Communisme
door Mr. L J. M. HAGE Leraar Chr. Kweekschool „De
Driestar"
GOUDA
•
DOEL DER U I T G A V E N :
In de 1 4 e jaargang 1 9 6 1 zijn reeds v e r s c h e n e n : Bijbel — Gods Woord.
Hèt Boek voor het dagelijks leven. No. 1
Het atheïsme vroeger en nu, bij anderen en bij ons No. 2 Hoe staat de Christen tegenover de techniek. No. 7
De vrije tijd — Vrije-tijdsbesteding No. 3
TITELS DER BROCHURES: B R O C H U R E I. Dc Bijbel — Gods Woord Hèt Boek voor het dagelijks leven De Bijbel in haar vertalingen; in haar veelvuldige verspreiding. Het geheim van de Bijbel. De onfeilbaarheid en de autoriteit der Heilige Schrift. Hoe moeten we onze Bijbel lezen ? Welke vertaling ? (Statenvertaling—„Nieuwe Vertaling" ?). Enkele adviezen voor de praktijk. Een brochure, waarin we trachten opnieuw het Heilig Boek te benaderen, het Boek, waarmee zo oneerbiedig, zo nonchalant wordt omgegaan; als jongeren; ook als ouderen.
B R O C H U R E II. Het atheïsme Vroeger en nu, bij anderen en bij ons In de geschiedenis blijkt steeds weer, dat de mens in opstand leeft tegen de Heere. Wat leert de Heere ons van die vijandschap in Zijn Woord ? In het pantheïsme, het deïsme, het atheïsme toont de mens, hoe hij bruut-weg Zijn Schepper durft naar kroon en troon te steken. Hoe het atheïsme zich in de natuurwetenschap openbaart. Hoe in de politiek. Hoe het zich durft te verantwoorden. Het nihilisme van nu ! Hoe het atheïsme invreet in ons kerkelijk leven (!). De grote verzoeking, die tot ons allen komt. De schrijver behandelt dit alles zo eenvoudig mogelijk. Een diep ernstig onderwerp, dat ons allen aangaat!
B R O C H U R E III. De vrije tijd Vrije tijdsbesteding
De „goeie ouwe tijd"... zonder auto, zonder bioscoop, zonder radio, zonder televisie, zonder voetbal. Nu zegt menigeen: „Ik ga pas leven, als het werk achter de rug is." Wat er de laatste 50 jaar zoal veranderde. Arbeidstijdverkortingen. Vrije tijd, of onvrije tijd ? Wat heeft dat te betekenen: vrij-zijn ? Denkt er aan: vrije tijd is óók Gods tijd. Vrije tijd en opvoeding; en gezin; en...... kerk. Een zeer belangrijk onderwerp voor deze tijd!
B R O C H U R E IV. De echtscheiding Een middel om veel moeilijkheden te ontlopen 1 Vele huwelijken zijn totaal verziekt.
Zou de oorzaak veelal niet liggen vóór de trouwdag ? Wat is liefde ? Wat leert ons de Heilige Schrift omtrent het huwelijk ? Wie de Heere samengevoegd heeft ? Kan het zo zijn, dat de Heere twee gehuwden niet samengevoegd heeft ? Wat zou het betekenen, wanneer de Heere Jezus in Marcus 10 spreekt over het geven van een scheldbrief „om de hardigheid des harten" ? Ieder huwelijk loopt misschien wel even vast. Wat dan ? Echtscheiding is beslist geen middel om huwelijksmoeilijkheden te ontlopen.
BROCHURE V. W i j en het communisme Mr. L. J. M . Hage geeft in deze brochure enig inzicht in de problematiek van het communisme, waarmede we allen van dag tot dag te maken hebben. Tevens komen we te staan voor de ontstellende werkelijkheid, dat de vruchten van de afval van God, Die West-Europa begenadigde met Zijn Woord, wel buitengewoon wrang zijn,
BROCHURE VI. Onze arbeid Is zij zegen of vloek ?
De mens is geboren om ledig te gaan, zich te vervelen ? In het paradijs kreeg Adam de opdracht, de hof te bouwen en te bewaren. Wat zegt de Heere in Zijn Woord over de arbeid ? Toch zijn er zoveel slaven en slavinnen van hun (haar) werk. Waarom geldt het oordeel nog: „In het zweet uws aanschijns zult ge uw brood eten" ? Is nog de aarde om der zonde wil vervloekt? De schrijver spreekt over de mens en de machine; over de leuze: „een menswaardig bestaan", over het stellen van arbeidsvoorwaarden, over het recht van mede-zeggenschap der arbeiders, enz.
B R O C H U R E VII. De techniek De christen en de moderne techniek In de 19e eeuw reisde men nog precies eender als koning Salomo in zijn tijd. En nu, 150 jaar later ? De machtige invloed van de techniek op geheel onze samenleving. Enkele wezenskenmerken van onze huidige maatschappij. Hoe de mens van nu massa-mens wordt. De christen moet zich kritisch op een afstand (Zie vervolg pagina 3 omslag)
BEGELÖOlNGSCENTRUto GEREF. SCHOOLONDERWIJS Bibliotheek
„KOOP
DE W A A R H E I D EN V E R K O O P Z E NIET" 1 4 d e jaargang 1 9 6 1
Spr. 2 3 : 2 3
- No. 5
WIJ EN HET COMMUNISME door
Mr. L. J. M. HAGE LERAAR CHR. KWEEKSCHOOL „DE DRIESTAR" GOUDA
WIJ E N HET C O M M U N I S M E 1.
De conferentie van Wenen.
De conferentie van Wenen ligt weer achter ons. Een ontmoeting van twee elkaar vijandige en vreemde werelden heeft zich onder onze ogen voltrokken, met de snelheid, intensiteit en overmaat aan publiciteit, die zozeer passen in het levenspatroon van mens en maatschappij in deze dynamische, luidruchtige twintigste eeuw. De aandacht van een bezorgde mensheid heeft zich kunnen verzadigen aan de persoonlijkheid en de gedragingen van de beide mannen, die met hun macht de toekomst van deze wereld schijnen te kunnen bouwen of vernietigen. Wij hebben de strijders in deze enkele dagen zozeer van hun uiterlijke, menselijke zijde kunnen benaderen, dat we haast geneigd raken hun strijd te vergeten. Het leek immers bijna absurd, dat één van deze beide mannen beslissingen zou durven nemen, waardoor de mensheid met de ondergang zou worden bedreigd. We kennen echter de afloop. De beide staatslieden zijn uiteengegaan, zonder één stap dichter tot elkaar te zijn gekomen. En reeds brengen zij de volgende zetten in hun dreigende, wereldomvattende politieke schaakspel ten uitvoer. De politieke barometer in onze wereld staat sterker dan voorheen op storm. Weer leven wij onder het ultimatum Berlijn, weer staan wij voor het raadsel Rusland, dat kernstopconferenties aanvangt, om ze tenslotte volkomen te laten vastlopen, dat conferenties nastreeft, zonder uiteindelijk tot onderhandelen bereid te zijn. Het wordt alles nog meer onverklaarbaar, wanneer men dit Wenen ziet in het licht van de door Kroetsjef zo sterk gepropageerde gedachte van vreedzame coëxistentie, die inhield, dat Oost en West, hoezeer ook verschillend in politiek systeem, desondanks vreedzaam naast elkaar zouden kunnen bestaan. Onderhandelingen moesten treden in de plaats van geweld, de hangende kwesties zouden moeten worden opgelost en dan zou de wereld vrede hebben. Hoop was er gewekt in de Westelijke wereld door deze gedachte. Het begrip „coëxistentie" werd van alle kanten geanalyseerd en de gedachtegang begon veld te winnen onder ons, dat sinds Kroetsjefs bewindsaanvaarding het communisme zich in normalere banen ging ontwikkelen en als gevolg daarvan betere betrekkingen met het Westen wilde bereiken. De kwestie Berlijn werd, ondanks haar dreigende aanpak door Rusland, door velen zelfs beschouwd als een poging om nauwer politiek contact met Amerika af te dwingen. De nu zo ver achter ons liggende besprekin3
gen i n Camp David tussen Eisenhower en Kroetsjef, schenen deze gedachte inderdaad steun te verlenen. W e l werd de topconferentie i n Parijs daarna een mislukking, maar de optimisten verklaarden deze mislukking uit het ongelukkige vliegtuigincident met het verkenningsvliegtuig de U 2 en uit de machtsverschuiving in Rusland zelf, waardoor Kroetsjefs positie werd bedreigd en zijn vrijheid van handelen werd beperkt. Thans hebben we dan het topgesprek i n Wenen zich zien voltrekken. Er hebben zich géén ongelukkige incidenten afgespeeld; er waren géén tekenen, die erop wezen dat Kroetsjef onder druk van een machtige communistische groepering in Rusland zijn vrijheid van handelen zou hebben verloren, maar er was óók geen enkele vermelding van, of een verwijzing naar dit steeds door hem - Kroetsjef - zo gepropageerde begrip „vreedzame coëxistentie". Het schijnt te hebben afgedaan. 2. Het communisme blijft onze onverzoenlijke tegenstander.
3. Wenen: de ondergang van een illusie.
Het communisme stond voor ons in de persoon van Kroetsjef, vervuld van een overwinningsroes als nooit tevoren en niet bereid tot een enkele concessie.
Zó is het de taak van President Kennedy geworden om na Wenen de wereld een langgekoesterde illusie te ontnemen: de illusie van een communisme dat naar normale verhoudingen met het Westen streeft. In zijn toespraak tot de Amerikaanse natie heeft hij ons allen de onverzoenlijkheid van het communisme voor ogen gesteld, zoals deze hem na de gesprekken met Kroetsjef duidelijk was geworden. Er ligt geen periode van vreedzame coëxistentie voor ons. Integendeel, naar de woorden van de President zullen de komende tien jaren ons een reeks van crises brengen en strijd om het voortbestaan van onze Westelijke vrije wereld. Een sombere profetie, maar desondanks een winst voor ons allen, want na een reeks van contacten met het communisme, die zich uitstrekt over een periode van ruim 20 jaar, van Jalta tot Wenen, weten wij nu wat onze positie is: wij staan tegenover een onverzoenlijke tegenstander, voor wie alle onderhandelingen slechts etappes zijn i n de strijd om de uiteindelijke totale overwinning, die daarin zal bestaan, dat onze Westelijke democratische orde tot de laatste steen zal worden afgebroken om vervangen te worden door een nieuwe communistische orde. We weten nu definitief, dat jaren van spanning, crises en strijd, i n velerlei vorm voor ons liggen. We voelen de onverzoenlijkheid van onze tegenstander thans aan. Maar onopgelost blijft de vraag: waaróm is het communisme nu een onverzoenlijke tegenstander van onze Westelijke wereld ? Waaróm neemt het met niets meer en niets minder genoegen dan een totale overwinning ? Een klemmende vraag, want wie zou niet 4
willen onderhandelen in een wereld als deze, waarin alles bij een conflict op het spel gezet wordt en gehele beschavingen kunnen ten gronde gericht worden door het geweld der wapenen ? Ons verstand en ons historisch gevoel verzetten zich tegen een dergelijke weigering, maar zij ligt als een onontwijkbare werkelijkheid voor ons. Is dan Kroetsjef blind voor de werkelijkheid ? 4. Het communisme niet te Wanneer wij dergelijke vragen stellen, dan meten met onze moeten wij het antwoord daarop niet trachWesterse maatstaven. ten te vinden met behulp van de ervaring, die ons de politieke geschiedenis van onze Westelijke wereld ons biedt. E n we moeten dit Rusland niet meten met de maatstaven, waaraan wij in onze Westelijke wereld gewend zijn. We zullen ons eraan moeten wennen, dat de communistische wereld een wereld is die anders denkt dan de onze. Ook President Kennedy heeft deze ervaring opgedaan i n Wenen. We laten hem aan het woord: „Ik wilde Kroetsjef - aldus Kennedy - een duidelijk beeld geven „van ons land en zijn politiek, zodat hij zekerheid kreeg van onze „kracht en onze vastberadenheid en wist dat wij vrede wensen „met alle naties, ongeacht welke. Ik wilde hem onze inzichten „direct, precies en realistisch mededelen, met de mogelijkheid van „discussie en verheldering." Een wijze van optreden, waaraan wij ons direct verwant voelen en waarvan wij ons niet kunnen indenken, dat deze geen enkel resultaat zou opleveren, ook al zou dit slechts daarin bestaan, dat er een helderder inzicht i n het standpunt van Kennedy zou worden geboren. Het verloop van dit gesprek toont ons echter, hoe ontoegankelijk de communistische denkwereld voor ons is, wanneer wij haar naar onze Westerse inzichten benaderen. Wij citeren weer President Kennedy: „Het is echter een feit - aldus de President - dat de Sovjets en „wij volledig verschillende opvattingen hebben over de zelfde woor„den: oorlog, vrede, democratie en volkswil. Wij hebben volledig „uiteenlopende standpunten ten aanzien van de vraag wat recht en „onrecht is, wat een binnenlandse aangelegenheid en wat agressie „is. „Bovenal: wij hebben totaal verschillende opvattingen over de situa t i e waarin de wereld verkeert en de richting waarin deze zich „zal ontwikkelen". De President demonstreert ons hiermede de kloof, welke ten aan5
zien van een aantal uiterst belangrijke politieke begrippen tussen beide werelden bestaat. Maar we zouden aan de werkelijkheid van het communisme toch nog volledig voorbijgaan, wanneer we aannemen, dat de verschillen in denken in hoofdzaak zouden liggen op het politieke vlak, zoals deze opsomming schijnt aan te duiden. Deze verschilpunten, die hierboven door President Kennedy worden genoemd, zijn slechts consequenties van een dieper liggende denkwereld, die op een totaal andere basis dan de onze is opgetrokken. In deze denkwereld moeten we ons verdiepen, wil het patroon van de communistische gedragingen en uitingen voor ons enigermate verstaanbaar worden. Maar dat eist van ons, dat we daarbij onze eigen ideeënwereld tijdelijk los laten, om over te stappen in die vreemde gedachtenwereld van het communisme. Een moeilijke onderneming. Want onze levensinstelling, scholing en maatschappelijke ervaring belemmeren ons telkens om deze gedachtenwereld als serieus gemeend te aanvaarden. We kunnen het tenslotte als een logisch samenhangend systeem wellicht erkennen, maar we verwerpen uiteindelijk de mogelijkheid dat de miljoenenmassa van het Russische volk of zelfs de politieke elite daarvan, dit communistische denksysteem als waarheid zouden aanvaarden. Hoogstens willen wij wellicht aannemen, dat dit door de politieke leiding wordt beschouwd als een uiterst praktisch en bruikbaar propaganda-instrument in de strijd om de macht in een verscheurde wereld, waarin de massa's van de onontwikkelde Aziatische en Afrikaanse volkeren nog een keuze moeten doen. Zo zouden wij tenslotte toch weer volharden bij ons Westerse standpunt, dat - ondanks alle verschillen tussen het Westen en het communisme - uiteindelijk in het communisme politiek weer niet meer is dan een vorm van zakendoen. Het uiteindelijke niet-geloven in de ernst van het communisme als1 stelsel, is de kern van de zwakte van onze Westelijke wereld, wanneer zij het communisme tegemoet treedt. Het was het uitgangspunt van de Amerikaanse president Roosevelt in de conferentie van Jalta. In deze grote politieke ontmoeting met het communisme aan het einde van de de Tweede Wereldoorlog, waarin beslist zou worden over de toekomst van Europa, was deze machtigste staatsman van het Westen van oordeel, dat het communisme niet als een factor van belang moest worden beschouwd. Contact met het Westen en verhoging van de levensstandaard zouden spoedig het communisme veranderen. We weten nu waartoe dit standpunt heeft geleid. Bulgarije, Roemenië, Hongarije, Polen, Oost-Duitsland, ze zijn alle daaraan ten offer gevallen. Dit standpunt is thans officieel begraven door een andere Amerikaanse democratische president: President Kennedy. Laten we daarom na vele jaren van ijdele hoop en een eindeloze reeks van teleurstellingen terugkeren tot de realiteit, zoals de feiten ons deze nu meer dan voldoende hebben gedemonstreerd en die ons leren dat het 6
communisme niet een gewone politieke theorie is en niet is te meten met Westerse maatstaven. Wat is het dan wel ? Het is een levensleer, die beweert alle problemen van het aardse bestaan van de communistische mens op te lossen. Het wil voor hem de sleutel zijn, waarmee hij alle vragen kan beantwoorden op elk meer of minder belangrijk levensterrein. Vragen op het terrein van de economie en de politiek, evengoed als vragen op het terrein van de muziek als van de moraal, van de literatuur als van de schilderkunst, van de filosofie als van de beginselen, waarvan de psychologie en zelfs de fysica moeten uitgaan; allen worden zij beantwoord door het alwetende communisme en al deze antwoorden zijn diametraal tegenovergesteld aan de antwoorden, die wij op onze vragen zouden geven. Maar we moeten nog een stap verder gaan. Het antwoord, dat het communisme geeft, de lijnen, die het trekt, zijn niet vrijblijvend, niet discutabel voor de communist. Neen, zij zijn dwingend, want het communisme gaat uit van de grondgedachte, dat het de absolute waarheid brengt, omdat het niet gebouwd is op hypothese, maar omdat het wetenschap is. Daarom meent het op al deze vragen het enige, absoluut ware en afdoende antwoord te kunnen geven. Daarom worden alle anders luidende antwoorden als dwaasheid afgedaan. Hoe dit communisme als levensleer de gedachtenwereld en belevingswereld van de individuele Rus op alle bovengenoemde terreinen aan zich onderwerpt, levert stof voor uitgebreide beschouwingen.
5.
Het communisme beschouwt zichzelf niet als een politieke theorie, maar als wetenschap en daarom als absolute waarheid.
6. De betekenis van dit uitgangspunt voor de buitenlandse politiek.
Wij zullen ons echter beperken tot de vraag, hoe het communisme in het aspect, waarin het het meest tot ons op de voorgrond treedt, namelijk de buitenlandse politiek, zich gedragen weet door deze grondgedachte, dat het een wetenschap is, die met absolute zekerheid meent te weten langs welke wegen en naar welk doel onze maatschappij, onze wereld zich zal ontwikkelen. Het communisme is overtuigd de wetten der ontwikkeling van de maatschappij te hebben ontdekt en daarmede de sleutel voor de verklaring van verleden, heden en toekomst in handen te hebben. Dat is voor ons op het eerste gezicht een fantastische en onaanvaardbare gedachte. Immers, hoeveel onverklaarbaars ligt er voor ons in de geschiedenis van het verleden en hoeveel raadsels houdt voor ons de toekomst van onze wereld in. In plaats van vaste wetten die de ontwikkeling van de maatschappij zouden beheersen, voelen wij een opeenstapeling van raadsels en onzekerheden. Hoe kan een communist, die toch ook een denkend mens moet zijn, zoiets beweren ? 7
7. Het ontstaan van het communisme tegen de achtergrond van de opkomende natuurwetenschappen i n de vorige eeuw.
Om dat te begrijpen moeten we een stap terug doen naar de vorige eeuw. Want omstreeks het midden van de vorige eeuw is het communisme geboren. De geestelijke vaders ervan waren Karl Marx, zoon van een Joodse advocaat in Trier, en Friedrich Engels, zoon van een Duits industrieel. De rol van beiden ten aanzien van de schepping en de verdere ontwikkeling van het communisme is groot. Engels, een trouwe vriend van Marx, wees Marx aan als degene die de grootste rol heeft gespeeld bij de schepping van dit communisme. Dit stelsel werd daarom aanvankelijk het Marxisme genoemd. Deze negentiende eeuw heeft de voedingsbodem en het klimaat geleverd, waarop deze Marxistische theorie kon ontstaan. Het was een bijzondere eeuw, want in deze eeuw wordt de mens voor het eerst geconfronteerd met de geweldige mogelijkheden die de natuurwetenschappen openen. De Engelse natuurkundige had enkele tientallen jaren tevoren de wet van de zwaartekracht ontdekt. De uitwerking van deze ontdekking in de geesten van de mensen was geweldig, want deze wet gaf de mens voor de eerste maal een beginnend inzicht in het heelal. Deze theorie van Newton hield in, dat alle lichamen, dus ook de hemellichamen, elkander aantrokken en door de werking van deze aantrekkingskracht, beschrijven zij hun banen en wentelen zij zich om hun as. In de wet van Newton wordt de werking van deze aantrekkingskracht in een formule vastgelegd. Zó had men de sleutel in handen om geheimen van het heelal te ontraadselen. Men stond voor ontzagwekkend nieuw inzicht. Alle bewegingen en banen van de planeten en sterren waren te berekenen met deze op de aarde uitgedachte wet. Een nieuw tijdperk was aangebroken, want vanaf dit ogenblik zal het 1 het doel van de natuurwetenschap zijn, alle verschijnselen op mechanische oorzaken te herleiden. De mechanische natuurbeschouwing is geboren.
We zien onmiddellijk de weerslag op allerlei terreinen. Het deïsme, zeer sterke impuls. Goddelijke voorzienigheid en een door de natuur waarvan de wortelen wel in een vorige eeuw liggen, krijgt daarvan een wetten beheerst heelal schijnen voor de mens niet meer verenigbaar. De voorstelling wint veld, dat God na de schepping van het heelal, dit heelal aan zichzelf overlaat, aan de werkingen van de door Hem daarin gelegde wetten. Hij wordt de klokkenmaker, die het uurwerk van het heelal heeft samengesteld, maar nadien dat grote uurwerk zichzelf volgens vaste wetten laat afwikkelen. Het is de weerspiegeling van het natuurwetenschappelijk denken i n de theologie. We vinden dit ook weer terug in de phylosofie, waarin de levensverrichtingen van mens en dier op zuiver mechanische wijze worden verklaard. 8
We vinden de weerslag ook in de evolutieleer van Darwin. In het voetspoor van deze mechanistische natuurbeschouwing ontkent hij de schepping. Inplaats van de schepping komt de geleidelijke ontwikkeling, de evolutie van de laagst georganiseerde wezens tot steeds hogere wezens. De ontwikkeling van deze lagere wezens naar hogere wezens, vond plaats in de strijd met de natuur in welke strijd de sterkste met het meest aanpassingsvermogen overleefde, om zich dan naar een hoger niveau te kunnen ontwikkelen. Zó dacht de wereld, waarin Marx leefde. Het heeft zijn invloed niet op hem gemist. Wij vinden de elementen, die het denken van zijn eeuw bepaalden, bij hem terug. Ook hij ontdekte zijn wetten. Zoals Newton de zwaartekracht en Darwin zijn ontwikkelingswet der levende natuur, zo meende Marx de ontwikkelingswetten der menselijke samenleving te hebben ontdekt. Hij blijft daarmede in de stijl van zijn eeuw. Maar dit geldt ook nog in ander opzicht. Hij deelt ook het optimisme, dat zijn eeuw kenmerkt. Daarom is ontwikkeling voor hem ontwikkeling van een lager naar een hoger niveau. We hebben nu een blik geworpen in het wetenschappelijke denken van de vorige eeuw en daarin de figuur Marx trachten te plaatsen. Daarin ligt tevens een zekere karakterbepaling van het communisme, waarmede wij nu te doen hebben. Want met Marx staan we nu op de drempel van het communisme, en deze wetten, die hij meent ontdekt te hebben, vormen nu nog de grondslag van het communistische denken. We kunnen nu ook begrijpen, wat we hiervoor gezegd hebben, n l . dat het communisme zich beschouwt als een wetenschap. Laten we nu bij hetgeen volgt, steeds voor ogen houden, dat wat Marx zegt, ook nog nu door het communisme wordt gezegd. Dus dat we door Marx te bespreken, we ons niet slechts begeven in de historie, maar tevens ook met beide voeten in het heden staan. Maar voor we ons verdiepen in deze visie van Marx op de naam maatschappij, eerst nog een enkel woord over de situatie, waarin deze maatschappij in Marx' dagen verkeerde. 8.
Het ontstaan van het communisme en de industriële revolutie.
Marx leefde in een periode van een geweldige, maatschappelijke omwenteling, Het is de periode van de industriële revolutie. De resultaten van de natuurwetenschappen maakten zich in de praktijk van het leven voelbaar door middel van de techniek: hoogoven, de machines doen hun intree. Zij brengen een oude maatschappijvorm tot ondergang, want er wordt iets geboren wat de vorige eeuwen nog nimmer gekend hadden: n l . de grootindustrie waarin de produkten in massa worden vervaardigd. We zullen geen vermoeiend beroep doen op de historische kennis van de lezer en daarom slechts vermelden, dat voordien alle produktie uitgeoefend werd in het kleinbedrijf en dat deze produktie was ingesnoerd in het keurslijf der gilden, waardoor dit kleinbedrijf aan allerlei be9
perkende bepalingen was onderworpen. De gilden schreven voor, hoeveel er geproduceerd mocht worden, met hoeveel knechts een meester mocht arbeiden en uit hoeveel uren een arbeidsdag mocht bestaan. Dit alles om concurrentie te voorkomen, waardoor de ene ondernemer de andere zou overtroeven. N u treedt plotseling in de plaats van dit kleinbedrijf de grootindustrie, die met haar massaproduktie een uitweg zoekt voor haar waren. De gilden worden opgeheven. Deze grootindustrie met haar massaproduktie kan geen beperkende bepalingen meer verdragen. De geweldige produktie eist een ongelimiteerde afzet en voor deze ongelimiteerde afzet zijn alle mogelijkheden nog open, want de wereld, die de massaproduktie nog niet kent, is nog onverzadigd. Geweldige winsten kunnen daarom behaald worden, want er is nog een onbeteugelde vraag naar al deze nieuwe produkten. Zo ontstaat er een jacht naar geld en ongebreidelde winst. Een winst, die behaald wordt op de koper, maar die ook geperst wordt uit de onderbetaalde arbeiders. Uit de ongetelde handen, die deze nieuwe machines moeten bedienen, groeit door de gemeenschappelijke ellende een nieuwe klasse: de klasse van het proletariaat. Zij hebben allen gemeen, dat zij bezitlozen zijn, dat zij voortgedreven worden door het winstbejag van het moderne kapitalisme. Zij zijn niet alleen bezitlozen, maar zij zijn ook machtelozen, omdat zij niet anders bezitten dan hun arbeidskracht, die echter in deze ontluikende kapitalistische maatschappij nog te kust en te keur te verkrijgen is. Zij zijn dus machteloze werktuigen in de handen van de bezittende burgerij, die deze geweldige nieuwe industrieën exploiteert en die haar meedogenloze winststreven hult in de mantel van de wereldbeschouwing van het liberalisme. Het is kortom een tijd, waarin de oude maatschappij verdwijnt en een nieuwe energieke, hardvochtige maatschappij op de puinhopen van deze oude wordt opgericht. In deze omwenteling leeft Marx en de contouren van deze wordende nieuwe wereld tracht Marx te vangen in zijn ontwikkelingswetten der maatschappelijke samenleving. 9. De conclusies van Marx: geen enkele samenlevingsvorm is blijvend.
Het is in het licht van het voorgaande begrijpelijk, dat Marx tot de opvatting komt, dat geen enkele samenlevingsvorm blijvend is. Er zal in de wereld een voortdurende ontwikkelingsbeweging zijn wat de vormen van de maatschappij en van de samenleving betreft en wel: van een lager stadium naar een steeds hoger stadium. Voor Marx, en met hem voor de communist van onze tijd, is dit een absoluut geldende grondwaarheid. Want deze verandering van een bepaald maatschappelijk stelsel berust op een wet. Het is de wet der dialectische ontwikkeling, welke beantwoordt aan de geest van de tijd, waarin Marx leefde en welke hij ontleend heeft aan de filosoof Hegel. We zullen ons, om enigermate overzichtelijk te blijven, niet verdiepen in de filosofie van Hegel, doch slechts nagaan, wat deze wet van Marx nu feitelijk inhoudt. 10
10.
Iedere maatschappijvorm gaat te gronde aan haar tegenstelling: hogere maatschappij die zij i n zich omdraagt.
De vraag is dus: waarom vergaat iedere maatschappijvorm ? Omdat - aldus deze wet - alles wat bestaat zijn tegenstelling in zich draagt en aan deze tegenstelling ten gronde zal gaan. Dat klinkt mysterieus. Maar een enkel voorbeeld kan wellicht de bedoeling voldoende duidelijk maken. Zo draagt bijv. in het leven van de mens de gezondheid de ziekte in zich, het leven de dood, waaraan het uiteindelijk ten gronde zal gaan. Maar natuurlijk gaat dit voorbeeld mank, want het gaat de vader van het communisme om de toepassing van dit beginsel op de maatschappij. En dan betekent het dit: iedere maatschappijvorm draagt als kiem een tegengestelde — hogere - maatschappijvorm in zich om. Deze kiem, deze nieuwe - hogere - maatschappijvorm, ontwikkelt zich in de oude maatschappij, totdat deze oude maatschappijvorm daar aan ondergaat. Haar tegenstelling, de nieuwe maatschappijvorm, blijft dus tenslotte als overwinnares over. Deze nieuwe maatschappijvorm is in het optimistische vooruitgangsgeloof, dat Marx met zijn wereld deelt, tevens een hogere vorm, zoals wij reeds aanduidden. Voor Marx betekende dit dus in zijn tijd, dat de kapitalistische burgerlijke maatschappij zou ondergaan en dat de proletarische klasse, welke zij als tegenstelling in zich omdroeg, zich als overwinnares daaruit zou losmaken. Voor de communist van onze dagen betekent dit, dat onze Westerse maatschappij, dus bijv. de Nederlandse, Belgische, Engelse, Franse, Amerikaanse maatschappij, die alle kapitalistisch zijn, noodzakelijkerwijze zullen moeten ten onder gaan en de proletarische communistische wereld als overwinnares zal overblijven. We zouden de schouders kunnen ophalen en zeggen: de wens is de vader van deze communistische gedachte. Maar laten we goed begrijpen: dit is voor de communist geen wensdroom; het is voor hem een stuk wetenschap, zoals we hiervoor hebben trachten aan te tonen. Het wordt door hem met onweerlegbare argumenten gestaafd, althans naar zijn visie. Marx was een knap econoom en zijn vriend Engels was een man met een belangrijke economische en filosofische bagage, al was hij een autodidact. Zij beiden hebben de geschiedenis bestudeerd en zich van een heel arsenaal van argumenten uit de geschiedenis der economie en der filosofie voorzien. Zij zijn erin geslaagd een redenering over de onvermijdelijke ondergang van de kapitalistische wereld ten behoeve van de proletarische een klemmend karakter te geven. Laten we deze redenering, die de basis is geweest van Kroetsjef's ongebreidelde zelfvertrouwen tegenover president Kennedy in zijn Weense bespreking, hier met aandacht volgen. De maatschappij, waarin Marx leefde en de maatschappij, waarin wij leven, onze Westerse maatschappij, is een kapitalistische, d.w.z. de middelen, waarmee de goederen worden voortgebracht - de industrieën - , 11
zijn in handen van een bepaalde klasse. Deze mensen worden door de communisten kapitalisten genoemd. Het woord „kapitalist" wekt bij Marx en dus ook bij de communist van onze tijd een roes van edele verontwaardiging, een heftige strijdlust. Immers deze kapitalist en het kapitalisme hebben één grondtrek, die radicaal verkeerd is: zij produceren om winst te behalen. Wij vragen verwonderd vanuit ons Westers standpunt: mag dit dan niet ? Neen, dat mag niet, want winst is volgens Marx' visie uitbuiting, die wordt verkregen, door de arbeider minder te geven dan, waarop zijn prestatie recht geeft. Het behoort zo te zijn, dat bijv. als de arbeider produceert en daarmee een produkt heeft voortgebracht ter waarde van ƒ 100, - , hij ook die ƒ 100, - krijgt uitbetaald onder aftrek van de zuivere onkosten van zijn produktie. Een arbeider krijgt echter volgens Marx nimmer het bedrag in handen» waarop hij krachtens zijn productieve arbeid recht heeft. Want de winst, die de kapitalist behaalt, verkrijgt deze doordat hij de arbeider juist minder geeft dan de waarde die hij heeft geproduceerd. Door een ingewikkelde economische redenering probeert Marx te betogen, dat alle winst onrechtmatig verkregen wordt, door de arbeider minder te geven dan waarop hij recht heeft. Marx komt tot de conclusie, dat alle winst berust op uitbuiting van de arbeider, want alle winst is onrechtmatig verkregen. Daarmede heeft Marx een geweldige slagzin geschapen tegen de bestaande orde. De arbeider in zijn tijd werd wakker geschud met de leuze, dat hij werd uitgebuit, omdat alle winst ten koste van hem werd verkregen. N u zouden wij deze stelling van Marx naïef kunnen benaderen en zeggen: daar schuilt waarheid i n . Immers, een arbeider mag niet uitgebuit worden, hij behoort een rechtvaardig loon te hebben. Maar laten we goed begrijpen, dat was noch de bedoeling van Marx, noch de bedoeling van de communisten van onze tijd. Hoe goed ook een arbeider wordt betaald en hoeveel welstand hij zich ook met zijn loon kan verschaffen, de communist noemt het desondanks uitbuiting. Immers alles, wat op winst gebaseerd is, is uitbuiting. Iedere winst is ongeoorloofd. De Amerikaanse taxichauffeur, die twee jaar geleden aan Kroetsjefs vertegenwoordiger Mikojan vol trots zijn flat toonde om daarmee te demonstreren, hoe goed de arbeider het had in Amerika, schoot volledig aan de communistische ideologie voorbij. Immers, hoe goed de arbeider het ook heeft materieel, naar communistische maatstaven wordt hij in een kapitalistische maatschappij desondanks uitgebuit. Laten we goed beseffen: het gaat in het Marxisme en in het communisme niet om een redelijke positie van de arbeider. Het ging er bij Marx om, dat de industrieën in handen komen van de arbeiders; het het gaat er bij het communisme om, dat de industrieën in handen komen van de communistische partij, die zij als vertegenwoordiger van de arbeiders beschouwt. Het gaat hun beiden niet om hogere lonen, maar om een andere maatschappij en daarin geloven zij vol profetisch zelfvertrouwen krach12
tens hun wetenschappelijkheid. Deze maatschappij komt immers onvermijdelijk en wetenschappelijk toont Marx de onvermijdelijkheid van haar ontstaan. Want wij zijn hier weer ongemerkt terechtgekomen bij het filosofische stokpaard van Marx: iedere maatschappij gaat aan haar tegenstelling, die zij in zich omdraagt, ten gronde. 11.
De tegenstelling: de kapitalist - proletariër, leidt tot klassestrijd.
En wat is nu deze tegenstelling i n de theorie van Marx ? We kunnen het ineens aanvoelen. Het is de tegenstelling van de kapitalist, die verdient en dus uitbuit, èn de arbeider, de proletariër, die daardoor uitgebuit wordt. Een onverdraaglijke situatie, althans wanneer deze uitbuitingstheorie waar is. Immers, dan worden deze beiden, klasse-uitbuiter en proletariër in een voortdurende strijd gewikkeld: de klassestrijd. Iedere kapitalistische maatschappij wordt verscheurd door de tegenstelling uitbuiter - kapitalist en de uitgebuite - proletariër. En deze tegenstelling groeit en groeit naarmate de industrialisatie toeneemt. Marx beijvert zich om wetenschappelijke argumenten aan te voeren, die de groei van deze tegenstelling een dwingend karakter verlenen. Deze theorieën van Marx, die hieronder volgen, waarin de groei van deze tegenstelling kapitalist proletariër, of beter uitbuiter - uitgebuite, vormen nog de ruggegraat van de belijdenis van de hedendaagse communist. Laten we erkennen, dat ze zeker niet zonder overtuigingskracht zijn. 12.
De wijze, waarop deze tegenstelling zich verder ontwikkelt.
De kapitalist, aldus Marx, wordt slechts door èèn drijfveer voortgedreven: hij produceert om winst te behalen. Zijn drijfveer is niet de behoefte van een mens, maar zijn eigen winst. Dat betekent niet, dat hij daarom ongeremd erop los produceert om zo groot mogelijke winst te maken. Echter blijkt op een gegeven moment, dat de markt oververzadigd is, de waren worden onverkoopbaar. We kennen dit verschijnsel, er is crisis. Marx komt tot de conclusie, dat door het ongebreidelde winst-bejag van het kapitalisme de crises zich onvermijdelijk in het kapitalisme telkenmale moeten herhalen. Door deze telkens herhaalde crises breekt een tweede etappe aan in het kapitalisme: de kleinere kapitalisten gaan ten onder, ze gaan failliet, om een bekend woord te gebruiken. Maar de grote kapitaalkrachtige industrieën overleven door hun geldmacht deze moeilijke perioden. Zelfs komen zij er machtiger uit te voorschijn. Want als hongerige wolven maken zij van de moeilijkheden van hun kleinere concurrenten gebruik door deze kleine ondergegane industrieën voor een appel en een ei over te nemen. Het gevolg ligt voor de hand: door iedere crisis krijgen de machtige ondernemers steeds meer bedrijven in hun bezit. Tenslotte gaat dus een steeds kleiner aantal kapitalisten over een steeds groter aantal industrieën de scepter zwaaien. 13-
Dat is niet zonder gevolg. Want de tijden voor de arbeidersklasse worden steeds donkerder. Immers, het is maar een kleine groep van kapitalistische machthebbers, die over hen een steeds absolutere heerschappij gaat voeren, want hoe kleiner deze kapitalistengroep wordt, des te gemakkelijker valt het voor hen de arbeiders te onderdrukken. De arbeidersmassa móét zich dan wel schikken, want waarheen zal zij zich wenden ? Concurrerende kleinere industrieën, waar ze voorheen, nog onderdak vonden, zijn immers opgeslokt door deze grote magnaten. De zwarte dag voor het proletariaat nadert: deze kapitalisten, die van uitbuiting leven, zullen hun door niet geremde macht over dit proletariaat tenslotte ten volle gebruiken voor dit doel: zij zullen het proletariaat, de arbeiders, grenzeloos gaan uitbuiten. Zij hebben nu de vrije hand. Het proletariaat bereikt thans een dieptepunt van ellende. O m een Duits woord van Marx te gebruiken: het proletariaat „verelendet". 13.
De toenemende uitbuiting leidt tot verscherping der tegenstelling en tenslotte tot revolutie.
Maar nu is er een grens aan alle dingen, ook aan de uitbuiting. In deze situatie worden de tegenstellingen onhoudbaar en tenslotte daagt de overwinning van het proletariaat aan de horizon. Bij zulke tegenstellingen moet er een omwenteling komen in de maatschappij. Een handvol kapitalisten tegenover een miljoenenleger van proletariërs. Miljoenenwinsten van dit handjevol kapitalisme tegenover de toenemende ellende van de miljoenen uitgebuite proletariërs. De klassestrijd wordt scherper en scherper en be reikt een hoogtepunt. Deze onnatuurlijke maatschappij moet ineen storten. Uit de kapitalistische maatschappij ontwikkelt zich de tegenstelling, de proletarische maatschappij als overwinnares. Een geweldig uur i n de geschiedenis der mensheid is aangebroken: de communistische maatschappij is in beginsel geboren. Let wel: in beginsel. Want er zijn nog veel verborgen kapitalistische restanten i n deze jonggeboren proletarische maatschappij aanwezig. Als wolven liggen de verslagen kapitalisten, verborgen i n hun schuilhoeken, op de loer om weer naar de macht te grijpen. Een laatste fase breekt aan waarin deze restanten van het kapitalisme moeten worden uitgeroeid. 14.
De dictatuur van het proletariaat.
De dictatuur van het proletariaat. Wat is is dat ? Het is een reusachtige zuiveringsperiode waarin volgens de officiële leer, door Lenin uitgewerkt, met terreur en bloedig geweld deze onzichtbare kapitalistische tegenstanders uit hun schuilhoeken tevoorschijn gejaagd worden en meedogenloos vernietigd in de meest letterlijke zin van het woord. Zo zag de vader van het communisme, Karl Marx, het kapitalisme zich tegen wil en dank naar zijn ondergang ontwikkelen om plaats te maken voor zijn opvolger, het communisme, dat voor de mensheid een nieuwe 14
dageraad zou betekenen en niet alleen een nieuwe, maar een blijvende, een betere, een hogere dageraad. Zo zien we Kroetsjef tegenover Kennedy zijn overtuiging uiting geven van een nieuwe wereld die zal komen en die gebouwd zal worden op de ondergang van de kapitalistische wereld. Misschien is in dit licht de conferentie van Wenen ons duidelijker geworden. Marx en Engels hebben een heilsleer geschapen voor de onderdrukte arbeiders en zij hebben als profeten eraan geloofd en uitgezien naar de komst van deze nieuwe wereld. Zij geloofden in de wetenschap die de wetten van de geschiedenis had ontdekt. In heel West-Europa en Amerika schoten de industrieën bij massa's als paddestoelen uit de grond. De kringloop van industrie - winstuitbuiting moest volgens hen tenslotte de arbeidersmassa i n opstand brengen. De kapitalistische maatschappij moest aan haar tegenstelling: de proletarische ten gronde gaan. Laten we het nog eens kort samenvatten. 15.
Het falen van deze theorie van Marx en Engels, i n het licht van de verdere ontwikkeling van het kapitalisme.
Sinds Marx zijn er in Europa en Amerika talloze industrieën verrezen en is het aantal arbeiders zodanig toegenomen, dat het nummeriek in alle industrieel ontwikkelde landen de overgrote meerderheid der bevolking uitmaakt. Het is ook in onze moderne maatschappij allerminst een ongewoon verschijnsel, dat grote industrieën in handen van betrekkelijk weinig bezitters komen. Wanneer we nu in de lijn van Marx het getal van de industriëlen gaan vergelijken met het aantal arbeiders, dan staat er inderdaad een handjevol kapitalisten tegenover een miljoenenmassa van arbeiders. Dan zou ook de uitbuiting zo moeten zijn toegenomen, dat de ellende voor de arbeidersmassa niet meer was te dragen. Kortom, door al deze tegenstellingen zou eigenlijk onze Westerse wereld reeds tientallen jaren communistisch moeten zijn. We weten echter, dat de situatie van de arbeiders i n het geheel niet slechter is geworden. Integendeel, hun toestand is de laatste tientallen jaren in het bijzonder zeer sterk verbeterd. Heeft dit stelsel van Marx dan niet zijn onhoudbaarheid bewezen ? Hoort het dan niet in het museum van de geschiedenis thuis, waarin al zoveel theorieën zijn bijgezet ? Echter is deze theorie vandaag aan de dag nog springlevend en vormt zij de grondslag van de geloofsbelijdenis van de communist. Het is de Rus Lenin geweest, die de theorie van Marx op dit punt heeft aangevuld en daarmede de schepper is geworden van het Russische communisme. Lenin is zonder twijfel één van de zeer grote figuren uit de wereldgeschiedenis. Een buitengewoon scherp, zij het ook eenzijdig denker, een machtsfiguur en statenbouwer zonder weerga. Vanaf het ogenblik, dat zijn broer in 1887 als revolutionair door de Tzaristische regering werd ter dood veroordeeld en opgehangen, streed Lenin met 15
mateloze energie tegen deze regering, totdat hij in oktober 1917 door middel van gewapende revolutie het huidige communisme in Rusland vestigde. Lenin stelt een rotsvast vertrouwen in de theorie van Marx. Voor hem is Marx de personificatie van de volkomen en absolute waarheid. Door de geweldige rol, die Lenin in de vestiging van het communisme in Rusland speelde, wordt zijn afgod Marx, de afgod van de Sovjet-Unie. 16.
Lenin vult de leer van Marx aan en redt de wetenschappelijke onfeilbaarheid van het communisme.
Lenin weet dit kardinale punt, waar de theorie van Marx scheen te falen, weer zodanig aan te vullen, dat de wetenschappelijke onfeilbaarheid van het Marxisme is gered. De vraag, waarom de ondergang van het kapitalisme nog niet is ingetreden, het proletariaat nog niet tot het uiterste is uitgebuit en de dictatuur van het proletariaat nog niet gevestigd, wordt door Lenin als volgt beantwoord. Het kapitalisme staat inderdaad aan de rand van de ondergang, maar er heeft zich een nieuwe ontwikkeling voorgedaan, die door Marx in zijn tijd nog niet kon worden voorzien ! Deze nieuwe ontwikkeling vormt de laatste fase van het kapitalisme. Dan zal het definitief ineen storten. Welke is nu deze nieuwe ontwikkeling ?
17.
Lenin schept de theorie: het imperialisme van het kapitalisme, als laatste stadium
Deze wordt door hem omschreven met een woord dat ons dagelijks door de communisten naar de oren wordt geslingerd: het imperialisme. Het is de lezer bekend, dat de staten van de Westelijke vrije wereld in de communistische dogmatiek te boek staan als „imperialisten". Wat is nu dat imperialisme volgens Lenin ? Op het laatste van de vorige eeuw zijn de kapitalisten, die de aanhoudende crises hadden overleefd en de bedrijven van hun zwakke concurrenten, die in de bestaansstrijd waren ondergegaan, hadden opgeslokt, gaan samenwerken. H u n doel was voor het kapitalisme, dat aan de rand van de ondergang was gekomen door de voortdurende crises, nog nieuwe levenskansen te vinden. Zij gingen daarom in onderlinge samenwerking de nog niet ontsloten gebieden van de wereld veroveren en verdelen: m.a.w. koloniale rijken vestigen. In enkele tientallen jaren is het grootste gedeelte van de wereld als koloniaal gebied door hen in bezit genomen. Hier vonden zij de goedkoopst denkbare arbeidskrachten, doordat zij de koloniale volkeren vrijwel als slaven konden gebruiken. Bovendien vonden zij hier de grondstoffen te kust en te keur, praktisch zonder dat zij daarvoor behoefden te betalen. Dank zij de verwerving van deze koloniale gebieden konden de kapitalisten nog eenmaal het spel van winst en slavernij herhalen. Het kapitalisme, hoewel door crises en achteruitgang geteisterd, levende aan de rand van de ondergang, kon nu nog eenmaal 16
door de uitbuiting van de koloniale volkeren herleven. Immers, kolossale winsten waren in deze gebieden te behalen, dank zij de loonslavernij en de gratis grondstoffen. Maar met deze kolossale winsten bezorgden deze imperialistische kapitalisten zich tevens een rugdekking, want in hun eigen land roert zich het altijd door hen uitgebuite proletariaat, de massa der bezitloze industrie-arbeiders. Dat eist van hen het nemen van veiligheidsmaatregelen. Een gedeelte van deze koloniale winsten besteden zij daarom, om een deel van deze arbeidersklasse een beter bestaan te geven. Zij doen dit noodgedwongen, omdat anders hun kapitalisme ten gronde zal gericht worden door de oproerige massa's. 18.
De verbetering i n de positie der arbeiders is tactiek van het kapitalisme: het tracht daardoor de arbeidersmassa te splitsen.
Het is ook een stuk weldoordachte, perfide tactiek van het kapitalisme. Want, door zó èèn groep arbeiders te bevoordelen boven de andere arbeiders, brengen zij een split sing aan in het proletariaat, dat daardoor tijdelijk van zijn kracht wordt beroofd. Lenin beschrijft dit met diepe verontwaardiging als de omkoping van het proletariaat. Wie zich in het bijzonder in zijn ogen daaraan schuldig maken, zijn de socialisten met hun verbetering van de positie van de arbeider. Zij zijn de handlangers van het imperialisme, want zij helpen dit het leven te rekken. Maar tevergeefs ! Want het imperialistisch kapitalisme gaat onvermijdelijk ten gronde. De wetten der tegenstellingen blijven zich voltrekken. De aanvulling, die Lenin op dit punt geeft aan de leer van Marx, is uiterst belangrijk, want zij raakt rechtstreeks de situatie, waar wij in leven. Zij vormt de achtergrond van de overtuiging van Kroetsjef, zoals die te Wenen tegenover President Kennedy heeft gedemonstreerd. 19.
Het imperialisme leidt noodwendig tot oorlog, Deze brengt echter onvermijdelijk het imperialisme tot de ondergang.
Deze imperialistische kapitalisten groepen werken samen bij de verovering en verdeling van de wereld. Maar die samenwerking is slechts tijdelijk. Want tenslotte lopen hun belangen weer uiteen. Want, aldus Lenin, de ene groep kapitalisten, bijv. de Duitse, ontwikkelt zich economisch sneller dan de andere groep, bijv. de Engelse. De sneller omhoogstrevende groep wil tenslotte een herverdeling van de wereld in zijn voordeel. Herverdeling, want alle koloniale gebieden zijn dan opgedeeld. De andere partij echter wijkt niet en zo wordt de oorlog onvermijdelijk. Want deze kapitalisten zijn de ware machthebbers en de regering is slechts een marionet in hun handen. Wanneer het belang van de kapitalisten dus oorlog noodzakelijk maakt, dan heeft de regering slechts hun bevelen te volgen. Zo komen de geweldige conflicten tot stand die wij wereldoorlog noemen. 17
Ziedaar de wet, die Lenin aan het stelsel van Marx toevoegt. Zij komt er dus op neer, dat de laatste periode van het kapitalisme een ondergangsperiode is, welke door de onderlinge noodzakelijke tegenstellingen van de kapitalisten zal uitlopen op een reeks geweldige oorlogen. In het stelsel van Lenin zijn deze oorlogen echter winst. Immers het kapitalisme zal door elke oorlog nog meer verzwakken en dichter zijn ondergang naderen, want iedere oorlog zal leiden tot bevrijding van steeds meer koloniale gebieden. Het kolonialisme is echter de hoeksteen waarop het imperialisme is gebouwd. De conclusie ligt voor de hand: oorlog leidt tot ondergang van het imperialisme. En dan ? Dan zal de voorgeschiedenis der mensheid geëindigd zijn en gaat de ware geschiedenis der mensheid een aanvang nemen. Wat wij beleven, is nog slechts voorgeschiedenis, waarin de mens het stadium van dier in het oerwoud nauwelijks te boven is gekomen. Uitgebuit door winstbejag, opgejaagd en gegeseld door oorlogen, leeft hij zijn armzalige leven. Maar wanneer het kapitalisme zal zijn ondergegaan, dan gaat hij een geweldige toekomst tegemoet. Oorlogen zullen er niet meer zijn, want oorlogen berusten op het bestaan van de tegenstellingen in de kapitalistische maatschappij, teweeggebracht door de uitbuiting, die weer een gevolg is van het kapitalistische winstbejag. Het produktie-apparaat zal hem niet meer tot slaaf maken, maar het zal voor het eerst te zijnen bate worden aangewend. De mens, steunende op dit produktie-apparaat, dat nu van belangen vrij is, zal tot onmetelijke prestaties in staat worden gesteld. Immers, in de kapitalistische wereld zal het belang van de ondernemers uiteindelijk leiden tot een stilstand in de technische ontwikkeling, omdat het hun niet gaat om het belang der mensheid, maar om het eigen belang. In de communistische wereld zal geen eigenbelang meer bestaan en zullen dus de wetenschap en de techniek onvoorstelbare hoogten bereiken. 20.
Laten wij nu eens terugkeren naar het heden. Tussen Oost en West bestaat reeds enkele jaren een toestand, die wij aanduiden met de naam „koude oorlog". Koude oorlog is een veel betekenende uitdrukking: het wil zeggen, dat er twee statengroepen naast elkaar leven, die elkander niet meer als buren maar als vijanden bezien. Koude oorlog houdt in, dat wij voortdurend leven in een stadium van vijandschap en spanning, dat onmiddellijk voor het stadium oorlog ligt. Deze koude oorlog heeft zelfs, op het moment dat dit geschreven wordt, scherpere vormen aangenomen dan ooit te voren. We kunnen nu de concrete vraag stellen: wat betekenen nu voor ons, in onze situatie van dit moment, de theorieën van Marx, Engels en Lenin, die hiervoor zijn beschreven ? De scheppers van deze theorieën, Marx, Engels en Lenin, zijn allen reeds lang heengegaan. Gelooft Kroetsjef daar nu nog aan ? 18
De betekenis van deze theorie voor de koude oorlog.
Het zou niet moeilijk zijn om de waarheid van het bevestigend antwoord op deze vraag te bewijzen, door de lezer te bedelven onder een stroom van citaten van Kroetsjef, waarin hij letterlijk aansluit bij de theorieën van zijn voorgangers. Er is een kortere en meer sprekende weg om aan te tonen dat Kroetsjef nog verkeert in de wereld van Marx, Engels en Lenin. We keren daartoe terug naar ons uitgangspunt: de conferentie te Wenen tussen Kennedy en Kroetsjef. Nog eenmaal citeren wij president Kennedy: ,,Het is echter een feit dat de Sovjets en wij volledig verschillende „opvattingen hebben over dezelfde woorden: oorlog, vrede, democratie en volkswil. Wij hebben volledig uiteenlopende standpunten „ten aanzien van de vraag wat recht en onrecht is, wat een binnenlandse aangelegenheid en wat agressie is. Bovenal, wij hebben „totaal verschillende opvattingen over de situatie, waarin de „wereld verkeert en de richting, waarin deze zich zal ontwikkelen". Er heeft in Wenen blijkbaar iets geheerst, dat aan een Babylonische spraakverwarring deed denken. Kan men werkelijk verschillende opvattingen hebben over gelijke begrippen als oorlog, vrede, democratie en volkswil ? Inderdaad, wanneer men, zoals Kroetsjef, nog volkomen leeft in de sfeer van het Marxistische denken, waarin al deze begrippen een totaal andere betekenis hebben dan in ons denken. We kennen nu de Marxistische gedachtengang ! De Westelijke wereld is imperialistisch. Zij kan daarom geen echte vredeswil bezitten, want imperialisme is geweld, n l . de verovering en de verdeling van de wereld door de samenwerkende groepen kapitalisten. De ongelijkmatige ontwikkeling van deze kapitalistengroep brengt nieuw geweld, want wanneer het ene kapitalistische land machtiger wordt dan het andere, leidt dit onvermijdelijk tot oorlog. Kunnen dan de imperialisten zich niet bekeren van de dwalingen huns weegs ? Dat is onmogelijk volgens Kroetsjef, want hij beziet dit evenals Marx en Lenin i n het licht van zijn mechanistische maatschappijopvatting. De imperialist móét zo handelen, omdat hij voortgedreven wordt door de wetten, die besloten liggen in de kapitalistische maatschappij. Deze maatschappij móét veroveren en móét oorlog voeren, omdat zij gebaseerd is op winstbejag, op uitbuiting. Het imperialisme is dus oorlog en het communisme is vrede, want het kent dit winstbejag niet. „De oorlogen", aldus Kroetsjef in een rede van 20 oktober 1960, na zijn terugkeer van de Algemene Vergadering van de U N O , „ontstonden hand in hand met de verdeling der maatschappij in klassen. Het gevaar van oorlogen en de grond voor hun ontstaan zulllen definitief en onherroepelijk verdwijnen, gelijktijdig met het teniet doen van de verdeling der maatschappij in rijken en armen, in bezitters en niet-bezitters, in uitbuiters en uitgebuiten. En met het vestigen van een maatschappelijk stelsel, dat niet gebaseerd zal zijn op het monsterachtig beginsel der bourgeoisie, het beginsel van: de ene mens is voor de ander een wolf". 19
21.
Iedere oorlog is de Iedere oorlog is dan de schuld van het imschuld van het impeperialistische Westen; het communisme rialisme. Democratie wast altijd zijn handen in onschuld ! en volkswil zijn verHet is een merkwaardige begrippenwereld, mommingen, waarwaarin de communist leeft, maar wij hopen achter het imperialisme dat zij thans voor de lezer enigermate bezijn uitbuiting naderbaar is geworden, verbergt. Hetzelfde geldt voor de begrippen democratie en volkswil. Het Westen beschuldigt Rusland ervan, een dictatoriaal geregeerde staat te zijn en het stelt zichzelf ten voorbeeld als een wereld, waarin democratische vrijheid heerst. Weer stuiten we hier op dezelfde verwisseling van waarden voor de communist ! Het imperialistische Westen kan niet democratisch zijn, omdat het gebaseerd is op uitbuiting. Wat wij democratie noemen, is daarom in communistische ogen een vermomming van brutale onderdrukking van de arbeider door de kapitalist. In dezelfde rede als waaruit wij hiervoor citeerden, geeft Kroetsjef een pure, dogmatisch Marxistische typering van de Amerikaanse democratie: ,,De heersende kringen in Amerika, aldus Kroetsjef, noemen de zgn. „Amerikaanse levenswijze een voorbeeld voor de vrije wereld. Maar „wat is dit voor een vrijheid ? Het is de vrijheid van uitbuiting, de „vrijheid tot roof, de vrijheid om te sterven van de honger bij het „voorhanden zijn van overvloed en de vrijheid om werkloos te zijn „in weerwil van het bestaan van onbenutte produktiemogelijkheden. „De vrijheid in Amerika, dat is de vrijheid van het monopoliekapitaal „om de werkers te onderdrukken, om de goegemeente zand in de „ogen te strooien met het twee-partijenstelsel en om zijn wil op te „leggen aan zijn partner in de militaire blokken. Het is die maatschappij, die de bodem schept voor oorlogen tussen de landen, om„dat het monopoliekapitaal, het imperialisme gekenmerkt wordt „door een streven naar reactie binnenslands en door een streven „van expansie en agressie naar buiten." Waarom de beide gesprekspartners te Wenen totaal verschillende opvattingen hadden over de situatie waarin de wereld verkeert en i n de richting waarin deze zich zal ontwikkelen, kan ons nu ook moeilijk meer een raadsel zijn. Immers, wij hebben gezien, dat volgens de opvatting van Lenin het imperialisme het laatste stadium is van het kapitalisme, maar ook dat dit imperialisme aan zijn innerlijke tegenstelling, gewekt door de onvermijdelijke uitbuiting naar binnen en naar buiten, ten gronde zal gaan. De toekomst is voor het communisme ! Het heeft dus geen enkele zin, dat we eraan zouden twijfelen, dat Kroetsjef in de voetsporen van zijn geestelijke communistische voorouders wandelt. Hij doet dit volledig en consequent, zij het dan ook, dat hij op een enkel punt een nieuwe visie heeft. Wij moeten deze lijn nog verder doortrekken naar het heden. Wij leven thans onder de druk van 20
een Russisch ultimatum. Een crisis over de kwestie Berlijn is op komst. Naar verluidt zal deze crisis eerst haar hoogtepunt bereiken wanneer het communistische partijcongres in oktober a.s. zal zijn bijeengekomen. Ook dit moeten we zien in het licht van het Marxistisch denken. Het imperialistische Westen is als zodanig een wereld in ondergang. 22.
Het partijcongres en De taak van een partijcongres is na te gaan, de tactiek van het in welk stadium de ondergang van het communisme. Het kapitalisme is gekomen. De theorie van heeft tot doel de onder- Lenin is daarbij de grondslag. Wanneer gang van het men op dit congres heeft vastgesteld, imperialisme te bewelke etappe in deze ondergang is bereikt, vorderen. dan worden de richtlijnen voor het politieke gedrag van het communisme vastgesteld om deze ondergang verder te bevorderen. Onze zwakten worden geanalyseerd om de graad van de vorderingen van ons verval te kunnen bepalen. Hoe zal dit partijcongres onze wereld dan zien ? Zoals we hiervoor reeds herhaaldelijk zeiden: als een stervende wereld, omdat het kapitalisme tot ondergang is gedoemd door de tegenstellingen, die het in zich omdraagt. Maar daarbij blijft het niet. Want deze ondergang begint reeds haar laatste fase te naderen en sterker nog, deze laatste fase is zelfs weer in een eindstadium gekomen. Want door de Tweede Wereldoorlog zijn geweldige gebieden rijk aan goedkope grondstoffen en arbeidskrachten de kapitalisten onttrokken. Men denke aan de honderden miljoenen van China en de miljoenen van Polen, Oost-Duitsland en de Balkanlanden, die als satelietstaten in het communistische blok zijn ingelijfd. Hoe diep de communistische leiders doordrongen zijn van de Leninistische theorie van het verval van het imperialisme, vinden we uiteengezet in het Sovjethandboek der politieke economie, uitgave 1955, samengesteld door de grootste figuren van de Sovjetwereld van de laatste tijd. We kunnen daar lezen, dat door de Eerste Wereldoorlog het kapitalisme in de eerste etappe is gekomen van een algemene crisis, doordat Rusland de rijen der imperialistische volkeren heeft verlaten. De Tweede Wereldoorlog bracht de tweede fase van de ondergang van het imperialisme door de overgang van de andere hierboven genoemde volkeren. Daardoor is een zeer groot gedeelte van de wereldmarkt gesloten voor het imperialistische Westen. Immers, het Westen had eerst de hele wereld als zijn domein. Thans is een geweldig blok voor het communisme daaraan onttrokken. 23.
De algemene crisis van het kapitalisme leidt tot toenemende tegenstelling tussen Amerika en zijn bondgenoten.
Amerika is nu in het nauw gedreven en tracht noodgedwongen de uitvoer naar het overgebleven deel van de wereldmarkt te vergroten. Maar daardoor wordt de overgangscyclus van ons Westen weer versneld. Want nu de imperialisten onderling op 21
een beperkt terrein moeten concurreren, zullen daardoor de crises toenemen en de tegenstellingen zich weer vergroten tussen de kapitalisten onderling. Amerika, Engeland en Frankrijk zullen dus in plaats van bondgenoten te blijven steeds meer onderling van elkander verwijderd worden. Het mateloze zelfvertrouwen, dat Kroetsjef demonstreerde op de conferentie van Wenen tegenover Kennedy, is nu voor ons geen raadsel meer. In zijn visie ontmoetten in Wenen elkander een overwinnende communistische wereld en een ondergaande kapitalistische wereld, die in de laatste fase van haar bestaan verkeert. 24.
De communistische theorie en het zelfvertrouwen van Kroetsjef.
Geen wonder, dat Kroetsjef zich in een onberaden ogenblik de locomotief van de geschiedenis heeft genoemd en herhaaldelijk uiting heeft gegeven aan zijn vertrouwen, dat nog tijdens zijn leven het communisme over de gehele aarde zal heersen. Vanuit zijn gezichtshoek schijnt inderdaad alles samen te werken om de waarheid van de communistische leer te bewijzen. De geweldige koloniale rijken, die volgens Lenin de laatste steunpilaren waren van het imperialisme, bestaan niet meer. De verdeeldheid, die zich zo vaak in de Westelijke politiek demonstreert, zijn voor hem het bewijs voor de juistheid van de leer der groeiende tegenstellingen. De successen van de Russische ruimtevaart zijn voor Kroetsjef evenzovele bewijzen van de superioriteit van de communistische wetenschap boven het imperialistische. Immers, Lenin leerde, zoals wij hiervoor reeds hebben opgemerkt, dat uiteindelijk in het kapitalistische stelsel wetenschap en techniek tot stilstand zullen komen, omdat de belangen der kapitalisten op de duur niet gediend waren van steeds verdergaande uitvindingen, omdat hun eigen belang daar niet meer bij gebaat is. In de communistische wereld, waar geen eigen belang meer heerst, zullen techniek en wetenschap echter steeds verder voortschrijden en de kapitalistische wetenschap steeds meer overtreffen. De reis van Gagarin en Titow om de aarde moet, in dit licht bezien, Kroetsjef wel ten diepste overtuigd hebben van het verval van het kapitalisme en van de superioriteit van het communisme. Kroetsjef's leven en streven wordt daarom gekenmerkt door de haast naar de overwinning. 25.
Kroestjef is de eerste communistische leider, die de overwinning i n uitzicht stelt.
Hij is de eerste der communistische leiders, die de nieuwe eeuw onmiddellijk in uitzicht stelt. Tot nu toe is steeds het Russische volk voortgezweept met vijfjarenplannen, die mateloze zelfopofferingen inhielden en die slechts verguld konden worden door de zwakke stralen van een schone maar verre toekomst. Kroetsjef houdt echter aan zijn volk de beloften voor van een nieuwe eeuw, die aanstaande is. 22
Binnen enkele jaren zal volgens zijn toezeggingen, de produktie van Rusland, die van Amerika overtreffen en zal de levensstandaard van de Russische mens geweldig worden verhoogd. Een toezegging van geweldig belang voor de communistische politiek van de toekomst ! Immers, wie dit zijn volk voorhoudt, maakt zichzelf onmogelijk weer vijfjarenplannen in de oude stijl van strijd en ontbering voor te stellen. Een overwinning op korte termijn van het communisme op het kapitalisme wordt op deze wijze voor Kroetsjef meer dan een leuze, zij wordt een onvermijdelijke noodzakelijkheid. 26.
De theorie der vreedzame coëxistentie. Een verandering in middelen, maar niet i n doel.
Maar hoe wordt een overwinning behaald ? In het beantwoorden van deze vraag verlaat misschien Kroetsjef, niet wat het doel, maar wel wat de middelen betreft, de daden van de Leninistische orthodoxie. Lenin zag de overwinning van het communisme op het kapitalisme zich voltrekken in een reeks van onvermijdelijke vreselijke botsingen tussen de Sovjet-republieken en de imperialistische staten. Voor Lenin was dus m.a.w. een uiteindelijke beslissing door wapengeweld onvermijdelijk. In een rede van 21 juni 1960, gehouden op het Derde Congres van de Roemeense arbeiderspartij te Boekarest, heeft Kroetsjef, evenals bij andere gelegenheden, uitdrukking gegeven aan een andere visie op dit punt. Het is de visie van de overwinnaar ! „Thans leven wij, aldus Kroetsjef, in een periode, in welke de „krachten van het socialisme steeds sterker groeien en hechter „worden, in welke steeds bredere massa's der werkenden zich vere n i g e n onder de vaan van het Marxisme - Leninisme. Mogelijk „komt er in de geschiedenis een tijd, waarin het kapitalisme zich „nog slechts in een klein aantal staten zal weten te handhaven, „bovendien misschien in staten, zo klein als de knoop van een „colbertje. En dat dan ? Moeten wij dan ook onder zulke verhoudingen in de boeken opzoeken datgene wat Lenin volkomen „juist heeft gezegd voor zijn tijd ? Eenvoudig maar herhalen, dat „oorlogen niet vermeden kunnen worden, omdat er nog kapitalistische landen bestaan ?" Zoals Lenin Marx aanvulde met zijn theorie over het imperialisme, zo wil thans Kroetsjef het Leninisme aanvullen met zijn theorie van de „vreedzame coëxistentie". Is dit een keerpunt in de geschiedenis van het communisme? We hebben in de voorgaande bladzijden kunnen zien, dat in de communistische wereld woorden hun eigen, niet-Westelijke betekenis hebben. En toch zijn wij geneigd het begrip „vreedzame coëxistentie" te interpreteren naar onze Westelijke maatstaven. Men heeft „vreedzame coëxistentie" gaarne willen zien als een voorloper van een verandering in het communisme zelf. Kroetsjef heeft echter deze „vreed23
zame coëxisistentie" zelf belicht op een wijze, die weinig twijfel laat. Op de 21ste Partijdag van de communistische partij op 27 januari 1959 zegt hij: „Men moet naar stopzetting van de koude oorlog en naar internationale ontspanning streven en het socialistische wereldsysteem, „dat de gemeenschap van de communistische volken beoogt, met „alle middelen verzekeren. Het kardinale probleem der voor ons „liggende zeven jaar is het probleem van een maximale tijdwinst in „vreedzame economische concurrentie van het socialisme en het „kapitalisme." Tijdwinst ! Waarvoor ? Op 31 oktober 1959 zei Kroetsjef in de Opperste Sovjet, dat vreedzame coëxistentie niet betekent enige wijziging in het karakter van het socialistische stelsel als zodanig. „ O p dit punt - aldus Kroetsjef - kan er van concessies of van „een of andere aanpassing geen sprake zijn. Indien er concessies in „de principes, in de vraagstukken van de ideologie zouden worden „gedaan, dan zou dit betekenen, dat wij zouden afzakken tot het „standpunt van onze tegenstanders. Dat zou een kwalitatieve verandering en verraad aan de arbeidersklasse betekenen." Het kan niet duidelijker gezegd worden. Het is dus een verandering in taktiek, maar niet in ideologie. De ideologie van het communisme blijft ten volle gehandhaafd en dit communisme is krachtens zijn wezen een permanente aanval op de Westelijke wereld. Vreedzame coëxistentie is dus een consequente voortzetting van de aanval op onze wereld met een gewijzigde taktiek. Trouwens, het kan ook niet anders inhouden dan dit ! Want het communisme is gebouwd op de theorie, dat het wetenschappelijk vaststaat, dat het kapitalisme door zijn tegenstellingen, die het in zich omdraagt, moet ondergaan. De taak van de communist is deze ondergang door zijn internationale taktiek te bevorderen, door het proletariaat van zijn onderdrukking bewust te maken, door het verwekken van tegenstellingen tussen de imperialistische landen. Het communisme is niet van zins, en kan ook niet zijn historische rol als bevrijder van het proletariaat in deze wereld opgeven, want het zou daarmede zijn bestaansgrond prijsgeven en het zou als stelsel daarmede ondergaan en de gehele communistische wereld zou verdwijnen. Immers, alle denken en handelen is voor de communist gebaseerd op zijn geloof in de overwinning van dit communisme en het bevorderen van deze overwinning met alle middelen. President Kennedy heeft terecht ons jaren van crisis en aanhoudende spanning in het vooruitzicht gesteld. De zware slagschaduwen van het communisme vallen over onze Westelijke wereld. In 1848 eindigde Marx, de vader van het communisme, zijn communistische manifest met de uitroep: Proletarieërs aller landen, verenigt U ! 24
Het is een leuze, die in onze dagen een schrikwekkende realiteit heeft gekregen. Een derde deel der mensheid spant zich in tot de stormloop op onze Westelijke wereld. Het is tijd om tot bezinning te komen. Bezinning, d.w.z. beseffen dat de wereld van stijgende welvaart, waarin wij leven, ook nog een keerzijde heeft, die wij gaarne vergeten: zij is een bedreigde veste, waarvan de bewoners gewikkeld zijn in een strijd om het bestaan. 27. Een fundamentele vraag.
Laten we onszelf eens een fundamentele vraag voorleggen. Hoe leven wij, d.w.z. niet alleen de Nederlanders, maar de westelijke volken als geheel, daaronder? Het is in feite oorlog, ook al draagt deze de verzachtende benaming „koude oorlog". In een oorlog streven de tegenstanders naar een overwinning. Het is zeker, dat één partij: het communistische blok, dit doel met de grootste inspanning en de breedste taktiek najaagt. Doet het Westen dat ook ? De Westerse politiek in de koude oorlog heeft een veelzeggende naam gehad. Zij werd aangeduid met het woord: containment. Letterlijk betekent dat: in bedwang houden. Het is een politiek van een halt toeroepen met militaire middelen op die plaatsen, waar het Communisme al te duidelijk het offensief grijpt. We hebben deze politiek consequent toegepast gezien door de grote en volhardend leidende staatsman van het Westen, die thans is heengegaan, de Amerikaanse Minister van buitenlandse zaken Dulles. Wij hebben haar toegepast gezien in Korea en zij is in het uitzicht gesteld thans door President Kennedy in de kwestie Berlijn. Het is een politiek, waarin het militaire element de boventoon voert. Waarbij geweld met geweld wordt gekeerd en waarbij men desnoods tot de drempel van de oorlog wil gaan en zelfs deze wil overschrijden, indien men daardoor gedwongen wordt. Het lijkt logisch en voor de hand liggend, maar beseffen wij wel, dat dit een politiek is, die ons voortdurend op de rand van de oorlog houdt, maar ons nooit het uitzicht op de overwinning kan geven ? Want deze politiek heeft geen doel voor ogen. Zij heeft te wachten tot de tegenstander het initiatief neemt om dan zelf in actie te komen. Nooit is dus het initiatief aan onze zijde, altijd worden wij voor verrassingen geplaatst. Beklemmend is daarom de vraag: Wat is het einddoel van deze politiek ? Waar wachten wij op ? Wachten wij tot Rusland in elkaar stort ? Dan is het resultaat van deze politiek wel ten zeerste teleurstellend geweest, want Rusland is niet ineengestort ! Integendeel, Rusland is militair en politiek voortdurend machtiger geworden. De Amerikaanse atoombom en waterstofbom hebben hun tegenhangers gevonden in de Russische raketten. De militaire superioriteit van het Westen heeft plaats moeten maken voor een militair evenwicht tussen beide blokken. Maar al zijn de wapenen i n evenwicht, politiek gaat de strijd onophoudelijk verder en ook daarin boejtt Rus25
land successen. We hebben gezien, hoe het lot van de Kongo aan een zijden draad heeft gehangen en hoe op verschillende punten in Afrika het communisme begint vaste voet te krijgen en niet alleen in Afrika, maar ook in Azië en Zuid-Amerika. Cuba is het symbool geworden van het betreden door het Communisme van het Westelijk halfrond. Stellig: de wapenen zijn onmisbaar in deze strijd. Een onbewapend Westen zou geen lang leven beschoren zijn. De communistische stoomwals zou het spoedig overweldigen. Maar zo duidelijk als het is, dat de wapenen niet gemist kunnen worden, even duidelijk is het, dat zij aan onze Westelijke wereld niet de overwinning kunnen brengen. Veel meer dan om een strijd met wapenen gaat het tot op dit ogenblik om een strijd der geesten. Wat de tegenstander beweegt, hebben wij in het voorgaande ten dele gezien. Zijn ideologie geeft hem een machtige drijfkracht en een geloof aan de overwinning. 28.
Strijder of toeschouwer ?
Hoe is het gesteld met de geestelijke weerbaarheid van onze Westelijke wereld? Wie onze Westelijke maatschappij in haar huidige levensvormen gadeslaat, moet wel tot de angstwekkende conclusie komen, dat de mens van heden in West-Europa als een toeschouwer, die weinig tijd en interesse heeft, staat te midden van een gigantisch spel, dat als inzet heeft, de strijd om ons bestaan, in een vorm en een omvang als nog nimmer aan de orde geweest is. Wij gedragen ons niet als strijders, maar als toeschouwers ! En als toeschouwers verwijzen wij voor alle vragen, die uit deze wereldomvattende botsing op ons afstormen naar de overzijde van de oceaan, naar Washington, dat maar voor een antwoord moet zorgen. Maar daar, i n het machtige Amerika, leeft de bevolking evenzeer naast de problemen als wij. Evenmin als wij wil de Amerikaan in zijn rust gestoord worden. Zo is het eindresultaat van alle inspanning, dat deze strijd om het bestaan gevoerd wordt door een kleine groep staatslieden, terwijl de massa der volkeren zich daarvan in wezen geestelijk afzijdig houdt. Wij weten, dat wij in een gevaarlijke wereld leven. Wij erkennen het, maar wij verdiepen ons er niet in en wij richten ons leven niet naar deze harde werkelijkheid. De zuigkracht van onze maatschappij is zo groot, dat wij geen tijd hebben voor dergelijke nachtmerries.
Wanneer onze weerstand in deze geweldige strijd niet gedragen wordt door de actieve geestelijke deelname van de Westelijke wereld, dan wordt het vanzelfsprekend, dat wij slechts naar militaire middelen grijpen. Maar dan wordt het ook vanzelfsprekend, dat deze strijd door ons aarzelend en weifelend en zonder vast plan wordt gevoerd, en wij van verrassing tot verrassing worden voortgedreven door een doelbewuste tegenstander. Hoe kan dit anders, wanneer verdieping en bezinning en daarmede de geestelijke spankracht in onze gelederen ontbreekt ? 26
29.
Wat' te doen in deze strijd ?
Wat moeten wij dan doen ? Er zijn vele antwoorden. Laten we er enkele noemen. In de eerste plaats hebben wij te beseffen, dat wij allen in deze strijd een grote verantwoordelijkheid dragen en zij ons aller deelname eist. Onherstelbare schade is in het verleden aangebracht aan de zaak van het Westen, aan onze eigen bestaansmogelijkheid, door onze onverschilligheid t.a.v. de werkelijke inhoud van het communisme en de rol van toeschouwer, die we ons zelf permitteerden en nog permitteren. Als we terugblikken op de misrekeningen en de verloren verwachtingen van de achter ons liggende periode na de Tweede Wereldoorlog, dan kunnen wij beseffen, van hoe fundamenteel belang een diepere kennis van het communisme is. Het doorgronden van de krachten, waardoor onze tegenstander wordt bewogen, is voor ons de eerste schrede op de weg naar de overwinning. Het kan ons de eenheid van handelen doen hervinden, die wij zo dringend nodig hebben in deze strijd. Het kan ons doelstellingen geven, die het communistische zelfvertrouwen schokken. De communist leeft in een overwinningsroes. Onze Westelijke wereld zal volgens hem door de wetmatige verdere ontwikkeling der tegenstellingen binnen deze wereld ten gronde gaan. Maar deze communistische wetenschap van de wetmatige ontwikkeling der samenleving, is een drogbeeld, is een fata morgana. Hoevele malen hebben wij echter zelf materiaal bijeengebracht door onze verdeeldheid, waaruit de communist het vertrouwen kon putten, dat zijn theorie de enige ware en juiste was. Ieder herinnert zich nog wel het Suez-avontuur, waarin destijds Engeland en Frankrijk getracht hebben de figuur Nasser, die een gevaar bleek voor de Engelse en Franse belangen, met geweld uit te schakelen. Het resultaat van deze onbezonnen daad was negatief, zowel door de tegenstelling, die bleek tussen Amerika enerzijds en Engeland en Frankrijk anderzijds, als door de toenemende vijandigheid van de Arabische wereld tegenover het Westen, die een logisch gevolg was van dit avontuur. Het imperialisme is het laatste stadium van het kapitalisme, de tegenstelling tussen de imperialisten onderling zal hen noodzakelijkerwijs tot het middel van oorlog doen grijpen, maar zij zullen zelf daaraan ondergaan, zo leerde Lenin en zo gelooft met hem de communist van onze dagen. We weten allen, dat met gezond staatsmansbeleid deze daad evengoed achterwege had kunnen blijven. Het was een misgreep, waartoe geen enkele noodzakelijkheid, laat staan een wetmatigheid bestond. Maar wanneer we dit gebeuren vanuit het communistisch standpunt zouden beschouwen, dan lijkt het wel, of wij voor de communist de juistheid van zijn wetenschap hebben willen bewijzen. In zijn visie is weer gebleken, dat het imperialisme oorlog is, dat het naar de wapenen grijpen moet ! Evenzeer is gebleken, dat de imperialistische oorlog op een nederlaag moet uitlopen. Nasser is niet verwijderd. Zijn macht is integendeel sinds dat ogenblik evenals zijn prestige sterk toegenomen. 27
De geestdrift, waarmede de Arabische wereld zich achter Nasser stelde, is weer een bewijs voor het ontwaken van de geknechte volken, die het juk van het imperialisme van zich willen afschudden. De tegenstellingen, die tussen de kapitalistische machten onderling bestaan, volgens Lenin, zijn daar weer ten voete uit gedemonstreerd door de spanning tussen Amerika en Engeland en Frankrijk, welke tengevolge van deze onderneming ontstond. Werkelijk, het Westen heeft er voor gezorgd, dat de communistische wereld zich kon verheugen in de waarheid van de leer van haar profeten en de overwinning weer een stap naderbij zag komen. Sinds jaren woedt in Algerije een bittere strijd tussen Frankrijk en de rebellenregering, die zegt het Algerijnse volk te vertegenwoordigen. Zij heeft Frankrijk en Amerika, dat geen steun wilde verlenen, politiek noch militair, van elkander vervreemd, evenals Amerika nu door de opstand in Angola in een gespannen verhouding tot Portugal komt te staan. Frankrijk heeft in haar streven om in de wereldpolitiek met Amerika en Engeland volledige gelijkgerechtigdheid te krijgen, haar Middellandse Zee-vloot onttrokken aan het opperbevel van de N A T O en de Amerikaanse bommenwerpers het gebruik van de Franse vliegvelden ontzegd. In Europa, waarin de landen van de zgn. Kleine Zes wegen trachten te vinden tot economische en politieke integratie, woedt een stille strijd tussen de grote en de kleine machten, terwijl bovendien nog deze groep van de Kleine Zes een groep van zeven andere landen onder aanvoering van Engeland tegenover zich gesteld ziet, omdat Engeland niet van zins is zich politiek en economisch in een isolement te laten dringen. De betekenis van deze onderlinge geschillen mogen wij niet verkleinen met de opmerking, dat wij in het Westen daaraan gewend zijn en dat alles op zijn tijd wel in orde zal komen. Als wij dat zeggen, gaan wij volledig aan de werkelijkheid voorbij. Het gaat er niet in de eerste plaats om, hoe wij deze geschillen bezien, maar hoe de communistische wereld ze beschouwt ! 30.
Wat wij in de vorige bladzijden hebben kunnen lezen over de theorie van het communisme, geeft ons al voldoende materiaal om te beseffen, dat wij het communistische zelfvertrouwen van dag tot dag vergroten door juist i n de kaart van hun theorie te spelen. Natuurlijk kent de communistische wereld ook haar veranderingen en zelfs haar schokken. Maar wie zou in deze communistische wereld thans het communisme ontrouw worden, wanneer wij door onze gedragingen deze zo geheel andersdenkende communistische wereld telkens in haar overtuiging bevestigen ? Het zelfvertrouwen, de onhandelbaarheid, die Kroetsjef te
28
Wij vergroten door onze onkunde ten aanzien van het communisme het zelfvertrouwen van de communistische wereld.
Wenen demonstreerde tegenover President Kennedy, is voor een aanzienlijk gedeelte het gevolg van onze eigen handelswijze. W i j betalen de rente daarvan in de vorm van verhevigde aanvallen op onze wereld. Stakingsgolven rollen van tijd tot tijd door Europa, alsof de politieke hemel totaal onbewolkt ware en er geen gevaar dreigde. Is het niet het toppunt van dwaasheid, dat tijdens het eerste bezoek van Kroetsjef aan Amerika, de staalindustrie - één der belangrijkste Amerikaanse industrieën - lamgelegd was door een kolossale staking en dat thans, terwijl Amerika en met Amerika het Westen aan de vooravond staat van de beslissende slag om Berlijn, er weer een nieuwe staking dreigt uit te breken? Behoeft het ons dan te verwonderen dat Kroetsjef na zijn terugkeer uit Amerika i n China Amerika beschreef als een stervend, struikelend paard, dat eerlang zijn eind zal vinden ? 31. De les uit onze fouten.
De les, die uit dit alles voor ons te trekken valt, is deze: We hebben ons maatschappelijk en politiek in te stellen op de werkelijkheid van de bedreiging van het communisme, te beseffen, dat al deze geschillen onze positie tegenover het communisme geweldig afbreuk doen. W i j hebben onze verlangens te matigen, individueel en nationaal en internationaal. W i j moeten onze onderlinge geschillen bijleggen, want zij zijn alleen van ondergeschikt belang i n het licht van de geweldige controverse tussen Oost en West. Wij hebben te leven als Atlantische gemeenschap van vrije volkeren, want alleen als gemeenschap zullen wij, menselijkerwijze gesproken, kunnen blijven staan. Maar wij hebben meer te doen dan dat. Want begraven van geschillen is nog niet hetzelfde als het vinden van eenheid van doel en richting i n deze strijd. Wij moeten het communistische zelfvertrouwen ondermijnen en wij kunnen dat, door te tonen, dat deze Atlantische gemeenschap geen ondergaande gemeenschap is van volkeren, maar een wereld waarin nieuwe initiatieven worden geboren en waarin nieuwe politieke concepties doorbreken en die zich economisch snel ontwikkelt. De Europese Economische Gemeenschap, waarover zoveel woorden vallen, is een dergelijke nieuwe conceptie. Z i j moet tot stand komen, omdat zij een vergroting van de economische machten van ons werelddeel betekent. Vergroting van de economische macht betekent in deze dagen: vergroting van de politieke macht. Wij allen hebben als Westelijke wereld onze koloniale problemen radicaal te liquideren en de onderontwikkelde gebieden, die onze wereld nog i n zo grote mate telt, van de meest uitgebreide hulp op allerlei gebied te voorzien, opdat deze volkeren overtuigd worden, dat ook voor ons het tijdvak van het kolonialisme heeft afgedaan. Dat vraagt van ons veel beleid, veel geduld en veel zelfverloochening, want deze Westelijke hulp wordt waarlijk niet altijd dankbaar ontvangen, omdat eeuwen kolonisme niet in enkele jaren worden vergeten en ook omdat de versnelde ontwikkeling van deze volkeren met hevige schokken ge29
paard gaat, die ons telkens voor nieuwe problemen zal stellen. Wij moeten bereid zijn financiële offers daarvoor te brengen, omdat de vrijheid een groter goed is dan het bezitten van een steeds toenemende en daardoor steeds zinlozer wordende weelde. Wanneer wij op deze wijze aantonen, dat onze Westerse wereld vitaal is, dynamisch en economisch expansief, strijdvaardig, dan tonen wij daarmede de onwaarheid van de leer van het communisme aan. Wat dat betekent, kunnen wij thans beseffen. Want daardoor verliest de communistische wereld niet slechts het vertrouwen in een politieke theorie, die door een andere vervangen kan worden, maar zij verliest een geloof, een levensleer. Dat zal doorwerken op alle levensterreinen, want er is geen gebied van wetenschap, van kunst, of van handelen, waarvan de Marxistische theorie niet de kern en de drijfveer vormt. De communistische wereld zal zich dan tenslotte wel moeten bezinnen op de grondslagen van haar bestaan. Maar om te strijden, om offers te brengen, om te volharden, moeten wij weten, wat wij verdedigen. Onze tegenweer zelf kan alleen opgebouwd worden op de grondslagen van een geesteswereld, die machtiger is dan het communisme. 32.
Hier naderen wij de kernvraag. Bezitten wij die geesteswereld ? Zijn er vaste beginselen in ons bestaan, die beslissen over ons handelen ? De communist wordt voortgedreven door een openlijk beleden en een systematisch opgebouwd materialisme. Zijn de drijfveren van ons bestaan wellicht die van een stil en praktisch materialisme ? Is de vrijheid, waarop wij ons beroemen in onze Westelijke wereld, misschien slechts de vrijheid van een ongestoord, een eigen individualistisch bestaan op te bouwen, dienstbaar aan de cultus van onszelf ? Dan hebben wij geen basis, waarop wij staan kunnen in de strijd tegen deze op ons aanstormende wereld. Is het Westen niet meer dan een eeuw bezig zich in stilte te ontworstelen aan God en aan Zijn gebod ? Op onze samenleving zijn van toepassing de woorden, waarmede Groen van Prinsterer mens en maatschappij van de vorige eeuw typeerde: „Afgemat door eindeloze en vruchteloze strijd van meningen en stelsels, door het sceptische evenmin als door de drogredenen der ongodististerij overtuigd, zoekt de mens naar waarheid niet langer. De uitroep: Wat is waarheid, vroeger ook wel de leus der weetgierigheid of de noodkreet van het angstig gemoed, wordt de taal van vadzige weerzin ! Evenmin met de dwaling ingenomen als aan de waarheid vijandig, is men jegens beide evenzeer onverschillig. Beide stelt men gelijk, men ijvert voor tijdelijk belang en zinnelijk genot, men is verdraagzaam voor alles wat aan het streven naar aardse goederen en aardse vrede niet in de weg staat." Wij leven in een ontkerstende wereld. Voor hem die zich Christen mag noemen, ligt hier deze vraag: Is dit Christendom een bezit, dat niet
30
De kernvraag.
slechts in hem leeft, maar ook werkzaam is in en leiding tracht te geven aan de wereld om hem heen ? Laten wij de les der historie niet minachten ! Want wanneer wij terugblikken, dan liggen de wortels van het communisme in de gedachtenwereld van de filosofen van onze eigen Westelijke maatschappij. De waanwijsheid van het a-religieuze Westelijke denken, keert tot ons terug in de vorm van de huiveringwekkende dreiging van het communisme. Christendom en kerk, aangetast door de geest van die eeuw, hebben tegen dit denken in die periode geen dam opgeworpen. Daarom ligt er voor allen, die zich stellen op de grondslag van Gods Woord, een taak: een wereld en een cultuur ervan te doordringen van een hogere waarheid en een waarachtig beginsel. „Alleen uit de Heilige Schrift leert de Christen, welke plichten hem zijn opgelegd, welke ontwikkelingen der gebeurtenissen hij tegemoet gaat, hoe groot het voorrecht is, dat hem temidden van wanorde en ellende te beurt viel en van welke aard tegenover de vrijheid ener wereld, die in het boze ligt, de vrijheid der kinderen Gods is." In dit beginsel zag Groen van Prinsterer het strijdmiddel tegen de revolutionaire vrijheidsgeest van zijn eeuw. Het geldt onverzwakt in de 20e eeuw in de strijd tegen de vrijheid van de heilsstaat, die het communisme aan ons tracht op te leggen. In het herstellen van deze wetenschap in gezin, in school, i n maatschappij, ligt voor ieder een onontwijkbare, gebiedende taak. Een machtig getuigenis staat ons allen terzijde. De Schrift, die ons zegt: Gods raad zal bestaan in eeuwigheid. Zij verheft zich boven alle filosofie en de vermeende wetenschap der mensen, zodat alle wegen der mensheid daarin zullen eindigen, dat de wijsheid der wijzen zal worden beschaamd. De historie, omdat elke bladzijde ons leert, dat God middellijk werkt en Hij de mens, die in de erkenning van zijn onmacht en ongeloof zich gebonden weet aan het Goddelijk gebod, op ondoorgrondelijke wijze in Zijn Voorzienigheid kan leiden. Daarom: Doe, wat Uw hand vindt om te doen.
31
weten te plaatsen van de moderne techniek met de vraag, of werkelijk met de resultaten der techniek het wezenlijk belang van de mens gediend wordt en de Heere de eer ontvangt. De schrijver geeft tal van praktische wenken vanuit de Heilige Schrift.
B R O C H U R E VIII. De wereldklok Waar staan de wijzers thans ?
Er wordt heel wat gedaan aan diagnose van de tijd, waarin wij leven. Nooit hield de mens zich zó intensief bezig met zichzelf. Hoe zou het komen, dat er zoveel belangstelling is voor de tijd, waarin we leven ? Hoe ziet men dan de mens-van-nu ? Het is noodzakelijk, dat ook wij letten op de tekenen der tijden. Wat merken we dan op ? De roeping van de kerk in deze tijd. Wat moet zij roepen ? De schrijver legt naast tal van uitspraken uit de wereldliteratuur datgene wat Gods Woord hem leert omtrent de tekenen der tijden.
B R O C H U R E IX. Stof voor onderling gesprek I. Eerste tiental onderwerpen
De schrijver vertelt, hoe hij in een gezelschap, op de vereniging, een bepaald onderwerp zou willen behandelen. In het kort behandelt hij de volgende onderwerpen. (Hij geeft zijn lezers eigenlijk, wat het resultaat moet zijn van een onderlinge bespreking in groepsverband.) a. Is het beslist nodig, dat een jongen en een meisje tot dezelfde kerk horen ? De liefde is toch het belangrijkste ! b. Kan iemand een waar christen zijn, als hij niet naar de kerk gaat ? Het kerkgaan maakt ons toch niet beter dan anderen, die niet gaan ? c. Wat is liturgie ? Waarom is de liturgie nodig ? d. Is het evangelisatiewerk naast de regelmatige kerkdiensten wel noodzakelijk? e. Men zegt, dat iemands karakter niet te veranderen is. Hoe gaat het dan als iemand wedergeboren wordt ? Kan hij dan zijn aanklevende zonden op naam van zijn karakter schrijven ? f. De Roomsen hebben ook een Bijbel, belijden ook de Christus. Is de leer van Rome nu wel zó onderscheiden van de onze, dat we in Rome moeten blijven zien een valse kerk ? g. Hoe moeten we denken over de biecht? Ook in Protestantse kringen
spreekt men over de her-invoering van de biecht. Zit er toch niet wat goeds in? h. Moeten we wel zo blij zijn met de Reformatie ? Kijk eens naar de gespletenheid van het Protestants kerkelijk leven. Rome is toch een eenheid en dus een sterke macht. i. De dichter van psalm 23 zingt: „Mij zal niets ontbreken". En toch moest hij en moeten Gods kinderen zoveel lijden in dit leven. Wat moeten we dan van zon uitspraak denken als in psalm 23 ? j. Mag een christen wel de dokter laten roepen als hij ziek is ? 't Is toch beter, op de Heere alleen te betrouwen ?
BROCHURE Xb. Stof voor onderling gesprek II. Tweede tiental onderwerpen. a. Kunnen we uit de Bijbel iets te weten komen over de toekomst ? Kunnen we zeggen, dat Christus spoedig wederkomt ? b. Waarom is in deze tijd, waarin de volkeren van Azië en Afrika ontwaken en grijpen naar de wapenen, zending nog nodig ? Is het zendingswerk bij voorbaat niet tot onvruchtbaarheid gedoemd ? c. Wetenschappelijk georiënteerde mensen hebben vastgesteld, dat de mens en de aap dezelfde voorouders hebben. Hoe moeten wij daartegenover staan ? d. Is het mogelijk, wat in Gods Woord is geopenbaard omtrent de schepping, in overeenstemming te brengen met de vondsten der wetenschap ? e. De Heere heeft aan de natuur wetten gesteld. Hoe zou het dan mogelijk zijn, dat deze door wonderen worden opgeheven ? Denk ook eens aan gebedsverhoringen. f. Hoe denken we over de uitspraak: Religie is privé-zaak? g. Hoe denken we over de uitspraak: Vele wegen leiden naar de Heere ? h. Wanneer de Heere een mens verhardt, kan hij er dan voor verantwoordelijk worden gesteld, dat hij verloren gaat ? i. Is niet iedere groep mensen, die zich afscheiden van de kerk, een sekte ? Wat is eigenlijk een sekte ? j. Zijn in de grond der zaak alle mensen niet egoïsten ? Kan iemand van zijn egoïsme verlost worden ?
Abonnementsgeld (ƒ 6, - per jaargang) s.v.p. te voldoen op girorekening 16 14 65, ten name van Chr. Kweekschool, p/a Piet Retiefstraat 8, Gouda. (Op de strook: ab.geld 14e jaargang.)