DONADARIAnieuws THEMANIEUWSBRIEF VAN KENNISCENTRUM EMANCIPATIE ROTTERDAM JAARGANG 7, NUMMER 34, NOVEMBER 2012
Huiselijk geweld: houd het op de agenda KOPLOPER IN DE AANPAK
Publiekscampagne
ALERT ZIJN OP SIGNALEN
Te ver van mijn bed?
Rotterdam is koploper in de aanpak van huiselijk geweld, aldus wethouder Hugo de Jonge. Met Monique Bastinck van stichting ArosA blikt hij vooruit op de expertmeeting 'Huiselijk Geweld Over de drempel' op 29 november.
Huiselijk geweld ver van mijn bed? Zo in mijn eigen omgeving kijkend, denk ik van wel. Maar statistische cijfers tonen aan dat het dichterbij is dan wij over het algemeen denken. Mijn buurvrouw of die kleine meid van de overkant? Een nicht of een vriendin? Slachtoffers zijn keien in het verbergen van de beurse plekken. Bang als ze zijn voor de gevolgen van wat hulpverleners overhoop halen. Jaren geleden kwam ik in aanraking met dit vreselijke probleem. Ik dacht: er is iets met Riet. Riet ging zich steeds meer terugtrekken en werd steeds somberder. Wij, vriendinnen werden niet meer voor een etentje bij haar thuis uitgenodigd. Maar ik kon de vinger er niet opleggen en vergat het weer. Tot zij zelf opbiechtte dat zij al jaren door haar man gemept werd en eindelijk naar maatschappelijk werk gestapt was. Wat schaamde ik me dat ik niks met het signaal gedaan had. Gelukkig kwam het na veel gesprekken en hulp weer goed in haar gezin en hebben wij vriendinnen daar een steentje aan bij kunnen dragen.
In meer dan 17.500 Rotterdamse gezinnen komt huiselijk geweld voor. Vrijwel altijd is er sprake van meervoudige problematiek en meerdere slachtoffers. Veel vrouwen die bij stichting ArosA komen voor opvang, ondersteuning en hulpverlening, zijn letterlijk murw geslagen, volgens directeur Monique Bastinck. “Het lukt hen niet om zelfstandig beslissingen te nemen, zelfstandig te wonen en te leven. Huiselijk geweld heeft zijn weerslag op de mate waarin vrouwen participeren en op de ontwikkeling van hun kinderen. Kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld, worden later vaak zelf slachtoffer of dader.” Als wethouder Onderwijs, Jeugd en Gezin is Hugo de Jonge verantwoordelijk voor de aanpak van huiselijk geweld in Rotterdam, zoals vastgelegd in het programma Veilig Thuis. “Uitgangspunt is dat kinderen en volwassenen recht hebben op een veilig thuis waar zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Waar mogelijk bieden we laagdrempelige hulp dichtbij huis. Verschillende partijen (waaronder jeugdzorg, politie, het openbaar ministerie, vrouwenopvang, reclassering, plegerhulp, maatschappelijk werk) zetten zich dagelijks in om huiselijk geweld een halt toe te roepen.”
Slachtoffers vermijden contact en kunnen gemakkelijk denken dat het hun eigen schuld is dat ze in deze situatie terecht gekomen zijn. Allemaal redenen om in eigen kring alert te zijn en vragen te blijven stellen. Want groot is de schaamte en bang is men om alleen achter te blijven of uit huis te worden gezet. Dus zijn ze afhankelijk van ons in de directe omgeving. Van hen die signalen oppikken en er iets mee doen.
Stichting ArosA is daarin een belangrijke speler. “Bij de vrouwen (en, apart, ook mannen) die bij ons in de opvang zitten”, vertelt Bastinck, “kijken we naar de schuldenproblematiek en naar mogelijkheden tot opvoedingsondersteuning, bieden we ondersteuning bij het vinden van zelfstandige woonruimte en bij het zoeken naar werk. Stabiliteit in alle leefgebieden is een voorwaarde om op de been te komen. De vrouwen verblijven hier met hun kinderen, want die zijn ook altijd slachtoffer. Ook voor hen moet er goede zorg en hulpverlening zijn.”
Eind november start de week tegen geweld. Dit is een internationale week. Ik hoop dat er weer aandacht komt en doe een appèl op mijn collega’s, vriendinnen en op jou om in geval van signalen ook daadwerkelijk in actie te komen. Kijk wat je kunt doen! Onderzoek of je het signaal goed geïnterpreteerd hebt. Ga zelf hulp zoeken voor diegene die geen hulp wil. Soms moet je het afdwingen. Het tv-spotje van de vriendin die onderaan de trap bedenkt dat haar eigen vriendin haar kind opsluit en daarmee mishandelt en zelf geen hulp gaat zoeken, vind ik uitstekend. Je ziet de vriendin zich realiseren dat er ingegrepen moet worden, hoe erg zij daar zelf ook tegen opziet. Te gemakkelijk wenden wij ons af van gezinnen waar het niet goed gaat. Ze zijn immers helemaal niet gezellig meer. De spanning is te snijden in hun huis. En bovendien: we hebben het al zo druk.
De Jonge is het daarmee eens. Tot zijn trots loopt Rotterdam in de aanpak van huiselijk geweld op kop. “De activiteiten die zijn ontwikkeld in het kader van de Rotterdamse en regionale ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ zijn een voorbeeld voor heel Nederland. In totaal zijn er zeshonderd aandachtsfunctionarissen getraind om signalen van huiselijk geweld beter te zien en aan te pakken. Maar de aanpak vereist een lange adem. Samen met allerlei instanties en organisaties hebben we de afgelopen jaren intensief geïnvesteerd in effectieve samenwerking bij huiselijk geweld. Ondertussen steeg het aantal professionals dat soms met leden van hetzelfde gezin aan de slag was. Er wordt gewerkt aan vereenvoudigde coördinatie van zorg op zowel stedelijk als wijkgericht gebied.”
Gerda Nijssen
De uitvoering van de Wet Tijdelijk Huisverbod heeft volgens de wethouder duidelijk gemaakt dat een dergelijk zwaar
2
Emancipatie belangrijk aspect aanpak huiselijk geweld Hugo de Jonge
Monique Bastinck
middel voor de betrokken gezinsleden ruimte biedt om de eigen situatie onder ogen te zien en anders te gaan handelen. “Tegelijkertijd leert het ons scherper te kijken naar het vraagstuk van ‘opvoeden’ ná partnergeweld. In dat verband stimuleer ik initiatieven op het terrein van emancipatie door de Kenniscentra en andere maatschappelijke organisaties. Activiteiten gericht op empowerment, ondersteuning, vrijwilligerswerk en lotgenotengroepen zijn erg belangrijk in de ondersteuning van families en individuen die met huiselijk geweld te maken hebben gehad.” Bastinck is tevreden met de gemeentelijke inzet. “Maar er blijft altijd wat te wensen over. Wij willen graag een structureel aanbod ambulante hulpverlening bieden die tijdens huisverbod of zelfs preventief ingezet kan worden. Daarnaast wil ArosA graag gespecialiseerde hulp voor kinderen kunnen bieden. We zijn daarover in gesprek met de ggz en Jeugdzorg. Kinderen die uit een geweldssituatie komen, moeten zo snel mogelijk worden gezien, zodat ze de trauma's verwerken kunnen en nieuwe schade voorkomen kan worden. Als zij hier met hun moeders toch zijn en even rust hebben, is het
goed als ze daarvoor niet naar een andere instelling hoeven te gaan.” Bastinck en De Jonge zijn het eens over het belang van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG). Het ASHG maakt de eerste screening over de ernst van het huiselijk geweld. Bij een vraag om opvang verwijzen zij direct door naar ArosA, bij andere vragen naar de lokale teams huiselijk geweld. Wel blijkt volgens Bastinck dat vooral Rotterdammers uit andere culturen niet goed weten wat het ASHG doet en hoe zij het ASHG kunnen bereiken. “Bovendien zijn veel allochtone gezinnen bang dat bij een melding aan het ASHG hun kinderen uit huis gehaald worden.” De Jonge erkent dat, al hanteert de gemeente geen doelgroepenbeleid ten aanzien van huiselijk geweld. “Het ASHG heeft specifieke deskundigheid in huis en werkt samen met allerlei instellingen om te kunnen voorzien in maatwerk bij hulp en het voorkomen van huiselijk en eergerelateerd geweld. Dona Daria heeft daarin een belangrijk rol gespeeld. Iedere vorm van huiselijk geweld krijgt aandacht. De aanpak van eergerelateerd geweld en huwelijksdwang zijn ondergebracht in het programma Veilig
Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. Met “huiselijke kring” worden (ex-) partners, familieleden en huisvrienden bedoeld. Het woord huiselijk verwijst naar de relatie tussen pleger en slachtoffer. Het gaat om lichamelijk, psychisch of seksueel geweld. Het kan de vorm aannemen van (ex-)partnergeweld, kindermishandeling, verwaarlozing van ouderen of geweld tegen ouders. Landelijk: Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) en minister Ivo Opstelten (VenJ) pakken huiselijk geweld aan met een nieuwe televisiecampagne: ‘Huiselijk geweld stopt nooit vanzelf’. Slachtoffers, omstanders en plegers van partnergeweld en andere vormen van huiselijk geweld worden opgeroepen om zo snel mogelijk advies en hulp te zoeken. Volgens onderzoek in opdracht van de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Veiligheid en Justitie zijn jaarlijks 200.000 tot 230.000 mensen slachtoffer van ernstig of herhaald huiselijk geweld. In Rotterdam komt in circa 17.500 gezinnen huiselijk geweld voor. Meldingen variëren van lichte tot ernstige gevallen van partnergeweld, kindermishandeling, ouderen uitbuiting en mishandeling tot aan eergerelateerde kwesties zoals gedwongen partnerkeuze en andere vormen van geweld uit eermotieven. Eén op de dertig kinderen is slachtoffer van kindermishandeling. 600 aandachtsfunctionarissen bij allerlei instellingen en scholen in Rotterdam zijn getraind om signalen van huiselijk geweld beter te zien en aan te pakken in het kader van de Rotterdamse en regionale ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’. www.huiselijkgeweld.nl
3
Ook Monique Bastinck verwacht veel van Dona Daria op dat gebied. “Wij werken al jarenlang samen, onder andere in de organisatie van de Week zonder Geweld.” Van de komende editie, inclusief de expertmeeting Huiselijk Geweld, ‘Over de drempel’ op 29 november, verwacht zij huiselijk geweld opnieuw breed onder de aandacht te kunnen brengen, zodat iedereen, dus ook mensen uit andere culturen, zich bij huise lijk geweld melden bij het ASHG. De samenwerking tussen ArosA en Dona Daria is wat Bastinck betreft vanzelfsprekend: “Hulpverlening bij huiselijk geweld heeft alles met emancipatie te maken: geweld is een zeer zware vorm van onderdrukking, dat vrouwen ervan weerhoudt zich zelfstandig te bewegen op de arbeidsmarkt. Met als consequentie dat vrouwen een laag zelfbeeld hebben, weinig draagkracht. Ook missen veel vrouwen scholing waardoor participatie op de arbeidsmarkt niet mogelijk is. Terwijl het hebben van een opleiding en werk, naast het hebben van een eigen woning en geen schulden de basis is voor een zelfstandig en weerbaar leven.”
Thuis en rijk en gemeente hebben de afgelopen jaren intensief ingezet op voorlichting en deskundigheidsbevordering over het voorkomen van eergerelateerd geweld en huwelijksdwang bij de migrantengemeenschappen en zelforganisaties.” Om migrantengroepen te bereiken die nog in ontwikkeling zijn als het gaat om het open praten over onderwerpen als man-vrouw verhoudingen en seksualiteit, is zijn hoop gericht op initiatieven op het terrein van emancipatie èn op de in januari geopende Kenniscentra, waaronder Dona Daria. “Zij kunnen een belangrijke rol spelen in het verbeteren van de aansluiting met migrantengemeenschappen. Net als Dona Daria vind ik het belangrijk om de aanwezige positieve krachten bij Rotterdammers met verschillende migrantenachtergronden verdergaand te stimuleren. Het vraagt creativiteit van beide kanten om elkaar te vinden en van elkaar te leren. Of het nou over emancipatie, gezondheid of het tegengaan van huiselijk geweld gaat, we leven met elkaar en hebben elkaar nodig in de stad.”
persoonlijk “Gun jezelf hulp!” Waar ben je hulp gaan zoeken? “Ik belde 5 maanden geleden vanuit België naar het Steunpunt Huiselijk Geweld in Amsterdam. Ik werd doorverwezen naar een steunpunt in Brabant, gezien ik in België was. Het steunpunt in Brabant verwees mij naar het steunpunt in Amsterdam, want daar stond ik het laatst ingeschreven in de basisadministratie. Na een dag vol telefoontjes naar beide steunpunten kreeg ik de tip te bellen met de GGD Amsterdam. Ik mocht de volgende ochtend met mijn zoon naar Amsterdam komen. Na 2 keer mijn verhaal te hebben verteld en mijn verhaal te laten bevestigen door familie en vrienden, kreeg ik te horen dat ik in aanmerking kwam voor opvang.”
Naam: Joyce Leeftijd: 28 jaar Kinderen: 1 zoon Verbleef in: Vrouwenopvang Arosa
Wat speelde er in je thuissituatie? “Toen ik 20 was leerde ik mijn ex-partner kennen. Hij was 17 jaar ouder dan ik en gaf me de aandacht die ik op dat moment nodig had. De relatie liep al meteen moeizaam. Hij was bezitterig. Als hij dronk werd hij agressief. Dan sloeg hij mij, soms ook in het openbaar. Achteraf had hij spijt. Ik heb hem meer dan eens het huis uit gezet, maar hij kwam altijd terug. Ondanks ik mij eenzaam voelde in de relatie hield ik van hem. We kregen een zoontje. Het geweld ging door.”
Wat voor hulp kreeg je? “Een week zat ik in de crisisopvang in Amsterdam. Voor mijn veiligheid werd ik overgeplaatst naar Utrecht. Daar kreeg ik hulp bij het op orde stellen van mijn financiën en kwam ik tot rust. Ik wilde zo gauw mogelijk zelfstandig gaan wonen, het liefst in Rotterdam. Omdat ik via de opvang in Utrecht een uitkering ontving, kon ik niet reageren op woningen in Rotterdam. Ik wilde naar ArosA om de overstap naar zelfstandig wonen in Rotterdam te kunnen maken. Omdat ik niet uit de regio kwam, duurde het even voor ArosA plaats had. Nu, twee maanden later, hebben mijn zoon en ik een eigen huis.”
Op welk moment bedacht je dat je hulp nodig had? “Ik stond in de deuropening met mijn zoontje van 2 op mijn arm. Hij sloeg me voor het eerst waar ons kind bij was. Met mijn zoon en een koffertje verhuisde ik sindsdien heen en weer tussen vrienden in België en familie in Amsterdam. Mijn ex dreigde dat hij mij zou doden als hij mij zou vinden. Ik probeerde bij te verdienen, maar een vaste baan aannemen kon niet vanwege het constante verhuizen. Mijn zoontje was inmiddels bijna 4 en moest naar school. Na een gesprek met een vriendin realiseerde ik mij dat ik mijn trots opzij moest zetten en professionele hulp moest zoeken.”
Heb je tips voor andere slachtoffers van huiselijk geweld? Wees niet te trots, gun jezelf hulp!
4
Samen
staan we sterk
Achter gesloten deuren bij de hand naar de reguliere hulpverlening. We zijn coach. De regie is altijd in handen van de cliënt. We monitoren de voortgang door in ieder geval 4 maanden, soms langer, 1 keer per week een gesprek te voeren met de moeder. Ook staan we in contact met de hulpverlenende instantie en in veel gevallen met de instelling die de moeder aangemeld heeft.”
Over huiselijk geweld praat je niet. Dat weten Sila Boedhoe, mentormoeder bij Mentormoeder Steun en advies (MEMOSA), en Cocky Ruitenberg, coördinator van het Lokaal Team Huiselijk Geweld (LTHG) Feijenoord maar al te goed. Samen zetten zij zich in om gezinnen waarin huiselijk geweld speelt op laagdrempelige wijze naar hulp toe te leiden.
“MEMOSA springt in een gat waar wij geen antwoord op hebben”, zegt Ruitenberg, die vanuit de GGD het LTHG Feijenoord coördineert. Het LTHG Feijenoord is een samenwerkingsverband tussen politie, vrouwenopvang ArosA, CJG, Bureau Jeugdzorg, Centrum voor Dienstverlening, MOtief en FlexusJeugdplein. Een aantal jaar geleden in het leven geroepen om zoveel mogelijk in de directe leefomgeving hulp te organiseren voor slachtoffers, daders en kinderen betrokken bij huiselijk geweld. “Bij huiselijk geweld stuit je vaak op zorgmijding. Als een gezin niet vrijwillig de deuren openstelt voor hulp en er geen kindsignalen zijn, dan staan we als LTHG met lege handen. De laagdrempeligheid van de begeleiding van MEMOSA maakt dat een mentormoeder in zo’n geval veilig kan invliegen. Zo gaat het balletje toch rollen.” De gouden tip van Boedhoe voor organisaties die een vergelijkbaar samenwerkingsverband op willen zetten, luidt: “Richt je op meerdere doorverwijzers of aanmelders en attendeer hen voortdurend op je bestaan. Zo vergroot je de kans dat je de hele doelgroep bereikt. Dat hebben we bij MEMOSA zelf ook ervaren. We sturen nu regelmatig een mailing met informatie over MEMOSA.” Ruitenberg raadt organisaties aan open te staan voor nieuwe initiatieven en verschillende samenwerkingsverbanden. “Achter dit type laagdrempelige, vol toewijding uitgevoerde initiatieven schuilt zo’n enorme kracht, van de samenwerking daarmee moeten hulpverleners het uiteindelijk hebben!”
“Huiselijk geweld komt nog altijd veel voor. Het maakt niet uit of iemand hoog- of laagopgeleid, allochtoon of autochtoon is. Het patroon is steeds hetzelfde: Er is een slachtoffer, een dader en eventueel zijn kinderen getuigen. Bovendien gaat het vrijwel altijd gepaard met isolatie, omdat huiselijk geweld niet bespreekbaar is in het leven buitenshuis”, vertellen zowel Ruitenberg als Boedhoe. MEMOSA biedt begeleiding, advies en ondersteuning aan moeders die te maken hebben met partnergeweld. MEMOSA startte in 2007 als project van de Radboud Universiteit Nijmegen. In de opzet schakelden huisartsen een mentormoeder van MEMOSA in bij vermoedens van huiselijk geweld in gezinnen met kinderen, om de juistheid van die vermoedens te achterhalen en het gezin toe te leiden naar reguliere hulpverlening. Sinds 2010 is MEMOSA ondergebracht bij Flexus Jeugdplein en zijn niet langer alleen huisartsen doorverwijzer, maar kunnen ook andere instellingen een beroep doen op MEMOSA. Het bijzondere aan MEMOSA is de laagdrempelige werkwijze. Als een melding bij MEMOSA binnenkomt legt een mentormoeder contact, legt Boedhoe uit. “We maken een afspraak met de moeder. Tenzij dit onveilig is bij de moeder thuis. Anders op een vertrouwde plaats zoals de huisartsenpraktijk of het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). We praten vertrouwelijk over wat er speelt en delen onze ervaringen met bijvoorbeeld het opvoeden van kinderen. Op die manier helpen we de eenzaamheid waarin de vrouwen met hun kinderen leven te doorbreken en ontstaat er ruimte om hen, als dat nodig is, in contact te brengen met de reguliere hulpverlening. In tegenstelling tot het algemeen maatschappelijk werk verwachten we niet van onze cliënten dat ze zelfstandig hulp zoeken bij de instanties waarnaar we hen verwijzen. We gaan als het ware naast de moeder staan en nemen haar letterlijk
5
19 - 23 november van 10.00 - 22.00 uur Wat: Festival Leeszaal Rotterdam West Vanwege het sluiten van de wijkbibliotheken starten bewoners en ondernemers een nieuwe ontmoetingsplek: een leeszaal. Om te onderzoeken hoe deze er uit moet komen te zien, wordt het festival georganiseerd. Voor: Alle geïnteresseerden Waar: Rijnhoutplein 3 te Rotterdam Info: www.leeszaalfestival.wordpress.com
het netwerk
20 november van 09.00 -15.00 uur Wat: Scholing- en Participatiemarkt Delfshaven Voor: Alle geïnteresseerden Waar: Postwest, Tidemanstraat te Rotterdam 20 november - 29 januari van 9.00 - 11.00 uur Wat: Interculturele training voor mantelzorgers Voor: Mantelzorgers Waar: Zorgcentrum Leeuwenhoek, Westkruiskade 54 te Rotterdam Info:
[email protected] of
[email protected]
Zonta
21 november van 09.30 - 11.30 uur Wat: Train de trainer genderbewust opvoeden Professionals worden ondersteunt om ouders bewust te maken en te leren hoe ze genderbewust(er) kunnen opvoeden. Voor: Professionals of vrijwilligers die met ouders werken Waar: Dona Daria Kenniscentrum Emancipatie, Gerard Scholtenstraat 129 te Rotterdam Aanmelden: via
[email protected] Info: Rabia Orhan, telefoon 010 - 465 9296
Zonta is een wereldwijde serviceorganisatie van vrouwen met een zelfstandige of leidinggevende positie in beroep, bedrijf of organisatie. Per stad of regio zijn de leden verenigd in clubs om samen te werken aan de verbetering van de juridische, professionele, politieke en economische status van vrouwen over de hele wereld. In Rotterdam zijn twee clubs gevestigd: Zonta Club Rotterdam en Zonta Club Rotterdam aan de Maas.
23 november van 9.00 - 16.30 uur Wat: Training ‘Huiselijk geweld hoe maak ik het bespreekbaar’ Voor: Actieve vrijwilligsters Door: Zonta Rotterdam Waar: Dona Daria, G. Scholtenstraat 129 te Rotterdam Aanmelden: via
[email protected]
Zonta is neutraal, niet partij- of religiegebonden en neemt als zodanig geen politieke of religieuze standpunten in. De doelstelling van Zonta is gericht op het verbeteren van de positie van vrouwen. Zonta Nederland is lid van de Nederlandse Vrouwenraad (NVR) en Serviceclubs in Nederland (SIN).
27 november - 18 december van 10.00 - 12.00 uur Wat: Training ‘Stoppen met piekeren’ Voor: Vrouwen die (veel) piekeren Waar: Buurtcentrum Bergpolder, Insulindestraat 32-34 te Rotterdam Info:
[email protected]
De belangrijkste speerpunten zijn het opkomen voor gelijke rechten van vrouwen, hulp bieden aan kansarme vrouwen en het stimuleren van actieve deelname van vrouwen aan het maatschappelijke- en beroepsleven. Leden van de Rotterdamse clubs maken ook deel uit van internationale Zontanetwerken, zoals Zonta Internatonal en de Zonta Port Society, een groep Zontaclubs in Europese Havensteden.
29 november van 13.30 - 17.00 uur Wat: Expertmeeting ‘Over de drempel’ Door: ArosA, GGD Rotterdam Rijnmond en Dona Daria Voor: Professionals (betaald en onbetaald) Waar: Dona Daria Kenniscentrum Emancipatie, G. Scholtenstraat 129 te Rotterdam Aanmelden: via
[email protected] Info: Carola Dogan
Elke Zontaclub hanteert een eigen beleid voor aanname van nieuwe leden, onder andere om diversiteit in beroepsgroepen en leeftijdsopbouw te garanderen. Ongeveer tien keer per jaar vindt een vergadering van een Zonta Club plaats. Voorafgaand wordt gezamenlijk gegeten en houdt een van de leden of een genodigde een voordracht. Daarnaast organiseert Zonta allerlei activiteiten. Zo organiseert Zonta Club Rotterdam op 23 november 2012 een training voor vrijwilligers van vrouwenorganisaties in Rotterdam. Doel van de training is om de vrijwilligers te leren omgaan met de gevolgen van seksueel misbruik en huiselijk geweld waar zij in hun vrijwilligerswerk mee te maken krijgen. O.a. om te voorkomen dat de vrijwilligers zelf getraumatiseerd raken.
30 november van 13.30 - 17.00 uur Wat: Conferentie Interculturele geboortezorg FORUM organiseert in samenwerking met het Erasmus Medisch Centrum een symposium over geboortezorg bij migrantengezinnen. Voor: Alle geïnteresseerden Waar: Arminiuskerk, Museumpark 3 te Rotterdam Aanmelden: via www.forum.nl Info: Arjaan Hijmans van den Bergh, telefoon 030 - 297 4297, e-mail
[email protected] 16 december van 09.00 - 17.30 uur Wat: Islamofobie confronteren Een training over islamofobie en wat je er tegen kunt doen. Voor: Islamitische/culturele organisaties Waar: Dona Daria Kenniscentrum Emancipatie, Gerard Scholtenstraat 129 te Rotterdam Aanmelden: Sinan Eysen, e-mail
[email protected], telefoon 010 - 240 0015 of Tikho Ong, e-mail
[email protected], telefoon 010 - 411 3911
De training is georganiseerd met ondersteuning van Dona Daria en vindt plaats in hun gebouw. Meer informatie: www.zontanederland.nl
6
Campagne Week zonder geweld 25-30 november 2012 van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld. Ook zetten we social media in voor kennisdeling en discussie tussen relevante professionals en beleidsmakers. Tenslotte vragen we religieuze instellingen in hun wekelijkse preek op te roepen om huiselijk geweld te voorkomen of te bestrijden. De posters verspreiden we over de Rotterdamse onderwijs instellingen. We vragen ze de poster op te hangen en zo leerlingen en leerkrachten te vragen om signalen op te pakken en in actie te komen om slachtoffers te ondersteunen. Mee discussiëren? Volg ons op Twitter @DonaDariaRdam en tweet mee via #weekzondergeweld en #overdedrempel, volg ons op Facebook en word lid van onze LinkedIn-groep Dona Daria, Kenniscentrum Emancipatie.
De Verenigde Naties hebben 25 november uitgeroepen tot de ‘Internationale dag tegen geweld tegen vrouwen’. In Nederland is de week daarna uitgeroepen tot Week zonder geweld. In dat kader voeren Dona Daria, Stichting ArosA en GGD RotterdamRijnmond ook dit jaar een gezamenlijke campagne tegen huiselijk geweld. Hoewel jaarlijks 200.000 tot 230.000 Nederlanders slachtoffer zijn van ernstig of herhaaldelijk huiselijk geweld, is geweld achter de voordeur nog altijd een taboe. Slachtoffers, maar ook omstanders melden nog altijd pas na een reeks van gemiddeld 19 incidenten. Om aandacht te vragen voor de problematiek , en zowel slachtoffers als omstanders op te roepen tot melding, verspreiden we kaarten en posters met het telefoonnummer
Expertmeeting huiselijk geweld ‘Over de drempel’ Donderdag 29 november 2012 Datum: Tijd: Locatie:
In meer dan 17.500 Rotterdamse gezinnen komt huiselijk geweld voor. De gevolgen zijn groot: directe slachtoffers worden minder zelfstandig en hun kinderen worden later vaak zelf slachtoffer of dader. Slachtoffers en getuigen van huiselijk geweld kunnen zich melden bij het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG). Helaas weten zij het steunpunt niet altijd te vinden. Vooral mensen uit gemeenschappen met een zogenaamde collectieve mentaliteit kennen het steunpunt niet, of weten onvoldoende wat het steunpunt voor hen kan betekenen. Daarom besteden wij tijdens de expertmeeting bijzondere aandacht aan de toegankelijkheid van het steunpunt voor deze groepen. In het kader van de Week zonder Geweld (25 november - 30 november) organiseert Dona Daria in samenwerking met ArosA en de GGD Rotterdam-Rijnmond op 29 november de expertmeeting ‘Over de drempel’.
Donderdag 29 november 2012 13.00 - 17.00 uur Dona Daria Kenniscentrum Emancipatie, Gerard Scholtenstraat 129 te Rotterdam
Informatie en aanmelden:
[email protected] of 010 465 9296 (Carola Dogan) Informatie en advies Ook bij Dona Daria kunt u terecht voor vraagstukken huiselijk en eergerelateerd geweld. Als professional kun je behoefte hebben aan feitelijke informatie, advies bij het opzetten van een project of activiteit huiselijke geweld of methodieken om het bespreekbaar te maken. Dona Daria biedt informatie en advies en deskundigheidsbevordering aan beroepskrachten en vrijwilligers. We plaatsen huiselijk geweld blijvend op de politieke en publieke agenda door agenderende activiteiten zoals de Week zonder Geweld (25 november - 30 november).
Het doel van de expertmeeting is tweeledig: • het inventariseren van de belemmeringen die slachtoffers van geweld ondervinden voor het zoeken van hulp via het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) • het formuleren van aanbevelingen om de toegankelijkheid van het steunpunt te verbeteren en daarmee de meldingsbereidheid van slachtoffers en omstanders te vergroten.
Heeft u een vraag, behoefte aan advies of ondersteuning, of denkt u in ons een goede partner te vinden, neemt u dan contact met ons op voor een vrijblijvend kennismakings gesprek. Via
[email protected] of 010 - 465 92 96.
COLOFON Fotografie: diverse fotografen
Uitgave van: Dona Daria, November, 2012
kenniscentrum emancipatie Gerard Scholtenstraat 129 3035 SJ Rotterdam telefoon 010 - 465 92 96 fax 010 - 465 87 37 www.donadaria.nl
[email protected]
Redactie: Gerda Nijssen, Aisha de Jong Aan dit nummer werkten mee: Anke Welten, Carola Doğan, Siwoh Djojomarto Illustratie op de voorpagina: Boy Akkerman
7
Ontwerp: Pressure Line, Rotterdam Druk: Goos Communicatiemakers Deze nieuwsbrief wordt mogelijk gemaakt door Gemeente Rotterdam.
Stelling: Met doelgroepspecifieke voorlichting voor migrantenvrouwen beperk je het aantal slachtoffers van huiselijk geweld
Eens
Eens
Chinese nieuwkomers weten vaak niet wat hun rechten zijn in Nederland. Ze stellen zich afhankelijk van hun partner op omdat zij nog in afwachting van hun verblijfsvergunning zijn. Ze hebben te maken met een taalbarrière en zijn financieel afhankelijk van hun partner. Als er informatie wordt gegeven over wat men bij huiselijk geweld kan doen of hoe vroegtijdig kan worden ingegrepen, worden mensen zich bewuster van wat hun rechten zijn, wat zij zouden kunnen doen bij huiselijk geweld en waar zij terecht kunnen met een hulpvraag. Door voorlichting krijgen mensen een beter beeld van eventuele kenmerken bij huiselijk geweld. Denk bijvoorbeeld aan plotselinge gedragsverandering bij slachtoffers. Zo kan tijdig ingegrepen worden. Voorlichting zorgt er ook voor dat mensen op de hoogte zijn van actualiteiten, denk aan wijzigingen in de weten regelgeving. Deze informatie verspreiden de mensen dan weer in hun eigen netwerk. Ze zijn alerter op onrechtvaardige behandeling. Daarmee kan voorkomen worden dat een situatie volledig uit de hand loopt. Daarnaast is het ook erg belangrijk dat mensen weten dat zij op steun kunnen rekenen, dat zij niet alleen zijn en dat hulpverlenende instanties geheimhoudingsplicht hebben. Wat besproken wordt, hoeft niet bij de Chinese gemeenschap terecht te komen. Hier is namelijk wel sprake van schaamtegevoel.
Huiselijk geweld komt binnen alle gelederen van de Nederlandse samenleving voor. Huwelijksdwang en eergerelateerd geweld zijn vormen van huiselijk geweld die specifiek spelen binnen eerculturen. Bovendien maakt het verhoogde risico van escalatie van het geweld bij openbaarheid, dat de drempel om hulp te zoeken voor vrouwen in migrantengemeenschappen met eerculturen hoger ligt dan voor andere vrouwen. Elk slachtoffer is er één teveel. Daarom moet er specifieke aandacht zijn voor migrantenvrouwen in de voorlichting. Huiselijk geweld, huwelijksdwang en eergerelateerd geweld moeten bespreekbaar worden. Migrantenvrouwen moeten weten dat het strafbaar is in Nederland. Vrouwen en mannen hebben gelijke rechten in Nederland. Dat is een boodschap die de overheid voortdurend uit zou moeten dragen. Daarnaast zouden migrantenorganisaties en andere sleutelfiguren in migrantengemeenschappen zelf in hun eigen omgeving moeten werken aan attitudeverandering ten aanzien van geweld. Dit hoeft geen bakken met geld te kosten, want zij gebruiken bestaande informele netwerken. Mensen moeten openstaan voor verandering, attitude kun je niet kopen. Belangrijk is blijvende aandacht voor deskundigheidsbevordering, zowel van professionals in de hulpverlening als van sleutelfiguren in migrantengemeenschappen. Her- en erkenning van de problematiek zijn essentieel voor zowel repressie als maatschappelijke preventie.
Anna Hu, voorzitter Stichting Perspectief Chinezen in Nederland
Anita Fähmel, raadslid Leefbaar Rotterdam
oneens Annemiek
Er is de afgelopen jaren heel veel geld gegaan naar voorlichtingen aan specifieke groepen. In moskeeën, in buurthuizen en in stichtingen zijn er voorlichtingen gegeven door zowel professionals als vrijwilligers. Toch heeft dit er niet toegeleid dat er meer meldingen binnenkomen bij het advies- en steunpunt huiselijk geweld. Er is nog steeds veel wantrouwen naar professionals en politie. Er is angst voor jeugdzorg en het krijgen van een stempel. Hierdoor vragen ze niet om advies of ondersteuning, waardoor er nog te vaak situaties escaleren en kinderen slachtoffer of getuige zijn van huiselijk geweld. Dit geldt voor vrouwen en mannen met alle achtergronden. Het is niet gebonden aan een specifieke etnische achtergrond. Het stigma dat hangt om hulp zoeken bij huiselijk geweld dient nationaal veranderd te worden. Ik geloof wel in algemene campagnes. Maar dit is niet genoeg. In het onderwijs zou hulpverlening standaard in het curriculum moeten worden opgenomen. Niet alleen de beeldvorming moet dan aan de orde komen, maar ook de vaardigheden om hulp te vragen. Uit ervaring weet ik dat hoogopgeleide jongeren ook veel moeite hebben met het bespreken van hun problemen en laat of geen hulp vragen. Wilt u ook reageren op bovenstaande stelling? Reageer in de poll op www.donadaria.nl of mail naar
[email protected], o.v.v. ‘Van mening, november 2012’.