Dit is de eerste Nederlandse vertaling van de The Dual Diagnosis Capability in Addiction Treatment (DDCAT) Index. De DDCAT Index is een trouwheids instrument voor het meten van het programma aanbod aan dubbele diagnose patiënten in de verslavingszorg. De DDCAT Index is in ontwikkeling sinds 2003, en is gebaseerd op de eerder ontwikkelde getrouwheidsschalen (DACT, IDDT schaal). Fidelity metingen worden gebruikt om na te gaan in hoeverre de competentie voor en de uitvoering van evidence-based praktijken voldoen aan het model. De DDCAT maakt gebruik van een gelijke methodologie als bijvoorbeeld de IDDT Fidelity Scale, is maar is speciaal ontwikkeld voor verslavingzorg.
I.Programma structuur IA. Wat de primaire focus van de instelling/onderdeel volgens de beleidstukken?
1 Alleen verslavingzorg (Addiction Only Services)
2
3 Dubbele diagnose kundig (Dual Diagnosis Capable)
4
5 Dubbele diagnose bekwaam (Dual Diagnosis Enhanced)
1 Alleen verslavingzorg (Addiction Only Services)
2
3 Dubbele diagnose kundig (Dual Diagnosis Capable)
4
5 Dubbele diagnose bekwaam (Dual Diagnosis Enhanced)
Alleen verslaving
Primaire focus is verslaving, comorbiditeit wordt ook behandeld
Primaire focus op dubbel diagnose cliënten
IB. Organisatie certificering en vergunning.
Mag alleen verslaving behandelen
In de praktijk mag er meer behandeld worden, maar personeel is daarvoor strikt gezien niet bevoegd
Er zijn geen barrières om psychiatrie of comorbide stoornissen te behandelen
IC. Coördinatie en samenwerking met GGZ instellingen.
Geen formeel coördinatie/samenwerkingsdocume nt aanwezig. In overeenstemming met de SAMSHA definitie van minimale coördinatie.
Vage, ongedocumenteerde of informele relatie met GGZ instellingen, of contact op consultbasis. In overeenstemming met de SAMSHA1 definitie van consultatie.
Geformaliseerde en gedocumenteerde coördinatie of samenwerking met een GGZ instelling. In overeenstemming met de SAMSHA1 definitie van samenwerking.
Geformaliseerde coördinatie en samenwerking en de beschikbaarheid van casemanagers, of uitwisselingsprogramma's met GGZ instelling voor personeel (wordt variabel ingezet).
De organisatie is gecertificeerd en/of bevoegd om zowel GGZ als verslavingsbehandeling aan te bieden. meeste diensten zijn geïntegreerd binnen het bestaande programma, of er wordt structureel gebruik gemaakt van uitwisseling programma's voor personeel. In overeenstemming met
1
2
3
4
5
2
1 Alleen verslavingzorg (Addiction Only Services)
ID. Financiële stimulansen.
2
3 Dubbele diagnose kundig (Dual Diagnosis Capable)
4
5 Dubbele diagnose bekwaam (Dual Diagnosis Enhanced)
In overeenstemming met de SAMSHA1 definitie van samenwerking en omvat enkele informele componenten die consistent zijn met de definitie van integratie.
de SAMSHA1 definitie van integratie.
Alleen interventies voor verslavingsbehandeling worden vergoed.
Interventies voor beide typen (verslaving en psychiatrie) worden vergoed, op voorwaarde dat de verslavingsproblematiek de primaire klacht is. Personeel geeft aan dat in de praktijk wel barrières een rol spelen. OF: GGZ interventies worden gedeeltelijk vergoed.
Interventies voor beide typen (verslaving en psychiatrie) worden vergoed, op voorwaarde dat de verslavingsproblematiek de primaire klacht is.
Zowel verslavings- als psychiatrische interventies worden vergoed, evenals combinaties van dergelijke interventies of een geïntegreerde behandeling.
Is alleen ingesteld op mensen met verslavingsproblematiek. Mensen met
Formeel gezien worden alleen mensen met verslavingsproblematiek geaccepteerd (blijkt uit
Is ingesteld op mensen met verslavingsproblematiek en mensen met milde,
Formeel ingesteld op verslavingsproblematiek, maar informeel wordt ook psychiatrische
Ingesteld op zowel verslavings- als psychiatrische problematiek. Dit is ook
1
2
3
4
5
II. Programma milieu IIA. De organisatie is ingesteld op de behandeling van zowel verslavings- als
3
1 Alleen verslavingzorg (Addiction Only Services)
2
3 Dubbele diagnose kundig (Dual Diagnosis Capable)
4
5 Dubbele diagnose bekwaam (Dual Diagnosis Enhanced)
psychiatrische problematiek.
psychiatrische problematiek worden geweigerd of doorverwezen.
stabiele psychiatrische problematiek worden geaccepteerd (dit is gedocumenteerd).
problematiek toegelaten. Dit is niet goed gedocumenteerd.
goed gedocumenteerd.
IIB. Tonen en verspreiden van literatuur en educatief materiaal voor cliënten.
Alleen materiaal m.b.t. verslaving of lotgenotencontact (bijv. de AA).
documentatie zoals inclusiecriteria en de doelpopulatie). In de praktijk is er een informele procedure waarbij sommige mensen met psychiatrische problemen wel worden toegelaten. Voor zowel verslavingsals psychiatrische problematiek, maar dit wordt niet standaard aangeboden en is ook niet formeel vastgelegd.
Voor zowel verslavingsals psychiatrische problematiek, maar de verspreiding is minder uitgebreid voor psychiatrische problematiek.
In gelijke mate voor zowel verslavings- als psychiatrische problematiek.
Voor de interactie tussen verslavings- en psychiatrische problematiek.
Pre-screening voor toelating, gebaseerd op zelfrapportage door de cliënt. Besluit wordt gebaseerd op de indruk die een behandelaar/hulpverlene
Pre-screening op symptomen en behandelgeschiedenis, huidige medicatie, geschiedenis van (zelf)moordpogingen.
Routinematig gebruik van standaard interviewvragen voor psychiatrische problematiek. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een algemeen
Screening op psychiatrische problematiek, gebruik makend van gestandaardiseerde of formele instrumenten met voldoende solide
Gestandaardiseerde of formele instrumenten met voldoende solide psychometrische eigenschappen, voor zowel verslavings- als psychiatrische
1
2
3
4
5
III. Klinisch proces: assessment IIIA. Standaard screenings methode(n) voor psychiatrische symptomen.
4
1 Alleen verslavingzorg (Addiction Only Services)
r heeft, uitgaande van de wijze waarop een cliënt zich presenteert of van de (medische) geschiedenis). IIIB. Standaard Continue monitoring op assessment als er positief geschiktheid of op gescreend is op uitschrijving voor het psychiatrische programma. problematiek.
IIIC. Psychiatrische en verslavingsdiagnostiek vindt plaats en wordt gedocumenteerd.
Psychiatrische diagnoses vinden niet plaats of worden niet gedocumenteerd.
IIID. Geschiedenis van psychiatrische en verslavingsproblematiek zijn vastgelegd in het medisch dossier.
Alleen de geschiedenis van verslavingsproblematiek is bijgehouden
1
2
3 Dubbele diagnose kundig (Dual Diagnosis Capable)
4
5 Dubbele diagnose bekwaam (Dual Diagnosis Enhanced)
raamwerk of er worden biopsychosociale gegevens verzameld
psychometrische eigenschappen.
problematiek.
Meer gedetailleerde biopsychosociale assessment en een onderzoek naar de psychische gesteldheid. Beide geïnitieerd vanuit de behandelaar/hulpverlene r Psychiatrische diagnostische impressies worden gemaakt; verslaglegging vindt niet altijd plaats. Geschiedenis van verslavingsproblematiek wordt via een standaardformulier verkregen. Geschiedenis van psychiatrische problematiek wordt niet consistent bijgehouden.
Formele assessment op psychiatrische problematiek, indien noodzakelijk.
Verhoogde capaciteit om follow-up assessment op psychiatrische problematiek te kunnen doen, zij het niet gestandaardiseerd of structureel ingebed.
Geïntegreerde assessment vindt altijd plaats.
Psychiatrische diagnoses worden soms wel, soms niet aan de dossiers toegevoegd.
Psychiatrische diagnoses worden regelmatig vastgelegd, maar nog niet in alle gevallen.
Psychiatrische diagnoses worden standaard uitgevoerd en vastgelegd.
In het beschrijvende deel van het medisch dossier wordt standaard verslag gedaan van de geschiedenis van zowel verslavings- als psychiatrische problematiek.
Een specifieke sectie binnen het medisch dossier is gewijd aan de geschiedenis, de chronologie en het beloop van beide stoornissen
Een specifieke sectie binnen het medisch dossier is gewijd aan de geschiedenis, de chronologie en het beloop van beide stoornissen. Ook de interactie tussen beide
2
3
4
5
5
1 Alleen verslavingzorg (Addiction Only Services)
2
3 Dubbele diagnose kundig (Dual Diagnosis Capable)
IIIE. Toelating tot het programma is gebaseerd op het acute karakter van de psychiatrische klachten: laag, middelmatig, hoog.
Alleen personen zonder psychiatrische klachten, of in de categorie "laag" worden toegelaten.
Personen met lage tot en met middelmatige klachten worden toegelaten, onder voorwaarde dat ze stabiel zijn.
IIIF. Toelating tot het programma is gebaseerd op de mate waarin klachten aanhouden en op de mate van beperking: laag, middelmatig en hoog. IIIG. Fase-gerelateerde assessment.
Alleen personen zonder aanhoudende of beperkende klachten, of in de categorie "laag" worden toegelaten.
Personen in de categorie "laag" tot en met "middelmatig" worden toegelaten.
4
5 Dubbele diagnose bekwaam (Dual Diagnosis Enhanced) stoornissen wordt tijdelijk onderzocht. Personen met middelmatige tot en met hoge klachten worden toegelaten, inclusief de mensen die in een instabiele psychiatrische conditie verkeren. Personen in de categorie "middelmatig" tot en met "hoog" worden toegelaten.
Geen assessment of niet gerapporteerd
Assessment en rapportage vinden niet structureel plaats, afhankelijk van de betreffende behandelaar/hulpverlene r
Behandelaar /hulpverlener doet aan assessment en rapportage, maar de focus ligt op de motivatie t.a.v. verslavingsproblematiek.
Er wordt een formeel instrument gebruikt voor assessment en er vindt standaard rapportage plaats, maar de focus ligt op de motivatie t.a.v. verslavingsproblematiek.
Er wordt een formeel instrument gebruikt voor assessment en er vindt standaard rapportage plaats, de focus ligt op de motivatie voor zowel de verslavings- als de psychiatrische problematiek.
1
2
3
4
5
IV. Klinisch proces:
6
1 Alleen verslavingzorg (Addiction Only Services)
2
IVA. Behandelplannen.
Alleen verslavingsproblematiek wordt vermeld.
IVB. Vaststellen en monitoren van het beloop van zowel verslavings- als psychiatrische problematiek.
Geen aandacht voor of geen rapportage van het beloop van de psychiatrische problematiek.
IVC. Procedures voor psychiatrische noodgevallen en crisismanagement.
Op geen enkele wijze worden richtlijnen uitgedragen.
IVD. Fasegerichte behandeling.
3 Dubbele diagnose kundig (Dual Diagnosis Capable)
4
5 Dubbele diagnose bekwaam (Dual Diagnosis Enhanced)
De inhoud varieert per Verslavingsproblematiek behandelaar/hulpverlene wordt als primair r. vermeld, psychiatrische problematiek als secundair Rapportage over het Klinische focus in beloop van verhalende stijl psychiatrische (behandelplan of problematiek verschilt voortgangsrapportage) per over veranderingen in behandelaar/hulpverlene psychiatrische r. problematiek. Richtlijnen worden Richtlijnen zijn verbaal uitgedragen. gedocumenteerd: verwijzingen of samenwerking (met locale GGZ-instelling).
Systematische focus is beschikbaar maar wordt variabel gebruikt.
Zowel verslavings- als psychiatrische problematiek staat consequent als primair vermeld. Heldere, gedetailleerde en systematische focus op veranderingen in zowel verslavings- als psychiatrische problematiek.
Er wordt niet met fasen gewekt of het staat niet expliciet in het behandelplan.
Motivatiefase wordt door iedere behandelaar/hulpverlene r verschillend in het behandelplan verwerkt.
Motivatiefase wordt standaard opgenomen in het individuele behandelplan, maar er zijn geen fasegerichte
Motivatiefase wordt standaard opgenomen in het individuele behandelplan en in algemene zin is er het
Het is mogelijk om een risicotaxatie te maken van het voortdurende gebruik van middelen; iemand blijft in het programma, tenzij een gedwongen opname is gerechtvaardigd. Motivatiefase wordt standaard opgenomen in het individuele behandelplan en fasegerichte behandeling
1
2
3
4
5
behandeling
7
Systematische focus is beschikbaar, maar wordt op verschillende manieren gebruikt.
1 Alleen verslavingzorg (Addiction Only Services)
2
3 Dubbele diagnose kundig (Dual Diagnosis Capable)
4
5 Dubbele diagnose bekwaam (Dual Diagnosis Enhanced)
interventies.
IVE. Beleid en procedures voor medicatie: evaluatie, beheer, monitoring en medicatietrouw.
Cliënten die op medicatie zijn ingesteld worden niet toegelaten. Geen mogelijkheid voor begeleiding of het voorschrijven van psychotrope medicatie gedurende de behandeling.
Bepaalde typen medicatie zijn niet toegestaan, of de cliënt moet beschikken over een eigen voorraad die voldoende is om de gehele behandelperiode te overbruggen. Er is beperkt de mogelijkheid om psychotrope medicatie te monitoren.
Gecoördineerd medicatiebeleid. Er is enige mogelijkheid tot het voorschrijven van psychotrope medicatie en er is beleid om het voorschrijven van medicatie te begeleiden. Monitoring van de medicatie wordt voornamelijk gedaan door degene die de medicatie voorschrijft.
besef dat de behandeling kan worden aangepast op de individuele motivatiefase (alleen voor middelengebruik). Duidelijke standaarden voor de persoon die medicatie voorschrijft. Deze persoon is ook lid van de behandelstaf. De medicatievoorschrijver is redelijk beschikbaar en er zijn richtlijnen voorhanden. De medicatievoorschrijver heeft regelmatig contact met andere leden van het behandelteam over het medicatieplan en hij/zij vraagt één van de teamleden te assisteren bij het monitoren van de medicatie.
IVF. Gespecialiseerde interventies voor psychiatrische
Psychiatrie wordt niet gedekt door de programma-inhoud.
Gebaseerd op het oordeel van individuele behandelaars/hulpverlen
In het programma als algemene interventie (bijv. stress
Enkele gespecialiseerde interventies door getrainde
wordt formeel voorgeschreven en uitgevoerd (voor zowel middelengebruik als psychiatrie). Duidelijke standaarden voor de persoon die medicatie voorschrijft. Deze persoon is ook een actief lid van het behandelteam. De medicatievoorschrijver is volledig beschikbaar en er zijn passende richtlijnen voorhanden. Als lid van het behandelteam informeert hij/zij de overige teamleden o0ver het medicatieplan. Het volledige team kan assisteren bij het monitoren van medicatie. Standaard psychiatrie symptoom management groepen. Individuele
1
2
3
4
5
8
1 Alleen verslavingzorg (Addiction Only Services)
aandoeningen.
IVG. Psycho-educatie over de stoornis en de behandeling en over de interactie met middelengebruik en die behandeling.
2
3 Dubbele diagnose kundig (Dual Diagnosis Capable)
4
5 Dubbele diagnose bekwaam (Dual Diagnosis Enhanced)
ers. Ongelijkmatig ingebed in de diensten.
management). Meer regelmatig uitgevoerd in routine aanbod. Behandelaars/hulpverlen ers werken met zelf aangepaste evidencebased verslavingsinterventies (bijv. motivationele gespreksvoering, cognitieve gedragstherapie, twaalfstappen methode faciliteren ). Wordt gegeven in algemene vorm en inhoud. Individueel en/of groepsgewijs.
behandelaars/hulpverlen ers, in aanvulling op de reguliere algemene interventies.
therapie met de focus op specifieke stoornissen. Er wordt gewerkt met systematisch aangepaste evidence-based verslavingsinterventies (bijv. motivationele gespreksvoering, cognitieve gedragstherapie, twaalf stappen methode faciliteren).
3
4
Wordt niet gegeven.
Variabel.
1
2 9
Wordt gegeven met specifieke inhoud voor specifieke comorbide klachten. Individueel en/of groepsgewijs.
5
1 Alleen verslavingzorg (Addiction Only Services)
2
3 Dubbele diagnose kundig (Dual Diagnosis Capable)
4
5 Dubbele diagnose bekwaam (Dual Diagnosis Enhanced)
IVH. Voorlichting en ondersteuning voor familie.
Alleen voor alcohol- en drugsproblematiek.
Wisselend of afhankelijk van individueel klinisch oordeel.
Psychiatrie wordt regelmatig, maar op informele wijze, meegenomen in de voorlichting. Beschikbaar voor zover nodig.
Algemene groepsbijeenkomst voor familie over middelengebruik en psychiatrie. Wordt wisselend aangeboden. Gestructureerde groep die redelijk toegankelijk is.
Systematische familie groepsbijeenkomsten over dubbele diagnose worden regulier aangeboden in een standaard format. Wordt gebruik van gemaakt door het merendeel van de families waarvoor dit van toepassing is.
IVI. Gespecialiseerde interventies ter bevordering van lotgenotencontactgroep en in de planning of tijdens de behandeling.
Wordt niet ingezet.
Wordt wisselend gebruikt door individuele behandelaars/hulpverlen ers voor individuele cliënten. Met name faciliteren van lotgenotengroepen voor verslavingsproblematiek.
Er is een algemeen aanbod in de organisatie aanwezig, maar niet specifiek voor psychiatrische problematiek. Faciliteren regelmatig voor de traditionele lotgenotengroepen m.b.t. verslaving (bijv.
Beschikbaar, maar de ondersteuning richting lotgenotengroepen voor psychiatrische problematiek is wisselend. Gericht op zowel traditionele lotgenotengroepen als op specifieke dubbele diagnose groepen.
Standaard beschikbaar en passend op de behoefte van de personen met een dubbele diagnose. Speciale programma's beschikbaar die gericht zijn op specifieke problemen, hetzij via de traditionele
1
2
3
4
5
10
1 Alleen verslavingzorg (Addiction Only Services)
2
3 Dubbele diagnose kundig (Dual Diagnosis Capable)
4
AA, NA).
IVJ. Beschikbaarheid van herstelondersteuning door lotgenoten.
Niet beschikbaar, of – indien wel beschikbaar – er wordt niet naar verwezen.
Extern beschikbaar. Wisselende mate van verwijzen.
Extern beschikbaar en bereikbaar via contactpersonen. Er is enige aandacht voor dubbele diagnose.
Geen aandacht.
Wisselend aandacht, afhankelijk van de behandelaar/hulpverlene r.
Systematisch aandacht voor dubbele diagnose in de planning voor een doorverwijzing. Aandacht is echter secundair aan
1
2
3
5 Dubbele diagnose bekwaam (Dual Diagnosis Enhanced) lotgenotengroepen, hetzij via groepen gericht op dubbele diagnose.
Extern beschikbaar, geïntegreerd in behandelplan en gedocumenteerd. De focus ligt op dubbele diagnose.
Intern beschikbaar met volledige ondersteuning en geïntegreerd in het programma. Wordt standaard gebruikt en gedocumenteerd. Focus ligt op dubbele diagnose.
V. Continuïteit van zorg
VA. Dubbele diagnose krijgt aandacht in het afbouwproces richting ontslag.
11
Zowel verslavings- als psychiatrische problematiek worden als primair aandachtsveld gezien. Ontslagplan wordt intern opgesteld – 4
5
1 Alleen verslavingzorg (Addiction Only Services)
2
3 Dubbele diagnose kundig (Dual Diagnosis Capable)
4
verslavingsproblematiek.
VB. Er is capaciteit om continuïteit van zorg te kunnen vasthouden.
Geen mechanisme om de zorg rond psychiatrische klachten te regelen als het verslavingsprogramma is afgerond.
Geen formeel protocol om de zorg rond psychiatrische klachten te regelen als het verslavingsprogramma is afgerond, maar sommige behandelaars/hulpverlen ers leveren extra zorg totdat een geschikte overdracht plaats kan vinden. Wisselende documentatie.
Geen formeel protocol om de zorg rond psychiatrische klachten te regelen als het verslavingsprogramma is afgerond, maar indien nodig leveren de meeste behandelaars/hulpverlen ers extra zorg totdat een geschikte overdracht plaats kan vinden. Standaard documentatie.
VC. Focus op herstel aandachtsgebieden voor zowel verslavings- als psychiatrische problematiek.
Geen focus.
Wisselt per Standaard focus ligt op behandelaar/hulpverlene het herstel van de r. verslavingsproblematiek. Psychiatrische klachten worden alleen gezien als potentiële risicofactoren voor een terugval in verslaving.
1
2
3 12
5 Dubbele diagnose bekwaam (Dual Diagnosis Enhanced) of extern, maar dan wel via een regeling – in minstens 80% van de gevallen.
Formeel protocol om de zorg rond psychiatrische klachten voor onbeperkte tijd te regelen, maar wisselende documentatie waaruit blijkt dat dit ook in de praktijk wordt uitgevoerd. Vindt plaats binnen dezelfde organisatie.
Formeel protocol om de zorg rond psychiatrische klachten voor onbeperkte tijd te regelen. Consistent gedocumenteerde informatie, waaruit blijkt dat dit ook in de praktijk wordt uitgevoerd. Vindt plaats binnen dezelfde organisatie.
Standaard focus ligt op het omgaan met zowel verslavings- als psychiatrische problematiek en het herstel van beide gebieden. Beide worden als primair gezien en de 4
5
1 Alleen verslavingzorg (Addiction Only Services)
2
3 Dubbele diagnose kundig (Dual Diagnosis Capable)
4
5 Dubbele diagnose bekwaam (Dual Diagnosis Enhanced) focus op de gebieden is continu aanwezig.
VD. Toeleiding naar lotgenotengroepen voor dubbele diagnose is gedocumenteerd en is een aandachtsgebied in het ontslagplan. Er zijn te alle tijde connecties met lotgenotengroepen.
Nee.
VE. Voldoende verstrekking van medicatie en er wordt een plan voor medicatietrouw opgesteld.
Geen medicatie opgenomen in ontslagplan.
1
Zelden en als het gebeurt Ja, maar niet standaard dan komt het initiatief of systematisch. van een individuele behandelaar/hulpverlene r.
Ja, standaard en systematisch. In minstens 80% van de gevallen met de focus op dubbele diagnose lotgenotengroepen.
Ja: medicatieverstrekking voor 30 dagen, tot aan de volgende afspraak bij een externe organisatie.
2
3 13
Medicatiebeheer wordt uitgevoerd en georganiseerd binnen het programma.
4
5
1 Alleen verslavingzorg (Addiction Only Services)
2
3 Dubbele diagnose kundig (Dual Diagnosis Capable)
4
5 Dubbele diagnose bekwaam (Dual Diagnosis Enhanced)
VIA. Er is een psychiater, arts, of een andere functionaris met de bevoegdheid om psychotrope medicatie voor te schrijven.
Geen formele relatie met iemand die medicatie kan voorschrijven.
Externe adviseur of voorschrijver.
Interne adviseur of voorschrijver.
Lid van de behandelstaf, maar deze persoon is alleen aanwezig voor klinische zaken.
Lid van de behandelstaf, aanwezig voor zowel klinische supervisie, het behandelteam en/of administratieve zaken.
VIB. Er zijn behandelaars/hulpverlen ers met een gespecialiseerde GGZopleiding of met GGZ werkervaring.
Geen formele relatie tussen GGZ specialisten en het programma.
1 – 24% van de behandelstaf bestaat uit GGZ specialisten.
25 – 33% van de behandelstaf bestaat uit GGZ specialisten.
34 – 49% van de klinische Minimaal 50% van de staf bestaat uit GGZ behandelstaf bestaat uit specialisten. GGZ specialisten.
VIC. Toegang tot GGZ supervisie of consultatie.
Nee.
Ja, extern. Ongedocumenteerd.
Ja, interne supervisie die wordt geleverd als dat nodig is. Informeel proces.
Ja, interne supervisie op regelmatige basis. Er is enige documentatie.
Ja, interne supervisie op regelmatige basis. Goed gedocumenteerd.
1
2
3
4
5
VI. De behandelstaf
14
1 Alleen verslavingzorg (Addiction Only Services)
2
3 Dubbele diagnose kundig (Dual Diagnosis Capable)
4
5 Dubbele diagnose bekwaam (Dual Diagnosis Enhanced)
VID Supervisie, case management of zorggebruik procedures benadrukkenen ondersteunen de behandeling van comorbide stoornissen.
Nee.
Variabel, reviewing gebeurt elders door externe consulent, niet gedocumenteerd.
Ja, door interne supervisie. Niet routine matig, enige documentatie aanwezig.
Ja, intern georganiseerd. Routinematig en systematische reviewing van co-morbide stoornissen.
VIE. Lotgenotenondersteuning is aanwezig voor dubbele diagnose.
Nee.
Aanwezig, maar via de reguliere lotgenotengroepen en niet binnen het programma.
Aanwezig in het programma, hetzij als betaalde medewerker(s), vrijwilligers of als excliënt(en) die altijd beschikbaar zijn.
VI. Training
VIIA. Behandelaars/hulpverlen ers die in direct contact met de cliënten staan, hebben basistraining gehad in het vóórkomen,
Niet getraind in basisvaardigheden.
Wisselend getraind. Niet gedocumenteerd als onderdeel van een systematisch trainingsplan, maar aangemoedigd door het
Training in basisvaardigheden. Er is een trainingsprogramma.
Training in basisvaardigheden. Er is een trainingsprogramma. Ook enige gevorderde training in specifieke behandelstrategieën.
Training in basisvaardigheden. Er is een trainingsprogramma. Behandelaars/hulpverlen ers met gevorderde training in specifieke
1
2
3
4
5
15
1 Alleen verslavingzorg (Addiction Only Services)
het herkennen van signalen en symptomen, screenen en doen van assessment voor psychiatrische symptomen en stoornissen. VIIB. Behandelaars/hulpverlen ers die in direct contact met de cliënten staan, hebben training gehad in zowel psychiatrische als verslavingsproblematiek (inclusief farmacotherapie). Ze hebben gespecialiseerde training gehad in het behandelen van mensen met een dubbele diagnose.
2
3 Dubbele diagnose kundig (Dual Diagnosis Capable)
4
management.
5 Dubbele diagnose bekwaam (Dual Diagnosis Enhanced) behandelstrategieën als onderdeel van een trainingsprogramma.
Niet getraind, of niet gedocumenteerd.
Minimaal 33% is getraind.
Minimaal 50% is getraind.
Minimaal 75% is getraind.
Minimaal 90% is getraind.
1
2
3
4
5
16