FAVV CONSUMENTENENQUÊTE 2010 Rapport van de consumentenbevraging die het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen organiseerde in 2010.
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 1
FAVV consumentenenquête 2010
INHOUD 1
INLEIDING ................................................................................... 3 1.1 1.2 1.3 1.4
2
PARTICIPATIE .............................................................................. 7 2.1 2.2 2.3
3
GLOBALE RESPONSGRAAD ............................................................... 7 RESPONSGRAAD PER SOCIO‐DEMOGRAFISCH KENMERK ......................... 7 REPRESENTATIVITEIT VAN HET IVOX‐PANEL ......................................... 8
RESULTATEN ............................................................................... 9 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
4
VOORWERP VAN DE BEVRAGING ....................................................... 3 VRAGENLIJST ................................................................................ 4 OPEN BEVRAGING ......................................................................... 5 PANELBEVRAGING ......................................................................... 6
KENNIS EN PERCEPTIE VAN HET FAVV ............................................... 9 TEVREDENHEID OVER DE WERKING VAN HET FAVV ............................ 12 VEILIGE VOEDING ........................................................................ 15 EVOLUTIE VAN DE VOEDSELVEILIGHEID ............................................. 18 KLACHTEN ................................................................................. 19 ERKENNINGEN EN TOELATINGEN .................................................... 20
SEGMENTATIE ........................................................................... 22 4.1 4.2
SEGMENTATIEVARIABELEN ............................................................ 22 BESCHRIJVING VAN DE VIER CONSUMENTENGROEPEN ......................... 24
5
BESLUIT: COMMUNICATIE IS DE SLEUTEL! .................................. 26
6
BIJLAGEN .................................................................................. 28
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 2
FAVV consumentenenquête 2010
1 INLEIDING 1.1
Voorwerp van de bevraging
Dit rapport biedt een overzicht van de resultaten op basis van een groot‐ schalige bevraging van de Belgische consumenten met betrekking tot veilige voeding en de perceptie van het Voedselagentschap [Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, verder FAVV of Voedselagentschap genoemd]. Deelnemen aan de bevraging was voor iedere consument mogelijk via de website van het FAVV of door een papieren enquêteformulier dat aan alle “abonnees” werd bezorgd (lezers van de FAVV‐Nieuwsbrief of recen‐ te gebruikers van het FAVV‐meldpunt voor consumenten). Dit formulier kon ook telefonisch worden aangevraagd op het gratis nummer van het meldpunt. Deze bevraging werd ondersteund door een breed opgezette communi‐ catiecampagne, waarbij de consumenten werden uitgenodigd om hun mening kenbaar te maken en de enquête in te vullen. Omdat een dergelijke “open bevraging” geen enkele garantie biedt om‐ trent het aantal respondenten en evenmin tot de representativiteit van het onderzoek, werd er voor geopteerd om parallel een “panelbevra‐ ging” uit te voeren. Deze panelbevraging werd, in opdracht van de FOD (Federaal Overheidsdienst) Personeel & Organisatie, uitgevoerd door de firma iVox.
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 3
FAVV consumentenenquête 2010
1.2
Vragenlijst
De vragenlijst peilde in hoofdzaak naar de aspecten van veilige voeding en voedselveiligheid die de consument belangrijk vindt, evenals naar de perceptie bij de consument inzake de activiteiten van het FAVV. Volgen‐ de rubrieken werden aan alle respondenten voorgelegd: • • • • • • • • • • •
betekenis en belang van veilige voeding organismen die zich bezig houden met veilige voeding kennis van het Voedselagentschap nut van de activiteiten van het Voedselagentschap voor veilige voeding waardering van het werk van het Voedselagentschap hygiëne/reinheid in handelszaken vermeldingen op de etiketten van voorverpakte voe‐ dingsmiddelen meldpunt voor de consumenten affiches voor toelating van het Voedselagentschap, die uithangen in handelszaken en horeca FAVV‐smiley evolutie van de voedselveiligheid
Aan het eind van de vragenlijst werd er met een open vraag gepeild naar voorstellen voor verbetering van de werking van het FAVV en eventuele verwachtingen van de consument ten aanzien van het Voedselagent‐ schap. Tot slot werden een aantal socio‐demografische kenmerken van de res‐ pondent bevraagd, met name: • • • • • •
het geslacht de leeftijd het opleidingsniveau het gewest of de respondent gewoonlijk de boodschappen doet of de respondent beroepsmatig actief is in de voedselketen.
De volledige vragenlijst werd als bijlage aan dit rapport opgenomen.
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 4
FAVV consumentenenquête 2010
1.3
Open bevraging
Om de Belgische consument te sensibiliseren en een zo groot mogelijke respons te bekomen, werd de bevraging aangekondigd via diverse kana‐ len, telkens gebruik makend van dezelfde “visual” .
Bovenstaande advertentie werd gepubliceerd in: • • •
• •
Test Aankoop: uitgave mei 2010 en de website in dezelfde peri‐ ode [meer dan 300.000 abonnees] Metro: publicatie in dagblad van 6, 10 en 11 mei [290.000 le‐ zers] FAVV‐newsletter: 11.000 abonnees [waarvan 7.800 elektroni‐ sche Nieuwsbrieven; de overige abonnees ontvingen als bijlage een papieren enquêteformulier] P&ONews [n° 322 ‐ 21 mei 2010]: interne elektronische nieuws‐ brief van de FOD Personeel & Organisatie FedWeb: aangekondigd in de elektronische FedWeb nieuws‐ brief [n° 69 ‐ 21 mei 2010]
De enquête was online vanaf 30 april 2010 en werd afgesloten op 29 juli 2010. De looptijd van de enquête werd in hoofdzaak bepaald door het tijdschema van de communicatiecampagne en was afhankelijk van de tijd die nodig was om een representatieve panelbevraging te realiseren.
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 5
1.4
Panelbevraging
iVox realiseerde, in opdracht van de FOD Personeel & Organisatie, gelijk‐ lopend met de open bevraging een panelbevraging. De aanpak bij een panelbevraging garandeert dat een steekproef van minimaal 1.000 con‐ sumenten wordt bevraagd en dat deze steekproef representatief is voor de Belgische bevolking in hoofde van vier criteria [geslacht, opleidingsni‐ veau, leeftijd en gewest]. Meer informatie omtrent de precieze aanpak en methode inzake panel‐ bevragingen vindt u in onderstaande kader en op de website van iVox [www.ivox.be]. Kwaliteitsgarantie in verband met het iVOX panel iVOX garandeert de representativiteit bij haar survey-onderzoeken, door volgende technieken: Het diversifiëren van de rekruteringsmethoden voor het verwerven van panelleden zodat gecontroleerd wordt voor de selectiviteit van het kanaal. Controle van het steekproefkader: het tot in het detail vergelijken van het steekproefkader (i.c. het online panel van iVOX of een deel ervan) ten aanzien van de populatie De wijze van steekproeftrekking: de proportioneel interlaced gestratificeerde steekproeftrekkingsmethode. Het inlassen a priori en post-factum van enkele controlemechanismen voor de representativiteit met inbegrip van het correct hanteren van foutenmarges (BI’s) © www.ivox.be
De panelbevraging vormt het speerpunt van dit onderzoek, aangezien deze resultaten representatief zijn voor de Belgische consument. De panelresultaten gelden dus als benchmark, aangezien de open bevra‐ ging niet helemaal vrij is van “bias”: de doelgroep die wordt bereikt via de FAVV‐website en Test Aankoop is ongetwijfeld meer betrokken bij voedselveiligheid en vertoont hierdoor op sommige vlakken mogelijks afwijkende meningen ten opzichte van de gemiddelde consument. Om die redenen is het ook niet aangewezen om de antwoorden van alle respondenten samen te nemen en als één grote steekproef te beschou‐ wen.
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 6
FAVV consumentenenquête 2010
2 PARTICIPATIE 2.1
Globale responsgraad
In totaal werd deze enquête door 4.325 respondenten volledig beant‐ woord. Het iVox‐panel heeft hier een aandeel van 1.321 online beantwoorde enquêtes in, terwijl 3.004 respondenten via de open bevraging aan deze enquête deelnamen. In het kader van de open bevraging opteerden 1.011 respondenten om de vragenlijst op papier in te vullen.
1011; 23%
1321; 31%
iVox panel open ‐ online open ‐ papier
1993; 46%
2.2
Responsgraad per socio‐demografisch kenmerk
Op basis van de profielvragen opgenomen in de enquête, kan de steek‐ proef worden opgedeeld naar taal, geslacht, leeftijdscategorie en oplei‐ dingsniveau.
open bevraging Aantal % Taal
Geslacht
Leeftijd
Diploma
Verantwoordelijk voor aankopen
iVox panel Aantal %
NL
1539
51,3%
814
61,6%
FR
1462
48,7%
507
38,4%
Man
1572
52,7%
607
46,0%
Vrouw
1413
47,3%
714
54,0%
<29
360
12,1%
312
23,6%
30‐49
1317
44,4%
517
39,1%
>50
1286
43,4%
492
37,2%
Lager middelbaar
196
6,6%
382
28,9%
Middelbaar
785
26,6%
473
35,8%
Hoger of universitair
1974
66,8%
466
35,3%
Ja
2442
81,9%
1043
79,0%
Neen
541
18,1%
278
21,0%
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 7
FAVV consumentenenquête 2010
Verder werd de respondent gevraagd of hij/zij de persoon was die ge‐ woonlijk de boodschappen deed en of hij/zij beroepsmatig actief was in de voedselketen [“professionelen”]. Dit segment van 1.025 personen die beroepsmatig actief zijn in de voedselketen en die participeerden aan de panelbevraging of de open bevraging, vormt een interessante substeek‐ proef, waarvan de mening ten aanzien van voedselveiligheid kan afgezet worden ten opzichte van de mening van de doorsnee consument. Ui‐ teraard dient men in het achterhoofd te houden dat de achtergrond van deze “professionelen” heel uiteenlopend is. Dit kan immers zowel slaan op werknemers in een onderneming (administratief, boekhouding, pro‐ ductie, …) als op exploitanten en vertegenwoordigers van sectororgani‐ saties.
2.3
Representativiteit van het iVox‐panel
De surveytechnieken van iVox garanderen dat hun panelbevraging een respresentatieve steekproef oplevert, die de opinie van de Belgische consument weerspiegelt. Zoals reeds vermeld in rubriek 1.4 wordt bij de panelbevraging de steek‐ proeftrekking gecontroleerd op vier criteria: • • • •
geslacht: man, vrouw opleidingsniveau: hoogstens lager middelbaar, hoogstens mid‐ delbaar en hoger onderwijs leeftijd: tot 29 jaar, van 30 tot 49 jaar en 50 jaar en ouder gewest: Vlaanderen, Wallonië en Brussel.
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 8
FAVV consumentenenquête 2010
3 RESULTATEN De in dit hoofdstuk besproken resultaten hebben uitsluitend betrekking op de resultaten van de panelbevraging. De vergelijking met de resulta‐ ten van de open bevraging, worden in een afzonderlijke publicatie be‐ sproken.
3.1
Kennis en perceptie van het FAVV
Wanneer er over voedselveiligheid wordt gesproken, is het FAVV voor de consument het organisme bij uitstek dat zich met voedselveiligheid bezig houdt. Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen loopt in deze ver voor op de FOD Volksgezondheid en op de consumen‐ tenverenigingen. Welke organismen houden zich volgens u bezig met veilige voeding? FAVV
82,9%
FOD Volksgezondheid
68,0%
consumentenverenigingen
56,8%
beroepsorganisaties
36,1%
Europese Commissie (DG SANCO) gemeentelijke diensten (politie, … ik weet het niet
24,7% 17,5% 6,3%
Niettegenstaande het FAVV meteen met voedselveiligheid wordt geas‐ socieerd, kent de gemiddelde consument het agentschap enkel bij naam. In welke mate kent u het Voedselagentschap?
Alleen van naam 70%
Helemaal niet Goed 11% 17% Zeer goed 2%
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 9
FAVV consumentenenquête 2010
Op zich is dit een belangrijke mijlpaal dat het FAVV, 10 jaar na zijn op‐ richting, een “gevestigde waarde” is wanneer er over voedselveiligheid wordt gesproken. Slechts 11% van de respondenten geeft aan nog nooit van het FAVV gehoord te hebben. Aan de andere kant impliceert dit ook dat weinig consumenten echt op de hoogte zijn van wat het FAVV effectief doet op het vlak van voedsel‐ veiligheid. Vanuit het perspectief van de klantenbinding en de “marketing van het product FAVV” betekent dit resultaat dat het FAVV in relatie tot de con‐ sument zich nog op een eerste maturiteitsniveau situeert, volgens Kevin Lane Keller 1 het “awareness”‐niveau: de consument weet intussen wat het FAVV is, maar weet nog onvoldoende waar het FAVV voor staat, wat ze precies allemaal doen [harde kenmerken], hoe controles worden aangepakt [zachte kenmerken of imago], … De uitdaging voor de volgende jaren zal er in bestaan zich nog beter te profileren bij de consumenten en doelgericht te communiceren.
In welke mate kent u het Voedselagentschap?
panel Zeer goed
1,6 %
Goed
17,1 %
Alleen van naam
70,6 %
Helemaal niet
10,7 %
1
« Equity brand pyramid » van Kevin Lane Keller, een model inzake strategisch merkenmanagement
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 10
FAVV consumentenenquête 2010
De consument haalt zijn informatie over het FAVV in hoofdzaak via TV, radio en kranten. Dit verklaart wellicht waarom 70% van de consumen‐ ten het FAVV enkel bij naam kent. De meer specifieke communicatiekanalen, zoals de FAVV‐website en de folders van het Voedselagentschap, missen blijkbaar hun weg naar het brede publiek: meer dan 60% zegt over deze communicatiekanalen “geen mening” te hebben, lees: via deze weg geen informatie over het FAVV te vergaren. Via welke kanalen ontvangt u informatie van het Voedselagentschap en wat denkt u over de kwaliteit ervan? 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
TV
Folders van het Voedselagentschap Beurzen (voedingssalon, Agribex, …)
24,0% 21,7%
63,4%
4,5%
62,6%
7,3%
65,3%
7,3%
Website van Beurzen Folders van het het (voedingssalon, Voedselagentsc Voedselagentsc Agribex, …) hap hap (www.favv.be)
34,7%
13,7%
44,5% 25,6%
29,1% 34,9%
12,3%
46,4%
Radio Website van het Voedselagentschap (www.favv.be)
12,8%
49,4%
Kranten
Radio
Kranten
TV
Zeer goed
1,6%
1,5%
3,1%
3,0%
3,2%
5,3%
Goed
21,7%
24,0%
25,6%
44,5%
46,4%
49,4%
Eerder slecht
7,3%
7,3%
4,5%
13,7%
12,3%
12,8%
Slecht
4,0%
4,5%
3,4%
4,0%
3,3%
3,5%
Geen mening
65,3%
62,6%
63,4%
34,7%
34,9%
29,1%
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 11
FAVV consumentenenquête 2010
3.2
Tevredenheid over de werking van het FAVV
De consument geeft globaal een gunstige waardering aan het werk van het Voedselagentschap met een gemiddelde score van 7,6 [op een 10‐ puntenschaal, waarbij 10 overeenstemt met de hoogste waardering]. Hoe waardeert u globaal het werk van het Voedselagentschap? 1
0,2%
2
0,2%
3
0,5%
4 5 6
1,3% 5,1% 9,4%
7
19,7%
8
27,5%
9 10
13,1% 7,6%
Deze cijfers, evenals de resultaten in de volgende grafieken, moeten in hun juiste context geplaatst worden. In punt 3.1 [kennis en perceptie van het FAVV] bleek dat 70% van de consumenten het FAVV enkel bij naam kent en dat de doorsnee consument in hoofdzaak op TV, radio en in de kranten over het FAVV geïnformeerd wordt. De waardering van het FAVV is dan ook gebaseerd op deze perceptie en komt niet tot stand op basis van “weten”. Wanneer in de media het FAVV blijk geeft de occasionele incidenten inzake voedselveiligheid effi‐ ciënt aan te pakken, ziet de consument geen tegenindicaties en is hij/zij van oordeel dat het FAVV globaal goed werk levert. Dit is uiteraard een erg tijdsgebonden gegeven en de resultaten zouden wellicht heel anders zijn als we morgen opnieuw een dioxinecrisis zouden beleven …
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 12
FAVV consumentenenquête 2010
Bijgevolg is de consument in ruime mate akkoord dat er voldoende ge‐ controleerd wordt en dat de FAVV‐controles voldoende streng zijn. Bij de incidenten, waarover in de media gerapporteerd wordt, geeft het FAVV blijk van deze op een afdoende manier aan te pakken en te beheersen.
Indrukken inzake controles, incidentenbeheer en informatieverstrekking 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Momenteel worden de voedingsmiddelen voldoende gecontroleerd
8,3%
60,6%
Het Voedselagentschap beheert de incidenten goed (bij voorbeeld bij verontreiniging van 6,4% voedingsmiddelen) Momenteel zijn de controles voldoende streng
6,8%
Het Voedselagentschap geeft genoeg informatie 4,2%
Volledig akkoord
Akkoord
Niet akkoord
13,6%
62,0%
52,8%
43,3%
22,8%
6,7%
28,2%
33,5%
Helemaal niet akkoord
15,2%
7,5%
12,9%
Geen mening
Met betrekking tot de informatieverstrekking door het FAVV is de me‐ ning van de consument minder uitgesproken.
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 13
FAVV consumentenenquête 2010
In zijn beoordeling van het nut van de verschillende activiteiten van het FAVV zijn we opnieuw dezelfde antwoordtendens: de consument vindt, gebaseerd op zijn globaal positieve perceptie, alle voorgelegde activitei‐ ten nuttig tot zeer nuttig [met percentages van 89 tot 98%].
Hoe nuttig zijn volgens u de volgende activiteiten van het Voedselagentschap voor veilige voeding?
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% De inspectie (hygiëne, bewaaromstandigheden, …) van voedingswinkels, restaurants, groothandels, voedingsindustrie, boerderijen, …
80,1%
De controle van de voedingsmiddelen (additieven, residuen van pesticiden, salmonella, …)
77,5%
De controle van ingevoerde voedingsmiddelen
Nuttig
25,8%
53,0%
De controle van uitgevoerde voedingsmiddelen
Zeer nuttig
20,5%
71,5%
De informatie van de consumenten over de bewaring van voedingsmiddelen (vb. koel bewaren)
De controle op het rookverbod in restaurants
17,9%
41,2%
52,2%
38,0%
Minder nuttig
36,8%
28,5%
4,5%
8,6%
20,7%
Helemaal niet nuttig
Enkel de beoordeling van het nut van de controles op het rookverbod in restaurants is minder uitgesproken [66% nuttig & zeer nuttig], hetgeen wellicht kan toegeschreven worden aan een minderheid van fervente rokers …
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 14
FAVV consumentenenquête 2010
3.3
Veilige voeding
Het concept “veilige voeding” wordt door de consument geassocieerd met, in volgorde van belangrijkheid: 1. 2. 3. 4.
de versheid van het voedingsmiddel [99,1%] de hygiëne, netheid van de winkel of restaurant [98,9%] dat het voedingsmiddel geen gevaar voor de gezondheid in‐ houdt [96,4%] de naleving van de normen inzake additieven, residuen, bacte‐ riën [92,1%]
Aan de voedingswaarde wordt relatief minder belang gehecht.
Wat betekent "veilige voeding" voor u en waaraan hecht u het meeste belang? 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
versheid hygiëne/reinheid van winkel of restaurant
Belangrijk
27,7%
68,7%
naleving van normen
Zeer belangrijk
23,8%
75,1%
voedingsmiddel zonder gevaar voor gezondheid
voedingswaarde
21,3%
77,8%
38,4%
53,7% 25,2%
Minder belangrijk
51,5%
Helemaal niet belangrijk
21,0%
Geen mening
Met betrekking tot de hygiëne en netheid van de handelszaken binnen de sector van de voeding, is de consument in grote mate tevreden over de voedingswinkels, supermarkten, bakkers, … evenals de klassieke ho‐ recazaken. Bij de verkoop op markten en in ambulante verkooppunten is de consu‐ ment veel minder tevreden.
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 15
FAVV consumentenenquête 2010
Bent u over het algemeen tevreden over de hygiëne/de reinheid in de door u bezochte handelszaken? 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Voedingswinkels, supermarkten, beenhouwerijen, bakkerijen…
19,5%
Horecazaken (cafés, restaurants, snacks, bedrijfsrestaurants, frituren, …)
10,1%
Directe verkoop op de boerderij
9,9%
75,2%
68,4%
49,4%
Openbare markten en ambulante handelszaken 4,9%
Zeer tevreden
Tevreden
19,1%
11,9%
51,2%
Minder tevreden
Helemaal niet tevreden
27,6%
34,7%
5,7%
Geen mening
Is de consument kritisch op het moment dat hij/zij voedingsmiddelen aankoopt? Met andere woorden, wordt de verplichte informatie op de etiketten van voorverpakte voedingswaren effectief gelezen en benut door de consumenten?
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 16
FAVV consumentenenquête 2010
Leest u de vermeldingen op de etiketten van voorverpakte voedingsmiddelen? 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Houdbaarheidsdata (verbruiken voor …) Raadgevingen in verband met de bewaring (temperatuur, …) Raadgevingen voor de bereiding (ontdooien voor de bereiding, …)
35,7% 31,8%
De ingrediënten (grondstoffen)
17,0%
Voedingswaarde (calorieën, vetten, zout, …)
17,0%
Het land van herkomst
De aanwezigheid van allergenen (gluten, schaaldieren, …) Gezondheidsbeweringen (vb. verhoogt de natuurlijke weerstand van het organisme) Meestal
39,7%
20,80%
43,30%
21,4% 35,50%
40,8%
38,0%
34,2%
41,30%
27,2%
12,5%
Additieven (E nr)
Altijd
19,3%
76,0%
25,5%
39,0%
17,7%
47,9%
24,1% Soms
41,0%
19,1% 24,1% 34,5% 21,0%
Nooit
•
•
•
95% van de consumenten verifieert (bijna) altijd de houdbaarheids‐ datum van het product, bij aanschaf of voorafgaand aan de con‐ sumptie Raadgevingen over hoe de voedingsmiddelen dienen bewaard en bereid te worden, worden door driekwart van de consumenten meestal nagelezen De consument ligt veel minder wakker van o de aanwezigheid van allergenen in het voedingsmiddel o het gebruik van additieven (“E‐nummers”)de gezond‐ heidsbeweringen die aan het product worden toege‐ schreven.
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 17
FAVV consumentenenquête 2010
3.4
Evolutie van de voedselveiligheid
83% van de consumenten is van mening dat de voedselveiligheid de voorbije 10 jaar positief geëvolueerd is naar goed tot zeer goed.
Hoe is naar uw mening de voedselveiligheid in ons land geëvolueerd ten opzichte van 10 jaar geleden? Zeer goed
12,3%
Goed
70,9%
Slecht Zeer slecht Geen mening
6,4% 1,0% 9,3%
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 18
FAVV consumentenenquête 2010
3.5
Klachten
Het meldpunt, dat bestemd is voor de consumenten, die er terecht kun‐ nen met hun vragen of klachten over de veiligheid of de kwaliteit van hun voeding, is slechts door 8% van de consumenten gekend. Er worden geen relevante verschillen opgetekend binnen de verschillen‐ de steekproefsegmenten [taal, leeftijd, …]. Niettegenstaande het meldpunt weinig gekend is geeft 77% van de con‐ sumenten aan dat ze er wel een beroep op willen doen in geval van klachten. Een bredere bekendmaking van het meldpunt lijkt dus een voor de hand liggend actiepunt.
Het gratis meldpunt voor de consumenten
Kent u het meldpunt voor consumenten van het Voedselagentschap?
Zou u beroep doen op dit meldpunt voor klachten of vragen?
8%
77%
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 19
FAVV consumentenenquête 2010
3.6
Erkenningen en toelatingen
3.6.1 Smiley
Slechts 15,4% van de consumenten kent de smiley, de zelfklever die men aantreft in de horecasector en de sector van de grootkeukens.
Wat betekent volgens u deze Smiley? Een goede hygiëne
57,4%
Een betrouwbaar zelfcontrolesysteem
45,1%
Correct naleven van de temperatuurvoorschriften Ik weet het niet
30,9% 7,8%
Consumenten associëren de smiley in de eerste plaats met een goede hygiëne en in tweede instantie met de autocontrole.
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 20
FAVV consumentenenquête 2010
3.6.2 Toelating
35% van de consumenten verklaart de affiches voor toelating door het FAVV te kennen.
De 35% consumenten die verklaren dat zij de affiche voor toelatingen kennen, geven volgende betekenis: De commerciële activiteit ontving een toelating van het Voedselagentschap
62,6%
De inrichting heeft een gunstige controle gehad
43,3%
De inrichting werd onlangs gecontroleerd door het Voedselagentschap
Ik weet het niet
21,9%
6,3%
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 21
FAVV consumentenenquête 2010
4 SEGMENTATIE Door de firma Ivox werd een exploratieve segmentatieanalyse op de verkregen antwoorden in het kader van het panelbevraging uitgevoerd. Een segmentatieanalyse is gebaseerd op complexe statistische analyses [factoranalyse, clusteringtechnieken, …], wat buiten de scope van dit rapport valt om deze gedetailleerd toe te lichten. De doelstelling van een dergelijke analyse is echter, op basis van het antwoordgedrag van de verschillende respondenten, met hun specifieke socio‐demografische kenmerken, te kijken of er groepen van consumenten kunnen worden onderscheiden die zich verschillend profileren ten aanzien van voedsel‐ veiligheid en het FAVV. Op basis van hun positionering ten opzichte van de onderscheiden di‐ mensies en de socio‐demografische kenmerken worden deze groepen in een latere fase beschreven. Daaruit kunnen conclusies en aanbevelingen worden geformuleerd naar strategie en benadering van de typische doelgroepen. Deze analyse is exploratief omdat men bij voorbaat niet kan weten of er op basis van de enquêteresultaten “zinvolle” groepen of clusters kunnen onderscheiden worden, die op een verschillende manier kunnen bena‐ derd worden.
4.1
Segmentatievariabelen
Onderstaande tabel geeft de lijst van tien variabelen of enquêtevragen die zich het best leenden om de segmentatie door te voeren. Op basis van deze variabelen werden twee dimensies weerhouden die samen 52% van de variantie in de opgetekende antwoorden verklaren. Deze twee dimensies kan men omschrijven als: • •
Het nut van de veschillende FAVV‐activiteiten: controles, inspec‐ ties, informatieverstrekking, … Het belang van de verschillende aspecten van veilige voeding voor de consument.
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 22
FAVV consumentenenquête 2010
Statement De controle van uitgevoerde voedingsmiddelen De controle van ingevoerde voedingsmiddelen De informatie van de consumenten over de bewaring van voedingsmiddelen (vb. koel bewaren) De controle van de voedingsmiddelen (additieven, residuën van pesticiden, salmonella, …) De inspectie (hygiëne, bewaaromstandigheden, …) van voedingswinkels, restaurants, groothandels, voedingsindustrie, boerderijen, … De naleving van de normen (additieven, residuen en bacteriën) Een voedingsmiddel zonder gevaar voor de gezondheid De voedingswaarde De hygiëne, de reinheid van de winkel of het restaurant De versheid van het voedingsmiddel Extraction Method: Principal Component Analysis. Rotation Method: Varimax with Kaiser Normalization.
NUT 0,782 0,777
BELANG 0,119 0,17
0,69
0,253
0,663
0,289
0,637
0,228
0,217 0,125 0,198 0,227 0,183
0,724 0,653 0,644 0,64 0,617
Vanuit hun positionering ten opzichte van deze twee dimensies kunnen vier groepen worden geïdenfticeerd: • • • •
De consument die vertrouwt op en rekent op externe controle [z] De onafhankelijke consument [z] De kritische consument [z] De onverschillige consument [z].
In de figuur hieronder worden deze vier groepen gesitueerd ten aanzien van beide dimensies.
Het is belangrijk op te merken dat alle groepen het belang erkennen van de veiligheid van voedingsmiddelen en het nut van controles daar‐ omtrent. De groepen verschillen wel in de mate waarin ze dit belang‐ rijk/nuttig vinden.
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 23
FAVV consumentenenquête 2010
4.2
Beschrijving van de vier consumentengroepen
Op basis van hun antwoordgedrag zou men deze vier groepen als volgt kunnen omschrijven:
VERTROUWENSVOL Deze consumenten zien voedselveiligheid als een prioriteit. En is het de taak van de overheid om controles uit te voeren om de voedselveiligheid te waarborgen. Slechts 8% van hen gelooft dat de voedselveilig‐ heid zeer goed geëvolueerd is de laatste jaren maar zijn wel fans van het voedsel‐ agentschap.
ONAFHANKELIJK Deze consumenten vinden de veiligheid van voedingsmiddelen minder belangrijk dan andere groepen, de controle van de voedingsmiddelen vinden ze echter wel heel nuttig. Deze personen denken zelf de waarde van voedingsmiddelen te kunnen inschatten of geloven sterk in de voedsel‐ veiligheid.
KRITISCH Deze groep van consumenten vindt de voedselveiligheid uitermate belangrijk alhoewel ze sceptisch t.o.v. de controles staan, en vinden dat er nog net iets meer gecontroleerd dient te worden. Om deze onzekerheid bij henzelf weg te werken bekijkt deze groep het meest van alle groepen de etiketten op verpakkingen.
ONVERSCHILLIG Deze personen liggen niet wakker van voedselveiligheid, en zien ook het minst het nut in van controles. Dit is ook de jongste groep en dit kan al ten dele deze resultaten verklaren. Als deze groep al naar informatie op verpakkingen kijkt, zal dit hoogstwaarschijnlijk naar de houd‐ baarheidsdatum zijn.
Het segment van de personen die beroepsmatig actief zijn in de voedsel‐ keten situeert zich in hoofdzaak binnen de groep “vertrouwensvol”.
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 24
FAVV consumentenenquête 2010
Deze typologie kan nog verder aangevuld worden met de meeste mar‐ kante socio‐demografische kenmerken van iedere groep:
VERTROUWENSVOL » » » » »
Twee derde mannen Hoger onderwijs (35%) 78% jonger dan 50 Meest actief in de voedselketen Een kwart doet hun boodschap‐ pen niet zelf
ONAFHANKELIJK » »
Grootste aandeel 50+ (52%) Minst actief in de voedselketen van alle groepen Evenredige verdeling van mannen en vrouwen
»
KRITISCH » »
60% vrouwen Hoogstens lager middelbaar (45%) 50+ (50%) Meest van alle groepen verant‐ woordelijk voor de aanko‐ pen(83%)
» »
ONVERSCHILLIG » » »
55% mannen 69% jonger dan 50 Doen het minst van alle groepen zelf de boodschappen Diploma hoger middelbaar (40%)
»
De gemaakte opdeling in vier groepen kan vervolgens gehanteerd wor‐ den om de enquêteresultaten voor elk van deze groepen apart te onder de loep te nemen.
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 25
FAVV consumentenenquête 2010
5 BESLUIT: COMMUNICATIE IS DE SLEUTEL! De voornaamste bevinding van deze enquête is dat, 10 jaar na zijn op‐ richting, het FAVV “er staat” en voor de meerderheid van de consumen‐ ten een gevestigde waarde is geworden, die geassocieerd wordt met veilige voeding en voedselveiligheid. Sinds de dioxinecrisis, de context van waaruit het FAVV werd opgericht, oordeelt de consument ook dat de voedselveiligheid positief is geëvolu‐ eerd. Globaal wijzen de resultaten op een ruime mate van tevredenheid omtrent de werking van het FAVV. Iedereen is overtuigd van het nut van de inspecties en controles en het belang van veilige voeding. De resultaten wijzen er echter ook op dat de consument nog onvoldoen‐ de weet heeft van wat het FAVV precies allemaal doet. Het meldpunt, de smiley, de toelatingsaffiches zijn weinig gekend bij de consument. De relatie FAVV‐consument situeert zich momenteel nog op een eerste niveau inzake klantenbinding: hier ligt duidelijk nog een pad open om deze relatie verder uit te diepen. De sleutel hiertoe is zonder twijfel communicatie: communicatie naar het brede publiek over wat het FAVV dagdagelijks doet, hoe controles verlopen, waar de consument terecht kan met vragen en klachten, ... Gelijktijdig met communicatie dienen uiteraard ook de achterliggende processen geoptimaliseerd te worden, met het oog op een meer inten‐ sieve relatie en interactie met de consument. De segmentatie‐oefening die naar aanleiding van deze enquête werd gemaakt, kan nuttig zijn in het uitwerken van een specifieke communica‐ tieaanpak voor de verschillende consumentengroepen. Een dergelijke segmentatie zal op termijn meer waarde en nut hebben, naarmate de relatie FAVV‐consument een hoger niveau bereikt en de profilering van de onderscheiden groepen nog duidelijker wordt. Het schema op de volgende pagina biedt een synthese van de conclusies uit deze enquête en kan als dusdanig een aanzet vormen voor het uiter‐ werken van een concreet actieplan.
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 26
FAVV consumentenenquête 2010
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 27
FAVV consumentenenquête 2010
6 BIJLAGEN Vragenlijst van het enquête.
DG Organisatie‐ en Personeelsontwikkeling ‐ oktober 2010 | 28
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
FAVV – ENQUÊTE: DE MENING VAN DE CONSUMENTEN BEDANKT DAT U WILT DEELNEMEN AAN ONZE ENQUÊTE. WIJ VRAGEN U SLECHTS ENKELE MINUTEN VAN UW TIJD. UW ANTWOORDEN ZULLEN ONS HELPEN OM ONZE WERKING TE VERBETEREN UW MENING TELT! 1. Wat betekent veilige voeding voor u en waaraan hecht u het meeste belang? Zeer belangrijk
Belangrijk
Minder belangrijk
Helemaal niet belangrijk
Geen mening
1.1. Een voedingsmiddel zonder gevaar voor de gezondheid
1.2. De hygiëne, de reinheid van de winkel of het restaurant
1.3. De voedingswaarde
1.4. De naleving van de normen (additieven, residuen en bacteriën)
1.5. De versheid van het voedingsmiddel
1.6. Andere (verduidelijk aub):
2. Welke organismen houden zich volgens u bezig met veilige voeding? (meerdere antwoorden mogelijk) Ja
Neen
2.1. De beroepsorganisaties (van producenten, distributie, …)
2.2 De consumentenverenigingen
2.3. De gemeentelijke diensten (politie, hygiënediensten, …)
2.4. De FOD (ministerie) volksgezondheid
2.5. Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (Voedselagentschap of FAVV)
2.6. De Europese Commissie (DG SANCO)
2.7. Andere (verduidelijk a.u.b.):
3. In welke mate kent u het Voedselagentschap? Zeer goed
Goed
Alleen van naam
Helemaal niet
4. Hoe nuttig zijn volgens u de volgende activiteiten van het Voedselagentschap voor veilige voeding? Zeer nuttig
Nuttig
Minder nuttig
Helemaal niet nuttig
Geen mening
4.1. De inspectie (hygiëne, bewaaromstandigheden, …) van voedingswinkels, restaurants, groothandels, voedingsindustrie, boerderijen, …
4.2. De controle van de voedingsmiddelen (additieven, residuen van pesticiden, salmonella, …)
4.3. De informatie van de consumenten over de bewaring van voedingsmiddelen (vb. koel bewaren)
4.4. De controle van ingevoerde voedingsmiddelen
4.5. De controle van uitgevoerde voedingsmiddelen 4.6. De controle op het rookverbod in restaurants
5. Hoe waardeert u globaal het werk van het Voedselagentschap? Geef een score van 1 tot 10 10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Geen mening
Eventueel commentaar:
6. Bent u over het algemeen tevreden over de hygiëne/de reinheid in de door u bezochte handelszaken? Zeer tevreden
Tevreden
Minder tevreden
Helemaal niet tevreden
Geen mening
6.1. Voedingswinkels, supermarkten, beenhouwerijen, bakkerijen…
6.2. Horecazaken (cafés, restaurants, snacks, bedrijfsrestaurants, frituren, …)
6.3. Openbare markten en ambulante handelszaken
6.4. Directe verkoop op de boerderij Waarover bent u tevreden/ontevreden?
2
7. Leest u de vermeldingen op de etiketten van voorverpakte voedingsmiddelen? Altijd
Meestal
Soms
Nooit
Voedingswaarde (calorieën, vetten, zout, …)
Gezondheidsbeweringen (vb. verhoogt de natuurlijke weerstand van het organisme)
Houdbaarheidsdata (verbruiken voor …)
Niet akkoord
Helemaal niet akkoord
Geen mening
De ingrediënten (grondstoffen) Additieven (E nr)
Raadgevingen in verband met de bewaring (temperatuur, …) De aanwezigheid van allergenen (gluten, schaaldieren, …) Raadgevingen voor de bereiding (ontdooien voor de bereiding, …) Het land van herkomst Eventueel commentaar:
8. Wat denkt u over volgende stellingen? Volledig akkoord
Akkoord
Momenteel worden de voedingsmiddelen voldoende gecontroleerd
Momenteel zijn de controles voldoende streng
Het Voedselagentschap beheert de incidenten goed (bij voorbeeld bij verontreiniging van voedingsmiddelen)
Het Voedselagentschap geeft genoeg informatie
9. Via welke kanalen ontvangt u informatie van het Voedselagentschap en wat denkt u over de kwaliteit ervan?
Website van het Voedselagentschap (www.favv.be) Folders van het Voedselagentschap Beurzen (voedingssalon, Agribex, …) Kranten Radio TV
Zeer goed
Goed
Eerder slecht
Slecht
Geen mening
Andere (verduidelijk aub):
10. Het gratis meldpunt voor de consumenten Ja
Neen
10.1. Kent u het meldpunt voor consumenten van het Voedselagentschap?
10.2. Zou u beroep doen op dit meldpunt voor klachten of vragen?
3
11. Kent U de affiches voor toelatingen van het Voedselagentschap die uithangen in handelszaken en Horeca? Ja
Neen
Ja
Neen
12.1 De commerciële activiteit ontving een toelating van het Voedselagentschap
12.2. De inrichting heeft een gunstige controle gehad
12.3. De inrichting werd onlangs gecontroleerd door het Voedselagentschap
Ja
Neen
Ja
Neen
14.1 Een goede hygiëne
14.2. Een betrouwbaar zelfcontrolesysteem
14.3. Correct naleven van de temperatuurvoorschriften
Indien neen, ga naar vraag 13 aub 12. Indien ja, wat betekent volgens u deze toelating (meerdere antwoorden mogelijk)?
12.4. Ik weet het niet
13. Kent u deze FAVV-smiley aanwezig in sommige horecabedrijven (restaurants, …)?
Indien neen, ga naar vraag 15 aub 14. Indien ja, wat betekent volgens u deze smiley?
14.4. Ik weet het niet
4
15. Evolutie van de voedselveiligheid
Hoe is naar uw mening de voedselveiligheid in ons land geëvolueerd ten opzichte van 10 jaar geleden?
Zeer goed
Goed
Slecht
Zeer slecht
Geen mening
16. Heeft u voorstellen voor verbetering van de werking van het Voedselagentschap? Wat verwacht u van uw voedselagentschap?
17. Uw profiel?
- Vrouw
17.2. Leeftijd:
17.1. Man
17.3. Opleidingsniveau : Lager middelbaar : Middelbaar : Hoger of universitair :
Ja
Neen
17.5. Bent u de persoon die gewoonlijk de boodschappen doet?
17.6. Bent u beroepsmatig actief in de voedselketen ?
17.4. Postcode woonplaats :
BEDANKT VOOR UW MEDEWERKING!
5