GROEP 1/2
OPDRACHT 1: YVES KLEIN THREE COLOURS (ROOD, GEEL en BLAUW)
YVES KLEIN (1928 – 1962) Yves Klein was een Frans kunstenaar, een autodidact. Van 1944-1946 studeerde Klein aan de Nationale Koopvaardijschool. Lang voor hij er aan dacht om als kunstenaar actief te zijn, signeerde hij de lucht boven Cagnes - sur - mer, zodat het werk zijn kunstwerk werd. Vanf 1946 ontwikkelde zijn eerste theorieën over monochromisme en vanaf 1947 schilderde hij éénkleurig rood of goud. In 1949 werd zijn ‘Symfonie monotone’ voor het eerst uitgevoerd, een muziekstuk bestaande uit een enkele noot. In 1950 stelde hij in Londen zijn monochrome werken ten toon. Vanaf 1956 besloot Klein alleen nog het lichtend, diep ultramarijn blauw ‘International Klein Blue’ te gebruiken, waarmee hij schilderijen maakte, maar ook dingen en personen beschilderde. Al daarvoor bereikte Klein prachtige effecten, bijv. met sponzen gedrenkt in blauw op een korrelig fond van hetzelfde blauw (onder meer te bewonderen in het theater in het Duitse Gelsenkirchen) en met licht ingedeukte, met bladgoud bedekte vlakken. In 1952/’53 woonde Yves Klein in Japan waar hij de zwarte band in judo behaalde. In 1955 keerde hij terug in Parijs waar hij een judoschool ging leiden. Hij was in 1960 ook één van de medeoprichters van het Nouveau Réalisme en zijn eerste kosmogonieën ontstonden: beelden die ontstonden door regen en wind op een doek te laten inwerken. In 1961 ontstonden zijn eerste planetarische reliëfs en zijn vuurschilderijen. In 1962 componeerde hij ‘Symfonie monotone, numéro 2’. Na twee hartaanvallen overleefd te hebben, overleed de kunstenaar in 1962 in Parijs, op een 34-jarige leeftijd) aan een derde hartaanval. YVES KLEIN, DE UITVINDER Het klinkt vrij eenvoudig: monochrome schilderijen. Je zou denken dat zo’n schilder niet meer nodig heeft dan een paar kwasten, een pot blauwe verf en een doek. Maar het is moeilijker dan het lijkt. De kwast gaf geen goed resultaat, Kleins monochrome blauw bestond nog niet en zijn doek was geen standaarddoek. Bij monochrome schilderijen draait alles om kleur. Elk schilderij moet een krachtige uitstraling hebben die de kijker gevoelig maakt. Puur pigment heeft het meeste effect, maar met alleen pigment kun je niet schilderen. Het moet vermengd worden met een bindmiddel, maar juist daardoor neemt de kracht van het pigment weer af. Samen met de apotheker en chemicus Edouard Adam zocht Yves Klein naar een andere oplossing.
Lessen kunsteducatie onderbouw FPO Rijnmond 2009-2010: Three colours
1
GROEP 1/2
OPDRACHT 1: YVES KLEIN THREE COLOURS (ROOD, GEEL en BLAUW)
In 1955 merkten zij dat de kleur van het pigment behouden bleef als ze Rhodopas (een fixeervloeistof) verdunden en gebruikten als bindmiddel. Het leverde een mat effect op, waardoor je het gevoel krijgt dat je in het pigment kunt kijken. In het begin van zijn carrière maakte Klein ook monochromen in rood en oker maar vanaf 1556 werkte hij vooral met blauw. Dat was de kleur waarin de oneindigheid en nabijheid samen komen. Na veel experimenteren ontwikkelde Klein in 1956 een ultramarijn als ‘de meest volkomen uitdrukking van blauw’. Met een mengsel van ether en petroleumextracten hechtte het op de ondergrond. Hij noemde het IKB, International Klein Blue. Hij vroeg patent aan, waardoor niet alleen zijn idee werd beschermd , maar waardoor ook vervalsingen werden tegengegaan. Bij de monochrome schilderijen van Yves Klein is ook de ondergrond belangrijk. Zijn doeken zijn vaak rechthoeken met afgeronde hoeken. Ook de zijkanten werden beschilderd. Bovendien hing Klein zijn doeken niet tegen de muur, maar liet er een afstand van 20 centimeter tussen. Zo leken de schilderijen te zweven. Tot 1956 werkte Klein meestal met natuursponzen. ‘Bij het werk werden mijn sponsen natuurlijk heel snel blauw. Op een dag zag ik in de spons de schoonheid van het blauw. Het gereedschap is ingrediënt geworden’. Hij bedacht een manier om de sponzen te prepareren met polyester en nam ze als verfdrager op in zijn werk. Later gebruikte hij in plaats van sponzen liever verfrollers. Zo behielden de doeken hun vlakke oppervlak, zonder strepen waarin je de hand van de kunstenaar herkent. De gebruikte rollers vol verf werden soms zelf ook kunstwerken. Klein zei ooit: ‘Het gevoel uitbeelden, dat is geloof ik waarom ik monochromen maak.’
Lessen kunsteducatie onderbouw FPO Rijnmond 2009-2010: Three colours
2
GROEP 1/2
OPDRACHT 1: YVES KLEIN THREE COLOURS (ROOD, GEEL en BLAUW)
Wat leren de kinderen? -
De fantasie wordt ontwikkeld. De kinderen leren beeldende aspecten zoals kleur, vorm en compositie gebruiken in hun werkstukken. Ze leren de primaire kleuren benoemen. Ze leren werken in één kleur. De kinderen experimenteren met verschillende materialen in één kleur. De kinderen leren dat verschillende materialen knippen.
Waar gaat het over?
Het klinkt vrij eenvoudig: schilderijen in één kleur. Je zou denken dat zo’n schilder niet meer nodig heeft dan een paar kwasten, een pot verf en een doek. Maar het is moeilijker dan het lijkt. In het begin van zijn carrière maakte Klein ook monochromen in rood en oker maar vanaf 1556 werkte hij vooral met blauw. De kwast gaf geen goed resultaat, tot 1956 werkte klein meestal met natuursponsen. Later gebruikte hij liever verfrollers. Zo behielden de doeken hun vlakke oppervlak, zonder strepen.
Introduceren van het onderwerp en het uitleggen van de opdracht.
Er wordt één kleur per thema geïntroduceerd! Hieronder volgen voorbeelden, maar u kunt natuurlijk ook zelf een introductie verzinnen. Een introductie van blauw. Tijdens een kringgesprek praat u over de kleuren. Daarna gaat u door met de lievelingskleuren van de kinderen. U laat zien dat een kunstenaar ook een lievelingskleur heeft. Dat is in dit geval blauw. Een introductie van rood zou kunnen zijn: De kinderen komen ‘s morgens de gang in, u staat bij de deur. ‘Nee, jij mag er niet in… ja, jij wel. Nee mevrouw, u moet nog even buiten blijven… Goed meneer, gaat u maar naar binnen….’.
Lessen kunsteducatie onderbouw FPO Rijnmond 2009-2010: Three colours
3
GROEP 1/2
OPDRACHT 1: YVES KLEIN THREE COLOURS (ROOD, GEEL en BLAUW)
(Alleen personen die iets roods aan hebben mogen het lokaal binnenkomen. Laat ze allemaal ontdekken wat het is, waarom mag de een wel naar binnen mag en de ander niet.) Ga in de groep brainstormen over de kleur rood in een kringgesprek. U laat zien dat een kunstenaar ook een rood schilderij gemaakt heeft. Schrijf alle belangrijke dingen die gezegd worden op grote vellen papier. Een introductie van geel. Geef alle kinderen een stukje geel cellofaan en laat ze er doorheen kijken. Of maak eerst brillen met behulp van geel cellofaan. Dit vinden ze geweldig en raken niet uitgekeken. Laat ze vertellen wat ze zien. Vragen over kleuren kunnen zijn: - Wat is kleur? - Waar zie je kleur? - Wat is je lievelingskleur? - Zijn alle kleuren rood hetzelfde? - Als ik ‘rood’ zeg, waar denk je dan aan? Bijvoorbeeld aan bloed, aan verkeerslichten… - Hebben kleuren een functie? - Hoe ziet de wereld eruit als alles rood zou zijn? Een introductie voor het mengen van de drie kleuren. U heeft de drie primaire kleuren in een bakje, met een kwast. U vraagt aan de kinderen welke kleuren u bij elkaar moet mengen, u vraagt dan ook aan de kinderen wat ze denken welke kleur het dan wordt. Als u de twee kleuren gaat mengen, dan kunt u ook een rijmpje opzeggen. Dat maakt het extra spannend. Rood, groen, geel en blauw Verander deze kleuren een beetje gauw. Verander de kleuren in wat ik wil. Doe het snel en doe het stil. De primaire kleuren zijn: rood, geel en blauw. Blauw en geel wordt groen. Blauw en rood wordt paars. Geel en rood wordt oranje. Steeds als u weer een kleur mengt, vraagt u aan de kinderen wat het zal worden. Het lijkt wel toveren!
Lessen kunsteducatie onderbouw FPO Rijnmond 2009-2010: Three colours
4
GROEP 1/2
OPDRACHT 1: YVES KLEIN THREE COLOURS (ROOD, GEEL en BLAUW)
Wat moeten de kinderen doen?
Opdracht 1:
Maak een schilderij met blauw. Maak een schilderij met geel. Maak een schilderij met rood.
Opdracht 2:
Stempelen met verschillende materialen en blauwe verf. Stempelen met verschillende materialen en gele verf. Stempelen met verschillende materialen en rode verf.
Opdracht 3:
Mengen (experimenteren). Groot vel papier en de drie primaire kleuren.
Extra ideeën:
Compositie van vormen en kleuren, knippen en daarna plakken met vloeipapier. Compositie van toevallig materiaal en daarna verven in rood, geel en/of blauw. Spetteren. Op een vel krantenpapier met verschillende kleuren verf spetteren.
Lessen kunsteducatie onderbouw FPO Rijnmond 2009-2010: Three colours
5
GROEP 1/2
OPDRACHT 1: YVES KLEIN THREE COLOURS (ROOD, GEEL en BLAUW)
Wat kunnen de kinderen gebruiken?
Van te voren zijn de materialen op of bij de tafelgroepen klaargezet. Na de introductie worden groepjes ingedeeld die gaan werken met een opdracht. De instructies worden klassikaal of per groepje uitgelegd. Per les wordt er aan 1 of 2 opdrachten gewerkt in één kleur. Tip:
Leg op de werktafels beeldmateriaal en attributen van de kleur waarmee de kinderen werken.
Materiaal:
Opdracht 1:
Dun karton (ongeveer 35x25 cm), in de kleur waarmee ze werken: blauw, geel en/of rood voor de ondergrond. Blauw: verschillende soorten rondom gescheurd blauw papier, lijm. Geel: verschillende soorten stokjes , piepschuim, verschillende soorten gele verf, kwasten, afveegdoekje en potjes met water. Rood: verschillende soorten rood papier, plastic, cellofaan, schuimrubber, wc-rollen, macaroni enz., lijm, rode verf, kwasten, afveegdoekjes en potjes met water.
Opdracht 2:
Een vel wit tekenpapier (ongeveer 35x25 cm), sponsjes, kurken, wattenstaafjes enz. Plakkaatverf, rood, geel of blauw, kwasten, afveegdoekjes en potjes met water.
Opdracht 3:
Een vel wit tekenpapier (ongeveer 35x25 cm) Drie kleuren plakkaatverf, rood, geel en blauw, kwasten, afveegdoekjes en potjes met water.
Hoe moeten de kinderen het gaan doen? Opdracht 1:
Blauw: Laat de kinderen eerst lekker scheuren van het papier. Daarna plakken ze deze stukken op het blauwe karton. Zo ontstaat er spontaan een blauw schilderij. Geel: De kinderen krijgen een dun geel karton (ongeveer 35x25 cm) voor de ondergrond en verschillende soorten houten stokjes, piepschuim, verschillende soorten gele verf. Hiermee gaan ze aan de slag. Ze zullen eerst de stokjes en piepschuim opplakken. De kinderen gaan ermee experimenteren. Rood: De kinderen krijgen dun rood karton (ong. 35x25 cm) voor de ondergrond en verschillende soorten rood papier, plastic, cellofaan, schuimrubber, wc-rollen, rode verf enz. Met behulp van deze materialen maken ze een rood schilderij. Ze knippen stukken rood papier, plastic enz. uit en plakken die op het karton.
Opdracht 2:
De kinderen gebruiken sponsjes, kurken en wattenstaafjes als stempel. Dan wordt de stempel in de verf gedoopt en zacht op het tekenpapier gedrukt.
Lessen kunsteducatie onderbouw FPO Rijnmond 2009-2010: Three colours
6
GROEP 1/2
OPDRACHT 1: YVES KLEIN THREE COLOURS (ROOD, GEEL en BLAUW)
Opdracht 3:
De kinderen horen dat je van twee kleuren een nieuwe kleur kan maken. De kinderen gaan experimenteren met mengen en schilderen een schilderij. De kinderen krijgen alleen de primaire kleuren om mee te schilderen. De kleuren zitten in verfbakjes zodat de kinderen uitgebreid kunnen mengen.
Waar moeten de kinderen op letten? Tip:
De kinderen trekken bij alle opdrachten schorten aan.
Opdracht 1:
Blauw: Het scheuren van papier is een proces dat vooraf gaat aan knippen. De kinderen nemen het papier tussen duim en wijsvinger. Een hand houdt het papier vast, de andere hand scheurt het papier in de juiste vorm. Ze scheuren van hen af of naar hen toe. Geel: De kinderen moeten eerst hun houten stokje s en piepschuim erop plakken en daarna verven niet andersom want dat werkt heel moeilijk. Rood: Wc-rollen, schuimrubber zijn niet rood en toch moet het een rood schilderij worden. De kinderen moeten dit zelf oplossen door middel van verf of door het wc-rolletje te beplakken met papier.
Opdracht 2:
Pas op dat je de stempels niet te diep in de verf doopt. Je ziet dan de structuur van de stempel niet meer.
Opdracht 3:
De kinderen moeten opletten dat ze mengen op een apart mengschoteltje. Let er ook op dat de kwast steeds schoon gemaakt wordt als de kinderen een nieuwe kleur gaan mengen.
Wat kunnen de kinderen in de informatiehoek vinden? -
boeken over kleur beeldmateriaal van de kleur waarmee je werkt. Blauw, geel of rood. gekleurde voorwerpen van thuis fruit kleding, bijvoorbeeld een T-shirt
In de loop van de week ‘kleurt’ het lokaal blauw, geel of rood. -
Hang ballonnen op Leg servetten op de tafeltjes Zet bloemen neer Hang foto’s op enz.
Lessen kunsteducatie onderbouw FPO Rijnmond 2009-2010: Three colours
7
GROEP 1/2
OPDRACHT 1: YVES KLEIN THREE COLOURS (ROOD, GEEL en BLAUW)
Welke ontwikkelingsgebieden zijn in deze opdrachten vervat?
Taalontwikkeling: - gesprek - prentenboek Wereldoriëntatie: - kleur in de natuur Muzikale vorming: Rood zijn de kersen, rood zijn je wangen Rood zijn de kersen, rood zijn je wangen, rood zijn de lichtjes in de straat. Zie je de auto's netjes wachten, zie je dat niemand verder gaat? Zo is het goed, zo is het goed, rood wil zeggen dat je wachten moet. Rood rood, ‘k heb geen rood Rood rood, ‘k heb geen rood ‘k moet nog rood gaan zoeken Hier in alle hoeken. (De kleur kan steeds veranderd worden.) Rood Rood Mannetje Rood rood mannetje, rood is mijn hoed Rood is mijn buik en rood is mijn snoet Rood, alles rood ja rood ben ik vandaag Welke kleur ik morgen ben dat is wat ik vraag Groen! Oké, zing maar met me mee... Groen groen mannetje, groen is mijn hoed Groen is mijn buik en rood is mijn snoet Groen, alles groen ja groen ben ik vandaag Welke kleur ik morgen ben dat is wat ik vraag Blauw! Oké, zing maar met me mee... Uit: Rood rood mannetje Kleurrijke liedjes, nieuwe liedjes voor kinderen - Jeroen Schipper Klein rood autootje Klein rood autootje waar breng je ons naar toe Naar de kleine kindertjes en naar de koetjes boe En de handjes gaan van klap klap klap En de voetjes gaan van stap stap stap Klein rood autootje waar breng je ons naar toe 'k heb een rood rood spiegeltje gevonden
Lessen kunsteducatie onderbouw FPO Rijnmond 2009-2010: Three colours
8
GROEP 1/2
OPDRACHT 1: YVES KLEIN THREE COLOURS (ROOD, GEEL en BLAUW)
'k heb een rood rood spiegeltje gevonden 'k heb het op mijn hartje gebonden Keer omme, keer omme, mooi meisje keer j'eens omme Mooi meisje heeft zich al omme gekeerd Dat heeft ze van haar moeder geleerd Keer omme, keer omme, mooi meisje, keer j'eens omme.
Bij welke thema’s kunnen deze opdrachten ook gebruikt worden? -
Feest Kleur Kleur Kleur Kleur
in in in in
de natuur kleding huis de voeding
Tijdsplanning Ongeveer 4 weken.
Docentenhandleiding-achtergrondinformatie Internetsites: http://www.roodroodmannetje.nl/ http://nl.wikipedia.org/wiki/Kleur http://kleur.startpagina.nl/
Boeken: Wat is er rood? - Pascale de Bourgoing (Tom en Nina…) blauwe handjes - Lieve Baeten, Ik hou van blauw - M. Angels (ook in: groen, rood, geel) Mijn eerste boek over kleuren - Eric Carle De kakelbonte kameleon - Eric Carle Blauwtje en geeltje - L. Lionni,
Lessen kunsteducatie onderbouw FPO Rijnmond 2009-2010: Three colours
9
GROEP 1/2
OPDRACHT 1: YVES KLEIN THREE COLOURS (ROOD, GEEL en BLAUW)
BEELDMATERIAAL
Lessen kunsteducatie onderbouw FPO Rijnmond 2009-2010: Three colours
10