Programmastructuur Onderwijs Iedere Utrechtse leerling heeft optimale kansen om zijn talenten te ontwikkelen. Iedere inwoner heeft vrije en laagdrempelige toegang tot media als bronnen van kennis en cultuur.
Doelstelling
Subdoelstelling
1 kwalitatief goed en gevarieerd
1.1 Adequate onderwijshuisvesting.
Kosten 38.169
onderwijshuisvestingsaanbod. 1.2 Adequaat leerlingenvervoer.
2 kwalitatief goed onderwijs.
2.1 Alle Utrechtse leerlingen hebben een
3.494
35.852
startkwalificatie (naar vermogen) en ontwikkelen hun talenten.
3 Iedere Utrechter heeft vrije en
3.1 Zoveel mogelijk Utrechters gebruiken
laagdrempelige toegang tot media als
de bibliotheek.
bronnen van kennis en cultuur. Bedragen zijn in duizenden euro's.
13.559
2.7 Onderwijs Algemene programmadoelstelling We vinden het belangrijk dat iedere Utrechtse leerling in en rondom het onderwijs optimale kansen heeft om zijn talenten te ontwikkelen. Daarnaast willen we dat iedere bewoner vrije en laagdrempelige toegang heeft tot media als bronnen van kennis en cultuur. Visie en beleid op het gebied van onderwijs zijn vastgelegd in het collegeprogramma en in de Utrechtse Onderwijs Agenda 2010-2014 en Masterplannen primair onderwijs (PO), (voortgezet) speciaal ((V)SO) en voortgezet onderwijs (VO) en Leidsche Rijn. Hoofddoelstellingen van de Utrechtse Onderwijs Agenda zijn: optimale kansen voor elke leerling en zoveel mogelijk jongeren behalen een startkwalificatie. Partijen willen dit realiseren door samen te werken aan een hoge Utrechtse taalstandaard, hogere doorstroming naar en betere aansluiting op vervolgonderwijs, meer gemengde scholen met kansarme-kansrijke kinderen en verhoging van professionaliteit van leraren. Randvoorwaarde hiervoor is het verzorgen van een optimale huisvesting en een gevarieerd onderwijsaanbod. Visie en plannen hiervoor staan beschreven in het Huisvestingsprogramma en Masterplannen. Ook handhaving en uitvoering van de Leerplichtwet en het regelen van leerlingenvervoer is voorwaardenscheppend. Meerjarige beleidsvoornemens die zijn opgenomen in beleidsnota's, -visies of –kaders:
• Visie Utrechtse Onderwijs Agenda 2010-2014 ' Meer kansen voor Utrechts talent' • Voortgangsrapportages Masterplannen Onderwijs • Modernisering Bibliotheek Utrecht 'Op weg naar een toekomstbestendige bibliotheek', mei 2011 Subdoelstelling 1.1: Adequate onderwijshuisvesting. Subdoelstelling 1.1 Adequate onderwijshuisvesting.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E 1.1.1 Er is keuzevrijheid voor ouders uit
P1.1.1 Versterken van de educatieve infrastructuur.
diverse denominaties en onderwijsconcepten; daarnaast is er een passend aanbod voor iedere leerling.
Wat willen we bereiken? Door het bieden van kwalitatief goede onderwijshuisvesting en een gevarieerd onderwijsaanbod kunnen ouders in Utrecht kiezen voor onderwijs vanuit diverse denominaties en vanuit verschillende onderwijsconcepten (zoals Jenaplan, Montessori). Ook hebben we een breed onderwijsaanbod van regulier tot en met speciaal onderwijs zodat leerlingen zoveel mogelijk in Utrecht naar school kunnen.
2/10
Effectdoelstelling 1.1.1 Er is keuzevrijheid voor ouders uit diverse denominaties en onderwijsconcepten; daarnaast is er een passend aanbod voor iedere leerling. Voor onderwijshuisvesting hebben we een wettelijke taak. Daarbinnen hebben we een beperkte invloed op de vanuit maatschappelijk oogpunt wenselijke subdoelstelling om keuzevrijheid na te streven voor ouders. Hierin zijn de schoolbesturen vrij in handelen, hebben de regie en het initiatief. Wij bewaken en signaleren. Voor het basisonderwijs vinden we het belangrijk dat er in ieder geval keuze is op wijkniveau. Voor het voortgezet onderwijs kijken we naar variatie en breedte van het aanbod op stedelijk niveau. Utrecht vervult voor het speciaal onderwijs ook een regionale functie.
Wat gaan we daarvoor doen? Prestatiedoelstelling 1.1.1 Versterken van de educatieve infrastructuur. In de Masterplannen Huisvesting staan de plannen voor nieuwbouw, uitbreiding en renovatie voor een groot deel van de Utrechtse scholen beschreven. In het reguliere Huisvestingsprogramma staan de voorzieningen voor onderhoud en uitbreiding voor scholen beschreven die niet in de Masterplannen zijn opgenomen. Met de versnellingsaanpak willen we én profiteren van de huidige ontwikkelingen in de bouwsector én tempo in de uitvoering brengen van het Masterplan primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs. Komende twee jaar laat dit masterplan zijn grootste productie zien. Het Masterplan voortgezet onderwijs is op enkele projecten na gereed. Voor een gedetailleerdere planning en projectbeschrijvingen van de Masterplannen verwijzen we naar de voortgangsrapportages. Hierin nemen we ook de voortgang over de aanpak van het binnenmilieu mee. Indicatoren subdoelstelling 1.1 Realisatie Indicator
Bron
Realisatie Doelstelling Doelstelling
Nulmeting
2009
2010
2012
2015
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
10
17
54
107 (100%)
11
15
16
18 (100%)
13
22
24
33
Effectindicatoren: LeerlingE1.1.1 E1.1.1
Drie denominaties per wijk
administratie
Twee onderwijsconcep-ten
Leerling-
op stedelijk niveau
administratie
Twee scholen speciaal E1.1.1
onderwijs op stedelijk
Leerling-
niveau
administratie
Prestatie-indicatoren: Aantal gerealiseerde P1.1.1 P1.1.1 P1.1.1
projecten masterplan PO en
Voortgangs-
(V)SO
rapportage MP
Aantal gerealiseerde
Voortgangs-
projecten in Masterplan VO
rapportage MP
Gerealiseerde projecten
Voortgangs-
Leidsche Rijn
rapportage MP
Wat mag dat kosten? Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2010
2011
2012
2013
2014
2015
P1.1.1 Educatieve infrastructuur
36.652
38.771
38.169
38.118
40.239
38.473
Totaal lasten
36.652
38.771
38.169
38.118
40.239
38.473
Lasten
3/10
Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2010
2011
2012
2013
2014
2015
P1.1.1 Educatieve infrastructuur
6.915
1.130
1.130
1.130
1.130
1.130
Totaal baten
6.915
1.130
1.130
1.130
1.130
1.130
29.737
37.641
37.039
36.988
39.109
37.343
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
11.654
3.579
1.455
915
915
915
Onttrekking reserves
5.397
3.053
718
0
0
0
35.994
38.167
37.777
37.904
40.025
38.258
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de verwerking van loon- en prijscompensatie en de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Door de wijziging in de indeling van de begroting en de daarbij behorende doelstellingen is niet meer in alle gevallen één op één de vergelijking te maken tussen de nominale Begroting 2011 en de nominale Begroting 2012. Mutaties groter dan 0,5 miljoen euro of 10% van de doelstelling zijn toegelicht. Prestatiedoelstelling 1.1.1: Educatieve infrastructuur De lasten dalen met 0,6 miljoen euro door een lagere overheadtoerekening. Daarnaast stijgen de lasten met 2 miljoen euro door het budget intensivering programma Kinderclusters Overvecht. Hier staat tegenover dat de onderhoudslasten voor de verbetering van het binnenklimaat door verevening afnemen met 1,8 miljoen euro. Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves We storten 0,54 miljoen euro in de reserve vaste activa voor de renovatie van de Lukasschool en 0,915 miljoen euro in de programmareserve voor de uitvoering van het Masterplan VO. We onttrekken 0,093 miljoen euro uit de reserve Masterplan PO voor de versnellingoperatie en 0,625 miljoen euro uit de reserve budgetstructuur Leidsche Rijn voor de huur van noodlokalen Maliebaan (0,085 miljoen euro) en de renovatie van de Lukasschool (0,54 miljoen euro).
Subdoelstelling 1.2: Adequaat leerlingenvervoer Subdoelstelling 1.2 Adequaat leerlingenvervoer.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E 1.2.1 Leerlingen die dit nodig hebben
P1.2.1 Verzorgen van leerlingenvervoer naar scholen.
kunnen met behulp van leerlingenvervoer onderwijs volgen.
4/10
Wat willen we bereiken? De regeling Leerlingenvervoer is een vergoeding van de vervoerskosten voor een leerling. Dit is voor leerlingen die niet zelf van en naar school kunnen komen, bijvoorbeeld voor leerlingen in het speciaal onderwijs die hiervoor moeten reizen. Effectdoelstelling 1.2.1 Leerlingen die dit nodig hebben kunnen met behulp van leerlingenvervoer onderwijs volgen. Het recht op leerlingenvervoer is in de wet vastgelegd. Door de inzet van leerlingenvervoer zijn kinderen in staat het onderwijs van hun keuze en/of met het juiste niveau te volgen wanneer dat niet in de buurt aanwezig is.
Wat gaan we daarvoor doen? Prestatiedoelstelling 1.2.1 Verzorgen van leerlingenvervoer naar scholen. De kwaliteit van leerlingenvervoer wordt gewaardeerd met een zeven. Dit bereiken we door: Het afsluiten van een nieuwe overeenkomst met vervoersmaatschappijen met ingang van het schooljaar 2011-2012
• waarin we nadruk leggen op veiligheid. • Goede uitvoering met behulp van onafhankelijk onderzoek – steekproeven- toe te zien op de dagelijkse uitvoering van het leerlingenvervoer. Dit bedrijf controleert de kwaliteit van de dienstverlening, veiligheid van voertuigen en effectiviteit: controle van rijtijden, efficiency van routes en tijdig ophalen en thuisbrengen. De monitor wordt elk schooljaar opgeleverd en zal in het vierde kwartaal van 2012 voor het eerst verschijnen. Indicatoren subdoelstelling 1.2 Indicator
Bron
Realisatie
Realisatie
Doelstelling
Doelstelling
2009
2010
2012
2015
<5
<5
7
7.5
Nulmeting
Effectindicatoren: Aantal thuiszittende
E1.2.1
kinderen als gevolg
Administratie
van ontbrekend
Leerlingzaken/
Schooljaar
leerlingenvervoer
thuiszitters
2010-2011
Prestatie-indicatoren: KlanttevredenheidsP1.2.1
klanttevredenheid
onderzoek
Wat mag dat kosten? Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2010
2011
2012
2013
2014
2015
P1.2.1 Leerlingenvervoer
3.069
2.966
3.494
3.187
3.183
3.178
Totaal lasten
3.069
2.966
3.494
3.187
3.183
3.178
P1.2.1 Leerlingenvervoer
0
0
0
0
0
0
Totaal baten
0
0
0
0
0
0
3.069
2.966
3.494
3.187
3.183
3.178
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten
5/10
Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
0
0
3.069
2.966
3.494
3.187
3.183
3.178
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de verwerking van loon- en prijscompensatie en de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Door de wijziging in de indeling van de begroting en de daarbij behorende doelstellingen is niet meer in alle gevallen één op één de vergelijking te maken tussen de nominale Begroting 2011 en de nominale Begroting 2012. Mutaties groter dan 0,5 miljoen euro of 10% van de doelstelling zijn toegelicht. Prestatiedoelstelling 1.2.1: Leerlingenvervoer Bij de Voorjaarsnota 2011 is besloten het budget voor leerlingvervoer vanaf 2012 met 0,6 miljoen euro structureel te laten stijgen. Daarnaast nemen de lasten ten opzichte van 2011 toe met 0,053 miljoen euro voor prijsindexatie en nemen ze af met 0,125 miljoen euro door de incidentele verhoging van het budget in 2011 (besluitvorming Voorjaarsnota 2010). Vanaf 2013 dalen de lasten met 0,3 miljoen euro door verwerking van de bezuinigingen op leerlingvervoer uit de Voorjaarsnota 2011.
Subdoelstelling 2.1: Alle Utrechtse leerlingen hebben een startkwalificatie (naar vermogen) en ontwikkelen hun talenten Subdoelstelling 2.1 Alle Utrechtse leerlingen hebben een startkwalificatie (naar vermogen) en ontwikkelen hun talenten.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
Toerusten van leerlingen in hun
E 2.1.1 Alle leerlingen beschikken over een
P2.1.1
startkwalificatie (naar vermogen) zodat ze
schoolloopbaan en ontwikkeling van hun talenten in en om de school.
zijn toegerust voor vervolgonderwijs en/of arbeidsmarkt.
Wat willen we bereiken? Effectdoelstelling 2.1.1 Alle leerlingen beschikken over een startkwalificatie (naar vermogen) zodat ze zijn toegerust voor vervolgonderwijs en/of arbeidsmarkt. Onderwijs en werk vormen de basis voor alle bewoners van de stad om zich te ontwikkelen en naar vermogen deel te nemen aan de samenleving. Dit begint thuis en op school. De school speelt een belangrijke rol in verbetering van kansen voor iedereen om talenten te ontwikkelen.
6/10
Wat gaan we daarvoor doen? Prestatiedoelstelling 2.1.1 Toerusten van leerlingen in hun schoolloopbaan en ontwikkeling van hun talenten in en om de school. We richten onze inzet op het versterken van kwaliteit van scholen, goede zorg en een breed ontwikkelingsaanbod. We dringen het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters terug door een combinatie van maatregelen gericht op de aanpak van schoolverzuim, versterken van de zorgstructuur in/rond het MBO en bevorderen van effectieve loopbaanoriëntatie van leerlingen in het voortgezet onderwijs en MBO. Samen met het voortgezet onderwijs en MBO bouwen we verder aan een regionale plusvoorziening voor overbelaste jongeren. Bij de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) breiden we het aantal plaatsen uit vooral in Leidsche Rijn. Deze uitbreiding is een onderdeel van de convenantafspraken met het Rijk. In dit convenant maken we tevens afspraken over verlengde leertijd/zomerscholen. Kwaliteitsversterking van VVE bewerkstelligen we door professionalisering van personeel met onder andere coaching-on-the-job en functiedifferentiatie. In 2012 maken we voor taal concrete afspraken ten aanzien van gewenst taalniveau. Daarbij sluiten we aan bij de referentieniveau' s zoals vastgesteld door het Rijk. Goed taalonderwijs is één van de kerntaken van het onderwijs zelf. Vanuit het onderwijsachterstandbudget dragen we hier een beperkte bijdrage aan bij. In het kader van talentontwikkeling komen we tot een scherpere definitie van kwaliteit en resultaten van Brede Scholen in het primair onderwijs. Onderdeel van de Brede School is de ontwikkeling van dagarrangementen en leertijdverlenging. Hierover maken we convenantafspraken met het Rijk. In de Brede School voortgezet onderwijs werken we aan kwaliteitsverbetering door het maken van structurele afspraken met samenwerkingpartners, inzet van combinatiefunctionarissen en ontwikkelen van dagarrangementen voor leerlingen. Indicatoren subdoelstelling 2.1 Indicator
Bron
Realisatie
Realisatie
Doelstelling
Doelstelling
2009
2010
2012
2015
Nulmeting
Effectindicatoren: E2.1.1
% 22 jarigen met
Leerling-
startkwalificatie
administratie
78%
79,1%
91,4%
92%
94%
DUO
906
796
735
544
400
schoolverlaters
DUO
5,9%
5,1%
4,6%
3,8%
3%
% bereik
Leerling-
doelgroeppeuters
administratie
Prestatie-indicatoren: Absolute aantal nieuwe voortijdig P2.1.1
schoolverlaters Relatieve aantal nieuwe voortijdig
P2.1.1 P2.1.1 P2.1.1
Aantal brede scholen
55%
54,5%
70%
95%
PO 11
PO 11
PO 13
PO 14
VO 9
VO 9
VO 10
VO 12
20
22
36
36
Aantal combinatieP2.1.1
functionarissen
Wat mag dat kosten? Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2010
2011
2012
2013
2014
2015
P2.1.1 Ontwikkeling van talenten
27.777
19.360
35.852
35.940
35.858
35.777
Totaal lasten
27.777
19.360
35.852
35.940
35.858
35.777
Lasten
7/10
Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2010
2011
2012
2013
2014
2015
P2.1.1 Ontwikkeling van talenten
3.011
2.895
14.466
14.466
14.466
14.466
Totaal baten
3.011
2.895
14.466
14.466
14.466
14.466
24.766
16.465
21.386
21.474
21.392
21.311
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
0
0
Onttrekking reserves
105
0
0
0
0
0
24.661
16.465
21.386
21.474
21.392
21.311
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de verwerking van loon- en prijscompensatie en de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Door de wijziging in de indeling van de begroting en de daarbij behorende doelstellingen is niet meer in alle gevallen één op één de vergelijking te maken tussen de nominale Begroting 2011 en de nominale Begroting 2012. Mutaties groter dan 0,5 miljoen euro of 10% van de doelstelling zijn toegelicht. Prestatiedoelstelling 2.1.1: Ontwikkeling van talenten De lasten stijgen door toekenning van de specifieke rijksuitkering van jaarlijks 12,5 miljoen euro voor Onderwijsachterstandenbeleid 2010/2014 (VVE en Schakelen) en de overheveling van 5,2 miljoen euro vanuit het programma Jeugd voor Vroegschoolse educatie, Peuterspeelzaalwerk en Kinderopvang. Daarnaast dalen de lasten door beëindiging van de specifieke rijksuitkering VSV-convenant 2007/2011 in 2011 (0,9 miljoen euro), beëindiging van de rijksbijdrage voor jeugd en veiligheid voor het PO (0,22 miljoen euro) en de in 2010 incidenteel extra toegekende rijksmiddelen voor de pilot Segregatie (0,1 miljoen euro). De baten stijgen door de specifieke rijksuitkering van 12,5 miljoen euro voor Onderwijsachterstandenbeleid 2010/2014 (VVE en Schakelen) en dalen door het beëindigen van de specifieke rijksuitkering VSV-convenant 2007/2011 in 2011 (0,9 miljoen euro voor de tweede helft van het schooljaar 2010/2011).
Subdoelstelling 3.1: Zoveel mogelijk Utrechters gebruiken de bibliotheek Subdoelstelling 3.1 Zoveel mogelijk Utrechters gebruiken de bibliotheek.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E 3.1.1 Meer mensen gebruiken de bibliotheek.
P3.1.1 Innoveren klantgerichte dienstverlening en activiteiten gericht op individuen en met scholen.
8/10
Wat willen we bereiken? Effectdoelstelling 3.1.1 Meer mensen gebruiken de bibliotheek. We willen dat het aantal leners als percentage van de bevolking tenminste meestijgt met de bevolkingstoename. Ook willen we een echte stijging van het percentage leden op de bevolking. Ook het aantal bezoekers aan vestigingen en website willen we laten stijgen. Vrije en laagdrempelige toegang tot bronnen van kennis en cultuur helpt burgers zich bewust, kritisch en actief te kunnen bewegen in de maatschappij. Daarom willen we Bibliotheek Utrecht laagdrempelig bereikbaar, toegankelijk en aantrekkelijk houden.
Wat gaan we daarvoor doen? Prestatiedoelstelling 3.1.1 Innoveren klantgerichte dienstverlening en activiteiten gericht op individuen en met scholen We innoveren de bibliotheek door: met ICT de huidige dienstverlening gemakkelijker en aantrekkelijker te maken;
• • het digitale aanbod uit te breiden met wisselcollecties DVD’s, luisterboeken en e-books; • versterking van de educatieve functie met meer dienstverlening aan het voortgezet onderwijs; het aantal groepsbezoeken houden we op 1200; • het inrichten van BoekStarthoeken voor baby’s ook in Zuilen en Parkwijk en Skoolzones met huiswerkbegeleiding ook in Overvecht, Zuilen en Parkwijk; • openstelling van de centrale bibliotheek op zondagmiddag met lezingen, culturele activiteiten en evenementen in de centrale, de Cultuurcampus en andere grotere wijkbibliotheken. Hierdoor stijgt het aantal ‘dagdelen’ aan activiteiten geleidelijk aan;
• deze activiteiten te omringen met marketingacties gericht op behoud en werving van leden; • culturele en sociale functies van de bibliotheek in samenwerking met (keten)partners te verbeteren; • huisvesting daarop in te richten met een nieuwe bruisende centrale bibliotheek voor de hele stad en een dekkend netwerk aan wijkvestigingen; • de verblijfsfunctie in wijkvestigingen te verbeteren met een aantrekkelijke inrichting en presentatie van de collecties.
Indicatoren subdoelstelling 1 Realisatie Indicator
Bron
Nulmeting
Realisatie Doelstelling Doelstelling
2009
2010
2012
2015
60.349
62.248
63.000
65.000
1.351.276 1.275.907
1.415.000
1.450.000
Effectindicatoren: E3.1.1
Aantal leners
Jaarverslag Bibliotheek
2010
E3.1.1
Aantal bezoekers
Jaarverslag Bibliotheek
2010
E3.1.1
Bezoekers website
Jaarverslag Bibliotheek
2010
495.894
652.902
715.000
850.000
Jaarverslag Bibliotheek
2010
1211
1091
1200
1200?
Jaarverslag Bibliotheek
2010
182
233
150
300?
Prestatie-indicatoren: Groepsbezoeken leesbevordering en media-educatie met P3.1.1
scholen Culturele, informatieve en educatieve
P3.1.1
‘dagdelen’
9/10
Wat mag dat kosten? Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2010
2011
2012
2013
2014
2015
P3.1.1 Bibliotheek Utrecht
15.478
14.326
13.559
15.222
15.141
14.933
Totaal lasten
15.478
14.326
13.559
15.222
15.141
14.933
P3.1.1 Bibliotheek Utrecht
2.556
2.175
3.386
3.386
3.386
3.386
Totaal baten
2.556
2.175
3.386
3.386
3.386
3.386
12.922
12.150
10.173
11.836
11.755
11.547
Toevoeging reserves
1.785
1.804
1.785
1.785
1.785
1.785
Onttrekking reserves
88
0
0
0
0
0
14.619
13.954
11.958
13.621
13.540
13.332
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de verwerking van loon- en prijscompensatie en de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Door de wijziging in de indeling van de begroting en de daarbij behorende doelstellingen is niet meer in alle gevallen één op één de vergelijking te maken tussen de nominale Begroting 2011 en de nominale Begroting 2012. Mutaties groter dan 0,5 miljoen euro of 10% van de doelstelling zijn toegelicht. Prestatiedoelstelling 3.1.1: Bibliotheek Utrecht De lasten in 2012 dalen per saldo met 0,8 miljoen euro. Dit komt door een stijging door overheveling van budgetten kunstuitleen van Cultuur naar Onderwijs (1 miljoen euro) en een daling door een eenmalige uitname van de lasten voor het project Bibliotheek Smakkelaarsveld (1,8 miljoen euro). De baten stijgen door overheveling van budgetten kunstuitleen van Cultuur naar Onderwijs (0,9 miljoen euro) en mutaties bij diverse projecten (0,3 miljoen euro). Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Jaarlijks wordt een bedrag van 1,785 miljoen euro toegevoegd aan de begroting. Deze reserve is bestemd voor de voorbereidings- en inrichtingskosten van de Centrale Bibliotheek. De verlaging van de stortingen in de reserve ontstaat door het wegvallen van de reservering voor de boekenbus van 0,02 miljoen euro.
10/10