1
DOE HET ZELF SANITAIR BADKAMER
AANPASSINGEN
DE AANSCHAF VAN SANITAIR
Aanpassingen aan uw woning, gericht op prettiger wonen moedigen wij aan. Er zijn diverse aanpassingen die u zo aan kunt pakken zonder ook maar iemand te hoeven raadplegen. Denk bijvoorbeeld aan het leggen van vloerbedekking, schilderwerk binnen en behangen. Ook voor andere aanpassingen bent u vrij om te handelen. Wel adviseren wij u dan onze algemene folder ‘Zelf Aangebrachte Voorzieningen’, goed door te lezen.
Aan de hand van een definitief indelingsplan kunt u het sanitair, kranen en andere accessoires gaan kopen.
ADVIES Ongetwijfeld komt u waardevolle tips en adviezen tegen, bijvoorbeeld op het terrein van veiligheids- en overheidsregels. Als u dat wilt, blijven we aan de kant staan, maar u kunt altijd voor advies bij ons terecht, bijv. bij het aanbrengen van een dakkapel of dubbelglas of bij de verbouw van de badkamer of keuken. Neem dan gerust contact met ons op. Ons algemeen advies is: begin pas aan een klus als u weet dat u het aankunt. En goed gereedschap is het halve werk.
VERWIJDEREN Voor u begint met installeren, verwijdert u eerst de oude overbodige onderdelen uit de badkamer.
EEN LIGBAD INBOUWEN 1. Breng het bad met de stelpootjes zowel in de lengte als in de breedte zuiver horizontaal. 2. Vul hierna het bad met water en laat het bad leeglopen om de afvoer te controleren op lekkage. Vul het daarna opnieuw en verwerk het bad gevuld met water. 3. Plug en schroef een stevige lat op de muur op de plek waar het bad aansluit op een wand. Laat de rand van het bad op deze lat steunen.
2
4. Laat de overige randen steunen op een houten frame (van latten van ongeveer 44 x 67 cm) en bekleedt het frame met gipsplaten of laat de randen steunen op wanden van gasbetonblokken. 5. Breng een tegelluikje aan in één van de wanden. Dit plaatst u zó dat u later nog makkelijk bij het sifon kunt komen bij eventuele verstoppingen. 6. Voor u het bad definitief inbouwt, controleert u het nogmaals op beschadigingen. Dit doet u door het bad met een warm sopje schoon te maken. U ziet dan of er lekken en/of krassen zijn. 7. Kit de randen van het bad tegen de ondersteuning overal dicht met siliconenkit. Daarmee voorkomt u beschadigingen en gekraak.
Om lekken te voorkomen, is ons advies de S-koppelingen altijd los te halen en opnieuw te voorzien van teflontape. Daarna gaat u als volgt te werk: 1. Draai de S-koppelingen opnieuw in de muurplaat, maar nog niet helemaal vast. 2. Draai de S-koppelingen zover dat uw kraan er exact op past. Let op dat u de kraan horizontaal kunt aanbrengen en dat deze niet scheef ten opzichte van de muur komt. 3. Breng de rozetten over de S-koppelingen aan en bevestig daarop de kraanmoeren. Hierna kunt u de kraan goed aandraaien. Dit kan zonder dat u krassen krijgt op de kraan door een doekje tussen het gereedschap en de kraanmoer te houden. Het is verstandig achter de rozetten, waar de leiding door de tegels loopt, af te kitten.
8. Metalen baden moet u aarden; NEN 1010. 9. Een bak of ligbad moet u integelen.
EEN DOUCHE INBOUWEN 1. Breng de douchebak met de stelpootjes, die samen een driehoek vormen, zowel in de lengte als in de breedte zuiver horizontaal. 2. Volg nu de stappen 2 tot en met 8 zoals die bij 'Een ligbad inbouwen' beschreven zijn. 3. Zet het wandprofiel van de douche met schroeven en pluggen vast (zorg ervoor dat de muur waartegen de douchewand komt zuiver horizontaal is). 4. Sluit de wand en de douchebak waterdicht op elkaar met speciale aansluitprofielen en siliconenkit.
WATER AAN- EN AFVOER De waterleiding komt, bij uw bad of douche, binnen via een muurplaat. Daarop monteert u de kraan, met behulp van twee Skoppelingen die onafhankelijk van elkaar gedraaid kunnen worden. Daarom kunt u de kraan van uw keuze altijd horizontaal bevestigen.
AARDEN Een bad en/of een douchebak van metaal, de waterleiding en de CV, moet u aarden met een blanke aarddraad beschermd door elektrabuis. In het bad en de douchebak is hiervoor aan de onderzijde een speciale lip aangebracht. Die vindt u meestal bij de plugopening.
DE AFVOER AANSLUITEN Aan de onderzijde van het bad of de douchebak komt de afvoerplug. Tussen de afvoerplug en het bad komt een kunststof dichtingsring (ter voorkoming van lekkage). Deze afvoerplug wordt strak tegen het bad gedrukt. Vanaf de binnenkant van het bad of de douche wordt het zeefje geplaatst, waarna de schroef in de afvoerplug wordt vastgedraaid. Daarna kunt u onder het bad of de douche met de klemkwartelmoer de sifon aansluiten op de afvoerbuis. Bij de badafvoer plaatst u tot slot het overloopplaatje en sluit u de flexibele overloopslang aan op de afvoerplug.
3
BADKAMERMEUBEL INSTALLEREN Bij het plaatsen van de meubelen is het allerbelangrijkste dat ze waterpas worden gemonteerd. Zo worden het slecht sluiten van deuren en laden en kieren tussen de diverse elementen, voorkomen. Bij ieder meubel wordt een instructie bijgeleverd. Hieronder de algemene montage-instructie. 1. Plaats eerst het wastafelmeubel, de bovenkant van de wasbak op ca. 90 cm. Indien er een inbouwwaskom geplaatst wordt, de uitsparing er eerst uitzagen voor het monteren. Eventueel het wastafelblad plaatsen. 2. Plaats vervolgens het spiegelelement, indien voorzien op de wastafel. Plaats tevens het verlichtingselement (dit vergrendelt meestal de spiegel) en sluit dit aan op het lichtnet. 3. De bovenkant van de kolomkasten die u er eventueel naast wilt plaatsen, is gelijk aan de bovenzijde van het verlichtingselement. Bij plaatsing van een losse toiletkast worden de kolomkasten uitgemeten vanaf de onderzijde van de wastafelonderbouw. Na plaatsing kunnen de meubelen eventueel aan elkaar gekoppeld worden. 4. Deuren die verkeerd om draaien, kunt u nu ombouwen. Deuren zonder handgreepgaten kunnen nu geboord en gemonteerd worden. Hierna plaatst u de schappenplankjes en eventuele deurbakjes. Tot slot stelt u de laden en deuren.
EEN INBOUWWASTAFEL PLAATSEN 1. Maak met behulp van de bijgeleverde mal met een decoupeerzaag een wastafeluitsparing in het wastafelmeubel en sluit de zaagrand waterdicht af door deze enkele keren te lakken. 2. Breng op de rand van de bak siliconenkit aan, waarna u de wastafel met klemmen tegen de onderkant van de ombouw vastzet. Zo voorkomt u lekkages.
3. Boor een gat voor de kraan, plaats de kraan en breng siliconenkit aan tussen de kraan en de kunststofring en tussen de kunststofring en het blad. Dan is de afdichting absoluut waterdicht.
EEN WASTAFEL PLAATSEN 1. Bevestig de wastafel alleen maar aan de bestaande wand als deze stevig genoeg is! Breng in een wand van gipsplaat eerst een speciale versteviging aan, bijvoorbeeld een stuk multiplex van 22 mm dat tussen twee stijlen is geschroefd. 2. Monteer nu eerst de afvoerput en de kraan. Steek beide kraanbuisjes door de opening in de wastafel en draai de kraanmoer aan de onderzijde vast. Vergeet daarbij de kunststof ringen tussen de wastafel en de kraan en tussen de wastafel en de moer niet te plaatsen. 3. Bepaal de hoogte van de wastafel. De standaardhoogte is 80 cm maar veel mensen vinden een hoogte van 90 cm of hoger prettiger. 4. Ga aan de achterkant van de wastafel na, hoever de ophanggaten uit elkaar zitten. Let op: meet vanuit het midden van het ene gat tot het midden van het andere gat! 5. Teken de gevonden afstand af op de muur en boor daarin gaten van 12 mm. 6. Plaats pluggen in de gaten en bevestig daarin de zogenaamde draadstiften die de wastafel dragen. 7. Als de draadstiften strak zijn aangedraaid, kunt u de wastafel erover heen schuiven. Daarna zet u de moeren vast, niet te strak want dan kan de wastafel gaan scheuren.
4
EEN WASTAFEL OP EEN ZUIL PLAATSEN Als u de leidingen aan de onderzijde van een wastafel netjes weg wilt werken, kunt u de wastafel op een zuil plaatsen. U volgt dan eerst de stappen 1 en 2 zoals beschreven bij 'Een wastafel plaatsen'. Bevestig de wastafel uiterst zorgvuldig op de zuil en teken de ophanggaten met behulp van een waterpas af op de wand. 1. De water aan- en afvoer aansluiten, bij voorkeur met flexibele koppelingen. 2. Vervolgens de zuil onder de wastafel plaatsen door de wastafel iets op te lichten.
EEN CLOSETPOT EN DUOBLOK AANSLUITEN Bij de aanschaf van closetpot kunt u kiezen of u de afvoer in de vloer wilt (type AO, insluiten) of in de muur (type PK). Voordat u de closetpot bevestigt, bepaalt u exact waar de gaten voor de schroeven moeten komen. U doet dit door closetpot los te plaatsen op de plek van uw keuze. Nu kunt u (door de schroefgaten heen) op de vloer aangeven waar u de gaten moet boren. Daarna legt u de pot op een zijkant en bevestigt u het brede deel van de afvoermanchet op de afvoer van de pot. Dit gaat makkelijk met afwasmiddel. Til nu de pot op en schuif het smallere deel van het afvoermanchet in de afvoer. Bij het plaatsen van een duoblok, is aansluiting op een stortbak natuurlijk niet nodig. De closetpot verbindt u met een kunststof sok aan de buis van de stortbak. Hierna kunt u de toiletpot op de vloer vastschroeven.
TIPS Altijd ventileren! Goede ventilatie is van groot belang voor de badkamer en de toiletruimte. Plaats daarom bij voorkeur een ventilator, zodat u zeker weet dat de waterdamp goed wordt afgevoerd. Daarnaast wordt een goede natuurlijke ventilatie aanbevolen.
Stopkraan Bij een eventueel defect, moet het water van het toilet afgesloten kunnen worden. Monteer daarom altijd een stopkraan aan de stortbak. Meestal is een hoekstopkraan het mooiste, omdat daarmee de leiding langs de muur komt.
EEN INBOUWRESERVOIR EN WANDCLOSET AANSLUITEN Bij elk model inbouwreservoir wordt een uitgebreide instructie bijgeleverd. Onderstaand geven wij u de algemene instructie. 1. Teken met behulp van het bijgeleverde sjabloon de bevestigingsgaten op de muur. Vervolgens boort u de gaten met behulp van een 10 mm boor. 2. Monteer het frame van het inbouwreservoir waterpas aan de muur. 3. Plaats de meegeleverde draadstiften in het inbouwreservoir waaraan het wandcloset later wordt bevestigd. Het inbouwreservoir is zelfdragend, dit betekent dat er alleen een ommanteling voor de afwerking gemaakt moet worden. 4. Sluit door middel van de closetafvoerbocht het reservoir aan op de riolering. 5. Sluit de watertoevoer aan door middel van het plaatsen en aansluiten van een hoekstopkraantje. 6. Sluit door middel van het valpijpbochtje het reservoir aan op het wandcloset. 7. Werk de ommanteling af en bevestig het bedieningspaneel. Controleer voor de afwerking of het reservoir functioneert en niet lekt. 8. Plaats het wandcloset op de draadstiften en draai deze door middel van de bijgeleverde kunststof ringen en moeren vast.
5
ELEKTRA AANBRENGEN
UW BADKAMER ONTWERPEN
De combinatie van water en elektriciteit kan gevaarlijk zijn. Daarom zijn er richtlijnen voor elektra in badkamers en douches en dergelijke. Er moet zijn voldaan aan NEN 1010. De energiebedrijven gaan daarbij uit van twee opties: natte ruimten met aardlekschakelaar (installatie B) of zonder aardlekschakelaar (installatie A).
Een optimaal ontwerp maken voor uw badkamer binnen de beschikbare ruimte, is mogelijk met de badkamerontwerphulp. Neem een ruitjesvel met vakjes van 5 x 5 mm, uitgangspunt is dat ieder vakje in werkelijkheid 10 x 10 cm is (één meter is dan dus tien vakjes). Begin uw ontwerp met het op juiste plaats intekenen van radiatoren, ramen, deuren enz.. U kunt zo allerlei varianten uitproberen. Houd rekening met de noodzakelijke bewegingsruimte rondom het bad, de douche, de wastafel en het toilet. Omdat u niet overal tegelijk kunt zijn, mogen deze ruimten lkaar best overlappen.
Installatie A Als de groep waarop uw badkamer is aangesloten niet beveiligd is door een aardlekschakelaar, zijn stopcontacten in de badkamer verboden. Een uitzondering hierop vormt het speciale scheerstopcontact. Een lichtschakelaar mag u aanbrengen, als dit een hooggeplaatste trekschakelaar is. Andere schakelaars en dimmers dienen buiten de badkamer te worden aangebracht. De lichtarmaturen moeten waterdicht zijn en geaard. U mag zowel halogeenlampen als gewone spots gebruiken, mits deze branden op een 24-volts transformator die u buiten de badkamer plaatst. Tegenwoordig bestaan er ook halogeenlampen die op 220 volt werken. Installatie B Als de groep waarop uw badkamer is aangesloten wel beveiligd is door een aardlekschakelaar, gaat het energiebedrijf uit van een zone-indeling. In de zones 1 en 2 mag niets op het gebied van elektra aangebracht worden. In de resterende ruimte (zone 3) mag u wel schakelaars, stopcontacten en verlichting plaatsen (dus ook halogeenlampen en dimmers).
KWALITEITSEISEN Bouwkundige en/of veiligheidstechnische aspecten Metalen ligbaden en douchebakken moeten voorzien zijn van een aarding volgens NEN 1010. Onderhoudstechnische aspecten Het onderhoud van de door u aangebrachte verandering is voor uw eigen rekening.
ADVIES Twijfelt u over de aanpak van uw klus, vraag dan advies. Onze technische consulent kijkt graag even met u naar de situatie en brengt u advies uit.
APARATEN AANSLUITEN Uw wasmachine, centrifuge en/of wasdroger dient u met een ruim hangend snoer vast aan te sluiten op een dubbelpolige trekschakelaar, met een controlelampje bij plaatsing in de badkamer. Deze WEL doe-het-zelf folder is met zorg samengesteld. Woonstichting Etten-Leur is niet aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van het uitvoeren van doe-het-zelf klussen.