door Peter van Kester
MANUFACTUREN
Houtmanufacturen
MANUFACTUREN
Serie manufacturen: Deel 3
Manufacturen beheersen eeuwenoude technieken, hebben hooggekwalificeerde vakmensen in dienst en leveren kwaliteit. Om aansluiting te vinden bij een nieuw, jonger publiek gaan veel manufacturen samenwerken met ontwerpers van naam. 51
Hoe verloopt die samenwerking? Leidt de ambachtelijke aanpak tot vernieuwingen in vorm en techniek? Wat voor producten levert het op en bereiken deze de consument? Opent dit designbeleid perspectieven voor de toekomst?
Arco. Nomad tafel, Jorre van Ast, 2009. Leverbaar in balsa, populier, eik, es
Items
2-2012
52
Ook Pastoe uit Utrecht combineert ambacht en industrie. Algemeen directeur Remco van der Voort die in 2006 Harm Scheltens opvolgde, noemt de productie van Pastoe ‘industrieel ambachtelijk’: “Het UMS in onze naam staat voor Utrechtse Machinale Stoel- en Meubel fabriek. De
53
UMS PASTOE UMS PASTOE (1913, Utrecht) staat voor Utrechtse Machinale Stoel- en Meubelfabriek. Pastoe is sterk in de afwerking en montage van MDF en spaanplaat. Het bedrijf werkt graag samen met ontwerpers die in hun tijd toonaangevend zijn en nam ontwerpen van onder meer Cees Braakman, Shiro Kuramata, Hannes Wettstein, Maarten van Severen, Aldo van den Nieuwelaar, Shigeru Uchida, Vincent Van Duysen en Scholten & Baijings in productie. Het bestverkopende Pastoe-product is Vision van Mazairac & Boonzaaijer. PASTOE viert volgend jaar zijn honderdjarig bestaan met een publicatie en een tentoonstelling in de Kunsthal in Rotterdam. Pastoe is een privéonderneming met 50 medewerkers en een jaaromzet van € 5.5000.000. www.pastoe.com
Arco. Nomad tafel, Jorre van Ast, 2009. Leverbaar in balsa, populier, eik, es
vroegtijdig overleden ontwerpers Maarten van Severen en Aldo van den Nieuwelaar bevinden zich nog steeds in de collectie. Sinds zijn aantreden probeert Van der Voort de losse verzameling meubels van ontwerpers tot één beeld te smeden dat hij omschrijft als ‘meubels van weinig woorden’: bescheiden, minimaal, tijdloos en ruimtelijk. Van der Voort: “Wij streven naar een toegankelijker merk en producten die passen in het beeld van Pastoe. Op basis daarvan en om hun handschrift kiezen wij ontwerpers. Pastoe producten moeten consumenten en (interieur-)
architecten stimuleren inventieve toepassingen te bedenken.” Ontwerpers voor Pastoe bezoeken altijd de fabriek zodat zij een grondige indruk van de productie krijgen. Scholten & Baijings roemen de superieure afwerking van Pastoe, dat vooral plaatmateriaal bewerkt, maar ook aluminium, acrylaat en vlasvezel. “Het MDF wordt net zo lang gelakt en geschuurd tot de gewenste, gladde afwerking ontstaat,” vertelt Carole Baijings. “Dat gebeurt grotendeels machinaal, maar iedere plaat gaat meerdere malen door menselijke handen.” Voor
Pastoe ontwierpen zij het kastensysteem SHIFT met schuifdeuren van gekleurd acrylaat waar afstandsbedieningen geen last van ondervinden, zodat de deuren tijdens het instellen niet open hoeven. Het acrylaat werd bedrukt met een verloop van een bepaalde kleur en als de ene voor de andere deur schuift, ontstaan er interessante mengkleuren. Veranderde visie Door de globalisering verliezen de meubels van veel producenten aan identiteit. Niet die van het jonge familiebedrijf Mattiazzi. In tegenstelling tot veel Italiaanse meubelmerken die vooral verkoopen marketingorganisaties zijn geworden en hun producten elders laten maken, produceert Mattiazzi zelf. Zij opereren vanuit de lokale productiecultuur; een netwerk van gespecialiseerde ateliers rond Udine. Toch is Mattiazzi geen geitenwollen achterafbedrijfje. Er werken kundige ambachtsmensen die geavanceerde freesmachines hanteren en houten producten maken op een manier die soms net zo complex is als het maken van injectiegespoten kunststof. Het bedienen van dergelijke machines beschouwt Mattiazzi ook als een ambacht. Nadat het bedrijf jaren als onderaannemer een reputatie
Arco. Deskbox, Raw Edges, Yael Mer & Shay Alkalay, 2012. Staal met epoxylak, massief eiken
combinatie van ambacht en industrie is voor ons al bijna honderd jaar oud. Omdat we veel waarde hechten aan vakmanschap en kwaliteit ondersteunen wij de productie met industriële middelen.”
Pastoe heeft altijd met ontwerpers van naam gewerkt. Momenteel zijn dat o.a. Pierre Mazairac & Karel Boonzaaijer, Shigeru Uchida, Vincent Van Duysen en Scholten & Baijings. Meubels van de
ARCO Het familiebedrijf ARCO (1905, Winterswijk) is gespecialiseerd in tafels, stoelen, kasten en banken. Het hecht grote waarde aan design, duurzaamheid, functionaliteit, gebruiksvriendelijkheid en materiaalkeuze. Arco produceert technisch hoogwaardige meubels, waarin materialen zowel industrieel als ambachtelijk worden toegepast. Artistiek directeur Jorre van Ast ontwikkelt een lange-termijn samenwerking met ontwerpers als Ineke Hans, Bertjan Pot en Shay Alkalay. Bij het honderdjarig bestaan in 2005 schreef Arco de succesvolle ontwerpwedstrijd Arco12 uit, in 2011 gevolgd door de workshop Arco Okay. Arco telt 50 medewerkers en verstrekt geen winstcijfers. www.arco.nl Pastoe. SHIFT, Scholten & Baijings, 2012. Lichtdoorlatend acrylaat en gelakt MDF
Items
2-2012
54
MANUFACTUREN
MANUFACTUREN
Eigenlijk bestaan er geen houtmanufacturen meer. Zelfs ambachtelijke bedrijven combineren tegenwoordig handwerk met industriële machines. Dat is precies wat deze bedrijfstak zo boeiend maakt. Toch zouden ontwerpers actiever moeten nadenken over een nieuw bestaansrecht voor het ambacht binnen de industrie, vindt Jorre van Ast, artistiek directeur van het ruim honderdjarige Arco in Winterswijk. Nu plaatsen zij het teveel op een voetstuk en isoleren het in een nichemarkt waarin het toch al gevangen zit. Van Ast: “De wisselwerking tussen industrieel en ambachtelijk houdt ons zeer bezig.” Hij noemt de tafel SLIM van Bertjan Pot, waarvan de industriële, metalen kern met de hand wordt gefineerd. Van Ast: “Sommigen bestempelen de tafel als nep, maar Arco heeft hier een stap gezet. Bertjan buitte beide materialen uit en combineerde het sterke, industriële metaal met het tactiele en ambachtelijke hout. Hij wees ons op de ambivalentie tussen ambacht en industrie en dat zette ons aan het denken!” Van Asts eigen Nomad tafel past ook in deze benadering. In het blad combineerde hij licht en snel groeiend balsa- en vurenhout, essenhout omdat je dat goed kunt draaien en eikenhout voor de afwerking. Op een vacuümtafel, ooit gekocht om Corian te bewerken, wordt hij vacuümgetrokken. Van Ast: “Daarmee is het geen industriële of ambachtelijke tafel: het is een andere invulling van het ambacht.” Ontwerpers houden Arco scherp. “Ze voegen door hun innovatieve ideeën en hun kijk op materialen iets toe aan een product.” zegt Van Ast. “Werken met Bertjan is als pingpongen, de ideeën vliegen over en weer en zo ontstaat er echte samenwerking. Heel anders dan wanneer een ontwerper alleen maar tekeningen opstuurt.” Arco zoekt een balans tussen vernieuwende ideeën en goedverkopende meubels. “Toen we honderd jaar bestonden schreven we een grote ontwerpopdracht uit en dachten wij na afloop de resultaten voortaan te gaan produceren. Maar onze klanten waren daar niet aan toe en gingen niet mee.” De ingenieuze Pivot van Shay Alkalay is wel succesvol. Het wandmeubel slaat vooral in het buitenland aan en bezorgt Arco interessante contacten met progressieve winkels.
RIVA1920 (1920, Cantù) werd opgericht door Nino Romano Riva, en wordt inmiddels door de derde generatie geleid. Oorspronkelijk leverde het bedrijf vooral maatwerk, sinds 1990 ontwikkelt het ook eigen collecties. Riva1920 verwerkt uitsluitend massief hout op duurzame wijze. Men wil traditie en vernieuwing samenbrengen en bouwde naast de fabriek een houtmuseum dat het verhaal van drie eeuwen ambachtelijke houtbewerking in Cantù vertelt. Na de aanslag op het WTC in New York maakten hedendaagse ontwerpers met Riva1920 vijf tafels in het oeroude Kauri-hout. Ze werden geveild bij Christie’s ten bate van de families van de omgekomen brandweerlieden. Bij het bedrijf werken 84 medewerkers. www.riva1920.it
Ook Riva1920 wil het eigen karakter van hout onderstrepen. Volgens ontwerper David Chipperfield ontkennen de huidige industriële technieken het levende karakter van hout. Zij maken er vooral panelen
MANUFACTUREN
Riva1920. Briccole Venezia, Matteo Thun, 2010. Eikenhout
RIVA1920
“De ontwerpers hebben een cultuur geïntroduceerd om betekenisvolle producten te maken, zonder overbodige details.”
van of passen het toe als een soort ‘kleur’ in meubels. Chipperfield was een van de deelnemers aan een interessant project dat Riva1920 bij zijn negentigjarig bestaan initieerde. Het familiebedrijf van Davide, Maurizio en Anna Riva opereert sterk ecologisch. Men verwerkt uitsluitend massief hout, gebruikt natuurlijke verbindingen (duvels), oliën en was, en zoekt een levende dialoog met het verleden. “We moeten koesteren wat we van onze voorouders erfden. We zijn op de grenzen gestuit en moeten nu denken aan onze toekomst en die van onze kinderen.” Vanuit deze bedrijfsfilosofie vroeg Riva1920 internationale ontwerpers, architecten, modeontwerpers en kunstenaars om afgeschreven meerpalen van Venetië opnieuw te gebruiken. Deze eikenhouten palen, gemiddeld twintig tot veertig centimeter dik en maximaal vier meter lang, staan doorgaans tien jaar in de lagune,
Mattiazzi. Branca, Sam Hecht, Industrial Facility, 2010. Leverbaar in diverse houtsoorten
MATTIAZZI MATTIAZZI (1978, San Giovanni al Natisone) is een jong familiebedrijf, opgericht door de broers Nevio and Fabiano Mattiazzi, dat opereert vanuit de lokale productiecultuur rond Udine. Er werken 20 kundige ambachtsmensen die geavanceerde freesmachines hanteren. Nadat jaren als onderaannemer de reputatie van virtuoze alleskunners op te bouwen, bouwt men nu aan een eigen collectie met onder meer opmerkelijke stoelen van Sam Hecht, de gebroeders Bouroullec en Konstantin Grcic. www.mattiazzi.eu Mattiazzi. Osso, Ronan en Erwan Bouroullec, 2011 Leverbaar in diverse houtsoorten
55
Items
2-2012
56
MANUFACTUREN
opbouwde van virtuoze alleskunners, werkt het nu aan een eigen collectie. Nitzan Cohen werd gevraagd de art directie op zich te nemen. Inmiddels telt de collectie fraai gedetailleerde stoelen zoals de Branca van Sam Hecht en de Osso van Ronan en Erwan Bouroullec. De samenwerking met ontwerpers heeft hun visie veranderd, mailt het bedrijf: “De ontwerpers hebben een cultuur geïntroduceerd om betekenisvolle producten te maken, zonder overbodige details. Hun zoektocht naar precisie, tot in het kleinste detail, is nu regel bij Mattiazzi. In al deze ontwerpen vertelt hout nu zijn eigen verhaal en drukt het zijn eigen waarden uit. Ook beïnvloeden ontwerpers het productieproces soms ingrijpend.” Zo presenteerde Mattiazzi in Milaan een nieuwe essenhouten stoel van Konstantin Grcic die gemaakt werd volgens een voor het bedrijf nieuw procédé.
MANUFACTUREN
KARIMOKU (1940, Kariya) is een van de grootste meubelfabrikanten in Japan. Het bedrijf produceerde aanvankelijk houten onderdelen voor allerhande machines en begon na 1960 ook meubels te produceren. Het bedrijf streeft naar een combinatie van ‘high tech’ en ‘high touch’ en bereikt dit via ambachtelijk-industriële productiemethoden. Voor de aanlevering van verantwoord hout plant Karimoku zelf bossen aan. Toen men ontdekte dat harde houtsoorten zoals eiken, kastanje en esdoorn vooral tot pulp werden vermalen voor de papierindustrie besloot men dit hout ook voor meubels te gaan gebruiken. Het leidde ondermeer tot de oprichting van Karimoku New Standard, een divisie waarin Karimoku samenwerkt met westerse ontwerpers. www.karimoku.com
onderhevig aan de getijden en allerlei organismen die hun sporen erop achterlaten. Veel ontwerpers maakten krukjes, vitrines of boekenkasten van de in blokken gezaagde palen. Een aantal ging verder en combineerde het aangetaste materiaal met glas, staal en gepolijst hout. In de tafel van Matteo Thun bijvoorbeeld contrasteert het ruwe, houten blad met de gladde poten. Volgens Thun kun je hout uitstekend hergebruiken en zo de levenscyclus van dingen verlengen. Dit betekent vaak dat sporen van vorige functies zichtbaar blijven. Dat maakt de toekomstige ontwerper tot een ‘levenscyclusmanager’ en het ontwerpproces tot een uitdaging, waarin het onvolmaakte een bonus wordt. Het project Tra le briccole
di Venezia had zoveel succes dat er inmiddels een tweede versie is uitgeschreven. Japan: terug naar de bron Aan de andere kant van de wereld beraden houtfabrikanten zich eveneens op hun functioneren. Een van Japans grootste meubelfabrikanten, Karimoku, benoemde in 2009 de jonge ontwerper Teruhiro Yanagihara tot creatief directeur. Nieuwsgierig naar wat westerlingen met hun technieken zouden doen, benaderde men Europese ontwerpers. Dat resulteerde in de Karimoku New Standard Collectie uit 2010, met meubels als de lage tafeltjes van Scholten & Baijings, die opvielen door een frisse en technische perfectie en een niet-Japans karakter. Scholten &
Karimoku New Standard Japan. Colour Bins, Scholten & Baijings, 2012. Kastanjehout Foto: Takumi Ota
Karimoku New Standard Japan Colour Wood Dining, Scholten & Baijings, 2012. Kastanjehout Foto: Takumi Ota
57
Items
Maruni. Hiroshima, Naoto Fukasawa, 2010. Tafel en stoel. Beukenhout
met de Japanners vereist diplomatie. De Japans sprekende Zwitserse agent van Karimoku, David Glaettli, speelde hier een belangrijke rol. Hij vertaalde niet alleen hun vragen, maar goot deze ook in een Japanse vorm. Stefan: “Wij trokken Karimoku uit hun comfort-zone en haalden het uiterste uit bepaalde beperkingen. De fabriek doet er nu zijn voordeel mee.” Een andere interessante Japanse speler is Maruni, in 1928 opgericht door Takeo Yamanaka. Hij was geboeid door de manier waarop het hout in tempels en woonhuizen eeuwenlang ambachtelijk was gecultiveerd. En door westerse meubels. Hij slaagde erin ambachtelijke principes binnen de industrie te integreren en maakte Maruni tot de grootste producent van westerse meubels in Japan. Omstreeks 1990, toen de verkoop stagneerde door de opmars van goedkope Aziatische imitaties, keerde het bedrijf terug naar zijn wortels, geïnspireerd door architect-ontwerper Masayuki Kurokawa die stelde dat Japanse meubels in westerse stijl weinig historische betekenis hadden en dat Maruni zich beter kon beraden op de eigen tradities. Het resulteerde in het NextMaruni project in 2004, waarvoor de fabriek twaalf ontwerpers uitnodigde een stoel te ontwerpen vanuit de Japanse esthetiek. Naast Japanners participeerden ook Jasper Morrison, Michele De Lucchi, Alberto Meda en Harri Koskinen. De collectie bevatte fraai geproduceerde eetkamerstoelen met een bijna Scandinavische uitstraling. Vanuit Hiroshima mailt pr-manager Kozue Ohyama: “De hedendaagse ontwerpers wisten het potentieel van onze fabriek perfect in hun ontwerpen te vertalen. Zodanig dat we elkaar wederzijds versterkten.” Bij Maruni ondersteunt de machine de menselijke hand. Het zagen en de ruwe afwerking gebeuren machinaal, het sorteren, polijsten, assembleren, schilderen en stofferen gebeurt handmatig door ervaren werkers. Maruni streeft
2-2012
Maruni. Hiroshima, Naoto Fukasawa, 2009. Kabinet. Beukenhout
MANUFACTUREN
KARIMOKU
Baijings werden gevraagd op basis van hun collectie Woven Willow uit 2009. Inmiddels ontwierpen zij tafels, een krukje, dienbladen en houten containers, waarin zij het eigen karakter van hout niet wegstopten, maar juist benadrukten. Stefan Scholten: “Karimoku beheert eigen bossen die regelmatig worden uitgedund. Dit ‘uitgedunde hout’ verzagen zij tot latjes en daar zijn we mee gaan werken. Japanners streven een hoge graad van perfectie na, zelfs een sticker moet kaarsrecht zitten. Hout lakken ze helemaal dicht om oneffenheden te verbergen. Wij vonden het juist mooi om de lattenstructuur, de nerven en knoesten te laten zien. Gebruikmakend van hun superieure printtechnieken bereikten we een transparantie waardoor het hout zichtbaar bleef. Het kostte wel grote moeite om hen te overtuigen.” Scholten & Baijings vlogen diverse keren naar Japan om prototypen te beoordelen. Het sturen van computertekeningen werkte niet omdat hun manier van ontwerpen gebonden is aan proefmodellen. Stefan: “Alles moest in zeer korte tijd gebeuren. In juni kregen wij opdracht iets te maken voor de 100% Design Tokyo beurs in november. We zouden worden ingevlogen voor de presentatie, maar vroegen of we eerder mochten komen zodat we de nul-serie konden bekijken. Op het nippertje hebben we nog veranderingen aangebracht.” De communicatie
Maruni. Roundish, Naoto Fukasawa, 2011. Detail stoel. Beukenhout
naar het maken van meubels die over honderd jaar nog geliefd zijn en beantwoorden aan de wereldstandaard. Na het NextMaruni experiment startte het bedrijf een samenwerking met Naoto
Fukusawa, wat leidde tot de klassiekere fauteuils Traditional en tot de Hiroshima Series in 2008: superieur gedetailleerde leunstoelen waarin de invloed van Hans Wegner te bespeuren valt. Van Jasper
MARUNI MARUNI (Hiroshima, 1928) werd opgericht door Takeo Yamanaka die een research instituut vestigde dat de integratie van Japanse, ambachtelijke methodes in de industrie onderzocht. In 1933 kreeg het instituut de naam Maruni. Het ging als één van de eerste Japanse bedrijven massaal meubels produceren. Yamanaka wilde Japan laten kennismaken met de schoonheid van westerse meubels en maakte Maruni tot een van de grootste producenten van westers georiënteerde meubels in Japan. Na de Tweede Wereldoorlog werd de productie verder gerationaliseerd, mede op basis van nieuwe Europese technieken. Omstreeks 1990 keerde het bedrijf terug naar de Japanse wortels, wat resulteerde in samenwerking met Naoto Fukasawa en Jasper Morrison. www.maruni.com
58
MANUFACTUREN
Ware elegance Tot slot terug naar Europa waar twee oude merken interessante nieuwe paden bewandelen. Het Franse familiebedrijf Hermès uit 1837 is vooral bekend om tassen, sjaals en parfums, maar produceert ook meubels, onder meer van de beroemde Art Deco ontwerper Jean-Michel Frank. In 2010 kwamen die opnieuw in productie, een jaar later gevolgd door meubels van Enzo Mari, Antonio Citterio, Denis Montel en Eric Benqué. “We moesten terug naar het verleden om onze wortels te begrijpen en van daaruit een
Hermès i.s.m. B&B. Matières Collectie, Antonio Citterio, 2011. Tafel. Gegrijsd eiken, roestvast staal en kalfsleer
Hermès i.s.m. B&B. Métiers Collectie, Enzo Mari, 2011. Opbergtafel. Canaletto walnoot en kalfsleer
59
HERMÈS HERMÈS (Parijs, 1837) werd opgericht door Thierry Hermès die zadels maakte voor een overwegend adellijke clientèle. Toen zijn klanten vaker gingen reizen, besloot Hermès ook (hut)koffers en reisaccessoires te gaan maken. Kleinzoon Emile-Maurice Hermès begon succesvol tassen te produceren, gevolgd door stoelen van Art Deco ontwerper Jean-Michel Frank, met wie hij bevriend was. Uiteindelijk ontwikkelde Hermès zich tot een luxebedrijf met tassen, mode, sjaals, parfums en tafelgerei. Sinds 2009 is Pierre-Alexis Dumas artistiek directeur. Kiki van Eijk ontwierp dit voorjaar vijf etalages voor Hermès met het thema The gift of time. Hermès heeft ruim 9000 werknemers en maakte in 2011 een omzet van € 2,841.2000.000. www.hermes.com
opening naar de toekomst te maken,” schreef Pierre-Alexis Dumas, telg uit de zesde generatie Hermès, in het begeleidende persbericht. De collectie wordt geproduceerd in samenwerking met B & B en combineert hout met leer, rvs en
marmer. Hij werd gepresenteerd in een papieren paviljoen van Shigeru Ban, dat een metafoor vormde voor lichtvoetigheid en de ambachtelijkheid van Hermès. Hermès werd groot met de productie van lederen zadels en hutkoffers die functioneel en luxueus waren, zonder poespas. Al omstreeks 1915 verwerkte het bedrijf de toen nieuwe ritssluiting in tassen omdat men die praktisch èn mooi vond. Deze no-nonsense mentaliteit verklaart de keuze voor ontwerpers als Enzo Mari en Antonio Citterio. Mari is wars van mode en marketing en streeft naar eenvoud en tactiliteit. Voor Hermès ontwierp hij stoelen en een schrijftafel, bekleed met kalfsleer. Antonio Citterio liet zich vooral inspireren door het vakmanschap en de toewijding die hij aantrof tijdens bezoeken aan de werkplaatsen van Hermès. Voortbouwend op de bedrijfstraditie verdiepte hij zich in antiek reismeubilair. Het klapstoelmotief keert gestileerd terug in de x-vormig gekruiste poten van zijn meubels. Denis Montel en Éric Benqué, huisontwerper van Hermès, tekenden een klassieke leren fauteuil zonder opdringerige vormgeving. Iconisch voor Hermès en kenmerkend voor de nieuwe meubellijn: chique, comfortabel en enigszins bezadigd. Of, zoals Jean Cocteau het uitdrukte, de ‘onzichtbaarheid van ware elegance’. Een vergelijkbaar ‘classicisme’ is terug te vinden bij vleugelbouwer Pleyel. Deze Parijse firma produceert sinds enkele jaren designer-vleugels, bedoeld voor hedendaagse interieurs. De vraag of je design moet loslaten op de klassieke vleugel met zijn in de loop der jaren geperfectioneerde vorm, blijkt gedateerd: de gerenommeerde Jacques-Émile Ruhlmann deed dit al in 1937. Pleyels avontuur met moderne vormgeving kreeg een impuls in 2005 toen Thibault Desombre zijn piano Fidelio geometrische volumen
Items
Pleyel. Piano Lirico, Michele De Lucchi. Foto: Govin Sorel
en metalen poten gaf. Voor de heropening van de gerestaureerde Salle Pleyel in Parijs vroeg Pleyel in 2006 kunstenaar Marco del Re een vleugel te beschilderen met motieven, geënt op de Art Deco decoraties in de foyer.
Deze bevat Art Deco-achtige sofa’s en fauteuils van Hilton McConnico die refereren aan de vorm van de vleugel, ook door het hoogglans lakwerk. Het hierin verwerkte streepmotief zou verwijzen naar notenbalken.
Pleyel beschikt over ambachtelijke werkplaatsen voor hoogwaardige meubelbouw, lakwerk, snaren- en instrumentenbouw, gecombineerd met een digitaal uitgeruste designstudio. Behalve kunstenaars nodigt Pleyel nu ook hedendaagse ontwerpers in deze werkplaatsen uit. Die werken vooral cosmetisch, laten de romp van het instrument in tact en leven zich uit op de poten, de lier en de lessenaar. In 2008 liet Andrée Putman de binnenkant van een vleugel decoreren met een blauwe sterrenhemel en kreeg de muziekstandaard een parelmoeren schaakbordpatroon. In 2010 kwam Michele De Lucchi naar St. Dénis. Hij vertaalde de sierlijk gebogen vorm van de vleugelromp naar de beukenhouten poten, de muziekstandaard, de lier en de steun van de klep. De Lucchi ontwierp ook vitrines voor de meubelcollectie die Pleyel ontwikkelt.
Alle hierboven beschreven producenten integreren ambacht en industrie met succes. Ze leggen eigen accenten: Arco, Mattiazzi en Riva1920 oriënteren zich
2-2012
bewust op het ambacht, Pastoe, Maruni en Hermès keren terug naar hun wortels terwijl Pleyel en Karimoku voorzichtig de samenwerking met ontwerpers ontplooien. In deze serie over manufacturen blijkt de houtsector een van de meest bloeiende, waar de samenwerking met hedendaagse ontwerpers echt vrucht afwerpt met resultaten die hun weg naar de consument vinden.
PLEYEL PLEYEL (Parijs, 1807) is ’s werelds oudste pianobouwer en één van de achthonderd bedrijven die het Franse staatslabel Entreprise du Patrimoine Vivant mogen dragen. De vleugels van Pleyel werden tot 1965 gebouwd in Saint-Denis bij Parijs. Daarna werd het bedrijf gesloten totdat de huidige directeur Hubert Matigny het in 2000 opkocht en het zeven jaar later weer in Saint-Denis vestigde. Het complex bestaat uit ambachtelijke werkplaatsen (fineren, lakken, meubel- en instrumentbouw) en een designstudio. Pleyel levert ook maatwerk en bouwt kopieën van achttiende-eeuwse instrumenten. Er werken 16 mensen en de jaaromzet bedraagt € 2000.000. www.pleyel.fr
60
MANUFACTUREN
Morrison verschenen in 2011 redesigns van bestaande typologieën. Ohyama: “Sinds de samenwerking met Fukasawa hebben we onze merkidentiteit herzien en stijgt de verkoop jaarlijks. Maar de meeste klanten kopen onze producten niet vanwege de naam van de ontwerper, maar om de kwaliteit van het product.”