Guideline Publicatiejaar Organisatie Auteur(s) Instellingen waarvan de auteurs afkomstig zijn Thema Doelen Populatie Vindplaats
Care and maintenance to reduce vascular access complications 2008 (herziening van 2005) Registered Nurses’ Association of Ontario (RNAO) Nelson, S., Valentine, S., Armes, S., et al. Registered Nurses’ Association of Ontario (RNAO) Het verminderen van complicaties tengevolge van vasculaire toegang Aanbevelingen voor een goede praktijkvoering m.b.t. zorg om complicaties tengevolge van vasculaire toegang te verminderen Patiënten met een centrale veneuze katheter Website van RNAO : http://www.rnao.org/ Directe link: http://www.rnao.org/Storage/39/3381_Care_and_Maintenance_to_Reduce_Vascular_Access_Complications._with_2008_Supplement.pdf
1. PRACTICE RECOMMENDATIONS
1.1 Site selection: peripheral - Nurses will select a peripheral insertion site appropriate for the required therapy and with the least risk of complication. (IV)
1. AANBEVELINGEN VOOR DE PRAKTIJK
1.1 Keuze van de locatie: perifeer - Verpleegkundigen moeten een perifere insteekplaats kiezen die geschikt is voor de vereiste therapie en met het kleinste risico op complicaties. (IV)1
1.2 Site and catheter care. Safety/infection prevention 1.2 Zorg voor de katheter en de insteekplaats. Veiligheid/preventie en controle control van infectie - Nurses will prevent the spread of infection by following routine - Verpleegkundigen moeten de verspreiding van infecties voorkomen d.m.v . practices and using additional precautions. (IV) routinematige praktijkvoering en door bijkomende voorzorgsmaatregelen te treffen. (IV) 1
De niveaus hangen samen met de bewijskracht van de onderliggende wetenschappelijke evidentie. Voor meer informatie kan u zich richten tot de originele richtlijn.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
1
1.3 Skin antisepsis - Nurses will consider the following factors when performing IV catheter site care using aseptic technique: o Catheter material (composition); o Antiseptic solution; and o Client’s tolerance (skin integrity, allergies, pain, IV sensitivity and skin reaction)
1.3 Antisepsis van de huid - Verpleegkundigen moeten volgende factoren overwegen bij de verzorging van IV de insteekplaats onder aseptische omstandigheden: o Kathetermateriaal (samenstelling); o Antiseptische oplossing; en o De verdraagzaamheid van de patiënt (huidintegriteit, allergieën, pijn, IV gevoeligheid en huidreactie)
1.4 Tip placement 1.4 Plaatsen van de kathetertip - Nurses will not use the central venous access device (CAVD) until - Verpleegkundigen mogen de katheter voor centrale veneuze toegang (CAVD) niet tip placement has been confirmed. gebruiken voordat de correcte plaatsing van de kathetertip bevestigd is.
1.5 Dressings - Nurses will consider the following factors when selecting and changing vascular acces device (VAD) dressings: o Type of dressing; o Frequency of dressing changes; and o Client’s choice, tolerance and lifestyle.
IV
1.6 Securement - Nurses must stabilized the VAD in order to: III o Promoted assessment and monitoring of the vascular access site; o Facilitate delivery of prescribed therapy; and o Prevent dislodgement, migration, or catheter damage.
1.5 Verbanden - Verpleegkundigen moeten volgende factoren overwegen bij het kiezen en IV vervangen van verbanden voor katheters voor vasculaire toegang (VAD): o Soort verband; o Frequentie van vervanging van het verband; en o De keuze, verdraagzaamheid en leefstijl van de cliënt.
1.6 Beveiliging - Verpleegkundigen moeten de VAD stabiliseren om: III o De beoordeling en controle van de vasculaire toegangsweg te vergemakkelijken; o Het toedienen van de voorgeschreven therapie te vergemakkelijken; en o Loskomen, verschuiven of schade aan de katheter te voorkomen.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
2
1.7 Patency/flushing/ locking 1.7 Doorgankelijkheid/doorspoelen/afsluiten - Nurses will maintain catheter patency using flushing and locking - Verpleegkundigen moeten de doorgankelijkheid van de katheter behouden d.m.v. techniques. (IV) spoel- en afsluittechnieken. (IV) - Nurses will know what client factors, device characteristics and - Verpleegkundigen moeten weten welke cliëntgebonden factoren, eigenschappen infusate factors can contribute to catheter occlusion in order to van katheters en infusievloeistoffen kunnen bijdragen aan verstopping van ensure catheter patency for the duration of the therapy. (IV) katheters om de doorgankelijkheid van de katheter te kunnen verzekeren gedurende de therapie. (IV)
1.8 Occlusion 1.8 Verstopping - Nurses will assess and evaluate vascular access devices for - Verpleegkundigen moeten katheters voor vasculaire toegang beoordelen en occlusion in order to facilitate treatment and improve client evalueren op verstopping om de behandeling te bevorderen en de resultaten voor outcomes. (IV) de cliënt te verbeteren. (IV)
1.9 Blood withdrawal - Nurses will minimize accessing the central venous access device (CVAD) in order to reduce the risk of infection and nosocomial blood loss. (IV)
1.9 Trekken van bloed - Verpleegkundigen moeten de toegang van de centraal veneuze katheters (CVAD) zo weinig mogelijk gebruiken om het risico op infectie en nosocomiaal bloedverlies te beperken. (IV)
1.10 Add-Ons - Nurses will change all add-on devices a minimum of every 72 hours. (IV)
1.10 Hulpstukken - Verpleegkundigen moeten alle hulpstukken ten minste om de 72 uur vervangen. (IV)
1.11 Documentation - Nurses will document the condition of vascular access devices including: o The insertion process; o Site assessment; and
1.11 Documentatie - Verpleegkundigen moeten de toestand van de katheters voor vasculaire III toegang documenteren, inclusief: o Het proces van inbrengen van de katheter; o Beoordeling van de insteekplaats; en
III
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
3
o Functionality.
o Functionaliteit.
1.12 Client Education - Nurses will help clients to attain the highest level of independence through client education. (IV)
2. EDUCATION RECOMMENDATIONS
1.12 Opleiding van de cliënt - Verpleegkundigen moeten cliënten helpen om het hoogste niveau van onafhankelijkheid te behalen d.m.v. een opleiding van de cliënt. (IV)
2. AANBEVELINGEN VOOR OPLEIDING
- The principles and practice of infusion therapy should be - De principes en praktijk van infusietherapie zou opgenomen moeten worden in het included in the basic education curriculum, be available as basis opleidingscurriculum, beschikbaar moeten zijn als permanente vorming, continuing education, be provided in orientation to new verleend moeten worden aan nieuwe werknemers en beschikbaar gemaakt moeten employees and be made available through continuing worden door continue professionele ontwikkelingsmogelijkheden. (IV) professional development opportunities. (IV) - Schools of Nursing will include RNAO best practice guidelines - Verpleegkundige scholen moeten een beroep doen op richtlijnen voor een goede Assessment and Device Selection for Vascular Access and Care praktijkvoering m.b.t. beoordeling en keuze van de katheter voor vasculaire and Maintenance to Reduce Vascular Access Complications as toegang en zorg en onderhoud om complicaties van vasculaire toegang te reference material for core curricula. (IV) verminderen als referentiemateriaal voor de kerncurricula. (IV)
3. ORGANIZATION & POLICY RECOMMENDATIONS
3. AANBEVELINGEN OMTRENT ORGANISATIE & BELEID
- Health care organizations will have policies that address - Gezondheidszorgorganisaties moeten een beleid hebben dat aspecten van therapie components of vascular access therapy in order to ensure voor vasculaire toegang aanpakt om positieve resultaten voor de cliënt te positive client outcomes. (IV) verzekeren. (IV) - Health care organizations, in collaboration with their infection - Gezondheidszorgorganisaties moeten, in samenwerking met hun teams die instaan control teams, will monitor complications of infusion therapy voor infectiecontrole, complicaties van infusietherapie controleren en de gegevens and use data to employ risk reduction strategies. (IV) gebruiken om de toepassing van strategieën om risico’s te verminderen, te
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
4
bevorderen. (IV) - Health care organizations will implement the use of safety - Gezondheidszorgorganisaties moeten het gebruik van materiaal en engineered devices and equipment to reduce the nurse’s risk of veiligheidsuitrustingen implementeren om het risico van de verpleegkundigen op sharps injuries that can lead to blood borne diseases. The kwetsuren die kunnen leiden tot ziektes die via het bloed worden doorgegeven te organization’s risk management program will monitor verkleinen. Het programma van de organisatie rond risicomanagement moet de assessment of these practices and incidents. (III) beoordeling van deze praktijken en incidenten opvolgen. (III) - Health care organizations have access to infusion therapy nursing expertise to support optimal vascular access outcomes. (III)
- Gezondheidszorgorganisaties moeten toegang hebben tot verpleegkundige expertise m.b.t. infusietherapie om optimale vasculaire resultaten te ondersteunen. (III)
- Nursing best practice guidelines can be successfully IV - Richtlijnen voor de beste verpleegkundige praktijkvoering kunnen enkel IV implemented only where there are adequate planning, succesvol geïmplementeerd worden als er een adequate planning, resources, organizational and administrative support, as hulpmiddelen, organisatorische en administratieve ondersteuning en geschikte well as appropriate facilitation. Organizations may wish to steun aanwezig is. Organisaties kunnen een implementatieplan ontwikkelen develop a plan for implementation that includes: dat het volgende omvat: o An assessment of organizational readiness and o Een beoordeling van de organisatorische bereidwilligheid en barriers to education. hindernissen bij de opleiding. o Involvement of all members (whether in a direct or o Betrokkenheid van alle leden (in een directe of indirecte indirect supportive function) who will contribute to ondersteunende functie) die zullen bijdragen aan het the implementation process. implementatieproces. o Dedication of a qualified individual to provide the o Toewijding van een gekwalificeerde persoon om de nodige steun te support needed for the education and verlenen bij het opleidings- en implementatieproces. implementation process. o Ongoing opportunities for discussion and education o Continue mogelijkheid tot overleg en opleiding om het belang van beste to reinforce the importance of best practices. praktijkvoering te beklemtonen. o Opportunities for reflection on personal and o Mogelijkheid tot reflectie over persoonlijke en organisatorische ervaring organizational experience in implementing met het implementeren van richtlijnen. guidelines.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
5
In this regard, RNAO (through a panel of nurses, researchers and administrators) has developed the Toolkit: Implementation of Clinical Practice Guidelines based on available evidence, theoretical perspectives and consensus. The Toolkit is recommended for guiding the implementation of the RNAO guideline Care and Maintenance to Reduce Vascular Access Complications.
Wat dit betreft, heeft RNAO het ‘Instrument’ ontwikkeld : Implementatie van klinische praktijkrichtlijnen gebaseerd op beschikbare evidentie, theoretische perspectieven en consensus. Het ‘Instrument’ is aanbevolen om de implementatie te sturen van de RNAO richtlijn ‘Zorg en onderhoud om complicaties tengevolge van vasculaire toegang te verminderen’.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
6