Magazine over opleiding en scholing in de bouw en infra
3
17 juni 2011
Vijf jaar Loopbaantraject Bouw & Infra Uitgegroeid tot volwassen voorziening Bouwend Nederland, FNV en CNV over zijinstroom “Iedereen met open armen ontvangen”
Vanaf pagina 13
DOSSIER Erkenningsregeling vernieuwd
Bouwbedrijf H. van Steenwijk b.v. uit Amsterdam knapt de bruggen op in het Amsterdamse bos. Dat doen we met jongeren die een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt. “Wij stomen ze klaar voor de bouw.”
4
Dossier Erkenningsregeling vernieuwd Vertegenwoordigers uit de bouw- en infrasector en van het onderwijs hebben de erkenningsregeling voor leerbedrijven in de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij aangescherpt. Doel is om te zorgen dat alle leerlingen goed worden opgeleid voor hun loopbaan in de sector. In dit dossier de belangrijkste wijzigingen op een rij. En waarvoor is die erkenningsregeling eigenlijk bedoeld?
13
Inhoud Erkend leerbedrijf: Braaksma & Roos Architectenbureau Het Loopbaantraject Bouw & Infra bestaat vijf jaar. De resultaten op een rij. “Ik zit nu op mijn plek.”
10
Amsterdams bruggenproject: opleiden zonder tijdsdruk Vakmodules op niveau drie voor straatmakers Zijinstroom is oplossing voor tekort personeel Zilveren erespeld voor Frans Engelen Hard ingrijpen nodig om mis-match arbeidsmarkt te voorkomen Nationaal kampioenen op weg naar WorldSkills Weblog voor Beste Leerbedrijf en Praktijkopleider van Nederland Vijf jaar Loopbaantraject Bouw & Infra Dossier Erkenningsregeling vernieuwd Bouwend Nederland, FNV en CNV over zijinstroom
Fundeon ontwikkelt digitale leermiddelen. Dat doet zij in nauwe samenwerking met het onderwijs en de mensen uit de sector. Een kijkje achter de schermen.
26
Kozel Bouw: stimulerend leerbedrijf BPVnet en Bouwinfranet ontwikkeld met onderwijs en sector Beroep in Beweging: machinist Martijn de Kort Serviceberichten van Fundeon Adressen Fundeon
2
FUNDAMENT - juni 2011
3 4 7 7 8 8 9 9 10 13 21 24 26 29 30 32
Erkend Leerbedrijf
“Je moet jonge mensen opleiden voor het vak” Erkenning Bedrijven die vanaf nu leerlingen willen opleiden voor de bouw- en infrasector hebben te maken met de vernieuwde erkenningsregeling. De kern van de verandering is dat de begeleiding en beoordeling niet meer kunnen worden overge-
Hans Wetemans is projectleider en leermeester bij Braaksma & Roos Architectenbureau in Den Haag. Het bedrijf houdt zich bezig met herontwikkeling, restauratie en nieuwbouw op bijzondere locaties.
laten aan een begeleidend vakman. Alleen de hiervoor opgeleide leermeester kan de dagelijkse begeleiding en de beoordeling doen. De brief die Fundeon hierover eind april naar een groot deel van de erkende leerbedrijven heeft gestuurd, leidde tot een aantal verontruste – en soms ook verontwaardigde – telefoontjes. Het dossier in deze Fundament gaat over de vernieuwde erkenningsregeling. Het legt uit waarom partijen in de sector en vertegenwoordigers uit het onderwijs de regeling hebben aangepast. Het gaat er niet om dat begeleidend vakmensen niet goede leerlingbegeleiders kunnen zijn. Je moet dat ook kunnen aantonen. Met een certificaat. Dat eist de Onderwijsinspectie van ons. Volgens mij zijn we er met ons allen van overtuigd dat leerlingen een zo goed mogelijke leeromgeving in de praktijk moeten hebben om hun vak onder de knie te krijgen. Dan kan het toch niet anders dat we als sector ook zorgen dat die begeleiding van de leerling perfect is geregeld? Want door dat te doen, geven we onszelf - als werkgevers en werknemers - de erkenning dat vakmanschap onmisbaar is in onze sector.
Jolanda de Vries
[email protected]
Wat voor bedrijf is Braaksma & Roos? “Bij Braaksma & Roos werken in totaal vijfentwintig mensen en meestal twee leerlingen. Dit zijn vaak stagiairs of aankomend architecten die ervaring willen opdoen. We werken aan complexe herontwikkelingsprojecten op lastige locaties. Bijvoorbeeld in een beschermd stadsgebied of in de grachtengordel. Vaak komen daar ook restauratiewerkzaamheden bij kijken. We hebben mooie projecten zoals verschillende forten in Nederland.” Waarom zijn jullie erkend leerbedrijf? “Tien jaar geleden zijn we dat officieel geworden, maar de directie heeft altijd jonge mensen opgeleid. Dat is een belangrijk uitgangspunt in ons bedrijf. We hebben al twintig jaar stagiairs en de eerste werkt hier nog steeds. Ik vind het hartstikke leuk om met jonge mensen te werken en ze iets over bouwen of architectuur te leren.” Wat zijn de voordelen? “We vinden het onder meer belangrijk om mensen op te leiden voor het vak, omdat ons beroepenveld nu eenmaal om mensen met ervaring vraagt. Die ervaring moet je ergens opdoen. Daarnaast heeft het voor onszelf natuurlijk ook voordelen, want we kunnen grote talenten al zelf spotten. Verder zijn wij een bijzondere speler in de architectuurwereld op het gebied van herontwikkeling en restauratie. We kunnen leerlingen de grote verschillen laten zien die er per gebouw zijn. Dat stimuleert ze enorm.” ←
FUNDAMENT - juni 2011
3
Praktijk
→ Safino Lieveld: “De leermeesters helpen je met alles.”
Opleiden zonder productie- en tijdsdruk
“Amsterdams bruggenproject heeft louter plussen” Een zonnige ochtend in het Amsterdamse Bos. Ontworpen als stadspark en in de dertiger jaren van de vorige eeuw aangelegd met werklozen. Aan de rand van een speelveld zijn vier leerlingen aan het werk onder leiding van twee leermeesters. Ze werken met grote hardhouten binten. Hoe mooi kun je het hebben in de bouw?
i www.hvsteenwijk.nl www.herstelling.nl www.sspamsterdam.nl
Leermeesters Jan Bensch (49) en Aad Bout (26) noemen het een unieke situatie. Want wie krijgt de kans om leerlingen onder deze omstandigheden, zonder productie- en tijdsdruk, op te leiden? “Het is een bijzonder project”, zegt projectbegeleider Jeroen van de Mortel (39) van H. van Steenwijk b.v. uit Amsterdam. “Het Amsterdamse Bos heeft honderden, veelal houten, bruggen. Veel van deze bruggen hebben achterstallig onderhoud. Het Amsterdamse Bos zocht een erkend leerbedrijf dat met leerlingen het achterstallig onderhoud kon wegwerken. Vanwege onze expertise en 180 jaar ervaring in waterbouw is de keuze op ons bedrijf gevallen.” Speciale doelgroep In overleg met de gemeente Amsterdam werd het een project voor jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Bensch legt uit: “De leerlingen komen hier fris en groen binnen. Ze hebben vaak geen afgeronde vooropleiding en wij proberen ze klaar te stomen voor de bouw. We leren deze jongens niet
4
FUNDAMENT - juni 2011
alleen het vak, maar ook werken, samenwerken en op tijd komen. Ze doen werkdiscipline op. Allemaal volgen ze de opleiding Assistent bouw bij SSP Amsterdam en het ROC van Amsterdam.” Unieke kans De deelnemers krijgen de kans in te stappen in de bouw. Ze beginnen veelal met een scholings-en resociali seringstraject bij Stichting Herstelling*. Daarna gaan ze drie maanden aan de slag met de bruggen in het Amsterdamse Bos. Na die tijd krijgen de meesten een arbeidscontract bij SSP Amsterdam en kunnen ze aan de slag op reguliere bouwplaatsen. Het project scoort resultaten om trots op te zijn. Van de achttien jongens die nu het traject hebben doorlopen, zijn zestien in dienst getreden bij SSP Amsterdam. Wennen “Het was wel wennen”, vertelt leermeester Bensch. “Toen ze me vroegen voor dit project timmerde ik zelf. Nu ben ik leermeester en doe ik vooral de begelei-
→
FUNDAMENT - juni 2011
5
Praktijk rubriek
Naggai Kerk: “Ik heb een deel van mijn bouwopleiding in Suriname gevolgd. Hier leer ik de fijne kneepjes van het vak.”
<←
J oshua Huiser: “De leermeesters leggen alles goed uit. Dat is in de gewone bouw soms wel anders. Dan is het snel, snel, anders doen we het zelf wel.”
← H asan Eralgin: “Ik ben blij dat ik de kans heb gekregen om hier te werken. Ik mag de leermeesters heel graag.”
ding. Daar gaat veel tijd in zitten. Bout vult hem aan. “Met een nieuwe groep doe je eerst veel voor. Als ze wat verder zijn, kunnen ze meer zelf. Dan zeggen we ‘Ga je gang, je weet hoe het moet’. We kijken op een afstandje wat eruit komt. De een pakt het sneller op dan de ander. Zo weten we wie waarin nog extra begeleiding nodig heeft. Soms hebben ze problemen, bijvoorbeeld thuis. Als een jongen niet lekker in zijn vel zit, heb je dat snel door. Zo iemand nemen we even apart en proberen hem te helpen.” Verwend De deelnemers mogen alles zelf doen en er is alle tijd voor uitleg. Hun ontwikkeling is belangrijker dan productie. Dat is in de echte bouw natuurlijk wel anders. Daarom duurt dit traject voor de leerling maar drie maanden. Anders raken ze verwend, zo stellen de begeleiders. Wie geschikt is, gaat daarna via SSP
6
FUNDAMENT - juni 2011
Amsterdam de bouw in en begint met een basis beroepsopleiding, zoals Timmerman. Budget nodig Voorlopig duurt het project tot eind juni. Dan is pas de helft van de bruggen vernieuwd, maar is het geld op. Bij de gemeente is budget aangevraagd voor een vervolg. Veel van het geld zit in de begeleiding. Voor Bensch is het project nu al geslaagd: “Wij hebben een mooie, sociale opdracht van de gemeente Amsterdam. De jongens gaan iedere dag tevreden naar huis. En we leveren leerlingen af die de bouw in de toekomst goed kan gebruiken.” ← *) Stichting Herstelling werkt aan de restauratie van een 135 kilometer lange verdedigingslinie die tussen 1880 en 1914 is aangelegd. Bij de restauratie van de forten, die deel uit maken van deze verdedigingslinie, worden leerlingen ingezet.
KORTE BERICHTEN
Vakmodules op niveau 3 voor straatmakers Vanuit het anticyclisch opleidingsplan Bouw Door, Leer Verder! zijn vakmodules beschikbaar voor straatmakers op niveau 3. Het gaat om de modules werkterrein inrichten en veiligstellen, voorbereidend straatwerk uitvoeren en straatwerk uitvoeren. Aan het einde van de vakmodules ontvangt iedere deelnemer een certificaat. Deze certificaten kunnen meegenomen worden in een evc-traject om een volledig diploma
op niveau 3 te verkrijgen. Soortgelijke vakmodules op niveau 3 waren er al voor timmeren en metselen. Het project Bouw Door, Leer Verder! voert kenniscentrum Fundeon uit in opdracht van Bouwend Nederland, FNV Bouw en CNV Bouwnijverheid. Werknemers die werken bij erkende leerbedrijven kunnen hierdoor, op kosten van de sector, extra scholing volgen. Kijk voor meer informatie op www.fundeon.nl/aco. ←
Limburg discussieert over toekomst sector
Zijinstroom is oplossing voor tekort personeel Zo’n vijftig vertegenwoor digers van bouw- en infrabedrijven, werkgeversen werknemersorganisaties, onderwijsinstellingen, uitzendbureaus, overheid en UWV Werkbedrijf zijn eind mei met elkaar in discussie gegaan. Dit gebeurde op uitnodiging van het Servicepunt Bouw en Infra Limburg in het Ondernemershuis in Sittard. Het doel van de bijeenkomst was om samen te bedenken hoe de bouw- en infrasector in de toekomst voldoende personeel kan laten instromen, doorstromen en behouden. De vraag waar het aanbod van personeel vandaan moest komen, leidde echter tot weinig discussie. Met grote meerderheid waren de aanwezigen van mening dat zijinstromers het tekort aan werknemers
moeten verkleinen. Cas Eerhart, directeur bij Heijmans wegenbouw in Roermond: “Er is een grote groep werklozen waaruit we kunnen putten. Dat moeten we doen voordat we op zoek gaan naar bijvoorbeeld Poolse arbeidskrachten.” Samen verantwoordelijk Een deel van de aanwezigen zag vooral een rol weggelegd voor de overheid of brancheorganisaties. Met name als het ging om een financiële bijdrage: het in dienst nemen van een leerling zou goedkoper moeten zijn dan het inhuren van een
zzp’er. Anderen pleitten er juist voor dat bedrijven het voortouw zouden nemen. Jan Otten van Reef Infra in Weert: “Bij de bedrijven zit de kennis en ervaring. Dus wij zijn dé partij om dit over te dragen op de toekomstige arbeidskrachten. Ook in tijden van crisis.” Volgens Jose Nagel, van het Servicepunt Bouw en Infra Limburg, is nu de eerste stap gezet om samen de verantwoordelijkheid te nemen. Eind juni volgt een tweede bijeenkomst met een aantal vertegenwoordigers. “We moeten nu doorpakken en oplossingen zoeken.” ←
FUNDAMENT - juni 2011
7
KORTE BERICHTEN
Zilveren erespeld
voor Frans Engelen Frans Engelen, KAM-coördinator bij Aannemersbedrijf Louis Scheepers in Roermond, heeft de zilveren Fundeon erespeld ontvangen. Hij heeft deze erespeld gekregen vanwege zijn inzet voor het onderwijs in de bouw- en infrasector.
Hard ingrijpen nodig
om mis-match arbeidsmarkt te voorkomen Middelbare scholieren hebben een slecht beeld van de baankansen die vervolgopleidingen bieden. Het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) en CNV jongeren luiden de noodklok. “U bent een kartrekker als het gaat om opleiden bij Louis Scheepers, voor leerlingen, leermeesters én collega’s”, verklaarde Sander van Bodegraven, algemeen directeur van Fundeon bij de overhandiging. Engelen is al 25 jaar betrokken bij de beroepsopleiding in de bouw en infra. Leerlingen en leermeesters kunnen altijd bij hem terecht. Hij organiseert leermeesterbijeenkomsten, regelt leerlingbouwplaatsen en initieert evc- en loopbaantrajecten voor medewerkers van het bedrijf. Enige echte stagecoördinator Volgens zijn werkgever heeft Engelen zich onder meer in de Ondernemingsraad hard gemaakt voor een goede beroepsopleiding voor jongeren en de belangen van werknemers. Ook partijen waar hij veel mee samenwerkt, zoals het opleidingsbedrijf SPB in Weert, prijzen hem om zijn grote betrokkenheid bij hun leerlingen. ROC Gilde Opleidingen in Roermond ziet hem als ‘de enige echte stagecoördinator’. Erkenning en waardering Alleen mensen die zich onderscheiden en zich buitengewoon verdienstelijk inzetten voor het beroepsonderwijs en de scholing in de bouw en infra komt in aanmerking voor een zilveren Fundeon erespeld. Engelen was blij verrast en zeer vereerd met deze vorm van erkenning en waardering. “Ik vind het een hele eer om op deze wijze in het zonnetje gezet te worden. Ik heb dat mede te danken aan de steun van de directie, de medewerking van onze leidinggevenden en het enthousiasme van onze leermeesters en praktijkbegeleiders.” ←
8
FUNDAMENT - juni 2011
IJmert Muilwijk voorzitter CNV jongeren: “Als er nu geen actie ondernomen wordt ontstaat er een grote mis-match op de arbeidsmarkt.” Sectoren waar weinig jongeren voor kiezen komen in de problemen. Terwijl jongeren in andere sectoren geen baan kunnen krijgen. De jongerenorganisaties pleiten er voor dit probleem te tackelen door betere voorlichting en andere onderwijsfinanciering. Onvrede over begeleiding Uit onderzoek van de vereniging van samenwerkende kenniscentra (Colo) blijkt duidelijk dat er meerdere sectoren zijn waar jongeren moeilijk een stage kunnen krijgen of later aan het werk kunnen komen. Met name studenten met een specifieke mbo-opleiding kunnen vaak moeilijk ergens anders terecht. Uit onderzoek van het LAKS naar de mening van vmbo-scholieren blijkt dat de helft van de scholieren ontevreden is over de studiekeuzebegeleiding. Chanine Drijver vice-voorzitter van het LAKS: “Met name vmbo-scholieren hebben goede en persoonlijke ondersteuning nodig bij het kiezen van een vervolgopleiding. Latere werkloosheid kunnen we voorkomen door dit bij de bron aan te pakken, namelijk door goede studiekeuzevoorlichting.” ←
Nationaal kampioenen
op weg naar WorldSkills 2011 De 27 nationaal kampioenen die van 5 tot en met 8 oktober gaan deelnemen aan WorldSkills 2011 in Londen zijn bekend. De mbo-jongeren werden het afgelopen jaar na regionale en nationale voorrondes Nederlands kampioen in hun vak en vormen nu samen Team Nederland.
Timmerman Ralph Mooijman van Bouwbedrijf H. Klein Poelhuis en Bouwopleidingen Berkelstreek, tegelzetter Guido van Dingenen van S.P.T. NoordBrabant en metselaar Twan Schiphorst van BouwBasic uit Deventer vertegenwoordigen de Nederlandse bouw tijdens de WorldSkills beroepenwedstrijden. Schiphorst is de vervanger van Nico Bioch die zich heeft teruggetrokken om persoonlijke redenen. Teambuiding Het team wordt tijdens trainingen en teambuildingsdagen voorbereid op deelname aan het Wereldkampioenschap
beroepen. Naast de kandidaten vertrekken ook 23 juryleden afkomstig van diverse bedrijven, kenniscentra en scholen naar WorldSkills. In Londen strijden duizend kandidaten uit vijftig landen in 45 vakken voor goud. Voor Nederland komen 27 jongeren uit in 21 vakken, waaronder timmeren, metselen en tegelzetten. WorldSkills vindt elke twee jaar plaats. De organisatie in Londen verwacht in vier dagen tijd 150 duizend bezoekers in ExCel London. In de ernaast gelegen O2 Arena vindt de openings ceremonie en de sluiting plaats. Een compleet overzicht van alle kandidaten in Team Nederland is te vinden op www.worldskills-team.nl. ←
↑ Twan Schiphorst gaat de strijd aan met metselaars uit de hele wereld.
Weblog voor Beste Leerbedrijf en Praktijkopleider van Nederland Kasper Burgy, eigenaar van het Beste Leerbedrijf van Nederland, en Adri Schepers, de Beste Praktijkopleider, houden elkaar op de hoogte van het wel en wee na het winnen van de prijzen. Dat doen zij met het weblog die via de website van Fundeon is te lezen.
BURGY Bouwbedrijf is eerder dit jaar uitgeroepen tot Beste Leerbedrijf van Nederland, op voordracht van Fundeon. Eerder won het bouwbedrijf al de prijs Beste Leerbedrijf Bouw & Infra. De mannen vertellen elkaar over de media-aandacht die het heeft opge leverd, maar ook over hoe ze het opleiden binnen hun bedrijf vormgeven. ←
FUNDAMENT - juni 2011
9
Achtergrond
Vijf jaar Loopbaantraject Bouw & Infra
Uitgegroeid tot een volwassen voorziening i loopbaantrajectbouw.nl www.boz-zevenaar.nl
Op 1 juli is het vijf jaar geleden dat het Loopbaantraject Bouw & Infra een landelijke voorziening werd. Nog steeds is de bouw- en infrasector de enige bedrijfstak in Nederland die met zo’n voorziening op grote schaal investeert in de ontwikkeling van medewerkers. Alle werknemers die vallen onder de cao voor de Bouwnijverheid mogen één keer in de vijf jaar gebruik maken van het Loopbaantraject. Inmiddels hebben ruim tienduizend werknemers de weg naar de trajectadviseurs gevonden.
Het Loopbaantraject is in 2002 begonnen als een tweejarige pilot in Noord-Holland. Na een uitvoerige evaluatie is de voorziening in 2006 landelijk uitgerold met 28 adviescentra. Het Loopbaantraject Bouw & Infra is een gezamenlijk initiatief van werkgevers- en werknemersorganisaties om medewerkers in de bouw- en infrasector te motiveren en inspireren om na te denken over hun loopbaan en werkgevers over het loopbaanbeleid. Het Loopbaantraject Bouw & Infra is een zelfstandig onderdeel van Fundeon.
traject is tussen de dertig en vijftig jaar. Ook de vijftigplussers zijn goed vertegenwoordigd. Ruim 60 procent werkt in de burgerlijke en utiliteitsbouw en 14 procent in de infra. Dit komt globaal overeen met de verdeling in de sector. Van de deelnemers komt 70 procent uit het midden- en kleinbedrijf.
14%
Resultaten vijf jaar Loopbaantraject Eind 2010 stond de teller op tienduizend deelnemers. Ruim tweederde van hen is succesvol ondersteund bij hun ontwikkeling en ontplooiing. Van de deelnemers die een opleiding gaan volgen is het rendement hoog. Ruim 90 procent maakt de opleiding af en is daarna klaar om van functie te wisselen. In de grafieken is het profiel van de deelnemers in het loopbaantraject weergegeven in percentages naar opleidingsniveau, leeftijdopbouw, bedrijfsgrootte en bedrijfscategorie. Ruim de helft van de deelnemers aan het Loopbaan
32%
15%
39% Trajecten (totaal aantal deelnemers 10.282) Actief (fase 0, 1, 2, 5) Actief: in opleiding (fase 4) Afgerond: goed geholpen Afgerond: geen succes
10
FUNDAMENT - juni 2011
“Pioniersfase voorbij” Betsie Brink - hoofd van het Loopbaantraject Bouw & Infra: “De pioniersfase hebben we ruimschoots achter ons gelaten. Het Loopbaantraject is inmiddels uitgegroeid tot een volwassen voorziening die niet meer weg te denken is uit onze sector. Werknemers én werkgevers zijn blij met onze dienstverlening. Medewerkers zijn blij omdat wij ze helpen bij de ontwikkeling van hun eigen loopbaan. De kleine bedrijven zijn positief, omdat wij hen helpen bij hun loopbaanbeleid. De grote bedrijven weten ons ook goed te vinden en sommigen stellen zelfs targets, zoals ‘wij willen dat 10 procent van ons personeelsbestand deelneemt aan het Loopbaantraject’. Hier wordt de bedrijfstak als geheel beter van. Ik ben blij dat wij daar een wezenlijke bijdrage aan leveren!”
“Vroeg aan de bel trekken” Nico Budel - directeur van Bouwonderneming Zevenaar: “Het mooie van het Loopbaantraject is dat je werknemers niet kunt sturen. Ze moeten het echt zelf willen. Als dat niet zo is, haken ze na het eerste gesprek met de trajectadviseur af. Een opleiding volgen, naast het werk en een druk privéleven, kun je alleen opbrengen als je echt gemotiveerd bent. Het is belangrijk dat je diploma’s haalt. Wanneer je ooit je baan kwijt raakt, heb je in ieder geval je papieren nog om op terug te vallen. Als een werknemer lichamelijke klachten krijgt, is het belangrijk dat hij vroegtijdig aan de bel trekt. Dan heb je nog tijd om via het Loopbaantraject omgeschoold te worden. Doe je dat niet, dan wordt meestal pas na een jaar ziektewet nagedacht over alternatieven en dan heb je nog maar een jaar om deze plannen te realiseren voordat je in de WIA of in de WW komt. Dan ben je eigenlijk al te laat.”
13%
6%
4% 21%
18%
11%
14%
17%
62% 16% 18%
Bedrijfscategorie B&U Infra GA Anders
Bedrijfsgrootte, aantal werknemers 0 t/m 10 11 t/m 25 26 t/m 50 51 t/m 100
101 t/m 250 251 t/m 500 > 500 →
FUNDAMENT - juni 2011
11
Achtergrond
“Met je mogelijkheden aan de slag” Linda Geels - trajectadviseur Adviescentrum Doetinchem: “Wat mij inspireert, is dat ik mensen mag helpen om inzichtelijk te maken wat hun mogelijkheden zijn, in welke functie ze het best tot hun recht komen. Ik heb Wim Lendering begeleid. Zijn loopbaan is het ultieme voorbeeld. Maar het kan ook voorkomen dat iemand erachter komt dat hij al op zijn plek zit in zijn huidige functie. Ook zo’n traject beschouw ik als een succes, want dat is ook goed om te weten. Daarmee behouden we gemotiveerd personeel voor de sector. De beroepen- en capaciteitentesten zijn opbouwend van opzet. De nadruk ligt op je mogelijkheden en daar ga je mee aan de slag. De uitslagen zijn vaak een steuntje in de rug. Het geeft extra zekerheid dat je geschikt bent voor een bepaalde functie.”
“In twee jaar tijd doorgegroeid” Wim Lendering - bedrijfsleider bij Bouwonderneming Zevenaar: “Ik heb al eens een leidinggevende functie gehad, maar op papier was ik alleen timmerman. Toen ik mijn baan kwijtraakte, stond ik met lege handen en moest ik weer onderaan beginnen. Toen lag er ineens een blad op de deurmat over het Loopbaantraject Bouw & Infra. Ik heb contact opgenomen en zo is het balletje gaan rollen. Ik heb de opleiding gedaan voor assistentuitvoerder en daarna direct de opleiding voor uitvoerder. Ik ben bij mijn werkgever in twee jaar tijd doorgegroeid van timmerman naar voorman. Nadat ik met goed resultaat de spil was van een groot project van vijfduizend vierkante meter kantoorbouw, ben ik zelfs bedrijfsleider geworden. Ik zit nu op mijn plek, want directeur hoef ik niet te worden. Ik hoop zo nog minstens 25 jaar met plezier te werken!”
9% Leeftijdscategorie deelnemers Percentage
16 14 12 10 8 6 91%
4 2
Doorstroom Na opleiding gereed om door te stromen Opleiding niet afgemaakt/uitval
12
FUNDAMENT - juni 2011
0 0
-2
15
5
-2
20
Leeftijd
0
-3
25
5
-3
30
0
-4
35
5
-4
40
0
-5
45
5
-5
50
0
-6
55
5
-6
60
←
Erkenningsregeling vernieuwd Dossier behorend bij Fundament 3, juni 2011
Nieuwe erkenningsregeling: strak maar controleerbaar
“Zo onderscheiden we ons van andere sectoren” De erkenningsregeling die het bedrijven in de bouw- en infrasector mogelijk maakt om leerlingen op te leiden, verandert per 1 juli. De meest ingrijpende verandering is dat de leermeester de begeleiding en beoordeling van de leerling niet meer over kan laten aan derden, zoals de begeleidend vakman. Daarnaast moet voortaan op elke bouwplaats waar een leerling werkzaam is, een leermeester aanwezig zijn. Voor het ene bedrijf heeft dit meer gevolgen dan voor het andere bedrijf. “Wij zullen er alles aan doen om aan de nieuwe regeling te voldoen, maar wij hebben dan ook de mogelijkheden.” Aan het woord is Peter van Houtum, directeur bij Gebr. Jansen bv. in Beugen. “Het is goed dat er een regeling is waarmee de kwaliteit van de praktijkopleiding wordt gewaarborgd. Wij leiden al sinds jaar en dag op en hebben ons altijd ingezet voor een goede professionele opleiding voor de jongeren.”
Van Houtum zelf heeft in de branche vereniging Het Hellende Dak gezeten om structuur te geven aan de praktijkopleiding dakdekken hellende daken. “De praktijkopleiding is, zeker in de gespecialiseerde aannemerij, niet altijd van hoog niveau geweest. Als er signalen zijn vanuit de leerbedrijven zelf - en de Onderwijsinspectie ziet dat de kwaliteit onder druk staat moeten we die niet in de wind slaan. De
basis moet goed zijn. Die begint bij goede lesstof en optimale begeleiding.” In de nieuwe regeling wordt gesteld dat de begeleiding en beoordeling van de leerling alleen maar door een door Fundeon gecertificeerde leermeester mag gebeuren. “Al verstaat een werknemer zijn vak nog zo goed, het vermogen om kennis op een goede manier over te brengen is niet altijd
FUNDAMENT - juni 2011
→
13
dossier: Erkenningsregeling rubriek vernieuwd
aanwezig. Dat is een vak apart”, vindt Van Houtum. “Leerlingen kunnen motiveren, kritiek durven geven, coachen, inleven, dat is niet voor iedereen weggelegd. De leermeestercursus van Fundeon richt zich juist op dat sociale aspect.” Van Houtum heeft op dit moment vier leermeesters in dienst die allen met veel plezier naar de nascholingscurssen gaan. “En er staan er nog genoeg in de rij die graag de titel leermeester willen dragen. Uiteraard selecteren wij deze leermeesters kritisch. Want niet elke goede vakman is een potentieel goede leermeester. Maar ik stimuleer de medewerkers wel erover na te denken. Het is immers ook goed voor hun eigen ontwikkeling.” Slim plannen Het verbaast Van Houtum dat er bedrijven zijn die de toegevoegde waarde van de leermeestercursus niet zien. “Professionele begeleiding is bevorderlijk voor de kwaliteit van het vakmanschap in de toekomst. En daarmee goed voor het imago van
de sector. En dat mag in deze tijd best een boost krijgen om zo de instroom op peil te houden. De leerlingen voelen zich door goede begeleiding gewaardeerd en betrokken en zijn daardoor gemotiveerd en enthousiast. Dat geeft positieve klanten en voorkomt verzuim en faalkosten.” Van Houtum vervolgt: “Daarbij wordt de cursus vergoed door de sector en krijgen de bedrijven ruim de tijd van Fundeon om de leermeestercursus in te plannen. Maar ga als Fundeon wel slim om met de planning. Kies het juiste moment waarop cursussen plaatsvinden. Wij dakdekkers kunnen in hartje winter vaak het dak niet op. Door juist dan de scholing in te plannen, snijdt het mes aan twee kanten.” Obstakels Voor Gebr. Jansen bv is het geen probleem om - waar nodig - extra leermeesters op te leiden om zo aan de gestelde eisen te voldoen. Zij hebben voldoende werknemers die leermeester kunnen en willen worden.
“Als ik te druk ben, vraag ik de planning om een andere leermeester” Gerard Mentink is meewerkend uitvoerder en leermeester bij Hurks Bouw Zuid. Op de bouwplaats begeleidt hij de leerlingtimmermannen.
“De aangepaste regeling heeft voor ons geen gevolgen. Wij hebben altijd een leermeester bij de leerling staan. Wij willen de leerlingen gericht opleiden. De leermeester is daarvoor opgeleid via de leermeestercursus. Het zijn bij ons ook alleen vakmensen die leermeester worden, dus timmermannen die minimaal een opleiding op niveau 2 en enkele jaren ervaring hebben.” “Het lijkt tegenstrijdig dat ik als uitvoerder ook leermeester ben. Dat is het niet. Vooral aan het begin van een project werk ik volop mee. Als de deadline nadert ben ik meer aan het sturen en dan vraag ik onze planning om een andere leermeester naar mijn project te sturen. Die neemt de begeleiding dan over. Bovendien begeleid en beoordeel ik alleen leerlingen van niveau 3. Die leerlingen hebben ook te maken met werkorganisatie en dat kan ik ze weer beter bijbrengen dan een timmerman die alleen uitvoerend bezig is.”
14
FUNDAMENT - juni 2011
Voor kleine bedrijven is dat soms lastiger. Kan zo’n bedrijf iemand vier dagen missen om naar de cursus te gaan en is er een medewerker – naast de werkgever – die leermeester wil zijn en de cursus wil volgen? “Dat kan ik me goed voorstellen”, benadrukt Van Houtum. “Dat zijn situaties waar de regeling de bedrijven lijkt tegen te werken. Want wat als de leermeester ziek is of een dagje vrij, moet de leerling dan ook maar thuisblijven? Nee, ik denk dat het gaat om een 100 procent goede intentie van de bedrijven. We moeten in oplossingen denken en niet gelijk het grijze gebied opzoeken. Door er strak in te zitten en de lat hoog te leggen, houden we het controleerbaar. Natuurlijk zijn er bepaalde uitzonderingen en moet er soms de ruimte gezocht worden binnen de regeling. Maar met de goede intentie vullen we misschien wel 90 procent van de praktijkopleiding in conform de erkenningsregeling. En daarmee zullen we ons onderscheiden van andere sectoren.”
Leren in de praktijk De rol van Fundeon Sinds 1997 hebben kenniscentra beroepsonderwijs
Een vak leer je in de praktijk. Door te doen en door samen te werken met collega’s. Daarom is de beroepspraktijkvorming een belangrijk onderdeel van een middelbare beroepsopleiding. Die beroepspraktijkvorming doet de leerling in de vorm van een leerbaan of stage bij een erkend leerbedrijf. Alleen bedrijven die voldoen aan de eisen die staan omschreven in de erkenningsregeling voor leerbedrijven en intermediairs in de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij, krijgen deze erkenning.
De erkenningsregeling is vastgesteld door vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers in de sector en door vertegenwoordigers van de MBO Raad. Deze vertegenwoordigers hebben besloten om per 1 juli van dit jaar de regeling op bepaalde punten aan te passen. In dit dossier komen deze aanpassingen aan bod.
bedrijfsleven van het ministerie van Onderwijs de opdracht gekregen om organisaties te erkennen als leerbedrijf. Dit staat in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). Fundeon is het kenniscentrum voor de bouw- en infrasector. Andere kenniscentra zijn bijvoorbeeld Kenteq voor de metaal-, elektro- en installatiesector en Savantis voor de afbouwsector. De erkenning van leerbedrijven gebeurt op basis van een erkenningsregeling. Die stelt de sector zelf vast. Fundeon beoordeelt aan de hand van de regeling of bedrijven en organisaties erkend leerbedrijf kunnen worden en blijven. Daarvoor gaan de adviseurs Beroepspraktijk van Fundeon bij bedrijven langs die aangeven dat zij erkend leerbedrijf willen worden. Bij bedrijven die erkend zijn, neemt de adviseur Beroepspraktijk minimaal een keer per twee jaar een audit af om te bekijken of het bedrijf nog steeds aan de erkenningscriteria voldoet. De adviseur Beroepspraktijk is ook het eerste aanspreekpunt voor de erkende leerbedrijven over alle zaken die te maken hebben met het opleiden en begeleiden van leerlingen. Ieder erkend leerbedrijf heeft een vaste adviseur Beroepspraktijk. Op www.fundeon.nl staan alle adviseurs met hun werkgebieden.
De krachtige leeromgeving Regionale opleidingscentra (roc’s), opleidingsbedrijven en erkende leerbedrijven geven samen de leeromgeving voor de leerling vorm. Het roc is eindverantwoordelijk voor de opleiding. Het erkende leerbedrijf draagt zorg voor de beroepspraktijkvorming. Die beroepspraktijkvorming behelst 20 tot 80 procent van de opleiding. Daarmee leert een leerling dus minimaal een vijfde van zijn vak in de praktijk. Voor leerlingen die een opleiding via de beroepsopleidende leerweg (bol) doen, bestaat die praktijk uit stages. Leerlingen in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl), hebben een leerbaan bij een erkend leerbedrijf. Zo’n vier dagen per week werken zij bij dit bedrijf, terwijl ze maar één dag in de week naar school gaan.
Tweehonderdduizend leerbedrijven In Nederland zijn er meer dan tweehonderdduizend leerbedrijven. Bijna twaalfduizend daarvan leiden leerlingen op voor een beroep in de bouwen infrasector.
FUNDAMENT - juni 2011
15
dossier: Erkenningsregeling vernieuwd
De erkenningsregeling voor de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij De praktijk is een belangrijk onderdeel van de opleiding en de bouw- en infrasector heeft volop behoefte aan gekwalificeerde werknemers. Daarnaast stelt de Onderwijsinspectie strengere eisen aan de kwaliteit van de examinering in het mbo. Om deze redenen hebben werkgevers- en werknemersorganisaties én het onderwijs besloten om de erkenningsregeling voor leerbedrijven aan te scherpen. Met de wijzigingen verwachten de partijen dat leerlingen direct na hun opleiding beter gekwalificeerd zijn voor hun loopbaan in de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij. Coördinator is geen leermeester In de bestaande regeling was het in principe voldoende om iemand binnen het bedrijf een leermeestercursus te laten volgen. Dat betekende in de praktijk dat het niet altijd de ‘leermeester’ was die de dagelijkse begeleiding en beoordeling van de leerling deed. In sommige
gevallen werkte de ‘leermeester’ zelfs op de personeelsafdeling, bijvoorbeeld als leerlingcoördinator. De dagelijkse begeleiding werd overgelaten aan begeleidende vakmannen. Vaak pakte dit goed uit, maar deze vakmensen volgden geen leermeestercursus en kregen dus geen ondersteuning om ook didactisch goed met de leerling om te gaan. Bovendien waren zij niet opgeleid om de leerling in de praktijk te beoordelen én waren deze vakmannen niet altijd goed op de hoogte van ontwikkelingen in het onderwijs. Aantoonbaar goede begeleider De bedrijfstak en het onderwijs vinden de toenemende inzet van begeleidend vakmensen geen gewenste ontwikke-
De wijzigingen op een rij Het streven naar een optimale leeromgeving en borging van een waardevast diploma, leidt tot een nieuwe erkennings regeling voor leerbedrijven in de bouw- en infrasector met leerlingen op niveau 1 tot en met 3. De belangrijkste wijzigingen zijn: 1. Een leermeester mag op een werkplek (bouwplaats) maximaal drie leerlingen tegelijk begeleiden. Dat waren er vijf. De reden om dat aantal terug te brengen is dat zo meer persoonlijke aandacht en begeleiding mogelijk is. 2. De leermeester kan zich bij de begeleiding en beoordeling van leerlingen niet meer laten bijstaan door collega’s die daarvoor niet
16
FUNDAMENT - juni 2011
speciaal zijn opgeleid: de begeleidend vakmensen. 3. Op elke bouwplaats of werkplek met leerlingen moet een leermeester aanwezig zijn. 4. In bedrijven met minder dan tien werknemers mocht de werkgever zelf als leermeester optreden en zich laten bijstaan door begeleidend vakmensen. Die regeling vervalt.
ling. Iedere leerling heeft recht op de best mogelijke leeromgeving, persoonlijke begeleiding en deskundige beoordeling. Begeleidend vakmensen kunnen uitstekende praktijkopleiders zijn, maar als zij daarvoor niet de speciale cursus hebben gevolgd, is dat moeilijk aantoonbaar. Dat stuit op problemen met de Onderwijsinspectie. De Onderwijsinspectie wil waarborgen dat diegene die de leerling begeleidt en beoordeelt, didactisch gezien een goede begeleider is en in staat is om de leerling objectief te beoordelen. Daarom moet de dagelijkse begeleiding voortaan door een gecertificeerde leermeester gebeuren. Dit betekent dus dat op iedere werkplek - zoals de bouwplaats - van de leerling een gecertificeerde leermeester aanwezig is.
Meerdere erkenningsregelingen Er zijn vier verschillende erkenningsregelingen > V oor bedrijven die leerlingen opleiden op niveau 1 tot en met 3 > Voor bedrijven die leerlingen opleiden op niveau 4 > Voor opleidingsbedrijven (voorheen: samenwerkingsverbanden) > V oor uitzendorganisaties. Bekijk ze allemaal op www.fundeon.nl De niveaus 1, 2, 3 en 4 in de erkenningscriteria verwijzen naar de niveaus in het mbo: Niveau 1: het assistentenniveau, een opleiding van maximaal een jaar; Niveau 2: de startkwalificatie voor een beroepsbeoefenaar, een opleiding van maximaal twee jaar; Niveau 3: de allround of gespecialiseerde vakman; een opleiding van maximaal twee jaar; Niveau 4: de (midden)kaderfunctionaris; een opleiding van maximaal vier jaar.
Overgangsregeling voor bestaande leerbedrijven Brengt de nieuwe regeling bedrijven in problemen? Dat geluid hoor je
De Onderwijs inspectie De Onderwijsinspectie is een onderdeel van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). De dienst houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs, op alle niveaus. Zij doet dat ‘risicogestuurd’ en met steekproeven. Dat betekent: waar de risico’s groot zijn wordt extra gecontroleerd. Sinds eind 2007 controleert de Inspectie ook de kwaliteit van de examinering in het mbo. In het laatste inspectierapport staat dat een derde van de mbo-opleidingen een te lage examenkwaliteit heeft. De malaise van zwakke opleidingen en onvoldoende examenkwaliteit straalt af op het totale mbo. De Onderwijsinspectie werkt daarom toe naar standaardisering van de examinering en stelt strengere eisen aan de borging van examenkwaliteit, ook voor de praktijktoetsen bij leerbedrijven. De nieuwe erkenningsregeling speelt hierop in.
wel eens. Vooral van kleinere bedrijven. Natuurlijk is het niet makkelijk om als klein bedrijf capaciteit vrij te maken om één of meer leerlingen te begeleiden. Zeker niet als op iedere werkplek van de leerling een opgeleide leermeester aanwezig moet zijn. Toch is het belangrijk dat leerlingen ook in kleine bedrijven goede begeleiding krijgen en op een goede manier worden beoordeeld.
De nieuwe regels gaan op 1 juli 2011 in. Voor bedrijven die nu nog niet erkend zijn als leerbedrijf, maar wel leerlingen willen gaan opleiden geldt de regeling direct. Zij krijgen eerst een erkenning ‘onder voorwaarden’ en na maximaal een jaar, als zij aan de criteria voldoen, een definitieve erkenning. Voor bestaande leerbedrijven is er een ruime overgangsperiode. Bezoek adviseur Beroepspraktijk De overgangsregeling houdt het volgende in. Binnen twee jaar na 1 juli 2011 komt één van de adviseurs Beroepspraktijk van Fundeon persoonlijk langs bij het erkend leerbedrijf. De adviseur Beroepspraktijk geeft in een gesprek met de werkgever uitleg over de nieuwe erkenningsregeling. De adviseur beantwoordt vragen en zoekt naar oplossingen als er problemen zijn. Aan het eind van het gesprek maakt de adviseur met de werkgever een afspraak op maat
over de tijd die het bedrijf krijgt om aan de nieuwe eisen te voldoen. Erkenning blijft behouden Vanaf het moment dat de adviseur Beroepspraktijk het leerbedrijf heeft bezocht, heeft het erkende leerbedrijf maximaal 24 maanden om aan de nieuwe regels te voldoen. Tot die tijd verandert er niets; het bedrijf behoudt zijn erkenning als leerbedrijf en kan doorgaan met het opleiden van leerlingen zoals het dat altijd heeft gedaan. Tijdens de twee jaar die het bedrijf heeft om aan de nieuwe regels te voldoen, ondersteunt, adviseert en begeleidt de adviseur Beroepspraktijk het bedrijf volop. De afspraken die de adviseur met de werkgever heeft gemaakt, zijn daarbij het uitgangspunt. Als er één of meer leermeesters moeten komen, schrijft de adviseur die werknemers in voor een leermeestercursus in de buurt. Fundeon organiseert jaarlijks tientallen cursussen.
De belangrijkste
niet gewijzigde punten Het leerbedrijf moet per kwalificatie waarvoor wordt opgeleid een leermeester hebben. Een leermeester is een vakman op niveau 3 van de betreffende kwalificatie die de vierdaagse leermeestercursus van Fundeon heeft gevolgd. Dan is hij een gecertificeerd leermeester. Eens in de twee jaar volgt de leermeester een nascholingscursus van een dag en wordt de geldigheid van zijn certificaat verlengd. Als het bedrijf nog niet beschikt over een gecertificeerde leermeester, stelt het een ‘aspirant-leermeester’ in de gelegenheid om binnen zes maanden de leermeestercursus te volgen. Het leerbedrijf biedt de leerling een leerwerkplek voor de totale duur van de opleiding en stelt hem in staat deel te nemen aan de examinering en aan praktijktoetsen in het bedrijf.
Als het bedrijf niet in de gelegenheid is om alle onderdelen van de opleiding aan te bieden, dan zorgt het leerbedrijf dat de leerling deze delen bijvoorbeeld bij een ander bedrijf kan behalen. Als de leerling in dienst is van een opleidingsbedrijf, wordt de leerling voor die delen van de opleiding door het opleidingsbedrijf bij een ander leerbedrijf geplaatst.
Leerbedrijf voor niveau 4 De wijzigingen in de erkenningsregeling hebben betrekking op leerbedrijven die leerlingen in uitvoerende beroepen (niveau 1 tot en met 3) opleiden. Ook bedrijven die leerlingen opleiden tot kader- of middenkaderfunctionaris (niveau 4) moeten voldoen aan de erkenningsregeling. Ook voor deze organisaties geldt dat de dagelijkse begeleiding in handen ligt van een leermeester. Voorheen werd deze leermeester praktijkbegeleider genoemd. Deze leermeester niveau 4 moet werkzaam zijn in hetzelfde beroep als waarvoor de leerling wordt opgeleid. Dat betekent dus dat de leermeester geen personeelsfunctionaris kan zijn.
FUNDAMENT - juni 2011
17
dossier: Erkenningsregeling vernieuwd
De leermeester: de spil van het opleiden Nog meer dan voorheen is de leermeester vanaf 1 juli de spil in de opleiding van de leerling. De leermeester is iemand die zijn vak beheerst en bovendien didactische kwaliteiten heeft. Hij heeft oog voor de ontwikkeling van de leerling en weet de leerling te motiveren. Voor een groot deel is dat aanleg. De leermeestercursus van Fundeon ondersteunt die aanleg met praktische handvatten.
In principe kan iedere vakman aangeven leermeester te willen worden. Vakmensen die leerlingen in uitvoerende beroepen (niveau 1 tot en met 3) willen begeleiden, moeten daarvoor de leermeestercursus van Fundeon volgen. Bij het goed doorlopen van deze vierdaagse cursus krijgt de vakman het leermeestercertificaat en de leermeesterpas. Door iedere twee jaar een eendaagse nascholing te volgen, behoudt de leermeester zijn certificering. Tijdens de cursus leert de vakman hoe hij jongeren van deze tijd moet begeleiden en hoe hij hun vorderingen moet beoordelen. Want dat beoordelen is een belangrijke taak van de leermeester: leerlingen leggen praktijktoetsen af en de leermeester geeft daarvoor een cijfer. Dat moet objectief en onafhankelijk gebeuren en daarvoor is het nodig dat de leermeester leert hoe hij dit moet doen. Zelf aan de slag In de leermeestercursus komt een stukje theorie aan de orde, maar de vakmensen gaan vooral zelf aan de slag met onderwerpen als didactiek, omgaan met jongeren, communicatie, begeleiden, beoordelen en instrueren en het gebruik van de trajectmap. De cursus wordt gegeven door adviseurs van Fundeon. Zij schakelen voor onderdelen
18
FUNDAMENT - juni 2011
wel anderen in, zoals een acteur met wie de cursisten kunnen oefenen in instructieen beoordelingsgesprekken. De cursisten krijgen een cursusmap en diverse hulpmiddelen mee die zij in de dagelijkse praktijk kunnen gebruiken. Meestal worden de vier cursusdagen verspreid over een aantal weken gegeven en zijn ze niet aaneengesloten. In overleg is het ook mogelijk de leermeestercursus in de namiddag of in avonduren te volgen. In het laatste geval duurt de cursus dan acht avonden. Nascholing De nascholingscursus is bedoeld om de kennis weer op te frissen. Tevens komt deze dag een actueel thema aan de orde,
zoals veranderingen in het onderwijs, veiligheid op de bouwplaats of gedragsproblemen bij jongeren. Kosten De kosten voor de vierdaagse leermeestercursus en de nascholingsdagen worden vergoed door het Scholingsfonds, onderdeel van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Bouwnijverheid (O&O-fonds). De werkgever krijgt bovendien een verletvergoeding uit dat fonds als de cursus onder werktijd plaatsvindt. In beide gevallen moet dan wel premie zijn afgedragen aan het O&O-fonds. De aanvraag van de vergoedingen gebeurt door Fundeon, zodat de werkgever er geen omkijken naar heeft.
Leermeester niveau 4 Voor de leermeester niveau 4 (voorheen: de praktijkbegeleider) is er een training van een dagdeel. Daarin wordt de leermeester vertrouwd gemaakt met de omgang met een leerling in opleiding. Deze training volgt op een zorgvuldige intake. Als uit de intake blijkt dat de leermeester al over voldoende kennis beschikt, dan ontvangt hij op aangeven van de adviseur Beroepspraktijk van Fundeon zijn certificaat. Wanneer de adviseur vindt dat de werknemer eerst een training moet volgen, dan zorgt de adviseur dat hij daarvoor wordt opgeroepen. Deze training duurt een dagdeel.
“Machinisten werken niet in koppels” Christiaan Stapper is planner en leermeester bij het verhuurbedrijf P. Vos BV in Alphen aan de Rijn. Hij begeleidt leerling-machinisten. “Volgens de aangepaste erkenningsregeling mag ik dat niet blijven doen. Maar ik weet niet hoe wij in de praktijk aan de nieuwe regels kunnen voldoen. Wij verhuren onze machines en de leerlingen werken daardoor vaak zelfstandig, zonder dat er een directe collega in de buurt is. We gooien ze niet in het diepe: een leerling draait vaak eerst mee op een klus, waar ook een voorman of uitvoerder van ons aanwezig is. Daarna gaat hij zelfstandig naar een klant, vaak eerst op een kleine shovel of andere kleine machine. Onze ervaring is dat vooral jongens van het
Subsidies voor het opleiden van leerlingen Bedrijven die leerlingen opleiden, zijn van groot belang om ook in de toekomst voldoende gekwalificeerd personeel te hebben in de sector. Vandaar dat de sector financiële middelen beschikbaar stelt ten behoeve van de opleiding van de leerling. Fundeon regelt de uitbetaling van deze subsidies. Erkende leerbedrijven die leerlingen zelf in dienst hebben en afdragen aan het O&O-fonds van de bouwnijverheid, kunnen een tegemoetkoming in de loonkosten van leerlingen krijgen. De hoogte van deze tegemoetkoming is afhankelijk van de leeftijd van de leerling, welk opleidingsniveau hij volgt en of hij dag- of avondonderwijs volgt. De meeste erkende leerbedrijven bieden een leerbaan aan leerlingen die in dienst zijn van de opleidingbedrijven. Voor deze leerlingen ligt het werkgeversrisico niet bij het erkende leerbedrijf. De tegemoet-
koming vanuit de sector gaat in deze gevallen naar de opleidingsbedrijven. Vaak berekent het opleidingsbedrijf de tegemoetkoming door in het uitleen tarief dat het leerbedrijf voor de leerling betaalt. Opdrachtgevers en aannemers die bouw- of infraprojecten uitvoeren als leerlingbouwplaats kunnen ook subsidies krijgen. Deze bedragen enkele tientjes per week per leerling.
SOMA College na twee jaar opleiding, ontzettend goede machinisten zijn.” “Machinisten werken niet in koppels, dus we kunnen de leerlingen geen vaste begeleider geven. Want dat zou betekenen dat ik een ervaren machinist laat toekijken hoe de leerling op een machine zit. Dat kan even, maar niet een hele dag. Daarom begeleid ik de leerlingen, want ik kan wel gemakkelijk een extra keer langsrijden om te kijken hoe het gaat. Ik kan me voorstellen dat het voor de leerling beter is als hun leermeester een ervaren machinist is, in plaats van een planner. We zouden daarom al onze machinisten en uitvoerders - die daar geschikt voor zijn - naar de leermeestercursus kunnen sturen. Maar ook dan zit de leerling nog steeds vaak alleen op een klus, want dat hoort bij het werk van een machinist. Ik ben benieuwd hoe Fundeon hiermee omgaat. Dagelijkse begeleiding klinkt in theorie heel mooi, maar ik zie nog niet hoe dat in de praktijk gaat werken.”
Geen subsidie, toch opleiden Erkende leerbedrijven die zelf geen leerlingen in dienst nemen, komen niet in aanmerking voor een tegemoetkoming vanuit de sector. Toch blijven er genoeg redenen over om leerlingen een leerbaan of stageplaats te bieden. 1. L eerlingen zorgen voor continuïteit in het bedrijf. Vaak blijven leerlingen na hun opleiding bij het bedrijf werken. 2. J ongeren brengen vernieuwing in het bedrijf. Ze zijn op de hoogte van de laatste technieken en kunnen werken met nieuwe gereedschappen, machines en materialen. Ze hebben nieuwe ideeën en brengen nieuw elan. 3. Door het opleiden neemt een bedrijf zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid.
De subsidiebedragen zijn te bekijken op www.fundeon.nl.
FUNDAMENT - juni 2011
19
dossier: Erkenningsregeling vernieuwd
Feiten en cijfers Bij Fundeon staan in totaal ongeveer 11.500 bedrijven ingeschreven als erkend leerbedrijf. Iets meer dan tweeduizend daarvan zijn leerbedrijven met alleen een erkenning op niveau 4. De leerbedrijven met een erkenning voor de niveaus 1 tot en met 3 kunnen als volgt naar grootte worden ingedeeld.
Grootteklasse leerbedrijf
Aantallen werknemers
Aantal bedrijven
1 t/m 9
3394
midden-klein
10 t/m 25
2214
midden-groot
26 t/m 50
888
51 t/m 100
533
101 t/m 1000
302
klein
groot honderd plus
Groningen Leeuwarden
Assen
Lelystad
Zwolle
Amsterdam Haarlem
Den Haag
Utrecht Arnhem
‘s Hertogenbosch
Middelburg
Maastricht
Meer informatie
← Werkgebieden adviseurs Beroepspraktijk
De adviseur Beroepspraktijk van Fundeon kan alles vertellen over de gewijzigde erkenningsregeling en wat dat voor uw bedrijf betekent. Kijk op www.fundeon.nl wie uw adviseur Beroepspraktijk is en neem direct contact met hem of haar op.
20
FUNDAMENT - juni 2011
Mening
John Kerstens, voorzitter FNV Bouw: “Zijinstromers kunnen overal vandaan komen.”
Zijinstroom in de bouw en infra
“Iedereen die wil komen werken, moeten we met open armen ontvangen” Te weinig jongeren kiezen voor een baan in de bouw- en infrasector. Bovendien gaan de komende jaren veel mensen met pensioen. Voor een deel moet de bouw haar vakmensen dus ergens anders vandaan halen. Dat blijkt minder eenvoudig dan het lijkt. Drie vertegenwoordigers van sociale partners geven hun visie op het thema zijinstroom. Zijinstromers zijn hard nodig om voldoende mensen in de bouw en infra te krijgen. Als de sector er niet in slaagt om voldoende mensen te interesseren,
i
komen de bedrijven hopeloos mensen tekort als de economie weer aantrekt. Daar zijn de drie gesprekspartners het volledig over eens.
www.bouwendnederland.nl www.fnvbouw.nl
Mensen binden John Kerstens van FNV Bouw verbindt daar wel een voorwaarde aan. “Of we nou jongeren werven of mensen uit andere sectoren, eerst moeten we met elkaar wat zaken op orde brengen. Het imago van de bouw moet anders en we moeten nieuwe mensen perspectief bieden. Bijvoorbeeld door een einde te maken aan de onbegrensde flexibilisering. Niet steeds meer werk laten doen door mensen waar je als sector geen perspectief voor hebt, zoals uitzendkrachten, buitenlanders en zzp’ers. We moeten mensen juist binden aan onze bedrijfstak door flexwerken mogelijk te maken, zodat werk en privé beter kunnen worden gecombineerd.” Arend van Wijngaarden van CNV Vakmensen valt hem bij. “Flexibiliteit is prima,
www.cnvvakmensen.nl
→
FUNDAMENT - juni 2011
21
Mening
Arend van Wijngaarden, vice-voorzitter CNV Vakmensen: “Flexibiliteit is prima.”
maar werknemer en werkgever moeten er allebei voordeel van hebben.” Bewuster kiezen Het imago van de bouw keert regelmatig in de gesprekken terug. ‘We zijn te weinig trots op ons vakmanschap.’ ‘We maken veel technische hoogstandjes, werken met computers, zijn trots op ons werk maar vergeten het aan anderen te vertellen.’ Joba van den Berg pleit namens Bouwend Nederland voor betere voorlichting op de vmbo- en havo-scholen. “Er moet veel bewuster worden gekozen om onnodige schooluitval te voorkomen. Opleidingsbedrijven, die zeer goede contacten met de scholen hebben, verzorgen deze voorlichting al in hoge mate, naast initiatieven van individuele bedrijven. En laat het liefst jonge vakmensen over hun eigen beroep vertellen.” Samenwerken met andere sectoren “Zijinstromers kunnen overal vandaan komen”, zegt Kerstens. “Maar het ligt voor de hand dat we ons richten op mensen met een technische achtergrond. Ik stel voor dat we de samenwerking met de andere technische sectoren intensiveren. Als bouw hebben we met het Loopbaantraject Bouw & Infra en de EVC-centra Bouw & Infra unieke instrumenten die we ook voor zijinstroom kunnen inzetten. We moeten ook meer samenwerken binnen Techniektalent.nu.” Van den Berg is ook voor meer samenwerking, al bij techniekbrede presentaties op de basisscholen. “Je moet helemaal
22
FUNDAMENT - juni 2011
aan de basis beginnen. Daar heb je een gezamenlijk belang: promoot de techniek, zodat meer leerlingen voor een technische richting kiezen.” Technische sector als eenheid Kerstens pleit ervoor om de technische sector te presenteren als een eenheid. “Uiteraard met verschillende onderdelen. Als we onze krachten bundelen, komt dat het imago zeer ten goede en bieden we mensen meer perspectief. Door intersectoraal samen te werken kunnen we misschien van een baangarantie gaan naar een werkgarantie. Nu al zit de metaalsector te springen om mensen, straks ook weer de bouw.” Van den Berg waarschuwt wel dat andere sectoren eerder een opleving kennen dan de bouw. “Als de bouw weer opleeft, zijn de werkzoekenden al buiten ons gezichtsveld.” Jong en oud “Iedereen die wil komen werken, moeten we met open armen ontvangen”, vindt Van Wijngaarden. Kerstens: “Zijinstroom betekent niet dat we de jongeren opgeven. Jong en oud moeten welkom zijn. Het kunnen jongeren zijn die in hun opleiding zijn gestruikeld of een verkeerde keuze hebben gedaan. Maar ook ouderen die al elders carrière hebben gemaakt.” Rol opleidingsbedrijven Bij de zijinstroom dicht iedereen de opleidingsbedrijven een belangrijke rol toe. Daarmee heeft de bouw een unieke structuur in de regio. “Maar het financiële draagvlak
op bedrijfstakniveau vermindert, doordat er minder wordt afgedragen aan het O&O-fonds. Daarom hebben ook de opleidingsbedrijven er belang bij meer met andere technische sectoren samen te werken”, meent Kerstens. Defensie bron van vakmensen Defensie moet mensen kwijt. Daaronder zitten veel vakmensen, bijvoorbeeld bij de Genie, zowel op uitvoerend als kaderniveau. “Bouwend Nederland heeft sinds 2008 een intentieverklaring met Defensie”, zegt Van den Berg. “Op basis daarvan zijn met de opleidingsbedrijven convenanten ondertekend. Uittredend personeel krijgt de mogelijkheden gepresenteerd en de achterban is geïnformeerd. Recent zijn er weer contacten geweest. De mogelijkheden zijn er dus.” Van Wijngaarden vindt wel dat de overheid met een tijdelijke regeling de overstap financieel mogelijk moet maken. Overstap is lastig Hoe makkelijk stap je over in een andere sector? Van Wijngaarden waarschuwt: “Er zijn allerlei hobbels in de wetgeving die zo’n overstap lastig maken, bijvoorbeeld de regeling vroegpensioen. Wie naar een andere sector gaat, kan allerlei rechten verliezen. Iemand die nu geen werk heeft in de bouw, raad ik aan om eerst eens goed in de sector rond te kijken voordat wordt overgestapt, bijvoorbeeld naar een uitzendbureau.” Van Wijngaarden noemt een experiment in de regio Hardenberg. Als een werkgever daar voor iemand geen werk meer heeft, wordt samen met CNV Vakmensen
gekeken naar ander werk. Afspraak is dat de werknemer niet wordt ontslagen voordat er een andere baan is, binnen of buiten de eigen sector. Die baan moet ook in de regio zijn. Inmiddels zijn al twintig mensen aan nieuw werk geholpen. Geen pasklare oplossing Er zijn hobbels op de weg van zijinstroom. Een pasklare oplossing heeft niemand. Van den Berg pleit voor maatwerk. “Kijk goed naar wat een individu nodig heeft en pas daar het loopbaanaanbod op aan.” Van Wijngaarden stelt een bijeenkomst voor met vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties en mensen van arbeidsmarkt. “Laten we de koppen bij elkaar steken en tot een gezamenlijke aanpak komen. Anders krijgen we de zijinstroom niet voor elkaar.” ←
De zijinstromer Er zijn verschillende definities voor het begrip zijinstromer. In principe kan de zijinstromer iedereen zijn die niet rechtstreeks vanaf het vmbo een mbo-opleiding richting de bouw- en infra is gaan volgen of niet direct in deze sector aan het werk is gegaan. Geregeld wordt gesteld dat zijinstromers mensen zijn die pas na hun 18e kiezen voor een beroep in de sector. In beide gevallen geldt dat het aandeel zijinstromers stijgt in de bouwen infrasector. Wegens teruglopende aantallen vmbo’ers wordt dit aandeel bovendien de komende jaren veel belangrijker.
Joba van den Berg, directeur Sociale Zaken & Ledenservice van Bouwend Nederland: “Je moet helemaal aan de basis beginnen.”
FUNDAMENT - juni 2011
23
praktijk
Het opleidingsklimaat bij de firma Kozel in drie woorden
Streng, rechtvaardig en Op geheel eigen wijze zorgen ze ervoor dat nieuwkomers in de bouw zich welkom voelen; Annemieke en Michel Kozel van het gelijknamige Haagse bouwbedrijf. Vanaf de eerste dag dat een leerling binnenkomt wordt hij serieus genomen en krijgt hij alle kans om zichzelf te ontwikkelen.
i www.kozelbouw.nl www.haagbouw.nl
24
FUNDAMENT - juni 2011
Bij Kozel zijn altijd leerlingen te vinden op verschillende niveaus, in leerbanen en stages. Ook biedt het bedrijf snuffelstages aan leerlingen van het vmbo. “Voor onze leermeesters een zware taak”, vindt Annemiek Kozel. “Gelet op de leeftijd van deze leerlingen zijn we gebonden aan allerlei regels. Maar we geven ze graag een kans. Het is leerzaam voor ze: vanuit school krijgen ze een bedrijf toegewezen en moeten ze officieel solliciteren, een brief schrijven, zelf een afspraak met ons maken. Daar kan menig mbo overigens nog wel wat van leren. Naar mijn mening laten die leerlingen te vaak
aan hun lot over. Die moeten zelf maar een bedrijf zien te vinden en dat valt niet altijd mee.” Leerlingen niet op straat Dat het bedrijf hart heeft voor opleiden blijkt wel uit het feit dat - nog niet zo lang geleden - het aantal leerlingen bijna gelijk was aan het aantal bouwplaatsmedewerkers. “Tja”, zegt Michel Kozel wat aarzelend, “ik ben sinds jaar en dag voorzitter van het opleidingsbedrijf Stichting Haagbouw. Door de crisis kon Haagbouw moeilijk leerlingen uitplaatsen. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen dat deze jongeren op straat zouden komen te staan. Ik heb ze daarom zelf maar opgenomen binnen mijn bedrijf.” Eigen inbreng Michel Kozel heet elke nieuwe leerling op zijn eerste dag persoonlijk welkom. “Je moet zo’n jongen niet gelijk in het diepe gooien. Ik vertel ze wat over het bedrijf en stel ze persoonlijk voor aan alle medewerkers.” Daarna wordt de leerling bij één van de leermeesters geplaatst, zoals Patrick Kölker. “Het aller belangrijkste is volgens mij dat je consequent bent
Bouwbedrijf Kozel Bouwbedrijf Kozel werd 102 jaar geleden opgericht door de overgrootvader van de huidige eigenaar. Michel Kozel heeft zich vooral gericht op restauratie- en renovatieprojecten. Op dit moment heeft het bedrijf twintig mensen in vaste dienst en zijn er vijf bbl-leerlingen, één hbo-student en komt er binnenkort een bol-4 leerling stage lopen. Ht bedrijf heeft een bijzondere klantenkring. Zo is er meegewerkt aan de restauratie van de Oranjezaal in Paleis Huis ten Bosch en aan de Ridderzaal. Het bedrijf schuwt niet om leerlingen mee te laten werken aan dit soort bijzondere projecten. Voor de leerlingen geldt hetzelfde als de andere werknemers. “Je praat er niet over, maakt er niet stiekem foto’s van en gaat er naar buiten toe zeer discreet mee om.”
← Leermeester Patrick Kölker geeft instructies aan leerling Gino Jansen: “Laat leerlingen vooral interessant werk doen.”
stimulerend naar die jongens. Natuurlijk is er tijd voor een dolletje, maar ze moeten van het begin af aan weten waar ze aan toe zijn”, vindt Kölker. “Je laat ze eerst meekijken en wat hand- en spandiensten verrichten. Daarna zorg je er vooral voor dat ze leuk en interessant werk mogen doen. Laat ze maar dingen uitproberen en zelf met oplossingen komen. Daar leren ze van, maar wij ook. Leerlingen hebben hier net zo goed hun inbreng als wij. Soms hebben ze iets nieuws geleerd op school; dan krijgen ze de ruimte om dat toe te passen.” Onderaan beginnen Michel Kozel vult aan: “Als leerling begin je natuurlijk onderaan. Maar we geven hen wel de ruimte om zich te ontwikkelen; om echt met het restauratievak bezig te zijn. Daar staat tegenover dat wij van de leerlingen een bepaalde inzet verwachten. Als er moet worden opgeruimd, dan moet er worden opgeruimd. En dat geldt voor iedereen, of je nu directeur, uitvoerder of leerling bent.” Lachend gaat hij verder: “Op kantoor zijn we gewend dat iedereen, ongeacht functie, aan het einde van de dag even zijn eigen prullenbak leegt. Ooit heeft een hbo-student dat geweigerd, omdat hij ‘hier geen
stage liep om op te ruimen’. Ja, dan ben ik heel simpel: die hoefde niet meer terug te komen.”
↑ Annemieke en Michel Kozel en leermeester Patrick Kölker in de werkplaats van het Haagse bouwbedrijf. “Je moet zo’n jongen niet gelijk in het diepe gooien.”
Streng maar rechtvaardig Streng, rechtvaardig en vooral stimulerend; zo kun je de opleidingscultuur binnen Kozel noemen. “Onze leermeesters zijn redelijk streng”, zegt Annemieke Kozel. “Soms wel eens wat te streng in mijn ogen, maar de leerlingen hebben er baat bij. Daarnaast geven ze op alle fronten de jongeren het goede voorbeeld. Juist omdat ze - ongeacht hun functie - ook meehelpen met de minder leuke klussen en dit niet alleen aan de leerlingen overlaten. Ze doen het samen: iets restaureren, maar ook slopen en opruimen.” Handvaardig intelligent Als laatste zegt Annemieke Kozel: “Weet je, ik vind vaak dat mensen die in de bouw werken niet voldoende op waarde worden geschat. Ik geef iedereen die bij ons werkt dan ook altijd mee dat ze niet moeten vergeten dat ze hoog zijn opgeleid. Je hebt namelijk erg veel verschillende soorten intelligentie en onze mensen beschikken in ieder geval over een hoge mate van handvaardige intelligentie.” ←
FUNDAMENT - juni 2011
25
achtergrond
BPVnet en Bouwinfranet ontwikkeld met onderwijs en sector
Werknemers en opleiders bepalen inhoud lesstof i www.bouwinfranet.nl Gebruikersnaam: demo Wachtwoord: Fundeon1 www.fundeon.nl
ocent Marcel de D Bruijn werkt samen met Fundeon aan het steeds verder verbeteren van BPVnet. “BPVnet is goed gereedschap, maar het moet ook goed blijven werken.”
26
FUNDAMENT - juni 2011
Met BPVnet en Bouwinfranet biedt Fundeon digitale onderwijs producten aan. Roc’s kunnen hier gebruik van maken voor steeds meer opleidingen. Om te maken waar opleiders behoefte aan hebben en om leerlingen op te leiden waar werkgevers op wachten, ontwikkelt Fundeon alle middelen in nauwe samenspraak met het onderwijs en de sector.
Zo’n twee jaar geleden is ROC Midden Nederland als één van de eerste scholen gebruik gaan maken van BPVnet. Leerlingen aan de opleiding Middenkader functionaris bouw & infra kunnen in deze digitale omgeving hun examendossier opbouwen. Pilot-school “Wat heel goed bevalt is dat vanaf de start het onderwijs nauw betrokken is bij de ontwikkeling. Wij hebben het geluk gehad dat wij mee mochten doen als pilotschool voor BPVnet”, vindt docent Marcel de Bruijn van ROC Midden Nederland. “Hierdoor heeft Fundeon de invoering verzorgd en heb ik het hele ontwikkeltraject van a tot z meegemaakt.” De opmerkingen die De Bruijn en zijn leerlingen maakten over BPVnet heeft Fundeon gebruikt om het product te verbeteren. De Bruijn: “BPVnet is goed gereedschap, maar het moet ook goed blijven werken. Wat ik wil voorkomen, is dat je in het systeem teveel moet doorklikken.” Waarborg voor kwaliteit Voorlopig kunnen alleen deelnemers aan de opleiding Middenkaderfunctionaris, uitstroomrichtingen bouw en infra, gebruikmaken van BPVnet. “Roc’s die nu willen beginnen, moeten eerst het implementatietraject doorlopen. Dat kan naar mijn idee nog een drempel zijn voor de roc’s om over te stappen naar BPVnet”, verwacht De Bruijn. “Terwijl BPVnet zeker zorgt voor de waarborging van kwaliteit en meer structuur in het onderwijs. Wij zijn als ROC Midden Nederland trots op datgene wat tot nu toe met BPVnet is bereikt.” Leerbedrijven meenemen Ook voor de begeleiders bij de erkende leerbedrijven is het even wennen dat ze nu op alle momenten van de dag kunnen meekijken wat hun leerling doet. En dat ze een seintje per e-mail krijgen wanneer de leerling een taak af heeft of wil dat er iets wordt beoordeeld. Een stukje training kan daarbij geen kwaad, merkt de docent. “Ik heb daarom al negen trainingen verzorgd voor leerbedrijven die stagiairs van onze school begeleiden! Daarmee nemen we onze bestaande stagerelaties mee in de ontwikkeling.” Bouwinfranet Waar BPVnet zich richt op de begeleiding van de leerling, richt Bouwinfranet zich echt op de inhoud van de opleiding. Het is een digitale leeromgeving waar de leerling filmpjes, audiofragmenten, foto’s en teksten vindt om alle beroepstaken van een opleiding onder de knie te krijgen. Inmiddels wordt voor de opleidingen Assistent bouw & infra en Vakman gww de lesstof in Bouwinfranet
Van ontwikkeling naar gebruik Ook de adviseurs Beroepsonderwijs van Fundeon zijn nauw betrokken bij de ontwikkeling van de onderwijsproducten. Doordat zij veel contact hebben met docenten van roc’s en instructeurs van opleidingsbedrijven, kunnen zij gedurende het gehele ontwikkeltraject de opleiders bij het product betrekken en de input vanuit het onderwijsveld terugkoppelen naar de ontwikkelaars. Als het product klaar is, ondersteunen de adviseurs Beroepsonderwijs de opleiders bij de invoering van het middel. Kijk voor de contactgegevens van de adviseurs Beroepsonderwijs op www.fundeon.nl.
↑ In Bouwinfranet zien leerlingen de realistische beroepspraktijk in film en foto’s.
aangeboden. Dit jaar volgen de opleidingen Timmerman en Kaderfunctionaris uitvoering bouw & infra. Klankbordgroep Voordat de leerstof in de digitale omgeving is gezet, is dit vernieuwd. Dat heeft Fundeon in samenspraak met docenten, beroepsuitoefenaars en hun leidinggevenden gedaan. Deze mensen hebben zitting in een klankbordgroep. Voor de opleiding Timmerman komt de klankbordgroep nu geregeld bijeen. Gert Jan Boot is bij Fundeon de projectleider voor de vernieuwing en digitali sering van deze opleiding. “De opleiding Timmerman wordt uiteindelijk een ‘hybride’ opleiding: digitaal waar het kan en op papier waar dat beter is. We zijn al enkele maanden bezig met de voorbereiding. De bestaande opleiding is in stukjes geknipt, de zogenaamde verkaveling van de beroepstaken. Dit overzicht van beroepstaken is vervolgens door de klankbordgroep beoordeeld: wat is vandaag de dag nog wel en wat is niet meer relevant voor de timmerman? Moet het maken van een strokenfundering met een verstijvingsrib in een traditioneel systeem nog steeds onderdeel zijn van de opleiding? En waar of wanneer wordt het stellen van een inmetselkozijn of een montagekozijn verwerkt in de opleiding?” Beeld en geluid Op basis van alle informatie die projectleider Boot vanuit de beroepsgroep en het onderwijs krijgt, wordt bepaald wat definitief in de opleiding komt. Daarna begint de ontwikkeling van de aangepaste lesstof.
→
FUNDAMENT - juni 2011
27
Kosten van digitale leermiddelen Roc’s die bouw- of infraopleidingen aanbieden, hebben een samenwerkingsovereenkomst met Fundeon afgesloten. Hierdoor kunnen zij gebruikmaken van Bouwinfranet. Voor BPVnet betaalt een roc per leerling 50 euro per jaar.
↑ Projectleider Gert Jan Boot schrijft zelf niet de lesstof voor de opleiding Timmerman. “Dat doen mensen die werkzaam zijn in de sector. Omdat dit van huis uit geen schrijvers zijn, herschrijven eindredacteuren die inhoudelijk uitstekende teksten.”
Omdat niet alleen de inhoud verandert, maar het ook voor het eerst in Bouwinfranet komt, is dat een hele klus. Waar het voorheen voldoende was om teksten en foto’s te maken, wordt dat in Bouwinfranet aangevuld met audiofragmenten en filmpjes. Bovendien is de vraagstelling veel interactiever. Projectleider Boot:
“We bedenken niet bij Fundeon hoe we de taken gaan omschrijven” “De 35 beroepstaken die we hebben vastgesteld in samenspraak met de klankbordgroep, hebben we uitgewerkt in voorstellen voor beeld en geluid. In totaal hebben we daardoor beeldmateriaal nodig voor zo’n 350 deeltaken.” Realistische beroepspraktijk Het filmen gebeurt in de praktijk. Timmermannen laten in de praktijk zien hoe zij een deeltaak uitvoeren. “De eerste deeltaken voor de opleiding Timmerman hebben we gefilmd bij Bouwbedrijf Baken uit Valkenswaard”,
vertelt Boot. “Door de medewerking van zo’n bedrijf kunnen we de realistische beroepspraktijk filmen. Zo weet een aankomend timmerman exact hoe de handelingen eruit zien en wat hij moet doen.” Timmermannen schrijven lesstof Hoewel de opleiding Timmerman straks via de digitale leeromgeving Bouwinfranet wordt aangeboden, blijft het nodig om ook alle lesstof in teksten uit te werken. Opleiders die geen gebruikmaken van Bouwinfranet kunnen dezelfde lesstof nog steeds op papier geleverd krijgen. Alleen de filmpjes en audiofragmenten ontbreken dan.“Alle teksten die zichtbaar zijn in Bouwinfranet en op papier, worden geschreven door inhoudsdeskundigen”, benadrukt de projectleider. “We bedenken dus niet bij Fundeon hoe we de taken gaan omschrijven. Dat doen mensen die werkzaam zijn in de sector. Omdat dit van huis uit geen schrijvers zijn, herschrijven eindredacteuren die inhoudelijk uitstekende teksten.” Met het eindresultaat gaan leerlingen en docenten vanaf het schooljaar 2012-2013 aan de slag. ←
Oproep Uw bedrijf in beeld bij de leerlingen? De lesstof in Bouwinfranet bestaat onder meer uit film- en fotomateriaal. Om dit te maken heeft Fundeon de medewerking nodig van bedrijven. Wilt u net als Bouwbedrijf Baak uw bouwplaatsen beschikbaar stellen voor het filmen en fotograferen van beroepstaken? U draagt eraan bij dat leerlingen een realistisch beeld krijgen van hun beroep en perfect zijn voorbereid om op de bouwplaats aan de slag te gaan. In eerste instantie is Fundeon vooral op zoek naar bedrijven waar deeltaken voor de opleiding Timmerman gefilmd en gefotografeerd kunnen worden.Geef u op bij projectleider Gert Jan Boot via telefoonnummer (0341) 499 410 of e-mailadres
[email protected].
28
FUNDAMENT - juni 2011
Beroep in Beweging
Naam: Martijn de Kort Leeftijd: 32 jaar Beroep: Machinist Bedrijf: Gebr. Coremans Grondwerken Recycling Loonwerken, Breda
Het wachten is voorbij “Coremans gaat helemaal met de tijd mee. Zes jaar geleden zijn de hydraulische graafmachines uitgerust met een Global Positioning System (GPS). Dit systeem maakt gebruik van satellieten.” Niet afhankelijk “Voorheen kwamen landmeters aan de hand van een ontwerptekening de metingen met piketpaaltjes en een lint uitzetten. Aan de hand van die paaltjes kon je op de juiste plaats en de exacte diepte graven. Maar, soms reed je over de paaltjes heen en knakten ze. Of het lint was nergens meer te zien. Dat soort praktische problemen zijn nu opgelost. Een ander voordeel is dat ik niet meer afhankelijk ben van die landmeters. Als ik net als nu een vijver moest graven ging ik eerst ruimte maken.” Veel productiever “Was ik eenmaal zo ver, dan kon een landmeter het talud uitzetten. Maar ik moest wel eerst op hem wachten voor ik verder kon werken. Nu zijn alle tekeningen digitaal opgeslagen in het systeem. Op het scherm in mijn cabine zie ik precies waar ik moet graven. Ik kan gewoon mijn gang gaan. Uiteindelijk ben ik op een dag veel productiever.” Handleiding bestuderen “Wat de landmeter en ik nog wel altijd afstemmen, zijn de coördinaten. Zitten we op één lijn, dan geeft het systeem tot op de centimeter nauwkeurig aan waar ik grond moet afgraven. Zelfs de hellinghoek is precies aangegeven. De techniek interesseert me. Net als bij
“Soms reed je over de paaltjes en knakten ze” een computer wordt dit soort systemen steeds sneller en compacter. Een cursus volgen was helemaal niet nodig. Na een grondige bestudering van de handleiding kon ik ermee aan de slag. Uiteindelijk leer je het in de praktijk het best.” ←
FUNDAMENT - juni 2011
29
Service rubriek
Genomineerden
Fundeon Onderwijsprijzen Op 29 september reikt Fundeon de Onderwijsprijzen uit. Twaalf bedrijven zijn nog in de race om Beste Leerbedrijf Bouw & Infra
middenkader. Drie leermeesters strijden om Beste Leermeester en drie bedrijven dingen mee voor de prijs Beste Leerlingbouwplaats
te worden. Vier van hen worden daarnaast onderscheiden als beste leerbedrijf in de bouw, infra, gespecialiseerde aannemerij of
Alle genomineerden op een rij:
Beste Leerbedrijf Bouw & Infra Bouw - Van Dijk Bouw B.V. uit Hardenberg - Bouwbedrijf M.J. de Nijs en Zonen B.V. uit Warmenhuizen - Huybregts Relou BV uit Son Infra - Van Dusschoten Bestrating en Bouw uit Enschede - Van Vulpen uit Gorinchem - Talboom Bestratingen BV uit Etten-Leur
Gespecialiseerde aannemerij - Frans Nooren B.V. uit Stadskanaal - Metselbedrijf Slingerland uit Schoonhoven - Jacobs Dakbedekkingen B.V. uit Wanssum Middenkader - Bouwbedrijf Salverda BV uit ‘t Harde - Klunder Architecten uit Rotterdam - Thuisvester uit Oosterhout
Beste Praktijkopleider Bouw & Infra - John Bruining van Bimo Bouw uit Harderwijk -M artijn Terlouw van Groenendijk PGN Bouw uit Dordrecht - Thieu van Koolwijk van Standvast Wonen uit Nijmegen
Beste Leerlingbouwplaats -R estauratieproject Abdij Sion in Diepenveen met als aannemer Nossent Bouw B.V. uit Winterswijk -P roject ‘Waterland’ in Roosendaal met als aannemer BVR Bouw uit Roosendaal en opdrachtgever AlleeWonen uit Roosendaal - ERA Contour B.V. uit Zoetermeer
Einde in zicht voor
Evaluatie en verantwoording
Loopbaantraject en EVC-centra
Tot 15 november kunnen werkgevers bedrijfsopleidingsplannen indienen in het kader van Bouw Door, Leer Verder!, het anticyclisch opleidingsplan van de sector. Dit bedrijfsopleidingsplan stelt een bedrijf op samen met de adviseur Personeelsontwikkeling van Fundeon. Werknemers volgen de scholing uit het plan uiterlijk in de winter van 2011-2012. In het bedrijfsopleidingsplan staat welke werknemers welke scholing gaan volgen. Dit is beperkt tot veertig scholingsdagen per werknemer. Hoeveel werknemers geschoold kunnen worden, hangt af van het aantal leerlingen dat bij het bedrijf aan de slag kan. Per leerling worden vanuit Bouw Door, Leer Verder! maximaal honderd scholingsdagen vergoed. Meer informatie staat op www.fundeon.nl/aco.
Het Loopbaantraject Bouw & Infra en de EVC-centra hebben de feiten en cijfers op een rij gezet. De brochure met de verantwoording over wat de voorzieningen de aflopen jaren hebben bereikt, is aan te vragen via
[email protected] en te bekijken op www.fundeon.nl. School je een om naar tie andere func
Infra t Bouw & baantrajecen aan je loopbaan
Het Loop
bouw
07-12-10
ZELFSTA
DEEL NDIG ONDER
se2.3.indd
opmaak_fa
30
FUNDAMENT - juni 2011
1
VAN
12:07
Agenda
Uitgelicht
24 juni 2011
Vernieuwde website Fundeon, Loopbaantraject en EVC-centra
Nieuwe website Fundeon.nl online www.fundeon.nl
29 september 2011
Fundeon Relatiedag Vredenburg Leidsche Rijn Utrecht www.fundeon.nl
29 september 2011
Uitreiking Fundeon Onderwijsprijzen Vredenburg Leidsche Rijn Utrecht www.fundeon.nl
Vanaf 24 juni is de nieuwe website online van Fundeon, het Loopbaantraject Bouw & Infra en de EVC-centra. Op www.fundeon.nl kunnen werkgevers, werknemers, opleiders en leermeesters dan alles vinden over het opleiden en ontwikkelen van personeel in de bouw- en infrasector. De informatie over het Loopbaantraject en de EVC-centra blijft bovendien toegankelijk via hun bestaande webadressen www.loopbaantrajectbouw.nl en www.evc-centra.nl. De nieuwe website maakt gebruik van doelgroepingangen. Daardoor verwacht Fundeon dat de informatie beter vindbaar is voor iedereen. Naast de bovengenoemde doelgroepen is er ook een ingang voor leerlingen. Hier vinden zij met name informatie over beroepen in de bouw- en infrasector en welke opleiding ze voor dit beroep kunnen volgen. Fundeon hoort graag wat u van de website vindt. Dat kan door een bericht te sturen naar internet@ fundeon.nl.
5-8 oktober 2011
WorldSkills
Londen www.worldskills-team.nl
Colofon Fundament is het magazine over het beroepsonderwijs en werken en leren in de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij. Zes keer per jaar wordt dit blad gratis toegestuurd aan bedrijven in de bouwsector, onderwijsinstellingen en andere relaties van kenniscentrum Fundeon. In elke uitgave is ruimte voor nieuws, informatie, achtergronden en opinie. Uitgever Fundeon, kenniscentrum voor de bouw en infra
Vormgeving V1 - Visuele Communicatie, Ermelo
Hoofdredactie Jolanda de Vries, afdeling communicatie Fundeon
[email protected]
Druk Senefelder Misset
Aan deze uitgave werkten mee Tessa Klooster, Janneke Leenders, Anne-Marie van der Most, Wilma Schuitemaker, Hannie Uiterwaal, Carin de Vries en Ed Zeelt. Fotografie Beeldredaktie
Abonnementen Adreswijzigingen doorgeven, een abonnement aanvragen of stopzetten kan via: Fundeon, afdeling communicatie
[email protected] (0341) 499 315
FUNDAMENT - juni 2011
31
Centraal kantoor
Regiokantoor Zuid
Postbus 440 3840 AK Harderwijk Ceintuurbaan 2 3847 LG Harderwijk T (0341) 499 499 F (0341) 499 999 E
[email protected]
Postbus 455 5700 AL Helmond Panovenweg 29A 5708 HR Helmond T (0492) 507 107 F (0492) 553 520 E
[email protected]
Regiokantoor Noordoost
Regiokantoor West
Postbus 30150 8003 CD Zwolle Burgemeester Roelenweg 12 8021 EV Zwolle T (038) 426 83 68 F (038) 423 13 91 E
[email protected]
Korenmolenlaan 1G 3447 GG Woerden T (0348) 490 234 F (0348) 430 540 E
[email protected]
Postbus 440 3840 AK Harderwijk T (0341) 499 378 E
[email protected] I www.loopbaantrajectbouw.nl
Postbus 440 3840 AK Harderwijk T (0341) 499 211 E
[email protected] I www.evc-centra.nl
www.fundeon.nl
Safino Lieveld volgt de opleiding Assistent bouw via SSP Amsterdam. Hij hoopt straks bij het opleidingsbedrijf in dienst te komen en de opleiding Timmerman te doen.
Fundeon is het kennis- en adviescentrum voor het opleiden en ontwikkelen van werknemers in de bouw en infra. Vanuit drie regio’s adviseren adviseurs opleidingsbeleid bedrijven en onderwijsinstellingen over het werven, scholen, ontwikkelen en behouden van werknemers. De zelfstandige onderdelen van Fundeon, het Loopbaantraject Bouw & Infra en de EVC-centra Bouw & Infra adviseren werknemers over loopbaanontwikkeling en diplomering in de bouw- en infrasector.