Lesbrief cluster 1/2 Algemeen In de onderbouwgroepen wordt ontwikkelingsgericht gewerkt. Hierbij is de interactie tussen leerlingen en leerkracht erg belangrijk. Het is van belang dat leerkrachten steeds nagaan wat de volgende (leer)stap voor een kind is. De leerkracht begeleidt de leerlingen bij het spelend leren. Gewoontevorming en het dragen van verantwoordelijkheid voor werk, materiaal en medeleerlingen is een zeer belangrijk onderdeel van het zelfstandig worden van kinderen. Gedurende het jaar wordt aan thema’s gewerkt zoals herfst, sint, kerst, lente en feest. Ook wordt er gewerkt aan thema’s die door de kinderen zelf worden ingebracht. Tijdens de werkles kunnen de leerlingen met behulp van een kiesbord een activiteit kiezen. Ze maken zelf een keuze, maar regelmatig vinden er ook verplichte activiteiten plaats. Het leren lezen, schrijven en rekenen veronderstelt een aantal basisvoorwaarden. Om te kunnen vaststellen of de kinderen voldoen aan die basisvoorwaarden worden de kinderen tijdens het spelen geobserveerd door de leerkracht. Met behulp van gesprekjes met kinderen en observaties tijdens het werken is het voor de leerkracht mogelijk de ontwikkeling van elk kind nauwgezet te volgen. Waar nodig vindt extra instructie plaats. Kinderen die achterblijven in hun ontwikkeling krijgen tijdens het werken extra hulp en begeleiding. Voor kinderen die meer kunnen, is er een ruim aanbod aan materiaal. Dagindeling dagkleuren: maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag
-
rood oranje geel groen blauw
dagritmekaarten: kring buitenspelen / gymzaal werkles muziek / dans eten en drinken naar huis / overblijven schooltelevisie / verjaardag / verrassing
1
Lesbrief cluster 1/2 Het kiesbord Elk kind heeft een eigen plaatje (pictogram). Tijdens de werkles kiezen de kinderen zelfstandig een activiteit op het kiesbord. De leerkracht houdt de activiteit in de dagmap bij om de ontwikkeling van het kind te volgen en bij te sturen. De kinderen kunnen kiezen op het kiesbord uit: bouwhoek / blokjes huishoek / themahoek / muziekhoek constructiemateriaal zoals lego, nopper zandtafel / watertafel verfbord krijtbord knutselen kleien leeshoek / stempelhoek poppenkast poppenhuis / kabouterhuis luisterhoek / computer tekenen in verhaaltjesschrift werken met het ontwikkelingsmateriaal zoals puzzels of lotto Digibord We maken dagelijks gebruik van het digibord. Het digibord zetten we in voor verschillende vakgebieden. Engels We zijn sinds vorig schooljaar gestart met Engels. We geven Engels via de methode Take it Easy. Veel lessen worden via het digibord gegeven met leuke filmpjes, spelletjes, liedjes en verhaaltjes. Daarnaast praat de leerkracht tijdens deze activiteiten alleen in het Engels. Luizencontrole Er wordt in de klas, voor elke schoolvakantie, door een ouder luizencontrole gedaan. Vanuit de ouderraad krijgt ieder kind een luizencape. Het is belangrijk dat u uw kind regelmatig controleert op luizen en neten. Klassendienst Elke dag mogen er één of twee kinderen klassendienst (hulpje) zijn. Zij mogen naast de juf of meester zitten het eerste bij de werkles kiezen vooraan in de rij bij de deur staan de prullenbak in de kring zetten bij het eten en drinken bij het opruimen de lichten aan en uit doen tafels schoonmaken onder de kasten kijken of er nog iets ligt
2
Lesbrief cluster 1/2 Maatje Elk kind heeft een maatje in de klas. Deze kinderen lopen met elkaar in de rij en helpen elkaar. Meestal is het een ouder kind dat een jonger kind helpt met bijv. aanen uitkleden, ritsen, veters strikken, het vinden van het materiaal, helpen met een moeilijke puzzel, werkje, wc-bezoek, naar de biebbus lopen, troosten. De kinderen leren elkaar helpen, samenwerken, en verantwoording voor elkaar te hebben. Het maatje wisselt een paar keer per jaar, meestal rond de vakantie of als er veel nieuwe kinderen zijn. Vooral kinderen die pas op school komen hebben hier heel veel steun aan. Zelfstandig werken De kinderen werken regelmatig zelfstandig in de klas met ‘uitgestelde aandacht’: Het stoplicht op het digibord staat dan op rood. De kinderen mogen dan de juf of meester niet storen. De juf of meester kan dan met een kind werken of een groepje kinderen aan de slag. Als je iets niet kan of weet, mag je elkaar wel helpen. De juf of meester laat op de klok zien hoelang je haar niets mag vragen. Probeer het samen op te lossen. De logeerbeer De logeerbeer mag bij elk kind thuis een paar dagen logeren. In zijn koffer heeft de logeerbeer een dagboekje, waar de ouder/ verzorger een kort verslag van de logeerpartij schrijft of een tekening van het kind. Het kind vertelt hierover tijdens het kringgesprek. De logeerbeer is een hulpmiddel om de kinderen in de kring te leren vertellen. Huisbezoeken Bij alle kinderen komen de leerkrachten een keer op huisbezoek na schooltijd. We beginnen bij de oudste kleuters. Kleuters op de planken We hebben een paar keer per jaar Kleuters op de planken. We maken dan een voorstelling waarin iedere kleutergroep een aandeel heeft. Ouders en/of verzorgers zijn welkom om te komen kijken. Dit zal meestal zijn op de woensdagochtend of vrijdagochtend. De data/tijden van Kleuters op de planken komen in de nieuwsbrief te staan.
3
Lesbrief cluster 1/2 Gymlessen De kinderen krijgen gym- of spellessen in de speelzaal. We gymmen minimaal drie keer in de week. De kinderen nemen van thuis een gymtas mee voorzien van hun naam. Deze gymtas blijft op school. De kinderen mogen voor de gymlessen een gymbroek met een T-shirt of gympakje aan en gymschoenen. (Gymschoenen indien mogelijk met klittenband en een naam erin vermeld!) Liever geen balletschoentjes of schoentjes met zachte zolen. Wilt u ook regelmatig de gymkleding wassen en nakijken of de gymschoenen goed passen (niet te groot of te klein zijn)? Gesprekken en rapporten op de Prof. Kohnstammschool Op de Kohnstammschool vinden per schooljaar drie oudergesprekken plaats. Het eerste gesprek is een startgesprek. Het tweede en derde gesprek vinden plaats naar aanleiding van het rapport dat de leerlingen twee keer per jaar krijgen. De startgesprekken vinden ieder schooljaar plaats aan de start van het schooljaar. De startgesprekken vinden plaats bij alle leerlingen in de groepen 1 t/m 8. De gesprekken duren 15 minuten. Alle ouders worden verwacht voor een startgesprek. Ouders hebben een grote invloed op de ontwikkeling van hun kind en kunnen een goed beeld geven van hun kind. Tijdens het startgesprek vertellen de ouders aan de leerkracht het een en ander over hun kind. Het doel van het gesprek is om informatie te krijgen over: het kind zelf hoe het in de vorige groep ging (of op een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal) de thuissituatie eventuele problemen of aandachtspunten. Het startgesprek vraagt om voorbereiding van de kant van de ouder(s) en van de kant van de leerkracht. Een hulpmiddel hierbij is een vragenlijst, die de ouders van te voren thuis al hebben ingevuld. De leerkracht gebruikt de vragenlijst als voorbereiding op het gesprek. Hiermee wordt tevens een moment gecreëerd waarop goed naar het kind gekeken wordt. Het kind wordt gevolgd. Daarnaast is het een goede manier, voor de (eventueel) nieuwe leerkracht, om de ouders te leren kennen. Twee rapporten per schooljaar Per kleuterjaar krijgen de kinderen twee rapporten. Eind januari krijgen de kleuters hun 1ste rapport mee naar huis en in juni krijgen de kleuters hun 2e rapport mee naar huis.
4
Lesbrief cluster 1/2 Rapportgesprekken (10 minutengesprekken) Er zijn 2 keer per jaar rapportgesprekken (10 minutengesprekken) voor alle kleutergroepen (eind januari en juni). U hebt dan gelegenheid om over uw kind te praten. Mocht er tussendoor iets zijn, dan kunt u gewoon een gesprek aanvragen bij de leerkracht. Cito-toetsen Oudste kleuters: ordenen / rekenen en taal voor kleuters Jongste kleuters: ordenen en taal voor kleuters
Ordenen/ rekenen: Begrippen: Vorm dezelfde vorm Classificeren wat hoort er niet bij Seriëren hoog naar laag Vergelijken minder/ meer / evenveel Tellen Taal voor kleuters: Passieve woordenschat Kritisch luisteren Klank en rijm Laatste en eerste woord Schrift oriëntatie Auditieve synthese
5