Thema: Kleur en Vorm
Naar het circus.
Begrippen: Bekende begrippen: Kleur – rood- blauw – geel – groen – oranje – paars – vorm – rond – hoek – bol – kubus – cilinder – balk – tent Basisbegrippen: donker – licht – cirkel – vierkant – driehoek – kant – rechthoek – lang – kort – even lang – circus – piste – leeuw – olifant – clown – directeur Extra begrippen: Donkerder – donkerst – even donker – lichter – lichtst – even licht – op een rij – erbij horen – dezelfde - anders – kaartjes – kassa
Groepsexploratie. Oriënteren 1. Prentenboek: n.a.v. een verhaal of een prentenboek, introduceren we het onderwerp circus. Ga in op de verschillende dieren in het circus en de kleuren van een circustent. Laat de kinderen eventueel luisteren naar het verhaal : http://www.bibliotheekbreda.nl/special/kbw2006/dlil.html (digitaal prentenboek; de leeuw is los) 2. De circushoek inrichten. Maak een circus tent, van grote crêpe papier stroken met daarin verschillende gekleurde attributen, ballen, knotsen etc. Zet ook opstapjes neer, verschillende vormen op de grond, piste. 3. Liedje: In een circustent. Uit het grote liedjesboek. Extra: Spel: zie projectboek: Kleur en vorm blz. 24
Demonstreren: KLEUR: 1. De circustent. Laat de kinderen ter introductie verschillende ballen of cirkels zien, vertel dat de dieren hier mee kunstjes doen in het circus. Daarna het versje opzeggen: Blz. 55 het grote versjesboek. Maak van papier olifantjes van verschillende kleurnuanes. Leg twee rode op tafel en vraag welke kleur ze hebben. Welke kleur hebben deze olifanten? (rood) Is het precies het zelfde rood? (nee) Ne hé, deze kleur is licht en deze donker. Deze olifant is licht rood en die …donkerrood. Leg nu enkele olifanten in het midden die geen slurf , oren en poten hebben. Leg de bijbehorende slurven, poten en oren in het midden. Laat de kinderen de juiste onderdelen op hun eigen olifantje plakken. Zie blz. 25 act 1 2. Liedje ‘Mooie linten’ zie blz 26 activiteit 2. 3. Woordenschat Cluster ‘donker en licht’ Zie blz. 27 act. 3 Laat de kinderen om de beurt iets van de ontdekhoek pakken, benoemen en in de kring neerleggen. Je kunt hier ook seriant bij gebruiken. VORM: 1. De circustent. Zie blz. 28.act. 1 Het verhaal is nu dat de circustent weer naar een andere stad gaat en dat alle attributen opgeruimd moeten worden. Ook de vormen die de clown gebruikt bij zijn act. Gebruik hiervoor de logiblokken. 2. Vormenversje Zie blz. 29 act. 2 3.Woordenschat: cluster vorm. Zie blz. 30 act. 3 Extra: zie blz. 30
Verbreden: 1. Mooie spullen te koop! Zie blz. 31. act. 1 Het verhaal gaat dat de olifanten oppasser naar de winkel gaat om nieuwe spullen te kopen waar de olifanten kunstjes mee kunnen doen. Die spullen hebben verschillende vormen en kleuren. Speel dit spel met de logiblokken. Maak zelf kaartjes waarop de kleuren te zien zijn en kaartjes waarop de vorm staat. 2. Kleuren op een rij: Leg max. 5 afbeeldingen van een leeuw op een rij. Die leeuwen heb je eerst geschilderd in 5 verschillende bruine nuances. Verder zie blz. 32 act. 2 Zorg dat je van de lichte en de donkerste leeuw twee exemplaren hebt. 3. Woordenschat Cluster ’Kijk eens naar mij’ zie blz. 34 act. 5 Ga vooral in op de kleuren van de kleren die de kinderen dragen. Extra: zie blz. 35 Verdiepen: 1. Wat hoort erbij? Zie blz. 36 act. 1 Leg zoveel mogelijk dieren neer met verschillende kleurnuances en kleuren, leg vormen neer en/of ballen etc. Laat de kinderen de dingen sorteren op kleur, vorm, materiaal. Enz.. 2. Wat hoort er niet bij: Zie blz. 37 act. 2 Vertel dat de knopen van de jas van de circusdirecteur zijn. En de lapjes stof zijn de dekentjes van de dieren. 3. Een mooi kleedje Zie blz. 38 act. 3 Laat de kinderen een circustent of een ton voor de olifant erop plakken. 4. Woordenschat Cluster Kleuren en vormen maken Zie blz. 39 act. 5
Verwerking: Hoeken: Ontdekhoek: 1 zie blz 42 act. 1 Taalhoek: Bespreek een prentenboek waarin vormen en kleuren voorkomen. (zie blz. 42 act. 2) Spel en ontwikkelingsmateriaal: 1. Kleuren en vormen sorteren. blz. 43 Act. 1 2. Logical blocs. blz. 44 Act. 2 3. Mozaïek blz. 44 act. 3 4. Matrix blz. 45 act. 4 5 memory spel blz. 45 act. 5 Opdrachten: 1. Vrolijke circustent. Zie blz. 46 act. 1 2. Gekleurd zand. We maken gekleurd zand voor in de piste van het circus. Zie blz. 47 act. 2 3. Werkblad vormenpoppetje. Deze kan de clown van het circus voorstellen. blz. 48 Act. 3
Beeldende activiteiten: 1. Vormen stempelen Laat de kinderen een mooi patroon ontwerpen voor de rand van de piste of voor de circustent. Zie blz. 48 act. 1 2. Circusballen te koop. Zie blz. 49 act. 2 Laat de kinderen mooie gekleurde ballen ontwerpen met veel kleurnuances en vormen. 3. Een stoffen olifant. De kinderen beplakken een olifant (of een ander dier) met lapjes stof. Zie blz. 50 act. 3
Cursorische activiteiten. Taalontwikkeling: 1. Naar het circus. Vertel een verhaal over kinderen die naar het circus gaan. Elke keer als de kinderen het tref woord horen leggen ze een fiche neer. Trefwoord kan zijn: Leeuw, circustent, piste Zie blz. 52 act. 1 2. Woorden nazeggen. Kinderen zeggen woorden met drie of vier lettergrepen na. Circustent , leeuwentemmer, olifant, enz. Zie blz. 53 act. 2 3. Geheugenspelletje zie blz. 53 act. 3 Gebruik ipv voorwerpen uit de marktkraam voorwerpen uit het circus. Bijvoorbeeld plaatjes van een leeuw, olifant, bal enz. 4. Zinnen van woorden maken Laat de kinderen een plaatje van het circus kiezen en daarbij een zin maken. Bijvoorbeeld: de leeuw - Ik vind de leeuw eng want……….. Clown- Ik vindt de clown leuk want………………. Zie blz. 54 act. 4
Denkontwikkeling: 1. Hoeveel dieren in de kooi? Pak vijf dezelfde diertjes en nog vier dezelfde diertjes. Zet de dieren in één kooi, gemaakt van blokken Verder zie: blz. 54 act. 1 2. Wat kost het? Speel een spel met de kassa van het circus. Één kaartje kost 1 euro. Laat steeds de vader of moeder van het gezin afrekenen. Maak de gezinnen niet groter dan totaal 5 personen. Het kind achter de kassa moet uitrekenen wat het gezin moet betalen. Gebruik getalkaartje of stippenkaartjes. Het kind achter de kassa laat het juiste kaartje zien. Laat de vader of moeder van het gezin met ‘echte’ 1 euromunten betalen. Zie blz. 55 act. 2 Oriëntatie op ruimte en tijd 1. Opruimen Doe deze activiteit aan het einde van het project. Laat de kinderen de circusdieren/ circustent en de ontdekhoek opruimen. Geef zelf de opdrachten. Zie blz. 56 act. 1 De tutor kan dezelfde activiteiten volgen als in de groepsexploratie maar dan een dag voordat het in de groep aan de orde komt.
Meer over circus, dieren en kinderboekenweek 2006 kun je vinden op internet: http://www.kleutergroep.nl/Circus/index.htm http://www.kleutergroep.nl/Boeken/Elmer/index%20elmer.htm http://www.kleutergroep.nl/KBW%202006/index.htm http://www.digischool.nl/po/community12/?page=custom&file=dieren.html http://www.digischool.nl/po/community12/?page=custom&file=Ik_Ko/circus.html http://www.jufsanne.com/circus/circus.htm http://www.leerkracht.nl/show?id=2995 Leuke sites voor kinderen op het gebied van kleur en vorm en circus.: http://www2.studio100.be/bumba/bumbaFullScreen.asp http://people.zeelandnet.nl/ribert/home.html http://www.bibliotheekbreda.nl/special/kbw2006/dlil.html