Ergo Coach
Blad van en voor ergocoaches in de zorg en welzijn
Jaargang 5 nummer 18 december 2008
s e h c a o c o g r E t c e j o r P r a a j f j i V
Ergocoachnetwerk uitgegroeid tot levendige community Eind oktober was het alweer de vijfde keer dat de landelijke ErgocoachDagen werden gehouden. De belangstelling was opnieuw groot. Niet zo gek, want het Ergocoach netwerk groeide in korte tijd uit van bijna 2.000 naar meer dan 9.000 landelijk geregistreerde ergocoaches en betrokkenen. Bij de ministeries van Volksgezondheid Welzijn en Sport en Sociale Zaken en Werkgelegenheid zien ze de levendige community als stralend voorbeeld van hoe mensen op de werkvloer waardevolle verbeteringen tot stand kunnen brengen. Lees verder op pagina 4 > ISSN: 1875-7510
Inhoud
Kort nieuws
Met veel nieuws van de ErgoCoachDagen 2008
Bewaarnummer
5 jaar Project Ergocoaches Stand in het land • Innoveren met ergocoaches • Top tips • Coachen hoe doe je dat nu?
Micki
Met de introductie van het Paspoort voor Ergocoaches afgelopen zomer is een eerste stap gezet in het omschrijven van de vereiste kennis en vaardigheden van de ergocoach. Met het Paspoort kun je bepalen wat je nog moet leren of oefenen voor een optimale taakvervulling. Dit kan in iedere branche weer anders zijn. Vijf regio’s van het Project Ergocoaches hebben nu de handen ineen geslagen en bieden elk een Basisopleiding Ergocoach die aansluit op het Ergocoach Paspoort. De regionale arbeidsmarkt organisaties STAG-Rijnstreek, Transvorm/TSO-Agora, Sigra, Venturafriesland en Zorgsupport bieden hun leden en andere zorginstellingen in hun regio de Basisopleiding Ergocoach aan.
Na vijf jaar Project Ergocoaches is dit mijn laatste column in ErgoCoach Magazine. En bij afscheid nemen hoort even stil staan bij alles wat we bereikt hebben en een korte blik op de toekomst. Want wat nu? Het is denk ik heel belangrijk om vooruit te blijven kijken in de wetenschap dat we met zijn allen een enorme vooruitgang hebben geboekt bij het verminderen van fysieke belasting in de zorg. En als ik zeg met z’n allen dan bedoel ik die duizenden ergocoaches die er inmiddels zijn. Tijdens de ErgocoachDagen in 2007 mochten we al de 8000e deelnemer aan Project Ergocoaches begroeten. Een jaar later zijn dat er alweer duizend meer. En dat zonder reclamespotjes, advertentiecampagnes, etc., een resultaat waar veel reclamemakers en marketingafdelingen jaloers op kunnen zijn. Dit aantal zegt toch wel iets over de mate van belangrijkheid van ons ergocoaches. Wat mij vroeger telkens weer verbaasde was de tomeloze inzet van al die mensen in het werkveld. Gedreven en met zo veel passie voor hun beroep dat ze daardoor soms hun eigen lijf vergaten. Nu zie je collega’s nog steeds met veel inzet en gedrevenheid hun beroep uitoefenen, maar wel met respect voor hun eigen ik. Want ze hebben leren zorgdragen voor hun eigen lichaam en geest. Ze gaan daardoor bewuster met zaken om, ze durven elkaar aan te spreken op een positieve manier en durven elkaar te ondersteunen. Echt een ergocoach succes vind ik. Lettend op alle ontwikkelingen van de afgelopen jaren, dan vind ik het Ergocoach Paspoort een voorbeeld van een echt goed instrument ter ondersteuning van de ergocoach. Hier kunnen we wat mee. Het is een instrument waar voor elke coach in elke branche wat in zit en wat we zelf kunnen inpassen in onze organisatie. Dus heb je er nog geen één, vraag ’m dan aan. Dit alles neemt echter niet weg dat we er nog lang niet zijn. Er is een prima start gemaakt en heel veel mensen zijn zich de afgelopen jaren bewust geworden van het feit dat fysieke belasting belangrijk is. Gelukkig zijn er mensen geweest die dit onderwerp belangrijk genoeg vonden om zich ervoor in te zetten. Alles bij elkaar opgeteld genoeg om er zeker van te zijn dat al die ergocoaches en niet te vergeten onze nieuwe agressiecoaches zich blijven inzetten en ontwikkelen. Er is geen weg meer terug, maar ik denk ook dat geen enkele ergocoach nog terug wil naar de situatie van vijf jaar geleden.
Er wordt gewerkt vanuit één visie, volgens vaste methodieken en veelal met dezelfde middelen. Ook de leeromgeving voldoet aan dergelijke standaard criteria. Natuurlijk wordt de inhoud op maat gemaakt na een individuele intake. De scholing vindt plaats bij de verschillende regiokantoren.
Coververhaal Ergocoachnetwerk uitgegroeid tot levendige community Fysieke belasting in de zorg: de stand van zaken De laatste Micki Ergocoaches in 2028? Wie won de Ergocoach Award 2009 Innoveren hoe doe je dat nu? Gluren bij de buren Markante marges, ook een boek voor jou De PreGo! Top 10 De ErgocoachDagen 2008
Regionale scholingen voor ergocoaches
1 7 3 40 20 12 10 29 38
Ga voor meer informatie over de Basisopleiding Ergocoach naar de agenda op www.ergocoaches.nl
Alles op een rijtje… Niet in de gelegenheid geweest om aan de Ergocoach Dagen deel te nemen maar wel belangstelling voor de verzamelmap voor alle folderseries van Project Ergocoaches? Vraag ’m dan aan via het contactformulier op de site. Er is nog een beperkte voorraad aanwezig en op = op!
En verder Kort nieuws Vraag en antwoord De ontmoeting Colofon
www.ergocoaches.nl
03/38 37 22 39
8-
Ra Ergoc pportcijfe r oachD agen 2008 :
De ergocoaches van het Academisch Medisch Centrum Utrecht tonen hun nieuwe foldermapje.
2
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
Tot ziens
Dit was de laatste column van Micki Koot, dialyseverpleegkundige en ergocoach in het Atrium Medisch Centrum in Heerlen. Zij heeft sinds het eerste nummer van ErgoCoach Magazine in 2004 vanaf deze plek verslag gedaan van haar werk als ergocoach en haar visie gegeven op ergocoachen in de zorg. 3
Vervolg van pagina 1
Ergocoachnetwerk uitgegroeid tot levendige community ‘De enorme groei van het aantal geregistreerde ergocoaches is een heel direct en zichtbaar resultaat van het Project Ergocoaches, maar het werk dat de ergocoaches doen is natuurlijk het belangrijkst, stelt José Hilgersom, directeur generaal van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ze is samen met Han Middelplaats, hoofd afdeling Arbeidsvoorwaarden- en Arbeidsmarktbeleid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangeschoven om na afloop van de overhandiging van het boek ‘Markante Marges’ (zie pag. 10, red.) enkele vragen over het Project Ergocoaches te beantwoorden. ‘Ik vind dat de zorgsectoren hun verantwoordelijkheid voor arbo- en verzuimbeleid en meer specifiek voor de preventie van fysieke belasting en agressie heel goed oppakken. De ergocoaches en agressiecoaches hebben een belangrijke ondersteunende rol naar hun collega’s en ze overtuigen hun leidinggevenden van het nut van preventie. Hoe belangrijk dat laatste is, wordt nog wel eens vergeten.’ Ook Han Middelplaats is zeer te spreken over het project Ergocoaches. ‘De registratie van 9.000 ergocoaches, agressiecoaches en betrokkenen vind ik een forse prestatie. VWS wil verzuim en uitval in de zorg zoveel mogelijk voorkomen, want we hebben elke zorgverlener hard nodig. Ergocoaches spelen in die preventie een cruciale rol.’
verder stimuleren van innovaties, heeft vorm gekregen in de ontwikkeling en publicatie van de businesscases. Er is nog niet zoveel bekend over de mate waarin de businesscases de werkvloer hebben bereikt. Wel zijn er workshops georganiseerd om de technische en uitvoeringsaspecten onder de aandacht te brengen. De implementatie stimuleren zou onder meer kunnen via verdere verspreiding onder ergocoaches die vervolgens voor acceptatie bij het management kunnen zorgen.’ Han Middelplaats is ervan overtuigd dat zorginstellingen en zorgverleners bij het lezen over de businesscases enthousiast raken om met deze innovaties aan de slag te gaan. Verzorgend wassen, de omgang met incontinentie en hulpmid-
delen als plafondtilliften en aanpasbare badkamersystemen: het is allemaal voorgedaan en het effect ervan is uit gerekend, nu komt het aan op goede implementatie.’
Gevoelde noodzaak Door de nieuwe Arbowet ligt de verantwoordelijkheid voor arbeidsomstandigheden meer bij werkgevers en werk nemers. De overheid stelt de doelen vast, werkgevers en werknemers beslissen hoe ze die doelen op de werkvloer kunnen bereiken. Ergocoaches zijn in die zin een instrument dat zorgsectoren kunnen inzetten om het arbo- en verzuimbeleid vorm te geven. José: ‘Het mooie is dat het Project Ergocoaches echt bottom-up is ontstaan: vanuit een
gevoelde noodzaak op de werkvloer en door mensen van diezelfde werkvloer die enthousiast werden voor het idee en dat verder ontwikkelden. Het project sluit zodoende naadloos aan op de behoeften. Duidelijk is dat in de zorg echt vooruitgang is geboekt als het gaat om het doen van investeringen om de blootstelling aan fysieke belasting te verminderen. Lange tijd stonden de hulpmiddelen in een hoek, omdat verzorgenden het gebruik ervan lastig vonden. Maar ik heb de indruk dat de apparatuur nu wél beter wordt gebruikt.’
Agressie ‘Het ziekteverzuim in de zorg is historisch laag’ weet Han Middelplaats, ‘ het Ergocoach Project heeft hier zeker een
Implementatie Het Project Ergocoaches voldoet zeker aan de verwachtingen die de ministeries ervan hadden. José Hilgersom: ‘De brochures, de website en de bijeenkomsten maken goede informatie-uitwisseling mogelijk. En de regionale benadering heeft ervoor gezorgd dat er maatwerk ontwikkeld kon worden: dicht bij de zorginstellingen en vraaggestuurd. Een andere pijler van het project, het 4
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
José Hilgersom
Han Middelplaats
belangrijke bijdrage aan geleverd. De omgang met agressie is nog wel een groot probleem, alhoewel ik het idee heb dat in instellingen met agressiecoaches minder incidenten zijn. Wat we in de kranten lezen over agressie in de zorg, betreft vaak incidenten, zoals bijvoorbeeld de bedreiging van ambulancepersoneel.’ José: ‘Mijn indruk is dat er al veel aandacht voor het thema agressie is gekomen. Dat is winst. Nu het thema leeft, kan er ook wat aan worden gedaan en kunnen er maatregelen worden genomen om agressie te bestrijden. Een mooi voorbeeld is het project Veiligezorg® dat gestart is in het Westfries Gasthuis in Hoorn en nu wordt toegepast in veel ziekenhuizen en ook uitstraling heeft naar zorginstellingen. De kern van het project
is dat het ziekenhuis, de gemeenten, de politie en justitie de koppen bij elkaar steken om agressie terug te dringen. Dit gebeurt via duidelijke gedragsregels, concrete maatregelen en heldere afspraken met alle partijen.’ Hoe denken beiden over de toekomst van de zorg? Han Middelplaats: ‘Bij ongewijzigd beleid hebben we in het jaar 2020 zo’n 480.000 mensen extra nodig in de zorg om hetzelfde zorg niveau als nu te kunnen realiseren. Bekend is dat er 200.000 mensen bijkomen op de arbeidsmarkt, maar niet iedereen gaat natuurlijk in de zorg werken. We staan dus voor een groot probleem. Innoveren moet soelaas bieden: we moeten de zorg slimmer organiseren, zodat men effectiever kan werken en nieuwe concepten kan toepassen. Het nieuwe Zorginnovatieplatform, onder voorzitterschap van minister Klink, blijft nieuwe mogelijkheden onderzoeken. Het model van de businesscase van het Platform Zorginnovatie past daar goed bij, daar gaan we zeker mee door.’ Het nieuwe platform wil ook goed bekijken of de huidige financiering en regelgeving geen belemmeringen bevatten die innovatie in de weg staan. Han benadrukt dat de productiviteit niet ten koste mag gaan van de mensen. ‘Het doel van innoveren is: met dezelfde mensen meer bereiken. Het is absoluut geen bezuiniging, we hebben iedereen juist heel hard nodig!’ José: ‘Het Project Ergocoaches is in de zorgsector heel goed geland, het zou me verbazen als de zorg daar niet mee doorgaat. Eigenlijk zien we alleen maar voordelen van het Project Ergocoaches. Het is een stralend voorbeeld van hoe mensen op de werkvloer waardevolle verbeteringen tot stand kunnen brengen en ik heb grote bewondering voor de ergocoaches die het werk doen.’ 5
Vervolg van pagina 5
Mooie hoogtepunten
Annemarie Klaassen is sinds februari 2006 landelijk projectleider van het Project Ergocoaches. Stichting RegioPlus ondersteunt de regio’s met allerlei informatie en praktische workshops en organiseert onder meer de ErgocoachDagen. ‘Voor mij zijn de ErgocoachDagen het hoogtepunt van het project. Dit jaar hebben we ze al weer voor de vijfde keer georganiseerd. Zeker nu de zorg zo in de problemen zit, vind ik het heel opmerkelijk dat er zo’n enorme groep mensen is gekomen. Dit geeft wel aan dat er veel behoefte is aan specifieke kennis, informatie-uitwisseling en ontmoeting met elkaar. Om mij heen hoor ik dat mensen in uitvoerende beroepen maar moeilijk naar congressen kunnen gaan, maar de ErgocoachDagen vormen daarop een gunstige uitzondering. Waarschijnlijk omdat we een behoorlijk inhoudelijk programma hebben en veel aan deskundigheidsbevordering doen: onze deelnemers komen met belangrijke informatie naar huis.’ ‘Ook een hoogtepunt in vijf jaar Project Ergocoaches is de uitgave van het boek ‘Markante Marges’ van 6
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
het Platform Zorginnovatie. Ik vind het erg belangrijk dat we met dit boek de praktische innovatie op de werkvloer onder de aandacht kunnen brengen. Ik ben dan ook blij dat Zorg voor Beter de businesscases gebruikt voor hun traject Incontinentie en Verzorgend Wassen. Verder ben ik heel tevreden over onze folderseries en de uitgebreide website die steeds meer worden gebruikt en aan een enorme behoefte blijken te voldoen. En natuurlijk het ErgoCoach Magazine. Het is een hele klus om te maken, maar we merken dat veel zorgverleners die zich bij ons registreren echt op het blad zitten te
wachten. Vandaar dat we nu, speciaal voor het eerste lustrum van de ErgocoachDagen, een dubbeldikke editie uitbrengen. Ook belangrijk om te noemen is de enorme inzet van de ergocoaches. Ze zijn fanatiek en erg betrokken bij het onderwerp fysieke belasting, maar ook bij het vinden van slimme oplossingen voor problemen. Ik heb dikwijls meegemaakt dat verzorgenden als ergocoach werden aangewezen en al na een eerste gerichte scholing heel bevlogen terugkwamen: ze wórden dan ook echt ergocoach. Daarom ben ik dan ook blij dat we dit jaar voor het eerst de Ergocoach Award hebben uitgereikt!’
Fysieke belasting in de zorg: de stand van zaken
De ergocoaches van Ter Schorre in Terneuzen wonnen in 2004 de Best Practise wedstrijd van Project Ergocoaches
7
Fysieke belasting, stand van zaken Ergocoaches zijn niet meer weg te denken uit de zorg. Project Ergocoaches viert haar eerste lustrum. De afgelopen jaren is er veel verbeterd om fysieke belasting te voorkomen. Vier deskundigen in het veld blikken terug – en vooruit.
‘Het begint bij jezelf’ Rien Scholten, arbocoördinator bij Sutfene (ouderenzorg) in Zutphen en nauw betrokken bij de Businesscase Plafondtilliften van Platform Zorginnovatie: ‘Voor 2000 hadden wij nauwelijks hulpmiddelen; hooguit een stalen verpleegster zoals we dat noemden. Iedereen handelde naar eigen inzicht. Er waren veel rug- en schouderklachten: 33% (!) van al onze uitval was gerelateerd aan fysieke klachten. Rond 2000 kwam er landelijk aandacht voor fysieke overbelasting. Toen hebben wij een intern protocol opgesteld voor
scholing en training van mede werkers, transferprotocollen in zorgdossiers, én het instellen (en structureel ondersteunen) van ergocoaches. Dankzij onze maatregelen houdt nu slechts 10% van ons verzuim verband met fysieke klachten. Onze medewerkers gaan bewuster om met fysieke belasting omdat zij de risico’s nu kennen. Onze ergocoaches zijn structureel betrokken bij hulpmiddelen en maatregelen. Hierover ben ik tevreden; toch kan het altijd beter. Het beleid fysieke belasting lijkt
‘Zorg voor jezelf’ nu minder hoog op de agenda te staan, maar je moet het echt voortdurend blijven onderhouden! In onze sector werken mensen nu eenmaal vanuit hun hart, en dat ‘botst’ wel eens met transferafspraken (bijvoorbeeld omdat cliënten iets niet willen) ... Ik hoop dat ergocoaches uiteindelijk ‘arbo-aandachtvelders’ worden, dat we innovaties breed toepassen en elkaar continu scherp blijven houden. Vergeet niet: fysieke overbelasting voor komen begint bij jezelf!’
‘Als ergocoaches iets echt willen, lukt het!’ Henk Kempkes, bedrijfsfysiotherapeut en opleider in AntoniusMesosGroep en AxionContinu, Utrecht: ‘Vóór 2000 hadden wij op de werkvloer al best veel geregeld. We hadden transferspecialisten, gaven tillessen, schonken aandacht aan transferhulpmiddelen, en hadden een speciale commissie. Door Project Ergocoaches kwam er structurele aandacht voor lichamelijke overbelasting - en mooie producten. Toen zijn wij preventie van fysieke belasting breder gaan inzetten, in de zorg en in ondersteunende
8
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
diensten. De ergocoaches nemen steeds meer van mij over, bijvoorbeeld instructie aan (nieuwe) collega’s en eenvoudige werkplekadviezen. Rond 2006 kregen wij door fusies veel nieuwe mensen en hebben we kennis en kunde ‘gemixt’. Nu is er een nieuwe ergocoachopleiding, een compleet hulpmiddelenassortiment en wordt de TilThermometer goed gebruikt. Dankzij onze ergocoaches kwamen veel zaken in een stroomversnelling. Vroeger werden problemen wel gesignaleerd, maar niet snel opgelost. Nu hebben fanatieke
ergocoaches hier, dankzij hun enthousiasme en soms onorthodoxe methoden, bijvoorbeeld voor nieuwe bedden en een nieuwe lift gezorgd. Ook het ziekteverzuim is gunstig beïnvloed. Verder is recent valpreventie ingevoerd en geïntegreerd in de transferkaart. Ik wens dat deze kwaliteitsslag blijft doorgaan; denk aan innovaties als incontinentiepreventie en plafondtilliften. Ik heb goede hoop: onze ergocoaches hebben het hart op de tong!’
Christian van Ool, regiocoördinator van TSO Agora voor Project Ergocoaches in Zuidoost-Brabant: ‘Toen ik rond 2004 coördinator werd, heb ik eerst de behoeften in deze regio geïnventariseerd. Verschillende instellingen werkten al met ergocoaches (of vergelijkbare functionarissen). Andere nog niet, maar hadden er wél behoefte aan. Alle Brabantse regio’s samen hebben toen het Brabants ErgocoachNetwerk (BEN) opgericht voor het uitwisselen van kennis/ervaring en het signaleren van behoeften. BEN biedt instel-
lingen en medewerkers regelmatig netwerk- en themabijeenkomsten en trainingen. We hebben zelfs een regionale ergocoachdag georganiseerd. De effecten van BEN? Grotere instellingen (met ergocoaches) borgen en verankeren de preventie van fysieke belasting nog steviger. Kleinere instellingen verbinden zich steeds meer aan BEN omdat ook zij ergocoaches willen gaan opleiden. Tegelijkertijd blijft het voor coördinatoren een continu gevecht om draagvlak en financiën rond te krijgen. Het blijkt soms
lastig om het management te overtuigen van de noodzaak en baten van ergocoachwerk. Toch hoop ik dat het in de toekomst doodnormaal wordt om fysieke overbelasting op alle mogelijke manieren te voorkomen. Zorgverleners wil ik graag meegeven: zorg voor jezelf! Neem de verantwoordelijkheid voor je gezondheid en denk na bij elke handeling die je verricht. Dan kun je nog heel lang in de zorg blijven werken!’
‘Maak ergocoaches overbodig’ Paul van Aken, Team Werkgeversbeleid bij Actiz: ‘Twintig jaar geleden ontstond een omslag in denken over het preventiebeleid fysieke belasting. ‘Pak fysieke belasting bij de bron aan’, werd het principe. (Til)hulpmiddelen werden steeds meer ingezet; begin jaren ’90 begonnen enkele V&V-zorgorganisaties al hiermee. Om de omslag in denken en gedrag te bevorderen, kozen deze ‘koploperorganisaties’ voor de aanpak met ‘aandachtsvelders fysieke belasting’. Begin 2000 gingen de sociale partners dit
structureel ondersteunen.. De ‘ergocoach’ werd als naam geïntroduceerd en er kwam voorlichting, inclusief ErgocoachDagen. Nu zijn ergocoaches structureel ingebed in de zorg. Zij hebben hun waarde ruimschoots bewezen. Hun kracht is de directe aanpak: ze gaan als collega’s onderling in gesprek én bieden ondersteuning. Beleid, instrumenten en praktijkrichtlijnen zijn nodig, maar het moet toch op de werkvloer gebeuren. Overigens moeten ergocoaches geen doel op zich worden. Het gaat erom dat organisaties
preventie van fysieke belasting goed verankeren in hun HRM-/ arbobeleid en ‘levend’ houden. De misvatting kan ontstaan dat ‘als we ergocoaches hebben, alles goed geregeld is’. Ergocoaches hebben behoefte aan erkenning en ondersteuning. Daarom introduceert de V&V-branche E-coaching: een nieuw internetplatform waar ergocoaches ervaringen, vragen, kennis en kunde kunnen delen. De uitdaging? Ergocoaches overbodig maken! Zorg dat iedereen zelf voldoende geïnstrueerd is: ergo-zelfcoaching!”
9
Markante Marges: innoveren blijkt de moeite waard Frans van Vught is geen onbekende met het thema innovatie. Na rector en voorzitter van de Universiteit Twente te zijn geweest is hij nu topadviseur van voorzitter Barroso van de Europese Commissie. Daarnaast bekleedt hij internationale bestuursfuncties in diverse landen. In Nederland is hij ondermeer Kroonlid van de Sociaal Economische Raad (SER) en voormalig lid van het nationale Innovatieplatform van premier Balkenende.
De eerste exemplaren van het boek waren voor José Hilgersom en Han Middelplaats. Beiden spraken hun waardering uit en de hoop dat het boek en de daarin omschreven businesscases een aanzet geven om bestaande innovaties in de zorg breder toe te passen.
arbeidsvoorwaarden staan veel hoger op hun agenda.’
0 tot 4 procent Het boek Markante Marges beschrijft tien businesscases: Verzorgend wassen, Aanpasbare badkamersystemen, Ergocoaches, Aangepaste kleding, Zelfredzaamheid, Incontinentie, Innovatieve schoonmaaksystemen, Agressie, Plafondtilsystemen en het Basiszorgproces. Ze zijn opgesteld door Hanneke Knibbe en Nico Knibbe van LOCOmotion. Vaak hebben business
cases als nadeel dat ze lastig toepasbaar zijn op de eigen situatie. Om aan dit bezwaar tegemoet te komen, is ervoor gekozen te werken met interactieve rekenmodules. Daarmee kan een instelling besluiten de gesuggereerde keuzemogelijkheden waar nodig aan te passen aan de eigen situatie. Ook wordt het met de rekenmodules heel makkelijk om uit te rekenen wat de kosten en baten voor de eigen organisatie zullen zijn. Markante Marges wijst in de landelijke doorrekening uit dat per instelling een
‘Markante Marges wijst in een landelijke doorrekening uit dat per instelling een potentiële daling van het aantal arbeidsuren van 0 tot 4 procent haalbaar is.'
Noodzaak
Frans van Vught
Praktische zorginnovatie is uitermate effectief: dat maakt het boek Markante Marges heel duidelijk. Onder veel belangstelling overhandigde Frans van Vught, voorzitter van het Platform Zorginnovatie, tijdens de ErgocoachDagen de eerste exemplaren. Met de uitgifte van het boek is de taak van het platform tot een einde gekomen. De zorg is nu weer aan zet: het is nog niet te laat. 10
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
Er is alle reden voor innovatie, lichtte Frans van Vught nog maar eens toe. Hij refereerde aan het rapport ‘Ruimte voor arbeidsbesparende technologie’ van Stichting STG/Health Management Forum. Dat stelt dat als we doorgaan tegen beter weten in, we in 2025 nog maar voor 60 procent van de cliënten met dementie of hart- en vaatziekten volledige zorg voorhanden is. Of anders gezegd dat in 2025 voor die cliënten nog maar 60 procent zorg beschikbaar is. ‘Willen we de kwaliteit van de zorg verhogen of op z’n minst garanderen, dan is implementatie van innovaties op de werkvloer hard nodig’, aldus Frans. Bestuurders in de zorg praten nog niet zo vaak over mogelijkheden om tot verhoogde productiviteit te komen, heeft hij gemerkt. ‘Arbeidspolitieke zaken, imagocampagnes en
Markante Marges is geschreven door Hanneke Knibbe, Nico Knibbe en Frans van Vught. Het boek wil de interesse prikkelen van iedereen die in de zorg werkzaam is en benieuwd is wat praktische innovatie concreet voor zijn of haar instelling kan betekenen. Je kunt deze uitgave gratis aanvragen bij je regiocoördinator van Project Ergocoaches.
potentiële daling van het aantal arbeids uren van 0 tot 4 procent haalbaar is. Platform Zorginnovatie was aangenaam verrast met dit resultaat. Frans: ‘We hadden niet gedacht dat in de praktische vernieuwingen zoveel effect te vinden zou zijn. Als je weet dat in elke business case met de nodige voorzichtigheid is geschat, is dit een hele positieve uitkomst die in de praktijk in pilots trouwens ook al wordt onderbouwd.’ Het is nadrukkelijk niet de bedoeling van het platform om de tijdwinst als bezuinigingsmogelijkheid aan te merken. ‘We hopen juist de kwaliteit van de zorg te verbeteren.’ Platform Zorginnovatie was breed samengesteld uit bestuurders in de zorg die een ambassadeursrol en adviesrol hadden naar diverse instellingen, branches en ministeries. Het platform heeft bewust gekozen voor een hele praktische insteek. Bij de dagelijkse zorg zijn honderdduizenden zorgverleners betrokken. Verbetering van de doelmatigheid kon dus in potentie grote invloed hebben op de totale doelmatigheid en kwaliteit van zorg. In veel gevallen bleek dat inderdaad zo te zijn. Frans van Vugt is zeer te spreken over de betrokkenheid van mensen die hij in zijn werk voor Platform Zorginnovatie is tegenge komen. ‘Ze hadden een groot hart voor de zorg, dat is me echt opgevallen’. De taak van Platform Zorginnovatie is met de uitgave van dit boek afgerond. Ook omdat er een nieuw Zorginnovatie platform (ZIP) is opgericht dat door minister Klink zelf wordt voorgezeten. Frans: ‘Ik hoop dat zij de praktische insteek die wij hebben gekozen niet uit het oog verliezen. Ook zelf wil ik het grote belang van de relatie met de praktijk in mijn bestuurs- en advies functies blijven meenemen, door geregeld in de praktijk te gaan kijken bijvoorbeeld. Ik heb nu weer gemerkt hoeveel kansen daar liggen.’ 11
Grensverleggend ‘gluren’ bij de buren Innovaties in de zorg hebben al voor vele verbeteringen gezorgd. Tijdens de ErgocoachDagen kun je elk jaar kennismaken met de nieuwste ontwikkelingen. Graag presenteren we je hier enkele recente nieuwigheden, (mede-)ontwikkeld door jouw collega-ergocoaches! De Carrousel vormt al jarenlang een belangrijk onderdeel van het workshop programma van de ErgocoachDagen. Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van preventie fysieke belasting heb je hier steeds aan den lijve kunnen ondervinden: door kijken, luisteren, voelen en doen. Tijdens de ErgocoachDagen 2008 draaide
de Carrousel om innovaties in de zorg waarbij ergocoaches zélf betrokken waren. Allerlei organisaties en instellingen die deelnamen aan het innovatietraject van ZonMw, Zorg voor Beter, hebben hun verbetertrajecten gepresenteerd. Vaak zijn dit kleine hulpmiddelen of werktechnieken – maar die kunnen wel een groot
verschil maken. In dit artikel zetten we enkele opvallende innovaties in de schijnwerpers. Doe er je voordeel mee: maak in jouw instelling gebruik van de vondsten van anderen! En laat je inspireren om zélf innovatief aan de slag te gaan. Want daar gaat het uiteindelijk om: continu blijven nadenken en zoeken naar verbetering!
stofsoort die prettig in de hand én aan de mond voelt. Kunststof is wel wat krasgevoeliger dan porselein, maar daar staat tegenover dat het niet snel breekt – ook belangrijk! Vanzelfsprekend kan de beker in de vaatwasser, want ook zorgverleners moet hij gebruiksgemak bieden. De beker wordt verkrijgbaar in diverse combinaties
van heldere, vrolijke kleuren. Cliënten kunnen dus zelf kiezen wat ze het mooist vinden.’ De beker is in eerste instantie ontworpen voor cliënten met een ernstige meervoudige beperking. Maar hij is naar verwachting ook bruikbaar voor allerlei andere doelgroepen in zorgcentra en verpleeghuizen, de thuiszorg, in zie-
gevoelsaspecten. Onze beker moet de kwaliteit van leven van cliënten positief beïnvloeden. Daarom hebben we eerst drinkproblemen geïnventariseerd, samen met cliënten, verzorgenden en dus ergocoaches. Vervolgens hebben studenten ergotherapie en industrieel ontwerp een pakket van eisen voor een nieuwe drinkbeker opgesteld. Dit heeft geleid tot een eerste model. Tijdens de nulmeting is gekeken naar het gebruik van de huidige drinkbekers. Bij de vervolgmeting met de drinkbe-
Meer info:
[email protected]
Comfortabel haren wassen: de waskraag En náást de cliënt staan, wat prettiger is voor het contact.’
Tijdwinst
Persoonlijk drinkcomfort: drinkbeker op maat De stand van ’s Heeren Loo regio Groningen (verstandelijk gehandicaptenzorg) staat vol met bekers in alle soorten en maten. ‘Wij ontwikkelen een nieuw model drinkbeker’, vertellen Karina Schutten (logopedist) en Stéfanie Anisuzzaman (ergotherapeut, bewegingswetenschapper). ‘Wij willen dat zorgverleners voor elke cliënt een drinkbeker op maat kiezen, passend bij motorische beperkingen, verstandelijke beperkingen, slikproblemen en dergelijke, én sfeer- en
kenhuizen, enzovoorts. Het is de bedoeling om deze bijzondere drinkbeker straks breed in de markt te zetten. Maar wanneer hij precies verkrijgbaar zal zijn, is nog niet bekend. Nog even geduld dus!
ker op maat zullen cliënten, verzorgenden en ergocoaches weer worden betrokken.’
Maatwerk ‘We kunnen de drinkbeker op maat helaas nog niet laten zien… Het wordt een beker met een gebogen, wijd uitlopende rand die goed aansluit in de mondhoeken: dit maakt het drinken minder belastend. De beker krijgt in principe twee handvatten, maar wordt uiteindelijk ook met één handvat leverbaar. Door de vorm van de handvatten is de beker goed vast te pakken. Ook wordt hij door de handvatten vanzelf in de beste ‘drinkhoek’ gehouden. De beker is geschikt voor zelfstandig gebruik, gedeeltelijke hulp en volledige hulp bij het drinken. Hij heeft een vochtdoserend sloksysteem. Dit voorkomt veel problemen zoals lekkage, knoeien, te grote slokken en verslikken, of te grote slokken van hete vloeistof. Uiteraard is de beker geschikt voor zowel koude als warme dranken.’
Haren wassen bij bedlegerige of rolstoelgebonden cliënten is zwaar werk – en geklieder. Je moet er met z’n tweeën voor zijn, het ondersteunen van het hoofd is zwaar, je werkt voorovergebogen, moet met waterkommen sjouwen, alles wordt nat … en voor de cliënt is het ook vervelend. Dat kan beter! Er was al ooit een ‘haarwaskraag’ ontwikkeld, maar die werd nauwelijks gebruikt. Stichting Opella (wonen, zorg en welzijn) en de firma De Waskraag zijn samen aan de slag gegaan. Mét resultaat!
Comfort
Comfort
De nieuwe beker wordt gemaakt van kunststof. ‘Omdat we het drinkcomfort belangrijk vinden, kiezen we een kunst-
‘Samen met Dick en Robert Jorritsma van De Waskraag hebben we een hulpmiddel ontwikkeld dat haren wassen
Van links naar rechts: Jolanda van Wolfswinkel, Gert Schimmel en Tineke Roelofsen en Dick Jorritsma met de waskraag.
prettiger maakt voor zorgverleners én cliënten’, vertellen Gert Schimmel (projectleider) en Tineke Roelofsen (ergocoach). We hebben de bestaande haarwaskraag uitgeprobeerd. Met onze waskraag kun je moeiteloos haren wassen bij mensen die in een rolstoel zitten of hun hoofd niet achterover kunnen/willen houden.’ Dick Jorritsma demonstreert de waskraag, een ergonomisch gevormde bak met een uitsparing middenin en een afvoerslang. ‘Je schuift de bak over het hoofd op de schouders van de cliënt en bevestigt de losse, waterdichte kraag om de nek. De cliënten blijven gewoon rechtop in de rolstoel. En je kunt gaan wassen. Deze houding is veel comfortabeler voor cliënten én voor jezelf: je kunt gewoon rechtop werken.
‘Met de waskraag kun je bovendien haren wassen zonder hulp van een collega. Dat levert forse tijdwinst op’, vertellen Tineke en Gert. ‘Ook hoef je na afloop de cliënt (en het bed) niet te verschonen, omdat alles droog blijft. Dat bespaart eveneens tijd – en belastende werkzaamheden. Je gebruikt de waskraag in combinatie met de sanitaire voorzieningen (douchekop, afvoer). Zijn die er niet, bijvoorbeeld bij thuiszorgwerk? Gebruik dan de waskraaguitbreidingsset: een dompeldouche op batterijen en twee jerrycans. De ene jerrycan vul je met warm water. Hierop sluit je de dompeldouche aan. De andere jerrycan vangt het waswater op; hierop sluit je de afvoerslang van de waskraag aan. Voor het transport is er een speciale trolleykoffer met uittrekhandvat, wielen en extra opbergvak. Hier past de complete set in (totaal gewicht: tien kilo). De waskraag is zeer sterk en toch licht. Op veler verzoek zit er nu ook een ophanggaatje in. Het is een superhandig hulpmiddel om moeiteloos haren te wassen. Dit maakt de waskraag geschikt voor allerlei sectoren: van verpleeghuizen tot thuiszorg, van ambulante kappers tot mantelzorgers. Bovendien is de waskraag niet duur; nog een pluspunt!’ > Meer info: www.waskraag.nl
Karina Schutten (links) en Stéfanie Anisuzzaman van ’s Heeren Loo.
12
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
13
Vervolg van pagina 13
Kwaliteitswinst
Ergocoaches over innovatie Tijdens de ErgocoachDagen zijn ergocoaches voor het eerst gevraagd naar hun mening over innovaties. Zoals gezegd zijn de eerste resultaten bekend en opvallend is dat ergocoaches graag meer informatie over innovaties willen. Maar liefst 90% wil graag of heel graag meer weten over innovaties die voor henzelf van belang zouden kunnen zijn. Wel zijn ze duidelijk over de eisen die ze aan innovaties stellen: tweederde (64%) vindt dat innovaties alleen nuttig zijn als ze ook de kwaliteit van zorg voor cliënten verbeteren.
Het zit hem duidelijk niet in de gedachte dat techniek ten koste zou gaan van de aandacht voor de cliënt: slechts 7% vindt dat. De overgrote meerderheid heeft hier geen problemen mee: het zit hem meer in de tijd. Bijna 60% is er bang voor dat er onvoldoende tijd voor de cliënt zal zijn en maakt zich op dat punt ook ronduit zorgen over de toekomst. Een kwart (25%) is ook expliciet van mening dat innovaties tot minder tijd voor de cliënt leiden. Toch betekent dit niet dat ze daarom geen innovaties zouden willen: slechts een enkeling
geeft aan dat dat een reden zou zijn om innovaties liever niet te willen. Van de noodzaak tot innoveren is men kennelijk wel doordrongen. Meer dan de helft (52%) vindt zelf dat ze goede ideeën over innovaties hebben. En toch worden ze daar niet zo vaak naar gevraagd: slechts 31% bevestigt dit.
Zelf zien of een innovatie werkt kun je met de rekenmodules van Platform Zorginnovatie. Je kunt deze modules gratis downloaden op www.platformzorginnovatie.nl/ businesscases.
De nieuwe aanpak, ‘Toetsen in plaats van Scholen (TipvS)’ werkt uitstekend. ‘We toetsen medewerkers op het werken met bekende hulpmiddelen, en scholen hen in het werken met onbekende hulpmiddelen en transfervaardigheden. Hiermee boeken we forse kwaliteitswinst, allereerst omdat TipvS onze medewerkers beter bewustmaakt van en aanspreekt op hun eigen verantwoordelijkheid. Bovendien werken
wij nu per wijk/team, in plaats van centraal. Ook dit is kwaliteitsverhogend, omdat je veel beter zicht hebt op de stand van zaken. Verder wordt de ergocoach nu veel actiever gebruikt. Dit komt de kwaliteit eveneens ten goede. Daarnaast levert TipvS ook tijdwinst op. De totale scholing vergt minder tijd, waardoor de medewerkers meer uren inzetbaar zijn voor zorgtaken. Dit leidt weer tot financiële winst. Verder hou je het ziekteverzuim beter
Snoezelen aan huis: de Snoezelbus
Niet scholen, maar toetsen! geen jaarlijkse, klassikale bijscholing meer. In plaats daarvan wordt elke medewerker nu eenmaal per jaar individueel getoetst. Dat werkt uitstekend!’
Individuele praktijtest
Niet scholen maar toetsen met Karin Delbressine en Iris Verschooten van Orbis Thuis.
‘Het is de verantwoordelijkheid van instellingen om medewerkers te scholen. Natuurlijk doen wij dat: wij zorgen dat alle medewerkers gedegen basiskennis hebben over fysiek verantwoord werken met steunkousen, tilliften, handmatige transferhandelingen, bedtransfers en glijzeilen. Deze basisscholing is gebleven. Maar onze opfriscursussen
14
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
(bijscholingen) zijn ingrijpend veranderd. We constateerden namelijk dat bijscholing veel tijd en organisatie kostte, terwijl vaak onduidelijk was wat het opleverde. Daarom pakken wij de bijscholing nu anders aan’, vertelt ergocoach Karin Delbressine van Orbis Thuis, onderdeel van Orbis Medisch en Zorgconcern. ‘Onze thuiszorgmedewerkers krijgen
Orbis heeft protocollen gemaakt over alle toetsonderwerpen. De toetsing wordt vooraf aangekondigd. ‘Iedereen kan kiezen welke toetsdag het beste uitkomt. Reageren mensen niet, dan worden ze door ons ingedeeld. De toets wordt afgenomen door een docent en een proefcliënt (de ergocoach). De medewerker wordt in een half uur beoordeeld op twee tot vier aspecten, bijvoorbeeld: steunkousen aantrekken, de cliënt in bed leggen met behulp van de tillift, en werken met een glijzeil. De medewerker moet de opgegeven handelingen verrichten; wij beoordelen dat. Je ziet onmiddellijk of iemand de handelingen echt beheerst en dagelijks goed uitvoert, of zich alleen maar heeft ingelezen in de protocollen. Presteert de medewerker onvoldoende, dan zakt hij/zij. Wel is er in hetzelfde jaar een herkansing.’
In de bus met Annemiek Plus (links) en Laura Fransen.
‘Iedereen heeft recht op zijn eigen manier van ontspannen’, vinden Annemiek Plug en Laura Fransen. Zodoende kwamen deze pedagogisch medewerkers uit het Rotterdamse Sofia Kinderziekenhuis op het idee om de Snoezelbus op te zetten: een omgebouwde stadsbus waar het goed snoezelen is. ‘Snoezelen is een samentrekking van snuffelen (onderzoeken) en doezelen (de sfeer): ontspannen in een ruimte waar voorwerpen, beelden, kleuren, geuren en geluiden de zintuigen aangenaam prikkelen.’
Uniek ‘In het ziekenhuis houden wij ons al jarenlang bezig met snoezelen. Snoezelen is heel positief voor de stemming en het gedrag van ‘snoezelaars’ en verhoogt hun kwaliteit van leven. Daarom wilden wij
in de hand: je hebt meer inzicht en kunt medewerkers gericht aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid. Iedereen is positief over TipvS, ook degenen die aanvankelijk wat weerstand hadden. Natuurlijk vinden sommigen de toets best spannend. Maar ze beseffen dat ze ervan kunnen leren – of complimenten krijgen omdat ze het prima doen!’ Meer info: www.orbisconcern.nl
mensen vaak even wennen. Maar al snel zie je wat hen het meest aanspreekt: bijna iedereen heeft een favoriet zintuig. Daar spelen wij dan op in; wij ondersteunen of begeleiden het snoezelen. Wij willen graag dat de begeleider (zorgverlener, ouder, partner) meekomt met de cliënt, zodat ook hij/zij ervaart wat de beste ingang voor contact is. Dat kan de begeleider gebruiken bij de verpleging of verzorging; zo wordt het effect van snoezelen vergroot. Het is raadzaam om regelmatig te snoezelen: dan ontspannen mensen sneller. Kan dat niet, dan is het gewoon een heerlijk uurtje!’
Voor iedereen het snoezelen graag voor iederéén bereikbaar maken. En dus hebben wij De Snoezelbus opgezet. Na het nodige voorwerk rijden we sinds maart twee à drie dagen per week door het land. Het snoezelen kan nu voor het eerst naar de mensen toe gebracht worden, en dat is uniek.’ Als je in de bus stapt, kom je in een oase van rust en zachtheid. Een verademing voor de ogen, oren, neus en tastzin! Ontspannende muziek, lichtjes in zachte kleuren, een blacklightaquarium, toverbol, projectiescherm met rustgevend beelden, bubble-unit, glinsterende dingen, mooie hangers aan het plafond, knuffeldieren, geurkokers, zachte kussens, een windgong, rubberen voorwerpen, veertjes, een waterbed waarin je de muziek voelt … enzovoorts! Ook masseren hoort tot de mogelijkheden. ‘Bij binnenkomst moeten
De Snoezelbus is er voor alle leeftijden, van (heel) jong tot oud. De muziek, materialen en beelden worden afgestemd op de snoezelaar. ‘De Snoezelbus is onder meer geschikt voor kinderen/volwassenen met een verstandelijke beperking, niet-aangeboren hersenletsel, dementie, een autistische stoornis, chronische pijn en/of stress. Daarnaast sluit snoezelen aan bij het ontwikkelingsniveau van gezonde kinderen tot ongeveer zes jaar. Zowel particulieren als instellingen kunnen de bus reserveren: voor een uur (één snoezelsessie), een dagdeel of een hele dag. De bus is geschikt voor individuen of kleine groepjes. Met de Snoezelbus kan > iedereen dichtbij huis genieten!’ De bus boeken? Ga naar www.stichtingdesnoezelbus.nl! 15
Vervolg van pagina 15
Zware tilliften verplaatsen met drie vingers ‘Dat moet beter kunnen!’ Vanuit die gedachte worden steeds weer slimme innovaties ontwikkeld. Zoals de Touch & Move®, een heel nieuw apparaat om zware tilliften te verplaatsen zónder inspanning.
Jaren van beweging – bewogen jaren
‘Wij houden ons al ruim twintig jaar bezig met transfers’, vertelt Pim Krijnsen van JOYinCARE. ‘Als je goed naar zorgverleners luistert, geven zij zélf de argumenten waarom je iets nieuws zou moeten ontwik kelen. Zo is het ook gegaan bij de Touch & Move, een onderstel om tilliften moeiteloos te verrijden. De problemen die medewerkers signaleerden, hebben wij als uitgangspunt gebruikt voor het ontwerp van dit nieuwe hulpmiddel.’
Duwen en trekken ‘Een tillift voorkomt veel tilwerk en vermindert zo de fysieke belasting van zorgverleners. Maar het manoeuvreren met een tillift is wél fysiek belastend. Zo ontstond het idee om een verrijdbare tillift te maken die – letterlijk! met een paar vingers te verplaatsen is. Vooruit, achteruit, zijwaarts rijden, in kleine ruimten manoeuvreren, drempels nemen, op zachte ondervloeren rijden of draaien: allemaal geen probleem. Alle manoeuvres zijn zónder krachtsinspanning uit te voeren. Hoe kan dat? ‘Je kunt dit systeem vergelijken met dat van de meetrapfiets. Het onderstel heeft een motor (op accu’s) die harder gaat werken naarmate er meer weerstand is. Hierdoor neemt de motor het zware werk van de zorgverlener over.’
Gemak Het werken met de verrijdbare tillift wijst zich zelf, speciale training is niet nodig. Als je licht tegen de duwbeugel duwt, komt het apparaat in beweging. Het kan onder vrijwel elk type tillift worden gemonteerd, of compleet met tillift worden geleverd. Naar verwachting voorziet het apparaat in een grote behoefte. Rob Reuters demonstreert de Touch & Move
16
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
Ga voor meer informatie naar: www.joyincare.nl.
Al kan het altijd nóg beter, preventie van fysieke belasting staat in elke zorginstelling op de agenda. Dat was nooit gelukt zonder alle mensen die zich onvermoeibaar inzetten voor fysiek gezonder werken. Ook Hanneke Knibbe en Nico Knibbe van LOCOmotion spelen hierbij een belangrijke rol. ErgoCoach Magazine blikt met hen terug – en vooruit. Onderzoeksbureau LOCOmotion is niet meer weg te denken uit de zorg. De mensen hierachter zijn Hanneke Knibbe, bewegingswetenschapper/ fysiotherapeut, en Nico Knibbe, bewegingswetenschapper/ voorlichtingskundige. ‘LOCOmotion is - denken we - het enige bureau dat zich fulltime bezighoudt met fysieke belasting: onderzoek én advies én training én productontwikkeling. Wij werken vooral als netwerkorganisatie: voor onze activiteiten schakelen wij ons grote netwerk in. Zelf zijn wij klein, maar zo kunnen wij flexibel zijn, voeling houden met de praktijk en vooroplopen in onderzoeksinnovatie. Bovendien werken wij graag samen. Wij vullen elkaar uitstekend aan en kennen elkaar, als broer en zus,
heel goed. Wel moeten we werk en privé duidelijk scheiden, maar dat lukt prima.’
Onontgonnen gebied ‘In oktober 2008 is LOCOmotion precies twintig jaar betrokken bij preventie van fysieke belasting’, vertelt Nico. ‘Het begon eind jaren tachtig. Toen werd er weinig aan preventie gedaan en werd het onderwerp nog niet door afdelingen gedragen.’ Hanneke: ‘Voor mijn afstudeeronderzoek had ik rugklachten bij ziekenverzorgenden in verpleeghuizen onderzocht. Maar liefst 83% bleek rugklachten te hebben. Dit onderzoek heeft onder meer de voorpagina van Trouw gehaald. Er kwam belangstelling voor fysieke belasting en Nico en ik gingen steeds meer presentaties geven.
Toen dit serieuze vormen aannam, hebben wij LOCOmotion opgericht.’
Uitproberen Nico en Hanneke vonden toen al dat gezond werken niet van bovenaf, maar van binnenuit moet komen. Maar hoe? ‘Een Engels artikel met als kern ‘one of us’ bracht ons op het idee om het via de werkvloermedewerkers aan te pakken. We zijn begonnen met tilspecialisten in verpleeghuizen; daar waren de grootste gezondheidsproblemen. Het was pionieren: we hadden alleen basiskennis over tillen, wisten niets over hulpmiddelen. Ook was er nog geen regelgeving, geen landelijke projecten ... Wel was de tijd rijp voor verandering. Diverse instellingen durfden met ons dingen uit te proberen, waaronder GDVV (Den Haag) en verpleeghuis Lindendael (Hoorn). Samen hebben wij bijvoorbeeld de eerste tilprotocollen uitgeprobeerd: toen vernieuwend, nu verplicht!’
Verbreding Aanvankelijk richtte LOCOmotion zich alleen op tillen. ‘Later gingen we kijken > 17
Jaren van beweging – bewogen jaren Vervolg van pagina 17
naar alle ergonomische zaken in de zorg en werd de term tilspecialist vervangen door ergocoach - mede op ons initiatief. ‘Ergo’ onderstreept het bredere aandachtsveld. ‘Coach’ verduidelijkt dat het om ondersteunende aanjagers gaat, niet om alwetende specialisten.’ Project Ergocoaches zag het aantal geregistreerde deelnemers groeien van 0 naar meer dan 9000. ‘Spectaculair! Dit illustreert dat deze beweging serieus is én ontstaan vanuit een behoefte.’ LOCOmotion combineert een onderzoeksinvalshoek met praktische ervaringen. ‘Wij lopen mee op de werkvloer en proberen goed te kijken en luisteren. Steeds weer merken wij dat zorgverleners vaak goed weten wat nodig is, maar niet altijd gehoord worden. Soms ook niet door ons ... Ik herinner me een onderzoek waarbij wij pleitten voor tilliften in de thuiszorg. Maar de zorgverleners wilden eerst hoog/laagbedden. En
terecht. Nog steeds gebeurt het, bijvoorbeeld bij uittesten van nieuwe hulpmiddelen, dat ervaren zorgverleners de vinger precies op de zere plek leggen. Als wij vervolgens gaan meten en studeren, blijken zij vaak nog gelijk te hebben ook. Vooruitgang is dus altijd een samenspel tussen onderzoek en praktijk.’
Winst- en zorgpunten Hanneke: ‘Aanvankelijk werkten wij vooral voor individuele instellingen. Welke onderzoeken zijn LOCOmotion bijgebleven? Hanneke: ‘Een onderzoek naar de mening van bewoners over tilliften. Deze bleek sterk beïnvloed te worden door de houding van zorgverleners. Waren verzorgenden negatief, dan waren bewoners dat ook - en omgekeerd. Eerlijke, goede voorlichting is dus heel belangrijk. Het onderzoek heeft tot een - bekroonde - video geleid waarin cliënten vertellen over hun persoonlijke
beleving van een tillift in huis.’ Nico: ‘Een onderzoek naar voorovergebogen werken. Ik denk dat we daar wel 100 presentaties in binnen- en buitenland over hebben gegeven. Op basis hiervan is de praktijkrichtlijn over het gebruik van de hoog/laagdouchestoel geformuleerd.’ Hanneke bevestigt dat hulpmiddelen veel kunnen verbeteren. ‘Maar ze kunnen ook nieuwe problemen veroorzaken. Dat hebben wij gezien in een tilliftenonderzoek waarbij rugklachten afnamen, maar nek-/schouderklachten toenamen door de zware bediening. Zoiets leidt tot verbetering van hulpmiddelen.’ Nico: ‘En tot scherpere doelgroepdefinities: bepaalde hulpmiddelen zijn voor sommige cliënten nuttig, voor anderen juist niet. Het gaat om de match; dat komt heel precies.’ Hanneke: ‘Het leerzaamst vind ik de vaak ontnuchterende uitspraken van zorgverleners – én het respect dat zij verdienen.’
Hanneke en Nico Knibbe werden tijdens de ErgocoachDagen 2008 op het podium gehaald en verrast met bloemen.
Toekomstwens Heeft LOCOmotion nog toekomstwensen? Hanneke: ‘Ik ben onlangs als vrijwilliger met verpleeghuisbewoners naar Lourdes geweest. Voor elke bewoner ging één zorgverlener mee. Fantastisch hoe iedereen genoot! ‘Ik ben blij nu te kunnen werken zoals ik wil, zoals de bewoner verdient. Normaal kan dit helaas niet, daarom geniet ik nu’, vertelde iemand. Zo knap als je dat kunt! Ik vond het indrukwekkend wat een-op-eenzorg doet met medewerkers én cliënten. Ik zou graag in
een onderzoek willen hardmaken wat meer tijd betekent voor de mensen.’ Nico beaamt: ‘Ons hart ligt bij de basiszorg: de interactie tussen medewerkers en cliënten. Ik vind het een voorrecht al twintig jaar samen met Hanneke hieraan te mogen werken. Mijn droom is al een beetje uitgekomen …’ Al met al is er veel verbeterd. ‘Toch vinden wij soms dat het niet opschiet. Maar vergeleken met het buitenland is Nederland echt koploper in fysiek veilig werken in de zorg. Dat moeten we ons voldoende reali-
seren – alhoewel je nooit achterover mag leunen,’ vinden Nico en Hanneke. ‘Als je wat wilt verbeteren, moet je aan het bed gaan staan. Dáár gebeurt het echte werk. Probeer te begrijpen wat daar gebeurt en wat zorgverleners drijft. Erkenning en aansporing van hun kracht, kennis en ervaring kan tot onverwacht grote uitkomsten leiden!’ Hanneke’s en Nico’s tip is dan ook: ‘Blijf doorgaan! Je weet vaak meer dan je denkt: vertrouw op je eigen kracht en blijf doorzetten, ook als het tegenzit. En zie ook wat al bereikt is!’
Voorbeeld van een LOCOmotion onderzoek:
Omhoog trekken of plat trekken, wat is beter? Voor het zijwaarts verplaatsen van cliënten die beperkt kunnen meewerken is het belangrijk een glijzeil te gebruiken. De Praktijk richtlijnen zijn daarover helder. Wat niet altijd helder is, is de manier waarop je zo’n glijzeil gebruikt. In elk geval kun je beter duwen (tegen de cliënt) dan trekken (aan het glijzeil). Maar soms is duwen niet mogelijk, bijvoorbeeld omdat de cliënt het eng vindt om ‘weggeduwd’ te worden, en zul je moeten trekken aan het glijzeil of steeklaken. Trek dan zo ontspannen mogelijk door als het ware te gaan ‘hangen’ aan het glijzeil, zoals een windsurfer. Dan benut je je lichaamsgewicht optimaal. De vraag is vervolgens onder welke hoek je het beste kunt trekken. Trek je het beste plat (of ‘horizontaal’, omhoog (of ‘verticaal’) of ergens daar tussen in? Ergocoaches van het Zeeuwse Verpleeghuis De Stelle (Oostburg) en onderzoekers van LOCOmotion hebben dat onderzocht in het kader van het Zorg Voor Beter project ‘Condoomlaken’. Met een krachtmeter hebben zij de trekkrachten tij-
dens een zijwaartse verplaatsing in bed geanalyseerd. Daaruit bleek dat als je plat trekt de belasting van de rug (L4/L5) niet te hoog is, maar die van de schouder en de elleboog wél. Het plat trekken vermindert dus de rugbelasting, maar gaat ten koste van de schouder- en elleboogbelasting. Wanneer we de hoek waaronder getrokken wordt variëren dan zien we bij een hoek van grofweg 25º een optimum ontstaan; zowel de belasting van de rug, schouder én elleboog is dan acceptabel. Je kunt
dus het beste niet volledig plat aan een glijzeil trekken maar onder een hoek van grofweg 25º. Dat is interessant omdat trainers en leveranciers van glijzeilen er vaak op hameren zoveel mogelijk plat te trekken aan het glijzeil en we in de praktijk zien dat zorgverleners juist de neiging hebben meer omhoog te trekken. De waarheid ligt dus in het midden.
Meer weten? Download dan het rapport ‘Condoomlaken’ van www.zorgvoorbeter.nl
‘Omdat LOCOmotion al zo lang van onschatbare waarde is voor ergocoaches!
18
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
19
Wie won de Ergocoach Award 2008? Tijdens de ErgocoachDagen ging het niet alleen om slimme ergocoachideeën. Het ging nu óók om de gezichten hierachter: inspirerende ergocoaches! De ergocoaches die op een unieke manier bijdragen aan preventie van fysieke belasting dongen mee naar de Ergocoach Award 2008! Het lustrum van Project Ergocoaches is ook aangegrepen om inspirerende ergocoaches zélf eens in de schijnwerpers te
zetten. Daarom konden zorgverleners ergocoaches voordragen die op een bijzondere, actieve manier bijdragen aan
de preventie van fysieke belasting in de zorg. Iedere ergocoach die voorgedragen werd, moest iets unieks hebben. Bijvoorbeeld: opvallend inspirerend zijn voor collega’s, onvermoeibaar creatief en innovatief werken, een hele duidelijke bijdrage leveren aan het beleid … enzovoorts!
Enthousiast Leidinggevenden, collega’s, arbocoördinatoren, noem maar op, hebben zeer enthousiast gehoor gegeven aan deze oproep: de aanmeldingen stroomden binnen. Hieruit zijn vijf personen en één team geselecteerd, omdat zij er met kop en schouders bovenuit staken. Deze genomineerde ergocoaches zijn beoordeeld door een vakjury. De bezoekers van de website ergocoaches.nl hebben de genomineerden beoordeeld door te stemmen op hun favoriete ‘ergocoach van het jaar 2008’, zij vormden daarmee het zesde jurylid. En er zijn maar liefst 29.000 stemmen uitgebracht!
Indrukwekkend
ErgoCoach van het jaar 2008, Gerry Broers
20
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
Tijdens de tweede Ergocoachdag op 28 oktober vond de officiële prijsuitreiking plaats. Nico Knibbe reikte de Award uit: ‘De jury was erg onder de indruk van alle inzendingen en van de kwaliteit van het werk van ergocoaches. Het is goed om zo veel waardering en enthousiasme te zien! Dit maakt weer eens duidelijk dat ergocoaches ervoor zorgen dat fysieke belasting in de zorg leeft!’ Hij introduceerde alle genomineerden met een korte beschrijving van hun kwaliteiten: Cobi van de Velde–de Jong, wijkziekenverzorgende bij Careyn in Maassluis; het
ergoteam van Woonzorgcentra Flevoland (vier zorgmedewerkers, een fysiotherapeut en een teamleider); Gerry Broers, verzorgende bij Thebe Thuiszorg in Gilze/Alphen; Marco Knetsch, wijkverpleegkundige bij Stichting Activite in Leiderdorp; Johan Poort, seniorverpleegkundige bij UMC Groningen, en Loes Notenbomer-Claus, verzorgende IG bij Woonzorgcentrum De Warrenhove in Drachten. Loes had al laten weten dat ze hoogzwanger was. Daarom waren twee van haar collega’s als afvaardigden aanwezig.
Extra’s Nico: ‘We hebben de genomineerden beoordeeld aan de hand van diverse criteria: actief signaleren/analyseren, actief adviseren, actief voorlichting geven, actief coachen, actief borgen, actief op beleidsgebied, creatief, innovatief en cliëntgericht. ‘Iédereen die hier staat blijkt een hele goede ergocoach: enthousiast, positief en gedreven. Zij beantwoorden allemaal aan de criteria uit het Ergocoach Paspoort. Daarom heeft de jury in het uiteindelijk oordeel vooral gekeken naar de extra’s: de balans tussen creativiteit en ‘normale’ activiteiten. De Ergocoach Award 2008 gaat dan ook naar degene die van het ergocoachschap een feestje weet te maken: iemand die het onderste uit de kan haalt en mensen enthousiasmeert met haar prikkelende, creatieve en ludieke werkwijze … Gerry Broers van Thebe Thuiszorg!’
besteden aan het verminderen van fysieke belasting op de werkvloer. Gerry Broers is zichtbaar blij én overdonderd. En dan krijgt ze ook nog een culinair arrangement aangeboden door Frank Teurlings van Lopital, sponsor van de ErgocoachDagen. Had Gerry verwacht dat zij zou winnen? ‘Nee! Ik vond het al een hele eer dat ik voorgedragen werd, daardoor voelde ik me al in het zonnetje gezet. Ik ben er wel stikblij mee hoor. De plaquette krijgt een mooi plaatsje: eerst op mijn werk, en daarna thuis.’ En de geldprijs? ‘Bij ons krijgt elk team nu een eigen ergocoach. Dat kost tijd en geld. Ook willen we nog wat extra hulpmiddelen voor de uitleen. Dat zouden mooie bestemmingen kunnen zijn voor het geldbedrag.’ Gerry ziet de prijs als de kroon op haar werk. ‘Ik ben nu ruim zes jaar ergocoach. Ik ben summier begonnen en heb mijn activiteiten in de loop der
jaren steeds verder uitgebreid. Ik heb altijd gezegd: als ik eraan begin, wil ik het goed doen. En ermee dóórgaan: ik wil niet dat het doodbloedt. Mijn teamleider heeft mij altijd gesteund: ik moest me wel verantwoorden, maar kreeg ook volop de ruimte.’ Gerry wil als ergocoach geen politieagent spelen. ‘Ik wil het leuk brengen zodat het levendig en interessant blijft. Anders verslapt de aandacht en denken ze ‘daar komt Gerry weer’. Het is soms best eng hoor, ik heb nooit op de voorgrond willen staan. Toch heb ik het gedaan. Ik merk dat ik het heel leuk vind om anderen wat te leren; daar leer ik zelf ook veel van. Het geeft me echt voldoening!’ Meer informatie over alle genomineerden plus het juryrapport vind je op www.ergocoaches.nl. Wil je meer weten over de aanpak van Gerry Broers, kijk dan op www.gerrybroers.nl.
Overdonderd De prijs bestaat uit een prachtige Award én een geldprijs van 5000 euro, te
Een rompertje voor de eerste Ergocoach baby, Ynte Marloes, geboren op de dag van de Awarduitreiking.
21
Aandacht verschuift van fysieke belasting naar agressie en geweld
De Ontmoeting
Een nieuwe collega voorveel de ergocoach? Inspectiediensten hebben belang bij inzet ergocoaches Het komt nog wel eens voor dat een tillift ongebruikt in een hoek staat, of versleten tilbanden heeft. Maar over het algemeen zien de inspectiediensten in de zorg echt verbetering in de omgang met fysieke belasting. Ergocoaches hebben in die ontwikkeling volgens hen een belangrijke rol gehad. In deze Ontmoeting: Jacques van der Pols, landelijke projectleider bij de Arbeidsinspectie en Angelique Schoemakers, inspecteur bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Jacques van der Pols en Angelique Schoemakers kennen elkaar nog van een project over het gebruik van tilliften in de zorg. In 2004 hebben ze daaraan samengewerkt, elk vanuit de eigen inspectiedienst. Incidenten vormden destijds de aanleiding voor nader onderzoek: cliënten waren gevallen door verkeerd gebruik van de tilliften. Angelique: ‘Zo’n val heeft voor chronische patiënten en ouderen meestal meteen ingrijpende gevolgen. Enkele patiënten zijn binnen twee weken na de val overleden.’ In het onderzoek is gekeken naar: het beleid achter het gebruik van de tilliften, de beweegredenen om voor een bepaalde tillift te kiezen, de scholing van de medewerkers, het onderhoud van de tilliften, de rapportage in de zorgdossiers en de meldingen van eventuele incidenten. De Inspectie voor de Gezondheidszorg lette in het project vooral op de veiligheid van de patiënt, terwijl de Arbeidsinspectie zich met name op de fysieke belasting van de medewerkers richtte.
Minder verzuim ‘In die tijd constateerden we op het gebied van fysieke belasting nog veel overtredingen’, vertelt Jacques. ‘Er werd teveel getild, te zwaar getild en niet goed getild. Wat dat betreft hebben de arboconvenanten wel voor verbetering gezorgd en zijn er gelukkig hulpmiddelen ontwikkeld die het werk minder zwaar maken. Ook horen we vandaag de dag bij de Arbeidsinspectie steeds vaker terug dat op de werkvloer ergocoaches zijn aangesteld. Wij hebben veel belang bij de inzet van ergocoaches. Het is een hele Angelique Schoemakers vooruitgang dat medewerkers goede instructie krijgen over hoe ze gezond hun werk kunnen doen. Ze weten nu beter hoe ze kunnen tillen en wanneer ze moeten tillen en leren bovendien de zelfredzaamheid van de cliënten te stimuleren. De toerusting door ergocoaches vermindert ook de uitval en het verzuim van medewerkers. Ik krijg daarover duidelijke signalen van de inspecteurs. Ook belangrijk is dat medewerkers bij problemen op de ergocoaches kunnen terugvallen, omdat deze meestal een directe lijn hebben naar het management van de organisatie.’ ‘Angelique: De link naar het management is ook handig als hulpmiddelen moeten
‘Ergocoaches kunnen ervoor zorgen dat ook invalkrachten goed weten hoe een patiënt getild moet worden. Met duidelijke instructie in de zorgdossiers is nog veel winst te behalen.’ worden aangeschaft of vervangen. Tilliftbanden die veelvuldig worden gebruikt, of te heet worden gewassen, kunnen op een gegeven moment onveilig worden. Onze inspecteurs hanteren de regel dat het wasetiket nog leesbaar moet zijn. Ergocoaches moeten daar ook oog voor hebben. Cruciaal is verder dat de afspraken over de wijze van tillen zorgvuldig in de zorgdossiers worden vastgelegd. Ik zie een belangrijke taak voor 22
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
ergocoaches in het nagaan of dit correct gebeurt. Sommige cliënten zijn angstig voor de tillift en moeten bij het gebruik ervan goed worden begeleid. Het is heel belangrijk dat ook invallers van die afspraken op de hoogte zijn. Daar zien we het dikwijls misgaan: invalkrachten worden vaak snel even bijgepraat, maar niet echt goed ingewerkt, wat in de praktijk geregeld gepaard gaat met incidenten. Ergocoaches kunnen ervoor zorgen dat ook invalkrachten weten hoe een patiënt getild moet worden. Met duidelijke instructie in de zorgdossiers en een goede Nederlandstalige gebruiksaanwijzing bij de tillift zelf (zie GoedGebruikkaarten, red.), is nog veel winst te behalen.’
Terugkoppeling fabrikanten Wat in vergelijking tot een aantal jaren terug veel beter is geregeld, is de melding van incidenten. Het is nu zelfs zo dat fabrikanten uit eigen beweging contact opnemen met de inspectiediensten als ze het idee hebben dat er verbeteringen in de zorg zijn aan te brengen. Dit kan heel positief werken. Angelique: ‘Een mooi voorbeeld is dat fabrikanten ons onlangs benaderden omdat ze zich zorgen maakten over tilliften die in de thuiszorg uit het zicht raakten. Wie zorgt er voor het onderhoud van die tilliften, vroegen ze zich terecht af. Doet de patiënt dat, of de gemeente? En wie schoolt de mantelzorgers die de tilliften gebruiken?’ Angelique heeft vanuit haar functie als inspecteur toezicht op de thuiszorg. Ze weet dat gemeentes een turbulente tijd achter de rug hebben en dat het toezicht op onderhoud sinds de invoering van de WMO inderdaad is verwaterd. ‘We hebben dit punt onder meer meegenomen in ons overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).’ Als landelijk projectleider is Jacques intensief betrokken bij de opzet van inspectieprojecten in de zorg. Hij heeft daarover altijd eerst overleg met vakbonden en brancheorganisaties. Voor het inspectieproject echt start, gaat er ook een brief uit naar alle instellingen. Vervolgens maken de inspecteurs de concrete afspraken met de instellingen en worden meteen ook de onderwerpen van inspectie genoemd, meestal zijn dat er vier of vijf. Fysieke belasting blijft een belangrijk aandachtpunt, maar omdat instellingen op dit gebied over het algemeen nu veel oplettender Jacques van der Pols zijn, is er bij de Arbeidsinspectie een verschuiving van aandacht naar ‘biologische agentia’ (besmettingsgevaar) en ‘agressie en geweld’. Jacques ziet in de omgang met agressie een spin-off effect: in navolging op de ergocoaches worden nu in de zorg ook agressiecoaches ingezet. Als er belangrijke problemen zijn, wijst de Arbeidsinspectie de brancheverenigingen vaak op toegesneden ergonomische adviesbureaus. Jacques: ‘Een voorbeeld: de brancards van de ambulancezorg zijn erg zwaar en het is erg belastend om de brancard de auto in en uit te schuiven. Wij hebben hierover een signaal afgegeven dat nu door een adviesbureau wordt onderzocht. Ook ergocoaches hebben een belangrijke rol in het meedenken over oplossingen voor dit soort problemen.’ Een trend is dat inspectiediensten meer gaan samenwerken: ‘vernieuwd toezicht’ wordt dit genoemd. Voor de ziekenhuizen is bijvoorbeeld één jaarplan gemaakt en een frontoffice aangesteld die goed op de hoogte is van alle inspectieplannen. Afstemming is er dus steeds meer. De concrete samenwerking tussen de inspectiediensten is nog niet geformaliseerd, maar de verbindingen zijn er in de praktijk wel. Angelique: ‘als wij de indicatoren voor de kraamzorg inventariseren, dan neem ik in die besprekingen ook wel de veiligheid van de medewerkers mee, omdat we weten dat de Arbeidsinspectie daar belang bij heeft. Jaques: we versterken elkaar ook om naleving te bevorderen. Wij hebben iets meer middelen tot onze beschikking en kunnen instellingen bijvoorbeeld een boete opleggen. Wijzend naar Angelique: ‘Daar is zij wel eens jaloers op.’ 23
Agressie: de stand van zaken
‘Veiligheid is een werkwoord’
Ondersteuning en instrumenten ‘Veiligezorg® werkt vaak samen met politie en justitie, zodat daders daadwerkelijk vervolgd worden. Ook bieden wij praktische instrumenten, bijvoorbeeld cursussen over opzet en borging van veiligheidsbeleid en trainingen voor veiligheidscoaches op de afdelingen. Met onze Kleurenmethode kunnen organisaties onveilige plekken aanpakken. Het Handboek Veiligezorg® biedt een stappenplan voor het totale traject. Vanuit het CAOP, onze werkgever, organiseert Veiligezorg® ook allerlei activiteiten. Met een abonnement bepalen de instellingen zelf welke onderwerpen wij behandelen, bijvoorbeeld: e-learningmodellen of ziektebeeldgerelateerde agressie.’
Agressie tegen zorgverleners is helaas geen nieuw fenomeen, maar lijkt wel toe te nemen. Tegelijkertijd groeit de maatschappelijke verontwaardiging hierover. Overheid en zorgsector zoeken naar een effectieve agressie-aanpak. Ergocoach Magazine sprak hierover met Sjaak Krombeen, programmamanager Veilige Publieke Taak, en Peter Peerdeman, projectleider Veiligezorg®.
Hogere zorgkwaliteit Sjaak Krombeen is programmamanager Veilige Publieke Taak, een overkoepelende aanpak van agressie en geweld tegen werknemers met publieke taken (ministerie van Binnenlandse Zaken). Dit programma richt zich ook op werknemers in de zorg. Motto is: ‘Handen af van onze helpers’. Sjaak: ‘In de zorg kun je subsectoren onderscheiden. De spoed eisende zorg, dus de ambulance en de eerste hulp, vond agressie al langer niet normaal. Hetzelfde geldt voor zorgver lening in onveilige wijken door de thuiszorg. Maar verpleeg-/ verzorgingshuispersoneel zag agressie tot voor kort als onderdeel van het werk. Daar ontstaat nu pas het gevoel ‘dit is niet normaal, hiervoor ben ik niet opgeleid’. Dát gevoel is essentieel; pas als agressie bespreekbaar is, kun je de cultuur veranderen!’
Brede maatregelen ‘Er is een breed pakket maatregelen nodig voor overheid, werkgevers en werknemers. Veel zorgorganisaties zijn al bezig. Wij proberen organisaties aan elkaar te koppelen zodat zij kennis en ervaring kunnen uitwisselen. Ook ontwikkelen wij instrumenten, bijvoorbeeld een handboek voor 24
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
agressiebeleid en een brochure over reactiemogelijkheden. Verder doen wij onderzoek en kennen wij jaarlijks stimuleringsbijdragen toe.’ Sjaak vervolgt: ‘Qua overheidsoptreden werken wij aan een dadergerichte ‘lik-op-stuk’ aanpak. Daders moeten zo snel mogelijk voelen dat zij een grens zijn gepasseerd. Ook de pakkans moet worden vergroot, want zonder daders geen vervolg. Daders moeten met hun gedrag worden geconfronteerd in woord en daad (reprimande, terrein verbod, vervolging, schadeverhaling, enzovoorts). Dit moet gedragsverandering teweegbrengen.’
Kansen en bedreigingen Sjaak vindt dat het project de zorgsector kansen biedt. ‘Samen kunnen we het agressieprobleem structureel aanpakken. Hierbij moeten we kijken naar de overeenkomsten tussen organisaties; het probleem van de buren kan ook jouw probleem worden. Hetzelfde geldt voor oplossingen.’ Bedreigingen zijn er ook. ‘Veiligheid is een werkwoord. Denk nooit dat alles onder controle is als een probleem zich even niet voordoet. Laat je je normen rond agressie
Peter Peerdeman
Het agressieproject beoogt 15% meer veiligheid in 2011 (de einddatum). Sjaak: ‘Dat is ambitieus. Maar ik verwacht dat we straks goede werkgeversinstrumenten en een snel, accuraat overheidsoptreden hebben gerealiseerd. Werkgevers moeten hun verantwoordelijkheden oppakken. Werknemers moeten problemen bespreken, meedenken, incidenten melden en zo nodig aangifte doen. Stel duidelijk je grenzen en durf voor jezelf op te komen. Alleen zo kunnen we agressie stoppen.’
programma is gemaakt voor ziekenhuizen, maar wordt ook elders gebruikt. ‘Agressie kun je gedeeltelijk voorkomen door een klantvriendelijke organisatie te zijn. Stel je normen én grenzen vast. Straal kwaliteit en respect uit; dan mag je dat ook van klanten verwachten. Informeer cliënten altijd over de gang van zaken. Goede communicatie bevordert een socialer, respectvoller onderling contact; dat voorkomt veel incidenten. Misdraagt een klant zich toch, weiger dan zorg. Acute zorg mág je niet weigeren; toch is agressie ook dan onacceptabel. Spreek de agressieveling aan op zijn gedrag; gesprekstechnieken kun je leren. Helpen woorden niet, gebruik dan middelen (bijvoorbeeld: beveiligingsfunctionarissen). En registreer elk incident! Dan kan de organisatie monitoren, analyseren en maatregelen treffen.’
Respectvol en duidelijk
Totaalaanpak
Peter Peerdeman neemt het woord over. Hij is projectleider Veiligezorg®. Dit agressie-
‘Organisaties vinden veiligheidsbeleid noodzakelijk, maar moeilijk: ‘veiligheid’
los, dan ben je weer terug bij af. Zorg ook voor eenduidigheid tussen alle partijen; voorkom het gevoel dat incidentenmelding niet helpt. Veiligheid vereist permanente inzet van iedereen!’
Grenzen stellen
is heel breed. Velen willen starten met een gedeeltelijk veiligheidsbeleid. Maar dat werkt niet: je moet het integraal aanpakken’, stelt Peter. ‘Daarbij kunnen
‘Organisaties willen echt werken aan veiligheid. Toch kun je incidenten nooit helemaal voorkomen. Dat begrijpen medewerkers. Zij accepteren echter niet dat werkgevers geen opvang/nazorg bieden.’ Net als Sjaak benadrukt Peter dat veiligheid een continu proces is. ‘Zodra je achterover leunt, ben je te laat. Wij hopen dat Veiligezorg®
‘Agressie kun je gedeeltelijk voorkomen door een klantvriendelijke organisatie te zijn.’ wij ondersteunen. Met een nulmeting kunnen wij bepalen welke werkplekken onveilig aanvoelen en/of zijn. Vervolgens kunnen wij organisatorische, bouwkundige en/of elektronische oplossingen adviseren. Bouwkundige en elektronische maatregelen – bijvoorbeeld balieschermen of camerabewaking – hebben echter pas zin als de organisatie goed is. Bovendien kunnen ook simpele dingen veel verschil maken. Bijvoorbeeld: richt spreekkamers zo in dat niet de klant, maar de medewerker bij de deur zit (vluchtweg).’
bewustwording stimuleert bij directies, medewerkers en klanten. Een veilige werkomgeving verhoogt de zorgkwaliteit. Daar wordt iedereen beter van.’ Voor meer informatie: www.veiligepublieketaak.nl en www.veiligezorg.nl. Het Handboek Veiligezorg is verkrijgbaar bij de (internet)boekhandel. Kijken hoe je instelling er voor staat wanneer het aankomt op agressie kun je met de rekenmodule Agressie, download deze gratis op www.ergcoaches.nl. 25
Een andere kijk op ‘contact’
de ander van top tot teen bekijken… en dan elkaar een hand geven en je naam noemen. Het lijkt misschien heel simpel, maar mensen vinden het toch spannend. Je hebt nu eenmaal heel snel een oordeel over een ander.’
Eerlijke kans De parallel met de dagelijkse praktijk is duidelijk. Het is helemaal niet zo makkelijk en vanzelfsprekend dat jij je cliënten onbevooroordeeld tegemoet treedt! Een van de deelnemers geeft een mooi voorbeeld: ‘als een van mijn collega’s tijdens het koffiedrinken zegt dat meneer P. vandaag zo vervelend is, ga je na je pauze toch niet meer onbevangen naar meneer P. toe. Je benadert hem dan toch vanuit de gedachte dat hij lastig doet. José: ‘Dat is niet leuk voor meneer P. Hij krijgt nu geen eerlijke kans meer doordat hij niet meer zacht en open benaderd wordt.’
Samen bewegen Een ander heel belangrijk aspect bij contact maken is aanraking. De helft van de deelnemers gaat midden in de ruimte staan met de ogen dicht. De andere helft
staat er in een kring omheen. ‘Als je je ogen dicht hebt, ben je kwetsbaar. Net als jouw cliënt: die is van jou afhankelijk en dus ook kwetsbaar.’ Elke persoon uit de buitenste kring probeert via aanraking (zonder praten!) in contact te komen met iemand met gesloten ogen én om die persoon in beweging te krijgen. ‘Dat lukt alleen maar als je je weet af te stemmen op de ander. Ook deze oefening legt snel de link naar de praktijk. Verplaats je in je cliënt, en besef dat het niet altijd makkelijk is om afhankelijk te zijn. Het is heel onaangenaam als iemand je zomaar ‘meetrekt’. Als je je dat steeds realiseert, zul je jouw houding en gedrag veel beter afstemmen op je cliënten. Dan maak je écht contact, dan ben je echt samen bezig. Je zult merken dat dit zowel voor jou als voor de cliënt veel prettiger is.
Soepeler Goede afstemming door echt contact tussen zorgverlener en cliënt levert vaak ook nog tijdwinst op. ‘Bijvoorbeeld: als jij een linkerschoen in je hand hebt en je cliënt steekt haar rechtervoet uit, wat
doe je dan? Probeer je je cliënt zover te krijgen dat zij haar linkervoet uitsteekt? Of stem je af op je cliënt en pak je eerst de rechterschoen? Als je jouw gedrag afstemt op de cliënt, zul je zien dat alles veel soepeler verloopt: prettiger én sneller. Het begint echt bij jezelf: als jij open staat voor de ander en rust uitstraalt, pikt je cliënt dit feilloos op.’
Rode neus Aan het eind van de workshop krijgen alle deelnemers een rode neus. ‘Want als clowns zijn wij ook samen met de mensen’, zegt José. Iedereen is heel enthousiast over het denken en doen vanuit de clownsgedachte. ‘Wat een rust, ontzettend fijn!’ ‘Goed om dit geduld mee te nemen naar de werkvloer. Als ik gehaast ben, is mijn cliënt het ook.’ ‘Als je echt contact weet te maken ben je samen met je cliënt, en dat is veel meer dan 1 plus 1.’ Je ziet het: anders kijken en anders denken kan echte innovaties op je werk opleveren! Geïnteresseerd in de workshop ‘Spontaan contact’? Je regiocoördinator van Project Ergocoaches kan je verder helpen.
Spontaan contact maken met andere mensen, dat doe je toch van nature? Meestal wel, ja. Maar bij mensen met dementie of een verstandelijke beperking is spontaan contact maken niet meer zo gemakkelijk. Wat kun je dan doen?
José Sueters is clown, performer, trainer, docent en beeldend kunstenaar. Ze werkte jarenlang voor Cliniclowns (voor kinderen) en maakt nu deel uit van VisiteClowns (voor dementerenden en verstandelijk beperkte volwassenen en kinderen). Vanuit haar ervaring als clown verzorgde José tijdens de ErgocoachDagen 2008 een workshop over spontaan contact maken. José: ‘Hierbij moet je niet denken aan grote grappen en grollen. Bij de clownsgedachte gaat het erom dat je speels contact maakt. Dat je de ander open en onbevan26
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
gen benadert, en daarbij het moment zelf, het nú beleeft – zonder de ballast van wat was of wat nog komt. Vanuit die gedachte is de clown present. Een clown speelt niet, maar zoekt het speelse in zichzelf.’
Onbevangen kijken In haar workshop laat José de deelnemers aan den lijve ervaren hoe dat voelt: onbevangen contact maken. ‘Zorg voor een ander begint met zorg voor jezelf. Daarom doen we eerst wat oefeningen in aandacht schenken aan jezelf, zoals je
voeten goed op de grond plaatsen, bewust ademhalen en je handen warm wrijven. Vervolgens oefenen we met contact maken. Dat begint met het noemen van je naam. Daarna gaan we rondlopen, eerst los van elkaar, dan met handaanraking, en daarna met heupaanraking. Je ziet meteen dat de sfeer verandert. Mensen zien elkaar, zijn met elkaar bezig, lachen en dollen. Vervolgens oefenen we met onbevangen kijken. Ieder zoekt een plek in de ruimte en maakt oogcontact met een ander zónder oordeel, zonder bedoeling. Kijken met een zachte blik, 27
Wat jij wilt weten
De 10 meest populaire PreGO! tips van ergocoaches.nl Het is al weer even geleden dat het toenmalige Verpleegkunde Nieuws (nu Bijzijn) een column lanceerde met slimme tips om fysieke overbelasting te verminderen. De eerste 100 tips zijn gebundeld in een mooi boek, de PreGo! Catalogus. Later kreeg dat boek een broertje met 100 tips voor medewerkers uit ondersteunende diensten. Aangezien we nu leven in een digitaal tijdperk is het logisch dat je nu alle, en dat zijn er inmiddels meer dan 850, tips op het internet kunt vinden op www.ergocoaches.nl. Het mooie daarvan is dat je makkelijk kunt zoeken door een woord in te typen waarover je wat wilt weten. Hiernaast zie je de Top 10 van de meest bekeken tips.
Op nummer één, vier èn negen (!) staan tips over steunkousen aan- en uittrekken. Een onderwerp dat vroeger door veel mensen werd gebagatelliseerd, maar waarvan we nu weten dat het erg zwaar kan zijn, zeer veel voorkomt èn waarvoor prima oplossingen zijn. De Praktijkricht lijnen zijn er dan ook helder over: gebruik altijd een hulpmiddel en het papieren kousje dat vaak bij nieuwe steunkousen wordt geleverd is niet voldoende. Uit de landelijke monitoring die in 2007 in de Verpleeg- en Verzorgings huizen is gedaan blijkt dat bij 86% van de cliënten die steunkousen hebben
28
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
inderdaad een dergelijk echt hulpmiddel wordt gebruikt.
Tilprotocol Op de tweede plaats staat het Tilprotocol. Dat is interessant want het
experimenteren met een Tilprotocol dateert al vanaf eind jaren tachtig. Voor zorgorganisaties waar langdurige zorg gegeven wordt is het echt een kerninstrument. Zorgverleners, ergocoaches, paramedici en bij voorkeur natuurlijk ook
de cliënt, bepalen samen hoe de cliënt het beste verplaatst kan worden en noteren dat op een individueel Tilprotocol. De transfers worden dan niet meer ‘net hoe de pet staat’ gedaan én collega’s zijn aanspreekbaar als ze van het Tilprotocol afwijken. Op een goede derde plaats staat het ‘glijden in bed’. Dat is ook niet gek. Het gaat immers om een zware transfer die veel voorkomt. Alleen al tijdens het wassen in de ochtend moet je vaak een hele serie draaiingen en verplaatsingen in bed uitvoeren. De Praktijkrichtlijn geeft aan dat je voor de transfers binnen de grenzen van het bed met cliënten die beperkt kunnen meewerken, altijd een glijzeil moet gebruiken. Hoewel het gebruik van glijzeilen stijgt (van 21% naar 36% in de periode van 2002 tot 2007) worden dus nog veel transfers binnen de grenzen van het bed zonder glijzeil gedaan en zijn daarmee onveilig voor de zorgverleners. Een reden zou kunnen zijn dat het een gedoe is om de glijzeilen aan te brengen en weg te halen. Steeds meer instellingen kiezen er daarom voor de glijzeilen altijd onder de cliënt te laten liggen. Aan de andere kant zien we ontwikkelingen zoals het Condoomlaken, het Draaibed en het verplaatsen van de cliënt met behulp van een plafondsysteem die het gebruik van een glijzeil overbodig kunnen maken.
Vijfde plaats De vijfde plaats is voor de Ergonomische luier, of beter gezegd incontinentiemateriaal. Een mooi voorbeeld van hoe een slimmigheidje van de leverancier tot vermindering van de fysieke belasting kan leiden. Op de zesde en tiende plaats staan twee onderwerpen die allebei wat met meten te maken hebben. Met de NIOSH methode kun je (vooral voor te tillen objecten) globaal uitrekenen of een bepaalde tilhandeling te zwaar is of niet. En met de TilThermometer kun je in kaart brengen of de fysieke belasting van alle zorgverleners op een afdeling,
instelling of groep instellingen conform de Praktijkrichtlijnen is of niet. Meten is immers weten. Je weet waar je aan moet werken en je kunt hele concrete doelstellingen formuleren. Daarbij is het zo dat hoe hoger je in de organisatie komt hoe meer er behoefte is aan cijfers om het beleid te kunnen sturen. Instrumenten als de BeleidsSpiegel, RisikoRadar, TilThermometer en de NIOSH methode kunnen jou en je managers daaraan helpen.
Beste titel De zevende plaats is voor de innovatie met waarschijnlijk de beste titel van de afgelopen jaren: het Condoomlaken. Uitgevonden door in PDL geschoolde ergocoaches in het Zeeuwse Oostburg. Feitelijk is het Condoomlaken een driedelig opgemaakt bed dat bestaat uit een koplaken, een middenlaken en een voetlaken. Daarbij hebben het identieke koplaken en voetlaken de vorm van een hoes (condoom). Het middenlaken is een traditioneel laken dat overdwars over het bed wordt gelegd. Het op deze manier opmaken van het bed heeft allerlei voordelen. Je moet dan denken aan het kunnen besparen van tijd, minder pijn bij transfers en minder huidproblemen. De grootste verwarring van de afgelopen jaren staat op nummer 8. Is voorovergebogen tillen dus tóch beter dan door je knieën? Het antwoord is simpel: dat ligt er maar aan. De basisregel blijft: til alles zo dicht mogelijk bij je lichaam. En meestal doe je dat door je knieën te gaan, maar dat hoeft dus niet. Meer weten over deze en heel veel andere onderwerpen? Kijk en zoek op www.ergocoaches.nl of www.pregoplus.nl.
De PreGotips Top 10 1.
Steunkousen aantrekken
2.
Let goed op het Tilprotocol
3.
‘Glijden’ in bed
4.
Steunkousen uittrekker
5.
Ergonomische luier
6.
Tillen volgens NIOSH
7.
Condoomlaken
8.
Door de knieën?!
9.
Steunkousen uittrekken
10.
Tilthermometer 29
Gezond werken. Hoe krijg je je collega’s zover?
Terugval Het zal je echter lang niet altijd lukken om zo’n ‘passief ergonomische aanpassing’ te verzinnen. De collega’s zullen toch iets nieuws moeten gaan doen of iets ouds afleren. Gezond werken met ergonomisch incontinentie materiaal gaat niet vanzelf goed, daar is minimaal enige instructie bij nodig. In de praktijk zie je vaak een terugval in oud ongezond gedrag. Zeker op de lange termijn is het moeilijk om gezond werken vol te houden. Onder het motto ‘je kunt het niet vaak genoeg zeggen’ geven ergocoaches dan een herhalingscursus of schrijven ze een stukje in het personeelsblad. Meestal wordt dit heel positief ervaren (‘Goed om het weer eens te horen!’), maar het blijft toch niet echt hangen. Je goede adviezen gaan dan het ene oor in, om na een steeds korter wordende periode het andere weer uit te gaan. En dat is op z’n zachts gezegd frustrerend.
Vooruit de muziek uitlopen Wat kunnen we doen aan deze terugval? Het klinkt vreemd maar in de eerste
Een van de moeilijkste aspecten van het ergocoach zijn is het overtuigen van collega’s, oftewel het coachen. Je bent dan bezig met het veranderen van gedrag, de feitelijke kern van het werk van de ergocoach. Je doet je best om je collega’s ervan te overtuigen dat het belangrijk is een tillift te gebruiken, het bed op werkhoogte te zetten of volgens de RijRegels te manoeuvreren met een etenswagen. Hoe kun je er nu voor zorgen dat jouw adviezen inderdaad worden overgenomen? Want anders blijf je praten als brugman.
De beste manier om er voor te zorgen dat je collega’s gezond werken is het werk zo aan te passen dat iedereen vanzelf gezond gaat werken. Jij hoeft dan je collega’s niet meer te overtuigen, voor te lichten, te stimuleren etc. We noe30
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
men dat een ‘passief ergonomische aanpassing’. Denk bijvoorbeeld aan het vervangen van slecht lopende karren door goed lopende. De karren worden op dezelfde manier als de oude gebruikt, maar nu met minder fysieke belasting
en ergernis. Iets dergelijks zien we bij de aan- en uittrekhulpmiddelen voor de steunkousen. Er is relatief weinig energie van de ergocoach voor nodig om collega’s te overtuigen van de zin van dit soort hulpmiddelen.
plaats schuilt er gevaar in het feit dat jij als ergocoach goed en misschien zelfs te goed, weet wat de beste oplossing is voor het probleem van je collega’s. Je hebt voor jezelf, met de Praktijkrichtlijnen in je achterhoofd, al besloten dat het niet meer verstandig is om een cliënt nog manueel te verplaatsen. Maar je collega’s zijn nog niet zo ver. Als je dan tóch probeert je advies door te drukken, uiteraard met goede argumenten, dan is de kans groot dat je collega’s in eerste instantie je advies opvolgen maar daarna vervallen in het oude ongewenste gedrag. Er ontstaan
dan twee kampen. ’Ik’ doe er als ergocoach alles aan om duidelijk te maken dat ‘zij’ hun rug overbelasten als ‘zij’ deze mevrouw zo blijven tillen. Dit is jammer want de kracht van de ergocoach is juist dat deze deel van het team uitmaakt. En dan sta je er alsnog, in elk geval voor het onderwerp fysieke belasting, buiten. En dat heb je dan over jezelf afgeroepen..
Intrinsieke motivatie Het draait hierbij om de zogenaamde ‘intrinsieke motivatie’. Een collega verandert haar gedrag niet, omdat zij dit zèlf
‘Ik heb eerst een serie foto’s van collega’ s gemaakt die aan het werk waren. Later hebben we die met elkaar beoordeeld aan de hand van de Praktijkrichtlijnen. Daar kwam heel erg veel uit. We hebben toen allerlei afspraken gemaakt over hoe we het nu anders gaan doen. De foto’s waren best confronterend, maar hebben heel goed gewerkt!’. niet wil. Zij is niet ‘intrinsiek gemotiveerd’. Toch is ze in eerste instantie vaak best bereid je advies op te volgen. Zij doet dat uit plichtsbesef, omdat zij jou, de ergocoach, niet teleur wil stellen of omdat zij de druk van haar leidinggevende voelt. Dit soort drijfveren, die vooral buiten iemand liggen (externe motivatie), zijn voor de meeste mensen geen lang leven beschoren. Deze collega valt vaak na verloop van tijd terug in het oude - en door jou als ongezond bestempelde - gedrag. De hamvraag is nu: hoe bereiken we dat je collega’s intrinsiek gemotiveerd zijn om je adviezen ook op langere termijn op te volgen? Daarmee voorkomen we dat de ergocoach de kar trekt waar je collega’s vanaf vallen zodra jij begint te rijden.
Participatieve ergonomie Om die intrinsieke motivatie voor elkaar te krijgen waarbij mensen zélf gemotiveerd zijn om zich gezond te gedragen, wordt sinds de jaren negentig geëxperimenteerd > 31
Gezond werken. Hoe krijg je je collega’s zover? Vervolg van pagina 31
met de zogenaamde Participatieve Ergonomie (PE). Dit houdt in dat je een verbetering op je werkplek als team uitdenkt en uitvoert. PE gaat er vanuit dat zorgverleners zelf hun werk het beste kennen en daarom ook prima weten hoe ze problemen kunnen oplossen. Essentieel is wel dat je de tijd neemt om het probleem vast te stellen en met elkaar op te lossen. Bijvoorbeeld: ‘als ik bloeddruk meet, moet ik altijd heel onhandig op te meter kijken’, oplossing: ‘we hebben de TD gevraagd de meters te verplaatsen’. Er worden kleine ‘oplosgroepjes’ gemaakt die steeds samen een afgebakend probleem te lijf gaan. Die groepjes worden bijvoorbeeld door de ergocoach begeleid. Door op deze manier te werken doe je als ergocoach een stap zijwaarts, voorkom je weerstand, werk je aan intrinsieke motivatie bij je collega’s en loop je niet meer voor de muziek uit, maar ben je als enthousiaste meedenker aanwezig om het proces op gang te houden.
Creativiteit En in het onderwijs zie je een soortgelijke ontwikkeling. Het bleek dat een klassiek afgenomen proefwerk het eigen initiatief van de leerling niet echt stimuleerde. Leerlingen gaan dan proefwerk gericht studeren. Zij doen alleen wat echt noodzakelijk is en leren alleen wat zij denken dat de docent gaat vragen. De vergelijking met jouw werk als ergocoach ligt voor de hand. Wanneer je collega’s niet intrinsiek gemotiveerd zijn, voldoen ze, om gedoe met jou of jullie leidinggevende te voorkomen, doen ze alleen wat
echt nodig is. Ze denken niet met je mee, nemen geen initiatief en gebruiken hun creativiteit niet om samen met jou de problemen op te lossen. Sterker nog, het komt dan zelfs voor dat ze die creativiteit juist gebruiken om de oude ongezonde gewoontes vol te kunnen houden (ondanks jouw adviezen!).
Probleem gestuurd oplossen (PGO) Er is toen onderzocht hoe de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de leerling voor het eigen leren verhoogd kan worden. In andere woorden, er werd
Gras laten groeien In het zakenleven zien we deze ontwikkeling ook. De traditionele manager, die controleert, bestuurt en leidt, wordt steeds vaker vervangen door een coach die zijn medewerkers uitdaagt, enthousiasmeert en de ruimte biedt om tot optimale prestaties te komen. In sommige agenda’s staan vaak van die uitspraken en eentje slaat in dit verband precies de spijker op z’n kop: ‘het gras groeit niet harder door er aan te trekken’. Want het heeft geen zin om medewerkers voort te trekken, te sleuren of te duwen. Het gras zal afbreken. Wel kan de coachende manager de grond zodanig verzorgen dat het gras gaat groeien. De medewerker krijgt dan tijd en ruimte om zijn kwaliteiten en creativiteit optimaal te benutten. In de managementliteratuur gebruiken ze daarvoor het woord ‘empowerment’. Dat betekent zoiets als loslaten, zodat anderen kunnen gaan beginnen. En dat is precies wat je moet doen om vervolgens samen met de collega’s de problemen op je afdeling te lijf te gaan. 32
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
gezocht naar mogelijkheden om de extrinsieke motivatie om te zetten in intrinsieke motivatie. Toen is het ‘probleem gestuurd onderwijs’ ontwikkeld. Hierbij ligt het accent op zelfwerkzaamheid. De frontale lessen zijn voor een groot vervangen door werkgroepjes. Studenten of leerlingen worden geconfronteerd met een probleem en vervolgens proberen zij een antwoord op de vraag te geven door zich te verdiepen in de materie. Dat kunnen ze doen door in de bibliotheek te gaan zoeken, internet te raadplegen of bij deskundigen navraag te doen. De docent kan zonodig richting geven aan het zoekproces. Jij als ergocoach kunt ook op deze manier werken. Je collega’s leren zelf in groepjes - maar altijd met deskundige supervisie en uiteraard met de ergocoach - ergonomische knelpunten op de werkplek te signaleren, analyseren, oplossen en evalueren. Daarmee stimuleer je de eigen creativiteit van je collega’s, nemen ze sneller initiatief, zijn ze minder afwachtend en heb je ook draagvlak om de uiteindelijke oplossing ook inderdaad te gaan gebruiken. Het op deze manier als ergocoach werken noemen we Probleem Gestuurd Oplossen (PGO).
Probleembenul Het werken aan de hand van de PGO methodiek vereist wel dat iedereen begrijpt dat er een probleem is. Je moet wel enig ‘probleembenul’ hebben. Hoe krijg je nu voor elkaar dat iedereen er inderdaad van overtuigd is dat het voorovergebogen werken op de gipskamer een probleem is? Of dat de transfer met een bepaalde cliënt te zwaar is en daardoor om een oplossing vraagt? Om probleembenul te stimuleren zijn diverse methoden met bijbehorende instrumenten ontwikkeld. Allereerst kun je daarvoor de zogenaamde analyseinstrumenten gebruiken. Aan de hand van een dergelijk instrument kunnen jij en je collega’s zélf een bepaald probleem ontdekken. Naast deze analyseinstrumenten is het gebruik van foto’s vaak zeer effectief om ‘probleembenul’ Untitled-1 1
20-11-2008 09:35:27
te creëren. Met een digitale camera is het vrij eenvoudig om goede beelden van knelpunten binnen je team, te maken en te projecteren. Essentieel is dan om vervolgens je collega’s zélf en samen te laten beoordelen in hoeverre er sprake is van een knelpunt. Dat moet dan uiteraard aan de hand van de Praktijkrichtlijnen gedaan worden. Belangrijk voordeel is dan dat je niet als ergocoach moet ‘verkopen’ aan je collega’s dat er een probleem is, maar dat het team zelf aan de hand van de foto’s en de Praktijkrichtlijnen tot die conclusie komt.
Waar vind ik de oplossingen? Nadat jij en je team inderdaad hebben vastgesteld dat er een probleem is dat om een oplossing vraagt moet je wel een oplossing weten of vinden. Hoe kan jij als ergocoach je collega’s helpen om zélf oplossingen te verzinnen voor de door hen zélf vastgestelde problemen? Pas op, want hierin schuilt wéér het gevaar dat jij de oplossing gaat aandragen, waardoor je toch weer voor de muziek uitloopt, niet werkt aan draagvlak, weerstand oproept en het gevaar loopt dat jouw oplossing wordt afgeschoten (ondanks het feit dat het mogelijk een uitstekende oplossing is!).
Het afspreken van ‘wie doet wat wanneer’ Nu je gewerkt hebt aan het probleem benul, je met elkaar aan de slag bent gegaan om oplossingen te formuleren is het tijd geworden afspraken te maken. Duidelijk moet zijn ‘ wie wat wanneer gaat doen’ om deze oplossingen inderdaad in de praktijk te brengen. Een handig hulpmiddel daarvoor is het AktieBlok. Op het AktieBlok leg je verantwoordelijkheden (wie), taken (wat) en een tijdsplanning (wanneer) vast. Daarmee is de vrijblijvendheid er af, je kunt er immers altijd bij de betreffende persoon op terugkomen. Een format van het AktieBlok kun je downloaden op www.ergocoaches.nl, vul het in en maak twee kopieën. Er zijn inmiddels instellingen die werken met een digitaal AktieBlok. Dat staat dan op hun Intranet. Dit artikel is een bewerking van hoofdstuk 11 in het Basisboek voor de Ergocoach van uitgeverij Elsevier (Mol, I. et al). Dit boek beschrijft de basiskennis van ergocoaching en is bestemd voor beleidsmakers in de zorgverlening, ergocoaches, ergotherapeuten en fysiotherapeuten. Ook is het boek geschikt als studieboek voor ergocoaches in opleiding. Te bestellen bij de (internet)boekhandel.
Analyse-instrumenten (om probleembenul te krijgen): • BeleidsSpiegel (checkt in hoeverre het beleid fysieke belasting in een organisatie volledig is) • TilThermometer (checkt in hoeverre er door de zorgverleners conform de Praktijkrichtlijnen wordt gewerkt) • Rug- of RisikoRadar (checkt in hoeverre er door de medewerkers van de ondersteunende diensten conform de Praktijkrichtlijnen wordt gewerkt). • HZ –Meter (checkt in hoeverre er door de medewerkers van de huishoudelijke zorg, als onderdeel van de Thuiszorg, conform de Praktijkrichtlijnen wordt gewerkt) • ErgoIncoCheck (checkt in hoeverre er op het snijvlak van incontinentie zorg en ergonomie conform de Praktijkrichtlijnen wordt gewerkt)
33
(Advertenties)
20 jaar LOCOmotion, met dank aan jullie! LOCOmotion bestaat 20 jaar en daar zijn
Slimme oplossingen kenmerken de ergocoach
we best een beetje trots op. Klein begonnen en klein gebleven. Als we terug kijken is er veel veranderd, heel veel. Fysieke overbelas ting komt minder voor, ondanks dat cliënten zorgbehoeftiger zijn. Wij hopen dat we daar ook een bijdrage aan hebben geleverd. Maar dat kon alleen samen met heel veel enthou siaste en gedreven mensen in zorginstellin gen, ErgoCoaches, bewonersverenigingen, clientenorganisaties, vakbonden, werkgevers verenigingen, leveranciers van hulpmidde len,
onderzoeksinstituten,
sectorfondsen,
ZonMw en ministeries .... en vooral die prach tige zorgverleners die ons steeds ongelofelijk veel leerden door 'gewoon' hun werk te doen en ons daarin te laten delen. Graag werken
Slimme oplossingen om fysieke belasting tegen te gaan hoeven niet altijd geld te kosten. Vaak zijn dat soort oplossingen dan ook verzonnen door zorgverleners zelf. Want die kunnen veel doen met weinig. De knijper is daar een mooi voorbeeld van.
we mèt jullie nog jaren door om samen met jullie die prachtige zorg uitvoerbaar te houden!
www.locomotion.nu www.q2care.com www.goedgebruik.nl
Toonaangevend in preventie fysieke belasting
Als je een transfer doet met een stalift, en de cliënt draagt een jurk, dan glijdt de jurk steeds naar beneden als je bezig bent met het ondergoed of het incontinentiemateriaal. In de praktijk zie je dan zorgverleners met één hand de kleding omhoog houden en dus nog maar een hand hebben voor de andere handelingen Niet handig èn in een voorovergebogen houding. De oplossing is een knijper, of een grote haarklem. Klem de onderrand van de rok of jurk met de knijper onder de kraag van de jurk of blouse. Zorg ervoor dat je het kledingstuk voldoende hoog vastklemt, zodat je de onderkleding (en eventueel panty en incontinentiemateriaal) zonder belemmering goed aan kunt trekken. Klem de knijper na gebruik aan je uniformjasje, dan heb je hem altijd bij de hand. De knijpers of haarklemmen koop je gewoon bij het warenhuis, maar er zijn ook leveranciers van incontinentiemateriaal die ze gratis aanbieden (maar dan wel met een logootje … ).
Elspeterweg 124 8076 PA Vierhouten T 0577-412171 www.tilcentrum.nl
Tilcentrum biedt totaaloplossingen voor tilen transfervraagstukken in de gezondheidszorg. Bronaanpak staat hierin centraal. Tilcentrum blijft toonaangevend door: innovatie, educatie en product- en dienstverlening op maat. Tilcentrum biedt een totaal tilconcept aan van producten en diensten. Til- en hygiënehulpmiddelen Service en Onderhoud
Opblaasopstakussen
Advies en Training
Toonaangevend in preventie fysieke belasting 34
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
08188
Vallen kan hele nare gevolgen hebben, zowel voor de cliënt als voor de zorgverlener. Voorkomen lukt echter niet altijd. En wat doe je als een cliënt op de grond ligt? Een interessant hulpmiddel in dergelijke geval-
len is bijvoorbeeld het Opblaasopstakussen. Door de cliënt in vier compartimenten ‘omhoog te pompen’ genereer je ongelofelijk veel kracht. Het Opblaasopstakussen kan bijvoorbeeld 450 kilo omhoog brengen. Handig als er een obese cliënt is gevallen. Een nadeel is dat je het Opblaasopstakussen natuurlijk eerst onder de cliënt moet zien te prutsen. Zeker als de cliënt is gevallen valt dat niet altijd mee. In de meeste gevallen kun je door één of twee keer kantelen de cliënt goed op het Opblaasopstakussen krijgen. Ook moet je bij het opblazen goed opletten dat de cliënt niet kapseist. Het dus handig als je met z’n tweeën bent. Omdat je het Opblaasopstakussen in een vrij klein koffertje kunt doen, maar 3,6 kilo weegt, weinig ruimte inneemt (in vergelijking met bijvoorbeeld een tillift) en ook buiten is gebruiken zou het ook geschikt zijn voor de Thuiszorg en de Ambulances.
Steun nodig? Aan de MobiBar Ergocoaches en hun begeleiders van het Utrechtse AxionContinu deden in het kader van Zorg Voor Beter onderzoek naar de mogelijkheden van de zogenaamde MobiBar™. De MobiBar, ontwikkeld door beddenfabrikant Hill-Rom, is een steuntje
dat onder het bed weggeklapt kan worden. De cliënt kan zichzelf daaraan optrekken en vervolgens opstaan. De MobiBar™ blijkt allereerst een waardevol hulpmiddel te zijn bij het opstaan en gaan zitten vanuit en naar het bed voor cliënten in de Mobiliteitsklassen A, B en de relatief ‘goede’ cliënten in Mobiliteitsklasse C. Ook kan het hulpmiddel er toe bijdragen dat een deel van de cliënten in Mobiliteitsklasse D met een stalift kan worden verplaatst in plaats van met een passieve lift. Daarnaast kan het hulpmiddel tijdwinst opleveren. De potentiële tijdwinst zit in de volgende handelingen: • een deel van de cliënten in Mobiliteits klasse B die normaliter met hulp van een zorgverlener opstaan kan dat bij aanwezigheid van de Mobibar zonder hulp. • e en deel van de cliënten in Mobiliteits klasse C die normaliter met een actieve lift verplaatst moet worden kan nu met de MobiBar (met hulp van een zorgverlener) opstaan. • een deel van de cliënten in Mobiliteits klasse D kan nu met de actieve tillift worden getild (in plaats van met de passieve tillift). Bijzonder is dat dit hulpmiddel ‘eenduidige informatie’ geeft. Cliënten, ook cliënten met de ziekte van Alzheimer, bleken het handvat heel goed als zodanig te herkennen en er zonder enige instructie gebruik van te maken. De MobiBar nodigt daartoe uit. Ook geeft het handvat een gevoel van veiligheid. Dit in tegenstelling tot wanneer de cliënt ‘grip’ moet zoeken op bijvoorbeeld een slap matras. Belangrijk is tenslotte dat de inzet van dit hulpmiddel ook de kwaliteit van zorg kan verbeteren. Het gaat dan om zaken als een toename van de zelfredzaamheid, eigenwaarde en het gevoel van veiligheid. De ergocoaches en hun begeleiders van het Utrechtse AxionContinu hebben de voor- en nadelen, tips, de precieze doelgroep, voorwaarden voor het gebruik, de relatie met NDT en de mening van de cliënt over MobiBar gedetailleerd uitgewerkt in het rapport ‘Hierbij nodigen wij u uit’. Je kunt dit rapport downloaden op www.ergocoaches.nl. 35
Vraag & antwoord
Welke hulpmiddelen heb je? Project Ergocoaches ondersteunt ergocoaches en agressiecoaches door het organiseren van regionale en landelijke bijeenkomsten maar ook door het produceren en distribueren van promotie- en informatiemateriaal. Je bestellingen kun je doen via www.ergocoaches.nl, van alle producten word je één exemplaar gratis toegestuurd, met uitzondering van het Gebruiksboekje. Bij bestelling van meerdere exemplaren voor je eigen informatiemarkt of bij de introductie van ergocoaches in je organisatie, worden alleen verzendkosten in rekening gebracht.
Het promotiemateriaal: • Registreer je als ergocoach (informatiefolder Project Ergocoaches) • Registreer je als agressiecoach (informatiefolder Project Ergocoaches) • Poster Project Ergocoaches (A3 formaat) • Poster ‘Stel de Karvragen’ (A3 formaat) • Poster ‘Gebruik de 1,2,3 regel’ (A3 formaat) • Ansichtkaart ‘Til er niet te zwaar aan’ • Ansichtkaart ‘Gefeliciteerd’ • Ansichtkaart ‘Prettige vakantie’ • Ansichtkaart ‘Samen coachen’ • Ergocoach Paspoort zorg (compleet met toelichting en basisdocument) • Ergocoach Paspoort ondersteunende diensten (compleet met toelichting) • Foldermapje ‘Alles op een rijtje’ (beperkte hoeveelheid beschikbaar)
16. Werkhouding 17. Beter beeldschermwerk 18. Schoonmaken 19. Baby’s & kleine kinderen 20. Praktijkrichtlijnen 21. Rijden met rolstoelen 22. Zwangerschap & werk 23. Tillen: de technieken
Serie Praktijkinformatiefolders Agressie in de zorg 1. Leren de-escaleren 2. Alarm slaan 3. Agressie melden 4. Veilig op huisbezoek 5. Eerste opvang na een agressie-incident 6. Steun van je collega’s en nazorg
1. Wassen van cliënten 2. Aan- en uitkleden van cliënten 3. Draaien of kantelen in bed 4. Zorgverlenen 5. Goed gebruik van glijzeilen 6. Douchen van cliënten 7. Slings voor passieve tilliften 8. Van zit naar lig 9. Hoe kies je de juiste lift 10. Handige ruimtes 11. Bedden 12. Rijden 13. Ruimtegebrek 14. Steunkoushulpmiddelen 15. Steun bij steunkousen 36
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
1. Weerstand tijdens lichamelijke verzorging van cliënten. Hoe ga je er mee om? 2. Draagvlak creëren: niet alleen in naam maar ook in de praktijk 3. De ergocoach en de preventiemedewerker “Jouw gezondheid is een collega waard” 4. Zelfredzaamheid van cliënten 5. Vergrijzing in de zorg 6. Invoeren van innovaties 7. Incontinentie in de zorg: Kunnen als je moet 8. Incontinentie is niet vanzelfsprekend 9. Incontinentiemateriaal een vak apart? En vergeet niet alle businesscases van Platform Zorginnovatie samen met de gratis rekenmodules, deze vind je als downloads op www.ergocoaches.nl. Ook op de site vind je alle producten in digitale vorm die voor de branches in de zorg zijn ontwikkeld om fysieke belasting in de zorg te verminderen.
(Advertentie)
Het informatiemateriaal: Serie Praktijkinformatiefolders fysieke belasting
Serie Dossierinformatie Fysieke belasting in de zorg
J_bjpeh]dWWh [[d^e][hd_l[Wk
In bijna elk magazine behandelde de redactie van ErgoCoach Magazine de afgelopen jaren vragen over situaties waar jij in je dagelijks werk mee te maken hebt. In dit nummer doen we er vier tegelijk, allemaal over tillen.
Lastarm, sporten, afschuifkrachten en tillen? vraag Wat is nou precies de ‘lastarm’?
vraag Wat zijn afschuifkrachten?
antwoord
antwoord
De lastarm is een natuurkundig begrip: ‘de afstand tussen het steunpunt en de plaats op de hefboom waar de kracht van de last aangrijpt’. Als je een pak suiker tilt is dat in gewoon Nederlands de horizontale afstand tussen je hand en je schouder. De lastarm bepaalt voor een heel groot deel de belasting op je lichaam. Hoe verder je iets van je af tilt, hoe groter de lastarm en hoe zwaarder het voelt. Eigenlijk weten we dat allemaal. Er is geen mens die met zijn weekendboodschappen in zijn vooruit gestrekte armen (en dus met een grote lastarm!) de supermarkt uit loopt. Uit dit begrip ‘lastarm’ volgt de belangrijkste tilles: til en draag alles zo dicht mogelijk bij je lichaam.
Als je voorovergebogen tilt krijg je een grote lastarm en wordt je lijf extra belast. Als je voorover én gedraaid tilt krijg je een soort (af)schuif- of schuine krachten in je wervelkolom. Onderzoek laat zien dat deze zogenaamde ‘shear forces’ erg worden onderschat en voor een belangrijk deel overbelasting in de rug veroorzaken. Vermijd dus draaien met je romp, zijwaarts buigen of combinaties van die bewegingen. Zéker wanneer je tilt, maar ook bij statische houdingen is een voorgebogen én gedraaide houding erg belastend.
vraag Is sporten goed voor je rug? antwoord
I /%)&+"+*%-+, : /^c[d5i^aiZX]c^Z`#ca L/lll#i^aiZX]c^Z`#ca
Om gezond te tillen, heb je behoorlijk wat energie nodig. Vooral tillen met gebogen knieën kost veel energie; je moet dan, behalve de last, ook je hele lichaam weer omhoog tillen. Bij het tillen met een gebogen romp geldt dat veel minder. Mensen met een slechte conditie kiezen daarom vaak sneller voor tillen met gebogen romp, ook als het beter is om vanuit de knieën te tillen. Kortom: als je gezond wilt tillen (en dat wil je als ergocoach ….), heb je een extra reden om je lichaam in een goede conditie te houden.
vraag Is het beter om alleen te tillen? antwoord De tilnorm is 23 á 25 kilo. Til je zwaarder dan is vaak sprake van overbelasting. Als je een passieve cliënt van 70 kilo met z’n tweeën tilt, dan til je allebei ongeveer 35 kilo en word je dus allebei overbelast. Als je alleen tilt, wordt er maar één overbelast. Het maakt in dit geval niet zoveel uit hoeveel je wordt overbelast, overbelast is overbelast. Daar komt nog bij dat je als je samen tilt je per dienst vaker moet tillen dan wanneer je dat alleen zou doen. De cliënten moeten immers uit bed. Als je samen tilt word je dus vaker overbelast. Tot zo ver de theorie. In de prakrijk betekent dit dat we een passieve cliënt van 70 kilo helemaal niet moeten tillen, ook niet samen. Gebruik daarvoor de tillift en die kun je meestal prima in je eentje bedienen.
37
(Advertenties)
Trainingen Agressie Preventie Agressiehantering en beleid agressiepreventie; Voorkomen en hanteren van verbale agressie; Opvang en begeleiding na schokkende gebeurtenissen. Wim van Es Traint sinds 1984 op deze onderwerpen en heeft hierover workshops verzorgd op de landelijke ergocoachdagen in 2007 en 2008. Kenmerken van deze trainingen: praktijkgericht, persoonlijke aandacht (schriftelijke intake, groepen van 5-10 deelnemers), mits anders aangegeven 60% van de tijd trainingsacteurs als sparringpartner. De trainingen zijn door individuele medewerkers te volgen (open inschrijving). Ze kunnen ook voor groepen uit uw organisatie verzorgd worden (maatwerk). Op mijn website vindt u de programmabeschrijvingen en andere trainingen en diensten die ik aanbied.
Zie www.bureauvanesrbb.nl (kies training en doelgroepen) of bel 0622540677
;\JID<mfclk`fe1
Zfd]fik\e\i^fefd`\ eljXd\e`eedl`j
Met de SRM Evolution werkt u in een neutrale, spierspanning verlagende positie. Door de natuurlijke grip komt de beweging uit de totale arm waarmee onnodige belasting van hand, pols en schouder wordt voorkomen. Daarnaast kunnen uw duim, wijs- middel- én ringvinger nu ontspannen blijven rusten. Klikken voelt nu heel ontspannen. De SRM Evolution is optisch, USB en geschikt voor kleine en medium handen, leverbaar voor links- en rechtshandige gebruikers. Neem conctact op voor nadere informatie of een demonstratie. showroom: ‘s Gravelandseweg 248 3125 BK Schiedam s t. 010 470 26 11 of kijk op www.backshop.nl
38
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
Kort nieuws
Agenda
Een 8- voor de ErgocoachDagen 2008!
Wil je weten waar je in 2009 terecht kunt voor ergocoach cursussen of scholingen? Voor de actuele agenda kun je kijken op www.ergocoaches.nl!
Als onze cijfers omhoog gaan met de jaren dan hebben we als Projectteam Ergocoaches nog een hele kluif aan de ErgocoachDagen 2009. Want voor het eerst hebben we een 8- gescoord voor het evenement voor ergocoaches en agressiecoaches in de zorg, de landelijke ErgocoachDagen. Voor het derde achtereenvolgende jaar hebben we deze georganiseerd in het congrescentrum in Nieuwegein waar we door de bouw van nieuwe workshopruimtes een nog breder workshopprogramma konden opzetten met extra, zeer vakgerichte workshops. Regionaal is het niet haalbaar om deze specifieke workshops te organiseren omdat ze slechts voor kleine groepen interessant zijn maar door éénmaal per jaar een landelijk evenement te organiseren kunnen we ook deze ergocoaches en agressiecoaches een workshoppakket op maat aanbieden. Ook voor het eerst georganiseerd: de haptonomiedag. Een succes als we de aanmeldingen en de evaluaties mogen geloven, met zelfs deelnemers die twee dagen in Nieuwegein aanwezig waren. Een dag voor haptonomie en de volgende dag voor drie reguliere workshops en de Carrousel. Geweldig als dit mogelijk is in je organisatie. Natuurlijk waren er ook enkele workshops met wat minder goede cijfers, bij de organisatie van onze volgende ErgocoachDagen zullen we hier zeker rekening mee houden. Ook hebben we veel aanvragen gekregen voor meer workshops voor organisaties en instellingen in de sector welzijn. Nog een aandachtspunt voor 2009, maar we zijn erg blij dat ergocoaches en agressiecoaches in zulke grote getale hun kennis en ervaring hebben kunnen bijspijkeren dit jaar. We hopen dat het Ergocoach Paspoort nu een nuttig instrument blijkt te zijn om te bepalen aan welke kennis je behoefte hebt op de volgende ErgocoachDagen. Laat ons dit weten op
[email protected]! Tot slot een woord van dank aan alle organisaties en instellingen die hebben deelgenomen aan de informatiemarkt en aan de Carrousel, want zonder hun aanwezigheid en inzet zouden de Ergocoach Dagen niet mogelijk zijn.
Colofon December 2008 ErgoCoach Magazine, is een uitgave van Stichting RegioPlus en wordt gratis toegezonden aan ergocoaches, agressiecoaches en andere betrokkenen bij de preventie van fysieke belasting en agressie in de zorg die zich hebben aangemeld op www.ergocoaches.nl.
15-01-2009 Opleiding tot Ergocoach, Zoetermeer
02-06-2009 Basiscursus Ergocoach niet-cliëntgebonden taken, Zwolle
Aan dit magazine werkten mee: Angelique van Beuzekom, Marrian Enserink, Annemarie Klaassen, Hanneke Knibbe, Nico Knibbe, Hugo Mutsaers, Mayke Peters, Frans van Vught.
27-01-2009 Basiscursus Ergocoach cliëntgebonden taken, Zwolle
09-06-2009 Basiscursus Ergocoach, cliëntgebonden functies, Zuid Holland
Redactie en productie: ylm, Meteren
03-02-2009 Basisopleiding Ergocoach cliëntgebonden taken, Amsterdam
11-06-2009 Ergocoach cursus Transfertechnieken op haptonomische basis, Zuid-Holland
05-02-2009 Basiscursus Ergocoach cliëntgebonden taken, Zwolle
02-07-2009 Basiscursus Ergocoach, niet-cliëntgebonden taken, Zwolle
10-02-2009 Basisopleiding Ergocoach cliëntgebonden taken, Amsterdam
10-09-2009 Basisopleiding Ergocoach niet-cliëntgebonden taken, Amsterdam
05-03-2009 Basiscursus Ergocoach cliëntgebonden taken, Zwolle
17-09-2009 Basisopleiding Ergocoach niet-cliëntgebonden taken, Amsterdam
17-03-2009 Basisopleiding Ergocoach cliëntgebonden taken, Amsterdam
29-09-2009 Basisopleiding Ergocoach niet-cliëntgebonden taken, Tilburg
24-03-2009 Basisopleiding Ergocoach cliëntgebonden taken, Tilburg
01-10-2009 Basiscursus Ergocoach, niet-cliëntgebonden functies, Zuid Holland
31-03-2009 Basisopleiding Ergocoach cliëntgebonden taken, Tilburg
06-10-2009 Basisopleiding Ergocoach cliëntgebonden taken, Tilburg
02-04-2009 Basiscursus Ergocoach cliëntgebonden functies, Zuid Holland
08-10-2009 Basiscursus Ergocoach niet-clientgebonden functies, Zuid-Holland
09-04-2009 Basiscursus Ergocoach cliëntgebonden functies, Zuid-Holland
15-10-2009 Basisopleiding Ergocoach niet-cliëntgebonden taken, Amsterdam
19-05-2009 Basisopleiding Ergocoach cliëntgebonden taken, Tilburg
03-11-2009 Basisopleiding Ergocoach cliëntgebonden taken, Tilburg
26-05-2009 Basiscursus Ergocoach niet-cliëntgebonden taken, Zwolle
09-11-2009 Basiscursus Ergocoach niet-cliëntgebonden functies, Zuid-Holland
Inhoudelijke bijdrage: LOCOmotion Fotografie: Diederik van der Laan, Hill-Rom, Hans Oostrum Fotografie, Guido Benschop Illustratie: Auke Herrema Vormgeving: RAAK Grafisch Ontwerp, Utrecht Druk: Klomp Grafische Communicatie, Amersfoort Oplage: 11.000 Project Ergocoaches Stichting RegioPlus Gebouw de Leeuwenhoek Ierlandlaan 29 2713 HG Zoetermeer E-mail:
[email protected] Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Ondanks de uiterste zorgvuldigheid waarmee deze uitgave tot stand gekomen is, is Stichting RegioPlus niet aansprakelijk voor (druk)fouten, noch voor de inhoud van teksten en de daaruit vloeiende feiten, omstandigheden en gevolgen. Overname van teksten is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie. Redactie: E-mail:
[email protected] Adverteren: Voor adverteren in het ErgoCoach Magazine kunt u contact opnemen met Stichting RegioPlus, email
[email protected] of tel. 079 - 323 03 19. Deze uitgave is ook als PDF te downloaden op www.ergocoaches.nl/magazine.html
39
De column van
Hugo Mutsaers Hugo Mutsaers was in 2007 en 2008 werkzaam bij STG/hmf en schreef daar het boek: Ruimte voor Arbeidsbesparende technologie, om in 2035 voldoende zorg te bieden. Speciaal voor ErgoCoach Magazine schreef hij een bericht uit de toekomst over de zorg, we schrijven anno 2028… en we beleven 25 jaar Ergocoaches ‘In 2008 verscheen een speciaal nummer van het ErgoCoach Magazine over de stand van het land na vijf jaar Project Ergocoaches want fysieke belasting, ja, dat speelde toen nog. In 2008 werd ook 40% tekort aan verzorgenden in de ouderenzorg voorspeld voor nu, het jaar 2028. Denktanks dachten dat schrikbeeld te bestrijden door o.a. verpleegkundigen langer te laten werken, tot hun 63ste jaar. Weinigen redden dat: versleten rug, onzekere grip, afnemende kracht. En wat een weerstand was er toen tegen tilliften, opsta-wc’s en draaibedden. Dat kon je de patiënt toch niet aandoen: kil en afstandelijk. Dichtbij de mens, daarvoor ging men in de zorg werken. De wal heeft het schip gekeerd. Pas toen amper nog iemand op vacatures voor ver40
ErgoCoach Jaargang 5, nr. 18
zorgenden solliciteerde, zo rond 2013, kregen we het exoskelet erdoorheen. Een pakketje krachtvermenigvuldiger omgegord en tilliften waren op slag veel minder nodig. Je haalt met één hand iemand uit bad of bed. Werkers in de zorg kregen ook allemaal vanaf 2018 door een GPS-systeem terugkoppeling zodat zij hun gewrichten en spieren optimaal konden gebruiken. Eerst nog via een oortje of een andere zintuiglijke omweg, nu in 2028 is dat zonder die tussenkomst. Ergocoaches noemden het ‘de belastingkiller’. Het was niet voldoende, er waren nog steeds wachtenden zonder zorg. Ook mantelzorgers en vrijwilligers kregen exoskelet en belastingkiller. En nog was het lek van het arbeidstekort niet boven. Versneld werden broze ouderen zelf ook aan de GPS-spierversterkers
gezet, langjarige alleenstaanden zonder mantelzorg. In 2020 lieten we de machine een sprong voorwaarts maken. We moesten wel van de mens als tussenstap van zorglevering af. We versnelden de doorbraak van als mens vermomde machines. De humanoiden, de mensgelijkende robots, kwamen toen al als betaalbaar alternatief op de markt, 20 jaar eerder dan voorspeld. Thee zetten, deur openen, stofzuigen: eerst deden ze nog één-opéén wat de alfahulp deed. Al snel konden ze meepraten met de oudere, met hun baas. In zijn eigen taal of dialect, over zijn eigen favoriete onderwerpen. Net zoals de zorgwerker dat kon. De robotjes kunnen inmiddels gezellig meekwebbelen en een kaartje leggen. De oudere heeft er aanspraak aan, de oudere is niet meer hun baas maar hun gastheer. Ze zitten in de triage, anamnese en bloedsuikerbepalingen, ze letten op gewicht, voeding en beweging. Is de humanoide robot een ergocoach geworden? In ieder geval is het ergocoach-gedachtengoed alomtegenwoordig. Geen reden meer om het anno 2028 op de agenda te houden… Hugo Mutsaers