Nieuwsbrief #1 Den Haag, mei 2012
Een foto uit de jaren ‘90: de oude situatie van het Rode Dorp met de gevelkunstwerken aan de Parallelweg: een herkenbaar ijkpunt voor iedereen die met de trein vertrok of aankwam op Station Hollands Spoor.
Jaap Uithof (rechts) samen met onder andere Françoise Berserik (midden), dochter van de kunstenaar Hermanus Berserik, en projectleider Richard van Zwet tijdens het verwijderen van de gevelkunstwerken bij het Rode Dorp. Na de renovatie krijgen de kunstwerken hopelijk allemaal weer een plek in het nieuwe ontwerp.
Staedion blaast het Rode Dorp nieuw leven in: ontwikkelen mét de doelgroep! Wie anders dan de doelgroep zelf weet hoe zijn ideale leefomgeving eruit moet zien? Precies dat is de reden waarom Staedion de ontwikkeling van het Rode Dorp, gelegen vlakbij Station Hollands Spoor, niet alleen doet. Bij de vernieuwing van de 127 arbeiderswoningen uit 1874 heeft de woningcorporatie bewust heel veel studenten betrokken. Want het zijn straks studenten die er gaan wonen. En iets wat wordt ontwikkeld vanuit de eigen belevingswereld, is altijd beter dan wat vanuit een ivoren toren wordt bedacht. Zo’n tweehonderd aankomend studenten Bouwkunde van de Haagse Hogeschool werkten in 2010 dan ook in het kader van hun introductieweek een dag aan het Rode Dorp aan de Hoefkade. Twaalf studenten uit het tweede jaar van de opleiding Facility Management van de Haagse Hogeschool onderzochten vervolgens hoe Staedion de relatie tussen de doelgroep van het Rode Dorp en de omgeving kan optimaliseren met het creëren van de juiste voorzieningen. De studenten zijn met voorbeelden van faciliteiten gekomen en de beheermogelijkheden daarvan. Honderd studenten van de opleiding Bouwkunde van de Haagse Hogeschool bogen zich op hun beurt over de herbestemming van de woningen en nog eens twintig bouwkundestudenten maakten ontwerpen voor de invulling van de openbare gebieden met een paviljoen voor
ontmoeting en cultuur en kunst in de stedelijke ruimte. Ongeveer twintig TU-studenten van de masteropleiding ®MIT (Restauratie - Modificatie - Interventie - Transformatie) zijn daarna het Rode Dorp gaan ‘opmeten’. Met hun bevindingen werkten ze in een half jaar tijd een masterplan uit waarmee de 127 arbeiderswoningen nieuw leven wordt ingeblazen. De masterplannen werden gepresenteerd tijdens een goed bezocht symposium, waar ook bewonersorganisaties en omwonenden aanwezig waren. Alle input wordt door Staedion en Braaksma & Roos Architectenbureau gebruikt bij het uitwerken van het conceptontwerp voor 198 studenteneenheden en de directe leefomgeving. Aangenaam verrast “Het is voor ons een heel bewuste keuze om bij projecten samen te werken met de diverse onderwijsinstellingen”, zegt Jaap Uithof, directeur Ontwikkeling bij Staedion. “Door verbintenissen aan te gaan met de universiteiten, de Haagse Hogeschool, het ROC Mondriaan en de vmboopleidingen in de regio wordt kennis gemobiliseerd die planontwikkeling naar een hoger niveau kan tillen. Juist door het betrekken van de studenten bij het Rode Dorp hebben we vanaf het eerste moment contact met de beoogde doelgroep. De studenten van de Haagse Hogeschool en de TU hebben in 2011 meegedacht over wat en hoe we het gaan doen. Maar ook in de rest van proces, bij de daadwerkelijke uitvoering en het uiteindelijke beheer, maken we gebruik van studenten van onder andere het ROC Mondriaan.” Volgens Uithof helpen de studenten Staedion breder te laten kijken. “Onze visie wordt beïnvloed. We zijn ook
aangenaam verrast door de ideeën waarmee ze kwamen. Ik durf te zeggen dat onze plannen er levendiger van zijn geworden. Zo kwamen ze bijvoorbeeld met het idee om midden in het Rode Dorp een atelier te realiseren. Met de bedoeling het sociaal contact verder te bevorderen tussen de studenten, maar ook met de omwonenden.” Naar verwachting wordt in het tweede kwartaal van dit jaar met de daadwerkelijke renovatie van het Rode Dorp begonnen. De eerste bewoners kunnen waarschijnlijk midden 2013 hun intrek nemen. Lees meer op pagina’s 3, 6 en 7 over de bijdragen van de studenten aan het conceptontwerp.
Studenten tijdens het veldwerk: op bezoek in het Rode Dorp.
1
Wethouder Norder juicht initiatief Staedion toe Wethouder Marnix Norder van Stadsontwikkeling, Volkshuisvesting en Integratie van de gemeente Den Haag juicht de manier waarop Staedion bij de ontwikkeling van het Rode Dorp samenwerkt met studenten toe. “Als je voor een bepaalde doelgroep bouwt, is het natuurlijk belangrijk dat je weet wat hun wensen en behoeften zijn. Bovendien is de ervaring die studenten hiermee opdoen waardevol.” Wat Norder betreft zouden meer projecten in de stad op deze manier mogen worden opgepakt. “Je ziet dat de woningbouwmarkt verschuift van een aanbodgerichte naar een vraaggerichte markt. Meer dan ooit moet de markt inspelen op de wensen en behoefte van de consu
ment. Het Rode Dorp is tot stand gekomen door de inzet en het enthousiasme van verschillende professionals en studenten. Dat geeft gelijk de meerwaarde aan van het project.” Met de renovatie van het Rode Dorp blijft er volgens Norder ook een begrip in Den Haag bestaan. “Het is voor velen een herkenbaar buurtje in Den Haag. De kenmerkende straatjes vertellen de geschiedenis van ongeveer honderdvijftig jaar sociale huurwoningen. Ik waardeer de durf waarmee Staedion de renovatie oppakt.” Logische keuze De keuze voor het realiseren van studentenwoningen vindt de wethouder een hele logische. “Het Rode Dorp ligt op een unieke locatie in Den Haag: vlakbij de binnenstad,
met het openbaar vervoer en de verschillende scholen voor voortgezet onderwijs op loopafstand.” Bang dat het Rode Dorp een studenten-enclave wordt, is Norder niet. “Nee, het Rode Dorp blijft onderdeel van de Stationsbuurt en draagt bij aan de ontwikkeling van heel de buurt. In de omgeving van het Rode Dorp zijn in de afgelopen jaren al veel studentenwoningen gebouwd. Die nieuwe bewoners maken nu onderdeel uit van de buurt en weten hun weg te vinden naar de wijkvoorzieningen als het Huygenspark en de winkels aan de Stationsweg. Met de renovatie van het Rode Dorp en de bouw van studentenwoningen in het talud van Hollands Spoor komen meer studenten in de wijk. Ik verwacht dat zij zonder moeite hun plekje in de wijk kunnen vinden, net als hun voorgangers.” Wethouder Marnix Norder (rechts) tijdens het symposium dat Staedion organiseerde voor studenten, omwonenden en belanghebbenden.
Studenten Bouwkunde van de Haagse Hogeschool druk in overleg.
Inspirerende samenwerking met studenten Om bij de herontwikkeling van het Rode Dorp zoveel mogelijk de doelgroep studenten en onderwijsinstellingen te betrekken heeft Staedion vele gesprekken gevoerd met onder meer de TU Delft, De Haagse Hogeschool, het Mondriaan College en de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten. Al snel bleek er wederzijdse interesse te zijn. Bij de zoektocht binnen de onderwijsinstellingen stuitte Staedion op de RegioRegisseur. Mede dankzij deze samenwerking wordt het Rode Dorp een succes. Er valt veel winst te behalen als het bedrijfsleven en de onderwijsinstellingen meer met elkaar zouden samenwerken. Dat is de gedachtegang van De RegioRegisseur, een organisatie die in 2001 werd opgericht als samenwer kingsverband tussen de Haagse Hogeschool, het MKB, de Kamer van Koophandel, Syntens, de gemeente Den Haag en de gemeente Zoetermeer. Later voegden het ROC Mondriaan en de TU Delft zich ook bij het initiatief. “Bedrijven gaan graag aan de slag met studenten die op hun beurt verlangen naar echte opdrachten”, weet RegioRegisseur Janke Westerhuis. ”Vraag en aanbod sluiten dus prima op elkaar aan, maar ze weten elkaar niet altijd te vinden.” Geschikte studenten Ook voor Staedion was de RegioRegisseur een extra mogelijkheid om meer geschikte studenten te vinden. “We hadden zelf al heel wat contacten gelegd die we goed konden gebruiken. Maar omdat we bij de ontwikkeling van het Rode Dorp studenten uit zoveel mogelijk vakgebieden willen inzetten, kwam ik een beetje in een doolhof terecht van opleidingen”, zegt projectleider Leo van Gerven van Staedion. “Het kostte ons veel energie om met de juiste mensen in contact te komen en we vonden het juist zo belangrijk om studenten bij de herontwikkeling van het Rode Dorp te betrekken. Want juist door met hen samen te werken is er vanaf het eerste moment contact met de
2
beoogde doelgroep. Zij denken mee in de ontwikkeling van hun toekomstige huisvesting. Ze denken mee wat we maken, hoe we het maken, ze werken mee in de uitvoering en hebben taken in het beheer. Daarmee beantwoordt het project straks aan de wensen van de toekomstige bewoners.” Wisselwerking Staedion denkt natuurlijk niet in leerdoelen, zoals bij de onderwijsinstellingen gebeurt. “Nee, wij denken in projec ten en oplossingen”, geeft Van Gerven aan. “Het is een wisselwerking waarin studenten dingen doen die voor het ‘echie’ zijn en waardoor Staedion zich laat verrassen met wat de mogelijkheden zijn. Wel is het als bedrijf belangrijk dat er een vertaling van de opdracht naar het onderwijs wordt gemaakt. Wie samenwerkt met studenten heeft dus te maken met zijn eigen agenda, maar ook met die van tien docenten. Dat is iets waar je in investeert als bedrijf, omdat je nu eenmaal inziet dat de samenwerking voor beide partijen veel oplevert. Voor ons als Staedion een bredere visie op het gebied en voor de studenten een goede praktijkervaring. We begeleiden ze en verzorgen verschillende lezingen gegeven door medewerkers van onze corporatie.” Slimme ideeën Het Rode Dorp wordt door de RegioRegisseur gezien als een prima voorbeeld van hoe onderwijsinstellingen en bedrijfsleven kunnen samenwerken. “Studenten van alle denkbare opleidingen en niveaus werken aan de klus
“Voor ons als Staedion een bredere visie op het gebied en voor de studenten een goede praktijkervaring” mee”, zegt Westerhuis. “Een saaie stage is het zeker niet.” Van Gerven is tevreden. “De studenten zijn allemaal erg betrokken en komen met serieuze en slimme ideeën. Voor een deel hadden we die ook zelf kunnen bedenken, maar dan hadden we er langer over gedaan. Een mooi voorbeeld is dat Staedion vanuit het thema veiligheid het Rode Dorp wilde afsluiten. De studenten stellen juist voor om vanuit een netwerkgedachte, die bij hun generatie past, juist openheid te creëren. Daarmee wordt de onderlinge ontmoeting gestimuleerd. Dat is zeker een waardevolle toevoeging aan het project. Het is inspirerend om met jonge mensen samen te werken.”
De RegioRegisseur is verbonden aan de kennisinstellingen de Haagse Hogeschool, het ROC Mondriaan en de TU Delft. De RegioRegisseur biedt één centraal punt waar bedrijven en studenten verder worden geholpen bij hun samenwerking. Wie ook graag studenten wil inzetten, kan contact opnemen via (070) 445 88 35 of
[email protected]. (Zie voor meer informatie: www.regioregisseur.nl).
‘Dit is misschien wel leuker dan een stage’ Twee paviljoens op de middenas van het Rode Dorp. Twee dezelfde, maar in spiegelbeeld en omgeven met water en groen. De toekomstige bewoners moeten elkaar kunnen ontmoeten én ook rust ervaren. Het is zoals Cun-Long Chang (23) en Jeffrey Reule (19) de invulling van de ontmoetingsfunctie in de buiten ruimte zien. Kitty Wu (23) en Rakesh Kalpoe (21) denken ook aan twee paviljoens, maar de een is een kunstobject dat wordt gebruikt als podium, de ander is introverter. Zo kunnen mensen kiezen waar ze behoefte aan hebben. De ideeën van de studenten Bouwkunde aan de Haagse Hogeschool zijn veelzijdig. “Onze opleiding Bouwkunde werkte graag mee aan het Rode Dorp”, vertelt hogeschooldocent Architectuur en Bouwtechnieken Bob Legel. “Het is voor onze studenten altijd goed als ze met reële projecten bezig kunnen zijn. Het bedrijfsleven kijkt mee en dat zorgt voor een extra dimensie. Voor de studenten, omdat ze naast het gebruikelijke cijfer feedback krijgen vanuit een andere hoek, maar ook voor ons als docenten, omdat we zo de leerstof kunnen toetsen aan de praktijk.” Alle studenten houden zich als verplicht onderdeel van de opleiding bezig met het blok herbestemming, vertelt Legel. Dit keer stond dat voor honderd studenten in het teken van de Rode Dorp-huisjes omtoveren tot studentenwoningen. Daarnaast bogen tijdens de minor Architectuur twintig studenten in groepjes van twee zich ook over de invulling van de ontmoetingsfunctie in de buitenruimte in de vorm van paviljoens. Daarbij moesten ze ook rekening houden met de directe omgeving. Cun-Long, Jeffrey, Kitty en Rakesh deden aan beide opdrachten mee. “De herbestemming was bijzonder interessant”, zegt Cun-Long. “Toen de huizen van het Rode Dorp werden gebouwd golden er heel andere regels en daar moet je met de herbestemming een oplossing voor zien te vinden. Het aanbrengen van isolatie is bijvoorbeeld echt noodzakelijk.” Daarnaast kwamen studenten onder meer met het realiseren van gezamenlijke keukenruimten, zodat er meer ruimte was voor de invulling van de studentenkamers. Creatief Met de opdracht van de invulling van de buitenruimte voelden de studenten zich meer vrij. “Het was misschien wel leuker dan een stage”, vindt Cun-Long. “Dan moet je je ook aan bepaalde regels houden, maar nu konden we heel creatief aan het werk gaan. Het begon al met het bezoeken van het Rode Dorp; het rondkijken, het ervaren van de sfeer en het contact met de omwonenden.”
Nog meer jongeren worden betrokken bij vervolgtraject Het conceptontwerp voor het nieuwe Rode Dorp mag er dan liggen, Staedion is zeker nog niet klaar met de input van de jongeren. Ook in het vervolgtraject worden studenten betrokken. Zo zijn drie studentes van de opleiding Communicatie van de Haagse Hogeschool met hun stage druk bezig met de communicatie rond het project (zie pagina 5). Zij bekijken onder meer hoe de toekomstige doelgroep het beste kan worden voorgelicht over hoe ze een kamer kunnen bemachtigen in het Rode Dorp. Maar ook komen ze met ideeën hoe omwonenden zo goed mogelijk geïnfor meerd worden over de plannen en later de bouwwerkzaamheden. Studenten van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) gaan zich richten op de sociale media. Staedion werkt samen met de RegioRegisseur, een organisatie die de contacten binnen de scholen onderhoudt (zie pagina 2). Staedion heeft daarnaast afspraken gemaakt met het Mondriaan College, de Stichting Haag bouw en het project Werkmaat om een leer lingbouwplaats te realiseren waar jongeren uit de Schilderswijk en de Stationsbuurt praktijk ervaring kunnen opdoen. Onder begeleiding van Werkmaat krijgt een groep werklozen de kans een startkwalificatie te behalen.
V.l.n.r.: Kitty Wu, Rakesh Kalpoe, Cun-Long Chang en docent Bob Legel op de Haagse Hogeschool waar veel is nagedacht over de invulling van het Rode Dorp.
Volgens Bob Legel maakte dat de opdracht interessant. “Ze konden uit de collegebanken zo de praktijk in. Ze kregen lezingen over de de geschiedenis van het Rode Dorp. En niets stond vast. Alleen de plattegrond van het Rode Dorp, maar daarop konden ze doen wat ze wilden en dat leverde veel nieuwe input op, ook voor Staedion.” Cun-Long: “We hebben onze ideeën uiteindelijk mogen presenteren aan Staedion. Ik ben benieuwd of we onze ideeën op de een of andere manier in het Rode Dorp terug zullen zien. Dat zou wel leuk zijn!” Rakesh legt uit dat ze als voorstudie eerst aan de slag zijn gegaan met het invullen van stippen, lijnen en vlakken. “Die elementen worden ook gebruikt in de kunst. Mondriaan is daar een goed voorbeeld van. Door met de stippen, lijnen en vlakken te schuiven kun je de beste balans vinden.” Nadat die eenmaal was gevonden, bleek bij de studenten de beste plek voor de paviljoens de hoofd as van het Rode Dorp te zijn. “En dan niet één paviljoen, maar twee”, aldus Kitty. “Als we voor één paviljoen hadden gekozen, was de juiste verhouding zoek geweest. Als je één paviljoen zou neerzetten, concentreert de activiteit zich op een punt. Nu wordt die verspreid.” Toegevoegde waarde Cun-Long laat zien dat de ruimte tussen de twee paviljoens die hij samen met Jeffrey bedacht, een parkfunctie heeft gekregen. De paviljoens zelf zijn dynamisch, hebben een hellend vlak, zijn diagonaal op diagonaal opgebouwd en gelegen aan water. “De paviljoens vormen de ontmoe
“Niets stond vast. Ze konden doen wat ze wilden” tingspunten, maar daartussen en daaromheen vinden de bewoners rust. Ook voor mensen buiten het Rode Dorp heeft het een toegevoegde waarde.” Het concept van Kitty en Rakesh staat in het teken van ‘eeuwig jong’. In het ontwerp zit een bepaalde gelaagdheid en de paviljoens hebben een verbintenis met elkaar, maar zijn tegengesteld. Het een mag een excentriek ontwerp worden genoemd, terwijl het andere paviljoen rust uitstraalt. “Als bezoeker kun je kiezen waar je behoefte aan hebt. Er wordt kunst tentoongesteld die regelmatig wisselt en in het teken staat van eeuwig jong.” Hun docent is tevreden over de resultaten. “Ze hebben duidelijk buiten de kaders durven denken en dat is goed. En vergis je niet: een paviljoen is een van de moeilijkste dingen voor een bouwkundige om te ontwerpen. Een paviljoen is er om gezien te worden. Ja, dat kan met deze creaties zeker.”
Ruim tweehonderd eerstejaarsstudenten van de Haagse Hogeschool bezochten het Rode Dorp en maakten voorstellen voor de woningen.
3
Als eigenaar van Braaksma & Roos Architectenbureau en als universitair hoofddocent van masteropleiding ®MIT (Restauratie - Modificatie - Interventie - Transformatie) kwam voor Job Roos met het Rode Dorp het beste van zijn twee werelden samen. Samen met ‘zijn’ studenten kon hij werken aan een concreet herbestemmingsplan van een interessant gebied. Zowel de horizon van Staedion als die van zichzelf zijn daardoor verbreed. Samenwerken met studenten is Job Roos als docent niet vreemd. Toch was het voor hem een unieke ervaring om met studenten zo nauw samen te werken aan een her bestemmingsplan. “Ik durf ook met zekerheid te zeggen dat het conceptplan van het Rode Dorp er heel anders had uitgezien zonder de studenten. Ze hebben onze blik verruimd. Ze dachten ook vrij, omdat ze nog niet direct rekening hoefden te houden met de beperkende randvoorwaarden. Dat schept extra ruimte. Net als dat zij er de tijd voor hadden om vele varianten uit te proberen, zonder dat het de opdrachtgever veel extra geld kostte.” De twintig ®MIT-studenten kregen de opdracht drie concepten te bedenken en er een uit te werken. “Wat direct opviel, was dat ze verder keken dan het realiseren van de studentenwoningen”, aldus Roos. “Ze positio neerden het Rode Dorp in de omgeving, in de stad. We hebben dan ook onderzocht welke betekenis het Rode
Architect Job Roos: ‘Studenten Dorp vroeger had, op dit moment en welke betekenis het in de toekomst zou moeten krijgen. Het Rode Dorp was een van de eerste arbeidersenclaves in Nederland. Het lag midden in de polder en was alleen bereikbaar met een bruggetje. Het was een naar binnen gekeerde wereld. Op dit moment heeft het Rode Dorp geen enkele betekenis. En wat het moet worden: een levendig studentenbolwerk met een sterk intern netwerk dat ook een goede en open uitstraling naar buiten heeft.” Goed product Door de communicatie over en weer tussen onder meer de opdrachtgever Staedion, de studenten en het architectenbureau is er volgens Roos met het conceptontwerp een bijzonder goed product komen te liggen. “Een product dat communiceert met de buitenwereld. Ja, daar zijn zeker meerdere ideeën van de studenten in meegenomen. Zo denken we er bijvoorbeeld over om het Rode Dorp beter te laten aansluiten op de Parallelweg door vier woningen te slopen en een verlaagd pleintje aan te leggen. Maar ook een glazen overkapping van zestig meter lang tussen de woningen van de middenblokken aan de Parallelweg is een idee dat voortkomt uit de concepten van de studenten. De geïntegreerde plaatsing van zonnepanelen in het kasdeksysteem
nieuwbouw: Bed and Breakfast
ruimte voor gedichten/ verhalen stucwerk
kas kan dienst doen als gemeenschappelijk atelier voor de omwonende studenten van de KABK. En aan de pleintjes denken we aan het creëren van gemeenschappelijke woon kamers om de sociale veiligheid te vergroten en het groeps wonen te introduceren. We zijn ook nog één element aan het doorontwikkelen. Dat gaat om een groot meubel waar fietsen ingezet kunnen worden, maar waar tegelijkertijd op gezeten kan worden.” Goede interactie Alle stedenbouwkundige en architectonische ideeën hebben volgens Roos ook bijgedragen aan een goede interactie tussen Staedion en zijn architectenbureau. “Ze hebben Staedion laten zien wat er allemaal mogelijk is met het gebied. Ze hebben een gedegen onderzoek verricht waarmee de blik is verruimd en dat geeft mij als architect weer de ruimte om mijn eigen horizon te verbreden binnen dit project. Dat is Staedion trouwens goed bevallen, want samen met studenten van ®MIT gaan we nu ook werken aan projecten in Den Haag Zuidwest. Daar is een transformatieslag nodig en ik weet zeker dat de studenten weer met verfrissende ideeën komen.”
dubbele kas t.b.v. studenten academie fabrikant: nader te bepalen
reproductie van Berserik
reproductie van Berserik
stucwerk
stucwerk
hebben onze horizon verbreed’
nieuwbouw: Bed and Breakfast
ruimte voor gedichten/ verhalen stucwerk
De nieuwe entree van het Rode Dorp vanaf de Parallelweg
Dwarsdoorsnede vanaf Parallelweg
Concept ontwerpplan herbestemming Rode Dorp Het plan voor de herbestemming van het Rode Dorp biedt niet alleen de her inrichting van de wooneenheden, maar ook voor de tussenliggende gebieden. Zo is er voorzien in twee gezamenlijke binnentuinen met een collectief terras, barbequeplekken en een moestuin, en is er aan de zijde van de Parallelweg een grote kas tussen de bebouwing gepland welke dienst kan doen als atelier- en expositieruimte. Daarnaast komt er een apart ontmoetingsplein voor evene menten en een sportplein: allen ter versterkng van de sociale cohesie.
Verdeling type woonruimtes voor totaal 290 studenten Onzelfstandige woonruimtes (3 units : 36 studenten) Short stay ruimtes (6 units : 21 studenten)
Uitzicht op de Parallelweg vanuit de kas-exporuimte.
Zelfstandige gedeelde woonruimtes (62 units : 124 studenten) Zelfstandige woonruimtes (85 units : 85 studenten)
Evenementenplein ‘Agora’, aansluitend aan de kas
Overige funsties
P ar a l lelw eg
Hoefkade
gezamenlijke binnentuin #1
4
sportplein
gezamenlijke binnentuin #2
evenementenplein
Kas/exporuimte
Impressie van de gezamenlijke binnentuin
Sportplein
Plan is gericht op ontmoeting Het centrale begrip binnen het Rode Dorp nieuwe stijl is ontmoeting. Er is gekozen voor een hofjesachtige setting met daarbinnen een open structuur. De pleintjes, de gezamenlijke binnentuinen en de atelierkas zijn allemaal plekken waar de toekomstige bewoners elkaar tegen zullen komen. Daar kunnen ze werken, studeren of gewoon ontspannen. Beschut, en tegelijkertijd midden in de dynamiek van de stad. De gedeelde woonkamers aan de pleintjes dragen bij aan levendigheid en sociale veiligheid. Het zijn plekken, van waaruit de bewoners zicht hebben op de omgeving. Zij voegen licht en beweging toe. De pleintjes, de binnentuinen en de kas zijn bovendien allemaal elementen die rechtstreeks voortkomen uit suggesties van studenten die zich op het plan hebben gestort.
5
TU-studenten leveren stedenbouwkundige en architectonische ideeën
‘Realistisch en leerzaam voor beide partijen’ De een sloopt direct dertig woningen, omdat al die vervallen arbeiderswoninkjes bij elkaar voor te smalle straatjes zorgen. De ander laat alle huisjes juist staan, om zo de geschiedenis en de charme van het Rode Dorp te behouden. Weer andere studenten willen onder meer de connectie met de Parallelweg en de ruimten achter de woningen verbeteren. En sommigen vinden dat er ontmoetingsplaatsen moeten komen. De ideeën van twintig studenten van de masteropleiding ®MIT (Restauratie - Modificatie - Interventie - Transformatie) vloeien talrijk. Elke student bedacht drie concepten en werkte er daarvan een uit. Het resultaat: vele creatieve en nuttige voorstellen die Staedion en de architect Job Roos vrijer en ruimer laten denken.
Twintig weken lang werkte een groep studenten van de TU Delft faculteit Bouwkunde aan het Rode Dorp. Architecten in spe Michiel van der Veen (26), Terry Pater (22) en Robbie Neijzen (25) kozen bewust voor het project in samenwerking met Staedion. Zij wilden wel eens ‘voor het echie’ aan de slag. “Normaal gesproken ben je fictief met een stedenbouwkundig ontwerp bezig”, vertelt Robbie. “Dan denk je na, kom je met een voorstel en is het de docent die je beoordeelt. Dat was nu anders. We kregen ineens te maken met andere partijen die betrokken zijn bij de herbestemming van het Rode Dorp. En dan moet je rekening houden met anderen.” De praktijk was daarmee anders dan het ontwerpen in de collegebanken. Dat is volgens ontwerpdocent Herbestemming & Renovatie Alexander de Ridder ook precies het leerpunt dat zijn studenten meekrijgen wanneer ze aan de slag kunnen met een actuele, reële opgave. “Ze hebben zich met het Rode Dorp echt kunnen verdiepen in de complexiteit van een maatschappelijke ontwerpopgave. Daarmee hebben ze geleerd dat het vinden van een oplossing een zoektocht is die onderzoek en analyse vereist en daarbij krijg je te maken met de visies van de verschillende betrokkenen en belanghebbenden. Ze spraken onder andere met de opdrachtgever Staedion, de toekomstige gebruikers, de buurtbewoners, de stedenbouwkundige dienst, de Monumentenzorg, de architect, de constructeur, de installateur en de kostendeskundige. Die voorzagen ze van alle informatie die ze nodig hadden, maar maakte ook de complexiteit van de opgave duidelijk.” Omwonenden Student Terry staat vooral het contact met de om wonenden nog helder voor de geest. “Tijdens de fictieve opdrachten hebben we daarmee nooit te maken gehad. Maar nu werden we bij onze verkenning van het Rode Dorp vrijwel direct aangesproken. Toen ik aangaf dat het mijn idee was om een deel van de woningen te
Presentatie van de conceptmasterplannen van de TU-studenten tijdens het symposium. De aanwezigheid van de mensen van Staedion, omwonenden en wethouder Norder zorgde voor een extra stimulans.
6
Architecten in spe Michiel van der Veen (rechts) en Robbie Neijzen kozen bewust voor het project in samenwerking met Staedion. Zij wilden wel eens ‘voor het echie’ aan de slag.
“Onze voorgestelde ideeën vragen om een reactie”
openheid realiseert naar buiten toe. En ik denk aan gemeenschappelijke tuinen. In mijn concept is de achterkant van de woningen wel drastisch aangepakt, die was ook erg vervallen.”
slopen, werden sommige omwonenden zelfs boos. Zij vonden dat het karakter van het Rode Dorp bewaard moest blijven. Op zo’n moment moet je met een duide lijke visie komen. Voor mij bestond die uit het ruimer en moderner opzetten van het Rode Dorp om zo het gebied aantrekkelijk te maken voor de toekomstige student. Straten van vijf meter breed - waarin je je raam niet eens open kunt zetten zonder een fietser te raken - zijn niet meer van deze tijd. Waarom zou je in het Rode Dorp gaan wonen als je een stukje verderop in een ruimer appartement kan zitten...”
Andere visies Tijdens een speciaal georganiseerd symposium kon het drietal samen met de overige studenten hun masterplannen presenteren. “Dat was ontzettend leuk en leerzaam”, zegt Michiel. “De aanwezigen waren onder andere mensen van Staedion, omwonenden en wethouder Norder. Zij gaven feedback waarmee wij weer verder konden. Ja, we hebben er zeker van geleerd. Zeker omdat het om een echt ontwerp gaat. Dan doe je als student toch nog beter je best. Het stimuleert ook wel als we straks in het Rode Dorp onze eigen ideeën verwezenlijkt zien. Of Staedion van ons heeft geleerd? Ik denk het wel. Wij behoren sowieso tot de doelgroep en kunnen ons dus beter inleven, maar ook hebben wij heel duidelijk gekeken naar hoe het nieuwe Rode Dorp zich gaat verhouden tot de omgeving.”
Collectieve ruimtes Michiel was vooral druk met het bedenken van een betere ontsluiting met de Parallelweg. “Het Rode Dorp heeft zeker op dat punt geen logische connectie met de rest van Den Haag”, stelt hij. “Terwijl juist daar station Hollands Spoor ligt, waarvan veel studenten gebruikmaken. In het verleden hebben ze in het Rode Dorp op die plek botweg een aantal huizen gesloopt, omdat er een brede weg kwam, die uiteindelijk niemand kon oversteken. Het is een harde grens die ik heb geprobeerd op te lossen met het toevoegen van een opgetild bouwlint met appartementen of publieke functies aansluitend op de naastgelegen bebouwing, met daaronder een pleintje als overgangszone.” Robbie richtte zich voornamelijk op het creëren van collectieve ruimtes waar de studenten elkaar kunnen ontmoeten. “Wat in mijn visie heel belangrijk is, is dat de oude charme behouden blijft, maar dat het Rode Dorp wel meer een gemeenschappelijke functie krijgt. Ik denk aan glazen serres, waarbij je ook de gewenste
Ook hun ontwerpdocent weet zeker dat er geleerd is van zijn studenten. “De kracht van de studenten plannen voor Staedion is dat de voorgestelde ingrepen om een reactie vragen. Intelligente plannen zijn vanzelfsprekend een aanwinst voor de planontwikkeling. Maar ook onrealistische, brute, oppervlakkige plannen hebben een nut voor de planontwikkeling, omdat zij een debat kunnen oproepen en de eigen visie kunnen aanscherpen en verstevigen. Studentenplannen scheppen áltijd ruimte voor andere visies. Door met studenten samen te werken worden meer alternatieven op een vrijblijvende manier aangedragen. Dat maakt het spectrum waar uit gekozen kan worden voor de opdrachtgever breder en biedt de architect uiteindelijk meer ruimte om in te opereren. Dat komt de kwaliteit van de planontwikkeling ten goede. Het Rode Dorp had er zonder de input van de studenten zeker anders uitgezien.” Dat denken Michiel, Terry en Robbie ook. “Weet je hoe dat komt? Wij denken zonder grenzen. Die hebben we niet, want het is onze baan nog niet.”
‘Leuk, omdat deze opdracht zo concreet is’ Shara Ravestein (20), Eva van Deursen (19) en Dominique Peterse (20) hebben sinds november 2011 drie dagen per week een vast bureau bij Staedion. Als studenten Communicatie aan de Haagse Hogeschool lopen ze vijf maanden stage. De meiden zoeken naar de juiste manier van communiceren met de doelgroep. Maar ja, wie is of zijn de doelgroepen? En wat is de boodschap? Met die vragen begonnen ze met hun communicatieplan. Inmiddels zijn ze er - met begeleiding vanuit Staedion en school - uit. “We gaan ons richten op externe en interne communicatie”, legt Eva uit. “Intern is de communicatie met alle partijen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van het Rode Dorp. Dus de gemeente, de bewonersorganisatie, de Haagse Hogeschool, de TU Delft, het Mondriaan College en de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK). Zij moeten allemaal op de hoogte zijn van wat er gebeurt, met als extra doel dat ze enthousiast blijven praten over het project.” Extern gaat het om de toekomstige bewoners en de omwonenden van het Rode Dorp, legt het drietal gedreven uit. “Het Rode Dorp wordt de ‘place to be’. Dus studenten moeten weten hoe ze kans maken op een kamer. De omwonenden moeten we vooral betrekken bij het plan en later bij de bouwwerkzaamheden. Wanneer je op tijd overlegt, wordt overlast meestal als minder hinderlijk ervaren.” Ze klinken al als ervaren communicatie adviseurs. Fijn gevoel Het is de bedoeling dat Shara, Eva en Dominique uiteinde lijk met een communicatieplan komen. “Daarin staat ook omschreven welke boodschap en gevoel wij willen overdragen”, zegt Dominique. “We vinden dat mensen een fijn gevoel moeten krijgen bij het project. Het moet niet te zakelijk zijn, maar juist informeel. Zoals de sfeer in het Rode Dorp straks ook is. We benadrukken ook hoe in het ontwerp rekening is gehouden met het thema veiligheid. En we willen de historie aan Den Haag teruggeven: de hofjessfeer. Want zo wordt het Rode Dorp opgezet.” In het communicatieplan komen ook hun ideeën te staan over welke communicatiemiddelen kunnen worden ingezet. Zo denken ze bijvoorbeeld aan een website en aan de social media. “We hebben een mindmap getekend”, vertelt Shara. “Dat was voor ons heel nieuw en ontzettend leuk om te doen. Dan ben je echt aan het brainstormen
V.l.n.r.: Dominique Peterse, Shara Ravestein en Eva van Deursen druk in de weer met hun mindmap: nadenken, brainstormen, optekenen en uiteindelijk in een écht communicatieplan gieten.
met elkaar. Toen we daarmee aan de slag gingen, werd onze stage pas echt leuk. In het begin raakten we in de knoop”, geeft ze toe. Gedachten op papier “We bleven teveel in de theorie hangen zoals we die hadden geleerd”, vult Eva aan. “We gebruikten voor het opstellen van het communicatieplan de standaardmodellen uit de boeken. Daarmee werd het alleen veel te statisch. We durfden niet vrijuit te denken, hielden precies het stappenplan aan. Tot ze bij Staedion aangaven dat je ook een mindmap kon gebruiken. Kort gezegd komt dat neer op je gedachten op papier zetten en daar de verbindende elementen tussen zien te vinden. We hebben heel wat uurtjes nagedacht en getekend. Nu moeten we alles nog in een heus plan gieten.” Het uiteindelijke communicatieplan van de drie Haagse Hogeschool-studenten wordt straks deels uitgewerkt
“Het Rode Dorp wordt de place to be” door studenten van de KABK. “Zij gaan de communicatie middelen vormgeven”, aldus Dominique. “We gaan ze ook zelf briefen. Dan geven wij bijvoorbeeld aan dat we een website en social media willen inzetten en wat we daarvan verwachten, maar zij zijn degenen die kiezen welke vorm en uiterlijk de site krijgt. Ja, dat is best spannend om onze ideeën straks werkelijkheid zien te worden. Dat maakt deze stage bij Staedion ook zo leerzaam en leuk. Op school ben je met fantasieprojecten bezig, maar dit is heel concreet.”
‘Geluk’ door twaalf studenten in kaart gebracht Een woongebied is aangenaam als de juiste voor zieningen bij de hand zijn. Want hoe ongelukkig word je als student als je je fiets nergens kunt parkeren? Of als je nergens terecht kunt om je studiegenoten te ontmoeten? Dat is waar ze bij Facility Management op de Haagse Hogeschool over nadenken: over de juiste faciliteiten. Op verzoek van Staedion bogen twaalf tweedejaarsstudenten zich over het Rode Dorp. Volgens docent Paul Pouw een mooie concrete case waarmee de studenten verder kunnen denken dan de collegebanken.
teit, waar je later in je arbeidsleven als facility manager gegarandeerd mee te maken krijgt. Ze moesten in dit geval rekening houden met de omwonenden en de nieuwe bewoners die gaan komen. Dat zijn twee heel verschillende doelgroepen die elk hun eigen specifieke eisen en wensen hebben. Die eisen en wensen hebben ze vervolgens vertaald naar voorzieningen en inge tekend op een plattegrond van het Rode Dorp. Hun voorstellen hebben ze gepresenteerd aan Staedion. Dat is natuurlijk ook een leermoment, want het zijn professionals van buiten de school van wie ze feedback krijgen.”
Als docent kun je volgens Paul Pouw de allermooiste cases bedenken, maar: “Niets is leerzamer dan met een concreet project aan de slag gaan. Daarom werken we bij de Haagse Hogeschool graag samen met het bedrijfsleven. Voor Staedion hebben twaalf van mijn studenten zich in twee groepen gebogen over het Rode Dorp. De vraag was om aan te geven wat volgens hen nodig was aan voorzieningen om het gebied leefbaar te maken voor de toekomstige bewoners en de direct omwonenden. We noemen facility management ook wel geluksmanagement. Dat geeft wel aan wat de juiste faciliteiten in de omgeving voor de bewoners kunnen betekenen.”
Samenwerken Ander leerpunt van het project is volgens Pouw ‘samen werking’ geweest. “Mijn studenten hebben eerst een communicatietraining gehad. Daarbij hebben ze geleerd wat samenwerken is, hoe je dat doet en welke bijdrage ze zelf leveren in het wel of niet slagen er van. Met het Rode Dorp konden ze vervolgens in teamverband er daadwerkelijk mee aan de slag gaan. Tussen de twee groepen ontstond een competitie, wat het extra leuk maakte. Uiteindelijk kwamen ze allebei met goede voorstellen. De een meer haalbaar dan de ander. Zo was er een groep die kwam met een minibioscoop. Een leuk idee waarmee zeker wordt voldaan aan de eisen en wensen van de doelgroepen, maar er moet wel voldoende ruimte zijn, ook financieel.” Toch is Pouw blij dat zijn studenten met zulke faciliteiten kwamen. “Het geeft aan dat ze out of the box hebben durven te denken. Iets wat ze normaal gesproken best moeilijk vinden. En juist dat vrij denken heeft Staedion weer een bredere visie opgeleverd.”
De studenten werkten twee maanden aan het Rode Dorp. Om met goede voorstellen te komen, moesten ze zich natuurlijk verdiepen in het gebied. “En juist omdat het hier om een concreet project gaat, konden ze echt de omgeving ervaren”, zegt Pouw. “Ze hebben gesprekken gevoerd met de omwonenden en werden geconfronteerd met de maatschappelijke complexi
Belangrijke conclusies van de studenten Alle ideeën van de studenten zijn zowel met de architect als binnen Staedion besproken en worden meegenomen in het conceptontwerp. De studenten trokken een aantal belangrijke conclusies die daarin zeker centraal komen te staan: • Het Rode Dorp wordt als een dorp in de stad gezien en is geschikt voor studenten. • Er is een betere aansluiting aan de Parallelweg nodig. • De handhaving en de versterking van het historische karakter van het Rode Dorp is belangrijk, vooral de gevels en de straten. • Alle ruimten moeten zoveel mogelijk toegankelijk blijven, omdat daarmee de netwerkgedachte wordt vergroot. • De bestaande pleintjes moeten worden ingericht als ontmoetingsplaats. Op die manier vinden de gemeenschappelijke activiteiten daar plaats en kunnen de straatjes en woonblokken meer als rust gebied worden ervaren. • Het realiseren van groepswonen aan de pleintjes is gewenst. • Was- en droogvoorzieningen zijn noodzakelijk en kunnen ook een ontmoetingsplek zijn.
7
Nieuwe fase voor historisch Rode Dorp De geschiedenis van het Rode Dorp gaat terug tot 1874. Toen werden de oorspronkelijk 141 woningen gebouwd in opdracht van de ‘Vereeniging tot verbete ring der woningen van de arbeidende klasse’. Het sobere ontwerp is van architect Eli Saraber (1808-1878) die bij de ‘Vereeniging’ in dienst was als technisch adviseur. Woningen Hoewel klein ogend waren de huizen van het Rode Dorp toch voorzien van een verdieping. De huisjes hadden op de begane grond een portaal en een woonkamer. De bedstede
bevond zich onder de trap en onder de bedstede was een turf- en voorraadkelder. Aan de achterzijde bevond zich een ‘privaat’ (met een tonnetje) en een ‘waschplaats’ met schoorsteenaansluiting, waardoor er ook kon worden gekookt. Verder bestonden er toen ook nog geen nutsaan sluitingen in deze woningen. Ofwel er was geen riool, gas, electra, telefoon en water in de woning aangelegd. Aardig detail is dat de huizen vanwege de slappe veengrond zijn gebouwd op korte palen van 2,5 meter lengte. In 1932 verdween de bedstede uit de woningen en vonden andere aanpassingen plaats. Renovatie Tijdens de renovatie van 1983-1985 zijn acht woningen uit de middelste twee rijen gesloopt. Daardoor ontstonden de huidige pleintjes. Enkele originele details verdwenen, als de oorspronkelijk in twaalf raampjes onderverdeelde schuiframen. Achter de woningen werd een uitbouw gerealiseerd. Naamgeving De naam van het Rode Dorp is waarschijnlijk ingegeven door de rode dakpannen, al circuleren er ook andere verhalen. Zo zouden de bewoners door vlooienbeten vaak onder de rode vlekken hebben gezeten. Ook de politieke gezindheid van de bewoners wordt als verklaring gevonden, evenals de aanwezigheid van prostitutie in de nabije omgeving.
Schilderijen Het Rode Dorp is voor velen vooral bekend door de schilderingen van Hermanus Berserik (1921-2002) die na de renovatie van 1985 werden opgehangen. Zeker door de schilderijen van een pop en een stoomtrein op de gevels aan de kant van het spoor, wisten veel treinreizigers dat zij Den Haag hadden bereikt. In totaal heeft Berserik vier schilderingen gemaakt voor het Rode Dorp. Berserik is een Haagse kunstenaar, die van 1958 tot 1978 les gaf aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Daarnaast maakte hij als illustrator honderden omslagen voor pocketboeken van Salamander en Ooievaar. Geprobeerd wordt de schilderijen van Berserik na de huidige metamorfose weer terug te laten keren. Nieuwe toekomst Het Rode Dorp gaat met de plannen van Staedion en de studenten een volgende historische fase in. De voormalige arbeiderswoningen krijgen een nieuwe bestemming in de vorm van 198 studenteneenheden met een passende leefomgeving voor de nieuwe bewoners en de directe omgeving.
Stichting Buurtstation houdt de ontwikkelingen in de gaten De Stichting Buurtstation houdt de ontwikkelingen van het Rode Dorp nauw in de gaten. Joke Komen, al acht jaar woonachtig in de Stationsbuurt en actief bij de stichting, heeft de bijeenkomsten bijgewoond met de presentaties van de plannen van de TU-studenten. Dat deed ze als lid van de commissie Bouw & Visie, maar ook als oud-bouwkundige. “Het was bijzonder interessant om te zien waar de studenten allemaal mee kwamen. Het gaf aan dat er een scala aan mogelijkheden te bedenken is voor het ontwikkelen van het Rode Dorp tot studentengebied.” Interessant Komen vindt het ‘een uitstekend idee’ dat Staedion studenten van de TU en de Haagse Hogeschool heeft betrokken bij de planontwikkeling. “Zeker omdat het studenten zijn, kunnen ze zich extra goed inleven in de doelgroep van het nieuwe Rode Dorp. Het was boeiend om te zien hoe ze ermee aan de slag zijn gegaan. Er is aan hen gevraagd drie concepten te bedenken en één daarvan nader uit te werken. Daarmee zag je hoeveel ideeën er uit een individu kunnen komen; nieuwbouw, herbouw, individuele studentenkamers, studentenhuizen, uitwerkingen van buitenruimten. De ideeën waren talrijk. Wat hun
precieze invloed uiteindelijk op het definitieve ontwerp wordt, vind ik moeilijk aan te geven. Maar een betere aansluiting van het gebied aan de Parallelweg door de sloop van een aantal woningen en het realiseren van een soort atelierruimte zijn onderdelen waar de architect in zijn concept al positief door is beïnvloed.” Logische invulling De komst van de studenten naar het Rode Dorp ziet Komen persoonlijk niet als een probleem. “Ik vind het ook een logische invulling van het gebied. De scholen, het station en andere voorzieningen zijn dichtbij. De Stationsbuurt is heel sociaal. Maar de opvatting van Stichting Buurtstation is iets anders. Men vreest hier toch dat studenten niet veel bijdragen aan het buurtleven, ook omdat ze er niet al te lang zullen wonen. Persoonlijk ben ik daar niet ongerust over, zeker omdat het conceptontwerp van het Rode Dorp een open karakter kent. We hebben alleen begrepen dat er wordt gedacht om het Rode Dorp in het kader van veiligheid aan twee kanten te voorzien van een sierhek. Dat lijkt ons geen goed plan. We houden de ontwikkeling dan ook in de gaten de komende tijd. Het Rode Dorp moet wel echt een openbaar onderdeel worden van de Stationsbuurt.”
Voorlopige planning Rode Dorp 1e kwartaal 2012 • Uitwerking naar definitief ontwerp • HHS stageopdracht: opstellen communicatieplan • K ABK: onderzoek mogelijkheden en ontwikkeling sociale media 2e kwartaal 2012 • Aannemersselectie • HHS afstudeeropdracht: “Opstellen projectplan leerlingbouwplaats” • HHS afstudeeropdracht: “Veiligheid als bijdrage aan de leefomgeving” 3e kwartaal 2012 • Start bouw • Mondriaan/Haagbouw: start leerlingbouwplaats 4e kwartaal 2012 • Wellantcollege: design en realisatie inrichting Short Stay woningen 2e kwartaal 2013 • Oplevering eerste woningen De planning is afhankelijk van besluitvorming van bestuur/directie van Staedion en vergunningen van de gemeente Den Haag. Uitgave: Staedion, mei 2012 Teksten: Sandra Put, afdeling Communicatie Fotografie: Peter van Eden, Leo van Gerven, Jeroen Jansen, Annelies te Selle, Braaksma & Roos Architectenbureau en Staedion. Vormgeving: Richard Sluijs Ontwerpen, Den Haag Druk: Ando bv, Den Haag Staedion Postbus 40406 2504 LK Den Haag T (070) 376 75 22 F (070) 376 77 50
[email protected] www.staedion.nl
Joke Komen van de Stichting Buurtstation kijkt toe bij de eindpresentaties van de TU-studenten.
8