Titel: Evaluatie, behandeling en opvolging bij diabetische keto-acidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling Documentnummer: 8766 - Versie: 1 - Status: Concept - - Type document: Medisch document
1. Samenvatting Deze medische procedure beschrijft de evaluatie, behandeling en opvolging bij diabetische ketoacidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling bij volwassen patiënten.
2. Inleiding/doel Deze procedure beschrijft de medische aanpak bij het optreden van diabetische ketoacidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling.
3. Afkortingen en definities DKA= diabetische ketoacidose, gedefinieerd als hyperglycemie (serum glucose > 250 mg/dL) met acidose (arteriële pH <7.3, serum bicarbonaat <18 mEq/L) en matige ketonurie (++) of ketonemie (> 3 mmol/L). Dit komt voornamelijk voor bij patiënten met diabetes mellitus type 1.
·
Inschatting van de ernst DKA cfr. onderstaande tabel:
·
HHS = hyperglycemische hyperosmolaire status, gedefinieerd als ernstige hyperglycemie en hyperosmolaliteit met volumedepletie maar zonder acidose. Dit komt voornamelijk voor bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en gaat bijna steeds gepaard met gedaald bewustzijn.
·
GCS= Glasgow Coma Scale
4. Toepassingsgebied Deze procedure is ziekenhuisbreed van toepassing, bij alle nieuw gediagnosticeerde en gekende diabetespatiënten, glycemiewaarde > 250 mg/dl. De procedure is niet van toepassing voor kinderen met DKA.
5. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden Deze procedure geldt voor de artsen
6. Benodigdheden NVT
7. Grafische voorstelling NVT
8. Procedure Pagina 1 van 5 Huidige datum: 04-11-2015 Huidige tijd: 15:27
Titel: Evaluatie, behandeling en opvolging bij diabetische keto-acidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling Documentnummer: 8766 - Versie: 1 - Status: Concept - - Type document: Medisch document
8.1.
INITIËLE EVALUATIE
8.1.1. Vitale functies (ABCD) ·
Indien bedreiging vitale functies (ABCD): contacteer supervisor.
· ·
A Ademluchtweg evalueren: vrij – risico voor obstructie (patiënt met verminderd bewustzijn) – geobstrueerd. B Beademing en beoordeling van ademhalingspatroon: diepte en frequentie zeer nauwgezet opvolgen (Kussmaulse ademhaling?), vooral aandacht voor mogelijke respiratoire uitputting waardoor metabole acidose onvoldoende gecompenseerd wordt. C Klinisch in shock (o.a. hypotensie): vochtreanimatie (cfr. 8.3.1) D GCS 8 of lager in afwezigheid van hypotensie.
· ·
8.1.2. Uitlokkende factoren Infectie (50%), onvoldoende insulinetoediening (10%), CVA, myocardinfarct (5%), trauma (2%), geen duidelijke oorzaak (33%)
·
8.2.
AANVULLENDE EVALUATIE
8.2.1. Klinisch onderzoek 8.2.2. Laboratoriumonderzoek Arteriëel bloedgas, ketonemie, lactaat, bloedbeeld met witte bloedceldifferentiatie, formule, glucose, HbA1C, creatinine, ureum, plasma-osmolaliteit, K, Na, fosfaat, magnesium, bicarbonaat, leverset, CK, CRP, TSH, aan te vullen cfr. 8.1.2.
·
8.2.3. Aanvullende onderzoeken ECG, Rx thorax, US, aan te vullen cfr. 8.1.2 (b.v. CT hersenen ZONDER contrast).
·
8.3.
BEHANDELING
8.3.1. Hydratatie Doel: herstel euvolemie Start met Plasmalyte A. Indien niet beschikbaar Hartmann. Indien ook dit niet beschikbaar NaCl 0,9%
· ·
Bij hypernatriëmie, gecorrigeerd voor de mate van hyperglycemie (cfr 8.4.2), gebruik NaCl 0,45% SCHEMA AANPASSEN BIJ OUDERE PATIËNTEN, HARTFALEN OF NIERINSUFFICIËNTIE! ste o 1 half uur tot uur : 1 liter e o 2 uur : 1 liter e o 3 uur : 500 mL – 1 liter e o 4 uur : 500 mL – 1 liter e o 5 uur : 500 mL – 1 liter ste o Totaal 1 5 uur : 3.5 tot 5 Liter e e o 6 tot 12 uur : 250-500 mL/uur
·
8.3.2. Kalium · · · ·
Kaliëmie moet gekend zijn vooraleer insuline opgestart wordt; bij kaliëmie < 3.3 mEq/L dient dit gecorrigeerd te worden tot > 3.3 mEq/L vooraleer insulinetherapie gestart wordt (geef 20-30 mEq kalium/h IV) Kaliumtoediening NIET bij kaliëmie > 5.5 mmol/L of wanneer anurie Voorkeur voor KCl (alternerend met KPO4 wanneer fosfaatdepletie en anemie, hartfalen of respiratoire insufficiëntie) Voeg Kalium toe per liter als volgt (tenzij contra-indicatie)
Pagina 2 van 5 Huidige datum: 04-11-2015 Huidige tijd: 15:27
Titel: Evaluatie, behandeling en opvolging bij diabetische keto-acidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling Documentnummer: 8766 - Versie: 1 - Status: Concept - - Type document: Medisch document
Serum K (mmol/L): < 3.5 3.5 – 4.5 4.5 – 5.5 > 5.5
30 mEq/L 20 mEq/L 10 mEq/L Stop K
8.3.3. Insuline ®
Bij milde DKA: 0.3E/kg lichaamsgewicht ultrasnelwerkende insuline (Humalog ) subcutaan; zo voldoende daling na 1 uur (50-70 mg/dL daling) nogmaals 0.2 E/kg lichaamsgewicht snelwerkende insuline; bij onvoldoende daling: 0.6E/kg lichaamsgewicht
·
Subcutane insulinetoediening: 0.2 E/kg lichaamsgewicht te herhalen elke 2 uur tot een stabiele glycemie (150200 mg/dL) bereikt wordt; nadien elke 2 uur 0.1 E/kg lichaamsgewicht tot overschakeling op onderhoudsinsulineschema Bij matige en ernstige DKA: start continue intraveneuze insulinetoediening met startsnelheid 0.15 E/kg ® lichaamsgewicht per uur ( Humuline Regular )
·
Controle glycemie na 1 uur: o voldoende daling (met 50-70 mg/dL): § minder dan 10% per uur verhoog insuline pomp met 1 E per uur § meer dan 10% per uur, verminder insuline pomp met 1 E per uur o onvoldoende daling glycemie: verdubbelen infusiesnelheid intraveneuze insuline Wanneer glycemie < 250 mg/dL, verlaag insuline pomp met 1 tot 2 E per uur Streefwaarde glycemie 150 – 200 mg/dL tot resolutie DKA, titreren met insuline maar insuline niet langer stoppen dan 1 uur
·
8.3.4. Bicarbonaat Wanneer arteriële pH < 6.9 en respiratoire uitputting: eenmalig 1 mEq/kg NaHCO3 snel in laten lopen (ongeveer 15 min, supervisor informeren ).
·
8.3.5. Tromboseprofylaxis Heparine met laag moleculair gewicht (Clexane®) te starten in preventieve dosis (0.5 mg/kg lichaamsgewicht) bij matige DKA en ernstige DKA, en andere risicofactoren voor trombose én indien geen andere tegenindicatie.
·
8.4.
OPVOLGING
8.4.1. Vitale functies (ABCD) ·
Cfr. 8.1.1.
8.4.2. Frequentie laboratorium · · · ·
Evaluatie na 1 uur: glycemie, kaliëmie, natriëmie (gecorrigeerd voor hyperglycemie = +1,6 mmol/l per 100 mg/dl glucose > 100 mg/dl) Glycemie: 1x/u, wanneer gunstige evolutie geleidelijk frequentie verminderen Electrolyten: 1x/2u totdat kaliëmie en berekende natriëmie genormaliseerd zijn en bicarbonaat > 15 mmol/l, nadien om 4 tot 6 uur ABG: seriële meting enkel bij ernstige acidose (art. lijn). Stop meting wanneer pH > 7.2
8.4.3. Infuusbeleid aanpassen ( nadat patiënt voldoende gehydrateerd is ) · · ·
Hypernatriëmie NaCl 0.45% Wanneer glycemie < 250 mg/dL, overschakelen naar Glucose 5% (+ 8g NaCl of 4g NaCl in functie Na). Kalium: zie 8.3.2
Pagina 3 van 5 Huidige datum: 04-11-2015 Huidige tijd: 15:27
Titel: Evaluatie, behandeling en opvolging bij diabetische keto-acidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling Documentnummer: 8766 - Versie: 1 - Status: Concept - - Type document: Medisch document
8.5.
TRANSFERT
8.5.1. Naar IZ of kliniekafdeling vanuit spoed · · ·
In overleg met supervisor Kritieke Diensten én endocrinoloog van wacht Naar IZ: matig DKA, ernstig DKA en HHS (cfr 3.) Naar kliniekafdeling: milde DKA (cfr. 3.)
8.5.2. Naar kliniekafdeling vanuit IZ · · · ·
ABCD stabiel en gunstige evolutie glucosemetabolisme Vochttherapie en intraveneuze insulinepomp continueren Na (telefonisch) overleg met zaalassistent Endocrinologie (d 23175) of wacht Inwendige ziekten- K12 (d 26774) Zo mogelijk in voormiddag
9. Evaluatie ·
Er kan overgeschakeld worden naar subcutane insulinetoediening eens herstel van DKA of HHS bekomen is. Voorzie steeds een overlap van 1-2 uur tussen moment van toediening van langwerkende insuline en stoppen van de intraveneuze insulinetoediening.
·
Definitie herstel: o DKA: serum glucose < 200 mg/dl én serum bicarbonaat > 15 mmol/L of veneuze pH > 7.3 of berekende anion gap < 12 mEq/L o HHS: normale osmolaliteit en herstel normale mentale status
10. Referenties Kitabchi et al., Diabetes Care 2009, 32 (7): 1335-1343
Pagina 4 van 5 Huidige datum: 04-11-2015 Huidige tijd: 15:27
Titel: Evaluatie, behandeling en opvolging bij diabetische keto-acidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling Documentnummer: 8766 - Versie: 1 - Status: Concept - - Type document: Medisch document
Het raadplegen of het gebruik van deze procedure ontslaat de gebruiker geenszins van diens verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Het UZ Gent kan op generlei wijze aansprakelijk worden gesteld door externe gebruikers van dit document.
Wijzigingen ten opzichte van vorige versie: Definities toepassingsgebied: niet van toepassing voor kinderen met DKA 8.3.3 inschatting ernst diabetische ketoacidose aanvullingen en aanpassingen in 8.3 behandeling: 8.3.2 Kalium, 8.3.3 Insuline, 8.34 bicarbonoaat (geen herhaling elke 2u) 8.5.1 Transfer naar IZ of kliniekafdleing: in overleg met supervisor KD en endocrinoloog van wacht 9. Evaluatie
Pagina 5 van 5 Huidige datum: 04-11-2015 Huidige tijd: 15:27