De Huiswerkgids beschrijft de doorgaande lijn van het huiswerk dat we geven en de aanbevolen aanpak.
2 juli 2014 KBS De Hoeksteen 11QH Olmendreef 100 3137 CR Vlaardingen
Inhoud 1
Inleiding...................................................................................................................................................................... 3
2
Hoe maak en leer je huiswerk? .................................................................................................................................. 4
3
Het leren van woorden .............................................................................................................................................. 4
4
Het leren van topografie ............................................................................................................................................ 5
5
Het leren van tafels .................................................................................................................................................... 5
6
Het leren van teksten ................................................................................................................................................. 5
7
Nieuwsbegrip huiswerk.............................................................................................................................................. 6
8
Informatie zoeken op internet ................................................................................................................................... 6
9
Het maken van een werkstuk .................................................................................................................................... 6
10
Stappenplan presentatie ............................................................................................................................................ 7
11
Een verteldoos door groep 5 ...................................................................................................................................... 8
12
Een boekenbeurt ........................................................................................................................................................ 8
13
Actualiteitenkring groep 7.......................................................................................................................................... 9
14 Een presentatie over het werkstuk in groep 6,7,8 .................................................................................................... 10 15
De presentatie over een door leerlingen gekozen onderwerp groep 8 ................................................................... 11
16
De presentatie van het werkstuk groep 8 ................................................................................................................ 11
pagina 2 van 11
1 Inleiding Deze huiswerkgids is voor alle kinderen van groep 4 tot en met 8 en voor hun ouders. Hier staat beschreven welk huiswerk we geven en hoe je aan de slag gaat. Deze huiswerkgids wordt aan het begin van het jaar besproken in de groep en is digitaal te bekijken op onze website. Uit de schoolgids Wij kennen twee soorten huiswerk: 1. Individueel huiswerk: a) om leerlingen achterstand in te laten lopen (na ziekte bv) b) als extra oefening voor zwakke leerlingen c) voor speciale opdrachten zoals een spreekbeurt 2. Klassikaal huiswerk: voor iedere leerling gelijk. Wij geven huiswerk op om studievaardigheid en werkhouding te bevorderen. Ook leren de kinderen plannen en zelfstandig te werken. Op deze manier bereiden we de leerlingen ook voor op het voortgezet onderwijs. Motto Leer mij het zelf te doen!
Een overzicht van de mogelijke huiswerkopdrachten groep agenda gebruik werkstuk boekenbeurt presentatie 4 5 1x 6 1x 1x 1x 7 Ja 1x 2x 8 Ja* 2x 2x * Ook via de website groep 4 5 6 7 8
tafels
aardrijkskunde
1 t/m5 1 t/m10 x x x
Engels
begrijpend lezen maken
x x x x
x x x x
geschiedenis
x x x
verkeer x x x x
frequentie leerhuiswerk
2x 2x 2x
Met de leerlingen worden duidelijke afspraken gemaakt, zoals het gebruik van een elastomap en de agenda. Veel succes ermee!
Team de Hoeksteen
pagina 3 van 11
2 Hoe maak en leer je huiswerk? Schrijf goed op wat en wanneer je iets moet doen. Groepen 4, 5 en 6 schrijven het bovenaan hun huiswerk Groepen 7 en 8 schrijven het in hun agenda en bovenaan hun huiswerk. De leerkracht zet het huiswerk op het whiteboard. De leerkracht schrijft het op de yurlspagina/website van de klas. Het huiswerk neem je mee in je elastomap. Tips
Vertel je ouders/ verzorgers op tijd over je huiswerk, laat eventueel je agenda zien. Begin op tijd. Bedenk per keer wat je allemaal wilt doen en hoe lang je van plan bent te werken. Leer liever een aantal keer kort, dan één keer lang achter elkaar. Zoek een goede, rustige plaats om je huiswerk te doen. (bijvoorbeeld je eigen kamer) Zorg ervoor dat je zo min mogelijk gestoord wordt. Werk rustig, niet te snel.
3 Het leren van woorden Bij het leren van woorden gaat het om de spelling (hoe het woord geschreven moet worden) en / of de betekenis van de woorden (woordenschat). Je moet soms ook Engelse woorden leren. Dan gaat het ook om de spelling en de betekenis ervan. Je moet de woorden van Nederlands Engels leren en van Engels Nederlands. Spelling
Kijk goed hoe je het woord moet schrijven. Bedenk welke spellingregels er bij horen. Als je spelling moeilijk vindt, lees je het woord hardop. Schrijf het woord op. De 1e keer mag je kijken naar je huiswerkblad. De tweede keer lees je het woord en schrijf je het daarna uit je hoofd op. Controleer of je het goed geschreven hebt. Als het fout is, schijf je het woord nog een paar keer. Vraag of iemand je wil overhoren.
pagina 4 van 11
Woordenschat Lees de woorden en de betekenissen goed door. Bedenk of je ook begrijpt wat je leest. Leer niet alles in één keer, maar verdeel de woorden in groepjes van bijv. vijf woorden. Bedenk een zin met het woord erin. Vraag of iemand je wil overhoren of doe dat zelf. Het leren van Engelse woorden doe je op dezelfde manier. Voor het leren van Engelse woordjes kun je als hulpmiddel de site: www.wrts.nl of de WrtsMobile app gebruiken.
4 Het leren van topografie Topografie is het leren van de namen en de plaats van steden, rivieren, gebergten enz. Tips
Leer niet alles tegelijk, maar verdeel de namen in handige rijtjes. Maak gebruik van een blinde kaart. Leer actief; wijs met je vinger de plaats op het kaartje aan. Zeg de plaatsen hardop en schrijf ze ook. Maak gebruik van ezelsbruggetjes. Als je vindt dat je alles weet, vraag dan of iemand je wil overhoren.
5 Het leren van tafels De tafels van vermenigvuldiging moeten uit het hoofd worden geleerd. We verwachten dat je aan het eind van groep 5 de tafels 1 t/m 10 uit je hoofd kent. Je moet dan alle tafels door elkaar weten en per som mag je niet langer nadenken dan 3 seconden. Tips
Je leert de tafels door ze iedere dag te herhalen. Eerst hardop opzeggen; 1x2=2, 2x2=4 enz. Daarna stelt iemand jou een tafelvraag, waarop je meteen het antwoord geeft. Als er enkele tafelsommen zijn, die je steeds moeilijk vindt, schrijf die dan op een kaartje en blijf die steeds herhalen. Er zijn ook erg leuke apps te vinden voor op een tablet waarbij de tafels geoefend worden. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Tafelmonsters, Tafels, KruisTafels, TafelTrainerjr
6 Het leren van teksten Bij vakken als aardrijkskunde, natuur, geschiedenis, verkeer etc. krijg je meestal na een hoofdstuk huiswerk en na een afgerond blok een toets. Hoe kun je dat zo goed mogelijk doen? Tips
Let goed op tijdens de les, dat klinkt misschien heel logisch, maar het helpt echt. De juf of meester vertelt dan al wat belangrijk is om te weten voor de toets. Als je iets (bijv. een woord) niet goed begrijpt moet je het altijd vragen. Je kunt namelijk niet iets uit je hoofd leren wat je niet snapt. Begin ruim van tevoren met leren, wacht dus niet tot de laatste dag voor de toets en leer niet alles op één dag. Het is beter om een paar keer kort te leren, dan één keer lang achter elkaar. Lees de samenvatting goed en bedenk of je alles begrijpt en kan vertellen wat de belangrijke woorden betekenen. Bedenk welke vragen de juf of meester zou kunnen stellen en kijk of je daar zelf het antwoord op kan geven. Schrijf dat ook op en controleer daarna of het goed is. Je kunt ook vragen of iemand anders vragen wil stellen over de tekst. Dit heet: overhoren. Uiteraard vraag je dit pas als je zelf al goed geleerd hebt.
pagina 5 van 11
7 Nieuwsbegrip huiswerk Voor nieuwsbegrip wordt er vanaf groep 5 iedere week woordenschat huiswerk gemaakt. Hieronder volgt een stappenplan om op de juiste website te komen: Ga naar: www.nieuwsbegrip.nl. Klik op log in. Vul hier je gebruikersnaam en wachtwoord in (dit heb je van de leerkracht gekregen). Klik op archief om de juiste les te kiezen. Klik vervolgens op woorden. Maak de les. Tip: Om ervoor te zorgen dat je dit huiswerk niet vergeet te maken, kies dan voor jezelf een vaste dag in de week waarop je nieuwsbegriphuiswerk steeds doet.
8 Informatie zoeken op internet Als je een werkstuk of spreekbeurt moet maken, ga dan eerst op zoek naar geschikte informatie. Tips
Je kunt bijvoorbeeld naar de bibliotheek gaan om daar een mooi boek uit te zoeken. Op internet is ook van alles te vinden voor je werkstuk of spreekbeurt. Let op dat je opschrijft waar je wat gevonden hebt. Je moet een bronnenlijst maken voor je werkstuk (lijstje met websites, boeken…). Op internet kun je heel veel vinden, ook een hoop dingen waar je niets aan hebt of die je helemaal niet wilt vinden. Om echt zeker te weten dat je informatie voor kinderen is en die echt over je onderwerp gaan raden wij je aan om naar de volgende site te gaan: http://kids.kennisnet.nl.
9 Het maken van een werkstuk In de groepen 6, 7, en 8 wordt een werkstuk gemaakt. Verderop in dit hoofdstuk wordt dat uitgebreid beschreven. Algemene afspraken en tips voor alle groepen Hoe maak je een werkstuk? Een werkstuk is eigenlijk een boekje over een onderwerp. Tips
Ga in de bieb en op internet kijken of je goede boeken / sites over jouw onderwerp kunt vinden. Lees de boeken eens door. Lees je iets dat je in je werkstuk wilt gebruiken, schrijf het boek en de bladzijde op. Ook titels van hoofdstukken die je wilt gebruiken schrijf je op. Op internet kun je ook kijken. Kies daar stukken die je makkelijk snapt, veel teksten zijn voor volwassenen. Als je de boeken hebt doorgelezen, maak je een woordweb/mindmap voor jezelf om alle informatie te ordenen. Ga nu eens bedenken welke hoofdstukken je gaat schrijven. Hier maak je een inhoudsopgave mee. Denk ook aan plaatjes. Die kun je bijvoorbeeld vinden op internet, in tijdschriften, boeken, reclames en kranten. Knip de plaatjes mooi uit. Je kunt ook zelf wat tekenen. Ondertussen weet je vast al iets te vertellen als inleiding. Schrijf hier in het kort waar je werkstuk over gaat. Als je aan de hoofdstukken begint, dan schrijf je geen stukken over uit boeken of internet. Lees eerst het stuk tekst en schrijf het daarna uit je hoofd op in je eigen woorden. Je kunt de leerkracht altijd om hulp vragen.
Afspraken Reserveer voor ieder hoofdstuk minstens één bladzijde. De blaadjes worden aan één kant beschreven of getypt. Begin ieder hoofdstuk op een nieuw blad. Zorg voor bijpassende tekeningen, plaatjes en foto’s. Verdeel ze op een leuke manier over de bladzijde. Heel belangrijk is ook, dat het geschreven is in jouw taal. Gebruik dus geen moeilijke woorden, die je anders niet gebruikt. Werk netjes en duidelijk. Begin op tijd aan het werkstuk. Bij de beoordeling wordt er gelet op de inhoud en verzorging van het werkstuk. Je mag in groep 6 zelf kiezen of je het werkstuk schrijft of typt. In groep 7 en 8 willen we een getypt werkstuk. pagina 6 van 11
Lever je werkstuk op de afgesproken dag in. Eerder mag natuurlijk ook.
Waar bestaat het werkstuk uit: a)
De kaft, titelblad Op de kaft komt de titel, jouw naam en een tekening of plaatje van het onderwerp. b) Inhoudsopgave De inhoudsopgave bestaat uit de titels van alle hoofdstukken die je hebt gemaakt, met daarachter het bladzijde nummer. c) Inleiding Hierin vertel je kort waarom je dit onderwerp gekozen hebt en waar je werkstuk over gaat. d) Hoofdstukken Het werkstuk moet uit minimaal 5 hoofdstukken bestaan. Verder schrijf je een nawoord/ Wat heb ik ervan geleerd. Vertel in dit hoofdstuk hoe je het vond om een werkstuk te maken en of je er veel hulp bij nodig had. e) Boekenlijst / bezochte websites Schrijf hier alle boeken en internetsites op die je gebruikt hebt. Schrijf daar ook de namen van de schrijvers bij. Het is natuurlijk niet de bedoeling om een bestaand werkstuk van internet af te halen en dat in te leveren! We willen daarom ook echt alle sites in de boekenlijst zien staan die je gebruikt hebt om je informatie te verwerven.
10
Stappenplan presentatie
Tips
Schrijf de onderwerpen op waar je over wilt vertellen en schrijf bij ieder onderwerp in steekwoorden op wat je wilt vertellen. Probeer te bedenken hoe je jouw presentatie afwisselend kunt maken, dus niet alleen vertellen maar ook wat laten zien of voordoen. Ga op zoek naar plaatjes, afbeeldingen, kaartjes etc. om te laten zien. Let op dat de plaatjes niet te klein zijn. Een klein plaatje is achter in de klas niet te zien. Je kunt boeken uit de bibliotheek meenemen naar de klas. Misschien heb je een kort stukje video om te laten zien, misschien heb je wat voorwerpen die je mee kunt nemen? Misschien kun je er een PowerPoint presentatie van maken of op de computers (grote) afbeeldingen laten zien? Als je alles hebt ga je thuis oefenen. Doe je presentatie voor, voor je ouders, broer, zus, buurvrouw of iemand anders. Zorg op de dag van je presentatie dat alles klaar staat. Als je jouw presentatie houdt, sta je voor de klas achter een tafeltje. Je mag van tevoren platen of posters ophangen of op het bord tekenen. Heb je iets nodig, bijvoorbeeld de computer, regel dit van tevoren. Praat duidelijk en vooral niet te snel. Jij kent jouw presentatie goed, maar voor de rest van de klas is alles nieuw! Zorg dat je de klas betrekt bij wat je vertelt. Stel vragen bijvoorbeeld. Als je jouw presentatie houdt, mag je de steekwoorden erbij houden. Je mag best op je papier kijken, maar niet aan een stuk door. Probeer te vertellen en kijk regelmatig de klas in. Als je iets laat zien, draai het dan rustig naar alle kanten, zodat iedereen alles kan zien. Denk aan een goede afsluiting.
pagina 7 van 11
11
Een verteldoos door groep 5
Groep 5 Doel
Kinderen kunnen minimaal 5 minuten iets vertellen voor de klas a.d.h.v. door henzelf verzamelde informatie over zichzelf. Ze zijn verstaanbaar. Ze doen de eerste ervaring op met een spreekbeurt. De tweede helft van groep 5
Periode
Aan de hand van een verteldoos ga je een spreekbeurt houden over jezelf. In een versierde doos verzamel je spulletjes, foto’s van jezelf en misschien heb je nog wel meer ideeën. Aan de hand van al je spullen ga je een spreekbeurt houden. De spreekbeurt duurt ongeveer 5 tot 10 minuten. Bij deze spreekbeurt maken we geen gebruik van powerpoint. Voorbeelden waar de hoofdstukken over kunnen gaan: mijn familie, mijn hobby’s, mijn huisdieren, mijn muziek, mijn lievelingsvakantie, mijn eten, mijn sport, mijn school, mijn kamer. Zorg ervoor dat er een duidelijke volgorde in je spreekbeurt zit. Bij de beoordeling let de juf of meester op:
12
Hoe was je voorbereiding? Heb je verteld aan de hand van steekwoorden of heb je van het formulier afgelezen? Vertel je rustig en duidelijk? Heb je vragen uit de klas goed beantwoord? Had je materialen meegenomen?
Een boekenbeurt
Groep 6 In groep 6 behandel je een interessant boek dat je hebt gelezen. Doel
Kinderen kunnen verstaanbaar iets vertellen voor de klas a.d.h.v. door henzelf verzamelde informatie over een zelfgekozen leesboek. Ze kunnen de klas boeien met het verhaal. Ze zorgen ook voor beeldmateriaal. De eerste helft van groep 6.
Periode Tips
Kies een leuk, spannend, bijzonder of romantisch boek en lees het heel goed. Thuis wordt een voorbereidingsformulier ingevuld waarbij je ook informatie over de tekenaar (illustrator) en andere boeken moet zoeken. Dit formulier krijg je van je juf of meester. Vul het voorbereidingsformulier beknopt in. Tip: Op internet vind je vaak veel informatie. Neem je boek en je blad mee naar school op de dag van je boekenbeurt. Heb je nog meer boeken van deze schrijver? Dan mag je die ook meenemen. In de klas presenteer je het en vertel je met behulp van het formulier. Schrijf de titel en de naam van de schrijver op het bord. Misschien wil je er ook een leuke tekening bij maken, of een website laten zien. Spreek met de juf of meester af wanneer dat mag. Vertel iets over jouw boek, over de schrijver en de tekenaar met behulp van dit blad. Let op: vertellen is niet oplezen. Kies een leuk stukje uit je boek om voor te lezen. Laat de klas vragen stellen. Aan het eind van jouw boekenbeurt lever je het voorbereidingsblad in bij je juf of meester.
pagina 8 van 11
Voorbeeld van het voorbereidingsblad boekenbeurt De titel van het boek: De schrijver van het boek: Vertel kort iets over de schrijver: Noem andere boeken die de schrijver geschreven heeft: De illustrator is: Vertel iets over de illustrator of de tekeningen: Hoeveel hoofdstukken heeft het boek? Hoeveel bladzijden? Hoe kom je aan het boek? Waarom heb je dit boek gekozen? Je eigen mening over het boek: Schrijf de bladzijden op die je gaat voorlezen: Is er iets wat je nog meer wilt vertellen?
13
Actualiteitenkring groep 7
Je kiest een artikel uit een krant of tijdschrift. Thuis wordt een voorbereidingsformulier ingevuld. In de klas wordt dit gepresenteerd, a.d.h.v. steekwoorden wordt verteld. De klas wordt d.m.v. gerichte vragen uitgedaagd ook mee te praten. Doel
Kinderen kunnen verstaanbaar iets vertellen voor de klas a.d.h.v. door henzelf verzamelde informatie uit de actualiteit. De klas wordt geboeid en leert iets van de spreekbeurt. Het kind zorgt voor een inleiding, middenstuk en een eind. Het kind leidt een kort gesprek met de groep over het onderwerp en stelt de juiste vragen.
Periode
De eerste helft van groep 7.
Tips
Kies een artikel uit een krant of tijdschrift. Het moet gaan over iets dat jij bijzonder, leuk of opvallend vindt. Schrijf in steekwoorden waar het over gaat en wat je er over aan de klas wilt vertellen. Neem het artikel mee en hang het op voor de klas. Vertel kort wat jij er van vindt ( je eigen mening) Vraag aan de klas wat zij er van vinden, bedenk hiervoor een paar goede vragen. Sluit zelf jouw onderwerp af. Het mag ongeveer 15 minuten duren.
pagina 9 van 11
Voorbeeld van het voorbereidingsblad actualiteitenkring Actualiteitenkring van: Titel van mijn artikel: Het komt uit (de bron is): De moeilijke woorden zijn: Het gaat over (korte inhoud in steekwoorden opschrijven): Dit vind ik er zelf van: Deze vragen kan ik aan de klas stellen om er achter te komen wat zij er van vinden: Dit wil ik vertellen als afsluiting:
14 Een presentatie over het werkstuk in groep 6,7,8 Je gaat nu je werkstuk aan de klas presenteren. De nadruk ligt op de manier van presenteren, niet alleen vertellen, maar ook visualiseren en de klas erbij betrekken. De klas krijgt de gelegenheid vragen te stellen. Doel
Kinderen kunnen voor de klas verstaanbaar iets vertellen over een onderwerp waar zij veel informatie over hebben verzameld en waar ze veel vanaf weten. Ze kunnen de klas boeien en informatie bijbrengen. Ze zorgen voor een logisch verhaal met een goede volgorde. Ze zorgen voor toepasselijk beeldmateriaal. Vanaf groep 7 moeten de kinderen zelf een bijpassende powerpoint kunnen maken en stellen ze de klas na afloop van de spreekbeurt relevante vragen over het onderwerp
Periode
De tweede helft van groep 6, 7 en 8
Bij de beoordeling let de juf of meester op:
Hoe was de voorbereiding? Wordt er verteld a.d.h.v. steekwoorden, of heb je voorgelezen? Vertel je rustig en duidelijk. Laat je het boek en eventuele andere voorwerpen duidelijk zien? Hoe worden vragen beantwoord? Was er nog iets extra’s? (plaatjes, meer boeken, powerpoint, ...)
pagina 10 van 11
15
De presentatie over een door leerlingen gekozen onderwerp groep 8
Ieder kind kiest een manier om het zelfgekozen onderwerp aan de klas te presenteren. Er is een voorbereidingsblad waarop tips staan voor de kinderen. Nadruk ligt op de manier van presenteren, niet alleen vertellen, maar ook visualiseren en de klas erbij betrekken. De klas krijgt de gelegenheid verdiepende vragen te stellen. Doel
Periode
16
Kinderen kunnen verstaanbaar voor de klas vertellen over een onderwerp waar zij veel informatie over hebben verzameld en waar ze veel vanaf weten. Ze kunnen de klas boeien en nieuwe informatie bijbrengen. Ze maken een duidelijke powerpoint, zorgen eventueel voor aanvullende materialen en stellen de groep vragen. De eerste helft van groep 8.
De presentatie van het werkstuk groep 8
In groep 8 worden hogere eisen gesteld aan het maken van een werkstuk wat betreft inhoud en lay-out. Om dit te leren worden er meerdere werkstukken gemaakt. Eerst helemaal begeleid, tot geheel zelfstandig in de tweede helft van het schooljaar. Om van elkaar te leren presenteren de leerlingen de werkstukken aan de klas. Nadruk ligt op de manier van presenteren, niet alleen vertellen, maar ook visualiseren en de klas erbij betrekken. De klas krijgt de gelegenheid verdiepende vragen te stellen. Doel
Kinderen durven voor de klas het gesprek aan te gaan over een onderwerp waar zij veel informatie over hebben verzameld en waar ze veel vanaf weten.
Periode
De tweede helft van groep 8
pagina 11 van 11