Dossier 12 De eerste keer
VVKSO-werkgroep Natuurwetenschappen en ethiek VVKSO - 2000
Dossier 12 - De eerste keer
Leerlingenmodule 1
Welkom
Vrijen kan verrukkelijk zijn, elkaar eens lekker knuffelen en dicht van elkaar genieten. Maar, in hoeverre zijn wij, jongeren, daar aan toe? Is het zo dat de schaduw van AIDS en Dutroux over onze leefwereld hangt? Zijn we zo vrijgevochten in ons gedrag als de publieke opinie het soms laat uitschijnen? Gaan wij zomaar met iedereen naar bed? In dit dossier gaan we samen even in op deze problematiek, aan de hand van cijfers die we ontlenen aan een onderzoek. Het onderzoek had betrekking op jongeren tussen 15 en 19 jaar. Ook peilen we naar je kennis van voorbehoedsmiddelen. We zullen nadenken over de cijfers en samen overleggen wat wel of niet kan. We surfen daarvoor eventjes naar een website waar de informatie staat. Hieronder wordt uitgelegd hoe je die opstart. Hou alvast wat schrijfgerief klaar: het kan nuttig zijn om jullie bevindingen op dit antwoordblad te noteren en achteraf te vergelijken met de juiste antwoorden. Het is niet de bedoeling om snel-snel doorheen de website te surfen, maar wel om per twee rustig te overleggen.
2
Hoe start je de website op?
Start een webbrowser op (Explorer, Netscape…) Wanneer de computer vraagt om on-line te gaan, antwoord je "nee". Als je op diskette werkt, tik dan in het vak adres: A:\myweb5\index.htm. Werk je vanop de vaste schijf of vanop een website, dan zal de leraar je het juiste adres geven. Vanaf nu kan je rustig verder surfen door te klikken op objecten als de cursor in "een handje" verandert.
3
Vragen en antwoorden
3.1
Vraag 1
Men stelde aan jongeren tussen 15 en 19 jaar de volgende vraag:
Vind je geslachtsgemeenschap toegelaten vóór het huwelijk?" Vooraf moet je zelf eens nadenken over die uitspraak. • Welk antwoord zou je zelf geven? •
Som enkele argumenten op pro of contra gemeenschap voor het huwelijk.
•
Onder welke voorwaarden acht je geslachtsgemeenschap wel of niet aanvaardbaar?
VVKSO
Dossier 12 - Leerlingenmodule
Blz.3
In het onderstaande tabelletje zijn enkele percentages opgenomen; slechts 2 cijfers zijn correct. Van welke cijfers vermoed je dat ze juist zijn? Jongens Meisjes
25% 22%
53% 56%
77% 60%
88% 72%
90% 94%
Omcirkel het antwoord waarvan je vermoedt dat het juist is, en ga dan kijken naar de juiste antwoorden.
3.2
Antwoord 2
Waarom denk je dat: • 15/16-jarigen lager scoren dan 18/19-jarigen?
•
3.3
werkenden hoger scoren dan studerenden?
Vraag 2
In vraag 1 werd gepeild naar de toelaatbaarheid van geslachtsgemeenschap voor het huwelijk. Veel persoonlijker is de vraag :
"Heb je reeds geslachtsgemeenschap gehad?"
De vraag werd aan dezelfde jongeren gesteld. Welke percentages uit het onderstaande tabelletje komen overeen met de realiteit? Jongens Meisjes
15% 12%
26% 31%
57% 52%
78% 82%
90% 91%
Noteer je keuze en vergelijk met de resultaten van het onderzoek Vergelijk de cijfers in de tabel bij het antwoord: • Wat kan je daaruit besluiten?
•
Probeer eens samen enkele aanwijzingen te vinden die het verschil verklaren tussen "zeggen" en "doen".
VVKSO
3.4
Dossier 12 - Leerlingenmodule
Blz.4
Vraag 3
In het onderzoek werd ook nagegaan in hoeverre de aard van de partnerrelatie invloed had. Vooreerst werd gepeild naar de toelaatbaarheid van geslachtsgemeenschap:
Vind je geslachtsgemeenschap met • een toevallige partner • je vriend(in) • je liefje • je verloofde toegelaten vóór het huwelijk? Vervolgens werd gevraagd naar de ervaring:
Heb je geslachtsgemeenschap gehad met: een toevallige partner je vriend(in) je liefje je verloofde?
3.5
•
In de opgesomde relaties zit een gradatie. Leg de verschillen uit.
•
Voel je deze gradatie zo aan?
•
Voorspel in onderling overleg, voor beide vragen en voor elke relatie, de percentages jaantwoorden en noteer ze.
Antwoord 3 •
Vergelijk jullie voorspellingen met deze cijfers.
•
Welke verschillen stel je vast tussen jullie voorspelling en de feitelijke score?
•
Formuleer hoe jongeren denken over geslachtsgemeenschap binnen een relatie, misschien kan het tekstje uit de website daarbij helpen.
VVKSO
3.6
Dossier 12 - Leerlingenmodule
Blz.5
Vraag 4
Aan jongens en meisjes werd gevraagd
Op welke manier en door wie werd het initiatief tot het eerste seksueel contact genomen? Het onderzoek hebben we grafisch uitgedrukt op de website. • Formuleer enkele verschillen in gedrag tussen jongens en meisjes.
3.7
•
Een subtiel vraagje: wat blijkt uit de vergelijking van 4 en 5 en uit de vergelijking van 2 en 3?
•
Zouden die niet elkaars spiegelbeeld moeten zijn?
Vraag 5
Even een test: zijn de volgende uitspraken juist of foutief? Eerst je antwoord aankruisen, dan kijken!
Uitspraak 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
De pil is het meest betrouwbare anticonceptiemiddel. Als je de pil eens vergeet kan dat geen kwaad. Je moet de pil telkens na een jaar een tijdje stoppen. Van de eerste keer kan je niet zwanger worden. De pil kan je vrij in de apotheek krijgen. De morning-after pil is enkel geschikt voor ‘nood-situaties’: als je onbeschermd toch gemeenschap gehad hebt. Het is best een condoom even vooraf te controleren, bijvoorbeeld door het op te blazen of te vullen met water. Op een pakje condooms staat een vervaldatum. Als je gesteriliseerd bent kan je geen orgasme meer krijgen. Als je aan de huisdokter de pil vraagt en je bent nog geen 18 jaar, dan mag die dat aan je ouders vertellen. De kalendermethode kan alleen betrouwbaar zijn als je een regelmatige cyclus hebt. Een condoom mag je maar één keer gebruiken. Als je de pil neemt, heb je geen eisprong. Tijdens borstvoeding kan een vrouw niet zwanger worden. Een spiraaltje laten inbrengen is meestal pijnlijk als je nog geen kind hebt gehad. In sommige situaties is de pil niet aangewezen.
Antwoord Juist/fout Juist/fout Juist/fout Juist/fout Juist/fout Juist/fout Juist/fout Juist/fout Juist/fout Juist/fout Juist/fout Juist/fout Juist/fout Juist/fout Juist/fout Juist/fout
Dossier 12 - De eerste keer
Leraarsmodule 1
Doelstellingen
Jongeren lijken permissief in hun seksueel gedrag. Komt dit beeld wel overeen met de realiteit? In dit dossier pogen we de leerlingen te laten reflecteren over enkele cijfers van een onderzoek met betrekking tot de seksuele ervaring van jongeren. De cijfers werden ontleend aan een onderzoek van Leni VerhofstadtDeneve en Mark Schittekatte dat gepubliceerd werd in het "Handboek voor leerlingenbegeleiding". Door te werken met tweegesprekken proberen we zo veel mogelijk leerlingen voor hun eigen mening te laten uitkomen. Zoals bij de andere dossiers wordt dan ook geen mening naar voren geschoven, het aanbrengen van statistisch materiaal heeft juist tot doel de leerlingen hun mening te laten toetsen aan de realiteit. Deze realiteit biedt overigens een degelijker beeld van de jeugd dan tegenwoordig in de publieke opinie naar voren komt. Als sluitstuk van het dossier wordt ook gepeild naar de kennis van de leerlingen op gebied van voorbehoedsmiddelen. Het dossier is dan ook bijzonder bruikbaar als inleiding tot het thema voortplanting in lessen biologie, MAVO, godsdienst…
2
Doelgroep
De behandelde problematiek spreekt nog geen jonge leerlingen aan. Daarom stellen we voor het dossier pas vanaf het tweede jaar van de tweede graad aan te reiken. Hoewel er gepoogd is de terminologie zo bevattelijk mogelijk te houden zullen sommige termen hier en daar verduidelijking noodzakelijk maken.
3
Methodologische wenken
De leerlingen ontvangen vooraf de tekst van de leerlingenmodule, waarop de vragen staan afgedrukt. Daarna nemen ze per twee plaats voor een computer en starten de website op. Dit wordt ook uitgelegd in de leerlingenmodule. We gaan ervan uit dat de leerlingen een internet-browser kunnen bedienen. Zoniet zal dit nog moeten verduidelijkt worden. De website kan op de diskette en ook on-line geraadpleegd worden op het volgende adres: www.vsko.be/vvkso/projecten/ethiek Dezelfde vragen als op het scherm zijn ook opgenomen in de leerlingenmodule. Het is de bedoeling dat de leerlingen per twee overleggen en hun antwoorden noteren op het antwoordblad en nadien vergelijken met de juiste antwoorden op de website. Wanneer ze de gehele website doorlopen hebben, kan een klassikale discussie gestart worden. Tijdens de tweegesprekken hoeft de leerkracht enkel controle te houden. Tijdens die fase is hij dan ook ter beschikking om de terminologie te verklaren en om de sereniteit van de gesprekken te bewaren. Bovendien moet hij ervoor alert zijn dat sommige specifieke situaties of negatieve ervaringen van leerlingen tot gevolg kunnen hebben dat ze afwijzend staan tegenover deze problematiek.
VVKSO
Dossier 12 - Leraarsmodule
4
Inhoud van de website
4.1
Homepage
Blz. 7
Werkgroep Natuurwetenschappen en Ethiek VVKSO Dossier 12:
De eerste keer
Vrijen kan verrukkelijk zijn, elkaar eens lekker knuffelen en dicht van elkaar genieten. Maar, in hoeverre zijn wij, jongeren, daar aan toe? Is het zo dat de schaduw van AIDS en Dutroux over onze leefwereld hangt? Zijn we zo vrijgevochten in ons gedrag als de publieke opinie het soms laat uitschijnen? Gaan wij zomaar met iedereen naar bed? In dit dossier gaan we samen even in op deze problematiek, aan de hand van cijfers die we ontlenen aan een onderzoek. Het onderzoek had betrekking op jongeren tussen 15 en 19 jaar. Ook peilen we naar je kennis van voorbehoedsmiddelen. We zullen nadenken over de cijfers en samen overleggen wat wel of niet kan. Hou alvast wat schrijfgerief klaar: het kan nuttig zijn om jullie bevindingen te noteren. í Ga verder met vraag 1
4.2
Vraag 1
Men stelde aan jongeren tussen 15 en 19 jaar de volgende vraag:
Vind je geslachtsgemeenschap toegelaten vóór het huwelijk? Vooraf moet je zelf eens nadenken over die uitspraak. • Welk antwoord zou je zelf geven? • Som enkele argumenten op pro of contra gemeenschap voor het huwelijk. • Onder welke voorwaarden acht je geslachtsgemeenschap wel of niet aanvaardbaar? In het onderstaande tabelletje zijn enkele percentages opgenomen; slechts 2 cijfers zijn correct. Van welke cijfers vermoed je dat ze juist zijn? Jongens Meisjes
25% 22%
Onthou je antwoord en kijk naar de juiste cijfers:
53% 56%
77% 60%
88% 72%
90% 94%
VVKSO
4.3
Dossier 12 - Leraarsmodule
Blz. 8
Antwoord 1
Op de eerste 2 rijen van het onderstaande tabelletje zijn de juiste percentages weergegeven op de vraag :
Vind je geslachtsgemeenschap toegelaten vóór het huwelijk? Jongens Meisjes Werkenden Studerenden 15/16-jarigen 18/19-jarigen
77% 72% 82% 70% 67% 82%
In het tabelletje zijn ook enkele andere cijfers opgenomen. Waarom denk je dat: • 15/16-jarigen lager scoren dan 18/19-jarigen? • werkenden hoger scoren dan studerenden?
4.4
Vraag 2
In vraag 1 werd gepeild naar de toelaatbaarheid van geslachtsgemeenschap voor het huwelijk. Veel persoonlijker is de vraag :
Heb je reeds geslachtsgemeenschap gehad? De vraag werd aan dezelfde jongeren gesteld. Welke percentages uit het onderstaande tabelletje komen overeen met de realiteit? Jongens Meisjes
15% 12%
26% 31%
57% 52%
78% 82%
90% 91%
Noteer je keuze en vergelijk met de resultaten van het onderzoek
4.5
Antwoord 2
De resultaten van het onderzoek vind je in de onderstaande tabel: 26% van de jongens en 31% van de meisjes zeggen reeds gemeenschap gehad te hebben. Je krijgt er alweer enkele cijfers bij.
Jongens Meisjes Werkenden Studerenden 15/16 jarigen 18/19 jarigen Totaal
26% 31% 42% 18% 14% 41% 28%
VVKSO
Dossier 12 - Leraarsmodule
Blz. 9
De cijfers liggen nu heel wat lager dan in het eerste tabelletje. • Wat kan je daaruit besluiten? •
4.6
Probeer eens samen enkele aanwijzingen te vinden die het verschil verklaren tussen "zeggen" en "doen".
Vraag 3
In het onderzoek werd ook nagegaan in hoeverre de aard van de partnerrelatie invloed had. Vooreerst werd gepeild naar de toelaatbaarheid van geslachtsgemeenschap:
Vind je geslachtsgemeenschap met • een toevallige partner • je vriend(in) • je liefje • je verloofde toegelaten vóór het huwelijk? Vervolgens werd gevraagd naar de ervaring:
Heb je geslachtsgemeenschap gehad met: een toevallige partner je vriend(in) je liefje je verloofde? • • •
4.7
In de opgesomde relaties zit een gradatie. Leg de verschillen uit. Voel je deze gradatie zo aan? Voorspel in onderling overleg, voor beide vragen en voor elke relatie de percentages jaantwoorden en noteer ze.
Antwoord 3
In het onderstaande tabelletje vind je de percentages over de toelaatbaarheid van en de ervaring met geslachtsgemeenschap in de verschillende relaties.
Met toevallige partner Met vriend(in) Met liefje Met verloofde • •
Coïtus toegelaten
Coïtale ervaring
6% 6% 19% 64%
6% 7% 17% 14%
Vergelijk jullie voorspellingen met deze cijfers? Welke verschillen stel je vast tussen jullie voorspelling en de feitelijke score?
VVKSO
Dossier 12 - Leraarsmodule
Blz. 10
Misschien verwondert het jullie dat het percentage coïtale ervaring met verloofde eerder klein is. Daarom is het ook nuttig te melden dat slechts 22% van de jongeren uit de onderzochte populatie zichzelf verloofd achtte en 68% een relatie met een liefje had. •
Formuleer hoe jongeren denken over geslachtsgemeenschap binnen een relatie, misschien kan het onderstaande tekstje daarbij helpen.
In tegenstelling tot het soms vrij speelse en onbezonnen gedrag van jongeren, maken adolescenten een zeer scherp onderscheid tussen "coïtus" en "intiem vrijen zonder seksueel contact". Intiem vrijen met de verloofde mag van het overgrote deel van de jongeren (93%, d.i. bijna 30% meer tolerantie dan voor de coïtus met de verloofde). Nog duidelijker komt het onderscheid naar voren in de relatie met het liefje. In tegenstelling tot het gereserveerde standpunt tegenover coïtus met het liefje (19%) en de vrij geringe coïtuservaring binnen deze relatie (17%) vindt 69% van de ondervraagden geen bezwaar in intiem vrijen met het liefje. De coïtus schijnt dus wel voor de meesten geassocieerd te zijn met de verloofdenrelatie. Anderzijds vermeldden niet minder dan 45% seksuele intimiteit (zonder seksuele gemeenschap) met hun liefje.
4.8
Vraag 4
Aan jongens en meisjes werd gevraagd
Op welke manier en door wie werd het initiatief tot het eerste seksueel contact genomen? Het onderzoek hebben we grafisch uitgedrukt.
• • •
4.9
Formuleer enkele verschillen in gedrag tussen jongens en meisjes. Een subtiel vraagje: wat blijkt uit de vergelijking van 4 en 5 en uit de vergelijking van 2 en 3? Zouden die niet elkaars spiegelbeeld moeten zijn?
Vraag 5
Is het je opgevallen dat 12% van de meisjes en 4% van de jongens bij een eerste contact werkelijk overrompeld worden? Als je daarbij bedenkt dat de kans op bevruchting toch wel groot is bij een eerste coïtus, moet er dan niet aan contraceptie gedacht worden? Even een test: zijn de volgende uitspraken juist of fout?
VVKSO
Dossier 12 - Leraarsmodule
Uitspraak
Blz. 11
Antwoord
1.
De pil is het meest betrouwbare anticonceptiemiddel.
juist
2.
Als je de pil eens vergeet kan dat geen kwaad.
fout
3.
Je moet de pil telkens na een jaar een tijdje stoppen.
fout
4.
Van de eerste keer kan je niet zwanger worden.
fout
5.
De pil kan je vrij in de apotheek krijgen.
fout
6. 7.
De morning-after pil is enkel geschikt voor ‘noodsituaties’: als je onbeschermd toch gemeenschap gehad hebt. Het is best een condoom even vooraf te controleren, bijvoorbeeld door het op te blazen of te vullen met water.
juist fout
8.
Op een pakje condooms staat een vervaldatum.
juist
9.
Als je gesteriliseerd bent kan je geen orgasme meer krijgen.
fout
10. 11.
Als je aan de huisdokter de pil vraagt en je bent nog geen 18 jaar, dan mag die dat aan je ouders vertellen. De kalendermethode kan alleen betrouwbaar zijn als je een regelmatige cyclus hebt.
fout fout
12.
Een condoom mag je maar één keer gebruiken.
juist
13.
Als je de pil neemt, heb je geen eisprong.
juist
14.
Tijdens borstvoeding kan een vrouw niet zwanger worden.
fout
15.
Een spiraaltje laten inbrengen is meestal pijnlijk als je nog geen kind hebt gehad.
juist
16.
In sommige situaties is de pil niet aangewezen.
juist
VVKSO
Dossier 12 - Leraarsmodule
Blz. 12
4.10 Toelichtingen bij de antwoorden 4.10.1 De pil is het meest betrouwbare anticonceptiemiddel Het antwoord is juist, wat mag blijken uit de onderstaande tabel. % vrouwen dat accidenteel zwanger raakt binnen het jaar van gebruik van de anticonceptieve methode (Pearl-Index) Laagst verwacht (2)
Typische (3)
Laagst gerapporteerd (4)
Sterilisatie van de man
0,1
0,15
0
Sterilisatie van de vrouw
0,2
0,4
0
Prikpil
0,3
0,3
0
Methode (1)
Pil
3
Minipil
0,5
1,1
Combinatiepil
0,1
0
Spiraaltje (IUD)
0,8
0,5
Condoom
2
12
4,2
Pessarium
6
18
2,1
Cervixkapje
6
18
8
Coïtus interruptus
4
18
6,7
Periodieke onthouding
20
Temperatuurmethode
2
12,6
Billingsmethode
3
10,5
Kalendermethode
9
14,4
Zaaddodende middelen
3
21
0
Geen
85
85
43,1
1. Kolom 1 vermeldt de diverse anticonceptiemethodes. 2. De tweede kolom ('laagst verwacht') geeft de zwangerschapsgraad weer bij correct en consistent gebruik van een anticonceptiemethode. 3. De derde kolom ('typische') geeft het percentage weer van het aantal accidentele zwangerschappen bij 'modale' vrouwen die het voorbehoedsmiddel gedurende één jaar gebruiken. Dit percentage houdt rekening met mogelijke fouten bij het gebruik.
VVKSO
Dossier 12 - Leraarsmodule
Blz. 13
4. De vierde kolom ('laagst gerapporteerd') geeft het laagste cijfer weer dat in de wetenschappelijke vakliteratuur te vinden is. Indien men percentages over de verschillende jaren heen wil berekenen, dan dient men cumulatief te werk te gaan. Vrouwen die b.v. vijf jaar lang de prikpil gebruiken, lopen een zwangerschapsrisico van 0,3x5=1,5%. Som enkele factoren op die de verschillen verklaren tussen de cijfers in de drie kolommen? Dat niet alle voorbehoedsmiddelen even betrouwbaar zijn, weet iedereen. Sommige middelen zijn veilig, andere absoluut onbetrouwbaar. De cijfers zijn tot stand gekomen op basis van een analyse van onderzoeksresultaten van tientallen, vooral Amerikaanse studies naar de betrouwbaarheid van diverse voorbehoedsmiddelen. De tabel werd overgenomen van de website van het CGSO: www.cgso.be; Meersstraat 138B, 9000 Gent (09)221 07 22.
4.10.2 Als je de pil eens vergeet, kan dat geen kwaad Dit is zeker niet het geval! Is er minder dan 36 uur verstreken sinds de laatste opname, dan moet je onmiddellijk de vergeten pil innemen en ga je verder met de strip door de volgende pil op het juiste moment in te nemen. Heb je bijvoorbeeld de pil op zondagvond vergeten en stel je dat op maandagmorgen vast (je laatste pil nam je dus op zaterdagavond) neem dan onmiddellijk de vergeten pil in en neem maandagavond gewoon de volgende pil zoals voorzien. In dat geval blijf je gewoon beschermd. Indien er meer dan 36 uur verstreken zijn, of indien je verschillende pillen vergeten hebt, dan ben je voor de rest van de cyclus niet langer tegen een eventuele zwangerschap beschermd. Het is dan absoluut noodzakelijk dat je tot op het einde van de strip met pillen andere anticonceptieve maatregelen neemt (bv. een condoom). Je moet de pil tot op het einde van de strip innemen (en de vergeten pillen in de verpakking laten) om de continuïteit van de hormonale werking op je organisme te waarborgen en om onverwachte bloedingen zo veel mogelijk te vermijden. Op het einde van de strip las je de gebruikelijke pauze van 7 dagen in, tijdens dewelke de menstruatie gewoonlijk optreedt. Indien je menstruatie tijdens deze pauze niet optreedt, spreek er dan onmiddellijk met je arts over vooraleer een nieuwe strip te beginnen. Ben je een pil verloren, dan volstaat het de volgende pil te nemen. Het enige gevolg ervan zal zijn dat je een dag vroeger ongesteld zal zijn. Noteer in elk geval dat de kalender, die als geheugensteun op de strip gedrukt staat, met één dag zal verschoven zijn.
4.10.3 Je moet de pil telkens na een jaar een tijdje stoppen Dit is niet waar. Vroeger dacht men dat af en toe eens moest, maar als je de motivatie bij de vorige stelling goed gelezen hebt, dan weet je dat de bescherming nihil is wanneer je een paar pillen overslaat. Na het stoppen met de pil kunnen de menstruaties een tijdje uitblijven, je hebt dan geen controlemiddel meer om uit te maken of je al dan niet zwanger bent.
VVKSO
Dossier 12 - Leraarsmodule
Blz. 14
De huidige generaties pillen worden ook veel beter verdragen door de vrouw dan de eerste generaties: de concentraties aan hormonen zijn beter uitgebalanceerd en veel lager dan in het begin. De voorkomende bijwerkingen zijn dan ook bijna nihil.
4.10.4 Van de eerste keer word je niet zwanger Fout! Dit is een triest fabeltje waardoor al menig meisje zwanger geworden is. 12% van de meisjes en 4% van de jongens worden bij een eerste seksueel contact overrompeld door de partner en gebruiken geen contraceptieve middelen. De kans op een zwangerschap is dan ook erg hoog.
4.10.5 De pil kan je vrij in de apotheek krijgen Dit is niet het geval. De pil wordt voorgeschreven door een arts. Voor je echter een pilvoorschrift krijgt, zijn een aantal onderzoeken noodzakelijk.. Zo onder meer een inwendig onderzoek. Soms zal de arts dit onderzoek uitstellen tot je, na drie of zes maanden, de eerste keer terug op controle komt. Of als je nog maagd bent, dan zal de arts er mee wachten tot je voor het eerst gevrijd hebt. Het inwendig onderzoek gaat als volgt. De arts voelt met één of twee gehandschoende vingers in je vagina of de baarmoeder en de eierstokken een normale vorm en grootte hebben. Daarna wordt een speculum (een toestelletje om in de vagina te kijken) ingebracht. I s de arts kalm en voorzichtig en blijf je zelf rustig en ontspannen, dan doet dit geen pijn. Na het plaatsen van het speculum zal de arts een uitstrijkje voor een preventief kankeronderzoek afnemen. Met een kleine houten spatel worden wat cellen van de baarmoedermond geschraapt en op een glazen plaatje aangebracht. Dat wordt naar een labo gestuurd voor verder onderzoek. In het tweede deel van het onderzoek zal de arts je bloeddruk nakijken, zien of er geen gezwellen in je borsten zijn en eventueel ook je urine laten onderzoeken op suiker. Bij sommige ziekten mag je de pil niet gebruiken. Daarom zal de arts je daarover een paar vragen stellen. Al die onderzoeken laten de arts toe te bepalen of er medische redenen zijn om de pil niet te gebruiken. Als alles in orde is, krijg je een voorschrift. Je kan dan met de pil beginnen. In de beginperiode kan een controle na 3 of 6 maanden nuttig zijn om eventuele nevenwerkingen op te sporen. Ben je tevreden over de pil die je gebruikt, dan volstaat een jaarlijks onderzoek.
4.10.6 De morning-after pil is enkel geschikt voor 'noodsituaties': als je onbeschermd toch gemeenschap gehad hebt Juist ! De morning-after pil, ook wel pechpil genoemd, is geen voorbehoedsmiddel. Het is een soort pil die gebruikt wordt voor noodgevallen: b.v. als je gemeenschap gehad hebt zonder voorbehoedsmiddel te gebruiken, of als een voorbehoedsmiddel gefaald heeft. De pechpil is een middel om achteraf alsnog een zwangerschap verhinderen, het is dus een noodoplossing. Het is niet één maar een reeks pillen in twee vormen: een lichte en een zware. Heb je gemeenschap gehad tijdens de periode van de eisprong, dan zal de arts een zware methode voorschrijven, voor de andere dagen
VVKSO
Dossier 12 - Leraarsmodule
Blz. 15
is er een lichte methode. In ieder geval moet je binnen de 36 uur na de gemeenschap met de kuur beginnen! 4.10.7 Het is best een condoom vooraf te controleren, door op te blazen, te vullen met water... Fout! Condooms zijn slechts dunne latexhulsjes. Hoewel ze stevig zijn moet overmatige rek of trek afgeraden worden, het over een kraan trekken, oprekken door opblazen... kan fijne scheurtjes veroorzaken waardoor het condoom niet meer betrouwbaar is. Dus niet doen!! Denk je dat een condoom niet meer veilig is, neem dan een ander. Na de gemeenschap kan je het condoom natuurlijk wel eventjes over de kraan halen om het te testen. Mocht er tijdens de gemeenschap schade ontstaan zijn aan het condoom, dan zal je een arts moeten consulteren voor een voorschrift van een morning-after pil. 4.10.8 Op een pakje condooms staat een vervaldatum Juist Op een pakje condooms staat inderdaad een vervaldatum, op de individuele verpakking of op het doosje. De vervaldatum wordt voorafgegaan door "EXP". Je mag de vervaldatum niet verwarren met de fabricatiedatum! Dat is de datum die bij een aantal merken ook op de verpakking staat vermeld. Latexcondooms blijven ongeveer vijf jaar goed als ze vacuüm verpakt zijn in plastiek of alufolie en op een niet al te warme plaats bewaard werden. Dus niet laten rondslingeren in de zon, op de centrale verwarming, in de auto... Bewaar ze gewoon op kamertemperatuur, op een donkere plaats, maar zeker niet in de koelkast. Je portemonnee of achterzak is al evenmin aan te raden. Op die plaatsen kan je ze maximaal twee weken bewaren! Latex is een natuurlijke stof die de neiging heeft af te breken in de loop van de tijd. 4.10.9 Als je gesteriliseerd bent, kan je geen orgasme meer krijgen Dit is niet waar.
Bij een sterilisatie bij de man worden de zaadleiders en bij de vrouw worden de eileiders afgebonden of doorgeknipt. Verder gebeurt er niets. De ingreep heeft noch bij de man, noch bij de vrouw enige invloed op de afscheidingen van hormonen door de eierstokken of teelballen. Ook de bezenuwing naar de geslachtsorganen blijft intact. De testes zorgen slechts voor 1/10 van het ejaculaat, de rest komt van de prostaat of de blaasjesklier. Er wordt daardoor geen noemenswaardige invloed op de seksuele bevrediging uitgeoefend.
VVKSO
4.10.10
Dossier 12 - Leraarsmodule
Blz. 16
Als je aan je huisdokter de pil vraagt en je bent nog geen 18 jaar, dan mag die dit aan je ouders vertellen
Gedeeltelijk juist Niet alle artsen zijn bereid om zonder medeweten van de ouders een jong meisje de pil voor te schrijven. Nochtans zijn zij ook ten aanzien van minderjarigen gebonden aan het beroepsgeheim. Je kan ook altijd terecht bij de CLB-arts van je school tijdens het vrij spreekuur. 4.10.11
De kalendermethode kan alleen betrouwbaar zijn als je een regelmatige cyclus hebt
Fout Zelfs in dat geval is de methode onbetrouwbaar omdat een ongewone variatie van de duur van de cyclus zich altijd onverwacht kan voordoen (bv. bij een klimaatverandering, reizen, emoties, enz...). Bij vrouwen met een onregelmatige cyclus is de methode evenmin betrouwbaar , omdat het correct uitvoeren ervan vrijwel neerkomt op een volledige onthouding van gemeenschap. Wil je de vruchtbare periode berekenen, dan moet je over lange tijd, dus een paar jaar, de lengte van de cycli genoteerd hebben. Van de kortste cyclus trek je dan 18 af en dan heb je de eerste fertiele dag, van de langste trek je 11 af en dan heb je de laatste fertiele dag. Reken eens uit voor een kortste cyclus van 25 dagen en de langste van 31 dagen. De betrouwbaarheid blijkt ook uit de tabel bij het eerste vraagje, kijk eventjes terug: 4.10.12 Een condoom mag je maar één keer gebruiken Dit is juist! Je moet verhinderen dat zaadcellen in de vagina kunnen komen en met een gebruikt condoom is de kans behoorlijk groot. Een reeds gebruikt condoom kan nog wat zaadcellen bevatten als het niet goed gespoeld werd. Als het wel goed gespoeld werd zal de zeep de wand misschien beschadigd hebben. Het condoom kan na gebruik ook uitgerekt zijn zodat het gemakkelijk wegglijdt. 4.10.13
Als je de pil neemt, heb je geen eisprong
Dit is juist. De werking van de pil is eigenlijk drievoudig: • De pil verhindert de eisprong. Een eitje komt vrij uit de eierstok omdat de hypofyse een extra dosis FSH (follikel stimulerend hormoon) en LH (luteïniserend hormoon) afscheidt. • Door het toedienen van een hoge concentratie van oestrogenen en progestagenen in de pil, wordt de hypofyse in de maling genomen, ze maakt geen FSH en LH aan en dus zal de eierstok ook geen eitje vrijzetten. • Het baarmoederslijmvlies wordt dunner door het gebruik van de meeste pillen. Mocht er toch een eisprong plaats vinden, dan is het vlies niet meer geschikt om een eicel te ontvangen. Door het progestageen in de pil, wordt de slijmprop in de baarmoederhals extra dik en taai. De zaadcellen kunnen er dan ook niet goed meer doorheen. Volledigheidshalve moeten we opmerken dat de bovenstaande opsomming slechts volledig geldt voor combinatiepillen en meerfasepillen. Bij de minipil en de prikpil zijn de eerste twee effecten minder uitgesproken. 4.10.14
Tijdens borstvoeding kan een vrouw niet zwanger worden
Dit is niet juist. Borstvoeding is een absoluut onbetrouwbaar contraceptief, de kans op een zwangerschap is iets lager dan zonder gebruik van een contraceptief, maar zeker niet onbestaande.
VVKSO
Dossier 12 - Leraarsmodule
4.10.15
Blz. 17
Een spiraaltje inbrengen is meestal pijnlijk als je nog geen kind hebt gehad
Dit is juist. Het is ook om deze reden dat een spiraaltje niet aangeraden wordt bij jonge vrouwen die nog geen kind gehad hebben, de kans op ontstekingen van de eileiders is dan iets verhoogd. 4.10.16
In sommige situaties is de pil niet aangewezen
Dit is juist Een lijstje van nevenwerkingen en contra-indicaties heeft altijd iets beangstigends. Denk er echter aan dat die nevenwerkingen en contra-indicaties slechts zelden optreden en ook door tal van andere factoren kunnen opgewekt worden. Wanneer je zulke aandoeningen vaststelt, zoals hieronder opgesomd, maak dan een afspraak met je arts. Ken je trouwens het verschil tussen nevenwerkingen en contra-indicaties? Nevenwerkingen Oestrogene nevenwerkingen • verhoging van de bloeddruk; • pijnlijke, gespannen borsten; • hoofdpijn; • vocht vasthouden (verdikken); • ... Progestagene nevenwerkingen • acné, vette huid en vette haren; • toenemende gezichtsbeharing; • minder of meer zin in vrijen; • soms uitblijvende menstruaties; • meer eetlust (verdikken); • depressiviteit; • ... Nevenwerking van beide hormonen • misselijkheid; • onregelmatige bloedingen; • ... Contra-indicaties • baarmoederkanker; • te hoge bloeddruk; • bloedingen waarvan de oorzaak niet gekend zijn; • bloedsomloopziekten; • galstenen; • geelzucht; • hart- en vaatziekten; • trombose; • ... Nevenwerkingen: ongewenste verschijnselen die optreden na gebruik van een middel. Contra-indicaties: situaties waarbij je een bepaald middel niet mag gebruiken.
VVKSO
Dossier 12 - Leraarsmodule
5
Praktische informatie m.b.t. het project
5.1
Werkgroep Natuurwetenschappen en ethiek
Blz. 18
De eerste keer is het twaalfde in een reeks dossiers voor de klaspraktijk, waarin ten behoeve van leerlingen van het katholiek secundair onderwijs een bepaald aspect uit de natuurwetenschappen vanuit een christelijkethische invalshoek bekeken wordt. Bij de reeks hoort ook een inleidende tekst waarin de leraar meer gedetailleerde informatie vindt over de doelstellingen en de methodes. Het dossier is samengesteld door de werkgroep Natuurwetenschappen en ethiek, op basis van een idee en teksten van Marc Willems. Met vragen, opmerkingen en ervaringen kan u steeds terecht bij: Werkgroep Natuurwetenschappen en ethiek VVKSO · Guimardstraat 1 · 1040 Brussel Tel. 02 507 06 42 · Fax 02 511 33 57 E-mail
[email protected]
5.2
Auteursrechtelijke bescherming
Het dossier mag door de leraar vrij gekopieerd worden voor didactisch gebruik ten behoeve van de eigen leerlingen. De leraar mag eveneens de tekst van de leerlingenmodule op diskette vrij gebruiken en desgewenst aanpassen voor didactisch gebruik ten behoeve van de eigen leerlingen. Voor het overige zijn alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van het VVKSO.
6
Documentatie en bibliografie
In bijlage is een lijst opgenomen met bruikbare werken rond contraceptie. CGSO, (Centrum voor Geboorteregeling en Seksuele Opvoeding) Meersstraat 138, 9000 Gent (Op dit adres is het documentatiecentrum van het CGSO gevestigd, men beschikt ook over een website: www.cgso.be ) CGSO TREFPUNT, Antwoord op cruciale vragen i.v.m. SOA, 1991, 30 pagina's CGSO-TREFPUNT, Duidelijkheid over de pil, 1992, 49 pagina's CGSO-TREFPUNT, Klein ABC over het juiste gebruik van de pil, 1992, 23 pagina's CGSO-TREFPUNT, Praktische gids voor gebruikers van het condoom,1991, 23 pagina's CGSO-TREFPUNT, Seksueel overdraagbare aandoeningen, 1991, 31 pagina's REP EN ROER, Voorlichting wie wil dat nog?,1996, 30 pagina's DELEU P. DEHAENE T., De liefste omgevers (relationele en seksuele opvoeding thuis), CMBV- project, 1992, 48 pagina's FEDERATIE VAN CENTRA VOOR GEBOORTEREGELING, Algemene informatie i.v.m. sterilisatie bij de man, 1987, 15 pagina's INTERPROVINCIAAL AIDSCOÖRDINAAT, Vragen en antwoorden over aids, 1990, 46 pagina's JEUGD EN SEKSUALITEIT, is een werkgroep die projecten over relatievorming en seksualiteit ondersteunt, naast de uitgave van het tijdschrift REP en Roer kan men er ook terecht voor het ontlenen van video's, aanvragen van sessies…, Wollemarkt 28, 2800 Mechelen, website: www.jeugdwerknet.be/jeugd.en.seksualiteit
VVKSO
Dossier 12 - Leraarsmodule
Blz. 19
JEUGD EN SEKSUALITEIT, Als het vijgeblad valt (seksualiteit en anticonceptie bij jongeren) , 1990, 32 pagina's JEUGD EN SEKSUALITEIT, Wat de boeken zeggen ( Gecommentarieerde bibliografie over relatievorming en seksualiteit), 1990, 57 pagina's NFP VLAANDEREN, Vicki een les in liefde, 1997, 44 pagina's REP EN ROER, Jeugdliefdes in de jaren negentig, 1993, 57 pagina's REP EN ROER, Seksualiteit en anticonceptie bij jongeren, 1993, 30pagina's SCHITTEKATTE M., VERHOFSTADT-DENEVE L., Onderzoek omtrent seksuele normen en gedragingen bij adolescenten, Handboek voor leerlingenbegeleiding , Kluwer Editorial, Afl.5, april 1992, 20 pagina's WERKGROEP RELATIONELE EN SEKSUELE VORMING VSKO, de werkgroep relationele en seksuele vorming van het VSKO poogt binnen het katholiek onderwijs de problematiek te ondersteunen, er zijn enkele documenten ter beschikking zoals de Checklist voor RSV, een kijkwijzer voor video's, een gecommentarieerde bibliografie… De publicaties zijn ook terug te vinden in de mededelingen van het VVKSO, onder het klasseringsnummer 64.11. Deze mededelingen zijn op iedere school beschikbaar. Wie geïnteresseerd is kan ook contact opnemen met het secretariaat van de werkgroep: Monique De Visscher 02 507 07 83, Guimardstraat 1, 1040 Brussel.