(Docentenhandleiding) Rollenspel Een rollenspel is als het ware een klein toneelstukje. In een rollenspel komen personages aan bod die bepaalde eigenschappen of een doel in het verhaal hebben. De bedoeling is dat de leerling niet zichzelf speelt maar de houding/ naam/ bewegingen/ etc. aanneemt van het personage dat hij/zij op dat moment speelt. Het rollenspel wordt gespeeld met acht personen (vier hulpverleners en vier slachtoffers). Iedereen speelt een eigen personage. De bedoeling is om zo natuurlijk mogelijk op elkaar te reageren en het personage te laten spreken, bewegen en reageren zoals de leerling denkt dat hij/zij dat in het echt zou doen. Het doel van een rollenspel is om een situatie na te spelen waarbij de werkelijkheid wordt nagebootst. Hierdoor krijgt de leerling inzicht in hoe te handelen tijdens conflict of probleemsituaties. Tevens leert hij/zij beslissingen te nemen, keuzes te maken en daarbij te letten op zijn/haar eigen houding en mening.
Opdracht 2 Tijdens de vorige opdracht heb de leerlingen een casus geschreven. Aan de hand van deze casus gaan zij tijdens deze opdracht een rollenspel uitschrijven en uitvoeren. De personen die uit de casus naar voren zijn gekomen zullen in deze opdracht een bepaalde rol vervullen (bijv. hulpverlener, slachtoffer o.i.d.).
2.1 Het schrijven van een rollenspel Om te kunnen beginnen met het uitschrijven van het rollenspel zullen de leerlingen moeten beginnen met het inventariseren van de volgende punten. Deze punten moeten zij zo duidelijk mogelijk uitschrijven zodat alles vooraf helder is (wie wat gaat doen etc.) De verslaglegging hiervan wordt meegenomen in de eindbeoordeling, zie hiervoor “beoordelingscriteria”. 1. Welke rollen zijn er en wie neemt welke rol op zich? 2. Welke kenmerken/ eigenschappen hebben deze personen? 3. Welke belangrijke gebeurtenissen komen er in de casus naar voren? 4. Waar speelt de casus zich af? 5. Welke EHBO handelingen ga je uitvoeren? 6. Bedenk welke strategieën je gaat gebruiken.
2.2 Het uitvoeren van een rollenspel Nadat alle deelnemers een personage toegewezen hebben gekregen kan het spel beginnen! Eventuele attributen dienen vooraf klaargezet te worden. Per groepje van vier leerlingen wordt er één rollenspel uitgeschreven. De overige vier deelnemers zijn tijdens deze ronde de hulpverleners. Daarna wordt het rollenspel van de andere groep uitgevoerd. De overige groepsleden beoordelen het spel, hiervoor kunnen zij gebruik maken van de tips en tops-lijst. Ook deze wordt meegenomen in de eindbeoordeling. Aandachtspunten voor de hulpverlener Het is van belang dat de leerling tijdens het rollenspel niet alleen let op het juist uitvoeren van de handelingen, maar ook laat zien dat hij/zij leidinggevende eigenschappen bezit. Het is immers van belang de situatie onder controle hebben. De leerling moet het slachtoffer gerust stellen en hem/haar op de hoogte te houden van wat hij/zij gaat doen. Aandachtspunten voor het slachtoffer Het slachtoffer af en toe best wat weerstand bieden, maak het je tegenspeler niet te makkelijk. Tips en tops-lijst Naam student Datum Naam hulpverlener
Tips
Tops
Opmerkingen
Naam slachtoffer
Wanneer de leerling het rollenspel heeft uitgeschreven én heeft uitgevoerd vult hij/zij individueel het reflectieverslag in. Reflectieverslag volgens STARRT-methode Naam student Naam begeleider Datum Instructies voor het reflecteren
Situatie beschrijving Beschrijf de situatie: waar en wanneer speelde het zich af, en wie waren er bij betrokken? Kies een concrete situatie en beschrijf deze zo duidelijk mogelijk.
Taak Welke opdracht(en) heb je gekregen om uit te voeren? Wat was je taak? Beschrijf ook wat je lastig vond.
Acties Wat heb je gedaan om de opdracht(en) uit te voeren? Welke acties heb jij ondernomen en hoe heb je gehandeld in deze specifieke situatie?
Resultaat Geef een uitgebreid verslag van het resultaat van de opdracht(en). Wat was hiervan het resultaat? Was je aanpak succesvol of juist niet en waaruit bleek dit?
Een reflectieverslag schrijf je in de IKvorm. Stel jezelf open vragen en stel oordelen over jezelf uit. Ga eerst kijken naar wat er is gebeurt voordat je er een waarde aan geeft. Reflecteer niet alleen op probleem situaties maar ook op succeservaringen.
Resultaat Beschrijving van het rollenspel Reflectieverslag volgens STARRT- methode Tips en tops-lijst van min. drie medestudenten (Eenmaal in de rol van hulpverlener en in de rol van slachtoffer)
Beoordelingscriteria Na het afronden van deze opdracht zal de docent de bijgevoegde beoordelingslijst voor het rollenspel aftekenen. Het resultaat van deze opdracht wordt meegenomen in de beoordelingslijst. Naam student Naam begeleider Datum 2.1 Schrijven van het rollenspel Zijn alle rollen uitgeschreven? Zijn alle kenmerken benoemd? Komen de belangrijke gebeurtenissen naar voren? Is de locatie duidelijk omschreven? Welke strategieën worden er toegepast? 2.2 Uitvoering van het rollenspel Heeft de student de rol van hulpverlener uitgevoerd? Heeft de student de rol van patiënt uitgevoerd? Bewijsmateriaal tips en tops-lijst (drie maal hulpverlener, en driemaal patiënt) Is het reflectieverslag volledig ingevuld? Totaal aantal punten
Max. te behalen punten 2 2 2
2
2
2
2
6
10
30 24-30 punten = goed 18-24 punten = voldoende -18 punten = onvoldoende
Ontvangen punten