denieuwe kunstmagazine van Maatschappij Ar ti et Amicitiae
jaargang 14 2010
21
Symphonie monoton van Yves Klein Valerian Maly
Solopsisme
Franck Gribling
Jan Vercruysse
ontoegankelijk
Tomo Savic-Gecan Jan Maarten Voskuil
Einsteintoren versus Ars Notoria Fredie Beckmans
Jerry Keizer
interview Marianne Vollmer
Gerard Petrus Fieret Een kleine kamer in Mantua Frank Lisser
After Paul Celan, Tango and Fugue Joseph Semah
Redactioneel
Inhoudsopgave 1 Jan Vercruysse, M9, 1992 3 + 4 + 5 Franck Gribling
Solipsisme en ontoegankelijkheid als kwaliteiten in de kunst beeld Jan Vercruysse
6 + 7 Valerian Maly
De kunstenaar is afwezig
Over de ‘symphonie monoton - silence’ van Yves Klein vertaling Fredie Beckmans
8 Jan Maarten Voskuil
Ongemerkt subversief Tomo Savic-Gecan 8 + 9 Ine Dammers
Industriële landschappen interview met John Gerrard 10 + 11 Frank Lisser
Beperkt toegang
Een kleine kamer in Mantua 12 + 13 Robert Broekhuis
Gerard Petrus Fieret
Het bohémienne als claustrofobische ruimte 14 Paul Donker Duyvis
James Lee Byars 15 Joseph Semah
After Paul Celan, Tango and Fugue 16 + 17 Marianne Vollmer
Gesprek met Jerry Keizer 18 Kees Koomen
In het oog van de kijker 19 Fredie Beckmans
Einsteintoren versus Ars Notoria 20 + 21 Philip Fokker
Al eindig je aan de vleeshaak of wordt je ervoor uit het Paradijs gegooid. Mensen hebben een onweerstaanbare behoefte om hun nieuwsgierigheid te bevredigen. De doos van Pandorra. De verboden kamer van Blauwbaard. De verboden vrucht aan de boom van kennis van Goed en Kwaad. Het verbod, de ban, de barrière of het ontoegankelijke, moet worden overwonnen. Montaigne (1533-1592) zei het al: ‘Door iets te verbieden krijgen we er juist reuze zin in.’ Maar hoe zit het bij wat men wel ontoegankelijke of hermetische kunst noemt? Yves Klein stelde in 1958 bij Galerie Iris Clert ‘Le Vide’ - een lege ruimte - ten toon. Duizenden Parijzenaars verdrongen elkaar om hun nieuwsgierigheid te bevredigen en om te ervaren wat het is om een lege ruimte te ervaren. Yves Klein benadrukte overigens dat de ruimte niet leeg was maar gevuld met beeldende gevoeligheid. Het is de vraag of een lege ruimte wel een ontoegankelijke kunstwerk is. Noemen we het niet zo omdat we de taal van die kunst nog niet spreken? Waardoor voor sommigen het enig effect is dat men wordt geconfronteerd met hoe ontoegankelijk men is om zich in onbekende denkbeelden te verdiepen. Het is maar een klein stapje van een leegstaand bouwwerk dat geen kunstwerk wordt genoemd naar een lege ruimte die een kunstwerk wordt genoemd. Toen in de redactie het begrip Ontoegankelijke Kunst viel ontstond een gigantische spraakverwarring. Is dat kunst achter slot en grendel, kunst die onzichtbaar is, of kunst die ontoegankelijk is door zijn hermetische aard? Uiteindelijk was de conclusie dat het eigenlijk over het weinig concrete begrip kwaliteit ging. In dit nummer een verkenning van de verschillende aspecten van het begrip ontoegankelijk. Er zijn kunstenaarsbijdragen van o.a. Jan Vercruysse, wiens werk in het voetspoor van Mallarmé als extreem ontoegankelijk en gesloten wordt beschouwd. Van Tomo Savic-Gecan wiens werk je niet ziet, maar dat je kunt zien als een subversieve actie, en van Joseph Semah, die een werk toont waarin hij schoonheid laat zien maar ook verwijst naar gruwelen en de beschouwer dwingt een keus te maken. Kun je nog van schoonheid genieten in de wetenschap dat een kunstwerk ook over Auschwitz gaat? In de vijftiende eeuw schilderde de Italiaanse schilder Andrea Mantegna de bruidskamer van de Gonzaga familie in Mantua. Een fenomenaal en vernieuwend werk dat destijds hoogstens voor een enkele uitverkorene toegankelijk was. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat publiciteitsgeile kunstenaars van nu ooit een werk zouden willen maken dat niemand te zien zou krijgen. Franck Gribling stelt in zijn essay dat in het Nederlandse populistische cultureel-politieke klimaat nauwelijks plaats is voor moeilijke kunst. En hij is van mening dat voor kunstenaars enig autisme geen kwaad kan. Marcel Duchamp’s essemblage Étant Donnés bestaat uit een houten deur met een sleutelgat. Als je daar doorheen kijkt zie de afbeelding van een liggende naakte vrouw. Inmiddels kent iedereen dat beeld en toch staan mensen in de rij om door dat sleutelgat te kijken. Dat doet denken aan het grapje: ‘Papa weet je wat het toppunt van nieuwsgierigheid is?’ ‘Geen idee kind.’ ‘Door het sleutelgat van een glazen deur kijken!’ Met uitzicht op een roos is een roos is een roos…? RB n
Aanraken en afsluiten 21 Diederick van Kleef
Hermetische fietsbanden 22 Tomo Savic-Gecanć 23 Tentoonstelling Agenda Arti
Colofon De Nieuwe wordt in een oplage van 9000 exemplaren verspreid in Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam. De Nieuwe is een uitgave van Maatschappij Arti et Amicitiae in samenwerking met Virtùmedia. Maatschappij Arti et Amicitiae, Vereniging van Beeldend Kunstenaars, opgericht in 1839. Rokin 112, 1012 LB Amsterdam. www.arti.nl en www.denieuwe.nl. Redactie Fredie Beckmans, Ine Dammers, Paul Donker Duyvis, Philip Fokker, Diederick van Kleef, Frank Lisser, Marianne Vollmer, Jan Maarten Voskuil. Eindredactie Robert Broekhuis. Grafisch ontwerp Hanne Lijesen. Bijdragen Fredie Beckmans, Robert Broekhuis, Ine Dammers, Paul Donker Duyvis, Philip Fokker, Franck Gribling, Diederick van Kleef, Kees Koomen, Frank Lisser, Valerian Maly, Jan Maarten Voskuil. Beeldbijdragen Billy Apple©, Paul Donker Duyvis, Gerard Fieret, John Gerrard, Jerry Keizer, Andrea Mantegna, Tomo Savic Gecan, Ton Schuttelaar, Joseph Semah, Jan Vercreuysse. Fotografie Fredie Beckmans, Hugo Keizer. Reacties en bijdragen nummer 22, jaargang 14, dienen uiterlijk op 20 maart 2010 binnen te zijn. Per mail naar
[email protected] of per post naar: Maatschappij Arti et Amicitiae t.a.v. redactie De Nieuwe, Rokin 112, 1012 LB Amsterdam. Voor advertenties kunt u contact opnemen met Eve Dullaart
[email protected]. De rechten voor beeld en tekst werden naar beste vermogen geregeld. Andere rechthebbenden gelieve zich tot de redactie te wenden. Bezoek ook onze website www.denieuwe.nl n
Jan Vercruysse, M9, 1992, foto Franck Gribling
2
J A A R GA N G 14 N R 2 1 A R T I E T A M I C I T I A E
denieuwe
!" #
In het huidige Nederlandse populistische cultureel-politieke klimaat is nauwelijks plaats meer voor moeilijke niet meteen begrijpelijke kunst, die intellectuele inspanning vraagt. Bij de jongens van de gestampte pot moet je niet aankomen met geraffineerde liflafjes. Als de zwijgende meerderheid het voor het zeggen heeft staat alleen wat gewoon is op het menu. Nederland heeft historisch nooit een verfijnde aristocratische hofcultuur gekend. Het Nederlandse burgerdom had meer behoefte aan een nuchter realisme zonder dubbele bodems en intellectuele pretentie. Al het andere werd al snel als elitair beschouwd, een kwalificatie die zeker nu geen aanbeveling is, maar een scheldwoord. Onder deze omstandigheden kan als tegengif een dosis hermetisme geen kwaad. Maatschappijkritische kunstenaars doen er goed aan zich tegen de draad in te onderscheiden door ontoegankelijkheid. Voor kunstenaars kan enig autisme, of met een ander woord solipsisme, geen kwaad.
Jan Vercruysse, Eventail (I), 1986, 220 x 115 cm; 55 x 95 x 80 cm; 35 x 100 x 80 cm; 15 x 100 x 90 cm, hout, bladgoud, lakverf Courtesy S.M.A.K.
Solipsisme en ontoegankelijkheid als kwaliteiten in de kunst
Franck Gribling
Het grote voorbeeld uit de kunst is in dit
gave is van hermetische formuleringen
meer bij onze zuiderburen in België.
opzicht Marcel Duchamp, niet zozeer
over het ‘Gaz d’éclairage’ en de ‘Chûte
Daar wordt Marcel Broodthaers als een
de Duchamp van de Ready-mades, die
d’eau’, die al in de Green box van 1932 te
nationaal kunstenaar beschouwd. Be-
een voorbeeldfunctie had in de Pop Art
vinden waren.
halve uit Duchamp putte Broodthaers uit de litteraire traditie van Mallarmé,
van de jaren zestig, maar de Duchamp van het enigmatische Large Glass, de
Maniërisme en moderne kunst
waar hij een grote bewonderaar van
‘Vrijgezellen Machine’ met zijn obscure
In 1989 heb ik zelf, als hommage aan
was, en die zijn oorsprong vindt in het
symboliek en daarmee samenhan-
Duchamp, een poging gedaan om
Maniërisme van de 16e en 17e eeuw. De
gend de ondoorgrondelijke notities
de ontoegankelijkheid opnieuw als
cultuurhistoricus Gustav René Hocke
verzameld in de ‘Green Box’, die doos
strategie te introduceren met het City
heeft in 1957 in zijn boek ‘Die Welt als
van Pandora uit de twintigste eeuw.
Thoughts project ‘Etant Donnés’, waar-
Labyrinth’ die samenhang van het Ma-
Als summum van ontoegankelijkheid
bij zeventien kunstenaars uitgenodigd
niërisme en aspecten van de Moderne
ontstond in het diepste geheim tussen
waren om achtereenvolgens een peep-
Kunst beschreven. Kunst is in dat kader
1946 en 1966 als een soort testament het
show te installeren achter gesloten
het resultaat van een intellectueel spel
laatste werk van Duchamp ‘Etant don-
deuren op de Amsterdamse Wallen. Er
dat zijn betekenis niet meteen prijs moet
nés’. Het is letterlijk ontoegankelijk. Het
is ook een boek over verschenen dat
geven. ‘Ajouter un peu d’obscurité’ was
publiek kan alleen door een spleet in
zo vorm gegeven was door Jaap van
volgens Mallarmé noodzakelijk en hij
de afsluitende deur een glimp opvan-
Triest, dat het zijn inhoud niet meteen
sprak daarin de vermaarde maniëris-
gen van de gruwelijke voorstelling die
prijs gaf. In het algemeen leeft de tra-
tisch dichter Gongora na.
een hyperrealische erotische weer-
ditie die verbonden is met Duchamp
denieuwe
J A A R GA N G 14 N R 21 A R T I E T A M I C I T I A E
3
Onder de nu levende kunstenaars is in
binnen, noch tegenover de wereld een
de tekens van het kaartspel toe in een
ving stamt uit die tijd. Het zijn onuitge-
België Jan Vercruysse de meest uitge-
plaats heeft of een positie inneemt.’
soort geheimschrift, dat met een sleutel
voerde plannen op papier gebleven.
leesbaar is. Een klaver staat voor de A,
sproken representant van deze richting. Zijn werk is in het voetspoor van Mallar-
Drager van herinneringen
twee klaver voor de E, etc. De zinnen,
Een kunstmatige droomtuin
mé ongetwijfeld extreem ontoeganke-
Tussen 1987 en 1994 volgen de ‘Tom-
die daaruit ontstaan worden uitge-
In Schotland is een Pleasuregarden in
lijk en gesloten. Bovendien beschouwt
beaux’. Het is een titel in het meervoud
spaard in marmeren vloer- of wandpla-
de werkelijkheid uitgevoerd door Ian
hij het Maniërisme als een essentieel
die volgens Vercruysse als pars pro toto
ten, die doen denken aan cenotafen in
Hamilton Finlay, een dichter die ook in
bestanddeel van de moderne kunst. In
ook geldt voor elk afzonderlijk werk
oude kerken. Ze roepen bij mij een door
de jaren zestig via de concrete poëzie
Nederland is hij geen onbekende. Hij
van de serie. Daar voegde hij aan toe
Cocteau vertaalde ‘Ode aan Greco’ uit
tot een beeldende ruimtelijke vormge-
was in 2005 vertegenwoordigd op de in
dat de Franse term niet alleen graftom-
1615 in herinnering: ‘Ce bloc solennel,
ving is gekomen, die de erfenis van de
het teken van Mallarmé samengestelde
be betekent en met rouw in verband ge-
ô toi qui passes cette clef brilliante de
antieke beschaving belichaamt. Zijn le-
tentoonstelling ‘Un coup de dés jamais
bracht moet worden, maar dat het ook
porphyre.’ De ‘Places’ verwijzen naar
venswerk is ‘Little Sparta’ in de buurt van
n’abolisera le hazard’ in het Van Abbe
een poëtisch of muzikaal eerbetoon is,
concrete herinneringen: Casablanca,
Edinburgh, een kunstmatige droomtuin,
Museum. Jan Debbaut had hem boven-
zoals Mallarmé een ‘Tombeau de Edgar
Palermo, Montepulciano of kunnen een
vol met reminiscenties aan de Présocra-
dien al in 1993, samen met Niek Kemps
Allen Poe’ geschreven heeft en Ravel de
komisch-absurd verhaal vertellen, in
tische Filosofie, de Metamorfosen van
uitgekozen voor een Belgisch-Neder-
‘Tombeau de Couperin’componeerde.
de trant van :’One day Velazquez and
Ovidius, het ‘In Arcadia Ego’ van Poussin
landse co-presentatie op de Biënnale
Volgens hem zijn de ‘Tombeaux’ dra-
Magritte meet at the Royal Casino. Says
en de helden van de Franse revolutie,
van Venetië.
gers van een vermogen om te herin-
Diego, Hi André. Says René, Hi Pablo.’
zoals St Just. Het is het soort ‘Locus So-
neren, die niet specifiek gericht is, een
Volgens de kunstenaar zelf zijn de ‘Pla-
lus’ waar de geest vrij spel heeft, zoals
Van taal naar beeld
positieve energie als antwoord op het
ces’ nog steeds, net als de ‘Tombeaux’
die ook beschreven werd door Ray-
Het door Stephan Beel gerenoveerde
uitwissen van herinneringen door tota-
en de ‘Atopies’ drager van herinnering,
mond Roussel, een schrijver die door
museum van Leuven, kortweg ‘M’ ge-
litaire regimes. Als voorwerp kunnen de
maar ditmaal specifiek en niet imma-
Duchamp bewonderd werd. Dichter
doopt, als modernisering van het oude
‘Tombeaux’ allerlei vormen aannemen.
nent. In een toelichting op zijn werk ci-
bij huis is in de beeldentuin van het Kröl-
lokale museum Van der Kelen-Mertens,
Het zijn soms in blauw Venetiaans glas
teert hij Giorgio Agamben, die schreef:
ler- Múller Museum, verscholen achter
opende eind vorig jaar met een retro-
afgegoten blaasinstrumenten, waar
‘Wij moeten er nog aan wennen om het
de rododendrons, ook een karakteris-
spectieve van het werk van Vercruysse,
niet op gespeeld kan worden, maar die
begrip plaats niet als iets ruimtelijks te
tiek werk van Finlay te vinden: ‘Sacred
naast een tentoonstelling van Rogier
stom aan de muur hangen. Het kunnen
denken, maar als iets origineler, mis-
grove. Five Columns for K.M., or Corot-St
van der Weiden. In het verder nog half
ook sobere maar kostbaar uitgevoerde
schien zoals Plato suggereerde als een
Just.’, uit 1980-1982.
lege, gloednieuwe museum was op een
stoelen zijn die in verschillende posities
louter verschil, met de eigenschap dat
Finlay was ongetwijfeld in sommige
koude winterse dag begin januari een
aan minimaal vormgegeven kapstok-
‘Wat niet is’ in zekere zin is, en omge-
opzichten een conservatief die de te-
bezoek aan de tentoonstelling van Ver-
ken bungelen. De serie ‘M’ (1992-1998)
keerd ‘Wat is’ niet is.
loorgang van een deugd als ‘Piëteit’
cruysse een bijzondere ‘rite de passa-
- zie cover afbeelding- bestaat uit een
Inderdaad, de betekenisdragers zijn
betreurde. Met Vercruysse deelt hij de
ge’, een dwaaltocht in een labyrint van
aantal massieve witte afgietsels van
uitgespaard in het marmer en zijn dus
opvatting dat de erfenis van de Antie-
verblindend witte zalen, verspreid over
de romp van een vleugelpiano, waar
leesbaar, terwijl ze er eigenlijk niet zijn.
ken en de Verlichting nog veel te bieden
verschillende vleugels en etages.
nooit enig geluid meer uit zal komen.
Afwezigheid is aanwezigheid. Beeld.
heeft. Evenals Vercruysse is hij in zijn
Vercruysse is evenals Broodthaers en
De titel ‘Les Paroles’ (1998-2001) kan zo-
object en taal vormen een opmerke-
stellingname eigentijds. Van de ontoe-
andere verwante kunstenaars van huis
wel betrekking hebben op een stape-
lijke beeldend poëtische synthese, als
gankelijkheid van het verleden was hij
uit dichter, een dichter die zich vanaf de
ling van witte stoelen op een witte tafel,
een nieuwe vorm van communicatie.
zich wel degelijk bewust. Voor hem was
jaren zestig van beeldende middelen
als op lessenaars met afbeeldingen en
De esthetica van het werk van Vercruy-
het echter een middel om zich te onder-
is gaan bedienen, eerst tweedimensio-
muziekpartituren. Op het eerste gezicht
sse is nauw verwant met het Neoclas-
scheiden van de middelmaat van de
naal en daarna ook driedimensionaal.
zijn het geen ‘woorden’ die iets zeggen,
sicisme van de Verlichting, een stijl die in
grootste gemene deler in de consump-
In eerste instantie gebruikte hij het me-
althans niet in de gebruikelijke zin van
diskrediet is geraakt sinds Hitler en Stalin
tiemaatschappij. Solipsisme en ontoe-
dium fotografie om zelfportretten vast
het woord. Zij roepen iets op, een asso-
er misbruik van hebben gemaakt. Het
gankelijkheid zijn krachtige wapens
te leggen, waarin hij speelde met pose,
ciatie, een herinnering.
is de schoonheid, die volgens Lucebert
tegen elke vorm van populisme. Dat
zijn gezicht verbrand had. Dat is inmid-
maakt dit soort kunstenaars actueel. In
maskerade en verhullen. Het is wel geïnterpreteerd als de verbeelding van
Afwezigheid is aanwezigheid
dels vergeten. Het is weer mogelijk om
Nederland zouden wij er nu meer van
het onvermogen van de kunstenaar om
In zijn recente werk, dat na 2004 ont-
onbeschaamd mooie dingen te maken.
moeten hebben. n
nog te communiceren in deze tijd. Na
staat, ontwikkelt Vercruysse onder de
Vercruysse staat er weer helemaal
de foto’s volgen series objecten, soms
noemer ‘Places’ een eigen gecodeerd
open voor, zoals duidelijk blijkt uit de
als installaties gepresenteerd. Onder
alfabet waarin, zij het versluierd, woor-
harmonische plattegronden voor een
één en de zelfde titel vallen heterogene
den gevormd kunnen worden. Hij ge-
‘Labyrinth & Pleasuregarden’ die tus-
voorwerpen in verschillende variaties.
bruikt de symbolen van het kaartspel,
sen 1994 en 2004 ontstaan zijn en nu als
Er wordt een spel gespeeld met aan- en
de klavers, harten, schoppen en ruiten,
boek beschikbaar. Ze beantwoorden
afwezigheid, vol historische connota-
aanvankelijk als een soort ex-voto’s op
helemaal aan het schoonheidside-
ties. Van de zogenaamde ‘Atopies’, die
de muur geordend in de configura-
aal van zuivere proporties uit de 18e
tussen 1985-1987 ontstaan, is gezegd dat
ties van het pokeren: Full House, Flush,
eeuw en ook de droom van de vol-
het idee een rol speelt dat ‘kunst noch
Carré. Vervolgens past Vercruysse
maakte strak aangelegde tuinomge-
Jan Vercruysse, Tombeaux, # 4, 1988 (1991) foto Franck Gribling
4
J A A R GA N G 14 N R 2 1 A R T I E T A M I C I T I A E
denieuwe
Jan Vercruysse, Places (1.15), Poker Flush, 2006, foto Franck Gribling
Jan Vercruysse, Zelfportret (L’Art de Lire), 1983, afmetingen: 51 x 88 cm, materialen: fotolithodruk op papier, eenmalige druk naar een foto, courtesy S.M.A.K.
denieuwe
J A A R GA N G 14 N R 21 A R T I E T A M I C I T I A E
5
‘Symphonie Monoton - silence’, D-dur à 20 minutes, 20 minutes de silence
De kunstenaar is afwezig
Valerian Maly vertaling Fredie Beckmans
Over de ‘symphonie monoton - silence’ van Yves Klein Een jonge man, ongeveer achtien jaar oud, eigent zich - uitgestrekt liggend op het strand en zojuist begonnen aan een ‘realistisch-imaginaire reis - de hemel toe. Later zal hij hierover zeggen ‘mijn eerste en grootste monochroom’, op de achterkant gesigneerd: ‘Ik heb de hemel, mijn naam, op zijn rug geschreven!’ Met deze beroemd geworden symbolische geste door de hemel te signeren heeft Yves Klein zich de wereld toegeëigend, en van te voren al een punt gemaakt om met zijn concept de kunst te dematerialiseren: aan de andere kant van de hemel.
een enkele, lang aanhoudende klank
ponisten houden zich met complexere
en een daarop volgende uitweidende
vraagstukken bezig en orkestleden
‘absolute’ stilte van gelijke duur bestaat.
voelen zich voor dit werk vaak te goed.
Daarin zit alles wat voor zijn latere werk
Wanneer in 1961 bij de opening van de
zo kenmerkend is: in de reducering tot
tentoonstelling: ‘Yves Klein: Monochro-
één enkele klank van twintig minuten
men en Vuur’ de ‘Symphonie Monoton
en de daarop volgende abrupte stilte
- Silence’ onder leiding van Yves Klein
van twintig minuten. Hiermee verteld
wordt uitgevoerd, vindt er tijdens de
hij het verhaal van een dematerialise-
repetitie een opmerkelijk gebeurtenis
Veelzeggend en met gevoel voor iro-
dat toendertijd voor veel ophef zorgde
ring welke hij later zo sprekend met zijn
plaats. De orkestleider zou na korte tijd
nie en publiciteit reageerde Yves Klein
en vandaag niet minder verwondering
monochromen weet te vertellen. Een
hebben gezegd: ‘Dit is helemaal geen
door het geven van een groot aantal
veroorzaakt. Met enkel één muziekstuk
symfonie zonder enige ontwikkeling,
muziek, dit is toch een D-Dür Akkoord,
performances, met kunstwerken en pu-
bereik je vaak niet de status van een
bestaande uit een enkele consonante
kom op, speel nu eens alleen een D-Dür
blicaties op de toendertijd heersende
groot componist, maar in de context
klank. Die ‘in zichzelf gekeerd’ twintig
Akkoord.’ Dat het gebruik van één en-
kunststroming, die nog steeds vasthield
van een nog jonge muziekgeschiede-
minuten lang vastgehouden wordt. Ge-
kel akkoord muziek zou kunnen zijn en
aan kunstwerken uit de tube van een
nis, is de ‘symphonie monoton - silence
volgd door een net zo lang durende
de stilte een basis voor het bestaan van
geniale schepper. Vergelijkbaar met
1949 - 1961’ een unieke en uitzonderlijke
stilte, tijdens welke zich de herinnering
welke klank dan ook, dat was toentertijd
Duchamps aversie voor de ‘ la patte
compositie. Tegelijk met zijn beeldende
aan de voorafgaande klank volledig
in Krefeld kennelijk nog niet denkbaar.
du peintre’, de ‘klauw’ van de domme
uitingen had Yves Klein al vroeg het mu-
kan oplossen en zo ruimte schept voor
Om zijn compositie op papier te krijgen
kunstschilder. De basis van zijn werk
zikale idee om een ruimte, de ruimte,
een gedematerialiseerde ruimte.
zocht Yves Klein hulp bij muziekvrien-
kwam veel meer voort uit een helder en
te impregneren met één enkele mono-
Behalve in talrijke tentoonstelling cata-
den. Hij vroeg of de Parijse componist
berekenend wereldbeeld: niet de ‘verf
chrome klank en de daarop volgende
logussen waarin de ‘Symphonie Mono-
Louis Saguer hem vier of vijf partituur
heeft hem’ (Klee), hij heeft de verf en laat
stilte. Om iets meer te begrijpen van
ton - Silence’ enkel als een biografische
schetsen kon leveren. Die schetsen be-
die dan ook gelijk patenteren ‘Internati-
de voor hem erg belangrijke symfonie
noot wordt opgevoerd, zul je het als
stonden uit ontwerpen voor een een-
onal Klein Blue (IKB)’.
moet hier gezegd dat een aantal van
muziekstuk bijna nooit horen. In uitge-
voudige één-toon-uitvoering tot aan
Yves Klein - Le Phénomène - is vooral
zijn monochromen in 1960 muzikale ti-
breide naslagwerken over moderne
complexe orkest muziek. Saguer liet de
bekend geworden door zijn mono-
tels hadden als: l’acord bleu, resonance,
hedendaagse gecomponeerde muziek
verschillende schetsen aan Yves Klein
chromen, met puur pigment gemaakte
do-do-do en fa. En allemaal in dezelfde
zoek je vaak tevergeefs om een verwij-
horen en die koos voor het atonaal in D-
schilderijen en objecten alsook het idee
beroemde ultramarijne kleur.
zing naar Yves Klein te vinden. Het kan
Dür doorgecomponeerde orkeststuk.
van de leegte, de lege ruimte en een de-
De sprong in de leegte
natuurlijk dat het uitgangspunt van de
Symphonie
materialisatie van de kunst. De op 34 ja-
Tegelijk met de eerste stappen in de
‘Symphonie Monoton - Silence’ als te
In 1958 zegt Yves Klein dat de idee voor
rige leeftijd gestorven kunstenaar (1928
monochromie ontwikkelt Yves Klein in
eenvoudig, te marginaal gevonden
zijn monochromen beïnvloed is door
- 1962) heeft echter ook een éénmalig
1947 zijn idee van de ‘Symphonie Mono-
wordt, om ook maar enige waardering
drie aspecten. Zijn grote liefde en inte-
muzikaal kunstwerk op zijn naam staan,
ton - Silence’ die, de titel zegt het al, uit
uit de muziekwereld te krijgen. Com-
resse voor Judo, Rozenkruisers en Jazz.
6
J A A R GA N G 14 N R 2 1 A R T I E T A M I C I T I A E
denieuwe
bron: video stills van http://www.youtube. com/watch?v=Hr2AT0GFfKI
Yves Klein dirigeert zijn ‘Symphony Monoton-silence’ op 9 maart 1960 in Galerie International d’Art Contemporain in Paris.
Hij speelde piano en droomde ervan
ren. De wereld van de gedachte staat
den toon wordt je jezelf pas bewust van
stilte veroorzaakt bovenal de gewenste
een groot orkest te hebben en een stuk
boven die van de gewenste wereld en is
de klankstructuur. Het oor wordt gesen-
de-materialisering van de ruimte: een
te componeren met een enkele toon,
de tweede van zes hogere sferen, door
sibiliseerd en zo zijn niet alleen de ge-
grenzeloze ruimte.
een grote monotone symfonie, met een
welke de evolutie ons zal leiden.’ Hein-
blazen, de gestreken en de gezongen
Yves Klein is met zijn stilte, in de muziek
door veel ruimte doordrenkte massa.
del wijst hier vooral op alleenstaande
toonhoogtes te vernemen. De luisteraar
niet uniek. Klankpauzes worden in de
De toon zou via een elektronisch procé-
langgerekte tonen en hun effect en be-
‘vergeet’ de ononderbroken repete-
muziek al sinds het einde van de Renais-
dé geen begin en geen einde hebben.
weert dat de muziek de drager is van
rende klanken in toenemende mate.
sance gebruikt om spanning op te roe-
Yves Klein volgde al geruime tijd het
transfiguratieve sferen en zich hiermee
In plaats daarvan komen gelaagde
pen. Klein echter schreef een lengte van
concept van een geschilderde kunst
boven alle andere kunst verheft. De
boventonen uit de verschillende klank-
de stilte voor, waarin het gespeelde stuk
waarbij de hand van de kunstenaar
grote liefde voor judo gaat zelfs zo ver
kleuren van de instrumenten en zang-
en zijn echo volledig oplossen, verdrin-
ontbreekt. En zoals bij zijn compositie
dat Yves Klein in Japan de zwarte band
stemmen naar voren en veroorzaken
ken en geen enkele verwachting meer
de hand van de componist zou ontbre-
haalt. In die tijd komt hij ook in aanra-
zo een changerende klankruimte. Pas
van wat er nog zou kunnen gebeuren
ken. Hiermee lijkt hij de nieuwe opko-
king met het Zen Boeddhisme. Daarbij
jaren later weten de minimal music com-
zal worden beantwoord.
mende Avant-garde muziek der zesti-
komen twee Japanse begrippen voor
ponisten dit te bereiken met meer geraf-
‘Het thema in mijn compositie, is de kern
ger jaren van de vorige eeuw vooraf
leegte, Ka en Ma, naar boven drijven.
fineerde en gecomponeerde muziek.
van wat ik eigenlijk van mijn leven had
te zijn gegaan. Zoals bijvoorbeeld John
Ka is de leegte die boven alles staat. Die
Silence
willen maken. Zonder begin en zonder
Cage die de ruis een plek in de muziek
alles in zich draagt. Zowel de massa als
‘Silence absolu’ - absolute stilte of abso-
einde, een duizelingwekkend gevoel,
geeft en gelijk krijgt met zijn gedachte
de leegte. Ma is een uitdrukking voor de
luut zwijgen (personne ne bouge dans
waarbij de sensibiliteit als een angel, uit
dat eigenlijk alle klanken gelijkwaardig
leegte die tussen verschillende compo-
l’orchestre, geen orkestlid mag zich be-
de tijd wordt getrokken. De Symphonie
zijn. Hij stelt ook vragen bij vastgeroeste
nenten bindend werkt.
wegen staat er in de partituur) zal daar-
bestaat eigenlijk niet en toch is zij er.
compositietechnieken.
Monoton
op het overdonderend twintig minuten
Losgeweekt van het fenomeen Tijd, om-
Daarnaast zien we dat Kleins compositie
‘Laat me een Perzisch sprookje vertel-
akkoord in dezelfde tijdspanne volgen.
dat ze nooit is geboren en nooit gestor-
is beïnvloed door zijn interesse voor Ro-
len: een fluitspeler begon op een dag,
Het abrupte, onverwachte afbreken
ven, is zij in een wereld van alle bewuste
zenkruisers en Judo. Rond 1947/48 krijgt
een enkele lang aangehouden toon
van de klank opent in de ware zin van
waarnemingen een aanwezige en
Klein een uitgave van Max Heindels ‘La
te blazen, te spelen. Toen hij dit nu al
het woord een ongehoorde ruimte. De
hoorbare stilte.’ n
Cosmogonie des Rose-croix’, het hand-
twintig jaar volhield, zei zijn vrouw dat
stilte, de leegte wordt fysiek grijpbaar.
Ingekort artikel van Valerian Maly. Kun-
boek van het Rozenkruisers genoot-
alle andere fluitisten meerdere harmo-
Daarmee bereikt Yves Klein iets dat met
stenaar en docent aan het conservato-
schap uit Oceanside, Californië. Daarin
nische tonen en veel melodieën voort-
de uitstraling van zijn monochromen
rium van Bern waar hij muziek en perfor-
wordt een wereldbeeld beschreven dat
brachten. Dat zoiets toch verrassender
vergelijkbaar is: de ruimte is geïmpreg-
mance doceert.
hem voortaan zal bezighouden: ‘De fy-
was. De ‘monotone’ fluitist antwoordde
neerd met klank en stilte. En zoals in de
Vertaling Fredie Beckmans
sieke wereld is de wereld van de vorm.
dat het toch niet zijn schuld was dat hij
begrenzing van het kijken naar maar
Zie Yves Klein http://www.youtube.
De gewenste wereld is vooral de we-
de toon had gevonden waar de ande-
een kleur een fysiologisch nagloeien in
com/watch?v=Hr2AT0GFfKI
reld van de kleur. Maar de wereld van
ren nog steeds naar op zoek zijn.’
ons oog veroorzaakt, zo klinkt de klank
http://www.youtube.com/
de gedachte is de wereld van Klanksfe-
Geconcentreerd op de lang aangehou-
in de stilte na. De extreme lengte van de
watch?v=pJV0n4A_6-M&NR=1 n
denieuwe
J A A R GA N G 14 N R 21 A R T I E T A M I C I T I A E
7
Jan Maarten Voskuil
Ongemerkt subversief Wie destijds met de plattegrond in de hand op zoek was naar het werk van Tomo Savic-Gecan (Zagreb, 1967) tijdens het Triple X festival in Amsterdam, kon lang zoeken, tot men begreep dat het werk zich reeds in dezelfde hand bevond. De in Amsterdam wonende kunstenaar had zichzelf namelijk een paviljoen toebedeeld en dit op de plattegrond van het Westergasfabiek terrein laten aanbrengen. In werkelijkheid bestond het gebouw niet. Sommigen zullen wellicht de schouders ophalen en denken: ‘wat een flauwe grap’. Maar wie zich iets meer verdiept in het werk van Savić Gecan, moet tot de conclusie komen dat het de kunstenaar ernst is. Wat zich in eerste instantie laat aanzien als een zuivere en steriele vorm van conceptuele kunst, blijkt bij nader inzien een zeer fysieke en confronterende ervaring te zijn. Vaak zonder dat mensen het door hebben. Tijdens de Manifesta 3 in Ljubljana, liet Savic-Gecan een white box bouwen met een muur die langzaam verschoof, de ruimte kleiner en weer groter maakte, maar zo traag dat de bezoekers het nauwelijks merkten. In de Begane Grond in Utrecht liet hij een bewegingsdetector aanbrengen. Het publiek dat zijn ruimte betrad zag niets, haalde wederom de schouders op en verliet het zaaltje weer, zonder te beseffen dat het betreden van de ruimte, meer dan duizend kilometer verderop, relatief ernstige gevolgen had: De roltrap in een winkelcentrum in Zagreb werd aan- en weer uitgezet met behulp van de bewegingsdetector en zo beïnvloedde een argeloze kunstconsument het leven van een oude vrouw in Zagreb met een tas vol boodschappen. Enigszins vergelijkbaar wierp hij een obstakel op voor de bezoekers van een park. De enorme witte muur die op een ochtend zomaar de weg versperde voor de onwetende wandelaar, was qua afmetingen precies geschikt om een zaal in het nabijgelegen museum in tweeën te splitsen. De zaal bleef op zijn verzoek leeg. Zowel de park- als de museumbezoekers tasten in het duister over het hoe en waarom. Pas achteraf in de catalogus werd het werk verklaard met twee foto’s; een van de lege zaal en een van de witte muur in het park. Ervaring en begrip Recentelijk liet Savic-Gecan de glazen pui van een galerie in Brussel omsmelten tot drinkglazen. Het publiek stond tijdens de opening letterlijk in de kou, maar kreeg ter compensatie wel wat te drinken uit het glas dat hun eigenlijk van de buitenwereld had moeten afschermen. Maar wist het publiek dit? Doorgaans communiceert Savic-Gecan maar heel summier over zijn acties, vaak zelfs pas achteraf. Hij wil graag dat het publiek er iets voor moet doen, om erachter te komen wat nu eigenlijk zijn ingreep is. Dat mensen zelf nadenken, niet alles voorgekauwd krijgen. Dat de lege ruimtes die hij toont, niet zozeer gaan over de leegte, maar juist over de beslotenheid ervan. En dat dit niet alleen iets is dat je kunt begrijpen, maar ook fysiek kunt ervaren of liever; dat het begrip niet zonder de ervaring kan. Belangrijk element van zijn aanspraak op de zelfredzaamheid van het publiek, lijkt mij het subversieve ervan. Waar de kunst doorgaans een veilige en afgeschermde vrijplaats is, waar kunstenaars zich ferm en anti maatschappelijk kunnen opstellen, zonder dat dit doorgaans buiten de kunst wordt opgemerkt, dáár maakt Savic-Gecan ons subtiel, maar pijnlijk bewust van deze kunstmatige scheiding. Verpakt als intellectuele en conceptuele kunst, ontpopt zijn werk zich feitelijk als een sociale interventie, die zowel het kunstpubliek als de gewone man fysiek overvalt en met elkaar verbind, zonder dat ze direct beseffen wat er nu precies gebeurt. n
Is het werk van jonge talentvolle kunstenaars ontoegankelijk, of zoeken zij juist naar een dialoog met het publiek? Het werk dat getoond werd bij de Open Ateliers van de Rijksacademie in november 2009 geeft daar geen eenduidig antwoord op. Het meest intrigerende werk dat ik daar zag was Cuban School van John Gerrard. Het beeld heeft iets hypnotiserends. Gerrard maakt gebruik van foto’s, die hij in een cirkel van 360° om het object heen maakt en van gevonden foto’s. Met zijn team werkt hij, gebruik makend van high-tech programma’s en apparatuur, net zo lang door totdat de beelden naadloos in elkaar overgaan en er een roterend virtueel beeld ontstaat, dat ervaren kan worden als echt. Hij is gedurende zes maanden guest resident op de Rijksacademie en hij heeft net een grote presentatie van zijn werk op de Biënnale in Venetië gehad. Gerrard is aanwezig bij zijn werk en geeft graag informatie. Ik vraag hem naar zijn ideeën en motivatie voor zijn werk. ‘Ik beschouw mijzelf een beetje als een activist. Op de Biënnale waren drie van mijn werken te zien onder de titel ‘animated scene’. Je kunt het politieke animaties noemen, animatie betekent hier aan het licht brengen. Alle drie tonen een industrieel landschap. Waar het mij om gaat zijn de condities waaronder wij produceren, condities die bepaald worden door olie, de katalysator van de westerse welvaart. Wij
8
J A A R GA N G 14 N R 2 1 A R T I E T A M I C I T I A E
denieuwe
Grow Finish Unit (near Elkhart Kansas) 2008. Realtime 3D projectie 4,5 x 6m
Industriële landschappen
Ine Dammers
een interview met John Gerrard leven aan het einde van een agri-cultu-
was, ‘Oil Stick Work’, wil ik projecteren in
theatraal, schilderachtig als sculpturaal.
le kwaliteit die de herkenbaarheid en
reel proces. De door olie aangedreven
een openbare ruimte. Ik ben bezig met
Het gereedschap om ze te produceren
daarmee de toegankelijkheid van het
gemechaniseerde landbouw heeft op
het maken van een reusachtige projec-
is de software van populaire video-
werk vergroot. Ik verbind mijn werk met
veel plaatsen de bodem geërodeerd.
tie in de ondergrondse midden in het
games: real time 3D. De computer is een
de baan van de zon, het verloop van de
Een neveneffect daarvan is bijvoor-
financiële hart van Londen. Er komen
open systeem, bevat een stroom van
seizoenen, dag en nacht. Met het real
beeld een stofstorm. In het werk ‘Dust
vijfenveertig miljoen mensen in een
data, en kan geprogrammeerd worden
time 3D programma kun je het verloop
Storm’ komen gedurende acht minuten
jaar voorbij, zolang zal het werk daar
om de actuele tijd van de dag te vol-
van licht naar donker in een etmaal en
gigantische wolken stof onafwendbaar
blijven.
gen. Ik maak gebruik van foto’s die ik ter
van de seizoenen in een jaar program-
plaatse maak, in een cirkel van 360° om
meren en verbinden met de actuele
dichterbij. Ik kwam bij toeval een foto tegen van een stofstorm, uit 1935 in Texas,
Virtuele werelden
het object heen, van gevonden foto’s,
tijd. Ik ben erg gefocust op de zon, en
tijdens de crisis. Dat was de aanleiding
Ik zie deze werken als virtuele spiegel
van beelden van Google Earth, enz. Wij
de natuurlijke veranderingen van licht
voor dit werk en voor mijn onderzoek
voor een virtuele wereld. Ik bouw mijn
werken hier net zo lang aan totdat de
naar donker, ook omdat die verstoord
naar onze voedselproductie en om-
werken op als abstracte sculpturen, het
beelden naadloos in elkaar overgaan
worden door de technologie. Ik kwam
gang met energie. De crisis toen, zie ik
uiteindelijke beeld is vaak formeel en
en er een roterend virtueel beeld ont-
het gebouw bij toeval tegen toen ik op
als een voorafschaduwing van de ko-
minimalistisch. Er is een strakke indeling
staat, dat ervaren kan worden als echt.
Cuba was, die school stond daar als een
mende crisis. Op de terugweg uit Texas
in land/water, horizonlijn en lucht. Het
Ik heb vier mensen in dienst: om de mo-
‘alien’ in het landschap. Ik noem het een
kwam ik het landschap tegen dat de
beeld wordt geprojecteerd op groot
dellen te bouwen, te programmeren en
functionele ruïne, een post-oil realiteit,
aanleiding was voor ‘Grow finish unit’.
formaat 4,5 x 6 meter, zodat je als het
voor de productie. Zonder hen zou ik dit
selfsupporting, die als een nieuw model
Het werk toont een industriële lagune
ware middenin het landschap staat.
niet kunnen maken. Zelf ben ik artdirec-
kan dienen voor efficiënt energiege-
met het afval van 10.000 varkens die met
Donald Judd is wat betreft de vorm een
tor, mijn studio is in Wenen. Ik denk dat
bruik, ook de slums met hun hergebruik
1000 tegelijk in elk van de tien schuren
van mijn grote voorbeelden. Het beeld
de kunstenaar individueel niet meer in
van materialen kunnen een model zijn
zitten. De mens is totaal afwezig. Het
is volledig in de computer ontstaan. Ik
staat is om de complexe situaties van
voor een anders omgaan met onze na-
productieproces is volledig geautoma-
gebruik het virtuele als metafoor, een
onze tijd zichtbaar te maken. Wil beel-
tuurlijke rijkdommen.
tiseerd en daardoor gedehumaniseerd.
conditie van de echte wereld. Je kunt
dende kunst relevant blijven en op ge-
Ik probeer dat vervreemdende ook te
Ook hier is olie weer de basis: pompen
het zien als een methode om te praten
lijke hoogte blijven met bijvoorbeeld
tonen, maar het uiteindelijke beeld dat
aangedreven door dieselolie irrigeren
over de omstandigheden van het he-
wetenschap, dan kan dit alleen door
gepresenteerd wordt heeft niets te ma-
in cirkels de gebieden waarop koren
den. Het virtuele lijkt ook samen te val-
teamwork.
ken met mij persoonlijk. Ik documenteer
staat, dat weer als voedsel voor de var-
len met de synthetische processen van
kens dient. Samen met het water wordt
deze tijd. Het kan heden en verleden
Tijd en emoties
van de steden, om kennis over te dra-
de kunstmest verspreid, ook een van
samenbrengen, net als in de film, alleen
In het werk Cuban School, dat nog on-
gen van onze tijd.’ n
olie afgeleid product. Een ander werk
zou ik mijn werk eerder post-cinematic
voltooid is, draait de camera langzaam
van mij dat op de Biënnale aanwezig
tableaus willen noemen: ze zijn zowel
rond een gebouw. Tijd is een emotione-
en breng deze scènes naar de centra
denieuwe
J A A R GA N G 14 N R 21 A R T I E T A M I C I T I A E
9
Andrea Mantegna (1431 - 1506), occulus
Beperkt toegang
Frank Lisser
Een kleine kamer in Mantua De bruidskamer van Mantegna (8 x 8 x 7 m) In 1460 werd Andrea Mantegna (1431
ven meter. De ruimte was niet geschikt
in de twaalf driehoeken in de bogen en-
moest worden. De Italiaanse werkelijk-
- 1506) tot zijn dood de hofschilder in
voor echte grote ontvangsten, maar op
kele scènes uit onder andere de mythen
heid was alles behalve dat. De voort-
vaste dienst bij de Gonzaga famile in
kleine schaal zal het toegankelijk zijn
van Hercules en op de bogen daaron-
durende gewelddadige strijd tussen
Mantua (Po-vlakte Italië). In 1465 begon
geweest voor maximaal tien genodig-
der de wapens van de Gonzaga fami-
diverse stadstaten leek in verste verte
hij in opdracht van Ludovico Gonzaga
den. Ook nu nog kan op afspraak deze
lie. Alles is omzoomd met overvloedige
niet op een dergelijk rijk.
(de hertog van Mantua, de heerser van
ruimte maximaal met tien personen
goudversiersels, guirlandes, plantmo-
De meeste figuren op de wanden zijn
deze stad 1444 - 1478) in het 125%.
bezocht worden (slechts tien minuten
tieven met de suggestie van echt stuc-
portretten van de Gonzaga familie.
oudste gedeelte van het hertogelijk
per bezoek, behalve tijdens de hitte in
werk. De taferelen op de wanden zijn
Zo begroet op de westwand Ludivico
paleis Castello di San Giorgio met zijn
augustus. Het is er dan zo stil dat je de
onderbroken met pilasters en gordijnen
Gonzaga zijn zoon kardinaal Fransesco
schildering van de bruidskamer ofwel
hele middag mag blijven). Alle vier de
zodat het lijkt dat er meerdere gebeur-
Gonzaga. Een kardinaal in de familie
Camera degli Sposi. In 1474 was het werk
wanden en het plafond zijn beschilderd
tenissen naast elkaar plaatsvinden. Het
werd in die tijd gezien als een machtige
klaar, maar er zijn historici die beweren
en zijn na de restauratie uit 1992 in een
landschap op de achtergrond staat
positie en betekende een nog groter
dat hij er tot 1488 mee bezig is geweest.
perfecte staat; alsof Mantegna gisteren
vol met Romeinse monumenten. Het is
aanzien voor de gehele familie. De
De kleine kamer van ca. 8 x 8 meter ligt
nog bezig was. Alleen in de zuidoost
duidelijk dat de mensen op deze schil-
hoofdfiguren worden begeleid door
nu wat afgelegen op een tweede etage
hoek zijn vier taferelen grotendeels ver-
deringen rechtstreeks afstammelingen
pages en prachtige paarden met zeer
van het enorme uitgegroeide complex.
dwenen
zijn van de grote Romeinse heersers.
exclusieve tuigage en hoofdstellen.
Mantegna zelf is nooit in Rome geweest,
Op de noordzijde zit Ludivico met zijn
Hij heeft meerdere kamers beschilderd maar alleen deze kamer is behouden
De wanden
maar hij schildert wel op de west-wand
vrouw Barbara omringd met hun com-
gebleven. Of het echt bedoeld was als
Het iconografische programma van de
de complete ommuurde stad Rome van-
plete familie bij elkaar. Ze ontvangen
een bruidskamer is de vraag. De kamer
wandschilderingen zijn hoogst waar-
uit zijn fantasie, als een ideale stad. De
een brief waarop de benoeming van
is gebruikt als slaapkamer, studieruimte
schijnlijk tot in detail gedicteerd door de
Renaissance is politiek maar ook artis-
zijn zoon tot kardinaal wordt aange-
en als kleine ontvangstkamer voor be-
opdrachtgever, met als doel grenzeloze
tiek doorspekt met het verlangen naar
kondigd. Het is de voorbode van heer-
langrijke gasten. De vierkante ruimte
zelfverheerlijking. Mantegna zal hierin
de herleving van het Romeinse rijk. De
lijke tijden van de aanstaande eeuwige
doet huiselijk aan met een haard in een
niet veel inspraak hebben gehad. In de
Gonzaga’s zagen zichzelf graag als
macht. Opvallend is dat deze geïdea-
bewerkte schouw, twee ingangen en
bogen rondom de geschilderde koepel
een nieuwe aanstaande Romeinse kei-
liseerde inhoud geschilderd is zonder
aan een kant twee kleine vensters. Er is
zijn acht medaillons geschilderd met
zersdynastie en Mantegna heeft er alles
een directe verheerlijkende vorm. De
ook een afgesloten toilet. Het plafond
daarop grote Romeinse heersers onder
aan gedaan om dit tot leven te wekken.
portretten zijn nuchter, terughoudend,
is een koepel met aan elke onderzijde
andere Julius Ceasar, Augustus, Tiberius,
De Gonzaga ‘s geloofden in een droom
gedetailleerd en vermoedelijk naar het
drie bogen. Het hoogste punt is bijna ze-
Caligula, Claudius, en Nero. Daaronder
van het Romeinse rijk dat herschapen
leven geschilderd. De mensen zijn echt,
10
J A A R GA N G 14 N R 2 1 A R T I E T A M I C I T I A E
denieuwe
soms haast rauw, getypeerd. Ze zijn niet
door de toepassing van meetkunde.
gemodelleerd naar een ideaalbeeld.
Dergelijke toepassing lijkt het meest
Het zijn stuk voor stuk echte persoon-
op het huidige computerprogramma
lijkheden, wijs, ernstig, onbezonnen,
Google SketchUp: 100% perfectie in de
trots, zorgelijk, nors, vadsig en soms
schematische weergave van de ruimte.
ook gewoon lomp zoals bij Barbara.
Deze oculus belichaamt het ideaal van
Dit maakt de wandschildering des te
de Renaissanceschilder. Het gezegde
invoelbaarder, menselijker. Ondanks
van toen luidde: ‘virtuozo amatore del-
de gedicteerde zelfverheerlijking komt
le difficulta prospectivo e scorci’ (= met
het geheel over als een documentaire,
gemak, als een liefhebber van moeilijk-
als een precieze beschrijvende film. Na
heden, het perspectief en de verkorting
wat langer kijken beginnen de honden
toe passen). Mantegna doet dat hier op
op te vallen. Het lijkt wel of iedereen bij
een voor die tijd baanbrekende wijze.
de Gonzaga’s een hond heeft. Keurig aangelijnd staan grote honden tussen
Voor wie dan?
de paarden. Er is ook een klein poedel-
De gedicteerde eer en glorie van de
tje dat vlakbij Ludivico staat. Een enkele
Gonzaga-familie is op de wanden over-
hond staat met zijn kont naar het publiek
duidelijk, maar in dit plafond lijkt deze
en onder de stoel van Ludivico zit zijn
betekenis volkomen afwezig te zijn.
geliefde hond Rubino. Wat doen al die
Vanuit een hedendaagse opvatting
honden daar? Wat betekenen ze? Nam
zou deze oculus geïnterpreteerd kun-
elk geportretteerde familielid dat ver-
nen worden als een kritiek. Immers de
scheen op deze familiereünie domweg
hogere, bovenwereld kijkt frivool ge-
zijn hond mee met de vraag: ‘ mogen
amuseerd naar beneden en lijkt op het
ze er ook op?’ Of was het een eis van
punt te staan om voor de grap van al-
de opdrachtgever? Paarden, dat zijn
les naar beneden te gooien. Het is alsof
dé symbolen voor machtige families,
een verveeld publiek in voetbalstadion
maar honden? Mogelijk staan ze voor
de voetballers wil gaan bekogelen met
trouw en onderdanigheid (volgens de
zitkussentjes. Is het bedoeld als een re-
kunsthistoricus Signorini)
lativering van de grote glorie en macht van de Gonzagas? Of is het een speelse
Plafond
verwijzing van het betrekkelijke van het
Midden in de rijk gedecoreerde koepel-
aardse bestaan? Zou dat dan de bete-
plafond heeft Mantegna een opening
kenis zijn van een stel putti, een pauw
ofwel oculus geschilderd van ongeveer
en een groep gewone vrouwen zonder
2,70 m doorsnede. Deze oculus, een
duidelijke tekens die vertellen wie ze zijn
van de beroemdste wapenfeiten van
of voorstellen? Waarschijnlijk gaat het
de Renaissance, lijkt geen duidelijke
Mantegna niet om een inhoud. Hij toont
betekenis te hebben. Ze biedt zicht op
hier op een verbluffende wijze de ma-
een blauwe lucht met witte wolken dat
thematische toepassing van dat pas uit-
wordt omzoomd door een geschilderd
gevonden perspectief. Het is een soort
balkon met ellipsen in perspectief van
demonstratie van het nieuwste van het
onder af. Over het balkon kijken een
nieuwste: de perfecte weergave van de
aantal vrouwen naar beneden. Er staan
illusionaire derde dimensie. Hier toont
een paar blote putti op een randje. Er
Mantegna zijn ware interesse: ruimte il-
is één donkere vrouw met oriëntaalse
lusie. Maar aan wie liet hij dat dan zien?
hoofddoek en één met hoofddeksel
De Gonzaga’s die waren enkel maar
voor gehuwden. Een putto staat klaar
geïnteresseerd in de weergave van hun
om een appel naar beneden te gooien
politieke machtsdroom en zullen wel
en twee putti lijken op het punt te staan
wat gelachen hebben, mogelijk ver-
om naar beneden te plassen. Eén putto
baasd over het visuele effect. Het grote
toont zijn prachtige achterwerk. Een
publiek dan? Die kregen het niet te zien,
enkel puttohoofd wurmt zich door het
immers dan moest je op audiëntie en
balkonhek. Het lijkt erop of die grote ton
hooguit met tien per bezoek schoot dat
met de plant te zwaar is voor die steun.
niet op. Hooggeplaatste zakenrelaties?
Iedereen kijkt met aandacht naar wat
Een enkele zal de oculus op waarde ge-
er beneden gebeurt behalve de pauw,
schat hebben, maar de meesten zullen
die op de balkonrand zit en schuin om-
niet meer culturele belangstelling heb-
hoog kijkt. De oculus viel vermoedelijk
ben gehad dan een gemiddeld Tweede
buiten de opdracht en is waarschijnlijk
Kamerlid. Vermoedelijk ging het om de
een practical joke van Mantegna.
vakgenoten, daar zal het wel indruk op
Het in die tijd net uitgevonden lijnper-
gemaakt hebben. Immers Vasari heeft
spectief (1436) is hier briljant toegepast
hem terecht als één van zijn helden in
in de weergave van de figuren in het
‘De Levens’ beschreven. Maar konden
verkort van onderen en de ruimte-illusie
vakgenoten uit bijvoorbeeld het vij-
wordt daardoor naar een maximum
andige Florence, Milaan of Venetië zo
op gevoerd. Het perspectief in geo-
maar bezoek komen? Een enkele, mo-
metrische vormen was in die tijd al op
gelijk. Ik denk dat Mantegna juist door
behoorlijk niveau, echter de toepassing
deze beperkte toegankelijkheid de ge-
op organische vormen was nog niet
legenheid heeft genomen om te kijken
zo ver. Mantegna vertaalde de anato-
hoe ver hij kon gaan. Deze durf kon al-
mie en de vele onregelmatige vormen
leen als niemand het zag. Waarschijnlijk
naar een onderliggend mathematisch
heeft hij het voor zichzelf gedaan, zon-
schema en projecteerde dat in een ver-
der zakelijk belang (hij was toch in vaste
dwijnpunt. In de Renaissance gebeurde
dienst), zonder pottekijkers, gewoon uit
niets improviserend op het oog. De illu-
nieuwsgierigheid. n
sionaire precisie hier werd veroorzaakt
Andrea Mantegna (1431 - 1506), detail portret.
Andrea Mantegna (1431 - 1506), putto met appel.
denieuwe
J A A R GA N G 14 N R 21 A R T I E T A M I C I T I A E
11
Scheveningse strand, ca. 1970, collectie Gemeentemuseum Den Haag
Zelfportret ca. 1968, collectie Gemeentemuseum Den Haag
Gerard Petrus Fieret
Robert Broekhuis
Het bohémienne als claustrofobische ruimte Als je over de Haagse fotograaf en dichter Gerard Fieret (1924 - 2009) schrijft raak je al snel verstrikt in bizarre anekdotes. Natuurlijk zeggen die verhalen veel over de mens die hij was, maar daarmee kun je niet zijn werk beschrijven. In de jaren vijftig kwam Fieret vaak rond etenstijd bij een tante van mij aanwaaien in de Hollanderstraat in Den Haag. Om haar te paaien heeft hij menig maal mijn neefje Peter getekend. Nasi Goreng voor een tekening. Het zijn hoekig en trefzeker getekende portretten van een vijfjarig jongetje. Enigszins Van Gogh-achtig van vorm. Fieret bezat de gave de persoonlijkheid van iemand te laten zien. Met diezelfde scherpe blik keek hij ook naar de mensen die hij fotografeerde. De schitterende voyeuristische vrouwenportretten die hij heeft gemaakt zijn intens en geladen. Vermoedelijk danken ze hun ontstaan aan het onvermogen van Fieret om op een andere manier met vrouwen in contact te komen. Met grote charme wist hij hun ijdelheid te bespelen - een trefzeker wapen - zodat ze zich door hem lieten fotograferen, maar in plaats van de koketterie te laten zien, toont Fieret heel dwingend de ‘condition humaine’.
voorbeeld een touwtje of een dop van een bierfles uit zijn broekzak haalde en over de herkomst een hilarisch verhaal vertelde dat je door niet na te vertellen krochten van zijn ongebreidelde fantasie voerde. Geestig, ontroerend en met grote gevoeligheid voor onwaarschijnlijke details die werden uitvergroot tot wereldoorlogen. Na zijn dood bleek hij een halfbroer en twee zusters te hebben. Geen van mijn vrienden die hem al jaren kende was van hun bestaan op de hoogte. Ik heb altijd het gevoel gehad dat Fieret het fictieve personage Gerard Petrus Fieret speelde: de bevlogen kunstenaar die
Met de wereld die Gerard Fieret toont
neiging onderdrukken om de werkelijk-
overal buiten stond. In de laatste tele-
is iets wonderlijks aan de hand. Er is
heid in zijn foto’s te willen zien. Van een
visie reportage die over hem gemaakt
geen simpele verklaring voor wat de
schilderij van de Chirico zal je je nooit
werd door Frank van den Engel zie je
foto’s van Fieret zo bijzonder maakt,
afvragen of hij het geschilderde in de
het ontstaan van een conflict. Hij wordt
daarvoor raken ze te veel aan diepe en
werkelijkheid zo gezien heeft. Zo moet
woedend en spreekt zijn ongenoegen
ingewikkelde emoties. Ze roepen herin-
je ook naar de foto’s van Fieret te kijken.
uit met een sterk Haags accent. De keu-
neringen op aan wat misschien alleen
En je vooral niet laten misleiden door
rig pratende bohémien is uit zijn rol ge-
maar dromen zijn of herinneringen aan
het ‘romantische’ aspect van zijn werk:
vallen en de film gunt ons een korte blik
een voorbije tijd. Je wordt weliswaar
de beschadigde gerafelde en onder de
op de andere kant van Gerard Fieret.
meegevoerd in zijn manier van kijken.
copyright stempels en handtekeningen
Als toegift een korte anekdote. In 2008
Maar na een tijdje realiseer je je dat je
zittende foto’s. Het is de uiterlijke vorm.
werd hij vier en tachtig jaar. De Haagse
eigenlijk achter Fieret aan strompelt in
Het bohémienne als claustrofobische
Kunstkring organiseerde in haar galerie
een tot mislukken gedoemde poging
‘ruimte’. De stempels en handtekenin-
op de Denneweg een tentoonstelling
om te begrijpen waar je eigenlijk naar
gen bracht Fieret pas later aan omdat
van zijn foto’s. Toen hij zittend in een rol-
kijkt. Je staat er buiten. Op de keper be-
hij er van overtuigd was dat anderen
stoel langs zijn werk werd gereden, zei
schouwt zou je net zo goed naar een
zijn werk zouden stelen. Daar ontlenen
hij vol verbazing: ‘Wie heeft die foto’s
surrealistisch schilderij van de Chirico
zijn foto’s hun kracht niet aan. Ze wer-
gemaakt? ‘ ‘Die heb jij gemaakt Gerard.’
kunnen kijken. Daar sta je ook buiten.
ken eerder storend. Je moet dus eigen-
‘Werkelijk? ….. GENIAAL !!!’ n
De foto’s van Fieret lijken geen ander
lijk door die stempels heen kijken. Een
doel te dienen dan zich zelf te zijn. Ze
onmogelijke opgaaf natuurlijk.
Het Gemeentemuseum Den Haag heeft
suggereren dat ze een ooit bestaande
Het leven van Fieret was denk ik een-
in november 2009 de artistieke nalaten-
werkelijkheid weergeven. Het is verwar-
zaam, onzeker en verlaten. Tussen hem
schap van Gerard Fieret verworven. In
rend dat het daar maar zijdelings mee
en de ander stond uiteindelijk altijd zijn
het najaar van 2010 zal zij voor een deel
G.Fieret, portretten van Peter de Jong,
te maken heeft en dat zijn werk meer
paranoïde aard. Maar Fieret was ook
te zien zijn in een groepstentoonstelling
ca. 1952
zegt over de manier van kijken van
een fantast en een charmeur. Als hij bij
in het Fotomuseum Den Haag, onder-
Fieret, dan over de onderwerpen die
Marja en Haye Smith - vrienden van mij
deel van het Gemeentemuseum. Dan
Zonder Titel, 1966, collectie Prentenkabinet
hij fotografeert. Je moet anders kijken:
uit Den Haag - langskwam (ook rond
zullen nieuwe publicaties over het werk
van de Universiteit van Leiden (pag 13)
vrijer, associatiever, en je natuurlijke
etenstijd) kon het gebeuren dat hij bij-
van Gerard Fieret verschijnen. n
12
J A A R GA N G 14 N R 2 1 A R T I E T A M I C I T I A E
denieuwe
13
Pinhole 11 x 14 inch van atelier, foto’s Hugo Keizer
Marianne Vollmer
Gesprek met Jerry Keizer
‘Als ik het binnen de beperking niet kan vinden hoef ik het daarbuiten niet te zoeken’
14
J A A R GA N G 14 N R 2 1 A R T I E T A M I C I T I A E
denieuwe
Ik ben ooit uit een vorm van nieuwsgie-
met dat geduld erin, dat herken ik wel
bolletje geaaid te worden. Dat zie ik als
righeid gaan tekenen. Met vette conté
in hoe ik nu bezig ben met mijn werk.
een beknotting, als een bedreiging. Dat
op papier dat ik met tien vellen tegelijk
Het is geen verborgen kunst wat ik
past niet in mijn structuur dus zoek ik het
in mijn kamertje op de muur spijkerde.
maak, ik ben een verborgen kunstenaar
ook niet op.
Ik tekende de een na de ander vol en
omdat ik mijn prioriteiten zo gesteld heb
legde ze bovenop elkaar onder mijn
dat ik alles ondergeschikt heb gemaakt
Buitenwereld
bed om er daarna nooit meer naar te
aan het werk. Het gaat mij om het to-
Toen ik jonger was en de dingen min-
kijken. Dat deed ik elke nacht, was een
taal, de hele weg. In dat proces wil ik
der op een rij had, onstuimiger was, kon
jaar of veertien en zat overdag op
elke dag werken, dienstbaar zijn. Daar
ik wel ineens mijn koffer pakken en op
school. Met zestien jaar ben ik met een
speelt geen enkel ander ding een rol in.
reis gaan. Dat zou ik nu niet meer doen.
bakfiets vol van die ongefixeerde teke-
Dat geïsoleerd zijn vind ik prima.
Als ik naar Parijs wil ga ik in mijn stoel
ningen naar de Rijksacademie gegaan
Ooit wilde de toenmalige directeur van
zitten, denk aan Parijs en dan ben ik er
en werd aangenomen. In mijn ouderlijk
het Stedelijk Museum Edy de Wilde me
geweest. Dat meen ik echt. Ik heb hele-
huis was geen enkele vorm van kunst te
in Amerika introduceren. Dat heb ik niet
maal geen behoefte om al die plaatsen
vinden behalve een zilveren doos met
gedaan. Daar had ik helemaal geen
te zien. Dat is zonde van mijn tijd. Zo is
de nachtwacht erop. Gesproken werd
zin in. Vond ik niks. Wat moest ik daar en
het ook met kunst. Als ik daar aan denk
er niet. Ik hielp mijn vader die - naast
wat moet ik met succes. Kijk, hier kan ik
- ik roep het niet op, het overkomt me -
dat hij keeper van Ajax was - in fruit han-
doen en laten wat ik wil, dat heb ik ver-
dan denk ik vooral aan mensen zoals
delde regelmatig met het uitladen op
overd. Maar als je je verbindt aan men-
bijvoorbeeld Nicolas de Stael, en kan
de Centrale Markt. Je stond dan ochten-
sen die verwachtingen van je hebben
me daar dan helemaal in verdiepen. Ik
denlang tegenover elkaar eindeloos
dan moet je je elke keer losbreken en op
zie de periodes voor me, de ideeën. de
sinasappels over te pakken zonder
losbreken zijn ze niet gesteld. Daarbij
stappen die hij daarin gemaakt heeft.
een woord te wisselen. Dat doorgaan
komt: ik kan er niet tegen om over mijn
Hoe iemand daar zijn hele leven mee
bezig is geweest. Het is mijn manier van
Die verschild per schilderij en is bepa-
contact hebben met de kunstwereld,
lend voor het karakter ervan. Ook de
hier zittend in mijn atelier. Tentoonstel-
afstand tussen de lijnen die ik met een
lingen bezoek ik hoogst zelden. Het is
ijzeren discipline over het hele doek vol-
vooral een sociaal gebeuren en heeft
houd bepaal ik van te voren.
niets met mij te maken. Het is helemaal mijn wereld niet. Het staat niet stil hoor!
Geduld
Een grote hoeveelheid informatie is ook
Kijk, ik ben nieuwsgierig naar wat ik nog
onontkoombaar. Je wordt gebombar-
allemaal kan doen met witte en zwarte
deerd met van alles. Zoals ik al zei ben
lijnen op dat vlak. Wat je door het slijpen
ik meer geïnteresseerd in het proces en
met de door de tijd heen opgedane ba-
vind ik alles wat buiten gebeurt vaak
gage kunt bereiken. Als ik het binnen
niet interessant. Als men dat een ivoren
die beperking niet kan vinden hoef ik
toren noemt.... Voor mijzelf houdt het
het daarbuiten niet te zoeken. Een schil-
begrip ‘ivoren toren’ meer een gedach-
derij is voor mij een langdurige zaak. Ik
tewereld in waarin iemand leeft dan dat
werk ongeveer een jaar aan een doek.
het iemand is die de deur dichthoudt om
De grote strijd die ik vooral de laatste
zijn werk te doen. Wat ik bedoel is dat ik
jaren daarin voer is of ik wel genoeg
niet kies voor het kluizenaar zijn, maar
geduld heb getoond bij de opbouw
dat als ik op straat loop ik niks doe. Dus
van het werk. Die opbouw doe ik op
ben ik liever hier.
de ezel alvorens over de vloer het schilderij zijn uiteindelijke vorm te geven. Ik
Series
vraag mij dan af of ik het niet nog meer
De vraag, de twijfel, het geduld, dat
had moeten verhevigen, intenser had
zijn de ingrediënten waarmee uitein-
moeten maken. Met intenser bedoel ik:
delijk iets kan ontstaan waarvan ik zeg:
meer reliëf geven, meer dominanter
daar ben ik blij mee. Als ik s’avonds de
laten worden van zwart of wit. Dat zijn
laatste streek zet moet die voor mij net
vragen. Alle stappen die ik zet liggen in
zo intens zijn als de eerste waar ik de
elkaars verlengde. Je komt bij een schil-
ochtend mee begonnen ben. Ik duld
derij tot een punt dat je zegt: hier kan
niet dat dat anders is. Daarna valt al-
ik niets meer aan toevoegen. Het is op
les weg, een zwart gat, sta ik met knik-
een natuurlijke manier uitgeselecteerd
kende knieën bij wijze van spreken. Mijn
in de tijd. Dan heb ik er niets meer mee
agenda is mijn geweten. Iedere dag is
en, net zoals met die conté-tekeningen
ingevuld met een getal dat staat voor
van vroeger, is mijn interesse voor dat
het schilderij waaraan ik heb gewerkt.
schilderij dan weg. Het wordt een ding.
Als ik in oude agenda’s kijk en ik zie witte
Ik draai het om en zet het weg en zie het
gaten denk ik: wat was er met mij aan
pas weer als ik het te voorschijn moet
de hand?
halen als er iemand komt kijken of als
Na jaren in kleur te hebben gewerkt ben
je wordt uitgenodigd. Ik zie dan alleen
ik nu alweer ruim eenendertig jaar be-
een schilderij. Zie niets meer van de
zig met zwart/witte schilderijen over het
intenties, van al mijn vragen die ik heb
vierkant. Daarin kan je de consequente
gehad. Dat is net als met pijn niet meer
stappen volgen waarin ik binnen de
oproepbaar. Gladgestreken door de
vorm probeer de zeggingskracht te
tijd. Ik wil natuurlijk ook niet dat dat voor
vergroten, probeer andere accenten te
anderen zichtbaar is.
leggen. Het moet in harmonie over het
Als aan mij gevraagd zou worden wat
doek bewegen. Als ik het aan de muur
voor mij het belangrijkste is dan zou
hang mogen mijn ogen nergens blijven
ik niets anders kunnen antwoorden
haken, het moet gaan. Ik zoek in een
dan: nieuwsgierigheid. Niet in dat pro-
schilderij eeuwig en altijd hetzelfde: dat
ces te zullen verzanden. Want zonder
is de herkenning van een gevoel. Maar
nieuwsgierigheid is alles weg. Dan heb
ik zal nooit een stemming of een emotie
je alleen nog maar dat wat je al gedaan
in mijn werk toelaten. Ook mijn bronnen
hebt waar je op terug kunt vallen en ik
wil ik voor mijzelf niet formuleren omdat
ga liever onderuit in nieuwsgierigheid,
ik bang ben dat ik daarmee dingen doe
dan dat ik er nog een sta te maken die ik
die niet goed zijn voor mezelf. Ik werk
al gedaan heb. De vraag is mij het dier-
in series. Dat heeft vooral een prakti-
baarste, dan ben ik in mijn element. n
Jerry Keizer, V - 135 - 2009
sche kant. Ik werk met olieverf omdat ik alleen daarmee kan realiseren wat ik wil laten zien. Door in series te werken
Jerry Keizer (1938) woont en werkt in Am-
kan ik continue doorgaan ondanks de
sterdam. Hij wordt vertegenwoordigd
lange droogtijden. Daarbij komt dat je
door Galerie Nouvelles Images. Zijn
in een serie veel meer kunt experimen-
werk zit in vele belangrijke collecties.
teren. Het schilderij ontstaat over de
Zo heeft het Stedelijk Museum Amster-
vloer waar ik in opperste concentratie
dam veel werk van hem bezit. Grote mo-
zwarte of witte lijnen over het doek laat
numentale werken door hem ontwor-
gaan zonder dit aan te raken. In de ge-
pen zijn of vernietigd ( grote golvende
laagdheid die ontstaat vormen de res-
blauwe lijn op de Parkeergarage ‘Glip-
tanten van de onderliggende lijnen een
hoeve’ in de Bijlmer en is inmiddels af-
belangrijk onderdeel in het geheel.
gebroken) of zijn niet meer toegankelijk
Vooraf bepaal ik de dikte van een lijn
(neonlijnen in het voormalig ministerie
- ze moeten in een werk allemaal even
van O & W waar nu de Nederlandse Ge-
dik zijn - door de keuze van de kwast.
heime Dienst, de AIVD zit). n
Jerry Keizer, IV - 112 - 2009
denieuwe
J A A R GA N G 14 N R 21 A R T I E T A M I C I T I A E
15
Paul Donker Duyvis
James Lee Byars De wijsgeer van Rotterdam zit in de toren, 1983 In 1983 organiseerde ik een project met de Amerikaanse kunstenaar James Lee Byars (1932 -1977) onder de titel ‘De wijsgeer van Rotterdam zit in de toren’. Het project maakte ook deel uit van de door Wink van Kempen geïnitieerde manifestatie ‘Perfo Tijd’. Kort daarvoor had ik een magistrale expositie van Byars in het van Abbemuseum gezien. Vol geestdrift snelde ik naar de kamer van Wim Beeren, directeur van Museum Boymans-van Beuningen met de vraag of ik een kleine expositie met Byars mocht doen. ‘Dat is goed’, zei hij ‘onder twee voorwaarden: geen budgetoverschrijding en ik wil er verder niet mee lastig gevallen worden, alle alle problemen zelf oplossen.’ Drie minuten later stond ik weer buiten.
je - wanneer je het artistiek toepast - al
taal te bedekken. Ik wilde hem tonen als
op een verheven vlak tegemoet treedt’.
een geheimzinnige Sjamaan, als een
Byars’ gouden en stoffen objecten om-
orakel. Aldus geschiedde...
lijsten in wezen in hun materialiteit het
In culturen buiten de onze heeft de
eigenlijke werk. Hij vindt zijn objecten,
wijze guru op de berg, de sjamaan in
of laat ze maken, en presenteert ze dan
de bossen, de heremiet op de zuil, de
aan ons op een vragende manier: ‘Wat
filosoof in de ton, een vaste plaats ver-
denk je, bestaan deze dingen echt?
worven. Niet gebonden door de strijd
Zouden we beter af zijn zonder ze? Hoe
om het dagelijkse bestaan, staat hij in
worden ze gewaardeerd? Is deze ‘set-
contact met werelden en denkbeelden
ting’ beter dan de banaliteit waaraan
die buiten ons omgaan. Hij maakt zich
Byars is bekend van grote tentoonstel-
James Lee Byars ging in 1969 voor het
ze overstijgt? En zo ja, hoe kunnen we
vrij voor reflectie en het doorgronden
lingen als de Documenta in Kassel en
eerst naar Europa en werkte met zowel
aannemen dat we zien wat goed is en
van het menselijk bestaan. Voor hen die
de Biennale van Venetië. James Lee
Joseph Beuys als Marcel Broodthaers
wat beter, wat juist is en wat perfect is?
steun en wijsheid zoeken vervult hij een
Byars, geboren in Detroit in 1932, is een
aan
per for-
En is ‘zien’ wel genoeg?’ De implicatie
belangrijke en gerespecteerde rol.
raadselachtig kunstenaar die meer
mance-achtige manifestaties. Byars
van het werk van Byars is dat we zouden
Heeft de praktisch ingestelde leefge-
bekendheid geniet in Europa dan in
bleef met papier en kostbare stoffen
moeten luisteren, bijvoorbeeld naar de
meenschap Rotterdam geen behoefte
zijn geboorteland. Hij studeerde aan
werken, gemakkelijk wisselend tussen
onzichtbare vragen die vermoedelijk
aan een opvolger van Erasmus, aan een
de Waye State University, en vertrok in
het voorbijgaande en het duurzame,
de lucht rondom zijn werken vullen. En
nieuwe wijsgeer, aan een ontbrekende
1958 voor verdere studie naar Kyoto in
tussen vrolijke baldadigheid en ge-
altijd op zoek naar de Zen-achtige ‘Per-
schakel in de Rotterdamse Cultuur? De
Japan, waar hij tien jaar zou blijven. Zijn
concentreerde aandacht. Altijd was
fect Question’, gesymboliseerd door de
kunstenaar James Lee Byars heeft voor
verblijf in Japan beïnvloedde zijn latere
er die onvoorwaardelijke overgave.
kleine Q, die in veel van zijn beelden is
hem vast een ruimte geschapen in de
werk. Hij maakte evocatieve uitvouw-
Tegelijkertijd investeerde hij in kostbare
gebeiteld.
toren van Museum Boymans-van Beu-
bare sculpturen van papierstroken,
installaties en sculpturale ondernemin-
Al snel veranderde mijn rol van con-
ningen - hoog boven het dagelijkse ge-
sommige tot driehonderd meter lang,
gen gemaakt van brons, zandsteen,
servator in die van onwetende leer-
woel. Het wachten is op de komst van
die zorgvuldig, cerebraal en theatraal
marmer en aangepast antiek meubilair.
ling. Elke dag kreeg ik opdrachten en
de wijze die de perfecte vraag stelt. n
ontvouwd werden tijdens zijn publieke
Byars heeft zich als kunstenaar gedu-
adviezen. Ik moest me van Byars zo
optredens. Behalve het gebruik van
rende zijn leven aan één thema gewijd:
inleven in zijn kunst dat ik die - namens
fragiel materiaal als papier, behalve
het sublieme, het verhevene, de ‘vol-
hem - geheel naar eigen inzicht voor de
wit marmer, koos hij fluweel, zijde en
maakte schoonheid’, zoals hij het zelf
presentatie in het museum moest creë-
goud voor zijn kleding en kunst. Toen
formuleerde. Daarbij ging het hem niet
ren. Ook moest ik naar Japan, ontslag
hij in 1972 was uitgenodigd voor de Do-
om afzonderlijke voorwerpen, maar
nemen, het museum verlaten en zelf din-
cumenta, gaf hij een memorabele per-
slechts om een idee. Zo betekende het
gen gaan maken. Uiteraard heb ik alle
formance gekleed in rode zijde, losse
materiaal goud voor Byars ‘de meest
aanbevelingen opgevolgd. Mijn eerste
Duitse woorden uitsprekend door een
abstracte mogelijkheid van het verheve-
werk moest zijn een portret van Byars. Ik
gouden megafoon vanaf de top van
ne’. Goud, schreef Byars ooit, is ‘van een
vroeg hem zijn onafscheidelijke zwarte
het Fredericanum in Kassel.
zodanige mate van abstractie, dat het
blinddoek af te doen en zijn gezicht to-
gemeenschappelijke
James Lee Byars, The Sage of Rotterdam, 1984, foto Paul Donker Duyvis
16
J A A R GA N G 14 N R 2 1 A R T I E T A M I C I T I A E
denieuwe
Joseph Semah, After Paul Celan, Tango and Fugue; This, however, brings us GaV Le-GaV (Back to Back) with the artist’s promise, 2009, Notenblätter (Johann Sebastian Bach: Die Kunst der Fuge), Transparentpapier, Tinte (schwarz/blau), weißes Garn, 32 x 23 cm, courtesy the artist De werken zijn te zien van 19 februari tot 19 maart 2010 in het Goethe-Instituut in Rotterdam, en van 1 april tot 30 april 2010 in het Maison Descartes in Amsterdam
17
Ton Schuttelaar, Attitude, 2010
In het oog van de kijker
Kees Koomen
kunst die betekenis zoekt De eerste tentoonstelling die ik van de Haagse kunstenaar Ton Schuttelaar zag, ‘this great fire’, vond in 2006 plaats in de ruimte van Quartair in Den Haag waar hij voor STROOM een grote installatie maakte. Hij wist de grote moeilijke ruimte met eenvoudige middelen totaal te beheersen. Een geometrisch vloerpatroon naast een spiegelende wand in combinatie met de stalen pilaren die de ruimte bevat deed aan een moskee denken, de suggestie van oneindigheid. Daarin stond een houten pilaar met een boeket bloemen in een vaas met stalen kogels en op de vloer lag een met verf besmeurd rotsblok. Ik kreeg associaties met Japanse zen-tuinen en koans, de onoplosbare zen-raadsels die de geest onophoudelijk langs mogelijke oplossingen kunnen laten dwalen. Terzijde stond een tafeltje met stoelen en vanaf het tafeltje werd een video geprojecteerd. Op de spiegelende wand hing een vel papier met daarop twee rechthoekige vlakken wat de ruimte naar de beeldende kunstpraktijk terugkoppelde. Ook lag op de vloer ergens een Metro.
stad. Uit deze foto’s maakt hij een keuze
te om de geest te laten dwalen door
en de gekozen foto’s krijgen een titel.
mogelijke betekenissen van het werk en
Die titels zijn vaak erg pompeus, zwaar.
na te laten denken over waar betekenis
Ze suggereren begrippen of bezighe-
gemaakt (conceptie) en gegeven (per-
den uit de kunst, politiek, ethiek of reli-
ceptie) kan worden. Dat spanningsveld
gie. Met dit materiaal gaat Schuttelaar
tussen maker en beschouwer intrigeert
het atelier in of hij gaat aan het werk in
mij mateloos en in Schuttelaar’s werk
een ruimte waar hij werk kan laten zien.
wordt het eindeloos opgerekt.
Daar maakt hij er beelden van. Die beel-
Na mijn eerste kennismaking met het
den zijn ook weer minimaal, gemaakt
werk van Ton Schuttelaar en met de
met ‘arme’ voor de hand liggende ma-
mentaliteit waarmee hij werkt, ben ik
terialen. Het werk wordt zorgvuldig
zijn werk gaan volgen. Ik waardeer het
opgebouwd in relatie met de ruimte
om de ruimte die het afdwingt om er zelf
waarin het getoond wordt.
actief mee aan het werk te gaan. Het is dezelfde ruimte die hij in ‘Atelier als Su-
Het alledaagse leven betekenen
permedium’ bood aan andere kunste-
Een eerste indruk is heel belangrijk
nodigden gemaakt en één avond ge-
Er lijkt een verband te bestaan tussen
naars om een tentoonstelling te maken
voor hoe je verder het werk van een
toond. Tussendoor maakten de beide
het werk van Ton Schuttelaar en Ro-
en die Schuttelaar tot een grootmoedig
kunstenaar ervaart. Voor mij was deze
kunstenaars regelmatig samen of solo
bert Smithson en dan met name de de
kunstenaar maken.
tentoonstelling met haar schijnbaar
een tentoonstelling. De inhoudelijke
Non-Sites. Smithson’s idee om plekken
Ezra Pound heeft het in zijn essays over
willekeurige elementen een bron van
ernst van het project en het werk dat
uit post-industriële landschappen bin-
het begrip ‘meaningful detail’. Schut-
mogelijke betekenissen die echter geen
getoond werd leek in tegenspraak met
nen de tentoonstellingsruimte te bren-
telaar geeft met zijn onderdelen van
van allen expliciet gemaakt werden. Het
de ontspannen en aangename sfeer,
gen vindt een parallel in de foto’s die
de werkelijkheid een beeld van de 21e
was een met weinig middelen gevulde
maar die attitude en de energie die het
Schuttelaar gebruikt om ingevingen uit
eeuw waarin cultuur nog steeds pro-
ruimte die met een groot gebaar werd
geheel uitstraalde spraken mij enorm
de buitenwereld na vertaling de ruimte
beert op wanhopige manier de natuur
gepresenteerd om de toeschouwer
aan.
in te brengen waarin hij werkt. Schutte-
tevergeefs te reguleren. Daarnaast
laar haalt een hedendaagse zijnswijze
geeft hij aan het kunstenaarschap een
de ruimte te geven conclusies te trekken, een mentale ruimte als het ware. In
Minimale beelden
binnen in de tentoonstellingsruimte, het
gevoel van zinloosheid: de werken ont-
die periode was het project ‘Atelier als
Het individuele werk van Schuttelaar
alledaagse leven in de vorm van uitge-
vluchten een betekenis, zij weigeren
Supermedium’ al begonnen. Het werd
komt als volgt tot stand: hij maakt dui-
droogde pizza, opgekrulde waterslan-
zich te hechten en misschien is het maar
uitgevoerd door Ton Schuttelaar en Ma-
zenden foto’s van dingen die hem op-
gen, kleurvlakken, stukjes tape, gemors-
goed zo want nu is het aan ons er aan
chiel van Soest in een gymzaal - Schutte-
vallen. Er is weinig bijzonders aan, ze
te verf, losliggende plastic tasjes en dat
te werken! n
laar’s atelier- die ingedeeld was in acht
zijn kaal, er staan geen bekenden op.
in combinatie met titels als ‘resistance’,
semi-museale ruimtes. Eens in de maand
Het zijn situaties, vormen, kleuren uit
‘a testimony’, ‘misrepresenting the truth’:
werd hier een tentoonstelling door ge-
het leven aan de randen van een grote
het geeft de kijker een wonderlijke ruim-
18
J A A R GA N G 14 N R 2 1 A R T I E T A M I C I T I A E
denieuwe
Fredie Beckmans
Einsteintoren versus Ars Notoria Als aanhanger van een kleine sekte die zich Ars Notoria noemt, ben ik eerder de tegenpool van Albert Einstein. Ars Notoria is een hermetische kunst die er op neer komt dat je kennis op doet, zonder daarvoor te studeren. Kennis en wetenschap die uit je eigen diepste krochten omhoog laat komen en tijdens dit borrelen en bruisen ontstaan theorieën die het nog steeds mogelijk maken dat je een perpetuum mobile kunt bouwen. Perpetuum mobile? Ja, ja, ik weet het, maar als tijdmachine monteur heb ik soms tijd over en dan knutsel ik aan zo’n apparaat. Als je er maar de tijd voor neemt. Natuurlijk weet ik dat sinds de relativiteitstheorie van Einstein ook bewezen is dat een perpetuum mobile niet kan bestaan. Maar in de naam Relativiteit staat ook het woord relatief. Zo lang het duurt zijn de inzichten geldig. Zo lang het duurt. Daarna?
Ben al weer een tijdje op reis door het Brandenburgse land en heb in Caputh in hetzelfde restaurantje gegeten als waar Einstein heeft gegeten, daarna zijn zomerhuisje bezocht. Uiteindelijk de Telegraafberg in Potsdam bezocht. Daar is het Astrophysikalische Institut Potsdam gevestigd. Een uitgestrekt en vrij toegankelijk terrein met de vreemdste bouwwerken tot meer dan honderd jaar oud. Het vreemdste, mooiste, beroemdste en wellicht lelijkste gebouw, steekt er gillend om aandacht bovenuit, de Einsteintoren van de architect Erich Mendelsohn uit 1924. In de studieboeken architectuur wordt het bouwwerk, een zonneobservatorium, steevast een icoon van het expressionistisch bouwen genoemd. Ik zie eerder Jugendstil naweeën van het gebouw afspatten. Architect Mendelsohn en wetenschapper Einstein hebben diep nagedacht. Een oproep ging aan het gebouw vooraf. Einstein had zojuist de Nobelprijs gekregen voor een uitvinding die nog steeds in lichtmeters en de meeste elektronica wordt gebruikt: het foto-elektrisch effect. Na de Nobelprijs deed hij een oproep om toch meer van zijn theorieën te bewijzen. Eentje was er door de roodverschuiving in het kleurenspectrum van de zon te bestuderen en zo de relativiteitstheorie, praktisch te onderbouwen. Een observatorium dat alleen op de zon werd gericht was daarvoor nodig. Een lange kijker. De architect Mendelsohn hoorde Einsteins oproep. Sprak hem en ze hadden een geniaal idee. Een knik in het gebouw. Die knik zien wij niet. De kijker heeft met behulp van spiegels een L-vorm. De toren gaat maar 14 meter de lucht in en met een knik gaat het gebouw over de grond 14 meter verder. Ik weet ook wel dat een toren als phallisch te benoemen lijkt op het intrappen van een open deur. Maar deze toren is de meest phallische toren die ik ooit heb gezien. En als ik nog wat olie op het vuur mag gooien, het ziet er behoorlijk hermetisch uit. Hermetische kunst is een synoniem voor alchemie en mijn eerste gedachte was dat er alchemistische proeven werden gedaan en niet zuiver wetenschappelijke. Ten slotte alle twijfels over boord gegooid: deze toren laat het ultieme samensmelten van wetenschap en kunst zien. n Einsteintoren, foto Fredie Beckmans
denieuwe
J A A R GA N G 14 N R 21 A R T I E T A M I C I T I A E
19
Philip Fokker
Aanraken en afsluiten Eind jaren tachtig - ik was twaalf - ging ik met mijn oma naar een tentoonstelling in het Paleis op de Dam. Eén van de trotse gevleugelde leeuwen die in Venetië vanaf torenhoge zuilen over de toegestroomde toeristen en de duiven waken was naar het ‘Venetië van het Noorden’ verscheept. De gigantische gevleugelde leeuw - symbool voor Johannes Marcus, de beschermheilige van Venetië - stond in een klein zaaltje. In de hoeken stonden norse mannen in exotische uniformen het beeld te bewaken. Voorzichtig voelde ik aan de leeuwenpoot. Ik had het beeld nog niet aangeraakt of er schalde een staccato geschreeuw door de ruimte. Twee wachten kwamen aangerend, hun pistolen nog net niet in de aanslag om te constateren dat de potentiële terrorist onmogelijk een lid kon zijn van de Brigate Rosse en dat een kranige tachtigjarige Indische dame in haar beste Italiaans ‘e’solo un bambino’ snauwend hun werk al had opgeknapt. Nooit meer heb ik later de behoefte gevoeld om kunstwerken aan te raken.
Op de tweede verdieping merkte ik
nieuwe ruimte waren nu afbeeldingen
gelijk dat er iets vreemds aan de hand
van eerdere Censure werken te zien.
was met de ruimte. De grote raampartij
Ook hingen er affiches van een tentoon-
waardoor het Erasmusziekenhuis nor-
stelling in New Plymouth (NZ) waarin hij
maliter te zien is leek verdwenen. Nooit
de ruimtes ook daadwerkelijk had aan-
eerder was de ruimte zo hermetisch en
gepast, zogenaamde Alterations. Een
wit geweest als bij deze tentoonstelling
van de Alterations in de tentoonstel-
die de naam ‘Revealed/Consealed’
lingsruimte in Nieuw Zeeland maakte
droeg. Na de opening van zijn alter-
het interieur meer toegankelijk omdat
natieve kunstruimte in 1969 in New York
hij een trap verbreedde. Tijdens een an-
begon Apple® zich toe te leggen op
dere tentoonstelling, in de Auckland City
werk dat hij Censure doopte. Plekken in
End Gallery (NZ) sloot hij een ruimte juist
galeries die hem niet bevielen markeer-
helemaal af door een muur door te trek-
de hij rood, alsof de plek geredigeerd
ken over een oorspronkelijke ingang.
werd met een gigantische pen. Hij bood In de zomer van 2009 bezocht ik in Witte
The artist has to live like everybody else’
daarna aan om de verbeteringen uit
Het vroegere werk van Billy Apple® was
de With een tentoonstelling van kunste-
en een gouden appel. Toen Barry Bates
te voeren, óf om de ruimte terug te la-
door zijn Pop Art stijl erg toegankelijk,
naar Billy Apple® (Auckland, New Ze-
in 1962 zijn naam veranderde in Billy
ten keren naar de oude vorm, de rode
tegen het commerciële aan. Na zijn ver-
aland, 1935), tijd- en genre genoot van
Apple® begon hij als dit merk aan een
markeringen overgeverfd alsof de inkt
blijf in New York en de aanpassingen in
Warhol. Zijn werk onder de noemer ‘His-
zoektocht om het te verfijnen en om de
was verdwenen. In Witte de With werd
de galerie ruimten nam hij deze ideeën
tory of the brand’ op de derde verdie-
grenzen af te tasten tussen kunst en com-
door hem de hele tweede verdieping
mee terug op twee reizen, in 1975 en
ping kan zonder problemen als Pop Art
mercie. Zes-en veertig jaar later, in 2008,
onder handen genomen. De eerder
1979, naar Nieuw Zeeland. Hier begon
worden omschreven. Prints met daarop
vervolmaakte hij deze zoektocht door
genoemde raampartij werd een gigan-
hij de zogenaamde Subtractieve werk-
alleen het FOR SALE, ingelijste facturen
de naam Billy Apple® als trademark te
tische witte muur en de keuken en een
wijze nog verder uit te werken. Als kun-
met erboven PAID en eronder de tekst:
laten registreren.
berghok werden verwijderd. In deze
stenaar telkens geconfronteerd met een
20
J A A R GA N G 14 N R 2 1 A R T I E T A M I C I T I A E
denieuwe
Diederick van Kleef
Hermetische fietsbanden Pas nog grapjokerde een OV-kaartkontroleur dat ik wel erg vaak uitstapte bij de tramhalte in de buurt van de meisjes van lichte zeden. Mijn fietsenmaker vroeger kon aan mijn banden aflezen dat ik Huize Anita nog al eens frequenteerde. Zo schreef laatst Max Pam in Volkskrant: ’Misschien ben ik een ouderwetse romanticus, maar de auto vertegenwoordigt voor mij een symbool voor vrijheid. Wegrijden zonder dat iemand weet waar je bent. De overheid wordt één grote boekhouder met ongewenste bijwerkingen die mijn maîtresse en ik helemaal niet op prijs stellen. Stel je voor dat elke staatskunstenaar een aantal webcammetjes moet toestaan op zijn artelier. Dat hij een chip krijgt geïnjecteerd, zodat de fiscus kan controleren of het daadwerkelijk zijn bonnetjes zijn die hij aftrekt. Of de kunstenaresse zich wel aan haar werk wijdt en zich niet met andere bevredigende handelingen inlaat. Wil niet een ieder zijn of haar geheim koesteren? Zijn geheimen niet juist begerenswaardig? Bouwen we niet voor niks codes in, die slechts een kleine groep met elkaar afspreekt? Zou je niet graag dat kunstwerk willen zien wat in een kluis wordt bewaakt? Willen we niet alleen de kunstwerken laten zien waar achterop door de kunstenaar zelf zo niet door erfgenamen is geschreven ‘NOOIT EXPOSEREN’? Zijn de gesloten ateliers die nog door weduwen worden beheerd juist een uitdaging om binnen te dringen? Gelukkig zijn de Grotten van Lascaux, voordat ze gesloten werden, goed gedocumenteerd. Wat is de waarde van toegankelijkheid? Is het niet fijner je in de Hermetica te verdiepen? Een gesloten boek voor jou zelf. Had U een niet te scherp mes genomen om dit magazine nu voor uzelf toegankelijk te maken? (dit plan viel in de redactie...) Neen, kunstenaars en kunstenaresses, vraagt geen subsidie aan, geeft U niet op bij Kamers van Koophandel, blijft onafhankelijk, maakt ontoegankelijk werk, gooit Uw mobieltje in de gracht... blijft lid van Arti en verwijlt tussen de Kunstlievenden in besloten dronkenschap. n
Billy Apple©, Alterations, 1980 (links) Billy Apple©, Revealed/Concealed, 2009
nieuwe expositieruimte in vaste vorm
heroriëntatie, er is iets niet in de haak,
wilde hij vrij zijn om deze belemmerin-
men denkt een bekende ruimte te betre-
gen te bestrijden. Hierdoor trok hij niet
den maar dat blijkt niet het geval te zijn.
alleen de ruimte naar zich toe, hij ont-
Pas bij het ontdekken van de aanpassin-
trok ook voor de (reguliere) bezoekers
gen en het begrip dat dit een belangrijk
de zekerheid weg van de ruimte die zij
onderdeel uitmaakt van de tentoonstel-
dachten aan te treffen. Door deze ma-
ling an sich, kan de aandacht worden
nier van werken wordt de omgeving die
verschoven naar de andere ‘tentoon-
de expositieruimte is zelf ook tot kunst
gestelde’ werken in de ruimte. Kunst die
verheven; aangepast aan de voorkeur
aan het denken zet, nieuwsgierig maakt
van de kunstenaar voordat hij er zijn
en waarbij je verplicht wordt te antici-
werk in plaatst.
peren, de passieve bezoeker in ons aan een haakje in de garderobe achterla-
De ervaring die dit oplevert is voor een
tend. Dat zijn tentoonstellingen die je ja-
bezoeker die bekend is met de ruimte
ren later nog herinnerd, want aanraken
het meest interessant. In de bekende
en afsluiten, daar draait het in het leven
maar aangepaste ruimte gaat bijna au-
toch vooral om. n
tomatisch de aandacht eerst uit naar de
denieuwe
J A A R GA N G 14 N R 21 A R T I E T A M I C I T I A E
21
The gallery window-pane is transformed into drinking glasses.
22
J A A R GA N G 14 N R 2 1 A R T I E T A M I C I T I A E
denieuwe
Tentoonstellingsagenda Arti et Amicitiae
Frank Lisser, Dagboek van een uitzicht, W139
D e schilder is een held 13 maart t/m 11 april Opening vrijdag 12 maart 20-22.00 uur Een eerbetoon aan de schilder door drie kunstenaars: Ron Amir, Larissa van Zanen en Jan Wattjes
F ran k L isser ‘ D agboe k v an een u it z icht ’ 13 maart t/m 4 april Opening vrijdag 12 maart 20.00-22.00 uur Sinds 2001 schildert Frank Lisser vrijwel iedere dag het uitzicht vanuit zijn atelier. De compositie wijzigt nauwelijks; de scheiding tussen lucht en bebouwing is een vaststaand gegeven. Het enige wisselende is het moment: overdag, bij schemer
(advertentie)
of bij nacht, hij observeert de karakteristieken van het licht en de atmosfeer van dat moment. Op elk schilderij noteert hij het volgnummer, dag en tijdstip, de weersomstandigheden, en wat er te horen is. Met elkaar geeft de reeks een weergave van de alledaagsheid. De schilder is getuige geweest van een ingrijpend veranderingsproces. Van het uitzicht op de rafelrand van een buitenwijk tot een woonwijk in retro stijl, gekrompen tot een massieve muur woonhuizen met een randje lucht er boven. In een monumentaal blok, van vijf bij tien meter dat uit ongeveer zeshonderd geschilderde dagen bestaat is de verandering te zien.
I n the e v idence of e x perience Live art manifestation Data: 20/21/22/23 en 27/28/29 april aanvang 20.30 uur. Op 29 april (Koninginnenacht) feestelijke afsluiting! Curated by Rose Akras and Dirk Jan Jager
15.05.2010 – 23.05.2010 Westergasfabriekterrein Amsterdam
Artists: Veridiana Zurita, Electriciteit Is Onze Hobby, Peter Luining, Bram Vreeswijk, Jo Benink, Sara van der Zande, Doron Hirsch, Anno Dijkstra, Kaisu Koski and many others.Tijdens zeven performance-avonden tonen kunstenaars uit binnen- en buitenland hun opvatting van performance art. Anders dan bij theater wordt de toeschouwer tijdens een performance vrijgelaten om weg te gaan, te blijven of terug te keren en verschillende posities in te nemen.
Ly dia S cho u ten 10 april t/m 2 mei Opening vrijdag 9 april 20.00-22.00 uur
D e D ood 8 mei t/m 6 juni Opening vrijdag 7 mei 20.00-22.00 uur Met Koos Breukel, Sarah Engelhard, Saskia Gubbels met de documentaire ‘De zee lacht me toe’ Zuidenwind Filmproducties, Astrid Hinz, Heddy Honigmann
Opening: Saturday 15.05.2010 16:00 hrs www.kunstvlaai.nl
met de documentaire ‘Forever’ Cinema Delicatessen, Gert Jan Kocken., Margriet Luyten, Peter Zegveld, mogelijk Johan van der Keuken met de documentaire ‘De grote vakantie’ Pieter van Huystee Film en een aantal afleveringen van De Dode Dichters Almanak.
M ichaele F r u h w irt 8 mei t/m 30 mei Opening vrijdag 7 mei 20.00-22.00 uur Data zijn vermeld onder voorbehoud. Voor actuele informatie check de website. www.arti.nl n
denieuwe
J A A R GA N G 14 N R 21 A R T I E T A M I C I T I A E
23
docentenopleidingen beeldende kunst en vormgeving in voltijd en deeltijd
zaterdag 13 maart 2010 www.academievoorbeeldendevorming.nl
NG IEDI
B
AAN
artantique
BVO_105x155_v3.indd 1
S
R LEZE
Dit jaar zijn in vijf verschillende plaatsen in Nederland, Kunstdagen: vier Regionale Kunstdagen en één Nationale Kunstdag. De Kunstdagen kenmerken zich door hun exposities met een groot aantal kunstwerken, een verkiezing en presentaties.
16-02-2010 12:38:15
DE NIEUWE BEURS VOOR KUNST EN ANTIEK
Bezoekers aan de Regionale Kunstdagen hebben op de eerste plaats gelegenheid om 120 kunstwerken te bewonderen van 60 beroeps- en amateurkunstenaars. Op de Nationale Kunstdag exposeren zelfs 80 kunstenaars samen 240 werken. Door het grote aantal exposerende kunstenaars is een breed scala aan werken te zien. Naast veel figuratieve en abstracte schilderijen worden ook beelden van steen, brons, keramiek en hout geëxposeerd. Bij elke Regionale Kunstdag exposeren andere kunstenaars en is weer andere kunst van elk genre te bezichtigen. Veel van de werken zijn ook te koop. De Regionale Kunstdagen zijn in Apeldoorn (7 maart), Eindhoven (11 april), Rotterdam (9 mei) en Utrecht (6 juni). De Nationale Kunstdag is in Amsterdam (7 november). Lezers van de Nieuwe krijgen op vertoon van deze lezersaanbieding of een kopie ervan, € 2,- korting op een toegangskaart voor elke Regionale Kunstdag naar keuze en € 4,- korting op een toegangskaart voor de Nationale Kunstdag. U krijgt de korting op vertoon van deze lezersaanbieding of een kopie ervan bij de ingang van de expositieruimten. Zie voor de exacte locaties en alle andere informatie www.kunstdagen.nl.
11 - 18 APRIL JAARBEURS UTRECHT 11.00 - 18.00 UUR
DAGEN
24
J A A R GA N G 14 N R 2 1 A R T I E T A M I C I T I A E
denieuwe
Bestel nu uw tickets met korting online via www.artantique.nl