Ile Drie Goddelijke Deugden Ravels
Weelde
Poppel
TIJDSGHRIFTVAN DE HEEMKUNDEKRING NIGOLAUS POPPELIUSVZW 13,nr.52:juni 2009 Jaargang
HeemkundekringNicolausPoppelius V.Z.W. Ravels-Weelde-PoPPel 64,2382Poppel Adres: Dorpsshaat Bankrekening:733-3522204 -67 op "De Drie GoddelijkeDeugden":l7 euro Lidmaatschap:inclusiefabonnement BESTUUR: 2, LaurentWoestenburg,BeatrijsvanNazarethlaan Voorzitter: GroteBaan97 bus7, MarcVanGorP. Ondervoorzitter: 14, Welvaartstraat Verheyen, Ria Secretaris: 91, Berkenlaan Luyten, Penningmeester:Agnes 1, HogevooÍstraat StanDe Kinderen, 9, Tilburgseweg HansJansen, l5B, Overbroek JosNooyens, op Weelde60, Steenweg FransSlegers, 87, Albertstraat Koning JosVerhoeven, op Weelde94, GastonVerhoeven, Steenweg 10, De Meerkens Vermeeren, Marc 2, Turnhoutseweg MagdaVloemans, 154, Weeldestraat Willems, Marinus
2382Poppel 2380Ravels 2300Turnhout 2380Ravels 2380Ravels 2382Poppel 2382Poppel 2382Poppel 2381Weelde 2382Poppel 2382Poppel 2381Weelde 2381Weelde
014t656993 014t656905 0141421839 0141658346 014/655030 014t657370 014t658636 0t4t655751 0t4/656t98 0141655554 014/658838 0141655156 014t655728
R-EDACTIEADRES: Marc Vermeeren
2382Poppel
0r41658838
De Meerkens10,
Voor informatie in verband met de inhoud, vormgeving of verschenentekstenkan u steeds Wenst u een tekst of een idee teÍecht op het redactieadres(maÍ
[email protected]). voor Dubiicatieaan te bieden,dan kan u dat ook steedsdoen bij een van de bestuursleden. VOORRADIGE PUBLICATIES: Boek "De Drie van het Noorden" De Drie Goddelijke Deugden,jaargangen I t/m 5 + "De Drie van het Noorden" De Drie Goddelrjke Deugden,jaargangen I t/m 5: perjaargang De Drie Goddelijke Deugden,jaargangen I t/m 5: per los nummer De Drie Goddelijke Deugden,jaargangen6 en 7: per los nummer De Drie Goddehjke Deugden,jaargangen8 ím 12: per los nummer Ve{aardagskalender
5 euÍo 25 euro 6 euro 1,75euro 3euro 5 euro 6 euro
ARCHIEFMUSEUM: Raadplegingvan het archief kan na afspraakmet Marc vermeeren(014-658838).Voor (014-656993), JosBols (014groetsbezoeken kan men afsprekenmet LaurentWoestenburg 64 re 2382Poppel)is Het museum(Dorpsstraat 658346)of MarinusWillems (014-655728). l7 uur. 14 tot openelketweedeen vierdezondagvan demaandvan WEBSITE: skynet.be/Ravels-Weelde-Poppel http://users.
Inhoud 1. Revolutionair Vlaanderen? Poppel 2. De industrielangshet KempischKanaal:Socialeomwentelingvoor Ravels te Ravels 3. Steenbakkerij en en cementfabrieken 4. De fabriekenbrachtenlevenin debrouwedj 5. LaarMesolithicumte Weelde-Paardsdrank
door Koen Aerts
Watde wereld behoef, is een ochtend die breedsmoelsgoud lacht, een nacht die zilver als gal braah over de dauwende weide, waar de koeien zich laven aan de legeríng van de natuur, tussen bosjes berken, zanderige wegen en eenpurperen heide, de koelte van tntivende tranen uit het donkere boven, met een strijdende soldaat die het onthoudt als minneplek, hemelsPoppel, wanneerje metje charme de lelijkheid betovert, schenkje me weliswaar de verlossendegelegenheid tot korte reizen, maar verduur je de lange door verlangend lijden, je inwoners geketend aanje vrome verstoorde verleden, hun vaak wreedaardig lot van het bekeerde, slechts voor weinigen eerder zorg van dan zege voor de zeden, je bosjes berken, zanderige wegen, wuivende tranen, loeíende koeien, blatende schapen, de weide en de heide, ze lonken en verblijden geestenals de mijne de tijden van líjden en bevrijden in een dorp aan de grens Poppel je schoonheid, verdomme, kon geen enkel leger verdrfiven, je schoonheid, merde die heb ik veel te gère
blz.l93 blz.226 blz.22'1 blz.230 blz.233
Dankwoord Het dankwoordjewil ik o.a. richten aan de hieronderopgesomdepersonendie door hun eigenheid, wijsheid en beminnelijkheiddit werk zwaarverlichtten. Een specialeplaatsÍeserveerik voor Marc Vermeerendie me met zijn degelijke boek reedsheel wat stoftot knedenleverde,de door hem aangebodenraadwas o.w.v. zijn vakkennisdan ook steedsgoud literatuurmakenme everzeerschatplichtigaande waard.De praktischewebsiteen allerlei interessante ganseheemkundekring,bedankt. Allerminst te onderschatten, warende steun,het geduld,de bijdragen,ideeën,maaltijden,gopassen,en alles wat de vorming van dit werk mee heeft bewerkstelligd,komendevan mijn Vader,Moeder,Geert en Ellen, Anneliesen Jef, Bomma (Ravels),Bompa en Bomma, koffie, Kama, Will Oldham,Familie, Vriendenen Vriendinnen.Poppelheb ik in eenkleine 'ode' haarverdiendevoorpaginagegeven. Zeer grotedankgaateveneensuit naarde verscheidenearchivarissenen ambtenarendie mijn zoektocht door hun enthousiasmeen kundehebbenbespoedigd:archivarissenvan het archiefte Tumhout, Dienst Bevolking en Burgerlijke Standin Ravels,en de dienst in het RijksarchiefAntwerpen. Tenslottebetuig ik nog mijn dank aan Prof. Dr E. Vanhauteen Prof. Dr. L. Frangois,hun colleges leverdenmij de interesse,energieen nodjge motivatie om het verhaalvan Poppelte contextualiseren. Bedankt.
Deel 1: identifrcatie van de gemeentePoppel. 1.1 Ligging. infrastructuuren eerstekennismaking. Voor de fusie met Ravelsen Weelde(1977)was Poppeleenzelfstandigegemeente.Gelegenin het noorden van de provincie Antwerpen - meer bepaald in de Noorderkempen - grenst zij aan de Nederlandsegrens.De perifereligging van Poppelin het huidige België doetmisschienvragenrijzen over haar Oostenrijksstatuuttot aan de Franseinval, maar kaartenlaten er geentwijfel over bestaan en dat ze in 1795ten dat ze voor de Fransebezettingonderde OostenrijkseNederlandenressorteerde zuiden van de Bataafsegrenslag. Ze herberg!tal van landelijkekapellenen oude hoevenuit de l7d'l8d'eeuw,de kerktorenstamtuit de l6d'eeuw.De pastorijbestondal voor de Fransebezetting,deze werd immers op 29 pluviose I'an7 (17 februari 1799)verkochtaan de FransmanLouis Henri Joseph Luer. In 1801 werd er daarenbovenin de gemeenteeen molen gebouwd,nl. de houten 'Heimolen'. Reedsin de l7d"eeuw was er een dorpsschooldie in I 839 werd vewangendoor eennieuwe,over een gemeentehuiswordt echterniet veel vermeld. Poppel behoordein de l8d" en l9d" eeuw tot een belangrijke(proto-)industriëleregio ten oostenvan Tumhout, tegen de l9d'eeuw nam de vlasbewerkingin Poppel, Ravels en Weeldeeen belangrrjke plaatsin. De beroepsuitoefening van de bevolking, in de 18e -l9e eeuw voornamelijk landbouwen weven,wijst onrechtstreeks ook op de landelijkeligging tussenheideen weide.Vermoedelijkwas ook eendeelvan de bevolking tewerkgesteldin de l8d'-eeuwsesteenfabriekin het gehuchtOverbroek,een is echterredelijk moeilijk te verkrijgen aangezienvolgens volledig overzichtvan de beroepsstructuur literatuur van 1810 voor Poppelo.a.inzakeberoepsweergave onvolledig ingelutd de de Fransetelling ls. Reisverslagenhebbenhet overigensover een zekereverlatenheid,zo haalt Marc Vermeerenin zijn boek eencitaatvan J.A. DE LUC aan,dezehield van zijn tocht in 1779door Poppelen omgevingo.a. de volgendeindruk over: De Poppolje passai hier à Hooge Mierden,pour arriver ic i et dansla plus grandepartie du trajet,je ne pouvais mefigurer queje fusse au milíeu de I'Europe, tant le pq)s esl nud eÍ dësert.In I 843 wordt daarenbovennog ruim meerdan de helft van de totaleoppervlaktevan de
gemeente doorheideingenomen. Dustijdensdeperiode1790-1820zal hetlandschap noggrotendeels hetzelfdeuitzichtgehadhebben. Toch liep er reedsvan in de middeleeuwen de meestnoordelijkevan de grotereKempische (west-oost) verbindingswegen doorheen Poppel,deaskwamvanBergenopZoomoverChaamenliep verdernaarBladelenAchel. | .2 Statuut. Municipaalkanton(1796-1800) Gerechtelijkkanton( I 801/02-I 963) (1796-1963) Gerechtelijkarrondissement (gerechtelijk) Departement (gerechrelijk) ( 1815-1963) Provincie
Arendonk Arendonk (14 februari 1802) Tumhout Twee-Neten Antwerpen
1.3 Bevolkingsciifers. Jaar jaarVIII (1800) 1806 1816 1818 1820 1830
Bevolking
843 893 727 726 802 844
(ha.). 1.4 Oppewlakte -
1834/35 196l
3149ha. 3146ha.
I .5 Praktische informatieoverdeheemkundeking. bibliothekene.d. Naastde completeinventarisvan hetPoppelse bronnenmateriaal beschiktde heemkundige kring nogovereenuitgebreid archiefbestaande uit boeken,tijdschriften, foto's,doodsbrieven, talvantellingen (volks-,haard-,e.d.),en andere.MarcVermeeren, eenactieflid vandeheemkundekring, heeftin zijn bovenvernoemd boekeenmerkwaardige bronopgenomen, nl. de volledigehanscriptievaneendoor de toenmaligepastoorte Poppelgeschreven relaasover de gebeurtenissen in zijn parochietussen5 augustus l3 van en september 1794.Hetbehandelt deintocht deFransen endeaftochtderOostenrijkers. Dit stukwerdgevonden in dekloosterbibliotheek vande PatersPassionisten te Wezembeek-Oppem. Ookin hetStadsarchief(+ hetbijbehorende Taxandriamuseum) endeStedelijke bibliotheekvan Tumhout,in het Rijksarchiefvan Antwerpen en in de gemeentelijke bibliotheekte Ravelszijn er van publicaties verscheidene titels terugtevindenmetPoppelenhaaromgevingalsonderzoeksterrein. De Stadsbibliotheek (hetzijwat algemener) Gentbiedteveneens enkelewerkenaandie de periode 1790-1820 belichten.Verderhebik op de websitevan de universiteitvan Tilburg- sterkaangeraden publicatiesgevonden. doorMarcVermeeren - nogtwee 1Sd"-eeuwse
t95
196
Deel2: de bronnen. 2.1 Methodologische nota. Ten eindeeen retrospectiefbeeldte kunnenvormenvan de politieke,sociale,economische, demografische en militairetoestandin Poppeltussen1790en 1820,heb ik me in de eersteplaats in eenoud(tot ca. 1800)eneenhedendaags toegelegd op hetgemeentearchief, d.i. verderopgesplitst (vanafca. 1800)deel.Tijdensde periode1796-1800 ressorteert Poppelechteronderhet municipaal kantonArendonk zodater zich (met uitzonderingvan het armboekvan 1797)voor die tUdspanneeen grotelacuneaftekentin het Poppelsegemeentearchief. Aangezienhet Arendonksegemeentearchief geenapartmunicipaalfondsvoorziet,en omdatde desbetreffende periodezo talrijk en verspreid is in anderefondsenalsbv. briefuisseling,leekhetme beterter compensatie meer vertegenwoordigd nadrukte leggenopandereperiodesin hetPoppelsearchief.EenbronmetPoppelspecifiekalsonderwerp is in hetArendonkse archiefimmerspasna systematische controlevan elk documentuit die periode terugte vinden. Het bronnengemis van 1796wordtwel gedeeltelijkmaaruiteindelijkminiemopgevangen doortwee Die documenten bronnenuit debestuurlijkeafdelingvanhetdepartementsarchief. hebik kunnenopsporen m.b.v.de analytischeinventarisvan JACOBS.Dezepublicatie,op initiatief van het Rijksarchief van de bron, ook eenpraktischeverwijzingen een Antwerpen,geeftnaasteenkorte samenvatting degelijkealgemene inleidingoverhetbestuurtoen.Vooralo.w.v.dit laatstenamik zereedseerderin de van dezeinventaris- door de beknoptesamenvatting bibliografieop. De toegankelijkheid van elke bron - stondme toe gerichtop zoekte gaur,zodatik niet onnodigallesvan het Departement van de TweeNeten(algemeen) envanArendonk(algemeen) diendete raadplegen. Voormilitaire aangelegenheden zijn er bovendiennogdrie andereuitstekendeanalytischeinventarissen Va eenplaatsnamenindex wordje in dezeinventarissen uit dezelfdereeksvanhetRijksarchiefAntwerpen. vandedaaropbetrekkinghebbende doorverwezen naardekrachtigesamenvattingen bronnen.Hoewel vermeldearchiefnummer hetsteeds demogelijkheid biedtomstukkenopte vragen,hebik me- wegens vandedocumenten demassaaanbronnen,maarvooralo.w.v.debondigeanalyses - slechtsbeperkttot het lezenvan de kortemaarinformatierijkeinhouden.Daaromwordende drie gidsenzowel in de De eersteis van dehandvan DE LILLE enbiedt bibliografiealsin hetbronnengedeelte opgenomen. van o.a. drie Poppelsesoldatenvan het FranseLeger Om de eentoegangop overlijdensberichten vlak te onderzoeken is de vierdeligegids van conscriptiein de periodel795-1814.opgemeentelijk en CEURVELS,DE LILLE, KENNIVE, e.a.zeethandig.Hiermeehebik eengrootaantalpersonen De derdegids- m.b.t.desertieen hun eventuele verplichtingen t.a.v.conscriptiekunnenterugvinden. periode 1800-l8ll op naam van CEURVELS en DE LILLE. Deze weerspannigheid in de - staat informatieoverPoppelse dienstplichtigen. In 'WOESTENBURG, L. verschafte eveneens interessante (red.), De drie van het noorden- Jaarboek1987',eenuitgavevan de 'Heemkundekring Nicolaus Deze PoppeliusV.Z.W.',wordenook eenaantalPoppelse soldatenin dienstvan Frankrijkbesproken. vanplaatselijke informatieis tot standgekomenop basisvaneenuitgebreidonderzoek bronnen,maaÍ van genoemde geeftuiteindelijkniet dezelfdemeeromvattende de hierboven werken.Dit is uitkomst ook deredenwaaromik hetheemkundig werkenkelin debibliografievermeld. leekmij Hoeweldeinformatiedie ik uit dezebronnenhaaldein deeersteplaatshetindividubehandelen, decombinatievandezegegevens nietonnuttig.Zij kunnenimmersdeelsdesocialeimpactvanoorlog op eenklein dorpalsPoppelonthullen. aspectvan hetonderzoek wat extrate belichten,metnamede crisisvan 1819 Om hetdemografische waarbij- volgensVERMEEREN- eengrootdeelvandebevolkingPoppelstierfaaneenbesmettelijke geraadpleegd. ziekte,hebik eveneens hetdepartementsarchief EeninventarisvanCEURVELS,uit de in beperkte oplage',opendeimmersdemogelijkheidomgerichtopzoekte gaan.Het reeks'Toegangen gidswaarbijje op naamvandegemeente dedossiers omtrentnoodtoestanden kan is eentoegankelijke
197
opvragen.Aangezien Poppel(voor onzeperiode)hierin minimaalvertegenwoordigd was,heb ik de informatierijke documenten zelfookopgevraagd. Hetbetrofinhoofdzaak binnenkomende enuitgaande briefivisseling metdebesmettelijke ziektevan 1819alsonderwerp. De stemvandegeestelijkheid kwam(in hetgemeenteendepartementsarchiefmet uitzondering vande armboeken endeparochieregisters) nietvaakaanbod,zodatik megemakkelijkheidshalve hebbeholpen metdeheemkundige literatuurvanVERMEEREN,enGIELIS,WOESTENBURGenVERMEEREN. Zij nemenimmersgeschriften op met indrukkenvan de pastoortijdensdewoeligejaren 1790.In het werk van VERMEERENstaateendoor H. MAES integraalgetranscribeerd relaasvan de pastoor, gevondenin de kloosterbibliotheek te Wezembeek-Oppem. van de PatersPassionisten Het ander heemkundigboek geefteenbeschrijvingvan Poppeldoor dezelfdepastooÍen is afkomstiguit het kerkarchief.Beideboekenbiedennog meerstof van het kerkarchiefaan,maarsomste koÍ of te parafraserend te plaatsen.Ze geldenvoor de rest echterwel als om in dit deelvan archiefbronnen uitstekende informatiedragende literatuurbronnen. Bij de aanvangvan het archiefiverkhad ik me voorgenomen elkebron uit 1790-1820 die in het Poppelsgemeentearchiefterug tevindenwasminstenséénmaal te raadplegen. Al gauwbleekechterdat er - ondanksdekorteinventaris- te veelvoorhanden wasom effectiefelkdocumentopte vragenente gedateerd bestuderen. in de inventariswarenopgenomen, kon Omdater tal vanbronnenniet absoluut ik dooreenkorteconsultatie vandiebronnenal eeneersteselectiedoorvoeren. Bij dedateringbaseerde ik me in de eerstplaatsop de al danniet vermeldedata,in minderemateop de schrijfivijzeen bij bestuurlijkedocumenten op denaamvandeondertekenende burgemeester. Drie archiefstukken kon ik van 1790tlm 1792- opgenomen daterenvoor 1790envijf na 1820.Verderhebik deprocessen in een verspreid fondsmetstukkenvan 1608flm 1792enonchronologisch oveÍzevenapartefichiefoakkengehouden. nalangzoeken, wegens onvindbaarheid, buitenhetonderzoek Omdaternogeendemografisch parochieregisters deelvolgtwaarindevoor 1790-1820 beschikbare enburgerlijkestand(cfr.microfilms) uit deparochieregisters uiwoerigenintegraalaanbodkomen,hebik deuittreksels enburgerlijkestand gemeentearchief gelaten. in hethedendaags eveneens onaangeroerd nood aan verhaalvorming, in diezin datik rekeningen, Hetbelangrijkste selectiecriterium wasechterde zettingen,meetboeken heb weggelatenen veeleerde nadrukgelegdheb op verslagen en kadasters (notulen, (in deeersteplaatsuitgaande, verslagboeken, incl.defiscale), ordonnanties, e.a.),briefuisseling politioneledocumenten(wapendracht (staatder e.a.),bronnenm.b.t. militaire aangelegenheden leveringen,aanvÍagen e.a.),en archiefstukken die mogelijkstatistische tot ontslag,onderrichtingen, gegevenskunnenopleveren(opgavevan veestapel,weide en teelgronden;statistischegegevens gensafbakening beschrijvend kadervan betreffende degemeente; e.a.).Dit allesom tot eenalgemeen Poppelin die tijd te kunnenkomen.Na het raadplegen van die bronnenmet de hoogsteprioriteit, beschikteik nogovereenbeetjetijd om éénbronsoort- die ik normaliterniet opgenomen zouhebben nl. dezevan de fiscaliteiten meerspecifiekdie van de belastingop deurenen - toch te raadplegen, vensters endekohierenvanhetpatentrecht. Depersoonsnamen methetemaastvermeldeaantalbelaste hetverschilin aantal,socialelagenaanhetlichtbrengen, deurenenvensters kunnenmogelijk,naargelang te ook leek het me interessant om het aantalbelastedeurenen venstersvan de gemeenteraadsleden vergelijkenmet de restvan de bevolking.Bovendiengavenenkelelijstenook eenbevolkingsaantal gevenmin of meer(maarniet uitsluitend)doorvermeldingvan weer.De kohierenvanhetpatentrecht o.a.naam,voomaamen bedrijfvandepatentplichtige eenzichtop deeconomische bedrijvigheidvan het dorp. Tevenskon ik ook hier nagaantot welke beroepscategorie en/of socialelaag bepaalde gemeenteraadsleden behoorden. O.w.v.irrelevantieheb ik tenslotteook nog éénbron kunnenuitsluiten,het behefteenmanifestvan kiesgerechtigden in de stadAntweÍpen,nietsweesimmersop eenbindingmetPoppel. Uiteindelijkblijkt datik - buitendelacunevan 1796-1800- voorelkjaar,voorheteneal watminder is er echtereengroterenadrukoq danhetander,materiaalhebkunnenveÍzamelen. Quasiautomatisch (1790-179ó) (1790-1810) deeerste 5 à 6laren komente liggen.Hoeweldeeerste tweedecennia onder
vertegenwoordigd, nl. lijden(zois hetjaar1790slechtsdooréénarchiefstuk redelijkebronnenarmoede het armboekvan 1790),kennendebronnenvan deeersteca.6 jarenwel eenrijkheidaaninteÍessante gegevens. opdezeperiodedanook nietgemotiveerd In desynthesevanhetonderzoekzal deconcentratie interesse enhetaanbodvan goedegegevens om zijn dooreenselectie,maarvooraldoorpersoonlijke rondop te bouwen. eensynthese
bronnen. 2.2 Toelichtingbij deaangewende wijzenbemoeilijkt.In de eerste De interpretatie en studievan de bronnenwerd op verscheidene plaatswas er de Franstaligheid. Van l'790 tot en met 1815is 44%ovan het aantalgeraadpleegde gemeentelijke archiefbronnen in hetFransopgesteld, 39%in hetNederlands en 18% endepartementale 1815. in beidetalen.Vandeze18%is er éénin 1814tot standgekomenenderestin hetovergangsjaar Franstalig,30%Nederlandstalig, en Voorde periodevan 1816tlm 1820is de verhoudingresp.70%o (51%), periode is een meerderheid aan Franstalige een geenenkeletweetaligebron.Overheelde er (36%)en eenminderheidaantweetaligebronnen(13%o).lndeze tweedeplaatsvoorNederlandstalige dezezijn zijn nochde parochieregisters nochde aktenvan burgerlijkestandopgenomen, berekening 'Toegangen in beperkte Ook driehierbovenbeschreven resp.in hetLatijn en in hetFransgeschreven. ik me bij hen slechtsmet de oplage'(nr. 21,27, 36)m.b.t.militie zijn niet meeberekend,aangezien periodeafbakening gehouden niet heb opgevraagd. De van de Nederlandstalige analyses hebbezig en gebaseerd is grossomodo op de Fransetijd en hetVerenigdKoninkrijk derNederlanden. berekening Frans-Nederlands brachtal gauwsoelaas. HetFranswasevenwennen,maareengewoonwoordenboek Archaï'schtaalgebruikin beidetalenwerdna eentijd begrijpelijk.Vooralhet oudereNedeÍlandsstelde niet zoveelproblemen,het nog steedsgangbaredialectin Ravels,tevensmijn woonplaats, vergemakkelijktedeverstaanbaarheid. aan Eenandereuveldat na eentijd doorveehuldiglezenverholpenwerd,was de verscheidenheid (bv. handschriften.Hoewel er tussen de documentenvan verschillendeinstanties gemeentebestuur, e.d.)wel eenverscheidenheid departementsbestuur, arrondissementscommissariaat, heerste,was er binnendie instellingenveelaleenuniform geschrift,zo gaathet schrijvenvan het Ook de arrondissementscommissariaat bijna over heel de periodeuit van dezelfdeMesmaeckers. periodesdoordezelfde overheidzijn in min of meerafgebakende documenten van de gemeentelijke pastoor HeeÍenis eÍ in dearmboeken van Doorhetoverlijdenvan hand(nietvermeldwelke)opgesteld. detaakwordtopgevolgddoorpastoorLievensdie deparochieslechtséénmaaleenauteurswisseling, geposeerd geschrifthanteert.Verderwarener ook wel gedruktebronnen eveneens eengoedleesbaar probleem van niet die het onleesbaarheid onmiddellijkstelden,zo is bv. defiscalebriefuisselingvan uit 1814-1815. 1808gedrukt, netalsdevelepamfletten Zo haddensommige Veelergerwasdetoestand waarindemateriëledrageÍofde inkt somsverkeerde. . ." lastvaneensoortschimmelvorming delenvanhet"ordonnantie boeckdesdorpsendeheerlijkckheyt. stukkentotaalverlorenging.Eenanderstuk"afbakeningvan waardoorde leesbaarheid vanbepaalde grenzen gemeente" had weer te kampenmet transparantwordendeinkt, zodathier en daar de der dan devaagheida.d.h.v.de contextgeduidmoestworden. tijdsrekeningkon snelen effrciëntomzeildwordenm.b.v.een Het probleemvan de republikeinse concordantietabel. De laatstehinderpaalwashet niet precieskunnendaterenvan de "aanwagentot ontslag",het is zeker zijn, enkelde laatsteis datze op het eindevan de 18' en /of het beginvan de 19"eeuwgeschreven gedateerd, nl. op 24 messidoran8 (13/0711800). Voorderestgeeftgeenenkelebrief eendatum,zodat te worden. metdeinterpÍetatievandeinhoudt.o.v.hettijdskaderietwatvoorzichtigdientomgesprongen
Alles wel beschouwdheeft het gemeentearchiefPoppel toch een relatief gebruiksvriendelijke raadpleegbaarheid, hier en daarwat gehinderddoor schoonheidsfoutjes.
2.3 Verantwoordingvan de thematischeschikking. Omwille van de massainformatiem.b.t. legerdienst,opeisingenvan troepen,inkwaÍiering e.a.heb ik er nog eenvijfde thema,getiteld 'militair', bijgevoegd.Hoewel dit thematal van overlappingenheeft met besfuur(bv. beraadslagingvan het gemeentebestuur over leveringen),economie(bv. de nadeligheid voor het lokaleboerenbedrijfbijoogstleveringen e.d.),socialeaspecten(bv. inkwartieringvan militairen, sociaalleed door conscriptie,enz.) en demografie(bv. de in legerdienstgesneuvelden,geboorterem door gebrek aan voedsel t.g.v. militaire plunderingen,enz.), probeer ik deze toch zoveel mogelijk gescheidente houden.Wel is het zo dat ik hier en daardezelfdebronnenonderverscheidenethema's vermeld,dit om bij de besprekingeenzo gÍoot mogelijk overzichtvan alle aspectenbinnendat themate behoudenmaarook o.w.v.de geringeinformatiebinnendie vier thema's(excl.militair). Die vier thema's zelf lopen bovendien ook nog door elkaar, maar ook hier tracht ik zo veel mogelijk herhaling van bronnente vermijden.De militaire leveringenneemik zowel onder 'militair'als onder 'economie'op. Dezekunnenimmerswijzen op oorzakenvan crisesen storingen,en daarenbovendoor de specificiëring van de geleverdewaren ook een licht werpenop bepaaldeeconomischeactiviteitenin het dorp.
2.4 Legendeen toelichtingvan de afkortingen.
OGA: HGA: ADTNP: resp.: BS O: BS G: BS H: PARD: PARO: PARH:
oudgemeentearchief hedendaags gemeentearchief archiefvanhetDepaÍementvande TweeNetenen deProvincieAntwerpen respectievelijk burgerlijkestandoverlijdens burgerlijkestandgeboortes burgerlijkestandhuwelijk parochieregisters dopen parochieregisters overlijdens parochieregisters huwelijken
De eerstedrie afkortingengevenaan in welk deelarchiefmen de bron terugvindt.Omdat al deze archievenzich in het RijksarchiefAntwerpenbevinden,laat ik de afkortingenniet voorafgaandoor de initialen van dit instituut. Hetzelfde geldt voor de burgerlijke stand en parochieregisters.De bronvermeldingkent in totaal vier vormen.De eerstevorm komt terug bij de eerstetwee afkortingen, ze behandelenbeide het gemeentearchiefen hebbendan ook dezelfdeopbouw in de bronvermelding. Hun afkorting wordt gevolgd door'Poppel', aangezienhet steedsdocumentenbetreft die afkomstig zijn uit het gemeentearchiefvan Poppel.Vervolgenskomt er na de kommaeennummerdat overeenkomt met het inventarisnummer,soms gevolgd door een paginanummerwanneerde raadgepleegdebron afkomstig is uit een genummerdebundel (OGA Poppel,2, p.74.). De benamingdie in de inventaris naasthet nummer staat,laat ik weg o.a. om plaatste sparenmaarvooral omdat de beschrijvingvan de bron meestalreedsde naambevat.In de voetnotenzullen echterwel steedsde eigenlijkebenamingen, die de inventariser aangeeft,na de nummerterugkomen(bv. OGA Poppel, 124.Armboek,l79l .) Een tweedevorm is dezevan het archiefvanhetDepartementvan de TweeNetenen de ProvincieAntwerpen, achterdezeafkortingkomt telkenseenwoordofterm (bv. 'conscriptie'of 'hulpverleningbij calamiteiten') dat bepalendis voor éénvan de gebruiktealfabetischetoegangenen de behandeldestukken(zie boven).
200
Vewolgenszijn er driemogelijkheden, ofivel volgt eenaanduiding vanhet blok waarde documenten (bv.ADTNPA,ProvinciaalBestuur,blok A, bewaardliggenen daamadenummervan dearchiefrnap 13i2.)ofuel wordt de blokvermeldingovergeslagen en opgenomen in de inventarisnummer, nl. de lettervan het blok onmiddellijkgevolgddoor eennummer(bv.ADTNPA,conscriptie,Dl04/009.), ofuel wordt er geenbloklettervermeld,m.n. bij de overlijdensberichten van soldatenuit het Franse (bv. leger ADTNPA,overlijdensberichten,0T9lT 4.).Dezeverschillende manieren vanverwijzenhebik, om misverstanden te vermijden,overgenomen zoalsze in de gidsenzelf voorkwamen. De nummers linksvande schuinestreepzijn dearchiefrrummers enrechtsbevindenzichdeondemummers. Verder hebik er bewustvoor gekozengeenpagina'svandeanalytische inventarissen te vermelden,dezezijn immerste talrijk en bovendienzeer snel en makkelijkterug te vindenvia de plaats-en persoonsnamenindices. De derdemogelijkheidvan bronvermelding is dezevan de literatuurbron, nl. hetvolledigebibliografische adrestussenhaakjes. De vierdeenlaatstesoortvanbronvermelding komt bij dezethematische schikkingmaaréénmaal voor,nl. bij eenoverlijdenvaneenmilitairgeregistreerd in deburgerlijkestand,nadeafkoÍing volgt hetnummervandegebruiktemicrofilm.De andereafkortingen van parochieregisters en burgerlijkestandwordenhier gegevenom de voetnotenin het volgende hoofdstuk,demografie, te kunnenlezen. Bronnenm.b.t.conscriptievan hetzelfdejaar worden,o.w.v.papierbeperking, samengevoegd in één juiste geheel,denummervanhetdossiervanelkebetrokkenpersoonwordtechterwel in de volgorde (resp.)opgegeven. l. Bestuur De bronnenm.b.t.bestuurlijkeaangelegenheden makenduidelijkdatgedurende eengrootdeelvande periodedemachtin hetdorpdoordezelfdeman,nl. Biemans,wordtuitgeoefend dooronsbestudeerde (mogelijknogvoor 1792).Hijenzijn gemeenteraadsleden behorenrondhetjaar1807tot deeconomisch zelfstandigen vanhetdorp,maarwordenin 1818,metuitzondering vanéénraadslid,alslandbouwers gecatalogeerd, mogelijkligt dit verschilin eendeelsanderebezetting vandegemeenteraad t.o.v.I 807. De langeperiodevanburgemeesterschap doetvermoeden datBiemansofuel zeerbekwaamwas,ofirel geliefd zeer was,ofivelmachtigen/ofrijk genoegwas,ofuel deanderenzeeronbekwaam waÍeí, enz. Slechtsin 1808en in 1809wordter vanbovenafkitiek geleverdop Biemans'al dannietopzettelijke wordenblijkbaarin het Nederlandsopgesteld, ongehoorzaamheid. Notulenen anderedocumenten gebeurtechterin het Frans.Nergensis ietsterugte vindenover communicatie met het buitendorpse verkiezingen. 2. Economie De economie krijgt tijdensdeperiode1790-1796 z-ware klappeno.w.v.demilitaireopeisingen. Dieren, landbouwgoederen en drankbehorentot de geleverde waren,waaruitvalt op te makendat landbouw en brouwerijeneenbelangrijkeplaatshaddenin de lokaleeconomie.De belastingen op deurenen (1807) (5 (1819)wijzen vensters fructidorIX), de kohierenvan hetpatentrecht en de landbouwstaat eveneens in dierichting.Hetniet-ingeluldeformulierm.b.t.jeneverdistilleerderijen bevestigtmogelijk ook de drankproductie, het feit dat zo'n documentwerd opgestuurdzegt misschieniets over de aanwezigheid van die distilleerderijen. In l819 beschiktPoppelalleszinsniet over eenfabriekmet groteinvloedop de omgeving.De landbouweconomie krijgt in 1819mogelijknog last van een besmettelijke ziekteondervee,naasthet feit dat Poppelvoor de doortochtvan de koningnog goede paardenmoetinleveren. 3. Socialeaspecten Tweecrisisjarenspringenuit dezebronnennaarvoor.Eerstis er 1794,eendieptepuntmet zeerhoge schuldengemaaktdoorhetWeldadigheidsbureel. Dejarenvoor 1794bereidden dezecrisisvoor door militaireinkwartiering e.d.(zieboven:militaireopeisingen ondereconomie). Eenmogelijkekindermoord
201
in 1793benadrukthet sociaalleed.Door een donatievan pastooÍHeerenin 1795wordt het gelicht.Eentweedecrisisperiode is 1819-1820,eenbesmettelijke Weldadigheidsbureel uit zijn schulden Eenafirezigheid ziektesnoeitin hetbevolkingsaantal enzorgtvooreenfinanciëlelastbij degemeente. personeel vanenigverplegend in 1817kanenkelmaaÍnadeligzljí. De Kerkkenttussen1796en 1803 e.a.De plotsestopzetting van noteÍenin het armboek ook eencrisisdoorusurpatie,processieverbod pastoor van 1797doetvermoeden is ondergedoken of verbannen. Eenandersociaaleuvelis dat de gansde conscriptieplicht, hier vertegenwoordigd doorbrievendie eenbeeldgevenvan het leeddat dezeplicht bij betrokkenenveroorzaakt.De belastingenop deurenenvenstersgeveneenbeeldvan de zelfstandigheid hebbenen/ofin socialeverschillen, vooralmensendiein degemeente eeneconomische de gemeenteraad zetelen,wordenmeerbelast.Verdervalt het op dat er moeitewordt gedaanom de populariteitvan koning Willem bij het volk te vergroten.Onderzijn regeeÍperiodeis er aandachtvoor onderwijsenkandecleruszichterugwijer bewegen. 4. DemograÍie rampaftekent,eenveertiende Uit debronnenblijkt dater zichin deperiodeI 819-1820eendemografische van debevolkingbezwijkt onderdebesmettelijkezieke.Overwelkeziekteenwelkesymptomenwordt nietsvermeld.DebelastingenopdeurenenvensteÍsgeventweejaar naelkaarhetzelfdebevolkingscijfer, dejuistheidhiervanis danook te betwijfelenenmisschienaanfraudete wijten. 5. Militair op het De militairerubriekgeeftreedseenindrukvan desocialeimpactvan oorlogen/ofdienstplicht die geteisterd werdendoor dorpsleven. Sociaalleedbij degezinnendieeenzoonverloren,bij gezinnen oorlog, remmingendoor doorhetwegnemenvanpotentiële opeisingenenplunderingen.Demografische vaders,doorhetsneuvelen kondensoldateneenlangetijd nietvan vanjongemannen,...Daarenboven nutzijn in deplaatselijke De inmengingvanhetlokalebestuuromvrijstellingente bekomen economie. wordtook geïllustreerd. Alle vier vorigethema'skomenin dit deelterug.VoordeFranseperiodeis er vastte stellendatmenondereengroteconscriptiedrukleed(maarvelenwerdentochnogwijgesteldof afgekeurd),daterdesertiewas(zowelin hetFranslegeralsin hetlegeÍvandeBelgischeDepartementen), m.b.t.conscriptiedie ik heb kunnen dat er waarschijnlijkgeenvrijwilligerswaren,...De gegevens maardat vindenvoor deperiode1800-1814 wijzeneropdatvanafca. 1808de inlijvingentoenemen, globaalgenomen vrijgestelden hetaandeel vaningelijfdennietopweegttegendatvandeafgekeurden, te en uitgestelden samen.Het aantaloverlijdensis miniem. Tochdienter voorzichtigomgespÍongen m.b.t. Poppelse dienstplichtigen opgenomen wordenmethetmateriaal,mogelijkzijn nognietallebronnen in degidsenof gewoonniet meeÍopspoorbaar wegensonbestaande. Deel3: demografie. 1790-1830. 3.1 Bevolkingsverloon 3.1.1De cijfers. te Poppeltussen1790en 1830te kunnenschetsen hebik me op vier Om het bevolkingsverloop hulpmiddelen toegelegd. De werkdocumenten vanDe BELDER,GYSSELS,VAN DER STRAETEN, van volkstelling uit 1796.VERMEERENgeeftdegegevens de e.a.reikenheteerstecijfer aan,nl. dat van dezevolkstellingintegraalweer,nl. naamen beroepvan elke inwonerper gehucht.De cijfers van jaarYlll(2310911799-22/09/1800), 1806,1816,1818,l820enl830zijnafkomstigvanVRIELINCK. gemeenteaÍchief vanPoppelwordter eenzelfdecijfer vooÍ hetjaar 1816gegeven. In hethedendaags voorhetjaarVIII enhet op deurenenvensters Hetzelfdearchiefbevattevensdelijstenvanbelastingen
203
jaarX (23/0911801 769is ingevuld.Eenanderearchiefbron, 12/09/1802)waarophetbevolkingscijfer geeftverdernog het cijfer 810 voor hetjaar 1819.De relevantievan de cijfers eenlandbouwstaat, (overeenkomstig van debevolkingscijfers hunjaar) en Bij samenvoeging wordtlater nogbesproken. bekomje devolgendetabel: debron(nen)waannzezijn teruggevonden
JAAR 1796 jaar VIII jaar VIII jaarX 1806 1816 1818 l8 l 9 1820 1830
BEVOLKING 769 843 769 769 893 727 726 810 802 844
3.1.2 Kritischetoetsingvandebevolkingscijfers. van op debevolkingstelling Het eerstecijferwordtvermeldin tweewerkendie zichbeidebaseren aandezetellingwordt 1796.Bij gebrekaaneenandercijfer,maarvooralo.w.v.dewaardediealgemeen opvolging van het volgende cijfer enigetwijfel Tochdoetde toegeschreven, zal ik dit cijferbehouden. rijzenoveréénvanbeidecijfers,in ca.4 jaar is er immerseenstijgingvan74 inwoners.Aanvankelijk alseenrampspoedjaar doorgaatwaarbijoversterfte in 1794-1795 leekdit mete groot,maaraangezien was,kanhetverschilmet 1796mogelijkverklaardwordendooreen deVlaamsedorpennietongewoon geboorten in die 5 jaren.Migratiekanbovendienook eenrol spelenin inhaalbeweging van post-crisis datdestijgingnoggroteris, devolkstellingvanhetjaar destijging.Hetzouzelfsnietmogenverbazen is immersniet overal adequaatuitgevoerd.Een opzettelijke VIII (23/09/1799-2210911800) enlastendruk in dekleinegemeenten wasnietuitzonderlijkwanthetkondeconscriptieonderregistratie naarbeneden halen. met de volkstellingvan 1796,is terugte Een anderen veel lagercijfer, preciesovereensteÍImend jaar (23/0911799-22/09/1 van het VIII 800),dezebronis vindenin debelastingop deuÍenenvensters prefect.Er zijn tweemogelijkheden voordit lagercijfer, ondertekend doorHerbouville,detoenmalige hij zichdaaromgemakshalve Herbouville nognietoverdetellingvandatjaarenbaseerde ofuel beschikte van belastingen op deurenen vensters op de telfing van 1796.Het cijfer vanjaar X, ook afl
204
gegaanzijí. Vele,en danvooral rwale, gemeentengavenimmerseente laagcijfer op om de lastente verminderen. Voor het jaar 1816wordt hetzelfdecrjfer(727) door zowel VRIELINCK als het gemeentearchief gegeven,vermoedelijkis het documentuit dit archief- geziende indelingin leeftijdscategorieën en vermeldingvan godsdienst- de teluitkomstwaaropVRIELINCK zich baseerdeen hetgeenook in de maanden september tot december1816naardenHaagdiendegestuurdte worden.Het lagecijfer kan verklaardworden door onderregistratieen fraude, in ieder geval mag de betrouwbaarheidvan die algemene tellingniet te nauwgenomenworden.Verderkan het lagecijfer misschienzijn oorsprong vindenin deeconomische crisisna 1810,medebewerkstelligd doordeContinentale Blokkade(1806) dieaankrachtverloor.Poppelwasvooreengrootdeeltoegelegd op landbouwenzal eveneens te lijden hebbengehadondereencrisis,hoewelde geboorte-en huwelijkscijfers van diejarentochniet in die richtingwijzen.De Kerk bleefin de 19d'eeuwimmersnogsteedsgreephebbenop debevolkingsevolutie dooro.a.hetafuijzenvanelkevormvananticonceptie. Dit gebeurde zekerin deKempenwaarzij een politiekvoerdeom hetplattelandhaarwaardente waarborgen. doelgerichte Of enkeleoverlijdensvan Poppelse potentiële soldaten, vaders,in dienstvanFra*rijk tijdensdeperiode1806-1814meebepalend kunnenzijn voor hetlagecij fer is te betwijfelen.Omdathetopsporenvanalle gesneuvelden niet sluitend is, lijkt me dit als een (gedeeltelijke)verklaring zeker niet bewezen.Het telformulier uit het gemeentearchief wijst er wel op datdemannendieop hetmomentvandetellingin denationalemilitie dienstdoen,niet opgenomen zijn in het eindresultaat. Ondanksde geringebetrouwbaarheid van het lage cijfer wordt het echter - met in het achterhoofdfraudeen onderegistratie- toch in het globale verloopopgenomen. Het bevolkingsaantal van 1818wordt eveneens inger,ulddoor VRIELINCK. Als aanvullingop de van telling 1816heefthet meeÍweg van eenkleineaanpassing hierop.De aftramevan 1 inwoneris mogelijk eerderte wijten aanadministratievegemakzuchtdanaantoeval.Dezetelling is doorgevoerd op lastvan deministeriëleomzendbrief van 2 oktober1818,de volgendetellingdateertreedsvan25 mei 1819en kenteenveelhogeraantal.Die groeivan 84 inwonersop koÍe tijd doetvooraltwijfels rijzenover 1818,tenzij eenmassaleimmigatie hier aande basisligt. Hoeweldie van 1818als een volkstellingvanhogerhandstaatgeboekstaafd maghaarautoriteitniet oveÍschatwoÍden,vooral o.wv. deredendathetveeleerlijkt op eenreproductie van detellinguit 1816. Het cijfer van 1819(810)wordtgeleverddooreen'opgavevanveestapel, weidenenteeltgronden' op lastvande'Commission d'agriculturedela Provinced'Anvers'enbevindtzichin hetgemeentearchief. Ondankshetfeit dathetin deeersteplaatsomeenlandbouwkundige tellinggaat,is hetcijferin reflectie (802) geloofivaardiger van metdatvan 1820 wel 1818. De teloperatie dandie van 1821,op lastvande ministeriëleomzendbrief van 21juli, moesthet bevolkingsaantal op 31 december1820geven.Deze ondememing brachto.m.deprovincieAntwerpenertoenieuwebevolkingsgegevens in te zamelen. Het getalvan 1820- in VRIELINCK vermeld- zal ik, evenalshetgetalvan 1819,zekeropnemen. Los van het feit dat de uitkomstvan 1819dichterbij die van 1820danbij die van 1818ligt en me daardoorook betrouwbaarder toeschijnt,kan het getalvan 1819via anderarchieftnateriaal bevestigd worden.In 1819overleedt.g.v.eenbesmettelijke ziektevolgensVERMEEREN1/7van de Poppelse bevolking.Bij het checkenvan het departementsarchief kwam ik echtertot andereconclusies.In een brief van 13januari 1820vraag!de arrondissementscommissaris van Tumhoutaande Gedeputeerde prolongéependant6 moisqui a dholé StatenvanAntwerpensteunbij deopvangvan ' ...uneepidemie quatorzième population et enlevëun de la entièrede cettemalheureuse commune... '. Een anderebief (4/ll/1819),vanhetschepencollege aandeprovinciegouvemeur vanAntwerpen, vermeldtdatdeziekte sindsdeuitbraakin februarireeds5l inwonershadgeëist,maardatzeop hetmomentvanhet schrijven aanhetuitwoedenwasenmenslechtshierendaarnogbesmette huishoudens aantrof.Bij controlevan de burgerlijkestaatblijkt dat het eerstesterfgevaltijdensdatjaar op 22 februai is genoteerden dat er in totaalvoor 25 mei (= datumwaaropbovenvernoemde landbouwstaat is opgesteld)15 mensen overledenzijn. Als we aannemendat de telling van de landbouwstaatklopt en de burgerlijke staat
205
genoteerd adequaat is,kunnenwehetinwoneraantal aanhetbeginvan 1819boven(omdatdegeboortes voor 22 februarier niet zijn bijgeteld)de 825 situeren(eventuelemigratieskunnenechtervoor schommelingen zorgen).Op31oktober,voordebriefvanhetschepencollege aandeprovinciegouvemeur, tel ik reeds53 sterfgevallen. Uiteindelijkkomener nog 6 bij, om op 3l december te eindigenmet 58 doden(excl.hetoverlijdenvaneenna 25 mei geboren- 2 dagenoud- kind,eneenachterafgenoteerd je 810deeltdoor 14(< lll4van de overlijdenvaneenin Antwerpengestationeerd soldaat).Wanneer totalebevolkingis volgensde arrondissementscommissaris aandeepidemiegestorven), danbekomje (afgerond)58.Dit wijst er mogelijkop datdearrondissementscommissaris zijn uitspraakstaafdea.h.v. hetop delandbouwstaat De lraag is nu waardearrondissementscommissaris vermeldeinwoneraantal. (zozijn er leeftijden hetonderscheid maaktetussenslachtoffersvandeepidemieennatuurlijkgestorvenen maakte.Als hij dit niet deeddan van72,84,67 e.d.genoteerd) en of hij wel effectiefeenonderscheid heeftbovengaande landbouwtelling het gezagom het zeerlagecijfer van l818 in twijfel te trekken. Dezetwijfel wordtdaarenboven versterktdoorhetkleineaantalgebooÍes( l7) ensterftes( l0) in 1818 endenegatieve ontwikkelingin 1819die in deevolutienaarhetgetalvan 1820(802)volgensmij een te kleinewaardezoudenhebben.En hoewelde migratieook eenrol kan spelen,vind ik nergenseen doorslaggevende aanwijzingdat dezede stijging veÍooÍzaaktzou hebben.Tochis de reproductievan geengarantievoor de het bevolkingsaantal a.d.h.v.de uitspraakvan de arrondissementscommissaris juistheidervanomdathij mogelijkzelfhet gezagvanhetcijfer in de landbouwstaat te hooginschatte. In iedergevalis de duur van de epidemiei.t.t. hetgeende brief van de arrondissementscommissaris beweertm.i. langerdan6 maanden. September en oktoberkennenimmersresp.7 en 9 sterfgevallen (waarvandesterfleeftijdvangelijkewaardeis alsdie in voorgaande maanden) terwijI dehoogsteaantallen juni sterfgevallen binnende 6 maandenna februaridoor en juli wordengeleverd,nl. beide8, het gemiddeldeis dus gelijk. De brief van het schepencollege (4 spreektdoor haarverzendingsdatum november) eveneens de6 maanden tegen,menvermeldtnamelijkdatdeepidemiepasdanophaareinde enkeldeslachtoffers vandie 6 maanden aanhetlopenis. Wanneerdearrondissementscommissaris na februarials ll14 vanhetbevolkingsaantal hadgenomendanzou hij amperaan500inwonerskomen. (uitz.bovengenoemd Het is aannemelijk dathij methettotaleaantalsterfgevallen soldaaten kind) de berekeningheeftgemaakt.Het staatwel vast dat het door VERMEERENaangehaalde 1/7 veel te groot is, met het totaleaantaldoden,nl. 60, kom je bij vermenigvuldiging nog niet aan een bevolkingsaantal van 727inwoners. Uiteindelijklijkt hetcijfervande landbouwstaat merelevantgenoegenmeerbetrouwbaar dandatvan 1818om in het algemene verloopop te nemen.Bovendiendenkik dat het cijfer van l8l8 zo'n 100 inwonerstekort komt. Als de landbouwstaat klopt moet het bevolkingsaantal van 1818- om de geboorte/sterfte wanverhouding van 1819op te vangen- alleszinshogerliggendandatvan l8l9 (of hetimmigratiecijfer van 1819groterzijn danhetsterftecijfer min hetgebooÍecijfer).Bijgevolgkande lichtedalingtussen1816en l8l8 volledigverkeerden eerderomgekeerd eenstijgingzijn. Uit voorzichtigheid en gevaaÍvoor speculatie behoudik echterhet cijfer wat door VRIELINCK wordt aangerclld,nI. 726. Uiteindelijkhebje nog hetgetalvan 1830(844)gebaseerd op eentellingdie uit tweestatenbestond. je Enerzijdshad staatA dat o.a.het totaalaantalinwonersbevatteen anderzijdshadje staatB met verdelingvan de bevolkingnaarde leeftijd e.d.De telling werd afgeslotenop 13 oktobertoende BelgischeRevolutiereedsaande gangwas.Eengevolghiervanwasdatde teluitkomsten maardeels door de overheidgevaloriseerd noch het bestuur in Den Haag en noch werdenomdat het nieuwe bewindin Brusselallestatenonwing.VRIELINCKmeldtechterdatvanallegemeenten in deprovincie (in dezelfde AntwerpendestatenA bewaardgebleven zijn in hetRijksarchiefAntwerpen enopgeslagen veÍzamelingkomende statenB voor van de stedenen plattelandsdisfficten, evenalshettotaalvan de provincie).VRIELINCK steltveelmeervertrouwen ( hoewelminderdanin deze in dezeteluitkomsten van 1846)danin de bevolkingsgegevens van afl
206
207
ontsporingente bespeuren.Ik vond echtergeenandereonderzoekslijnom dit in Poppel na te gaanen behouddaarom,o.a.uit gebrekaaneenandercijfer, dit m.i. toch wel betrouwbaarcijfer. Wanneerje de in eengrafiekdankrijg cijfersvan 1796,jaarYI[,1806, 1816,1818,1819,l820en 1830samenbrengt je volgendevoorstelling: Grafiek l:
BEVOLKINGSVmLO O P I ?90-1t30
sf (\d'{sÈ++++C C C C C C C C S' C re'C C C C {p" JAAR
-
-
De lijn die alle puntenverbindt,mag niet gezienworden als een exacteweergavevan het bevolkingsverloop,zij is getrokkenom de opmerkelijkeverschillen tussende cijfers beter te visualiseren. De y-asbegintbij 500 en de x-asin hetjaar 1790. bevolkingsverloop 3.1.3 Algemenebesoreking
Drie zakenvallenonmiddellijkop: a) de opmerkelijkedalingtussen1806en 1816,wat vooralhet laatstecijfer in vraagstelt(zie besprekingboven);b) de quasigelijkegetallenvan l8l6 en 1818,wat beide hun relevantieaantast(zie besprekingboven); c) de merkwaardigestijging tussen18 I 8 en I 8l 9 van 1818bevestigt(zie besprekingboven). wat m.i. vooralde onbetrouwbaarheid we ggelatenzal de daling vanaf I 806 tot I 820 natuurlijker I worden Wanneerde cijfers van 18l 6 en 818 zijn. De daling kan gelinkt worden aan het agrarischegroeiproceswaarbij fikse prijsstijgingen het crisisinzetten,kan Omdat 1801en I 802 eennieuweeconomische verloopbeïnvloeden. demografisch datreedsin de dalingzit. ln iedergevalis het vertegenwoordigt het zijn dat 1806eenbevolkingsaantal zich in het beginvan de l9r' eeuwsitueert. duidelijkdathet culminatiepunt 1817,met de hoogstelandbouwpnjzensinds200 jaar, en 1813 zijn rware jaren met uitgesproken Ongetwijfeldheeftdit - ondankseenverjonging stijgingenvan de gemiddeldemarktprijzen(agrarische). van de gemiddeldeleeftijdvan de vrouw bij het eerstehuwelijk in Belgiëtussenl8l0 en 1819- een invloed gehadop de daling. Hoewel de periode 1796-1806ook een toenemendestijging van de kent,is hier ook een stijgingvan de bevolkingwaarte nemen. gemiddeldemarktprijzen(agrarische) '1794 als hoogtepuntvan een slechtetljd tot ca. l'796 kan een aanzettot verklaren Met de crisis van
wordengegeven. Op gemeentelijk vlak springt1794immersduidelijkin het oog,zo nemenGIELIS, M., WOESTENBURG, L. enVERMEEREN,M. in hun boek'Poppelin goedeen kwadedagen'het volgendehandschriftvan de toenmaligePoppelsepastooÍop: '... 2. dat de haeverder voorschreve thiendersreetsmeestsijn gelevertaen de gemeynteen door deseaen defranscheArmée.3. dat den corenooghstvoor eengroot deelmisluckt is, en dat de boekweydeendehaeverte veldestaendedoor yoor eengroot deelsijn gefourageert.Ita estB. Heeren,Pastor in het crijghsvolkendewaegemannen Poppel26/12/1794.'hlhetarmboekvan 1794schrijftdezelfdepastoorreedsop 27 mei over'deze armeenbedroefde malaisetot ca.1796,o.a.bewerkstelligd ongeruste, troubeletijden'.Deeconomische plunderende doormassaleopeisingen legers,wordtookin hetgemeentearchiefduidelijk endoortrekkende (verslagen vanleveringen/prestatiën aanmilitairen). Debevolkingsstijgngna 179íkanverklaardwordendooreeninhaalbeweging vanuitgestelde huwelijken De aardvan de stijging(voortgezet envan geboorten in de ontspanning na de langecrisisperiode. of gebrek aan beginnend) kan echterniet achterhaald wordenbij eencijfer voor 1796. Eenverminderingvan de gemiddelde markprijzen(agrarische) vanafca. 1818kunnende cijfersvan 1819en 1820(ondanksde besmettelijkeziekte,zie boven)mogelijkeenrol als schakeltoekennen richting de gestagestijgingna 1820,hier en daargepaardmet lichteÍeopstotenvan economische ellende.Oorloghadalleszinsgeenimpactmeerop dedemografie. eenlangzame UiteindelijkmaggesteldwordendatPoppelglobaalgenomen bevolkingsgroei kende. Tussen1796en 1830is debevolkinger met 10% gestegen, terwijl hetkantonArendonk,waarvanhet deeluitmaakte,in die periodeeenstijgingkendevan zo'n 22 oÁ.Dezetragegroeivan Poppelpast preciesin eengrotertijdskader, er slechtsvan22 nl. tussen1762en 1840steegdebevolkingsdichtheid (nl. 3149ha.) en het tot 28 inwonersper vierkantekm. Wanneerwe de oppervlaktevan 1834135 (nl. fer van 1 nemen, kunnen we berekenen indien op 4 j aardeoppervlakte bevolkingscij 830 844) dan nietzohardveranderdwas- datdebevolkinssdichtheid toeninderdaadzo'n 26.8inwonersoervierkante km bedroeg. 3.2 Staatvan debevolkingin '1796'. De tellingte Poppelis op 22 ventóselV (1210311796) uitgevoerd. 3.2.1 Leeftijdsgroeoen: Tabel1 (overgenomen uit werkdocumenten):
209
Bovenstaande tabelgeeftde indrukvan eenbevolkingdie in hoofdzaak uitjongerenbestaat, dit heeft zijn weerslagop gemiddelde leeftijdvande totalebevolking,dezeis 30,72jaar.De leeftijdscategorie 30-34jaar heeft-nade22%ovan
3.2.2 Bruto-geboortecoëfficiënt enbruto-huweliikscoëffrciënt. Dit zijndecijfersvoordeperiodel785-I 789enbedragen resp.20,81en8,06.Zewordenhieropgenomen om laterte kunnenvergelijkenmetzelfberekende 5-jaarlijksecoëfficiënten na 1789. 3.2.3 Beroeosstructuur: Tabel2 (tendeleovergenomen uit werkdocumenten):
Man
ABSOLUUT vrouw Totaal
PROCENTUEEL Mar Vrouw TQtaal
I. LÀNDBOUW Landman TOTAAL
80 80
II. LOSSE ARBEID WeÍkman-arbeider TOTAÁL
33 33
11 11
91 9l
54,05 54,05
33 33
22,30 22,30
z0
I3.51
37,93 37,93
51,41 51,41
t6,64 t6,64
III, AMBACHTEN I. TEXTIEL 20 Spinner TOTAAL 2. HOUT EN BOUW SchÍÍnwcrker Wagenmaker (Sloel)draai€r Metser TOTAAL 3. VOEDING Molenaar BeenlDuwer TOTAAL
zo
l8 18
z I I I 5
13,51
2 I l I 5
1,35 0,68 0,68 0,68 3,38
I,13 0,56 0,5ó 0,5ó 2,82
0,ó8 0,ó8 1,35
0,5ó 0,5ó 1,13
2.i0 2, t-O
2,26 2,26
0,68 0,68
0,5ó 0.56
I,35 1,35
1,13 I,t3
I 1 2
4, KLEDING Kleermakeí TOTÀAL
62,07 62,07
11,30 10,17 2r,47
18 38
5. ANDEREÀMBACTITEN
(Hoefrsmid TOTAAL
r l
I I
IV. HANDEL-TRANSPORT
tt/
V. ADMINISTRATIE VI. VRIJEBEROEPEN (Onder)pastoor TOTAAL VII. NIET-PRODUCTIEVEN Onb€paald TOTAAL ALGEMEEN TOTAAL
ll ll 148
0,68 0,ó8 29
210
177
I00,00
100,00
100,00
21.1
Bovenstaandegegevensbevestigenhet feit dat Poppel in de eersteplaats een agrarischeeconomie kendeen zich in de tweedeplaatstoelegdeop textielnijverheid,m.n. spinnenen weven.Het agrarische aspectwerd reedsbeschrevenin de memoiresvan graaf FERRARIS bij het opstellenvan zijn 'Kabinetskaartvan de OostenrijkseNederlanden'in de periode 177l-1778: 'Ce pays n'offre à ses habitansaucun autre travail que celui de la culture des terres.' In 1816 waren er in Poppelnog 0,68 runderenper inwoner, iets wat in de regio relatiefhoog was. Ook wolverwerkingenvlasbewerking(textielnijverheidin het algemeen)zorgdein hetkantonArendonk voor veel tewerkstelling,waarbij vooral het laatstezichnaar l9d' eeuwtoe in Poppel(en ook Weeldeen Ravels)concentreerde. Een 'opgavevan veestapel,weideen teeltgronden'uit l819 toont dat het grootste veemassa deelvan de nog veÍegenwoordigdwerd door schapen(zo'n33%). Dit wijst mogelijk nog op een redelijk belangvan de wolnijverheid. De vernoemde'opgavevan veestapel,...' maaktechtergeen onderscheidtussenvlasveldenen andere,zodat het tracerenervan na 1796 niet zo evident is. Hoogstwaarschijnlijkschommelthetgetalvan de spinnersen weversverdernog naargelanghet seizoen, met maxima in de winter en minima vermoedelijk rond de maandaugustus.Tijdens het oogstenwas immersalle hulp welkom zodat- vooral in landbouwgemeentende huisnijverheidbijna nooit ganshet jaar voltijds gebezigdwerd. Ondankshet feit dat ik niet over gegevensbeschikvan de veestapelin 1796 en er in bovenstaandtabelgeenherderofkoehouderwordt opgegeven,lijkt het me niet onmogelijk dat dezeberoepenwel beoefendwerden.Er is een kans dat de wol van buitenafwerd gehaald,maar veel waarschijnlijkercombineerdemen dezeberoepenmet die van landmanofspinner. Tevenswas het niet ongewoondat elk huishoudenop zich een klein deel van de veestapelbezat.Uit gebrekaan gegevens dient er echtervoorzichtig omgesprongente worden met dezeconclusies. Een volgendeberoepscategorie die ook nog een aanzienlijkdeel van de bevolking vertegenwoordigt, (18,64%).Hoe dezepreciesin de economischebedrijvigheid ingepast zijn de werkmannen-arbeiders werden,is me niet volledig duidelijk. Mogelijk speeldeeensteenfabriekte Overbroek,eengehuchtvan Poppel, waarvan de literatuur melding maakt een rol in hun tewerkstelling. Omdat er echter geen fabrikantwerd opgegeven,blijkt dit allestoch ook nietzo zeker,hetzijdezeeldersgedomicilieerdwas. Het valt verderop dat de beroepsgroep van handelen transportniet wordt aangekaart.Hoewel Poppel, zoalsreedseerdervermeld,al van in de middeleeuwenop de meestnoordelijkevan de grotereKempische verbindingswegen(west-oost)lag, dezekwam van Bergenop Zoom over Chaamen liep verder naar Bladel en Achel. Daarenbovenis het merendeelvan de huisnijverheidgericht op verkoop buiten de lokale of regionale markt. Zelfs graaf Ferraris maakte in zijn 'mémoires' reeds gewag van een (andersoortige)handel: I/s tiennent aussi sur les bruyères un bétail considërable,dont ils retirent beaucoupde bon beurre,qu'ils débitentjusques dans I'intérieur du Brabant'en ietsverder beschrijft hij ook nog de goedestaatvan de wegen Zes cheminsy sont réputësbonsetpraticables, tant en hiver qu'en été.'Hoeweldit allesde cijfersin twijfel trekt,kande tijd vancrisesennaweeënderoorlogsperikelen waarin de telling van 1796werd doorgevoerd,enigeverklaringbrengenvoor eenstagnatiein de handel en het economischleven algemeen.Zo is er ook geenenkelebrouwer of brandewijnstokergenoteerd, terwijl opeisingenvan doortrekkendelegersvooral hieruit voortspruitendeproducten(enever, bier, wijn) aan Poppelonttrokken.Deze massale'plunderingen'hebbeneventueeleen uitputting van d.eze ambachtentot gevolg gehad.Het kan eveneensdat het hier slechtskleine huisstokerijenbetrofwaarvan de productie geënt was op eigen consumptieen dus het vermeldenniet waard. In 1807 bevattende kohieren van patentrechtreeds I brouwer en 5 bierverkopersop een totaal van 14 belastten.Het is aannemelijkdat de Fransende beroepenenkelerkendenals ze er ietsop kondenwinnen.Anderzijdskan het zijn dat concurrentievanuit andereparochiesin de periode van het municipaal kanton de eigen productie ftruikte. Verder wordt er geen enkele administratievefunctie aangestipt,ondankshet feit dat gemeentelijke verslagentot 1796duidelijk eenbestuurlijkeberoep(in de vorm van buÍgemeesteÍ-stadhouder) verraden. Daarenbovenvereist een grensdorp als Poppel m.i. ook een veldwachter met een soort douanebevoegdheid. Waarschij nlij k is deadministratieve onthoofdingte wijten aandevormingvanhetmunicipaal
kantonArendonkin hetzelfdejaar als de telling, waarbij de statusvan de PoppelsepeÍsonenmet bestuurlijkefunctiesnietkon optoomentegendievananderegemeenten in hetmunicipaalkanton.Het in ieder geval Poppel bevestigt haar perifereligging,de nieuwe wijst op de kleinschaligheid van en gezagsdragers. bestuurlijkegrenzenzorgenvoor eennegatieve socialemobiliteitvan deplaatselijke Metl smid,l molenaar,I beenhouwer, 4 kleermakers, 2 schrijnwerkers, l wagenmaker, I stoeldraaier en 1 metserwordter vanPoppeluiteindelijkeenredelijkbescheiden autarkisch beeldgeschetst, terwijI vanFERRARISendeaanwezige debeschrijvingen huisnijverheid tochmeeropenheidimpliceren. (schoolmeester), En hoewel de bevolking voor de intellectuele apotheker, ffsieke (geneesheer, (barbier)gezondheid vroedvrouw, grenzenmoestzijn,trachtten e.d.)enhygiënische buitendePoppelse 2 pastoorsalleszinshetzielenheilte waarborgen. 3.3Nataliteit.mortaliteitennuptialiteit. 3.3.1Nominaal. Om eenzicht te krijgen op dezedrie elementenvan de demografische evolutiein Poppelvoor de periode1790-1819 zijn deparochieregisters en deregistersvandeburgerlijkestand- op microfilmin geweest. hetRijksarchief Antwerpenraadpleegbaar Onderstaande tabellenbrengenper - verdienstelUk categorie(geboorte, huwelijkensterfte)enperbrondenominaleaantallenperjaar,hetgemiddelde in vijfjaar enhetgemiddelde in tienjaar.Tussen1795en 1803is erechtereenleemteaangegevens omdat zijn stopgezet deparochieregisters op 23 fructidorjaar 4 (0910911796) en deburgerlijkestandslechts begonop 10vendémairejaar l1 (02110/1802), waardoor dusook 1796en 1802nietvolwaardig kunnen wordenin hetberekenen Bijgevolglaat ik het gemiddeldevan 1795opgenomen van gemiddelden. I 799onbepaald omdatmaaréénjaarcijferwordtgegeven. Hetgemiddelde van 1800-I 804daarentegen berekenik - metin hetachterhoofd voor die vijfjaren - metde devermoedelijklagerepresentativiteit gemiddelden tweecijfersvan 1803-1804. De tien-jaarlijkse wordenechtersteedsberekend,voor de periode1790-1799 gebeurt a.d.h.v. 6 enTjaarcijfers. en 1800-'1809 dit respectievelijk Deuitkomstvan elkeberekening is afgerondop eentiendena de komma.De grotelacunein beidebronnenmaakteen vergelijkingonmogelijkeneenzoektochtnaarhiatenmoeilijk.Laterkom ik nogterugop eenevaluatie vandeciifers. Tabel3: nominalesterftecijfers. 5 JAARUJKS
JAARLIJKS P.R. t1
r790
ÀS.
t19l t792
P.R.
IO,JAARLIJKS
AS.
u2 20
179_l
t794 1795
256
ll
OD
1796 1797 I 798
1799 1800 01 02 12
I E04 )5
204
21 20 23 26
l7
2J2
26
1 a l2 t8 l3 l6 r5 1 Eló -l El7 l8 l8
F I
26 22 21 ""ïi'
261
'n27
271
10
213
Tabel 4: nominale geboortecijfers.
JAARLIJKS P.R. 1790
27
779r 1792 t793
18
1794
18 27 79
t795
ZJ
1796
(7)
B.S.
5-JAARLIJKS P,R.
1O-JAARLIJKS
B.S.
79.4 20.0
t797
r798 t799 1800 1801 1802
(s)
1803 1804 1805
1()
1806 1807
z:\
1808 1809 1810
28
1811 7812 1813 1814 1815 181ó 1817 1818
1819
77.0 19.4
l:)
t7 20.4
79 IJ
33 22 24
26.4
JI
23.4
22 24 z)
20.4
l:)
17
21
2r4
Tabel5: nominalehuwelijkscijfers.
JAARLIJKS
1790 1791 1792 1793 7794 1795 1796 1797 1798
P,R. 1 2 7
B.S.
5-JAARLIJKS P.R.
1O-JAARLIJKS
B.S.
4.4
6
6
5.2
9
(s)
1799
1800 18 0 1 1802 1803 1804 1805 18 0 7 1808
3 72 10 5 3 3
1809
1.1
18 1 0 18 1 1 r8l2 181318 1 4 18 1 5 18 1 ó
10
rs17 1818
5 2
18 1 9
J
r80ó
7.5
0)
o./
6.4
I /.o
6 72 6
5.8
5 (
215
grafiek brengt dejaarlijkse cijfers samenin éénveld om de verhoudingtussengebooÍe, Onderstaande sterfteen huweliik beterte kunnenverduideliiken.
Grafiek2:
JAARLIJKSE GBO O RTE-, STNFIE - E\ HUWELIJKSCIJFNS
60 50 45 40 -1 F
z 30 20 l5 l0 0 "9s
\'""í!
\'""tr
\'"q"
\'"q$
\".\s
\-.S
\-*\L
\-""b
\-"ss
\-*\S
,.9
..+ .r."
C
r""'
JAAR
Opmerkingenbij grafiek2i -
Ik heb gekozenvoor een staafdiagramom groottevan de aantallenmakkelijker t.o.v.elkaarte kunnenvergelijken.
- De periode 1796-1802wordt, net als in de tabellen,o.w.v. gebrekaan cijfermateriaalvolledig onbepaaldgelaten.
3.3.2 Promille. cijfers,waarmogelijk, relatief(promille) berekenden ondergebracht Uiteindelijk wordenbovenstaande in onderstaande tabel.Eerstwordt dejaarlijksepromilleberekendm.b.v. dejaarcijferst.o.v.de gemiddelde bevolkingper l0jaar en vervolgenshet vijfiaarlijksepromille. Het gemiddeldebevolkingsaantalwordt berekendmet de getallendie ook in grafiek I voorkomen.Elke uitkomst werd afgerondop eentiendena de komma.De 5-jaarlijksecijfers van I 795-1799wordenniet
216
ingevuld omdat die periode onmogelijk met het beschikbare materiaal op een relevante manier vertegenwoordigdkan worden.De 5-jaarlijksegetallenvan 1800-1804worden gegeven,maar dienen met de grootstevoorzichtigheidgehanteerdte worden.Geziende kritischetoetsing(zie boven)van elk bevolkingscijfergeldt dit uiteindelijk ook voor elk cijfer in onderstaandekolom. Dit laatsteis vooral voor bij de promillen uit de periode 1810-1819in achtte nemen,het gemiddeldebevolkingscijfervoor dit decenniumligt o.w.v.Íeedseerdervermelderedenenzoalsondenegistratiein 1816en 1818m.i. te laag. Toch wordt, om speculatiete vermijden, met dezegetallengewerkÍ uit gebrekaan een gegrond altematief.
Tabel 6: promillen van sterfte, geboorte en huwelijk.
5-JAARLIJKS
JAARLIJKS
r790
Sterfte 22.7
7797 7792 1793 1794
15.6 29.9
I lvJ
1796 7797 1798 1799 1800 1801 1802 1803 1804 1805 1806 1807 1808 1809 1810 1811 7872 1813 7874 1815 1816 1817 1818 l8 l9
Geboorte Huwelijk l.J 27.3 2.6 23.4 9.1,
26.0
27.3
7.8
63.7
24.7
7.8
42.9
29.9
71.7
Sterfte
37.5
Geboorte Huwelijk
25.2
't9.6
77.3 13.8
21.9
3.4
77.3
24.2 23.0
1,9.6 28.8 21.9
13.8 11.5 5.8 3.4
26.7
23.5
3.4 72.7 't3.3 5.3 7.9
34.5
Jf .U
29.9 29.9 39.8 z),z
42.4 29.2 35.8 27.8
30.5 29.2 IJ.J
79.6
15.0 43.8 29.2 31.8 41.L 29.2 31.8
8.6 868
10.1
15.9
7.9
154
6.6
J5 .1 ,
o .o
'19.9
6.6 2.6
22.5 27.8
5.7 769
15.5
26.5
Gemiddelde bevolkingscijfer per 10 iaar.
J O.l
4.0
217
27.0
5.3
3.3.3 Evaluatieen interpretatie. vancrises.Wanneerje dit nominaalbekijkt, indicatoren Normaalgezienzijn dalendegeboortecijfers zie je een lichte daling in 1791en 1792wat misschienverbandhoudt met de EersteOostenrijkse Annexatie.1794,eenrampjaarbij uitstek,kentookeenkleinedalingmaar Restauratie enEersteFranse wordtgevolgddooreenstijgingin 1795. van beginde twintig zieje datvelejareneengeboortecoëfficiënt Bij eenblik op de promillencijfers gesitueerd worden. periode 1803-1804 kenteen De hebben,terwijl anderenveel lagerof veel hoger marktprijzen(agrarische) vreemd hoeweldit na eenpiek in de gemiddelde redelijklaaggemiddelde, lijkt. Vervolgens zet zicheen kleinestijgingdoormet eenopmerkelijklaagtepuntin 1809,gevolgd meerin de omdathet omgekeerde door eenrecordin 1810.Dit verschilis deste opmerkelijker crisisin,metpiekenin l8l3 en 1817. verwachting lag,zozeïzichtanaf1810eennieuweeconomische gemiddelde geboortecijfer. Het vijfiaarlijkse van de geboortecijfers 1813heeftechtereenzeerhoog geeneffectop heeftgehad. Watvoordie5 jaar l8l0-1814is vandiegroottedatdecrisiser schijnbaar geweldige prijsstijgingen in l816-1817eneendodelijke geldt,istevensbij devolgende aanwezig, ondanks gemiddelden van1815-1819 t.o.v.de4 andere 5-jaarlijkse in 1819ishetgemiddelde berekende epidemie hiermeederelatiemetheteconomische. Misschien nogredelijkhoog.l8l7 kentwel eendip enbevestigt verwekte gaathetvoor derestom geregistreerde kinderen, hun cijfer lag in tijdenvan buitenechtelijk stressverzrvaktemogelijkde klassiekeafspraken.Maar de crisis immershoogen de economische liggenwaarschijnlijkeldersdanin de economische oorzakenvandezemerkwaardige ontwikkelingen 1810-1819 reedsdeelsverkleurddoorhet in het decennium conjunctuur. Zo is het promillenbeeld werktdevermoedelijke onderregistratie in ietwatlagebevolkingscijfer voordieperiode.Daarenboven invoering periode vertekening De late van de burgerlijke stand kan wijzen 1803-1809de in dehand. de tegende Fransenen hunlasten,hetzijonbewustuit gebrek op fraude,hetzijbewustalspassiefverzet aandeskundigheid. bedraagt 20,81(zie boven,staatvan de De bruto-geboortecoëffrciënt voor de periode1785-1798 bevolkingin 1796)en toonthiermeereedsaandat Poppelmet eenlaagcijfer de dooronsbesproken periodeinzet.M.i. is deperiodeI 810-1819- tegendeverwachting in- oververtegenwoordigd, bovendien bij depromilleberekening de hogecijfersin de heefthet lagel0-jaarlijksgemiddelde bevolkingscijfer gemiddelde van 1790-l794ligtt.o.v.hetbovenvemoemde handgewerkt.Het vij{aarlijks gemiddelde van 1785-1789engeziendetroebeleperiodetochookredelijkhoog.Dezecijferszijn afkomstigvande parochieregisters, maarof hun grootteverklaardkan wordendoor de verhoogdeverwekkingvan of onwettelijkekinderentijdenscrisesis onduidelijk.Het grootsteeuvelom decijfers buitenechtelijke metdeburgerlijkestand. onderlingte vergelijkenis hetgebrekaanoverlapping te hulp in eenanalysevandecijfers.Zo ligt hetaantal Tochkomt hetaspectmortaliteital gedeeltelijk geboortennormaalbovendie van sterfteen is een gelijke stijging/dalingvan het sterfte-en geboortecoëffrcient steevast eerderineëel.Als we dit in Poppelnagaanzienwe tijdenscrisisperiodes jaren 1794,1795, 1810, 1812, 1814, 1816 en 1819. opmerkelijk in de eenstijgingvandesterfgevallen, Verdervallen1818,1804,1803en 1791op doorhun lageaantal.Het is dusduidelijkdatde slechte endaamaeenlandbouwcrisis, van1794-1795, netalsdejarenna 1810meteersteenindustriële economie dooreenontspanning in 1818,maar Dit wordt onderbroken eenrelatievertoontmet het sterftecijfer. (zieboven)van debevolking.De w0rdt eenjaaÍ lalerverdetgqzgtdoorde sterftevan eenveertiende en/ofdekleineverpozingna lagecijfersvan I 803-l 804hebbenmogelijkte makenmetonderregistratie jaren van l80l-1802. Tochzrjn dezeconclusiesmoeilijk te stavenwegensgebrekaan de schaarse van de burgerlijkestandte controleren. gegevensen het onvermogen de adequaatheid voorgaande geboortecijfers zienwe datin enkelejaren,die nu vergeleken worden met de Wanneer desterftecijfers kunnenworden,degeboortecijfers onderdievansterftekomen nietonmiddellijkaancrisesgekoppeld waarbijhetrestrictiefgedragmogelijkeen te liggen.O.a.in 1805,1807,1809is er eenwanverhouding voorbode is oo decrisisdiezichvanaf1810inzet.
218
dansterftesin crisisjaren, te bespeuren in anderezin,nl. meergeboorten Verderis ereenwanverhouding (wordtin 1812omgekeerd) 1810-1811 wordtaangevochten), bij 1793(hoewel dit in 1794onmiddellijk (met piek gemiddelde marktprijzen, wordt in 1814echterook terug in de agrarische en l8l3 een In vier duidelijkerampjaren bevestigen rechtgetrokken, nl. metmeersterftesdangeboorten). decijfers ligt hetgeboorteaantal nogvrij hoog, en 1819.In dit laatstejaar echterelkander, nl. 1794-1795,1817 maardoorhetimmenseverschilmethet sterftecijferwordthetzwarejaar tochnog uitgedrukt. tussen1806en 1818toontdeoptelling Wanneer in grafiekI eensterkebevolkingsdaling wordtgeschetst geboortecijfers van uit dezeperiodeaandater vandenominalesterftecijfers min desom de nominale eenverschilis van-2. Hoewelik hierbijgeenrekeninghoudmetemigratie,immigratie,buitenechtelijk verwekten e.d.lijkt medit tocheenaanwijzingdatdedalingin dieperiodenietzo steilging,ofalleszins eenanderverloopkendedande grafiekdoetvermoeden. promillencij fersslechts 2 periodes waarhetcijfervandegeboorte Uiteindelijkzienwebij devijf aarlijkse periode is 1800-1804, maar moetwegenshaargeringe bovenhetgeenvan de sterfteligt. De eerste representativiteit misschienalseenvertekening wordengezien.De volgendeperiode1810-1814kent periodequa eenminiemverschil,dit wijst allemaalin derichtingdatPoppelin dedooronsbesproken goei kent.De gemiddeldegeboorte-en sterftecoëfticiënt bevolkingsgroei eenweinig progressieve voorl8l0-1819bedraagtresp.31,0en35,3.EengrafiekmetdecijfershieromtrentinBelgiëtijde grotendeels periode1811-1820 datPoppelverbovendesterftecoëfficiënt zat overlappende bevestigen van België toen.Hoogstwaarschijnlijk speeltde en een beetjeonderde geboortecoëfficiënt van 1819eengroterol in dit verschil. bevolkingscrisis (ziewerkdocumenten boven) Met eenbruto-huwelijkscoëffrcient van8,06voor deperiode1785-1789 gaatPoppelonzeperiodemet eenhooggemiddelde vooraf.In 1790-1794 valt dit reedsterugtot 5,7, geboorten huwelijken als het aantal in crisisjaren doorhetrestrictieve eenaanwijzingdatzowelhetaantal gedragdalen.Omdatdeschommelingen opeenjaarooktoevalkunnenzijn,gaik vooraldevij{aarlijkse gemiddelden samenmetgeboorteeenduidelijkestijging,hoewel bekijken.Zo zienwe voor 1800-1804 moetbehandeld worden.1805-1809kentook dezeperiode- zoalseerdergezegd- metomzichtigheid kennenhet nogeenhooggemiddelde endevijfjaren ema,dienormaaltochwel lijdenondercrisisjaren, geboorten aantal lijkt te kloppen. met het hoge dit Enkel hoogstecijfer van huwelijken.Samengaand trektdit enigszinsin twijfel. Eendaaropvolgende dalingvanzowelgebooÍe hetvrij hogesterftecijfer volledigaandie van alshuwelijki.t.t.eenstijgingvan sterftekoppeltdezin vannuptialiteitsbeweging denataliteitsbeweging. jaren,hetcijfervanelk aspectligt er hoog. Dejaren I 810-1814zijn uiteindelijkdemeestuitzonderlijke lijkt geensprake Vananticonceptie Hoekomthetnu datvijftoch wel zwarejarendit beeldscheppen? te zijn, enkel een laat huwelijk, een langezoogperiodeer/of een natuurlijkesteriliteit(door bv. economische stress)kon ingrijpenop de demografie.Mogelijk maaktehet hoge sterftecijfer levensmiddelen vrij zodatnuptialiteiten ook nataliteittoenam.Bovendien wijzen cijfers van de gemiddelde op een leeftijdvan de wouw bij heteerstehuwelijkin Belgiëin de periode1810-1819 groter vruchtbare periode van deel van de de vrouw benut ontspanning eneenve{ongingwaardooreen dushet lijkt me vreemd kon worden.Het aantalkinderenis echterbepalendvoor de levensstandaard, geboortecijfer. wordt door eenhoog De cursus dat zo'n periodevan sluimerende crisesgekenmerkt verschijnsel vanProf.Dr. Deneckere spreektechterovereentypisch19d"-eeuws 'Familiegeschiedenis wanneergrotekinderrijkdomgekoppeldis aangrotearmoede.De periode1810-1814is moeilijk te t.o.v.vorigeperiodestijgtimmerselk cijfer.Ondankshetfeit datdenataliteitscoëffrciënt catalogeren, zo dichtbij demortaliteitscoëfficiënt ligt, is deuitspraakvanvijfcrisisjarenmisschienietwatvoorbarig of te fervent.
219
3.3.4 Besoreking oarochieregisters enburgerliikestand Hoeweldeparochieregisters laterterugopgepiktworden,zit ik meteenleemtevan io'n zesjaar. DezeÍegisters,offrcieel'Liber Baptismalis,Matrimonialiset ObitualisecclesiaparochialisS(anc)ti Valentini'geheten, zijn in hetLatijnopgesteld maarwerdenin 1796in hetFransteArendonkstopgezet. Dit bevestigthet vermoeden dat bij de vormingvan het municipaalkantonde pastooronderdook, of alleszinsplaatsmaaktevoor de registenvan burgerlijkestand.Dezestarttenechterpasin 1802en werdenVm 1817in hetFransopgemaakt. Het omrekenen vande Republikeinse datawashet grootste euvelwaarmee menrekeningmoesthouden. Hetfeit datdeparochieregisters enburgerlijkestandnietoverlapten, maakteneengrondigevergelijking onmogelijk.Enkelebedenkingen kunnenwel gemaaktworden.Zo zijn er vermoedelijkgeen huwelijksakten in deburgelijkestandte vindenvoordepersonen die elderstrouwden,veelalgebeurde dit in deparochievan de bruid.Waarschijnlijkis hetverliesaanzulk cUfermateriaal redelijkminiem, hoeweler geenzekerheidoveris. Bij beidebronnenis er ook gevaarvooronderregistratie, nl. bewuste fraude(als verzettegende Fransen)in de registersvan burgerlijkestandin hun beginjarenen/of onbekwaamheid, en tekortaangeboortes in de parochieregisters. In dit laatstegevalkan het zijn dat zijn,wanneerdepastoorzouweigerenhente buitenechtelijke of onwettelijkekinderennietopgetekend dopen.Ook geboortenen overlijdensvan andersgelovigen zullen niet genoteerdworden in de parochieregisters. protestantse Met Poppel,grenzendaande overwegend NoordelijkeNederlanden, kan dit effectiefeenrol spelen,dochgeefthet telformulieruit 1816(weliswaar20 jaar later) 727 jood of andersgelovige katholiekenen geenenkeleprotestant, op zodater op dit vlak weinigofgeen afirrijkingzit in deparochieregisters. De datavan de optekeningen in deparochieregisters verschillen wel eensvan de datavan de gebeuÍenissen, verderis er ook eenonderschatting van kindersterfte in achtte nemen(wanneer leeftijdstervennietwerdeningeschreven), kinderendievooreenbepaalde net alsde invloedvan oorlogssituaties waardoormenlakseris in hetregistreren. Deel4: synthese. 4.1 Poopel.eendom in eenEuronees conflictof eenEurooees conflictin eendorp? 4.1.I Inleiding. De synthese van het onderzoekconcentreert zich op de periode1790-1795. Het leekme immers interessant om na te gaanhoehet lot van eenklein dorpals Poppeltijdensdezevijfjaren gekoppeld werdaanbeslissingen van Wenenen Parijs.De titel verklaartmijn zoektochtnaarde positievan het passief-effectief dorpenhaarinwonerst.o.v.degrotemogendheden enofmenwel - hetzljactief,hetzij stellingnam.Algemeenkadertdit ook in deal dannietgedwongen receptievanhetVerlichtingsdenken bij de bevolkingvan Poppel,de rol van de clerushieromtrenten de shriptrekkingen van hetAncien Régime. jarendeoorlogssymptomen Weliswaaris 1795eenzeerkunstmatige cesuuromdatin detweenakomende zichnogafrollen.Na 1795wordener echterook grondigebestuurlijkeengodsdienstige veranderingen doorgevoerd, die op zich al eenhelesynthese kunnenrullen. Daarenboven zijn debrorurenvanuitde grenzen (voorhetinstellenvandemunicapiliteiten) Poppelse bestuurlijke nietzotalrijk,zodatdeperiode vanaf1796veeleerthuishoortin de seschiedenis vanhetmunicioalekantonArendonk. 4.1.2 Eengrensdorp in de brandingvan Europa. Als hetin Parijsregent,dandruppelthetin deKempenenhoortmenhetin Wenendonderen. Toch wasdeFranseRevolutiein 1789nietvergelijkbaar metde Brabantse Omwentelingin onzecontreien.
220
221
Deze laatstewerd niet zozeer door een Verlichtingsdenkengestuurd,wel integendeel,men ageerde tegenhet verlicht despotismevan JozefII, o.m. om de belangender clerusveilig te stellen. In 1783en later rustteop verscheidenegrondenvan Poppelnog een belastinguitgaandevan de Abdij van Averbode, de Abdij van Postel en de parochiekerk.Wanneerdeze onder Jozef II schijnen te verdwijnen,verwachtje bij de bevolking eentoejuichenvan het bewind.Maar de toenmaligePoppelse pastoor,eenNoóertijn van de abdij van Tongerlo,voelde meerdanwaarschijnlijk niets voor de afschaffing van vier Kempischekloostersonder Jozef II. En zoals E. MIELANTS in zijn artikel 'De publieke opinie ten tijde van de BrabantseOmwenteling. Een comparatiefpersonderzoektussenBrabant en Vlaanderen.' poneert: 'Het merendeel van de bevolking was vrij dociel en volgde hun lokale machtshebbers: de clerus, de adel, de corporaties en de gevestigde traditionele instellingen waarin dezevertegenwoordigdwaren',lijkt mij dit te strokenmet de situatiein Poppel.Naasthet aspectvan traditionelegelovigheiden gehoorzaamheid wordt door het armboekvan 1790eenandereverklarende factor blootgelegd.De rekening werd beheerddoor de pastoor,dezelfdedie op 1 januari 1790 in de kerk had afgeroepenom elke week brood te bakkenen 's zondagsaande armehuishoudensuit te delen. Zonder een uitspraakte doen over de beweegredenen van zijn handelen(bewustegezagsversterking, plicht,...),kanje zekerstellendatdit zijn populariteitpositiefbevorderde banetijden, pastorale en zijn invloedssfeerversterkte.Wegensgebrekaanpolitieke scholing en dus potentiëleslagkacht, steldede plattelandsbevolkingde bestaandestructurenniet in vraag.Bijgevolg leverdeook Poppelin 1790voor drie maandendrie scherpschutters aan het patriottenleger.Poppelmaakteimmers eerderdeel uit van een conservatieveen dus statistischeregio, mede door haar periferie was ze gevrijwaard van hervormingsideeën aÍkomstigvan Frankrijk. Hoewel december1790reedsde EersteOostenrijkseRestauratieinluidde, leed Poppelniet ondereen lokalebeshrurswisseling. Totnovember1792blevende Oostenrijkershierhunmachthandhaven, mogelijk is het o.a. door de bepalingenvan het pact van Den Haag (die de instellingenen privileges van voor 1789hersteldeen theoretischde statistenbegunstigde)dat niets uit die tijd op plaatselijkverzet wijst. Maar vooral de ellende van de gewone bevolking, die zich aftekent door vermelding van talrijke broodbedelingenen de schuldenvan het armenbeheerin 1791-1792,zorgt voor een onverschilligheid t.a.v.de intemationalepolitiek. Daarenbovenwerd het landbouwwerknog verzwaarddoor de vordering van een groot aantal lastdieren(42 paardenen 4l trekossen)in 1791 ten behoevevan passerende legertroepen.De rust in het dorp werd tussen23 mei en 3 juli 1792 ookverzekerddoor de inkwartiering vanjagersvan de compagrievan kapitein-graafCollerat.Logementenbij burgerskwamenechterveelal tussenoktober en april voor (wanneer er niet gevochtenwerd), zodat eÍ zich hier een poging tot verklaren opdringt. De grensliggingvan Poppelen de relatievenabijheid van Tumhout (de slag van Tumhoutindachtig)maaktedit dorpmisschienaantrekkelijkom eenduidelijk Oostenrijkseaanwezigheid te doen gevoelenen zowel een bewaking van de grens als een snelle interventie in het Tumhoutse gebiedmogelijk te maken.Ook de 'mémoires' van FERRARIS (bij het opstellenvan de Kabinetskaart in 1771-1778),verhelderenonder een voor militaire doeleindenvoorzienerubriek nog het volgende: 'Cetteposítion, s'il fallait y faíre, front vers l'est, en longeant la rive gauche d'un courant d'eau nomméÁa, à desseinde couvrir Breda et depouvoir prêter du secourspar la droite aux ville d'Anvers, de Lier et du Malines,...'. Poppelhad dus eenlogistiek en militair strategischeligging. Bovendienhad maarschalkBender op 1 mei de staat van oorlog uitgeroepen(en het pact van Den Haag tijdelijk ontkacht) o.wv. het in Brabantaanhoudendheftig statistischverzet.Omdat het Oostenrijkslegerin de I 8d'eeuwreedseenbeteredisciplinehad danvroegerelegerswarener waarschijnlijkgeenvenegaande plunderingen('illegale opeisingen'),bovendienis het zekerdat nogal wat Kempenaarsna ronselingin vreemdediensttraden(zie verder). De korte EersteFranseAnnexatie,die op 6 november 1792 met de Franseoverwinning bij Jemappes begon,heeft in geenenkeleplaatselijkebron veranderingenvan bestuursledentot gevolg gehad,ook bleefzoalsin de voorgaandeen nagaandehier besprokenjarenhet Nederlandsde lokaleadministratieve taal. Over de inventarisatie(en ev. nationalisatie)van kerkelijke goederenwordt nog niets gemeld.
222
Vanaf 18 maarl1793wordenechterde eersteleveringenaanzowel Franseals Oostenrijkse legers genoteerd, in hoofdzaakgaathet hier overdrank(jenever,wijn, bier),brooden karrenwachten hooi. Hoeweldit eenTweedeOostenrijkse Restauratie aankondigt, wijzende sporadische doortochten van Oostenrijkersen/of Fransenop het feit dat er geenfront was maar wel een oorlogsvoeringvan stootbewegingen, zodatookdeplaatselijke bevolkinger doorverhoogde leveringsdruk onderleed.Op 2l maart1793trekken,naastenkelePruisen,ook eenHollandseofticiereneenruiterdoorPoppel.Dit kan gelinktwordenaanhet feit dat- hoewelenkelde Engelsenzich bij Oostenrijken Pruisenin de eerstecoalitieaansloten Republiekzichtegeneenonafhankelijk - ookdeVerenigde Belgiëuitspraken daaromOostenrijkhielp.Soldaten uit deVerenigde Republiekdiendeni.t.t.deEngelsen enkeldegrens overte steken,zodathun aanwezigheid niet zo vreemdwas. Deuitzending pioniers,vanaf15mei,typeertveeleerhetconservatisme vanPoppelse vandeplaatselijke bevolkingdan eensympathisering met Oostenrijk.Omdatmen twij feldeaande slagkrachtvan de geallieerden vrees enuit vooreenterugkeer voorFranserevolutionairen, ijverdenstatisten enroyalisten vooreennationaalleger(datechterpas- uit schrikvooreenafscheidingsinstrumenïop 27 mei 1794, bij eennakendeFranseinvasie,werdopgericht).DezePoppelse'geniesoldaten' bewijzendater toch - ook wel uit gebrekaaneeneigenmilitie - in vreemde(Oostenrijkse) wel Kempenaars diensttraden (zieboven).Derol vandecleruskanhierbijnietonderschat worden.Buitenhetherstelvandeafgeschafte kloosters, werdhetAncienRégimedoordeOostenrijkers in al zijn vormenopnieuwtot levengebracht. Daarenboven waseendeelvanhetvolk nogsteeds aftrankelijk vandevoedselbedeling uitgaande vande pastoorenhetongewijzigde gemeentebestuur. Mogelijkis devermeldingvaneenkinderdood eveneens te kaderenin dezetijd vanvoedselleveringen endoortrekkende legers.Op 10september 1793wordter in hethuisvanBaptistDe Jongheeen5jaar oudgestiktkind gevonden, menis nietzekeroverdeopzet 'versmachting'.In vandedaadmaarer wordtgespeculeerd over moeilijketijdenis zulk eenkind door haarnul-productiviteit eerderlastdanheil,hoewelhetook om eenandersgemotiveerd opzetkangaan. Volgensliteratr.rur is er tijdensde achttiende eeuwin Brabantveel geprocedeerd over o.a.heerlijke rechtenendeverdelingvangemenegrondenmaaruitbarstingen meteenduidelijkanti-feodaal karakter blevenuit, de Brabantse boerenlietenzich in de Brabantse Omwentelingzelfsdoorhun tiendheffers (zie leiden.Dit laatstegingvermoedelijk voor ook Poppelop boven)maartochbrachtdeEeÍsteFranse Amexatieeenschijnbaar Verlichtingsdenken. Er is immerseenaanwijzingdatbij enkeleinwonershet begripvrijheid wasgeihtroduceerd. Op 26 juli 1793komt er eenprocesn.a.v.de twijfel die enkele inwoners(nietnaderbepaald) reedsenigetijd koesterden m.b.t.hetrechtvandepastoorom eennieuwe tiendein deparochietelichten.Uit vreesvoorbaldadighedenjegens depastoorconsulteerde hetbestuur vanPoppeladvocaat Le Bonin deVrijheidGeel.A.d.h.v.hetcanonieke rechtenenkelerechtsgeleerden beslistdezelaatstein het voordeelvan de pastoothij mochtzowelde oudeals de nieuwe(novalia) tiendenlichten.HetAncienRégime-karakter vandezebeslissing blijkt uit hetcitaatvanJ.B Dantoine, doctorin de rechten,datLe Bon aanhaalt:'Ordinairement celui,qui a droit depercevoirlesdímes,a le mêmedroit sur les novales,d'autantqueles novales,quoiquemoinsconsidérables queles dtmes, '. sonttoutefois pastoor zichin zulkeenrevolutionaire fondéessur Iemêmetilre... Het ísvreemddateen maarook zwaretUdde bevolkingextrabelastmet nieuwetienden.De beslissingvan Le Bon en de opstellingvan de pastoorbevestigtde conservatieve feodaal-gezinde instellingvan dezestreekdie dankzijdetijdelijkeOostenrijkse aanwezigheid werdgehandhaafd. Desalniettemin verzwaktdepastoor zijn christelijkebroederlijkheid niet,op 27 mei 1794kleedthij de naaktendooraaniedervan de vijf 'de armehuishoudens, tijdens ongeruste, armeen bedroefde troubeletijden',o.a.eenbroekte geven. Zijn beschrijvingis eenneerslagvan de algehelespanningtussenFrankrijken Oostenrijk.Tussen5 augustus en 13september, na deOostenrijkse nederlaag bij Fleurusop 26 juni 1794,werdPoppeldan ook eendoortÍekplaats voor de Europese legersmet Pruisen,Oostenrijkers, Engelsenen Hollanders belaagddoordeFransen. De immenseimpactvandeoorlogkomto.a.naarvooÍ in de30brodendiede pastoorin demaanddecember vooral dearmehuishoudens heeftdoenbakken.Het is ookin 1794,net als in l'792 en 1795,dat het sterftecijferduidelijkhet geboortecijfeÍ voorbijsteekten daarmeeeen
223
Poppelin 1830(Ets)
224
demografischecrisis markeert(zie deel 3, nataliteiten mortaliteit),bovendienmaaktde a(nenzorg een record aan schulden.In een handschriftgeeft de pastoor klagend enkele oorzaken van malaise:de korenoogstwasdeelsmislukt, de haveren de boekweitwarendoorwagenmannen en krij gsvolkvemield, en de havervan de tiendenwasgrotendeelsaanhet Franselegergeleverd.De vermeldingvan dit laatste benadruktnogmaalszijn Ancien Régime-houding,de treumis voor de teloorgangvan zijn tiendrecht. Rekeningenvan leveringenin '1794en 1795 gevende oorlogslastperfectweer,de betaling in het najaar van I 794 aande stadAntwerpen,t.g.v.de belastingdie op de stadwas gelegd,pastperfectin de Franse oorlogseconomiewaarbij uit de veroverdegebiedenzoveel mogelijk geld werd gedraineerd. Hoewel op 14november1794het burgerlijk huwelijk en de registratievan geboortenen overlijdensbij de burgerlijkeoverheidwerd ingevoerd,en enkelemaandenlater(21 maart 1795)de gemeentebesturen belastwerdenmet de armenzorgen het beheervan de godshuizen,is hiervangeensprakein Poppel.De parochieregisters lopennog tot in I 796 en de burgerlijkestandbegintpasin t 802.En weliswaarwerden de armboekenreedsvanaf 1791medeondertekenddoor het burgerlijk bestuur(afgaandop de namenis ook hier geen veranderingdoorgevoerd),die van 1795 en 1796 worden nog steedsdoor een pastoor opgetekend.Het armboekvan 1795komt voor de eerstemaal uit de schuldendoor een donatieop 23 januari van de op stervenliggendeB. Heeren,men schrijft:'dat hij hier en daar iet heeftontvangen,'t gene niet behoefdenopgeschrevente worden.'. Mogelijk gaat het hier eerder om berouw voor het achterhouden van geld dan om gulheid,de bovenstaande uitspraaken zijn misnoegdheidover de tienden motiverenten dele mijn vermoeden. Omdat de TweedeOostenrijkseRestauratiede bestaandetoestandhad gehandhaafden de Terreurin Frankrijk allerminst aanlokkelijk klonk, ligt het voor de hand dat het merendeelvan de bevolking de Fransebezettingafkeurde.Ook voor de tegenstanders van de tiendheffingbrachthet Fransebestuurin geen het begin soelaas,tot de eigenlijke inlijving van de Zuidelijke Nederlanden- en de installatievan het Directiore - op 9 vendémairejaar IV ( I oktober I 795) werdendezeimmersnog geind ten voordele van de Republiek.Over de pioniers in dienst van Oostenrijk is niets terug te vinden, uit vrees voor Franserepresaillesweken ze misschienuit naar de VerenigdeProvinciën.Toch keerdedezecategorie van emigmntenvaak spoedigterugwanneerhet regimezich leek te stabiliseren,wanneerhun overleving dat noodzaakteof wanneerhun goederendreigdengeconfisceerdte worden. Door de Grondwet van het Jaar III (1795) werden gemeentenwaarvanhet inwonerstalbenedende 5000 lag gegroepeerdin kantons,zodatook Poppeltijdens 1796-1800in het bestuur,de administratieen deelsin de geschiedenis van de municipaliteitArendonk opging. 4. 1.3 Besluit. Uiteindelijk kan voorzichtiggeconcludeerd wordendat Poppelaanhet eindevanhetAncien Régime een redelijk conservatievehouding aannamen de geestelijkheidgedweevolgde in de verwikkeling tegende Oostenrijkers.De machtvan de clerussteundehierbij o.a.op de socialezorg, hoewelde factor gelovigheidniet onderschatmag worden. De EersteFranseAnnexatie heeft,blijkens het proces,een bewustwordinglosgeweektbij enkele inwoners en de pilaren van de clericale rechten aangevallen. Toch lijkt het merendeelvan de bevolking in de periode van de TweedeOostenrijkseRestauratieen FranseAnnexatie het minder progressievepad van de eerstenboven dat van de Fransente verkiezen, we zien immers dat Poppel,door het uitzendenvan pioniers aan Oostenrijksezijde, net als tijdens de BrabantseOmwentelingeendorpwordt in het Europeseconflict. Maar algemeengenomenblijft Poppel wegensplunderendelegerse.d.veeleer- o.a.door de strategischeligging - eenspeelbalop de Europese branding,waarbij overlevenboven ideeënvormingwerd geheven.Hieruit en uit het aanwezigestane gezag en gedrag van de clerus volgt niet onvoorwaardelijk het besluit dat Poppel een gesloten gemeenschapwas, haar grens- en strategischeligging maar ook de opflakkering van revolutionair gedachtegoed(cfr. proces)na een korte FransedoorstÍoomimpliceren zowel een ruimtelijke als een mentaleooenheid.
225
andervuil, kondende arbeiders's avondsbijna onherkenbaar weernaarhun schamelhuisjewaar Het komt ons voor dat het karakter en de moederdevrouwhetal evenmoeilijkhadom met mentaliteitvanenin Ravelswezenlijkverschillen het karige loon de eindjesaan elkaarte knopen. van die van de beide andeÍedeelgemeenten.Immers,en dit is wel de oneerlijkheidten top Wellichtis datmomenteel niet meerzo duidelijk gedreven,aan de fabriekenwas een winkel merkbaar,nu dorp, stad en land praktisch verbondenen de arbeiderswaren verplicht daar eenvormigzijn geworden. Alleszinswastwintig, hun inkopente doen.Aldus werd eenkringloop dertigjaar geledenhet onderscheid nog duidelijk gecreëerd waarbijhetgeldaltijd naardezelfdebron merkbaar.De oorzaakis zondertwijfel te zoeken stroomde.Dit wasgoedgezienvandefrans-getinte in detechnische stroomversnelling waarinRavels bourgeoisie,wier blinde zelfvoldaanheid indertijdterechtgekomenis, enwel doordeaanleg aanvankelijkhaarmacht,nadienhaar ondergang van het Kempisch kanaal en de betekende. industrieontwikkelingdie dit meebracht. Die arme dwangarbeiders van weleer wordt De veiligebeschuttingwaarbinnenheteenvoudige uitbundigegroflreid,alcoholismeen brutaliteit landelijkelevenzicheeuwenlang hadafgespeeld, verweten.Wekunnentochook begripopbrengen werd doorbroken, het traditioneel voor de achtergronden. De bijwijlen stuuÍloze gewijzigden uitgelatenheid samenlevingspatroon werddrastisch vandeaóeidersdientgezienalseen oeroudelevensgewoonten werdenverstoord.Dit reactieop de grijsheid van hun bestaan,waaruit kon niet zondergevolgenblijven.Het procesvan zij weinig of geenweugdekondenputten,zodat veranderingdruktezijn stempelop hetdorpsleven, slechtsstompzinnigevergetelheidin de drankals dat, in tegenstelling met Weeldeen Poppel,een uitlaatklepoverbleef.Nergensscheenvoorheneen karaktervan mobiliteit kreeg.Allerlei vreemde lichtpunt,noch op geestelijk,nochop materieel inwijkelingen,zowel uit binnen-als buitenland, vlak, weerlooszatenzij onderde knoet.En de dedenhun inhedeen lietenhun invloedgelden. stakingdie indertijdte Ravelszoveelstof heeft Het contactmet debuitenwereldopendede ogen, doen opwaaien,moet vanuit dit oogpuntals afstandenwerdenoverbrugdensocialeervaringen barometervan de spanningwordenbeschouwd. verspreid. De oorzaakhiervanmoetnietbij dearbeiders, doch Dit allesleiddetot bewustwording, uiteraardniet bij de fabrieksbeheerders wordengezocht,die in zonderslagofstoot.Het tot standkomenvan een belangrijkemateverantwoordelijkwarenvoor de nieuwesamenleving, waarinniet meergrondbezit, onhoudbare toestand.Dit wil geenrechtstreeks maargeldbezitmachtbetekende, ging gepaardmet verwijt zijn aan de plaatselijkebeheerders,want talrijke wrijvingen.Dezedienenvooralgezochtin eldersin Vlaanderenwasdesituatienietbeter.Met deeóarmelijkearbeids-enlevensvoorwaarden, de dejaren is veel in vergetelheid weggevaagd: het willekeur en de economischeuitbuiting waarvan lot van mensenen dingen.Slechtsverhalenvan vaakhet slachtofferwas.Een onze oudersen spookachtigefabrieksruïnes de arbeidersklasse geestvan opstandigemistevredenheid werd herinnerenaandedrukkebedrijvigheiddieeertijds geboren.Is daarnu geenredenmeervooÍ,vroegeÍ vooralrond de brug heerste.Hierbij hebbenwe zoveel te meer. Verhalen spreken over onsal vaakdevraaggesteldofhet niet demoeite mensonwaardige werkomstandigheden en zwaaÍ waard zou zijn een restantvan het industriële labeurvan 's morgenswoeg tot 's avondslaat in verledenvan Ravelsvoor het nageslachtte schepenenfabrieken,in bijtendekouenbrandende bewaren.Vanuit histoÍisch-maatschappelijk hitte. Zodanigbesmeurddoor roet, steengnrisen perspectiefzou dit zekerzinvol zljn. door Els De Kinderen (t)
226
endekteze metpannen.De tijd zemetbakstenen derlemenhuisjeswasgelukkigdefinitiefvoorbij. vandeKempischekanalenging Langsalle kantenwerd devraagnaarbaksteenen Met hetaanleggen in onze strekeneen nieuwe pannensteedsgroter,en overalrezensteenovens de steennijverheid op. Aanvragentot machtiging toekomsttegemoet.Het Maas-en Scheldekanaal en steenbakkerijen provinciebestuur uit alle hoeken bij het terwijl kwamen tussendejaren1846-1859, werdgegraven erg in 1846 een aftakking naar Turnhout werd van de Kempen,eenbewijsdat onzebodem men in het treft getrokken.Dezeaftakkingwerd later tot Schoten rijk wasaanklei. Vooronzestreek verlengdenaldaarophetMaas-enScheldekanaalprovinciaalarchiefniet minder dan46 aanvragen aangesloten,zodat men voortaanbeschikteover aantijdensdeperiode1811tot 1865. eenwaterwegdie deKempenin verbindingstelde, vanbeginvorigeeeuwwas enerzijds met de gÍootstad Antwerpen en Onderde46 aanvragen anderzijdsmet het Limburgsehinterlanden ook eenaanvraagvoor Ravels.Waardezeeerste gestaan, Nederland.Reedsbij hetgravenvandeTurnhoutse gekendesteenbakkerijvan Ravelsheeft was ze gelegen aftakkingin 1846werdvastgestelddaterte Ravels is ons niet bekend.Vermoedelijk produktie dezekleine van De dikkekleilagenin degrondvoorkwamen.Dat deze op Klein Ravels. wasgeringendiendemeestalvoor ontdekkinggrote gevolgenzou hebbenvooÍ ons steenbakkerijen plaatselijkgebruik. Het steenmakengebeurde dorp,was toen nog niet te voorzien.In de 19e immersnog helemaalmet de hand. Hieronder eeuwwordt de vraagnaarbaksteenen pannen beschrijven wij evenhetproces: steedsgroter.Onzedorpenkregenimmerseen Na deklei duchtiggekneedte hebbenenmetwater geheelanderuitzicht. Ook op het platteland besproeiddruktede steenbakker de klei in zijn timmerdemen de huizenniet meer,men bouwde door Marc Vermeeren
227
vormen.Met de strijk ging hij dan over de vormen om er de oveÍollige klei af te schrapen.Op een ietwat verhoogde plaats werden de stenen dan enkele uren gedroogd en in rijen neergelegd. Daamastrooidemen er wat zand overheen,zodat de stenennaarde logiesofloodsenkondenworden gevoerd.Hier werden ze met strooienwanden afgedekt om ze tegen de regen en de hitte te beschutten.De stenenwerden op hun kant gezet met een beetje hlssenÍuimte,zodat de wind vrije doorganghad. Na ongeveereen maand in deze loodsente hebbengelegenkondende stenenin de oven worden gebakken.Dit was een gemetseld vierkant, van een gewelf voorzien met onderaan trekgatenof openingen.In de oven stapeldemen de stenenop in klampen. De brandstof,mutserd en klein hout of kolen werd op roostersgelegd. De vlammenzochtenzich eenweg tussende stenen door, terwijl de rook langs boven door de schouwenvan het gewelf eenuitweg vond. In de Kempen nam de steennijverheideen definitieveuitbreiding op het eindevan de vorige eeuw De eerstejaren van dezeeeuw heersteer bovendien een ware stormloop voor de kleigronden.Volgendesteenfabriekenwerden te Ravelsopgericht: I 898: Soc.An.fabriquede Ciment Portland et briqueteriede Ravels, ín 1922 toegetredentot de
groepC.B.R. (Cimenterieset briqueteriesRéunis). 1904: Van Bael en Wanty, steenfabriekLa Providencete Ravels, later toegetrèdentot de groep"Briqueteriesdu Nord". 1906: Briqueterie du Nord, of De Steenbakkerij van het Noorden. Tevens oprichteÍs van een ijsfabriekte Ravelsin 1907. 1908: Steenbakkerijgestichtdoor Van den Bosch van Tumhout, in de volksmond gekend als "De Beenhouwers"omdat het grootste gedeeltevan de aandeelhouders dit bedrijf uitoefenden.De fabriek maakte later deel uit van de N.VBriqueteriesdu Nord. Buiten de bovenvermeldewarener misschiennog andere,waarvan we geen gegevensbezitten. In bijna alle groteKempischefabriekenbleefintussen de mechanisatiehet handwerkverdringen,met gevolg dat het personeelinkromp, vooral tijdens de winter, omdat men de klei niet meer met de spadeafstak, maar met de machineuitbaggerde. In 1902 haddende Kempensesteenbakkerszich in een syndicaatverenigd, maar na enkelejaren werd dat ontbondentengevolgevan het uittreden van enkele leden. Meermaalsheeft men nadien gepoogdhet syndicaatterugop te richten,maaral deze pogingenleden schipbreuk.In 1920 werd door een groep financiersuit Brussel en uit Antwerpen een N.Vgesticht onder de benaming
"Union desTuilerieset Briqueteries de Belgique" ( U .T.B.B.) . H et doel was zoveel moge t ijk steenbakkerrlenaan te kopen om een trust te vormen.Geziende moeilijke omstandigheden die ze tijdensde oorlog haddendoorgemaakt,vonden de voorstellenvan de nieuwe groep bij de meeste steenbakkers een gunstig onthaal. De vennootschapkon op die manier een 20-tal
steenbakkerijen opnemenwaaronder2 van Ravels, met name"La Providence"en "Van den Boschen C'". Weldra kon men langs de vaart van Ravels tot Brechtde 20 steenbakkerijen vandezemachtige vennootschap zienprrjken.Grootscheeps washet opzet, maaÍ mrnder schitterendde ontknoping, want na 4 jaar werd de N.V ontbondenwegens financiëleoroblemen.
vermitszij steundenop debesteverstandhouding, vriendschappelijke relaties.Praktischelkenieuwe Indertijd gonsdehet om en rond de brug van directeurvan de Cementfabriekverbleef.in bedrijvigheid.Denkenwe daarbijvooralniet aan afivachtingdatzijn woningin ordewerdgebracht, gestroomlijndesnelheden eneencomputerachtige enkeletijd alspensiongastbij defamilieAerts,o.a. gewoon ging levendig er ook de TsjechMaserich,directeurtijdensde verdelingvantaken.Het aantoe,en de menser middeninhadzijn handen beruchtestaking.Overigenseen fijn-ontwikkeld debrug mandie redenverstondenrespectkon opbrengen vol. Toenpufte enpufte de goederentram op, met zoveelwagensachteraandat hij er niet voor de man zelf. Dit in tegenstellingmet zljÍI tegenopkon;uitbollenenaftrakendanmaar... Dan voorgangeÍCoertens,eenWest-Vlaming,die er weerop volle snelheidvooruit,tot de vonkenen bij voorkeurmetdegroveborsteldoorgingenvoor genstersin het wilde weg vlogen en gretig zichzelfevenminnauwkeek.Kunstzinnigwashij insloegenop het stro en de wagensmet pannen wel, hij speeldeo.a.toneel-hetprille beginvan geladendie danvuur vatten.Stoppen! wateÍ,water Nut en Vermaak-en naarhet voorbeeldvan zijn ... nee,beterzand...Eeniederliet hetwerk vallen broer,de gekendeschilderF.Coertens,hanteerde hetpenseel.Daamaast en met vereendekachten werd de brandgeblust. hij in zijn vrije tijd eveneens Aan hulpvaardigheidontbrak het niet. De tram verblevenin deTramstatiegeregeldvreemdelingen, technici En centraalstond: meestalingenieursen gespecialiseerde speeldeeenrol van betekenis. o.m. Zwitsers, Fransen, Duitsers, Engelsen, "In de Tramstatie"bij LeopoldAerts-DeVrij. Als enzelfseenBraziliaan.Watzij te Ravels schakeltussende fabriekenenerzijdsmaarook Tsjechen uitÍichtten? Sommigen om zich op de voor het dorp en de boerenuit het omliggende anderzijdsheeftdit, in 1910opgerichthuis,vele Cementfabriekverder te bekwamen.Anderen jaren een belangrijkerol gespeeld.Wat daar hieldentoezichtof werktenmeeaandeopstelling De Engelsen warener elkemaand Het waser hotel- van machines. allemaalomgingen gebeurde! vier tweepersoonskamers-, restauÍant,herberg, opnieuwom stalente nemenvan de cementdie winkel enzakenbureel.Zo zoudenwij het althans naarEngelanduitgevoerdmoestworden.In het aantoe;moeder noemen!Eenieder.endatwarenvooralboerenmet kosthuisgingheter gemoedelijk paarden kar, die een lading cementof stenen BerthaDe Vrij zorgdevoor eendegelijk maal en wenste,diendevoorafbij PolAertseenbestelbon was overigensgul en vrijgevig.Na de dagtaak af te halenenafte rekenen.En alsdeboerdanzijn waÍen er altijd wel enkeleliefhebbersom een paardniet alleendurfdelaten,-of misschiengeen kaartjete leggen,enbijwijlen gingheterdanwolijk zin hadompersoonlijkin hetkantoorvandefabriek aan toe. Echternooit voor lang, onverbiddelijk binnentegaan-woeghij eenvoudigaanArmaAerts werdtijdig naardeklok gewezen.Zo gingdattoen: hemperfietste volgen.En dat"manusjevanalles" alles op uur en tijd! En vooral werken stondop stondaltijd klaaromte helpen.Watnietwil zeggen het programma.Met het oog op de scheepvaart datzlj zichzomaarliet doen!Trouwens,PolAerts werd omstreekshet einde van de eerste geheeleenwinkel wereldoorlogaanhetbestaande hand. dirigeerdemetgestrenge in kruidenierswarenen aanverwantezaken toegevoegd. Voor grote bestellingendie per spoor werden door Els De Kinderen (f)
afgehaadeld,gebeurdende transactieseveneens langs het zakenbureel.Ernaast hadden de deSteenfabriek "Het Noorden"en Cementfabriek, gezamenlijkeenmagazijntje de Pannenfabriek gebouwdwaargoederen tijdelijk kondenworden opgeslagen.De zakelijke contactengebeurdenin
Schepenwerden in die dagen vooral met paardenkrachtvoortbewogen,voor korte afstand ook wel met mankracht.Aan de vaart te Ravels heerstesteedsbewegingenoveralwarenermensen druk bezig met het lossenen ladenvan schepen,
wat toch meestal per kÍuiwagen geschiedde.Van de parrrenfabriekwerd eenschip door mannennÍur de Grote Kom getrokken waar de pannen op wagons werden gezet. Door hun arbeid in de fabrieken en aan de vaart hadden vele Ravelse arbeidersbegrippen van vaÍen opgedaan;wateÍ en schip waren hen vertrouwd. De families Soffers, Van Oekelen en Dierckx hielden aan de vaaÍ een paardenverhuurbedrijf. Vermits de schippers lang onderwegwaren, diende eenruime mondvoorraad opgedaan. Bij Pol Aerts vonden zij een vertrouwensadreswaar ze ook voor andere diensten terecht konden, zoals het neeÍleggen en verzenden van poststukken. Handel en wandel vertoonden menselijke aspecten,het hoefde dus allemaal niet keihard te gaan. Niemand dacht er bijvoorbeeldaantijdenshet seizoenhet overschot aan groenten te verkopen; schippersdie er om vroegen, kregen ze gewoon aangeboden.Meest van al nog hebben de douanen in de Tramstatie een tweede thuis gevonden. Voor de eerste wereldoorlog verbleven er verscheidenejonge
marurendie aandebrug en in deomgevingdienst deden.Met niet veelom handen.warenze steeds bereid een handjetoe te stekenin de drukke huishouding.Het kwam zelfs zo ver, dat zij de plaatsvan de dienstrneidinnamen.Emst werdhet uiteraardals hun overstenin de buurt kwamen, doch ook dan wisten zlj zich ttit de situatiete redden.Later heeft ook de brigadierder douanen in de Tramstatiezitdag gehouden.Als Waal kon hij de boerenniet te bestverstaanen dus liet hij het schrijvenvan geleibrievenbij voorkeur over aande dochterdeshuizes.Op zo'n dag was de boerer eenstussenuitendanhakteerdehlj zicltzelf -eneenander!-op eenpint eneensigaar.Het kon allemaal in de Tramstatie, het zakelijk ontmoetingscentrum op maat van de mens,met eenop sociaalvlak tochwel belangrijkefunctie. DaarbestondimmeÍsgeendrempelvrees, en eens zover,was de afstandtot diegenendie het toen voor het zeggen hadden makkelijker te overbruggen.
Kruidenierswinkel,Café,Logementen Tramstatievan LeopoldAerts aan de brug in Ravels. Op de vorige bladzijdezien we voor dit caféde stoomtramdie dagelijksverschillendemalen van Tilburg naar Tirrnhout spoorde(nu BrasseriePerron 7)
232
geplaatst dierenwereld zag,wasgenoodzaakt zijn levenswijzegrondig aan te passen.Met het In 1966werd door de heerFobletseennederzet- verdwijnenvanhet rendier,dat in kuddenleefde, aangewezen op ting uit desteentijdontdehte Weelde-Paardsdrankwashij voorzijn levensonderhoud die in het Laat-Mesolithicumkon wordengeda- dierendieverspreidhetwoudbevolkten,zoalshet teerd(4500voor Christus) De site werd in I976- herten de ever.Ook dejacht op kleinwild en de 1977door deKatholiekeUniversiteitvanLeuven visvangstmoeteneen belangrijkerol in de hebbengespeeld. Dit alleshad opgegravenonder leiding van ProfessorPiet voedselvoorziening een ingrijpende wijziging van het Vermeersch. De eersteresultatenvandeopgraving tot gevolg.Reedsopheteinde werdendoor Dirk Huygegepubliceerdin 'llel en werktuigenarsenaal (Magdaleniaan)en van het Paleolithicum weein Weelde'.Dit artikel uit 1978 wordt hier hetEpipaleolithicum lietzicheenzekerc opnieuwintegraalgepubliceerdenwordtgevolgd gedurende door het eindwerkdat Dirk Huygein l980 publi- tendensnaar het steedskleinerwordenvan de ceerdetot hetbekomenvan degraadvanlicentiaat werktuigengevoelen.Voorhet Mesolithicumzal hetgebruikvanzeerkleinestenenvoorwerpen, de in de Oudheidkundeen Kunstgeschiedenis. zogenaamde microlithen,het meestopvallende I. Een nederzettinguit de Midden-Steentijdte kenmerkzijn. Velemicrolithenzullen,gevatals Weelde.In: Wel enWeein Weelde.Uitgavevan spitsof weerhaakin een schacht,het essentiële de HeemkundekringNicolaus Poppelius. onderdeelvan de pijlbewapeninghebben uitgemaakt.Ook het gewonehuishoudelijke Weelde.1978. blz.43-46 gereedschap (schrabbers, boren,...)zalvaak tot microlithische afmetingen wordenherleid.Een MetheteindevandelaatstegÍoteijstijd,deWiirm, werden tradeenlangzame verbetering vanhetklimaatin. aantalwerktuigenuit deMidden-Steentijd figuur in de samengebracht. Zo werdenna een schijnbaarlangeperiodevan menselijkeafuezigheidonzegewestenopnieuw (Hamburg, Uit dezeperiodewerd te Weelde,op de plaats bevolkt.Verschillende mensengroepen ïjonger,Ahrensburg, ...)overwier herkomstmen genaamd Paardsdrank,een nederzetting Ze werd bij oppervlakteprospectie hetnieteensis,hebbentijdensdit uitdeinenvande opgegraven. ontdekt door heerR.Fobletsuit Brasschaat. de De (12.000- 8.300VC.) de ijstijd(of Tardiglaciaal) LageLandenbewoond.Dezelieden,dienogsterk opgravingenwerdenin 1976-1977ondemomen teerdenop de verworvenheden van de Oude door het Laboratoriumvoor Prehistorievan de Steentijd(of het Paleolithicum), leefdenin Katholieke Universiteit te Leuven o.l.v. Hetmateriaal is momenteel ter hoofdzaakvan rendierjacht. Omwille van hun Prof.PVermeersch. studie en wij willen hier dan ook slechts enkele jagers verwantschap met de paleolithische heeft De men dezetardiglacialeculturenvaak onderde zeer voorlopigeresultatenpresenteren. nederzetting, gesitueerd in eenduinlandschap, ligt noemerEpipaleolithicum samengebracht. bovenopeenparaboolduin, waarvande beide De aanvangvanhetHoloceen(8.300VC.) tot op armennaarhetzuidentoeeenvenomsluiten.Een positie blijkt hedenluiddededefinitieveklimaatsverbetering in dergelijkegeomorfologische te zijn voor vele epipaleolithische die het rendiervoorgoeduit onze strekenzou karakteristiek mesolithische nederzettingen in zandigNoordverdrijven.De schaarsbebostesteppevan het en België en Zuid-Nederland. In het duin heeftzich Tardiglaciaal moestlangzaam wijkenvooreenopen bodem boslandschap, waarinaanvankelijkberkenen eenhumusijzerpodzol(eenkarakteristieke voor gebieden) zandige ontwikkeld. De dennenhet grosvan de vegetatiezullenhebben uitgemaakt. Wezijn nu in deMiddenSteentijdof stratigrafischepositie van de door de mens voorwerpen(artefacten)biedthier het Mesolithicumaanbeland. De mens,die zich vervaardigde echter weinig uitsluitselvoor eendatering. voor talrijke veranderingen in de planten-en door Dirk Huyge
z)J
Drie concentraties van artefacten kondenworden schrabbers,zeldzamestekersen borenen talrijke opgetekend. Tweedaawanzijn eerderuitgerekt geretoucheerde en gekerfdeafslagenen klingen, en vormloos;de derdeis mooi ovaalvormig.De die voor de meestverscheiden werkzaamheden talrijke fragmentenverbrandezandsteen enkwarts zullenzijn aangewend. mogenals de restantenvan haardenworden geïnterpreteerd. Buiten de drie concentraties Menmoeter zichwel rekenschap vangevendatal kondenoveral op het duin nog verspreide dezestenenvoorwerpenslechtseen summier aÍefactenwordeningezameld. Als grondstoffen aandeeluitmaaktenvan de materiëlecultuurvan heeft de mesolithische mens in hoofdzaak demesolithische mens.In dezurezandbodems van wursteenen Wommersomkwartsiet benut.Deze de Kempenzal heel wat vergankelijkmateriaal laatste,een fijnkorrelig kwartsiet,laat zich verlorenzijn gegaan. Gebruiksvoorwerpen uit hout gemakkelijkbewerkenen wasvooraltijdenshet of beenwordenslechtsin zeeruitzonderlijke Mesolithicumzeer in trek. Er is slechtséén omstandigheden teruggevonden. In het huidige ontsluitingvangekend,namelijkte Wommersom stadiumvan het onderzoekis het voorbarigom bij Tienen.Van daaruitwerd het over grote zichaaneendateringte gewagen. Tochwillenwij afstandengeëxporteerd.Waar de vuursteen op louter typologischegronden(vergelijkende gewonnenwerd, is moeilijkeruit te maken.De classificatie vanhetmateriaal) dezeindusfietussen grindenvandeMaasenhetkrijt vanLimburglijken 6000en4500VC. plaatsen. De resultaten vanhet demeestvoor dehandliggendeoplossingen. natuurw etenschappeI ij k onderzoek (C 14, sedimentologie, pollenanalyse) zullenhierhopelijk Hoe werdendezegrondstoffen nu door de mens meerklaarheidbrengen. verwerkt?Dooreendirecteslag(steentegensteen) ofdoor eenindirecteslag(metbehulpvaneenbeitel II. Dirk Huyge.Laat-Mesolithicumte Weeldeuit hout of steen)werdenvan een ruwe knol Paardsdrank.Eindwerk tot het bekomenvan vuuÍsteenof een anderegrondstof stukken de graad van licentiaat in de Oudheidkunde afgeslagen,die men, naargelang hun lengte, en Kunstgeschiedenis. Leuven,l9B0 afslagenof klingen noemt.Het blok grondstof waaropmen slaatom afslagenof klingen te Woord vooraf bekomen,duidtmenaanalskernofnucleus.Door de geproduceerde afslagenen klingenverderte Bij hetbeëindigen vandit proefschriftrestonsde bewerken metslag-of druktechniek (retoucheren) aangenameplicht iedereente bedankendie wordenkarakteristieke werktuigvormen tot stand rechtstreeks of onrechtstreekstot de gebracht.Op de nederzetting van Weeldewaren totstandkomingervanheeft bijgedragen.In de kerneneerderzeldzaamen meestalvolledig eerste plaats gaat onze dank uit naar opgebruikt,wat er op wijst dat de mesolithische prof.dr.P.M.Vermeersch, diehetpromotorschap op mensgeenonbegrensde hoeveelheden grondstof zich heeftwillen nemenenop wiensintellectuele terbeschikking stonden. In hetwerktuigenbestanden morelesteunwij steedskondenrekenen.De bekledende microlithenuiteraardeenvoomame enkelediscussiesmet prof.dr.F.Gullentops plaats.Ze beslaanca 30%ovan het totale aangaande destratigrafi scheproblematiek hebben nstÍumentarium. Hierondertreffenwe allerhande die voor onstochal moeilijkverteerbare materie ipitsenaan,alsookgeometrische vormen:enkele aanzienlijkverlicht, waarvoorwij hem zeer iegmentenen driehoeken,talrijke trapezia. erkentelijkzijn. Ook deheerR.Foblets, op wiens Microklingen metafgestompte boord(kleine,langs aanwijzingde opgravingente Weeldekonden !énboordstompgemaakte klingen)zijn langniet plaatsvinden, willenwe hierhartelijkdanken.Zijn teldzaarn.Door het aanwendenvan een vlakke speurzinenwetenschappelijke eerlijkheidhebben rewerkingstechniek op microlithenwordenvoor al velearchaeologica vandedefinitieveondergang lnzestrekenkarakteristieke werktuigenverkegen: gered.Niet in het minstdankenwe ook de heren narebladspitsen en spitsenmet afgerondeof A.Nijs en R.Geeraerts, die respectievelijk de lchuinebasis.De overigewerktuigenomvatten tekeningenvan de artefactenen de plannenen
De opgravingenaan de Paardsdrankte Weeldetijdens de bloedhetezomervan 1976 grafiekenhebbenverzorgd.Hun bijdrage,slechts samenwerkingmet de heer Fobletswerden onvolkomendoor de reprografieweergeven, gedurendede zomers van 1976 en 1977 weerspiegelt grafische opgravingen eenbewonderenswaardige ondemomen doorhet Laboratorium competentie.Dank ook aan de medestudenten,voorPrehistorie vandeK.U.Leuvenonderleiding wiendenenwiendirmen.Deurensamenwarenlang van Prof.Dr.P.M.Vermeersch. De campagnevan niet altijd aanemstgespendeerd; eenmensleeft 1976had in eersteinstantieeen uitgebreide nu eenmaalnietvanwetenschao alleen. prospectievan het sitetot doel.Ze leiddetot de ontdekkingvan drie artefactenrijkearealen(de INLEIDING sectoÍen1, 4 en 5), waarvaner één(de sector4) nog datzelfdejaar volledigwerd opgegraven. I . Ilistoriek van het onderzoek Tijdensdecampagne van 1977werdalleaandacht Het site van Weelde-Paardsdrank werd door de op de sectorenI en 5 toegespitst. Naarschatting heer R.Fobletsuit Brasschaat voor het eerst kondenruim 35000artefactenbij de opgraving bezochttergelegenheid vanoppervlakteprospectie wordengerecupereerd. Slechtsenkelesummiere in het voorjaarvan 1966.De aanlegvan een en zeervoorlopigeonderzoeksresultaten werden brandwegdoorheende dennenaanplantingensindsdienbekendgemaakt (Vermeersch, Foblets, tijdensW.O.IIhadereengrootaantalmesolithische 1976;Vermeersch, Huyge,Foblets,1978;Huyge, lithicaaanhetdaglichtgebracht. De heerFoblets, t978). die tussen1966en 1970ruim zesendertig maal het site frequenteerde, kon alzo eenbelangrijke 2. Methodevan verwerkinqen doelstellinq van collectie circa 2600 artefactenaanleggen. Reedsbij de opzetvan dit proefschriftbleekhet OnaÍhankelijkvan hem werden,naar eigen voor ons een onbegonnen taak het mondelingemededeling,ook door de heer vondstenmateriaal integraalte verwerken. Hetlag A.Goossens uit Borgerhoutarchaeologica op het voor dehanddatwij abstractiezoudenmakenvan s it e i n g e z a m e l dOp . a a n w i j zi n gva n e n in de oppervlaktecollecties alsookvan de over het 235
gansesiteverspÍeidevondstenen onstot de drie prehistorisch menselijkfenomeen. Wewillen ons aÍefactenrijkeenarcheologisch bestomschreven dan ook niet laten verleidentot een al te arealenzoudenbeperken.De door onsgevolgde gemakkelijkenegativistische evaluatievan de (Newell, 1973; verwerking methodeis de klassiektypologische bestaande cultuurtheorieën vanhetmateriaal.Hoewelwij geenszins hetbelang Kozlowski,1975;Rozoy,1978;Gob,1979),nog gegevens gesteund vandenieuwearcheologische benaderingswijzendooronvoldoende of onzekere (zie b.v.Cahen,Keeley,VanNoten,1979)willen envaakte ruim-denkend deregionalevariabiliteit aanvechten, moettochgezegddatdezeveelidealer negerend. Latenwe onslievergeentweedemaal "Westeuropees vondstomstandigheden vereisendan dat het site aaneen Tardenoisiaan" bezondigen vanWeelde-Paardsdrank onskon oflreren.In wat en het toch zo noodzakelijkewetenschappelijk volgt komende beperkingenten overstaanvan geduldopbrengen. Synthese is immersslechts daar paleotopografie.refitting en microwear mogelijk,waareengrondigekennisvandedelen ruimschoots aanbodenbehoeven hiergeennadere aandievanhetgeheelvoorafgaat. En helaas,onze verklaring.Bovendien van overstegen ookdevooreen kennis de delenreikt nogweinigver. dergelijkgecombineerd onderzoekvereiste werkomstandigheden veruitdeonstoegemeten tijd HOOFDSTUKI: Localisatie,geomorfologische en mogelijkheden. Dit proefschriftwerdopgevat en geologische karakteristiekenvan het site als de directe aanlooptot het definitieve opgravingsverslag, waarvanhet ook reedsde Het site is gelegente Weeldein de Antwerpse mogelijkestructuurweerspiegelt.In een eerste Noorderkempenop de plaats genaamd (zie fig.l). De geografische hoofdstukwordt kort ingegaanop de localisatie "Paardsdrank" zljn'.5l" 23'27" N.B.-4"5 en de geomorfologi sche en geologische coórdinaten 8'00' O.L. gezienligt Weeldeop een karakteristieken vanhetsite.Tevens willenwehier Geomorfologisch probleemabstraherend,uitlopervan het zachthellendLimburgsplateau. reeds,het archeologisch eenplausibele chrono-stratigrafi scheinterpretatie HetfusischuitzichtvandePaardsdrank zelfwordt vanhetbodemprofiel voorstellen. De verticaleen gekarakteriseerd doorlagestuifzandconcentraties, van de archaeologica dieeenPleniglaciaal de horizontaleverspreiding dekzandlandschap afdekken. komenin hettweedehoofdstukaande orde.Het De opgravingenzijn gesitueerdop een derdehoofdstuk,integraalgewijd aan een paraboolduin, waarvande beidearmennaarhet gedetailleerdestudie van het archeologisch zuidentoeeenvenomsluiten.Gezienzijn geringe materiaal, in menigopzichthetcorpus omvangenjeugdigetopografiekandit venechter constitueert van dit werk.Bij deverwerkingvande gegevens bezwaarlijk alsdeoorspronkelijke deflatiekom van (hoofdstuk voor het duin worden aanzien.Fig.2 geeft de IV) wordtdebekomen informatie, zover relevant,tegen de voorhandenzijnde topografische karakteristieken vanhetduin weer. geduid. De absolutehoogtevan de top, geschatop basis archeologisch-typologische achtergrond Hethoeftgeenbetoogdatdiebekomeninformatie, van de topografische kaart(1/10.000e) van het gezienhaaressentieel typologische aard,zichquasi M.G.l., ligt bij de 34 meter.Van de drie arealen,aangeduid uitsluitendtot eencultuÍeleen chronologischeartefactenrijke alsde sectoren appreciatie leent.Dezebeperkinginachtgenomen l, 4 en 5, ligt enkelde sector5 op detop van het wil dit proefschriftvoor het ons aanbelangendeduin;desectoren1 en4 liggencirca1 meterlager gebied,de Noordbelgische en Zuidnederlandse op de steilerenoordhellingen zijn beide in de zandstreek, en uitsluitendmet betÍekkingtot het brandweggesitueerd, waarvandeaanlegaanleiding LaarMesolithicumeen valabele,zij het dan wastot deontdekkingvanhetsite.De stratigrafie hypothetische bijdrageleverentot deopbouwvan kan,aandehandvaneenbodemprofiel opgenomen eenregionaleprehistorieof meer specifiekeen in de sector5 (fig.3),veralgemeend als volgt (vanbovennaarbeneden): regionaleculturelefiliatie en chronologie. Enkel wordenbeschreven devergelijkingvan soliederegionalesystemen is 0-30 cm: Ap, verstooÍdehorizontdie de A1 en onsinzienseenbetrouwbare vandeA2 omvat;plaatselijkrecente basisvooreenruimere eengedeelte (cultureleen interculturele)benaderingvan het podzolisatie onderdennenbos, dat momenteelin
Subborealeof debrandwegenop detop vanhetduingerooidis stuifzandenvan (antropogene?) grijs-witte vroeg-Subatlantische oorsprong zou zijn en dus resterende A2, uitgeloogde 30-45cm: posterieuraandeafzettingenvan deFormatievan horizont 46-50cm:B2h, zandigehumusaanrijkingshorizontBeerse.Deze mogelijkheidheeft belangrijke scheimplicaties(zieverder).Van 50-60cm: 82fu, zandigeijzeraanrijkingshorizont chronostratigrafi verstuivingen is in de zandmet dergelijkepost-Atlantische 60-100cm: C, geel ongestratificeerd gevonden Noorderkempen aanduiding ijzerinfiltratiebandj es; plaatselijk geelbruin; Antwerpse ondervormvandeFormatievanMeer(De Ploey, zakvormigcontactmetde volgendehorizont 1961).Stuifzandformaties die een humus100-105cm: grijsachtigzandmethoutskool ijzerpodzoloverdekken ennadegroteuitbreiding 105-110 cm:witachtigzandmethoutskool gestratificeerd zand van de heideveldenin de na-christelijketijd meerdan 1l0 cm: geelachtig zijn in deprofielenvanWeeldenietmet ontstonden Tijdensdeopgravingwerdenookdepedologische zekerheidte herkennen.Korrelgrootteanalyses hebbenin het complexvan overgangshorizontenAB enBC geïhdividualiseerd. (door F.Gullentops) scheiding In een van de profielenten zuidwestenvan de stuifzandeneen sedimentologische sector5 (kwadratenLB-LD058)kondenop een aangetoondhrssende zandenvan de A- en Bworden horizonten van het podzolprofiel en de dieptevan 180cm de lemigedekzanden stuifzanden,waarbij deze bereikt.De interpretatievan dezestratigrafische daaronderliggende probleem. lemige respectievelijk uit een fijnerduinzand(gemiddeld De sequentiestelt nog menig horenallichtde Formatievan Wildert fijn) en een grover duinzand(fijn gemiddeld) dekzanden Dezesedimentologische scheidingblijft toe(De Ploey,1961).Het pakketvanstuifzanden bestaan. niet te duidenen is dus dat bovenop deze Wiirmafzettingenwerd voorlopigchronologisch vanhetbodemprofiel enhaar gesedimenteerd aande Formatie voordeinterpretatie kan grotendeels De weinig relevant. worden. Deze archeologische consequenties van Beerse toegeschreven verstuivingen, actieftijdenshet Tardiglaciaal, stratigrafischeproblemenvan mesolithische ( 1957)metdesnelle nederzettingen in duingebieden werdenreeds zoudenvolgensF.Gullentops (1975,1976, vanhetHoloceentot een uitvoerigdoor P.M.Vermeersch bij deaanvang bebossing we komener verdernog op einde gekomenzijn. VolgensJ.De Ploey 1977)behandeld; (1961:109)liepenze mogelijkdoor tot in het terug. Preboreaalen het Boreaal.Het niveau met houtskool(6-7: 100-ll0 cm) is gekendals de HOOFDSTUK II: De opgraving of -bodemen ontstondwegensde Usselo-laag toenamevan de relatievevochtigheiden de Op hetterreinwerdeenbasislijnvan l40m lengte doortweewit-roodgeschilderde uitloging van de bodem tijdens de Allerod- gematerialiseerd oscillatie. Hetniveau5 (60-100cm)kanplaatselijk metalenbuizen,dieaanhaaruiteindenin degrond (depuntenA enB vandefig.2). als A-horizont van een Atlantischebosbodem werdengedreven (looÍhoutprofiel)getypeerdworden.Tot deze Dezebuizenwerdenna de opgravingter plaatse De oriëntatievandebasislijnis 70" bodem behorenblijkbaar de vingervormige achtergelaten. Het beginpunt is gelegenop het kruispunt zichtbazr oost. instulpingen diemooiin deUsselo-laag zijn en verklaardkunnenwordenals graafgangen van twee brandwegen.Zelf is ze parallel (meikeverlarven). met de zuidzijdevan de brandweg Misschien reeds aangebracht vanengerlingen Deze periodewerd de bosbodem waarinde sectoren1 en 4 zljn gesitueerd. vanafde Subboreale (al dan niet volledig)omgezettot eenhumus- basislijndoet dienstals abscis(X-as)van het waarbijhetkwadraathrssen0 ijzerpodzol,waarvande bovenstelagenvan ons kwadratensysteem, profieldebodemhorizonten uitmaken.Hetniveau m (punt A) en lm de indicatie000 krijgt; het 5 kan hier trouwens ook als C-horizont kwadraattussenlm en 2m wordt dan als het De ordinaat(Y-as)van (onverweerdmoedermateriaal) van dezepodzol kwadraat001 aangeduid. Men mag zeker de het systeemzet loodrechtin hetpuntA aanen is worden geïnteÍpreteerd. In mogelijkheidniet uitsluitendat de top van de volgenseenalfabetischsysteemingedeeld.
noordelijke(positieve)richtingwordt het eerste de hoogte (t.o.v. het 10m-niveau)geregistreerd. kwadraatalsAA bestempeld, het tweedealsAB, enzoverdeÍtotAz, waarbijdanwordtovergegaan A. Verticaleverspreidingvan de artefacten opBA, BB, enz.In zuidelijke(negatieve) richting Ten einde de verticale verspreidingvan de krijgt de eerstekwadratenreeks de indicatiesKA aÍefacten beterte kunnenbeschrijvenhebbenwe tot KZ. de tweedeLA tot LZ. de derdetenslotte eensteekproefuitgevoerdnaarde diepteen positie MA tot MZ. In hetlichtvandit systeem kunnende van de voorwerpenen hetmogelijk verbandtussen artefactenarealen diebinnenonsbestekbehandeld beide.Daartoewerdenin elk van de sectorenvier wordenalsvolgt wordenomschreven: op elkaar aansluitendekwadraten,rijk aan I sector : kwadratenAA-AG 001-024met artefacten,uitgekozen. De resultaten yan deze vandeonopgegraven uitzondering kwadraten AG steekproefzijn in de tabellenI en II samengevat. 012-024 Uit de tabel I kan in de eersteplaats worden afgeleid dat de overgrotemeerderheidvan de sector4: kwadratenAC-AH 065-079 geologsichin situ aangetroffenartefactenzich in sector5: kwadratenKI-KU 072-081 de A- en B-horizontenvan de podzol bevonden. Verschillendeopgravingstechnieken werden Inderdaad,eenmaalonder de B2ir-horizont daalt aangewend. Doorgaans werdennahetverwijderen het aantalartefactenspectaculair.In de sectorenI en zevenvan de verstoordehorizont (Ap) en 5 werd de C-horizont zelfs niet afgeglaven kwadratenvan I x lm horizontaalafgegraven. omdat hij geenof nauwelijks geenarchaeologica Somswerdin oppervlakten van 2 x lm gewerkt. meer opleverde.In de sector4 is deze daling Op zoeknaarmogelijkestructurenwerdenin de schijnbaarminder spectaculair,maar de hogere sector4 de bewaardepodzolhorizonten in percentages die hier voor de lagereniveau'swerden oppervlakten van 5 x 6m afgeschaafd. Nagenoeg bekomenzijn te wijten aanhet feit dat de A2 en de alle grondmateriaal werdmanueelof mechanisch overgangshorizont naar de 82 hier volledig gezeefd (mazen geremanieerd droog zijn en opgenomenin de verstoorde van 0,4 cm). In de mate van het mogelijkewerdenvoor alle in situ bovenlaag,zodat ook geen artefactenen hun aangetroffen archaeologica decoórdinaten, alsook posities konden worden opgetekend.Ook in de
Subborealeof stuifzandenvan (antropogene?) vroeg-Subatlantische oorsprongzou zijn en dus posterieur aandeafzettingen vandeFormatievan heeft belangrijke Deze mogelijkheid Beerse. chronostratigrafi scheimplicaties(zieverder).Van verstuivingen is in de dergelijkeposrAtlantische aanduidinggevonden AntwerpseNoorderkempen ondervormvandeFormatievanMeer(DePloey, die een humus1961).Stuifzandformaties ijzerpodzoloverdekkenenna degroteuitbreiding van de heideveldenin de na-christelijketijd zijn in deprofielenvanWeeldenietmet ontstonden Tijdensdeopgravingwerdenookdepedologische zekerheidte herkennen.Korrelgrootteanalyses hebbenin het complexvan enBC geihdividualiseerd. (door F.Gullentops) overgangshorizontenAB scheiding In een van de profielenten zuidwestenvan de stuifzandeneen sedimentologische tussende zandenvan de A- en Bsector5 (kwadratenLB-LD058)kondenop een aangetoond van het podzolprofiel en de worden horizonten lemige dieptevan 180 cm de dekzanden stuifzanden,waarbij deze bereikt. De interpretatievan dezestratigrafische daaronderliggende uit een frjnerduinzand(gemiddeld sequentiesteltnog menigprobleem.De lemige respectievelijk dekzandenhorenallicht de Formatievan Wildert frj n) en een grover duinzand(fijn gemiddeld) scheidingblijft Dezesedimentologische toe (De Ploey,1961).Het pakketvan shrifzanden bestaan. niet te duiden en is dus chronologisch werd voorlopig Wiirmafzettingen dat bovenop deze vanhetbodemprofiel enhaar gesedimenteerd kan grotendeels aande Formatie voordeinterpretatie relevant. De weinig archeologische consequenties worden. Deze van Beerse toegeschreven problemenvan mesolithische actieftijdenshet Tardiglaciaal, stratigrafische verstuivingen, werdenreeds in duingebieden (1957)metdesnelle nederzettingen zoudenvolgensF.Gullentops ( 1975,1976, P.M.Vermeersch uitvoerig door van Holoceen tot een aanvang het bebossing bij de we komener verdernog op einde gekomenzijn. VolgensJ.De Ploey 1977)behandeld; het terug. (1961:109)liepenze mogelijkdoor tot in Preboreaalen het Boreaal.Het niveau met houtskool(6-7: 100-ll0 cm) is gekendals de HOOFDSTUK II: De opgraving UsseloJaagof -bodemen ontstondwegensde toenamevan de relatievevochtigheiden de Op hetterreinwerdeenbasislijnvan 140mlengte doortweewit-roodgeschilderde uitloging van de bodem tijdens de Allerod- gematerialiseerd in degrond Hetniveau5 (60-100cm)kanplaatselijk metalenbuizen,dieaanhaaruiteinden oscillatie. (depuntenA enB vandefig.2). als A-horizontvan eenAtlantischebosbodem werdengedreven (loofhoutprofiel)getypeerdworden.Tot deze Dezebuizenwerdenna de opgravingter plaatse De oriëntatievandebasislijnis 70' bodem behorenblijkbaar de vingervormige achtergelaten. Het beginpunt is gelegenop het kruispunt instulpingen diemooiin deUsselo-laagzichtbaaroost. zijn enverklaardkunnenwordenalsgraafgangen van twee brandwegen.Zelf is ze parallel met de zuidzijdevan de brandweg (meikeverlawen). Misschien reeds aangebracht vanengerlingen Deze I en 4 zijn gesitueerd. de sectoren periode bosbodem waarin werd de vanafde Subboreale (al dan niet volledig) omgezettot een humus- basislijndoet dienstals abscis(X-as)van het waarbij het kwadraattussen0 ljzerpodzol,waarvande bovenstelagenvan ons kwadratensysteem, profieldebodemhorizonten uitmaken.Hetniveau m (punt A) en lm de indicatie000 krijgt; het 5 kan hier tÍouwens ook als C-horizont kwadraattussenlm en 2m wordt dan als het De ordinaat(Y-as)van (onverweerdmoedermateriaal) van dezepodzol kwadraat001 aangeduid. Men mag zeker de het systeemzet loodrechtin hetpuntA aanen is worden geïnterpreteerd. In systeemingedeeld. mogelijkheidniet uitsluiten dat de top van de volgenseenalfabetisch debrandwegenop detop vanhetduingerooidis A2, uitgeloogdegrijs-witte 30-45cm: resterende horizont kingshorizont 46-50cm:B2h, zandigehumusaanrij 50-60cm: B2ir, zandigeijzeraanrijkingshorizont zard met ó0-100cm: C, geel ongestratificeerd geelbruin; plaatselijk ij zerinfiltratiebandjes; zakvormigcontactmet de volgendehorizont 100-105cm: grijsachtigzandmet houtskool 105-110cm: witachtigzandmethoutskool gestratificeerd zand meerdan I l0 cm: geelachtig
237
noordelijke (positieve) richting wordt het eerste kwadraatals AA bestempeld,het tweedeals AB, en zo verder tot AZ, waarbij dan wordt overgegaan op BA, BB, enz.In zuidelijke (negatieve)richting krijgt de eerstekwadratenreeksde indicatiesKA tot KZ, de tweedeLA tot LZ, de derdetenslotte MA tot MZ. In het licht van dit systeemkunnende artefactenarealen die binnenonsbestekbehandeld worden als volgt worden omschreven: sector 1: kwadraten AA-AG 001-024 met uitzonderingvan de onopgegravenkwadratenAG 012-024 sector4: kwadratenAC-AH 065-079 sector5: kwadratenKL-KU 072-081 Verschillende opgravingstechniekenwerden aangewend.Doorgaanswerdenna hetverwijderen en zeven van de verstoorde horizont (Ap) kwadraten van 1 x lm horizontaal afgegraven. Somswerd in oppewlaktenvan 2 x lm gewerkt. Op zoek naar mogelijke structurenwerden in de sector 4 de bewaarde podzolhorizontenin oppervlaktenvan 5 x 6m afgeschaafd.Nagenoeg alle grondmateriaalwerd manueelof mechanisch droog gezeefd (mazen van 0,4 cm). In de mate van het mogelijke werden voor alle in situ aangetroffenarchaeologicade coórdinaten,alsook
de hoogte (t.o.v. het l0m-niveau) geregistreerd. A. Verticaleverspreidingvan de artefacten Ten einde de verticale verspreiding van de artefactenbeter te kunnenbeschrijvenhebbenwe eensteekproefuitgevoerd naarde diepteen positie van de voorwerpenen hetmogelijk verbandtussen beide.Daartoewerdenin elk van de sectorenvier op elkaar aansluitendekwadraten,rijk aan artefacten, uitgekozen. De resultaten van deze steekproefzijn in de tabellenI en II samengevat. Uit de tabel I kan in de eersteplaats worden afgeleid dat de overgrote meerderheid van de geologsichin situ aangetroffenartefactenzich in de A- en B-horizontenvan de podzol bevonden. Inderdaad,eenmaalonder de B2ir-horizont daalt het aantalartefactenspectaculair.In de sectoren1 en 5 werd de C-horizont zelfs niet afgegraven omdat hij geenof nauwelijks geenarchaeologica meer opleverde.In de sector4 is deze daling schijnbaarminder spectaculair,maar de hogere percentagesdie hier voor de lagereniveau'swerden bekomenzijn te wijten aanhet feit dat deA2 en de overgangshorizontnaar de B2 hier volledig geremanieerdzijn en opgenomenin de verstoorde bovenlaag,zodat ook geen artefactenen hun posities konden worden opgetekend.Ook in de
238
sectorenI en 5 werd een belangrijk percentage van de aÍefactenin deAp ingezameld(zie verder); men moet derhalve aannemen dat het geremanieerde deel van de A2 en mogelijk ook de volledig verdwenen Al tot het verticale verspreidingsareaalvan het materiaal behoren. Daaruit zou volgen dat de verspreiding van de artefacten 25-30 cm bedraagt,wat vrij veel is vergelekenmet de meesteanderemesolithische nederzettingen,waar de verspreidingdoorgaans tot 10-20 cm beperkt blijft (Vermeersch,1977). van Binnendezeverspreidingblijkt demeerderheid de artefactenuit de sectorenI en 4 zich evenwel Ain de (gedeeltelijkof volledig geremanieerde) horizonten van de podzol te concentreÍen.Voor de sector5, die het minst is geremanieerd,houde men bovendienook rekening met het belangrijk aantal artefacten dat in de B2h-horizont werd ingezameld.Wat de positie van de artefacten aangaa|kan uit de tabel I worden opgemaaktdat enkel in de sector4 de absolutemeerderheidin horizontaletoestandwerd aangetroffen.Wanneer men evenwel abstractiemaakt van de artefacten met onbepaaldepositie, die vooral in de sectoren I en 5 belangrijk in aantalzijn, verkrijgt men voor 4,9% de sectorenI ,4 en 5 respectievelíjk63,4Vo,7 en 55,4o/o holzontaliteit. Dezeabstractielijkt ons verantwoordin die zin, dat de artefactenwaarvan de positie niet werd opgetekendmeestalweinig volumineuszljn, zodattussenhun positie en hun verticaleverspreidinggeennoodzakelijkverband moet worden gezocht.Nogmaals abstractie gemaaktvan dezeartefactenwerdende numerieke gegevensuit detabelI in de tabelII tot procentuele gegevensomgewerkt. Uit deze tabel kan als algemenetendensworden opgemaaktdat in de drie sectoren,van boven naar benedentoe, een verminderingaanhorizontaliteitgepaardgaatmet een toenamevan inclinatie en verticaliteit.Dit fenomeenis vooral duidelijk in de sector1 waar in de A2-horizont en de pedologischeovergangnaaÍ van de artefactenin de 82 (AB) gemiddeld73,5%o horizontalepositie lag, terwijl slechts11,8% duikend en 14,70Áverticaalwaren gericht. In de B2-horizont lagen gemiddeld 54,3oÁ nog van de duikende horizontaal,terwijl hetpercentage en de verticaal-gerichtereedstot respectievelijk 15,70Áen 30,0% was opgeklommen.Eenmaal onderde 82 bevondenzich nog slechts14,3%van
de aÍefacten in horizontalepositie;het percentage van de duikendeen de veÉicaal-gerichtebedroeg nu respectievelijk 35,7% en 50,0%. We benadrukkenhet evenwel:dezevaststellingwordt niet volledig beaamddoor de gegevensuit de sectoren4 en 5 en het hoge peÍcentagevan horizontaliteit in de lagere niveau's van deze sectoren laat ons niet toe een wetmatigheid te formuleren aangaandehet verbandtussende positie van de artefactenen hun verticaleverspreiding. Samenva$endmogen we stellen dat de verticale verspreiding van de artefacten grosso modo overeenstemtmet de A- en B-podzolhorizonten en circa 25-30 cm bedraagt.De meerderheidvan de artefactenuit de sectoren I en 4 blijkt zich evenwel in de (gedeeltelijk of volledig geremanieerde) A-horizontente bevinden.Voor de sector5 verdient bovendienhet belangrijk aantal artefactenuit de B2h-horizont inachtneming. Eenmaal onder deze concentratieschijnt een verminderingaan horizontaliteit gepaardte gaan met eentoenamevan inclinatieen veÍicaliteit. We menenhierin de invloed van bioturbatiete zien en hoewel de artefactenin de lagere horizonten in belangrijke mate hun horizontalepositie hebben behoudenwillen wij toch aannemendat vele hiervanin bioturbatezakkenzijn ingedrongen.De dalingvan hetaantalartefactenonder spectaculaire de B2ir wijst er bovendienop dat deze verkitte (ijzeroerbank)eenmaalna ijzeraanrijkingshorizont de podzolisatiede bioturbatieen dus de verticale verspreidingvan de artefactendefinitief heeft afgeremd. B. Horizontaleversoreidingvan de artefacten Tijdens de opgravingkonden drie artefactenrijke arealenwordengelocaliseerd,die hierbovenreeds als de sectoren1,4 en 5 werdenomschreven. In de tabel III hebbenwe voor elk van dezearealen de totaaltellingvan de uit de oppervlaktelaag afkomstige artefacten en de geologisch in situ aangetroffenartefactenweergegeven.Procentueel gezien blijkt de sector 5 met 67,4% in situ artefactenhet minst geremanieerd.In de sectoren I en 4 konden respectievelijkslechts55,9% en 3 I , 1o%van de artefactenin situ worden ingezameld. De figuren 4a, 5a en 6a weerspiegelendeze verdeling.Op dezeverspreidingsplannen werden
239
enkel de in situ aangetroffenartefactenen zandsteen-en kwartsfragmenten opgetekend.Voor de sector4 werden ook de ceramiekvondstenop plan gebracht.In zovene men de gegevensuit de tabelIV (zie verder)magveralgemenen, moet men er bovendienrekening mee houden dat van absoluut minimaal 20 tot 30oÁvan de in situ aangetroffen artefacten geen kwadraat enlof coórdinatenwerden opgetekend,zodat deze ook niet op de verspreidingsplannen voorkomen.Het betreft hier hoofdzakelijk aan het oog en het oor van de opgraversontsnapteen bijgevolg in de zeef ingezameldearchaeologica.Op de figuren 4b, 5b en 6b werden de in situ aangetroffenkernen, kernverversingsproducten,werktuigen en kerfresten (en voor sector 4 ook de ceramiekvondsten)aangeduid.De tabel IV geeft eenevaluatievan dezeverspreidingsplannen. Men kan er uit opmaken dat van de weerhouden artefactklassenuit de sectoren 1, 4 en 5 respectievelijkslechts43,4%o,24,8oÁ en 51,1%ovan het door ons gerecupereerde totaal op de plannen konden worden geregistreerd.Men neme deze documentendus voor wat ze waard zijn, ermee rekeninghoudendedatze, zeer onvolledigzijnde, de artefactenden siteit biizonder onvolkomen
weergeven. Uit het algemeenen specifiek verspreidingsplan van de sector I (fig.4a-b) blijkt het zeer diffuus karaktervan de artefactenspreiding. Twee weinig dichte concentratiesvan artefactenschijnen zich af te tekenenrond de kwadratenAE 004 en AB 0l I . Meer in het oog springendis evenwel de cirkelvormigestructuurvan verbrandekwarts- en zandsteenfragmenten in de kwadratenAB-AD 015017.Door nalatigheidvan de opgraverwerdenin het kwadraatAC 016 het merendeelvan de vondstenniet geregistreerd. Dezestructuurbetreft allicht de verspreiderestenvan eengestructureerde haard. Houtskool kon helaas niet worden ingezameld.Het verspreidingspatroon van de kemen,kemvewersingsprodukten, werktuigenen kerfresten is analoog met het algemeen verspreidingspatroon.Voor zover uit het specifiek verspreidingsplan magwordenafgelezendoenzich geen spectaculairegroeperingenvan deze artefactenvoor. Het samenvoorkomenvan kernen (kwadraatAE013) en van kerfresten(in en rond de kwadratenAI00l en AE009) wijst misschien op het bestaanvan gespecialiseerde ateliersbinnen het artefactenareaal.Enkele frasmenten van
marebladspitsen kondentot een geheelworden opgegraven.De schervenkomenhier evenwel samengevoegd. Het percentage vanartefacten die hoofdzakelijkin deB2h-horizontvoor.Ookvoor sporenvanverbranding vertonenis in de sector1 de sector4 is hetverspreidingspatroon van de op (30,0%van het specifiekverspreidingsplan belangrijker danin deanderesectoren weerhouden hettotaal),waarhet voorkomenvan dehaardwel artefacten analoog met het algemeen niet vreemd aanzal zijn. Het uitzicht van het verspreidingspatroon. In demiddelste concentratie algemeenen specifiekverspreidingsplan van de zijn detrapeziaopvallendbelangrijk.De schrabbers sector4 (fig.5a-b)is zomogelijknogdiffizer.Men die op het specifiekverspreidingsplan konden houdeer rekeningmeedat hooguit30% van de gesitueerdwordenzijn quasiuitsluitendtot de door ons gerecupereerde archaeologica op deze westelijkeconcentratiebeperkt(kwadratenAFplannenvoorkomen(zie ook de verticale AG078-079). Vermeldingverdientook devondst pijlpunt,dievlak verspreiding). neolithische Er tekenenzich drieweinigdichte vaneendriehoekige concentraties van artefactenafrond dekwadraten liggend in de B2h-horizontvan het kwadraat 4F065.4E072 en 4E,077.Verbrande kwarts-en 4D067 werd aangetroffen.Van het totaal der zandsteenfragmenten artefactenzijn er 22,7%;o zijn, de vondstenuit de gerecupereerde dooÍ het gecraqueleerd. bovenlaagmeegerekend, betrekkelijkschaars. wur Uniekenbijzonderproblematisch is hetvoorkomen vanconcentraties vanpotscherven in dezesector. Dank zij zijn geïsoleerdeligging, buiten de (een70-talpotscherven) brandwegenop detopvanhetduin,kondenin de De grootsteconcentÍatie is gesitueerd in enronddekwadraten AE-AF077 sector5 ruim de helft van de archaeologica en valt dus binnen de meest westelijke geregistreerd worden.De artefactenconcentÍatie artefactenconcentratie. Meer dan60Vovan deze treedthier danook veelduidelijkernaarvoren,is potschervenwerden in de B2ir-horizont ovaalvormigen meetvolgensde assencirca6 bij aangetroffen.Ongeveer30%olagenin de B2h, 3 m (zie fig.6a-b).Aan de randenvan deze terwijl de rest uit de BC- en de C-horizont concentratie neemtde artefactendensiteit snelaf. (geremanieerde prospectiecampagne van 1976werden afl
24r
kan worden afgelezen zijn kernen, kernverversingsprodukten, werktuigen en kerfresten gelijkmatig over de concentratie verspreid. Er schijnen zich geen opvallende groeperingenvan dezeaÍefacten voor te doen, tenzij wellicht het samenvoorkomenvan kerfresten in en rond het kwadraatKQ078. ln wat volgt worden het oppervlaktemateriaal en het materiaal in situ van eenzelfdesectorgegroepeerd.Gezien de gei'soleerdeligging van de sector5 en de afstand tussende sectoren1 en 4 is er weinig redenom in een recente migratie van artefacten tussen de sectoren te geloven en in dit opzicht de homogeniteitvan de ensemblesin twijfel te trekken. HOOFDSTUK materiaal
III:
Het archeologisch
In de tabel V werd voor elk van de sectorende algemenesamenstellingvan de industrienumeriek en procentueelvoorgesteld.Deze tabel geeft meteende volgorde aan waarin de verschillende klassenvan debitageproduktenin dit hoof
A. De grondstoffen Als grondstoffenwerdenhoofdzakelijkwursteen (silex) en wommersomkwartsietbenut. De tabel V geeft naastde algemenesamenstellingvan de industrie ook de grondstofrerdeling weer. Deze blijkt voor de sectoren4 en 5 niet wezenlijk verschillend Íe zijn. In de sector I blijkt wommersomkwartsietin enigzins mindere mate aangewend, maar de significantie van deze afwijking is niet direct voor de hand liggend. Gezien de zeer groïe verscheidenheidaan vuursteen leek het ons niet erg opportuun een gedetailleerdekleur- en kwaliteitsbepalingdoor te voeren. Diverse tinten van grijs zijn het best vertegenwoordigd.Vaak is ook een patina op de artefacten aanwezig.Inachtnemingverdient het quasi uitsluitend in sector 1 voorkomen van blondachtigel,uursteen.Zo kon in de kwadraten AB01 0-011 een debitageateliervan donkerblond gevlektesilexwordengelocaliseerd. Dezevariëteit maakt evenwel slechts 2A% van de wursteenindustrieuit. Kwalitatief gezienkan de wursteen in tal van variëteitenwordenopgedeeld, gaande van zeer frjnkorrelig tot grof. Bij de vervaardiging van werktuigen heeft men echter logischerwijzevooral voor de fijnere soorten
geopteerd.Wommersomkwartsiet heeftdoorgaans een indringendelichtgrijze patina.Voor zover uit de op de artefactenbewaardeschorskan worden afgeleid, blijkt de meerderheid van het wursteenmateriaalop rolkeiente zijn vervaardigd. De lengte van de artefacten(in het bijzonder de klingen) laat toe te veronderstellendat dezekeien maximaal I 0 tot 12 cm groot waren.Vermoedelijk werden ze lokaal gewonnen.Ten oostenvan de lijn Poppel-Turnhoutkomen immers in de bovengronduit de Maas-puinkegelgeërodeerde g r i nd en keie n voor (De P loey, l96l:1 0 ). Artefacten die een verse witte schors bewaard hebben zeldzaam. zijn eerder Wommersomkwartsiet werd allicht vanuit de enig gekende ontsluiting te Wommersombij Tienen aangevoerd;de afstand in vogelvlucht bedraagt circa 65 km. Ftaniet en glimmerzandsteenzijn slechtsin zeer geringe hoeveelhedenop het site vertegenwoordigd.Terwijl enkel in de sector 1 artefacten uit glimmerzandsteen werden aangetroffen,was ftaniet daarentegenin de drie sectorenvoorhanden.We noteerdenl5 artefacten uit glimmerzandsteen en l6 uit ftanietin de sector I , 8 uit ftaniet in de sector4 en 3 uit ftaniet in de sector 5. Aangezien zich hiertussenevenwel verschillendewerktuigenen kerfrestenbevinden, mag men aannemen dat deze vreemde, eerder zeldzame grondstoffen een bij zondere aantrekkingskracht uitoefenden. In de totaaltellingenwerden de aÍefacten uit ftaniet en glimmerzandsteen steedsbij de ruursteencategorie ondergebracht. B. De debitage 1. Kernen Deze artefactenzijn in volkomen vergelijkbare verhoudingin de drie sectorenvertegenwoordigd (zie tabel V). De tabel VI geeft hun typologische classificatieweer.Kemenmetéénslagylak(fig.7,12; 12,1;16,l-4)komen veruit het meestvoor.Vaak hebbenze een rug uit schorsbewaard.Rondom gedebiteerdepyramidalekemen,zoalsdie van de frg.l6,4 zljn eerder zeldzaam. In de sector I zijn de kernen met tegenoverliggendeslagvlakken (frg.7, 3-4; 12, 2-3) iets talrijker dan de kernen met kruisendeslagvlakken(fig.12, 4-5); in de sectoren4 en 5 halendezeevenwelde bovenhand.
Naar het model van F.Hassan(1974:22\ k'amen verschillendesubtypesmet éénzijdige,aanliggende tegenoverli ggende debitagevlakken of onderscheiden worden.Schijfoormige(fig.7,5) en globulairekemen zijn procentueelgezienweinig belangrijk. Het percentagevan de onregelmatige kemen is evenwel vrij hoog. Bij dit type werden de kernenondergebrachtdie bezwaarlijkmet een van de voorgaandetypes te associërenzijn. Het betreft hoofdzakelijk kemen die slechts enkele negatiefvlakken vertonen, kernen op afslag of kernen met zeer onregelmatigevorm. In de sectorenI en 5 is ook het percentagevan de ondetermineerbare kemfragmentenvrij belangrijk; eengroot aantalhiervanzijn onderde invloed van het luur gebarsten.Vooral in de sectoren4 en 5 werden slechtseen bescheidenaantal kemen uit woÍlmersom vervaafdigd.Berekentmen evenwel de grondstofverhouding voor de volledige debitageprodukten(afslagenen klingen; zie tabel V ), d a n b lijk t d a t in d e s e c t o re n 1 , 4 e n 5 respectievelijk22,4%, 27,7% en 25,3"/ouit Wommersomwerden vervaardigd.Dit levert ons voor de sectoren4 en 5 eenduidelijke discrepantie op ten opzichte van de grondstofVerhoudingbij de kemen. Wellicht kan deze afivijking worden verklaarddoor het feit dat de eenhedengrondstof uit wommersomvolumineuzerwaren dan die uit vuuÍsteen en dus intenser konden worden gedebiteerd,waawoor trouwensook de relatieve belangrijkheid van de kemverversingsproduktenuit wommersompleit (zie tabel VII). De groottevan de kernenis vrij variabel.Gemeten volgens de langste debitagerichtingblijkt ze doorgaans3 tot 4 cm te bedragen.Uitzonderlijk komen grote kernen voor, zoals die van de fig. 16,1.De enkeleminikemenvoor de productievan microklingen(fig .12,5)zijnbijzonderverzorgden getuigenvan eenverfijndedebitagetechniek. Zoals de figuren latenuitschijnenzijn lang niet alle kemen volledig uitgeput geworden. De meerderheid vertegenwoordigtevenweleenultiem stadiumvan de debitage.Vaak is de slagboordsterk getand. (in het Op de hielboordvan de debitageprodukten bijzonder de klingen) vindt men echter onder de vorÍn van dorsaleretouchesde spoÍen terug van de regularisatiedie de slagboordvoor de debitage onderging.Eenmaalde kem was uitgeputgafmen
243
zichuiteraardniet meerdemoeiteomdeslagboord Het is lang nog eenlaatstemaalte regulariseren. niet makkelijk om uit te makenwelk soort debitageprodukten de kernen nu juist hebben opgeleverd. De eerstedrie typeszullenevenwel aanvankelijkhoofdzakelijkklingen hebben opgebracht,terwijI in hunultiemefasenogslechts klingvormige(lamellaire)afslagenen afslagen konden worden bekomen.Schijfvormige, globulaire en onregelmatigekernen komen uiteraardenkelvoor deprodukÍievanafslagenin aanmerking.
waarvanhetabsoluutoverwichtvandekemranden getuigt.De verversingvan het slagvlakdoorhet debiterenvaneenkemtabletwerdin meerbeperkte matetoegepast. De meestdrastische, maarook de meestriskantevonn van kemverversingdoor het wegslaanvan de gansekemflankblijkt slechts zeldenaangedurfd.Zeer uitzonderlijk werden kernverversingsproduktentot werktuigen gemodificeerd. In diehoedanigheid werdenzedan ook bij de werktuigen ondergebracht.Mooie voorbeeldenzijn de Montbaniklingenvan de fig.18,6,1 1.
3. Debitagetechniek Afslagenenvooralklingenhebbendoorgaans een kleine,weinigschuineenvaakoverhangende hiel. De slagbultis doorgaans zwak geprofileerd. De slagkegel, alsookhetslagpuntzijn meestalafivezig. Opdekemenishetnegatiefvan deslagbultslechts particulariteiten weiniguitgesproken. Deze vande debitageprodukten wijzenvolgensF.Bordes( 1947) op het gebruikvan eenzachte(houten?)klopper. Stenenklopperszijn trouwenszeet zeldzaam;er komen slechts enkele kwartskeien met verbrijzelingssporen voor.Vermoedelijkwerden van De die bij de ontmantelingvan de grondstofen de debitagerichting. kernvoorbereidingsprodukten van de kem ingezet.Wat er bereidende kem grovevoorbereiding anterieuraandedebitage ook van zij, de verderbesprokenstijlkenmerken voorenzijn alsdusdanig in de strikte zin van het woord. In de praktijk zal van de klingen (of althanseen deel ervan) hetmeesteÍschap het somsmoeilijk zijn dit onderscheiddoor te weerspiegelen overeenverfijnde (Montbanidebitage). voeren;theoretischis het evenwelzeerreëel debitagetechniek aanwezig. Zo is depreparatievaneen"lameà crête welbekende C. De debitageprodukten double" (zie Brezlllon, 1977: kemvoorbereidingstechniek fig.15,6).Het betrefthier immersin feite een De debitageis in de eersteplaatsop deproduktie In elkesectorwerdruim Levalloistechniek sensulato (Tixier,1960).In de van klingenafgestemd. praktijkzalhetevenwelmoeilijlgzonietonmogelijk 70oÁvan het werktuigenbestand op klingen van vervaardigd.De kwantitatiefveel belangrijker zijn'deze artefactente onderscheiden kernrandendie werdengedebiteerd op eenkem klassevan de afslagenis danook veeleeralseen gefacetteerd met slagvlak.Typische"lamesà crête klassevan afualproduktente beschouwen.We double"komenechterin onzeinventarisniet voor; sluitenuiteraardde mogelijkheidniet uit dat blijkt niet sommige,misschienzelfs vele afslagen(en deze kernvoorbereidingstechniek toegepast.Strikt genomendienen ook de trouwens ook klingen) ongemodificeerd (ongeretoucheerd) alswerktuigenzijn aangewend. mantelafslagen als kemvoorbereidingsprodukten verband tussenvormenfunctieis danevenwel beschouwd; zekunnenevenwelopmeerobjectieve Het engeenszins indicatieftenopzichtevan wijze in het classificatiesysteem van de afslagen occasioneel (zie verder).Uit de tabelVII dedoelgerichtheid vandedebitage.Onzeaandacht wordenbeschreven spreektduidelijkdevoorkeurbij dekemverversing zal dus vooral naar de klinsen en de voor een veranderingvan debitagerichting, klingfr agmentenuitgaan. 2. Kernverversingsprodukten De classificatievan dezeartefacten(tabelVII) steunt op het traditionele onderscheidtussen kemflank, kèrntableten kemrand(zie Brezillon, 7977: 96-99,fig.15).Eenadditioneleopmerking betrefthetduidelijkte makenonderscheid hrssen de produktenvan de kemverversingenerzijdsen die van de kernvoorbereiding anderzijds. Eerstgenoemde artefactenkomentot standna een voorafgaande debitagevan de kern en zijn het resultaat van een intentionele ingreep ter vemieuwingvan het slagvlakof ter verandering
van de afslagen.Deze morfologische kenmerken 1. Afslagen leek het ons weinig zijn uiteraardniet absoluutgeldig.Het zou een Gezienhet bovenstaande enonsinziensookhierweinignuttige classificatievan uitgesponnen opporhruneenzeerdoorgedreven te omschrijven. de afslagente ondememen.Naar de maximale analysevergenzenauwkeuriger afmetingvan dezeartefacenwerdende drie 2. Klingen en klingfragmenten volgendeklassenonderscheiden: De(volledige)klingenmakenin elkvandesectoren KlasseI : maximaleafrneting: 4 cm of groter aandeelvandeindustie groter slechtseenzeerbescheiden 2 Klasse2: maximaleafrneting: cm of (kleinerdan4 cm) uit (zietabelV). Klingfiagrnentenzijn veeltalrijker Klasse3: maximaleafmeting:I cm of groter vertegenwoordigd,maar men houde er rekeningmee dat dezeniet (kleinerdan2 cm) vanzelfsprekend Alle afslagenmetmaximaleaftneting< I cmwerden evenzoveelvolledige artefactenrepÍesenteren. tot deschilfersgerekend(zieverder).Hetresultaat Neemtmenenkeldeproximalefragrnenten(tabel vandezeclassificatieis in detabelVIII samengevat. IX) en de proximalekerfresten(tabel XII) in De percentages zijn voor elke sectorvolkomen aanmerking,dankan men veronderstellendat 60 vergelijkbaar:grote afslagenzijn bijzonder tot 75Vovan het oorspronkelijkearsenaalaan zeldzaam,kleineafslagenbijzondertalrijk. In deze klingen op een al dan niet intentionelewijze is geworden.Het aandeelvan totaaltellingenzijn ook de afslagenmet schors gefragmenteerd in de grondstofrerhouding waarvande wommersomkwartsiet inbegrepen. Enkelwursteenafslagen schorsminimaall/3 van het dorsaalvlak beslaat is bijzonderbelangrijk.In de sectorenl, 4 en 5 en 43,0%io van 36,6%,46,40Á werden als mantelafslagenweerhouden.Hun zijn respectievelijk percentage bedraagtin de sectorI l3,l van het het gecombineerdeaantal der klingen en totaal,in de sector4 12,4en in de sector4 15,0. klingfragmenten uit wommersom. De bij hetgecombineerde aantal Voorhetmerendeel horenookdezemantelafslagen grondstofrerhouding ligt evenweltotaal met schors der afslagenen debitageafral tot de klasse3. Wommersomafslagen slechts15,6%, (ofwindlak)komennagenoeg nietvoor.Wehebben anders;hierwerdenrespectievelijk en 25.0/;odt wornmersombekomen.Uit reeds melding gemaaktvan de algemeen 20.2%o
245
spreektduidelijk de voorkeur die bestemd zijn om tot werktuigen te worden dezediscrepantie bij de klingdebitage. omgevormd, mag men aannemendat de meest vooÍ rrommersomkwartsiet categorievan werktuigen op Het ligt tÍouwensvoor dehanddatdezegrondstof, gestandaardiseerde die in plakettenvoorkomten structureelbetere kling ook het bestde kwantitatieveen kwalitatieve kwaliteiten bezit dande geroldevuursteenkeien, kenmerken reflecteert van de standaardisatiebij zich gemakkelijkertot de debitagevan deze de fabrikatie van de debitageproduktenwaarop ze artefactenleent.Uit detabelIX blijkt het absolute werden vervaardigd. In onze industrie is de overwichtvan de proximaleklingfragrnentenop standaardisatiehet meest doorgedreven in de de distale.Dit overwichtkan in de eersteplaats categorievan de microlieten en meer bepaaldten wordenverklaarddoor het feit dat in de klasse aanzienvan de trapezia, die numeriek het best vandewerktuigenveelmeerdistaledanproximale vertegenwoordigd zljn (zie tabelX). Het lijkt ons uiteindenvertegenwoordigd zijn. In de tweede dus logisch en verantwoorduit de lcwantitatieve plaatszullenookheelwat distalefragmenten,vaak en kwalitatieve kenmerken van deze werktuigen moeilijker herkenbaaren vaak ook kleiner dan de kwantitatieve en kwalitatieve normen te proximalefragmenten,bij de analysetot de deducerendie golden bij de debitage. zijn. In het ofde schilfersgerekend debitageafual fragmentatieproces vandeklingenzijn demediale Bij de beoordelingvan de kwantitatievegegevens fragmentenals derivatenvan proximaleof distale zijn de breedteen de dikte van de fapezia uiteraard fragmentente beschouwen,wat (althansin de primordiaal. De lengte is een intrinsiek kenmerk sectoren4 en5) hungeringerbelangverklaart.Een van deze microlieten, maar leert ons grootaantalvandeduidelijk accidenteelgebroken vanzelfsprekend niets over de debitageprodukten klingfragmentenwerdenonderde invloedvan het waaÍop ze werden bekomen. Ten einde deze Bij destudievandevolledige breedteen dilÍe beterte kunnenbeschrijvenhebben vuur gefragmenteerd. klingen hebbenwe abstractiegemaaktvan het we de figuren 23-25 bijgevoegd.Op dezefiguren traditioneeldoorgevoerdeonderscheidtussen werden de breedte-dikte verhoudingen van de klingenen microklingen(Tixier, 1963:36-39; trapezia grafisch uitgetekend. De grafische van dezeverhoudingenblijken Rozoy, 1968:2I2). Ewan uitgaandedat een verspreidingsarealen goed in de drie sectoren overeente stemmen.Met klingdebitaeein deeersteplaatsartefactenaflevert
de nodige uitzonderingensitueertde breedtevan deséclats)permetde distinguerle stylede débitage de trapeziazich tussen8,0 en 15,0mm, terwijl de qui estunecaÍactéristique fondamentalede chaque dikte tussen1,5en 3.5 mm schommelt.We nemen industrie,et qu'il est moins aisé de percevoirpar aan dat dezegegevensals kwantitatievenormen I'examen des outils achevés,d'ailleurs moins bij de klingproduktie werden gehanteerd.De nombreux". Gelet op wat wij hierbovenhebben traditionele l2mm-breedte als norm bij het aangetoond beantwoorden slechts een klein onderscheidtussenklingen en microklingenhoudt percentagevan de "lames et lamellesbrutes" aan dan onvoldoenderekeningmet de debitagenorm de gesteldekwantitatieveen kwalitatieveeisen.Het en mag in dit geval naar de archeologische lijkt ons dan ook veiliger ook de beschouwingen schroothoopwordenverwezen.Op de figuren 23- van kwalitatieve aard in de eerste plaats op de 25 werdenook de breedte-dikteverhoudingenvan werktuigenzelf te baserenen in de tweedeplaats de volledige klingen uitgezet.Van al dezeartefacten op die elementendie onmiskenbaarmet de zijn er in de sectorenI ,4 en 5 respectievelljk46,4%, werktuigenverbondenzijn, zoalsbijvoorbeeldde 45,8V:oen 35,5% gesitueerd binnen de kerfresten(die o.m. eenappreciatievan de hiel van gecombineerdemaximaleverspreidingsarealenvan de "gewilde" klingen mogelijk maken). Een de trapezia(aangeduiddoor de verbindingslijnen vluchtige (kwalitatieve) evaluatie van de tussende trapeziumsymbolen).Op grond van stijlkenmerkenlaat toe de debitagestijlvan onze kwalitatieve kenmerken,zoalsde aanwezigheidvan industrieaanhet type Montbani(Rozoy,1968:370) schors,onregelmatigheidvan de boorden, enz., toe te schrijven. De trapeziaondersteunenquasi komen bovendieneen belangrijk aantalvan deze unaniemdezetoeschrijving (zie de figuren). Een klingen niet in aanmerkingvoor de fabrikatievan kwantitatieveanalysehoort dan ook in eerste tÍapezia.Na eenzo objectiefmogelijke eliminatie instantieop dezemicrolietengebaseerd; daamaast van dezeartefactenzijn in de sectorenl, 4 en 5 kan men ook de kerfrestenen de klingfragmenten respectievelijknog slechts22,4%o,20,3% en in aanmerkingnemen,voor zover dezelaatsteeen 15,3oÁvan de volledige klingen die aan de stadium in de mi croI ietenvervaardigi ng kwalitatieve normen beantwoordenbinnen de vertegenwoordigen,wat door hun rehtting zou gecombineerde maximaleverspreidingsarealen van kunnen worden aangetoond.De totaliteit van het de trapeziagesitueerd.Men kan eruit opmakendat klingenmateriaal inachtgenomen is de toeschrijving het bijzonder gewaagdis enkel op grond van het aan het type Montbani trouwensveralgemenend; ongeretoucheerde debitagemateriaal algemene gelet op de toch wel belangrijke diversiteit, die besluitente formulerenaangaandede intentionele vooral bij de ongeretoucheerdeartefacten te kenmerkenvan de debitage.Men houdeer rekening bespeurenvalt, ware het wellicht beter van een mee dat de standaardisatie bij de debitageniet middelmatiggeslaagdeMontbanistijl te gewagen. absoluutis doorgevoerden door eenberedeneerde selectie gevolgd werd, zodat men veeleer de 3. Debitageafval en schilfers verlangde en dus essentieelkarakteristieke Het absolutemerendeelvan het lithisch materiaal kenmerkenvan de debitageprodukten(in casude kan in deze klassenworden ondergebracht(zie klingen) uit het gestandaardiseerde onderdeelvan tabelV). In de sectorenl,4 en 5 makenze samen het werktuigenbestand (in casu de microlieten) respectievelijk 60,l%, 54,4% en 62,90Ávart het moet gaan afleiden. Deze methode is uiteraard artefactentotaal uit. Tot de klasse van de vooral aangewezenwanneermen de essentieel debitageafi,alwerdenalle fragmentaireartefacten karakteristiekekenmerkenkwantitatief wil saan gerekend,voor zoveÍ ze ongeretoucheerd zijn, niet duiden. tot de klingfragmentenbehorenen bovendieneen maximale afmeting groter of gelijk dan I cm Met betrekkingtot de debitagetechniek hebbenwe hebben.Alle ongeretoucheerde artefactenmet reedsevengewezenop de kwalitatievekenmerken maximaleafinetingkleinerdan 1 cm (envoor zover (stijlkenmerken)van de klingen. J.G.Rozoy niet door de zeefrnazenvan0,4 cm geglipt)werden (1968:365) meentte mogenbewerendat"...surtout als schilfers beschouwd.Het zal geen verbazing I'examen des lameset lamellesbrutesíet oarfois wekken dat de invloed van het vuur oD deze
247
artefactenbelangrijk is: 42,6%ozijnverbrand in de sectorl, 35,9%in de sector4 en 29,2%ó tnde sector 5. De aantallenv aí dezeaÍtefacïengeven een idee van de aanzienlijkheidvan onze nederzettingen; de informatiedie er voortskan wordenuit afeeleid is uiteraardminiem. D. De werktuigen Ten opzichte van het totaal aantal gerecupereerde artefacten is het percentageaan werktuigen volkomen vergelijkbaar in de sectoren 1 en 4 (respectievelijk6,3%;o en 6,9%:o).In de sector5 zijn de werktuisen in iets mindere mate (4 ,6 %). v erteg enw o ordigd De
grondstofverhouding is bij de klassevan de werktuigenbetrekkelijkeenvormig:in desectoren 1, 4 en 5 werdenrespectievelijk 22,7%,3l ,8%o en 25,8%ó van de geretoucheerde artefactenuit l'vommeÍsombekomen. Deze percentages verhoudenzich goed ten opzichtevan de grondstofizerhouding (zie bij het arïefactenïataal tabelV). De microlietenzijn in dedriesectoÍen in evenredigeverhoudingenvoorhanden:33,3%o van hetwerktuigenbestand in desector1,24,5%:o in de
sector4 en 29,9%in de sector5. De algemene grondstofverhouding bij deze categorievan werktuigen is conform met de grondstof\'erhouding bij hettotaal:in de sector1 vandemicrolieten werden18,7%o uit wornrnenom in de sector4 31,20Á vervaardigd, en in de sector 22,3 grondstof-verhouding 5 %. De specifieke bij deverschillendetypesvanmicrolietenligt evenwel totaalanders(zie verder).De tlpologische studie vanhetwerktuigenbestand steunthoofdzakelijkop J.GRozoy(1968).Slechtsin enkeleuitzonderlijke gevallenwerdvan dezetypologieafgeweken. De werktuigenwordenbeschreven naarde volgorde vandedoorJ.G.Rozoy voorgestelde tlpenlij st.Met betrekkingtot degeometrische microlieten,diein voorgenoemde typologienietaandeordekomen, werden doorgaansde voorschriftenvan de G.E.E.M. (1969) opgevolgd. Gezien de veronderstelde cultureelen chronologisch indicatievewaardevandemicrolietenhebbenwe het nuttig geoordeeld de algemenetypologische yan samenstelling deze werktuigen in een afzonderlijke tabel(X) weeÍte geven.Voormeer details verwijzen we naaÍ de typologische inventarislijstachteraandit hoofdstuk(tabelXII!
248
en de cumulatievegrafieken(fig.29). Voor zover determineerbaarwerden ook de fragmentaire werktuigen in de inventaris opgenomen.De percentages die in onzebeschrijvingentenopzichte van het totale werktuigenbestand worden opgegevenzijn, tenzij andersvermeld,relatieften opzichtevan het totaalaantalwerktuigenexclusief de ondetermineerbare fragmenten(zie tabelXIII). 1. Schrabbers In de sectoren l, 4 en 5 maken de schrabbers respectievelijk8,0%, 9)% en 9,6%ouit van het totalewerktuigenbestand. De grondstofrerhouding is in de sectoren 1 en 4 conform met de grondstofr,erhoudingbij het werktuigentotaal;in de sector5 is het aantalschrabbers uit wommersom tochwel beduidendklein (6 exemplarentegenover 27 uit vuursteen).Doorgaanszijn de schrabbers verzorgd,hoewel ook artefactenvooÍkomen die dezedeterminatienauwelijksverdienen.Ruim l/4 van de schrabbersin de sectoren1 en 4 werdenop mantelafslagen bekomen;in de sector5 is dit aantal tot bijna de helft gestegen.Hiertoe horen ook enkele schrabbers uit wommersom. De onderstaandetabel geeft de positie van het schrabhoofdweer.Ruim de helft van de schrabbers hebbenhet schmbhoofddistaalgeoriënteerd.Toch komen ook een niet te verwaarlozen aantal proximale en laterale schrabhoofdenvoor (zie figuren). Voor een belangrijk aantal schrabbers (of fragmentenervan) hebbenwe de positie van het schrabhoofd niet kunnen achterhalen. Verscheidene schrabbers hebbeneensterkversleten (of vemieuwd?) schrabhoofd.De figuren 20-22 geven de breedte-lengteverhouding van deze werktuigen weer. De niet nader te determineren schrabberfragmentenkomen op deze graÍieken uiteraardniet voor. In alle drie de sectorenzijn de afslagschrabbers veruit het best vertegenwoordigd. De klingschrabbersmaken in de sectoren 1,4 en 5 respectievelijkslechts29%, 28%:o en 21%ovanhet totaal uit. Lange klingschrabbers(fi9.7,6; 12,6-8; 16,5-6)komen voor ongeveeÍde helft voor. Een aantalvan dezeschrabbers hebbeneenslechtszwak (b.v.fig.7,6;12,7-8)en soms convexschrabhoofd hoekige overgang tussen schrabhoofd en klingboorden(b.v.fig.I 2,8).Korte klingschrabbers
(ftg.7,7-8;12,9-10;16,7)zijn eerderzeldzaam. van de Niet onbelangrijkis het percentage gebrokenklingschrabbers (fig.7,9-10;12,11-12). vandeboorden(b.v.fig.7,6-7)komt Eenretouche op de klingschrabbers slechtszeldenvoor.In de sectoren1 en4 zijn bijna l/3 van dezeartefacten uit wommersomvervaardigd;de sector5 telt 5 wommersomklingschrabbers op 7 exemplaren. Voortsvalt in hunfabrikatieweinigsystematisatie te bespeuren (zie fig.20-22). Bij de afslagschrabbers zijn vooral de eenvoudige afslagschrabbers en de duimnagelschrabbers het vertegenwoordigd. De eenvoudige best (fr9.7,1 afslagschrabbers | - | 2; | 2,13-14; 13,1-5; gÍoep,zoals 16,8-12) vormeneenvrij heterogene weerspiegeld wordt in de figuren20-22.Slechts enkelezeldzameartefacten,zoalsdie van de fr9.13,6zijn als geretoucheerde afslagschrabbers te beschouwen.In tegenstellingtot de klingschrabbers werdenin alle drie de sectoren slechtsenkelevandezeaÍefactenuit wommersom vervaardigd. (fig.S,1Bij hettypevandeduimnagelschrabbers 2; 13,7-9;16,13-14) werdende minischrabbers (fig.8,3-8; 13,10;16,15-ló) onderscheiden. In de sectorenI en 5 zijn dezelaatstezelfstalrijkerdan respectievelijk9 de echteduimnagelschrabbers: tegenover8 en4. In de sector4 en 5 exemplaren telden we 3 minischrabberstegenover5 duimnagelsckabbers. Zowelduimnagelschrabbers alsminischrabbers komenopdegrafieken(fig.2022) alsvrij gegroepeerd enonderlingafgescheiden naarvoren,wat hun typologische separatie verantwoordt. Morfologisch isdeeenheid bij beide typesevenwelver zoeken veel meerdan hun afmetingenhebbende artefactenonderlingniet gemeen.Bijzondereinachtneming verdientde vandefig.8,1.Heteigenlijke duimnagelschrabber vandit artefactwerduitgeprepareerd schrabhoofd op de rechterboord van een mantelafslaguit vuursteen;de retoucheis zeer steil en vertoont intense sleetsporen.De retouchevan de geen linkerboord is eerderschuinenheeftblijkbaar misschien magzemeteenmogelijke schrabfunctie; hechtingvan het artefactin verbandworden gebracht. Deminischrabber vandefig.8,8isin feite proximaal georiënteerde eendubbelsckabber. Het schrabhoofd is evenwelsterksehavend.Slechts
249
enkeleduimnagelschrabbers en minischrabbers 3. Boren en stekers nagenoeg werden uit wommersomvervaardigd.De Borenenstekerszijn in onzeensembles geen In enkelesector minischrabber vandefig.8,5iseenuniekexemplaar niet vertegenwoordigd. maken ze meer het dan 1%o van werktuigenbestand uit ftaniet.Totdeandereafslagschrabbers werden vandefig.8,13-14 zijnbeide eenbelangrijkaantalniet naderte determineren uit.Detweeboortjes kling vervaardigd. Dit t op ui wommersom gerekend.De enkele schrabberfragmenten (fig.13,I 1-12) integrerenzich (fig.8,l3) vertoontop de ventralezijde het dubbelschrabbers volkomenin dereeksvandeduimnagelschrabbers.minuskulenegatiefvan een(allicht accidentele) De artefactenvan de fig. 8,15 en de Merkenwe bij hetartefactvandefig.13,12op dat stekerslag. de twee tegenoverliggende schrabhoofden hier fig. 13,15 hebben een eer der massief doom,zodatzewellichtbeterals lateraal opdeafslagzijn aangebracht. De schrabber uitgeprepareerde Tenslotte komen van de fig.8,10 werd vervaardigdop een bekkunnenwordenomschreven. (fi9.8, 16;13,16),waarbij kemfragmentuit wommersomen kan met veel ookenkeleruimersvooÍ de doorn door een wisselzijdige retouchetot stand goedewil alseenatlpischekielschrabber worden éénwurstenenartefactuit desector beschreven. Het artefactvan de fig.13,14,dat op kwam.Slechts (fig.13,13) 4 werd als stekerweerhouden. Het eenkemtabletuit wommersomwerd bekomen, maakt evenwel meer aanspraakop deze betreftbovendieneenzeldzaamvoorkomend waarbijéénstekerslag werd determinatie. Gezienzljn zeerrcgelmatigeronding combinatiewerktuig, hebbenweeraangehouden hetvuurstenen artefact uitgevoerddwars op het schrabhoofdvan een afslagschrabber enenkelestekerslagen vandefig,16,17alskernschrabber tebeschouwen. eenvoudige tegengestelde in richting een stekersnede vormen We sluitenevenwelde mogelijkheidniet uit dat hethier in feiteom eenkernmetgeregulariseerdemetde basis,die eenbreukvlakis. slagboordzou gaan.Getandeschrabberszijn vrijwel afuezig. Het afgebeeldeexemplaaruit 4. Diversen metafgestompte top wursteen (fig.8,9) is met de minischrabbers te Vandedikkevuursteenafslag gÍoot gedeelte van de frg.l1 vertoont van een associëren. ,2 derechterboord alsookderetoucheeenduidelijke sleet. We willen dit artefactdan ook als een 2. Geretoucheerde afslagen stukof "pièceémoussée" beschouwen. vande geretoucheerde Het percentage afslagenis afgesleten voor de driesectoren zeereenvormig:15,3%o van De sectorenhebbenslechtséénkarakteristiek stuk("pièceesquillée")opgeleverd het werktuigentotaal in de sector1, 16,6%o in de afgesplinterd sector4 en 18,6V0 in de sector5. Dezecategorie (fig.13,17).Het artefactwerdbekomenop een wursteenfragment en vertoont bestaatvoor ruim 70%o uit afslagenwaawanéén sterkgeëoliseerd die derboordeneengedeeltelijke regelmatige retouche aanheteneuiteindeeenbifacialeafsplintering, vertoont.De retouchekan van zeerverscheiden vooralop de "ventrale"zijdehet meestintensis. uiteindewordt door een aardzíjn.Slechtsuitzonderlijkwerddeboordvan Het tegenoverliggende de afslag over de ganselengte geretoucheerd. verbrijzeldeboord gevormd.Gezien deze lijdt het weinig Afgeknotte afslagen zijn voor circa l5oÁ morfologischekarakteristieken vertegenwoordigd. Getandeafslagenzijn iets twijfel dat dit voorwerpbestemdwas om een tevervullen. functiebij depercussie mindertalrijk.Ongeveerdehelftvandezelaatste intermediaire percussie De bedoeling van zelfblijft de evenwel (b.v.fig.8,1l). vertonenevenwelslechtséénkerf In desectoren1 en5 komenook enkelezeldzame enigmatisch.Wel kan men in dit geval de uitsluitendathet"pièceesquillée"in boordschrabbers voor.Eénvandezeartefacten uit mogelijkheid kemmetversleten slagboorden desectorI is uit ftaniet.Eenandereenkelvoudige feiteeenuitgeputte (fig.8,12)is uit vuursteen. boordschrabber Een zouzijn (EscalondeFonton,1969);dezeartefacten uitzonderlijkverzorgdexemplaar(fi g.17,1) is verdienendus wel degelijk een plaatsals afkomstiguit de sector5. Het betÍeft een werktuigenin detypenlijstvanhetMesolithicum, (1978:62)was wisselzijdiggeretoucheerde boordschrabber,wattrouwensreedsdoorJ.G.Rozoy (Wordt vervolgd) geargumenteerd. bekomenop eendikkeluursteenafslag.
tlbcl
I. CoFolstta tuss.[ àt€Dt€ (bofurhortiont) o! oatoDaÀlil. Dr duÍtaÀÀi v: lEÍttcaal;
secror 4 (ÁD-áco?2) E D V OToi .
ssctor 1 (rÈÀE o15) E Dv 0 !o i .* Lz 13 Bzh 321r 3c
64 22
r2 14 16 ! 4 'ro 9482 2 i 9 t5 21 4 725 2r 73 1 7 ? to
II.
ÁB Bzb BZlr BC
c
l8ro9 4-1
23 100 254 8' 9145 6t 64 e& 52 'l 2?,0 42 12 rE 79 1812 95r1202,6
; .; si,, 2
88 I
4l 6
33,6 19,1 j4,3 lo,4
- r í' 6
6 242 tooto 2j9 t5 4' 125 10O,Oez 118 117 2t1 ï58 íooro * ro0r0 1 0 , 8 1 3 1 8 Í , 8 i6r5 21,1 roo,o ?1, 6 381515,6 1tr4 lo,5 roo,o -
Corrolstl€ art€fecteÀ
tussêÍr Alopto (bodeDhortzont) D6t orDoDealda Do6lti6.
B
Lz
n 2 !t6
Í; ,i ", 68812
E: horirontasli
S€otor 5 (Xo-m O?7) f,D vOtot.í 88 72 81
41,8 ,16,,1
(nruerdet):
48,8 Í,6
118
'lbbal
í06 39
on DosÍttr r.an A. artcfactêa
?trt ?5r9 42t9 6ï6 |4,t
28
40
s€oi,or r (rs-rE o15) D V lbt. I{.Tot. ll,t 15,6 1O,l 11,8 19ro 38,Í 1215 2t,g t5t1 5o,o
1oo,o looro 100,0 ,r0O,0 looro
90 4 21 t2 14
ên Fosltis
vsn dé arto?sct€o
s€oto. 4 (ÁI)-Ác 0?2) D V Tot. f.Íot.
?6,1 '17t3 66,'1 &,0
r0,1 11,6 9,1 |],6 1'1,5 15,8 2or0 -
251
10o,o 169 too,o 86 roo,0 51 i0o,0 5
(proceatnesl
) I cxolusÍ.f
Í1.
ssotor 5 (rc-xn Crl?) E D V not.Í.Tot. ,'t,2 27,9 81,? ?,o 4',t,t 26t5 ,8,t S,l 47A 26,3
14,9 loo,o 154 9,1 100,0 32,2 lm.o E6 25,0 loo,o 72 26,3 100,0 t9
Tsb6l III.
Vorhouilln8 tossên oppówlalrtêb8têrlaal
ên mètsrlÀ8l
l w
K€llvarv€rEbgÊprodu.Lton ÀtElsgsÁ IO.IDASD lC.tr€fraaEorto!
1404
Sobilf6rs (hof
ïcdctul.g!!
. fra€E. )
K€rfr€stea
W. ÉVÈlustl€ situ/nt.t
na! tl€ spso{fi€ko 8rrê8tstrê€rd.
Íê!íên
solr!Èbb€ra Cór€touoh€erdg
ef ÊIag€ll
G,eretouoh66rd6
kllngan
spltaên
dek](€nil€ r€t.
Spiteón
766 219
24&
11877 6278 loo,o 68,9
2817
50
50 6t
? 24
10?
17 42 68 1
24
tO
45
lt
7l 21
31
98 t'12
41
50
hS
lot.
À
10
l4 ío
85
15
145
1]l
6
4l 21
Tot. 6l
2Jt
1739864 2647881 ?3414
l 21
96
B'l8: tn
46212
:'_
19
9298 l@ro
S€otor 5 hS
14441 lo 2',1
86 8l 1244 313 l2oo 2741 l1o8 426 95
lg
5'l
45 101 r8
fot.
lt| ritu/S€r€alstrê€rdi
14o
, l
i7
6269 67)4
lt4j686
48597 46
35 5r 34 49 405 819 . 85 228 344 856 916 1787 996 2112 146 280 28 67
9115 3029 'too,o 32.6
fg:
f
À
to2?l 22566
1212 10?24 12
tBB
B! ln sl!u.
Sêotor 5
S6otor 4 Ba
69
24
784 11 104
128
29
31
te8
-4-4 282a96| 21
15662 1214
28
14
ll
9t
1-í
PtjlFlatt€n
Tota.a].
31,1
Á: oppervlsJd6i
I
71 5 16
60
629
3K-typ€
tr€rfrêÊtea
$
t4oo 2500
v€lsprsiitln8splaiDen:
35
212
379 728
Toi.
3 1 49 44
1587
83
3597 1172 1538 1694 't48 410 iza t3l
45! 83
15
1t 66
1888 21]4
ln€i
ingED efBEBt. b. 'Iio.okl Drlsho€k€n
14o t9 1597 1044
Bg tr€r'[v6Ítt€rsíDg8DroÀrl(tan
t2 27 yJ
300 129 1717 1021
29'
$otor
UontbanikLilg€n
,7 85
41
52J6 664t 44t1 '5t9
*
SDit€cn
À
107
1U 869
5o
Totáê1
Trapêzla
Tot.
888
r?09
Debltêgoafval
lebel
55 7o9 116 848
B
Ar oppolvlaktot
g€oto! 4 B lot.
Sêoto! 1 tre!!€n
ln Eitq!
r?o r0o7 40o 4t? \911 43t4 t6r9 looro
ii6 64,4
252
206 24,8
812 211 109 90 10,8 ro0r0 3419 51,r '
85 605 'r4,0 'ro0,0
Tatol V. Álg€Dên€ Êarêaatallilg
v 85
Kêrncn trot!ÍcttarstngBploduldcn
98 1268 n,
Llslát€n n lng.n trI ín8ft?gbonten
foTl 3í 17
D6tltatoa,tvBl Sohlll€r.
t192 (lnof . fraso. )
llet{dui8eÀ tr€rfrrÊt€tl
*
Tabel YI.
Clssslfiogtls
22
ro? 14o
lf! xorDê!6oBds.artsl6t.
Seotor 4 V tTot.* 61 12
* ot9
26 40 1597 r3r4 1161 42o r4 2t5 r3l 79 loo 9, 6M 17',t7 14t' ?31 669 401 48O 3597 3or3 2Wt y6 29 I 2o?l 1538 l8? , 1?0 748 6,3 429 20o 42
14
vBD a[6 keltl€n!
Eé! sl9avlaL têtarovgrl.
TtÍ€o ktulg€trèo
Blagvl. slawl.
Sohl JfvorDlg Clobulglr Orrêgelllatlg Ondetorrlnoorbsêr
Totêal *
578 119
Seotor I lí Tot.
Vr vuurstoèni
r3l
1,2
1, Í
1?B
t0
v 7J 66
O,8 Or7
78
46 1187 17A 938 212 2,1 225 ,t400 15,4 6t1 2W 27t4 2054 24ío 27,O 2v9 64
6,9
188
2,1
S€otor 5 tf rot, I 86 3? 106 88 563 689
fi or9
8l 0,9 1244 1314 lt3 3,4 12oo 12t9 2741 29t'
7r9 3í08 31,4
316
110
426
76
19
95
4,6 1,0
973' 2142 11877roo,o6905 2210 9115 100,0 6719 2579 9298 100,0 82,0 18r0 10o,0 75t8 24t2 1@tO 7213 27t7 100,0
Totaal
Í
nai dê lhilustrl€:
f rê€D.
Seotor 'l V tl Tot. 27 J4 7 18 1 19 12 7 5 4265'.6 2 2 17 20 3 10 4 14 85
22
79.4 2ot6
H! Honm€lso!Èr.êrtsi6t.
V: vuurstoênt
í lí,8 17,7 1'lr2 1,9 r8,? t3r1
v 21
7181110 11 14 3 5168r2 1 9-912tJ í-11.4
10? 100,0 61 IOO'-O
253
Sootor 4 lf Iot. y 1
I
Sootor 5 fi
v
46,5 12 10 1gt2 Ío 1Á
1
rí
lbt.
I
l5
2
10
4018 1116
12
13tg
fi
2
1
1r2
13
15
11,4
lt
I
12
D ,g
12 73 rooro 78 I 86 too,o 83,6 16,4 i@ro 9or? 9r3 í0o1o
Tabel
V-II.
Classifioêt1€ Éorikïarts16t.
V Ker:nflank
Tan da keErververaingsproilulton!
Seotor I tl Tot.
Kerntablet
3142r8 21 5
Kemrand.
74
%
#
Tabe]-f
I.
lClasse I Klesas 2 F.aeea 3
Totaê].
ClassifioBtis
V !l rot. 3146,1
26 18.6
12
3
15 22t7
í3
5
110 ?8,6
25
22
47 7112
29
28
18 2117 57
68t7
66 íO0r0 46 l? 40 26 8l íooro 601639J 1oo'o 55t4 44t6 10010 -
van ale a,fetegen i Í:
vuursteen;
H3 nornn€r8oDlq{art8i€t.
Soctor í Sector 4 S€otor 5 V 1l Tot. f. v lr Tot. vl'lTot.% 1Á 6 25 1, 6 11 19 17 1,1 24 4 7 31 2r5 82 411 25$ 299 7J 372 23t4 236 90 326 26t2 llí 918 241 1159 72$ 855 341 1198 75,5 578 2W 88? ?1,3
clagslfioetie
van ale klingfragmentên:
Sêctor 1
v Pr.orimas,l DÍstaa1 Med.la"Bl AocidêÍ!tesl
*
vl{ Tor .fi 4489t6
fi
1268 329 159? 1oo,o 1167 42O 158? IOO,O 938 306 1244 IOOrO 19)4 20t6 íoorO 7315 2615 lo0ro 75t4 24t6 Í0OrO -
fi
Tota.ul
H: HonEer-
Sector 5
Sector 4
98 42 140 íOO,o ?oro 30ro 10010 -
tota.el
Tabel rx.
16
V: vuursteeni
415 212 221 2O5
r{ 238 142 176 88
Tor. í" 67\ 39.2 J54 20$ 397 zft 1 293 17t1
v: vuurateeni
Seotor 4
ll: romrnergomkwartsist.
Sêotor 5 v}ITot.*
VUTot.% 291 218
509 )614 274 198
165 143
308 22rO 157 118 214 1513 íto í32
125
Bg
15O 219
10'13 6M
f6g
26,J
96
115
472 3gt3 275 22.9 242 2Ot2 211 17,6
171? 100,0 731 669 14oO100,0 637 563 i2oo iooro 6215 lT rS Íoo,o 52124118looro 5\1 46tg lOOr0 -
254
Sector 4 Aanta1 í'
Sector 1 Áantal Distaal
32 6 12
Prorimaal Ieteraal
6 12
Ondeternineerbaar
7 13
25
53
6
1l
26
24
í00
5t
Totaal
/" 63
Sector I Aantal % 6'l 20 39
14
30
I
24
47
loo
33
1oo
Deze tabel geeft de positie van het schrabhoofd weer van de schrabbers
Tsb€l
XI.
lypolotischê
van ile trapezla:
sanenstelllng
Sootor 1 V Nort scbui!
Tot.
9110
Larg sohuln
11
fort
23
lschthooklg
ll 211 21
Vielle
9211
f,ort aÊymetrlsob
7188
I€.Eg êByBretrl Boh
2 -2 2
% 10 14
44
46 12
V; vuursteêni
S€ctor 4 t{ Tot. 8-89 V
16-16
llt! ïoDn€rsoÍriksartalot
Sêotor 5
fi 19
I 1122
V
l{
[ot.
fi
I
12
5 I
5
R
1
1
12-1218 681421
9263542 224' 6
.
71812
9
rl
t5812 3
5
Kort sJrÍÍEettrlsoh Iêag c0mnotrlsoh
lr44
)o
SyED. ze€r BohuiEg afhl.
2 -2 2
11
SJ|Eu. ogqgays êÍ'Irr. Tota'êl
68
28
%
71
4
96 1oO loo
255
50 60
Y 40
84 too loo
46 T1
1
19 29
2
65 1oo 10O
Sohrtr€'t$F€ri.
9
8
q
É€
v ..Id...c r or
opal.bb..k-Rrrt.Erotl
,È,( ,$l
b
r
R.chth.tÉp.rtr
Í
!
x
r 2r l
2r 1
2r 0
r l ,1 12,9 rt,2
fi 8
l ,t !,o
1,o 2,1
slÍ
1,6
E
r
0,6 l t1i 4 ot,111t,
1,6 1t9
?,5
o,5
2.,
O t611O ,1 0r8 | -
1t1
2,4
ot5 O,1
E tÊ
€ le-
@<'
F
n\
a\r
rf
\o
\o
ol
!+
\o
\o
!a
|
|
o-
=*:_ , \o
|
|
N(v
I I
iP^
-
F .?n\| ds t\o| r \
ï \R "l ':
PP^
o(\rÈ \oF t-----l
ol
O\dl(v?N
|
!-\O=dl
I
(v-
stl
|
|
|
|
j
l !^r\!í..r-fl
:e
EL
t*--6@ - - È.- r t\( pn\óom hóo.
I
a;
N
r or \( !F
I Éo Él
ó'
!À àt^-tr-rFFl
Á o
5
q{.|(\|F\OstOr\OóC,q
F?
ií
9 z
Ê!0 EA
qr o,L+.PÀ+
t
Tijdschrift 'De Drie GoddelijkeDeugden' Afgiftekantoor:2380Ravelsl Redactie,samenstellingen lay-out: Marc vermeeren, I)e Meerkens10, 2382Poppel
E al ,- r o i do
ir
a
oar
o
êtg
Verschijnt 3-maandelijks Verantwoordelij ke uitgever: Laurent Woestenburg, Beatrijs v. Nazarethln. 2, 23E2 Poppel
/)6