DEURGOAN! Magazine van Stichting De Hoven
NR 4
MEI 2015
VIEF VROAGEN... De Ronnie Gardiner Methode NL-Doet 2015 WijkLeerbedrijf Winsum Damsterheerd in beweging
Vrijwilligers in beeld NIEUWS ALZHEIMER CAFÉ
K L E I N S C H A L I G W O N E N Mien laifste bezit 1
Voorwoord Beste mensen, Sinds november 2014 bevindt zich in woonzorgcentrum Winkheem het Wijkleerbedrijf Winsum, voor studenten die zoveel mogelijk in de praktijk willen leren. Dit doen ze door in het dorp verschillende gezinnen, die geen indicatie voor thuiszorg krijgen, de helpende hand in het huishouden te bieden. Voorzichtig kunnen we spreken van een succes. In deze Deurgoan kunt u daarover meer lezen. In deze Deurgoan ook een artikel over het kleinschalig wonen. In januari is op het terrein van De Twaalf Hoven het derde gebouw, Venneheem, in gebruik genomen. Het was even wennen voor zowel bewoners als medewerkers, maar inmiddels is iedereen gewend. Vrijdag 20 maart en zaterdag 21 maart j.l. was het NL-doet. Dit jaar hadden we als thema “Heel De Hoven bakt”. Familieleden, vrienden, dorpsgenoten, scholen en bedrijven en de Groninger Archieven waren op de locaties te gast om inhoud te geven aan dit thema. En dat gaf veel reuring. Bewoners genoten zichtbaar. “Ik zou nog graag zelf alles doen, maar dat gaat niet meer” zegt mevrouw Schanssema in het interview in deze Deurgoan. Mevrouw is Poolse en heeft veel meegemaakt in haar leven en heeft daarom als afleiding “graag wat om handen”. Voor ons als medewerkers van De Hoven is het een missie om ouderen te ondersteunen, zodat ze, daar waar mogelijk, dingen zelf kunnen blijven doen. Ik wens u een fijne zomer. Veel leesplezier! Jannie Nijlunsing Directeur – Bestuurder De Hoven
2
inhoud
De Ronnie Gardiner Methode
Voorwoord
2
4
Vrijwilligers in beeld
Damsterheerd in beweging
NL-Doet 2015
7
Deurgeev’n
11
10
8 WijkLeerbedrijf Winsum
Staatssecretaris te gast in Damsterheerd
12
15
Week van de Dementie
Alzheimer Cafés
Rolstoelfiets voor Vliethoven
15 NIEUWS
18
16 Kleinschalig wonen
20
Redactie & fotografie Hilda Boelens Saffira Rijkee Redactieadres De Hoven Postbus 31 9950 AA Winsum
[email protected]
19
Van verzorger naar woonbegeleider
22 Vormgeving NoordPRoof Producties, Bedum
Mien laifste bezit
24
colofon
Druk Scholma Druk, Bedum Deurgoan is een uitgave van Stichting De Hoven
3
De Ronnie Gardiner Methode “Je zal toch hersenletsel hebben en dit soort oefeningen moeten doen”, grapt Rob, een gedistingeerde oudere man die inderdaad hersenletsel heeft, en onder het uitspreken van gekke woorden als ‘Daaa’, ‘Tsjik’, ‘Baaa’ en ‘Beng’ symbolen probeert te lezen die hem vertellen hoe hij moet dansen op de snelle muziek die speelt. Rob krijgt met zijn groepsgenoten Matthijs en Jan les in de Ronnie Gardiner Methode (RGM, zie kader), van RGM practitioner en logopedist Joke Arends. Op het witte doek waar ze naar kijken wordt een reeks symbolen geprojecteerd die voor bepaalde bewegingen met de armen en benen staan. Rood is links, blauw is rechts. De drie mannen dansen op het liedje A brand new day. Ze hebben al een paar lessen achter de rug en de eerste oefening gaat aardig goed, al is het voor Rob lastig om te schakelen van rechts naar links en tegelijk ook nog de woorden onder de symbolen uit te spreken. Maar vandaag heeft Joke een extra moeilijke oefening: bewegingen van links naar rechts maken, in een vrij hoog tempo. En er dan na de regel symbolen met bewegingen voor links en rechts zelf nog een onzichtbare regel bij bedenken waarin alles precies andersom staat. Mét bijbehorende symbolen en klanken. Zo wordt weer een extra stukje van de hersenen geoefend zegt Joke: dingen uit het hoofd doen.
Frustratie De ‘fantoomoefening’ leidt tot de nodige frustratie bij Matthijs. Die onzichtbare regel symbolen die hij er zelf bij moet bedenken en dan ook nog in bewegingen om moet zetten is hem teveel en daar wordt hij wat boos van. Rob zegt dat het lastig is om zoveel dingen tegelijk te doen wanneer je hersenletsel hebt. “Maar dat maakt het juist een hele goede oefening voor mij.” Joke zegt dat ze het gewoon een leuke en zeer bruikbare oefening vond. Eentje met veel afwisseling op een vrij hoog tempo in een logisch patroon. En eentje die ze mee kan nemen voor haar eindopdracht binnen de derde en laatste cursus die ze op het moment van schrijven volgt in de Ronnie Gardiner Methode. Rob: “Je bent gewoon sadistisch”. Joke, lachend: “Dat ook”. Joke geeft toe dat ze zelf ook goed moet opletten. Als je één beweging mist raak je de draad al kwijt. En zij heeft geen hersenletsel.
“ Jan, Rob en Matthijs geven zelf aan
dat hun aandacht en concentratie beter zijn. Duidelijker krijg je het niet” “Dit is niet handig”, bromt Matthijs na weer een poging. “Ja, dat is juist de oefening!” reageert Rob. Joke besluit voor volgende week de oefening anders uit te tekenen zodat het alle deelnemers duidelijker wordt. Ze weet zeker dat ze het over een week of twaalf onder de knie hebben. Een week later blijkt dat het iedereen inderdaad duidelijk is. Hersens kraken Joke geeft sinds april 2013 RGM in de Twaalf Hoven. Ze volgde de introductiecursus en de tweede cursus in de methode. In februari dit jaar deed ze de verdiepingscursus die ze met succes afrondde: Joke is nu RGM-practitioner. Voor haar eindopdracht moest Joke drie nieuwe symbolen introduceren in een groep. “Rob, Matthijs en Jan trainen op een wat hoger
4
niveau. Ze kunnen iets ingewikkelder dingen aan op een iets hoger tempo. Vandaar dat ik die phantom oefening met ze heb gedaan, omdat ik denk dat ze het uiteindelijk voor elkaar krijgen. Maar wel met vreselijk veel gekraak in de hersenpan! Als zo’n oefening gelijk de eerste keer helemaal zonder problemen goed gaat is dat leuk, maar dan heb je niet echt een leertraject. Dat zie je nu wel.” Verschillende groepen Joke geeft RGM aan vier verschillende groepen: twee groepen mensen die een beroerte hebben gehad, één groep op de dagbehandeling psychogeriatrie van de Twaalf Hoven, en één groep in Alegunda Ilberi in Bedum, die bestaat uit dementerende mensen die daar wonen. Joke maakt alle
oefeningen zelf. Daarbij moet ze rekening houden met de groep. “Voor de groepen met mensen die een beroerte hebben gehad hebben de oefeningen vooral een therapeutisch karakter, gericht op het verbeteren van functies. Voor de beide andere groepen is het meer een vrolijke manier van bewegen die direct ook een stukje hersengymnastiek is. In Bedum laat ik de symbolen wel zien maar gebruik ik bijvoorbeeld niet zo’n uitgeschreven oefening, dat is te hoog gegrepen.” Voor ze een oefening maakt bedenkt Joke wat ze er mee wil bereiken. “Je doet een oefening die erop gericht is om de aangedane zijde te prikkelen. Of juist een oefening die zich focust op concentratie. Uitgangspunt is dat alle bewegingen die er staan ook gedaan worden. De aangedane zijde mag
De Ronnie Gardiner Methode RGM wordt gegeven door onder andere (neurologisch) muziektherapeuten, logopedisten, fysio-, ergo-, of oefentherapeuten in de zorg of in het onderwijs. De methode werd in 1993 geïntroduceerd binnen de gezondheidszorg in Zweden en later ook in Engeland, de Verenigde Staten en Israël. RGM werd oorspronkelijk ontwikkeld voor mensen met hersenschade en aandoeningen aan het centrale zenuwstelsel,
maar de methode heeft ook bewezen positieve effecten op kinderen en volwassenen met leer- en concentratieproblemen en op mensen met een burn-out en/of depressieve klachten. Door symbolen te lezen en interpreteren, ze om te zetten in bewegingen op het ritme van muziek en tegelijk de naam van de symbolen uit te spreken, worden verschillende zintuigen tegelijkertijd geprikkeld. Het doel van de
methode is het verbeteren van de samenwerking tussen linker- en rechter hersenhelft en het stimuleren van de aanleg van nieuwe netwerken in de hersenen. Hierdoor kunnen natuurlijke patronen die eerder waren verstoord, worden hersteld. Dit proces (neuroplasticiteit) wordt de laatste jaren meer en meer onderbouwd door de wetenschap. Voor meer informatie zie www.rgm-nederland.nl.
5
Documentaire Ronnie Gardiner Via internet is een documentaire te zien over Ronnie Gardiner: http://www.svtplay.se/video/2584884/en-ovanlig-livsresa. Zeer de moeite waard om te bekijken, zegt Joke.
niet door de andere kant worden overgenomen. Want dan komt de actie vanuit die kant en uit je andere hersenhelft. Je denkt aan die beweging en dan hoop je dat er uiteindelijk wat beweging in de aangedane zijde komt.” Resultaten In de toekomst wil De Hoven RGM graag aanbieden aan meer mensen, ook van buitenaf. In Zweden is uitgebreid onderzoek gedaan naar de resultaten van de methode, maar die resultaten worden dit jaar gefaseerd vrijgegeven dus richting zorgverzekeraars is op dit moment nog weinig hard te maken. Joke ziet zelf al genoeg resultaten. “Het is mooi om te zien dat een groep dementerende mensen het na drie weken niet geoefend te hebben gewoon weer oppakt, inclusief de koppeling van de symbolen aan de bewegingen. Dat geeft voor mij duidelijk aan dat mensen met dementie ook nog gewoon leren. Ik heb mensen waarbij ik zie dat de aangedane zijde meer en beter beweegt. In Bedum oefenen we in de huiskamer. Zorgmedewerkers zien hun bewoners daar ineens op een heel andere manier. Er komt weer een stuk leven terug. Jan, Rob en Matthijs geven zelf aan dat hun aandacht en concentratie beter zijn. Dat ze weer meer dingen tegelijk kunnen doen en minder snel afgeleid zijn in een vergadering of overleg.”
6
Logisch Tijdens RGM sessies ontstaan spontane gesprekken. Joke: “Dat is logopedisch gezien heel mooi. Voordeel van oefenen in een groep vind ik verder dat mensen die buiten de samenleving zijn gevallen door hun beperkingen ineens weer bij een groep horen. Een groep waarin ze verdrietig mogen zijn als iets niet lukt, waarin ze een hele hoop plezier met elkaar kunnen hebben en elkaar ook nog eens kunnen stimuleren. Voor mij persoonlijk is dit zo’n ontzettend logisch iets. Het in werking zetten van meerdere hersengebieden tegelijk waardoor nieuwe verbindingen ontstaan. RGM heeft een positief resultaat op coördinatie, communicatie, mobiliteit, balans, welbevinden, sociale vaardigheden. Soms is het lastig om aan te geven welke verbetering door welke oefening komt. Deelnemers aan de RGM hebben vaak ook nog individuele logopedie, fysiotherapie of ergotherapie. Ik denk dat het elkaar goed aanvult en zie dit echt als een langdurig bruikbare methode. We zijn nu bijna twee jaar bezig en volgens mij heeft RGM zichzelf wel bewezen qua effectiviteit. Zeker als mensen zelf aangeven dat hun concentratie en aandacht verbetert. Duidelijker krijg je het niet”. Film van De Hoven over RGM gaat internationaal In de zomer van 2014 is voor de week van dementie een film van ongeveer 8,5 minuut gemaakt die een mooi beeld geeft van wat RGM is en hoe de methode binnen De Hoven wordt ingezet. De film wordt overal heel goed ontvangen. RGM Nederland heeft de film al een keer laten zien tijdens een cursus en zelfs Ronnie Gardiner heeft hem gezien en is erg enthousiast. RGM Nederland wil de film nu laten ondertitelen in diverse talen.
nieuws
NL-DOET 2015 Op 20 maart (en in Viskenij op 21 maart) j.l. werd NLdoet 2015 uitbundig gevierd in alle locaties van De Hoven. Met recht kunnen we zeggen dat het wederom een geslaagde dag was. Velen staken “de handen uit de mouwen” in en om onze locaties. Overal werden baksels gemaakt en geproefd, er werd gezongen, gewandeld en gedanst. Ook de media heeft veel aandacht besteed aan NLdoet bij De Hoven. Zo zond Radio Noord live uit vanaf Damsterheerd en was Radio 3, met Giel Beelen, te gast in Winkheem. Alje van Bolhuis zong Groningse liederen met de bewoners van Viskenij. Medewerkers van de Hanzehogeschool namen de verfpot ter hand en zorgden voor frisse witte muren in één van de ruimtes van Alegunda Ilberi. In Vliethoven traden onder andere majorettes op voor de bewoners. Rond De Twaalf Hoven werd de speciale Twaalf Hoven wandelroute gelopen.
Heelven De Hbaokt
7
Damsterheerd in beweging Damsterheerd in beweging brengen, dat is al sinds 2003 de missie van het Mobiliteitsteam van Damsterheerd in Appingedam. En die missie wordt al jaren met mooie resultaten volbracht. “Mensen zeggen wel eens: gymnastiek is ons mooiste uurtje in de week.” Mobiliteitsmedewerkers Emmy Oosterwold en Bouktje Janssen (op de foto’s), vormen samen het Mobiliteitsteam en houden de bewoners van Damsterheerd en inleunwoningen in beweging. Wies Landman, bewegingstherapeut, stuurt het team aan en Sandra Wijers is Hoofd Zorg binnen Damsterheerd. Het Mobiliteitsteam werd opgestart om de zorgzwaarte naar beneden te halen, zodat mensen langer zelfstandig bleven en de zorg haar werk als minder zwaar ging ervaren. Wies: “En ik denk dat we daar meer dan in geslaagd zijn. We hebben een enorm grote doelgroep die we in beweging zetten en die is in de loop der jaren alleen maar gegroeid”. Rondje Solwerd Het Mobiliteitsteam organiseert zowel individuele als groepsactiviteiten, het hele jaar door. De gymgroep van Damsterheerd, die twee keer per week bij elkaar komt bestaat uit 25 tot 30 deelnemers. Om zo zichtbaar mogelijk te zijn voor bewoners worden de groepsactiviteiten beneden in de grote zaal gedaan. Sinds kort is er ook een fitnesszaal. Op woensdagmorgen kan iedereen daar inlopen, ook mensen uit de inleunwoningen. Er is een Jeu-de-boulesbaan, met Pasen kunnen mensen noten schieten en Emmy geeft op de donderdagmiddag een cursus curling. Eén activiteit komt jaarlijks terug en is erg populair: de vierdaagse. Alle bewoners doen mee en lopen vier dagen een rondje Solwerd, langs de dierentuin en met muziek onderweg. Op het terras bij Damsterheerd is ook muziek en kunnen mensen zitten kijken. Emmy: “Alle bewoners doen altijd mee. Op het eind krijgen ze een medaille en we sluiten gezamenlijk af met patat, kroket en een ijsje. Ze kijken er altijd erg naar uit”. Valpreventie De laatste jaren heeft het team een aantal nieuwe activiteiten ontwikkeld. Valpreventie bijvoorbeeld. De vriend van Emmy maakte een heel bouwwerk van allerlei onderdelen die samen een parcours vormen. Wies heeft cursussen gevolgd om de valpreventie vorm te geven. “We doen allerlei dingen op het gebied van balans en evenwicht, om te voorkomen dat mensen vallen en te zorgen dat ze meer vertrouwen krijgen in bewegen. Een heel mooi project.”
8
Voor iedereen Iedereen mag meedoen aan de activiteiten van het Mobiliteitsteam. Sandra: “Het mooie binnen Damsterheerd is dat je gemêleerde groepen hebt. Mensen uit het verzorgingshuis, maar ook vanaf de verpleegafdeling en uit de inleunwoningen”. Wies: “Mensen van de verpleegunit mogen ook aansluiten als ze dat kunnen. Het niveau is niet zo belangrijk, als ze gewoon rustig in een groep mee kunnen draaien en hun beweging krijgen is dat al heel mooi”. Bouktje vindt het fijn dat er ruimte is om individueel iets met mensen te doen.
“ Beweging is hier bij de zorg
weggehaald en een wezenlijk onderdeel geworden van de begeleiding” “We hebben bijvoorbeeld een mevrouw die niet meer in de groep kan functioneren omdat ze dingen niet meer begrijpt, dan wordt ze boos en bang. Ik ga dan even iets met haar apart doen. Dat lukt wel heel goed en zo krijgt ze toch haar beweging en aandacht.” Bouktje werkt 32 jaar in de zorg, maar haar werk in het Mobiliteitsteam, dat ze sinds drie jaar doet, noemt ze “het prachtigste werk dat ze ooit heeft gedaan”. Het geeft haar veel voldoening. Positieve resultaten De positieve effecten van bewegen bleken in de beginjaren van het Mobiliteitsteam al uit onderzoek. De zelfstandigheid van deelnemende bewoners verbeterde significant of bleef stabiel. Ook waren de individueel of algemeen ervaren zorgzwaartes verminderd. Werk-gerelateerde klachten van personeel waren nauwelijks verminderd, maar bijzonder was, dat de mate waarin ze het werk belemmerden wel behoorlijk was afgenomen. Ook vervolgonderzoek, een jaar later, leverde positieve resultaten op en er was voldoende vertrouwen in het project om er ook geld voor vrij te maken. In 2010 was er een dip en dreigde het Mobiliteitsteam te verdwijnen. Wies deed haar uiterste best om het belang van wat
het team doet nog eens te benadrukken. “Maar het mooie was dat het ook besproken werd in de cliëntenraad. Toen we hier een soort wensendag hadden gaven heel veel mensen aan dat ze wilden dat ze weer deel konden nemen aan beweegprogramma’s van het Mobiliteitsteam. De organisatie kon er dus eigenlijk niet omheen. Zo is de groei weer begonnen en de laatste jaren is het alleen maar uitgebreid.”
hoeverre die dementie ook speelt, hij ziet dit toch als zijn thuis”. Bouktje: “Hij is zelfs altijd weer op tijd thuis voor het eten”. Bovendien is hij wel twee stappen vooruit gegaan sinds hij hier woont. Wies: “Hij is niet meer onrustig en boos, hij voelt zich niet meer opgesloten. En zo zijn er meer mensen die zelfstandig de deur uit kunnen. Als mensen aangeven dat ze dat heel graag willen dan gaan we altijd kijken of die mogelijkheid er is”.
Sherlock Holmes Af en toe fungeert het Mobiliteitsteam ook als Sherlock Holmes. Sandra: “We hebben een bewoner op de verpleegunit die altijd bij de PTT heeft gewerkt. Hij was gewend om elke dag met zijn vrouw een vast rondje door Appingedam te lopen. En toen kwam hij hier terecht achter gesloten deuren”. Wies: “In het begin probeerden we deze man zoveel mogelijk ruimte te bieden om te bewegen. Wij gingen met hem fietsen, wandelen. Maar alleen wanneer wij er tijd voor hadden en dat was voor hem gewoon niet genoeg. Regelmatig stond hij bij de lift, omdat hij tussendoor had bedacht dat hij nog even ergens naar toe wilde”. Het team nam toen de proef op de som. Door het vele wandelen samen was al duidelijk geworden, dat deze meneer heel goed uitkeek in het verkeer. Dus lieten Wies, Bouktje of Emmy hem gaan, terwijl ze hem op een afstandje volgden. Zijn oude buurt en kennissenkring en zelfs de politie werden op de hoogte gesteld en het gaat nog steeds goed. Meneer gaat nu één of twee keer per dag zelfstandig de deur uit en komt altijd netjes weer terug. Wies: “Dat vind ik wel heel bijzonder: in
Onmisbaar en uniek De beweegactiviteiten binnen Damsterheerd zijn inmiddels onmisbaar. Emmy: “Ik hoor mensen regematig zeggen: gymnastiek is ons mooiste uurtje in de week”. Emmy en Bouktje gaan ook met mensen naar buiten. Emmy: “We hebben een wandelclub op de dinsdagmorgen en we hebben een duofiets. Ik fiets regelmatig met bewoners langs de plek waar ze hebben gewoond, dat vinden ze leuk”. Bouktje: “Of ze willen een puzzelboekje hebben, dan gaan we even naar de winkel”. Emmy: “In het verleden was er een mevrouw die altijd naar slager Angerman ging, even een stukje leverworst halen op de fiets. Heerlijk vond ze dat”. Het Mobiliteitsteam valt binnen Damsterheerd gewoon onder de zorg. Wies: “We zijn niet een aparte vakgroep. Beweging is hier bij de zorg weggehaald en is een wezenlijk onderdeel geworden van de begeleiding. Zo helpen we elkaar. Uiteindelijk gaat het erom dat de bewoners gestimuleerd worden meer te bewegen, langer zelfstandig te blijven en daar krijgen ze een stukje leefplezier voor terug”.
Naar de oefenzaal Twee bewoonsters, mevrouw Schoonbeek en mevrouw Lenting, willen de oefenzaal wel even demonstreren. Ze gaan door het wandelrek en op de Motomed, maar daarna begint de pret pas echt. Emmy haalt een grote ballon uit haar zak en laat zien wat de bewoners altijd het leukst vinden bij gymnastiek: tennissen met de ballon. Mevrouw Lenting en mevrouw Schoonbeek hebben er duidelijk lol in. Ook voetballen met een hele grote bal gaat goed. Mevrouw Lenting staat uiteindelijk zelfs langer zonder rollator dan normaal, omdat ze zoveel lol heeft tijdens het fotograferen.
9
vrijwilligers in beeld Sinds 2001 zingen ze samen, de leden van het vrijwilligerskoor in Vliethoven. Het koor ontstond spontaan op één van de bootreisjes met bewoners en nu trekken ze volle zalen in verpleeg –en verzorgingshuizen in de regio.
MUZIEK BLIJFT LANG HANGEN Naast het feit dat ze allen van zingen houden zijn ze allemaal vrijwilliger, of vrijwilliger geweest, in Vliethoven. Twee keer per maand wordt er in Vliethoven gereperteerd en af en toe treden ze op in de regio met hun “liedjes van weleer”, want dat is hun repertoire. Het koor kent een wisselende samenstelling, maar Ria Meijer en Rika Haneman zijn koorleden van het eerste uur. Op dit moment telt het koor 17 leden. Het koor wordt begeleidt doorElly de Jonge.
10
De dames geven aan dat ze bij hun optredens merken dat “de muziek lang blijft hangen” bij ouderen. Vaak wordt er uit volle borst meegezongen door de bewoners en daar doen we het voor. We hebben veel plezier met elkaar en het geeft voldoening als we reactie uit de zaal krijgen als “wanneer komen jullie weer”. Voor een optreden buiten de deur vraagt het koor een vergoeding. Het geld wat bij elkaar gezongen wordt gaat naar de bewoners van Vliethoven.
deurgeev’n
VIEF VROAGEN… In “Vief Vroagen” wordt bewoners gevraagd naar hun mening over de gang van zaken binnen De Hoven. Deze keer worden worden de vragen gesteld aan de heer (97 jaar) en mevrouw Schanssema (92 jaar) uit Damsterheerd. Mevrouw is geboren in Polen en heeft haar man leren kennen tijdens de oorlog in Duitsland. Vlak na de oorlog gingen ze in Appingedam wonen. De heer Schanssema is zijn hele leven slager geweest, onder andere bij Slotegraaf in Appingedam.
Voelt u zich thuis bij De Hoven? We wonen nog maar vier weken op Damsterheerd. Door ziekte lukte het niet meer om voor onszelf te zorgen. Het is hier prima. “Ook al woon ik al lang in Nederland, ik mis de Poolse gastvrijheid nog steeds. Daar staat men altijd voor elkaar klaar. Bij de thee serveert men in Nederland maar 1 koekje. In Polen staat de koektrommel gewoon op tafel”, aldus mevrouw Schanssema. Leidt u nog steeds het leven dat u gewend bent? “Ik zou nog graag alles zelf doen, maar dat gaat niet meer”, aldus mevrouw. Doordat mevrouw zelf altijd veel gezorgd heeft is het nog wel wel wennen aan personeel om zich heen. Ook geeft ze aan dat ze het jammer vindt dat het tekenen niet meer lukt, het was een mooie manier om zich te ontspannen. Wat betekent Groningen voor u? De heer Schanssema: “Ik ben een echte Damster en voel me helemaal thuis in Appingedam. Door mijn werk als slager ken ik hier ook veel mensen”. Mevrouw geeft aan zich geen Poolse meer te voelen, ze voelt zich thuis in Groningen. Wat is uw lievelingskostje? Mevrouw Schanssema eet het liefst verse groente en mager vlees. De heer Schanssema heeft liever stamppot met vet vlees op het menu. Beiden geven aan dat ze prima een keuze kunnen maken uit het aanbod van maaltijden in Damsterheerd. Heeft u adviezen voor ons? We zijn tevreden.
“ Ik ben een echte Damster en voel me helemaal thuis in Appingedam”
11
WijkLeerbedrijf Winsum Sinds november 2014 bevindt zich in woonzorgcentrum Winkheem het WijkLeerbedrijf Winsum, voor studenten die zoveel mogelijk in de praktijk willen leren. Dit doen ze door in het dorp verschillende gezinnen, die geen indicatie voor thuiszorg krijgen, de helpende hand in het huishouden te bieden.
Het ‘LeerHome’ van het WijkLeerbedrijf Winsum, gevestigd in woonzorgcentrum Winkheem, is de uitvalsbasis van studenten van de Entreeopleiding Dienstverlening en Zorg niveau 1. Dave Brandt, docent op het Alfa-college, begeleidt de groep studenten fulltime. Dave: “Het WijkLeerbedrijf is er om mensen te ondersteunen. Om voor iemand die moeilijk zijn arm omhoog kan houden de ramen te lappen en voor iemand die slecht ter been is medicijnen bij de apotheek op te halen. Het is echt een school in en voor een wijk”. Tekort stageplaatsen WijkLeerbedrijf Winsum is ontstaan vanuit een samenwerking tussen Stichting De Hoven, het Alfa-college, gemeente Winsum en Calibris: kenniscentrum voor leren in de praktijk in zorg, welzijn en sport. Studenten komen van het Alfa-college en van het Werkplein Noord-Groningen. Het WijkLeerbedrijf is bedacht door Calibris. In heel Nederland zijn inmiddels WijkLeerbedrijven te vinden. Die in Winsum en de Groningse wijk Selwerd werden afgelopen november tegelijk opgestart en zijn de eersten in de provincie Groningen. Andrea Wijbenga, bedrijfsadviseur bij Calibris: “Calibris heeft een wettelijke taak om leerbedrijven te erkennen en kwalificeren en komt zodoende veel in contact met zorginstellingen en ROC’s. Continu hoorden we dezelfde vraag: zijn er nog stageplaatsen voor niveau één en twee? Want het tekort werd steeds groter. Daarnaast bestond de wens school en praktijk dichter bij elkaar te brengen. Een paar jaar geleden zijn we daarom met ‘Het Twaalf Hoven Gilde’ begonnen, om zo voor Helpende Zorg en Welzijn (HZW) niveau 2 alvast een slag te slaan. In het Gilde wordt de docent, net als in het WijkLeerbedrijf, dichtbij de zorginstelling geplaatst, waardoor de lijnen een stuk korter zijn. Voor studenten staat de praktijk veel dichter bij de theorie, ze kunnen het geleerde direct in de praktijk brengen. Met De Hoven en het Alfa-college zijn we verder gaan denken: wat kunnen we nog meer bieden? Want de Entreeopleiding heeft ook behoefte aan kwalitatief goede stageplaatsen”. Door de bezuinigingen binnen de WMO kwam een kruisbestuiving tot stand. Andrea: “Studenten zoeken plaatsen waar
12
ze in de praktijk kunnen oefenen wat ze geleerd hebben en hier in Winsum wonen mensen die echt behoefte hebben aan hulp, maar die hulp niet meer zomaar via een gemeente of thuiszorg krijgen”. Zonder indicatie Winsum is het eerste ‘dorpse’ WijkLeerbedrijf van Nederland. Dat was even spannend in het begin, maar nu blijkt het juist een kracht en voordeel. Andrea: “In Winsum is het ‘ons kent ons’. Mensen hebben onze studenten allang zien fietsen in hun jasjes, dus het zingt zichzelf snel voort”. Veel nieuwe
klanten komen binnen via de enthousiaste gezinnen waar de studenten al de helpende hand bieden. Medewerkers van het Klantcontactcentrum van de gemeente Winsum weten dat ze inwoners van Winsum kunnen doorverwijzen naar het WijkLeerbedrijf wanneer zij niet aan een hulpvraag kunnen voldoen. Andrea: “Wij verlenen niet-geïndiceerde zorg, dat kunnen we niet vaak genoeg zeggen. We willen de thuiszorg dus niet in de weg staan, we willen puur aanvullend werken voor mensen die geen indicatie hebben voor thuiszorg, maar wel behoefte hebben aan een helpende hand”. Gezinnen Studenten Anthony Geerssen en Sanne Buikema werken in verschillende gezinnen die erg blij zijn met hun hulp. Anthony helpt bijvoorbeeld een vader van drie kinderen in het huishouden. Anthony: “Zijn vrouw heeft vierentwintig uur per dag zorg nodig. Hij heeft drie kinderen en werkt en het is overduidelijk dat hij huishoudelijke hulp nodig heeft, want er blijft een hoop liggen”. Sanne werkt elke week in vijf gezinnen. Eén van haar klanten heeft een herseninfarct gehad, waardoor haar zenuwstelsel niet goed meer werkt. Ze heeft een zoontje van negen jaar en een man die fulltime werkt. Sanne: “Huishoudelijk werk is voor haar bijna onmogelijk. Over aardappels schillen doet ze twee uur en over de vaatwasser inpakken een hele middag. Haar zoontje is een lief en sociaal kind en al heel zelfstandig. Hij maakt zijn bed zelf op en doet de vaatwasser wel eens. Hij vindt het leuk dat ik kom en zijn moeder is super blij als ik geweest ben, want het scheelt haar echt enorm. Ik doe de vaatwasser, maak de keuken schoon en het eten hapklaar, lap de ramen. Dat ze daar zo blij van wordt vind ik mooi”.
“
Voor praktijkleerlingen is deze opleiding ideaal”
Gezelligheid Het WijkLeerbedrijf werd in Winkheem met open armen ontvangen. Bewoners vinden het er gezellig, ze komen regelmatig even binnen wandelen met de rollator. Gezelligheid is ook een belangrijke factor in het werk dat Anthony, Sanne en hun medestudenten doen. Hulpvragen zijn niet altijd alleen van praktische aard. Anthony schaakt bijvoorbeeld één keer per week een potje met een meneer uit Winkheem. En hij heeft een adres waar hij de hond uitlaat en boodschapjes doet, maar eigenlijk ook voor de gezelligheid komt. Sanne gaat elke maandagochtend naar een meneer in het dorp die het leuk vindt als ze er is en even met hem praat. Andere studenten gaan regelmatig wandelen met Winkheembewoners die in een rolstoel zitten.
Andrea: “Daarnaast is het ook prettig dat onze leerlingen nu achter deuren komen waar we voorheen nog niet waren. Als bijvoorbeeld één van onze leerlingen een meneer aantreft met een afhangende lip en die onduidelijk praat, dan weten we dat er iets niet goed gaat daar. Dus het is ook een stukje sociale controle”. Hard leren De studenten gaan vijf dagen in de week naar hun gezinnen: ’s ochtends van 10 tot 12 uur en ’s middags van 13 tot 15 uur. De rest van de tijd tussen 8.30 en 15.30 ’s middags zijn ze in Winkheem te vinden. In hun LeerHome krijgen ze rekenen, Nederlands en theorievakken. Schoonmaken wordt geoefend door bijvoorbeeld de tien openbare toiletten binnen Winkheem schoon te houden. Dave: “Er wordt hier hard geleerd, in de breedste zin van het woord. Ook sociaal gezien: hoe ga je met elkaar om, waar loop je tegenaan in je gezinnen? Tussen de middag eten we hier samen een broodje en bespreken we hoe het gaat in de praktijk”. Studenten krijgen exact hetzelfde diploma als in het reguliere traject. Extra is, dat ze hier gastcolleges krijgen vanuit bijvoorbeeld De Hoven. Over dementie, ergotherapie en in het begin van het schooljaar een training over rouwverwerking: hoe ga je ermee om als een bewoner van Winkheem overlijdt? Dave: “Dat soort lessen krijgen ze op school niet”.
13
Praktijk WijkLeerbedrijven zorgen voor meer stageplaatsen op niveau 1 en 2, een hoger diplomarendement, minder vroegtijdige schoolverlaters en een lagere jeugdwerkloosheid, en meer doorstroming naar hogere niveaus. Deze positieve effecten hebben alles te maken met korte lijntjes en meer aandacht. Voor Anthony en Sanne werkt het WijkLeerbedrijf absoluut beter dan de reguliere opleiding. Anthony: “Je bent echt bezig in de praktijk en niet alleen in boeken. Nu weet je tenminste hoe het echt gaat.”. Sanne: “Ik vind dit veel leuker, omdat ik niet vier uur achter elkaar in een lokaal in mijn boek kan kijken. Ik wil er op den duur gewoon uit, met mijn handen bezig zijn en met mensen praten. Dat kan hier. Voor praktijkleerlingen is deze opleiding ideaal”. De groep is veel kleiner dan op het Alfa-college. Anthony: “Dat geeft meer overzicht. Je krijgt meer aandacht en betere hulp”. Dave: “Per saldo hebben ze hier zelfs meer uren les in de theoretische vakken dan op het reguliere onderwijs”. Calibris let erop dat het WijkLeerbedrijf voldoet aan alle onderwijsnormen. En dat doet het, zegt Andrea. “Het is, zoals wij het noemen, inspectieproof.” Leerzaam De entreeopleiding duurt één jaar. In juni krijgen de huidige studenten als alles goed gaat hun diploma. Sanne en Anthony zullen volgens Dave met vlag en wimpel slagen. “Ik ben
heel trots op de groep die we hier hebben. Het zijn gemotiveerde leerlingen en ze komen met mooie verhalen terug uit het dorp.” Anthony gaat straks door naar niveau 3, misschien richting verzorgende IG. Sanne gaat door naar niveau 2, maar weet nog niet in welke richting. Anthony noemt het WijkLeerbedrijf heel leerzaam. “Ik ben echt stappen vooruit gegaan. Ik heb echt zoveel geleerd en gedaan. Ik heb meer zelfvertrouwen en vind school weer leuk.” Hulp in aanleunwoningen De studenten van het WijkLeerbedrijf zouden graag nog meer in de aanleunwoningen van Winkheem willen doen. Andrea: “Ze kunnen bewoners in het huishouden helpen maar ook met bijvoorbeeld het versturen van een e-mail of met een draad door een naald te halen tijdens het handwerken. Omgekeerd kunnen deze bewoners op hun beurt ook onze studenten helpen. Misschien is iemand wel docent Nederlands geweest vroeger, of kan iemand goed uitleggen hoe je het beste ramen kunt lappen. Dan helpt oud jong en jong helpt oud”. Werkplein Ook de gemeente Winsum wil graag participeren in het WijkLeerbedrijf Winsum, vanuit het Werkplein NoordGroningen. Andrea: “Het gevoel heerst dat hier in Winsum en omstreken mensen werkloos thuiszitten zonder diploma. Deze mensen kunnen we wanneer zij voldoen aan de toelatingseisen een goede leerplaats bieden dichtbij huis.”. Contact Wie vragen heeft of zich wil aanmelden, kan contact opnemen met Saskia Brink, coördinator van het WijkLeerbedrijf Winsum, via 06-83568014 of winsum@wijkleer bedrijf.nl. Nieuwe leerlingen kunnen zich bij het Alfa-college, opleiding Entree Zorg inschrijven.
14
nieuws STAATSSECRETARIS VAN RIJN TE GAST IN DAMSTERHEERD Staatssecretaris Van Rijn (PvdA) was dinsdag 10 maart j.l. te gast in zorgcentrum Damsterheerd in Appingedam. Samen met de Groningse gedeputeerden de heer Moorlag en mevrouw Besselink en directeur-bestuurder van De Hoven mevrouw Nijlunsing sprak hij met inwoners van de regio, lokale politici en medewerkers uit de zorg over zorg dichtbij, mantelzorg en de zorg voor ouderen. Het was een interactieve avond, waarbij de staatssecretaris ruimschoots te tijd nam om in gesprek te gaan met het publiek en vragen te beantwoorden. Voorafgaand aan de door de Pvda georganiseerde bijeenkomst, was er een kennismaking met een aantal bewoners van Damsterheerd. Damsterheerd geldt als een voorbeeld hoe de zorg ook in de toekomst op een goede manier georganiseerd kan worden. Voor Moorlag was het bezoek een weerzien van zijn oude werkgever Stichting De Hoven, de stichting waartoe Damsterheerd behoort. Moorlag begon ooit als verzorger bij De Hoven in Winsum voordat hij zijn carrière vervolgde bij de vakbond en als PvdA-gedeputeerde.
De heer Van der Weg (op de foto), bewoner van Damsterheerd was aanwezig bij de bijeenkomst met de staatssecretaris. Als oud-journalist stelde hij vragen aan de staatssecretaris over het sluiten van de OZGlocatie Delfzicht. Hij vindt het jammer dat dit gaat gebeuren en vindt dat het ziekenhuis pas moet sluiten als de nieuwe locatie in Scheemda klaar is. “Je gaat naar zo’n avond om vragen te stellen. Het is fijn om je mening te geven en te laten weten hoe je over dingen denkt. De staatssecretaris kan mijn verhaal meenemen naar Den Haag”.
Rolstoelfiets voor Vliethoven Fietsen is, naast dat het goed is voor de lichamelijke conditie, een activiteit die het welbevinden kan bevorderen voor een aantal bewoners. De vakgroep Beweging van Vliethoven maakt veelvuldig gebruik van duo-fietsen. Men wil graag bewoners die gebonden zijn aan een rolstoel, ook de mogelijkheid bieden om lekker in de buitenlucht te kunnen fietsen. Veel ouderen vinden het namelijk heerlijk om in de zon te fietsen of om lekker een uitstapje te maken met vrienden of familie. Voor bewoners die gebonden zijn aan een rolstoel beschikt Vliethoven sinds kort over een speciale rolstoelfiets. De handige oprijplaat maakt het makkelijk de rolstoel op de fiets te krijgen. Deze fiets is een uitkomst voor de meest uiteenlopende rolstoelen. De fiets was een grote wens van Vliethoven. En dankzij een groot aantal sponsoren is het dan ook gelukt om er een aan te schaffen. Léon Engelage, werkzaam als bewegingstherapeut, startte met een sponsoractie voor de aanschaf van de fiets tijdens de 4 Mijl van Groningen.
Vervolgens hebben een groot aantal bedrijven een donatie gedaan en heeft de leverancier een fixe korting gegeven. En daar is men in Vliethoven erg blij mee. Sponsoren Langs deze weg worden dan ook de volgende bedrijven en organisaties bedankt: Wijnne & Barends, Delfzijl Flinter Shipping B.V., Barendrecht Amasus Shipping B.V., Delfzijl Van der Veen Shipping, Delfzijl Bebeka, Groningen Rozema Coatings B.V., Farmsum Autohuis Bouwsema, Farmsum Merema Transport B.V., Farmsum Aardse Marine Service, Zeerijp Scheepvaartbedrijf van Dam, Farmsum Gitana-Bakotrans Shipping Ter Stege Shipping, Zwartsluis Rederij van Donderen, Delfzijl Jacob-Hessel B.V., Woudsend V.O.F. Warber, Lemmer Marine Maintenance Service B.V. De Haan B.V., Delfzijl Ronde Tafel 69 Fivelgo. Als dank hebben alle sponsoren een kleine, door de werkplaats gemaakte, attentie ontvangen. We wensen de bewoners van Vliethoven veel fietsplezier!
De heer Smant en Léon Engelage
15
Alzheimer Cafés: goed voorbeeld van dementievriendelijkheid Vijfenzeventig procent van de mensen met dementie woont gewoon thuis. In de toekomst zullen mensen met dementie bovendien steeds langer thuis blijven wonen. Onze samenleving ‘dementievriendelijk’ maken is dus erg belangrijk. Alzheimer Cafés spelen daar een belangrijke rol in. Alle Alzheimer Cafés vallen onder Alzheimer Nederland die de kwaliteit van de Cafés bewaakt, onder andere door gespreksleiders zelf op te leiden. Louwke Polman is GZ-psycholoog binnen De Twaalf Hoven, Regiocoördinator Ketenzorg Dementie Groningen en gespreksleider in het Alzheimer Café Winsum. Zo’n twee keer per jaar geeft ze in opdracht van Alzheimer Nederland trainingen aan gespreksleiders in spé en soms ook aan vrijwilligers van Alzheimer Cafés. Ontmoetingsplaats Het Alzheimer Café is opgezet als ontmoetingsplaats voor iedereen die met dementie te maken heeft: bij uitstek ook voor mensen met dementie zelf. Zodat er een plaats is waar ze op informele manier over hun ziekte kunnen praten en ervaringen kunnen delen. Omdat juist mensen met dementie zich prettig moeten voelen in het Alzheimer Café is structuur in de avond heel belangrijk: het moet veilig en herkenbaar zijn. Iedere avond begint met een half uur inloop en daarna volgt een half uur interview met de gast die is uitgenodigd in samenhang met het thema van de avond. Dan is het een half uur pauze, waarna een half uur gesprek met de zaal volgt en dan is er nog een half uur uitloop. De gespreksleider speelt een belangrijke rol in het handhaven van de structuur. Ook interviewt hij of zij de gast van de avond, zodat alles goed te volgen is voor mensen met dementie. Daarnaast leidt de gespreksleider het gesprek met de zaal in goede banen. Het Alzheimer Café kan voor mensen met dementie ook gewoon gezellig zijn. Louwke: “Mensen raken tamelijk geisoleerd. Mensen met dementie kunnen gedrag laten zien dat niet altijd gepast is, dan durf je niet meer uit eten of op bezoek te gaan. Maar in zo’n café hoort het erbij een durven mensen iemand wel mee te nemen. Als er iets misgaat is dat helemaal niet erg”. Ervaringsdeskundigen Een van de doelstelling van het Alzheimer Café is informatie geven, maar de afgelopen jaren is steeds meer gebleken dat
16
mensen vooral behoefte hebben aan steun en om te horen hoe anderen met dementie omgaan. Louwke: “We nodigen gasten uit vanuit een bepaalde deskundigheid om over een onderwerp te vertellen, maar mensen die thuis te maken hebben met dementie hebben vaak ook een hele grote deskundigheid in het omgaan met dementie, dus die wil je zeker aan bod laten komen. De pauze, inloop en de gesprekken aan tafel zijn dan ook belangrijke onderdelen van de avond.
Ervaringsdeskundigen hebben voor heel belangrijke functie”. Voor mantelzorgers kan het veel steun geven om lotgenoten te treffen, zegt Louwke. “Ik zie hier in De Twaalf Hoven mensen die elkaar aanvankelijk hebben ontmoet in een Alzheimer Café en die elkaar tien jaar later, terwijl degene met dementie misschien al overleden is, nog steeds treffen”. Vrijwilligers Vanuit Stichting De Hoven worden Alzheimer Cafés georganiseerd in Bedum, Winsum en Appingedam. De kracht van Alzheimer Cafés is dat ze georganiseerd worden door plaatselijke organisaties. Goede ketenzorg komt zo automatisch tot stand, omdat er tussen de samenwerkende partijen direct kortere lijntjes zijn. Vrijwilligers worden steeds belangrijker binnen de cafés, er wordt steeds meer van ze gevraagd. Ook organiseert Alzheimer Nederland scholingen voor vrijwilligers, zodat ze vaardig zijn in het omgaan met mensen met dementie. Gemeenten zullen de komende tijd hard wakker worden denkt Louwke, aangezien de zorg voor mensen thuis steeds meer op hun bordje komt te liggen. Subsidie vanuit gemeenten voor Alzheimer Cafés varieert nogal, maar de komende jaren zullen ze het belang ervan waarschijnlijk steeds meer gaan inzien. ‘Met mij is niks mis’ Een veelvoorkomende reactie van mensen die met dementie te maken krijgen is ontkenning: zowel bij mantelzorgers als bij mensen met dementie zelf. Niet voor niets heet de voorlichtingsfilm van Alzheimer Nederland ‘Met mij is niks mis’. Maar juist deze mensen, die met allerlei vragen en zorgen rondlopen en waar ze vaak met niemand over durven praten, zijn de doelgroep die het Alzheimer Café wil bereiken. Louwke: “Daar staan we met z’n allen veel bij stil, want eigenlijk komen de mensen waar het om gaat inderdaad vaak niet. Kinderen van mensen met dementie komen soms wel en daardoor lukt het soms gemakkelijker om iemand mee te nemen. Maar het is voor mensen een hele grote drempel. Dat heeft met het ziektebeeld zelf te maken. Het is natuurlijk heel erg naar om mee te maken en de prognose is somber. Dus natuurlijk ontken je het liever. Zolang het nog geen naam heeft is het er niet. Zodra je naar zo’n café gaat erken je dat er iets is”. Angst Louwke noemt het een normale reactie op slecht nieuws: ontkenning. “Je hoopt dat mensen op tijd de juiste hulp krijgen en niet in die ontkenning blijven steken, maar juist bij dementie zie je dat wel veel gebeuren. Terwijl mensen in de nabijheid van de persoon met dementie vaak veel vragen hebben. Het is wel een zorg die vierentwintig uur per dag doorgaat. Een regelmatig terugkerend thema dat in het Alzheimer Café aan de orde komt is, dat dochters er tegenaan lopen dat hun moeder zegt dat er niks aan de hand is. Hoe moet je daarmee omgaan?”
Naast ontkenning kan angst ook een reden zijn om te doen alsof er niets aan de hand is. ‘Voor je het weet zit je in een verpleeghuis’ kan zo’n angst zijn. Louwke: “Een feitje dat veel mensen niet kennen: vijfenzeventig procent van de mensen met dementie woont thuis. Veel mensen hebben bij dementie toch het beeld van de groep mensen die in het verpleeghuis woont. Maar het is een ziektebeeld dat gemiddeld acht jaar duurt en waarvan nog maar een heel klein gedeelte in het verpleeghuis doorgebracht wordt”.
“ Voor je het weet zit je in een
verpleeghuis, wordt vaak gedacht” Taboe doorbreken Het aantal Alzheimer Cafés is, sinds het concept in 1997 ontwikkeld werd door Bère Miesen, heel hard gegroeid. Er zijn nu 220 verschillende in Nederland. Gelukkig, want Alzheimer Cafés hebben een belangrijke functie in het dementievriendelijker maken van onze maatschappij: iets dat hard nodig is, zegt Louwke. In de toekomst zullen ouderen en dus ook mensen met dementie immers nóg langer thuis wonen, waar zich vaker moeilijke situaties voor zullen doen. Louwke: “Er zijn in onze samenleving heel veel mensen met dementie. Een opdracht voor ons allemaal is daarom proberen te zorgen dat het steeds gewoner wordt dat deze mensen er zijn”. Onlangs kregen medewerkers van de Jumbo in Sappemeer een cursus omgaan met dementie verzorgd door Alzheimer Groningen. “Dat soort dingen moet meer wijdverbreid gebeuren. Er is nog steeds heel veel werk te verzetten voor onze samenleving dementievriendelijk is.” Een Alzheimer Café is een goed voorbeeld van dementievriendelijkheid. Dat er angst is om er naartoe te gaan is dan ook erg jammer, zegt Louwke. “Voorlichting blijft dus heel belangrijk, want voor je het weet ontglipt het je en is de beeldvorming weer eens negatief. Terwijl er veel meer te vertellen is over mensen met dementie. Dat is ook altijd nog een belangrijke doelstelling van het Alzheimer Café: het taboe doorbreken. Laten zien dat het veel voorkomt, dat bijna iedereen er op één of andere manier mee te maken krijgt en dat het leven nog wel in te vullen is met dementie. Er is nog leven en ook nog kwaliteit van leven. Zo proberen we voortdurend met elkaar te bereiken dat mensen zich er meer voor openstellen”.
17
WEEK VAN DE DEMENTIE 2015
Dementie en samenleving!
PROGRAMMA
17 september - 19.30 uur Alzheimercafé: De Gedragsgenerator 21 september - 14.00 uur Staatsecretaris van M. v. Rijn Prof. dr. J. Slaets Prof. dr. S. Zuidema
23 september - 19.30 uur Speciale editie van het Alzheimercafé Noordoost Groningen 23 september - 14.00 uur Prof. Anne Mei Thé Helma Zijlstra Prof. dr. C. Hertogh
22 september - 14.30 uur De Gedragsgenerator
De koffie staat altijd klaar
In het Alzheimer Café
Het Alzheimer Café is een maandelijkse informele bijeenkomst voor mensen met dementie, hun naasten, hulpverleners en belangstellenden. Elke maand kunnen bezoekers praten over een leven met dementie onder begeleiding van een deskundige gespreksleider. De bijeenkomsten starten meestal met een inleiding door een deskundige of de vertoning van een film, waarna de bezoekers ideeën, informatie en ervaringen met elkaar uitwisselen. Alzheimer Nederland heeft meer dan 200 Alzheimer Cafés en enkele Alzheimer Theehuizen, waar de voorlichting in het Turks of Marokkaans wordt gegeven.
De Hoven participeert in 3 Alzheimer Cafés
Appingedam Wanneer: Waar:
Elke eerste dinsdag van de maand Inloop vanaf 19.00 uur. Aanvang 19.30 uur ASWA-gebouw, Burgemeester Klauckelaan 16, 9902 KZ Appingedam
Winsum Wanneer: Waar:
Elke derde donderdag van de maand Inloop vanaf 19.00 uur. Aanvang 19.30 uur Winkheem, Borgweg 48, 9951 BG Winsum
Bedum Wanneer: Waar:
18
Elke tweede maandag van de maand Inloop vanaf 19.00 uur. Aanvang 19.30 uur Alegunda Ilberi, Prof. Boermastraat 2, 9781 JS Bedum
nieuws BUSDAG VLIETHOVEN
Op donderdag 16 april j.l. was het een bijzondere dag in Vliethoven. De gehele dag stond namelijk ik het teken van autobussen. Busvervoer van weleer roept bij veel bewoners herinneringen van vroeger op. Bewoners vertellen graag over de routes die bepaalde lijnen reden, wat er dan te zien was en hoe het bijvoorbeeld ging met de kaartverkoop. Om deze verhalen nog meer “tot leven te roepen” heeft men de busdag georganiseerd. Naast de opening van een tentoonstelling over het busvervoer van weleer, reed er speciaal voor deze gelegenheid, een oude DAMbus rond in de omgeving van Vliethoven. Ook werd er een bushokje nabij ’t Loug onthuld en werd er een speciaal busboek, geschreven door Reina Kremer met tekeningen van Jaap Arbouw, over busvervoer van bewoners en mensen uit de regio gepresenteerd. Mede dankzij het Nationaal Bus Museum in Hoogezand werd deze dag een groot succes. De tentoonstelling is de komende tijd nog te bezoeken in Vliethoven.
TWEEDE BUS VOOR DE TWAALF HOVEN Sinds kort beschikt De Twaalf Hoven in Winsum over een tweede rolstoelbus. En daar is men erg blij mee. Met de komst van de bus blijft het mogelijk het vervoer van de bezoekers van de Dagbehandeling Boomgaard te organiseren. Dagbehandeling Boomgaard zorgt ervoor dat ouderen, met bijvoorbeeld geheugenproblemen of lichamelijke beperkingen, zo lang mogelijk zelfstandig thuis in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen. Daarnaast wordt de eventuele mantelzorger even tijdelijk ontlast. Op de dagbehandeling in De Twaalf Hoven wordt vijf dagen per week training en ondersteuning geboden om dat mogelijk te maken. Afhankelijk van de behoefte maken bezoekers een aantal dagdelen gebruik van het programma.
“We doen dit uit maatschappelijke betrokkenheid en het in stand houden van de mogelijkheden voor vervoer in de regio. Ondanks dat het ons ritten kost, vinden we het belangrijk dat de leefbaarheid in de regio in stand gehouden wordt. En door het opleiden van de vrijwilligers en het verzorgen van de planning is daarmee een mooie stap gezet”, aldus de heer Medendorp, directeur van UVO-vervoer. Kortom: een mooie samenwerking waar De Twaalf Hoven erg blij mee is!
De 12 chauffeurs van de beide bussen zijn allen vrijwilliger en getraind door UVO-vervoer uit Uithuizermeeden. Er is onder andere geoefend met het veilig omgaan met de lift, het vastzetten van rolstoelen en het goed rijden van de bus. UVO verzorgt ook de planning van de routes, iets waar het vervoersbedrijf in gespecialiseerd is. Men doet dit gratis voor De Twaalf Hoven.
19
Kleinschalig wonen Gezellig ingerichte huiskamers, eigen appartementen en vooral: bewoners die hun eigen gang gaan. Die uitslapen en hun familie naar keuze in de gezamenlijke huiskamer ontvangen of in de privacy van hun eigen appartement. Dat is kleinschalig wonen zoals het in de nieuwbouwwoningen naast De Twaalf Hoven in Winsum is vormgegeven. Kleinschalig wonen is wonen in een omgeving met minder mensen dan in een verpleeghuis, in een huiselijke setting. Marianne van den Broek, locatiemanager van De Twaalf Hoven: “Dus eigenlijk zoals je thuis woont. Bij ons wonen zeven of acht mensen in een woning. Er is een grote woonkamer waardoor bewoners hun privémogelijkheden hebben. Ze hebben hun eigen appartement waar ze slapen en waar ze zich lekker terug kunnen trekken, ook met hun familie. De appartementen worden ingericht door de familie en de bewoners zelf, dus het zijn hun eigen spullen die er staan”. Rust De nieuwbouwwoningen heten Allershoff, Tiggelborg en Venneheem, de namen verwijzen naar de Groninger cultuur. Bijna alle bewoners van de nieuwbouw zijn voormalige bewoners van het hoofdgebouw van De Twaalf Hoven, dat nu langzamerhand leeg komt te staan. In de nieuwbouw is veel meer rust zegt Marianne. “Er is minder afleiding door allerlei geluiden van karren of groepen mensen die voorbij komen.
20
Mensen herkennen hun eigen spullen, het is meer thuis. Dat gevoel proberen we bewoners ook te geven met de inrichting: er staan bijvoorbeeld oude klokken en twee antieke kasten. Er was een meneer die in het oude huis heel onrustig was. Hij woont nu drie weken in de nieuwbouw en zit de hele dag aan tafel, een krantje te lezen. Het is net alsof hij het gevoel heeft dat hij weer in een omgeving is die hij herkent.”
“ Mensen herkennen hun eigen spullen, het is meer thuis”
Beter eten en slapen Bewoners slapen beter in de nieuwbouw. Marianne: “Rond half negen ’s ochtends slaapt een groot deel van de mensen nog. In het hoofdgebouw zijn ze om zeven uur op omdat het onrustig is door medewerkers en geluiden. Hier slapen men-
sen in eigen appartementen dus ze worden niet wakker gemaakt door anderen. Vooral mensen met dementie hebben vaak een verstoord dag- en nachtritme, maar je merkt dat het ritme beter wordt en de bewoners beter uitgerust zijn”. Ook eten gaat beter. Woonbegeleiders hebben geen vaste pauze meer, ze eten gewoon mee aan tafel, of wanneer het uitkomt. De warme maaltijd is verplaatst naar ’s avonds en ook dat pakt positief uit. Marianne: “Het blijkt dat mensen daardoor ’s avonds nog wat actiever zijn en beter slapen. Bewoners groeien bovendien in gewicht”. Al met al lijkt kleinschalig wonen behoorlijk richting Zorg Zonder Regels te gaan. Marianne: “Precies. Ga mee met het ritme van de bewoners, probeer te zien en doen wat zij willen”. Omslag Voor medewerkers is het een hele omslag. Marianne: “Ik vind het knap hoe ze daarmee om gaan. Ze zijn nu geen verzorger meer maar woonbegeleider. Ze begeleiden het hele huishouden, dus ze zijn ook verantwoordelijk voor het schoonmaken, koken, inkopen, gezellig doen. Een ander groot verschil is dat medewerkers meer vrijheid hebben om de dag in te richten zoals zij dat willen, maar vooral zoals ze zien dat de bewoners het willen. Hun werkplezier is daardoor verhoogd, want ze hebben veel meer de eigen regie”. Medewerkers proberen bewoners en familie te stimuleren mee te doen in het huishouden. Marianne: “Hoe meer mensen met dementie blijven bewegen hoe beter het voor ze is, want hoe meer je het proces vertraagt. De houding die jaren geleden heel gewoon was: blijft u vooral zitten, we gaan lekker voor u zorgen, hebben we dus juist niet. Mensen helpen echt weer meer mee in de nieuwbouw, terwijl ze in het oude gebouw niets meer deden”. Familie Bewoners komen minder in het hoofdgebouw nu de nieuwbouw bewoond is. Even een kopje koffie drinken gebeurt sneller in de nieuwe woonvorm. Marianne: “Je ziet dat familie ook veel meer komt, die voelt zich echt meer thuis. Het is vaak een hele drempel om naar een verpleeghuis te moeten, maar
ook daarbij helpt kleinschalig wonen. Familieleden kennen het personeel beter en ze helpen gemakkelijker mee met koken of ze bakken bijvoorbeeld spontaan een appeltaart”.
“
Er is altijd wel iets dat familie kan doen”
Deze vorm van wonen geeft veel meer mogelijkheden om op individueel niveau te werken aan het welbevinden van bewoners, zegt Marianne. “En dan is familie heel belangrijk. Wij kunnen nog zoveel overnemen, uiteindelijk is het hun familie waar deze mensen het meeste behoefte aan hebben. Er is altijd wel iets dat familie kan doen.” Thuis Het zoveel mogelijk werken aan het welbevinden van bewoners vraagt van medewerkers dat ze goed observeren en met familie in overleg gaan: wat is voor de persoon in kwestie belangrijk? Wanneer is hij tevreden? Marianne: “Laatst was er een activiteitenbegeleidster die zich herinnerde dat één van de bewoonsters ooit eens gezegd had, dat ze het zo leuk vond om buiten te lopen in de regen. Op een zeker moment regende het, en ze zei: weet je wat? Ik ga haar de jas aantrekken en we gaan lekker naar buiten. Zo gezegd, zo gedaan en tot haar verbazing begon die mevrouw, na een tijdje in de regen te hebben gelopen, in hele volzinnen te praten en hadden ze samen een heel gesprek! En dat terwijl die mevrouw voor die tijd helemaal niets meer zei. Daar doe je haar dus blijkbaar een groot plezier mee en, net als vroeger, werd ze daar helemaal blij van. Dàt kun je met kleinschalig wonen bereiken. Mensen zijn ziek en kunnen minder, dat is allemaal waar, maar je probeert ze het gevoel te geven dat ze thuis zijn en niet in een instelling. Je probeert te kijken wat goed voor ze is, wat ze zelf belangrijk vinden. Dat vraagt veel organisatietalent en inlevingsvermogen, maar daar zijn de medewerkers heel creatief in”.
21
Van verzorger naar woonbegeleider Douwe Iedema is afdelingshoofd van de kleinschalige woonvormen binnen De Twaalf Hoven. Tanja Buikema was verzorgende en nu woonbegeleider. Ze zou niet meer terug willen naar de oude manier van werken. Zorgmedewerkers hebben allemaal een opleiding van vier dagen gevolgd voor ze in de nieuwbouw volgens het kleinschalig wonen principe gingen werken. Douwe Iedema: “Het is een aardige omslag, van verzorgende naar woonbegeleider. Je bent minder verpleegtechnisch bezig en meer met woonbegeleiden. Iedere woning heeft een eigen team waar je een hele leuke sfeer in ziet ontstaan. Als medewerkers een keer in een andere woning moeten werken vinden ze dat best lastig, omdat ze dan niet in ‘hun eigen’ vertrouwde woning zijn. Het lijkt soms wel of het één groot gezin is met familie, medewerkers en bewoners. Familieparticipatie wordt zo eigenlijk een automatisch proces”. Ons huis Tanja Buikema is woonbegeleider en EVV’er (Eerst Verantwoordelijk Verzorgende) binnen Tiggelborg. Ze zou niet meer terug willen naar de traditionele situatie. Tanja: “Het is minder grootschalig en minder rommelig. Voor de bewoners is het veel rustiger”. Douwe: “De bewoners bepalen het ritme, dus iedereen moet zich daar aan houden. Ik loop niet snel meer ergens naar binnen als ik er niet nodig ben”. Tanja: “In het oude gedeelte liepen mensen zomaar binnen en de bewoners liepen door elkaar. Dat gaf veel onrust. Als nu de deur van de woning opengaat ben je geneigd je hoofd even om het hoekje te steken om te kijken wie er binnenkomt, net als thuis, wanneer er iemand via de achterdeur binnenkomt. Voorheen was het heel gewoon, dat iedereen zomaar binnenliep”. De regie ligt nu weer bij de bewoners, zegt Tanja. “Als we aan tafel zitten, merk je dat ze zich eraan storen als iemand binnenkomt om iets dat niet met het eten te maken heeft.” Douwe: “Ze zetten ze er nu gewoon uit en zeggen: dit is ons huis. En zo zien wij het ook. De bewoners hebben ons nodig, ze zitten hier natuurlijk niet voor de zweetvoeten, maar alles is in principe op hun ingesteld”.
“ Familie voelt zich echt meer thuis” Belevingsgericht Verzorgenden zijn nu woonbegeleiders die niet langer taakgericht maar belevingsgericht werken. Voor praktisch ingestelde medewerkers is dat soms best lastig. Tanja: “Als woonbegeleider moet je de groep sturen, want je hebt veel verschillende mensen die in verschillende fasen van dementie zitten. Het is aan ons om de rust te bewaren en te zorgen dat je een bepaalde harmonie krijgt. Als je dat niet doet en
22
gewoon je taken afwerkt dan gaat de één lopen en de ander wordt boos…” Tanja mocht laatst in het boekje van een bewoonster lezen. Als Tanja ’s avonds haar rapportage maakt zit deze bewoonster vaak bij haar, in haar eigen boekje te schrijven. Tanja: “Er wordt van elkaar verwacht dat je alles netjes achterlaat, dat is natuurlijk ook prettig. Maar als iemand ’s avonds nog met een borreltje in de huiskamer zit terwijl jij met een dweil onder haar voeten door vliegt, dan voelt ze zich niet gemakkelijk. Die mevrouw had in haar boekje geschreven: ‘De hulp is aan het dweilen. Ik geloof dat ik in de weg zit, ik ga maar naar bed’. Dus wat voor keuzes maak je dan? Het belevingsgerichte gaat voorop. Maar ondertussen kan het niet zo zijn dat de vloer ontzettend vies is. Het is de kunst om daar met elkaar flexibel in te zijn. Maar patronen doorbreken is toch wel lastig. Het heeft ook te maken met ieders eigen normen en waarden. De ene collega zegt bijvoorbeeld: je laat thuis de wasmanden toch ook niet vol staan? Een ander doet dat juist wel”.
“ Je probeert mensen het gevoel te
geven dat ze thuis zijn en niet in een instelling” Familie voorop Familie is belangrijk in de dagelijkse praktijk en voor woonbegeleiders om te ontdekken hoe een bewoner vroeger was. Maar familie heeft zelf ook ondersteuning nodig. Het credo binnen kleinschalig wonen is dan ook dat familie nooit lastig kan zijn. Tanja: “Je bouwt een band met familieleden op. Je moet een beetje in hun huid kruipen. Als de familie met regelmaat voor je staat dan kun je zelf gefrustreerd raken omdat je het al zo druk hebt. Maar als je je in hen kunt verplaatsen dan weet je dat mensen er nooit voor niks staan. Het is het gevoel dat bij mensen leeft. Dat zit heel diep en dat moet je serieus nemen. Want hoe erg is het als een dierbare is opgenomen en je je als familielid niet serieus genomen, niet begrepen of gewoon afgewezen voelt omdat het zo druk zou zijn. Familie staat net zo voorop als de bewoner”. Heel gewoon Douwe is blij dat hij voor een stichting werkt die het welbevinden van bewoners voorop stelt en dat ook uitspreekt. Deze manier van wonen en zorgen zou gewoon moeten zijn vindt hij. “Gewoon de basis dingen, aandacht voor mensen, niet teveel aantrekken van het systeem. In de kranten worden pagina’s vol geschreven over hoe bijzonder een huis als dit is en dan denk ik: wat hebben we dan met z’n allen gedaan in Nederland, dat we zo overgeleverd zijn aan het systeem? Als iedereen zijn gezond verstand gebruikt dan is dit juist heel gewoon.”
Mevrouw Barends: ‘Ik kan hier mijn gang gaan’ In de huiskamer van Allershoff helpt mevrouw Barends een andere bewoonster met het drinken van een kop koffie. Ze is heel zorgzaam richting haar medebewoners, vertelt de aanwezige begeleiding. Mevrouw Barends laat haar appartement graag even zien. “Ik heb het hier goed naar mijn zin. Ik kan mijn gang gaan. Als ik naar de Kapschuur wil, of ergens anders heen, dan is dat geen probleem.” Mevrouw Barends zit regelmatig in de gezamenlijke huiskamer maar trekt zich ook graag terug in haar eigen appartement om lekker te lezen. Op tafel staan altijd verse bloemen. “Die neemt mijn zus voor me mee. Zij zorgt ook dat ik de spullen krijg die ik wil hebben uit ons oude huis.”
“ Het lijkt soms wel één groot gezin
met familie, medewerkers en bewoners” Dat mevrouw Barends voor haar medebewoners zorgt vindt ze heel normaal. “Ik heb daar tijd voor. De medewerkers moeten nog zoveel andere dingen doen. Ze kennen me hier ook goed hoor, als ik eraan kom weten ze precies dat ze iets krijgen.”
Andere rol activiteitenbegeleiders Met de overgang naar kleinschalig wonen is ook de rol van de activiteitenbegeleiders veranderd. Zij zijn meer faciliterend geworden en zijn daarmee ondersteunend voor woonbegeleiders. Anneke van den Herik is activiteitenbegeleidster binnen De Twaalf Hoven. “We hebben voor elk gebouw een activiteitenbegeleider die ervoor zorgt dat bewoners zoveel mogelijk door kunnen gaan met wat ze gewend waren toen ze nog thuis woonden. We proberen uit te zoeken wat mensen vroeger leuk vonden. Mensen die altijd naar een zangkoor gingen bijvoorbeeld, maar dat op een gegeven moment niet meer konden. Hier kan dat nog heel goed. Je ziet mensen er zo van genieten dat iets juist wel weer kan.”
“ Stervensbegeleiding maakt een
wezenlijk onderdeel uit van ons werk” Ondersteunen Elke ochtend organiseren de activiteitenbegeleiders het ‘verenigingsleven’. In kleine groepjes kunnen bewoners onder andere knutselen, schilderen of handwerken. ‘s Middags zijn er altijd centrale activiteiten waar bewoners gewoon in kunnen lopen en die ook geschikt zijn voor mensen die al diep dementerend zijn. Activiteitenbegeleiders ondersteunen de familie van bewoners. Anneke: “Soms komen mensen hier wel zeven of acht jaar lang op bezoek bij een echtgenoot die niet meer is wie hij vroeger was. Wij proberen die mensen zoveel mogelijk te ondersteunen zodat ze
het volhouden. Laatst was er een meneer waarvan we wisten dat hij snel zou overlijden. Hij werd bijna negentig maar zijn vrouw wist niet of ze zijn verjaardag nog moest vieren. Als activiteitenbegeleider probeer je er dan iets gezelligs van te maken, zodat de familie toch een mooie middag met elkaar heeft. We doen hele diverse dingen, eigenlijk is alles mogelijk. Ik zit wel eens bij een sterfbed. Dat is ook een intensief en wezenlijk onderdeel van ons werk waar ik graag bij ondersteun. We worden er ook bij gevraagd als familie afwezig is of moeilijk met dementie om kan gaan, of bij bewoners met moeilijk gedrag. Dan zijn er gewoon extra handen nodig. Met die bewoners gaan we bijvoorbeeld veel wandelen, dat is goed voor de geest. Sowieso is het goed om dementerende mensen die onrustig zijn zo vaak mogelijk een prettig gevoel te geven, zegt Anneke. Om ze het gevoel te geven dat ze er toe doen. Hoe vaker ze zich begrepen voelen of iets doen dat ze vroeger gewend waren en waardoor ze een fijn gevoel krijgen, hoe beter de stemming en het gedrag worden.” Sprankjes Na al die jaren dat ze dit werk doet is Anneke ervan overtuigd dat de ziel van dementerende mensen nog heel is. Het is door de dementie alleen moeilijk erbij te komen. “Maar als je iemand beter leert kennen dan zie je opeens van die sprankjes. Dan krijg je toch weer even iets terug van hoe iemand altijd is geweest. Ik heb heel mooi werk. Als ik ’s avonds naar huis ga heb ik het gevoel dat ik eraan heb kunnen bijdragen dat mensen die alles kwijt zijn toch nog weer een goede dag hebben gehad.”
23
mien laifste bezit
De heer Dalstra is 77 jaar en woont sinds 3 jaar in Alegunda Ilberi. Hij is opgegroeid in Bedum en kent het dorp op zijn duimpje. “Ik ben alle dagen bij de weg, dankzij mijn scootmobiel” aldus de heer Dalstra. “Vroeger verzorgde ik de schapen in het Bedumerbos en daar ga ik nu nog steeds alle dagen naartoe. Mijn scootmobiel geeft me vrijheid en daar ben ik erg blij mee”.
24