*ZE94569E538*
Zaaknummer: ZA.10-8449/DN.13-4266
OPTIMALISERING WERKKLIMAAT MFA ’T AAMBEELD VLAGTWEDDE PLAN VAN AANPAK
Afdeling Samenleving maart 2013
1.
INLEIDING
De gebruikers van MFA ’t Aambeeld klagen sinds de ingebruikname van het gebouw over het klimaat en de geluidsoverlast in het gebouw. Zij leggen daarbij een relatie tussen het binnenklimaat en de gezondheid van kinderen en personeel. Daarnaast blijkt in de praktijk een aantal aanvullende maatregelen wenselijk om de veiligheid van de gebruikers te bevorderen. Om meer duidelijkheid te krijgen over de oorzaak van de klachten over het binnenklimaat zijn metingen verricht door de GGD, de architect en het bureau Scholenbouwmeester. Uit deze metingen bleek in elk geval dat het ventilatiesysteem en de verwarming niet werkten volgens de afspraken in het bouwbestek. Na veel discussies heeft de leverancier aanpassingen gepleegd en is het systeem opnieuw ingeregeld. Hierdoor is de geluidsoverlast verminderd en werken ventilatie en verwarming zoals zij hadden moeten doen bij de oplevering in 2008. Daarmee is de bouwfase afgerond en de weg vrij gemaakt om te zoeken naar aanvullende maatregelen die het werkklimaat kunnen optimaliseren.
1.1
Klachten gebruikers
De geluidsoverlast wordt veroorzaakt door een galm in de gangen en het trappenhuis, contactgeluid tussen de lokalen via de vloeren en het geluid van het ventilatiesysteem. De klachten met betrekking tot het klimaat hebben vooral te maken met een hoge temperatuur in het gebouw en het gevoel dat het ventilatiesysteem te weinig soelaas biedt. Ook wordt er door de gebruikers geklaagd over een te droge lucht. De apparatuur waarmee verwarming en ventilatie geregeld worden is ondergebracht in een zogenaamde technische ruimte. Deze ruimte is alleen toegankelijk via de kinderopvang. Wanneer alles naar tevredenheid werkt en alleen sporadisch onderhoud nodig is, is dit geen probleem. In de afgelopen jaren is echter gebleken dat er vaker dan verwacht een bezoek moet worden gebracht aan deze ruimte. Om er bij te kunnen komen is het gebruik van een ladder noodzakelijk. Niet alleen voor huismeesters en onderhoudsmonteurs is een verbetering van de toegankelijkheid wenselijk, ook voor de veiligheid van in de buurt verblijvende baby’s en peuters is een andere ingang aan te bevelen. De gebruikers hebben ook geklaagd over de roosters die zijn aangebracht voor de ingangen van de MFA. Deze roosters zijn gebruikelijk voor schoolgebouwen en worden ook elders in de gemeente toegepast, maar blijken met name voor jonge kinderen een hindernis, omdat zij bij nat weer glad kunnen zijn. Een aantal kinderen is hierdoor in het vuur van het spel gewond geraakt.
1.2
Metingen en adviezen voorafgaand aan de ‘definitieve oplevering’
Onderzoek naar CO2 De GGD heeft op verzoek van de ouders en de gebruikers kort voor de zomervakantie van 2010 CO2-metingen verricht, maar gaf in haar verslag aan dat het tijdstip van deze metingen niet gelukkig gekozen was. Daardoor hebben zij toen géén oordeel kunnen geven over de luchtkwaliteit en de relatie met de door de gebruikers gemelde gezondheidsklachten.
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
2
Het advies van de GGD was bij het begin van het nieuwe stookseizoen opnieuw metingen te doen. Op verzoek van de gemeente hebben deze nieuwe metingen eind november/begin december 2010 plaatsgevonden. De GGD heeft hierover begin januari 2011 gerapporteerd. De GGD kwam tot de conclusie dat het gemiddelde CO2-gehalte gemiddeld goed tot matig te noemen is. De normen worden wel af en toe overschreden, maar de waarden zijn redelijk netjes voor een schoolgebouw. Wellicht valt hier nog iets te verbeteren door de werking van de installaties te optimaliseren. Bovendien kunnen de ramen open om te spuien. De GGD stelde vast dat de temperatuur in de lokalen in zijn algemeen te hoog op loopt. Volgens de GGD zou de starttemperatuur in een school voor een goed werkklimaat ’s morgens bij voorkeur 18 0C moeten zijn. Gedurende dag zou de temperatuur niet boven de 25 0C mogen oplopen. Het is volgens de GGD van belang dat hier iets gebeurt. Verder was de GGD van mening dat in elk geval de overlast van het geluid in de centrale ruimte, veroorzaakt door het ventilatiesysteem, verholpen zou moeten worden. Onderzoek naar galm In 2010 hebben in opdracht van de architect metingen plaatsgevonden om te bepalen hoe ernstig de galm in hal en trappenhuis is. Hierbij werd geconstateerd dat er een behoorlijke galm optreedt, die echter nog binnen de norm valt. Niettemin veroorzaakt deze galm overlast voor de gebruikers. Het leerproces is gebaat bij een rustige omgeving. De galm wordt vooral als hinderlijk ervaren omdat activiteiten in de gang van de begane grond tijdens de schooluren storend werken op het onderwijs in de groepslokalen. Hierdoor is deze gang niet te gebruiken als onderwijsruimte voor de onderbouw, terwijl deze hiervoor wel bedoeld was en daarom zo ruim is opgezet. Omgekeerd kunnen leerkrachten de deur naar de gang niet openzetten op het moment dat het benauwd wordt in de klaslokalen, omdat andere groepen gestoord kunnen worden door activiteiten in hun lokaal. Onderzoek naar ventilatie In het kader van het NEND-programma (Nachhaltige Energie Nederland Deutschland) heeft in het schooljaar 2011-2012 een onderzoek plaatsgevonden naar het binnenklimaat en de energiezuinigheid in het Noorden. C.b.s. De Zaaier en O.b.s. De Clockeslach zijn in dit onderzoek meegenomen. Het onderzoek had vooral een inventariserend karakter. De onderzoekers hebben de beide directeuren geïnterviewd en geconstateerd dat er nogal wat klachten waren over de geluidsoverlast en de ventilatie. Op grond hiervan hebben zij een vervolgonderzoek aanbevolen. Naar aanleiding van dit advies heeft het bureau Scholenbouwmeester in opdracht van de gemeente Vlagtwedde in het voorjaar van 2012 een ventilatieonderzoek uitgevoerd. Daarbij hebben de onderzoekers volgende conclusies getrokken: - In grote lijnen werkt de totale inblaashoeveelheid naar behoren met een percentage van ongeveer 85%. - De totale capaciteit van de drie systemen in maximale stand is voldoende om het gehele gebouw van voldoende ventilatie te voorzien. - Het ventilatiesysteem is echter niet goed ingeregeld of ontregeld. Bij de meeste lokalen ligt de lokale inblaas te laag en bij de meeste kantoren te hoog. De totale inblaas per ruimte ligt veel hoger dan de totale afzuiging. - Vanwege het ervaren van tocht gaan gebruikers over tot het (deels) sluiten van roosters, waarmee het inblaasgedeelte van het systeem nog verder ontregeld raakt. - Het geluidsniveau van de ventilatoren is te hoog. - De gemeten inblaastemperatuur is op warme dagen (te) hoog.
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
3
- De WarmteTerugWin installaties hebben geen luchtbevochtiger. Dit is van invloed op de luchtvochtigheid in het gebouw. De kosten van dit onderzoek zijn in 2012 voorlopig geboekt op de post klein onderhoud van de MFA in afwachting van de besluitvorming over aanvullende maatregelen om het werkklimaat in de MFA ’t Aambeeld te optimaliseren. In feite gaat het hier om voorbereidingskosten voor dit plan van aanpak. Het college heeft destijds ingestemd met de opdrachtverlening vooruitlopend op de definitieve kredietaanvraag voor een oplossing van de geschetste problematiek. (B&W-besluit d.d. 24 juli 2012 nr. B13). Het ging om een bedrag van € 7.018,62, dat in dit plan wordt meegenomen. Maatregelen tot nu toe De klachten over het binnenklimaat hebben verschillende oorzaken. Deze oorzaken hebben ook een onderlinge wisselwerking. Het draaien aan één wiel zet vervolgens een heel raderwerk in beweging, waardoor het erg moeilijk is te bepalen wat het effect van een bepaalde maatregel is. Daarom is in eerste instantie gekozen voor het optimaliseren van het aanwezige ventilatiesysteem en het opnieuw inregelen van de verwarming. Over de geluidsoverlast veroorzaakt door het ventilatiesysteem is herhaaldelijk overleg geweest met het adviesbureau en de installateur die het systeem hebben geleverd. Eerst is de oplossing gezocht in bouwkundige maatregelen, die echter niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. Vervolgens heeft het adviesbureau, in overleg met de installateur, een voorstel gedaan voor een ‘verkoeling’ van de begintemperaturen in het gebouw door middel van een nieuw koel/ventilatiesysteem. Door de aanleg van een volledig nieuw ventilatiesysteem zou de geluidsoverlast waarschijnlijk ook verholpen kunnen worden. De gemeente vond dit wel een erg dure oplossing voor het geluidsprobleem. Na een second opinion te hebben gevraagd bij een ander installatiebureau is zij daarom blijven aandringen op een oplevering van het ventilatiesysteem volgens het oorspronkelijke bestek. Wanneer hiervoor vervanging van de aanwezige ventilatoren nodig is, dan was dat voor rekening van de installateur . De aanleg van een verkoelingssysteem zou een apart traject moeten zijn, aangezien dit niet in het bouwplan was opgenomen. Nadat ook het bureau Scholenbouwmeester tot de conclusie was gekomen dat in elk geval het bestaande systeem verbeterd zou kunnen worden, heeft de leverancier besloten andere ventilatoren te plaatsen in ruil voor de betaling van de laatste termijnen die nog open stonden. In de zomervakantie van 2012 zijn nieuwe ventilatoren aangebracht en is de behuizing ervan verruimd. De geluidsoverlast door de ventilatoren is hierdoor aanzienlijk verminderd. De multifunctionele ruimte in het midden van het gebouw ook nu te gebruiken voor activiteiten zonder dat het systeem moet worden uitgeschakeld. KARA Meet- en regeltechniek heeft na de installatie een controlemeting gedaan naar de opbrengst van de nieuwe ventilatoren. Het bureau concludeert dat deze voldoen aan de verwachtingen. Scholenbouwmeester heeft op verzoek van de gemeente naar dit rapport gekeken en gerapporteerd dat op basis van deze metingen kan worden geconcludeerd dat het ventilatiesysteem werkt zoals verwacht mocht worden bij de oplevering van het gebouw. Over het geheel genomen wordt de lucht in het gebouw hierdoor voldoende ververst. (Het systeem was niet bedoeld om het gebouw af te koelen.)
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
4
1.3
Vervolgstappen
Nu afscheid is genomen van de installateur, is de weg vrij om met andere adviseurs op zoek te gaan naar aanvullende maatregelen om het binnenklimaat te verbeteren. In deze notitie komen deze achtereenvolgens aan de orde. In paragraaf 2 staat de verbetering van de binnentemperatuur centraal. In paragraaf 3 worden voorstellen gedaan voor het verminderen van de geluidsoverlast. In paragraaf 4 worden enkele aanvullende maatregelen in het kader van de veiligheid in en rond het gebouw genoemd. In paragraaf 5 staat de bouw van een overdekte fietsenstalling centraal. In paragraaf 6 worden de financiële consequenties op een rijtje gezet. Tot slot wordt in paragraaf 7 een korte samenvatting gegeven.
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
5
2.
BINNENTEMPERATUUR
De gebruikers klagen over te hoge, en soms, te lage temperaturen in het gebouw. In de winter kunnen de hoge en lage temperaturen worden veroorzaakt door de trage reactie van de vloerverwarming op schommelingen in de buitentemperatuur en de instraling van de zon. In de zomer wordt de verwarming uitgeschakeld en worden de hoge temperaturen veroorzaakt door het vele glas dat de bouwmassa opwarmt. Door de goede isolatie geeft het gebouw deze warmte vervolgens ’s nachts te weinig af. In de afgelopen maanden is veel aandacht besteed aan de inregeling van de verwarming en het ventilatiesysteem. Dit heeft een verbetering tot stand gebracht, maar het zal altijd moeilijk blijven een goed evenwicht te vinden. Ook als er aanvullende maatregelen getroffen worden. 2.1
Verwarming
In de MFA ’t Aambeeld is gekozen voor vloerverwarming in plaats van verwarming met traditionele radiatoren. Vloerverwarming heeft een aantal voordelen: - ruimten worden gelijkmatig verwarmd; - een warme vloer is prettig voor peuters en kleuters, omdat zij vaak op de grond spelen; - het is veiliger omdat radiatoren obstakels vormen waaraan kinderen zich kunnen bezeren; - vloerverwarming is energiezuiniger dan traditionele systemen Vloerverwarming heeft echter het nadeel dat hij traag reageert op temperatuurschommelingen en dat, met name in herfst en voorjaar, een fysieke warmtebron, waarbij men zich in korte termijn kan opwarmen, gemist wordt. Dit vraagt van veel gebruikers een gewenningsproces. De verwarming van het gebouw is in de zomer van 2012 nogmaals volledig gecontroleerd en opnieuw ingeregeld. Alle ruimten zijn individueel en onafhankelijk van elkaar ingesteld. De energiecoördinator van de gemeente reageert zo goed en zo snel als hij kan op klachten van de gebruikers. Hij loopt daarbij wel tegen het probleem aan dat op het moment dat er verschillende medewerkers in dezelfde ruimte werkzaam zijn de temperatuur verschillend wordt ervaren. Wat de een te warm vindt, vindt de ander juist prettig, of te koud. Hij heeft daarom aan elk team een voorlichting gegeven over de werking van het systeem en over de mogelijkheid zelf de temperatuur te beïnvloeden via de thermostaat die in elk lokaal aanwezig is. De gebruikers kunnen handmatig een bijstelling aanbrengen van ca. 3o C. In de afgelopen jaren is gebleken dat door de goede isolatie van het gebouw en het feit dat de vloerverwarming het gebouw als geheel opwarmt de bovenlokalen ook profiteren van de verwarming van de benedenverdieping. Daardoor kan de verwarming op de bovenverdieping lager worden afgesteld. In de gangen is de verwarming inmiddels grotendeels uitgeschakeld. De energiecoördinator kan met terugwerkende kracht over een periode van enkele maanden het temperatuurverloop per ruimte in beeld brengen in de vorm van een grafiek, Uit deze overzichten blijkt dat sinds augustus 2012 de temperatuur in het gebouw nergens hoger is geweest dan 26 o C.
2.2
Zonnewarmte
Een hoge binnentemperatuur wordt zomers veroorzaakt door de instraling van de zon. Zodra de zon schijnt, warmt het gebouw als geheel snel op. Dit prettig met het oog op de energiebeheersing, want in de zomer is de vloerverwarming doorgaans volledig uitgeschakeld. Zonnewarmte heeft echter ook een nadeel. MFA ’t Aambeeld is goed geïsoleerd en heeft veel
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
6
glasoppervlak. De bouwmassa geeft hierdoor de opgeslagen zonnewarmte op warme dagen en nachten te langzaam af. Dit kan alleen versneld worden door het actief verlagen van de temperatuur. Gedacht moet worden aan extra zonwering en het inblazen van gekoelde lucht via het ventilatiesysteem. Zonwering De ruimten worden voor een deel opgewarmd via de ramen. Dit opwarmingsproces kan worden vertraagd door het vervangen van de aanwezige screens door zonwering met uitvalschermen en het deels vervangen van het glas in de schuine kozijnen aan de achterkant door panelen. Het vervangen van het glas wordt geraamd op € 8.470 incl. BTW. De kosten van extra zonwering worden geraamd op € 24.200 incl. BTW. Uitzetters ramen handenarbeidlokaal Het handenarbeidlokaal wordt op dit moment gebruikt als regulier leslokaal. Net als in de overige lokalen op de bovenverdieping kan de temperatuur hier op sommige momenten hoog oplopen. De ramen kunnen echter slechts beperkt worden opengezet, omdat de uitzetters kort zijn. De gebruikers zouden de uitzetters graag vervangen willen zien door langere exemplaren. De kosten hiervan worden geraamd op € 1.500 incl. BTW en monteren. Ventilatie Het ventilatiesysteem is bedoeld om verse lucht in het gebouw te blazen. Het systeem is niet bedoeld om het gebouw te koelen bij zomerse temperaturen. Het bouwbudget voor de MFA in 2004 was taakstellend. De tegenvallende aanbesteding heeft bovendien geleid tot bezuinigingen. Het ventilatiesysteem is uiteindelijk in het bestek gehandhaafd, maar voor een extra koelsysteem was geen geld beschikbaar. Om het systeem op warme dagen een bijdrage te laten leveren aan de temperatuurbeheersing in het gebouw is een extra investering nodig. Nu zuigen de ventilatoren rechtstreeks de warme buitenlucht aan. Door ook ’s nachts te ventileren met afgekoelde buitenlucht kan de starttemperatuur ’s morgens enkele graden worden verlaagd. Echter, bij hoge nachttemperaturen en langere warmteperioden kan het gebouw haar warmte niet kwijt en zet nachtventilatie onvoldoende zoden aan de dijk. Zodra de zon schijnt warmt het gebouw weer heel snel op. De gemeente heeft een offerte opgevraagd voor een uitbreiding van het ventilatiesysteem bij de installateur die betrokken is geweest bij de klimaatbeheersing van o.b.s. Plaggenborg. De ventilatie in MFA ’t Aambeeld wordt verzorgd via drie luchtbehandelingskasten. Twee voor de scholen en één voor de voorschoolse voorzieningen. De installateur komt met het volgende voorstel: a. De luchtbehandelingskasten voor de scholen kunnen worden uitgebreid met omkeerbare warmtepompen waarmee ’s zomers de ingeblazen lucht kan worden voorgekoeld en ’s winters de ingeblazen lucht en het water van de vloerverwarming kan worden voorverwarmd. Hiermee kan ’s zomers de temperatuur in dit deel van het gebouw worden teruggebracht met 2 tot 3 o C ten opzichte van de buitentemperatuur. Kosten: € 81.917 incl. BTW.
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
7
b.
De luchtbehandelingskast voor het achterste, voorschoolse deel in het gebouw kan niet worden uitgebreid met een omkeerbare warmtepomp. De uitvoering van deze kast en het aangesloten kanaalwerk laat dit niet toe. Voorgesteld wordt om hier aparte ‘splitsystemen’ aan te leggen. In elke ruimte wordt een binnendeel in het plafond ingebouwd. Via leidingen zijn deze verbonden met buitendelen op het bovenliggende dak. Elke ruimte krijgt zijn eigen afzonderlijke regeling, waardoor de gebruikers zelf kunnen kiezen welke temperatuur zij willen instellen. Voor de koeling geldt dat er ca. 3 tot maximaal 5 graden gekoeld kan worden. Grotere temperatuurverschillen kunnen leiden tot tochtklachten. Kosten: € 22.034 incl. BTW.
In bijgaande voorstellen is sprake van een beperkte verlaging van de binnentemperatuur via het inblazen van koudere lucht. Het inblazen van lucht die koeler is dan de aanwezige temperatuur wordt al snel als tocht ervaren. Een temperatuurverschil van ca. 3 graden wordt door de meeste mensen als prettig ervaren. Een groter verschil leidt vaak tot klachten, omdat men de luchtverplaatsing voelt.
2.3
Luchtvochtigheid
De gebruikers klagen over te droge lucht. Het vochtgehalte van koude lucht is lager dan dat van warme lucht. (Bij strenge vorst is zowel binnen als buiten het gebouw het vochtgehalte laag). Extra koeling van de ingeblazen lucht kan derhalve het vochtgehalte verlagen. Droge lucht kan worden bestreden door het aanbrengen van luchtbevochtiging in de ventilatiekasten. Inblazen van vochtige lucht brengt echter het risico van besmetting met bacteriën (zoals legionella) met zich mee. Dit risico acht de gemeente in een schoolgebouw met jonge kinderen niet aanvaardbaar.
2.4
Airconditioning
Voor een volledige klimaatbeheersing (constante temperatuur en constant vochtgehalte) is een gesloten airconditioning-systeem noodzakelijk. Goed functionerende airconditioning gaat ervan uit dat ramen en deuren gesloten blijven en dat de ventilatie slechts via roosters en ventors kan plaatsvinden. Dit kan van invloed zijn op het CO2-niveau in het gebouw. Bovendien hebben de gebruikers in de ontwerpfase aangegeven dat zij het juist op prijs stellen de ramen open te kunnen zetten. Bij gesloten airconditioning kunnen de verschillen tussen buiten- en binnentemperatuur groot zijn. Niet iedereen ervaart dit als prettig. Veel mensen worden juist ziek door het inblazen van koude lucht via de airco in hun auto en de wisseling van temperatuur tussen hun auto en de buitenlucht. Het gevaar van actieve luchtbevochtiging is hierboven reeds genoemd. De GGD raadt een gesloten airconditioning-systeem meestal af en verbiedt het gebruik bij de kinderopvang tijdens de openingsuren.
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
8
3.
GELUIDSOVERLAST
Het ventilatiesysteem dat bij de bouw is aangebracht veroorzaakte een storend geluid, waardoor de multifunctionele ruimte tussen de beide speellokalen niet te gebruiken was zonder de ventilatoren uit te zetten. Afgelopen zomer is dit probleem door de leverancier opgelost. Deze heeft nieuwe ventilatoren geplaatst en de behuizing hiervan vergroot. De geluidsoverlast wordt nu nog veroorzaakt door de galm en het contactgeluid. 3.1
Galm
De beide scholen hebben een brede gang met een hoog plafond en een open trappenhuis. Dit leidt in de praktijk tot geluidsoverlast door galm. Deze galm zou verminderd kunnen worden door het aanbrengen van geluiddempende materialen op de wanden en het plafond van de beide schoolgangen. De kosten worden geraamd op € 19.360 incl. BTW. De geluidsoverlast als gevolg van de open trap kan worden verminderd door het vullen van de staanders waaraan de treden zijn opgehangen Kosten: € 2.420 incl. BTW Wanneer de traptreden tegelijkertijd worden voorzien van stootborden reduceert dit ook de geluidsoverlast en wordt de ruimte er onder geschikt gemaakt voor gebruik door leerlingen als onderwijsruimte. Er valt dan geen zand, meegebracht door kinderen die van buiten komend naar boven gaan, meer naar beneden op de materialen die er onder staan. C.b.s. De Zaaier heeft, vooruitlopend op de besluitvorming door college en raad, in overleg met de afdeling Facilitair van de gemeente de trap dicht gemaakt. Kosten: € 5.265 per trap inclusief BTW. De kosten voor beide trappenhuizen (twee scholen) komen daarmee op € 10.530.
3.2
Contactgeluid
De gebruikers hebben last van contactgeluid via de vloeren. De architect heeft hiervoor geen verklaring. Volgens het ontwerp staan de vloeren niet met elkaar in verband. Het gebouw is opgeleverd met marmoleum op de vloeren. Het contactgeluid tussen de lokalen is gereduceerd door het leggen van vloerbedekking over het marmoleum op de bovenverdieping. De gebruikers zijn hier tevreden over. Zij zijn van mening dat dit veel geluidsoverlast wegneemt. Zij vragen daarom ook de lokalen op de begane grond van zachte vloerbedekking te voorzien. Het leggen van vloerbedekking kost zo’n € 3.000 per lokaal incl. BTW. Het gaat op de benedenverdieping dan om 2 x 3 = 6 lokalen x € 3.000 = € 18.000 incl. BTW.
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
9
4.
VEILIGHEID
In de dagelijkse praktijk is gebleken dat de veiligheid in en rond de MFA op enkele punten verbeterd zou kunnen worden. Er zijn aanpassingen gewenst ten aanzien van de toegang tot de technische ruimte, de roosters voor de toegangsdeuren, en de sociale veiligheid. 4.1
Toegang technische ruimte
De apparatuur waarmee verwarming en ventilatie geregeld worden is ondergebracht in een zogenaamde technische ruimte onder het dak van de voorschoolse voorzieningen. Deze ruimte is alleen toegankelijk via de kinderopvang. Wanneer alles naar tevredenheid werkt en alleen sporadisch onderhoud nodig is, is dit geen probleem. In de afgelopen jaren is echter gebleken dat er vaker dan verwacht een bezoek moet worden gebracht aan deze ruimte. Om er bij te kunnen komen is het gebruik van een ladder noodzakelijk. Niet alleen voor huismeesters en onderhoudsmonteurs is een verbetering van de toegankelijkheid wenselijk, ook voor de veiligheid van in de buurt verblijvende baby’s en peuters is andere toegang aan te bevelen. De kosten hiervan worden geraamd op € 7.260 incl. BTW.
4.2
Buitenruimte
De veiligheid van de ruimte rond het gebouw vraagt ook nog enige aandacht. Gebleken is dat kinderen zich kunnen bezeren aan de roosters voor de toegangsdeuren. Verder is de buitenruimte niet overal goed verlicht en is de beveiliging voor verbetering vatbaar. Roosters buitendeuren De afgelopen jaren zijn een aantal kinderen in het vuur van hun spel bij nat weer uitgegleden over de roosters bij de ingangen van de onderbouw. Omkeren van deze roosters bleek geen goede oplossing, omdat zij hierdoor weliswaar stroever werden in het gebruik, maar de verwondingen niet geringer door de scherpe kanten. De gebruikers hebben daarom speciale matten aangeschaft. Zij vragen aan de gemeente de kosten hiervan alsnog te vergoeden. Het gaat om een bedrag van € 4.115 incl. BTW. Buitenverlichting In het voor- en najaar zijn sommige delen van de buitenruimte slecht verlicht. Het gaat vooral om de kant van C.b.s. De Zaaier. Ouders die hun kinderen om 7.00 uur naar de kinderopvang brengen hebben hier last van, evenals de kinderen die voor de buitenschoolse opvang moeten oversteken naar de BSO-ruimte achter de sportzaal Westerwolde. De kosten van het aanbrengen van extra buitenverlichting aan de kant van C.b.s. De Zaaier en bij de kinderopvang worden geraamd op € 2.500 incl. BTW. Beveiliging In 2010 zijn bewakingscamera’s aangeschaft om bij vandalisme zo mogelijk de daders te kunnen aanwijzen. De aanwezige camera’s hebben echter een beperkt bereik. Vandalen die zich ophouden aan de zijkanten van het gebouw komen niet in beeld. De kosten van een
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
10
uitbreiding van het bewakingssysteem met twee camera’s worden geraamd op € 4.000 incl. BTW. De gebruikers hebben ook gevraagd om ‘verbodsborden’ te plaatsen voor gebruik door onbevoegden, d.w.z. het betreden van het schoolplein door jongeren ouder dan 12 jaar na 20.00 uur ’s avonds, tenzij in het kader van een activiteit georganiseerd door de gebruikers. Hiermee moet het gebruik van de portieken door hangjongeren worden tegengegaan. De kosten van vier borden worden geraamd op € 800,- incl. BTW.
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
11
5.
OVERDEKTE FIETSENSTALLING
Hoewel een overdekte fietsenstalling strikt genomen niet als een klimaatvoorziening moet worden beschouwd, wordt hij in dit plan van aanpak toch meegenomen. In januari 2013 heeft de Raad gevraagd naar de stand van zaken met betrekking tot de realisatie van een overdekte fietsenstalling bij de MFA. De portefeuillehouder heeft toegezegd de fietsenstalling in dit plan op te nemen. Het krediet voor bouw van de MFA ’t Aambeeld bleek na de aanbesteding niet voldoende te zijn om voor de beide basisscholen een overdekte fietsenstalling te realiseren. De architect heeft hiervoor wel een eenvoudige schets gemaakt, en de locatie aangewezen, maar het plan is vervolgens niet verder in uitvoering genomen wegens gebrek aan middelen. De fietsen worden nu gestald in rekken op de aangewezen plek, van het speelplein afgeschermd met behulp van betonranden. De randen moeten voorkomen dat kinderen in het vuur van hun spel onzacht in aanraking kunnen komen met geparkeerde fietsen en hierdoor wellicht gewond raken. In de praktijk blijkt deze voorziening prima te functioneren. De gebruikers hebben de laatste jaren regelmatig overlast van rondhangende jeugd (diefstal, vandalisme en afval op het plein). Een overdekte fietsenstalling vormt mogelijk een nieuwe aantrekkelijke pleisterplaats. Dit roept gemengde gevoelens op. Het schoolplein is een openbare ruimte en het weren van ongewenst bezoek is een lastige zaak. Toch is bij navraag gebleken dat men graag de beschikking zou willen hebben over een overdekte fietsenstalling, mits deze transparant is. De keuze voor twee fietsenstallingen in plaats van één heeft ook te maken met de noodzakelijke capaciteit en de wens om de schoolomgeving zo transparant mogelijk te houden. De school wordt bezocht door zo’n 250 kinderen, verdeeld over twee scholen. Eén kleine fietsenstalling biedt onvoldoende capaciteit. Eén grote fietsenstalling wordt erg kolossaal, waardoor het min of meer onmogelijk wordt een plek te vinden waar deze kan staan zonder het zicht op het gebouw weg te nemen. Hij zal dan geheel of gedeeltelijk op het voorplein komen te staan. De architect had daar destijds bezwaar tegen en de gebruikers vonden dat ook niet zo’n goede gedachte. De huidige opstelplaatsen zijn in feite de plek waar in het oorspronkelijke ontwerp van uit is gegaan. De kosten voor twee overdekte fietsenstallingen (links en rechts van het gebouw) kunnen worden geraamd op 2 x € 50.000 = € 100.000 incl. BTW. Het gaat daarbij niet alleen om de materiaalkosten van de stalling zelf, maar er moet ook rekening worden gehouden met graafkosten, opnieuw bestraten van het plein, en het verplaatsen van de betonranden die nu de plek van de open fietsenstallingen markeren.
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
12
6.
FINANCIËN
6.1 Overzicht kosten maatregelen Om het werkklimaat in de MFA ’t Aambeeld te optimaliseren zijn in de voorafgaande paragrafen de volgende maatregelen genoemd:
Binnentemperatuur
Geraamde kosten inclusief BTW
Onderzoek scholenbouwmeester
7.018
Vervangen glas door panelen
8.470
Zonwering
24.200
Raamuitzetters handenarbeidlokaal
1.500
Voorkoeling ventilatie scholen
81.917
Voorkoeling ventilatie voorschoolse voorzieningen
22.034
Aanpassing nutsvoorziening
Pm
Bouwkundige aanpassingen
Pm
Subtotaal
145.139
Projectkosten afd. Facilitair (10%)
14.514
TOTAAL
159.653
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
13
Geluidsoverlast
Geraamde kosten inclusief BTW
Geluidabsorberende wandbekleding
19.360
Stabilisering trappen
2.420
Stootborden trappen
10.530
Vloerbedekking lokalen begane grond
18.000
Subtotaal
50.310
Projectkosten afd. Facilitair (10%)
5.031
TOTAAL
55.341
Veiligheid
Geraamde kosten inclusief BTW
Nieuwe toegang technische ruimte
7.260
Vervangen roosters door matten
4.115
Extra buitenverlichting
2.500
Uitbreiding bewakingscamera’s
4.000
4 Verbodsborden
800
Subtotaal
18.675
Projectkosten afd. Facilitair (10%)
1.867
TOTAAL
20.542
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
14
Geraamde kosten Inclusief BTW Overdekte Fietsenstallingen
Subtotaal Projectkosten afd. Facilitair (10%) TOTAAL
100.000 100.000 10.000 110.000
TOTAALOVERZICHT INVESTERINGEN
159.652
Binnentemperatuur Geluidsoverlast
55.341
Veiligheid
20.542
Subtotaal
110.000
Fietsenstalling
Subtotaal Afronding/Onvoorzien TOTAAL
6.2.
235.535
345.535 4.465 350.000
Bijkomende kosten
De uitbreiding van het ventilatiesysteem brengt nieuwe energielasten met zich mee. De warmtepompen kunnen een deel van deze lasten terugverdienen wanneer zij in de winter worden omgedraaid en het water van de verwarmingsinstallatie voorverwarmen. Dat scheelt in de stookkosten (gas). De koelinstallatie voor de voorschoolse voorzieningen verdient zich echter niet terug, omdat deze niet kan worden aangesloten op het verwarmingscircuit. Hier ontbreekt de ruimte om een warmtepomp te koppelen aan de ventilator. Op dit moment is nog niet in te schatten hoe hoog deze extra lasten zullen zijn. In elk geval is met deze lasten geen rekening gehouden bij de exploitatieberekeningen van Deloitte en Touche in 2004 waarop de huidige bijdragen van de participanten zijn gebaseerd. Onderzocht wordt of de huidige capaciteit van de aansluiting op het elektriciteitsnet voldoende is voor de uitbreiding van het ventilatiesysteem met warmtepompen. Wanneer dit
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
15
niet het geval is, zal de aansluiting moeten worden aangepast en zal het vastrecht voor de aansluiting aanzienlijk stijgen. Met de besturen van de gebruikers zal te zijner tijd moeten worden besproken hoe een stijging van de energielasten kan worden opgevangen. In de praktijk kan echter alleen voor de kinderopvang een financiële bijdrage worden verwacht. De basisscholen leveren reeds hun rijksvergoeding materiële instandhouding in en de kosten van de huisvesting van de peuterspeelzaal komt voor rekening van de gemeente. Rzijn heeft aangegeven dat bij een sterke stijging van de energielasten de verkoeling van de babyruimte prioriteit heeft en de aanleg bij de peuteropvang en de BSO uitgesteld kan worden. De stichting wil dan eerst het effect van de installatie afwachten voordat uitbreiding in de overige ruimten wordt overwogen.
6.3.
Dekking
De totale kosten van de uitvoering van het Plan van aanpak worden geraamd op € 350.000. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen de kosten van de maatregelen om het werkklimaat te verbeteren en de kosten van de bouw van een overdekte fietsenstalling. 159.652
Binnentemperatuur Geluidsoverlast
55.341
Veiligheid
20.542
Subtotaal Afronding/Onvoorzien
235.535 4.465
TOTAAL
240.000
Fietsenstalling
110.000
TOTAAL
350.000
Een krediet van € 240.000 is voldoende om de maatregelen ter verbetering van de binnentemperatuur, de geluidsoverlast en de veiligheid uit te voeren. Dit krediet zou als volgt kunnen worden gedekt: - De kapitaallasten (lineair, 40 jaar, 3,5%) groot € 10.800, voortvloeiende uit een investering van € 180.000 jaarlijks ten laste te brengen van de Algemene Reserve. - De restantinvestering betreft duurzame vervangingen (zoals vloerbedekking, inloopmatten, bewakingscamera’s) en bedraagt € 60.000. De uit dit bedrag voortvloeiende kapitaallasten (lineair, 20 jaar, 3%), groot € 4.800, kunnen ten laste worden gebracht van de post ‘onvoorziene uitgaven tussentijdse beleidswensen’. Voor zover het gaat om bouwkundige maatregelen, die passen binnen de voorzieningen die genoemd worden in de Verordening Huisvesting Onderwijs (€ 180.000) zouden deze gedekt
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
16
kunnen worden uit de Bestemmingsreserve Onderwijshuisvesting. In dat geval moet hierover ‘Op Overeenstemming Gericht Overleg’ worden gevoerd met de schoolbesturen. Deze procedure leidt tot een vertraging van de uitvoering en staat daardoor op gespannen voet met de wens om nog vóór de zomervakantie tot een oplossing te komen van de klimaatproblematiek. Dit geldt niet voor ‘duurzame vervangingen’ als vloerbedekking en beveiligingscamera’s. ook de aanpassing van de peuterspeelzaal en de kinderopvang kan hier niet onder vallen.
6.4.
Inkoop en aanbesteding
Het plan van aanpak toont een breed scala aan mogelijke maatregelen om het werkklimaat in de MFA ’t Aambeeld te verbeteren. Het gaat om bouwkundige acties (bijvoorbeeld nieuwe toegang technische ruimte), maar ook om zogenaamde duurzame vervangingen (bijvoorbeeld zonwering en vloerbedekking). Sommige maatregelen kunnen door de gemeente zelf worden uitgevoerd (bijvoorbeeld stabilisering trappen), voor andere is specialistische kennis van belang (bijvoorbeeld uitbreiding ventilatiesysteem). Een aanbesteding van het plan als geheel ligt daarom niet direct voor de hand. Voorgesteld wordt om de afdeling Facilitair te vragen per deelgebied offertes uit te laten brengen.
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
17
7.
SAMENVATTING
In dit plan van aanpak zijn verschillende maatregelen genoemd die kunnen bijdragen aan een verbetering van het werkklimaat in de MFA ’t Aambeeld in Vlagtwedde. De maatregelen hebben betrekking op het regelen van de binnentemperatuur, het verminderen van de geluidsoverlast, de veiligheid in en rond het gebouw en een overdekte fietsenstalling. De totale kosten van de uitvoering van het Plan van Aanpak worden geraamd op € 350.000. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen de kosten van de maatregelen om het werkklimaat te verbeteren en de kosten van de bouw van een overdekte fietsenstalling. 159.652
Binnentemperatuur Geluidsoverlast
55.341
Veiligheid
20.542
Subtotaal Afronding/Onvoorzien
235.535 4.465
TOTAAL
240.000
Fietsenstalling
110.000
TOTAAL
350.000
Een krediet van € 240.000 is voldoende om de maatregelen ter verbetering van de binnentemperatuur, de geluidsoverlast en de veiligheid uit te voeren. Dit krediet zou als volgt kunnen worden gedekt: - De kapitaallasten (lineair, 40 jaar, 3,5%) groot € 10.800, voortvloeiende uit een investering van € 180.000 jaarlijks ten laste te brengen van de Algemene Reserve. - De restantinvestering betreft duurzame vervangingen (zoals vloerbedekking, inloopmatten, bewakingscamera’s) en bedraagt € 60.000. De uit dit bedrag voortvloeiende kapitaallasten (lineair, 20 jaar, 3%), groot € 4.800, kunnen ten laste worden gebracht van de post ‘onvoorziene uitgaven tussentijdse beleidswensen’. We gaan er van uit dat de in deze notitie opgesomde maatregelen voldoende zullen zijn om de klachten te verhelpen. Het is echter onmogelijk alle individuele gebruikers garanties te geven voor een afdoende oplossing. Het feit dat de temperatuurbeleving per gebruiker kan verschillen maakt het moeilijk om een generale oplossing te vinden voor het hele gebouw. Het verlagen van de binnentemperatuur heeft bovendien weer gevolgen voor de luchtvochtigheid in het gebouw. Het enige wat de gemeente kan beloven is alles in het werk te stellen om het werkklimaat te verbeteren.
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
18
Bij de uitvoering van dit plan moet rekening worden gehouden met precedentwerking. Bij een hittegolf loopt de temperatuur in andere schoolgebouwen ook hoog op. Het is derhalve niet ondenkbaar dat ook andere scholen zullen vragen om een verkoelingssysteem.
Optimalisering werkklimaat MFA ’t Aambeeld
19