Loopbaantraject
Loopbaantraject
“Ken je zelf!” Een uitspraak van Plato. Zelfkennis is een basis voor persoonlijke groei en het maken van keuzes in je leven. Ook die binnen je loopbaan. Goed inzicht in je eigen kwaliteiten en talenten helpt je bij het vinden van een baan die bij je past. En zorgt dat je goed voorbereid aan je sollicitaties begint. Om jezelf goed te leren kennen vind je hier een online loopbaantraject.
- Stap 1: Wat heb ik gedaan? 'n terugblik - Stap 2: Wat kan ik? Je vaardigheden - Stap 3: Wie ben ik? Je eigenschappen -Stap 4: Wat wil ik? Je wensen -Stap 5: Wat ga je doen? Je vervolgstappen
Stap 1: Een terugblik: wat heb ik gedaan? Introductie Wat heb je tot nu toe gedaan en waarom eigenlijk? Krijg een goed beeld van je eigen geschiedenis en gebruik dit voor het maken van een CV. Deze module bestaat uit drie gedeelten: 1. je studie 2. je werkervaring 3. je achtergrond
Stap 1: Een terugblik: wat heb ik gedaan? 1. Je studie Kennis is voor alle functies een van de elementen voor een goede start in een baan. Zeker als je minder werkervaring hebt. Zet daarom je studieresultaten op een rijtje.
1. Welke opleidingen heb je gevolgd? Naam van je school of universiteit de locatie het soort onderwijs de duur het vakkenpakket eventueel je diploma’s Zijn er nog bijzonderheden? Zoals: goede cijfers, speciale projecten, redenen van doubleren, het afbreken van je opleiding of de extra lange duur? Heb je opmerkelijke nevenactiviteiten? Zoals: bestuur van een vereniging, topsport, studeren in het buitenland, studentassistentschappen.
2. In welke richting studeerde je af? Wat is het onderwerp van je afstudeerproject of je scriptie: kun je het in twee regels samenvatten voor een leek. Heb je je nog in andere onderwerpen verdiept?
3. Deed je daarnaast nog op andere manieren kennis op? Denk aan trainingen, cursussen, stages, etc.
4. Wat had je interesse? Welke opleidingen of vakken hebben je het meeste aangesproken en zijn het meest zinvol geweest? Waarom is dat zo? En welke opleidingen of vakken hebben je het minst aangesproken en zijn het minst zinvol geweest? Waarom is dat zo?
Stap 1: Een terugblik: wat heb ik gedaan? 2. Je werkervaring Bij minder werkervaring kun je hierbij denken aan vakantie- en bijbanen, stages en studentassistentschappen. Geef een korte beschrijving van: Naam van je werkgever Functie die je hebt gehad en de duur van de functie Beschrijf kort je belangrijkste verantwoordelijkheden voor de functies Welke vaardigheden of eigenschappen heb je ontwikkeld? Wat maakt de baan interessant en wat niet? Herken je een lijn in het overzicht? Zijn er zaken die terugkomen? Onderwerpen of werkzaamheden die je eigenlijk binnen iedere baan leuk vond?
Werkgever
Functie
Beschrijving
Ontwikkeling
Interessant
Stap 1: Een terugblik: wat heb ik gedaan?
3. Je persoonlijke ontwikkeling
Je jeugd en je omgeving maar ook je hobby’s zeggen veel over je. Zet voor jezelf de volgende zaken zo concreet mogelijk op een rijtje.
- Omgeving: - Waar ben je opgegroeid? Het gezin waaruit je komt. Welke opvattingen waren belangrijk bij je opvoeding. Is er een speciaal motto waarmee je bent opgegroeid?
- Wat zijn je belangrijkste jeugdherinneringen?
- Zijn er gebeurtenissen of personen geweest die je leven sterk hebben beïnvloed?
- Vrije tijd:
- Wat is je belangrijkste vrije tijdsbesteding?
- Welke hobby’s heb je?
- Ben je actief in verenigingen of politiek?
- Doe je aan sport en aan welke?
Stap 2: Wat kan ik? je vaardigheden
1. Introductie Welke prestaties heb je tot nu toe geleverd? Hoe bereik je je resultaten, waarin ben je succesvol, wat zijn je kwaliteiten? Krijg zicht op je prestaties en capaciteiten en de werkzaamheden die bij je passen. Hier vind je inzicht in: 1. kennis 2. schriftelijke vaardigheden 3. mondelinge vaardigheden 4. talenten 5. prestaties
Stap 2: Wat kan ik? je vaardigheden
1. Kennis Twee soorten kennis zijn eigenlijk voor alle banen van belang: Talenkennis: Hoe beheers je deze talen: matig, voldoende, goed, uitstekend. Hoe heb je die taal geleerd?
Mondeling
Schriftelijk
Nederlands Engels Duits Frans ...... Algemene kennis: Welke onderwerpen volg je in het nieuws, zowel voor je studie of functie als voor jezelf? Welke kranten, tijdschriften en literatuur lees je?
Stap 2: Wat kan ik? je vaardigheden
2. Schriftelijke vaardigheden In kolom 1 kun je jezelf een cijfer geven voor de kwaliteit van je spreken en luisteren. Geef een cijfer 10 voor extreem vaardig en 1 voor niet vaardig. In kolom twee geef je aan hoe anderen jouw kwaliteit beoordelen. Vraag daarvoor een paar mensen uit je omgeving naar hun mening. 1
2
Verslag schrijven over een bijeenkomst
Rapport schrijven voor een opdracht
Analyses maken
Voor de beoordeling van je vaardigheden kun je denken aan: Verslag schrijven: Begrijpen collega's je notulen? Hoe makkelijk maak je notulen? Pak je de essentie op? Rapporten schrijven voor een opdracht: Maak je een goede indeling? Is de inhoud helder? Komen er veel correcties vanuit je omgeving? Analyses maken: Onderscheid je hoofd en bijzaken? Kom je tot de kern?
Stap 2: Wat kan ik? je vaardigheden
3. Mondelinge vaardigheden
In kolom 1 kun je jezelf een cijfer geven voor de kwaliteit van je spreken en luisteren. Geef een cijfer 10 voor extreem vaardig en 1 voor niet vaardig. In kolom twee geef je aan hoe anderen jouw kwaliteit beoordelen. Vraag daarvoor een paar mensen uit je omgeving naar hun mening.
1 Spreken Twee gesprekken Groepsgesprekken Vergaderingen: als deelnemer als voorzitter Onderhandelen Conflict gesprekken Adviesgesprekken Presentaties
1 Luisteren
2 Spreken
2 Luisteren
Stap 2: Wat kan ik? je vaardigheden 4. Natuurtalenten Waarin ben je een natuurtalent? Wat kon je vroeger ook altijd al zo goed? Discipline: om je huiswerk te maken Nieuwe dingen bedenken: voor het schoolcabaret Schrijven: van opstellen en brieven Enthousiasmeren: van je buren voor een buurtbarbecue Denk niet alleen aan je opleiding of werk, maar ook aan zaken in je vrije tijd.
Kun je hierbij voorbeelden geven? Doe je nu nog iets met deze talenten?
Stap 2: Wat kan ik? je vaardigheden 5a. Je prestaties Zet zo veel mogelijk successen van jezelf op een rijtje: uit je studie, je nevenactiviteiten, je werk of je hobby’s. Je successen hoeven niet groot te zijn. Het mogen ook kleine prestaties zijn. Het zijn de dingen waar je echt trots op bent!
A. Vijf situaties: Wat zijn je vijf grootste of belangrijkste successen? Waar ben je het meest trots op Beschrijf eens kort hoe de situatie was: - Hoe ben je gestart? - Wat heb je precies gedaan en met wie? - Wat was het resultaat? - Wat vonden anderen van de resultaten?
B. Een kritische blik: Bekijk de situaties nog eens kritisch. Wat valt je op aan deze prestaties? -
Waar houd je rekening mee als je begint met iets? Werk je liever samen of alleen? Geef je ook wel eens werk uit handen of doe je het liever zelf? Hoe ga je om met verschillen van mening met andere mensen? Waarop krijg je van je omgeving nog wel eens kritiek? Wat moet er in ieder geval in je werk zitten om een gevoel van succes te krijgen? Heb je wel eens een initiatief genomen of een opdracht gekregen op een gebied waar je niets van af wist? Hoe heb je dat toen aangepakt?
C. De vaardigheden Welke vaardigheden heb je gebruikt om je successen te bereiken? Voor tips over vaardigheden kun je de lijst met vaardigheden gebruiken.
Stap 2: Wat kan ik? je vaardigheden 5b. Je prestaties: lijst met vaardigheden Maak eerst de oefening om je prestaties in kaart te brengen. Selecteer daarna uit onderstaande lijst 3-7 vaardigheden waar je echt goed in bent. Kruis ze aan bij de G. Kies daarna 3-7 vaardigheden die je zou kunnen ontwikkelen. Kruis ze aan bij de O. Vraag ook een ander die je goed kent deze lijst voor je in te vullen. Bij voorbeeld een collega, familielid of vriend. Het kan zijn dat jouw mening en de mening van een ander sterk verschillen. Misschien bedoelen jullie hetzelfde, maar zeggen jullie het anders. Of kom je anders over dan je zelf denkt of ben je je niet bewust van een bepaalde eigenschap. Praat er over door. Het helpt je straks bij je sollicitaties.
G
O
Beïnvloeden je gedragstijl veranderen richting geven Leiden Optreden Samenwerken op mensen afstappen Instrueren voorzitten / aanvoeren
G
O
G
O
G
O
G Motivatie successen boeken hard werken kansen signaleren hoge eisen stellen aan je werk klantgericht zijn anderen enthousiasmeren
O
Problemen oplossen Analyseren Visie ontwikkelen oordeel vormen concepten maken nieuwe dingen leren besluiten nemen Uitvinden Verbeteren
Communicatie luisteren duidelijk maken presenteren adviseren overtuigen bemiddelen schrijven beheren administreren plannen prioriteren voortgang bewaken schematiseren systeem ontwerpen
G: dit is een persoonlijke kracht O: dit is te verbeteren
Stap 3: Wie ben ik? Je eigenschappen 1. Inleiding
In dit onderdeel krijg je zicht op je competenties. Competenties zijn je persoonlijke eigenschappen, je normen en waarden, je vaardigheden. Vaak zijn het zaken die je van nature al hebt. Of iets een succes wordt, hangt niet alleen af van wat je weet en kunt maar ook hoe je dingen doet. Deze opdrachten helpt je daarin inzicht te krijgen. Oefening 1: Kies uit de competentielijst de woorden aan die bijzonder van toepassing zijn op je. Denk er niet te lang over na. Het gaat om de herkenning. Wees eerlijk tegen jezelf. Kies ook de eigenschappen aan die minder of niet bij je passen. Laat deze lijst ook invullen door iemand die je goed kent. Welke eigenschappen vindt hij/zij goed bij je passen? En welke eigenschappen passen volgens hem/haar minder bij je?
Oefening 2: Selecteer de vijf sterkste eigenschappen voor jezelf. Zorg dat je niet alleen eigenschappen kiest die op elkaar lijken, maar zorg dat je een zo breed mogelijk beeld neerzet. Selecteer ook de vijf eigenschappen die relatief zwak zijn. Vraag ook de ander vijf sterke en vijf zwakke eigenschappen te kiezen.
Oefening 3: Zet je sterke eigenschappen eens op een rij. Beschrijf voorbeelden en situaties uit je eigen leven waaruit blijkt dat je over deze eigenschappen beschikt. In sollicitatiegesprekken komen deze voorbeelden je goed van pas! Conclusie: Wat zijn voor jou de belangrijkste leerpunten uit dit traject?
Stap 3: Wie ben ik? Je eigenschappen Maak eerste de oefening om je eigenschappen in kaart te brengen. Gebruik daarna deze lijst met competenties. Selecteer hieronder de competenties die van toepassing zijn. Denk er niet te lang over na. Beleid bepalen Oordeel vormen Lef Kalmte Kritisch
Aanpassen Betrokken Rationeel Objectief Sober
Vasthoudend Zelfstandig Actief Perfectionistisch Creatief
Gevoel voor humor Origineel Tact Alert Communiceren
Eerlijk Moed Verwoorden Beïnvloeden Flexibel
Discipline Realisme Zakelijk Uitvinden Helder
Inspireren Commercieel Veeleisend Filosofisch Ambitie
Behulpzaam Doelgericht Zelfvertrouwen Energiek Beslissingen nemen
Gul Doorzetten Winnen Handig Beheren
Accuraat Leidinggeven Stressbestendig Spreken Beredeneren
Veranderingsgezind Manipuleren Presenteren Representatief Artistiek
Leervermogen Onderzoeken Krachtig Bescheiden Bondig
Systematisch Reizen Onafhankelijk Waarnemen Tolerant
Motiveren Samenwerken Kwaliteit Tot stand brengen Zorgen
Mensenkennis Grenzen stellen Onbevooroordeeld Vindingrijk Trots
Hartelijk Initiatiefrijk Enthousiast Ordenen Sturen
Informeren Culinair Delegeren Overzicht Extravert
Inleven Formuleren Geheugen Organiseren Luisteren
Evenwichtig Oplossen Consequent Sensitief Strategisch
Overleggen Positief Controleren van voortgang Openhartig Methodisch
Loyaal Schrijven Resultaat Betrouwbaar Kansen zien en benutten
Stabiel Beeldend Doen Efficiënt Presteren
Stimulerend Concreet Geduldig Intuïtie Pragmatisch
Logica Diplomatiek Dominant Scherp Rapporteren
Visie Optimisme Strijdvaardig Uitdrukkingsvaardigheid Overtuigingskracht
Vormgeven Praktisch Tempo Verbanden leggen Risico’s nemen
Zelfstandig Reflectief Waarneming Uitvoerend Klantgericht
Stap 4: Wat wil ik? Je wensen
1. Opdracht: Verzamel zo’n 15 advertenties: concrete banen in de krant, op het internet, beschrijvingen uit de brochures van bedrijven. Probeer teksten te vinden die je zo’n compleet mogelijk beeld geven van de functie en het bedrijf. Het hoeven geen banen te zijn die je ook meteen zou kunnen doen. Het moeten banen zijn die je aanspreken. Bekijk de advertenties aan de hand van de volgende onderdelen: - organisatie - branche - sfeer en cultuur - de functie inhoud - persoonskenmerken Gebruik de tips voor het inventariseren van je wensen.
Vragen: - Wat is de lijn in het verhaal? - Welke aspecten van organisaties en werkzaamheden spreken je aan? - Welke omgeving past goed bij je?
Samenvatting: Welke 10 woorden horen er bij een ideale baan? Hoe ziet je baan er na ongeveer 3 jaar uit? Welke onderdelen zitten er dan in?
4. Wat wil ik? je wensen 2. Tips voor het inventariseren van je wensen Waar let je op bij het maken van je keuzes?
Organisatie: - de markt (sector) waarin de organisatie staat - de ontwikkelingen op die markt - soort producten of diensten - de grootte van de organisatie
Sfeer en cultuur: - formeel/informeel - dynamisch - Profit /non-profit - plat/hiërarchisch - maatschappelijk betrokken - ‘killersmentaliteit’ of collega’s zijn vrienden. Kijk hierbij ook naar andere uitingen van het bedrijf: jaarverslagen, internet, etc.
Functie inhoud: - elementen die je aanspreken - omvang van verantwoordelijkheden van de functie (omzet, aantal medewerkers) - verschil tussen banen met wellicht dezelfde naam
Persoonskenmerken: - de karakter eigenschappen die je nodig hebt voor zo’n baan - het type mensen in de organisatie
5. Wat ga je doen? Je vervolgstappen bepalen
1. Een actieplan maken Wie ben ik, wat kan ik, en wat wil ik? In de voorafgaande modules vind je deze vragen. Door deze te doorlopen, maak je een goede start voor het bepalen van je toekomstrichting, je oriëntatie op bedrijven en het solliciteren. Dit profiel is de blik van jou op jezelf. Het profiel zou nog beter worden wanneer je het een ander laat lezen. Je kunt toetsen of zij je in je zelfbeeld herkennen. Schrijf een korte en heldere samenvatting van je profiel. Bedenk daarbij dat je je verhaal met concrete voorbeelden moet kunnen ondersteunen. Beschrijving a. Je prestaties: Dit zijn je capaciteiten die je hebt en die blijken uit je studie en ervaring: kennis, vaardigheden en talenten. Kijk bij module 2 "Wat kan ik? Je vaardigheden" voor meer informatie. b. Je competenties: Dit zijn je persoonlijke eigenschappen: de sterke en zwakke eigenschappen van jezelf. Kijk bij module 3 "Wie ben ik? Je eigenschappen" voor meer informatie. c. Je wensen: Dit is je motivatie: het soort bedrijf en het werk dat je zoekt en de plannen die je hebt. Kijk bij module 4 "wat wil ik? Je wensen" voor meer informatie. Kijk bij 5.2 voor een voorbeeldplan. Bepaal aan de hand van je plan de eerste concrete stappen. Kijk hiervoor bij de modules om je te oriënteren op de arbeidsmarkt.
5. Wat ga je doen? Je vervolgstappen bepalen
2. Een voorbeeld plan
Mijn prestaties: Mijn studie technische bedrijfskunde heb ik snel en goed afgerond. Ik pak dingen systematisch en gestructureerd aan. Ik stap makkelijk op mensen af en ik kan prima een team leiden. Ik neem veel initiatieven en stel hoge eisen aan mezelf.
Mijn competenties: Sterk: Ik ben erg enthousiast en kan dit enthousiasme ook goed aan anderen overdragen. Ik werk zelfstandig, heb organisatietalent en ben een echte doorzetter. Bovendien kan ik goed onder grote druk werken. Ik heb nieuwe dingen snel door. Zwak: Ik ga nogal eens te snel voor anderen. Ik word dan ongeduldig en fel. Ik heb de neiging om het werk van anderen over te nemen als ik merk dat zij het niet goed aanpakken.
Mijn wensen: Ik zoek een baan in Supply Chain Management in een competitieve omgeving. Ik wil graag zelfstandige verantwoordelijkheid om processen te optimaliseren. Ik vind het belangrijk om in een team te werken. Op termijn wil ik graag leiding geven aan (internationale) projecten.