REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE VOOR HUISARTSEN Alle artsen die één of meer bewoners behandelen in Woonzorgcentrum Sint-Elisabeth (erkend ROB en RVT) dienen er zich ten aanzien van de beheerder, OCMW Sint-KatelijneWaver, toe te verbinden om zo efficiënt mogelijk mee te werken aan de interne medische organisatie van het woonzorgcentrum. Deze interne medische organisatie is terug te vinden in onderhavig reglement, opgemaakt door het OCMW Sint-Katelijne-Waver.
Tussen het OCMW Sint-Katelijne-Waver, beheerder van het Woonzorgcentrum SintElisabeth, gelegen aan de Wilsonstraat 28, 2860 Sint-Katelijne-Waver, vertegenwoordigd door dhr. D. Van Oosterwyck, voorzitter en dhr. M. Staes, secretaris, hierna “WZC” genoemd en dokter ………………………………………………………………………………, erkend als omnipracticus onder het RIZIV-nummer . / . . . . . / . . / . . ., wonende ……………………………………………………… ….………………………………………………………….., hierna “huisarts” genoemd is het volgende overeengekomen: Vrije keuze van de bewoner Artikel 1 Elke bewoner van het WZC heeft te allen tijde het recht een beroep te doen op een arts van zijn keuze. Alle betrokken partijen waarborgen dit recht voortdurend. De bewoner vermeldt zijn keuze aan de maatschappelijk werker bij de vooropname. Indien hij geen voorkeur heeft, kan de coördinerend en raadgevend arts de bewoner medisch volgen. De huisarts houdt het globaal medisch dossier van zijn bewoner bij zoals wettelijk is voorzien. Artikel 2 Indien een bewoner van arts wil veranderen, maakt hij of zijn familie dit kenbaar aan de hoofdverpleegkundige en aan zijn huisarts. Hij vraagt aan zijn huisarts om het medisch dossier te bezorgen aan de nieuwe huisarts.
Verloop van het bezoek Artikel 3 De huisarts meldt zich bij het begin van elk bezoek mondeling of telefonisch bij de dienstverantwoordelijke of zijn aangestelde. Deze verstrekt hem alle nuttige informatie en observaties en vergezelt hem zo nodig bij zijn bezoek aan de bewoner. Na zijn bezoek brengt de huisarts de dienstverantwoordelijke of zijn aangestelde op de hoogte van het te volgen beleid. De huisarts kan de dienstverantwoordelijke of zijn aangestelde oproepen via de telefoon. De nummers daarvan staan vermeld op de telefoon in het dienstlokaal.
Tijdens zijn bezoek respecteert de huisarts de algemene regels voor handhygiëne. Artikel 4 Het verplegend en verzorgend personeel vraagt een huisbezoek aan vóór 11u., tenzij bij hoogdringendheid. Bezoeken worden bij voorkeur afgelegd tussen 10u en 11u30 en tussen 13u en 15u30. Dringende oproepen vormen hierop een uitzondering. Op deze manier kan het verplegend en verzorgend personeel de huisarts beter bijstaan en de situatie van de bewoner beter opvolgen. De huisarts informeert de bewoner en/of diens familie over zijn medische toestand. Artikel 5 De huisarts organiseert zich zodanig dat hij dringende oproepen snel en efficiënt kan beantwoorden. Medisch dossier Artikel 6 De huisarts stelt voor elke bewoner een uniform medisch dossier samen. Hierin vermeldt hij op zijn minst alle allergieën, vaccinaties, antecedenten en medicatie (incl. wijzigingen). De huisarts vult dit medisch dossier na elk bezoek aan met zijn observatiegegevens. Het medisch dossier wordt, overeenkomstig de regels van het medisch beroepsgeheim en de wet op de privacy, in een afzonderlijke map ‘medisch dossier’ bewaard in het dienstlokaal van de afdeling waar de bewoner verblijft. In geval de huisarts onbereikbaar is, mag de vervangende arts steeds het medisch dossier raadplegen. Medicatie Artikel 7 De huisarts parafeert maandelijks een afgedrukt medicatieschema. Bij elk bezoek kijkt hij het voorgeschreven en te volgen medicatiebeleid van zijn patiënt na. De opvolging van het medicatiebeleid gebeurt geïnformatiseerd. Elke afdeling beschikt over een opvolgformulier waarop de huisarts alle wijzigingen aan het medicatieschema van een bewoner noteert. . De voorraadopvolging van de medicatie gebeurt grotendeels geïnformatiseerd. De voorschriften voor de lopende medicatie worden wekelijks afgeprint om voorraadaanvulling voor 30 dagen te kunnen voorzien. De effectieve bestelling van medicatie gebeurt voor de chronische medicatie 12 dagen voor uitputting van de bestaande voorraad. Bij elk bezoek brengt de huisarts de afgedrukte voorschriften, aanvragen en eventuele attestverlengingen in orde. Ieder geneesmiddelenvoorschrift vermeldt: - naam en adres voorschrijver; - erkenningnummer van de voorschrijver bij het RIZIV; - voornaam en naam van de bewoner, gevolgd door de verdieping waarop de bewoner verblijft; - dosis van de vaste stof, eventuele concentratie in de oplossing, toedieningswijze, toedieningsperiode of –frequentie; - handtekening van de voorschrijver; - datum van voorschrift.
Indien nieuwe of tijdelijke medicatie opgestart wordt, schrijft de huisarts een duidelijk leesbaar voorschrift. Bij de verwijzing naar een staand order of een interne procedure van het woonzorgcentrum vermeldt hij de overeenkomstige benaming en/of nummering ervan. In dringende gevallen kan de huisarts telefonisch aan de verpleegkundige of verzorgende een mondeling medisch voorschrift formuleren. Het is aan te bevelen dit voorschrift per fax te bevestigen. Bij voorkeur verwijst de huisarts naar een standaardverpleegplan, een staand order of een procedure. In dat geval noteert de verpleegkundige of verzorgende de overeengekomen benaming en/of nummering van het standaardverpleegplan, het staand order of de procedure. De verpleegkundige of verzorgende noteert het voorschrift zo vlug mogelijk op het medicatieoverzicht en de huisarts bevestigt dit zo vlug mogelijk door het te handtekenen. Bij voorkeur zendt hij het medisch voorschrift per fax. Artikel 8 Op elke afdeling ligt een geneesmiddelenformularium, opgesteld in overleg met de coördinerend en raadgevend arts (CRA). De CRA houdt rekening met de bemerkingen van de huisartsen bij de herziening van het formularium. De huisarts verbindt zich ertoe om zich zoveel mogelijk te houden aan de geneesmiddelen die hierin zijn vermeld. Het WZC werkt voor het geneesmiddelenbeleid samen met apotheek De Lindeboom. Om een adequate voorbereiding en toediening van medicatie te bekomen kan de apotheek voorstellen doen aan de huisarts mbt de voorgeschreven medicatie. Verzorging Artikel 9 De verzorging gebeurt zoveel mogelijk in de vertrouwde omgeving, met aandacht voor palliatieve ondersteuning. De huisarts zal actief meewerken aan de palliatieve zorg van zijn patiënt en hiertoe alle nodige formaliteiten in orde brengen. De huisarts zorgt er ook voor dat het formulier ‘Medische behandelingsrichtlijnen’ en desgevallend het palliatief dossier ingevuld wordt in overleg met de bewoner en/of zijn familie. Ernstig zieke of terminale bewoners worden alleen op gegronde indicatie overgebracht naar het ziekenhuis. In geval van overbrenging naar een ziekenhuis zal de bewoner opgenomen worden in het Algemeen Ziekenhuis Sint-Maarten te Mechelen of Duffel, waarmee het WZC een functioneel samenwerkingsverband heeft afgesloten. Verwijzing naar een ander ziekenhuis kan op vraag van de bewoner of zijn familie in samenspraak met de huisarts. Bij hospitalisatie maakt de huisarts afspraken om overbodige onderzoeken zoveel mogelijk te vermijden. Indien de huisarts niet aanwezig kan zijn als de bewoner terugkeert uit het ziekenhuis, opent de aanwezige verpleegkundige het opnameverslag in naam van de huisarts. Artikel 10 De huisarts stelt het overlijden van de bewoner vast en verwittigt de familie. Paramedische zorgen
Artikel 11: Dieet De huisarts informeert zich over de mogelijkheden ivm diëten in het woonzorgcentrum. De behandelende arts overlegt het voorgestelde dieet met de bewoner. Hij maakt het voorschrift op voor dieetvoeding met vermelding van begin- en einddatum. Hij verduidelijkt het dieet en evalueert het periodiek. Artikel 12: Kinesitherapie De huisarts zorgt ervoor dat de behandelende kinesist duidelijk wordt geïnformeerd, zodat deze een optimale behandeling kan garanderen vanaf het begin van de behandeling. De huisarts kijkt bij elk bezoek na of de voorschriften voor de kinesitherapie nog toereikend zijn. Artikel 13: Logopedie De huisarts bespreekt de aanvragen voor logopedie met de hoofdverpleegkundige en de bewoner of familie. De huisarts evalueert de behandeling periodiek in overleg met de hoofdverpleegkundige. Administratieve formaliteiten Artikel 14 De huisarts zorgt ervoor dat alle administratieve formulieren voor verlenging of tegemoetkoming van verzorging en/of medicatie, opname in het ziekenhuis en medisch administratieve inlichtingen naar behoren zijn ingevuld en ondertekend. De huisarts dient de KATZ-schaal in te vullen op vraag van de hoofdverpleegkundige. Artikel 15 De huisarts houdt zich aan de procedures van het woonzorgcentrum. Betaling honorarium Artikel 16 De bewoner of zijn/haar familie betaalt het honorarium aan de huisarts. Indien het OCMW Sint-Katelijne-Waver de inning van de honoraria moet regelen, worden 7% administratiekosten aangerekend. Op het einde van het jaar bezorgt de financieel beheerder van het OCMW een fiscaal attest voor de afhoudingen. De huisarts die van dit laatste systeem gebruik wenst te maken, dient zijn getuigschriften (duidelijk voorzien van naam en voornaam van de bewoner) en honorariastaat maandelijks binnen te brengen op de administratie van het woonzorgcentrum op de hiervoor voorziene documenten. Er wordt maandelijks een totaal gemaakt van alle getuigschriften. Na de 2e en 4e dinsdag van de maand (uitgez. in de vakantieperiode) schrijft de financieel beheerder van het OCMW het eindbedrag over op de rekening van de betrokken huisarts. De huisarts betaalt geen vergoeding voor het gebruik van lokalen. Hij draagt zelf de kosten van de materialen die ten zijne laste vallen. Overlegvergaderingen en bijscholingen Artikel 17 De huisarts neemt zoveel mogelijk deel aan de overlegvergaderingen en bijscholingen in het woonzorgcentrum m.b.t. de medische zorg (incl. palliatieve zorg). 6 weken na opname van de bewoner, neemt diens huisarts deel aan het multidisciplinair overleg samen met de verantwoordelijke verpleegkundige en zorgkundige, de ergotherapeut, de maatschappelijk assistent, de animator en desgevallend de kinesist en de logopedist. Indien de huisarts niet aanwezig kan zijn op de geplande bijeenkomst, dient hij zich vertrouwd te maken met de behandelde materie.
Hij neemt ook deel aan het multidisciplinair overleg (ev. met beperkte bestaffing) dat georganiseerd wordt naar aanleiding van een specifieke problematiek bij zijn patiënt en bij de opstart van palliatieve zorgen. Algemene bepalingen Artikel 18 De huisarts ondertekent het reglement van inwendige orde voor akkoord vooraleer hij raadplegingen mag houden in het woonzorgcentrum. Alle artsen, met inbegrip van de coördinerend en raadgevend arts, die door de bewoners van het WZC worden geconsulteerd, kunnen deze bewoners enkel in het WZC behandelen indien zij zich strikt aan het reglement van inwendige orde van het woonzorgcentrum houden. Het WZC kan, na ruggespraak met de huisartsenkring en de coördinerend en raadgevend arts, artsen die het reglement niet respecteren, weigeren. De coördinerend en raadgevend arts van het woonzorgcentrum is Dr. K. Van Engeland. Artikel 19 De directie van het woonzorgcentrum kan dit reglement wijzigen na overleg tussen de verschillende partijen en de huisartsenkring teneinde de goede werking van het WZC te garanderen. De directie zal de gewijzigde of toegevoegde artikels bij deze overeenkomst voegen. Artikel 20 De coördinerende en raadgevende arts is verantwoordelijk voor de coördinatie van de medische activiteiten. In dit kader houdt hij toezicht op de naleving van de afspraken in dit reglement. Indien een huisarts zich niet houdt aan de gemaakte afspraken, zal de hoofdverpleegkundige hem in eerste instantie contacteren om de moeilijkheden te bespreken. Indien dit gesprek niet leidt tot het gewenste resultaat, richt de hoofdverpleegkundige zich tot de CRA die contact opneemt met zijn collega. Als de betrokken arts de gemaakte afspraken dan nog niet naleeft, kan het woonzorgcentrum na ruggespraak met de huisartsenkring, beslissen om deze arts toegang te weigeren. Artikel 21 De huisarts heeft een meldingsplicht aan de coördinerend en raadgevend arts in geval van ziektetoestanden die een ernstig gevaar kunnen opleveren voor de populatie van het WZC of een gedeelte ervan. Artikel 22 Dit reglement is geldig tot xx/xx/xxxx. Het is voorgelegd en goedgekeurd door de lokale dokterskring Dodonaeus, de Orde van geneesheren en de raad van het OCMW (xx/xx/xxxx). De ondertekenaars verklaren dit contract, goedgekeurd door de Orde van Geneesheren, als enig rechtsgeldig document tussen beide partijen. Iedere wijziging dient voorafgaandelijk goedkeuring van de Orde te verkrijgen. Deze overeenkomst gaat in op datum van ondertekening door beide partijen. Opgemaakt in twee originele exemplaren te Sint-Katelijne-Waver op . . / . . / . . . . Voor het WZC:
Marc Staes secretaris
De huisarts
Dave Van Oosterwyck voorzitter
