Masterclass 31 oktober Op 31 oktober organiseren we wederom een masterclass voor docenten weerbaarheid en gevaarsbeheersing. Het programma zal bestaan uit vier workshops van ongeveer 1,5 uur en is een mix tussen praktijk en theorie. Verdere informatie over de inhoud van workshops volgt. Noteer 31 oktober alvast in je agenda en geef je snel op via
[email protected]. Maximaal 24 deelnemers. Leden van SRDG betalen € 65,- per persoon, niet-leden € 85,-. Veiligheidsmonitor Gemeenten kunnen bij het opstellen van de Veiligheidsmonitor gebruik maken van de nieuwe website www.veiligheidsmonitor.nl. De integrale Veiligheidsmonitor gaat dit jaar van start. Met de monitor ontstaat één gezaghebbend instrument voor het meten van veiligheidsgevoelens bij de bevolking op landelijk, regionaal en lokaal niveau. Omdat het noodzakelijk is dat het onderzoek overal én van jaar op jaar op dezelfde wijze wordt uitgevoerd is het handboek Veiligheidsmonitor gemaakt. De werkwijze van de Veiligheidsmonitor bestaat uit twee delen. Allereerst wordt beschreven wat lokale partijen (gemeenten / politieregio's) moeten doen om aan de Veiligheidsmonitor te kunnen deelnemen. Het tweede deel gaat over de uitvoering van de Veiligheidsmonitor. De Veiligheidsmonitor is belangrijk bij het beoordelen van de effectiviteit van het (veiligheids)beleid en richt zich met nadruk op alle bestuurslagen. De rijksoverheid draagt zorg voor de uitvoering op landelijk niveau. Politiekorpsen en individuele gemeenten kunnen zich op vrijwillige basis aansluiten. Deelname aan de Veiligheidsmonitor is efficiënt, omdat veel praktische en onderzoekstechnische zaken centraal worden uitgezocht of gefaciliteerd. Ook neemt de enquêtedruk op burgers af. Link: www.veiligheidsmonitor.nl
Je veilig voelen in winkels Regelmatig verschijnen er berichten over toenames van overvallen op bijvoorbeeld juweliers en supermarkten. Diverse initiatieven worden ontwikkeld om de veiligheid van het winkelpersoneel te waarborgen. Zo leert bijvoorbeeld winkelpersoneel met behulp van een professionele trainer omgaan met agressieve klanten, winkeldiefstal en overvallen. Maar hoe veilig voelt de consument zich in winkels? In onveilige winkels is het immers niet alleen minder prettig werken, ook het winkelen wordt minder plezierig. En dat heeft direct gevolgen voor de omzet van de retailer. Een onderzoeksbureau vroeg aan 107 consumenten hoe veilig zij zich voelden in winkels. Een op de vijf consumenten zegt zich wel eens onveilig gevoeld te hebben in een winkel. Dit komt met name voor in avondwinkels, supermarkten en warenhuizen. De meest genoemde oorzaken van een onveilig gevoel zijn het gevaar om beroofd of gerold te worden, intimidatie door groepen (jongeren) en onveilige (pin)betaling. Zo is bijna een kwart van de ondervraagden wel eens in een winkel geweest waar zakkenrollers actief bleken te zijn. Deze drie situaties leiden tevens tot de meeste negatieve word of mouth; ongeveer een kwart bespreekt dergelijke situaties met vrienden of kennissen. Een onveilige wijze van betaling heeft de grootste invloed op het winkelplezier. Driekwart geeft aan naar alle waarschijnlijkheid niet meer terug te komen in een winkel waar men het gevoel of de ervaring heeft niet veilig te kunnen betalen. Geweldpleging en de aanwezigheid van winkeldieven of zakkenrollers maken de top drie compleet. Naast het risico op derving loopt de winkelier dus ook omzet mis, doordat mensen die zich onveilig voelen in een winkel daar doorgaans minder lang blijven en dus minder spenderen. Verder toont dit onderzoek aan, dat consumenten na dergelijke voorvallen minder bereid zijn terug te komen naar de betreffende winkel. Onveilige situaties hebben dus een negatieve invloed op de klantentrouw. Maatregelen Vrijwel alle respondenten vinden het (zeer) belangrijk dat winkeliers zich actief bezighouden met het verbeteren van veiligheid in winkels. De helft verwacht ook dat dit gedaan wordt. Vier op de tien vindt echter dat winkeliers meer kunnen doen om de veiligheid te verbeteren. Meer camera’s, meer beveiligingspersoneel (in zowel uniform als burger), het weren van groepen in winkels en een alerte doch vriendelijke houding van het personeel worden genoemd als effectieve maatregelen. Hoe effectief zijn deze maatregelen dan precies? Maatregelen om veiligheid te bevorderen blijken wel degelijk een positieve invloed op het gevoel van veiligheid bij de consument te hebben. De aanwezigheid van beveiligingscamera’s en -spiegels en beveiligingspersoneel heeft bijvoorbeeld volgens 70% van de geïnterviewde consumenten een positieve invloed op het gevoel van veiligheid. De aanwezigheid van beveiligingspersoneel kan echter, net als waarschuwingsbordjes voor winkeldieven of zakkenrollers, ook een averechts effect hebben. Deze maatregelen dienen dus beperkt ingezet te worden.
Om een beeld te krijgen van de veiligheidsmaatregelen die in de praktijk worden genomen, bezocht het onderzoeksbureau 20 winkelcentra. In al deze winkelcentra is er in totaal slechts één beveiligingsmedewerker aangetroffen. Maatregelen om overlast tegen te gaan, zoals camera’s, mosquito’s en veel verlichting, bleken wel voldoende te zijn genomen. Indien de winkelcentra worden uitgesloten die niet toegankelijk zijn na sluitingstijd, bleek er wel iets meer ruimte voor verbetering. De onderzochte veiligheidsmaatregelen hebben doorgaans een gunstig effect op het gevoel van veiligheid bij de consument. In de zichtbare aanwezigheid van veiligheidsmaatregelen valt nog wel het een en ander te verbeteren. Het onderzoeksbureau maakt onder andere gebruik van mysteryshoppers om diefstalpreventiemaatregelen te testen.
MKB moet zich richten op basisoplossingen beveiliging Een groeiende technologische afhankelijkheid zorgt voor toenemende moeilijke problemen voor kleine en middelgrote ondernemingen. Managing directors worden met een groeiend aantal beveiligingsbedreigingen gebombardeerd en zijn in voorschriften en naleving geïnteresseerd. Ze kunnen echter de grote bedrijfsoplossingen die door vele verkopers worden aangeboden niet veroorloven. De meeste ondernemingen van vandaag, van eenmanszaken tot internationale ondernemingen, zijn sterk afhankelijk van technologie om een bedrijf te kunnen leiden. Op basisniveau kan dit verwijzen naar e-mail messaging om intern en extern met klanten en leveranciers te communiceren. Op grotere schaal kan het zijn dat grote ondernemingen een groot aantal gekoppelde systemen hebben die beheerd worden door interne teams van IT-experts. Bij het kiezen van een beveiligingsoplossing zijn er echter een aantal problemen voor MKB'ers. Ten eerste bepaalt de markt zelf wat zij, op het gebied van technologie, nodig heeft om zaken op een effectieve en winstgevende manier te doen. Ten tweede heeft het groeiende aantal beveiligingsbedreigingen - continu in een andere vorm en graad van ernst - ‘beveiliging' daadwerkelijk tot een probleem gemaakt. Dit probleem is een zaak waarmee we niet kunnen wachten Beveiliging heeft niet alleen betrekking op netwerkactiviteiten, maar ook op incidenten die ontstaan als gevolg van kwaadaardige of ongewenste inhoud die zijn weg vindt in het netwerk via het internet of e-mail. Al deze situaties vereisen een specifieke oplossing. Naleving van wetten en andere voorschriften zijn nieuwer maar eveneens belangrijke overwegingen. Het archiveren van alle bedrijfsmail begint meer een norm dan een optie te worden. Deze factoren oefenen vervolgens veel druk uit op MKB'ers om deze wijzigingen aan te passen en om nieuwe en meer beveiligende technologieën te implementeren voor de bescherming van hun netwerken. Dit resulteert soms in hoge kosten. De kosten voor beveiliging zijn noodzakelijk om zaken te doen. Hoewel de aanloopkosten voor sommige ondernemingen te hoog kunnen zijn, moeten zij zich realiseren dat de kosten véél en véél hoger zullen zijn wanneer zij NIETS doen. Met een dergelijke keuze heeft een MKB-ondernemer weinig beweegruimte.
Terwijl we de markt bestuderen en deze trends al voor vele jaren bepalen, zijn er drie conclusies die op dit realistisch scenario gebaseerd zijn. Ten eerste realiseren ondernemingen zich pas laat dat zij problemen met betrekking tot netwerkbeveiliging, inhoudsbeveiliging en messaging moeilijk kunnen aanpakken. Ten tweede zijn zij zich er ook van bewust dat beveiliging in de breedste ruimte van het woord niet goedkoop is en dat alleen kwaliteitsoplossingen voldoende zijn. Ten derde realiseren zij zich ook dat het instellen van de juiste beveiligingsniveaus geen gemakkelijke taak is. Verkopers moeten een prijsbereik toepassen waarmee klanten van kwaliteitsoplossingen die zich richten op eisen met betrekking tot beveiliging en messaging van kleine en middelgrote ondernemingen kunnen profiteren. Producten moeten met het oog op het MKB ontworpen worden. Bovendien mogen deze producten, in tegenstelling tot andere producten, niet met onnodige functies die waarschijnlijk nooit gebruikt zullen worden, geleverd worden. Bij de evaluatie van potentiële IT-beveiligingsproducten zijn functionaliteit en kosten steeds de belangrijkste criteria. De keuze komt normaal gesproken neer op een compromis tussen deze twee: Product A, bijvoorbeeld, is een oplossing op bedrijfsniveau met veel extra's, kost meer dan wat een MKB zich kan veroorloven en eist aanzienlijke man-power en deskundigheid om te installeren, configureren en te onderhouden; product B, aan de andere kant, wordt niet met extra functies geleverd, maar kost de helft van de prijs van product A, is gemakkelijk te installeren, draait in de meeste gevallen vanzelf en vergt weinig onderhoud. Bovendien is het speciaal ontworpen voor het MKB. MKB-ers die een beveiligingsproduct kiezen moeten daarom zorgvuldig nadenken over hun voornaamste selectiecriteria en een economische oplossing vinden die deze noodzakelijke criteria bevat. IT-beveiliging is vitaal voor elke onderneming, groot of klein, maar MKB'ers moeten de toeters en bellen op aanbiedingen negeren, kiezen voor een eenvoudige en realistische oplossing en zich concentreren op hun voornaamste bedrijfsactiviteiten. Het ontstaan van een trend Het lijkt soms alsof ontwikkelingen op de markt van genotmiddelen uit het niets komen vallen. Ineens is het er! Een nieuw middel, een nieuw fenomeen in de uitgaans/vrijetijdssetting. Vaak gekoppeld aan een bepaalde muziekstroming en kledinglijn. Het totale nieuwe elan van nu. Zorg dat je erbij hoort; “Be there or be square!” Echter, de werkelijkheid ligt genuanceerder. Alle bekende genotmiddelen vinden bijna allemaal hun oorsprong in de uitgaans/vrijetijdssetting. Ieder middel dat op de markt zijn plek heeft verworven doorloopt een aantal stadia alvorens geaccepteerd te worden. Om de ontwikkelingen van een genotmiddelen te kunnen monitoren is er een uitgebreid (informeel) netwerk nodig van toonaangevende clubs, organisatoren, programmeurs, DJ’s en sleutelfiguren uit diverse settings, plus een handvat om vast te kunnen stellen hoe een ontwikkeling verloopt.
Om de ontwikkeling goed te kunnen monitoren onderscheiden we drie stadia. 1. Trendsetfase 2. Trend of Hype 3. Geaccepteerd niveau Trendsetfase Een moment waarop trendsetters (vaak uit een specifieke subcultuur) bij elkaar komen en bezig zijn het uitgaan een nieuwe impuls te geven. Vaak gaat het om een muziekstroming waarbij een specifieke ambiance gewenst is. Om die ambiance te verwezenlijken worden er ondersteunende factoren bijgezocht. Nieuwe manier van dansen, specifieke dresscode, tijdstip, locatie en aankleding, maar ook een genotmiddel. Dit kan gaan om een bestaand genotmiddel gaan in een nieuw jasje met andere gebruiksmethode (zoals bijv. speed) of om een nieuwe genotmiddel (zoals bijv. XTC en GHB). De setting is klein (200 á 300 mensen), er wordt niet geflyerd en/of geafficheerd, maar mensen worden mondeling uitgenodigd. Het genotmiddel is kleinschalig aanwezig en de kennis (samenstelling, dosering, werking, gewenst effect) van het middel is afdoende. Er is geen sprake van een productie/distributienetwerk. Het is een gesloten zelfvoorzienend systeem. Zo’n nieuw fenomeen heeft een uitstraling naar buiten. Er wordt over gesproken, men heeft het erover. Het maakt nieuwsgierig. Dit kan ervoor zorgen dat er uitbreiding wordt afgedwongen. Het fenomeen wordt wat groter, er komen flyers/affiches en het aantal bezoekers neemt toe. Trend of Hype Is het fenomeen een blijvertje of zal het verdwijnen?? De cruciale vraag voor preventieve interventies. Het fenomeen valt tegen, brengt niet wat er van verwacht werd en sterft een stille dood samen met het bijbehorende genotmiddel. Geen preventieve interventie dus want daar maak je alleen nieuwsgierig mee. Het blijft bij een hype. Of niet!? Op meerdere plekken manifesteert het fenomeen zich en het aantal bezoekers stijgt. Ook de vraag naar het genotmiddel stijgt en hierdoor ontstaat er een productie- en distributienetwerk. Er zit groei in. De trendsetters verlaten het toneel. Zij houden het voor gezien. Echter met hen verdwijnt ook alle kennis over het nieuwe genotmiddel. Wat achter blijft is informatie over het genotmiddel op consumentenniveau. Het wordt een trend. Dit is het omslagpunt waar preventieve interventies op in kunnen spelen met de feitelijke informatie over het nieuwe genotmiddel; de samenstelling, dosering, werking, gewenst effect en risico’s op korte en lange termijn. Het fenomeen is zo gegroeid dat het algemene belangstelling oproept.
Geaccepteerd niveau Het fenomeen is nu voor iedereen bereikbaar. Het is mainstream geworden. Voor de uitgaanders is het genotmiddel een geaccepteerd middel wat er gewoon bij hoort. Voor het genotmiddel betekent dit dat het productie- en distributienetwerk enorm gegroeid is. Om preventieve interventies te kunnen blijven ontwikkelen moet er goed gemonitord worden op samenstelling en werkzame stof van het genotmiddel alsook de risico’s (korte en lange termijn) dat gebruik met zich meebrengt. Tegelijkertijd volgen we alweer een (eventuele) nieuwe ontwikkeling.
De fasen zijn te vergelijken zoals bij de tennis, dit was vroeger altijd een elitesport. Als gewone burger keek je op tegen deze sport en de mensen die deze sport beoefenden. Doordat veel mensen ook graag zouden willen tennissen en er het budget voor creëerden werd de sport steeds meer bereikbaar voor het gewone publiek. Voor de elite aanleiding om vervolgens op zoek te gaan naar een andere sport die nog niet zo algemeen bereikbaar is (golf, bijvoorbeeld).
Wist je dat? o Het effect van drugs afhangt van je conditie en je stemming. Veel drugs versterken je stemming en daardoor voel je je soms anders dan je gedacht had. o Hersenen 15% kunnen krimpen als je te veel drinkt. o Uit steekproeven etc. blijkt dat 1 op de 20 Nederlandse artsen en chirurgen een verslaving heeft aan alcohol, medicijnen of drugs. o Roken van alle drugs nog steeds de belangrijkste oorzaak is van voortijdige sterfte. o 60% van de gedetineerden voorafgaand aan het jaar van detentie problematisch gebruik van alcohol, drugs of gokken rapporteert. o De straatprijs van XTC aan het stijgen is van 2 euro naar 4 á 5 euro per pil door de vervuiling op de markt. o Een op de tien Nederlanders van 16 - 69 jaar een probleemdrinker is.
Onrustige drugsmarkt door krapte grondstoffen Zowel uit de testservice, waar anoniem synthetische drugs getest kunnen worden, als uit de contacten met recreatieve gebruikers wordt duidelijk dat drugs als xtc en speed steeds minder werkzame stoffen bevatten en vaker versneden zijn. Oorzaak hiervan is volgens de trendanalyse 2008 in het jaarbericht van Novadic-Kentron, dat binnenkort verschijnt, de krapte op de grondstoffenmarkt. Die ontwikkeling leidt er volgens het veldwerk toe dat gebruikers op zoek gaan naar alternatieven. De opmars van GHB en 2-cb zijn daar een voorbeeld van. De krapte op de grondstoffenmarkt is onder andere te wijten aan de overeenkomst die Europa en China na jaren van onderhandeling hebben gesloten en die een administratieve samenwerking en uitwisseling met betrekking tot de controle op inen uitvoer van grondstoffen inhoudt. China is een belangrijke producent van grondstoffen voor de drugsmarkt. Daarnaast wilde de Chinese overheid zich rond de spelen van haar beste kant laten zien en dat is niet als producent van grondstoffen voor xtc en andere drugs. De aanvoer van grondstoffen vanuit China is sinds de Olympische Spelen dan ook gestagneerd. Daarnaast zijn de verscherpte controles van import en export van stoffen die onder de Wet Voorkoming Misbruik Chemicaliën vallen en het oprollen van een aantal belangrijke drugsnetwerken oorzaken voor de krapte op de grondstoffenmarkt. Doordat xtc-pillen lager gedoseerd zijn en ongeveer de helft van de geteste pillen mcPP (Nieuwsbrief januari 2009) bevatten, zoekt de recreatieve gebruiker naar andere middelen of naar combinaties. De drugsmarkt is op dit moment onrustig én onvoorspelbaar. Ook de drug ketamine (Nieuwsbrief juni 2008) begint schaars te worden en wordt versneden met lidocaïne. In amfetamine (speed) wordt steeds vaker cafeïne aangetroffen. Novadic-Kentron concludeert dat succesvol beleid aan de aanbodzijde van de drugsmarkten tot mogelijk ongewenste negatieve effecten leidt in het gedrag van de recreatieve gebruikers. Het kan zijn dat consumenten nu voor andere meer verslavende middelen kiezen, met alle risico’s van dien. GHB GHB is de straatnaam voor het middel GammaHydroxyButyraat (GammaHydroxyBoterzuur). Het kwam op de markt als voedingssupplement ten gunste van de gezondheid, met ogenschijnlijk positieve effecten bij slaapproblemen en bij bodybuilding voor de vergroting van spiermassa. Daarnaast werd GHB therapeutisch ingezet voor verschillende aandoeningen zoals narcolepsie, werd het gebruikt als verdovingsmiddel en heeft het als medicijn gediend bij behandeling voor alcoholisme.
Begin jaren ‘90 wordt GHB voor het eerst (illegaal) gebruikt als recreatief middel in diverse uitgaanssettings. Allereerst in hele specifieke settings zoals de gay-scene en de kinky-party scene waar GHB vooral gebruikt wordt vanwege het sexueel opwindende effect. Vervolgens werd het ook zichtbaar in andere settings zoals afterparty’s, waar uitgaanders vanuit een Dance-event nog strak van de stimulantia (zoals speed, XTC of cocaine) met GHB wilden chillen alvorens huiswaarts te keren. Vanaf 2003 zagen we dat GHB met name door verslaggeving in de landelijke media (waarbij vooral het sexueel opwindend effect van GHB werd benadrukt), zijn intrede deed in het reguliere uitgaanscircuit en op Dance-events. In kleine hoeveelheden (1 a 2 ml) geeft GHB een ontspannen gevoel en kan het seksueel stimulerend werken zonder katergevoel de volgende dag. In veel gevallen wordt GHB gebruikt in combinatie met andere middelen. GHB heeft dan een dempend effect op de “high” (stimulerend effect) van het andere middel. Zo kan het ervoor zorgen dat wanneer iemand erg hard gaat op de speed dit gevoel wat wordt afgezwakt en het kan het voor een langer effect zorgen van de XTC-roes. GHB veroorzaakt euforie, vermindering van angst en een toestand van hypnose. Het heeft (dosisafhankelijk) een werkingsduur van maximaal vier uur. Doordat GHB van nature in het lichaam voorkomt werd het in eerste instantie als een “veilig” middel ‘benoemd’. Angst voor mogelijke bijwerkingen kwamen aan het licht in 1990 in de VS door de FDA (Food and Drug Administration) die waarschuwde voor potentiële schade door gebruik van GHB. Dit kreeg nog eens extra aandacht na de dood van acteur River Phoenix in 1993 omdat zijn dood in verband werd gebracht met een mogelijke overdosis GHB. In Eindhoven en omgeving lag het hoogtepunt van GHB-gebruik in het voorjaar van 2004 met een korte opleving in het voorjaar van 2007. Vanaf 2004 dook GHBgebruik incidenteel op in de gehele provincie Noord-Brabant. Momenteel is er weer een stijgende GHB-trend waarneembaar, mede veroorzaakt door het grondstoffentekort op de XTC-markt (zie ook het artikel Onrustige drugsmarkt door krapte grondstoffen). Dat er nu een (landelijke) toename te zien is in de hulpvraag van problemen met GHB is niet verwonderlijk. De verslavende eigenschap van GHB is lang onderbelicht geweest bij de recreatieve gebruiker. Bij regelmatig gebruik kan psychische en lichamelijke afhankelijkheid ontstaan. Een dagelijkse gebruiker kan in een patroon terechtkomen waarin hij om de paar uur wil of moet gebruiken om trillingen, slapeloosheid of angsten te voorkomen. Als een dergelijke situatie een aantal maanden voortduurt, kunnen bij het stoppen heftige ontwenningsverschijnselen ontstaan, zoals een epileptische aanval of delirium. Mogelijk kunnen deze verschijnselen ook na een kortere periode van intensief gebruik optreden. Afkicken zonder professionele begeleiding kan levensgevaarlijk zijn! Het is een bekend gegeven dat het doorschieten van recreatief gebruik van een “nieuw” middel naar problematisch gebruik pas na langere tijd zichtbaar wordt. Die tussenliggende periode moet door de verslavingszorg dan ook gebruikt worden om huidige behandelmethodes aan te passen of geheel nieuwe te ontwikkelen die aansluiten bij de toekomstige hulpvragers. In 2002 had Novadic-Kentron de eerste aanmelding van een GHB afhankelijke (vanuit de bodybuilders scene).
Voor zover bekend was dat het eerste GHB- incident in Nederland waar een verslavingsinstelling mee te maken kreeg. Novadic-Kentron loopt in Nederland voorop in het behandelen van GHB afhankelijkheid. Er is een protocol ontwikkeld en zijn er enkele artsen gespecialiseerd in GHB behandeling. Afhankelijk van de dosering en samenstelling van de door de hulpvrager gebruikte GHB wordt er met GHB afgebouwd, al dan niet in combinatie met ondersteunende medicatie. Dit kan zowel in de klinische als de ambulante hulpverlening. De truffel/ tripknol Sinds 1 december 2008 is in Nederland het paddoverbod van kracht. Dit houdt in dat zowel de gedroogde als de verse paddo’s vanaf dat moment niet meer legaal verkocht mogen worden. Hiermee verdwijnt een belangrijke hallucinogeen uit de smartshops. De truffel annex tripknol heeft de leegte opgevuld die de paddo’s achter hebben gelaten. Navraag bij de smartshops bevestigt dit beeld. Wat zijn nu de overeenkomsten tussen de tripknol en de paddo’s en waarin verschillen ze? De tripknol is technisch gezien nog geen paddo omdat deze nog niet heeft gefruit als een paddo. De werkzame stoffen zijn echter wel dezelfde als die in paddo’s, te weten psilocine en psilocybine. Uit onderzoek van de Voedsel en Waren Autoriteit in 2002 is gebleken dat het totaal aan psilocine in monsters van de truffels ca 0,3% bedroeg, bij paddo’s was dit 0,5% tot 0,9%. Dit is ook de reden waarom de truffels nog steeds legaal verkrijgbaar zijn. In januari heeft Cisca Joldersma van het CDA kamervragen gesteld aan minister Klink over de hallucinerende truffels en waarom hier geen verbod op is. Minister Klink heeft hier, onder andere met onderbouwing van bovengenoemd onderzoek, op gereageerd dat er geen reden is om de truffels te verbieden. Werking Qua uiterlijk verschillen de twee behoorlijk. De truffel lijkt meer op een soort knolletjes terwijl de paddo overduidelijk het uiterlijk heeft van een paddenstoel. Officieel heet de truffel sclerotia en dient in de natuur om stoffen te beschermen tegen extreme weersomstandigheden. Ze lijken op knollen en worden ook wel aangeduid als 'stenen der wijzen'. De truffel is verder bekend onder de naam psilocybe mexicana, psilocybe tampanensis (deze is iets minder sterk dan de mexicana), philosophers’ stone of tripknol. De truffel zorgt voor een stoned, psychedelische, filosofische, vrolijke en visuele trip. De truffel zorgt voor een relatief gemakkelijk te controleren trip, in vergelijking met
andere hallucinogenen (denk aan bijvoorbeeld de paddo’s of LSD). Door de lichtere werking komt het ook voor dat de truffels in het uitgaanscircuit gebruikt worden in tegenstelling tot de paddo’s. De effecten van de truffels worden na ongeveer een half uur voelbaar en houden gemiddeld zes uur aan. De sterke psychedelische en euforische effecten zullen ongeveer drie uur duren, waarna deze effecten plaats maken voor een meer stoned effect dat nog eens drie uur duurt. Tussendoor kunnen golven van onzekerheid voorkomen. De truffel kan gegeten worden zodat de werkzame stof wordt opgenomen via het mondslijmvlies. Een andere manier van consumptie is het zetten van thee. De truffel moet hier dan vijftien minuten in trekken alvorens de thee opgedronken kan worden en het restant truffels opgekauwd. Gemiddeld kost de truffel tien euro per tien gram. De truffels worden in verschillende (gebruikers)hoeveelheden aangeboden. Risico’s Bij het zelf zoeken/ plukken van truffels bestaat altijd het risico van verwarring met giftige soorten. Bij hoge doseringen kunnen de maag, de lever en de nieren moeite hebben met truffels. Aan een truffel is bovendien niet te zien wat het gehalte aan werkzame stof is. Eventueel bijgeleverde schriftelijke informatie van de smartshop kan een indicatie geven maar staat niet garant voor veiligheid. Omdat de sterkte van de truffels varieert, bestaat altijd het risico van een te hoge dosering en dus een te heftige uitwerking. De combinatie van truffels met andere drugs of alcohol heeft onvoorspelbare effecten, die heel vervelend kunnen zijn. Wie psychiatrische of ernstige psychische problemen heeft, moet geen truffels of andere hallucinerende middelen nemen. Mensen die in het verleden een psychose of depressie hebben gehad, lopen een verhoogd risico op een slechte uitwerking. Gebruik tijdens de zwangerschap wordt sterk afgeraden. Onder invloed kan men zich roekeloos gedragen. Als truffels uitgewerkt lijken, blijft de gebruiker toch nog vijf tot zes uur loom en ongeconcentreerd. Dus zolang moet verkeersdeelname in ieder geval worden afgeraden.
Gemiddelde gebruikersdosering: 5 gram voor een lichte trip 10 gram voor een normale trip 15 gram voor een sterke trip
Veiligheid op scholen Scholen kunnen sinds kort een mobiel veiligheidsteam inschakelen voor tips en adviezen op het gebied van sociale veiligheid. De vijf zogenaamde ‘Kwaliteitsteams Veiligheid’ bestaan uit veiligheidsdeskundigen uit diverse sectoren, zoals het onderwijs, bureau HALT, jeugdzorg en politie. Doel is om scholen die daar behoefte aan hebben te helpen bij het verbeteren van de sociale veiligheid, zodat leerlingen en docenten zich veiliger voelen op en rond scholen. Zo kan het veiligheidsteam ter plekke een quick scan uitvoeren om te bepalen of een school voldoende veiligheidsmaatregelen heeft genomen. Ook ondersteunen en adviseren de teams bij de totstandkoming van afspraken tussen scholen, Zorg- en Advies Teams, politie en gemeenten ter verbetering van de veiligheid en hulpverlening. Eind vorig jaar kondigde staatssecretaris Van Bijsterveldt aan 1,75 miljoen euro extra ter beschikking te stellen voor de Kwaliteitsteams Veiligheid. Het is één van de maatregelen die zij neemt om scholen veiliger te maken. “De school moet een veilige plek zijn voor leerlingen. Scholen hebben hun veiligheidsmaatregelen redelijk op orde, maar in de praktijk blijkt dat scholen behoefte hebben aan extra advies en hulp. De veiligheidsteams voorzien in deze behoefte”, aldus Van Bijsterveldt. Deze zomer starten de Kwaliteitsteams Veiligheid in het vmbo en praktijkonderwijs. In het schooljaar 2008/2009 zijn de Kwaliteitsteams in alle onderwijssectoren operationeel en kunnen scholen in het basis-, voortgezet-, speciaal onderwijs en het MBO een beroep doen op één van de Kwaliteitsteams Veiligheid. De Kwaliteitsteams Veiligheid zijn bereikbaar via de speciale informatielijn: 0302306564 en via email:
[email protected]. Meer informatie • •
Website Centrum School en Veiligheid Website Nederlands Jeugd instituut
Verwante sector •
Onderwijs
Verwante dossiers •
Veilige School
Zware pcp-geweren vrij verkrijgbaar Luchtbuks dodelijk door Timoteus Waarsenburg
DEN HAAG - Nederlandse luchtbuksfanaten kopen steeds vaker superkrachtige en extreem gevaarlijke luchtdrukgeweren die in het buitenland zelfs gebruikt worden voor de jacht op deze dodelijke luchtdrukwapens zijn voor iedereen van 18 jaar en ouder zonder vergunning vrij te koop. Ze zijn volgens de politie nog niet gebruikt bij misdrijven, maar het is slechts een kwestie van tijd tot het eerste ernstige ongeluk zich ermee voordoet. Het Landelijk Platform Vuurwapens (LPV) wil de hiaten in de Nederlandse wapenwet daarom zo snel mogelijk dichten.
Zorgwekkend "De jongste generatie luchtdrukwapens heeft bijna de kracht van vuurwapens, maar omdat het luchtdrukwapens zijn vallen ze niet onder de vuurwapenwet", zegt voorzitter Paul Gademan van het LPV. "Dat is een zorgwekkende ontwikkeling. De politie doet op dit moment onderzoek naar de kracht van alle luchtdrukwapens die wij tegenkomen. Als we de resultaten daarvan binnen hebben, zullen we vragen om aanpassing van de wetgeving." Binnen het Landelijk Platform Vuurwapens werken de wapenexperts van de Nederlandse politiekorpsen, de Koninklijke Marechaussee, de douane en Economische Controledienst samen. Het LPV adviseert het ministerie van Justitie gevraagd en ongevraagd over vuurwapens. Een van de meest zorgwekkende ontwikkelingen op het gebied van luchtdrukwapens is volgens de wapendeskundigen de opkomst van pcp-buksen, luchtdrukwapens die op perslucht kogels tot een diameter van 9 millimeter kunnen afvuren. "De luchtbuksen die tegenwoordig te koop zijn lijken in niets meer op de buksjes waar wij vroeger mee schoten", zegt wapenexpert Dick Onderwater van het politiekorps Haaglanden. "De kracht is echt immens." Onderwater: "Sinds 1997 maakt de Nederlandse wet geen onderscheid meer tussen lichte en zware luchtdrukwapens." De technologische ontwikkelingen op het gebied van luchtdrukwapens hebben de wapenwet ingehaald.
Huisverbod Het huisverbod is bedoeld om huiselijk geweld verder terug te dringen. Het huisverbod houdt in dat een pleger van huiselijk geweld in beginsel tien dagen zijn of haar woning niet meer in mag en in die periode ook geen contact mag opnemen met de partner of de kinderen.
De maatregel biedt de mogelijkheid om in een noodsituatie te voorzien in een afkoelingsperiode waarbinnen de nodige hulpverlening op gang kan worden gebracht en escalatie kan worden voorkomen. Het huisverbod kan ook worden opgelegd bij kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan. Het huisverbod wordt in de vorm van een beschikking uitgereikt door de burgemeester of door de politie indien zij daartoe wordt gemandateerd. De burgemeester kan afhankelijk van de situatie het huisverbod verlengen tot maximaal vier weken. Een uithuisgeplaatste die zich niet aan het huisverbod houdt, kan maximaal twee jaar gevangenisstraf krijgen of een taakstraf. De uithuisgeplaatste heeft de mogelijkheid om tegen het huisverbod in beroep te gaan bij de bestuursrechter.
DEN HAAG - De drie beveiligers die in 2007 op hardhandige wijze een 18-jarige bezoeker van het popfestival Beatstad in Den Haag aanpakten, hebben woensdag celstraffen van tien maanden gekregen. Daarvan zijn zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Dat heeft de rechtbank in Den Haag bepaald. De jongen overleed nadat de beveiligers hem uit een viptent hadden verwijderd, waar hij zich vervelend gedroeg. De Hagenaar, bijna 2 meter lang en ruim 100 kilo zwaar, werd ruim een kwartier op de grond in bedwang gehouden. Toen de politie kwam, bleek dat de jongen onwel was geworden. Later op de dag overleed hij in het ziekenhuis. Nekklem Het Openbaar Ministerie (OM) eiste eerder gevangenisstraffen van twaalf tot vijftien maanden tegen de mannen. De hoogste eis was voor een 49-jarige Hagenaar die de jongen met een nekklem in bedwang had gehouden. Volgens de rechtbank hebben de mannen rechtvaardig gehandeld. Zij moesten wel hun lichaam gebruiken om de jongen onder controle te krijgen, omdat beveiligers geen wettelijke maatregelen kunnen nemen, zoals de politie. Signalen Die rechtvaardiging werd echter tenietgedaan toen het zo lang duurde dat de politie kwam, stelde de rechtbank. Het slachtoffer was tot de komst van de politie de verantwoordelijkheid van de beveiligers. Zij hebben meerdere signalen gekregen dat het niet goed ging met het slachtoffer. Zo zei de jongen dat hij geen lucht kreeg en rochelde en spuugde hij over de arm van een van de verdachten. "Geen van de verdachten heeft zich op enig moment afgevraagd of het nodig was hem zo lang zo strak vast te houden.'' Verstikking Volgens de rechtbank hebben de mannen zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van zware mishandeling met de dood tot gevolg. De jongen kwam door verstikking om het leven. Maar de straffen die het OM eiste, vond de rechtbank niet passend. Volgens de rechter is het incident ook een ingrijpende ervaring geweest voor de verdachten: "Het is nimmer de bedoeling geweest het slachtoffer zo aan te pakken dat hij zou overlijden.'' De rechtbank kende tevens een materiële schadevergoeding van ruim 9000 euro toe aan de nabestaanden. De advocaten van de beveiligers wilden woensdag nog niet zeggen of hun cliënten in hoger beroep gaan. © ANP