NEDERLANDS Inleiding
Software voor het verwerken, weergeven en bewerken van RAW-opnamen
Inhoudsoverzicht
Digital Photo Professional
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Versie 3.8 Instructiehandleiding O Inhoud van deze instructiehandleiding O DPP staat voor Digital Photo Professional. O De vensters die in deze handleiding ter illustratie
worden gebruikt, zijn afkomstig uit Windows XP. O geeft de selectieprocedure in het menu aan. Bijvoorbeeld: menu [File/Bestand] [Exit/Afsluiten]. O Verwijzingen naar menu's, knoppen of vensters die op het computerscherm worden weergegeven, staan tussen vierkante haken. O Verwijzingen naar toetsen op het toetsenbord worden weergegeven tussen punthaken < >. O ** verwijst naar een paginanummer. Klik hierop om naar de desbetreffende pagina te gaan. O : handige informatie voor het oplossen van problemen. O : tips voor geavanceerd gebruik van de software. O : informatie die voor gebruik moet worden gelezen. O : aanvullende informatie die voor u van nut kan zijn.
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
O Door de handleiding bladeren O Klik op de pijlen rechtsonder in het scherm.
Grote aantallen opnamen verwerken
: volgende pagina : vorige pagina
JPEG/TIFFopnamen bewerken
: terug naar de laatst weergegeven pagina O Klik op de hoofdstuktitels rechts op het scherm om
naar de pagina met de inhoudsopgave van dat hoofdstuk te gaan. U kunt ook op het gewenste onderwerp in de inhoudsopgave klikken om naar de desbetreffende pagina te gaan.
Referentie
O Help en sneltoetsen
Index
O Raadpleeg Help in het menu [Help] voor meer
informatie over het gebruik van DPP. O Raadpleeg [Troubleshooting/Problemen oplossen] [Shortcut Key List/Lijst met sneltoetsen] in de Help voor een overzicht van sneltoetsen waarmee u bewerkingen snel kunt uitvoeren. © CANON INC. 2010
CEL-SP4DA280
Inleiding Digital Photo Professional (hierna 'DPP' genoemd) is hoogwaardige software voor het verwerken, weergeven en bewerken van RAWopnamen voor EOS DIGITAL-camera's. Vaak wordt gedacht dat het verwerken van RAW-opnamen lastig is in vergelijking met het verwerken van normale JPEG-opnamen, maar met DPP kunt u RAW-opnamen in een handomdraai op een geavanceerde manier bewerken en afdrukken.
Informatie over RAW-opnamen Wat is een RAW-opname? Een RAW-opname bestaat uit opnamegegevens met uitvoergegevens die met een beeldverwerkingssensor zijn vastgelegd. Omdat de opnamen niet op het moment van opname in de camera worden verwerkt en de opname wordt vastgelegd in de speciale vorm van 'RAW-opnamegegevens + gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen op het moment van opname', is speciale software nodig om de opname weer te geven of te bewerken. * 'RAW' betekent 'in natuurlijke vorm' of 'niet verwerkt of verfijnd'.
Inleiding
Wat zijn de voordelen van een RAW-opname? RAW-opnamen worden vastgelegd in de indeling 'RAWopnamegegevens + gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen op het moment van opname'. Wanneer u een opname in DPP opent, wordt deze direct ontwikkeld en kunt u de opname weergeven als een opname waarop de beeldverwerkingsinstellingen op het moment van opname zijn toegepast. Zelfs als u verschillende aanpassingen voor de geopende opname uitvoert (de opname wordt bij elke bewerking automatisch bijgewerkt), worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen (ontwikkelingsinstellingen) aangepast en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Hierdoor verliest de opname geen kwaliteit en zijn dit ideale opnamegegevens voor gebruikers die hun opnamen op een creatieve manier willen bewerken. In DPP wordt de term 'recept' gebruikt voor de 'gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen' die kunnen worden aangepast.
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Wat is RAW-ontwikkeling? Vergeleken met film is een RAW-opname een opname die nog niet is ontwikkeld (latente opname). Bij film is het beeld voor het eerst zichtbaar wanneer de film wordt ontwikkeld. Voor RAW-opnamen geldt hetzelfde: de opname kan pas als een beeld op uw computer worden weergegeven nadat de beeldsignalen zijn verwerkt. Hoewel hierbij sprake is van een digitaal proces, wordt het verwerken 'ontwikkelen' genoemd en bij de EOS DIGITAL wordt de ontwikkeling uitgevoerd met DPP. Met DPP kunt u RAW-opnamen weergeven, bewerken en afdrukken zonder dat u het ontwikkelingsproces echt hoeft te begrijpen.
Inhoudsoverzicht
Referentie
Index
RAW-opnamegegevens Gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen
2
Belangrijke functies van DPP
Systeemvereisten
Hieronder staan de belangrijkste taken die u kunt uitvoeren voor opnamen die u naar uw computer hebt gedownload.
Windows 7*1, Windows Vista*2 Windows XP Professional/Home Edition*3 Pc met één van de bovenstaande Computer besturingssystemen vooraf geïnstalleerd * Opgewaardeerde pc's worden niet ondersteund Pentium-processor met een kloksnelheid van Processor 1,3 GHz of hoger*4 RAM-geheugen Minimaal 1 GB Schermresolutie: 1024 × 768 pixels of hoger Beeldscherm Kleurkwaliteit: medium (16 bits) of hoger 1 * Compatibel met 32-bits/64-bits systemen voor alle versies met uitzondering van de Starter Edition *2 Compatibel met 32-bits/64-bits systemen voor alle versies met uitzondering van de Starter Edition (ook compatibel met Service Pack 1) *3 Compatibel met Service Pack 2/Service Pack 3 *4 Core2 Duo of hoger wordt aanbevolen
O RAW-opnamen weergeven en ordenen O Een RAW-opname in realtime aanpassen O Verschillende elementen van een opname aanpassen terwijl de oorspronkelijke opname ongewijzigd blijft O Onbeperkt Beeldstijlen toepassen* O De oorspronkelijke en de aangepaste versie van uw opname in hetzelfde venster weergeven
O Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen O Het formaat van een opname wijzigen O Lensaberratie corrigeren O Automatisch/handmatig stofwissen O Een RAW-opname converteren naar een JPEG- of TIFF-opname en deze opslaan O Grote aantallen RAW-opnamen in batches verwerken O De opname overbrengen naar beeldbewerkingssoftware
O Een RAW-opname afdrukken O JPEG- en TIFF-opnamen weergeven en ordenen O JPEG- en TIFF-opnamen in realtime aanpassen O Verschillende elementen van een opname aanpassen terwijl de oorspronkelijke opname ongewijzigd blijft
O JPEG- en TIFF-opnamen afdrukken O Compatibel met kleurbeheersystemen O CMYK-simulatie gebruiken voor commercieel drukwerk * Picture Style is in deze handleiding vertaald als Beeldstijl.
Inleiding
Besturingssysteem
Ondersteunde opnamen Deze software ondersteunt de volgende opnametypen. Opnametype Extensie 1 RAW-opnamen* gemaakt met EOS DIGITAL-camera's, .CR2 RAW-opnamen met uitzondering van de EOS DCS1 en EOS DCS3 .TIF .CRW RAW-opnamen*2 gemaakt met PowerShot-camera's JPEG-opnamen Met Exif 2.2 of 2.21 compatibele JPEG-opnamen .JPG, .JPEG TIFF-opnamen Met Exif compatibele TIFF-opnamen .TIF, .TIFF *1 Compatibel met RAW-opnamen die met de EOS D6000 of EOS D2000 zijn gemaakt en met behulp van de CR2 Converter zijn geconverteerd naar RAWopnamen. Deze opnamen hebben de extensie '.CR2'. Voor meer informatie over de CR2 Converter kijkt u op de website van Canon. *2 • Alleen cameramodellen waarbij Digital Photo Professional wordt vermeld onder 'Gegevenstype' in het gedeelte 'Specificaties', achter in de gebruikershandleiding van de camera. • Gebruik de speciale toepassing CameraWindow om opnamen van een PowerShot-camera naar een computer te downloaden. Raadpleeg de startershandleiding voor meer informatie. • Lensaberratiecorrectie kan alleen bij bepaalde camera's en objectieven worden gebruikt. • Het automatisch wissen van stof en andere specifieke EOS DIGITAL-functies kunnen niet worden gebruikt. • Ook RAW-opnamen die met de PowerShot Pro1 zijn gemaakt, worden ondersteund. Deze kunnen echter niet met de DPP aanpassingsfunctie voor RAW-opnamen worden bewerkt.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
3
Inhoudsoverzicht
Inleiding
Opnamen downloaden naar de computer O Opnamen downloaden door de camera op de computer aan te sluiten ¿ pag. 7 O Opnamen downloaden met een kaartlezer ¿ pag. 9
RAW-opnamen weergeven en controleren O Delen van een opname snel vergroten O Opnamen sorteren (selectietekens) O Een opname die gelijktijdig als RAW- en JPEGopname is opgeslagen, als één opname weergeven O De opnamen in de lijst met miniatuurweergaven met een hoge resolutie weergeven O Opname-informatie controleren (bijvoorbeeld de opnamedatum)
¿ pag. 11 ¿ pag. 17 en pag. 18 ¿ pag. 20 ¿ pag. 21 ¿ pag. 10 en pag. 21
RAW-opnamen bewerken (aanpassen) ¿ pag. 12 en pag. 24 ¿ pag. 30 ¿ pag. 24 O De kleurovergang en het kleurcontrast verscherpen (contrast) ¿ pag. 27 O Huidskleurtinten verbeteren (kleurtoon) ¿ pag. 27 O De kleuren van een opname levendiger maken (verzadiging) ¿ pag. 27 O Een opname verscherpen (scherpte) ¿ pag. 29 O Een opname aanpassen voor een natuurlijkere kleurtoon (witbalans) ¿ pag. 25 O Een opname veranderen in een zwart-witopname of ¿ pag. 28 een opname in sepiatinten (monochroom) O Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen ¿ pag. 35 O Een beeldverhouding opgeven die geschikt is voor het ¿ pag. 35 papierformaat waarop een opname wordt afgedrukt ¿ pag. 64 en O Stof uit een opname verwijderen pag. 66
O Helderheid/donkere tinten aanpassen O Automatische aanpassing gebruiken O De Beeldstijl wijzigen
O Ongewenste delen van een opname wissen O RAW-opnamen automatisch corrigeren met Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie) O De helderheid van schaduwen/lichte delen aanpassen O Ruis in een opname reduceren O Lensaberratie corrigeren O Een Beeldstijl-bestand gebruiken O Opnamen efficiënt bewerken O Een opname bewerken en tegelijkertijd de bewerkte opname met het origineel vergelijken O Meerdere opnamen synchroniseren O Een gebied buiten het ingestelde gebied weergeven als waarschuwing (waarschuwing voor belichting/schaduw) O De instellingen van een aangepaste opname herstellen naar de instellingen op het moment van opname
¿ pag. 68 ¿ pag. 58
Inhoudsoverzicht
¿ pag. 54 ¿ pag. 59 ¿ pag. 60 ¿ pag. 56 ¿ pag. 31
Basisbewerkingen
¿ pag. 50 ¿ pag. 51 ¿ pag. 52 ¿ pag. 40
O Onderwerpen met een getrouwe kleurreproductie afdrukken O Afdrukken met de opname-informatie O Een lijst met opnameminiaturen afdrukken O De kleuren op het scherm en de kleuren op de afdrukken op elkaar afstemmen
¿ pag. 40, pag. 71 en pag. 72 ¿ pag. 40, pag. 71 en pag. 72 ¿ pag. 69 ¿ pag. 70
O Bewerken in Photoshop O Batchverwerkingen uitvoeren O Een JPEG-opname bewerken (aanpassen)
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
¿ pag. 77 Index
Opnamen converteren O Een RAW-opname converteren naar een JPEGopname
Geavanceerde bewerkingen
Grote aantallen opnamen verwerken
Afdrukken O Goed afdrukken met een Canon-printer
1 2 3 4 5
¿ pag. 39 en pag. 83 ¿ pag. 68 en pag. 84 ¿ pag. 83 ¿ pag. 87
4
1
Basisbewerkingen
Inleiding
In dit gedeelte komen de basisbewerkingen aan de orde: van het naar de computer downloaden van opnamen die met een camera zijn gemaakt tot het controleren, bewerken, opslaan en afdrukken van een gedownloade RAW-opname.
DPP starten ............................................................... 6 Het hoofdvenster .......................................................... 6 Opnamen downloaden naar uw computer................. 7 Opnamen downloaden met een kaartlezer................... 9 Een opname weergeven.......................................... 10 Opnamen als miniaturen weergeven in het hoofdvenster ...... 10 Het formaat van opnameminiaturen wijzigen ......... 10 Een opname vergroten en weergeven in het bewerkingsvenster .... 11 Een bepaald gebied vergroten en weergeven........ 11
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken
Een opname aanpassen.......................................... 12 Het toolpalet ............................................................... 12 Recepten .................................................................... 12
JPEG/TIFFopnamen bewerken
Een opname opslaan............................................... 13 Opslaan ...................................................................... 13
Referentie
Een opname afdrukken ........................................... 14 Afdrukken ................................................................... 14
Index
DPP afsluiten........................................................... 14
5
DPP starten
Inleiding
Dubbelklik op het pictogram op het bureaublad. Dubbelklik hierop
Het hoofdvenster U kunt de tabbladen in het hoofdvenster gebruiken om het venster [Folder/Map] of [Collection/Collectie] te selecteren. In het venster [Folder/Map] worden de opnamen weergegeven die zich in mappen op de computer bevinden. In het venster [Collection/Collectie] (pag. 33) worden opnamen weergegeven die de gebruiker willekeurig in verschillende mappen heeft geselecteerd en samengevoegd. Tenzij anders vermeld, wordt het venster [Folder/Map] vanaf nu aangeduid als het hoofdvenster. Venster [Folder/Map]
¿ DPP wordt gestart en het hoofdvenster (venster [Folder/Map]) wordt weergegeven.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken
Hoofdvenster (Venster [Folder/Map])
JPEG/TIFFopnamen bewerken
Venster [Collection/Collectie]
Referentie
Index
6
Opnamen downloaden naar uw computer
Inleiding
Sluit de camera met de meegeleverde kabel aan op de computer en download de opnamen die op de geheugenkaart in de camera zijn opgeslagen. Start vanuit DPP de camerasoftware 'EOS Utility' en download de opnamen met deze software.
Inhoudsoverzicht
EOS Utility
1 Selecteer de opslaglocatie voor de opnamen. O Selecteer de opslaglocatie voor de opnamen in de mappenstructuur links in het hoofdvenster. O Raadpleeg pag. 47 voor het maken van mappen.
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Sluit uw camera aan op uw computer en schakel de 3 camera in.
O Sluit de camera met de meegeleverde interfacekabel aan op de computer en schakel de camera in. O Raadpleeg de 'EOS Utility Instructiehandleiding' (elektronische handleiding in PDF-indeling) voor meer informatie over het aansluiten van de camera op de computer.
2 Start EOS Utility.
O Selecteer het menu [Tools/Extra] starten].
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
[Start EOS Utility/EOS Utility
Index
¿ Het venster Capture (Vastleggen) van EOS Utility wordt weergegeven. ¿ EOS Utility wordt gestart.
7
Inleiding
4
Klik op de knop [Main Window/Hoofdvenster].
Voordelen van het gebruik van EOS Utility voor het downloaden van opnamen Als u opnamen downloadt met EOS Utility, kunt u de opnamen gemakkelijker ordenen omdat deze op datum in mappen worden gedownload, gesorteerd en opgeslagen.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
¿ Het hoofdvenster van EOS Utility wordt weergegeven.
5
Download opnamen.
Klik hierop
O U kunt EOS Utility niet starten vanuit het venster [Collection/ Collectie] (pag. 6 en pag. 33). O Wanneer EOS Utility is gestart vanuit DPP, kunt u de volgende functies niet gebruiken. • Controlevenster (pag. 16) • Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen (pag. 35 en pag. 95) • Stofwissen (kopieerstempelfunctie) (pag. 64 t/m pag. 68 en pag. 98 t/m pag. 102) • Bestandsnamen batchgewijs wijzigen (naamwijzigingsfunctie) (pag. 85) • Afdrukken met opname-informatie (pag. 69) • Een lijst met miniaturen afdrukken (afdrukken op één vel) (pag. 70) • Afdrukken met Easy-PhotoPrint EX of Easy-PhotoPrint (afdrukken met plug-in) (pag. 40 en pag. 43) • Opnamen overbrengen naar Photoshop (pag. 68) • Opnamen in een batch opslaan (batchverwerking) (pag. 83)
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
¿ Het downloaden van opnamen wordt gestart. ¿ De gedownloade opnamen worden opgeslagen in de map die in stap 1 is geselecteerd en worden weergegeven in het hoofdvenster van DPP. ¿ De gedownloade opnamen worden op datum in mappen gesorteerd en opgeslagen.
8
Inleiding
Opnamen downloaden met een kaartlezer U kunt opnamen ook met een kaartlezer van een ander merk naar de computer downloaden.
3
Geef de opnamen die naar uw computer zijn gedownload weer. O Open de map [DCIM] die u naar het bureaublad hebt gekopieerd en selecteer de map waarin de opnamen zijn opgeslagen.
1 Plaats de geheugenkaart in de kaartlezer.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Open [My Computer/Deze computer] 2 [EOS_DIGITAL] en sleep de map [DCIM] naar [Desktop/Bureaublad].
¿ Opnamen in de map worden weergegeven in het hoofdvenster van DPP.
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Opnamen controleren voordat u ze downloadt Als u de geheugenkaartmap rechtstreeks in DPP selecteert, worden de opnamen in de map in DPP weergegeven zodat u deze kunt controleren. ¿ De map [DCIM] wordt naar uw computer gedownload. O Alle opnamen worden opgeslagen in submappen van de map [DCIM].
O Wanneer de geheugenkaart een groot aantal opnamen bevat, kan het even duren voordat de opnamen naar uw computer zijn gekopieerd. O Raadpleeg 'Mapstructuur en bestandsnamen op de geheugenkaart' in de 'EOS Utility Instructiehandleiding' (elektronische handleiding in PDF-indeling) voor meer informatie over de [DCIM]-mappenstructuur en de bestandsnamen van opnamen.
Referentie
Index
9
Een opname weergeven Opnamen die naar uw computer zijn gedownload, worden in het hoofdvenster als een lijst met miniaturen weergegeven. Als u dubbelklikt op een opname, wordt het bewerkingsvenster geopend. Hierin wordt de opname vergroot weergegeven.
Opnamen als miniaturen weergeven in het hoofdvenster Hoofdvenster
Inleiding
Het formaat van opnameminiaturen wijzigen U kunt het formaat van de opnameminiaturen die in het hoofdvenster worden weergegeven wijzigen en de miniaturen met de bijbehorende opname-informatie weergeven.
Selecteer het menu [View/Beeld]
gewenste item.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geselecteerde opname roteren
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
¿ Het geselecteerde item wordt weergegeven.
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Klik op de opname om deze te selecteren Miniaturen weergeven van alle opnamen in de map die in de mappenstructuur links in het venster is geselecteerd Opnamen met het pictogram [ ] zijn videobestanden en kunnen niet in DPP worden weergegeven. Gebruik hiervoor 'ZoomBrowser EX', dat compatibel is met EOS DIGITAL-videobestanden. O Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan opnamen die met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III of EOS 7D zijn gemaakt, wordt de opname weergegeven als een bijgesneden opname (pag. 35 en pag. 95). O Raadpleeg pag. 107 voor een overzicht van de functies van het hoofdvenster.
Referentie
Index
10
Inleiding
Een opname vergroten en weergeven in het bewerkingsvenster
Een bepaald gebied vergroten en weergeven Dubbelklik op het gebied dat u wilt vergroten.
Inhoudsoverzicht
Dubbelklik hierop
Dubbelklik hierop
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen
¿ Het bewerkingsvenster wordt weergegeven.
Bewerkingsvenster
Toolpalet
¿ Het desbetreffende gebied wordt vergroot tot 100% (ware pixelgrootte). Na enkele ogenblikken wordt de weergave duidelijker. O Dubbelklik nogmaals op het gebied om terug te keren naar de volledige schermweergave. O U kunt de weergavepositie wijzigen door over de opname te slepen of door de vergrotingsweergavepositie in het toolpalet te slepen. Weergavepositie voor vergroting in het toolpalet
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Wijzig de vergrotingsweergavepositie door te slepen ¿ Het kan even duren voordat de opname opnieuw is getekend. O Klik op [ ] rechtsboven in het bewerkingsvenster om het bewerkingsvenster te sluiten. O Door het menu [View/Beeld] [AF Point/AF-punt] te selecteren in het bewerkingsvenster, kunt u de AF-punten weergeven die in de camera zijn geselecteerd bij het maken van de opnamen. AF-punten worden echter niet weergegeven voor opnamen waarvan het formaat is gewijzigd en die daarna zijn geconverteerd en opgeslagen (pag. 39 en pag. 116). O Raadpleeg pag. 110 voor een overzicht van de functies van het bewerkingsvenster.
Referentie
Index
Een opname weergeven met een andere vergroting dan 100% Selecteer het menu [View/Beeld] [50% view/50%-weergave].
[200% view/200%-weergave] of
U kunt de vergrotingsverhouding wijzigen door te dubbelklikken (pag. 75).
11
Een opname aanpassen U kunt verschillende elementen van een opname, zoals de helderheid of de Beeldstijl, aanpassen met het toolpalet in het bewerkingsvenster. U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname gemakkelijk herstellen met de knop [ ], zelfs als u een verkeerde aanpassing hebt gedaan. Probeer de verschillende aanpassingen uit. Ter illustratie wordt hieronder de procedure voor het aanpassen van de helderheid van een opname beschreven. Toolpalet Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname Sleep de schuifregelaar naar links of rechts
Inleiding
Het toolpalet Afhankelijk van de bewerkingen die u wilt uitvoeren, kunt u opnamen aanpassen met de tabbladen [RAW], [RGB] en [NR/Lens/ALO / Ruisreductie/lens/ALO] van het toolpalet. Bij aanpassingen met het toolpalet (de opname wordt bij elke bewerking automatisch bijgewerkt) worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen gewijzigd en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Hierdoor treedt bij het bewerken geen kwaliteitsverlies op en kunt u uw opnamen keer op keer aanpassen. Zie hoofdstuk 2 en verder voor meer informatie over de verschillende bewerkingen die u met het toolpalet kunt uitvoeren.
Recepten In DPP worden alle aanpassingen (gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen) die met het toolpalet zijn uitgevoerd in de vorm van een 'recept' (pag. 80) bij een opname opgeslagen.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
¿ De helderheid van de opname wordt in realtime gewijzigd op basis van de mate van aanpassing. Het toolpalet wordt niet weergegeven Selecteer het menu [View/Beeld]
[Tool palette/Toolpalet].
Raadpleeg pag. 111 voor een overzicht van de functies van het toolpalet.
12
Een opname opslaan
Inleiding
Als u de opname zoals hier beschreven opslaat, kunt u alle aanpassingen die met het toolpalet zijn uitgevoerd (recept) opslaan bij de RAW-opname.
Selecteer het menu [File/Bestand]
[Save/Opslaan].
¿ De aanpassingsgegevens (recept) worden opgeslagen bij de opname.
Opslaan Met DPP kunt u opnamen desgewenst op de volgende manieren opslaan. Raadpleeg hoofdstuk 2 en verder voor meer informatie over elke manier van opslaan. O Save (Opslaan) (pag. 38) De aanpassingen die met het toolpalet zijn uitgevoerd (recept) worden aan een RAW-opname toegevoegd en opgeslagen. O Save as (Opslaan als) (pag. 38) De aanpassingen die met het toolpalet zijn uitgevoerd (recept) worden aan een RAW-opname toegevoegd en de opname wordt als een aparte RAW-opname opgeslagen. De oorspronkelijke RAWopname blijft ongewijzigd. O Add thumbnail to image and save (Miniatuur aan opname toevoegen en opslaan)* (pag. 21) Er wordt een nieuwe miniatuur voor het hoofdvenster gemaakt, die bij de opname wordt opgeslagen. De kwaliteit van de opnamen in het hoofdvenster wordt verbeterd en de opnamen worden sneller opnieuw getekend. O Convert and save (Converteren en opslaan) (pag. 39) De aangepaste RAW-opname wordt naar een JPEG- of TIFF-opname geconverteerd en opgeslagen. De oorspronkelijke RAW-opname blijft ongewijzigd. O Batch process (Batchverwerking) (pag. 83) Meerdere aangepaste RAW-opnamen worden in een batch naar JPEG- of TIFF-opnamen geconverteerd en opgeslagen. De oorspronkelijke RAW-opnamen blijven ongewijzigd.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
* Optie beschikbaar in het hoofdvenster. Index
13
Een opname afdrukken
DPP afsluiten
U kunt opnamen afdrukken met een printer. Ter illustratie wordt hieronder de procedure voor het afdrukken van één opname op één vel papier beschreven.
Selecteer het menu [File/Bestand] 1 Afdrukken].
Selecteer het menu [File/Bestand] in het hoofdvenster.
Inleiding
[Exit/Afsluiten] Inhoudsoverzicht
[Print/
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken
¿ Het dialoogvenster met de afdrukinstellingen van de printer wordt weergegeven.
2
Druk de opname af. O Geef de optimale instellingen voor het afdrukken van foto's op in het dialoogvenster met afdrukinstellingen van de printer en klik op de knop [OK]. ¿ Het afdrukken wordt gestart.
¿ DPP wordt afgesloten.
Referentie
Afdrukken Met DPP kunt u opnamen desgewenst op de volgende manieren afdrukken. Raadpleeg hoofdstuk 2 en verder voor meer informatie over elke afdrukmethode. O Eén opname afdrukken (pag. 46) O Afdrukken met een inkjetprinter van Canon (pag. 40 en pag. 43) O Afdrukken met een professionele Canon-printer (pag. 71) O Afdrukken met opname-informatie (pag. 69) O Een lijst met miniaturen afdrukken (afdrukken op één vel) (pag. 70)
JPEG/TIFFopnamen bewerken
Index
Wanneer u DPP probeert af te sluiten zonder de aangepaste opname op te slaan, wordt een bevestigingsdialoogvenster weergegeven. Klik op de knop [Yes to all/Ja op alles] om de aanpassingsgegevens (recept) bij alle aangepaste opnamen op te slaan.
14
2
Geavanceerde bewerkingen
In dit hoofdstuk worden meer geavanceerde bewerkingen beschreven, waaronder het op een efficiënte manier controleren van opnamen, verschillende bewerkingsmethoden, het afdrukken van een RAWopname met een Canon-printer en het sorteren van opnamen.
Opnamen op een efficiënte manier controleren en sorteren ........ 16 Opnamen sorteren..................................................................... 17 Opnamen sorteren in het hoofdvenster ................................ 18 Opnamen rangschikken in het hoofdvenster ............................. 18 Rangschikken op soort ......................................................... 18 Onbeperkt rangschikken ....................................................... 19 Een RAW-opname en JPEG-opname als één opname weergeven ....... 20 De kwaliteit van een opname in het hoofdvenster verbeteren ..... 21 Opname-informatie controleren................................................. 21 Een opname bewerken.......................................................... 23 Het tabblad RAW van het toolpalet ........................................... 23 Bewerkingen met het toolpalet uitvoeren in het hoofdvenster .... 23 Helderheid aanpassen............................................................... 24 Een Beeldstijl wijzigen ............................................................... 24 Beeldstijl-bestand.................................................................. 25 De kleurtoon aanpassen door de witbalans te wijzigen............. 25 De kleurtoon aanpassen met behulp van automatische witbalanscorrectie...................................................................... 26 Contrast aanpassen .................................................................. 27 Kleurtoon en verzadiging wijzigen ............................................. 27 Monochroom aanpassen ...................................................... 28 Scherpte aanpassen.................................................................. 29 Helderheid en kleur automatisch aanpassen (Tone Curve Assist/ Kleurtooncurvehulp).................................................................................... 30
Inleiding
Opnamen efficiënt bewerken ................................................. 31 Bewerkingen uitvoeren in het beeldbewerkingsvenster............. 31 De weergavepositie van de miniaturen wijzigen en de miniaturen naast elkaar weergeven........................................... 33 Opnamen verzamelen en bewerken in het venster Collection (Collectie)................................................................................... 33
Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen ........... 35 Aanpassingsgegevens toepassen op andere opnamen ........ 38 Bewerkingsresultaten opslaan ............................................... 38 Bewerkingsgegevens bij een RAW-opname opslaan................ 38 Opnamen opslaan als JPEG- of TIFF-opnamen ....................... 39 Opnamen opnieuw bewerken ................................................ 40 Een opname afdrukken.......................................................... 40 Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint EX .................................................................. 40 Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint ........................................................................ 43 Foto's afdrukken met een andere printer dan een Canoninkjetprinter ................................................................................ 46
Opnamen ordenen ................................................................. 46 Een ongewenste opname verwijderen....................................... 46 Een map maken voor het opslaan van opnamen ...................... 47 Opnamen verplaatsen ............................................................... 47 Opnamen in mappen verplaatsen.............................................. 48 Veelgebruikte mappen vastleggen (met een bladwijzer) ........... 48 Bladwijzers ordenen.............................................................. 48
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
15
Opnamen op een efficiënte manier controleren en sorteren U kunt opnamen die als miniaturen in het hoofdvenster worden weergegeven, vergroten en zo elke opname op een efficiënte manier controleren. Bovendien kunt u selectietekens aan de opnamen toevoegen en opnamen in drie groepen sorteren.
1 Geef het controlevenster weer. O Selecteer het menu [Tools/Extra] Controlevenster openen].
3
Inleiding
Dubbelklik op het gebied dat u wilt vergroten. Inhoudsoverzicht
Dubbelklik hierop
[Start Quick check tool/
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen
¿ Het controlevenster wordt weergegeven.
¿ Het desbetreffende gebied wordt vergroot tot 50%. O U kunt de weergavepositie wijzigen door over de opname te slepen. O Dubbelklik nogmaals op het gebied om terug te keren naar de volledige schermweergave. O Klik op de knop [OK] om te sluiten.
op de knop [Next/Volgende] of [Previous/Vorige] om van 2 Klik de ene opname die u wilt controleren naar de andere te gaan.
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Controlevenster
Referentie
Index
O Alle opnamen die in het hoofdvenster worden weergegeven, kunnen in het controlevenster worden gecontroleerd.
Wanneer het selectievakje [AF Point/AF-punt] is ingeschakeld, kunt u de AF-punten weergeven die bij het maken van de opnamen in de camera zijn geselecteerd. AF-punten worden echter niet weergegeven voor opnamen waarvan het formaat is gewijzigd en die daarna zijn geconverteerd en opgeslagen (pag. 39 en pag. 116).
16
Inleiding
Handige functies in het controlevenster O Alleen geselecteerde opnamen controleren U kunt het controlevenster gebruiken om alleen geselecteerde opnamen te controleren door de gewenste opnamen in het hoofdvenster te selecteren en vervolgens stap 1 uit te voeren. O Door de opnamen bladeren met het toetsenbord U kunt ook door de opnamen bladeren met de knop < > of <>. O De schermweergave wijzigen met het toetsenbord U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen
+ <Enter>. O Bewerkingen uitvoeren met het contextmenu U kunt elke bewerking ook uitvoeren met het menu dat wordt weergegeven wanneer u met de rechtermuisknop op een opname klikt. O Als u een opname vergroot, is deze vergroting de helft (50%) van 100% (ware pixelgrootte). O Wanneer een opname is vergroot, kunt u de vergroting wijzigen in 100% (pag. 75). O Raadpleeg pag. 114 voor een overzicht van de functies van het controlevenster.
Opnamen sorteren U kunt opnamen sorteren door drie soorten selectietekens voor elk onderwerp of thema toe te voegen.
Inhoudsoverzicht
Voeg selectietekens voor sortering toe. Selectieteken
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken
¿ Het geselecteerde selectieteken wordt linksboven in het venster weergegeven. O Klik op de knop [Clear/Wissen] om de selectietekens te verwijderen.
JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
17
Inleiding
Opnamen sorteren in het hoofdvenster U kunt opnamen sorteren door in het hoofdvenster drie soorten selectietekens aan de opnamen toe te voegen.
Selecteer in het hoofdvenster de opnamen die u wilt sorteren en voeg hieraan een selectieteken toe.
Opnamen rangschikken in het hoofdvenster U kunt opnamen in het hoofdvenster rangschikken in de volgorde van de selectietekens die u aan opnamen hebt toegevoegd of op basis van de datum en tijd van opname. U kunt opnamen ook onbeperkt rangschikken door deze afzonderlijk te verplaatsen.
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Rangschikken op soort Selecteer het menu [View/Beeld] gewenste item.
Inhoudsoverzicht
[Sort/Sorteren]
Selectieteken
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken
¿ Het geselecteerde selectieteken wordt linksboven in het opnamekader weergegeven. O Klik op de knop [Clear check/Selectieteken verwijderen] om de selectietekens te verwijderen.
JPEG/TIFFopnamen bewerken
¿ De opnamen worden gerangschikt op basis van het geselecteerde item.
Referentie
Index
Meerdere opnamen selecteren in het hoofdvenster Houd de toets ingedrukt en klik op de gewenste opnamen. Als u meerdere opeenvolgende opnamen wilt selecteren, houdt u de toets <Shift> ingedrukt en klikt u op de eerste en laatste opname.
18
Inleiding
Sorteeritem
Omschrijving
Onbeperkt rangschikken Sleep de opname naar de gewenste locatie.
Check mark1 (Selectieteken1) Check mark3 (Selectieteken3)
Opnamen met een selectieteken krijgen prioriteit en worden op numerieke volgorde gesorteerd.
Shooting Date/Time (Opnamedatum/-tijd)
De opnamen worden in chronologische volgorde gesorteerd op basis van de opnamedatum en -tijd
File name (Bestandsnaam)
De opnamen worden in alfanumerieke volgorde (0 t/m 9 A t/m Z) op bestandsnaam gesorteerd.
Geavanceerde bewerkingen
RAW priority (RAW prioriteit)
De opnamen worden in de volgende volgorde gesorteerd: RAW-opnamen JPEG-opnamen TIFF-opnamen.
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
¿ De opname wordt naar de gewenste locatie verplaatst. O U kunt ook meerdere opnamen selecteren (pag. 18) en verplaatsen. O De volgorde van gerangschikte opnamen blijft behouden totdat u DPP afsluit of een andere map selecteert in de mappenstructuur. O Selecteer het menu [View/Beeld] [Sort/Sorteren] [File name/ Bestandsnaam] om terug te keren naar de volgorde voorafgaand aan het rangschikken.
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
De volgorde van gerangschikte opnamen behouden
Volgorde van selectietekens Nadat u de selectietekens 1 tot en met 3 hebt toegevoegd, worden de opnamen als volgt gesorteerd: 1 geselecteerd: 1 2 3 2 geselecteerd: 2 1 3 3 geselecteerd: 3 2 1
Zelfs als u DPP afsluit of een andere map in de mappenstructuur selecteert, kunt u de volgorde van gerangschikte opnamen behouden. O De volgorde behouden zonder de bestandsnamen van opnamen te wijzigen Op het tabblad [View settings/Weergave-instellingen] in [Preferences/ Voorkeuren] kunt u de volgorde van de opnamen behouden zonder de bestandsnamen te wijzigen (pag. 75). O De volgorde behouden en bestandsnamen van opnamen wijzigen Met de naamwijzigingsfunctie kunt u de volgorde van opnamen behouden en in één keer alle bestandsnamen in de volgorde van de rangschikking wijzigen (pag. 85).
Index
19
Inleiding
Een RAW-opname en JPEG-opname als één opname weergeven U kunt een RAW-opname en een JPEG-opname die gelijktijdig zijn gemaakt, weergeven en verwerken als één opname. U kunt ook het aantal opnamen dat in het hoofdvenster wordt weergegeven halveren en het controleren van een groot aantal opnamen die gelijktijdig zijn gemaakt, stroomlijnen.
1 Selecteer het menu [Tools/Extra] [Preferences/Voorkeuren]. het tabblad [View settings/Weergave-instellingen] en 2 Selecteer schakel [Display only CR2 images for CR2 and JPEG files of the same name/Alleen CR2-opnamen voor CR2- en JPEGbestanden met dezelfde naam weergeven] in.
¿ De bijgewerkte weergave in het hoofdvenster en de gelijktijdig gemaakte RAW- en JPEG-opname worden als één opname weergegeven met de markering [ ] (pag. 109).
RAW-opnamen met de extensie '.CR2' kunnen als één opname worden weergegeven. Opnamen die als één opname kunnen worden weergegeven, zijn opnamen die zijn gemaakt met een camera die RAW-opnamen met de extensie '.CR2' en JPEG-opnamen gelijktijdig vastlegt. Opnamen die gelijktijdig zijn gemaakt met een camera die RAW-opnamen met de extensie '.CRW' of '.TIF' vastlegt, kunnen niet als één opname worden weergegeven. Wanneer één opname wordt weergegeven O Weergegeven opname De RAW-opname wordt in alle vensters weergegeven. O Bewerkte opname De inhoud die is aangepast met een functie van DPP (het toolpalet, enz.) wordt alleen toegepast op de RAW-opname. Als u echter de volgende functies hebt gebruikt, worden de aanpassingen op zowel de RAW-opname als de JPEG-opname toegepast. • Een opname verwijderen (pag. 46) • Een opname verplaatsen of kopiëren (pag. 47) • Selectietekens (pag. 17 en pag. 18) • Een opname draaien (pag. 107, pag. 114 en pag. 115) • Een miniatuur aan een opname toevoegen en opslaan (pag. 21) O Opnamen die zijn toegevoegd aan het venster [Collection/ Collectie] Wanneer u een opname aan het venster [Collection/Collectie] toevoegt die uit een RAW-opname en een JPEG-opname bestaat, wordt de markering [ ] bij de opname weergegeven. Omdat de RAW-opname en de JPEG-opname feitelijk afzonderlijk worden toegevoegd, neemt het aantal opnamen op het tabblad [Collection/ Collectie] met 2 toe (pag. 108). Als u in stap 2 [Display only CR2 images for CR2 and JPEG files of the same name/Alleen CR2-opnamen voor CR2- en JPEG-bestanden met dezelfde naam weergeven] uitschakelt, worden de RAW-opname en de JPEG-opname als aparte opnamen weergegeven.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
20
Inleiding
De kwaliteit van een opname in het hoofdvenster verbeteren Maak een nieuwe miniatuur voor het hoofdvenster en sla de miniatuur bij de opname op. De kwaliteit van de opnamen in het hoofdvenster neemt toe en de opnamen worden sneller opnieuw getekend.
Selecteer alle opnamen en selecteer het menu [File/ Bestand] [Add thumbnail to image and save/ Miniatuur aan opname toevoegen en opslaan].
Opname-informatie controleren de opname waarvan u de opname1 Selecteer informatie wilt controleren. 2 Selecteer het menu [File/Bestand] [Info].
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
¿ Het venster met opname-informatie wordt weergegeven (pag. 22). De mate waarin de kwaliteit toeneemt
Index
De kwaliteit van alle JPEG- en TIFF-opnamen neemt toe. Hoewel de opnamekwaliteit ongeacht de grootte van de miniatuur toeneemt (pag. 10), is de verbetering duidelijker zichtbaar wanneer u [Large thumbnail/Grote miniatuur] selecteert dan wanneer u [Medium thumbnail/Middelgrote miniatuur] of [Small thumbnail/Kleine miniatuur] selecteert. O Het toevoegen van een groot aantal opnamen kan enige tijd duren. O U kunt vooraf instellingen voor JPEG-opnamen opgeven om de kwaliteit van alle miniaturen in het hoofdvenster te verbeteren (pag. 73 en pag. 74).
21
Inleiding
3
Selecteer een tabblad en controleer de informatie. Tabblad [Shooting Information/ Opname-informatie]
Tabblad [Metadata/ Metagegevens]
O Opname-informatie wordt op het tabblad [Shooting Information/ Opname-informatie] weergegeven. De IPTC*-informatie die met Photoshop CS3 of hoger aan de opname is toegevoegd, wordt weergegeven op het tabblad [Metadata/Metagegevens]. IPTC*informatie bestaat uit extra opmerkingen bij opnamen, zoals bijschriften en informatie over de fotograaf en de opnamelocatie. De informatie is opgesplitst in 5 categorieën en kan worden bekeken door [Description/Beschrijving], [IPTC Contact/ IPTC-contact], [IPTC Image/IPTC-opname], [IPTC Content/IPTCinhoud] of [IPTC Status/IPTC-status] te selecteren in de keuzelijst op het tabblad [Metadata/Metagegevens]. * International Press Telecommunications Council (IPTC) O De inhoud van het tabblad [Shooting Information/Opnameinformatie] verschilt per cameramodel.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Handige functies in het hoofdvenster O Overschakelen op een andere weergave Als in het hoofdvenster een andere opname wordt geselecteerd terwijl het venster met opname-informatie wordt weergegeven, wordt de opname-informatie voor die opname weergegeven. O Verschil met [Thumbnail with information/Miniatuur met informatie] Voor elke opname wordt in het venster met opname-informatie gedetailleerde opname-informatie weergegeven. Als u echter alleen de belangrijkste opname-informatie wilt bekijken, kunt u dit voor elke opname doen met het menu [View/Beeld] [Thumbnail with information/Miniatuur met informatie] (pag. 10).
Index
22
Een opname bewerken
Inleiding
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een opname kunt aanpassen met het toolpalet in het bewerkingsvenster. U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname gemakkelijk herstellen met de knop [ ], zelfs als u een verkeerde aanpassing hebt gedaan. Probeer de verschillende aanpassingen uit. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u opnamen met de functies op het tabblad [RAW] van het toolpalet kunt aanpassen en hoe u automatische aanpassingen kunt uitvoeren met het tabblad [RGB] van het toolpalet. Bewerkingsvenster
Toolpalet
Het tabblad RAW van het toolpalet Afhankelijk van de bewerkingen die u wilt uitvoeren, kunt u opnamen aanpassen met de tabbladen [RAW], [RGB] en [NR/Lens/ALO / Ruisreductie/lens/ALO] van het toolpalet. Met de functies op het tabblad [RAW] van het toolpalet kunt u vergelijkbare aanpassingen uitvoeren als met de camera. Als de camera tijdens de opname niet goed was ingesteld of als het resultaat van de opname niet naar verwachting is, kunt u het gewenste resultaat beter benaderen met de functies op het tabblad [RAW] van het toolpalet. De functies op dit tabblad zijn vergelijkbaar met de functies van de camera. Alle functies op de tabbladen van het toolpalet, waaronder de functies op het tabblad [NR/Lens/ALO / Ruisreductie/lens/ALO], komen aan de orde in hoofdstuk 3. De functies voor automatische aanpassing op het tabblad [RGB] komen hier echter niet aan de orde.
Bewerkingen met het toolpalet uitvoeren in het hoofdvenster Als u op de knop [Tool] (pag. 107) klikt op de werkbalk in het hoofdvenster, wordt een toolpalet weergegeven dat gelijk is aan het toolpalet in het bewerkingsvenster. Hiermee kunt u opnamen bewerken. ¿ De opname wordt in realtime gewijzigd op basis van de aanpassingen die zijn uitgevoerd met het toolpalet. O Als u de laatste bewerking met het toolpalet ongedaan wilt maken, selecteert u [Undo/Ongedaan maken] in het menu [Edit/ Bewerken] of drukt u op de toetsen + .
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
O U kunt een opname roteren in het menu [Adjustment/Aanpassen]. O U kunt een opname aanpassen en tegelijkertijd de onbewerkte en de bewerkte versie van de opname met elkaar vergelijken (pag. 50). O U kunt meerdere opnamen synchroniseren en bewerken en tegelijkertijd de bewerkte opnamen met het origineel vergelijken (pag. 51). O Raadpleeg pag. 110 voor een overzicht van de functies in het bewerkingsvenster en pag. 111 voor een overzicht van de functies van het toolpalet.
23
Inleiding
Helderheid aanpassen
Een Beeldstijl wijzigen
U kunt de helderheid van een opname aanpassen. Sleep de schuifregelaar naar rechts om de opname helderder te maken en naar links om de opname donkerder te maken. Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname Voer een numerieke waarde in
Als de gemaakte opname niet naar verwachting is, kunt u de Beeldstijl wijzigen en zo het beoogde resultaat beter benaderen. Zelfs als u de opname hebt opgeslagen (pag. 38) terwijl [Monochrome/ Monochroom] (pag. 28) was geselecteerd, kunt u de Beeldstijl op elk gewenst moment wijzigen door een andere Beeldstijl dan [Monochrome/ Monochroom] te selecteren. Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname Maak een selectie
Sleep de schuifregelaar naar links of rechts
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Het aanpassingsbereik is -2,0 t/m +2,0 (in stappen van 0,01 bij het invoeren van een waarde).
O Ook als de RAW-opname is gemaakt met een camera zonder Beeldstijl-instellingen, kunt u nog steeds een Beeldstijl instellen, mits de RAW-opname compatibel is met DPP (pag. 3). O U kunt de instellingen voor [Color tone/Kleurtoon], [Color saturation/Verzadiging], [Contrast] en [Sharpness/Scherpte] behouden, zelfs als u de Beeldstijl (pag. 76) wijzigt.
24
Inleiding
Beeldstijl Standard (Standaard)
Portrait (Portret)
Landscape (Landschap)
Omschrijving De opname heeft levendige kleuren. Deze instelling is doorgaans geschikt voor de meeste opnamen. Voor mooie huidskleurtinten. Gebruik deze instelling voor close-ups van vrouwen en kinderen. Door [Color tone/Kleurtoon] te wijzigen, kunt u de huidskleurtint aanpassen (pag. 27).
Als de kleurtoon van de opname niet natuurlijk oogt, kunt u de witbalans aanpassen. De kleurtoon natuurlijk laten ogen door de lichtbron in te stellen op het moment dat u bijvoorbeeld bloemen met een lichte kleur vastlegt.
Voor natuurlijke kleuren en ingetogen opnamen. Deze instelling is geschikt voor basisopnamen die u later wilt aanpassen.
Faithful (Natuurlijk)
Wanneer het onderwerp wordt vastgelegd bij een kleurtemperatuur van 5200 K, wordt de kleur colorimetrisch aangepast aan de kleur van het onderwerp. Deze instelling is geschikt voor basisopnamen die u later wilt aanpassen. Voor zwart-witopnamen. U kunt de opname ook aanpassen met [Filter effect/Filtereffect] of [Toning effect/Toningeffect] (pag. 28).
Wordt weergegeven wanneer u een opname selecteert die is gemaakt met het Beeldstijl(In de camera bestand dat in de camera is vastgelegd. vastgelegd Beeldstijl-bestand) De naam van het Beeldstijl-bestand wordt in de lijst weergegeven tussen ( ). [Beeldstijl-bestand De naam van de Beeldstijl die in DPP is toegepast in DPP] toegepast, wordt weergegeven tussen [ ].
Beeldstijl-bestand Een Beeldstijl-bestand is een uitgebreid Beeldstijl-functiebestand. Raadpleeg pag. 56 voor informatie over het gebruik van Beeldstijl-bestanden.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Voor levendig blauw en groen. Deze instelling is vooral geschikt voor indrukwekkende landschapsfoto's.
Neutral (Neutraal)
Monochrome (Monochroom)
De kleurtoon aanpassen door de witbalans te wijzigen
Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname Maak een selectie De kleurtoon wordt niet natuurlijker, ook niet als de witbalans is gewijzigd Als de kleurtoon van de opname nog steeds niet natuurlijk oogt nadat u de witbalans hebt gewijzigd, kunt u de witbalans aanpassen met automatische witbalanscorrectie (pag. 26).
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Afstellen met kleurtoon Nadat u de witbalans hebt aangepast, kunt u de kleurtoon desgewenst verder afstellen met [Color tone/Kleurtoon] (pag. 27).
Index
U kunt de aanpassingsresultaten niet als een persoonlijke witbalans vastleggen (pag. 82) als u [Shot settings/Opname-instellingen] hebt geselecteerd in de keuzelijst.
Raadpleeg de instructiehandleiding van uw camera voor meer informatie over de witbalansinstellingen.
25
Inleiding
De kleurtoon aanpassen met behulp van automatische witbalanscorrectie U kunt de witbalans aanpassen door een bepaald gedeelte van een opname als de standaard voor wit in te stellen en zo de opname natuurlijk te laten ogen. Automatische witbalanscorrectie is effectief wanneer u deze functie gebruikt in delen van een opname waarin de witte kleurtoon door een lichtbron is veranderd.
¿ De kleur van de opname wordt aangepast met het geselecteerde punt als de standaard voor wit. O Als u op een ander punt in de opname klikt, wordt de witbalans opnieuw aangepast. O U kunt de automatische witbalanscorrectie beëindigen door met de rechtermuisknop te klikken of door nogmaals op de knop [ ] te klikken.
1
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen
Klik hierop
2
Inhoudsoverzicht
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken
Klik op een punt dat u als standaard voor wit wilt instellen.
JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Als uw opname geen witte gebieden bevat
Klik hierop De coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie)
Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname
Als uw opname geen witte gebieden bevat, kunt u de witbalans aanpassen door in stap 2 op een grijs punt in de opname te klikken. Hiermee is het resultaat van de aanpassingen hetzelfde als wanneer u een wit punt selecteert. De opname wordt aangepast op basis van de gemiddelde waarde van een pixelbereik van 5 × 5 vanaf het punt waarop u hebt geklikt.
26
Inleiding
Contrast aanpassen
Kleurtoon en verzadiging wijzigen
U kunt de kleurovergang en de mate van contrast aanpassen. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer contrast en naar links voor minder contrast. Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname
U kunt de huidskleurtint en verzadiging in de hele opname aanpassen. Als u Beeldstijl (pag. 24) instelt op [Monochrome/Monochroom], veranderen [Color tone/Kleurtoon] en [Color saturation/Verzadiging] in [Filter effect/Filtereffect] en [Toning effect/Toningeffect] (pag. 28). Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname
De waarde van de instelling De waarden van de instellingen
Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie) (pag. 58) werkt niet als u [Linear/Lineair] hebt geselecteerd.
Geavanceerde bewerkingen
Grote aantallen opnamen verwerken
Sleep de schuifregelaars naar links of rechts
Schakel [Linear/Lineair] in als u het contrast van afzonderlijke opnamen wilt aanpassen met beeldbewerkingssoftware die over geavanceerde bewerkingsfuncties beschikt. Als het selectievakje [Linear/Lineair] is ingeschakeld, wordt de opname minder scherp weergegeven.
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Sleep de schuifregelaar naar links of rechts (9 stappen)
[Linear/Lineair] - Een functie voor geavanceerde aanpassingen
Inhoudsoverzicht
O Color tone (Kleurtoon): Wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het aanpassen van huidskleurtinten. Sleep de schuifregelaar naar rechts om huidskleurtinten geler te maken en naar links om huidskleurtinten roder te maken. O Color saturation (Verzadiging): Met verzadiging wordt de totale kleurdiepte van de opname aangepast. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer kleurdiepte en naar links voor minder kleurdiepte. Het aanpassingsbereik is –4 t/m +4 (in stappen van 1).
JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
27
Inleiding
Monochroom aanpassen Als u Beeldstijl (pag. 24) instelt op [Monochrome/Monochroom], kunt u monochrome foto's maken met effecten die lijken op filteren. Bovendien het lijkt alsof de foto's uit één kleur bestaan.
1 2
Selecteer [Monochrome/Monochroom] in de keuzelijst [Picture Style/Beeldstijl]. Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname
Sleep de schuifregelaars naar links of rechts
O Filter effect (Filtereffect): Hiermee maakt u een opname waarin het wit van wolken en het groen van bomen in dezelfde monochrome foto wordt benadrukt. Filter
Voorbeeld van effect
None (Geen)
Normale monochrome opname zonder filtereffect.
Yellow (Geel)
Blauwe lucht wordt natuurlijker weergegeven en witte wolken zien er helder uit.
Orange (Oranje)
Blauwe lucht wordt iets donkerder. De helderheid van de ondergaande zon neemt verder toe.
Red (Rood)
Blauwe lucht wordt vrij donker. Herfstbladeren worden duidelijk en helder.
Green (Groen)
Huidskleurtinten en lippen worden zachter. De groene bladeren aan bomen worden duidelijk en helder.
O Toning effect (Toningeffect): U kunt een monochrome foto maken waaraan één kleur is toegevoegd. U kunt kiezen uit [None/Geen], [Sepia], [Blue/Blauw], [Purple/Paars] en [Green/Groen].
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
De waarden van de instellingen Index
De waarde van [Contrast] verhogen voor een groter filtereffect Als u de schuifregelaar [Contrast] verder naar rechts verplaatst, is het filtereffect nog groter.
28
Inleiding
Scherpte aanpassen
Onnatuurlijke scherpte
U kunt de algemene sfeer van een opname verzachten of minder zacht maken. Sleep de schuifregelaar naar rechts om een opname minder zacht te maken en naar links om een opname zachter te maken. Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname
Pas de scherpte aan met de vensterweergave ingesteld op [100% view/ 100%-weergave], [50% view/50%-weergave] of [200% view/200%weergave]. Als de weergave is ingesteld op [Fit to window/Aanpassen aan venster] (volledige schermweergave), kan de scherpte onnatuurlijk lijken. Het aanpassingsbereik is 0 t/m 10 (in stappen van 1).
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
De waarde van de instelling
Sleep de schuifregelaar naar links of rechts
Referentie
Index
29
Inleiding
Helderheid en kleur automatisch aanpassen (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) U maakt van de opname een optimale standaardopname door de kleurtooncurve automatisch te laten aanpassen (pag. 122). U kunt de mate waarin automatische aanpassing plaatsvindt, instellen op 'Standaard' of 'Hoog'.
Klik op het tabblad [RGB] en klik op de gewenste knop voor automatische aanpassing. O Standaard: Standaard automatische aanpassing. Geschikt voor de meeste opnamen. O Hoog: Gebruik deze instelling als het effect van de standaard automatische aanpassing niet groot genoeg is. De oorspronkelijke instellingen van de kleurtooncurve worden hersteld Hoog Standaard
Opnamen die niet geschikt zijn voor automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) Bij de volgende opnamen is het resultaat van automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) mogelijk niet naar verwachting: • Opnamen die zijn gemaakt met de juiste belichting • Opnamen met een helderheid die niet in evenwicht is • Opnamen die te donker zijn • Opnamen die met zeer sterk tegenlicht zijn gemaakt Als u op de knop [ ] klikt, worden de standaardinstellingen van de kleurtooncurve en van [Hue/Tint] en [Saturation/Verzadiging] hersteld. Ga voorzichtig te werk als u [Hue/Tint] en [Saturation/ Verzadiging] afzonderlijk aanpast (pag. 91).
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
¿ De kleurtooncurve wordt op basis van de ingevoerde wijzigingen aangepast.
30
Opnamen efficiënt bewerken Bewerkingen uitvoeren in het beeldbewerkingsvenster De weergave van miniaturen en het bewerkingsvenster worden gecombineerd en opnamen kunnen efficiënt worden bewerkt. U kunt snel wisselen tussen de opnamen die u wilt bewerken. U selecteert de opnamen die u wilt bewerken vooraf in het hoofdvenster.
1 2
Inleiding
3
Bewerk de opname. De grootte wijzigen Beeldbewerkingsvenster
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Selecteer de opnamen die u wilt bewerken in het hoofdvenster. Schakel over naar het beeldbewerkingsvenster.
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Klik hierop
Grote aantallen opnamen verwerken
¿ In plaats van het hoofdvenster wordt nu het beeldbewerkingsvenster weergegeven. Selecteer de opname die u wilt bewerken De geselecteerde opname wordt midden in het venster als een vergroting weergegeven. ¿ Het kan even duren voordat de opname opnieuw is getekend. O Hetzelfde toolpalet als dat in het bewerkingsvenster wordt weergegeven en u kunt de opname bewerken. O Als u de laatste bewerking met het toolpalet ongedaan wilt maken, selecteert u [Undo/Ongedaan maken] in het menu [Edit/ Bewerken] of drukt u op de toetsen + .
Door in het bewerkingsvenster het menu [View/Beeld] [AF Point/ AF-punt] te selecteren, kunt u de AF-punten weergeven die op het moment van opname in de camera zijn geselecteerd. AF-punten worden echter niet weergegeven voor opnamen waarvan het formaat is gewijzigd en die daarna zijn geconverteerd en opgeslagen (pag. 39 en pag. 116).
JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
31
Inleiding
4
Dubbelklik op het gebied dat u wilt vergroten.
Een opname weergeven met een andere vergroting dan 100% Klik op [50% view/50%-weergave] of [200% view/200%-weergave] op de werkbalk.
Dubbelklik hierop
¿ Het desbetreffende gebied wordt vergroot tot 100% (ware pixelgrootte). O U kunt de weergavepositie wijzigen door over de opname te slepen of door de vergrotingsweergavepositie (pag. 111) in het toolpalet te slepen. O Dubbelklik nogmaals om terug te keren naar de volledige schermweergave ([Fit to window/Aanpassen aan venster]). O Klik op de knop [Main window/Hoofdvenster] op de werkbalk om terug te keren naar het hoofdvenster.
O U kunt de weergave van het toolpalet wijzigen (pag. 76). O Dubbelklik op (pag. 75) als u de vergrotingsverhouding wilt wijzigen. O In het beeldbewerkingsvenster kunt u opnamen uit slechts één map selecteren. Raadpleeg 'Opnamen verzamelen en bewerken in het venster Collection (Collectie)' (pag. 33) als u opnamen in meerdere mappen wilt bewerken. O Raadpleeg pag. 115 voor een overzicht van de functies van het beeldbewerkingsvenster.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
32
Inleiding
De weergavepositie van de miniaturen wijzigen en de miniaturen naast elkaar weergeven Selecteer het menu [View/Beeld] [Change thumbnail position/Positie miniatuur wijzigen].
Opnamen verzamelen en bewerken in het venster Collection (Collectie) U kunt willekeurig geselecteerde opnamen verzamelen in het venster [Collection/Collectie] om ze te bekijken, vergelijken en bewerken. U kunt opnamen uit een of meerdere mappen verzamelen, zodat u er op een efficiënte manier mee kunt werken.
opnamen in het venster [Folder/Map] in het 1 Selecteer hoofdvenster en selecteer het menu [File/Bestand] [Add to collection/Toevoegen aan collectie].
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
O Als u [Change thumbnail position/Positie miniatuur wijzigen] nogmaals selecteert, worden de miniaturen weer onder elkaar weergegeven.
Referentie
¿ De geselecteerde opnamen worden aan het venster [Collection/ Collectie] toegevoegd en het aantal geselecteerde opnamen wordt op het tabblad [Collection/Collectie] weergegeven. O Wanneer u een opname toevoegt die uit een RAW- en JPEGopname bestaat (pag. 20), neemt het aantal opnamen op het tabblad [Collection/Collectie] met 2 toe. O U kunt verschillende opnamen selecteren en toevoegen aan het venster [Collection/Collectie]. O U kunt opnamen ook aan het venster [Collection/Collectie] toevoegen door opnamen te selecteren, er met de rechtermuisknop op te klikken en [Add to collection/Toevoegen aan collectie] te selecteren in het menu dat wordt weergegeven. O U kunt maximaal 1000 opnamen aan het venster [Collection/ Collectie] toevoegen.
Index
33
Inleiding
2
Selecteer het tabblad [Collection/Collectie].
¿ De geselecteerde opnamen worden in het venster [Collection/ Collectie] weergegeven.
de opnamen die in het venster 3 Controleer [Collection/Collectie] worden weergegeven.
Opnamen uit het venster [Collection/Collectie] verwijderen O Willekeurig geselecteerde opnamen verwijderen Selecteer eerst de opnamen die u wilt verwijderen in het venster [Collection/ Collectie] en vervolgens [Remove from collection/Verwijderen uit collectie] in het menu [File/Bestand]. (U kunt opnamen ook uit het venster [Collection/ Collectie] verwijderen door de opnamen te selecteren, er met de rechtermuisknop op te klikken en [Remove from collection/Verwijderen uit collectie] te selecteren in het menu dat wordt weergegeven.) Let op: ook als u een opname uit het venster [Collection/Collectie] verwijdert, blijft de oorspronkelijke opname ongewijzigd. O Alle opnamen verwijderen Selecteer [Clear collection/Collectie wissen] in het menu [File/Bestand]. (U kunt ook alle opnamen verwijderen vanuit het venster [Collection/ Collectie] door één opname te selecteren, met uw rechtermuisknop te klikken en [Clear collection/Collectie wissen] te selecteren in het menu dat wordt weergegeven.) Let op: ook als u alle opnamen uit het venster [Collection/Collectie] verwijdert, blijven de oorspronkelijke opnamen ongewijzigd. Wijzigingen in de opname worden toegepast op de oorspronkelijke opname Alle wijzigingen die u in het venster [Collection/Collectie] in opnamen aanbrengt, worden toegepast op de oorspronkelijke opname.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
4 Bewerk de opnamen.
O U kunt de opnamen die in het venster [Collection/Collectie] worden weergegeven nu bewerken. ¿ Opnamen in het venster [Collection/Collectie] blijven in het venster [Collection/Collectie] staan, zelfs als DPP wordt afgesloten.
O U kunt opnamen die worden weergegeven in het venster [Collection/Collectie] op dezelfde manier rangschikken als in het venster [Folder/Map] (pag. 18 en pag. 19). Zelfs als u DPP afsluit, kunt u de volgorde van gerangschikte opnamen behouden door het selectievakje [Retain sort order/Sorteervolgorde behouden] in te schakelen op het tabblad [View settings/Weergaveinstellingen] in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 75). O De volgende bewerkingen kunnen niet in het venster [Collection/ Collectie] worden uitgevoerd. • EOS Utility starten (pag. 7) of mappen met EOS Utility synchroniseren • De naam van opnamebestanden batchgewijs wijzigen (pag. 85)
Index
34
Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen U kunt het bijsnijden van een opname beperken tot een bepaald gedeelte van de opname, maar u kunt ook de compositie van een opname wijzigen. Hierbij wordt een horizontaal opgenomen opname verticaal. U kunt de hoek van een opname ook aanpassen voordat u de opname bijsnijdt. Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan opnamen die met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III of EOS 7D zijn gemaakt, wordt het bijsnijdingskader weergegeven op basis van deze beeldverhoudingsinformatie.
1 Selecteer de opname die u wilt bijsnijden. 2 Open het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. O Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start Trimming/Angle Adjustment tool/Bijsnijden/aanpassen hoek starten].
3
Inleiding
Pas de hoek van de opname naar wens aan. Venster voor bijsnijden/aanpassen hoek Grootst mogelijk bijsnijdingskader Klik (opname naar links of rechts roteren in stappen van 90 graden) Slepen* (stappen van 0,01 graad; aanpasbaar bereik: -45 tot +45 graden) Pas de hoek aan met de muis (klik op / ) of voer de aanpassingshoek direct in* (stappen van 0,01 graad; aanpasbaar bereik: -45 tot +45 graden) * U kunt de hoek van opnamen die groter zijn dan 6666 x 4444 pixels niet aanpassen.
¿ Het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek verschijnt. ¿ De opname kan worden bewerkt zodra het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek goed wordt weergegeven.
O Als u op [Center on Screen/Centreren op scherm] klikt, kunt u het bijsnijdingskader in het midden van het venster weergeven. O Als u lensaberratie wilt corrigeren, wordt het aangeraden om [Lens aberration correction/Lensaberratie corrigeren] uit te voeren voordat de hoek van de opname wordt aangepast. O Wanneer u op de knop [OK] klikt nadat u de hoek van de opname hebt aangepast, wordt de opname bijgesneden volgens het grootst mogelijke bijsnijdingskader.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
35
4
Selecteer een verhouding en sleep het bijsnijdingskader. Annuleren Selecteer een verhouding voor het bijsnijden Sleep het bijsnijdingskader
5
Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster. ¿ Het bijsnijdingskader wordt in de bijgesneden opname weergegeven (pag. 109). ¿ Als de bijgesneden opname in een bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster wordt weergegeven, wordt deze in de bijgesneden vorm weergegeven.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
O U kunt het bijsnijdingskader verslepen. O Als u het formaat van het bijsnijdingskader wilt aanpassen, sleept u de vier hoeken van het kader. O Overzicht van beeldverhoudingen (breedte:hoogte)
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
[Free/Vrij]:
U kunt opnamen naar ieder gewenst formaat bijsnijden, ongeacht de verhouding die u kunt selecteren. [Custom/Aangepast]: U kunt de opname bijsnijden volgens de opgegeven beeldverhouding.
36
Inleiding
Bijgesneden opnamen O U kunt de oorspronkelijke instellingen van het bijsnijdingskader op elk gewenst moment herstellen Een bijgesneden opname wordt als een bijgesneden opname weergegeven of afgedrukt. Aangezien de opname echter niet daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door op de knop [Reset/Herstellen] te klikken in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' (pag. 40) uit te voeren. O Weergave van de bijgesneden opname in elk venster • Hoofdvenster: Het bijsnijdingskader wordt weergegeven op de opname (pag. 109). De bijgesneden opname wordt weergegeven. • Bewerkingsvenster: • Beeldbewerkingsvenster: De miniatuur is gelijk aan die in het hoofdvenster en de vergrote opname is gelijk aan die in het bewerkingsvenster. O Een bijgesneden opname afdrukken U kunt een bijgesneden opname afdrukken in DPP. O Nadat de opname is geconverteerd en opgeslagen, is deze blijvend een bijgesneden opname De bijgesneden RAW-opname wordt blijvend een bijgesneden opname nadat deze als een JPEG- of TIFF-opname is opgeslagen (pag. 39). O Opnamen waarvoor een beeldverhouding is ingesteld, worden weergegeven als bijgesneden opnamen Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan opnamen die met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III of EOS 7D zijn gemaakt, wordt het bijsnijdingskader weergegeven op basis van deze beeldverhoudingsinformatie. Aangezien de opname echter niet daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u het bijsnijdingskader aanpassen of de niet-bijgesneden versie van de opname herstellen. Wanneer u wilt terugkeren naar de situatie voorafgaand aan het bijsnijden op basis van de beeldverhoudingsgegevens op het moment van de opname, klikt u op de knop [Reset/Herstellen]. Als u het hele bijsnijdingskader wilt verwijderen, klikt u op de knop [Clear/Wissen] (pag. 117).
Handige functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. O De schermweergave wijzigen met het toetsenbord U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen + <Enter> of de toets . O Bewerkingen uitvoeren met het contextmenu U kunt elke bewerking ook uitvoeren met het menu dat wordt weergegeven wanneer u met de rechtermuisknop op de opname klikt. O Het bijsnijdingskader toepassen op een andere opname U kunt het bijsnijdingskader op een andere opname toepassen door op de knop [Copy/Kopiëren] te klikken om het bijsnijdingskader te kopiëren. Geef vervolgens een andere opname weer en klik op de knop [Paste/Plakken]. Als u een gekopieerd bijsnijdingskader batchgewijs op meerdere opnamen wilt toepassen, selecteert u in het hoofdvenster de bijgesneden opname en de andere opnamen waarop u het bijsnijdingskader wilt toepassen. Ga vervolgens naar het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Geef de bijgesneden opname weer en klik op de knop [Copy/Kopiëren] en klik op de knop [Apply All/Alles toepassen]. Het bijsnijdingskader wordt nu toegepast op alle geselecteerde opnamen wanneer het venster voor bijsnijden/ aanpassen hoek wordt weergegeven. Als u meerdere opnamen wilt selecteren in het hoofdvenster, klikt u op de opnamen terwijl u de toets ingedrukt houdt. Als u meerdere opeenvolgende opnamen wilt selecteren, houdt u de toets <Shift> ingedrukt en klikt u op de eerste en laatste opname.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Voor opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wordt deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat details van de opname moeilijk te zien zijn in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Raadpleeg pag. 117 voor een overzicht van de functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.
37
Aanpassingsgegevens toepassen op andere opnamen U kunt de aanpassingsgegevens (recept) van een opname die is aangepast met het toolpalet kopiëren en toepassen op andere opnamen. U kunt opnamen op een efficiënte manier bewerken door één opname aan te passen en de resultaten hiervan toe te passen op meerdere opnamen die onder soortgelijke opnameomstandigheden zijn gemaakt.
1
Selecteer de aangepaste opname en selecteer vervolgens het menu [Edit/Bewerken] [Copy recipe to clipboard/Recept naar klembord kopiëren].
Bewerkingsresultaten opslaan Bewerkingsgegevens bij een RAW-opname opslaan Alle inhoud (recept) die is aangepast met het toolpalet en de informatie over het bijsnijdingskader (pag. 35) kan bij een RAW-opname of in een aparte RAW-opname worden opgeslagen. De aanpassingen die met het toolpalet zijn gedaan (pag. 53 t/m pag. 63) en de stofwisdata waarover wordt gesproken in hoofdstuk 3 (pag. 64 t/m pag. 68), kunnen ook bij een RAW-opname worden opgeslagen.
Selecteer het menu [File/Bestand]
gewenste item.
¿ Het recept wordt gekopieerd.
de opname waarop u het recept wilt 2 Selecteer toepassen en selecteer vervolgens het menu [Edit/ Bewerken]
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
[Paste recipe/Recept plakken].
¿ Het recept wordt op de opname toegepast.
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
¿ Uw aanpassingen worden bij de opname opgeslagen.
Het recept (pag. 80) kan los van de opname als een apart bestand worden opgeslagen en worden geladen en op een andere opname toegepast (pag. 81).
38
Inleiding
Opnamen opslaan als JPEG- of TIFF-opnamen Als u een RAW-opname wilt weergeven, bewerken en afdrukken met andere software dan DPP, dient u de opname naar een meer veelzijdige JPEG- of TIFF-opname te converteren en op te slaan. De opname wordt als een aparte opname opgeslagen dus de RAWopname blijft ongewijzigd.
Inhoudsoverzicht
Selecteer de opslaglocatie
Selecteer de opname die u wilt converteren.
1 Selecteer het menu [File/Bestand] 2 save/Converteren en opslaan].
[Convert and
Klik om op te slaan
Geavanceerde bewerkingen
Voer een bestandsnaam in en selecteer een opnametype
de gewenste instellingen op en klik op de knop 3 Geef [Save/Opslaan].
O Standaard wordt de opname geconverteerd naar en opgeslagen als een JPEG-opname met de hoogste opnamekwaliteit, zonder dat het formaat van de opname wordt gewijzigd. Desgewenst kunt u de instellingen wijzigen.
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
¿ De RAW-opname wordt naar een JPEG- of TIFF-opname geconverteerd en als een nieuwe opname op de opgegeven locatie opgeslagen.
Grote aantallen opnamen verwerken
De ontwikkel-/bewerkingsresultaten opslaan voor de versie die u momenteel gebruikt
JPEG/TIFFopnamen bewerken
De verwerkingstechnologie van DPP voor RAW-opnamen wordt voortdurend verbeterd, zodat u de laatste verwerkingstechnieken beter kunt toepassen. Dat betekent dat bij twee verschillende DPP-versies de verwerkingsresultaten zelfs bij identieke RAW-opnamegegevens enigszins kunnen afwijken. Hetzelfde geldt voor RAW-opnamegegevens die aanzienlijk zijn gewijzigd en waaraan een recept is toegevoegd. Wanneer u de ontwikkel- of bewerkingsresultaten van uw huidige versie in de huidige staat wilt opslaan, wordt het aanbevolen om opnamen te converteren en op te slaan als JPEG- of TIFF-opnamen. ¿ Het venster [Convert and save/Converteren en opslaan] wordt weergegeven.
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
O Nadat de opname is opgeslagen volgens de instructies op deze pagina, wordt een bijgesneden opname (pag. 35) of een opname waaruit stof is verwijderd zoals beschreven in hoofdstuk 3 (pag. 64 t/m pag. 68), blijvend een bijgesneden opname of een opname waaruit stof is verwijderd. O U kunt de ruis reduceren die optreedt wanneer u een opname naar JPEG converteert en opslaat (pag. 73, pag. 74). O U kunt meerdere opnamen in een batch converteren en opslaan (pag. 83). O Raadpleeg pag. 116 voor een overzicht van de functies in het venster [Convert and save/Converteren en opslaan].
Referentie
Index
39
Opnamen opnieuw bewerken
Een opname afdrukken
Wanneer opnamen worden bewerkt met het toolpalet (pag. 23 t/m 30), worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen aangepast en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Daarnaast wordt de informatie over het bijsnijdingskader van een bijgesneden opname (pag. 35) gewoon bij de opname opgeslagen. U kunt daarom alle wijzigingen die bij de opname zijn opgeslagen (pag. 38), zoals het bijsnijdingskader, ongedaan maken en de laatst opgeslagen versie of de oorspronkelijke versie van de opname herstellen.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u foto's met een hoge resolutie gemakkelijk kunt afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint EX of Easy-PhotoPrint (afdruksoftware van Canon). Daarnaast komt aan de orde hoe u foto's kunt afdrukken met andere printers.
Selecteer de opname die u opnieuw wilt bewerken.
1 Selecteer het menu [Adjustment/Aanpassen] 2 gewenste item.
Ga naar de pagina voor de printer die u gebruikt. O Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint EX (zelfde pagina) O Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint (pag. 43) O Foto's afdrukken met een andere printer dan een Canon-inkjetprinter (pag. 46)
Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint EX U kunt de volgende afdrukbewerkingen voor foto's uitvoeren met Canon-inkjetprinters die compatibel zijn met Easy-PhotoPrint EX (hierna 'EPP EX' genoemd): O RAW-opnamen eenvoudig afdrukken O Afdrukken met getrouwe kleuren Voor deze afdrukbewerking moet EPP EX versie 1.1 of hoger op uw computer zijn geïnstalleerd.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
¿ De instellingen van het geselecteerde item worden hersteld.
40
Inleiding
1 Selecteer de opname die u wilt afdrukken. 2 Start EPP EX.
O Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/Afdrukken met plug-in] [Print with Easy-PhotoPrint EX/Afdrukken met Easy-PhotoPrint EX].
4
Selecteer bij [Print Quality/Afdrukkwaliteit] [Quality Priority/Hoge kwaliteit] en klik op de knop [Option/ Optie]. Schakel vervolgens in het dialoogvenster dat daarna verschijnt het selectievakje [Print with the best quality when you select [Quality Priority]/ Afdrukken met de beste kwaliteit wanneer [Hoge kwaliteit] is geselecteerd] in.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen
Selecteer Quality Priority (Hoge kwaliteit)
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
¿ EPP EX wordt gestart.
in het EPP EX-venster het menu [File/ 3 Selecteer Bestand] [Preferences/Voorkeuren].
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Schakel het selectievakje [Print with the best quality when you select [Quality Priority]/Afdrukken met de beste kwaliteit wanneer [Hoge kwaliteit] is geselecteerd] in.
het tabblad [Advanced/Geavanceerd], schakel 5 Selecteer het selectievakje [Enable ICC profile/ICC-profiel
Referentie
Index
inschakelen] in en klik vervolgens op de knop [OK]. ¿ Het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt afgesloten.
¿ Het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt weergegeven.
41
Inleiding
6
Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken en klik op [Select Paper/Papier selecteren].
8
Selecteer de lay-out en klik op de knop [Print/ Afdrukken]. Inhoudsoverzicht
EPP EX
Selecteer de lay-out Klik hierop om meer exemplaren af te drukken.
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Klik om af te drukken Klik hierop
¿ Het afdrukken wordt gestart.
het type papier en klik vervolgens op de 7 Selecteer knop [Layout/Print / Lay-out/afdrukken].
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Selecteer papierformaat en -soort
Index
Klik hierop
42
Inleiding
Aanvullende informatie O Tot 1000 opnamen tegelijk afdrukken U kunt tot 1000 opnamen tegelijk in DPP selecteren en afdrukken. Als u meer dan 1000 opnamen wilt afdrukken, dient u deze op te splitsen in meerdere afdruktaken. O De kleur van de afdruk is niet naar verwachting Selecteer [Preferences/Voorkeuren] in het menu [File/Bestand] van het EPP EX-venster en klik vervolgens op het tabblad [Advanced/ Geavanceerd] in het venster [Preferences/Voorkeuren] om het tabblad [Advanced/Geavanceerd] weer te geven. Selecteer [Enable ICC profile/ICC-profiel inschakelen] in [Color correction for printing/Kleurcorrectie voor afdrukken] op het tabblad [Advanced/Geavanceerd] en druk af met de instelling [Perceptual/ Volgens waarneming] (pag. 123). Voordelen van afdrukken met EPP EX O Afdrukken met getrouwe kleuren Als de kleurruimte (pag. 123) is ingesteld op sRGB of Adobe RGB (pag. 68 en pag. 77), wordt deze kleurruimte automatisch van DPP naar EPP EX verzonden, zodat u met getrouwe kleuren kunt afdrukken. Wanneer de kleurruimte is ingesteld op Apple RGB of ColorMatch RGB, wordt de opname afgedrukt met een sRGB-kleurruimte. Wanneer de kleurruimte is ingesteld op Wide Gamut RGB, wordt de opname afgedrukt met een Adobe RGB-kleurruimte. O Afdrukken met een uitgebreide kleurenreproductie Als u de instelling voor kleurruimte (pag. 68 en pag. 77) instelt op Adobe RGB en de opname met een Canon-inkjetprinter afdrukt, wordt het kleurenreproductiebereik groter en worden vooral groen en blauw levendig gereproduceerd.
Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint U kunt de volgende afdrukbewerkingen voor foto's uitvoeren met Canoninkjetprinters die compatibel zijn met Easy-PhotoPrint (hierna 'EPP' genoemd): O RAW-opnamen eenvoudig afdrukken O Afdrukken van hoge kwaliteit maken met het kleurenreproductiebereik van Adobe RGB en een Canon-inkjetprinter Voor deze afdrukbewerking moet EPP versie 3.5 of hoger op uw computer zijn geïnstalleerd. Wanneer u gebruikmaakt van een inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint EX, verdient het aanbeveling af te drukken met Easy-PhotoPrint EX (pag. 40).
1 Selecteer de opname die u wilt afdrukken. 2 Start EPP.
O Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/Afdrukken met plug-in] [Print with Easy-PhotoPrint/Afdrukken met Easy-PhotoPrint].
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
DPP is tevens geschikt voor afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro (pag. 71). ¿ EPP wordt gestart.
43
Inleiding
3
Selecteer in het EPP-venster het menu [File/Bestand] [Preferences/Voorkeuren].
¿ Het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt weergegeven.
4
Selecteer in [Print Quality/Afdrukkwaliteit] de optie [Quality Priority/Hoge kwaliteit].
Selecteer Quality Priority (Hoge kwaliteit)
5
Selecteer het tabblad [Advanced/Geavanceerd] en controleer of de opnamecompensatiefunctie van EPP is uitgeschakeld. O Als de opnamecompensatiefunctie van EPP niet is uitgeschakeld, worden de kleuren tijdens het afdrukken van de opnamen mogelijk niet juist gereproduceerd.
Schakel indien nodig het selectievakje uit
Klik om het venster te sluiten
het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken 6 Geef en klik op [Next/Volgende].
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Klik hierop
Index
Klik hierop om meer exemplaren af te drukken.
44
Inleiding
7
Controleer of de opnamecompensatiefunctie is uitgeschakeld, selecteer de papiersoort en klik op [Next/Volgende]. Schakel indien nodig de selectievakjes uit
Klik hierop Selecteer de papiersoort
8
Selecteer de lay-out en klik op [Print/Afdrukken].
Klik om af te drukken
Aanvullende informatie O Tot 1000 opnamen tegelijk afdrukken U kunt tot 1000 opnamen tegelijk in DPP selecteren en afdrukken. Als u meer dan 1000 opnamen wilt afdrukken, dient u deze op te splitsen in meerdere afdruktaken. O De kleur van de afdruk is niet naar verwachting Stel [Rendering intents when using Easy-PhotoPrint/Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint] (pag. 77) in op [Perceptual/Volgens waarneming] (pag. 123) en druk de opname af. Afdrukken met een uitgebreide kleurenreproductie Als u de kleurruimte (pag. 68 en pag. 77) instelt op Adobe RGB en de opname met een Canon-inkjetprinter afdrukt, wordt het kleurenreproductiebereik groter en worden vooral groen en blauw levendig gereproduceerd. Als de kleurruimte is ingesteld op Apple RGB of ColorMatch RGB, wordt de opname afgedrukt met een sRGB-kleurruimte. Wanneer de kleurruimte is ingesteld op Wide Gamut RGB, wordt er afgedrukt met een Adobe RGB-kleurruimte. DPP is tevens geschikt voor afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro (pag. 71).
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Selecteer de lay-out ¿ Het afdrukken wordt gestart.
45
Opnamen ordenen Foto's afdrukken met een andere printer dan een Canon-inkjetprinter Het is mogelijk om één opname per vel af te drukken.
Selecteer de opname die u wilt afdrukken.
1 Selecteer het menu [File/Bestand] 2 Afdrukken].
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u ongewenste opnamen kunt verwijderen, mappen kunt maken voor het opslaan van opnamen en hoe u opnamen kunt verplaatsen, kopiëren en ordenen.
Een ongewenste opname verwijderen Houd er rekening mee dat verwijderde opnamen niet kunnen worden teruggehaald.
[Print/
1 2
Selecteer een ongewenste opname in het hoofdvenster. Selecteer het menu [File/Bestand] [Delete/Verwijderen].
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
¿ Het dialoogvenster [Print/Afdrukken] wordt weergegeven.
de optie voor het afdrukken van foto's in en druk 3 Stel de opname af.
O Geef de optimale instellingen voor het afdrukken van foto's op in het dialoogvenster met afdrukinstellingen van de printer en klik op de knop [OK]. ¿ Het afdrukken wordt gestart.
¿ Het dialoogvenster [Confirm File Delete/Verwijderen van bestand bevestigen] wordt weergegeven.
3 Klik op de knop [Yes/Ja].
¿ De opname wordt in de [Recycle Bin/Prullenbak] geplaatst en uit DPP verwijderd. O De opnamen worden definitief verwijderd wanneer de bewerking [Empty Recycle Bin/Prullenbak leegmaken] wordt uitgevoerd voor de [Recycle Bin/Prullenbak] op het bureaublad.
46
Inleiding
Een map maken voor het opslaan van opnamen U kunt een map maken waarin u uw opnamen kunt sorteren.
in de mappenstructuur de locatie waar u 1 Selecteer de nieuwe map wilt maken.
Selecteer het menu [File/Bestand] 2 folder/Nieuwe map maken].
Opnamen verplaatsen U kunt opnamen naar een aparte map verplaatsen of kopiëren en de opnamen op opnamedatum of thema sorteren.
Sleep de opname die u wilt verplaatsen of kopiëren. O Verplaatsen: Sleep de opname naar de gewenste map en laat de muisknop los. O Kopiëren: Houd de toets ingedrukt, sleep de opname naar de gewenste map en laat de muisknop en de toets los.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
[Create new
Grote aantallen opnamen verwerken
¿ De opnamen worden naar de doelmap verplaatst of gekopieerd.
JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
¿ Het dialoogvenster [Create new folder/Nieuwe map maken] wordt weergegeven.
3 Voer een mapnaam in en klik op de knop [OK].
¿ De nieuwe map wordt gemaakt in de map die u in stap 1 hebt geselecteerd.
47
Inleiding
Opnamen in mappen verplaatsen U kunt mappen met opnamen verplaatsen of kopiëren en de opnamen op map sorteren.
Sleep de map die u wilt verplaatsen of kopiëren. O Verplaatsen: Sleep de map naar de doelmap en laat de muisknop los. O Kopiëren: Houd de toets ingedrukt, sleep de map naar de doelmap en laat de muisknop en de toets los.
Veelgebruikte mappen vastleggen (met een bladwijzer) U kunt mappen die u vaak gebruikt vastleggen in bladwijzers. U geeft vastgelegde mappen weer door op het menu [Bookmark/ Bladwijzer] te klikken.
Inhoudsoverzicht
de map waarvoor u een bladwijzer wilt 1 Selecteer instellen.
Basisbewerkingen
1 2 3 4 5
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Maak een selectie
Grote aantallen opnamen verwerken
het menu [Bookmark/Bladwijzer] 2 Selecteer Toevoegen]. ¿ De mappen worden naar de doelmap verplaatst of gekopieerd.
[Add/
¿ De map die u in stap 1 hebt geselecteerd, wordt vastgelegd in het menu [Bookmark/Bladwijzer]. O Selecteer een vastgelegde map in het menu [Bookmark/ Bladwijzer] om de opnamen in de geselecteerde map in het hoofdvenster weer te geven.
Bladwijzers ordenen
JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
U kunt een map die in [Bookmark/Bladwijzer] is vastgelegd verwijderen of hernoemen.
Selecteer het menu [Bookmark/Bladwijzer] [Organize/Ordenen]. ¿ Het venster [Sort bookmarks/Bladwijzers sorteren] wordt weergegeven en u kunt de naam van de map wijzigen of mappen verwijderen.
48
3
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
In dit hoofdstuk komen verschillende voorkeursinstellingen aan de orde, waaronder instellingen voor geavanceerde aanpassing van opnamen, automatisch stof wissen, verschillende afdrukfuncties en kleurbeheer. Deze functies zijn bedoeld voor gebruikers met ervaring in het gebruik van commerciële beeldbewerkingssoftware.
Opnamen bewerken en tegelijkertijd de bewerkte opname met het origineel vergelijken ......................... 50 De splitsing van het venster wijzigen......................... 50 Meerdere opnamen aanpassen en met elkaar vergelijken ................................................................ 51 Een gebied buiten het ingestelde gebied weergeven als waarschuwing (waarschuwing voor belichting/schaduw).... 52 Geavanceerde bewerkingen .................................... 53 De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur ... 53 De witbalans instellen met het kleurenwiel ................ 53 Het dynamisch bereik aanpassen.............................. 54 De helderheid van schaduwen/lichte delen aanpassen ...... 54 Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve)........ 55 Voorbeeld van een kleurtooncurvebewerking........ 56 Een Beeldstijl-bestand gebruiken .............................. 56 Het tabblad RGB van het toolpalet ............................ 57 Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie) gebruiken .......................................... 58 Ruis reduceren......................................................... 59 Lensaberratie corrigeren .......................................... 60 Compatibele camera's ............................................... 60 Compatibele objectieven ........................................... 60
Correcties aanbrengen ............................................... 62 De schuifregelaar Shooting distance information (Informatie opnameafstand) ....................................... 63 Meerdere opnamen tegelijk corrigeren....................... 63
Automatisch stof wissen .......................................... 64 Compatibele camera's................................................ 64 Automatisch stof wissen in het hoofdvenster...................... 65 Handmatig stof wissen (reparatiefunctie) ................ 66 Ongewenste delen van een opname wissen (kopieerstempelfunctie) .............................................. 68
Een RAW-opname overbrengen naar Photoshop ... 68 De te gebruiken kleurruimte instellen ...................... 68 Afdrukken met opname-informatie .......................... 69 Een lijst met miniaturen afdrukken (afdrukken op één vel) .... 70 RAW-opnamen afdrukken met een professionele Canon-printer ... 71 Afdrukken met een professionele Canon-inkjetprinter ........ 71 Afdrukken met een printer voor grote formaten van Canon ......................................................................... 72
Voorkeuren opgeven ............................................... 73 General settings (Algemene instellingen)................... 73 View settings (Weergave-instellingen) ....................... 75 Tool palette (Toolpalet)............................................... 76 Color management (Kleurbeheer) .............................. 77
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
49
Opnamen bewerken en tegelijkertijd de bewerkte opname met het origineel vergelijken U kunt de onbewerkte en de bewerkte versie van een aangepaste opname in één venster weergeven en aanpassingen uitvoeren waarvan u het resultaat direct kunt bekijken.
Selecteer het menu [View/Beeld] [Before/after comparison / 1 Voor/na-vergelijking] in het bewerkingsvenster.
Inleiding
De splitsing van het venster wijzigen U kunt één opname in tweeën gesplitst weergeven.
Selecteer in het bewerkingsvenster het menu [View/ Beeld] [Display mode/Weergavemodus] [Split single image/Opname splitsen].
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
¿ De opname wordt gesplitst in een linker- en een rechtervenster. O In het rechtervenster wordt de bewerkte versie van de opname weergegeven.
2 Wijzig de opnameweergave.
O Selecteer het menu [View/Beeld] [Change up/down/left/right / Boven/onder/links/rechts wisselen] [Up/down / Boven/onder].
¿ Eén opname wordt gesplitst en links en rechts, of onder en boven in het scherm weergegeven. O Als u wilt overschakelen van boven en onder in het scherm naar links en rechts in het scherm, voert u dezelfde bewerking uit als in stap 2 links op deze pagina.
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
¿ De twee opnamen worden nu onder elkaar weergegeven. O De bewerkte versie van de opname wordt in het onderste venster weergegeven. Met dezelfde handeling kunnen opnamen ook in het bewerkingsvenster worden weergegeven.
50
Meerdere opnamen aanpassen en met elkaar vergelijken U kunt de weergavepositie van meerdere bewerkingsvensters synchroniseren en opnamen aanpassen en tegelijkertijd de bewerkte opnamen met elkaar vergelijken.
de opnamen die u wilt vergelijken weer in het 1 Geef bewerkingsvenster. 2 Lijn de opnamen uit.
5
Inleiding
Verplaats de weergavepositie. ¿ Als u in één van de bewerkingsvensters de weergavepositie verplaatst, wordt de vergrotingsweergavepositie in de andere bewerkingsvensters ook gewijzigd. O Selecteer nogmaals het menu [Window/Venster] [Synchronize/ Synchroniseren] als u het synchroniseren wilt annuleren.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
O Selecteer het menu [Window/Venster] [Arrange vertically/ Verticaal schikken] of [Arrange horizontally/Horizontaal schikken]. ¿ De bewerkingsvensters worden uitgelijnd.
Geavanceerde bewerkingen
Selecteer het menu [Window/Venster] 3 [Synchronize/Synchroniseren]. 4 Vergroot de opname.
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
O Vergroot een van de bewerkingsvensters en geef dit weer.
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
¿ De overige bewerkingsvensters worden ook in dezelfde positie en met dezelfde vergrotingsverhouding weergegeven. Alleen de vergrotingsweergavepositie en de vergrotingsverhouding worden gesynchroniseerd. Aanpassingen in de opnamen worden niet gesynchroniseerd.
51
Een gebied buiten het ingestelde gebied weergeven als waarschuwing (waarschuwing voor belichting/schaduw) U kunt in zowel het belichte deel als het schaduwdeel een waarschuwing instellen. Dit is handig voor het controleren van de lichte en donkere gebieden en om te voorkomen dat een opname te veel wordt aangepast. Op plaatsen waar de opname het ingestelde bereik overschrijdt, kunt u het belichte deel in rood en het schaduwdeel in blauw weergeven.
1 2 3
Selecteer het menu [Tools/Extra] [Preferences/ Voorkeuren]. Selecteer het tabblad [View settings/Weergaveinstellingen]. Voer de waarschuwingswaarde voor [Highlight/ Belichting] en [Shadow/Schaduw] in.
Inleiding
Geef het bewerkingsvenster weer.
5 het menu [View/Beeld] [Highlight/ 6 Selecteer Belichting]. Selecteer op dezelfde wijze [Shadow/
Inhoudsoverzicht
Schaduw].
¿ Als er op de geopende opname een gebied is dat de waarde die u in stap 3 hebt ingevoerd overschrijdt, wordt het belichte deel van dat gebied rood en het schaduwgebied blauw weergegeven.
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
4 Klik op [OK] om het venster te sluiten.
Met dezelfde bewerking kunt u de waarschuwing ook weergeven in het beeldbewerkingsvenster.
52
Geavanceerde bewerkingen In dit gedeelte komen de toolpaletfuncties voor geavanceerde aanpassingen in het bewerkingsvenster aan de orde. In dit gedeelte komen aanpassingen aan de orde die met de geavanceerde functies op het tabblad [RAW], [RGB] en [NR/Lens/ALO / Ruisreductie/lens/ALO] van het toolpalet worden uitgevoerd.
De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur U kunt de witbalans aanpassen door een numerieke waarde voor de kleurtemperatuur in te stellen.
Inleiding
De witbalans instellen met het kleurenwiel U kunt de witbalans instellen door de cursor te verplaatsen in de richting van de kleur die in het kleurenwiel wordt weergegeven.
op de knop [Tune/Instellen] op het tabblad 1 Klik [RAW] van het toolpalet. 2 Sleep het punt om de witbalans in te stellen.
O U kunt uw aanpassing bovendien nog nauwkeuriger instellen door de aanpassingswaarden rechtstreeks in te voeren.
[Color temperature/Kleurtemperatuur] in 1 Selecteer de keuzelijst [White balance adjustment/Witbalans
2 Stel de kleurtemperatuur in. Voer de gewenste waarden in Sleep
Het aanpassingsbereik is 2500 t/m 10.000 K (in eenheden van 100 K).
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
aanpassen].
De waarde van de instelling Sleep de schuifregelaar naar links of rechts
Inhoudsoverzicht
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Als u aanpassingsresultaten als een persoonlijke witbalans wilt opslaan (pag. 82), selecteert u een andere instelling dan [Shot settings/Opname-instellingen] in de keuzelijst [White balance adjustment/Witbalans aanpassen] en stemt u de witbalans vervolgens precies af met het kleurenwiel. U kunt de aanpassingsresultaten niet als een persoonlijke witbalans opslaan als u [Shot settings/Opname-instellingen] hebt geselecteerd in de keuzelijst en de witbalans hebt aangepast.
Het aanpassingsbereik van de kleurtoon is 0 t/m 359 (numerieke waarden in stappen van 1) en het aanpassingsbereik van de verzadiging is 0 t/m 255 (numerieke waarden in stappen van 1).
Index
53
Inleiding
Het dynamisch bereik aanpassen U kunt het dynamische bereik (het bereik van weergegeven lichtgradaties) van donkere punten naar heldere punten in een opname aanpassen.
De helderheid van schaduwen/lichte delen aanpassen In een opname kunt u de helderheid van schaduwen en lichte delen aanpassen. Door de helderheid van schaduwen en lichte delen in een opname te beperken, kunt u het effect van afgesneden schaduwen en lichte delen verminderen.
Omlaag verplaatsen Uitvoerniveau lichtpunten
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen
Naar links of rechts verplaatsen Invoerniveau lichtpunten
Omhoog verplaatsen Uitvoerniveau schaduwpunten
Inhoudsoverzicht
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Sleep de schuifregelaars naar links of rechts
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Naar links of rechts verplaatsen Invoerniveau schaduwpunten
Referentie
O Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de verticale as het uitvoerniveau. Index
54
Inleiding
Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve) U kunt de helderheid, het contrast en de kleur van een bepaald gebied aanpassen door de kleurtooncurve te wijzigen (pag. 122).
1 Selecteer het tabblad [RGB] in het toolpalet. de kleurtooncurvemodus en de 2 Selecteer interpolatiemethode.
3
Voer de gewenste aanpassingen uit. Inhoudsoverzicht
Hiermee wordt elk kanaal aangepast RGB wordt batchgewijs aangepast Klik om een [ ] (punt) toe te voegen Sleep [ ] om de opname aan te passen.
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken
Klik met de rechtermuisknop in de grafiek om het menu weer te geven
JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
O Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de verticale as het uitvoerniveau. O Het maximale aantal [ ] is 8. O Als u een [ ] wilt verwijderen, drukt u op de toets of dubbelklikt u op de [ ].
Index
O De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het histogram. U kunt de histogramweergave ook vastzetten, zodat ingevoerde wijzigingen niet in het histogram worden weergegeven (pag. 76). O De kleurtooncurvemodus en interpolatiemethode voor een kleurtooncurve kunnen ook worden gewijzigd in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 76).
55
Inleiding
Voorbeeld van een kleurtooncurvebewerking Gemiddelde kleurtonen worden helderder
Gemiddelde kleurtonen worden donkerder
Een Beeldstijl-bestand gebruiken Een Beeldstijl-bestand is een uitgebreid Beeldstijl-functiebestand. Met DPP kunt u Beeldstijl-bestanden op RAW-opnamen toepassen. Bijvoorbeeld Beeldstijl-bestanden die u van de Canon-website hebt gedownload (verschillende scènes beschikbaar) of Beeldstijl-bestanden die u met 'Picture Style Editor' hebt gemaakt. U moet een Beeldstijlbestand op de computer opslaan voordat u het kunt gebruiken.
in het bewerkingsvenster de opname weer waarop 1 Geef u een Beeldstijl-bestand wilt toepassen . het tabblad [RAW] in het toolpalet en klik 2 Selecteer op de knop [Browse/Bladeren]. (pag. 11)
Kleurtonen worden minder zacht
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken
Kleurtonen worden zachter
JPEG/TIFFopnamen bewerken
¿ Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt weergegeven.
3
Selecteer een op de computer opgeslagen Beeldstijlbestand en klik op de knop [Open/Openen]. ¿ Het geselecteerde Beelstijl-bestand wordt op de opname toegepast. O Als u een ander Beeldstijl-bestand wilt toepassen, herhaalt u de procedure vanaf stap 2. U kunt alleen Beeldstijl-bestanden met de extensie '.PF2' toepassen op de camera. U kunt bovendien geen Beeldstijl-bestanden met de extensie '.PSE' toepassen op een opname. Als een dergelijk bestand echter in de camera is vastgelegd en u hebt de opname gemaakt, wordt deze goed weergegeven.
Referentie
Index
56
Inleiding
Het tabblad RGB van het toolpalet Afhankelijk van de bewerkingen die u wilt uitvoeren, kunt u opnamen aanpassen met de tabbladen [RAW], [RGB] en [NR/Lens/ALO / Ruisreductie/lens/ALO] van het toolpalet. Op het tabblad [RGB] in het toolpalet vindt u functies die ook met normale beeldbewerkingssoftware kunnen worden uitgevoerd. Eén van deze functies is de aanpassing van kleurtooncurve, die in dit hoofdstuk aan de orde komt en waarmee u RAW-opnamen kunt aanpassen. Omdat het aanpassingsbereik van de functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet echter groter is dan van het tabblad [RAW], is de kleur van de opname mogelijk verzadigd of neemt de kwaliteit van de opname mogelijk af als de aanpassing te groot is. Het is daarom raadzaam om voor andere functies dan aanpassing (pag. 55) van de kleurtooncurve en automatische aanpassing (pag. 30) deze functies op het tabblad [RAW] van het toolpalet te gebruiken. Raadpleeg hoofdstuk 5 voor informatie over de functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet (met uitzondering van aanpassing van de kleurtooncurve).
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Het toolpalet gebruiken Het verdient aanbeveling RAW-opnamen standaard te bewerken met het tabblad [RAW] van het toolpalet. Als het aanpassingsbereik van de functies op het tabblad [RAW] van het toolpalet te beperkt is en u de speciale functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet wilt gebruiken, is het raadzaam eerst basisaanpassingen uit te voeren met het tabblad [RAW]. Vervolgens gebruikt u de laagst mogelijke aanpassingsinstellingen op het tabblad [RGB]. Gebruik de aanpasfunctie van het tabblad [NR/Lens/ALO / Ruisreductie/ lens/ALO] van het toolpalet (pag. 112) wanneer u Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie) toepast (pag. 58), ruis reduceert (pag. 59) of aberratie corrigeert (pag. 60) nadat u de gewenste aanpassingen met het toolpalet [RAW] en [RGB] hebt gemaakt.
Referentie
Index
57
Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie) gebruiken Als het opnameresultaat donker of het contrast laag is, kunt u met de functie Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie) de helderheid of het contrast automatisch bijstellen voor een mooiere opname. U kunt de instellingen van de gemaakte opname ook wijzigen met de functie Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie) van de camera. Deze functie is alleen compatibel met RAW-opnamen die zijn gemaakt met de EOS-1D Mark IV, EOS 5D Mark II, EOS 7D, EOS 50D, EOS 550D en EOS 500D. * ALO staat voor Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie).
1
Selecteer het tabblad [NR/Lens/ALO / Ruisreductie/ lens/ALO] in het toolpalet van het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster.
2
Selectieteken
O Voor opnamen die met de functie Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie) van de camera zijn gemaakt, is het selectievakje al ingeschakeld.
3
Inleiding
Schakel het selectievakje in.
Pas de instellingen naar wens aan.
Kies uit drie niveaus: Low (Laag)/Standard (Standaard)/Strong (Sterk) ¿ De opname wordt automatisch op basis van de instellingen gecorrigeerd. O Voor opnamen die zijn gemaakt met de functie Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie) van de camera, is het selectievakje al ingeschakeld. De instellingen op het moment van opname worden als standaardwaarden genomen. O Als u Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie) wilt annuleren, schakelt u het selectievakje uit.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Wanneer [Lichte tonen prioriteit] in de persoonlijke voorkeuzen op de EOS 7D en EOS 550D is ingesteld op [Inschakelen], kan de functie Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie) niet worden ingesteld.
58
Ruis reduceren
Inleiding
U kunt ruis reduceren in RAW-opnamen die in het donker of met een hoge ISO-snelheid zijn gemaakt. NR is een afkorting van 'noise reduction' (ruisreductie).
het tabblad [NR/Lens/ALO / Ruisreductie/ 1 Selecteer lens/ALO] in het toolpalet van het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster.
4
Klik op de knop [Apply/Toepassen]. ¿ Ruisreductie wordt op de opname toegepast en de opname wordt opnieuw weergegeven.
De functie voor ruisreductie werkt niet Ruisreductie kan niet worden toegepast als [Viewing and saving RAW images/RAW-opnamen weergeven en opslaan] (pag. 73) is ingesteld op [High speed/Hoge snelheid] in het venster [Preferences/Voorkeuren]. Selecteer [High quality/Hoge kwaliteit] om ruis te reduceren.
op de knop [NR Preview/ 2 Klik Ruisreductievoorbeeld].
Dezelfde ruisreductie instellen voor verschillende opnamen ¿ Het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] wordt weergegeven.
3 Pas een opname aan.
Wanneer u meerdere opnamen selecteert in het hoofdvenster, kunt u hetzelfde ruisreductieniveau voor de opnamen instellen zonder het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] weer te geven. U past het ruisreductieniveau aan in het toolpalet [NR/Lens/ALO / Ruisreductie/lens/ ALO] (pag. 112) met behulp van de schuifregelaars [Luminance noise reduction/Luminantieruisreductie] en [Chrominance noise reduction/ Kleurtoonruisreductie] en klikt vervolgens op de knop [Apply/Toepassen].
Navigatievenster Vergrotingsweergavepositie Sleep de schuifregelaars Ruisreductiecontrolevenster O U kunt een ruisreductieniveau tussen 0 en 20 instellen. Hoe hoger de instelling, hoe groter het effect van de ruisreductie. O U kunt het effect van de ruisreductie controleren wanneer een opname wordt weergegeven op 100% in het ruisreductiecontrolevenster. O U kunt de weergavepositie van het ruisreductiecontrolevenster wijzigen door de vergrotingsweergavepositie over het navigatievenster te slepen.
O U kunt het standaardniveau voor ruisreductie vooraf instellen via [Default noise reduction settings/Standaardinstellingen voor ruisreductie] op het tabblad [Tool palette/Toolpalet] in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 76). • Wanneer [Apply camera settings/Camera-instellingen toepassen] is geselecteerd, kunt u vooraf het ruisreductieniveau op de camera-instellingen afstemmen. • Als u [Set as defaults/Instellen als standaardinstellingen] selecteert, kunt u vooraf een standaardinstelling voor het ruisreductieniveau opgeven. Dit is vooral handig wanneer u ruisreductie op alle opnamen in een map tegelijk wilt toepassen, bijvoorbeeld voor opnamen met een hoge ISO-snelheid. Op opnamen waaraan een recept is toegevoegd, wordt echter het ruisniveau toegepast dat in het recept is vastgelegd. O Als [Luminance noise reduction/Luminantieruisreductie] is ingesteld, wordt de resolutie mogelijk lager naarmate u ruisreductie toepast. O Als [Chrominance noise reduction/Kleurtoonruisreductie] is ingesteld, kan kleurdoorloop optreden als u ruisreductie toepast. O Raadpleeg pag. 113 voor een overzicht van de functies van het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld].
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
59
Lensaberratie corrigeren U kunt minder heldere randen, vervormingen in het onderwerp, kleurvervaging door de fysieke eigenschappen van de lens of een resterende lichte aberratie eenvoudig corrigeren. U kunt alleen RAW-opnamen corrigeren die zijn gemaakt met de onderstaande compatibele camera's en objectieven. U kunt geen JPEGof TIFF-opnamen corrigeren.
Compatibele camera's
Inleiding
Compatibele objectieven Ultragroothoek- en groothoekobjectieven EF 14mm f/2.8L USM
EF 14mm f/2.8L II USM*3
EF 20mm f/2.8 USM
EF 24mm f/1.4L USM
EF 24mm f/1.4L II USM*3
EF 24mm f/2.8
EF 28mm f/1.8 USM
EF 28mm f/2.8
EF 35mm f/1.4L USM
EF 35mm f/2
EOS-1D Mark IV
EOS-1Ds Mark III
EOS-1D Mark III
EOS-1D Mark II N
EOS-1Ds Mark II
EOS-1D Mark II
EOS-1Ds
EOS-1D
EOS 5D Mark II
EF 50mm f/1.2L USM*4
EF 50mm f/1.4 USM
EOS 5D*1
EOS 7D
EOS 50D
EF 50mm f/1.8
EF 50mm f/1.8 II
EOS 550D
EF 85mm f/1.2L USM
EF 85mm f/1.2L II USM*5
EOS 400D DIGITAL _
EF 85mm f/1.8 USM
EF 100mm f/2 USM
30D*2
EOS 40D
EOS
EOS 500D
EOS 450D _
EOS 1000D
*1 Firmwareversie 1.1.1 vereist *2 Firmwareversie 1.0.6 vereist
Standaard en middelgrote teleobjectieven
Teleobjectieven EF 135mm f/2L USM
EF 135mm f/2.8 (met Softfocus-mechanisme)
EF 200mm f/2L IS USM*3
EF 200mm f/2.8L USM
EF 200mm f/2.8L II USM
EF 300mm f/2.8L IS USM
EF 300mm f/4L IS USM
EF 400mm f/2.8L IS USM
EF 400mm f/5.6L USM
EF 400mm f/4 DO IS USM
EF 500mm f/4L IS USM
EF 600mm f/4L IS USM _
EF 800mm f/5.6L IS USM*3
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
60
Inleiding
Zoomobjectieven
Macro-objectieven
EF 16-35mm f/2.8L USM
EF 16-35mm f/2.8L II USM*3
EF 50mm f/2.5 Compact Macro*3 EF 100mm f/2.8 Macro USM
EF 17-35mm f/2.8L USM
EF 17-40mm f/4L USM
EF 100mm f/2.8L Macro IS USM*3 EF 180mm f/3.5L Macro USM
EF 20-35mm f/3.5-4.5 USM
EF 24-70mm f/2.8L USM
EF 24-85mm f/3.5-4.5 USM
EF 24-105mm f/4L IS USM
MP-E 65mm f/2.8 1-5x Macro Photo*3
EF 28-70mm f/2.8L USM
EF 28-90mm f/4-5.6 USM
EF 28-90mm f/4-5.6 II USM
EF 28-90mm f/4-5.6
EF-S 60mm f/2.8 Macro USM
EF-S 10-22mm f/3.5-4.5 USM
EF 28-90mm f/4-5.6 II
EF 28-90mm f/4-5.6 III
EF-S 15-85mm f/3.5-5.6 IS*3
EF-S 17-55mm f/2.8 IS USM
EF 28-105mm f/3.5-4.5 USM
EF 28-105mm f/3.5-4.5 II USM
EF-S 17-85mm f/4-5.6 IS USM
EF-S 18-55mm f/3.5-5.6
EF 28-105mm f/4-5.6 USM
EF 28-105mm f/4-5.6
EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 II
EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 USM
EF 28-135mm f/3.5-5.6 IS USM
EF 28-200mm f/3.5-5.6
EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 II USM
EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IS*3
EF 28-200mm f/3.5-5.6 USM
EF 28-300mm f/3.5-5.6L IS USM
EF-S 18-135mm f/3.5-5.6 IS*3
EF 55-200mm f/4.5-5.6 II USM
EF 55-200mm f/4-5.6 USM
EF-S 55-250mm f/4-5.6 IS*3
EF-S 18-200mm f/3.5-5.6 IS*3 _
EF 70-200mm f/2.8L USM
EF 70-200mm f/2.8L IS USM
EF 70-200mm f/2.8L IS II USM*3 EF 70-200mm f/4L USM EF 70-200mm f/4L IS
USM*4
EF 70-300mm f/4-5.6 IS USM
EF 70-300mm f/4.5-5.6 DO IS USM EF 75-300mm f/4-5.6 II*3 EF 75-300mm f/4-5.6 III*3
EF 75-300mm f/4-5.6 USM
EF 75-300mm f/4-5.6 II USM
EF 75-300mm f/4-5.6 III USM
EF 90-300mm f/4.5-5.6
EF 90-300mm f/4.5-5.6 USM
EF 100-300mm f/4.5-5.6 USM
EF 100-400mm f/4.5-5.6L IS USM
Inhoudsoverzicht
_
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
EF-S-objectieven
Aberratiecorrectie is niet mogelijk bij opnamen die met een combinatie van de objectieven *3 *4 *5 en de EOS 5D of EOS 30D met de onderstaande firmwareversies zijn gemaakt. * Op de EOS 5D kunt u geen EF-S-objectief bevestigen. *3 EOS 5D met firmwareversie 1.1.0 of lager, EOS 30D met firmwareversie 1.0.5 of lager *4 EOS 5D met firmwareversie 1.1.0 of lager, EOS 30D met firmwareversie 1.0.4 of lager *5 EOS 5D met firmwareversie 1.0.5 of lager, EOS 30D met firmwareversie 1.0.4 of lager O U kunt ook RAW-opnamen corrigeren die zijn genomen met een compatibel objectief, ook wanneer de extender is geplaatst. O U kunt ook RAW-opnamen corrigeren die met de combinatie van de EF 50mm f/2.5 Compact Macro fitted en de Life Size Converter EF zijn gemaakt O De functie voor aberratiecorrectie kan niet worden gebruikt bij opnamen die zijn gemaakt met andere combinaties van camera en objectief dan vermeld onder 'Compatibele camera's' en 'Compatibele objectieven'. Deze opnamen worden daarom niet weergegeven en kunnen niet worden gebruikt.
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
61
Inleiding
Correcties aanbrengen U kunt elke van de vier onderstaande aberraties corrigeren, zowel één voor één als gelijktijdig. O Peripheral illumination (Helderheid randen) O Distortions (Vervormingen) O Chromatic aberration (Chromatische aberratie) (kleurranden in de buitenranden van een opname) O Color blur (Kleurvervaging) (vervaging van blauw of rood die soms optreedt aan de rand van het belichte gebied van een opname)
3
Selecteer de items die u wilt corrigeren. Inhoudsoverzicht
Geavanceerde bewerkingen
het tabblad [NR/Lens/ALO / Ruisreductie/ 1 Selecteer lens/ALO] in het toolpalet. 2 Klik op [Tune/Afstellen].
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
¿ De opname wordt gecorrigeerd en opnieuw weergegeven. O Controleer de resultaten van correcties aan de randbelichting of vervormingen in de volledige weergave. O Controleer de resultaten van correcties aan chromatische aberratie en kleurvervaging door op het gebied van de opname te klikken dat u wilt controleren. In de rechterbovenhoek van het venster wordt het gebied met een vergroting van 200% weergegeven (pag. 118). O U kunt de mate van correctie verlagen door de schuifregelaar voor het te corrigeren item naar links te slepen. O Rode chromatische aberratie kunt u corrigeren met schuifregelaar [R] van [Chromatic aberration/Chromatische aberratie] en blauwe chromatische aberratie met schuifregelaar [B].
4 ¿ Het venster [Lens aberration correction/Lensaberratie corrigeren] wordt weergegeven.
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Klik op de knop [OK]. ¿ Het venster [Lens aberration correction/Lensaberratie corrigeren] wordt gesloten, het resultaat van de correcties wordt op de opname in het bewerkingsvenster toegepast en de opname wordt opnieuw weergegeven. ¿ Het resultaat van de instellingen in het venster [Lens aberration correction/Lensaberratie corrigeren] wordt ook weergegeven in het toolpalet. ] ¿ In het hoofdvenster wordt op de opname de markering [ weergegeven om de lensaberratiecorrecties aan te geven (pag. 109).
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
62
Inleiding
De schuifregelaar Shooting distance information (Informatie opnameafstand) O Wanneer u RAW-opnamen corrigeert die met een camera uit de onderstaande tabel zijn gemaakt en waarbij informatie over de opnameafstand is opgeslagen in de opname, wordt de schuifregelaar automatisch ingesteld op basis van deze opnameafstand. Als er echter geen informatie over de opnameafstand bij de opname is opgeslagen, wordt de schuifregelaar automatisch ingesteld op oneindig en verschijnt er een [] boven de schuifregelaar. Als de opnameafstand niet oneindig is, kunt u de afstand heel precies afstellen door de schuifregelaar te verslepen terwijl u naar het scherm kijkt. EOS-1D Mark IV
EOS-1Ds Mark III
EOS-1D Mark III
EOS 5D Mark II
EOS 7D
EOS 50D
EOS 40D
EOS 550D
EOS 450D
EOS 1000D
EOS 500D _
O Wanneer u RAW-opnamen corrigeert die met een camera uit de onderstaande tabel zijn gemaakt, wordt de schuifregelaar automatisch op oneindig ingesteld (helemaal rechts). Als de opnameafstand niet oneindig is, kunt u de afstand heel precies afstellen door de schuifregelaar te verslepen terwijl u naar het scherm kijkt. EOS-1D Mark II N
EOS-1Ds Mark II
EOS-1D Mark II
EOS-1Ds
EOS-1D
EOS 5D
EOS 30D
EOS 400D DIGITAL
_
O Bij RAW-opnamen die met een MP-E 65mm f/2.8 1-5x Macro Photo of EF 50mm f/2.5 Compact Macro met Life Size Converter EF zijn gemaakt, verandert de indicatie bij de schuifregelaar in [Magnification factor/Vergrotingsfactor]. O De instelling voor de schuifregelaar [Shooting distance information/ Informatie opnameafstand] wordt op alle geselecteerde correctieitems toegepast.
Meerdere opnamen tegelijk corrigeren Selecteer in het hoofdvenster meerdere opnamen die u wilt corrigeren. Geef het toolpalet weer door in de werkbalk op de knop [Tool] (pag. 107) te klikken. Als u correcties aanbrengt (pag. 62) terwijl het toolpalet wordt weergegeven, kunt u dezelfde correcties op alle opnamen toepassen die u in het hoofdvenster hebt geselecteerd. U kunt dezelfde correcties ook toepassen door het recept van de gecorrigeerde opname te kopiëren en in meerdere opnamen te plakken (pag. 38). Aanvullende informatie O Na het corrigeren van [Peripheral illumination/Helderheid randen] is er ruis verschenen in de randen van een opname U kunt de ruis verminderen door luminantieruisreductie en/of chromatische ruisreductie te gebruiken (pag. 59). Als u echter een hoge correctiewaarde voor [Peripheral Illumination/Helderheid randen] hebt ingesteld voor opnamen die in het donker of met een hoge ISOsnelheid zijn gemaakt, wordt de ruis mogelijk niet gereduceerd. O Na het corrigeren van de [Distortion/Vervorming] wordt de opname met een lagere resolutie weergegeven U kunt de opname afstemmen op de opname voorafgaand aan de correctie door de opname scherper te maken met de functie voor scherpteaanpassing (pag. 29). O Na het corrigeren van de [Color blur/Kleurvervaging] is de kleurdiepte afgenomen U kunt de opname afstemmen op de opname voorafgaand aan de correctie door de kleurtoon (pag. 27) en/of de kleurverzadiging (pag. 91) aan te passen voor diepere kleuren. O Het resultaat van de correctie van [Color blur/Kleurvervaging] kan niet worden waargenomen Bij het corrigeren van [Color blur/Kleurvervaging] wordt blauwe of rode vervaging aan de randen van het belichte gebied gecorrigeerd. Als instellingen niet met elkaar overeenkomen, is correctie niet mogelijk.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
De randen van de opname worden mogelijk afgekapt wanneer u de [Distortion/Vervorming] corrigeert. Raadpleeg pag. 118 voor een overzicht van de functies in het venster [Lens aberration correction/Lensaberratie corrigeren].
63
Automatisch stof wissen De stofwisdata die aan opnamen worden toegevoegd die met een camera zijn gemaakt die deze data kan toevoegen, kunnen worden gebruikt voor het automatisch wissen van stofvlekken.
Inleiding
3
Nadat de opname opnieuw is getekend, klikt u op de knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen].
Inhoudsoverzicht
Compatibele camera's
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
EOS-1D Mark IV
EOS-1Ds Mark III
EOS-1D Mark III
EOS 5D Mark II
EOS 7D
EOS 50D
EOS 40D
EOS 550D
EOS 500D
EOS 450D
EOS 400D DIGITAL
EOS 1000D
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Selecteer in het hoofdvenster een opname met stofwisdata.
1 Selecteer het menu [Tools/Extra] ` [Start Stamp tool/ 2 Stempel starten]. ¿ Het kopieerstempelvenster wordt weergegeven.
¿ Stofvlekken worden in één bewerking gewist.
op de knop [OK] om terug te keren naar het 4 Klik hoofdvenster.
¿ Het teken [ ] (pag. 109) wordt weergegeven op opnamen waaruit stofvlekken zijn verwijderd.
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
64
Inleiding
Aanvullende informatie O U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellen Een opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of afgedrukt. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door in het kopieerstempelvenster op de knop [Undo/ Ongedaan maken] te klikken of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' uit te voeren (pag. 40). O Opnamen waaruit stof is verwijderd controleren in het kopieerstempelvenster Controleer de opnamen waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. De oorspronkelijke opnamen worden in andere vensters weergegeven en u kunt deze niet controleren. O Opnamen waaruit stof is verwijderd afdrukken U kunt een opname waaruit stof is verwijderd afdrukken in DPP. O De knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen] is niet actief Als er geen stof is die door DPP uit de opname kan worden verwijderd, is de knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen] uitgeschakeld, ook bij opnamen waaraan in de camera stofwisdata zijn toegevoegd. O Stofvlekken verwijderen die niet automatisch kunnen worden verwijderd Bij automatisch stof wissen worden stofvlekken gewist op basis van informatie over de stof die is vastgelegd in de stofwisdata. Afhankelijk van het type stof, kunnen stofvlekken in bepaalde gevallen echter niet worden gewist. In dergelijke gevallen kunt u die stofvlekken wissen met de reparatiefunctie (pag. 66) of de kopieerstempelfunctie (pag. 68). O Nadat de opname is geconverteerd en opgeslagen, is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd De RAW-opname waaruit stof is verwijderd, wordt blijvend een opname waaruit stof is verwijderd nadat deze is geconverteerd naar en opgeslagen als een JPEG- of TIFF-opname (pag. 39).
Handige functies in het kopieerstempelvenster O Plekken waaruit stof is verwijderd controleren Nadat u stap 3 hebt uitgevoerd, kunt u de plekken waaruit stof is verwijderd weergeven en één voor één controleren door op de toetsen <Shift> + te drukken. (Druk op de toetsen <Shift> + om terug te keren naar de vorige stofplek.) O Het wissen van één specifieke stofvlek annuleren Nadat u stap 3 hebt uitgevoerd, kunt u op de toetsen <Shift> + of <Shift> + drukken om de plek weer te geven waaruit stof is verwijderd. Druk vervolgens op de toetsen <Shift> + om het wissen van deze stofvlek te annuleren. O Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen + <Enter>. O Het stofwisresultaat toepassen op een andere opname U kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen. Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiëren], geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen en klik op de knop [Paste/Plakken]. Raadpleeg pag. 119 voor een overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Automatisch stof wissen in het hoofdvenster In het hoofdvenster kunt u eveneens automatisch stofvlekken wissen uit meerdere opnamen waaraan stofwisdata zijn toegevoegd.
Index
Selecteer meerdere opnamen waaraan stofwisdata zijn toegevoegd en selecteer het menu [Adjustment/ Aanpassen] [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen]. ¿ De stofvlekken in alle geselecteerde opnamen worden in één bewerking gewist.
65
Handmatig stof wissen (reparatiefunctie) U kunt stofvlekken in een opname wissen door ze een voor een te selecteren.
5
Inleiding
Zorg ervoor dat de stofvlek die u wilt wissen, zich binnen [ ] bevindt en klik. Inhoudsoverzicht
Selecteer in het hoofdvenster de opname waarin u stofvlekken wilt wissen.
1 Selecteer het menu [Tools/Extra] 2 Stempel starten].
[Start Stamp tool/
¿ Het kopieerstempelvenster wordt weergegeven.
3
Nadat de opname opnieuw is getekend, dubbelklikt u op het punt waar u wilt beginnen met het wissen van stof.
Dubbelklik hierop
¿ De opname wordt in de 100%-weergave weergegeven. O U kunt de weergavepositie wijzigen door te slepen.
op de knop die bij de stofvlek hoort die u wilt 4 Klik verwijderen.
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Klik hierop
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
¿ De stofvlek binnen [ ] wordt gewist. O Klik op een ander deel van de opname als u andere stofvlekken in de opname wilt wissen. O Als u stof in een ander deel van de opname wilt wissen, kunt u met de rechtermuisknop klikken of nogmaals op de knop klikken waarop u in stap 4 hebt geklikt om het wissen van stof te annuleren en de bewerking nogmaals uit te voeren vanaf stap 3. O Als een stofvlek niet kan worden gewist, wordt [ ] weergegeven.
op de knop [OK] om terug te keren naar het 6 Klik hoofdvenster.
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
¿ Het teken [ ] (pag. 109) wordt weergegeven op opnamen waaruit stofvlekken zijn verwijderd.
O Klik op de knop [ ] als de stofvlek donker van kleur is en klik op de knop [ ] als de stofvlek licht van kleur is. O Wanneer u de cursor over de opname beweegt, wordt het stofwisbereik als [ ] weergegeven.
66
Inleiding
Aanvullende informatie O Klik meerdere malen als stofvlekken niet volledig zijn gewist Als ongewenste stofvlekken niet worden gewist, ook niet nadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u ze volledig wissen door meerdere malen te klikken. O Stofvlekken kunnen doorgaans worden gewist met de reparatiefunctie Stofvlekken kunnen worden gewist met de reparatiefunctie. Het is mogelijk dat u stoflijnen niet kunt wissen. Gebruik in dergelijke gevallen de kopieerstempelfunctie (pag. 68). O U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellen Een opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of afgedrukt. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door in het kopieerstempelvenster op de knop [Undo/ Ongedaan maken] te klikken of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' uit te voeren (pag. 40). O Opnamen waaruit stof is verwijderd controleren in het kopieerstempelvenster Controleer de opnamen waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. De oorspronkelijke opnamen worden in andere vensters weergegeven en u kunt deze niet controleren. O Opnamen waaruit stof is verwijderd afdrukken U kunt een opname waaruit stof is verwijderd afdrukken in DPP. O Nadat de opname is geconverteerd en opgeslagen, is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd De RAW-opname waaruit stof is verwijderd, wordt blijvend een opname waaruit stof is verwijderd nadat deze is geconverteerd naar en opgeslagen als een JPEG- of TIFF-opname (pag. 39).
Handige functies in het kopieerstempelvenster O Plekken waaruit stof is verwijderd controleren Nadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u de plekken waaruit stof is verwijderd weergeven en één voor één controleren door op de toetsen <Shift> + te drukken. (Druk op de toetsen <Shift> + om terug te keren naar de vorige stofplek.) O Het wissen van één specifieke stofvlek annuleren Nadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u op de toetsen <Shift> + of <Shift> + drukken om de plek weer te geven waaruit stof is verwijderd. Druk vervolgens op de toetsen <Shift> + om het wissen van deze stofvlek te annuleren. O Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen + <Enter>. O Het stofwisresultaat toepassen op een andere opname U kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen. Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiëren], geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen en klik op de knop [Paste/Plakken]. Om in verschillende andere opnamen op dezelfde plaats stof te verwijderen, kunt u efficiënt stofvlekken verwijderen door op de opnamen te klikken terwijl u de toets in het hoofdvenster ingedrukt houdt. U bereikt dit ook door meerdere opnamen te selecteren door op de eerste opname te klikken en vervolgens op de laatste terwijl u de toets <Shift> ingedrukt houdt en vervolgens het kopieerstempelvenster weer te geven.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Voor opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wordt deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat stofvlekken in het kopieerstempelvenster moeilijk te zien zijn.
Raadpleeg pag. 119 voor een overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster.
67
Een RAW-opname overbrengen naar Photoshop Ongewenste delen van een opname wissen (kopieerstempelfunctie) U kunt een opname corrigeren door een ander deel van de opname te kopiëren en over een ongewenst deel van de opname te plakken.
stap 1 t/m 3 in 'Handmatig stof wissen 1 Volg . (reparatiefunctie)' 2 Selecteer het gedeelte dat u wilt kopiëren. (pag. 66)
O Houd de toets ingedrukt en klik op het gedeelte dat u als kopieerbron wilt gebruiken. O Als u een ander gedeelte als kopieerbron wilt instellen, voert u de bovenstaande bewerking nogmaals uit. O Als u de positie van de kopieerbron wilt vastzetten, schakelt u [Fix Copy Source position/Positie van kopieerbron vastzetten] in.
3 Corrigeer de opname.
O Klik op of sleep over het gedeelte van de opname dat u wilt corrigeren. De [+] in het venster geeft de kopieerbron aan en [ ] geeft het kopieerdoel aan. ¿ Het gekopieerde beeld wordt geplakt op de positie waarnaar u deze hebt gesleept. O Bij [Pen type/Pentype] kunt u een keuze maken uit [Brush/Kwast] (de randen van het geplakte beeld zijn uitgevaagd) en [Pencil/ Potlood] (de randen van het geplakte beeld zijn scherp).
op de knop [OK] om terug te keren naar het 4 Klik hoofdvenster. ¿ Het teken [ ] (pag. 109) wordt weergegeven op een gecorrigeerde opname.
Inleiding
U kunt een RAW-opname naar een TIFF-opname (16-bits) converteren en deze overbrengen naar Photoshop.
Selecteer het menu [Tools/Extra] [Transfer to Photoshop/Overbrengen naar Photoshop].
Inhoudsoverzicht
¿ Photoshop wordt gestart en de overgebrachte opname wordt weergegeven. U kunt één opname tegelijk overbrengen. U kunt slechts één opname tegelijk overbrengen. Raadpleeg pag. 84 als u meerdere opnamen tegelijk wilt overbrengen. O Compatibele versies van Photoshop zijn versie 7.0 en hoger. O Overgebrachte opnamen worden automatisch geconverteerd naar TIFFopnamen (16-bits) waaraan een ICC-profiel (pag. 122) is toegevoegd. Het ICC-profiel bevat informatie over [Preferences/Voorkeuren] (pag. 77) of de kleurruimte die voor elke opname is ingesteld (zie hieronder). De juiste kleurgegevens worden aan Photoshop doorgegeven. O Wanneer u Photoshop afsluit, blijft alleen de originele RAWopname achter en verdwijnt de overgebrachte opname. Het wordt ten zeerste aanbevolen om de overgebrachte opname als een aparte opname op te slaan in Photoshop.
De te gebruiken kleurruimte instellen U kunt voor elke opname een andere kleurruimte (pag. 123) dan de standaardkleurruimte instellen (pag. 77).
Selecteer het menu [Adjustment/Aanpassen] [Work color space/Te gebruiken kleurruimte] de kleurruimte die u wilt instellen. Een apart ingestelde kleurruimte blijft ongewijzigd, ook als de standaardinstelling wordt gewijzigd.
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Als u voor een opname een andere kleurruimte instelt dan de standaardkleurruimte en vervolgens de instelling van de standaardkleurruimte wijzigt (pag. 77), wordt deze standaardinstelling niet toegepast en blijft de apart ingestelde kleurruimte behouden. U kunt de kleurruimte van een RAW-opname onbeperkt en zo vaak u maar wilt aanpassen. Aangezien alleen de beeldverwerkingsgegevens worden aangepast, kan de kleurruimte van een RAW-opname op elk gewenst moment worden gewijzigd.
68
Afdrukken met opname-informatie U kunt zonder beperkingen één opname op één pagina plaatsen en deze afdrukken met titels, opname-informatie, enz.
Selecteer één opname die u wilt afdrukken.
1 Selecteer het menu [File/Bestand] [Print with 2 detailed setting/Afdrukken met detailinstellingen]. de gewenste instellingen voor het afdrukken op 3 Geef en klik op de knop [Print/Afdrukken]. Hiermee schakelt u tussen de verschillende tabbladen met instellingen
Inleiding
De instellingen behouden De instellingen voor elk tabblad in stap 3 (behalve de inhoud van het tabblad [Text/Tekst]) worden onthouden wanneer u op de knop [Apply/ Toepassen] klikt. De instellingen kunnen bij het afdrukken op een andere opname worden toegepast. O U kunt printerprofielen instellen (pag. 77). O Als CMYK-simulatie is ingesteld, wordt de opname met de ingestelde kleuren afgedrukt (pag. 77).
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Afdrukvoorbeeld O U kunt een opname verplaatsen door de opname te slepen. O Sleep de vier hoeken van de opname om het formaat van de opname te wijzigen. O Als u de opname-informatie wilt weergeven, klikt u op [ ] op het tabblad [Text/Tekst] en selecteert u de gewenste items in het venster dat wordt weergegeven.
69
Een lijst met miniaturen afdrukken (afdrukken op één vel) U kunt verschillende opnamen in rijen op één vel papier afdrukken.
de opnamen die u als lijst met miniaturen 1 Selecteer wilt afdrukken. Selecteer het menu [File/Bestand] [Contact Sheet 2 Prints/Afdrukken op één vel]. de gewenste instellingen voor het afdrukken op 3 Geef en klik op de knop [Print/Afdrukken]. Hiermee schakelt u tussen de verschillende tabbladen met instellingen
Inleiding
De instellingen behouden De instellingen voor elk tabblad in stap 3 (behalve de inhoud van het tabblad [Text/Tekst]) worden onthouden wanneer u op de knop [Apply/ Toepassen] klikt. De instellingen kunnen bij het afdrukken op een andere opname worden toegepast.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
O U kunt printerprofielen instellen (pag. 77). O Als CMYK-simulatie is ingesteld, wordt de opname met de ingestelde kleuren afgedrukt (pag. 77).
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Afdrukvoorbeeld
70
RAW-opnamen afdrukken met een professionele Canon-printer Afdrukken met een professionele Canon-inkjetprinter U kunt met DPP afdrukken via professionele Canon-inkjetprinters die compatibel zijn met de afdruksoftware Easy-PhotoPrint Pro. Dit is eenvoudig en geschikt voor de volgende afdrukbewerkingen: O RAW-opnamen eenvoudig afdrukken O Afdrukken met getrouwe kleuren O Afdrukken maken van hoge kwaliteit, met een uitgebreide kleurruimte (bijvoorbeeld Adobe RGB) en het grote kleurenreproductiebereik van een professionele Canon-inkjetprinter Als u met DPP wilt afdrukken, moet Easy-PhotoPrint Pro versie 1.3 of hoger op uw computer zijn geïnstalleerd.
1
Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/ Afdrukken met plug-in] [Print with Easy-PhotoPrint Pro/Afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro]. ¿ Easy-PhotoPrint Pro wordt gestart.
kleuren op het scherm en afdrukkleuren op 2 Stem elkaar af.
O Selecteer [Custom/Aangepast] in [Print Quality/Afdrukkwaliteit], klik op de knop [Set/Instellen], sleep de schuifregelaar in het venster dat wordt geopend naar [1] aan de rechterzijde en klik vervolgens op [OK] om het venster af te sluiten. Klik daarna op de knop [Color Adjustment/Kleuraanpassing] om het tabblad [Color Management/Kleurbeheer] weer te geven. Stel [Color Mode/Kleurmodus] in op [Enable ICC Profile/ICC-profiel instellen] en [Printer Profile/Printerprofiel] op [Auto] en klik vervolgens op [OK] om het venster [Color Adjustment/ Kleuraanpassing] af te sluiten.
Inleiding
Aanvullende informatie O Tot 1000 opnamen tegelijk afdrukken U kunt tot 1000 opnamen tegelijk in DPP selecteren en afdrukken. Als u meer dan 1000 opnamen wilt afdrukken, dient u deze op te splitsen in meerdere afdruktaken. O In DPP ingestelde functie die niet wordt toegepast op afdrukken Opgegeven CMYK-simulatie (pag. 77) wordt niet toegepast. O De kleur van de afdruk is niet naar verwachting Klik in het venster Easy-PhotoPrint Pro op de knop [Color Adjustment/ Kleuraanpassing] om het tabblad [Color Management/Kleurbeheer] weer te geven. Stel [Rendering Intent/Aanpassingsmethode] in op [Perceptual/Volgens waarneming] (pag. 123) en druk af. Voordelen van het afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro O Afdrukken met getrouwe kleuren Als er een kleurruimte is ingesteld (pag. 68 en pag. 77), wordt deze automatisch van DPP naar Easy-PhotoPrint Pro verzonden, zodat u kunt afdrukken met getrouwe kleuren. O Afdrukken met een uitgebreide kleurenreproductie Als de kleurruimte (pag. 68 en pag. 77) is ingesteld op een kleurruimte die breder is dan sRGB (bijvoorbeeld Adobe RGB), wordt de opname afgedrukt met een breder kleurenpalet dan een opname die wel een sRGB-kleurruimte heeft. Groen en blauw worden bijzonder levendig gereproduceerd.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
eventuele andere gewenste afdrukinstellingen 3 Geef op en druk de opname af.
71
Inleiding
Afdrukken met een printer voor grote formaten van Canon Met DPP kunt u afdrukken via de DPP-compatibele imagePROGRAFprinter van Canon voor grote formaten. Als u met DPP wilt afdrukken, moet u eerst de imagePROGRAF Print Plug-In voor Digital Photo Professional op uw computer installeren.
1
Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/ Afdrukken met plug-in] de plug-in voor de printer die u gebruikt. ¿ De plug-in wordt gestart.
de gewenste instellingen voor het afdrukken 2 Geef van foto's op en druk de opname af. Aanvullende informatie O U kunt één opname tegelijk afdrukken. U kunt één opname tegelijk in DPP selecteren en afdrukken. Als u meerdere opnamen wilt afdrukken, moet u elke opname apart afdrukken. O In DPP ingestelde functies die niet worden toegepast op afdrukken De ingestelde uitvoerresolutie (pag. 73) en CMYK-simulatie (pag. 77) worden niet toegepast.
Voordelen van het afdrukken met de imagePROGRAF Print Plug-In O Afdrukken met getrouwe kleuren Als er een kleurruimte is ingesteld (pag. 68 en pag. 77), wordt deze automatisch van DPP naar de plug-in verzonden, zodat u met getrouwe kleuren kunt afdrukken. O Afdrukken met een uitgebreide kleurenreproductie Als er een kleurruimte (pag. 68 en pag. 77) is ingesteld die breder is dan sRGB (zoals Adobe RGB), wordt optimaal gebruikgemaakt van het kleurenreproductiebereik van de imagePROGRAF-printer en wordt de opname afgedrukt met een breder kleurenspectrum dan een opname die is gemaakt met een sRGB-kleurruimte. Vooral groen en blauw worden levendig gereproduceerd.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
72
Voorkeuren opgeven
Inleiding
U kunt de verschillende functies van DPP wijzigen in het venster [Preferences/Voorkeuren]. Controleer de inhoud van elk venster en geef de gewenste instellingen op. Afhankelijk van het item is er mogelijk ook een uitgebreide uitleg beschikbaar. Controleer daarom elk venster.
Selecteer het menu [Tools/Extra] 1 Voorkeuren].
[Preferences/
¿ Het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt weergegeven.
het tabblad, geef de instellingen op en klik 2 Selecteer op de knop [OK].
General settings (Algemene instellingen) U kunt onder andere de map opgeven die wordt geopend wanneer DPP wordt gestart en de opnamekwaliteit van weergegeven en opgeslagen RAW-opnamen.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
73
O Viewing and saving RAW images (RAW-opnamen
weergeven en opslaan)
U kunt een keuze maken uit twee opties voor de opnamekwaliteit waarmee RAWopnamen worden weergegeven en opgeslagen: hoge opnamekwaliteit, waarbij reductie van valse kleuren en ruisreductie worden uitgevoerd (pag. 59), of hoge snelheid, waarbij geen reductie van valse kleuren en ruisreductie worden uitgevoerd. [High quality/Hoge kwaliteit] O Valse kleuren worden automatisch gereduceerd en de opname kan als een opname van hoge kwaliteit en met gereduceerde valse kleuren worden weergegeven en opgeslagen. U kunt bovendien de functie voor ruisreductie (pag. 59) gebruiken om luminantie- en kleurtoonruis te reduceren. O Omdat de effecten van valsekleurreductie en ruisreductie nauwelijks zichtbaar zijn in de weergave [50% view/50%-weergave] of [Fit to window/Aanpassen aan venster] van het beeldbewerkingsvenster, kunt u deze effecten beter controleren in de [100% view/100%-weergave] of [200% view/200%-weergave]. O Het is raadzaam om standaard [High quality/Hoge kwaliteit] in te stellen voor een evenwichtige verhouding tussen de opnamekwaliteit en weergavesnelheid. [View images at high speed (moiré reduction off)/Opnamen op hoge snelheid weergeven (moiréreductie uitgeschakeld)] van [High quality/Hoge kwaliteit] O Als u [View images at high speed (moiré reduction off)/Opnamen op hoge snelheid weergeven (moiréreductie uitgeschakeld)] selecteert wanneer de opname wordt weergegeven in het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster, worden valse kleuren niet gereduceerd. U kunt de functie voor ruisreductie echter niet gebruiken. O Omdat de instelling dezelfde is als [High quality/Hoge kwaliteit] behalve voor beeldweergave, worden valse kleuren gereduceerd wanneer het beeld wordt opgeslagen. [High speed/Hoge snelheid] O Aangezien valse kleuren niet worden gereduceerd, neemt het weergeven en opslaan van een RAW-opname in het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster minder tijd in beslag dan bij [High quality/Hoge kwaliteit]. O U kunt de functie voor ruisreductie niet gebruiken (pag. 59). O Afhankelijk van de opname, wordt deze mogelijk weergegeven of opgeslagen met valse kleuren of ruis. Bij opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik verschilt de beeldkwaliteit tussen [High quality/Hoge kwaliteit] en [High speed/ Hoge snelheid] aanzienlijk. Als u de beeldkwaliteit van opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wilt controleren, stelt u [High quality/Hoge kwaliteit] in en controleert u de opnamen in het (beeld)bewerkingsvenster.
O JPEG image quality (JPEG-opnamekwaliteit) [Remove block noise and mosquito noise/Blokruis en Gibb-effect verwijderen] O U kunt de kwaliteit van een JPEG-opname verbeteren door de ruis te reduceren die eigen is aan JPEG-opnamen. Deze instelling is ook effectief voor RAW-opnamen die zijn geconverteerd naar JPEG en met een andere naam zijn opgeslagen (pag. 39 en pag. 83) en voor JPEG-opnamen die met een andere naam zijn opgeslagen. [Display thumbnails at high quality/Miniaturen weergeven met hoge kwaliteit] O U kunt miniaturen van JPEG-opnamen automatisch met hoge kwaliteit laten weergeven. Als u [Display thumbnails at high quality/Miniaturen weergeven met hoge kwaliteit] inschakelt, worden alle JPEG-opnamen die daarna in DPP worden geïmporteerd, weergegeven met hoge kwaliteit. De mate van verbetering in ruisreductie Hoe hoger het JPEG-compressieniveau, hoe meer ruis wordt gereduceerd. Wanneer het compressieniveau laag is, is het effect van ruisreductie nihil. O Default value of output resolution (Standaardwaarde
voor de uitvoerresolutie) U kunt de resolutie instellen voor RAW-opnamen die zijn geconverteerd naar en opgeslagen als JPEG- of TIFF-opnamen (pag. 39 en pag. 83).
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
74
Inleiding
View settings (Weergave-instellingen) U kunt weergave-instellingen opgeven.
O Sort order in main window (Sorteervolgorde in
hoofdvenster) U kunt instellen of u de volgorde van geordende opnamen in het hoofdvenster wilt behouden of niet (pag. 19). Als u het selectievakje inschakelt, blijft de volgorde van de geordende opnamen behouden, ook als u DPP afsluit of een andere map selecteert in de mappenstructuur. Als u het selectievakje uitschakelt, blijft de volgorde van de geordende opnamen niet behouden en wordt de vorige volgorde gebruikt wanneer u DPP afsluit of een andere map selecteert in de mappenstructuur.
O Highlight/shadow warning (Waarschuwing belichting/
schaduw) Gebieden met belichting/schaduw die het ingestelde bereik overschrijden, kunnen op de opname worden weergegeven als waarschuwingsindicators (pag. 52).
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
75
Inleiding
Tool palette (Toolpalet) U kunt instellingen opgeven voor het toolpalet.
O Modified Picture Style settings (Gewijzigde Beeldstijl-
instellingen) Wanneer u de Beeldstijl wijzigt, kunt u selecteren of u de instellingen [Color tone/Kleurtoon], [Color saturation/Verzadiging], [Contrast] en [Sharpness/Scherpte] wilt wijzigen of behouden. O Als u het selectievakje inschakelt, worden de instellingen [Color tone/ Kleurtoon], [Color saturation/Verzadiging], [Contrast] en [Sharpness/ Scherpte] aangepast aan de instellingen van de camera wanneer u de Beeldstijl wijzigt. O Als u het selectievakje uitschakelt, blijven de instellingen [Color tone/ Kleurtoon], [Color saturation/Verzadiging], [Contrast] en [Sharpness/ Scherpte] behouden, ook als u de Beeldstijl wijzigt. O Default noise reduction settings
(Standaardinstellingen voor ruisreductie) U kunt vooraf een standaardniveau instellen voor de ruisreductie. RAW-opnamen • Wanneer [Apply camera settings/Camera-instellingen toepassen] is geselecteerd, kunt u vooraf het ruisreductieniveau op de camerainstellingen afstemmen. • Als u [Set as defaults/Instellen als standaardinstellingen] selecteert, kunt u vooraf een standaardinstelling voor het ruisreductieniveau opgeven. JPEG-/TIFF-opnamen • U kunt vooraf een gewenst ruisreductieniveau opgeven als standaardinstelling. De hier ingestelde standaardwaarde voor ruisreductie wordt toegepast op opnamen waaraan geen recept is toegevoegd. Als u echter instellingen wilt toepassen op opnamen in de geopende map, dient u de map opnieuw te openen nadat u hier instellingen hebt gewijzigd. Als er een recept aan opnamen is toegevoegd, blijft het ruisniveau van het recept ongewijzigd. Het hier ingestelde niveau voor ruisreductie wordt niet toegepast.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
O Default settings of RGB tool palette (Standaardinstellingen
van het tabblad RGB van het toolpalet) U kunt de instellingen pas wijzigen als u de map opnieuw hebt geopend. Wijzigingen worden niet toegepast op de bewerkte opname Ook als de standaardinstelling wordt gewijzigd, wordt de nieuwe standaardinstelling niet toegepast op bewerkte opnamen (opnamen die zijn aangepast met het toolpalet, die zijn bijgesneden of waaruit stof is verwijderd). Pas elke opname apart aan.
Voordelen van het instellen van een standaardniveau voor ruisreductie Wanneer het ruisniveau hetzelfde is in verschillende opnamen, zoals opnamen die zijn gemaakt met een hoge ISO-snelheid, kunt u met een geschikte standaardinstelling voor ruisreductie de ruis batchgewijs reduceren in alle opnamen die in DPP worden weergegeven (met uitzondering van opnamen waaraan een recept is toegevoegd). Zo hoeft u de ruis niet in elke afzonderlijke opname te reduceren. Als u altijd onder dezelfde omstandigheden opnamen maakt, kunt u ervoor kiezen om hetzelfde niveau voor ruisreductie op alle opnamen toe te passen.
76
Inleiding
Color management (Kleurbeheer) U kunt instellingen opgeven voor kleurbeheer, zoals instellingen voor de kleurruimte, kleurovereenstemming, enz.
O Default settings of Work color space
(Standaardinstellingen van de te gebruiken kleurruimte) U kunt kiezen uit vijf typen kleurruimten (pag. 123). De gekozen kleurruimte wordt als standaardinstelling in RAW-opnamen toegepast. De ingestelde kleurruimte wordt als kleurruimte toegepast wanneer een RAW-opname wordt geconverteerd en opgeslagen (pag. 39 en pag. 83) of afgedrukt (pag. 40, pag. 43, pag. 46 en pag. 69 t/m pag. 72). O Als u de instelling hebt gewijzigd en DPP opnieuw start, wordt de nieuwe instelling toegepast als de standaardinstelling voor kleurruimte. O U kunt de voor een opname ingestelde kleurruimte controleren in het hoofdvenster (pag. 107 en 108), het bewerkingsvenster (pag. 110) en het beeldbewerkingsvenster (pag. 115). Wijzigingen worden niet toegepast op de bewerkte opname Ook als de standaardinstelling wordt gewijzigd, wordt de nieuwe standaardinstelling niet toegepast op bewerkte opnamen (opnamen die zijn aangepast met het toolpalet, die zijn bijgesneden of waaruit stof is verwijderd). Pas elke opname apart aan. U kunt voor elke opname een kleurruimte instellen die afwijkt van de standaardinstellingen (pag. 68). O Weergave-instelling (kleurinstelling van de monitor) Als een profiel (pag. 122) is gekoppeld aan het beeldscherm dat u gebruikt, kunt u een opname met meer natuurlijke kleuren weergeven door het profiel in te stellen. O Als u [Use the OS settings/Instellingen van besturingssysteem gebruiken] selecteert, wordt het kleurenprofiel dat is ingesteld in Windows ook toegepast in DPP. Als u meerdere beeldschermen gebruikt, wordt alleen het profiel van het primaire beeldscherm toegepast op DPP. O Selecteer [Monitor profile/Beeldschermprofiel], klik in het dialoogvenster dat wordt weergegeven op de knop [Browse/Bladeren] en selecteer een profiel voor uw beeldscherm.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Nauwkeurige kleuren weergeven met een beeldschermkleurlezer van een andere leverancier Als u een profiel gebruikt dat is gemaakt met een beeldschermkleurlezer van een ander merk, kunt u de opnamen in nog nauwkeurigere kleuren weergeven.
77
Inleiding
O Printing profile (Afdrukprofiel) (kleurinstelling van de
O CMYK simulation profile (CMYK-simulatieprofiel)
printer) instellen
instellen
Als een profiel (pag. 122) is gekoppeld aan de printer die u gebruikt voor het afdrukken van opnamen, kunt u een opname afdrukken en de kleuren die worden weergegeven op het scherm simuleren door het profiel in te stellen. Het ingestelde profiel wordt op alle afdruktaken toegepast (pag. 46, pag. 69 en pag. 70), behalve op taken die met een Canon-inkjetprinter (pag. 40 en pag. 43) of via een netwerkprinter (pag. 71 en pag. 72) worden afgedrukt.
Als u afdrukt in de CMYK-omgeving van een afdrukapparaat, kunt u de kleur selecteren uit vier profieltypen (pag. 123) en simulatie op het scherm uitvoeren. O Als CMYK-simulatie is ingesteld, wordt [CMYK] onder in het hoofdvenster, het bewerkingsvenster en het beeldbewerkingsvenster weergegeven (pag. 107, pag. 108, pag. 110 en pag. 115) en kunnen kleuren worden gecontroleerd. O Druk op de toetsen + als u CMYK-simulatie tijdelijk wilt uitschakelen.
Basisbewerkingen
O Rendering intents when using Easy-PhotoPrint
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Gebruik de aanpassingsfunctie van het printerstuurprogramma niet Als u de kleuraanpassingsfunctie van het printerstuurprogramma gebruikt, wordt de opname mogelijk afgedrukt in kleuren die afwijken van de kleuren op het scherm, ook als u een printerprofiel instelt. Automatische instellingen voor afdrukken met EPP EX en EPP en afdrukken via een netwerk Als u afdrukt met een Canon-inkjetprinter (pag. 40 en pag. 43) of een netwerkprinter (pag. 71 en pag. 72), wordt automatisch een profiel ingesteld, ook wanneer u [Printing profile/Afdrukprofiel] niet hebt ingesteld. Hierdoor kunt u gemakkelijk met getrouwe kleuren afdrukken.
(Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint) U kunt een rendering intent (aanpassingsmethode) (pag. 123) instellen voor afdrukken met Easy-PhotoPrint (pag. 43). O De rendering intent is doorgaans ingesteld op [Relative Colorimetric/ Relatief colorimetrisch]. O Als de kleuren bij de instelling [Relative Colorimetric/Relatief colorimetrisch] niet naar wens zijn, wijzigt u de instelling in [Perceptual/Volgens waarneming].
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Geavanceerde bewerkingen
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
78
4
Handige functies voor het verwerken van grote aantallen RAW-opnamen In dit hoofdstuk komt de handige functie voor het batchgewijs verwerken van grote aantallen RAW-opnamen aan de orde. Het hoofdstuk is vooral nuttig voor gebruikers die veel RAW-opnamen maken.
Inleiding Inleiding
InhoudsInhoudsoverzicht overzicht
Aanpassingsgegevens (recept) gebruiken .............. 80 Recepten opslaan als een bestand ............................ 81 Recepten laden en toepassen.................................... 81
Basisbewerkin Basisbewerkingen gen
Een recept kopiëren en toepassen op een andere opname....................................................................... 81
Geavanceerde Geavanceerde bewerkingen bewerkingen
Witbalans in een batch toepassen op opnamen (persoonlijke witbalans) ........................................... 82 Persoonlijke witbalans vastleggen.............................. 82 Persoonlijke witbalans toepassen .............................. 82
Geavanceerde Geavanceerde beeldbewerkingen beeldbewerkin engen afdrukken en afdrukken
Opnamen in een batch opslaan als JPEG- of TIFFopnamen (batchverwerking) ........................................ 83 Opnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftware ........................................ 84 De naam van opnamebestanden in een batch wijzigen ...... 85 Bestandsnamen wijzigen van de opnamen in de volgorde in het hoofdvenster ...................................... 85
1 2 3 4 5
Groteaantallen aantallen Grote opnamen opnamen verwerken verwerken JPEG/TIFFopnamen JPEG/TIFFbewerken opnamen bewerken Referentie Referentie
Index Index
79
Aanpassingsgegevens (recept) gebruiken De gegevens van alle aanpassingen (recept) die zijn uitgevoerd met het toolpalet kunnen als een apart receptbestand (met de extensie '.vrd') worden opgeslagen en worden geladen en toegepast op een andere opname. U kunt opnamen op een efficiënte manier bewerken door één opname te selecteren uit opnamen die in dezelfde opnameomgeving zijn gemaakt en deze opname aan te passen. Vervolgens past u de aanpassingsresultaten via een batchbewerking toe op een groot aantal opnamen.
RAW-opnamegegevens Gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen
Inhoud die is aangepast met het toolpalet kan worden verwerkt als een receptbestand (met de extensie '.vrd').
Inleiding
Aanvullende informatie O Tot de receptgegevens behoort de inhoud van het toolpalet Tot de receptgegevens behoren aanpassingen die zijn uitgevoerd via de tabbladen [RAW], [RGB] en [NR/Lens/ALO / Ruisreductie/lens/ ALO] van het toolpalet. Andere bewerkingsgegevens, zoals gegevens over bijsnijden of stof wissen (kopieerstempel) maken dan ook geen deel uit van de receptgegevens. O Recepten die zijn aangepast op het tabblad [RAW] van het toolpalet kunnen alleen worden toegepast op RAW-opnamen Aanpassingen in het tabblad [RAW] van het toolpalet kunnen alleen worden uitgevoerd voor RAW-opnamen en niet voor een JPEG- of TIFF-opname, ook niet als ze worden geplakt.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
De aangepaste inhoud van JPEG- of TIFF-opnamen (pag. 87) kan worden opgeslagen als een receptbestand (met de extensie '.vrd') en worden geladen en toegepast op een andere opname, op dezelfde wijze als bij RAW-opnamen.
80
Inleiding
Recepten opslaan als een bestand een bewerkte opname en selecteer het 1 Selecteer menu [Edit/Bewerken] [Save recipe in file/Recept opslaan in bestand].
¿ Het dialoogvenster [Save recipe in file/Recept opslaan in bestand] wordt weergegeven.
de doelmap, voer een bestandsnaam in en 2 Selecteer klik op de knop [Save/Opslaan]. Controleer de inhoud van een receptbestand door deze in een opname te plakken Als de inhoud van een receptbestand onbekend is, plakt u deze in een opname en controleert u de instellingen in het toolpalet. Als u slechts enkele instellingen wilt aanpassen, is het raadzaam om een bestandsnaam te gebruiken die de inhoud beschrijft of om de aanpassingen apart vast te leggen in een tekstbestand.
Recepten laden en toepassen de opname waarop u een recept wilt 1 Selecteer toepassen en selecteer vervolgens het menu [Edit/
Bewerken] [Read and paste recipe from file/Recept lezen uit en toepassen op bestand]. ¿ Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt weergegeven.
Een recept kopiëren en toepassen op een andere opname U kunt een recept van een bewerkte opname kopiëren en dit vervolgens op een andere opname toepassen.
de opname waarvan u een recept wilt 1 Selecteer kopiëren en selecteer vervolgens het menu [Edit/
Bewerken] [Copy recipe to clipboard/Recept naar klembord kopiëren]. ¿ Het recept wordt gekopieerd.
de opname waarop u het recept wilt 2 Selecteer toepassen en selecteer vervolgens het menu [Edit/
Bewerken] [Paste recipe to selected image/Recept toepassen op geselecteerde opname]. ¿ Het recept wordt op de opname toegepast.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
een recept en klik op de knop [Open/ 2 Selecteer Openen]. ¿ Het recept wordt op de opname toegepast.
81
Witbalans in een batch toepassen op opnamen (persoonlijke witbalans)
Inleiding
Witbalansaanpassingen die zijn toegepast op een RAW-opname die is gemaakt in een specifieke opnameomgeving, kunnen worden vastgelegd als een persoonlijke witbalans. U kunt de witbalans vervolgens op efficiënte wijze aanpassen door deze persoonlijke witbalans toe te passen op een groot aantal RAW-opnamen die zijn gemaakt in dezelfde opnameomgeving.
Inhoudsoverzicht
Persoonlijke witbalans vastleggen
1
Pas de witbalans aan (pag. 25, pag. 26 en pag. 53). O Als u de witbalans wilt aanpassen, selecteert u een andere instelling dan [Shot settings/Opname-instellingen] in de keuzelijst [White balance adjustment/Witbalans aanpassen] (pag. 25). U kunt de aanpassingen niet opslaan als u [Shot settings/Opname-instellingen] selecteert.
Persoonlijke witbalans toepassen in het hoofdvenster de opname waarop u 1 Selecteer de witbalans wilt toepassen. 2 Klik op de knop [Tool] op de werkbalk. op het nummer van de persoonlijke witbalans 3 Klik die u wilt toepassen. ¿ Het toolpalet wordt weergegeven.
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen
op de knop [Register/Vastleggen] op het tabblad 2 Klik [RAW] van het toolpalet.
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
¿ Het dialoogvenster [Register personal white balance/ Persoonlijke witbalans vastleggen] wordt weergegeven.
Selecteer in de lijst het nummer waaronder u de 3 instelling wilt opslaan en klik op de knop [OK].
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
De vastgelegde persoonlijke witbalans gebruiken op een andere computer
1 Klik in stap 3 op de knop [Export/Exporteren] om de witbalans als een bestand op te slaan.
2 Kopieer het bestand naar een andere computer. 3 Geef in DPP op de andere computer het venster van stap 3 weer. 4 Klik op de knop [Import/Importeren] en selecteer het gekopieerde bestand in het venster dat wordt weergegeven.
¿ De persoonlijke witbalans wordt op alle geselecteerde opnamen toegepast.
82
Opnamen in een batch opslaan als JPEG- of TIFF-opnamen (batchverwerking)
4
in het hoofdvenster meerdere opnamen die 1 Selecteer u wilt converteren. op de knop [Batch process/Batch verwerken] op 2 Klik de werkbalk .
In het venster [Batch settings/Batchinstellingen] kunt u bewerkte RAW-opnamen niet opslaan met de opdracht [Save/Opslaan] of [Save As/Opslaan als] (pag. 38 en pag. 102).
(pag. 107) ¿ Het venster [Batch settings/Batchinstellingen] wordt weergegeven.
3
Geef de gewenste instellingen op en klik op de knop [Execute/Uitvoeren].
De opdracht [Save/Opslaan] kan niet worden uitgevoerd
De ontwikkel-/bewerkingsresultaten opslaan voor de versie die u momenteel gebruikt De verwerkingstechnologie van DPP voor RAW-opnamen wordt voortdurend verbeterd, zodat u de laatste verwerkingstechnieken beter kunt toepassen. Dat betekent dat bij twee verschillende DPP-versies de verwerkingsresultaten zelfs bij identieke RAW-opnamegegevens enigszins kunnen afwijken. Hetzelfde geldt voor RAW-opnamegegevens die aanzienlijk zijn gewijzigd en waaraan een recept is toegevoegd. Wanneer u de ontwikkel- of bewerkingsresultaten van uw huidige versie in de huidige staat wilt opslaan, wordt het aanbevolen om opnamen te converteren en op te slaan als JPEG- of TIFF-opnamen. Handig opslaan in een batch O Terwijl de opname wordt opgeslagen, kunt u doorgaan met uw werk in een ander venster Aangezien de functie voor het opslaan onafhankelijk op de achtergrond werkt, kunt u tijdens het opslaan doorgaan met bewerkingen in andere vensters, zoals het hoofdvenster of het bewerkingsvenster. O Selecteer geen opname in het hoofdvenster als u alle opnamen wilt converteren en opslaan Als u stap 1 overslaat en stap 2 uitvoert zonder dat u een opname hebt geselecteerd in het hoofdvenster, worden alle opnamen in het hoofdvenster geconverteerd en opgeslagen.
¿ Het batchverwerkingsdialoogvenster wordt weergegeven en de opnamen worden opgeslagen. ¿ Als alle opnamen zijn opgeslagen, wordt de knop [Exit/Afsluiten] weergegeven in het batchverwerkingsdialoogvenster.
Inleiding
Klik op de knop [Exit/Afsluiten] in het verwerkingsdialoogvenster.
U kunt bewerkte RAW-opnamen in een batch converteren naar en opslaan als uiterst veelzijdige JPEG- of TIFF-opnamen. De opnamen worden als aparte opnamen opgeslagen dus de RAWopnamen blijven ongewijzigd.
O Als u [New file name/Nieuwe bestandsnaam] hebt geselecteerd in [File name/Bestandsnaam], dient u [Sequence number/ Volgnummer] in te stellen. O Nadat de opname is opgeslagen volgens de instructies op deze pagina, wordt een bijgesneden opname (pag. 35 en pag. 95) of een opname waaruit stof is verwijderd (pag. 64 t/m pag. 68 en pag. 98 t/m pag. 102) permanent een bijgesneden opname of een opname waaruit stof is verwijderd. O Raadpleeg pag. 120 voor een overzicht van de functies in het venster [Batch settings/Batchinstellingen].
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
83
Opnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftware U kunt meerdere opnamen naar beeldbewerkingssoftware overbrengen. In tegenstelling tot bij [Transferring a RAW Image to Photoshop/Een RAW-opname overbrengen naar Photoshop] (pag. 68), brengt u opnamen over die eerst zijn geconverteerd en opgeslagen als een aparte opname. De overgebrachte opname verdwijnt dus niet nadat u de bewerkingssoftware hebt afgesloten. De software die in het voorbeeld wordt gebruikt is Adobe Photoshop CS.
Selecteer in het hoofdvenster meerdere opnamen die u wilt overbrengen.
1 op de knop [Batch process/Batch verwerken] op 2 Klik de werkbalk .
5
O Selecteer in het dialoogvenster [Open/Openen] een Photoshop CSbestand of een snelkoppeling en klik op de knop [Open/Openen]. ¿ Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt gesloten en [Image transfer settings/Beeldoverdrachtsinstellingen] in het venster [Batch settings/Batchinstellingen] wordt ingesteld op Photoshop CS.
[Open image using software/Opname 6 Selecteer openen met software].
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen
(pag. 107) ¿ Het venster [Batch settings/Batchinstellingen] wordt weergegeven.
de instellingen voor de overdracht op 3 Geef (bijvoorbeeld de bestandsindeling). 4 Klik op de knop [Browse/Bladeren].
Inleiding
Selecteer Photoshop CS.
7 Klik op de knop [Execute/Uitvoeren].
¿ Het verwerkingsdialoogvenster wordt weergegeven en het overbrengen van de batch wordt gestart. ¿ Als de eerste opname is overgebracht, wordt Photoshop CS gestart en worden de overgebrachte opnamen in chronologische volgorde weergegeven.
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
¿ Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt weergegeven.
84
De naam van opnamebestanden in een batch wijzigen in het hoofdvenster meerdere opnamen 1 Selecteer waarvan u de bestandsnaam wilt wijzigen. Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start Rename 2 tool/Naam wijzigen starten]. ¿ Het naamwijzigingsvenster wordt weergegeven.
3
Geef de gewenste instellingen op (pag. 121) en klik op de knop [Execute/Uitvoeren].
O U kunt de naamwijzigingsfunctie niet starten vanuit het venster [Collection/Collectie] (pag. 33 en pag. 108). O Raadpleeg pag. 121 voor een overzicht van de functies in het naamwijzigingsvenster.
Bestandsnamen wijzigen van de opnamen in de volgorde in het hoofdvenster Wanneer u de volgorde van de opnamen in het hoofdvenster wijzigt, kunt u in één keer de namen van de opnamebestanden wijzigen in de volgorde waarin deze zijn geordend.
de volgorde van de opnamen in het 1 Wijzig hoofdvenster . in het hoofdvenster meerdere opnamen 2 Selecteer waarvan u de bestandsnaam wilt wijzigen. Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start Rename 3 tool/Naam wijzigen starten]. [Fit to main window/Aanpassen aan 4 Selecteer hoofdvenster]. (pag. 19)
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
¿ De verwerking wordt gestart en de bestandsnamen worden gewijzigd.
Index
U kunt geen wijzigingen aanbrengen bij dubbele bestandsnamen Als de bestandsnaam rood wordt weergegeven in [Modified File Name/ Gewijzigde bestandsnaam], is er sprake van een dubbele bestandsnaam. Zelfs als er slechts één dubbele bestandsnaam is, kunnen de wijzigingen niet worden doorgevoerd. Wijzig de instellingen zodat er geen dubbele bestandsnamen zijn. De naam van de videobestanden kan niet in DPP worden gewijzigd.
5 Geef de gewenste instellingen op
(pag. 121). O Schakel [Copy Rename/Kopiëren met nieuwe naam] in als u een opname wilt kopiëren.
6 Klik op de knop [Execute/Uitvoeren].
¿ De bestandsnamen worden gewijzigd en de volgorde in het hoofdvenster blijft behouden.
85
5
JPEG- en TIFF-opnamen bewerken
Inleiding
DPP is software die vooral geschikt is voor geavanceerde bewerking van RAW-opnamen. De software kan echter ook worden gebruikt voor het bewerken van JPEG- en TIFF-opnamen. In dit hoofdstuk komen het bewerken en opslaan van JPEG- en TIFF-opnamen aan de orde.
JPEG- en TIFF-opnamen bewerken........................ 87 Het tabblad RGB van het toolpalet ............................. 87 Helderheid en kleur automatisch aanpassen (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) .............................. Helderheid en contrast aanpassen............................. De kleurtoon aanpassen met behulp van automatische witbalanscorrectie............................................................. Tint, verzadiging en scherpte aanpassen................... Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve)........ Het dynamisch bereik aanpassen ..............................
88 89
90 91 92 93 Ruis reduceren ........................................................ 94 Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen ............................................................... 95 Automatisch stof wissen .......................................... 98 Compatibele camera's........................................... 98 Automatisch stof wissen in het hoofdvenster ......... 99 Handmatig stof wissen (reparatiefunctie) .............. 100 Ongewenste delen van een opname wissen (kopieerstempelfunctie) ............................................ 102
Bewerkingsresultaten opslaan............................... 102 Bewerkingsgegevens opslaan in een opname ......... 102 De opname opslaan als een aparte opname............ 103 Bewerkingsgegevens toepassen op een andere opname ..... 103 Afdrukken .............................................................. 103 Opnamen opnieuw bewerken................................ 103
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
86
JPEG- en TIFF-opnamen bewerken Met DPP kunt u JPEG- en TIFF-opnamen op dezelfde manier aanpassen als RAW-opnamen met de tabbladen [RGB] en [NR/Lens/ALO / Ruisreductie/lens/ ALO] van het toolpalet. Bij aanpassingen die worden uitgevoerd met het toolpalet (recept) worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen gewijzigd en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Hierdoor treedt bij het bewerken geen kwaliteitsverlies op en kunt u uw opnamen keer op keer aanpassen.
JPEG- of TIFF-opnamegegevens Gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen
Inhoud die is aangepast met het toolpalet kan worden verwerkt als een receptbestand (met de extensie '.vrd') (pag. 80 en pag. 103).
Inleiding
Het tabblad RGB van het toolpalet Met de functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet kunt u JPEG- en TIFF-opnamen aanpassen met functies die ook beschikbaar zijn in normale beeldbewerkingssoftware. Omdat het aanpassingsbereik van de functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet echter groter is dan van het tabblad [RAW], is de kleur van de opname mogelijk verzadigd of neemt de kwaliteit van de opname mogelijk af als de aanpassing te groot is. Pas uw opnamen dus niet te veel aan. U kunt RAW-opnamen aanpassen met de functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet. Het is echter raadzaam om voor andere functies dan aanpassing van de kleurtooncurve (pag. 92) en automatische aanpassing (pag. 88), de functies die ook beschikbaar zijn op het tabblad [RAW] van het toolpalet te gebruiken.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
In DPP kunt u alle aanpassingen (gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen) die zijn uitgevoerd met het toolpalet, opslaan in de opname als een 'recept' (pag. 102). U kunt de aanpassingen ook opslaan, downloaden en toepassen op andere opnamen als een apart receptbestand (dat de extensie '.vrd' heeft) (pag. 80 en pag. 103).
87
Inleiding
Helderheid en kleur automatisch aanpassen (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) U maakt van de opname een optimale standaardopname door de kleurtooncurve automatisch te laten aanpassen (pag. 122). U kunt de mate waarin automatische aanpassing plaatsvindt, instellen op 'Standaard' of 'Hoog'.
Klik op de gewenste knop voor automatische aanpassing. O Standaard: Standaard automatische aanpassing. Geschikt voor de meeste opnamen. Gebruik deze instelling als het effect van de standaard O Hoog: automatische aanpassing niet groot genoeg is. De oorspronkelijke instellingen van de kleurtooncurve worden hersteld Hoog Standaard
Opnamen die niet geschikt zijn voor automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) Bij de volgende opnamen is het resultaat van automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) mogelijk niet naar verwachting: • Opnamen die zijn gemaakt met de juiste belichting • Opnamen met een helderheid die niet in evenwicht is • Opnamen die te donker zijn • Opnamen die met zeer sterk tegenlicht zijn gemaakt Als u op de knop [ ] klikt, worden de standaardinstellingen van de kleurtooncurve en van [Hue/Tint] en [Saturation/Verzadiging] hersteld. Ga voorzichtig te werk als u [Hue/Tint] en [Saturation/ Verzadiging] afzonderlijk aanpast (pag. 91).
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
¿ De kleurtooncurve wordt op basis van de ingevoerde wijzigingen aangepast.
88
Inleiding
Helderheid en contrast aanpassen U kunt de helderheid en het contrast van een opname aanpassen.
O Brightness (Helderheid): Sleep de schuifregelaar naar rechts om een opname helderder te maken en naar links om een opname donkerder te maken. O Contrast: Hiermee kunt u de kleurovergang en de mate van kleurcontrast aanpassen. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer contrast en naar links voor minder contrast.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken
Sleep de schuifregelaars naar links of rechts Voer numerieke waarden in
JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Het aanpassingsbereik is -100 t/m +100 (in te stellen in stappen van 1).
89
Inleiding
De kleurtoon aanpassen met behulp van automatische witbalanscorrectie U kunt de witbalans aanpassen door een bepaald gedeelte van een opname als de standaard voor wit in te stellen en zo de opname natuurlijk te laten ogen. Automatische witbalanscorrectie is effectief wanneer u deze functie gebruikt in delen van een opname waarin de witte kleurtoon door een lichtbron is veranderd.
1
Klik op de knop [
2
Klik op een punt dat u als standaard voor wit wilt instellen. Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
].
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
De coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) ¿ De kleur van de opname wordt aangepast met het geselecteerde punt als de standaard voor wit. O Als u op een ander punt in de opname klikt, wordt de witbalans opnieuw aangepast. O U kunt de automatische witbalanscorrectie beëindigen door met de rechtermuisknop te klikken of door nogmaals op de knop [ ] te klikken. Als uw opname geen witte gebieden bevat
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Als uw opname geen witte gebieden bevat, kunt u de witbalans aanpassen door in stap 2 op een grijs punt in de opname te klikken. Hiermee is het resultaat van de aanpassingen hetzelfde als wanneer u een wit punt selecteert. O De opname wordt aangepast op basis van de gemiddelde waarde van een pixelbereik van 5 × 5 vanaf het punt waarop u hebt geklikt. O De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het histogram. U kunt de histogramweergave ook vastzetten, zodat ingevoerde wijzigingen niet in het histogram worden weergegeven (pag. 76).
90
Inleiding
Tint, verzadiging en scherpte aanpassen U kunt kleurtinten en de verzadiging aanpassen en de algehele sfeer van een opname verzachten of minder zacht maken.
O Hue (Tint): Sleep de schuifregelaar naar rechts om kleurtonen geler te maken en naar links om kleurtonen roder te maken. O Saturation (Verzadiging): Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer kleurdiepte en naar links voor minder kleurdiepte. O Sharpness (Scherpte): Sleep de schuifregelaar naar rechts om een opname minder zacht te maken en naar links om een opname zachter te maken.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Voer numerieke waarden in
Index
Onnatuurlijke scherpte Sleep de schuifregelaars naar links of rechts
Pas de scherpte aan met de vensterweergave ingesteld op [100% view/ 100%-weergave], [50% view/50%-weergave] of [200% view/200%weergave]. Als u de weergave instelt op [Fit to window/Aanpassen aan venster] (volledige schermweergave), lijkt de scherpte onnatuurlijk. Het aanpassingsbereik voor tint is –30 t/m 30, voor verzadiging 0 t/m 200 en voor scherpte 0 t/m 500 (in te stellen in stappen van 1).
91
Inleiding
Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve) U kunt de helderheid, het contrast en de kleur van een bepaald gebied aanpassen door de kleurtooncurve te wijzigen (pag. 122).
de kleurtooncurvemodus en de 1 Selecteer interpolatiemethode.
2
Voer de gewenste aanpassingen uit. Inhoudsoverzicht
Hiermee wordt elk kanaal aangepast RGB wordt batchgewijs aangepast Klik om een [ ] (punt) toe te voegen Sleep [ ] om de opname aan te passen.
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken
Klik met de rechtermuisknop in de grafiek om het menu weer te geven
JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
O Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de verticale as het uitvoerniveau. O Het maximale aantal [ ] is 8. O Als u een [ ] wilt verwijderen, drukt u op de toets of dubbelklikt u op de [ ]. O De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het histogram. U kunt de histogramweergave ook vastzetten, zodat ingevoerde wijzigingen niet in het histogram worden weergegeven (pag. 76). O De kleurtooncurvemodus en interpolatiemethode voor een kleurtooncurve kunnen ook worden gewijzigd in [Preferences/ Voorkeuren] (pag. 76).
Index
92
Inleiding
Het dynamisch bereik aanpassen U kunt het dynamische bereik (het bereik van weergegeven lichtgradaties) van donkere punten naar heldere punten in een opname aanpassen. Omlaag verplaatsen Uitvoerniveau lichtpunten
Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname
Numerieke waarde uitvoerniveau lichtpunt
Naar links slepen Invoerniveau lichtpunten
Naar rechts slepen Invoerniveau schaduwpunten Numerieke waarde uitvoerniveau schaduwpunt Numerieke waarde invoerniveau schaduwpunt
Numerieke waarde invoerniveau lichtpunt
O Het bereik voor schaduwpunten ligt tussen 0 en 247 (in te stellen in stappen van 1). O Het bereik voor lichtpunten ligt tussen 8 en 255 (in te stellen in stappen van 1). O De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het histogram. U kunt de histogramweergave ook vastzetten, zodat ingevoerde wijzigingen niet in het histogram worden weergegeven (pag. 76).
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Omhoog verplaatsen Uitvoerniveau schaduwpunten O Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de verticale as het uitvoerniveau.
93
Ruis reduceren
Inleiding
U kunt ruis reduceren in JPEG- en TIFF-opnamen die in het donker of met een hoge ISO-snelheid zijn gemaakt.
1
Selecteer het tabblad [NR/Lens/ALO / Ruisreductie/ lens/ALO] in het toolpalet van het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster.
2
Klik op de knop [NR Preview/ Ruisreductievoorbeeld].
4
Klik op de knop [Apply/Toepassen]. ¿ Ruisreductie wordt op de opname toegepast en de opname wordt opnieuw weergegeven.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen
¿ Het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] wordt weergegeven.
3 Pas een opname aan. Navigatievenster Vergrotingsweergavepositie Sleep de schuifregelaars Ruisreductiecontrolevenster O U kunt een ruisreductieniveau tussen 0 en 20 instellen. Hoe hoger de instelling, hoe groter het effect van de ruisreductie. O U kunt het effect van de ruisreductie controleren wanneer een opname wordt weergegeven op 100% in het ruisreductiecontrolevenster. O U kunt de weergavepositie van het ruisreductiecontrolevenster wijzigen door de vergrotingsweergavepositie over het navigatievenster te slepen.
Dezelfde ruisreductie instellen voor verschillende opnamen Wanneer u meerdere opnamen selecteert in het hoofdvenster, kunt u hetzelfde ruisreductieniveau voor de opnamen instellen zonder het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] weer te geven. U past het ruisreductieniveau aan in het toolpalet [NR/Lens/ALO / Ruisreductie/ lens/ALO] (pag. 112) met behulp van de schuifregelaars [Luminance noise reduction/Luminantieruisreductie] en [Chrominance noise reduction/Kleurtoonruisreductie] en klikt vervolgens op de knop [Apply/ Toepassen]. O Als [Luminance noise reduction/Luminantieruisreductie] is ingesteld, wordt de resolutie mogelijk lager naarmate u ruisreductie toepast. O Als [Chrominance noise reduction/Kleurtoonruisreductie] is ingesteld, kan kleurdoorloop optreden als u ruisreductie toepast. O U kunt de instellingen voor batchgewijze ruisreductie vooraf instellen via [Default noise reduction settings/ Standaardinstellingen voor ruisreductie] op het tabblad [Tool palette/Toolpalet] in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 76). Dit is vooral handig wanneer u ruisreductie op alle opnamen in een map tegelijk wilt toepassen, bijvoorbeeld voor opnamen met een hoge ISO-snelheid. Op opnamen waaraan een recept is toegevoegd, wordt echter het ruisniveau van het recept toegepast. O Raadpleeg pag. 113 voor een overzicht van de functies van het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld].
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
94
Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen U kunt het bijsnijden van een opname beperken tot een bepaald gedeelte van de opname, maar u kunt ook de compositie van een opname wijzigen. Hierbij wordt een horizontaal opgenomen opname verticaal. U kunt de hoek van een opname ook aanpassen voordat u de opname bijsnijdt. Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan opnamen die met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III of EOS 7D zijn gemaakt, wordt het bijsnijdingskader weergegeven dat is gebaseerd op deze beeldverhoudingsinformatie.
1 Selecteer de opname die u wilt bijsnijden. 2 Open het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. O Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start Trimming/Angle Adjustment tool/Bijsnijden/aanpassen hoek starten]. ¿ Het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek verschijnt. ¿ De opname kan worden bewerkt zodra het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek goed wordt weergegeven.
3
Inleiding
Pas de hoek van de opname naar wens aan. Venster voor bijsnijden/aanpassen hoek Grootst mogelijk bijsnijdings kader Klik (opname naar links of rechts roteren in stappen van 90 graden)
Slepen* (stappen van 0,01 graad; aanpasbaar bereik: -45 tot +45 graden) Pas de hoek aan met de muis (klik op / ) of voer de aanpassingshoek direct in* (stappen van 0,01 graad; aanpasbaar bereik: -45 tot +45 graden) * U kunt de hoek van opnamen die groter zijn dan 6666 x 4444 pixels niet aanpassen. O Als u op [Center on Screen/Centreren op scherm] klikt, kunt u het bijsnijdingskader in het midden van het venster weergeven. O Wanneer u op de knop [OK] klikt nadat u de hoek van de opname hebt aangepast, wordt de opname bijgesneden volgens het grootst mogelijke bijsnijdingskader.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
95
4
Selecteer een verhouding en sleep het bijsnijdingskader. Annuleren Selecteer een verhouding voor het bijsnijden Sleep het bijsnijdingskader
5
Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster. ¿ Het bijsnijdingskader wordt in de bijgesneden opname weergegeven (pag. 109). ¿ Als de bijgesneden opname in een bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster wordt weergegeven, wordt deze in de bijgesneden vorm weergegeven.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
O U kunt het bijsnijdingskader verslepen. O Als u het formaat van het bijsnijdingskader wilt aanpassen, sleept u de vier hoeken van het kader. O Overzicht van beeldverhoudingen (breedte:hoogte)
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
[Free/Vrij]:
U kunt opnamen naar ieder gewenst formaat bijsnijden, ongeacht de verhouding die u kunt selecteren. [Custom/Aangepast]: U kunt de opname bijsnijden volgens de opgegeven beeldverhouding.
96
Inleiding
Bijgesneden opnamen O U kunt de oorspronkelijke instellingen van het bijsnijdingskader op elk gewenst moment herstellen Een bijgesneden opname wordt als een bijgesneden opname weergegeven of afgedrukt. Aangezien de opname echter niet daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door op de knop [Reset/Herstellen] te klikken in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' (pag. 103) uit te voeren. O Weergave van de bijgesneden opname in elk venster • Hoofdvenster: Het bijsnijdingskader wordt weergegeven op de opname (pag. 109). De bijgesneden opname wordt weergegeven. • Bewerkingsvenster: • Beeldbewerkingsvenster: De miniatuur is gelijk aan die in het hoofdvenster en de vergrote opname is gelijk aan die in het bewerkingsvenster. O Een bijgesneden opname afdrukken U kunt een bijgesneden opname afdrukken in DPP. O Nadat de opname is opgeslagen als een aparte opname, is deze blijvend bijgesneden Nadat de bijgesneden JPEG- of TIFF-opname is opgeslagen als een aparte opname (pag. 103), is deze blijvend bijgesneden. O Opnamen waarvoor een beeldverhouding is ingesteld, worden weergegeven als bijgesneden opnamen Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan opnamen die met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III of EOS 7D zijn gemaakt, wordt het bijsnijdingskader weergegeven op basis van deze beeldverhoudingsinformatie. Aangezien de opname echter niet daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u het bijsnijdingskader aanpassen of de niet-bijgesneden versie van de opname herstellen. Wanneer u wilt terugkeren naar de situatie voorafgaand aan het bijsnijden op basis van de beeldverhoudingsgegevens op het moment van de opname, klikt u op de knop [Reset/Herstellen]. Als u het hele bijsnijdingskader wilt verwijderen, klikt u op de knop [Clear/Wissen] (pag. 117).
Handige functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. O De schermweergave wijzigen met het toetsenbord U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen + <Enter> of de toets . O Bewerkingen uitvoeren met het contextmenu U kunt elke bewerking ook uitvoeren met het menu dat wordt weergegeven wanneer u met de rechtermuisknop op de opname klikt. O Het bijsnijdingskader toepassen op een andere opname U kunt het bijsnijdingskader op een andere opname toepassen door op de knop [Copy/Kopiëren] te klikken om het bijsnijdingskader te kopiëren. Geef vervolgens een andere opname weer en klik op de knop [Paste/Plakken]. Als u een gekopieerd bijsnijdingskader batchgewijs op meerdere opnamen wilt toepassen, selecteert u in het hoofdvenster de bijgesneden opname en de andere opnamen waarop u het bijsnijdingskader wilt toepassen. Ga vervolgens naar het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Geef de bijgesneden opname weer en klik op de knop [Copy/Kopiëren] en klik op de knop [Apply All/Alles toepassen]. Het bijsnijdingskader wordt nu toegepast op alle geselecteerde opnamen wanneer het venster voor bijsnijden/ aanpassen hoek wordt weergegeven.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Voor opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wordt deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat details van de opname moeilijk te zien zijn in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.
Index
Raadpleeg pag. 117 voor een overzicht van de functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.
97
Automatisch stof wissen De stofwisdata die aan opnamen worden toegevoegd die met een camera zijn gemaakt die deze data kan toevoegen, kunnen worden gebruikt voor het automatisch wissen van stofvlekken.
Inleiding
3
Nadat de opname opnieuw is getekend, klikt u op de knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen].
Inhoudsoverzicht
Compatibele camera's
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
EOS-1D Mark IV
EOS-1Ds Mark III
EOS-1D Mark III
EOS 5D Mark II
EOS 7D
EOS 50D
EOS 40D
EOS 550D
EOS 500D
EOS 450D
EOS 400D DIGITAL
EOS 1000D
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Selecteer in het hoofdvenster een opname met stofwisdata.
1 Selecteer het menu [Tools/Extra] 2 Stempel starten].
[Start Stamp tool/
¿ Het kopieerstempelvenster wordt weergegeven.
¿ Stofvlekken worden in één bewerking gewist.
op de knop [OK] om terug te keren naar het 4 Klik hoofdvenster.
¿ Het teken [ ] (pag. 109) wordt weergegeven op opnamen waaruit stofvlekken zijn verwijderd.
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
98
Inleiding
Aanvullende informatie O U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellen Een opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of afgedrukt. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door in het kopieerstempelvenster op de knop [Undo/ Ongedaan maken] te klikken of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' uit te voeren (pag. 103). O Opnamen waaruit stof is verwijderd controleren in het kopieerstempelvenster Controleer de opnamen waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. De oorspronkelijke opnamen worden in andere vensters weergegeven en u kunt deze niet controleren. O Opnamen waaruit stof is verwijderd afdrukken U kunt een opname waaruit stof is verwijderd afdrukken in DPP. O De knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen] is niet actief Als er geen stof is dat door DPP uit de opname kan worden verwijderd, is de knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen] uitgeschakeld, ook bij opnamen waaraan in de camera stofwisdata zijn toegevoegd. O Stofvlekken verwijderen die niet automatisch kunnen worden verwijderd Bij automatisch stof wissen worden stofvlekken gewist op basis van informatie over de stof die is vastgelegd in de stofwisdata. Afhankelijk van het type stof, kunnen stofvlekken in bepaalde gevallen echter niet worden gewist. In dergelijke gevallen kunt u die stofvlekken wissen met de reparatiefunctie (pag. 100) of de kopieerstempelfunctie (pag. 102). O Nadat de opname is opgeslagen als een aparte opname, is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd Nadat de JPEG- of TIFF-opname waaruit stof is verwijderd is opgeslagen als een aparte opname (pag. 103), is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd.
Handige functies in het kopieerstempelvenster O Plekken waaruit stof is verwijderd controleren Nadat u stap 3 hebt uitgevoerd, kunt u de plekken waaruit stof is verwijderd weergeven en één voor één controleren door op de toetsen <Shift> + te drukken. (Druk op de toetsen <Shift> + om terug te keren naar de vorige stofplek.) O Het wissen van één specifieke stofvlek annuleren Nadat u stap 3 hebt uitgevoerd, kunt u op de toetsen <Shift> + of <Shift> + drukken om de plek weer te geven waaruit stof is verwijderd. Druk vervolgens op de toetsen <Shift> + om het wissen van deze stofvlek te annuleren. O Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen + <Enter>. O Het stofwisresultaat toepassen op een andere opname U kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen. Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiëren], geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen en klik op de knop [Paste/Plakken]. Raadpleeg pag. 119 voor een overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Automatisch stof wissen in het hoofdvenster In het hoofdvenster kunt u eveneens automatisch stofvlekken wissen uit meerdere opnamen waaraan stofwisdata zijn toegevoegd.
Index
Selecteer meerdere opnamen waaraan stofwisdata zijn toegevoegd en selecteer het menu [Adjustment/ Aanpassen] [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen]. ¿ De stofvlekken in alle geselecteerde opnamen worden in één bewerking gewist.
99
Handmatig stof wissen (reparatiefunctie) U kunt stofvlekken in een opname wissen door ze een voor een te selecteren.
5
Inleiding
Zorg ervoor dat de stofvlek die u wilt wissen, zich binnen [ ] bevindt en klik. Inhoudsoverzicht
Selecteer in het hoofdvenster de opname waarin u stofvlekken wilt wissen.
1 Selecteer het menu [Tools/Extra] 2 Stempel starten].
[Start Stamp tool/
¿ Het kopieerstempelvenster wordt weergegeven.
3
Nadat de opname opnieuw is getekend, dubbelklikt u op het punt waar u wilt beginnen met het wissen van stof.
Dubbelklik hierop
¿ De opname wordt in de 100%-weergave weergegeven. O U kunt de weergavepositie wijzigen door te slepen.
op de knop die bij de stofvlekken hoort die u wilt 4 Klik verwijderen.
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Klik hierop
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
¿ De stofvlek binnen [ ] wordt gewist. O Klik op een ander deel van de opname als u andere stofvlekken in de opname wilt wissen. O Als u stof in een ander deel van de opname wilt wissen, kunt u met de rechtermuisknop klikken of nogmaals op de knop klikken waarop u in stap 4 hebt geklikt om het wissen van stof te annuleren en de bewerking nogmaals uit te voeren vanaf stap 3. O Als een stofvlek niet kan worden gewist, wordt [ ] weergegeven.
op de knop [OK] om terug te keren naar het 6 Klik hoofdvenster.
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
¿ Het teken [ ] (pag. 109) wordt weergegeven op opnamen waaruit stofvlekken zijn verwijderd.
O Klik op de knop [ ] als de stofvlek donker van kleur is en klik op de knop [ ] als de stofvlek licht van kleur is. O Wanneer u de cursor over de opname beweegt, wordt het stofwisbereik als [ ] weergegeven.
100
Inleiding
Aanvullende informatie O Klik meerdere malen als stofvlekken niet volledig zijn gewist Als ongewenste stofvlekken niet worden gewist, ook niet nadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u ze volledig wissen door meerdere malen te klikken. O Stofvlekken kunnen doorgaans worden gewist met de reparatiefunctie Stofvlekken kunnen worden gewist met de reparatiefunctie. Het is mogelijk dat u stoflijnen niet kunt wissen. Gebruik in dergelijke gevallen de kopieerstempelfunctie (pag. 102). O U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellen Een opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of afgedrukt. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door in het kopieerstempelvenster op de knop [Undo/ Ongedaan maken] te klikken of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' uit te voeren (pag. 103). O Opnamen waaruit stof is verwijderd controleren in het kopieerstempelvenster Controleer de opnamen waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. De oorspronkelijke opnamen worden in andere vensters weergegeven en u kunt deze niet controleren. O Opnamen waaruit stof is verwijderd afdrukken U kunt een opname waaruit stof is verwijderd afdrukken in DPP. O Nadat de opname is opgeslagen als een aparte opname, is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd Nadat de JPEG- of TIFF-opname waaruit stof is verwijderd is opgeslagen als een aparte opname (pag. 103), is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd.
Handige functies in het kopieerstempelvenster O Plekken waaruit stof is verwijderd controleren Nadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u de plekken waaruit stof is verwijderd weergeven en één voor één controleren door op de toetsen <Shift> + te drukken. (Druk op de toetsen <Shift> + om terug te keren naar de vorige stofplek.) O Het wissen van één specifieke stofvlek annuleren Nadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u op de toetsen <Shift> + of <Shift> + drukken om de plek weer te geven waaruit stof is verwijderd. Druk vervolgens op de toetsen <Shift> + om het wissen van deze stofvlek te annuleren. O Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen + <Enter>. O Het stofwisresultaat toepassen op een andere opname U kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen. Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiëren], geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen en klik op de knop [Paste/Plakken]. Om in verschillende andere opnamen op dezelfde plaats stof te verwijderen, kunt u efficiënt stofvlekken verwijderen door op de opnamen te klikken terwijl u de toets in het hoofdvenster ingedrukt houdt. U bereikt dit ook door meerdere opnamen te selecteren door op de eerste opname te klikken en vervolgens op de laatste terwijl u de toets <Shift> ingedrukt houdt en vervolgens het kopieerstempelvenster weer te geven.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Voor opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wordt deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat stofvlekken in het kopieerstempelvenster moeilijk te zien zijn.
Raadpleeg pag. 119 voor een overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster.
101
Bewerkingsresultaten opslaan Ongewenste delen van een opname wissen (kopieerstempelfunctie) U kunt een opname corrigeren door een ander deel van de opname te kopiëren en over een ongewenst deel van de opname te plakken.
stap 1 t/m 3 in 'Handmatig stof wissen 1 Volg . (reparatiefunctie)' 2 Selecteer het gedeelte dat u wilt kopiëren. (pag. 100)
Bewerkingsgegevens opslaan in een opname Alle inhoud (recept) die is aangepast met het toolpalet (pag. 87 t/m pag. 94) en de informatie over het bijsnijdingskader (pag. 95) en het wissen van stof (pag. 98 t/m pag. 102) kan worden opgeslagen in een JPEG- of TIFF-opname of in een aparte JPEG- of TIFF-opname.
Selecteer het menu [File/Bestand]
gewenste item.
O Houd de toets ingedrukt en klik op het gedeelte dat u als kopieerbron wilt gebruiken. O Als u een ander gedeelte als kopieerbron wilt instellen, voert u de bovenstaande bewerking nogmaals uit. O Als u de positie van de kopieerbron wilt vastzetten, schakelt u [Fix Copy Source position/Positie van kopieerbron vastzetten] in.
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken
O Klik op of sleep over het gedeelte van de opname dat u wilt corrigeren. De [+] in het venster geeft de kopieerbron aan en [ ] geeft het kopieerdoel aan. ¿ Het gekopieerde beeld wordt geplakt op de positie waarnaar u deze hebt gesleept. O Bij [Pen type/Pentype] kunt u een keuze maken uit [Brush/Kwast] (de randen van het geplakte beeld zijn uitgevaagd) en [Pencil/ Potlood] (de randen van het geplakte beeld zijn scherp).
¿ Het teken [ ] (pag. 109) wordt weergegeven op een gecorrigeerde opname.
Inhoudsoverzicht
Geavanceerde bewerkingen
3 Corrigeer de opname.
op de knop [OK] om terug te keren naar het 4 Klik hoofdvenster.
Inleiding
JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
¿ Uw aanpassingen worden bij de opname opgeslagen.
Index
102
Opnamen opnieuw bewerken De opname opslaan als een aparte opname Als een JPEG- of TIFF-opname is aangepast met het toolpalet (pag. 87 t/m pag. 94) en, net als een RAW-opname, op de onderstaande wijze wordt opgeslagen, kan de opname worden opgeslagen als een aparte opname waarop de aanpassingen zijn toegepast. En als een bijgesneden opname (pag. 95) of een opname waaruit stof is verwijderd (pag. 98 t/m pag. 102) ook op deze wijze wordt opgeslagen, wordt deze blijvend een bijgesneden opname of een opname waaruit stof is verwijderd. O Opnamen opslaan als JPEG- of TIFF-opnamen (pag. 39) O Opnamen in een batch opslaan als JPEG- of TIFF-opnamen (batchverwerking) (pag. 83) Door de opname op de bovenstaande wijze als een aparte JPEG- of TIFF-opname op te slaan, worden de aanpassingen die zijn uitgevoerd met het toolpalet toegepast. De opnamekwaliteit is iets lager nadat de opname is bewerkt/opgeslagen, net als bij normale beeldbewerkingssoftware.
Wanneer opnamen worden bewerkt met het toolpalet (pag. 87 t/m pag. 94), worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen aangepast en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Bovendien wordt de informatie over het bijsnijdingskader of het wissen van stof van een bijgesneden opname (pag. 95) of een opname waaruit stof is verwijderd (pag. 98 t/m pag. 102), gewoon bij de opname opgeslagen. U kunt daarom alle wijzigingen die bij de opname zijn opgeslagen (pag. 102), zoals informatie over het bijsnijdingskader en het wissen van stof, ongedaan maken en de laatst opgeslagen versie of de oorspronkelijke versie van de opname herstellen.
1 Selecteer de opname die u opnieuw wilt bewerken. Selecteer het menu [Adjustment/Aanpassen] 2 gewenste item.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken
Bewerkingsgegevens toepassen op een andere opname
JPEG/TIFFopnamen bewerken
U kunt de aanpassingsgegevens (recept) van JPEG- en TIFF-opnamen die zijn aangepast met het toolpalet op dezelfde wijze als bij RAWopnamen kopiëren en toepassen op andere opnamen. Hieronder vindt u de bijbehorende procedure. O Aanpassingsgegevens toepassen op een andere opname (pag. 38) O Aanpassingsgegevens (recept) gebruiken (pag. 80)
Referentie
Index
Afdrukken Net als RAW-opnamen kunt u bewerkte JPEG- en TIFF-opnamen afdrukken aan de hand van de onderstaande instructies. O Afdrukken (pag. 40) O Afdrukken met opname-informatie (pag. 69) O Een lijst met miniaturen afdrukken (afdrukken op één vel) (pag. 70) O RAW-opnamen afdrukken met een professionele Canon-printer (pag. 71)
¿ De instellingen van het geselecteerde item worden hersteld.
103
Referentie
Inleiding
Dit referentiegedeelte is toegevoegd om uw gebruikservaring van DPP te verbeteren. Dit hoofdstuk bevat verschillende oplossingen voor problemen, instructies voor het verwijderen van DPP van uw computer, een overzicht van de functies in de verschillende vensters en een verklarende woordenlijst. Aan het einde van het hoofdstuk vindt u een index waarmee u gemakkelijk informatie kunt vinden.
Problemen oplossen .................................................................. 105 De software verwijderen (installatie ongedaan maken) ............. 106 Overzicht van de functies in het hoofdvenster (venster Folder (Map))..... 107 Overzicht van de functies in het hoofdvenster (venster Collection (Collectie)) ........................................................................................... 108 Informatie over het opnamekader in het hoofdvenster en het beeldbewerkingsvenster ............................................................ 109 Overzicht van de functies in het bewerkingsvenster .................. 110 Overzicht van de functies in het toolpalet .................................. 111 Overzicht van de functies in het venster NR Preview (Ruisreductievoorbeeld) ............................................................. 113 Overzicht van de functies in het controlevenster ....................... 114 Overzicht van de functies in het beeldbewerkingsvenster ......... 115 Overzicht van de functies in het venster voor het converteren en opslaan van één opname............................................................... 116 Overzicht van de functies in het venster voor bijsnijden/ aanpassen hoek......................................................................... 117 Overzicht van de functies in het venster Lens Aberration Correction (Lensaberratie corrigeren) ........................................ 118 Overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster............ 119 Overzicht van de functies in het venster voor het converteren en opslaan van meerdere opnamen (batchverwerking).................. 120 Overzicht van de functies in het naamwijzigingsvenster............ 121 Verklarende woordenlijst............................................................ 122 Index .......................................................................................... 124 Over deze instructiehandleiding............................................... 128 Handelsmerken ........................................................................ 128
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
104
Problemen oplossen Raadpleeg de onderstaande onderwerpen als DPP niet correct werkt.
De installatie kan niet correct worden voltooid O U kunt de software niet installeren als er een andere gebruikersinstelling dan [Computer administrator/Beheerder van deze computer] of [Administrator/Beheerder] is geselecteerd. Selecteer de gebruikersinstelling [Computer administrator/Beheerder van deze computer] in Windows XP of [Administrator/Beheerder] in Windows 7/ Windows Vista. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw computer voor meer informatie over het selecteren van de gebruikersinstelling.
DPP werkt niet O DPP werkt niet correct op een computer die niet voldoet aan de systeemvereisten voor DPP. Gebruik DPP op een computer die voldoet aan de systeemvereisten (pag. 3). O Zelfs als uw computer de geheugencapaciteit (RAM) heeft die in de systeemvereisten (pag. 3) wordt aangegeven, is er mogelijk onvoldoende geheugen (RAM) beschikbaar als een andere toepassing tegelijk met DPP wordt uitgevoerd. Sluit alle andere toepassingen af.
De kaartlezer detecteert de SD-kaart niet O Afhankelijk van de kaartlezer en het gebruikte besturingssysteem van de computer worden SDXC-kaarten mogelijk niet correct gedetecteerd. In dat geval moet u uw camera en de computer met de meegeleverde interfacekabel op elkaar aansluiten en de opnamen overbrengen naar uw computer met behulp van EOS Utility (meegeleverde software).
Opnamen worden niet goed weergegeven O Opnamen die niet worden ondersteund door DPP, kunnen niet worden weergegeven. Er bestaan verschillende soorten JPEG- en TIFF-opnamen. JPEG- en TIFF-opnamen die niet compatibel zijn met Exif 2.2 en 2.21, worden mogelijk niet goed weergegeven (pag. 3). O Als een opname waaruit stof is verwijderd (pag. 64 t/m pag. 68 en pag. 98 t/m pag. 102) wordt weergegeven in een ander venster dan het kopieerstempelvenster, wordt de opname weergegeven zoals deze was voordat het stof werd verwijderd. Controleer opnamen waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster.
Inleiding
Een opname kan niet worden aangepast O JPEG- en TIFF-opnamen kunnen niet worden aangepast met de aanpassingsfunctie voor opnamen op het tabblad [RAW] van het toolpalet. Gebruik voor het aanpassen van deze opnamen het tabblad [RGB] in het toolpalet (pag. 111). O RAW-opnamen die zijn gemaakt met de PowerShot Pro1 kunnen niet worden aangepast met de functie voor het aanpassen van opnamen op het tabblad [RAW] van het toolpalet. Gebruik voor het aanpassen van deze opnamen het tabblad [RGB] in het toolpalet (pag. 111).
Een recept kan niet in een andere opname worden geplakt (toegepast) O U kunt het roteren (pag. 10, pag. 23, pag. 107, pag. 114 en pag. 115), bijsnijden (pag. 35 en pag. 95) en stofwisdata (kopieerstempel) (pag. 64 t/m pag. 68 en pag. 98 t/m pag. 102) van een opname niet als een recept in een andere opname plakken (toepassen). Snijd de opname bij of verwijder stof uit de opname met de functie kopiëren/plakken die u in elk venster kunt vinden en roteer de opnamen een voor een. O De aanpassingsgegevens (recept) van RAW-opnamen die zijn aangepast met het tabblad [RAW] van het toolpalet, kunnen niet worden toegepast op JPEG- of TIFF-opnamen (pag. 111). O Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie) (pag. 58) is een functie die uitsluitend beschikbaar is voor RAW-opnamen die met de EOS-1D Mark IV, EOS 5D Mark II, de EOS 7D, de EOS 50D, EOS 550D en EOS 500D zijn gemaakt. U kunt de aanpassingen van Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie) niet toepassen op RAW-opnamen die zijn gemaakt met andere camera's.
Kleuren in de opname zijn vaag wanneer ze met andere software worden weergegeven O Als een RAW-opname een andere kleurruimte heeft dan sRGB (pag. 68 en pag. 77) en de opname vervolgens wordt geconverteerd naar en opgeslagen als een JPEG- of TIFF-opname, zijn de kleuren in de opname vaag wanneer de opname wordt weergegeven in software die alleen compatibel is met de sRGB-kleurruimte. Stel in dat geval de kleurruimte van de RAW-opname in op sRGB, converteer de opname opnieuw naar een JPEG- of TIFF-opname, sla de opname op en geef deze nieuwe opname weer.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
105
De software verwijderen (installatie ongedaan maken) Er bestaan verschillen tussen de kleuren van de opname op het scherm en de kleuren van de afgedrukte opname O Als de kleurweergave van het beeldscherm niet goed is ingesteld of als geen profiel is ingesteld voor de printer waarop u opnamen wilt afdrukken, kunnen er grote verschillen bestaan tussen de kleuren van de opname op het scherm en de kleuren van de afgedrukte opname. Als de kleurweergave van het beeldscherm wordt aangepast (pag. 77) en het juiste profiel voor de printer wordt ingesteld (pag. 77), liggen de kleuren van een afgedrukte opname en die van de opname op het scherm dichter bij elkaar. Als u afdrukt met een Canon-printer (pag. 40 en pag. 43) of een netwerkprinter (pag. 71 en pag. 72), worden automatisch printerprofielen ingesteld. U hoeft zo alleen de kleurweergave van het beeldscherm in te stellen om te zorgen dat de kleuren nader met elkaar overeenkomen. O Wanneer wordt afgedrukt met Easy-PhotoPrint, worden kleuren niet goed afgedrukt als de functie voor automatische compensatie in Easy-PhotoPrint en de verschillende soorten aanpassingsfuncties voor opnamen zijn ingeschakeld. Schakel alle aanpassingsfuncties voor opnamen in Easy-PhotoPrint uit (pag. 44). O Als u de kleuraanpassingsfunctie van het printerstuurprogramma gebruikt, wordt de opname mogelijk afgedrukt in kleuren die afwijken van de kleuren op het scherm, ook als u een printerprofiel instelt. Gebruik de kleuraanpassingsfunctie voor opnamen van het printerstuurprogramma niet.
Er kunnen geen grote aantallen opnamen in batches worden afgedrukt
O Sluit alle toepassingen af voordat u de software verwijdert. O Meld u aan als beheerder van deze computer als u de software wilt verwijderen. O Start de computer opnieuw op nadat u de software hebt verwijderd. Zo vermijdt u mogelijke computerproblemen. Computerproblemen zullen vooral optreden als u de computer niet opnieuw opstart voordat u de software opnieuw installeert.
1
Selecteer de knop [Start] (knop [ ] in Windows 7/ Windows Vista) [All Programs/Alle programma's] [Canon Utilities/Canon-hulpprogramma's] [Digital Photo Professional] [Digital Photo Professional Uninstall/Digital Photo Professional verwijderen].
de instructies op het scherm om de software te 2 Volg verwijderen. ¿ De software wordt verwijderd.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
O Als een groot aantal bestanden in batches wordt afgedrukt, is het mogelijk dat het afdrukken halverwege de afdruktaak wordt gestopt of dat de opnamen niet worden afgedrukt. U kunt dit probleem oplossen door een kleiner aantal opnamen af te drukken of door het geheugen in uw computer te vergroten.
Referentie
Een bestand blijft achter in de map nadat opnamen zijn verwijderd
Index
O Verwijder [CRW_YYYY.THM] (het beeld voor de weergave van de camera-index) als dit bestand achterblijft in de map waaruit opnamen zijn verwijderd (pag. 46). * [YYYY] in de bestandsnaam geeft een getal aan.
De opname-informatie wordt niet weergegeven O Bij een JPEG-opname die is ingesteld op Adobe RGB en die is gemaakt met de EOS 10D of EOS 300D DIGITAL of PowerShot Pro1, wordt mogelijk geen opname-informatie weergegeven (pag. 10 en pag. 21).
106
Overzicht van de functies in het hoofdvenster (venster Folder (Map)) (pag. 10)
Inleiding
De mappenstructuur Het toolpalet tonen/verbergen (pag. 111) weergeven/verbergen Selecteert alle opnamen Schakelt over naar het Annuleert de selectie van beeldbewerkingsvenster (pag. 115) alle opnamen
Inhoudsoverzicht
Selectietekens (pag. 18) Verwijdert selectietekens (pag. 18) Pad van map Beeldrotatie (in stappen van 90 graden)
Werkbalk*1 Tabblad [Collection/ Collectie]*5 Tabblad [Folder/Map]*5
Converteren/ opslaan in een batch (pag. 83, pag. 84 en pag. 120)
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Mappenstructuur*2
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Kleurruimte van de opname en Weergavemodus*4 de gebruikte kleurruimte*3 (pag. 68 en pag. 77) Statusinformatie over recept (pag. 80) *1 Selecteer het menu [View/Beeld] [Toolbar/Werkbalk] om de werkbalk weer te geven of te verbergen. *2 De opnamen in de geselecteerde mappen worden als een lijst met miniaturen rechts op het scherm weergegeven. *3 Hier worden de coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) van een opname weergegeven wanneer automatische witbalanscorrectie is uitgevoerd met het toolpalet.
Aantal geselecteerde opnamen Weergave van de CMYKsimulatie (pag. 77) Aantal weergegeven opnamen *4 Het item dat is geselecteerd in [Viewing and saving RAW images/ RAW-opnamen weergeven en opslaan] (pag. 73) van het venster [Preferences/Voorkeuren], wordt weergegeven. *5 U kunt tussen de vensters [Folder/Map] en [Collection/Collectie] wisselen.
107
Overzicht van de functies in het hoofdvenster (venster Collection (Collectie)) (pag. 33) Schakelt over naar het beeldbewerkingsvenster
Selectietekens Het toolpalet tonen/verbergen Selecteert alle opnamen Verwijdert selectietekens Annuleert de selectie van alle opnamen Beeldrotatie (in stappen van 90 graden)
Werkbalk Converteren/ opslaan in een batch
Tabblad [Collection/ Collectie] *1 Tabblad [Folder/Map]
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Kleurruimte van de opname en de gebruikte kleurruimte*2 (pag. 68 en pag. 77)
Weergavemodus Statusinformatie over recept
*1 Het totale aantal opnamen dat is toegevoegd aan het venster [Collection/Collectie] wordt weergegeven tussen de ( ) op het tabblad [Collection/Collectie]. Als er een opname wordt toegevoegd die wordt weergegeven als een enkele opname (pag. 20), is het totaal aantal weergegeven opnamen twee keer zo groot.
Aantal geselecteerde opnamen Weergave van de CMYKsimulatie Aantal weergegeven opnamen *2 Hier worden de coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) van een opname weergegeven wanneer automatische witbalanscorrectie is uitgevoerd met het toolpalet.
108
Informatie over het opnamekader in het hoofdvenster en het beeldbewerkingsvenster (pag. 10 en pag. 31)
Inleiding
Informatie die wordt weergegeven als [Large thumbnail/Grote miniatuur] (pag. 10) is geselecteerd Inhoudsoverzicht
Symbool voor de kopieerstempel (pag. 64 t/m pag. 68 en pag. 98 t/m pag. 102)
Selectieteken (pag. 17 en pag. 18)
Markering voor correctie van lensaberratie (pag. 62)
Aanpassingswaarde voor de helderheid*1 (pag. 24)
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Bijsnijdingskader*6 (pag. 35 en pag. 95)
Grote aantallen opnamen verwerken
Diafragma*3
JPEG/TIFFopnamen bewerken
Pictogram voor de witbalans*1 (pag. 25)
Referentie
Bestandsnaam Opnametype*2
Aanpassingsteken voor RAW*1 *4 Aanpassingsteken voor RGB*1 *5 Teken voor niet-opgeslagen bewerkingsgegevens
Index
Sluitertijd*3 *1 Wordt niet weergegeven bij [Small thumbnail/Kleine miniatuur]. *2 Wordt weergegeven in RAW- en JPEG-opnamen die als één opname worden weergegeven (pag. 20). [RAW] wordt weergegeven in RAW-opnamen. (Bij [Small thumbnail/Kleine miniatuur] (pag. 10) wordt [R] weergegeven.) In RAW-opnamen die zijn gemaakt met de PowerShot Pro1 wordt [RAW] niet weergegeven. *3 Wordt niet weergegeven bij [Medium thumbnail/Middelgrote miniatuur] of [Small thumbnail/Kleine miniatuur].
*4 Wordt weergegeven in een opname die is bewerkt met het tabblad [RAW] van het toolpalet in het bewerkingsvenster en het beeldbewerkingsvenster. *5 Wordt weergegeven in een opname die is bewerkt met het tabblad [RGB] van het toolpalet in het bewerkingsvenster en het beeldbewerkingsvenster. *6 Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan opnamen die met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III of EOS 7D zijn gemaakt, wordt de opname weergegeven als een bijgesneden opname.
109
Overzicht van de functies in het bewerkingsvenster Pad en bestandsnaam van de opname
(pag. 11 en pag. 23)
Inleiding
Toolpalet*1 (pag. 111 en pag. 112) Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Weergave van informatie*2
Weergave van de CMYK-simulatie (pag. 77)
Weergavemodus*4 Kleurruimte van de opname*3 en de gebruikte kleurruimte (pag. 68 en pag. 77) *1 Selecteer het menu [View/Beeld] [Tool palette/Toolpalet] om het toolpalet weer te geven of te verbergen. *2 Geeft de coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) weer.
*3 RAW-opnamen worden weergegeven met [RAW]. *4 Het item dat is geselecteerd in [Viewing and saving RAW images/ RAW-opnamen weergeven en opslaan] (pag. 73) van het venster [Preferences/Voorkeuren], wordt weergegeven.
110
Overzicht van de functies in het toolpalet Tabblad RAW van het toolpalet (pag. 23) Brightness adjustment (Aanpassing van de helderheid) (pag. 24) White balance adjustment (Aanpassing van de witbalans) (pag. 25, pag. 26 en pag. 53) Beeldstijl-instellingen (pag. 24 en pag. 56)
Inleiding
Tabblad RGB van het toolpalet (pag. 57) Automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) (pag. 30 en pag. 88) Automatische witbalanscorrectie (pag. 90) Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve) (pag. 55 en pag. 92) Aanpassing van het dynamische bereik (pag. 93)
Aanpassing van het dynamische bereik (pag. 54) Aanpassing van het contrast (pag. 27) Aanpassing schaduwen/lichte delen (pag. 54) Instelling Linear (Lineair) (pag. 27) Aanpassing van de kleurtoon en verzadiging (pag. 27) Aanpassing van de scherpte (pag. 29) Vergrotingsweergavepositie*
* Als een opname vergroot wordt weergegeven, kunt u de positie van de vergrotingsweergave verplaatsen door deze te slepen. De vergroting van de weergavepositie wordt weergegeven wanneer [Docking display/Docking-weergave] (pag. 76) is ingesteld en het beeldbewerkingsvenster (pag. 115) is vergroot.
Aanpassing van de helderheid en het contrast (pag. 89) Aanpassing van de tint en verzadiging (pag. 91)
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Aanpassing van de scherpte (pag. 91)
Referentie
Vergrotingsweergavepositie*
Index
111
Inleiding
Tabblad NR/Lens/ALO (Ruisreductie/lens/ALO) van het toolpalet
Tabblad NR/Lens/ALO (Ruisreductie/lens/ALO) van het toolpalet
(Als een RAW-opname is geselecteerd)
(Als een JPEG- of TIFF-opname is geselecteerd) Inhoudsoverzicht
Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie) (pag. 58) Knop voor het toepassen van ruisreductie (pag. 59) Hiermee wordt het venster [NR Preview/ Ruisreductievoorbeeld] weergegeven (pag. 94 en pag. 113) Luminantieruisreductie voor RAW-opnamen (pag. 59)
Knop voor het toepassen van ruisreductie (pag. 94) Hiermee wordt het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] weergegeven (pag. 94 en pag. 113)
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Kleurtoonruisreductie voor RAW-opnamen (pag. 59) Luminantieruisreductie voor JPEG- en TIFF-opnamen (pag. 94) Kleurtoonruisreductie voor JPEGen TIFF-opnamen (pag. 94) Knop voor het afstemmen van lensaberratiecorrectie (pag. 62)
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Lensaberratie corrigeren (pag. 62)
Referentie
Vergrotingsweergavepositie*
* Als een opname vergroot wordt weergegeven, kunt u de positie van de vergrotingsweergave verplaatsen door deze te slepen. De vergroting van de weergavepositie wordt weergegeven wanneer [Docking display/Docking-weergave] (pag. 76) is ingesteld en het beeldbewerkingsvenster (pag. 115) is vergroot.
Vergrotingsweergavepositie*
Index
112
Overzicht van de functies in het venster NR Preview (Ruisreductievoorbeeld) (pag. 59 en pag. 94)
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Knop voor het toepassen van ruisreductie
Basisbewerkingen
Vergrotingsweergavepositie
Geavanceerde bewerkingen
Navigatievenster
Opnametype* Luminance noise reduction (Luminantieruisreductie) Chrominance noise reduction (Kleurtoonruisreductie) Ruisreductiecontrolevenster
1 2 3 4 5
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
* Wanneer u een JPEG- of TIFF-opname selecteert en het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] opent, wordt [TIFF/JPEG] weergegeven en kunt u de luminantieruis en de kleurtoonruis reduceren voor JPEG- en TIFF-opnamen.
113
Overzicht van de functies in het controlevenster
(pag. 16 en pag. 17)
Inleiding
weergave*1
50% view (50%-weergave)/100% view (100%-weergave) (moiréreductie uitgeschakeld)/volledige Geeft de opname op het volledige Pad en bestandsnaam van de opname scherm weer*2 Weergave van selectietekens
Verwijdert selectietekens (pag. 17) Selectietekens (pag. 17)
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Door de weergegeven opnamen bladeren
Geavanceerde bewerkingen
Hiermee worden de AF-punten weergegeven (pag. 16) Hiermee geeft u het weergavevenster weer (pag. 22)
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Beeldrotatie (in stappen van 90 graden)
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
*1 U kunt 50% view (50%-weergave)/100% view (100%-weergave) (moiréreductie uitgeschakeld) selecteren door [Preferences/ Voorkeuren] in het menu [Tools/Extra] te selecteren en [Quick check tool display/Weergave controlevenster] in het tabblad [View settings/ Weergave-instellingen] te gebruiken. U kunt de weergavepositie in de vergrote weergave ook verplaatsen door de opname te slepen. *2 Druk op de toets <Esc> om terug te keren naar de normale schermweergave.
114
Overzicht van de functies in het beeldbewerkingsvenster Het toolpalet tonen/verbergen Pad en bestandsnaam van de opname Het weergavegebied voor de miniaturen tonen/verbergen Het raster tonen/ De vergrotingsverhouding van de weergegeven opname 4 Door de weergegeven opnamen bladeren Het hoofdvenster weergeven (pag. 107) verbergen*
(pag. 31 en pag. 33)
Inleiding
Beeldrotatie (in stappen van 90 graden) Converteren/opslaan in een batch (pag. 83, pag. 84 en pag. 120)
Werkbalk
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Weergavegebied voor miniaturen*3
Toolpalet (pag. 111)
Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Weergavemodus*5 Index
Weergave van informatie*2 Kleurruimte van de opname*1 en de gebruikte kleurruimte (pag. 68 en pag. 77) Weergave van de CMYK-simulatie (pag. 77) 1 * RAW-opnamen worden weergegeven met [RAW]. *4 U kunt de tussenruimten van het raster instellen met [Grid pitch/ 2 * Geeft de coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden Tussenruimte raster] in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 75). (8-bits conversie) weer. *5 Het item dat is geselecteerd in [Viewing and saving RAW images/ *3 Geeft in het hoofdvenster geselecteerde opnamen weer. De hier RAW-opnamen weergeven en opslaan] (pag. 73) van het venster geselecteerde opname is vergroot en wordt rechts weergegeven. [Preferences/Voorkeuren] wordt weergegeven.
115
Overzicht van de functies in het venster voor het converteren en opslaan van één opname (pag. 39)
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Opnametypen Type opname Exif-JPEG Exif-TIFF 8-bits TIFF 16-bits Exif-TIFF 8-bits+ExifJPEG TIFF 16-bits+Exif-JPEG
Extensie .JPG .TIF .TIF
Opslaglocatie
.TIF/.JPG .TIF/.JPG
Opslaan
Grote aantallen opnamen verwerken
JPEG-compressieniveau*3
JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
ICC-profielen insluiten*2 (pag. 122)
Formaat wijzigen*4
*1 Het instellingsbereik is 1 t/m 60.000 dpi. *2 Informatie over de kleurruimte (pag. 68 en pag. 77) die in een opname is ingesteld, wordt aan een ICC-profiel toegevoegd. Ook als u het selectieteken verwijdert voor opnamen die zijn ingesteld op de kleurruimte Apple RGB, ColorMatch RGB of Wide Gamut RGB (pag. 68 en pag. 77), worden de ICC-profielen automatisch ingesloten.
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken
Bestandsnaam
Resolutie*1
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Index
*3 Het instellingsbereik is 1 t/m 10. Hoe hoger de numerieke waarde, hoe te hoger de opnamekwaliteit. *4 De hoogste van de twee waarden die zijn ingesteld in [Width/Breedte] en [Height/Hoogte] wordt toegepast op de langste rand van een opname om het formaat ervan aan te passen.
116
Overzicht van de functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek (pag. 35 en pag. 95)
Inleiding
Annuleert alle informatie over het bijsnijdingskader (beeldverhouding) Volledige schermweergave/terugkeren naar normale schermweergave De oorspronkelijke versie van de opname wordt hersteld Verhouding van bijsnijdingskader (u kunt ook numerieke waarden invoeren als u [Custom/Aangepast] hebt geselecteerd)*1 Coördinaten van de linkerbovenhoek van het bijsnijdingskader (u kunt ook numerieke waarden invoeren) Formaat van het bijsnijdingskader (u kunt ook numerieke waarden invoeren) Hoek van opname aangepast (Sleep de balk, klik met de muis op / of voer numerieke waarden in om een hoek in te stellen) Past het gekopieerde bijsnijdingskader toe op alle andere opnamen*2 Door de weergegeven opnamen bladeren*2 Geeft randen rond een bijsnijdingskader weer Mate van opaciteit buiten een bijsnijdingskader Geeft rasterlijnen weer of verbergt ze (Sleep de balk om de afstand tussen rasterlijnen in te stellen) Geeft het bijsnijdingskader in het midden van het venster weer
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Bijsnijdingskader
Hiermee kopieert u het bijsnijdingskader en past u dit toe op (plakt dit in) een andere opname*2 Beeldrotatie (in stappen van 90 graden)
*1 Als u [Free/Vrij] hebt geselecteerd in de keuzelijst [Aspect ratio/ Beeldverhouding], kunt u het bijsnijdingskader ook aanpassen door de randen van het bijsnijdingskader te slepen.
*2 Kan worden gebruikt als meerdere opnamen zijn geselecteerd en het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek wordt weergegeven.
117
Overzicht van de functies in het venster Lens Aberration Correction (Lensaberratie corrigeren) (pag. 62)
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Sectie voor vergrotingsweergave*1
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen
De oorspronkelijke versie van de opname wordt hersteld Schuifregelaar Shooting distance information (Informatie over opnameafstand)*2 (pag. 63) Correctie helderheid randen Vervorming corrigeren Chromatische aberratie corrigeren Hiermee corrigeert u blauwe chromatische aberratie Kleurvervaging corrigeren De positie van de sectie die vergroot wordt weergegeven tonen/verbergen Rasterweergave
Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Positie voor vergrotingsweergave (Navigatieweergave)
Hiermee corrigeert u rode chromatische aberratie
*1 Het gebied op de opname waarop u hebt geklikt (Positie voor vergrotingsweergave), wordt weergegeven op 200%. 2 * Bij RAW-opnamen die met een MP-E 65mm f/2.8 1-5x Macro Photo of EF 50mm f/2.5 Compact Macro met Life Size Converter EF zijn gemaakt, verandert de indicatie bij de schuifregelaar in de zoomvergroting.
118
Overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster (pag. 64 t/m pag. 68 en pag. 98 t/m pag. 102) Volledige schermweergave/terugkeren naar normale schermweergave
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Past stofwisdata toe (pag. 64 en pag. 98) Typen stof die moeten worden gewist (pag. 66 en pag. 100) Geeft de kopieerbron aan (pag. 68 en pag. 102) Zet de positie van de kopieerbron vast (pag. 68 en pag. 102) Stempeltypen (pag. 68 en pag. 102) Hiermee stelt u het stofwisbereik (pag. 66 en pag. 100) of het kopieerbereik (pag. 68 en pag. 102) in op een waarde tussen 5 en 100 (in eenheden van één pixel) (u kunt ook een numerieke waarde invoeren) Herstellen/opnieuw uitvoeren Kopieert het stofwisbereik of het kopieerbereik en past dit toe op (plakt dit in) een andere opname Door de weergegeven opnamen bladeren*
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
* Kan worden gebruikt als meerdere opnamen zijn geselecteerd en het kopieerstempelvenster wordt weergegeven.
119
Overzicht van de functies in het venster voor het converteren en opslaan van meerdere opnamen (batchverwerking) (pag. 83) Namen van de opnamebestanden die in een batch moeten worden opgeslagen ICC-profielen (pag. 122)
insluiten*2
Resolutie*1 Formaat wijzigen*4
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Opslaglocatie Opnametypen Type opname Exif-JPEG Exif-TIFF 8-bits TIFF 16-bits Exif-TIFF 8-bits+ExifJPEG TIFF 16-bits+Exif-JPEG
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Extensie .JPG .TIF .TIF .TIF/.JPG .TIF/.JPG
JPEG-compressieniveau*3
Bestandsnaam
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
In een batch overbrengen naar andere beeldbewerkingssoftware (pag. 84) Alleen RAW-opnamen worden geconverteerd*5 *1 Het instellingsbereik is 1 t/m 60.000 dpi. *2 Informatie over de kleurruimte (pag. 68 en pag. 77) die in een opname is ingesteld, wordt aan een ICC-profiel toegevoegd. Ook als u het selectieteken verwijdert voor opnamen die zijn ingesteld op de kleurruimte Apple RGB, ColorMatch RGB of Wide Gamut RGB (pag. 68 en pag. 77), worden de ICC-profielen automatisch ingesloten. *3 Het instellingsbereik is 1 t/m 10. Hoe hoger de numerieke waarde, hoe te hoger de opnamekwaliteit.
Opslaan
*4 De hoogste van de twee waarden die zijn ingesteld in [Width/Breedte] en [Height/Hoogte] wordt toegepast op de langste rand van een opname om het formaat ervan aan te passen. *5 Wordt weergegeven wanneer u op de knop [Batch process/Batch verwerken] (pag. 107 en pag. 115) klikt zonder dat een opname is geselecteerd in het hoofdvenster of het beeldbewerkingsvenster. Als u alleen RAW-opnamen wilt converteren, kunt u op deze knop klikken in plaats van op de knop [Execute/Uitvoeren].
Index
120
Overzicht van de functies in het naamwijzigingsvenster
(pag. 85)
Stelt de nieuwe bestandsnaam in Volgorde waarin opnamen worden gesorteerd Schakel het selectievakje in om dezelfde naam toe te passen op gelijktijdig vastgelegde RAW- en JPEG-opnamen Schakel het selectievakje in om de opnamen te kopiëren Klik op de knop [Browse/Bladeren] en geef op waar u de opnamen wilt opslaan
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Stelt de opmaak van de gegevens in de bestandsnaam in
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
121
Verklarende woordenlijst
Inleiding
RAW-opname
Bitwaarde
RAW-opnamen die zijn gemaakt met EOS DIGITAL-camera's, worden vastgelegd in een niet-gecomprimeerde 14-bits of 12-bits indeling. Aangezien RAW-opnamen speciale, niet-ontwikkelde opnamen zijn, hebt u software met ontwikkelingsfuncties, zoals DPP, nodig om deze opnamen weer te geven. Niet-ontwikkelde RAW-opnamen hebben als voordeel dat u een groot aantal aanpassingen in deze opnamen kunt maken, waarbij vrijwel geen kwaliteitsverlies in de opnamen optreedt. * 'RAW' betekent 'in natuurlijke vorm' of 'niet verwerkt of verfijnd'.
Binaire eenheid voor het gegevensvolume in de kleur van een opname. Met de waarde wordt het aantal bits per pixel aangegeven. Hoe groter het aantal bits, hoe geleidelijker de overgang tussen de kleuren en de gradaties. Een 1-bits opname is een zwart-witopname.
JPEG-opname De meest algemene opname in niet-omkeerbare, gecomprimeerde 8-bits indeling. Een JPEG-opname wordt met een hoog compressieniveau opgeslagen zodat de bestanden klein zijn, zelfs wanneer sprake is van opnamegegevens met een groot aantal pixels. Tijdens het opslaan en comprimeren wordt een deel van de gegevens verwijderd, waardoor de bestanden kleiner worden. Dit betekent echter wel dat de kwaliteit van de opname bij elke bewerking of opslaghandeling afneemt. Met DPP worden alleen de receptgegevens aangepast en de opname zelf wordt niet overschreven of gecomprimeerd. De kwaliteit van het origineel neemt dus niet af, zelfs niet als u de opname verschillende malen bewerkt en opslaat. * JPEG is een afkorting van 'Joint Photographic Experts Group'.
TIFF-opname Dit is een bitmapopname in een niet-gecomprimeerde 8-bits/16-bits indeling. Aangezien TIFF-opnamen niet worden gecomprimeerd, blijft bij het opslaan van deze opnamen de hoge kwaliteit van het origineel behouden. * TIFF is een afkorting van 'Tagged Image File Format'.
Recept Voor de 'gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen' die kunnen worden bewerkt in DPP, wordt de term 'recept' gebruikt. In DPP kunt u JPEG- en TIFF-opnamen bewerken die net als RAWopnamen een 'recept' gebruiken.
Kleurbeheersystemen (kleurovereenstemming) Op elke digitale camera waarmee opnamen worden vastgelegd, elk beeldscherm waarop opnamen worden weergegeven en elke printer waarop opnamen worden afgedrukt, worden kleuren op een verschillende manier gecreëerd. Daarom kan er een verschil zijn tussen de kleur van een opname waneer deze wordt bekeken op een monitor en wanneer deze wordt afgedrukt. Een kleurbeheersysteem is een systeem waarmee kleuren worden beheerd en zo beter op elkaar worden afgestemd. Met DPP kunt u kleuren op verschillende apparaten beter op elkaar afstemmen met behulp van ICC-profielen op de verschillende apparaten.
ICC-profielen ICC-profielen zijn bestanden die kleurgegevens bevatten, zoals de kleureigenschappen en de kleurruimte van verschillende apparaten, die zijn ingesteld door het ICC (International Color Consortium). Vrijwel alle apparaten, zoals het beeldscherm waarmee opnamen worden weergegeven of de printer waarmee opnamen worden afgedrukt, kunnen worden beheerd (kleurbeheer) met behulp van deze ICCprofielen. De kleuren op de verschillende apparaten kunnen zo nauwkeuriger op elkaar worden afgestemd. DPP beschikt over kleurbeheer waarin deze ICC-profielen worden gebruikt.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
Kleurtooncurve Een kleurtooncurve geeft de waarden vóór aanpassing aan (invoer) als de horizontale as van een grafiek en de waarden na aanpassing (uitvoer) als de verticale as. Omdat de waarden vóór aanpassing en na aanpassing gelijk zijn als nog geen aanpassingen zijn uitgevoerd, wordt de kleurtooncurve weergegeven als een rechte lijn die van links onder naar rechts boven in de grafiek loopt. Door deze kleurtooncurve te wijzigen, kunt u de helderheid, het contrast en de kleur van een opname in detail aanpassen. Hoe verder naar rechts op de horizontale as, hoe hoger de plus-waarde, en hoe hoger op de verticale as, hoe hoger de plus-waarde.
122
Inleiding
Kleurruimte
CMYK-simulatieprofielen
Een kleurruimte is een reproduceerbare kleurenreeks (kenmerken van een kleurenspectrum). DPP ondersteunt de onderstaande vijf soorten kleurruimten. sRGB: Standaardkleurruimte voor Windows. Wordt algemeen gebruikt voor de standaardkleurruimte van beeldschermen, digitale camera's en scanners. Adobe RGB: Een bredere kleurruimte dan sRGB. Wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het afdrukken in een bedrijfsomgeving. Apple RGB: Standaardkleurruimte voor Macintosh. Een kleurruimte die iets breder is dan sRGB. ColorMatch RGB: Een kleurruimte die iets breder is dan sRGB. Wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het afdrukken in een bedrijfsomgeving. Wide Gamut RGB: Een kleurruimte die breder is dan Adobe RGB. Raadpleeg het onderstaande kleurdiagram voor het kleurgebied van elke kleurruimte.
Een profiel dat kleuren simuleert wanneer wordt afgedrukt in een CMYK-omgeving (afdrukapparaat, enzovoort). Met DPP kunt u kleuren simuleren met vier profieltypen. Euro Standard: Profiel dat normaal wordt gebruikt voor het drukken van boeken in Europa; geschikt voor simulatie van afdrukken volgens de Europese norm. JMPA: Profiel dat normaal wordt gebruikt voor het drukken van onder andere boeken in Japan; geschikt voor simulatie van het in kleur afdrukken van tijdschriftreclame volgens de Japanse norm. U.S.Web Coated: Profiel dat normaal wordt gebruikt voor het drukken van boeken in Noord-Amerika; geschikt voor simulatie van afdrukken volgens de NoordAmerikaanse norm. JapanColor2001 type3: Profiel dat zich ontwikkelt tot de meest gebruikte norm voor afdrukken in Japan; geschikt voor simulatie van afdrukken volgens de JapanColor-norm.
Kleurdiagram met kleurruimten die worden ondersteund door DPP
Kleurbereik dat met het oog waarneembaar is
Wit punt Gammawaarde (kleurtemperatuur) sRGB Adobe RGB Apple RGB ColorMatch RGB Wide Gamut RGB
2,2 2,2 1,8 1,8 2,2
6500 K (D65) 6500 K (D65) 6500 K (D65) 5000 K (D50) 5000 K (D50)
Rendering intent Rendering intents zijn methoden voor het omzetten van kleuren bij het afdrukken van een opname. De omzetmethode van elke rendering intent wordt hieronder beschreven. Perceptual (Volgens waarneming): Voor en na het converteren worden alle kleuren geconverteerd om de verhouding tussen kleuren te handhaven. Zelfs als kleuren in enige mate zijn gewijzigd, kunt u een opname afdrukken die er natuurlijk uitziet en waarvan de kleurverhoudingen behouden zijn gebleven. Afhankelijk van de opname wordt de verzadiging echter mogelijk in de hele opname gewijzigd. Relative Colorimetric (Relatief colorimetrisch): Er is geen sprake van een grote conversie bij kleuren die voor en na het converteren niet veel van elkaar afwijken, maar kleuren die niet op elkaar lijken worden naar ratio geconverteerd. Omdat er weinig wijzigingen worden aangebracht aan kleuren die op elkaar lijken en waaruit het grootste deel van een opname bestaat, kunt u een opname afdrukken die er natuurlijk uitziet en waarvan de verzadiging niet in hoge mate is gewijzigd. Afhankelijk van de opname zijn er echter gevallen waarin de algemene kleurtoon van een opname in enige mate wordt gewijzigd, aangezien de kleuren en lichte delen die niet op elkaar lijken worden gewijzigd.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
123
Index A Aanpassen (JPEG- of TIFF-opname) Automatische aanpassing (Tone Curve Assist/ Kleurtooncurvehulp) ..................................................................... 88 Automatische witbalanscorrectie.................................................. 90 Contrast........................................................................................ 89 Dynamisch bereik ......................................................................... 93 Helderheid .................................................................................... 89 Scherpte ....................................................................................... 91 Tabblad RGB van het toolpalet .................................................. 111 Tint ............................................................................................... 91 Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve)................. 92 Verzadiging .................................................................................. 91 Aanpassen (RAW-opname) Aanpassingen kopiëren................................................................ 81 Aanpassingen opslaan ................................................................. 81 Aanpassingen toepassen ............................................................. 81 Automatische aanpassing (Tone Curve Assist/ Kleurtooncurvehulp) ..................................................................... 30 Automatische witbalanscorrectie.................................................. 26 Beeldstijl ....................................................................................... 24 Beeldstijl-bestand ......................................................................... 56 Contrast........................................................................................ 27 Dynamisch bereik ......................................................................... 54 Filtereffect..................................................................................... 28 Helderheid .................................................................................... 24 Helderheid van lichte delen .......................................................... 54 Helderheid van schaduwen .......................................................... 54 Kleurenwiel................................................................................... 53 Kleurtemperatuur.......................................................................... 53 Kleurtoon ...................................................................................... 27 Monochroom ................................................................................ 28 Persoonlijke witbalans.................................................................. 82 Scherpte ....................................................................................... 29 Tabblad RAW van het toolpalet.................................................. 111 Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve)................. 55 Toningeffect.................................................................................. 28 Toolpalet............................................................................. 111, 112 Verzadiging .................................................................................. 27 Witbalans...................................................................................... 25
Inleiding
Aanpassen van JPEG-opnamen ......................................................... 87 Aanpassen van RAW-opnamen .......................................................... 23 Aanpassen van TIFF-opnamen ........................................................... 87 Aanpassingsgegevens (recept) ................................................... 80, 122 Adobe RGB ....................................................................................... 123 Afdrukken Afdrukken met Canon-inkjetprinters........................................ 40, 43 Afdrukken met Easy-PhotoPrint .................................................... 43 Afdrukken met Easy-PhotoPrint EX .............................................. 40 Afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro ............................................. 71 Afdrukken met een printer voor grote formaten van Canon .......... 72 Afdrukken met een professionele Canon-printer .......................... 71 Afdrukken met opname-informatie (detailinstellingen voor afdrukken) ..................................................................................... 69 Afdrukken met printer van een ander merk dan Canon ................ 46 Afdrukken op één vel papier ................................................... 14, 46 Lijst met miniaturen afdrukken (afdrukken op één vel) ................. 70 Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint........... 77, 78 Afdrukken met Canon-inkjetprinters .............................................. 40, 43 Afdrukken met Easy-PhotoPrint .......................................................... 43 Afdrukken met Easy-PhotoPrint EX..................................................... 40 Afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro.................................................... 71 Afdrukken met een printer van een ander merk dan Canon................ 46 Afdrukken met een printer voor grote formaten van Canon ................ 72 Afdrukken met een professionele Canon-printer ................................. 71 Afdrukken met opname-informatie (detailinstellingen voor afdrukken) ....... 69 Afdrukken op één vel (lijst met miniaturen afdrukken)......................... 70 Afdrukken op één vel papier.......................................................... 14, 46 Afdrukken van een lijst met miniaturen (afdrukken op één vel)........... 70 Afsluiten van DPP................................................................................ 14 Apple RGB......................................................................................... 123 Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie) .................... 58 Automatisch stof wissen .................................................... 64, 65, 98, 99 Automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp).... 30, 88 Automatische witbalanscorrectie ................................................... 26, 90
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
124
Inleiding
B Batch settings (Batchinstellingen), venster ........................... 83, 84, 120 Batchgewijs converteren/opslaan van opnamen (batchverwerking)... 83 Batchgewijs hernoemen van opnamebestanden ................................ 85 Batchgewijs overbrengen van opnamen............................................. 84 Batchgewijs overbrengen van opnamen naar beeldbewerkingssoftware... 84 Batchgewijze toepassing van witbalans op opnamen (persoonlijke witbalans)............................................................................................ 82 Batchverwerking (JPEG- en TIFF-opnamen in een batch opslaan) ... 83, 120 Batchverwerking van meerdere opnamen Bestandsnaam wijzigen................................................................ 85 Converteren/opslaan (batchverwerking) .............................. 83, 120 Overbrengen ................................................................................ 84 Persoonlijke witbalans.................................................................. 82 Receptgegevens .......................................................................... 80 Beeldbewerkingsvenster............................................................. 31, 115 Beeldstijl.............................................................................................. 24 Beeldstijl-bestand................................................................................ 56 Belicht gebied, waarschuwing............................................................. 52 Bestandsnaam wijzigen ...................................................................... 85 Aanpassen Bewerken .......................................................................................... 124 Bewerkingsvenster...................................................................... 11, 110 Bijsnijden/aanpassen hoek, venster voor ............................. 35, 95, 117 Bitwaarde .......................................................................................... 122 Bladwijzer............................................................................................ 48
C Camera's die compatibel zijn met de functie voor het corrigeren van lensaberratie ................................................................................ 60 Chromatische aberratie corrigeren ..................................................... 62 CMYK-simulatie .................................................................... 77, 78, 123 Collection (Collectie), venster ................................................. 6, 33, 108 Color Management (Kleurbeheer) (voorkeuren) ................................. 77 ColorMatch RGB............................................................................... 123 Contrast ........................................................................................ 27, 89 Controlevenster........................................................................... 16, 114
Converteren naar JPEG- of TIFF-opname en opslaan.... 39, 83, 116, 120 Converteren/opslaan van één opname, venster voor.................. 39, 116 Corrigeren van opnamen (kopieerstempelfunctie) ...................... 68, 102
D Detailinstellingen voor afdrukken (afdrukken met opname-informatie)....... 69 Downloaden van een opname naar de computer.................................. 7 Downloaden van een opname naar uw computer Downloaden van opnamen met een kaartlezer .............................. 9 Downloaden van opnamen van een camera .................................. 7 Downloaden van opnamen.................................................................... 7 Downloaden van opnamen met een kaartlezer ..................................... 9 Downloaden van opnamen van een camera ......................................... 7 Dynamisch bereik .......................................................................... 54, 93
E EOS Utility ............................................................................................. 7
F Filtereffect............................................................................................ 28 Folder (Map), venster .................................................................... 6, 107
G General Settings (Algemene instellingen) (voorkeuren)...................... 73
H Handmatig stof wissen (reparatiefunctie) .................................... 66, 100 Helderheid ..................................................................................... 24, 89 Helderheid randen corrigeren.............................................................. 62 Voorblad Help ....................................................................................................... 0 Hoofdvenster ............................................................................... 10, 107
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
I ICC-profielen ..................................................................................... 122
J JPEG-opname ................................................................................... 122
125
Inleiding
K Kleurbeheer (kleurovereenstemming)............................................... 122 ICC-profielen .............................................................................. 122 Kleurinstelling van de printer (profielen)................................. 77, 78 Kleurinstelling van het beeldscherm (profielen) ........................... 77 Kleurruimte ................................................................................. 123 Kleurdiagram..................................................................................... 123 Kleurenwiel ......................................................................................... 53 Kleurinstelling van de printer (profielen) ....................................... 77, 78 Kleurinstelling van het beeldscherm (profielen) .................................. 77 Kleurruimte........................................................................................ 123 Adobe RGB ................................................................................ 123 Apple RGB ................................................................................. 123 ColorMatch RGB ........................................................................ 123 Kleurruimte instellen voor elke opname ....................................... 68 sRGB.......................................................................................... 123 Standaardinstelling van kleurruimte ............................................. 77 Standaardinstelling voor kleurruimte ............................................ 77 Wide Gamut RGB....................................................................... 123 Kleurruimte die wordt gebruikt ............................................................ 68 Kleurruimte instellen voor elke opname.............................................. 68 Kleurtemperatuur ................................................................................ 53 Kleurtoon............................................................................................. 27 Kleurtooncurve.................................................................................. 122 Kleurtoonruisreductie (JPEG- en TIFF-opnamen) .............................. 94 Kleurtoonruisreductie (RAW-opnamen) .............................................. 59 Kleurvervaging corrigeren................................................................... 62 Kopieerstempel (opnamen corrigeren) ....................................... 68, 102 Kopieerstempelvenster ........................................... 64, 66, 98, 100, 119 Kopiëren en plakken (toepassen) van recepten ................................. 81 Kwaliteit van een opname verbeteren (hoofdvenster) ........................ 21
L Laden en plakken (toepassen) van recepten...................................... 81 Lens Aberration Correction (Lensaberratie corrigeren), venster ... 62, 118 Lensaberratie corrigeren..................................................................... 60 Lineair ................................................................................................. 27
Luminantieruisreductie (JPEG- en TIFF-opnamen)............................. 94 Luminantieruisreductie (RAW-opnamen) ............................................ 59
M Mappen als bladwijzers vastleggen..................................................... 48 Mappen maken.................................................................................... 47 Miniatuurweergave (hoofdvenster) .............................................. 10, 107 Weergave aanpassen ................................................................... 10 Miniatuurweergave en vergrote weergave (beeldbewerkingsvenster)..... 31 Miniatuurweergave van opnamen (hoofdvenster) ............................... 10 Weergave aanpassen ................................................................... 10 Monochroom........................................................................................ 28 Filtereffect ..................................................................................... 28 Toningeffect .................................................................................. 28
N Naamwijzigingsvenster................................................................ 85, 121 NR Preview (Ruisreductievoorbeeld), venster....................... 59, 94, 113 NR/Lens/ALO (Ruisreductie/lens/ALO), tabblad in toolpalet ............. 112
O Objectieven die compatibel zijn met de functie voor het corrigeren van lensaberratie ................................................................................. 60 Ondersteunde opnamen........................................................................ 3 Opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen ......................... 35, 95 Opnamekader, informatie over (tekens in opname) .......................... 109 Opnamekwaliteit Kwaliteit van een opname verbeteren (hoofdvenster) .................. 21 RAW-opnamen weergeven en opslaan .................................. 73, 74 Ruisreductie in een JPEG-opname (luminantieruis, kleurtoonruis) ..... 94 Ruisreductie in een RAW-opname (luminantieruis, kleurtoonruis) ...... 59 Standaardinstellingen voor ruisreductie ........................................ 76 Valse kleuren reduceren ......................................................... 73, 74 Opnieuw aanpassen van een opname ........................................ 40, 103 Opnieuw bewerken van een opname .......................................... 40, 103 Opslaan Converteren naar JPEG- of TIFF-opnamen en opslaan ....... 39, 116 JPEG- of TIFF-opname opslaan als aparte opname .................. 103 Opnamen in een batch converteren/opslaan (batchverwerking).... 83, 120
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
126
Inleiding
Opslaan ................................................................................ 38, 102 Opslaan als .......................................................................... 38, 102 RAW-opnamen weergeven en opslaan.................................. 73, 74 Opslaan als ................................................................................. 38, 102 Opslaan van recepten......................................................................... 81 Ordenen van opnamen ....................................................................... 46 Mappen als bladwijzers vastleggen.............................................. 48 Mappen maken............................................................................. 47 Mappen verplaatsen of kopiëren .................................................. 48 Opnamen verplaatsen of kopiëren ............................................... 47 Opnamen verwijderen .................................................................. 46 Overbrengen Opnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftware.... 84 Opnamen overbrengen naar Photoshop ...................................... 68 Overbrengen van opnamen naar Photoshop...................................... 68
P Persoonlijke witbalans ........................................................................ 82
R Rangschikken van opnamen......................................................... 18, 19 RAW-opname ................................................................................... 122 RAW-tabblad van het toolpalet ......................................................... 111 Recept......................................................................................... 80, 122 Receptbestand.................................................................................... 80 Rendering intent (aanpassingsmethode) .......................................... 123 Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint .......... 77, 78 Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint................. 77, 78 Repareren (handmatig stof wissen) ............................................ 66, 100 RGB-tabblad van het toolpalet.......................................................... 111 Roteren van opnamen .................................. 10, 23, 107, 108, 114, 115 Ruisreductie (JPEG- of TIFF-opname) ............................................... 94 Ruisreductie (RAW-opname) .............................................................. 59 Ruisreductie in een JPEG-opname (luminantieruis, kleurtoonruis) .... 94 Ruisreductie in een RAW-opname (luminantieruis, kleurtoonruis) ..... 59
S Schaduwgebied, waarschuwing.......................................................... 52 Scherpte........................................................................................ 29, 91
Selecteren van opnamen......................................................... 10, 16, 31 Selectieteken ................................................................. 17, 18, 109, 114 Voorblad Sneltoetsen............................................................................................ 0 Sorteren van opnamen (selectietekens)........................................ 17, 18 sRGB ................................................................................................. 123 Standaardinstelling voor kleurruimte ................................................... 77 Standaardinstellingen voor ruisreductie .............................................. 76 Starten van DPP.................................................................................... 6 Stof wissen Automatisch stof wissen ......................................................... 64, 98 Handmatig stof wissen (reparatiefunctie).............................. 66, 100 Opname corrigeren (kopieerstempelfunctie)......................... 68, 102 Stofwisdata ........................................................................ 64, 65, 98, 99 Synchronisatie (bewerkingsvenster).................................................... 51 Synchroniseren van bewerkingsvensters ............................................ 51 Synchroniseren van opnamen............................................................. 51 Systeemvereisten .................................................................................. 3
T Tekens in opname (informatie over opnamekader)........................... 109 TIFF-opname..................................................................................... 122 Tint....................................................................................................... 91 Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve) .................. 55, 92 Tone Curve Assist (Kleurtooncurvehulp) (automatische aanpassing)....... 30, 88 Toningeffect......................................................................................... 28 Tool Palette (Toolpalet) (voorkeuren).................................................. 76 Toolpalet Tabblad NR/Lens/ALO (Ruisreductie/lens/ALO) van het toolpalet .... 112 Tabblad RAW van het toolpalet .................................................. 111 Tabblad RGB van het toolpalet ................................................... 111
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
V Valse kleuren reduceren................................................................ 73, 74 Vergelijkingsfunctie, weergave met ..................................................... 50 Vergrote weergave (bewerkingsvenster)..................................... 11, 110 Vergrote weergave (controlevenster) ................................................ 114 Verplaatsen of kopiëren van mappen.................................................. 48
127
Inleiding
Verplaatsen of kopiëren van opnamen ............................................... 47 Vervorming corrigeren ........................................................................ 62 Verwijderen Opnamen verwijderen .................................................................. 46 Software verwijderen.................................................................. 106 Verwijderen van DPP (installatie ongedaan maken)......................... 106 Verwijderen van opnamen .................................................................. 46 Verzadiging ................................................................................... 27, 91 View Settings (Weergave-instellingen) (voorkeuren).......................... 75 Voorkeuren ......................................................................................... 73 Color Management (Kleurbeheer)................................................ 77 General Settings (Algemene instellingen) .................................... 73 Tool Palette (Toolpalet) ................................................................ 76 View Settings (Weergave-instellingen)......................................... 75
W Weergave Bewerkingsvenster synchroniseren.............................................. 51 Miniatuurweergave (hoofdvenster)....................................... 10, 107 Miniatuurweergave en vergrote weergave (beeldbewerkingsvenster).... 31, 115 Vergrote weergave (bewerkingsvenster).............................. 11, 110 Vergrote weergave (controlevenster) ................................... 16, 114 Weergave als één opname .......................................................... 20 Weergave met opname-informatie ......................................... 10, 21 Weergave met vergelijkingsfunctie............................................... 50 Weergave als één opname ................................................................. 20 Weergave met opname-informatie................................................ 10, 21 Weergave van opnamen met opname-informatie......................... 10, 21 Weergave van RAW- en JPEG-opname als één opname .................. 20 Wide Gamut RGB ............................................................................. 123 Wijzigen van de bestandsnaam van opnamen in de volgorde in het hoofdvenster ................................................................................. 85 Witbalans ............................................................................................ 25 Automatische witbalanscorrectie............................................ 26, 90 Kleurenwiel................................................................................... 53 Kleurtemperatuur.......................................................................... 53 Persoonlijke witbalans.................................................................. 82
Over deze instructiehandleiding O De inhoud van deze instructiehandleiding mag niet zonder toestemming geheel of gedeeltelijk worden gereproduceerd. O Canon kan de softwarespecificaties en inhoud van deze instructiehandleiding zonder voorafgaande kennisgeving wijzigen. O De softwareschermen en afbeeldingen in deze instructiehandleiding kunnen enigszins afwijken van de feitelijke software. O De inhoud van deze instructiehandleiding is met zorg samengesteld. Mocht u desondanks eventuele fouten of weglatingen tegenkomen, neem dan contact op met uw Canon Service Center. O Ongeacht het bovenstaande, aanvaardt Canon geen aansprakelijkheid voor de resultaten van het gebruik van de software.
Handelsmerken O Microsoft en Windows zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/ of andere landen. O Adobe en Photoshop zijn handelsmerken of geregistreerd handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. O Overige namen en producten die hierboven niet worden vermeld, kunnen handelsmerken of geregistreerde handelsmerken zijn van hun respectieve ondernemingen.
Inhoudsoverzicht
1 2 3 4 5
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Referentie
Index
128