21.11.2015
“Dokter, de pijn werkt op mijn zenuwen” Behandeling van neuropathische pijnklachten anno 2015 Situatieschets, definitie en diagnostiek Dr. Carol Spaas
2
Situatieschets, definitie en diagnostiek Soorten pijn Definitie IASP Pathofysiologie en mechanismen Epidemiologische cijfers Diagnostiek
3
Situatieschets, definitie en diagnostiek Soorten pijn Definitie IASP Pathofysiologie en mechanismen Epidemiologische cijfers Diagnostiek
4
Nociceptieve pijn = pijn als gevolg van weefselschade of aandoening, in aanwezigheid van een intact zenuwstelsel Psychogene pijn = pijn zonder aanwijsbare somatische oorzaak Neuropathische pijn Gemengde pijn = combinatie van bovenstaande
5
Nociceptieve pijn = pijn als gevolg van weefselschade of aandoening, in aanwezigheid van een intact zenuwstelsel Psychogene pijn = pijn zonder aanwijsbare somatische oorzaak Neuropathische pijn Gemengde pijn = combinatie van bovenstaande
6
≠ soorten pijn
≠ aanpak !!!
7
Situatieschets, definitie en diagnostiek Soorten pijn Definitie IASP Pathofysiologie en mechanismen Epidemiologische cijfers Diagnostiek
8
IASP = International Association for the Study of Pain Neuropathische pijn = “ pain arising as a direct consequence of a lesion or disease affecting the somatosensory system either at peripheral or central level”
Disease ipv dysfunction <-> neuroplasticiteit als reactie op sterke nociceptieve stimuli SSS ipv nervous system <-> ook andere delen van het zenuwstelsel; bv spasticiteit tgv letsel in centrale motorische pathways
9
Anatomische indeling: Perifere neuropathische pijn: radiculopathie, PHN (postherpetische neuralgie), DPN (diabetische polyneuropathie), HIV-gerelateerde neuropathie, CPSP (chronische postoperatieve pijnklachten),... Centrale neuropathische pijn: post-CVA of post-spinal cord injury, MS, ... Etiologische indeling: degeneratief, traumatisch, infectieus, metabool, toxisch, etc....
10
Situatieschets, definitie en diagnostiek Soorten pijn Definitie IASP Pathofysiologie en mechanismen Epidemiologische cijfers Diagnostiek
11
Pathofysiologie van NP Lestel of ziekte van SSS
Veranderingen in het ZS om de synaptische transmissie te proberen herstellen
Modificatie op plaats van letsel maar ook op alle meer rostraal gelegen niveaus
Mogelijk ontstaan van NP
12
Onderliggende mechanismen Perifere mechanismen: Letsel afwijkingen in axon of myeline-schede zenuwimpulsen kunnen niet verder geleid worden “negatieve” symptomen als hypo-esthesie Letsel ectopic discharge “positieve” symptomen als paresthesieën, dysesthesieën en pijn Perifere sensitisatie:hyperexcitabiliteit en daling van activatie-drempels van primair afferente neuronen
!!! Er zijn een aantal factoren die bepalen of dit fenomeen al dan niet optreedt, waaronder genetische predispositie !!!
13
Centrale mechanismen centrale sensitisatie: toegenomen respons op perifere prikkel door een soort “misprocessing” op centraal niveau, door enerzijds toegenomen excitatie en anderzijds disinhibitie hyperalgesie : verhoogde pijnrespons op een normaal pijnlijke prikkel allodynie: pijnrespons op een normaal niet pijnlijke prikkel
14
- Eenzelfde aandoening kan zich op verschillende manieren uiten, tgv verschillende mechanismen - Verschillende pijnmechanismen kunnen in één en dezelfde pijnpatiënt aanwezig zijn
15
Situatieschets, definitie en diagnostiek Soorten pijn Definitie IASP Pathofysiologie en mechanismen Epidemiologische cijfers Diagnostiek
16
Prevalentiecijfers Tot 7 -8% van de volwassen populatie wereldwijd heeft chronische pijnklachten met neuropathische kenmerken Duitse studie: 37% van de pten met lage rugpijn die huisartsen raadplegen hebben NP UK: 26% van alle diabetici heeft NP 35% van HIV-pten heeft NP Noorwegen: 40% met CPSP, waarvan 25% met NP 20% van alle kankerpatiënten heeft NP
17 The annual incidence of neuropathic pain conditions (per 10,000 person-years) between 2006 and 2010 in UK
Hall et al. BMC Family Practice 2013, 14:28;
18
Impact van neuropathische pijn NP is meestal ernstiger en wordt geassocieerd met “slechtere gezondheid” dan andere types pijn
80% scoort matige tot ernstige pijn QOL wordt even laag gescoord als mensen met klinische depressie, coronair lijden, recent MI en slecht gecontroleerde DM UK studie: 17% van patiënten met NP scoort QOL als “worse than death” !!
19
Beter bewustzijn van NP
Betere preventie en behandeling
Daling incidentie, prevalentie en impact
Daling van socio-economische gevolgen
20
21
Situatieschets, definitie en diagnostiek Soorten pijn Definitie IASP Pathofysiologie en mechanismen Epidemiologische cijfers Diagnostiek
22
Grading system
23
Anamnese Pijnlocatie : neuro-anatomisch logisch?
24
Intensiteit: VAS of NRS
Tijdsprofiel: continu, intermittent, nachtelijk, spontaan, uitlokbaar, etc... Karakter: tintelend, prikkelend, stekend, schietend, brandend
25
Beïnvloedende factoren: temperatuur, activiteit, aanraking, etc...
Voorgeschiedenis, medicatiegebruik, familiale anamnese Impact: psychologisch, functioneel, QOL (vragenlijsten)
26
Klinisch Onderzoek Doel om eventuele sensorische afwijkingen te linken aan een bepaald letsel in het SSS
Voortgaande op informatie uit anamnese Steeds vergelijken met contralaterale zijde bij unilaterale pijn of bij polyneuropathie een proximodistale aflijning maken Testen en hertesten
27
Type perifere zenuwvezel
Sensatie
Test instrument
Aβ
Aanraking
Vingers, watje, zacht borsteltje
vibratie
Stemvork (128 Hz)
Pinprik
Tandenstoker
Koude
Koud object (20°)
Warmte
Warm object (40°)
Aδ
C
28
Sensorische stoornis
negatieve symptomen spontane sensaties
geprovokeerde sensaties
29
Negatieve symptomen
Hypo-esthesie
Hypo-algesie
Definitie
Test
Pathologische respons
Gereduceerde sensatie op niet pijnlijke stimulus
Kwast, wat, gaas
Gereduceerde perceptie, doofheid
Gereduceerde sensatie op vibratie
Stemvork
Gereduceerde perceptie
Gereduceerde sensatie op koude of warmte
Koude of warmte object
Gereduceerde perceptie
Gereduceerde perceptie op pijnlijke stimulus
Pinprik
Gereduceerde perceptie, doofheid
30
Spontane sensaties Definitie
test
Paresthesie
Niet pijnlijke continuerende tintelingen
Schaal (0-10), oppervlak
Paroxysmale pijn
Schietend, electrisch Aantal per in aanvallen van tijdseenheid, seconden drempel voor provocatie
Oppervlakkige pijn
Pijnlijk continuerende sensatie, vaak brandend
Schaal, oppervlak
31
Geprovokeerde sensaties Definitie
Test
respons
Allodynie
Pijnrespons op normaal niet pijnlijke stimulus
Wat, druk, von frey haar
pijn
Hyperalgesie
Verhoogde pijnrespons op normaal licht pijnlijke stimulus
Koude, warmte, druk
Meer pijn dan verwacht
Temporele summatie
Toenemende pijnsensatie van repetitieve applicatie van pijnlijke stimulus
Pinprik met intervallen van <3 sec gedurende 30 sec
Pijn van toenemende intensiteit
32
Klinisch Onderzoek Vaak negatief teken op één bepaalde stimulus en positief op ander
Er bestaat geen enkel pathognomonisch symptoom of combinatie van symptomen Allodynie en hyperalgesie komen ook frequent voor bij nociceptieve pijn, bv inflammatie Negatieve symptomen komen ook voor bij nietneuropathische pijn, bv musculaire pijn
Hypo-algesie op pinprik, hypo-esthesie op aanraking, allodynie op brush en koude en temporele summatie komen vaker voor bij neuropathische pijn
33
Screening tools
Op basis van symptomen +/- klinische observaties
Ontwikkeld door diverse groepen in verschillende contexten, voor verschillende subgroepen
Geen enkele is gevalideerd in alle belangrijkste talen
Vals negatief bij ongeveer 10-20% van de pten met een klinisch vastgestelde diagnose van NP
Geen gouden standaard!
34
LANSS (Leeds Assessment of Neuropathic Symptoms and Signs) en s-LANSS
NPQ (Neuropathic Pain Questionnaire)
IDpain
PainDETECT
DN4 (Douleur Neuropathic en 4 questions)
35
DN4: 83% sensitiviteit en 90% specificiteit
36
PainDETECT:85% sensitiviteit en 80% specificiteit
37
Diagnostische testen Neurofysiologie Huidbioptie QST Functional Neuro Imaging: PET, fMRI
38
Neurofysiologie en huidbioptie
39
QST Quantitative Sensory Testing Niet-invasieve, psychophysiologische tool om perceptiedrempels te bepalen van de respons op verschillende stimuli Onderzoekt functie van zenuwbanen en geen structurele veranderingen Zowel Aβ, Aδ en C-vezel dysfunctie Vooral voor research en om “treatment effects” op allodynie en hyperalgesie in kaart te brengen
40
Grading system
41
Take Home Messages NP is een zeer frequent voorkomend gezondheidsprobleem, dat vaak niet herkend wordt. vroege diagnostiek en adequate behandeling is cruciaal. screeningsvragenlijsten zoals DN4 of PainDETECT zijn praktisch zeer toepasbaar. grondige anamnese en klinisch onderzoek blijven de hoeksteen van uiteindelijke diagnosestelling. enkel gespecialiseerde diagnostische testen kunnen een zekerheidsdiagnose geven, maar een aantal daarvan zijn vaak enkel voorhanden in gespecialiseerde research-centra
42
Voornaamste bronnen NeuPSIG guidelines on neuropathic pain assessment; Haanpaa M. et al; PAIN (2010), doi:10.1016/j.pain.2010.07.031 EFNS guidelines on neuropathic pain assessment: revised 2009; G. Cruccu et al.; European Journal of Neurology 2010. 17: 1010-1018 Assessment of neuropathic pain in primary care; Haanpaa M. et al.; Am J Med , vol 122, No 10A; october 2009 Fact sheets of IASP ikv Global Year Aainst Neuropathic Pain
43
Bedankt