Majesteit, dames en heren. Hartelijk welkom! En, Majesteit, ik weet zeker dat ik hier namens alle aanwezigen spreek als ik zeg dat wij buitengewoon vereerd zijn dat U bij een deel van dit programma aanwezig bent, waarin wij pogen de deelnemer centraal te stellen. U doet dat in uw hoedanigheid van erevoorzitter van het platform Wijzer in Geldzaken. Zoals U weet, een platform dat ik persoonlijk een warm hart toedraag. Met Uw aanwezigheid onderstreept U nogmaals het belang dat U hecht aan de missie van dat platform.
Het thema van vandaag is ‘de deelnemer in beeld’. Dat is een goede, maar niet heel eenvoudige uitdaging. Willen deelnemers wel in beeld? Pensioenen zijn immers zo ingewikkeld! En zo lang je leeftijd niet begint met ten minste het cijfer 6, lijkt voor velen het pensioen nog té ver weg om er over na te willen denken.
De ambitie om de deelnemer in beeld te hebben bij pensioenen is daarom zonder meer uitdagend! Ik denk dat we deze uitdaging vandaag aan kunnen gaan door twee zaken scherp op het netvlies te houden. Ten eerste het belang van financiële educatie. Het pensioen is namelijk een complex, financieel product. Het is niet eenvoudig om te begrijpen hoe een pensioenuitkering tot stand komt. Deelnemers hoeven gelukkig niet tot in detail te begrijpen wat er onder de motorkap gebeurt. Wél is het van belang dat mensen weten welke factoren van doorslaggevende invloed zijn op de hoogte van hun pensioenuitkering.
1/11
In die context heb ik heb dan ook buitengewoon veel waardering voor het werk van het platform Wijzer in Geldzaken. En voor U Majesteit als erevoorzitter van deze organisatie. Dit platform zet zich volop in om mensen meer inzicht te verschaffen in hun financiële huishouding. En alles begint uiteindelijk met inzicht. En één van de onderwerpen waar Wijzer in Geldzaken logischerwijs veel aandacht aan besteedt, is het pensioen. In dat kader organiseren ze elk jaar in oktober de Pensioendriedaagse.
Doel is om voor deelnemers een beeld te schetsen van hoe het pensioen in elkaar steekt en hoe hun eigen pensioen er voorstaat.
U, en dan bedoel ik alle pensioenbestuurders hier aanwezig – en de kans is groot dat dat vrijwel alle pensioenbestuurders van Nederland zijn – kunt bijdragen aan deze missie door als pensioenfondsbestuur deel te nemen aan deze Pensioendriedaagse. In de foyer hierbuiten staan vandaag de hele dag medewerkers van het platform Wijzer in Geldzaken die u hier graag meer over vertellen.
Een tweede randvoorwaarde om de deelnemer in beeld te krijgen is een begrijpelijk pensioenstelsel. Een stelsel waar mensen vertrouwen in hebben. Ik ben dan ook verheugd met het nieuwe FTK, ook al zijn sommige elementen daarvan misschien niet zo eenvoudig. De transparantie rondom pensioenopbouw neemt hierdoor zeker toe. En tegelijkertijd hebben de complexe discussies rondom het nieuwe FTK aangetoond dat het creëren van transparantie voorwaar geen eenvoudige opgave is. Ik denk dan ook dat vervolgstappen nodig zijn om het vertrouwen in het pensioenstelsel verder te vergroten.
Ik onderschrijf daarom van harte het initiatief van staatssecretaris Klijnsma om een brede Nationale Pensioen Dialoog te gaan voeren.
2/11
Hiermee kunnen we het maatschappelijke draagvlak, dat zo essentieel is voor ons pensioenstelsel, verder vergroten.
Het is goed om de discussie over de toekomst van het pensioenstelsel breed te organiseren. Verschillende groepen deelnemers hebben immers verschillende belangen en zeker ook verschillende voorkeuren. De Nederlandsche Bank hecht aan een evenwichtig stelsel waarin iedere groep zoveel mogelijk recht wordt gedaan. Ik hoop dan ook dat alle deelnemers zich roeren in dit debat. Een brede participatie aan deze dialoog draagt bij aan een pensioenstelsel waarin veel deelnemers zich thuis zullen voelen.
Zonder in dit korte tijdsbestek volledigheid te willen nastreven, wil ik zelf graag drie elementen kort aanstippen die De Nederlandsche Bank als belangrijke uitdagingen ziet in het vergroten van de houdbaarheid van het stelsel. Ik doel hier op: Realistische verwachtingen De mogelijkheid tot tóch íets meer maatwerk, en Evenwichtige vormen van risicodeling.
Met het eerste element, realistische verwachtingen, bedoel ik niet alleen de verwachtingen van deelnemers over de hoogte van het te verwachten pensioen, maar ook over de bijbehorende risico’s. Mensen moeten niet alleen beseffen, maar ook begrijpen dat een pensioen niet 100% zeker is en kan zijn. De afgelopen jaren is maar al te duidelijk gebleken dat pensioenopbouw met inherente onzekerheid gepaard gaat. Het is noodzakelijk om de verwachtingen van deelnemers hierop aan te laten sluiten. In het dichten van de huidige verwachtingskloof is transparantie een noodzakelijke eerste stap. Daar dragen alle partijen hier vandaag aanwezig verantwoordelijkheid voor.
3/11
Bij meer duidelijkheid over het pensioen past naar mijn mening ook meer helderheid over eigendomsrechten. Zeker nu risico’s steeds meer worden belegd bij de deelnemers zelf. Op voorhand moet duidelijk worden vastgelegd hoe de opbouw van pensioenaanspraken plaatsvindt. Het nieuwe FTK zet een goede stap in het completer maken van contracten.
Maar ik zie het definiëren van heldere eigendomsrechten als een onmisbare vervolgstap in het creëren van realistische verwachtingen.
Naast realistische verwachtingen is maatwerk, het tweede element, in het pensioenstelsel belangrijk. Afhankelijk van hun levensfase hebben mensen immers verschillende behoeftes.
Een eerste voorbeeld hierbij betreft de risicodraagkracht van deelnemers. De opbouw van pensioen gaat gepaard met risico’s. En dat is goed. Op basis van deze risico’s kunnen pensioenfondsen streven naar het behoud van koopkracht in pensioenuitkeringen. Risicodragende beleggingen resulteren echter niet alleen in naar verwachting hogere rendementen, maar ook in meer volatiele rendementen. In het verleden is dit naar mijn smaak teveel tot uiting gekomen in sterk schommelende premies. Dit procyclische element van het pensioenstelsel is niet goed voor de economie van ons land. Een beter alternatief is het hanteren van stabielere premies. Financiële schokken moeten dan kunnen doorwerken op de opbouw en hoogte van de pensioenaanspraken.
En hier komen we bij het belang van maatwerk in het pensioenstelsel. Ik pleit voor differentiatie naar leeftijd bij het verdelen van de risico’s.
Ouderen moeten tot op zekere hoogte worden beschermd tegen risico’s, omdat ze bij tegenvallende resultaten niet heel veel tijd hebben en niet goed in staat zijn compenserende maatregelen te treffen. 4/11
Dat ligt anders voor jongeren, die dat nog wél kunnen, en daarom in beginsel ook een grotere risicodraagkracht hebben. Het verdelen van risico’s tussen jongeren en ouderen moet wel evenwichtig gebeuren. Als risico’s worden gedeeld, dan geldt dat zowel voor de financiële tegenvallers als de meevallers.
Een ander voorbeeld betreft maatwerk in de opbouw. In de doorsneesystematiek vindt deze momenteel op uniforme wijze plaats: iedere deelnemer betaalt hetzelfde premiepercentage voor hetzelfde opbouwpercentage.
Deze systematiek is ooit geïntroduceerd in een tijd toen werknemers weinig van baan wisselden en soms zelfs hun hele loopbaan bij dezelfde werkgever in dienst waren.
De carrières van mensen vandaag de dag maken de doorsneesystematiek echter minder vanzelfsprekend. Zo zorgt deze systematiek er bijvoorbeeld voor dat de keuze voor het zelfstandig ondernemerschap substantiële gevolgen heeft voor het pensioen. Een toekomstbestendig pensioenstelsel is naar mijn mening in staat om de dynamiek die typerend is voor de hedendaagse arbeidsmarkt, goed te accommoderen.
En dan nog een laatste voorbeeld van maatwerk in het pensioenstelsel. En dat betreft de keuzevrijheid. Er valt veel te zeggen voor keuzevrijheid, omdat daarmee het pensioen wellicht beter kan aansluiten op de persoonlijke omstandigheden en voorkeuren van de deelnemer.
Tegelijk mag duidelijk zijn dat zolang heldere eigendomsrechten ontbreken en de doorsneesystematiek impliciete maar systematische herverdeling veroorzaakt, de ruimte voor keuzevrijheid bijzonder beperkt is.
5/11
Dit brengt mij op een laatste voorwaarde voor een toekomstbestendig pensioenstelsel. Naast realistische verwachtingen en maatwerk wil ik pleiten voor evenwichtige vormen van risicodeling. Met evenwichtig bedoel ik dat bij het delen van risico’s voldoende aandacht moet zijn voor de belangen van alle deelnemers. Het is schadelijk voor het vertrouwen in het pensioenstelsel als bepaalde generaties systematisch worden benadeeld. De belangen van alle deelnemers moeten in beeld zijn. Het delen van risico’s is goed, maar alleen als dit voor iedere deelnemer op voorhand evenveel waarde kent. Dat wil niet zeggen dat het achteraf zo uitpakt. Maar op voorhand moet ’t wel zo zijn.
Majesteit, dames en heren, Zojuist heb ik u in vogelvlucht enkele ideeën mogen schetsen die naar mijn mening zullen bijdragen aan het in beeld brengen van de deelnemer. De ambitie om de deelnemer in beeld te hebben, slaagt alleen als we ons hier de komende jaren voortdurend voor blijven inzetten. Juist daarom ben ik blij dat u hier vandaag in zo groten getale bent gekomen.
Want alleen als we dit samen – u als pensioenfondsbestuurders, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het platform Wijzer in Geldzaken en de toezichthouders Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank –, alleen als we dit samen oppakken, zullen we er in slagen om daadwerkelijk te komen tot een stelsel waar de deelnemer weer het volste vertrouwen in heeft.
Ik dank u voor uw aandacht.
6/11