1. Shortlist software voor ICT‐ers, specialisten en leerkrachten Acadin SlO en Kennisnet Ambrasoft Noordhoff Uitgevers Bas gaat Digitaal/ Telt mee Uitgeverij Jongbloed Dr. Digi Noordhoff Uitgevers Maatwerk Blauw, Geel, Groen, Oranje en Rood Malmberg Veilig leren lezen Zwijsen Nieuwsbegrip CED groep Rekentuin Oefenweb B.V. Taalzee Oefenweb B.V.
2. Aangepaste lesprogramma’s voor de vakken taal/spelling en rekenen. Hoe is dat gegaan bij de Koploper school obs De Delta? Een opbrengst.
Inventariserend onderzoek leerlijnen SLOA
Hoe kan ICT ondersteuning en verbetering geven in ons onderwijs?
Hoofdvraag: Welke digitale leermiddelen kunnen op welke wijze de lesprogramma’s bij OBS De Delta* verrijken zodat het leerrendement zich vergroot? Op deze vraag willen we in een aantal stappen antwoord op krijgen. 1. 2. 3. 4.
We gaan een nulmeting inzetten: Hoe is de situatie nu? Hoe zet iedereen ICT in? Beschrijving van de ideale situatie. Hoe zien we het liefst ICT geïntegreerd in ons onderwijs. Visie en beleid beschrijven in een ICT beleidsplan. Het maken van een leertraject. Vanuit de nulmeting leerdoelen opstellen en ons professionaliseren. 5. Implementeren van de gemaakte afspraken. En onze expertise inzetten om de leerrendementen te verhogen.
* Elke willekeurige school voor basisonderwijs
Nulmeting gebruik ICT groep 4 t/m groep 8 Aan de hand van groepsbezoeken en gesprekken zien en horen we de volgende zaken: 1. De bediening van het digibord is een basisvaardigheid. De vaardigheden liggen uiteen. Van alle opties weten en gebruiken tot zich beperken tot het schrijven op het bord. 2. We hebben voor rekenen, taal en spelling digibord software. Deze software is webbased. Van de uitgever Malmberg en de uitgever Zwijsen. Iedere leerkracht heeft een eigen inlog en gebruikt deze software voor de uitleg. 3. Voor rekenen gebruiken we de oefensoftware en de toets software webbased. Malmberg heeft hier een omgeving gemaakt waarin de kinderen het geleerde per dag 15 minuten kunnen oefenen. Dit gebeurt nog niet structureel wel incidenteel. De toetsen worden door alle leerlingen digitaal gemaakt. De verwerking van die toetsen wordt door Malmberg in een overzicht gezet. Deze resultaten zetten we dan over in een zelf gemaakt exel bestand. 4. Voor taal en spelling hebben we spelling in beeld en woordenschat als digitale ondersteuning. Momenteel is daar nog vrij weinig mee gedaan i.v.m. het nog niet volledig werkzaam zijn van de programma’s. De toetsen worden handmatig gedaan en de resultaten worden digitaal opgeslagen in de exel bestanden. 5. We hebben voor de oefeningen en toetsen 29 laptops beschikbaar. Er is een rooster opgesteld wanneer elke klas met de 29 laptops kan werken. Dit is in dagdelen verdeeld. 6. De werking van Wifi laat te wensen over. Het werkt nog niet optimaal. 7. De verslaglegging van de resultaten gebeurt dus digitaal. Via exel bestanden. We hebben samen gesproken over de normen die we hanteren. Deze rekent het bestand uit, waardoor je een goed overzicht krijgt van de beheerste onderdelen. 8. Hierdoor kunnen we gemakkelijk de resultaten digitaal doorgeven aan elkaar. 9. Maar we zetten nog geen stappen in die richting wat betreft ondersteuning voor de cognitieve vakken. We gebruiken Esis webbased om alle informatie overzichtelijk per leerling te rangschikken en te registreren. 10. Naast de methode gebonden software is er Ambrasoft om extra te oefenen. Ook dit is nog niet structureel aanwezig en gebeurt nog incidenteel 11. Op het internet is veel extra werk te vinden. Leerkrachten halen hier veel informatie van af naar eigen inzicht. 12. Internet wordt gezien als bron. Zeg maar het internet 1.0, informatie eraf halen. We zien het belang van internet 2.0, samen informatie delen. Een voorbeeld: het groepsbezoek groep 4: Digibord staat aan op de webbased software van Zwijsen. De leerkracht gebruikt het digibord voor instructie spelling. De leerling computers staan aan. Kinderen verwerken op papier. Leerkracht gebruikt interwrite om extra uitleg te geven. Dit is de basis, nieuwe pagina, pen, gum, lijnen trekken, kleuren gebruiken. De werkbalk is al wel aangepast. Er wordt makkelijk gewisseld van schrijfwerk naar methode door de leerkracht. Digibord staat niet helemaal scherp ingesteld. Leerkracht maakt de pagina niet groter. Woorden van de week staan al klaar, deze zijn getypt, makkelijk te lezen. Leerling mag op digibord het voordoen.
Basis gebruik is goed aanwezig. Leerling is klaar en gaat achter Ambrasoft. Proberen om Ambrasoft te gebruiken, nog geen aftekenlijst. Behoefte: Uitleg software behorende bij taal/spelling, overzicht behouden, controleren gemaakte oefeningen.
Beschrijving van visie en wenselijke situatie Visie: Kennisoverdracht is nu en in de toekomst de meest voorkomende onderwijsvorm. ICT zal een steeds groter wordende rol gaan innemen om als middel te dienen. Wij willen op onze school de mogelijkheden die ICT biedt ten volle benutten om het leerrendement te verhogen. De vaardigheden die kinderen straks nodig zullen hebben in de maatschappij zal voor een gedeelte varen op hoe ICT vaardig ze zijn. En ook hier willen wij een basis in vormen. Opbrengsten: ICT draagt bij aan een efficiënter, effectiever en aantrekkelijker onderwijs. Het gebruik van ICT is steeds vanzelfsprekender geworden. Toch leidt meer gebruik van ICT niet perse tot betere resultaten en rendementen. Ons perspectief is dat, hoe krachtiger ICT wordt en hoe meer mogelijkheden er zijn, de leerkracht onmisbaar is. Het rendement hangt nauw samen met de aanwezigheid van een leerkracht die de elementen ICT, leerinhoud en de leerling voegt tot een samenhangend geheel. Gebruik: De leraren gebruiken nu vooral internet, oefenprogramma’s en tekstverwerking. We willen erna toe dat de leerkrachten in hun lessen de kracht van web 2.0 gaan invoeren. Om een paar voorbeelden te noemen: Via twitter een oefenvraag sturen, via yurls allerlei onderwijssites in hun methode lessen integreren. Niet alleen informatie nemen maar ook delen. QR codes maken, presentaties houden met allerlei mooie ontwerp sites. Delen van deze presentaties. Ook de leerlingen willen we gebruik laten maken van alle mogelijkheden. Ten onrechte wordt verondersteld dat jongeren zo handig zijn met computers. Wij willen leerlingen in staat stellen om met behulp van ICT te leren en daar verantwoord, kritisch en creatief mee om te gaan. Van gebruik naar rendement: 1. 2. 3. 4. 5.
Ondersteuning afstemmen op ambities Volgers erbij betrekken door leiderschapsfunctie in te nemen Professioneel gebruik formaliseren, dus iedereen zet zich hiervoor in Leerkracht, leerling en leerstof met elkaar verbinden Kennis vergaren over wat werkt
Kennis vergaren: De laatste tijd hebben we ingezet om kennis te vergaren. De ICT specialist heeft een kennisnet cursus gevolgd. Deze kennis heeft het kwaliteitsteam ICT opgepakt, en dit is weer gedeeld met het team. Dit is vooral gericht om de leerkracht klaar te stomen om te werken met alle innovatie die in school is gehaald.
In de cursus van kennisnet kwamen de volgende onderwerpen voorbij. Mediawijsheid, coaching van je team, web 2.0 en web 3.0, welke online tools zijn er ontwikkelt met de cognitieve vakken. Deze kennis is gedeeld met het team waardoor de lessen steeds meer gericht zijn om ICT als middel in te zetten in de lessen. Hetgeen waar we nog meer onderzoek naar gaan doen is het concept flipping the classroom. We zijn begonnen met instructiefilmpjes opnemen om elkaar vaardigheden aan te leren. Daarna heeft het kwaliteitsteam voorbeelden gemaakt van hoe je flipping the classroom kan inzetten. Nu gaan we de leerkrachten tot juli 2012 laten kennis maken met deze vorm van onderwijs. Daarna gaan we afspraken maken om de leerkrachten twee keer per week een flipping les te laten ontwikkelen. Inzet van materialen: We hebben een aantal verschillende materialen tot onze beschikking. De leerkrachten werken in de onderbouw met een touchscreen. In de midden‐ en bovenbouw werken de leerkrachten met een digibord. Ons streven is dat dit bord of screen onderdeel wordt van onze les. Dus niet alleen een klassikale les, maar ook leerlingen kunnen hier gebruik van gaan maken. Hierin maken we al vooruitgang. Met de inzet van flipping the classroom, geven we hier weer een een nieuwe boost aan. Dan staan er in elke klas twee pc’s en 4 laptops. Deze computers staan elke dag aan op de oefensoftware van onze cognitieve vakken. We hebben hier een roulatie systeem voor zodat elke leerling elke dag oefent met de digitale software. Dan hebben we 14 I‐pads. Deze zijn zo verdeeld dat iedere groep elke dag een uur kan werken met de apps die ons onderwijs ondersteunen. Snappet: Sinds januari 2013 hebben we in de beide groepen vier tablets voor elk kind. Het bedrijf snappet heeft onze methodes voor taal en rekenen in een app gezet, waardoor elk kind nu zonder boeken en schriften op de tablet kan werken. Voordeel voor de leerkracht is nu dat je in 1 oogopslag kan zien of een kind de opgaven beheerst. En het werkt inzet/concentratie verhogend. Inzet materialen voor flipping the classroom: Sinds mei 2013 hebben we voor elke groep een Samsung tablet in de klas. Deze gaan we inzetten om de instructie filmpjes te maken en te bewerken voor het concept flipping the classroom. Deze tablet wordt uiteraard multifunctioneel ingezet maar met name voor flipping is deze tablet goed inzetbaar. Evaluatie: We hebben veel veranderingen doorgevoerd. De inzet die we nu hebben geleverd is vooral ten behoeve van de leerkracht. Onze leerkrachten kunnen alle middelen nu effectief inzetten in hun onderwijs. Wel moeten we nu na de implementatie goed consolideren van de gemaakte afspraken en werkwijzen. Als we kunnen consolideren dan kunnen we de gemaakte afspraken borgen en als standaard hanteren.
Toekomst: Nu we in de leerkrachten hebben geïnvesteerd, willen we de uitrol hebben naar de leerresultaten van de leerlingen. Komend schooljaar gaan we dat verder onderzoeken en analyseren. Start schooljaar 2013‐2014 De ICT middelen zijn goed aanwezig binnen onze school. ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
‐
Elke klas heeft een touchscreen of digibord. Groep 8 heeft 6 laptops/pc’s, Groep 7 heeft 6 laptops/pc’s, Groep 4 t/m 6 werken met tablets van snappet (geen boeken meer) , (5 klassen in totaal) Groep 3 heeft 4 laptops/pc’s Groepen 1/2 werken met 4 laptops/pc’s Elke klas heeft een samsung tablet voor het opnemen van instructiefilmpjes De I‐pads zijn verdeeld over de groepen, 7/8 hebben 5 I‐pads in roulatie systeem, groepen 1/2c /3 en 4 hebben 6 I‐pads in roulatie systeem, de andere kleutergroepen hebben 4 I‐pads in roulatiesysteem (snappet groepen werken al met tablet, vandaar geen I‐pads) We hebben een computer lokaal ingericht met 10 pc’s om in te zetten bij met name de zaakvakken
We werken met een roulatiesysteem in de klas voor alle middelen. Elke klas heeft dit zichtbaar in de klas hangen. ICT‐kwaliteitsteam houdt hier ook controle op. Alle leerkrachten zijn klaargestoomd om deze middelen effectief te kunnen inzetten. Dit schooljaar gaat het kwaliteitsteam een onderzoek opstarten naar de effecten op leerresultaten.
3. Twee (online) toolkits digitale leermiddelen voor de vakken taal/spelling en rekenen, voorzien van een handleiding. De Koploper school en volgscholen stelden de vraag: Welke digitale leermiddelen worden gebruikt en welke mogen de leerlingen inzetten? Aanpak op de Koploperschool: De leerkracht is deskundiger gemaakt. Het kwaliteitsteam (ict‐, reken‐ en taalcoördinator) heeft het team input gegeven op hardware, software en allerlei innovatieve didactische technieken. Deze drie componenten beheersen de leerkrachten nu zodat ze deze effectief kunnen inzetten. Om ze nog beter te kunnen helpen, hebben we de yurls pagina gemaakt, waar kinderen mee kunnen oefenen. Ook vanuit huis om op die wijze het leerrendement te verhogen en flipping the classroom te stimuleren. Flipping the Classroom is een organisatievorm van onderwijs waarbij je klassikale ‘kennisoverdracht’ vervangt door video’s en eventuele andere vormen van online instructie. Leerlingen kunnen de kennis hierdoor buiten de schoolmuren en de reguliere lessen tot zich nemen. Flipping the Classroom kan bijdragen aan gedifferentieerd onderwijs en maakt het voor leerlingen mogelijk om instructie te krijgen op hun eigen tempo. Ouders krijgen bovendien beter zicht op wat kinderen leren en doen. Een youtube kanaal is gemaakt om instructiefilmpjes te kunnen volgen behorende bij het vak rekenen en later ook taal. Dit valt onder de noemer onderwijs op maat kunnen leveren. http://obsdedelta.yurls.net http://www.youtube.com/user/obsdedelta Voor spelling wordt gewerkt met Bloon. www.rekenweb.nl www.onlineklas.nl www.fi.uu.nl/zoefi/Over_zoefi.html www.rekenbeter.nl www.puzzeltuin.nl/breinbrekers/index.php
4. Handzaam stappen‐/implementatieplan waarmee de integratie van digitale leermiddelen in lesprogramma’s ook voor andere vakken en leerjaren kan worden vormgegeven. De vragen in de bijgevoegde quickscan voor rekenen, kunnen mits aangepast, worden gesteld voor taal/ spelling. De quickscan wordt ingevuld door de leerkrachten en respectievelijk door de coördinator rekenen of taal omgezet in een beleidsplan voor het vakgebied.
QUICKSCAN REKENCOÖRDINATOREN KWALITEITSSCAN REKEN‐WISKUNDEONDERWIJS
Doelen Tijd Effectieve instructie Interventies Curriculum Organisatie Monitoren rekenonderwijs DOELEN 1) Heeft de school voor elke groep doelen per half jaar geformuleerd? 2) Zijn de doelen realistisch, maar niet te laag? 3) Wordt er in groep 1 en 2 voldoende aandacht besteed aan getalbegrip, tellen en de andere aspecten van de kleuterwiskunde? 4) Worden de vorderingen van de leerlingen gevolgd door middel van het Cito‐ leerlingvolgsysteem? 5) Wordt de toets Rekenen voor kleuters afgenomen in de groepen 1 en 2? Zo ja, wanneer? 6) Hoe wordt omgegaan met de toetsresultaten van Ordenen en de rekentoetsen uit Cito LOVS? Korte argumentatie 7) Doet de school mee aan de Cito Eindtoets Basisonderwijs? 8) Hanteert de school minimumdoelen voor zwakke rekenaars in de groepen 6 tot en met 8? 9) Heeft het team hoge verwachtingen ten aanzien van de mogelijkheden van leerlingen en de mogelijkheden om te leren rekenen in het bijzonder? TIJD 10) Hoeveel tijd is er per dag ingeroosterd voor rekenen/wiskunde? Wordt deze tijd ook daadwerkelijk besteed aan rekenonderwijs? 11) Hoeveel tijd wordt er in groep 1 en 2 besteed aan aanvankelijk rekenen? 12) Wordt er elke dag aandacht besteed aan aanvankelijk rekenen? 13) Hoeveel extra tijd is er voor zwakke rekenaars? 14) Wat wordt er in die tijd gedaan met de leerlingen? 15) Wat gaan de (begaafde) leerlingen doen die eerder klaar zijn met hun rekenwerk? 16) Hoeveel tijd brengen de kinderen gemiddeld per week door achter de computer? 17) Hoeveel tijd wordt per dag besteed aan instructie? 18) Hoeveel tijd wordt er per dag in de verschillende groepen besteed aan automatiseren? 19) Hoeveel effectieve lesweken zitten er in een schooljaar? 20) Worden alle onderdelen uit de methode gedaan of worden er ook onderdelen uit de methode overgeslagen? Wordt de methode voor elke groep ook helemaal uitgemaakt?
EFFECTIEVE INSTRUCTIE 21) Welke aandacht is er voor het uitwisselen van strategieën en oplossingswijzen? 22) Hoe is de verhouding tussen ‘zelf ontdekken’ en ‘expliciete instructie’? 23) Wordt er gebruik gemaakt van coöperatieve werkvormen in de rekenles? INTERVENTIES 24) Hoe is binnen de school de zorg voor zwakke rekenaars georganiseerd? (Remedial teacher, zorgklas en dergelijke). 25) Zijn er zwakke rekenaars die op een individuele leerlijn zitten? 26) Wordt er in alle groepen verlengde instructie toegepast ten behoeve van risicoleerlingen? 27) Wordt de kleine kring toegepast in groep 1 en 2 voor risicoleerlingen? 28) Hoe valt de didactiek voor zwakke rekenaars te omschrijven? 29) Krijgen zwakke rekenaars direct feedback op hun oplossingswijze? 30) Wordt de aansluiting met de groep voor zwakke rekenaars gewaarborgd? 31) Werken de zwakke rekenaars in de hogere groepen alle leerstof door of wordt er voor deze leerlingen een keuze gemaakt? Wat doen ze dan wel en wat niet? 32) Worden de basisvaardigheden in de bovenbouw bij zwakke rekenaars onderhouden? CURRICULUM 33) Wordt er voldoende aandacht besteed aan alle aspecten van de kleuterwiskunde en alle aspecten van tellen en getalbegrip? 34) Gebruiken de leerkrachten inde groepen 1 en 2 ideeënboeken, schatkisten of ander materiaal waaraan ideeën ontleend worden? 35) Is er speciaal materiaal binnen de school voor specifieke doelgroepen zoals zwakke rekenaars en hoogbegaafde leerlingen (bijvoorbeeld Maatwerk of Kien)? 36) Worden de basisvaardigheden in de hogere leerjaren onderhouden? 37) Welke strategie wordt er in de praktijk gehanteerd in de groepen 5 tot en met 8 wanneer het gaat om cijferen en kolomsgewijs rekenen? Kort e argumentatie. 38) Werkt deze didactiek? 39) Welke aandacht is er in de methode voor meten (metrieke stelsel), breuken, kommagetallen, procenten en verhoudingen? 40) Is deze aandacht voor je gevoel genoeg of moet er meer aandacht aan besteed worden? ORGANISATIE 41) Is er sprake van combinatiegroepen? 42) Is er sprake van groepsdoorbrekend rekenonderwijs? 43) Wordt er in niveaugroepen gerekend? 44) Wordt er verlengde instructie toegepast met het oog op zwakke rekenaars? 45) Wordt er veel gedaan aan zelfstandig werken binnen de school? 46) Zijn er leerlingen die een groep vooruit werken met rekenen? 47) Wat is de procedure wanneer een leerkracht een rekenachterstand constateert bij een leerling? 48) Hoe worden zwakke leerkrachten ondersteund? Op welke steun kan een leerkracht rekenen? 49) Worden er lesbezoeken gebracht? MONITOREN VAN HET REKENONDERWIJS 50) De school gebruikt een leerlingvolgsysteem om de leerlingresultaten op reken‐wiskunde te volgen. 51) Aan de hand van toetsgegevens worden trendanalyses uitgevoerd. 52) De toetsgegevens worden geanalyseerd om verbeterpunten in het aanbod en/of gegeven onderwijs op het spoor te komen.
53) De leerlingresultaten worden in verband gebracht met het functioneren van leerkrachten, intern begeleiders en schoolleiding. 54) Leerkrachten worden ondersteund om hun rekenonderwijs te verbeteren. 55) Het relateren van toetsresultaten aan gegeven onderwijs gebeurt in een sfeer van respect en collegialiteit. ICT 56) Gebruiken alle leerlingen de computers voor rekenen? 57) Is er genoeg tijd om alle aanbevolen software vanuit de methode te gebruiken? 58) Wordt de inzet van software die bij de methode hoort ook zo gebruikt? 59) Is het organisatorisch haalbaar dat de software behorend bij de methode gebruikt kan worden zoals bedoeld? 60) Welke ondersteunende ICT middelen (niet methodegebonden) worden ook gebruikt? 61) Zet je deze structureel in of incidenteel 62) Bekijk je de resultaten van de gemaakte oefeningen op de computer?