nummer 5, oktober 2005, jaargang 7, digitale versie E-QUALITY, KENNISCENTRUM VOOR EMANCIPATIE IN DE MULTICULTURELE SAMENLEVING
DIVERSITEIT OP KIESLIJSTEN
48 ONDER DE RUIM TIENDUIZEND GEMEENTERAADSLEDEN BEVINDEN ZICH SLECHTS 48 ZMV-VROUWEN. Bron: Instituut voor Publiek en Politiek
Pagina 3
DAGINDELING ESF-3 WERKT (MEE) ! Pagin 4-5
NIEUWE WET INBURGERING: EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID CENTRAAL Pagina 6-7
GEMEENTE BREDA INTERVIEW RIA BOLINK
Leonie van den Schoor
De kieslijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen van 7 maart 2006 worden half november definitief vastgesteld. Het is nu dus tijd om te letten op een diverse samenstelling van de kandidatenlijst. Tijdens de afsluiting van het Ambassadeursnetwerk Besturen op 10 oktober riep minister De Geus politieke partijen op om voor de gemeenteraadsverkiezingen 50 procent vrouwen op verkiesbare plaatsen te zetten. De minister benadrukte dat vooral op gemeentelijk niveau nog veel werk aan de winkel is. Ook de politieke participatie van migranten laat nog veel te wensen over. Slechts 2 procent van alle raadsleden is afkomstig uit zwarte, migranten- en vluchtelingengroepen (zmv-groepen). Van evenredige vertegenwoordiging is dus absoluut geen sprake. Het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) probeert daar net als E-Quality verandering in te brengen. IPP-medewerker Brahim Fattah benadrukt hoe belangrijk het is dat de kieslijsten een afspiegeling van de samenleving vormen. “Van het witte bolwerk in de politiek moeten we af, die tijd is voorbij. Minderheden moeten een stukje verantwoordelijkheid kunnen meedragen en invulling kunnen geven aan het leefklimaat. Helaas zijn we nog niet zover. Met name de participatie van zmvvrouwen is minimaal. In heel Nederland zijn er slechts 48 vrouwelijke gemeenteraadsleden uit minderheidsgroepen.”
Meer migranten op de kieslijsten is niet alleen goed voor de evenredige vertegenwoordiging en legitimiteit van het bestuur, ook zorgt het waarschijnlijk voor een groter opkomstpercentage van minderheden bij de verkiezingen. “Een kleurtje op de lijst is herkenbaar. Daar gaat het ook om: dat je jezelf ergens in herkent.” Vinden en Binden
Met het pilotproject ‘Vinden en Binden’ wil het IPP mannen en vrouwen uit zmvgroepen interesseren voor een functie in de politiek. Almere, Amersfoort, Zwolle en Zaanstad doen mee aan de pilot. Gedurende zes weken krijgen deelnemers een training en doorlopen een fictieve procedure voor werving en selectie voor kandidaatstelling op de kieslijst. Brahim Fattah: “Vervolgens is het aan hen zelf om te kiezen of ze al dan niet actief worden in de politiek. De belangstelling in de vier gemeenten is groot. Overal zijn er meer dan honderd deelnemers.” Op 14 november organiseert het IPP samen met E-Quality een bijeenkomst over diversiteit en lokale verkiezingen. “De focus ligt op kandidaatstelling van zmv-vrouwen en –mannen.” Veel belangstelling
Brahim Fattah is optimistisch: “Ik heb het idee dat er veel belangstelling is onder zmv-groepen. De wil is er wel, maar ze kennen de weg nog niet. De tijd is rijp voor verandering. Nu is het zaak dat kandidaatstellingscommissies meer zmvvrouwen en -mannen op een verkiesbare plaats zetten.”
service
2
factsheets Effecten van leren op verdere verloop van de arbeidscarrière Een leven lang leren is belangrijk om de kennissamenleving en de werkgelegenheid in Nederland te bevorderen. De factsheet ‘Een leven lang leren. Effecten van leren op verdere verloop van de arbeidscarrière’ bevat een overzicht van relevante feiten en cijfers over de scholing van werkenden en de aansluiting tussen competenties en werk. Op basis hiervan volgen aanbevelingen voor beleidsmakers, zodat iedereen in gelijke mate kan profiteren van de mogelijkheden voor een leven lang leren.
Oudkomers en Volwasseneneducatie Toekomstige beleidsveranderingen op het gebied van inburgering en (financiering van) volwasseneneducatie zullen van invloed zijn op de toegankelijkheid van educatievormen voor diverse groeperingen. Vanwege verschillen in maatschappelijke positie, opleidingsniveau, zorgverantwoordelijkheden, en kansen op de arbeidsmarkt is het voor vrouwen en mannen van verschillende etnische achtergronden geen vanzelfsprekendheid om, veelal op latere leeftijd, een (hogere) opleiding te volgen en af te ronden. De factsheet ‘Een leven lang leren. Oudkomers en Volwasseneneducatie’ biedt een overzicht van relevante feiten en cijfers over twee belangrijke aspecten van een leven lang leren: oudkomers en volwasseneneducatie. Daarnaast bevat ook deze factsheet aanbevelingen.
Factsheets zijn digitaal beschikbaar via www.e-quality.nl. Hier vindt u ook een overzicht van alle tot nu toe verschenen factsheets. Ontvangt u liever een papieren versie, dan kunt u deze aanvragen via telefoonnummer (070) 3659 777.
diensten Factsheet e-mailabonnement Via www.e-quality.nl kunt u zich abonneren op de attenderingsservice voor nieuwe factsheets. Zodra een nieuwe factsheet verschijnt, krijgt u een e-mail met een korte samenvatting en een link om de factsheet rechtstreeks van de website te downloaden. Digitale nieuwsbrief De digitale nieuwsbrief van E-Quality informeert over nieuwe producten, activiteiten en kennis van E-Quality. Daarnaast bevat de nieuwsbrief onder andere verwijzingen naar Tweede-Kamerstukken die relevant zijn voor emancipatie in de multiculturele samenleving. De nieuwsbrief verschijnt minimaal 10 keer per jaar. U kunt zich aanmelden via de website: www.e-quality.nl
Directeur Joan Ferrier presenteerde op de E-Quality Prinsjesdagborrel van 29 september de resultaten van de internetpeiling over Een leven lang leren. Het verslag van deze peiling is te vinden op www.e-quality.nl>publicaties.
Redactie Fatos¸ Ipek-Demir Agnes Jansen (eindredactie) Sabine Kraus Gerla van Ophem Beeldmateriaal Rogier Alleblas (p 6/7) Vormgeving en druk Vorm Vijf, Den Haag ACI Offsetdrukkerij, Amsterdam Oplage 3.500
© E-Quality Postbus 85808 2508 CM Den Haag T: (070) 365 97 77 F: (070) 346 90 47 www.e-quality.nl
[email protected] ISSN-nr: 1389-9430 Informatie opgenomen tot en met 11 oktober 2005. Matters nummer 6 verschijnt begin december. Overname van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding.
agenda 9 november, ‘Haagse Lobby’, Den Haag Debat Emancipatie en Mantelzorg Debat over het bereiken van een betere balans in de verdeling van mantelzorg en betaald werk tussen vrouwen en mannen van diverse etnische achtergronden. 14 november, Zaandam Diversiteit en lokale democratie Het Instituut voor Publiek en Politiek, de Federatie Steunfuncties Minderheden en E-Quality nodigen u uit voor een themabijeenkomst over het realiseren van diversiteit in de lokale democratie. Kijk in de Agenda op www.e-quality.nl voor meer informatie en andere bijeenkomsten waar E-Quality acte de présence geeft, of die E-Quality organiseert
Deeltijd diagnose Deeltijdwerk is in een aantal sectoren heel normaal, vooral op uitvoerend niveau en voor vrouwelijke werknemers. Deeltijdwerk in hogere en leidinggevende functies is minder geaccepteerd. Dit belemmert de doorstroom van vrouwen naar die functies. Uit onderzoek, blijkt dat deeltijdwerk ook in hogere functies doelmatig functioneert. Een voorwaarde is dan wel dat vooraf duidelijk is wat de knelpunten én de oplossingen daarvoor zijn. Het Deeltijd Diagnose Instrument onderzoekt en vergroot binnen organisaties de acceptatie en mogelijkheden voor deeltijdwerk op topniveau. Het DDI is gratis toegankelijk via www.e-quality.nl/ddi Voor advies over hoe DDI specifiek uw organisatie het beste van dienst kan zijn, kunt u contact opnemen met Agaath Beuk, senior beleidsmedewerker. E-mail
[email protected]. Telefoon (070) 3129 783.
update
3
PROJECT DAGINDELING ESF-3 WERKT (MEE)! Maureen Pepping, projectleider Dagindeling ESF-3 Petra van Hemert, communicatieadviseur Dagindeling ESF-3
‘Nederland is toe aan nieuwe afspraken’. Onder dit motto startte in 1999 de Stimuleringsmaatregel Dagindeling. Doel van deze maatregel was maatschappelijke organisaties, bedrijven en lokale overheden uitdagen om met creatieve ideeën en oplossingen te komen voor ‘nieuwe afspraken’. In vier jaar tijd zijn 140 projecten gesubsidieerd die praktische, lokale oplossingen ontwikkelen om de combinatie van werk en privé te vergemakkelijken.
De resultaten van de Stimuleringsmaatregel, gepresenteerd in 2003, waren goed bruikbaar en zo veelbelovend dat Project Dagindeling ESF-31 in september 2005 begon met alweer de vierde subsidieronde.2 Hierin krijgen nieuwe initiatieven de kans zich te bewijzen, maar ook is er aandacht voor het op grotere schaal toepassen en invoeren van projecten die in de eerdere rondes succesvol waren. Mensen hebben steeds meer behoefte aan maatwerk: in hun werktijden, in openingstijden van winkels en voorzieningen, kinderopvang en zorg- en dienstverlening in hun woonomgeving. Wij laten u graag kennismaken met twee projecten van Dagindeling ESF-3. Ondernemersopleiding en coaching
Multicultureel Vrouwencentrum Jasmijn wil vrouwen bewust maken van hun maatschappelijke positie en wijzen op het belang van durven en kunnen kiezen in het leven. Hiervoor heeft Jasmijn veel cursussen ontwikkeld. Ondanks deze begeleiding bleek dat vrouwen na het volgen van dit cursustraject nog onvoldoende aansluiting vonden op de arbeidsmarkt. De meeste vrouwen beschikken niet over een relevante opleiding of arbeidsverleden. Om hierin verandering te brengen zette Jasmijn, met subsidie van Project Dagindeling ESF-3, in 2005 het project Matriamarkt op. Het project helpt vrouwen bij het opzetten van een eigen bedrijf. Dit gezamenlijke bedrijf zal diensten aanbieden aan taakcombineerders en ouderen. Hierbij valt te denken aan producten als een strijk-
service, organisatie van (kinder-)feestjes en een boodschappenservice. In de voorbereiding krijgen de vrouwen een ondernemersopleiding in het ROC en coaching door een extern bureau. Het is de bedoeling dat de deelnemende vrouwen op deze manier vaardigheden opdoen en zich bewust worden van hun eigen mogelijkheden. Midden 2006 trekt project Matriamarkt zich terug en zullen de vrouwen het bedrijf op eigen kracht exploiteren. Wegwijzer Kinderopvang
Stade Advies uit Utrecht is een oude bekende voor Project Dagindeling ESF-3. Het bureau wil allochtone vrouwen op weg helpen in maatschappelijke participatie, opleiding en werk. Om activiteiten buitenshuis te kunnen ondernemen, is kinderopvang voor deze vrouwen een essentiële voorwaarde. De nieuwe Wet kinderopvang brengt veel verandering met zich mee, waaronder nieuwe taken voor de gemeente. Met subsidie van Project Dagindeling ESF-3 is Stade Advies gemeenten behulpzaam geweest bij het oppakken en vormgeven van deze nieuwe taken. Het bureau ontwikkelde twee producten ter ondersteuning van gemeenten en uitvoeringsorganisaties. Voor trajectbegeleiders van uitvoeringsbureau’s als ROC en inburgeringsbureau’s bedacht Stade Advies de Wegwijzer Kinderopvang en ook zette het een adviestraject op poten om gemeenten te helpen met het verbeteren van kinderopvang voor de allochtone doelgroep. In de derde subsidieronde heeft Project
1 Dagindeling ESF-3 zet vanuit de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid middelen uit van het Europees Sociaal Fonds-doelstelling 3 Programma (2000 – 2006). 2 Vierde subsidieronde start onder voorbehoud van goedkeuring van de definitieve budgetverdeling. 3 Bron: Projectplan Implementatie ‘Allochtone taakcombineerders, dagindeling bij inburgering’, thema kinderopvang bij trajecten, juni 2004.
Dagindeling ESF-3 Stade Advies met subsidie ondersteund bij het verspreiden en implementeren van deze producten onder gemeenten en uitvoeringsorganisaties, bijvoorbeeld in het samenwerkingsproject met de gemeenten Arnhem en Zutphen. Het is de bedoeling dat de Wegwijzer Kinderopvang uiteindelijk commercieel levensvatbaar wordt.3 Meer succesvolle initiatieven
De inzendingstermijn voor subsidieaanvragen voor de vierde subsidieronde van Project Dagindeling ESF-3 sluit 30 november 2005. Nieuwe en hopelijk succesvolle initiatieven zullen dan de maatwerkmogelijkheden voor optimale combinatie van arbeid en zorg weer een stap dichterbij brengen.
meer informatie Project Dagindeling ESF-3 Projectleider Maureen Pepping, (070) 3335 889 www.dagindeling.nl Project Matriamarkt Multicultureel Vrouwencentrum Jasmijn Carla Tinschert, (050) 5733 319 www.jasmijn.info Project Allochtone taakcombineerders Stade Advies Gert Jongetjes, (030) 2361 868 www.stade-advies.nl
emancipatie in inburgeringsbeleid
4
NIEUWE WET INBURGERING: EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID CENTRAAL Sabine Kraus, senior beleidsmedewerker E-Quality
Na veel discussie en juridische problemen is eind september dan toch het wetsvoorstel voor de nieuwe Wet inburgering naar de Tweede Kamer gestuurd. De bedoeling van de wet is de inburgering meer verplichtend en meer resultaatgericht te maken. Naast nieuwkomers worden ook oudkomers inburgeringsplichtig, en er wordt een landelijk examen ingevoerd. Eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar voor het zelf organiseren en betalen van de inburgering staat voorop. Wat betekent dat voor de emancipatiemogelijkheden van migrantenen vluchtelingenvrouwen?
>50% DE MEESTE OUDKOMERS DIE NU EEN INBURGERINGSTRAJECT VOLGEN ZIJN VROUWEN. DIT GELDT ZOWEL VOOR DE TRAJECTEN DIE ZIJN GERICHT OP OPVOEDERS (92%) ALS VOOR DE TRAJECTEN VOOR WERKLOZEN (57%) Bron: Factsheet Een leven lang leren. Oudkomers en Volwasseneneducatie. September 2005.
Een goede inburgering is van groot belang voor de emancipatie en integratie van migrantenvrouwen. De regering is zich daarvan bewust en hoopt in de Memorie van Toelichting (MvT) expliciet dat de inburgeringsplicht ‘een steun in de rug zal zijn voor veel vrouwelijke oudkomers die vanwege onder andere culturele omstandigheden tot op heden niet in staat geweest zijn om een inburgeringsprogramma te volgen’. Naast de inburgeringsplicht kunnen sommige groepen ook een inburgeringsaanbod krijgen, geregeld en betaald door de gemeente. Ook hier denkt de regering uitdrukkelijk aan vrouwen, want naast uitkeringsgerechtigden en geestelijk bedienaren is het inburgeringsaanbod bedoeld voor oudkomers zonder werk en zonder uitkering. Dit aanbod is, aldus de MvT, vooral bedoeld voor ‘allochtone vrouwen die zich in een achterstandspositie bevinden’. Het is positief dat de regering specifiek aandacht besteedt aan de positie van vrouwen in de inburgering. Een grondige analyse ontbreekt echter. Men heeft kennelijk vooral vrouwen voor ogen die best in staat zijn in te burgeren, maar er nu niet aan toekomen. Met de nieuwe wet wil men hen over de drempel helpen. Realiteit
Veel vrouwen voldoen echter niet aan dit beeld. Nu al volgen veel vrouwelijke oudkomers vrijwillig een inburgeringstraject, en de wachtlijsten zijn nog niet weggewerkt. Daarnaast zullen er vrouwen zijn die, ondanks de stimulansen en dreigingen van de nieuwe wet, niet aan de eisen kunnen voldoen. Zij krijgen te maken met boetes en mogelijk een slechtere verblijfsstatus.
• Wie straks de basistoets in het buitenland afgelegt heeft 3,5 jaar de tijd om te slagen voor het verplichte inburgeringsexamen in Nederland; anderen krijgen vijf jaar. Voor een tegemoetkoming in de cursuskosten moet je zelfs binnen drie jaar slagen. De resultaten van de huidige inburgeringstrajecten zijn nu vaak beperkt, en het examen moet het niveau dus verhogen. Maar is het reëel om te eisen dat elke inburgeraar binnen een vaste termijn slaagt voor een standaardexamen? Denk aan analfabeten die nooit naar school zijn gegaan, laat staan een examen hebben afgelegd. Onder deze categorie zijn vrouwen oververtegenwoordigd in vrijwel alle herkomstlanden. • Vrouwen (nieuwkomers en oudkomers) zonder eigen inkomen zijn afhankelijk van de medewerking van hun partner. Niet iedere partner zal bereid zijn om de dure inburgering te betalen. Sommigen betalen wellicht liever de boetes. • Oudkomers die een aanbod van de gemeente krijgen, moeten altijd nog een eigen bijdrage van 270 euro betalen. En het aanvaarden van het aanbod gaat vergezeld van de plicht om binnen de gestelde termijnen te slagen, met het risico van boetes als het niet lukt. Al met al zal het aanbod misschien juist niet geschikt zijn voor de meest kwetsbare groepen, zoals zeer laag opgeleide vrouwen, of vrouwen met een partner die niet achter haar inburgering staat.
5
Bedragen € 6.000,-
De schatting is dat de inburgeringscursus voor inburgeringsplichtigen ongeveer € 6.000,- gaat kosten. Hiervoor een lening afsluiten, die met rente moet worden terugbetaald, is mogelijk.
€ 3.000,-
Wie binnen drie jaar voor het examen slaagt, krijgt een tegemoetkoming in de inburgeringskosten van maximaal € 3.000,-.
€ 500,-
Wie niet tijdig voor het examen slaagt krijgt een boete van maximaal € 500,-en een nieuwe termijn om te slagen (waarna opnieuw een boete volgt wanneer je niet slaagt, elke twee jaar opnieuw, en oplopend tot € 1.000,- per keer).
€ 270,-
De inburgeraar die een aanbod krijgt van de gemeente moet een eigen bijdrage betalen van € 270,- (eventueel in termijnen te betalen). Wie een aanbod aanvaardt, moet verder ook meewerken. Zo niet, dan volgt een boete van maximaal € 500,-.
€ 172.000.000,- Voor het inburgeringsaanbod aan bepaalde groepen is de komende jaren in totaal 172 miljoen euro per jaar beschikbaar. De regering verwacht dat dit voldoende is voor circa 47.000 inburgeraars per jaar (ter vergelijking: het aantal inburgeringsplichtige oudkomers wordt geschat op 500.000).
• Volgens de MvT moeten de inburgeraars zelf keuzes maken over de wijze waarop ‘de kennisverwerving het beste kan worden verenigd met persoonlijke omstandigheden, zoals de zorg voor gezinsleden, zwangerschap, en werkzaamheden’. Toch zullen veel vrouwen dat niet kunnen zonder betaalbare kinderopvang, of als zij zwaar belast zijn met mantelzorgtaken. Daarnaast zou het goed zijn om in de wet de inburgeringstermijn te verlengen met de normale duur van zwangerschapsen bevallingsverlof (16 weken per kind). Zelfstandig verblijfsrecht
Het slagen voor het inburgeringsexamen zal ook een vereiste zijn voor de toekenning van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd en voor een zelfstandige verblijfsvergunning. Wie niet is geslaagd, houdt wel de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, maar heeft dus minder verblijfszekerheid. De MvT gaat ervan uit dat dit de positieverbetering van migrantenvrouwen bevordert: de wetenschap zonder examen geen zelfstandige verblijfsvergunning te krijgen, zal een stimulans zijn voor een snelle inburgering. Voor een aantal vrouwen zal dit zeker gelden. Anderzijds zullen er vrouwen zijn die helemaal niet van deze regeling op de hoogte zijn, of
die een zelfstandig verblijfsrecht aanvankelijk niet zo belangrijk vinden (de meeste gehuwden anticiperen immers niet jaren tevoren al op de kans op echtscheiding). Voor mannen die ook nu al de inburgering van hun vrouw verhinderen, omdat zij het juist prettig vinden dat hun vrouw van hun afhankelijk is, zal deze vereiste juist een extra reden kunnen zijn om inburgering tegen te werken. Mensen die ‘na de verbreking van de gezinsband – bijvoorbeeld na huiselijk geweld – op voortgezet verblijf in Nederland zijn aangewezen’ kunnen overigens ook zonder examen een zelfstandige vergunning krijgen, aldus de MvT. Aan te bevelen valt om dit niet te beperken tot extreme situaties zoals huiselijk geweld. Eventueel zou aan de verblijfsvergunning wel de voorwaarde kunnen worden verbonden dat alsnog binnen een bepaalde realistische termijn het examen moet worden behaald.
Emancipatie-effecten
Inburgeringsbeleid is een terrein waarbij gender mainstreaming van groot belang is. Inburgering kan de emancipatie van vrouwen zeer ten goede komen. Rekening houden met bijvoorbeeld inkomens- en positieverschillen tussen mannen en vrouwen is daarvoor wel essentieel. Niet voor niets heeft de Visitatiecommissie Emancipatie het inburgeringsbeleid uitgekozen als een van de onderwerpen voor de deze zomer gehouden inventarisatieworkshop over het beleid van het ministerie van Justitie. E-Quality pleit al enige tijd voor een Emancipatie-Effectrapportage (EER) om het inburgeringsbeleid zorgvuldig op emancipatie-effecten te bekijken. Het huidige wetsvoorstel toont aan dat een EER alsnog zeer zinvol zou zijn.
Bronnen - E-Quality (2005). Factsheet Zelfstandig Verblijfsrecht anno 2005. Den Haag: E-Quality. - E-Quality (2005). Factsheet Een leven lang leren: Oudkomers en Volwasseneneducatie. Den Haag: E-Quality. - Kraus, S. & S. Notos (2003). Vrouwen in de Inburgering: cijfers, feiten en beleidsopties. Den Haag: E-Quality. - Memorie van Toelichting Wet Inburgering, TK 2005-2006 nr. 3. - Wetsvoorstel Wet Inburgering, TK 2005-2006 30308 nr. 2.
estafette
6
Beleidsambtenaren vertellen over emancipatie en diversiteitsbeleid binnen hun beleidsterrein
DIVERSITEIT ZICHTBAAR MAKEN IN DE GEMEENTE BREDA Leonie van den Schoor
Ria Bolink is procesmanager diversiteitsbeleid bij de gemeente Breda. Aandacht vragen voor diversiteit en participatie van zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen (zmv-vrouwen) ziet ze als een constante missie, die je op strategische momenten en plekken moet invullen. “Overal plant ik zaadjes. Een heleboel zullen er niet uitkomen, maar sommige ook wel.”
Ria Bolink past niet bepaald in het clichébeeld van een ambtenaar: een negen tot vijf mentaliteit kent ze niet en haar baas wordt af en toe gek van de onorthodoxe wegen die ze bewandelt om haar doel te bereiken. Zes jaar werkt ze inmiddels bij de gemeente Breda. Officieel heet haar functie procesmanager integratie, maar van het woord integratie moet ze niets hebben. “Dat klinkt alsof je een bevolkingsgroep ergens tussen wilt frotten, alsof de een zich moet aanpassen aan de ander. Maar je hebt het wel over 165.000 inwoners van Breda, die moeten met zijn allen kunnen samenleven. Daarom heb ik van begin af aan geroepen dat de gemeente het geen integratiebeleid moet noemen, maar diversiteitsbeleid. Dat heeft geholpen. Ambtenaren corrigeren zichzelf nu: ik moet van jou diversiteit zeggen, hé?” Gender mainstreaming
Inmiddels weet men in Breda wel wat diversiteit inhoudt, maar geldt dat ook voor gender mainstreaming? Ria Bolink: “Als je vraagt naar gender mainstreaming wordt er bij de meeste gemeenten heel vaag gekeken. Het zegt hun niets. Zelfs onze gemeentelijke adviescommissie emancipatie worstelt ermee.” Dat is ook niet verwonderlijk, vindt ze, het begrip is namelijk voor veel mensen nog vaag. “Je moet het concreet maken, zeker binnen de gemeente. Dan krijgen beleidsambtenaren veel meer inzicht in genderzaken en de manier waarop ze
het inhoud kunnen geven. Welke instrumenten zijn er? Wanneer kun je bijvoorbeeld een Emancipatie-Effectrapportage toepassen?”
Toolkit
Een speerpunt in het diversiteitsbeleid van de gemeente Breda is het thema participatie van zmv-vrouwen. Breda is een van de gemeenten die met de commissie Participatie van Vrouwen uit Etnische Minderheidsgroepen (PaVEM) een convenant hebben afgesloten. Er is onder andere afgesproken om in anderhalf jaar tijd 170 zmv-vrouwen aan het werk te helpen. Daarnaast is Breda een van de vijf pilotgemeenten die werken met de Toolkit Participatie1. Dat is een instrument voor gemeenten om hun beleid voor zmvvrouwen vorm en inhoud te geven. Ria Bolink: “Toen ik van de Toolkit hoorde, heb ik de wethouder gevraagd: ‘zullen we Breda opgeven als pilotgemeente?’ Dat deed ik uit strategische overwegingen: omdat de gemeente dan een convenant moet ondertekenen, heb je meteen politiek commitment. Het college is er dan bij betrokken en verantwoordelijk voor. Want je kunt als ambtenaar nog zo enthousiast zijn, als de bestuurder niet aan jouw kant staat bereik je niets. Gelukkig hebben we een wethouder die erg positief is over diversiteit en mij alle ruimte geeft.”
Ria Bolink: “Ooit ben ik letterlijk de markt opgegaan om vrouwen te werven voor een 8maart-bijeenkomst. In plaats van de gebruikelijke twintig kwamen er toen zeshonderd van allerlei etnische groepen.”
Lokaal participatieteam
De Toolkit Participatie is vooral gericht op het creëren van een groter draagvlak in het beleid. “We zijn er vorig jaar juni mee begonnen, een nieuwe nota integratiebeleid was toen net in de maak. We hebben een quickscan gedaan: waar is er al beleid en waar is het nog nodig? Het kernpunt daarvan was de conclusie dat we de doelgroepen zelf er meer bij moeten betrekken. Dat doen we nu ook, we hebben een lokaal participatieteam (P-team) in het leven geroepen.” Het Bredase P-team ontwikkelt ideeën en doet onderzoek naar knelpunten en successen op het gebied van werken en wonen. “Ze voeren huiskamergesprekken waarmee ze nog meer vrouwen proberen te activeren.” De Toolkit Participatie heeft veel opgeleverd. “Er is op een redelijk structurele manier een nota diversiteitsbeleid2 tot stand gekomen. De gemeentelijke nota Dunya3, die specifiek op vrouwen is gericht, zou er zonder de Toolkit nooit zijn geweest. Verder was de Toolkit een stimulans om het lokale participatieteam erbij te betrekken. Maar ook buiten het P-team om zijn er explosies van energie en acties geweest, het heeft uitstraling naar buiten toe.” Aangeboren nieuwsgierigheid
Ria Bolink probeert diversiteit zichtbaar te maken binnen de gemeente met leuke dingen zoals boekjes en dergelijke. Ze heeft zelfs het plan een receptenboekje te maken om in het hele gemeentelijk beleid meer rekening te houden met de diversiteit van de bevolking. Of neem het voorbeeld van de ‘cv-rom Kleurrijk Talent’,
7
tips Regel politiek commitment, betrek bestuurders erbij. Dat kun je doen met zakelijke argumenten, cijfers en informatie, maar ook door hen in contact te brengen met de doelgroep. Ria Bolink: “Ik heb bijvoorbeeld bij een bijeenkomst voor migrantenvrouwen de wethouder van sociale zaken uitgenodigd. Die raakte zo onder de indruk van de power van die vrouwen, dat ze het ook aankaartte bij haar collega-wethouders.” Zorg voor steunpilaren binnen de gemeente en andere organisaties. “Je moet weten wie je moet hebben bij die en die afdeling of organisatie. Je moet ingangen hebben, allianties sluiten. Als je die mensen kunt overtuigen, volgt de rest wel.” Vergaar informatie. Zorg ervoor dat je over actuele cijfers beschikt, gedifferentieerd naar gender, etniciteit en leeftijd. “Kijk ook naar onderzoeken die er bij de gemeente lopen en probeer het voor elkaar te krijgen dat ook daar cijfers uitkomen, gesplitst naar etniciteit en gender. Hoe beter de cijfers, hoe beter het beleid dat je kunt voeren.” Wees alert op nieuwe ontwikkelingen en sluit aan bij de actualiteit van het landelijke beleid. Neem de ruimte om te experimenteren, doe mee aan een pilot of iets dergelijks. Dat is ook interessant voor bestuurders, die kunnen zich ermee profileren. Zorg voor goede contacten met zowel de doelgroep als landelijke netwerken. Uit contacten met de doelgroep haal je veel informatie. Blijf niet zitten op één beleidsterrein. Wees creatief in de financiering van projecten en ideeën. Haal je subsidie ook uit potjes van collega’s bij andere afdelingen. Zo kun je elkaar helpen. Wees niet te conventioneel. Soms moet je dingen aantonen door ze gewoon te dóen. Ria Bolink: “Je moet een beetje gek zijn. Ooit ben ik letterlijk de markt opgegaan om vrouwen te werven voor een 8-maart-bijeenkomst. In plaats van de gebruikelijke twintig kwamen er toen zeshonderd vrouwen van allerlei etnische groepen.”
waarop twintig zmv-vrouwen zich presenteren aan werkgevers. Een kwart van hen kreeg werk, de rest volgt nu op eigen initiatief een empowermenttraining. Een andere manier om diversiteit en participatie van vrouwen onder de aandacht te brengen is: mensen met elkaar in contact brengen. “Vaak hoor ik: ‘Ria, ik ken geen allochtone vrouwen, maar ik zou wel graag willen.’ En inderdaad, mensen kennen elkaar niet. Daarom moet je ze bij elkaar brengen. Diversiteit moet je tenslotte ook ervaren, dat leer je niet uit een receptenboekje. Maar je moet dan wel openstaan voor anderen, een aangeboren nieuwsgierigheid hebben. Dat kun je stimuleren bij mensen.” Ze merkt dat er best wel ambtenaren zijn die iets met diversiteit en emancipatie willen doen, maar niet weten hoe. Daarom organiseert ze dit najaar themalunches over diversiteit voor de Bredase ambtenaren. “Je moet het niet te zwaar aanzetten, maar ook niet te luchtig. Ik zal het woord diversiteit ook niet laten vallen
tijdens die werklunches, maar ik geef er wel concrete invulling aan. Bijvoorbeeld met een bijeenkomst over de herstructurering van de wijken en hoe je die beter kunt laten aansluiten op de verschillende bewoners. Of met een discussie over integriteit. In Nederland is het bijvoorbeeld not done om cadeaus aan te nemen of een relatie aan te gaan met je cliënten. Maar dat aspect van een persoonlijke relatie is in andere culturen juist heel belangrijk.” Verleiden en uitdagen
Het duurt lang voordat het perspectief in het beleid verandert, is Ria’s ervaring. “Je bent een soort missionaris, je moet het beleid echt uitdragen. Dwingen helpt meestal niet. Je moet mensen uitlokken, verleiden en uitdagen. En je moet het op strategische punten inbrengen. Zo heb ik de gemeentesecretaris gevraagd of hij beschermheer diversiteit wil zijn. Het is een proces van zaadjes planten. Er zullen er best een heleboel niet uitkomen. Maar sommige wel.”
1 Zie voor meer informatie: www.toolkitparticipatie.nl 2 Gemeente Breda (2004). ‘Breda. Stad voor alle mensen.’ Integratie-agenda Breda 2005-2006, [online document], geraadpleegd op 16 oktober 2005. Beschikbaar via www.breda.nl (zoeken op ‘integrate-agenda’). 3 Gemeente Breda (2004). “Dunya”. Een wereld te winnen. Participatie van Vrouwen uit Etnische Minderheden, [online document], geraadpleegd op 16 oktober 2005. Beschikbaar via www.breda.nl (zoeken 0p ‘dunya’).
becijferd & gastcolumn
8
politieke participatie in percentages Tim de Jong, statistisch medewerker E-Quality Sinds de strijd om het vrouwenkiesrecht staat de man/vrouw-verhouding op verschillende politieke niveaus in de belangstelling. Het aandeel vrouwen in de Tweede Kamer is inmiddels gestegen tot ongeveer veertig procent en ook binnen provincies en gemeenten neemt het aantal vrouwelijke politici gestaag toe. De laatste jaren is er ook aandacht voor andere dimensies van diversiteit, zoals leeftijd en etnische achtergrond. De combinatie van verschillende dimensies levert soms verwarrende percentages op. Zo verwijst een aandeel van 23% als indicatie voor de deelname van zwartemigranten- en vluchtelingenvrouwen (zmv-vrouwen) in gemeenteraden naar de man/vrouw-verhouding binnen de groep zmv-gemeenteraadsleden. Dit cijfer is vergelijkbaar met de m/v-verhouding onder autochtone gemeenteraadsleden: ook hier gaat het om ongeveer een kwart vrouwen. Een ander beeld ontstaat door het aantal zmv-vrouwen te relateren aan het totale aantal vrouwelijke gemeenteraadsleden:
Politieke participatie 70
Bronnen: CBS Statline en Instituut voor Publiek en Politiek
67
60 50 40
50
50 39
30 20
24
10
23 19
19 2
0 % vrouw van totaal Bevolking
10
% zmv van totaal
17
10
2
% zmv van totaal vrouwen
% vrouw van totaal zmv
Gemeenteraadsleden
2% van de vrouwelijke gemeenteraadsleden is zwart, migrant en/of vluchteling. Tenslotte is het ook mogelijk om het totale aantal gemeenteraadsleden in Nederland als referentiepunt te nemen: dan komt het aandeel zmv-vrouwen uit op 0,5% van alle (ongeveer 10.000) gemeenteraadsleden. Dit laatste percentage laat zien hoe gering de politieke participatie van deze groep feitelijk is. Het cijfer maakt nog niet zichtbaar of er sprake is van een evenredige afspiegeling van de samenleving. Hiervoor zijn cijfers over de bevolkingssamenstelling
0,5
7
% zmv-vrouw van totaal
Tweede-Kamerleden
noodzakelijk. Vrouwen vormen de helft van de bevolking, en zijn daarom ondervertegenwoordigd zolang hun politieke participatie onder die vijftig procent blijft. Zmv-groepen maken voor 20% deel uit van de Nederlandse bevolking, en binnen deze groepen is de m/v-verhouding ook ongeveer fiftyfifty. 0,5% zmv-vrouwen in gemeenteraden representeren dus 10% van de bevolking. De Tweede Kamer bestaat voor 7% uit zmv-vrouwen. Dit is nog altijd geen 10%, maar het verschil is aanzienlijk kleiner dan bij de gemeenteraden.
jongerendebat: “ben ik niet goed genoeg?” Gastcolumn door Martha Tam-Burke Martha Tam-Burke is onderwijskundige en is werkzaam in de techniek. Zij is lid van het Haagse Participatieteam (P-team). In de jaren zeventig was zij de eerste zwarte vrouwelijke hospitant en docent in Den Haag op een ‘witte’ technische school.
Onlangs was ik bij het Jongerendebat op de Dag van de Haagse Integratie. Het was druk. Toch begon het debat stroef, de letterlijke en figuurlijke drempel naar de microfoon bleek hoog. Een autochtone jongeman nam het woord: “Ik merk in mijn omgeving dat veel zwarte studenten moeilijk een stageplaats krijgen, terwijl deze vaak wel beschikbaar zijn. Zo kan je toch niet met elkaar samen werken?” Het bleef even stil. Ik gaf een oudleerling van mij een por en zei; “Mourad, kóm op laat eens wat van je horen, het is jullie dag!” Hij weifelde even maar stond op: “Moet u luisteren, ik word zo moe van het woord integratie. Ik ben hier geboren, heb mijn vmbo- en mbo-
diploma gehaald. Ik doe nu vrijwilligerswerk. Ben ik nog steeds niet geïntegreerd? Hou toch op!” En dit werd de centrale vraag van deze middag. Er werd een gevoel verwoord van ‘Help, wat moet ik nog doen? Ben ik niet goed genoeg? Ik ben toch geslaagd, waarom kan ik dan geen werk vinden? Hoe lang moeten we dit nog toestaan, er wordt niet naar ons geluisterd!’ Jonge mannen en jonge vrouwen deelden dit bewustwordingsproces. Om te kunnen integreren moeten we niet alleen zorgen dat we de taal leren en diploma’s halen, maar we moeten ook onze plek opeisen en discriminatie bestrijden. Als lid van het Haagse Participatieteam wil ik graag samen met de
overige P-teamleden bekijken hoe wij jongeren kunnen begeleiden om een stageplek te bemachtigen en zo een positief zelfbeeld te bevorderen. Daarnaast wil ik op zoek gaan naar middelen en manieren om de tolerantie van de autochtone bevolking weer toe te laten nemen. De samenleving mag niet van de jongeren vragen om als het ware hun cultuur overboord te gooien. Je kunt je haar blonderen, maar na verloop van tijd komt je oorspronkelijke haarkleur toch weer terug. Diversiteit maakt de maatschappij juist mooi. De maatschappij zie ik als een bloementapijt bestaande uit mensen met verschillende etnische achtergronden. Waardeer en respecteer elkaar, zo leer je meer van elkaar.