeling was bedrijven aan te sporen de parkeerplaatsen met andere gebruikers te delen. In sommige wijken is 30% van het verkeer namelijk te wijten aan de zoektocht naar een parkeerplaats en wordt 60% van de fijne stofdeeltjes door het verkeer geproduceerd. “Daar moeten wij iets aan doen.”
Duurzame voeding: een Brusselse productieketen
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
14
Céline Fremault onderstreepte al tijdens haar toespraak het belang van duurzame voeding als een bijdrage tot de ontwikkeling van Brussel, met inbegrip van productie binnen de stad. “Deze sector blijft voorlopig kwetsbaar, maar hij beantwoordt wel aan de werkelijke vraag. Het aanbod moet dus worden georganiseerd.” De ontwikkeling zal echter afhangen van de beschikbaarheid van ruimte, van de economische leefbaarheid van de projecten, en van de opleiding – hier wordt natuurlijk aan Coovi gedacht. Laurent Fierens (Delhaize) bevestigde dat het aanbod aan duurzame voeding volop in expansie is, al blijft de definitie hiervan nogal wazig: beperkt het concept zich tot de productie of komt ook de samenstelling van de producten hierbij kijken? Wordt er gerefereerd naar lokale productie? In dit opzicht reageerden Fierens en de andere aanwezigen weinig enthousiast op het idee van een ‘Geproduceerd in Brussel’ label, waar Fadila Laanan nochtans achterstaat. Wat betreft de integratie tussen de voedingsector en het beheer van organisch afval, vermelde Yves Decelle (Sita) dat zijn onderneming dit type afval al ophaalt bij Mabru, het Europees Centrum voor Fruit
De deelnemers aan het panel, zittend, van links naar rechts: Yvan Huyghebaert (Aquiris), Yves Decelle (Sita), Céline Fremault, Fadila Laanan, Laurent Fierens (Delhaize), Pierre Depret (Solvay) en Chris Lee (BVS).
en Groenten, de Europese Commissie en talrijke restaurants. Het afval wordt gebruikt voor biomethaanvorming of compostering en nadien opnieuw in de al dan niet biologische landbouw gebruikt. Fadila Laanan is van plan de ophaal van organisch afval in alle Brusselse gemeenten te veralgemenen, op vrijwillige basis, maar wat zou er met dit afval gebeuren? Van een biogasstation is er in Brussel momenteel geen sprake, behalve een project ergens in een kast, bij Net Brussel.
Afval en hulpbronnen: op weg naar de kringeconomie
Tussen afval en kringeconomie is de stap niet erg groot. Deze vorm van economie die Céline Fremault als een doelstelling beschouwt, wordt in de bedrijfswereld al praktisch toegepast. Solvay neemt bijvoorbeeld, in het raam van Irisphere, deel aan een project van een ecogistingskamer in de Nos Pilifs hoeve, voor het beheer en de verwerking van voedselafval uit verscheidene ondernemingen. Pierre Depret wees echter terecht op een aantal wettelijke en administratieve belemmeringen die moeten worden rechtgetrokken om deze vorm van kringloopbeheer aan te moedigen. Laurent Schiltz (Confederatie Bouw), die in de zaal aanwezig was, beaamde dit standpunt: de reglementering moet
worden vereenvoudigd om het beheer, de terugwinning en het hergebruik mogelijk te maken. “Het is doeltreffender promotie te maken voor goede praktijken dan nieuwe dwingende reglementeringen te blijven produceren. In dit opzicht levert het Brussels Waste Network schitterend werk.” Chris Lee (BVS) wenst eveneens een vereenvoudiging van de wetgeving om het concept van lean construction te bevorderen: kwaliteitsvol bouwen, maar met minder afval en minder energieverbruik … “Laten we het liever over recycling dan over afval hebben”, onderstreepte Yvan Huyghebaert (Aquiris), die eraan herinnerde dat het zuiveringsstation Brussel Noord het afvalwater niet alleen omzet in ‘gezuiverd water’, maar ook in meststoffen, technisch zand, biogas en zelfs bio plastic (hij had een staal mee). Wordt afval onze toekomst? Het antwoord van Yves Decelle (Sita) rondde het debat af: “In vele domeinen als klimaat of energie weet men precies wat te doen om de toestand te verbeteren, maar op het vlak van afval-hulpbronnen blijven de zaken ingewikkeld. Nu, hulpbronnen zijn eindig. En als we niet optreden, gaan we een ramp tegemoet.”
Emmanuel Robert
ONDERNEMINGEN EN MILIEU: EEN WINNEND TEAM
Ondernemingen en milieu: vaak worden ze voorgesteld als elkaars tegengestelde, met de nadruk op de beperkingen die ze mekaar zouden opleggen. Minder vaak wordt gesproken over mogelijke synergieën, over de positieve impacts die er voor beide partijen kunnen zijn. Ondernemingen en milieu: BECI en Leefmilieu Brussel, de overheidsdienst voor milieu en energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bundelen al drie jaar de krachten binnen een programma voor strategische steun aan kmo’s, in het kader van het Europese project ResilienNtWEB – bijgestaan door Greenloop, adviesbureau in duurzaamheid. Het programma is bedoeld om ondernemingen (gratis) te helpen hun strategie aan te passen om hun resilience of veerkracht te verhogen, met andere woorden hun vermogen om vooruit te lopen op de veranderingen van de markt, zich hieraan aan te passen en uit dit proces te leren. Het project richt zich voornamelijk tot kmo’s uit de sectoren voeding, bouw en toerisme. De benadering is toegespitst op de klant en zijn prioriteiten, en is gebaseerd op innovatieve “principes uit de natuur”. Deze biologische principes zijn vertaald in “managerstaal” en getest in tal van verschillende situaties, met het doel de begeleidingsmethode aan te scherpen. Ze steunen op het idee dat de natuur ecosystemen heeft ontwikkeld waarin het gebruik van hulpbronnen geoptimaliseerd is, en waarin begrippen zoals “afval” of “vervuiling” niet bestaan. Zo maken in de natuur bijvoorbeeld alle voedingsstoffen een cirkelbeweging: een dergelijke aanpak stelt de ondernemingen in staat hun afval of overcapaciteit te beschouwen als een potentiële bron van inkomsten. ResilieNtWEB ondersteunt duurzame innovaties in de corebusiness van de onderneming. In Brussel zijn ondernemingen als Choux de Bruxelles (stadsserres in gebouwen), Plant
Design (verticale tuinen die grijs water zuiveren), Viangro (valorisatie van vleesafval), PermaFungi (locale productie van oesterzwammen op afvalmateriaal) of Sheraton (hotel dat kiest voor duurzame voeding) betrokken in het project. ResilieNtWEB verenigt de expertise van organisaties uit Zuid-Engeland, Noord-Frankrijk en Luxemburg, waarin ook andere kmo’s uit de drie bovenvermelde sectoren begeleiding krijgen. Het project wordt in mei 2015 afgerond en een eindbrochure, die de balans opmaakt van de concrete resultaten die de begeleide ondernemingen boeken, zal dan beschikbaar zijn. Indien u belangstelling hebt voor het project, kunt u in de tussentijd een kijkje nemen op http:// resilientweb.eu. Op deze website kunt u gratis een test uitvoeren van de resilience of veerkracht van uw onderneming, en enkele video’s bekijken waarin praktijkgevallen worden voorgesteld. Voor meer informatie over het project kunt u contact opnemen met: ◗ Etienne Aulotte :
[email protected] of +32 2 7757730 ◗ Laura Rebreanu bij BECI:
[email protected] ◗
[email protected]
Beci
ENTERPRISE EUROPE BRUSSELS
Small Business Act: de EU raadpleegt de KMO’s Welke verwachtingen koesteren de kleine en middelgrote Europese bedrijven ten aanzien van het toekomstige EU-beleid? Deze vragen vormen de kern van een raadpleging die de Europese Commissie organiseert ter verbetering van de Small Business Act (SBA) – een geheel van maatregelen die bedoeld zijn om het concurrentievermogen van KMO’s te versterken.
D
e Small Business Act werd in juni 2008 goedgekeurd als strategisch kader ter ondersteuning van de KMO’s en hun centrale rol in de economie van de EU. Het initiatief wil de globale aanpak van de ondernemingsgeest verbeteren om de voorrang aan KMO’s duurzaam in de beleidsmaatregelen («Think Small First») te verankeren en hun groei te bevorderen. De SBA betreft alle onafhankelijke ondernemingen die minder dan 250 personen tewerkstellen, dus 99% van alle Europese bedrijven.
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
16
Vijf zuilen
De SBA berust momenteel op vier zuilen: ◗ De toegang tot financiering: ondanks bepaalde tekens die gunstiger uitzichten laten doorschemeren, lijden KMO’s nog aan een schrijnend tekort aan betaalbare oplossingen voor hun financiering; ◗ De toegang tot markten en internationalisering; ◗ Ondernemerschap: potentiële ondernemers verdienen een voortdurende ondersteuning omwille van de aanhoudende hoge werkloosheidscijfers, voornamelijk onder de jongeren; ◗ De verbetering van de reglementering: de verlichting van de administratieve lasten blijft een van de voornaamste prioriteiten, ondanks enige vooruitgang op dit vlak. Om oplossingen uit te dokteren tegen het gebrek aan bepaalde vaardigheden dat heel wat Europese economieën treft, werd ook een vijfde zuil in het leven geroepen: de vorming van ondernemers en van personeel. De SBA doet een beroep op de uitwisseling van de beste praktijken, ondersteunt internationalisering en ondernemingsgeest en bevordert de toegang tot financiering (via financieringsinstrumenten als CIP en COSME). Als dusdanig zet de SBA de Lidstaten aan doeltreffende oplossingen in te voeren die elders al hun degelijkheid hebben bewezen, en zelf met gelijkwaardige suggesties op de proppen te komen.
België nog voor verbetering vatbaar
De technische SBA fiches worden jaarlijks voor elke Lidstaat gepubliceerd om beter inzicht te verschaffen in de recente trends en de Nationale beleidsmaatregelen in verband met KMO’s.
De technische fiche 2013 voor België vermeldt dat de Belgische economie haar herstel heeft verdergezet en het niveau van haar BBP vóór de crisis van 2008 lichtjes heeft overtroffen. Recente ramingen maken gewag van een gevoelige toename van het aantal KMO’s, van de tewerkstellingsniveaus en van hun toegevoegde waarde. De arbeidsmarkt zou nochtans op korte termijn geen verbetering moeten verwachten, want de ondernemingen moeten hun productiviteit herstellen alvorens ze nieuwe werkkrachten aantrekken. Men verwacht dus dat de huidige werkloosheidscijfers (8,5%, hoger dan in de periode 2008-2009) in 2014 nog blijven stijgen. Het SBA profiel van België stemt ruimschoots overeen met het gemiddelde van de andere EU Lidstaten. Kwalificaties en innovatie horen nog steeds tot de onderscheidende troeven van de Belgische KMO’s en bijkomende maatregelen werden getroffen om failliet verklaarde ondernemers meer tweede-kansmogelijkheden te bieden. Toch blijven, in bepaalde domeinen, meer gerichte maatregelen een noodzaak. De technische fiche 2013 duidt op een aantal domeinen die in België voor verbetering vatbaar blijven, namelijk de financiering van KMO’s (die moeilijkheden ervaren om leningen te verkrijgen), de productie- en arbeidskosten (twee thema’s die niet onder de SBA vallen), de reglementaire logheid en de kost van internationale handel.
Call to action: uw mening, graag
De door de Europese Commissie georganiseerde raadpleging doet een beroep op alle belanghebbende partijen, opdat de SBA de uitdagingen van de toekomst efficiënter zou aanpakken. Als woordvoerder van de Brusselse ondernemingen en contactpunt van het Enterprise Europe Network voor Brussel, verzoekt BECI/ Enterprise Europe Brussels u aan deze raadpleging deel te nemen en uw standpunt bekend te maken. De raadpleging wordt op 15/12/2014 afgerond. Zie: http://ec.europa.eu/eusurvey/runner/NewSBAsurvey2014. Bron: IP/14/975 Informatie: J.-Ph. Mergen – BECI/Enterprise Europe Brussels – Tel.: 02 210 01 77 – E-mail:
[email protected]
Beci
BRUSSELS HACKATHON:
Creatief met open data Op 17 en 18 oktober vond in het Brusselse co-working center Transforma de Open Data Hackathon plaats. Tijdens dit door Global Enterprise georganiseerd event staken twee dagen lang ontwikkelaars, grafisch ontwerpers en niet-technische burgers de koppen bij elkaar om online diensten of ideeën voor apps te bedenken die nadien daadwerkelijk tot een werkbaar prototype werden ontwikkeld. Aan het einde van dat
"B
ECI was bijzonder blij en trots tot deze hackathon te hebben bijgedragen", zegt Cédric Swaelens, innovatieverantwoordelijke bij BECI. "Dit evenement beantwoordde in meerdere opzichten aan het type evenementen dat wij graag ten volle steunen." Een eerste reden van steun was de opzet van de tweedaagse: het bedenken en uitwerken van goede ideeën die op termijn ook echt kunnen worden ingezet. Swaelens: "Ook al is de Hackathon in wezen een intellectuele uitdaging, toch wilden wij aan het einde van de rit klaar staan met de bedenking: 'mooi idee, maar waarom zouden jullie hier geen business case en eventueel ook een volledig bedrijf rond bouwen?' Zo stimuleren we niet alleen dit ene concrete project maar hopelijk ook andere ambitieuze starters." Ten tweede wil BECI op deze manier Brussel meer op de kaart zetten als regio waarin onderneming en innovatie een echte kans krijgen. En BECI kan daarin een belangrijke rol spelen voor startende en groeiende ondernemingen, vult Cédric Swaelens aan: "Ten eerste kunnen we een adviserende rol spelen. Ten tweede kunnen we hen helpen bij het opstarten van het bedrijf, door praktisch advies over te nemen stappen. Ten derde kunnen we hen helpen groeien, door hen voor te stellen aan de andere leden van het BECI-netwerk. Zo kunnen we hen
helpen in elke fase van het groeitraject." Maar BECI was ook specifiek in deze Hackathon geïnteresseerd omdat de praktische uitdaging bestond in het gebruik maken van open data. "De beschikbaarheid van open data interesseert ons al jaren", licht
Cédric Swaelens toe, "en het verheugde ons dat er actief wordt gezocht naar manieren om deze rijkdom beter te benutten. Als wij hieraan ons steentje kunnen bijdragen, graag." "Open data bieden een schat aan informatie die tot nu toe maar met mondjesmaat wordt benut", vervolgt Cédric Swaelens, "Dit is geen kwestie van slechte wil, maar vaak ontbreekt de tijd en de expliciete opdracht om deze gegevens ten volle te gebruiken. Maar zeker nu de Europese Commissie alle lidstaten heeft aangezet om meer werk te maken van open data, is het geen slecht idee om geregeld initiatieven te nemen die expliciet het belang en de voordelen van open data in de kijker zetten. Wij zijn blij en trots dat we met dit evenement een concreet voorbeeld hebben kunnen stellen", besluit Cédric Swaelens. Stef Gyssels
De laureaten van de Brussels Hackathon Aan het einde van het Hackathon weekend werden drie projecten gelauwerd. De Prijs voor het Protoype met het meeste Economische Potentieel, uitgereikt door BECI, ging naar het project 'Publi-City', een toepassing waarmee eindgebruikers een waardering kunnen toekennen aan advertenties in de straat. Met deze toepassing zouden adverteerders beter kunnen onderzoeken hoe consumenten over hun advertenties denken. "Wij vonden dit idee eenvoudig en doeltreffend, en zijn blij dat we dit team kunnen bijstaan bij het uitwerken van dit idee tot een bloeiend bedrijf", zegt Cédric Swaelens. De Prijs voor het Beste Prototype, uitgereikt door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, werd toegekend aan het project 'Bow'. Deze toepassing detecteert openbare Wifi-hotspots in de stad en voegt er contextuele informatie aan toe, zoals de toegelaten gebruiksduur. De Prijs voor de Toepassing/Dienst die van de meeste verschillende open data gebruik maakt, uitgereikt door de stad Brussel, ging naar het project 'Think of the Children'. Hiermee bekijkt de gebruiker op een kaart hoeveel plaatsen er in elke school in België voor leerlingen beschikbaar zijn en hoe dit waarschijnlijk zal evolueren. Opvallend detail: bij de deelnemers waren heel wat vrouwen. "Ook in het door ons gelauwerde team zat een meerderheid van vrouwen", stelt Cédric Swaelens tevreden vast. "Fijn dat steeds meer dames voor technische beroepen en ondernemerschap kiezen.”
17 NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
©polanri.com / transformabxl.be
weekend werden de demo's van de app of dienst aan een jury van experten getoond.
Beci
FICHE STAATSHERVORMING
2. Woonbonus en vastgoedsector De overdracht van bevoegdheden en budgetten naar de Gewesten toe, in het raam van de zesde staatsher-
vorming, houdt ook heel wat gevolgen voor de bedrijfswereld in. Om u hierin een beter inzicht te verschaffen, publiceren wij maandelijks praktische fiches in uw magazine.
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
18
Waar het over gaat
De woonbonus is een fiscaal voordeel dat in 2005 van kracht werd om hypotheekleningen gedeeltelijk aftrekbaar te maken. Deze maatregel is bedoeld om de aanschaf van een eigen (en enige) woning aan te moedigen. Elke belastingplichtige die deze korting geniet, kan op die manier maximaal 1.560 € belasting per jaar uitsparen. Aan de federale regering heeft dit systeem in 2010 1,99 miljard € gekost. Dit cijfer liep in 2011 op tot 2,3 miljard en zelfs 2,88 miljard in 2012.
Wat nu gaat veranderen
Vanaf 1 januari 2015 zijn uitsluitend de Gewesten bevoegd om fiscale voordelen bij de aankoop of de bouw van een woning toe te kennen. Aangezien het om een belastingverlaging gaat, treedt de verandering bij de volgende aangifte van de personenbelasting in voege. Wel dient vermeld dat het systeem op voorhand werd gewijzigd, zodat de belastingverlaging nu het unieke percentage van 45% hanteert (vroeger vier percentages tussen 30 en 50%, naargelang van de inkomsten).
Hoe maken de Gewesten gebruik van deze nieuwe bevoegdheid?
Voor nieuwe aankopen van vastgoed (vanaf 2015) heeft Vlaanderen beslist het plafond van de belastingvermindering te verlagen. In het beste geval bedraagt de belastingvermindering 912 € per jaar. Voor het ogenblik raken Brussel en Wallonië nog niet aan het woonbonussysteem. De hoofdstad kondigt aan dat de budgetten voor dit mechanisme binnenkort zullen worden gestabiliseerd (betekent dit dat de enveloppe gesloten of ‘bevroren’ wordt?). Wallonië beweert dat het mechanisme tussen nu en 2017 een evaluatie ondergaat. Wait and see.
Impact op de vastgoedsector
De vermindering van het hefboomeffect van de woonbonus verzwakt ook het leningsvermogen van de gezinnen. Dit zou volgens meerdere bronnen een negatieve impact van 5 tot 10% op de prijzen moeten hebben. In een ruimer kader kondigt het Brusselse Gewest een verschuiving van de fiscaliteit aan: van werk naar vastgoed. De woonbonus vormt natuurlijk slechts een deel van dit vraagstuk. Indien het Gewest inderdaad de inkomsten van de onroerende voorheffing wil vergroten, in welke proportie mogen we dit dan verwachten? En wat zullen de gemeenten doen? Vergeleken met de andere Gewesten, moet bovendien rekening worden gehouden met de inschrijvingsrechten (die in Brussel en Wallonië 2,5% hoger liggen dan in Vlaanderen). Omwille van de regionalisering van de wet over huurovereenkomsten voor de hoofdverblijfplaats, handelshuurcontracten en pachtcontracten, zijn andere verschuivingen in de sector te voorzien, meer bepaald in de relatie tussen eigenaar en huurder. In dit opzicht wil de Brusselse regering “de verhuring bevorderen van woningen die de normen naleven”. Ze zal “een duidelijke lijst opmaken van de werkzaamheden die door de eigenaars moeten worden uitgevoerd en van diegene die ten laste van de huurders vallen, en waarvan niet zal mogen worden afgeweken.” De regering zal “overleg plegen met de organisaties die respectievelijk de huurders en de verhuurders vertegenwoordigen alvorens een wijziging van de wetgeving te overwegen.” Hier wordt zeker en vast stevig over gedebatteerd. Vincent Delannoy
Het standpunt van BECI
◗ De woonbonus is een belangrijk middel om de vestiging van arbeidskrachten in Brussel te bevorderen. Op die manier wonen die mensen op korte afstand van hun werkplaats en vermindert het aantal pendelaars, met alle positieve gevolgen van dien op de mobiliteit. BECI pleit voor het behoud van dit mechanisme, of zelfs de versterking ervan door de toekenning van een woonuitkering in het raam van de bezoldiging. ◗ De verschuiving van de fiscaliteit van werk naar vastgoed kan positieve gevolgen hebben voor de koopkracht en de vestiging van arbeidskrachten in Brussel, maar BECI waarschuwt voor eventuele negatieve gevolgen voor vastgoedinvesteerders. Hier moeten desnoods correctiemaatregelen optreden. ◗ De regionalisering van de wetgeving over huurcontracten kan tussen de Gewesten verschillen doen ontstaan en de zaken moeilijker maken voor ondernemingen die in meerdere Gewesten zijn gevestigd. Een interregionaal overleg is wenselijk om zulke verschillen zoveel mogelijk in te dijken.
DOSSIER BRUSSELS METROPOLITAN
Brusselse metropool the place to be? Brussels Metropolitan zag in 2008 het licht om een grootstedelijke visie van onze hoofdstad te ontwikkelen en de troeven van Brussel als internationaal centrum beter te valoriseren. De routekaart voorzag een tienjarig project. De eerste helft van deze termijn ligt achter de rug, met de vraag welke vooruitgang ondertussen werd geboekt. Dit bespraken wij met Alain Deneef, intendant van Brussels Metropolitan.
H
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
20
et gebied gevormd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen Hal-Vilvoorde, Nijvel en een flink deel van het arrondissement Leuven hoort bij de meest productieve in Europa. Vanzelfsprekend verdient deze benijdenswaardige situatie te worden gevrijwaard, maar het is ook hoog tijd om het bestaande potentieel beter uit te baten “In meerdere domeinen geldt Brussels Metropolitan als de enige organisatie die de grootstedelijke dimensie analyseert en erover nadenkt. Als wij dus geen interregionale visie ontwikkelen, onder andere wat de mobiliteit betreft, dan zal geen enkele andere organisatie, instelling of overheid hiervoor instaan”, stelt Alain Deneef vast.
De steun van ondernemingen herstellen
Toen Alain Deneef een jaar geleden zijn functie aanvaardde, bestond een van zijn eerste opdrachten erin de leden, de ondernemingen en andere betrokkenen opnieuw voor het project warm te maken. “Gedurende de eerste jaren concentreerde Brussels Metropolitan zich vooral op onderzoek, de publicatie van position papers en de organisatie van symposia. Dit werk moest worden gedaan, maar het gebrek aan interactiviteit heeft onze partners op den duur wat op afstand gehouden. Ik nam dus het voornemen de steun van ondernemingen aan onze projecten nieuw leven in te blazen. Nadenken over het concept van metropool komt verrassend nieuw
“We zullen er niet in slagen de projecten van Brussels Metropolitan tot een goed einde te brengen als we er alleen aan werken. We hebben de drijvende kracht van ondernemingen broodnodig.” over bij mensen die hiervan nog niet hebben gehoord. Vandaar het belang om een zo groot, zo breed en zo divers mogelijke groep stakeholders te bereiken en te overtuigen.” Daarbij is het natuurlijk de bedoeling thematische coalities te vormen waar alle partijen bij betrokken worden. Er werden dus zeven werkgroepen opgericht (zie kader) die met de steun van McKinsey over belangrijk geachte vraagstukken nadenken en per groep
De drie doelstellingen van Brussels Metropolitan in 2015: ◗ De vijf concrete projecten uit de MidTerm Review op gang brengen. ◗ De draagvlakte van het initiatief vergroten door de opbouw, rond de stichtende leden, van een brede kring andere organisaties (middenstand, internationale handelskamers, vakbonden, cultuurgroepen, milieugroepen en academische wereld) ◗ Aanvullende financiële middelen verzekeren dankzij de steun van de privésector om het Brussels Metropolitan team uit te breiden.
een tot drie concrete en voor uitvoering vatbare projecten identificeren. Elke groep is samengesteld uit een tiental CEO’s. Alain Deneef: “We zullen er niet in slagen de projecten van Brussels Metropolitan tot een goed einde te brengen als we er alleen aan werken. We hebben de drijvende kracht van ondernemingen broodnodig. Deze werkgroepen bestaan ondertussen een aantal maanden en ik stel nu al vast dat de projecten die het best opschieten onder leiding van CEO’s staan. Zulke mensen getuigen niet alleen van aanleg voor analyse: ze zijn ook in staat mensen te mobiliseren om een denkproces of een project te ondersteunen. Ze slagen er bovendien in andere invloedrijke mensen te overtuigen en krijgen gehoor in de politieke wereld.” De eerste resultaten werden in maart en april tijdens de MidTerm Review toegelicht. “We hebben toen de balans van de eerste vijf jaar opgemaakt en voor de vijf komende jaren een actieplan uitgewerkt. We hebben bovendien
DOSSIER BRUSSELS METROPOLITAN In de pijplijn van Brussels Metropolitan … De zeven door Brussels Metropolitan opgerichte werkgroepen buigen zich respectievelijk over vraagstukken als mobiliteit, de arbeidsmarkt, het internationale aantrekkingsvermogen, ruimtelijke ordening, financiën, media ICT en ten slotte het Europese recht en de lobby. In dit raam werden al concrete werktrajecten geïdentificeerd. Vier hiervan ontdekt u hieronder: 1. De kilometerheffing: omdat de mobiliteit in en rondom Brussel steeds verslechtert, wil Brussels Metropolitan een brede coalitie van spelers vergaren die eerst onderling een synthese van het vraagstuk zullen maken en daarna de politieke wereld zullen vragen het complexe project van de kilometerheffing aan te pakken. Dit project beoogt een modal shift (een verandering van gedragingen bij automobilisten) en een tax shift (een neutrale impact op autobelastingen).
3. Ruimtelijke ordening: Alain Deneef weet dat de transregionale dimensie voor complexiteit zorgt. Dit rechtvaardigt echter niet dat ruimtelijke ordening in een vergeethoekje zou worden geduwd. Volgens hem kan de ruimtelijke ordening worden verbeterd door een efficiënter beleid in de toekenning van woningen in Brussel en in de rand (een hogere vastgoeddichtheid). In dit opzicht denkt Brussels Metropolitan aan de oprichting van een door de overheid gesteund Observatorium van de Brusselse Metropool, waar ambtenaren en universitairen uit de drie Gewesten elkaar zouden kunnen ontmoeten om gevolg te geven aan de vragen en behoeften van privé spelers. 4. Aantrekkelijkheid door sport: de keuze van Brussel voor de bouw van het grote stadion voor de Europabeker 2020 is zeker positief. Hiermee kunnen we interessante sportwedstrijden naar Brussel halen. En, wie weet, misschien onze kandidatuur indienen voor de Europese Spelen van 2023.
de projecten geselecteerd die tijdens ons symposium op 10 februari 2015 aan de politieke overheden zullen worden voorgesteld.”
dat zij aanvaarden enkele werkkrachten van hun cabinet of administratie uit te zenden om BM in deze opdrachten te ondersteunen.”
Verbintenissen van de politieke overheden
De wet van 19 juli 2012 die het Brussels Grootstedelijke Gebied creërt, betekent op zich een flinke doorbraak, mede dankzij de lobby van Brussels Metropolitan, maar daarmee is niet alles opgelost. “Deze wet bepaalt een perimeter, de institutionele spelers en de materies die hierbij betrokken zijn”, licht Alain Deneef toe. “Ze voorziet echter geen eigen financiële middelen omdat wij hier noch met een nieuw overheidsniveau te maken hebben, noch met een instelling. De wet beschrijft ook geen manier van werken of methodologie. Dit zijn dus de
Brussels Metropolitan wenst, minstens eenmaal per jaar, alle deelnemers en alle stakeholders samen te brengen voor een interactieve werksessie die als startpunt zal dienen voor latere actie. “De vertegenwoordigers van de werkgroepen zullen de meest gevorderde projecten voorstellen en de beleidsmensen vragen hierop te reageren. Wij hopen dat deze politici op die manier openlijk ten aanzien van de bedoelde projecten een standpunt innemen en
“De functie zal het orgaan creëren, niet omgekeerd.” aspecten waarover wij ons moeten buigen. Wij moeten ons verdiepen over de aan te wenden methodes om complexe projecten tot een goed einde te brengen, meer bepaald met een ‘bottom-up’ aanpak. Elk project zal een eigen methode vergen. Neem nu de mobiliteit: als verschillende spelers ooit in deze materie een aantal akkoorden bereiken en samen aan gemeenschappelijke projecten werken binnen een ‘coalitie van vrijwilligers’, dan zou de politieke overheid, uit efficiëntieoverwegingen, op termijn misschien verkiezen een soort Agentschap voor Grootstedelijke Mobiliteit in het leven te roepen. In de andere richting zal zoiets nooit functioneren. Ik ben ervan overtuigd dat geen enkel orgaan zal ontstaan zolang er geen concrete projecten lopen. De functie zal het orgaan creëren, niet omgekeerd. Daarom meen ik dat de wet ons het startpunt geeft (het raam), maar niet de eindstreep (de instelling, de middelen).” Volgens Alain Deneef bereikt men al resultaten als men er voor zorgt dat mensen die niet met elkaar praatten, dat nu wél doen en bovendien goede praktijken uitwisselen. “Ik besef ten volle dat hier veel voorwaarden mee gepaard gaan, maar ik ben er van overtuigd dat men best aan projecten werkt – zelfs zonder zekerheid over de uitkomst – dan in immobilisme te verstarren.” Interview afgenomen door Gaëlle Hoogsteyn
21 NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
2. De aantrekkelijkheid van de metropool: Brussels Metropolitan wenst talent naar de hoofdstad te lokken. Alain Deneef denkt meer bepaald aan mensen die enkele maanden of enkele jaren lang in Brussel verblijven om er te studeren, stage te lopen of te werken. Qua werkgelegenheid is het van groot belang om zulke ‘expatriates’ en hun job naar Brussel te lokken. Verder zou Brussel als Europese hoofdstad een van de meest gevraagde Erasmusbestemmingen moeten zijn, maar dit is niet het geval. In dit opzicht zou benchmarking kunnen plaatsvinden met vergelijkbare steden zoals Berlijn, waar jongeren massaal naartoe trekken.
DOSSIER BRUSSELS METROPOLITAN
De grootstedelijke economie onder de loep Brussel is het kloppend hart van het economische dynamisme in ons land, maar hier dient gezegd dat
ook het hinterland rechtstreeks bijdraagt tot het succes van de hoofdstad, en dan meer bepaald de arrondissementen Halle-Vilvoorde en Nijvel, die onder de koepel van de grootstad aan het Brusselse Gewest werden toegevoegd. Op aanvraag van Brussels Metropolitan werden de economische prestaties
van deze metropool door het onafhankelijke Zwitserse bureau BAK Basel1 onderzocht en samengebracht
in een studie die de prestaties van verscheidene Europese grootsteden onder de invalshoek van de vijf driver sectors vergelijkt.
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
22
©BAK Basel
D
e door BAK Basel aangewende methodologie groepeert de economische activiteiten in sectoren om waardevolle vergelijkingen te kunnen uitvoeren. De performantie van deze sectoren, waaronder sommige (de stedelijke sector bijvoorbeeld) bijzonder uiteenlopend overkomen, kan onder verscheidene invalshoeken worden benaderd, wat trouwens het programma wordt van het Brussels Metropolitan Symposium, op 10 februari 2015. U krijgt hieronder een voorsmaakje: de situatie van deze sectoren in onze metropool. De sectoren worden gerangschikt volgens hun aandeel in het BBP.
1 « Métro Brussels Benchmarking Analysis Update 2013 »
©BAK Basel
DOSSIER BRUSSELS METROPOLITAN
In het Brusselse Gewest loopt de tewerkstellingscurve onder die van de demografie. In Waals-Brabant en binnen het arrondissement HalleVilvoorde is dit net omgekeerd.
2. De ‘politieke’ sector (openbaar bestuur, gezondheidszorg, onderwijs, energie, water, onderzoek en ontwikkeling) Deze tweede grootste ‘driver’ kenmerkt zich door de vierde grootste groeicijfers onder de bestudeerde metropolen. De sector vergt veel arbeidskrachten (31% van de werkgelegenheid) maar genereert weinig meerwaarde en duwt daarom onze productiviteit naar beneden, die nochtans op de eerste plaats blijft. 3. De traditionele sector (textiel, agrovoeding, uitgeverijen en drukkerijen, productie van hout en papier, plastic, bouwsector) Deze sector gaat constant achteruit. Hij is drie keer kleiner bij ons dan in andere metropolen. Dit bevestigt dat onze grootstad resoluut de tertiaire weg volgt. 4. De nieuwe economie (informatica, telecommunicatie, elektronica, audiovisuele apparatuur, postdiensten) Haar aandeel in ons BBP neemt toe, ondanks een negatieve groei tijdens de afgelopen 10 jaar, wat meestal te wijten is aan de krimpende activiteiten van post, briefuitdeling en telecommunicatie.
5. De oude economie (industriële sectoren als chemie, medische apparatuur, automobiel, farmaceutica enz.) Ze vertegenwoordigt slechts 4% van ons BBP maar blijft dynamisch, onder andere dankzij de zeer goede prestaties van de chemische sector (de farmaceutische nijverheid inbegrepen), maar wordt afgeremd door de achteruitgang van de autoindustrie.
Demografie
De door BAK Basel bestudeerde metropolen kampen allemaal min of meer met dezelfde uitdagingen, onder andere wat betreft demografie en werkgelegenheid. Overal moet een steeds groeiende bevolking worden gehuisvest, opgeleid en massaal tewerkgesteld, zeker wat betreft laaggeschoolde profielen. Dit is een paradox, want de grootsteden die hun industrie verliezen, vertonen een steeds toenemende behoefte aan hooggekwalificeerde werkkrachten. De Brusselse metropool behoort tot de vier Europese steden met de sterkste demografische groei, en onderscheidt zich door de continuïteit van het fenomeen. Het is dan ook niet te verwonderen dat de woongelegenheid in Brussel steeds schaarser wordt en dat, meer bepaald in een context van een inkrimpende industrie, de druk toeneemt op terreinen die normaliter worden toegewezen aan economische activiteiten die veel oppervlakte vergen. Als gevolg gaan ook bepaalde types beroepen zeldzamer worden, o.a. in functies die weinig kwalificatie vereisen.
Werkgelegenheid
Een deel van de bevolking die de demografische groei veroorzaakt, kenmerkt zich door een laag scholingsniveau en wordt nu geconfronteerd met een vermindering van de proportie banen die minder
competenties vragen. Het fenomeen vindt plaats in een Brusselse metropool die heel weinig nieuwe werkgelegenheid schept (gemiddeld 0,8% over een tijdspanne van 10 jaar). De vergelijking van dit lage percentage met de bijna dubbel zo hoge cijfers van de demografische groei spreekt boekdelen over de complexiteit van dit vraagstuk. In het Brusselse Gewest loopt de tewerkstellingscurve onder die van de demografie. In Waals-Brabant en binnen het arrondissement Halle-Vilvoorde is dit net omgekeerd. Productieactiviteiten verlaten de stad, zegt de studie, die bovendien een omgekeerd verband legt tussen de demografische groei en de creatie van werkgelegenheid in de randgebieden van de metropool. Dit heeft echter een weerslag op de cijfers van de werkloosheid binnen de stad (en op een al bijzonder stroeve mobiliteit – dagelijks 350.000 pendelaars in Brussel – die op haar beurt de vlucht van ondernemingen en de werkloosheid bevordert). Zie hier de ware uitdaging van het Brusselse Gewest binnen de grootstad: de beschikbare arbeidskrachten mobiliseren door een verbetering van het scholingsniveau. Het onderwijs en het aanbod aan vormingen staan dus centraal in dit vitale vraagstuk.
Economie: troeven …
De Brusselse metropool hoort bij de meest productieve in gans Europa, ondanks een BBP dat jaarlijks slechts met 1,6% stijgt (1,4% voor het Gewest, dat een aandeel van 66% in het BBP van het grootstedelijk gewest voor zijn rekening neemt). Hierachter schuilt echter een minder goed resultaat: de groei van het BBP per capita bedraagt amper 0,2%. Dit zou kunnen betekenen dat de productiviteit van het werk achteruit is gegaan. Nu, deze
23 NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
1. De stedelijke sector (financiële diensten, diensten aan ondernemingen, handel, hotels, restaurants, vervoer en vastgoed) Zie hier de locomotief van onze economische activiteit. De sector staat voor de helft van onze groei in en vertegenwoordigt meer dan de helft van de tewerkstelling (54%). Het financiële luik hiervan presteert merkwaardig en bevindt zich in de Europese top 3 wat betreft de proportionele bijdrage tot het BBP.
©BAK Basel
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
24
redenering klopt misschien niet: de toename van de bevolking zorgt enerzijds voor bredere kloven; anderzijds vernemen we uit de studie dat de openbare sector de tweede grootste groeifactor is geworden. Iedereen weet dat overheidsdiensten vele werkkrachten tewerkstellen, maar weinig toegevoegde waarde produceren. De vergelijking tussen onze positieve groei en de stagnerende creatie van nieuwe werkgelegenheid duidt dus integendeel op een betere productiviteit in de andere sectoren. Vandaar onze groei. Binnen de stedelijke sector scoren de financiële diensten in onze metropool bijzonder goed – veel beter dan in andere grootsteden, trouwens. In dezelfde sector noteren we ook goede resultaten voor de diensten aan ondernemingen (37% van de sector), waar ook het vastgoed bij hoort, met een bijdrage van 28% aan het BBP. Wat het vervoer betreft, bedraagt de bijdrage tot ons BBP 5,8%, meer dan in andere grote steden. In het vervoer kent de groei ups en downs, maar hij blijft positief, echter zonder creatie van nieuwe werkgelegenheid. Meer dan ooit levert de nieuwe economie zijn bijdrage tot de groei van de metropool, ondanks de achteruitgang van postdiensten en telecommunicatie. De oude economie als bron van meerwaarde houdt stand. Of liever, ze heeft een nieuw evenwicht gevonden, want de zeer goede prestaties van de chemische sector compenseren de neerwaartse activiteit van de auto-industrie. Het succes van de sector is dus overwegend te danken aan de chemie. Dit getuigt van een reële kwetsbaarheid. De studie stelt zich namelijk vragen rond de kritische massa van de Brusselse metropool op het vlak van
©BAK Basel
DOSSIER BRUSSELS METROPOLITAN
onderzoek. Onze uitgaven in onderzoek en ontwikkeling liggen iets onder het gemiddelde. Dit geldt eveneens voor onze octrooiaanvragen en de kwaliteit van ons universitair onderzoek. Ten slotte vermeldt de studie het toenemend aandeel van lobbying activiteiten in onze economie.
… en zwakheden
Het belang van de overheidssector in ons BBP, met groeicijfers die hoger liggen dan elders, zorgt voor enige bezorgdheid, want de financiering hiervan rust ten slotte op een werkelijk productieve economische activiteit. Het toerisme, dat betrekkelijk veel werkkrachten tewerkstelt (5%) vergeleken met zijn meerwaarde in het BBP (3%), scoort niet bijzonder goed. Er bestaat nochtans een werkelijk ontwikkelingspotentieel in deze sector. De Horeca sukkelt verder, niettegenstaande de gewestelijke regering die vaak lovende woorden
spreekt over zijn ontwikkelingspotentieel in een vernieuwde stad en de sector regelmatig voorstelt als een bron van werkgelegenheid voor laaggeschoolde werkkrachten. De versnelde achteruitgang van de traditionele sector bewijst dat de metropool resoluut voor tertiaire activiteiten heeft gekozen. Uit de studie blijkt echter dat deze achteruitgang veel sneller verloopt dan in andere metropolen. Onze hoge werklasten hebben daar wellicht veel mee te maken, in een sector die voornamelijk uit KMO’s bestaat. De studie bevestigt de conclusies van BECI aangaande de belasting op hooggekwalificeerd werk, die uiteraard overdreven is, want wij staan bovenaan de rangschikking van de bestudeerde steden voor dit criterium. Dit valt moeilijk te rijmen met de opkomende functie van onze stad als een draaischijf voor financiële en commerciële diensten met een hoge toegevoegde waarde, die precies op dit type bijzonder hooggeschoolde werkkrachten een beroep doet. Deze zeer bijzondere en ook zeldzame talenten zijn internationaal bezig … en dus ook mobiel. De belasting van deze activiteiten zal bepalend zijn tijdens de vergelijking van de vestigingsmogelijkheden en heeft ontegensprekelijk een weerslag op de aantrekkelijkheid van de metropool. Op dit vlak scoren wij zeer middelmatig. Gelukkig kunnen wij een goede toegankelijkheid voorleggen. Andere steden heffen zwaardere belastingen op de ondernemingen die zulke werknemers tewerkstellen. Wij bevinden ons ergens in de middenmoot, met een gemiddeld percentage van ongeveer 25%. Didier Dekeyser
Are you looking for an OFFICE BUILDING in Brussels? TO LET
TO LET
TO LET
TRIOMPHE Avenue Fraiteur 15-23 1050 Brussels
WOLUWE HEIGHTS Avenue des Communautés 110 1200 Brussels
ROYALE Rue Royale 145 1000 Brussels
As from ± 875 m² up to ± 11.000 m²
As from ± 390 m² up to ± 6.330 m²
As from ± 402 m² up to ± 1.744 m²
FOR SALE
TO LET
TO LET
BARA DE LIJN Rue des Vétérinaires 42 1070 Brussels
PERICLES Rue de la Science 21-25 1040 Brussels
BLUE TOWER Avenue Louise 326 1050 Brussels
As from ± 450 m² up to ± 3.700 m²
As from ± 400 m² up to ± 8.613 m²
As from ± 150 m² up to ± 4.932 m²
CALL: +32 2 629 02 02 TO SEE ALL AVAILABILITIES IN BRUSSELS, GO TO DTZPROPERTY.BE DTZ, CHAUSSÉE DE LA HULPE 166 TERHULPSESTEENWEG, 1170 BRUSSELS
DOSSIER BRUSSELS METROPOLITAN
Op de metropolitane gemeenschap zullen we nog even mogen wachten! De ‘search’-tool van onze PDF lezer vindt geen enkele vermelding van een metropolitane gemeenschap in het regeringsakkoord van Premier Michel. Vanzelfsprekend vermeldt dit akkoord niet alles, maar we
krijgen wel duidelijk de indruk dat het project waar de wet van 19 juli 2012 het statuut van ‘overlegorgaan’ aan toekende, in de koelkast werd gestopt. Een oude gewoonte in de Belgische politiek.
W
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
26
at moeten we nu over ‘niets’ gaan schrijven? Met dit probleem kampt zowel de schrijver van dit artikel als de heer Marcus Wunderle, vorser bij de CRISP (Centre de recherche et d’informations socio-politiques – Centrum voor sociaal-politiek onderzoek en informatie). Wunderle publiceerde eind 2011 onder de titel “Quelle communauté urbaine pour Bruxelles ?” een aantal beschouwingen over de metropolitane gemeenschap waarvan sprake in het regeerakkoord van … 20111*. “Ondertussen is deze intentie niet verder geraakt dan theorie. Men beseft nu hoe moeilijk het zou zijn een dergelijke gemeenschap – die ongeveer zou overeenkomen met de voormalige provincie Brabant – in de praktijk om te zetten.” De wet van 19 juli 2012 creëerde niets meer dan een lege verpakking. Het uitblijven van elke vermelding in het nieuwe regeerakkoord wijst erop dat het project opzij werd geschoven, voor zover dat nog niet volledig in een vergeethoekje werd geduwd. “Niemand vindt dit dringend”, merkt Marcus Wunderle. Destijds waarschuwde de man al dat indien dit nieuwe orgaan een instelling moest worden waar belangrijke bevoegdheden (o.a. wat betreft mobiliteit) naar zouden worden overgedragen, de opstart dan
Rijsel: een voorbeeld van metropolitane gemeenschap waar Brussel nog mijlen ver van af staat.
in Brussel en in de Rand. Maar naast dit fundamentele gegeven zou er in een hypothetische minder minimalistische aanpak ook sprake kunnen zijn van andere vormen van samenwerking, bijvoorbeeld wat betreft werkgelegenheid (mobiliteit van de arbeidskrachten), toerisme of cultuur.
De handicap van asymmetrische meerderheden
“Om deze gemeenschap enig gewicht toe te kennen, zoals het bijvoorbeeld het geval
De wet van 19 juli 2012 creëerde niets meer dan een lege verpakking. waarschijnlijk heel wat tijd in beslag zou nemen. Maar helemaal niets na drie jaar, is dit wel redelijk? Er staan deze metropolitane gemeenschap nochtans heel wat uitdagingen te wachten, hoewel de officiële teksten slechts vermelding maken van “overleg tussen de drie gewesten over vraagstukken als mobiliteit, verkeersveiligheid en werkzaamheden aan het wegennet van, naar en rond Brussel.” Iedereen beseft de economische kost van de verkeersoverlast
is voor de Rijselse Eurométropole, moeten er samenwerkingsovereenkomsten tussen de betrokken entiteiten bestaan: de gewesten, de gemeenten, maar ook de provincies Waals en Vlaams-Brabant. Ook de federale overheid heeft hier een rol te spelen in materies als mobiliteit. Wie neemt hier eindelijk het initiatief? Logisch gezien zou het Brusselse Gewest, omwille van zijn centrale rol, de leiding van het proces moeten nemen, maar de asymmetrische meerderheden tussen Brussel en Vlaanderen en tussen de gewesten en de federale regering
1 Zie www.crisp.be, ‘Les analyses du CRISP en ligne’, 22 december 2011
zullen het ontstaan van samenwerkingsverbanden bemoeilijken”, aldus de vorser van de CRISP. Boven de partijen zou de federale overheid eveneens een drijvende rol kunnen spelen, maar daarom moet je durven innoveren, want er zijn nog niet veel samenwerkingsakkoorden gesloten in het nieuwe geregionaliseerde België. “De enige bestaande samenwerkingsverbanden betreffen de cultuur en werden tussen gemeenschappen gesloten. Ze bieden wel het voordeel dat ze een juridisch kader scheppen dat de toenadering tussen culturele instellingen vergemakkelijkt (Flagey is hier in Brussel een mooi voorbeeld van), al werden vroeger al samenwerkingsformules op informele manier in elkaar geknutseld”, vertelt Marcus Wunderle, die er echt erop wijst dat er 10 jaar lang werd onderhandeld om een dergelijk ‘cultureel’ samenwerkingsakkoord te bereiken. In feite hangt het lot van de metropolitane gemeenschap voornamelijk af van de politici die hier voldoende dynamiek zullen inblazen. In dit opzicht moeten we echter vaststellen dat de nieuwe federale regering slechts één lid uit Brussel heeft gekozen, namelijk Didier Reynders. Olivier Fabes
Advies en beheer
En wat als uw uitdagingen een hoge vlucht nemen ?
ETHIAS SERVICES
EEN PARTNER VOOR AL UW OPDRACHTEN MET CERTIFICAAT ISAE 3402 Berekening van loonverplichtingen, optimalisering van pensioenkosten, administratief beheer, betaling van pensioenen voor personeelsleden, juridische studies, actuariële verslagen, audit van de verzekeringsportefeuille... Tal van dagdagelijkse uitdagingen die Ethias Services voor u kan aannemen !
Meer hierover weten ? www.ethiasservices.be Ethias Services NV. Ondernemingsnummer 0825.876.113. Contact : Prins-Bisschopssingel 73 – 3500 HASSELT
Services
DOSSIER BRUSSELS METROPOLITAN
‘Autodenken leidt tot vervreemding’ Pascal Smet (SP.A) is terug van weggeweest, en dat zal het Brussels Gewest geweten hebben. De nieuwe
Brusselse Minister van Mobiliteit wil op het elan doorgaan dat hij vijf jaar geleden achterliet: meer openbaar vervoer, meer stad op mensenmaat. En de auto gebruiken waar nodig. “We moeten niet terug
naar la Belgique à papa, waar autorijden troef was.” Opmerkelijk: Smet wil dat ondernemersorganisaties zoals BECI nog meer hun verantwoordelijkheid nemen om mee na te denken over de toekomst.
auto is er in Brussel ten koste van de levenskwaliteit, en niet als aanvulling op andere vormen van mobiliteit.” “Er bestaat nochtans een eenvoudige regel: hoe meer plaats er voor auto’s is, hoe meer auto’s er zullen zijn. En hoe meer plaats er voor zwakke weggebruikers is, hoe meer zwakke weggebruikers je zult hebben. Zoals ik al eerder zei: levenskwaliteit en ontmoeting zijn belangrijk in de stad, dus moet je er voor zorgen dat vele mensen te voet of met de fiets gaan. Alleen zo creëer je ontmoetingen tussen mensen. In een auto ben je afgezonderd van de wereld. Dat wil niet zeggen dat de automobilist gepest moet worden, want als je de auto nodig hebt, wil je dat het
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
28
P
scal Smet was al eens Brussels Minister van Mobiliteit, van 2004 tot 2009. Hij realiseerde toen enkele belangrijke werven, zoals de heraanleg van het Flageyplein, en moderniseerde de MIVB. Vele projecten die nu lopen, zoals de heraanleg van het Rogierplein, zijn oorspronkelijk zijn idee. Dat ze nu pas uitgevoerd worden, zegt iets over de traagheid van de besluitvorming in Brussel. Aan ideeën en voluntarisme ontbreekt het de oude nieuwe minister echter niet. “Zal ik u eens een geheim toe vertrouwen?,” zegt Smet. “Ik ben voor een groene gordel rond de stad. Er is veel en slecht verkaveld rond Brussel, en men zou de moed moeten hebben om die logica te stoppen. Maar laat de groene gordel rond de stad dan ook echt een groene gordel zijn, rond een compact gebouwde stad, zodat de stad niet hoeft uit te waaieren. Want een stad die uitbreidt, dat is ecologisch niet verantwoord. En ze is bovendien niet geliefd.” “Integendeel: de stad moet een plek van ontmoeting zijn, waar mensen creatief zijn en relaties ontstaan. Een stad die zulke processen in
“De stad moet een plek van ontmoeting zijn, waar mensen creatief zijn en relaties ontstaan. Een stad die zulke processen in goede banen leidt, is op de goede weg. De uitdaging voor Brussel is een nieuw evenwicht vinden tussen verschillende functies. Openbare ruimte is daarbij essentieel.” goede banen leidt, is op de goede weg. De uitdaging voor Brussel is een nieuw evenwicht vinden tussen verschillende functies. Openbare ruimte is daarbij essentieel.”
Dynamiek: Mobiliteit is ook essentieel om mensen samen te brengen in de stad. Maar hoe staat het eigenlijk met de mobiliteit in Brussel? Geeft u eens een helikopterperspectief.
Pascal Smet: “Er zijn dingen die Brussel kan doen, en er zijn dingen die Brussel niet kan doen. Deze stad teert op een verkeerd begrepen mobiliteit, namelijk het dominante autodenken. Dat leidt tot vervreemding en een gebrek aan betrokkenheid. Laat me duidelijk zijn: ik heb niet a priori iets tegen de auto. Maar de
vooruit gaat. Alleen: dertig procent van de mensen die nu de auto nemen in Brussel, heeft de auto eigenlijk niet nodig.”
Wat stelt u voor?
“Kijk naar het Rogierplein: we hebben daar geen plaats afgenomen van de auto, maar we hebben er wel een brede strook voor voetgangers en fietsers aangelegd. De levenskwaliteit gaat er op vooruit, en de stad heeft een mooi plein. Wat kunnen we nog doen? Meer afgescheiden fietspaden aanleggen, grotere trottoirs voorzien, nieuwe trams aanleggen. Enfin, we kunnen nog veel doen. Tram 9, tram 94, tram 71… Dat zijn allemaal projecten die in de pijplijn zitten.” “Ook taxi’s maken deel uit van ieders basismobiliteit. Ik ben niet tegen een
DOSSIER BRUSSELS METROPOLITAN project als Uber, maar die nieuwste vorm van taxi rijden moet wel gereglementeerd worden, want anders is het oneerlijke concurrentie.”
U kunt Brusselaars misschien wel verleiden om het openbaar vervoer te nemen, te fietsen of een taxi aan te houden, maar de pendelaars die dagelijks naar deze stad komen misschien niet. Hoe wilt u hen overtuigen?
“Maar wat kan Brussel niet? De problematiek rond de bedrijfswagens oplossen, want dat is een federale bevoegdheid. Wil je de mobiliteitsknoop in ons land ten gronde oplossen, dan ligt de sleutel daar. Brussel kan ook geen Gewestelijk Expressnet (GEN) bouwen, want dat is opnieuw een federale bevoegdheid. Vele mensen weten niet dat Brussel nu al zeer bereikbaar is met het spoor, en
meer power nemen om van die gemeenschap een succesverhaal te maken. Brussel heeft nood aan ondernemers die meedenken over maatschappelijke problemen, en niet aan ondernemers die heimelijk nog het idee koesteren dat de Metropolitane Gemeenschap een terugkeer is naar à la Belgique à papa, waar er ook nog duchtig met de auto kan gereden worden. Deze Brusselse regering is alleszins bereid om naar ondernemers
Als je mensen haast verplicht om een bedrijfswagen te nemen, dan creëer je inderdaad een autoklasse. Ik zou een breder mobiliteitspakket aanbieden. dan bedoel ik niet alleen de drie grote stations Noord, Centraal en Zuid, maar evenzeer andere stations, zoals Luxemburg of Merode.”
met goede ideeën te luisteren. Laat dit een goede raad zijn.”
“Laten we zeggen dat het GEN al bestaat, op Belgische schaal: eigenlijk is het hele nationale spoornet al een Expressnet. We zijn een klein land met een centraal spoornet, en Brussel is de spil. Wat we nodig hebben is een sub-GEN, van, naar en in Brussel, dat iets tussen een treinnet en een metronet moet zijn. Maar daarvoor is een doorgedreven samenwerking tussen Vlaanderen, Brussel, Wallonië en het federale niveau aangewezen. Wij steken alvast onze hand uit om samen te werken. Ik denk dat de Brusselse Metropolitane Gemeenschap daarvoor een ideaal instrument is. Hoe meer de gewesten dingen samen proberen, hoe beter.”
“Principieel zijn we niet tegen een kilometerheffing in de GEN-zone, of zelfs in heel het land. Maar er moeten voorwaarden zijn, zoals een sociale correctie, zodat niet alleen de rijken met de auto kunnen rijden. Ik heb begrepen dat er vooral in Wallonië een probleem bestaat met de kilometerheffing.”
“Werkgeversorganisaties als BECI en Voka zouden trouwens best nog wat
Wat met de kilometerheffing? Uit tests blijkt dat de automobilist die heffing per gereden kilometer, met verschillende tarieven voor rustige en drukke verkeersperiodes, niet echt lust.
Een meer diepgaande vraag dan: kan je eigenlijk het mobiliteitsprobleem in Brussel en België oplossen zonder ofwel de middenklasse in zijn individualiteit te treffen – door het autogebruik
te beperken, bijvoorbeeld – ofwel door de middenklasse in de geldbuidel te treffen, zoals met de kilometerheffing?
“De burgemeester van Bogota, de hoofdstad van Colombia, heeft het eens mooi verwoord: een stad is maar ontwikkeld als ook de rijken het openbaar vervoer nemen. In Londen is dat zo, in Parijs is dat zo en in Brussel is dat ook meer en meer het geval. En ook de middenklasse heeft geen problemen om het openbaar vervoer te nemen.”
Waar zit het probleem hem dan juist?
“Het probleem zit hem er in dat we te weinig alternatieven bieden voor de auto. Als je mensen haast verplicht om een bedrijfswagen te nemen, dan creëer je inderdaad een autoklasse. Ik zou een breder mobiliteitspakket aanbieden: mensen moeten meer kunnen kiezen welk vervoersmiddel ze als extra loon krijgen.”
Onderschat u niet het ingebakken autogebruik? De auto is voor veel mensen een vrijheid.
“Er is geen toveroplossing, en een deel van de mensen zal koste wat kost de auto blijven nemen. We wonen nu eenmaal met veel mensen samen in dit land, en we willen ons allemaal op hetzelfde ogenblik verplaatsen. U weet dat ik een voorstander ben van een stadskorting: mensen die in de stad wonen, zouden een belastingvoordeel moeten krijgen, zeker als ze ook in de stad werken.” “De mobiliteitsomslag begint met goede informatie. Iemand die op het
29 NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
“We engageren ons om 10.000 extra parkeerplaatsen aan te leggen op overstapparkings aan de rand van het gewest, zoals bij de metrohalte CERIA-COOVI. En we kunnen betere ondergrondse parkings aanleggen in de stad voor mensen die de auto echt nodig hebben.”
DOSSIER BRUSSELS METROPOLITAN
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
30
“De mentale mobiliteitsomslag zal makkelijk vijftien tot twintig jaar duren. Maar ik ben hoopvol gestemd. Jongen mensen kiezen er nu al vaak voor om geen auto te hebben. Dat zegt toch veel?” platteland woont, heeft er nu vaak geen benul van welke bus- of treinlijnen
er zijn. Als we dat al eens zouden veranderen, bijvoorbeeld door een goede
website op te richten die de mensen helder informeert over hun vervoersmogelijkheden. Zodat de pendelaar al weet naar welk treinstation hij of zij kan rijden, er kan parkeren, en van daar de trein kan nemen naar Brussel. Als die pendelaar dan nog eens de zekerheid heeft dat hij hier met de metro of de tram snel op het werk geraakt, dan zie ik een goed verhaal. Zeker als je dan nog eens de voordelen van openbaar vervoer kan verkopen: je kunt er mensen ontmoeten, je kan er nog wat langer slapen, en je kan er rustig lezen.” “Ik herhaal: de mobiliteitsomslag komt er alleen als meer mensen in Brussel komen wonen, en als de fiscaliteit in die richting verandert. De mentale mobiliteitsomslag zal makkelijk vijftien tot twintig jaar duren. Maar ik ben hoopvol gestemd. Jongen mensen kiezen er nu al vaak voor om geen auto te hebben. Dat zegt toch veel?”
Interview door Christophe Degreef
Vlaanderen: een brede Ring en snelle trams Graag hadden wij de visie van Pascal Smet geconfronteerd met het standpunt van de Vlaamse Minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA). Meerdere weken lang heeft Beci getracht een interview met Weyts los te krijgen. Tevergeefs. Wel kunnen we meegeven dat Weyts werk wil maken van de plannen van de vorige Vlaamse regering om de Ring rond Brussel te verbreden. Ook komen er meer fietssnelwegen van en naar Brussel. Weyts wil dat de werkzaamheden aan de Ring in 2019 kunnen starten. Concreet krijgt de Ring er tussen de E40 in Groot-Bijgaarden en de A12 in Strombeek-Bever vier rijstroken bij voor lokaal verkeer, zodat de drie bestaande kunnen gebruikt worden voor transitverkeer. Tussen de A12 en het knooppunt met de E19 in Machelen komen er op de Ring twee lokale rijstroken bij, en tussen de E19 en het knooppunt met de E40 in SintStevens-Woluwe opnieuw vier. Door lokaal en transitverkeer te scheiden hoopt men de ‘weefbeweging’ van oprijdend en afslaand verkeer te vermijden. Die beweging is vaak de oorzaak van file.
Er zijn verschillende verkeerstechnische theorieën over de verbreding van de Ring. Volgens sommigen zal het verkeer in en rond Brussel afnemen wanneer verkeer beter gescheiden wordt en de doorstroming zo beter is. Volgens anderen zullen meer rijstroken meer verkeer in en rond de stad aanzuigen. Ben Weyts wil ook het project van de sneltrams voortzetten. De Vlaamse openbare Vervoersmaatschappij De Lijn wil drie sneltrams voorzien, waarvan één rond Brussel en twee van en naar Brussel vanuit Heist-op-denBerg en Boom. Er zouden eveneens meer fietssnelwegen van en naar Brussel komen.
Design: www.acg-bxl.be
BRUSSEL, HAVENSTAD IN HET HART VAN EUROPA.
UITGELEZEN LIGGING De Brusselse haven ligt op vijf uur varen van Antwerpen en biedt een uitzonderlijke toegankelijkheid voor binnenschepen en zeeschepen tot 4.500 ton. De haven ligt bovendien midden in een dicht netwerk van snelwegen en spoorwegen. PERFORMANT
WERKTUIG
In de voorhaven is er een containerterminal operationeel die aansluit op de vier transportmodi: binnenvaart, zeevaart, spoorwegen en autowegen. Behalve de terreinen langsheen de waterweg heeft de Haven van Brussel ook nog 160.000 m 2 pakhuizen in het TIR-centrum.
BRUSSEL
TEN DIENSTE VAN
Het havendomein bedient een afzetgebied van twee miljoen
inwoners en vertegenwoordigt een belangrijk economisch gewicht: zowat 350 ondernemingen, goed voor 12.000 directe en indirecte jobs, een jaartrafiek over de waterweg van 6,6 miljoen ton.
Design: www.acg-bxl.be
Jaarlijks 618 000 vrachtwagens minder in de stad. Een jaarlijkse besparing van 96 000 ton CO2.
www.havenvanbrussel.be Redersplein, 6 B - 1000 Brussel T: +32 (0)2 420 67 00
DOSSIER BRUSSELS METROPOLITAN
Vereiste eigenschappen van metropolen Steden gelden niet langer als het tegenovergestelde van het platteland. Het tijdperk van de natiestaten bereikt zijn grenzen met de opkomst van de metropolen. Grote mythes zoals voortdurende groei
of technologische innovatie als enige motor van de economische ontwikkeling verbrokkelen vandaag. Performante metropolen functioneren op een open manier en bouwen hun succes op de vernieuwing van maatschappelijke combinaties. Als architect en stedenbouwkundige, maar ook als deskundige in overheidsmanagement (en voormalige adviseur van Charles Picqué), verduidelijkt Paul Vermeylen dit vraagstuk in een bijzonder helder, goed gedocumenteerd en boeiend boek1.
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
32
Paul Vermeylen: In een globale wereld zijn wij van vele zaken afhankelijk geworden. En op zich zou dit nogal abstract overkomen als er geen plaatsen bestonden die deze gemeenschappelijke dynamiek bevorderen en bestuiven. Deze plaatsen zijn de metropolen, waarvan de dynamiek getuigt van een nieuwe slingerbeweging en een verschuiving van de zwaartekrachtpunten tussen de wereld, het Europese continent, de natiestaten, de regio’s en ook de menselijke gemeenschappen die in metropolen samenleven. Succesvolle metropolen fungeren als kruispunten tussen voorraden en stromen (uitwisseling van materiële en immateriële goederen, concentratie van vaardigheden, kennisoverdracht enz.). Ze promoten en bevorderen de interactie tussen economische en sociale activiteiten. Hierdoor ontstaat een nieuwe meerwaarde op het vlak van welzijn. Over welvaart en groei wordt vandaag
cept van ‘sokkelfuncties’ dekt plaatsen (incubatoren, technopolen…), stelsels (onderwijs- en leertrajecten) en processen (trefpunten voor gedeelde innovatie en de uiting van creativiteit…).
Metropolen stellen zich competitief op. Dit is bijzonder opvallend wanneer een onderneming een vestigingsplaats voor een dochtermaatschappij zoekt of wanneer een supranationale instelling ergens een hub wenst op te richten. Moeten metropolen zich in dit geval onderscheiden of integendeel aan een zeer geformatteerd vraagstramien beantwoorden om aan te tonen hoe aantrekkelijk ze wel zijn? Hoe ver staat Brussel in dit opzicht? Van de ideale metropool bestaat er geen standaard te kopiëren model. Iedere metropool kan – of moet – haar eigenheid voor het voetlicht brengen. Ik stel echter vast dat metropolen die ik als ‘voorbeeldig’ beschouw – een concept waarmee ik een twintigtal pres-
Een metropool heeft een grootstedelijk systeem nodig: samenwerkingsnetwerken die slechts tot stand kunnen komen als hiervoor de politieke wil bestaat. trouwens intens gedebatteerd. Concreet is er sprake van een transverse duurzame ontwikkeling door alle projecten heen, of van een geïntegreerd beleid van stedelijke heropleving of renovatie zoals die in Brussel onder de vorm van wijkcontracten bestaat. Zie hier de reden van het succes: de ‘voorbeeldige’ metropool slaagt erin middelen te vinden om de ‘sokkelfuncties’ van de metropoolvorming aan te zwengelen. Zulke functies zijn typisch van metropolen en ze zorgen voor connecties en bestuiving. Het con-
tatievolle metropolen in West-Europa onderscheid – een bepaalde methodologie ontwikkelen waarmee ze al dan niet impliciet bepaalde troeven onderstrepen die blijkbaar tot hun prestaties bijdragen. Het gaat hier om flexibiliteit, creativiteit, solidariteit en duurzaamheid. De flexibiliteit uit zich in aanleg voor coöperatie, de wil om partnerschappen te bouwen en de bekwaamheid om het model van de ‘driedubbele schroef’ in
1 « Le temps de la métropole. Parcours en Europe », éditions l’Harmattan 2014
(R.T.)
Dynamiek: wat maakt van een stad een metropool en waar heeft ze haar succes aan te danken?
te zetten, voor een betere samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfswereld. Maar dit alles dan wel op de schaal van het grootstedelijk gewest, niet louter lokaal. Een voorbeeld is het binationale en biregionale gebied van Øresund, met de 16 km lange symbolische brug tussen Zweden en Denemarken. Brussel kan zich soepel opstellen en is dit al in zekere zin, onder andere dankzij zijn dynamisch ondernemerschap. Maar aan institutionele kant zijn de spelers niet mee. Het GEN is praktisch klaar maar we zullen nog lang moeten
DOSSIER BRUSSELS METROPOLITAN volgens bepaalde deskundigen de werkgelegenheid schaadt. Het is zeker niet verantwoord de technologische innovatie af te ketsen, maar een wondermiddel is het in geen geval. De klemtoon moet eerder stroomopwaarts op de creativiteit worden geplaatst. Creatievelingen moeten uit hun een-
Brussel kan zich soepel opstellen en is dit al in zekere zin, onder andere dankzij zijn dynamisch ondernemerschap. Maar aan institutionele kant zijn de spelers niet mee.
Q
poraines Questions contem
le solidaire, durab e Agile, créative, Parcours en Europ
, s’affirment en de Paris ou Londres compétences. les, aux côtés nt leurs Les grandes métropo nt leur puissance et élargisse pays les, où d’autres Europe ; elles renforce confère un statut aux métropo dont celles-ci France porte sur la manière À l’heure où la sens, l’intérêt se ues nouvelles. vont dans le même ont des dynamiq tes, s souvent étonnan attentes et générer aux pratique ont de répondr une petite centaine Ces initiatives émanent pour L’ouvrage présente ague, métropoles. des Copenh : ité Europe témoins de l’inventiv bons élèves de la classe » en rg, Glasgow, des « en, Stuttgar t, Hambouencore Turin. une large part ou am, Breda, Eindhov Barcelone, Amsterd s, Stockholm, Vienne, Sophia, Rome etc. Bruxelle e, am, Toulous e, Birmingh ires Lyon, Nantes, Marseill que capter des initiatives exempla En France, Lille, trips et des images, prennent-elles, ces métropoles Au-delà des city nt s’y ique, déployer oles ? Comme la créativité économ de ces métrop et de à la fois stimuler de la durabilité visionnaires, pour les acteurs majeurs r avec des territoires chaudes, devenir agilité à coopére des solidarités oles » ? Et affirmer leur ligue des métrop l’économie circulaire une nouvelle « Alors, ? irriguer plus larges, à les Europe ? apparait-elle en ent e, expert en managemIssu nes. est architecte-urbanist Paul VERMEYLEN plus de trente ans les villes européen il officie région, depuis public. Il sillonne d’un président de puis collaborateur une douzaine du milieu associatif CityConsult) ; depuis nes. consultant (cabinet institutions européen aujourd’hui comme ainsi que pour les France en d’années, il exerce
Eerder creatieve metropolen dan innoverende? De technologische innovatie is vandaag geglobaliseerd, reden waarom ze 3-02880-4
ISBN : 978-2-34
Zulke efficiënte metropolen gaan ook solidair en duurzaam tewerk en gebruiken hun creativiteit om dit te bereiken. Het gaat hier om ‘warme’, onmiddellijke en lokale vormen van solidariteit om de welvaart te delen. Dankzij zijn talrijke vormingsactiviteiten, zijn lokale missies, zijn Alliantie Werkgelegenheid-Milieu, zijn Atrium structuur, zijn beleid om jongeren in overheidsbedrijven tewerk te stellen of de inlassing van sociale voorwaarden in overheidsaanbestedingen, hoort Brussel bij de betere metropolen, althans intern. De interregionale vormen van solidariteit, die een grootstedelijke dimensie aannemen, blijven echter schaars. De samenwerking tussen ONEM en VDAB voor de uitwisseling van vacatures gaat in de goede richting (en getuigt bovendien van een poging tot ruim-
De interregionale vormen van solidariteit blijven echter schaars. De samenwerking tussen ONEM en VDAB voor de uitwisseling van vacatures gaat in de goede richting, maar dit blijft helaas een zeldzaamheid. zijn eigen creatiebronnen bezig maar doet te weinig aan netwerking. Een tegenvoorbeeld is de Franse stad Rennes waar het Novosphère platform in het leven werd geroepen om samenwerkende innovatie te ondersteunen en waar projecten aan meerdere spelers, medewerkers of mogelijke investeerders worden voorgesteld. Ook de stad Barcelona telt tientallen fab labs en wil van de overheidsbehoeften (signaletiek, meubilair, e-administratie …)
Paul Vermeylen
Creativiteit onderscheidt zich van de mythe van de technologische innovatie als enige motor van de groei, wat in extreme gevallen kan leiden tot gevaarlijke monosectorale specialisaties, zoals in Detroit, waar de moeilijkheden van één enkele onderneming het faillissement van de ganse stad heeft veroorzaakt. Ook de stad Eindhoven ontdekte het gevaar van afhankelijkheid ten aanzien van één enkele onderneming (Philips) maar wist creativiteit te gebruiken om aan de val te ontsnappen: in deze metropool van 750.000 inwoners opteerden de spelers voor een breuk dankzij innovatie, waardoor nieuwe uitzichten open gingen voor de creatie van waarde en diensten, meer bepaald door de koppeling van sectoren als gezondheidszorg en welzijn. In Eindhoven zorgt de zogenaamde Brainport2 structuur voor interactieve workshops waar patiënten, vorsers en 825 ondernemingen (de driedubbele LE TEMPS OLE DE LA MÉTROP schroef, dus) de nieuwe verwachtingen bepalen. De stad produceert vandaag nieuwe diensten, waarde en tewerkstelling, conform de richtlijnen van een duurzame en sociale economie.
zaamheid worden gehaald door metropolen die contact bevorderen tussen creatieve mensen, onderzoek, bedrijfswereld en gediversifieerde financieringsbronnen. Concreet betekent dit een voldoende aanbod aan soepele werkruimten, fab labs3, incubatoren, coworking-formules enz. De creatieveling die uit zijn eenzaamheid wordt gehaald, slaagt erin zijn creatie om te zetten in een aanbod dat op zijn beurt consumptie aanwakkert. Hier scoort Brussel zwak, want elke speler is met
Q
OLE ©L’Harmattan LA MÉTROP LE TEMPS DE
soms op 100 km van elkaar liggen! Op ruimtelijk vlak lijdt Brussel dus aan een schrijnend tekort aan flexibiliteit. Wij weten waarom. Een metropool heeft een grootstedelijk systeem nodig: samenwerkingsnetwerken die slechts tot stand kunnen komen als hiervoor de politieke wil bestaat, of althans de wil om samen te werken in plaats van tegen elkaar de strijd aan te gaan.
gebruik maken om te experimenteren of projectoproepen te organiseren. De Catalaanse hoofdstad voert in de ganse wereld een dynamische netwerking via zijn buitenlandse studenten. Kortom, op het vlak van creativiteit kan Brussel beter scoren.
telijke flexibiliteit, ondanks de communautaire weerstand), maar dit blijft helaas een zeldzaamheid. Duurzaamheid is een waardevolle keuze in een metropool, want dit transvers concept genereert een ‘waardekring’. De onderliggende kringeconomie heeft namelijk de neiging om meerwaarden talrijker te maken. Interview afgenomen door Didier Dekeyser
n Paul Vermeyle
es
temporain Questions con
LE TEMPS DE LA POLE MÉTROsolida ire, durable Agile, créative,
e Parcours en Europ
poraines
Questions contem
s urbaines
Série Question
Het boek beschrijft een honderdtal praktijken dat getuigt van de inventiviteit van ‘voorbeeldige’ metropolen (waaronder Brussel). Hoe stimuleren deze grootsteden de economische creativiteit, hoe zorgen zij voor nieuwe vormen van solidariteit, hoe dragen zij actief bij tot duurzaamheid en de kringeconomie? U leest hier de antwoorden en bedenkingen van een van de zeldzame deskundige in deze materie.
29 €
2 http://www.brainport.nl/ 3 Een fab lab is een openbaar toegankelijke plaats (voor ondernemers, designers, kunstenaars, studenten …) waar allerlei hulpmiddelen ter beschikking worden gesteld om voorwerpen te ontwerpen en te verwezenlijken. Voor Brussel kunt u terecht op http://www.imal.org/nl/fablab
33 NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
wachten voor het in dienst wordt genomen: een karikatuur van geweigerde coöperatie! Ook de ABC-as (Antwerpen, Brussel, Charleroi), kent, ondanks zijn potentieel, geen noemenswaardige ontwikkeling, in tegenstelling tot München, een stad die welvaart schept dankzij een netwerk van steden die
Focus
FACILITY MANAGEMENT
Bedrijven snakken naar vereenvoudiging Hoe kunnen leveranciers van facility management hun opdrachtgevers het nodige vertrouwen geven
opdat zij hun facilitaire diensten volledig uit handen geven? We vroegen het aan Sodexo, Cofely en VINCI. “Vertrouwen win je door te niet alleen te zeggen wat je gaat doen, maar ook door te doen wat je zegt.”
©Cofely Services
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
34
Een kleine geschiedenisles. Tot de jaren 80 deden de meeste bedrijven een beroep op het eigen personeel om de facilitaire diensten in te vullen. Denk maar aan de koffiedames en de schoonmaakploeg die ze zelf in vaste dienst hadden. Daarna begonnen ondernemingen stilaan met het outsourcen van deze diensten. In deze eerste generatie van FM besteedde men vooral die services uit die het minst toegevoegde waarde opleverden of te arbeidsintensief waren. Technische diensten hield men vaak nog intern, omdat die dicht aanleunden bij de core business.
Wie zijn facilitaire activiteiten aan een derde partij toevertrouwt, verlaat zijn comfortzone, realiseert Piet De Grauwe van Cofely Services zich.
Versplinterde aansturing
In de ons omringende landen is men al aan de derde generatie toe, waarbij men de facilitaire diensten volledig uitbesteedt. Hier en daar is zelfs de vierde generatie al aan zet, wat betekent dat die bedrijven geen eigen FM-personeel meer op de payroll hebben staan. België is, in vele gevallen, nog in de eerste generatie blijven steken. “We zijn een KMO-land”, ziet Philippe van Hasselt, business development manager van VINCI Facilities, als mogelijke verklaring. “Het aansturen van de verschillende facilitaire diensten wordt vaak nog verdeeld onder de eigen medewerkers. IT stuurt bijvoorbeeld alles in verband met kopieermachines en printers aan en HR ontfermt zich over de receptie en de fleet. De aansturing is dus versplinterd. Bij vele KMO’s houdt niemand zich bezig met het bestuderen en optimaliseren van het grotere plaatje.” Naast de horizontale uitbesteding (de klassieke aankoop van facilitaire diensten) heb je de verticale outsourcing, waarbij diensten gebundeld worden. Doorgaans zien we daarbij een splitsing in twee groepen diensten: ‘hard services’ (alles met betrekking tot de gebouwen) en ‘soft services’ (alles wat met de mensen te maken heeft). Deze tweede generatie FM wint in de privésector stilaan veld. De meeste grote bedrijven hebben een volwaardige facility manager in huis die de verschillende diensten opvolgt en die op strategisch vlak meedenkt.
Koudwatervrees
Vooral ondernemingen met Angelsaksische roots zijn believers in doorgedreven outsourcing, weet Philippe van Hasselt. Geen wonder; FM kwam immers vanuit de VS via Groot-Brittannië naar Europa overgewaaid. “Mijn indruk is dat het integraal uitbesteden van de facilitaire diensten steeds meer
©Vinci Facilities
W
hat’s in a name? Voor alle duidelijkheid: onder facility management (FM) verstaan we het beheer van diensten en activiteiten die niet tot de core business van een bedrijf of organisatie behoren, maar die wél noodzakelijk zijn voor het bereiken van de doelstellingen van het bedrijf in kwestie, in optimale omstandigheden.
Vooral ondernemingen met Angelsaksische roots zijn believers in doorgedreven outsourcing, weet Philippe van Hasselt (VINCI Facilities). Belgische bedrijven houden deze competentie liever intern.
weerklank vindt bij de grote bedrijven. Alles uitbesteden, ook de facility manager zelf, stuit in ons land nog vaak op weerstand. Onze bedrijven houden deze competentie liever intern. Waarom is niet meteen duidelijk, maar we vermoeden dat ze niet afhankelijk willen zijn van een derde partij.” Bij Cofely Services horen we ongeveer hetzelfde verhaal. Ook bij deze FMleverancier zijn vooral de multinationals gretige afnemers. “Toch beginnen ook kleinere bedrijven in een B2B-omgeving het principe van outsourcing te omarmen”, vindt business development manager Piet De Grauwe. “Ook voor hen geldt: werk je tot nu toe met 30 verschillende aannemers en onderaannemers, dan is het aanlokkelijk om voortaan slechts één aanspreekpunt te hebben. Je hoeft dan ook maar één keer te factureren. Om een voorbeeld te geven: bij een van onze klanten hebben we de 13.000 facturen die ze op
Focus
In de publieke sector is het gebruikelijk dat de facilitaire diensten per ‘service tower’ worden gegroepeerd en aanbesteed. Klassieke service towers zijn bijvoorbeeld ‘HVAC, sanitair en elektriciteit’, ‘dagelijkse schoonmaak, ruitenwas, tapijtreiniging en sanitaire consumables’ en ‘catering, vending en hospitality’. De aanbestedingen worden bij de overheidsbedrijven meestal geleid door de aankoopdienst. “Er wordt nauwelijks nagedacht over maximale integratie of over synergieën over de service towers heen”, oordeelt Philippe van Hasselt van VINCI Facilities. Niettemin ontwaart Carine De Strooper, solutions platform directeur bij Sodexo, een toenemende interesse bij de publieke sector in FM. “Die sector is op zoek naar alternatieve modellen voor het financieren van hun projecten. Ook de non-profit, denk aan onderwijs en gezondheid, wordt geconfronteerd met grote inspanningen op het vlak van infrastructuur en technologie. Een segment waar steeds meer vraag naar uitbesteding komt, is het gevangeniswezen. Zo beheren we met Sodexo een aantal facilitaire diensten in de gevangenis van Marche. We garanderen daar het technisch onderhoud, het tuinonderhoud, de catering, de wasserij en zelfs de opleiding van de gedetineerden om de integratie in de maatschappij te bevorderen.”
De opkomst van de tweede generatie FM dwingt de facilitaire leveranciers tot een meer proactieve houding en een grotere betrokkenheid. “De tijd dat we als FM partner een eerder operationele invulling hadden, is achterhaald”, stelt Philippe van Hasselt van VINCI Facilities. “Afnemers verwachten van ons dat we voorstellen op tafel leggen voor verdere optimalisatie. Door diensten te bundelen en de administratie te vereenvoudigen, realiseren we een niet te onderschatten kostenbesparing voor de klanten.” Sodexo onderscheidt vier grote assen in het verwachtingspatroon van zijn klanten. Eén: het aantrekken en behouden van talenten. Twee: de competitiviteit. Drie: het behoud, in alle omstandigheden, van de activiteit. Vier: het imago. “Daarnaast mogen we ook de dimensie duurzaam ondernemen en welzijn op het werk niet over het hoofd zien”, zegt Carine De Strooper. Sodexo wil vooral een meerwaarde leveren op het vlak van ‘Quality of Life’. “Onze diensten beantwoorden aan specifieke criteria op het vlak van duurzaamheid, competitiviteit en flexibiliteit. Wij gaan resoluut voor ‘operational excellence’. Deze kwaliteitsgarantie vraagt een uitstekende beheersing van onze processen en een grote maturiteit op managementniveau. We stellen een flexibele ploeg ter beschikking van zowel mensen die op de standaard FM-domeinen actief zijn als specialisten in bijvoorbeeld het onderhoud van labo-materiaal.”
Gewapend voor dialoog met directie In de snel evoluerende wereld van FM wil IFMA Belgium een beetje als gids fungeren. Als kenniscentrum wil het ondersteuning bieden aan de facility managers van bedrijven via themagerichte opleidingen en via de werkgroepen schoonmaak, energie en FM & architectuur. Die laatste is de meest recente. Directeur Mieke Loncke: “Bij het ontwerp van gebouwen vertrekt men van de esthetiek, maar mooie buildings zijn niet altijd gemakkelijk te onderhouden. Misschien moet de facility manager toch in een iets vroegere fase bij het proces betrokken worden?” Volgend jaar in september komt IFMA dan ook naar buiten met een handleiding architectuur voor facility managers. Elk jaar probeert IFMA zo’n praktische handleiding uit te geven. Eerder verschenen er al over schoonmaak en energie. Voorts merkt Mieke Loncke veel vraag naar financiële en communicatieve ondersteuning. “De facility managers zijn de schakel tussen de operationele en de strategische mensen. Dit betekent dat ze met de directie moeten kunnen discussiëren die FM al te vaak nog als een kostenpost beschouwt. Voor die gesprekken, waarbij de facility managers de return on investment moeten aantonen, moet je voldoende gewapend zijn.”
Personeel overnemen
Cofely Services is een grote voorstander van integrated facility management (IFM): één geïntegreerde dienst. Piet De Grauwe: “We zijn ervan overtuigd dat alle diensten met elkaar verbonden zijn. Neem nu de catering. Daar vallen ook koffie- en snoepautomaten onder, die technisch onderhoud vragen. En als je een meeting room moet klaarzetten, komt daar zowel catering als het inzetten van audiovisuele middelen bij kijken. Als je voor synergieën zorgt, biedt dat uiteraard ook financiële voordelen.” Bij IFM moet de interne facility manager van de opdrachtgever zich er wel bij neerleggen dat hij niet langer zelf het lastenboek opstelt. Dit uit handen geven, vraagt vertrouwen. Véél vertrouwen. “Dat win je als externe facility manager niet alleen door te zeggen wat je gaat doen, maar ook door te doen wat je zegt”, zegt Philippe van Hasselt van VINCI Facilities. “Er is in ons land nog veel werk voor de boeg is om de directie bij de klanten te overtuigen van de meerwaarde van IFM. De keuze voor IFM is strategisch. Het impliceert niet zelden de overname van personeel en laat dit net de reden zijn waarom bedrijven minder snel deze stap zetten. Ze vrezen voor sociale onrust.” Wie zijn facilitaire activiteiten aan een derde partij toevertrouwt, verlaat zijn comfortzone, realiseert Piet De Grauwe van Cofely Services zich. “Soms zorgt dat ervoor dat bedrijven op de rem gaan staan. Maar omdat de druk om kosten te besparen steeds groter wordt, zijn ondernemingen vandaag sneller geneigd om die rem toch te lossen. Bij Cofely vergroten we het vertrouwen door verregaande resultaatsverbintenissen aan te gaan. Deze service level agreements houden onze mensen scherp.”
35 NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
Onderhoud in gevangenis
Flexibele ploeg
©Sodexo
jaarbasis kregen voor facilitaire diensten tot 24 kunnen terugbrengen.”
Focus Hoge transparantie
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
36
Een goede opvolging houdt ook in dat de rapportage op punt staat. Bij Cofely Services heeft men daarvoor een platform ontwikkeld, COFELYdirect, waar klanten met hun contentmanagementsysteem op kunnen aansluiten en 24 uur op 24 informatie kunnen opvragen. Piet De Grauwe: “Dit resulteert in een hoge mate van transparantie, die het vertrouwen enkel kan versterken. Daarnaast blijven uiteraard ook de menselijke contacten belangrijk.” VINCI Facilities voorziet een maandelijkse rapportering, ter verantwoording van de operationele invulling van het FM. Ook deze leverancier investeerde in een web based tool. Philippe van Hasselt: “Die tool registreert alle mogelijke aanvragen die de eindgebruikers stellen aan de facilitaire dienst. Ook gebruiken we het om de planningen van onderhoud aan installaties en keuringen op te volgen. De klant heeft er inzage in om op de hoogte te blijven van de evolutie van het onderhoud.”
Uitdagingen genoeg
Er zijn heel wat recente ontwikkelingen waar FM rekening mee moet houden. Zo is er de verstrenging van de wetgeving rond het onderhoud en energiemanagement van gebouwen. “De regionale complexiteit van onze wetgeving maakt het niet eenvoudig om alle vereiste aanpassingen door te voeren”, merkt Philippe van Hasselt op. “Hier kunnen wij meerwaarde creëren, omdat wij de regelgevingen op de voet volgen. Dat gebouwen steeds minder energie dienen te verbruiken, betekent een serieuze uitdaging voor de facilitaire bedrijven.” Sodexo ziet meer dan genoeg uitdagingen, die niet alleen risico’s, maar zeker ook opportuniteiten voor de klanten inhouden. “Denk aan het milieu, maar ook het energiebeheer, de competitiviteit, de tewerkstelling, de levenskwaliteit, het
©Cofely Services
Totale outsourcing betekent niet dat de interne facility manager van een bedrijf achterover mag leunen. Een goede opvolging door de opdrachtgever is een must. Bij IFMA, de FM beroepsvereniging, zien ze dat de portefeuille van de interne facility manager steeds groter wordt. “Door die verruiming is het een noodzaak geworden dat de facility managers van alle markten thuis zijn”, stelt IFMA-directeur Mieke Loncke. “Zij moeten zich voortdurend bijscholen.”
verouderen van de bevolking, demografie…”, somt Carine De Strooper op. “De technologische evolutie brengt uiteraard ook heel wat met zich mee. Denk maar aan de nieuwe inrichtingen van de werkruimte, de verwachtingen van Generatie Y op de werkvloer of het dematerialisering van de bestaande infrastructuren. Daarvoor dokteren wij pragmatische oplossingen uit met een menselijk karakter die zowel de levenskwaliteit van onze klanten als die van hun medewerkers en hun eigen klanten kunnen verbeteren. De wereld wordt steeds complexer, maar ook globaler en als gevolg verwachten de klanten van ons dat we hun facilitaire diensten vereenvoudigen.”
Samenwerken met HR
Volgens Piet De Grauwe van Cofely Services zijn er vijf trends waar niemand omheen kan. “Op één staat duurzaamheid: het milieu, de waterschaarste, de vermindering van de afvalberg, de energiebesparing. Dit laatste is een probleem in België, en zeker in Brussel, waar we met een vrij oud patrimonium zitten. Een tweede trend, die zéér actueel is: risicobeheersing. Kijk maar naar de dreigende black-out deze winter. Zijn onze klanten daartegen gewapend? Drie: de strenge wettelijke normen. Ik merk bij sommige bedrijven een zekere laksheid tegenover nieuwe richtlijnen. We wijzen onze klanten erop dat bepaalde Europese wetten tot energiebeleidsovereenkomsten hebben geleid die de ondernemingen in ons land verplichten hun energiestromen te analyseren. Big data: nog zo’n trend waar we niet blind voor mogen zijn. We beschikken als leverancier van facilitaire
diensten over heel wat gegevens over de technische installaties van bedrijven en hun verbruik. We mogen misbruik van die data, die eigendom blijven van de bedrijven zelf, niet toelaten. Als vijfde belangrijke ontwikkeling wil ik ervoor pleiten dat IFM deel wordt van het HRbeleid. Vandaag staan werkgevers voor de grote uitdaging bekwaam personeel te vinden én te behouden. Dit betekent dat deze werknemers plezier en voldoening moeten putten uit hun job. Daartoe moeten zij zich kunnen concentreren op de taken waarvoor ze zijn aangeworven. Een nauwere samenwerking met de HR-afdelingen van de klanten is in dat opzicht wenselijk. Enkel een écht partnerschap kan verzekeren dat we de strategie van een klant kunnen vertalen in de juiste dienstverlening.” Een trend die evenmin te ontkennen is, is de internationalisering. Samen met Besix richtte Cofely een FM-bedrijf in Dubai op. “Ik ben er enorm trots op dat we als Brussels bedrijf verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de wolkenkrabber Burj Khalifa, het grootste gebouw ter wereld, en het belendende winkelcentrum Dubai Mall, inclusief de dansende fonteinen die vóór deze gebouwen liggen”, zegt Piet De Grauwe. “Als Cofely Besix zoeken we overigens nog naar verdere uitbreiding van onze activiteiten in het Midden-Oosten. We hebben niet voor niets vorig jaar binnen Cofely een internationale FM-divisie opgezet: de internationalisering van onze business zal zich verderzetten.”
Peter Van Dyck
KLASSIEK OF ELEKTRIEK? U VINDT ER ALTIJD EEN DIE BIJ U PAST.
NISSAN NV200
NISSAN e-NV200 100% ELEKTRISCH
WELK MODEL U OOK KIEST, BIJ NISSAN ZIT U GOED. Want we begrijpen dat mobiliteit de motor is voor uw bedrijf. Daarom combineren we volume met technologische hoogstandjes. Innovatie op uw ritme. En u denkt nu vast “eerst rijden, dan geloven”?
Daag ons gerust uit en reserveer gauw een gratis proefrit op NISSAN.BE
NISSAN.BE
GETOOND MODEL:
Nissan Navara • Nissan NV200 • Nissan NV400 • Nissan NT400 Cabstar • Nissan NT500
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
DE GROTE BRUSSELSE SPELERS
De nieuwe MIVB rijklaar Hij is de grote Brusselse werkgever. Brieuc de Meeûs leidt de omvangrijkste onderneming binnen het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, in België trouwens de nummer één onder de maatschappijen die personenvervoer organiseren. Sommigen zullen het cliché van de MIVB als Staat binnen de Staat aanhalen, maar vergeten daarbij dat een dergelijke onderneming enkel een coherente ontwikkeling kan plannen als ze boven de
afzonderlijke belangen, waaronder de gemeentelijke, uitstijgt. Meningsverschillen bestaan dus – tram 71…
– maar dit overheidsbedrijf voegt aan het debat aannemelijke argumenten toe, die de stempel dragen van de baas: nauwkeurig, zakelijk en pertinent. Dynamiek: Kunt u ons het belang van de MIVB schetsen in een paar krachtige cijfers?
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
38
Brieuc de Meeûs: De MIVB staat voor 7.400 werknemers, van wie er 4.000 rechtstreeks aangesteld zijn voor het eigenlijke vervoer, een vooraanstaand studiebureau met 800 personen, een bijzonder complex informaticasysteem dat het hele Brussels Hoofdstedelijk Gewest ‘netwerkt’ (elke bus telt 5 computers!), dagelijks 1 miljoen reizigers (wij vervoeren meer reizigers dan de NMBS), 69 stations, 2.150 haltes, ongeveer 1000 voertuigen, enz. Het is een enorme onderneming met heel diverse beroepen en ik zou u nog heel wat meer indrukwekkende cijfers kunnen opsommen…
Hoe groot is jullie budget en met welke financiële steun kunnen jullie opereren?
Wij hebben een budget van 850 miljoen euro. De steun komt voornamelijk van het Gewest en van Beliris. Een deel van het budget ontvangen wij van de herfinanciering van Brussel. Tot slot brengen onze inkomsten, waaronder de ticketverkoop, 220 miljoen euro op.
De wens van de Brusselse regering om het autoverkeer terug te dringen, gecombineerd met de bevolkingsgroei, zal het reizigersaantal voor de MIVB nog doen toenemen: jullie budget zal verveelvoudigen. Het budget zal zeker stijgen. De effecten van dit regeringsbeleid dat het openbaar vervoer steevast voortrekt, zullen zich inderdaad vertalen in een toenemende vraag, als gevolg van de bevolkingstoename. Bovendien zullen uitgerekend die nieuwe mensen het vaakst een beroep doen op het openbaar vervoer; vandaar dit exponentiële karakter in onze ontwikkeling.
Vandaag vervoeren we jaarlijks ongeveer 370 miljoen reizigers en we zouden snel de kaap van 400 miljoen kunnen overschrijden, tot zelfs 550 miljoen tegen 2025. De voorspellingen lopen tot dat jaar, maar de groei zal daar allicht niet stoppen. Parallel hiermee zullen ook onze opbrengsten stijgen. Bovendien staan uitgebreide in-
Uw voorganger, de heer Flausch, wou voor de financiële ontwikkeling van de MIVB een beroep doen op publiek-private partnerschappen. Wat is uw mening daarover? In de sector van het personenvervoer heeft dit soort partnerschappen bijvoorbeeld het ambitieuze
“Buslijn 71 is recordhouder binnen het Gewest, met 8,5 miljoen reizigers per jaar, ofwel 900 per uur en in beide richtingen! Ondanks de hoge rijfrequentie, zitten de bussen telkens overvol. (…) Enkel een tramlijn kan de stijgende vraag aan.” frastructuurwerken op stapel die op deze groei anticiperen. Als we het hebben over belangrijke investeringen op korte en middellange termijn, haal ik graag de nieuwe metrolijn noord aan, de nieuwe depots, de Meisertunnel, de automatisering van de metrolijnen (het Pulsar-project1), de verlenging van de tramlijnen, enz.
Diabolo-project2 mogelijk gemaakt. Zonder medewerking van de privésector zou dit nooit het daglicht hebben gezien. Zij die deze partnerschappen aanprijzen spreken van een verschuiving van de risico’s naar de privé sector, maar wij stellen vast dat de privé meestal de voordelen
1 Het ‘Pulsar’-project beoogt een verdubbeling van de vervoerscapaciteit, maar vereist de aankoop van nieuwe treinstellen en een nieuw signalisatiesysteem. 2 De Morgen wijdde een reeks artikels aan Diabolo, waaronder dit: http://www.demorgen.be/binnenland/wurgcontract-voor-diabolo-kan-nmbs-1-miljard-kosten-a1749160/
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Het metronetwerk wordt ontwikkeld en uitgebreid. Stemmen gaan op dat jullie met het budget voor 10 kilometer metrolijn 55 kilometer tramsporen kunnen aanleggen. Zijn zulke dure werven vandaag dan noodzakelijk? Kunnen jullie met minder middelen dan niet even veel, of zelfs meer doen?
Ondanks de hoge rijfrequentie, nagenoeg elke vijf minuten, zitten de bussen telkens overvol omdat de maximale capaciteit precies berekend is op 900 mensen per uur. Maar we zien steeds meer klanten. Vandaag moeten sommige mensen aan de halte blijven wachten op een volgende bus, om nog niet te spreken over zij die in deze omstandigheden al helemaal niet op bus geraken: kinderen, mensen met kinderwagens, gehandicapten, mensen die winkelen in deze sterk commerciële zone en hun koopwaren moeten vervoeren… Zij krijgen op dat moment geen rechtmatige openbare dienstverlening. Voetpaden staan vol met mensen en het omliggende verkeer vertraagt omdat wij er onze rijtuigen met de grootste capaciteit, de gelede bussen, heen sturen. Die zijn lang en kunnen moeilijk
“Een nieuwe metrolijn aanleggen richting Schaarbeek en Evere is onontbeerlijk als we tegemoet willen komen aan de heel grote vraag naar openbaar vervoer richting het noorden van het Gewest.” Metro, tram en bus zijn complementair, geen concurrenten; ze beantwoorden aan verschillende veranderende behoeften. Dit soort vergelijking – eerder het ene dan het andere door een lagere kostprijs – houdt dus weinig steek. In dit geval zelfs helemaal geen, want een nieuwe metrolijn richting Schaarbeek en Evere is onontbeerlijk als we tegemoet willen komen aan de heel grote vraag naar openbaar vervoer richting het noorden van het Gewest. Het huidige aanbod schiet tekort: de vraag wordt geschat op 6.000 reizigers per uur en enkel een metrolijn kan zo’n hoog aantal reizigers opvangen. Deze lijn zal de nieuw bediende wijken bovendien ‘economische zuurstof’ inblazen. Als we de kosten van een rendabel openbaar vervoer afwegen tegen de voordelen, dan zien we dat de verschillende zones langs een traject, in het bijzonder de buurten rond de talrijke haltes, ten volle profiteren. Bovenop de economische ontwikkeling, zien we bijvoorbeeld telkens een duidelijk effect op de vastgoedwaarde in die gebieden.
Ook de bus- en toekomstige tramlijn 71 zorgt voor beroering, maar op een ander vlak: niet door zijn kostprijs, maar door zijn relevantie. Het is nochtans een uitermate relevant project! Buslijn 71 is recordhouder binnen het Gewest, met 8,5 miljoen reizigers per jaar, ofwel 900 per uur en in beide richtingen!
manoeuvreren in de nauwe straten. Enkel een tramlijn kan in dit geval de stijgende vraag aan. We willen de capaciteit van het
39 We moeten het juiste debat voeren: wij hebben als doel de Brusselaars te laten genieten van openbaar vervoer, niet hen te vertellen welk Gewest eigenaar is van
“We moeten het juiste debat voeren: wij hebben als doel de Brusselaars te laten genieten van openbaar vervoer, niet hen te vertellen welk Gewest eigenaar is van hun bus.” MIVB-netwerk blijvend verhogen, maar dat betekent niet noodzakelijk meer kilometers lijn. Natuurlijk breiden we ook in de lengte steeds uit, maar een verhoging van het aantal plaatsen is noodzakelijk, zeker op lijnen met een hoge capaciteit zoals nummer 71. Tot slot verlaagt dat de operationele kost per rit en wij doen er alles aan om onze kosten in de hand te houden.
In het regeringsakkoord staat de wens van de MIVB om buiten de grenzen van het Gewest te opereren. Toch lijken de omliggende Gewesten niet meteen gewonnen voor het idee, terwijl zij zelf steeds meer binnen Brussel willen optreden. Speelt er een communautaire getinte concurrentie?
We overschrijden de grenzen van het Gewest al met lijn 44 naar Tervuren, lijn 39 naar Sterrebeek en met de ‘luchthaven’lijnen. We voorzien trouwens om lijn 62 door te trekken tot aan de luchthaven.
hun bus. De drie spelers steunen tegelijkertijd de Brusselse economie.
U bent vrij nieuw binnen de MIVB: welke indruk krijgt u van de onderneming? Het is een buitengewone onderneming die van het talent wemelt. Hier heerst een werkklimaat dat onze activiteit volledig ondersteunt, en dat ik wens verder te zetten: de MIVB heeft een bijzonder motiverende sociale missie, die bovendien overeenstemt met en tegemoet komt aan de uitdagingen waar het Gewest vandaag voor staat. We werken trouwens in volmaakte harmonie samen met een wilskrachtige regering die ten volle begrijpt dat onze missie een dagelijkse uitdaging vormt, maar ook een visie vereist die zich vertaalt in een concrete ontwikkelingsstrategie. Interview afgenomen door Didier Dekeyser
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
behoudt, terwijl het overheidsorgaan de risico’s blijft dragen. Ik ben van mening dat dit soort partnerschap de toekomst van de onderneming in gevaar kan brengen. Het beheerscomité van de MIVB is dan ook teruggekomen op eerder geplande projecten van dit type aan de depots Marconi en Erasmus, omdat het ons interessanter leek die zelf te financieren.
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Portret van de Brusselse voedingssector Voeding hoort bij de voornaamste industriële activiteiten in Brussel. In 2012 waren 330 ondernemingen en
4050 mensen hierin actief, goed voor een globale omzet van 1,7 miljard euro. De versteviging van deze sector vergt om te beginnen een goed inzicht in de moeilijkheden waarmee hij kampt, maar ook in zijn economische
perspectieven, meer bepaald in de context van duurzame ontwikkeling en kringeconomie, in overeenstem-
ming met de ambities van de Brusselse regering. In het raam van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu heeft Fevia, de federatie van de voedingsindustrie, een “SWOT’ analyse van de sector laten verrichten1.
D
Emplois e Brusselse voedingsindustrie 5486 ging onder de gevolgen van de 4892 crisis gebukt, maar is er sinds 4585 47312010 erin geslaagd opnieuw positieve 4436groeicijfers voor te leggen, al liggen die 4230lager dan voor het geheel van de Belgische 4242voedingsindustrie. De omzet van de sector 4094is tussen 2009 en 2012 in het Brusselse 3626Gewest met 14% gestegen, terwijl de groei 3568voor gans België 21% bereikte. 3507 4080 Wat de werkgelegenheid betreft, onder4050 scheiden zich vooral vier subsectoren: bakkerij en banketbakkerij, water en drank, chocolade en zoetwaren, en ten slotte vlees. Samen vertegenwoordigen ze 80% van de tewerkstelling in de Brusselse voedingssector. Deze sector berust dus grotendeels op een beperkt aantal en ondernemingen. BHG subsectoren België 2012 vs 2008 14% 0% 2012 vs 2000 -‐26% De buurlanden 2% blijven onze voornaamste handelspartners, maar Brussel beRBC reikt 21% Belgique export naar afgelegen landen 2012 vs 2008 14% (meer dan0% het Belgische gemiddelde van 2012 vs 2000 -‐26% 2% 15%), dankzij de sterke positionering van chocolade. Chocolade en vleeswaren zijn trouwens de voornaamste uitgevoerde producten. Image d'origine NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
Année 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 40 2012
De uitdagingen van de sector …
De Belgische voedingssector stelt het overwegend goed, maar kampt wel met een aantal moeilijkheden. Om te beginnen blijft het gemiddelde scholingsniveau van de Brusselse arbeidskrachten relatief laag, terwijl de troeven van bepaalde knelpuntberoepen weinig bekend blijven. Dit is kenmerkend van de Brusselse paradox: de stad zit met de hoogste werkloosheidscijfers van België, terwijl er helemaal geen gebrek aan vacatures heerst. Het is dus hoog tijd om het imago van technische beroepen – en van de voedingsindustrie – opnieuw op te krikken en bovendien het aanbod aan vormingen en stages aan te passen om in te spelen op de werkelijke behoeften van de ondernemingen.
6000 5500
Croissance en 2011 u code Nace 111.70 1.70 -‐- Groei in 2011 vandNace-code eaux minérales et en boissons (Coca-‐Cola), mineraalwater drank (Coca-Cola), suite à la centralisaQon des als gevolg van een administraQve administratieve ventes, ne correspondant pas à ubetekent ne centralisering van de verkoop; croissance réelle. echter geen reële groei.
5486 4892
5000
4585
4731 4436
4500 4000
BHG
België
4230
4242
4080
4094
4050
3626 3500 3000
3568
3507
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Werkgelegenheid: het algemeen aantal banen vermindert. Deze daling uit zich bovendien
Emploi: le nombre de postes diminue globalement et cette perte est plus importante que pour sterker dan in gans België (bron: RSZ, gedecentraliseerde statistiek). l'ensemble de la Belgique Nog andereBron: problemen een impact statistiek evenals(door (beide RSZ ghebben edecentraliseerde gele milieu-overwegingen brochure) op de sector. Source: Zo bijvoorbeeld de zware loonfactoren zijn soms gebonden, trouwens). De ONSS, statistiques décentralisées (brochure jaune) lasten die subsectoren met veel arbeidsaanleg voor innovatie haalt voordeel uit het krachten extra onder druk zetten. Reken multiculturele en internationale karakter hierbij ook de hoge prijzen van terreinen en van de stad. Brussel biedt een zeer divers vastgoed, waardoor bedrijven de grootste en dynamisch voedingsaanbod, zodat de moeite ervaren om zich te vestigen, terwijl ondernemingen er niet voor terugdeinzen bestaande nauwelijks kunnen uitbreiden. nieuwe producten en concepten uit te tesEn dan hebben we het nog niet over proten. Deze context bevorderde bijvoorbeeld blemen als mobiliteit, toegankelijkheid en de uitbreiding van fastfoodketens die voorde complexiteit van de reglementering. Borang geven aan evenwichtige biovoeding. vendien zijn deze bedrijven meestal van beDenk maar aan Le Pain Quotidien en Exki, perkte omvang en beschikken ze niet altijd die zowel in België als in het buitenland over de nodige middelen om te investeren, merkwaardig succes oogsten. te innoveren of eenvoudigweg om een beBrussel vormt daarnaast ook een rijke roep te doen op de bestaande steunmaatvoedingsbodem voor de ontwikkeling van regelen (ook financieel). nicheproducten, met de opkomst van zeer …en zijn troeven specifieke stedelijke productie-initiatieven De Brusselse voedingssector geniet een aan(insecten met Little Food, champignons met tal niet te onderschatten troeven. Brussel Permafungi) en een steeds toenemende beligt namelijk in het hart van België en van langstelling voor lokale producten, al blijft Europa. De lokale bedrijven genieten een deze markt voorlopig nog bescheiden. Ook vlotte toegang tot de metropool, tot de omin processen wordt geïnnoveerd, vooral dan liggende regio’s en, dankzij de luchthaven, in ecologische efficiency, de vermindering van afvalstromen en de beperking van voeook tot de internationale markt. Ze maken dankbaar gebruik van het positieve imago dingsverspilling. De trend verdient zeker te van Brussel en van België. worden aangemoedigd, onder andere door sterkere en beter toegankelijke gewesteOok qua innovatie scoren ze sterk. De drang lijke steunmaatregelen en subsidies voor naar nieuwigheden wordt bevorderd door innovatie, met de focus op kleine onderde constant evoluerende vraag van de markt nemingen.
1 De studie is op aanvraag verkrijgbaar bij Pieter Weyn, Fevia (
[email protected]).
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Co-create: oproep tot projecten
In het raam van het programma ‘Duurzame voeding’ van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu kondigt Brusselse Staatssecretaris belast met wetenschappelijk onderzoek Fadila Laanan de lancering aan van de oproep tot projecten “Co-create voor duurzame voedingssystemen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest”. De oproep wordt beheerd door Innoviris, het Brussels Instituut voor Onderzoek en Innovatie. De projecten mogen tot heel wat gebieden betrekking hebben: productie of verwerking, transport, verpakking, opslag, bereiding, distributie, afvalbeheer of nog de consument zelf. De Co-create actie richt zich tot onderzoek- en innovatieprojecten die deel kunnen uitmaken van een co-creatiedynamiek en die zullen worden uitgevoerd in de living labs die ze met eindgebruikers van de resultaten zullen vormen. De oproep richt zich tot ondernemingen, verenigingen zonder winstbejag en onderzoeksorganen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn gevestigd. Het proces verloopt in twee fasen: een eerste oproep waarbij belangstellenden zich bekendmaken, en een tweede oproep voorbehouden aan belangstellenden die werden geselecteerd voor het voorleggen van een volledige dossier. De exacte modaliteiten en de streefdata zijn beschikbaar op de website van Innoviris (www.innoviris.be).
Succes promoten
De bijzonder dynamische Brusselse voedingssector vormt een onmiskenbare troef voor het Gewest. Hij verdient dus te worden gesteund in zijn ontwikkeling en in de verankering van voedingsbedrijven in Brussel. Precies daarom moeten ondernemerschap en innoverende initiatieven worden aangemoedigd. Wij moeten successen promoten en de nodige trots aan de dag leggen. Ook de overheid moet actiever met de sector meewerken bij het bepalen van beleidsmaatregelen en gewestelijke reglementeringen. In dit opzicht reageren we enthousiast wanneer Minister voor Leefmilieu Céline Fremault belangstelling toont voor de ontwikkeling van duurzame voeding en stedelijke productie. De ontwikkeling van een gunstig zakenklimaat vormt een essentiële voorwaarde voor de ontwikkeling van de Brusselse voedingssector.
Contact: Xavier Hulhoven,
[email protected], 02 600 50 68.
Laura Rebreanu Coördinator van het platform duurzame ontwikkeling, BECI
AL EENS GEDACHT AAN KINEPOLIS BRUSSEL…
… voor feestelijke eindejaarsgeschenken voor uw relaties of medewerkers? Op zoek naar een geslaagd eindejaarsgeschenk voor uw medewerkers, klanten of leveranciers? Trakteer hen tijdens de koudste maanden op een gezellige filmavond. Een romantisch avondje met z’n twee, quality time voor het hele gezin met de leukste kerstfilm of spanning en actie die van het scherm spat. Met de Kinepolis-bioscoopcheque scoort u altijd. Als onderneming profiteert u van voordelige B2B-tarieven. De bioscoopcheques zijn bovendien fiscaal aftrekbaar en geldig in elk van onze 11 Belgische bioscopen.
WHEREBUSINESSMEETSPLEASURE
Voor meer info: Alisson Sinéchal / Melanie Lisanti -
[email protected] - 02 474 26 30 Bezoek onze website: www.kinepolisbusiness.com
41
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Hoe wapent u zich tegen het afschakelrisico? Het risico dat de stroom tijdens de winter uitvalt is gering, doch niet onbestaande. Dit gevaar mogen on-
dernemingen in geen geval over het hoofd zien, zeker indien gebruik wordt gemaakt van het afschakelplan om de stabiliteit van het elektriciteitsnet te handhaven. Een goede voorbereiding zal de impact tot een minimum beperken.
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
42
H
et afschakelplan, dat bepaalde regio’s in België tijdelijk zonder stroom zet, is opgesteld om de stabiliteit van het elektriciteitsnet in ons land te handhaven. Het plan voorkomt dat een significante verstoring in het netwerk een algemene onderbreking van de stroomvoorziening in het land (black-out) veroorzaakt. Tijdens een afschakeling wordt ook de stroomvoorziening naar de ondernemingen in de desbetreffende regio tijdelijk stopgezet, wat mogelijk gevolgen kan hebben voor hun activiteiten. Het sleutelwoord om deze gevolgen te beperken is: voorbereiding. “Het is belangrijk op voorhand de juiste vragen te stellen. Zo komt men als bedrijf niet voor verrassingen te staan hoeft men niet in zeven haasten te reageren”, zegt François Bryssinck, Gedelegeerd Bestuurder van Megabyte, een specialist in ICT-totaaloplossingen en –diensten, IP-telefonie en telecommunicatie. “De eerste stap is nagaan of de onderneming in één van de zones uit het afschakelplan ligt. Zelfs al ligt een organisatie in een ‘veilige’ zone, dan blijft het belangrijk om maatregelen te nemen in geval van mogelijke stroomonderbrekingen van lange of korte duur. De tweede stap is subjectiever: ieder bedrijf moet zelf het
risico schatten en in functie daarvan voorzorgsmaatregelen nemen. In elk geval, als de stroomonderbreking langer duurt en zich verspreidt, zitten we allemaal in moeilijkheden.” Op het vlak van IT- en telecommunicatie betekent een stroomonderbreking voor een normaal uitgerust bedrijf: geen inkomende of uitgaande telefoonoproepen, met uitzondering van de GSM, geen mails of toegang tot het internet, en geen functionerende computers. Of de servers van de onderneming intern of extern gevestigd zijn, verandert niets. Wanneer de organisatie zonder stroom zit, werkt niets meer.
Check-list
Megabyte heeft een aantal vragen opgelijst dat elke organisatie zich moet stellen: ◗ Welke toestellen zijn absoluut noodzakelijk voor de continuïteit van mijn activiteiten tijdens een onderbreking? ◗ Hoe zal het alarmsysteem reageren? ◗ Hoe zullen de toegangscontroles en de elektrische deuren reageren? Zullen ze gesloten en geblokkeerd worden, of blijven ze open? ◗ Werkt het back-up systeem correct? Bevindt uw back-up zich in een extern datacenter, in dezelfde afschakelzone? Werd hier een noodprocedure voorzien?
◗ Beschikken de servers van de onderneming over een UPS (‘Uninterruptible Power Supply’, ofwel een niet-onderbreekbare voeding)? Werkt ze correct? Een UPS kan een stroomonderbreking voor een beperkte tijd opvangen, waardoor het bedrijf de tijd heeft om alle elektronische toestellen juist uit te schakelen. ◗ Is het verstandig om een generator te kopen die sommige toestellen kan blijven voeden? ◗ Herstart de server zelfstandig of is een menselijke interventie noodzakelijk? ◗ Wie is in het geval van een stroomonderbreking verantwoordelijk voor de communicatie met de elektriciteitsleverancier, de klanten of partners? ◗ Welke toestellen worden prioritair heropgestart wanneer de stroomvoorziening is hersteld? “Naast het overlopen van deze vragen, zouden bedrijven hun gewoontes ook licht moeten bijsturen”, gaat Bryssinck verder. “De PCs bijvoorbeeld correct uitschakelen bij het verlaten van het kantoor, regelmatig het werk opslaan, een opgeladen gsm en zaklamp bij de hand houden en alle nuttige telefoonnummers op papier noteren! Via het opstellen van een ‘checklist’ met aandachtspunten voor, tijdens en na de stroomonderbreking krijg je een globaal overzicht van de situatie en kan je de negatieve gevolgen voor het bedrijf beperken. Afwachten is volgens ons geen optie, want dat verhoogt alleen maar de kans op eventuele problemen of noodsituaties.” Lauriane Douchamps, Luna
Is uw bedrijf klaar voor de winter ?
uw bedrijf Met de gratis Blackout Scan evalueert u meer dan 15 domeinen zoals koeling, ventilatie, noodverlichting, datasystemen… op mogelijke risico’s. Hiermee krijgt u een detailoverzicht in welke mate uw bedrijf opgewassen is tegen een eventuele stroomonderbreking.
Doe nu de Blackout Scan op www.electrabel.be/winter2014-B2B
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Hôtel des Galeries: veel charme en een uitzonderlijk kader In het historisch hartje van Brussel opende het Hôtel des Galeries, op de hoek van de Beenhouwersstraat en de Koningsgalerij, onlangs zijn deuren. In amper drie maand tijd slaagde het hotel erin zowel een zakelijke clientèle als toeristen te bekoren.
H
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
44
Oorspronkelijk ontstond het project bij een idee van Nadine Flammarion, van wie de echtgenoot Jean-Noël vijftien jaar geleden de boekhandel van de Galerijen overnam. De zaak staat voornamelijk bekend voor haar kunstboeken, gidsen en fotowerk. De boekhandel bevindt zich op de hoek van de Beenhouwersstraat en de Koningsgalerij. Het hotel bezet de verdiepingen van hetzelfde gebouw. Nadine Flammarion werd bekoord door de pracht en het uitzonderlijke kader van de Koninklijke Sint-Hubertusgalerij en besliste toen een derde hotel te openen, na het Hôtel Arvor Saint-Georges in Parijs, in het zuiden van de Pigalle-wijk, en de villa’s met vakwerkgevels in La Baule. “Het Hôtel des Galeries is een zogenaamd boetiek-hotel dat zich vooral door zijn stijl en persoonlijkheid onderscheidt”, aldus Thierry Durand. “Of noem het een charmehotel.” Binnen werden de ruimten heringedeeld en nieuw ingericht door Camille Flammarion en Fleur Delesalle, aan wie we ook de decoratie van het restaurant Caillebotte in Parijs te danken hebben. Elk van de 23 kamers werd met een eigen identiteit ontworpen. De helft van de kamers (twaalf) kijkt uit op de Galerij, acht openen hun vensters op de Beenhouwersstraat, en drie kijken uit op een binnenpatio, een plaats van rust en sereniteit in het centrum van Brussel. Naast hoteldiensten biedt de nieuwe zaak een restaurant (Le Comptoir des Galeries) evenals een wijnbar waar men ook terecht kan om van een hele waaier
(R.T.)
oteldirecteur Thierry Durand is natuurlijk bijzonder tevreden met de veelbelovende start, maar bedaart zijn enthousiasme: “Jazeker zijn de eerste resultaten zeer aanmoedigend, maar ook het nieuwigheidseffect speelt hier een rol. Bovendien is de maand september in onze sector steeds een gunstige periode. Laten we een volledig jaar afwachten om een eerste balans op te maken.”
strelingen voor het gehemelte te genieten, o.a. garnaal- of kreeftkroketten of de eerder verrassende variante met varkenspoten. Het restaurant (60 bestekken) werd in de voormalige Hart werkplaatsen ingericht, destijds een Leverancier van het Koningshuis die 175 jaar lang medailles, ordelinten en luxe-papierwaren fabriceerde. De op producten gerichte menukaart werd door Julien Burlat samengesteld (Le Dôme, le Bistrot Dôme-sur-mer en bakkerij Domestic in Antwerpen) in samenwerking met chef en pianospeler Benjamin Lagarde, die al de Chalet de la Forêt, de Brasserie Bozar en de Brusselse Bowery op zijn CV heeft staan.
Uitzonderlijk mooi gelegen
Het Hôtel des Galeries gaat prat op een schitterende ligging, op twee minuutjes wandelen van de Grote Markt. “In ons beroep maar ook in de handel in het algemeen wordt gezegd dat drie zaken van groot belang zijn: de ligging, de ligging en nogmaals de ligging”, verklaart Thierry Durand. In dit opzicht schoot het jonge viersterrenhotel in de roos. Jaarlijks onthaalt de Koninklijke
Sint-Hubertusgalerij meer dan 6 miljoen bezoekers (5 miljoen in de Beenhouwersstraat). De galerijen hebben hun ietwat ouderwetse charme perfect behouden en herbergen nog steeds enkele van de mooiste boetieks van Brussel. Zoals heel wat Brusselse confraters mikt het Hôtel des Galeries gedurende de week voornamelijk op een zakelijke clientèle en op city break-bezoekers tijdens het weekend. “Onze eerste klanten komen van ver. Wij ontvingen reeds mensen uit China, Mexico, Brazilië, India, Qatar en Dubai. Zij vinden ons via het Web waar wij goed aangeschreven staan en waar het hotel bijzonder hoog wordt gewaardeerd, zoals blijkt uit de maximale rankings. Deze schitterende resultaten danken wij aan ons uitmuntend personeel (een vijftiental medewerkers) want ten slotte zorgt de kwaliteit van de menselijke relatie voor het onderscheidend verschil”, besluit Thierry Durand. Meer info: www.hoteldesgaleries.be Guy Van den Noortgate
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
BECI EXPERIENCE
Bedrijfsgerichte opleidingen Jaarlijks nemen meer dan 2500 mensen deel aan BECIs seminars en opleidingssessies in domeinen als
management, fiscaliteit, financiën, verkoop en marketing e.a. Onlangs lanceerden wij de ‘60 minuten’ formule: een nieuw type beknopt, doeltreffend (en nochtans interactief) seminar dat meteen spijkers met
koppen slaat. Bruno Clerbaux (van ACP Group) woonde de eerste sessie bij: “Hoe maak ik (opnieuw) cash?”
B
runo Clerbaux is bestuurder van ACP Group, samengesteld uit Aménagement cv (ruimtelijke ordening, mobiliteit, impactstudies) en Clerbaux & Pinon adf (architectuur en stedenbouwkunde). De man is een trouwe bezoeker van BECI: tweeof driemaal per jaar neemt hij deel aan een netwerkevenement of volgt hij een opleiding of een seminar. “Ik vind deze opleidingen meestal evenwichtig en gericht op het bedrijfsleven. Precies wat we nodig hebben”, zegt hij. Het studiebureau ACP Group stelt een vijftiental personen tewerk die, in functie van de projecten, ook van externe deskundigen bijstand krijgen. “Wij werken veel voor de overheid (de federale Staat, de Gewesten, intercommunales) en voor parastatalen instellingen als de spoorwegen, voornamelijk in Brussel en Wallonië, maar van tijd tot tijd ook in Vlaanderen via tijdelijke verenigingen”, licht de heer Clerbaux toe. “Wij zijn bijzonder actief in strategische planologie en impactstudies. Zo hebben wij onder andere bijgedragen tot de richtschema’s van de Europese Wijk, Delta, Josaphat en het Weststation, tot het Master Plan van de Noordwijk, de ingraving van de Kleine Ring e.d. Wij hebben de zetel van de Awex op de Boudewijnlaan gebouwd (met een reusachtige zonnewijzer op de gevel) en namen deel aan de herinrichting van de omgeving rond het Rogierplein.”
Opnieuw liquide middelen genereren? Daar hunkeren heel wat bedrijven naar. Bruno Clerbaux zit echter met een specifieker probleem: “Ons budget is gezond maar we zitten met cashflow problemen omdat de tijdschema’s en de betaaltermijnen van de overheid (onze voornaamste klant) veel te lang zijn en omdat het bovendien onmogelijk blijkt een voorschot te krijgen. Wij moeten ons werk dus constant voorfinancieren. Bovendien ondergaan wij abnormale contractvoorwaarden, o.a. wat betreft de goedkeuring van de toezichten om te kunnen factureren, terwijl het werk al rond is. Omwille van deze moeilijkheden aarzelen wij om nieuwe medewerkers aan te werven. Meerdere studiebureaus werden hierdoor tot stopzetting van hun activiteiten gedwongen.” Bruno Clerbaux vond het door BECI gedelegeerd bestuurder Olivier Willocx en door expert-boekhouder en fiscaal adviseur Olivier Kahn gerunde seminar bijzonder rijk aan inhoud. “Het principe van een compact seminar vond ik een prima idee. Het betoog was gericht en beknopt, de timing werd gerespecteerd en toch bleef er ruimte voor interactiviteit over, met de uitwisseling van ervaringen. Iedereen kon het woord voeren, terwijl het in dit type evenementen meestal slechts de meest assertieve en charismatische deelnemers zijn die spreken. Hier hebben de moderators proactief elke deelnemer aangesproken.
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
(R.T.)
Een veelbelovende formule
45
Bruno Clerbaux.
Ik had ook de indruk dat onze bezorgdheden echt gehoor kregen. Ik hoop trouwens dat BECI hier gevolg zal kunnen aan geven.” Wat hij uit dit seminar heeft gehaald? “Veel gezond verstand en een aantal zeer concrete raadgevingen. Bijvoorbeeld op het vlak van boekhouding, waar deskundigen ons soms aanzetten zogezegd fiscaal gunstige uitgaven te doen, die naderhand dure grappen blijken te zijn omdat ze niet het minste nut vertonen. We hebben aan de hand hiervan onze boekhouding herzien en er elementen in gevonden die voor verbetering vatbaar waren. Ik heb bijvoorbeeld de slechte gewoonte om kortingen toe te staan. Het seminar heeft aangetoond hoe gevaarlijk deze praktijk kan zijn wegens de perceptie die de klant van de onderneming heeft. Ik heb mezelf in de vraag kunnen stellen, wat nog niet betekent dat een dergelijk advies gemakkelijk te volgen valt. Ik geloof dus dat deze formule moet worden uitgebreid tot de andere onderwerpen waar we ons zorgen over maken. En dat zijn er heel wat.” Emmanuel Robert
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
46
© Saskia Vanderstichele
DE RESTAURANTTIP VAN AGENDA MAGAZINE
KNEES TO CHIN ••• Brussel heeft talent zat. Dat bewijst deze week Knees to Chin, dat onlangs opende vlak bij de Kasteleinswijk en perfect de vinger aan de gastronomische pols heeft. Hoe? Door het blazoen op te poetsen van het lenterolletje, een specialiteit waarop nog steeds door heel wat chefs wordt neergekeken. Knees to Chin biedt een verfijnde versie van het lenterolletje aan en put daarvoor inspiratie uit de Vietnamese keuken. Het concept werd bedacht door Roxane Gernaert, een jonge vrouw die ze alle vijf netjes op een rij heeft. Uit de verschillende soorten lenterolletjes namen wij de ‘today’s special’, met rundvlees, en een lenterolletje met zoete aardappel. Voor 8,50 euro krijg je twee lenterolletjes en een bijgerecht, met zelfs een thermos jasmijnthee
toe. Een ongelofelijk democratische formule, die bovendien lekker en gezond bleek te zijn. Het lenterolletje met rundvlees bewees meteen dat hier alles huisgemaakt is. We peuzelden alles tegelijk op: het pannenkoekje van rijstbloem, gevuld met rauwe courgette, een sneetje perfect gebakken rundvlees, basilicum, zonnebloempitten en ten slotte raketsla, waarvan de bitterheid naar onze smaak iets te fel overheerste. Versheid in een jasje, vergezeld van een saus op basis van citroenkruid. Hetzelfde gold voor het lenterolletje met zoete aardappel, geserveerd met een avocadosaus, die net zo verleidelijk was door de gekaramelliseerde uitjes die smaak en een knapperige beet aan het geheel toevoegden. De bol rijst die erbij werd
AGENDA is het uitmagazine van Brussel dat elke week door meer dan 150.000 mensen gelezen wordt. Ze krijgen het volledige overzicht van wat er te beleven valt in de stad: muziek, expo, resto, cinema, en nog veel meer. Met een advertentie in AGENDA bereikt u de actieve Nederlandstalige, Franstalige en Engelstalige Brusselaar. Meer informatie vindt u op www.agendamagazine.be/adverteren
geserveerd, was ronduit mesjogge: kleverig (zoals het hoort), en overgoten met een pindasaus met ananasen sesamtoetsen. Helemaal in lijn met de homemade sfeer, wordt de inrichting van de plek bepaald door planten en lampen die van het plafond naar beneden hangen, alsook door een paar upcyclingelementen: conservenblikken voor bestek, bokalen als lampenkappen… Hier komt u best zo vaak mogelijk over de vloer. MICHEL VERLINDEN
Info Livornostraat 125, Brussel, 02-644.18.11, www.kneestochin.com ma > vr 11.30 > 21.30, za 11.30 > 18.00 Voor meer restauranttips: agendamagazine.be
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
IMPRESSION OF A BRIT
(R.T)
A keen appreciation of the human condition One of the things that stands out in the perception of a foreigner is the overriding sense
of fairness of the Belgians in their dealings with others. I say this as one of the English who supposedly invented the concept of fairness and gave the word to the rest of the world.
T
he people of this city earned their reputation for mutual support a long time ago, no doubt partly as a result of having to ‘close ranks’ in the face of foreign oppression, notably the Spanish and the French. “In true Belgian style, the more pitiless the repression, the greater the resistance”, says André de Vries in his wonderful book, ‘Brussels’, on the city’s history and culture. One of the moral judgments of the denizens of Brussels came from the Burgundian Cardinal Granvelle who, in a letter to King Philip II of Spain, said that “nothing can be done because they only think of stuffing themselves, having orgies and thinking bad thoughts” (“Il n’y a rien à faire de bon, parce qu’ils ne pensent qu’à bâfrer, à organiser des orgies et mal penser”).
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
47
Three centuries later, an English visitor by the name of Henry Smithers paid a backhanded compliment when he wrote that the Flemish in particular “are not destitute of benevolence when excited thereto by great occasions.” Later, in a letter to a friend, the young Charlotte Brontë described her Brussels schoolmates as having “a character singularly cold, selfish, animal and inferior.” Not my impression of the people of Brussels today… Concern for one’s fellow-beings should be a universal quality but isn’t. The impersonality of life in many of Europe’s cities, and the indifference it produces, is evident from the faits divers columns of the European media. Brussels is, maybe surprisingly, a bit of an exception. While history has taught its people – and, come to that, most Belgians – to be cautious and instinctively ‘keep their distance’, the barriers quickly come down when they see a genuine case of distress. Most significantly this spirit of concern, which seems to come naturally to all constituents of the Belgian community (with a small ‘c’), seems to extend from the autochtones to underprivileged immigrants. I have been privileged to witness incidents where the human response of Bruxellois/Brusselaars of various convictions and colours – Spaniards, Maghrebians, Sub-Saharan Africans – has been equally spontaneous and warm. Sadly but significantly the most notable exception to this rule is the privileged immigrant community – not
necessarily the people actually working in the European institutions but the Eurowatchers and the other members of the parasite organisations surrounding them. They are the people who need to develop this human empathy more than anyone else, but they’re too busy catching up with endless Euro-developments to care… On the other hand, this essential and very Belgian spirit of humanity does have its downside. The social services leave me with the impression that they are often too indulgent in their handling of so-called ‘hard luck’ cases. And Belgians have a tendency to sell themselves short, they are too selfeffacing and too low-key in a world that is aggressively competitive. But this may be a small price to pay for their appreciation of the human condition which, fortunately for us expats, is something that comes naturally to most Belgians. Richard Hill
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
SELF-EMPLOYED CORNER
Neo goed of slecht nieuws voor Brusselse zelfstandigen? Deze vraag ontketent heel wat reacties. De meningen blijken echter verdeeld en soms tegenstrijdig. Om na
te gaan wat de voornaamste betrokkenen hiervan denken – namelijk de Brusselse zelfstandigen die vaak doorgaan als de eerste potentiële slachtoffers van het Neo winkelcentrum – besliste IZEO een enquête te voeren. Die leverde een duidelijker kijk op hun standpunt en bezorgdheden. De nuances reiken verder dan
T NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
48
er verduidelijking, het Neo project beoogt een nieuwe verstedelijking en een diepgaande herinrichting van de Heizel vlakte. Een internationale, economische, toeristische en culturele ontwikkeling waar ook een luik vrijetijdbesteding aan hangt. Op het Neo programma staan een schouwspelzaal tot 18.000 plaatsen (die al in september 2013 werd ingehuldigd), een nieuwe handelswijk, meer dan 750 woningen met hoge energieprestaties, crèches, een nieuwe bioscoop, een openluchtzwembad, een congresinfrastructuur met 5000 plaatsen, een uitgebreid Horeca aanbod en, uiteraard, het splinternieuwe voetbalstadion dat de Euro 2020 moet onthalen. Hebben we hier te maken met een buitensporige verstedelijking, een harde concurrentie of een noodzaak door de ontwikkeling van de stad en de toenemende behoeften van haar inwoners? De meeste bevraagde zelfstandigen (62%) vinden het Neo project positief voor het Brusselse Gewest, dat ruimschoots voordeel zou halen uit een grootschalig project dat tegelijk de economische ontwikkeling en de werkgelegenheid zal bevorderen. Bijna alle respondenten stellen echter als logische voorwaarde dat de site vlot met de auto en met het openbaar vervoer bereikbaar zou zijn. Bij verdere en meer specifieke bevraging stelt men meer genuanceerde antwoorden vast. 51% van de respondenten vinden dat de grote internationale handelsketens, die vandaag weinig op ons grondgebied zijn vertegenwoordigd, via Neo toegang tot Brussel moeten krijgen. Anderen (51%) vrezen dat het aantrekkingsvermogen van het stadscentrum hieronder zou kunnen lijden. 70% van de bevraagde personen denken dat de nieuwe marktaandelen vooral via consumenten uit de Rand zullen kunnen toenemen. Op de vraag of deze nieuwe wijk een extra toeristisch trekpleister
Wat vindt u in het algemeen van het Neo project?
■ Geen mening. 14,48% ■ Niet goed voor Brussel. De stad heeft geen behoefte aan deze stedelijke vernieuwing. 23,45% ■ Dit is positief voor Brussel want dit grootschalig project zal zowel de economie als de werkgelegenheid bevorderen. 62,07%
©KCAP - Neo
gewoon ‘voor of tegen’ het Neo* project.
voor Brussel moet worden, antwoorden slechts 47% dat dit zeer belangrijk is. Er bestaat blijkbaar de vrees dat het Atomium en zijn vernieuwde omgeving de Grote Markt zou vervangen in het bezoekprogramma van toeristen. Wat de vereisten betreft, komt voornamelijk de mobiliteit aan bod: de toegankelijkheid met de wagen en met het openbaar vervoer (87%), maar ook met de fiets (55%). 80% van de respondenten vinden dat het project rekening moet houden met duurzame ontwikkeling en bovendien merkwaardige architecturale en esthetische verwezenlijkingen moet voorzien (70%). 68% is bovendien voorstander van een gemengde wijk (woongelegenheid, handelszaken, vrije tijdsbesteding en kantoren). Rekening houdend met de ambities van dit project, kunnen we nu al stellen dat er voor architecten werk aan de winkel is.
Overwegend positief
Globaal mag worden gesteld dat de herinrichting van de Heizel vlakte wordt beschouwd als een mooie gelegenheid om een nieuwe dynamische en aangename wijk te bouwen. Het project wordt als veelbelovend ervaren, vooral door de aantrekking van nieuwe inwoners en van consumenten uit de Rand. Neo kan de toeristische aantrekkelijkheid van Brussel vergroten, maar dit mag in geen geval het stadscentrum benadelen. Zelfstandigen uiten zich dus overwegend positief over het project, voor zover veel aandacht wordt besteed aan de complementariteit van het aanbod (handel, toerisme en vrijetijdsbesteding) met wat Brussel vandaag al te bieden heeft. Lise Nakhlé, BECI Meer info over het Neo project: http://www.neobrussels.com/ * Enquête bij 428 Brusselse zelfstandigen, handelaars, ambachtslieden en KMO bedrijfsleiders.
LAGERE ENERGIEKOSTEN!
EXPERIENCE LIFE DIFFERENTLY BELPOWER, een uitgebreid gamma van energiebesparende producten!
Een opvouwbaar model met een origineel en intelligent design.
BELPOWER denkt aan u op vlak van energiebesparing, voor groter concurrentievermorgen. Ontdek snel onze aanbieding van 100% groene elektriciteit, een milieuvriendelijk aanbod met aandacht voor de natuur en bovendien één van de laagste op de markt.
Met reeds 12 jaar ervaring blijft BELPOWER uw partner voor de studie, de realisatie en het onderhoud van uw fotovoltaïsche en/of thermische installatie.
Bent u van plan om uw stookkosten te verminderen? De gedeeltelijke of volledigde vervanging van die installatie kan worden aangevuld met energie uit natuurlijke bronnen, zoals warmtepomp, thermische panelen of een thermodynamische boiler. Wenst u uw binnen- en/of buitenverlichting te veranderen? Wij beschikken over een breed gamma van LED verlichting van alle types. Door middel van deze investering zal u uw energieverbruik in verlichting tot 80% kunnen verlagen. Bent u voor uw verplaatsingen op zoek naar een handig vervoermiddel met behoud van uw comfort? Kom snel een oefenrit maken met onze “Bcompact” elektrische fiets.
BELPOWER is een innovatieve onderneming, 100% Belgisch. Wij bieden kwalitatief hoogwaardige producten aan die bijdragen tot het milieubehoud, wat een aanzienlijke meerwaarde vormt voor onze toekomst. BELPOWER INTERNATIONAL SA/NV
[email protected] Tél. 02/421 99 99 www.belpower.be
promotiecode: beci
Beci & co
BECI ANNUAL EVENT
Binnenkort een nieuwe start voor het onderwijs? “Back to School!”, luidde het thema van BECIs Annual Event, op 16 oktober in de aula van GDF Suez. En dan vooral met deze vraag: hoe zorgen we ervoor dat het onderwijs effectief de deuren van de arbeidsmarkt voor jonge Brusselaars opent?
B
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
50
ECI Voorzitter Thierry Willemarck stak van wal met een openhartige schets van de Brusselse situatie en haar paradox: wij leven namelijk in een dynamisch gewest dat welvaart en werkgelegenheid creëert, maar toch met zware werkloosheidscijfers kampt, hoofdzakelijk bij jongeren. Deze werkloosheid is te wijten aan een gebrek aan kwalificering, dat zelf uit falen op school en schoolverzuim voortvloeit. Op deze vaststelling heeft BECI al ettelijke keren gehamerd, met een oproep tot koersverandering en de vraag naar een alliantie tussen werkgelegenheid en onderwijs die – gelukkig maar – eindelijk op het programma van de nieuwe Brusselse meerderheid staat. Het goede nieuws is dat deze toestand niet onvermijdelijk is. Hij kan worden verbeterd, vrij snel zelfs. Dit was althans de boodschap van de gastspreker van deze avond: Etienne Denoël, directeur bij McKinsey België. Als aandachtige waarnemer van onderwijsstelsels in de ganse wereld, vestigt McKinsey onze aandacht op een paar regels van gezond verstand die de meest doeltreffende onderwijssystemen in gemeen hebben: meer autonomie voor de scholen, meer verantwoordelijkheid voor de directies, de herwaardering van de leerkrachten en leerlinggericht werken. Met alle resultaten van dien. Hiermee slaagden landen en regio’s erin de prestaties van hun onderwijs snel en ingrijpend te verbeteren. Dit gebeurde onder andere in Chili, Hongkong, Litouwen en, dichter bij ons, in het Duitse Saksen.
Telkens kwamen de hervormingen er door de combinatie van drie elementen tot stand: een economische of politieke crisis (we zitten er
E? IKK
volop in), een kritisch verslag (wij kregen de PISA rapporten) en ten derde de invoering van een blijvend technisch en politiek leiderschap. De grote lijnen van de studie die de heer Denoël
Beci & co
toelichtte, bevonden zich al in het dossier Back to School, dat wij verleden maand in ons jaarverslag 2014 publiceerden. Neem het document zeker nog eens door (het staat ook op onze website). De voordracht van Etienne Denoël voedde, onder leiding van JeanClaude Daoust, een debat met Joëlle Milquet, de Minister van het Franstalig Onderwijs, en Bianca Debaets, Brusselse Staatssecretaris en lid van de VGC (de Vlaamse Gemeenschapscommissie). Naast enkele meningsverschillen bestonden wel duidelijk de politieke wil om het vraagstuk van het onderwijs rationeel aan te pakken, en de bereidheid om ook de bedrijfswereld erbij te betrekken. “Het is precies daarom dat ik deze verantwoordelijkheid aanvaardt: om al wat vanavond werd voorgesteld, te verwezenlijken”, verklaarde mevrouw Milquet. De Minister meende onder andere dat heel snel actie kon worden genomen ten voordele van de schooldirecties, met meer autonomie en management steun. Bianca Debaets onderstreepte echter bepaalde specifiek Brusselse uitdagingen: de noodzaak om de carrière als leerkracht te herwaarderen alsook de
valorisatie van het technisch onderwijs, met Audi en Don Bosco als voorbeeld van een samenwerking tussen onderneming en school. “Helaas een alleenstaand voorbeeld”, betreurde Jean-Claude Daoust. Bedrijfsstages gelden overduidelijk als een van de oplossingen voor het professioneel onderwijs. Aan Jean-Claude Daoust die hoogwaardige stagiairs voor de bedrijfswereld vroeg, antwoordde Joëlle Milquet: “Wij hebben de hulp van de ondernemingen nodig. Deuren moeten open gaan en stages moeten worden aangeboden. Nu, als laaggeschoolde stagiairs worden geweigerd, dan zijn we meteen verkeerd bezig.” In de Brusselse sociale context wordt er ook over een ander concept gedebatteerd: de veralgemening van de kleuterschool voor kinderen vanaf drie jaar, al was het maar om de taal van het onderwijs aan te leren. Bianca Debaets is hier voorstander van, maar Joëlle Milquet vreest dat dit budgettair niet gemakkelijk zal zijn ... Etienne Denoël rondde het debat af met een dubbele oproep naar het publiek toe: “We hebben behoefte aan hoogwaardige leerkrachten en directeurs. Als een jonge persoon aan een carrière in het onderwijs denkt, verdient die te worden aangemoedigd! En waarom zou BECI niet toegankelijk zijn voor schooldirecteurs, die, in hun domein, eigenlijk ook ondernemers zijn?” BECI gedelegeerd bestuurder Olivier Willocx beklemtoonde de dringendheid van een toenadering tussen school en onderneming, wat sommigen hierover ook mogen denken. De stem van de bedrijfswereld kreeg gehoor. Gemeenschappelijke doelstellingen komen tot stand. Aan beide kanten vraagt de bereidwilligheid naar samenwerking. De tijd van de verwezenlijkingen is nu aangebroken, want de toekomst van Brussel staat op het spel. Back to work ! Emmanuel Robert
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
51
Beci & co
ALGEMENE VERGADERING VAN BECI
Huldiging van BECI leden Tijdens de algemene vergadering van BECI op 12 oktober werden
enkele van onze trouwste leden
gehuldigd. Daarbij hoorden drie ondernemingen die sinds 1939, dus
al 75 jaar lang, ononderbroken lid zijn.
Francis Jespers (Euler Hermes) ontvangt de grote zilveren medaille van Thierry Willemarck, voorzitter van BECI.
Belfius Bank, hier vertegenwoordigd door Mario Devry: 75 jaar lidmaatschap bij BECI.
Eveneens de grote zilveren medaille voor Bernard Van Geluwe, van het gelijknamige huis.
Henry Solé (Hacosan)
Céline Rouaux en Michaël Frajlick, van het bureau Frajlick Civilization & Communications, ontvangen de gouden medaille.
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
52
De medailles 2014 van BECI Grote zilveren medaille (75 jaar lidmaatschap) ◗ Rose & Van Geluwe BVBA ◗ Belfius Bank NV ◗ Euler Hermes Belgium NV Louis Albert en Dominique de Rudder (R.I.P.I. - Représentation Internationale de Produits Industriels), naast Thierry Willemarck.
Pierre-Yves de Laminne (Unit International)
Kleine gouden medaille (50 jaar lidmaatschap)
◗ Représentation Internationale de Produits Industriels BVBA ◗ Hacosan NV ◗ Veranneman (Auxiliaire Acoustique) BVBA ◗ Fortis Lease Belgium NV ◗ Frajlick Civilization & Communications PPE
Kleine zilveren medaille (40 jaar lidmaatschap) ◗ Unit International SA
Kleine bronzen medaille (25 jaar lidmaatschap)
◗ Advisers Global CVBA ◗ Colas Belgium NV ◗ Feton BVBA ◗ General Parking Camping BVBA ◗ GKN Service Benelux NV ◗ Picone Michele PPE ◗ International Consultants on Targeted Security BVBA ◗ La Boîte à Musique NV ◗ Swarovski Belgium NV ◗ Tradas NV ◗ Wilhelm & Co NV
Beci & co
HET BECI NIEUWS IN BEELD
Bedrijfsleiders ook hoogvliegers In samenwerking met Brussels Airlines nodigde BECI de CEO’s uit voor een bezoek aan vliegschool CAE Oxford Aviation Academy Brussels (de voormalige Sabena Flight Academy). Dit is een van de meest befaamde
opleidingscentra in Europa. De bezoekers konden er (op een simulator) de besturing van een Airbus A330, een Boeing 737-800 of het tweemotorig Diamond 42 toerismevliegtuig aanleren.
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
53
Nieuws in het kort
E-Visa : Elektronische Legalisatie Documenten Digichambers, het onlineplatform voor de aanvraag van oorsprongscertificaten, heeft een nieuwe tool ontwikkeld: ‘E-Visa’. Tot voor kort was het slechts mogelijk om documenten als verkoopfacturen of paklijsten elektronisch te legaliseren als een certificaat van oorsprong aan de aanvraag was toegevoegd. Deze toepassing biedt de mogelijkheid om voortaan uw documenten afzonderlijk te viseren. Via deze weg kunt u analysecertificaten, prijslijsten, internationale contracten, commerciële documenten en dergelijke online doorsturen en in uw bedrijf afdrukken, na goedkeuring door de Kamermedewerker. Dit systeem levert u heel wat tijdswinst op en bespaart u ook verzend- en verplaatsingskosten.
Digichambers en E-Visa zijn volledig web based, waardoor geen bijzondere software moet worden aangekocht of geïnstalleerd. U dient alleen de firma te registreren en te beschikken over een digitale handtekening (bv. E-ID) en een kleurenprinter. Buiten de standaardkost van de legalisatie is het gebruik van deze toepassing kosteloos. Contact : Elke Teck (02 643 78 06 ;
[email protected])
Leden trefpunt
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
54
Deze rubriek staat ter beschikking van onze leden. Als u uw activiteiten wil bekendmaken, stuur dan een bericht van een vijftiental regels naar
[email protected] (onder voorbehoud van de beschikbare ruimte).
Equip’ Human Source Wie : Vrouwen en mannen nauw betrokken in het leven van een KMO Wat : Dienstverlenend bedrijf gespecialiseerd in Human Ressources Waarom : Ontwikkeling van een rendabel en duurzaam activiteit Bijdragen aan de ontplooiing van individuen en organisaties ; De mogelijkheid en kans bieden aan mensen en bedrijven om elkaar beter te leren kennen ; Hen begeleiden bij het maken van professionele en levenskeuzes ; Hen helpen elkaar te ontmoeten ; Samen doorgroeien Hoe : Ons klantenaanpak bestaat niet enkel in het aanbieden van onze diensten, maar is eerst en vooral gericht op het luisteren van hun behoeften. Wij beschikken over potentiële oplossingen om onze klanten te helpen op het vlak van Human Ressources
Zichzelf beter leren kennen : Equip’Age - HR consultancy – Coaching – Opleiding ; Elkaar ontmoeten : Interim – Rekrutering en Selectie – Outplacement ; Samen doorgroeien : Interim Payroll – Sociale netwerken … en oplossingen die wij samen creëren
Equip Human Source - 8 bureaus : Liège – Huy/Waremme – Eupen - Namur – La Louvière –Brabant Wallon – Brussel en Vlaams-Brabant Kantoor Brussel : Zaterdagplein, 8 – 1000 Brussel Tel : 02 / 217.01.00 - www.groupequip.be
DAOUST OPENT HAAR 30ste JOBCENTER TE DOORNIK ! Daoust, het meest ervaren Belgische Human Resources-bedrijf, zet haar expansie voort via de opening van haar eerste JobCenter in Picardisch Wallonie in september, namelijk te Doornik. De opening van het 30ste JobCenter in België valt samen met de 60ste verjaardag van het bedrijf Daoust en versterkt het imago van nabijheid dat Daoust sinds verscheidene jaren ontwikkelt. Sinds haar oprichting, creëert Daoust een cultuur van flexibiliteit en klantgerichtheid : de opbouw van een nauwe relatie met haar klanten en kandidaten om zo beter te beantwoorden aan hun behoeften, is voor Daoust een prioriteit.
Kwaliteit van dienstverlening, menselijke waarden en gezelligheid maken deel uit van de sleutelfactoren van het succes van Daoust ! Deze waarden zijn die vertegenwoordigd in elk JobCenter Daoust in België. De leuze « We Love Solutions » is al 60 jaar verankerd binnen het bedrijf: HR is niet enkel een beroep : het is een passie. Welkom bij Daoust, Welcome to the Family ! Daoust n.v. •
[email protected] 070/22 11 40 • www.daoust.be
Leden trefpunt
Begeleider van rolbewuste ondernemingen Accompany and PerformanSe associated to propose tools and solutions for recruitment and personal coaching related personal development and competences. Team Booster is a unique new tool oriented on teams’ management. It helps mapping team profil and to optimize both collective and individual relationships within the team. Team booster gives to leaders a better view of their team! Using team booster with another individual tool like PERF ECHO for individual comportementales and evaluations processes, represents a real add value based on: ◗ a centric approach on specific competences for the team and oriented on professional skills ◗ an open and transparent Protocol,
◗ on years of practices which assured none-discrimination and equity for factual decision making, ◗ valorization of individual members’’ comportments, ◗ an objective referential which gives to collaborators the possibility of an auto-evalaution of their expertise and skills 4 steps: realization for the questionnaire on internet (10 min), restitution of PERF ECO with a B2B interview and a clear simple report ( 60min), restitution of TEAM BOOSTER to the manager (180 min) and presentation of results to the team by the manager assisted by accompany ( half day). Pascale M. Griveaud Mobile +352 621 452142 Mail:
[email protected]
Exquando viert 5-jarig bestaan “Onze rol is bedrijven te helpen bij het structureren en classificeren van de documenten en het configureren van de beheerssystemen. In overleg met het bedrijf bepalen we ook de regels die de medewerkers in staat stellen om de noodzakelijke informatie optimaal op te slaan en terug te vinden.” De ontwikkeling van Exquando gaat in stijgende lijn Exquando is gegroeid van 3 naar 25 medewerkers. Voor 2014 wordt een omzetgroei van meer dan 10% verwacht. Exquando wil zich verder ontwikkelen door zijn activiteiten in Vlaanderen, Frankrijk en Luxemburg te versterken en uit te breiden naar andere gereglementeerde sectoren. www.exquando.com
Combineer kwaliteit en pragmatisme in dienst van werving Taggtic is een Belgisch Engineering bedrijf met hoofdzetel in Brussel. Sinds de oprichting kent Taggtic een constante en stabiele groei met als resultaat een stevige reputatie op de Belgische markt en verschillende allianties met topbedrijven in hun segment. Wij zijn namelijk actief binnen de sectoren vervoer, energie, infrastructuur, high-tech een elektonica.
◗ Een "contante cultuur" die het mogelijk maakt om een duidelijk en concreet spraak te nemen met betrekking tot de verschillende stakeholders ◗ Een meester in de kunst, gereedschappen, netwerken en markten ◗ Een sterke lokale aanwezigheid
Vanaf het begin, ons doel is altijd hetzelfde : het creëren en ontwikkelen van succesvolle partnerships in convergeren naar klanten en kandidaten recruitment proces optimaal in termen van kwaliteit, kosten en levering.
Dankzij onze multidisciplinaire teams slagen wij erin om oplossingen te bieden aan onze klanten op een zeer persoonlijke manier. Door onze ervaring en verschillende allianties bij onze klanten, hebben wij toegang tot een enorme waaier van consultancy projecten, dit zowel lokaal als internationaal.
Taggtic baseert haar ontwikkeling op : ◗ Een echte flexibiliteit modi partnerschappen (consulting of recruitment)
Bezoek onze website : www.taggtic.com Taggtic – Louizalaan 475 - 1050 Brussel Tel +32 2 613 16 20 – Fax +32 2 627 51 15
55 NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
(R.T.)
Sinds de oprichting in 2009 is Exquando uitgegroeid tot een referentie voor professionele diensten voor contentbeheer en het beheer van technische documentatie van engineeringprojecten. Professionalisering van het informatiebeheer Contentbeheer is zowel voor bedrijven als voor de overheid een prioriteit geworden. Ze worden met 3 grote uitdagingen gecon- Marc Ansoult fronteerd: de aanhoudende groei van het volume aan informatie, de verscheidenheid aan systemen voor informatiebeheer, de groeiende traceerbaarheidsbehoeften om te beantwoorden aan de auditvereisten en de nieuwe reglementeringen. “Tegelijk stellen we vast dat de bedrijven zijn overgeschakeld van een beslissingsmodel op basis van ervaring naar een model op basis van informatie. Die methode vereist een actief beheer van de documenten” zegt Marc Ansoult, algemeen directeur Exquando.
AGENDA
Management & RH, Personal Improvement
• 21.11.2014 10 outils pour intéresser les journalistes et dix erreurs à éviter*
• 21.01.2015 tot 09.12.2015 Assistante de direction : Gagnez 12 ans d’expérience professionnelle en 1 an !*
Fiscaliteit en financiën
• 12.11.2014 60’ chrono : Le salaire des Commerciaux*
Verkoop, marketing en communicatie
• 21.11.2014 10 outils pour intéresser les journalistes et dix erreurs à éviter*
u début de l’été :Handelsrecht ambiance , jardin magnifique, des
• 25.03 au 03.07.2015 Opleiding Bemiddeling/Mediation te de zomer: een ontspannen Hasselt 56
res
NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
uitzondelijk groen kader, Opleidingen op maat
U vindt70 de€opleiding niet die u zoekt? Contacteer ons! Ons opleidingsaanNiet-leden 90 € bod wordt opgesteld in functie van de Jardins d’Axa vragen die u ons stelt.
Leden
U wilt uw vaardigheden ontwikkelen, uw medewerkers beter laten presteren, de teamgeest in uw onderneming versterken?
balle, rejoignez-nous sur le e pour élargir votre cercle
gevorderde? Vergezel ons ende sfeer om uw netwerk
La Tournette
Find your partner from the Great Region Trouvez de nouveaux partenaires business lors de cet événement de matchmaking. Vind nieuwe business partners tijdens deze matchmaking activiteit. ➜ Brigitte van der Mensbrugghe +3219/06 2 643 78 30 –
[email protected] 18,
Sociale wetgeving
• 20.11.2014 Votre visal'accueil chez BECI Réussissez de vos nouveaux travailleurs* Uw visum bij BECI • 25.11.14
100 € • 20.11.2014 Opleiding Incoterms® • 10.12.2014 Iran Trade Delegation • 15.12.2014
Besoin d’un visa pour votre prochain voyage d’affaires à l’étranger ? Statut unique et politique salariale* Comment vendre à l'étranger ?* BECI s’en occupe ! Un service rapide, facile et sûr. • 02.12.14 ➜ Beci’s International Department
Een nodig voor een zakenreis in het buitenland? Les visum aides à l'embauche* +32 2 643 78 02 -
[email protected] BECI zorgt ervoor! Snel, eenvoudig en veilig. • 08.12.14
Remboursements forfaitaires de frais Plus d’infos – Meer info:
[email protected] - 02 643 78 03 propres à l'employeur* ➜ Frédéric Simon +32 2 643 78 17 –
[email protected]
• 21.11.2014 Job Day Ingenieurs, technici & informatici • 26.11.2014 Entrepreneurs Night
Het staat in de e-Mag
• 02.12.2014 Speed Business Lunch
• 05.12.2014 Job Day Sales, Finance & AdministraVous souhaitez vous inscrire ? Regardez à la page suivante. tion • 11.12.2014
Wenst u zich in te schrijven? Kijk naar Leads de volgende Generatorpagina. Program
50 €
• 18.12.2014 eden La Tournette Welke 75 veranderingen € wenst u te zien? After Work Nos équipes organisent continuellement de nouvelles activités en ion 75 € lien avec l’actualité. Découvrez-les sur www.beci.be/international ➜ Beci.be Back50to€school: werk aan de winkel il + dinner * Enkel in het Frans Onze teams organiseren voortdurend nieuwe activiteiten in verband met de actualiteit. Ontdek onze activiteiten op www.beci.be/ Cash: niet of verder gebruiken? international Parkings: redelijkere maatregelen? Leer de noden van uw klanten kennen
deze artikels staan ook op onze website : www.beci.be/newsletter/e_mag 13/03/2014 11:03:53
toetredingsaanvragen bij beci
VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN BESTUUR
Atelier de l'Arbre d'Or - Architectes Associés CV Rue du Lombard 65 - 5000 Namur Nace : 71111 - Bouwarchitecten afg. : David Clerbois Auvibel CVBA Havenlaan 86C - 1000 Brussel Nace : 59130 - Distributie van films en video- en televisieprogramma's 90032 Ondersteunende activiteiten voor scheppende kunsten afg. : François Stroobant BCD Travel Belgium (Antwepen) NV Posthoflei 3 - 2600 Berchem Nace : 79110 Reisbureaus afg. : Heinz Jennewein Biosoupe BVBA avenue des Pâquerettes 55 - 1410 Waterloo Nace : 10890 - Vervaardiging van andere voedingsmiddelen, n.e.g. 1089001 - Vervaardiging van soepen, bouillons, enz. 5621001 - Klaarmaken, thuisbezorgen en eventueel serveren van maaltijden en bereide schotels afg. : Benjamin Donis Cédric Moerenhout NP Woluwelaan 60 1200 Brussel Nace : 69101 - Activiteiten van advocaten afg. : Cédric Moerenhout Century 21 Benelux NV Handelslei 308 2980 Zoersel Nace : 68201 - Verhuur en exploitatie van eigen of geleasd residentieel onroerend goed, exclusief sociale woningen 6920101 - Invullen van aangifteformulieren voor de loon- en inkomstenbelasting voor particulieren en bedrijven afg. : Geoffroy de Wilde d'Estmael Darbon Fabien NP Gérardstraat 37 - 1040 Brussel afg. : Fabien Darbon Defibrion BV Verlengde Bremenweg 12 - 9723 JV Groningen - Nederland afg. : Jolanda Tempelaar EDF-Luminus NV Markiesstraat 1 - 1000 Brussel Nace : 35110 - Productie van elektriciteit afg. : Alexis Stoffels
Ennaifar Kaïs NP Rue de la Baisse 40 69100 Villeurbanne - FRANCE afg. : Kaïs Ennaifar European Institute for Intervention and Research on Burn Out NV Engelandstraat 353 - 1180 Brussel Nace : 70220 - Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering afg. : Patrick Mesters F.T.O. Services BVBA Solleveldstraat 29 1200 Brussel Nace : 62020 - Computerconsultancy-activiteiten 63120 - Webportalen 64200 - Holdings - afg. : Reggy-Charles Degen Fabry Sylviane NP de Broquevillelaan 116 bus 10 - 1200 Brussel Nace : 69101 - Activiteiten van advocaten afg. : Sylviane Fabry Fataki Fulaha NP Jaargetijdenlaan 110 1050 Brussel Nace : 88911 - Kinderdagverblijven en crèches afg. : Fulaha Fataki Grison Pascal - Grison Consultant NP Dautzenbergstraat 48 bus RC00 - 1050 Brussel Nace : 70210 - Adviesbureaus op het gebied van public relations en communicatie -70220 Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering 85599 - Overige vormen van onderwijs afg.: Pascal Grison Guille Jean-François NP Avenue Joseph Kessel 73 - 78180 Montigny Le Bretonneux - FRANCE afg. : Jean-François Guille J. Wolter Angelos BVBA Slotlaan 72 - 1200 Brussel Nace : 58140 - Uitgeverijen van tijdschriften 70210 - Adviesbureaus op het gebied van public relations en communicatie 73200 - Markt- en opinieonderzoekbureaus afg. : Stéphane Joiris de Caussin Kinov - Nahman De Benveniste Marion NP Gérardstraat 37 - 1040 Brussel afg. : Marion Nahman De Benveniste Lixus Invest BVBA Mommaertsstraat 83 bus 1 - 1080 Brussel Nace : 70210 - Adviesbureaus op het gebied van public relations en communicatie79901 - Toeristische informatiediensten 82300 - Organisatie van congressen en beurzen afg. : Youssef Abarkane
Nikfam International Company BVBA Washingtonstraat 128 - 1050 Brussel Nace: 20120 - Vervaardiging van kleurstoffen en pigmenten 20300 - Vervaardiging van verf, vernis e.d., drukinkt en mastiek 46733 - Groothandel in behang, verf en woningtextiel afg. : Jean-Xavier Van Laethem Olivier Rijckaert - Sotra CV Louizalaan 65 bus 11 - 1170 Brussel Nace : 69101 - Activiteiten van advocaten afg. : Olivier Rijckaert Philippe & Partners CVBA Terhulpensesteenweg 181 - 1170 Brussel Nace : 69101 - Activiteiten van advocaten afg. : Denis Philippe Plattard Regis Dolezlaan 462 - 1180 Brussel afg. : Régis Plattard PYCTY BVBA Vorstlaan 360 - 1160 Brussel Nace : 62010 - Ontwerpen en programmeren van computerprogramma's 70210 - Adviesbureaus op het gebied van public relations en communicatie afg. : Mathieu Gillet Raza & Sons -Hotel Euro Capital Brussels NV Fonsnylaan8-9 - 1060 Brussel Nace: 55100 - Hotels en dergelijke accommodatie afg. : Talia Butt Rousseau Marie-Sophie NP Ruslandstraat 7 - 1060 Brussel afg. : Marie-Sophie Rousseau Seeck Nicole NP Edmond Machtenslaan 90 - 1080 Brussel afg. : Nicole Seeck Thon Stanhope Hotel NV Louizalaan 91-93 - 1050 Brussel Nace : 55100 - Hotels en dergelijke accommodatie afg. : Céline Balteauw Trading in Commodities BVBA Kaudenaardestraat 151 - 1700 Dilbeek Nace : 46150 - Handelsbemiddeling in meubelen, huishoudelijke artikelen en ijzerwaren 46190 - Handelsbemiddeling in goederen, algemeen assortiment afg. : Raza Butt
57 NR.09 - NOVEMBER 2014 - DYNA MI EK
ADMAX BVBA Heizelstraat 140 - 1020 Brussel Nace : 5610101 - Restaurant van het traditionele type 5610201 - Verkoop aan de toog of via telefoon, fax, internet van eetwaren en dranken : snelbuffetten (snackbars, sandwichbars, enz) 56210 - Catering afg. : Nico Velter
BRUSSELS
SALES I FINANCE & ADMINISTRATION
VERKOOP, FINANCIËN & ADMINISTRATIE
5122014 U WERFT AAN? Op zoek naar de witte raaf om uw team te versterken? Neem deel aan de Brussels Job Day van 5 December as.! Waarom deelnemen? •Meer dan 700 kandidaten met een gevariëerd profiel in verkoop, financiën/boekhouding of administratie •Goed voorbereide kandidaten dank zij de 'Pre Job Days’ •Onmiddellijke recruteringsgesprekken •'s Avonds gaat u naar huis met een lijst met kandidaten die u meteen kan contacteren •In 1 dag verzet u het werk waar u anders dagen voor nodig heeft!
Doelstellingen? •De ontmoeting bevorderen tussen de ondernemingen op zoek naar medewerkers en de werkzoekenden •Uw vacatures beter zichtbaar maken bij die doelgroep •De arbeidsmarkt dynamiseren!
Interesse? Deelnameprijs is afhankelijk van het aantal werknemers binnen uw bedrijf. De leden van BECI genieten een korting.
Meer info? 02 643 78 05 -
[email protected] www.jobdays.beci.be
Media partners :
Een initiatief van
In samenwerking met