Diaconie van de Protestantse Gemeente te Hilversum
Beleid 2014-2018
In Nederland…
…en in het buitenland
College van Diakenen PgH, november 2013
pag INHOUDSOPGAVE 1
Inleiding
3
2
Visie
4
3
Armoede in Nederland en Hilversum 3.1. Landelijke trends 3.2. Armoede en beleid gemeente Hilversum
4 4 5
4
Organisatie van de diaconie 4.1. College van Diakenen (CvD) 4.2. Wijkdiaconieën 4.3. Commissie Zending, Werelddiaconaat en Ontwikkelingssamenwerking (ZWO) 4.4. Commissie Binnenland
6 7 7 7 7
5
Voornaamste taken van de Diaconie 5.1. College van Diakenen (CvD) 5.2. Wijkdiaconieën
7 7 8
6
Strategische doelen en voornemens Doel 1: Netwerken en samenwerken Doel 2: Complementair zijn op professionele hulpverlening Doel 3: Ondersteunen van projecten; plaatselijk, binnenland en buitenland Doel 4: Doelmatig financieel beheer
8 8 8 9 9
Lijst van voornaamste afkortingen
10
1.
Inleiding
Dit beleidsplan is een vervolg op de beleidsnota 2007-2012 van het College van Diakenen (CvD). Evenals het vorige beleidsplan, valt deze nota onder het beleidsplan van de Protestantse Gemeente te Hilversum (PgH). Met de doorgevoerde decentralisatie van taken van de landelijke overheid naar de gemeenten en de uitvoering van de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) is de diaconie in toenemende mate gesprekspartner van de lokale overheid geworden. Het College van Diakenen (CvD) juicht deze ontwikkeling toe, maar zal haar plaats moeten bepalen in haar relatie met de overheid en het maatschappelijk middenveld. Het diaconaat is omschreven in de kerkorde en de plaatselijke regeling van de PgH. Deze nota is de beleidsmatige uitwerking van het statuut. Het diaconaat is een eigenstandige kerkelijke taak, maar is ook complementair aan andere vrijwilligersinitiatieven en de overheid. Vanuit onze opdracht moeten keuzes gemaakt worden. Communicatie blijft een speerpunt. Het werk van de diaconie dient helder over het voetlicht gebracht te worden, resultaten gemeld, betrokkenheid gegenereerd en in stand gehouden. Daar is de laatste vijf jaar aan gewerkt. Jaarlijks stelt het College van Diakenen op grond van de voornemens in het beleidsplan een activiteitenplan en jaarbegroting op. Zo nodig wordt het beleidsplan bijgesteld naar de actuele situatie. De looptijd van dit plan loopt tot en met zomer 2018. Uiteraard stelt het College van Diakenen (CvD) reacties en kritische inbreng van de lezers op prijs. Omzien naar en het sterk maken van de naaste is immers een opdracht die ons allen aan gaat! Namens het College van Diakenen van de Protestantse Gemeente Hilversum, Arend Smits (voorzitter)
2. Visie De diaconie in Hilversum deelt de visie op het diaconaat, verwoord in de kerkorde van 20041: “De gemeente vervult haar diaconale roeping in de kerk en in de wereld door in de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid te delen van wat haar aan gaven geschonken is, te helpen waar geen helper is en te getuigen van de gerechtigheid van God waar onrecht geschiedt”. Deze visie sluit nadrukkelijk binnenlands en buitenlands diaconaat (werelddiaconaat) in. Interessant is de constatering in de kerkorde dat de gemeente “met het oog op haar roeping in een relatie van wederkerigheid gebruik maakt van de inzichten en ervaringen die haar worden aangereikt door gemeenten waarvan de leden uit andere culturen afkomstig zijn”2. Diaconaat manifesteert zich per definitie naar buiten én in gemeenschappelijkheid. Het is een roeping van de christelijke gemeente én werkt gemeenschapsvormend naar buiten. In een samenleving als de onze, waarin religie meer tot het persoonlijke domein is teruggebracht, is er onverminderd grote behoefte aan datgene wat ons bindt, aan gemeenschapsvorming. Diaconaat is dan ook een zaak van kerk, gemeente en oecumene. Alle gemeenteleden zijn dan ook geroepen tot diaconaat en tot onderling dienstbetoon. De speciale taak van de diaken is onder meer de gemeente op te bouwen ‘met het oog op haar dienst in de wereld’. 3 Met de doorgevoerde decentralisatie van taken van de landelijke overheid naar de gemeenten en de uitvoering van de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) is de diaconie in toenemende mate gesprekspartner geworden van de lokale overheid.
3.
Armoede in Nederland en Hilversum
3.1. Landelijke trends In 2010 had een kwart van de huishoudens in Nederland betalingsachterstanden4, oplopend naar bijna 28% in 2011)5. Het aantal echt arme huishoudens liep in 2012 liep op tot ca. 588.000. Mede door de economische crisis is het beroep op schuldhulpverlening de afgelopen 10 jaar verdriedubbeld. In 2010 deden naar schatting 100.000 huishoudens een beroep op schuldhulpverlening (Regioplan, 2011; p. 4). De opzet van de schuldhulpverlening van de gemeenten (decentralisatie landelijke overheid, WMO) biedt steeds meer ruimte aan vrijwilligersprojecten. Gemeenten zijn actief op zoek naar steun van het maatschappelijk middenveld, waaronder de diaconie en andere kerkelijk-gelieerde organisaties (bijv. SchuldHulpMaatje, Leger des Heils). ‘Armoede’ is meer dan een structurele onbalans tussen het maandelijkse inkomen en niet te beïnvloeden uitgaven. Ook mensen met een goed inkomen kunnen in zo’n onbalans terecht komen. Vanuit onze diaconale opdracht kijken wij primair naar de oorzaken en effecten van armoede, waardoor mensen hun weerbaarheid kunnen verliezen en buitengesloten raken. Bijvoorbeeld: arbeidsongeschiktheid, langdurige werkloosheid, uitzichtloosheid van oplopende schulden, verslavingsproblematiek, echtscheiding, overlijden van een partner, onvoldoende AOW of pensioenopbouw. Mensen kunnen ook door ‘domme pech’ uit balans raken6. Armoedeproblematiek raakt vanuit het christelijk-sociale perspectief ook aan het snijvlak pastoraat-diaconaat (signalering, persoonlijke aandacht, zingevingsvragen). 1
Kerkorde 2004, Artikel X, sub. 2 Kerkorde 2004, Artikel X, sub. 5. 3 Ordinantie 3, art. 11 of kerkorde art. V. 4 Regioplan Beleidsonderzoek, 2011. Het Maatschappelijk Rendement van Vrijwilligersorganisaties in de Schuldhulpverlening. Opdrachtgevers: ANBO, Humanitas, Ihsan, Leger des Heils, Min. van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Rode Kruis, SchuldHulpMaatje, Christelijke Schuldhulppreventie (SCS) en Vluchtelingenwerk Nederland. In kader van motie Ortega-Martijn (2010) subsidie gekregen. 5 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schulden 6 Een schrijnend geval was een reportage op 15 febr. 2013 in ‘Een Vandaag’, over een oudere mevrouw die door het omvallen van SNS bank in één klap haar spaargeld van € 20.000,- kwijt was. 2
De overheid heeft het apparaat voor professionele ondersteuning van risicogroepen, maar heeft het burgerinitiatief nodig om deze groepen tijdig te bereiken of op de rails te houden. Te denken valt aan vroege signalering, het voorkomen van problematische schuldrelaties, het doorverwijzen naar de reguliere hulpverleningsinstanties en loketten. De overheid kan op haar beurt vrijwilligers ondersteunen door hen te faciliteren met geld, middelen en menskracht. De motie Ortega-Martijn (2010) leidde tot subsidie aan maatschappelijke organisaties die zich met de armoedeproblematiek bezighouden (waaronder SchuldHulpMaatje, Christelijke Schuldhulppreventie, Leger des Heils). De diaconieën zijn slechts een van de vele vrijwilligersorganisaties actief op het terrein van armoedebestrijding en maatschappelijke participatie. Qua aantal vrijwilligers en maatschappelijke worteling is het diaconaat duidelijk present. De kerk is nog altijd de grootste vrijwilligersorganisatie. Het genoemde Regioplan-onderzoek schetst voor gemeenten en partijen waarmee zij veel samenwerkt de baten van vrijwilligersprojecten op dit terrein (p.15). De baten worden in de volgende categorieën onderscheiden: (1) aanvulling op de professionele hulpverlening, (2) preventie en nazorg, (3) voorkomen van uitval uit gemeentelijke schuldhulpverlening en (4) het voorkomen van kosten door crisisinterventies. Kosten-baten besparingen door inzet van vrijwilligers lopen op tot bijna een factor 3, met name in de preventie van crisissituaties. Moeilijk calculeerbare baten als het schenken van persoonlijke aandacht en tijd zijn hier niet in meegerekend. De diaconie kan echter niet op al deze terreinen uitvoerend bezig zijn. Wel kan zij een verbindende schakel zijn. Er moeten dus keuzes gemaakt worden. 3.2. Armoede en beleid gemeente Hilversum Per 1 januari 2011 had de gemeente Hilversum 84.984 inwoners (CBS, 2011). De prognose voor de bevolkingsontwikkeling in Hilversum tot 2025 is volgens ´De gezondheidspeiling volwassenen en senioren´ van de GGD als volgt: Leeftijd Aantal personen GGD-peiling tot 2025 0-19 jaar 19.086 Minus 2% = 18.704 20-64 jaar 50.779 Plus 1% = 51.287 65 jaar + 15.119 Plus 26% = 19.050 Totaal 84.984 89.041 Het aantal huishoudens in Hilversum op bijstandsniveau in 2011/2012 wordt geraamd op 3.400 (waarvan ± 1.900 daadwerkelijk een bijstandsuitkering ontvangen). Dat is ± 8,4% van de ca. 40.700 particuliere huishoudens (cijfers Stadsdemograaf Gem. Hilversum, febr. 2013). Een fors deel van deze huishoudens kent bijkomende problemen, zoals hierboven geschetst. De zorgtaak van de gemeente strekt zich dan ook uit tot zorg en welzijn: de zg. ‘compensatieplicht’. Artikel 4 van de WMO verplicht gemeenten om mensen met beperkingen in de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie te compenseren. Dat wil zeggen ondersteuning te bieden, die hen in staat te stelt: (1) een huishouden te voeren, (2) zich te verplaatsen in en om de woning, (3) zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en (4) medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. De wijze waarop dit ingevuld wordt, welke activiteiten en met wie, is aan de gemeente. Praktisch gezien (en zeker ook uit kostenoverwegingen) leidt dat tot een verenging tot de formele professionele verantwoordelijkheid van de gemeente (bijv. het verstrekken van uitkeringen, persoonsgebonden budget, professionele hulp). Anders dan in de beginjaren sinds 2007, ligt nu het accent op de samenwerking tussen overheid en maatschappelijke organisaties en niet meer bij de uitvoering. Dit wordt de ‘kanteling’ van de WMO genoemd, met een drieledige inzet: het faciliteren van eigen kracht (talenten, sterke kanten op individueel niveau); het inzetten van de kracht van de omgeving (familie, vrienden, buurt, informele netwerken); Het bieden van maatwerk in de ondersteuning door gemeente en instellingen.
De afdeling Welzijn, Zorg en Cultuur van de gemeente Hilversum heeft in 2012 een beleidsplan opgesteld voor maatschappelijke ondersteuning en publieke gezondheid 7. In dit plan wordt de vernieuwing van rollen en verantwoordelijkheden conform de bovengeschetste lijnen uitgewerkt. Met name op het derde punt kan de diaconie een goede aanvulling bieden. De diaconie is betrokken bij de Wmo en het debat over en de uitvoering van het armoedebeleid. Er is input geleverd voor de nota ‘Kansen Creëren, Kansen Pakken’ (in december 2012 en in maart 2013). Diakenen participeren in gemeentelijke initiatieven en in het Armoedeplatform (o.a. het ‘Vliegveldontbijt’). De wethouder Welzijn, Zorg en Cultuur is bij het CvD te gast geweest om kennis en ervaring uit te wisselen (najaar 2012). De Raad van Kerken te Hilversum is vertegenwoordigd in de WMO-raad8 Voor de diaconie zijn (vroeg)signalering en ‘toeleiden naar’ belangrijke beleidsuitgangspunten. Dan is het wel zaak om de juiste steunpunten te vinden. Er zijn drie aanknopingspunten: 1. De gemeente probeert versnippering en doublures in de dienstverlening tegen te gaan. Zij gaat meer generalisten aanstellen die het hele zorg- en welzijnsaanbod overzien. 2. Het WWZ-loket wordt geprofileerd als dé centrale plek voor het stellen van vragen, het geven van informatie en advies en voor het melden van signalen en toeleiding naar professionele ondersteuning.9 3. De ontwikkeling van een ‘sociale kaart’. Een extern bureau heeft de opdracht gekregen om die te ontwikkelen en die on-line up-to-date te houden. Een groot knelpunt is het enorme scala van spelers die zich met deelaspecten van maatschappelijke ondersteuning en in het bijzonder armoede bezig houden. Ruwweg valt het werkveld terug te voeren op de volgende hoofdproblemen die een goede participatie van mensen in de samenleving in de weg staan: armoede/ schulden, psychosociaal, dak- en thuisloosheid, asiel- en of verblijfsstatus, verslaving, gezondheid (incl. handicaps). Complexer wordt het bij een combinatie van deze problemen. Voor het doorverwijzen en samenwerken heeft de diaconie herhaaldelijk aangedrongen op een goede ‘sociale kaart’. Die routeplanner of schakelkast ontbrak tot voor kort, maar is nu beschikbaar. Wel is duidelijk dat het WWZ-loket een belangrijk doorverwijspunt is waar de diaconie beslist meer mee kan doen. Naast het signaleren en doorverwijzen blijft de diaconie direct samenwerken met – en zo nodig financiële steun geven aan - geestverwante organisaties zoals de Voedselbank, Inloophuis Wording, Leger des Heils, Armoedeplatform, HiP (Hulp in Praktijk), Stichting Leergeld. Speciale vermelding verdient SchuldHulpMaatje (SHM) voor Hilversum en omstreken. SHM biedt morele en praktische steun als aanvulling op de professionele hulpverlening, met inzet van goed getrainde, gecertificeerde vrijwilligers. Het is een samenwerkingsverband tussen verschillende
7
Gemeente Hilversum, afdeling Welzijn, Zorg en Cultuur (2012). Beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning en Publieke Gezondheid. 8 Zie http://www.hilversum.nl/Leven_en_Werken/Maatschappelijke_ondersteuning/Wmo_raad 9 WWZ-loket, Larenseweg 30, tel. 035-6292151. Op de website van de gemeente Hilversum staat een handige Wegwijzer naar Zorg en Ondersteuning: https://www.regelhulp.nl/zr/hlvrsm/webapp/kennisbank?sessionId=3BC9C6B5B80D7FCD47D0CBB701DB15E9
kerken en religieuze organisaties in Hilversum en omgeving.10 SHM is een sleutelpartner voor de diaconie omdat zij aansluit bij onze missie én werkt aan preventie van armoede. Het CvD is in gesprek met SHM en is voornemens structureler en intensiever met SHM samen te werken. 4. Organisatie van de diaconie De diaconie is op hoofdlijnen als volgt georganiseerd (dit staat gedetailleerder beschreven in de Plaatselijke Regeling van de PgH). 4.1 College van Diakenen (CvD) Het CvD, als het centrale orgaan van de diaconie van de PgH, bepaalt de kaders waarbinnen het diaconale beleid gevoerd wordt, beheert de diaconale gelden, organiseert Hilversum-brede activiteiten (zoals de Voedselbankactie), ondersteunt de wijkdiaconieën en neemt deel aan overleg met externe organisaties. In ordinantie 11-5-2 van de Kerkorde van de Protestantse Kerk is geregeld dat de diaconie van de gemeente rechtspersoonlijkheid heeft en het CvD – kerkordelijk - het bestuur van de diaconie vormt. Een vertegenwoordiger van het CvD heeft zitting in het Breed Moderamen van de Algemene Kerkenraad. In het CvD zijn de vijf wijkdiaconieën vertegenwoordigd (representativiteit). Daarnaast bestaat het CvD uit een boventallige voorzitter, secretaris en penningmeester alsmede een vertegenwoordiger van de commissie ZWO (Zending, Werelddiaconaat en Ontwikkelingssamenwerking) en een vertegenwoordiger van het ministerie van predikanten. 4.2 Wijkdiaconieën Elk van de vijf wijkgemeenten heeft een eigen wijkdiaconie. De wijkdiaconie voert het beleid van het CvD uit, waarbij elke wijk de ruimte krijgt om binnen dat kader eigen prioriteiten aan te brengen en accenten te leggen. 4.3 Commissie Zending, Werelddiaconaat en Ontwikkelingssamenwerking (ZWO) De commissie ZWO initieert activiteiten die te maken hebben met zending, werelddiaconaat of ontwikkelingssamenwerking en adviseert het CvD hierover. Een belangrijk onderdeel hiervan is het beoordelen van giftaanvragen van organisaties die in het buitenland werkzaam zijn. Daarnaast verzorgt de commissie ZWO de communicatie over projecten en collectes op haar werkterrein. Voor behartiging van specifieke ZWO-zaken heeft de commissie ZWO een afgevaardigde in het CvD. 4.4 Commissie Binnenland De commissie Binnenland beoordeelt giftaanvragen van organisaties die binnen Nederland werkzaam zijn en adviseert het CvD hierover. Anders dan de ZWO-commissie is de Commissie Binnenland niet vertegenwoordigd in het CvD, maar rapporteert schriftelijk. 5. Voornaamste taken van de Diaconie 5.1 College van Diakenen (CvD) De belangrijkste taken van het CvD zijn: 1. Geldwerving (collectes, donaties, erfenissen en legaten) voor projecten in binnen- en buitenland en verantwoord financieel beheer van de diaconale middelen (inclusief vermogensrechtelijke aangelegenheden). 2. Het beoordelen en steunen van diaconale projecten in Nederland én in ontwikkelingslanden (respectievelijk in samenwerking met de Commissie Binnenland (CB) en ZWO). Hier hoort ook bij het beoordelen van individuele aanvragen om incidentele hulp vanuit de wijkdiaconieën, groter dan € 750,- en het coördineren van hulpvragen zodat geen doublures optreden (cliënten die bij meerdere diaconieën aankloppen om hulp). 3. Bevorderen van onderlinge contacten tussen de diaconieën om de wijkacties beter bij elkaar bekend te maken. 10
Zie website: http://www.schuldhulpmaatje.nl/index.php?option=com_content&view=featured&Itemid=21
4. Communicatie en PR over diaconale aangelegenheden en vraagstukken van armoede en uitsluiting. 5. Afstemming en samenwerking met andere partijen in het werkveld (instellingen en hulpverleningsinstanties). 6. Onderhouden van contacten met de overheid in diaconale aangelegenheden. 7. Vorming en toerusting (training) van diakenen.
5.2. Wijkdiaconieën De wijkdiaconieën ondernemen een breed scala aan activiteiten: 1. Activiteiten in en rond de eredienst: collectes, avondmaalsvieringen, voorbeden, rouw- en trouwvieringen, themavieringen, voorlichting en bewustwording ZWO. 2. Direct aan de kerk gerelateerde dienstverlening: auto-ophaaldienst, verjaardagsfonds, bloemendienst, ouderenwerk, huisbezoek, kerktelefoon. 3. Diaconaat ‘naar buiten gericht’: a) Diaconaat in eigen gemeente: verwijsfunctie naar overheidsloketten/ hulpverleningsinstanties, bemiddeling van cliënten en samenwerking met zorginstellingen, omzien naar zieken, vakantieweken voor ouderen of gehandicapten. b) Zending en Werelddiaconaat (ZWO): speciale acties voor noodhulp en structurele hulp, in de veertigdagentijd, rond Kerst, zondagen voor het werelddiaconaat, najaarszendingsweek en op andere momenten van de kerkelijke kalender. c) Werkvakanties van jongeren in het buitenland. 4. Organisatie en coördinatie van vrijwilligerswerk, met name voor speciale acties, huisbezoek, georganiseerde activiteiten met geestverwante organisaties, voedselbank, inloophuis, etc. 5. Communicatie en PR: voorlichting via Kerkblad voor Hilversum, wijkbladen, in zondagse vieringen, via predikanten en de website van de PgH.
6. Strategische doelen en voornemens van het CvD11 Het CvD werkt de komende vier jaar aan vier hoofddoelen. Binnen het beleid – mits niet conflicterend daarmee - hebben de wijkdiaconieën ruimte om eigen prioriteiten te stellen. Doel 1: Netwerken en samenwerken Het CvD gaat vanuit haar visie de samenwerking met de lokale overheid en andere geest- en themaverwante organisaties intensiveren. Voornemens: 1.1. Minimaal eenmaal per jaar en op basis van een concrete agenda overleg met gemeente, m.n. de afdelingen Zorg, Welzijn en Cultuur (w.o. WMO valt) en Sociale Zaken. Continueren: input leveren in nieuwe beleidsvoornemens van de lokale overheid. 1.2. Goede werkafspraken maken met WWZ-loket, MEE en andere coördinerende instanties van de overheid (vroegsignalering, doorverwijzing, nazorg). 1.3. Samenwerking met geestverwante, christelijk-sociale organisaties en goede doelen continueren (advisering projecten door commissie binnenland en ZWO voor buitenlandse doelen). 1.4. Deelname in Armoedeplatform intensiveren, om zo in gezamenlijkheid meer invloed uit te kunnen oefenen op het armoedebeleid en de uitvoering daarvan. 1.5. Beoordelen of deelname in Diakonaal Platform toegevoegde waarde is (zodat krachten worden gebundeld). 1.6. Via de Raad van Kerken participeren in de WMO-Raad (indirecte vertegenwoordiging, niet als directe uitvoerder). Doel 2: Complementair zijn op professionele hulpverlening De diaconie werkt aanvullend op de ‘compensatieplicht’ van de overheid door zich te richten op (vroeg)signalering, doorverwijzing en nazorg. De professionele hulpverlening is een taak van de overheid. Voornemens: 2.1. Vertalen van de sociale kaart (zodra die beschikbaar is) in duidelijke routekaart voor de wijkdiaconieën, zodat ze naar gelang de problematiek goed kunnen doorverwijzen. 2.2. Het stimuleren van ‘eigen kracht’ en inzetten van de kracht van de omgeving. Het verlenen van individuele financiële steun aan personen of huishoudens vindt alleen plaats in uiterste noodgevallen. 2.3. Vorming en toerusting van diakenen en andere vrijwilligers op kennis en vaardigheden voor klantcontact, probleemanalyse en sociale kaart. Nadruk op signalering en doorverwijsfunctie. Zo mogelijk met financiële of personele ondersteuning van de lokale overheid (WMO). 2.4. Schuldhulpverlening en financiële coaching uitbesteden aan SchuldHulpMaatje. De samenwerking met SHM wordt na 2013 geconcretiseerd in een overeenkomst waarin de meerwaarde voor beide partijen goed benoemd wordt. 2.5. Aanreiken van procedures en instrumenten om intake van hulpvragers op een verantwoorde manier te doen. 2.6. Per wijk goede aansluiting houden bij pastoraat en netwerk van gemeenteleden voor een goede ‘vroegsignalering’. Doel 3: Ondersteunen van projecten; plaatselijk, binnenland en buitenland De diaconie ondersteunt projecten op plaatselijk niveau, in Nederland en in het buitenland. De Commissie Binnenland (CB) adviseert voor projecten Nederland, de ZWO-commissie voor buitenlandse zendings-, werelddiaconale en ontwikkelingsprojecten (zowel eigen doelen als projecten die via de PKN aangedragen worden; Kerk in Actie en Luisterend Dienen). De laatste jaren is er steeds meer een directe verbinding met wijkinitiatieven, bijvoorbeeld werkvakanties door jongeren. 11
De voornemens gaan al richting activiteitenplan.
Voornemens: 3.1. Continueren van de huidige praktijk van selectie van projecten in binnen- en buitenland volgens de vastgestelde procedures en criteria, de publiciteit daarover en de geldwerving (middels collectes en speciale acties). 3.2. Meer focus aanbrengen in de steun aan projecten van geestverwante organisaties in binnenen buitenland. De verbinding tussen diaconaat in Nederland en verantwoordelijkheid voor de naaste verder weg thematisch uitwerken en verdiepen (in bovenwijkse initiatieven). Binnen de gestelde doelen: ruimte geven aan eigen initiatieven van onderop van de wijkgemeenten (niet alleen financieel, maar vooral ook in communicatie en PR). Doel 4: Doelmatig financieel beheer Het vermogen van het CvD in de vorm van de algemene reserve bedraagt volgens de jaarrekening 2012 ruim € 262.689 (was € 360.000 in 2006). In de afgelopen periode (van 5 jaar) is dus circa € 100.000,- ingeteerd op het vermogen. Het beleid van de diaconie is erop gericht geweest dat dit vermogen niet geheel in stand behoeft te worden gehouden, maar deels mag worden aangewend voor financiering van de jaarlijkse uitgaven. Voornemens: 4.1. Voor de komende periode (2014-2018) wordt een meerjarenplanning gemaakt van de jaarlijks verantwoorde uitgaven in relatie tot het aan te houden vermogen en geprognotiseerde inkomsten uit collectes, giften en rentes. Het voornemen is om jaarlijks € 10.000 in te teren op het vermogen. 4.2. Er wordt gewerkt met een beargumenteerde verdeelsleutel voor steun aan plaatselijke, landelijke en buitenlandse doelen. Het collecterooster wordt hier jaarlijks op afgestemd (inclusief verhouding van gelabelde en ongelabelde collectes). 4.3. De selectie van te steunen geestverwante organisaties wordt gemaakt in lijn met de andere beleidsvoornemens (doel 1 en 2, resp. netwerken en complementariteit). 4.4. Blijvend waarborgen van een deugdelijke en transparante verantwoording (jaarverslag, accountantscontrole, terugkoppeling van collecteopbrengsten). Op wijkniveau geven de wijkdiaconieën van de vijf protestantse kerken gestalte aan diaconaal gemeente-zijn, in voorlichting, bewustmaking en onderling dienstbetoon (wederzijdse hulp). De wijkgemeenten maken jaarlijks een activiteitenplan. De activiteiten van de wijkdiaconieën worden hierin apart verantwoord. De wijkdiaconieën conformeren zich inhoudelijk en financieel aan het beleid van het CvD maar hebben binnen dit raamwerk de ruimte voor eigen inkleuringen (bijv. Fair Trade, Amnesty, jongerenuitwisseling). Zij sturen hun jaarplan ter informatie aan het CvD en rapporteren in de maandelijkse vergadering over hun activiteiten. Zij sturen jaarlijks een verhalend verslag én een financieel verslag dat verwerkt wordt in het jaarverslag van het College van Diakenen. Lijst van voornaamste afkortingen AK AOW BD CvD PgH PKN SHM UWV WD WIA WMO WW WWZ loket ZWO
Algemene Kerkenraad Algemene Ouderdoms Wet Binnenlands Diaconaat College van Diakenen (v/h ook bekend als ‘Centrale Diaconie’) Protestantse gemeente te Hilversum Protestantse Kerk in Nederland SchuldHulpMaatje Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen Werelddiaconaat Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen Wet Maatschappelijke Ondersteuning Werkloosheids Wet Wonen Welzijn Zorg loket Zending Werelddiaconaat en Ontwikkelingssamenwerking