Verslag Verenigde Naties Kindertop 8 mei – 10 mei 2002
Delegatie van Aruba Mevr. Alice de Cuba Mevr. Sacha Farro-Geerman Mevr. Maria Vrolijk Mevr. Til Zaandam De heer Tito Sapuana
United Nations Special Session on Children
A WORLD FIT FOR CHILDREN … We pledge an equal partnership in this fight for children’s rights. And while we promise to support the actions you take on behalf of children, we also ask for your commitment and support in the actions we are taking – because the children of the world are misunderstood. We are needed We are We are world.
not the sources of problems; we are the resources that are to solve them. not expenses; we are investments. not just young people; we are people and citizens of this
Until others accept their responsibility to us, we will fight for our rights. We have the will, the knowledge, the sensitivity and the dedication. We promise that as adults we will defend children’s rights with the same passion that we have now as children. We promise to treat each other with dignity and respect. We promise to be open and sensitive to our differences. We are the children of the world, and despite our different backgrounds, we share a common reality. We are united by our struggle to make a better place for all. You call us the future, but we are also the present. - Uit: ‘A World Fit for Us’, Boodschap Kinderforum -
Pagina 2
United Nations Special Session on Children Voorwoord Van 8-10 mei 2002 vond plaats in New York een Speciale Zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) om de leefsituatie van kinderen in de wereld te bespreken. Naast officiële regeringsdelegaties waren ook niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) in de gelegenheid aan deze Kindertop deelnemen. Op verzoek van de Asociacion Trabao di Hubentud na Aruba (ATHA) heeft CEDE-Aruba ingestemd om de kosten van vier deelnemers van particuliere organisaties, te weten ATHA, Fundacion Pa Nos Muchanan en Fundacion Respeta Mi te financieren. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat de betreffende organisaties als NGO zouden deelnemen. Op het moment dat zij zich wilden aanmelden was de inschrijving voor NGO’s echter al gesloten. Gezien het belang van de Kindertop voor Aruba heeft de regering ondanks de precaire financiële situatie van het Land besloten een officiële regeringsvertegenwoordiger af te vaardigen. De NGO’s konden in de officiële delegatie worden opgenomen en alsnog aan de Kindertop deelnemen. Onze dank gaat uit naar de Regering van Aruba, in het bijzonder de Minister van Sociale Zaken en Infrastructuur, mevr.drs. Marisol Lopez-Tromp. Met de afvaardiging van een Arubaanse delegatie naar deze belangrijke topontmoeting is een duidelijk signaal gegeven van de politieke wil en het belang dat gehecht wordt aan de verbetering van de situatie van kinderen en de vertaling van de internationale normen naar het nationaal beleid. Ook willen wij CEDE-Aruba bedanken die de kosten van de NGO-deelnemers heeft gefinancierd en de waarnemend directeur van de Directie Sociale Zaken en de besturen van ATHA, Fundacion Pa Nos Muchanan en Fundacion Respeta Mi die hun medewerking hebben verleend. Een speciale woord van dank gaat uit naar mevr.drs. Angelique SoemersPeterson van de Directie Buitenlandse Betrekkingen die zich actief heeft ingezet voor de afvaardiging van Aruba naar de Kindertop. Zij heeft zorggedragen voor de aanmelding en de contactlegging met de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland in New York. Haar ondersteuning bij de voorbereiding van de delegatie door het verschaffen van informatie en documentatie inzake doel, inhoud en procedures rond de Kindertop hebben wij als zeer waardevol ervaren.
Pagina 3
United Nations Special Session on Children Het is voor ons een groot genoegen geweest dat wij Aruba bij deze Kindertop hebben mogen vertegenwoordigen. De Kindertop heeft een grote indruk op ons gemaakt en ons nog sterker gemotiveerd om vanuit onze verschillende organisaties te werken aan de bevordering en de bescherming van de rechten van het kind. Wij hopen dat de kennis, inzichten en informatie die wij hebben opgedaan nuttig zullen zijn voor een ieder die direct of indirect met kinderen en jongeren werkt. En bovenal dat het een stimulans zal zijn voor anderen om zich ook bezig te houden met de verwezenlijking van de rechten van het kind in Aruba. Alice de Cuba Tito Sapuana Til Zaandam-Verhees Maria Vrolijk Sacha Farro-Geerman
Pagina 4
United Nations Special Session on Children Inhoud
Inleiding ..............................................................................................................6 1. Een tweede Wereldkindertop....................................................................8 2. Bouwen aan “A world fit for children” ....................................................10 3. Algemene indrukken en conclusies .......................................................12 4. Hoe verder… ..............................................................................................15 Bijlage I : Document “A world fit for Children” ..................................19 Bijlage II : Document “A world fit for Us”............................................20 Bijlage III : Kingston Consensus.........................................................21 Bijlage IV : Informatie “Supportive Events” .......................................22 Bijlage V : Literatuurlijst .........................................................................23 Bijlage VI : Interessante websites .......................................................24
Pagina 5
United Nations Special Session on Children
Inleiding De Wereldkindertop 2002 is de tweede topontmoeting die plaatsvindt nadat in 1989 het Verdrag inzake de Rechten van het Kind door de VN is aanvaard. De eerste Kindertop in 1990 resulteerde in het document “First Call for Children” bestaande uit een Verklaring en een Actieplan met concrete doelstellingen en afspraken voor het verbeteren van de situatie van kinderen op een groot aantal terreinen. De Verklaring en het Actieplan zijn door 181 landen bekrachtigd. Samen beloofden de regeringsleiders onder meer dat in 2000 ieder kind toegang zou hebben tot basisonderwijs en schoon drinkwater, de kindersterfte met een derde verminderd zou zijn en ondervoeding van kinderen met de helft zou zijn teruggebracht. Ter implementatie van het Wereldactieplan hebben 151 landen een nationaal actieplan opgesteld. De Kindertop 2002 is een unicum in de geschiedenis van de VN. Voor het eerst zijn namelijk kinderen en jongeren uitgenodigd om tijdens een Speciale Zitting van de Algemene Vergadering aanwezig te zijn en hun stem te doen horen. Naast staatshoofden, overheidsdelegaties, niet-gouvernementele organisaties en organisaties van de VN, waren maar liefst 400 kinderen vanuit verschillende landen en regio’s op de Kindertop aanwezig. Voor Aruba is het de eerste keer dat zij aan de Kindertop deelneemt. Als geassocieerd lid van de “Economic Commission for Latin America and the Caribbean” (ECLAC ) is Aruba ingegaan op de uitnodiging van de SecretarisGeneraal van de VN, dhr. Kofi Annan, om als waarnemer aanwezig te zijn. De Arubaanse delegatie bestond uit de volgende personen: mevr.drs. Alice de Cuba, beleidsmedewerker Directie Sociale Zaken en co-voorzitter Commissie Rechten van het Kind (CRK) (delegatieleider); dhr. Calixto Sapuana, bestuurslid van Asociacion Trabao di Hubentud na Aruba (ATHA); mevr.drs. Mathilda Zaandam-Verhees, bestuurslid ATHA en lid CRK; mevr. Maria Vrolijk, pedagogische medewerker Fundacion Pa Nos Muchanan en co-voorzitter CRK en mevr. Sacha Farro-Geerman, vrijwillige medewerker van Fundacion Respeta Mi. Het belang van de Arubaanse deelname aan de Kindertop ligt in het feit dat Aruba op 17 januari 2001 is toegetreden tot het VN Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Thans wordt door diverse commissies gewerkt wordt aan aanbevelingen die op het kinder- en jeugdbeleid betrekking hebben. Door de Commissie Rechten van het Kind wordt momenteel gewerkt aan het eerste rapport ten behoeve van het toezichthoudend comité van de VN. Op grond van dit rapport zal zij de regering adviseren omtrent de implementatie van het verdrag. Ook heeft zij als taak het maatschappelijke bewustwordingsproces
Pagina 6
United Nations Special Session on Children inzake de rechten van het kind te stimuleren. In opdracht van de Minister van Sociale Zaken wordt voorts gewerkt aan de invulling van het sociaal beleid voor de komende vijf jaar. Beoogd wordt de hulp- en dienstverlening beter aan te doen sluiten op de behoeftes bij de diverse doelgroepen, waaronder kinderen en jeugdigen. Van belang is ook het voornemen om binnen afzienbare tijd een Jeugdparlement op te zetten. De commissie die door de Minister is ingesteld om ter zake advies uit te brengen heeft mei j.l. haar rapport ingediend. Inmiddels heeft de Minister een tweede commissie ingesteld om de opzet van het Jeugdparlement te initiëren en te begeleiden. Voornoemde taken en werkzaamheden kunnen worden bevorderd door kennis op te doen van de ontwikkelingen en ervaringen die op internationaal niveau zijn opgedaan en het nationaal beleid aan internationale normen en maatstaven te toetsen. In dit verslag wordt allereerst ingegaan op doel en inhoud van deze tweede Wereldkindertop. In het tweede hoofdstuk worden de resultaten van de zitting kort weergegeven. In hoofdstuk 3 worden een aantal algemene indrukken en conclusies gepresenteerd. Het laatste hoofdstuk bevat tenslotte een tiental aanbevelingen voor de follow-up in Aruba.
Pagina 7
United Nations Special Session on Children
1. Een tweede Wereldkindertop De Kindertop 2002 is voorafgegaan door een groot aantal voorbereidingen op zowel internationaal, regionaal als nationaal niveau. In opdracht van de Secretaris-Generaal van de VN is een rapport opgesteld waarin verslag is gedaan van de resultaten die bereikt zijn de afgelopen 10 jaar in de inspanningen om de leefsituatie van kinderen wereldwijd te verbeteren. Door 165 landen is een nationaal rapport opgesteld. Er zijn een drietal internationale voorbereidingsconferenties gehouden waaraan door overheidsdelegaties, delegaties van NGO’s en ook kinderen gewerkt is aan de opstelling van het concept slotdocument “A World Fit for Children”. Ook op regionaal niveau zijn diverse ontmoetingen gehouden. Zo is voor de regio Latijns-Amerika en het Caribische gebied tijdens de vijfde ministeriële ontmoeting in oktober 2000 de Kingston Consensus aangenomen die de aandachtspunten voor deze regio omvat (zie: Bijlage III). Middels onder andere “life” debatten via internet en interactieve videoconferenties werden kinderen die niet op de Kindertop aanwezig konden zijn gestimuleerd hun inbreng te geven. Van groot belang is ook de oprichting van de internationale organisatie “Global Movement for Children”(GMC) die in april 2001 onder leiding van de President van Zuid-Afrika, dhr. Nelson Mandela, en Graça Machel de campagne “Say Yes for Children” lanceerde. Alle wereldburgers werden opgeroepen zich aan te sluiten bij deze wereldbeweging en tezamen een “world fit for children” te bouwen. De resultaten van de campagne, waarbij zich meer dan 95 miljoen mensen en organisaties hebben aangesloten, zijn tijdens de Kindertop aan alle staatshoofden aangeboden. Uit de diverse situatieanalyses en onderzoeken blijkt dat de in 1990 overeengekomen doelen maar ten dele bereikt zijn. Niet alleen is dit te wijten aan het feit dat regeringen niet altijd voldoende prioriteit hebben gegeven aan de situatie van kinderen in hun beleid, ook nieuwe ontwikkelingen zijn hier debet aan. Genoemd kunnen worden de toename van het aantal gevallen van kinderen met AIDS, de toename van kinderen die arbeid verrichten onder moeilijke omstandigheden, de toename van het aantal seksueel misbruikte kinderen en de toename van de mobilisering van kinderen in gewapende conflicten. De Kindertop 2002 moest dan ook een aanzet geven tot de aanpak van deze “nieuwe” problemen, zonder dat de traditionele thema’s als onderwijs, voeding en gezondheid ondergesneeuwd raken. De belangrijkste doelen van de Kindertop waren: het evalueren van de resultaten van de afgelopen 10 jaar; het uitspreken van een hernieuwde verplichting en het komen tot een nieuw actieplan om mondiaal op een effectieve wijze te werken aan de verbetering van de leefsituatie van kinderen en jongeren in de komende tien jaar.
Pagina 8
United Nations Special Session on Children Op de agenda van de Kindertop stond dan ook centraal de aanvaarding van het nieuwe Wereldactieplan, zoals vervat in het slotdocument “A World Fit for Children” (zie: Bijlage I). De rechten van het kind vormden het uitgangspunt en het toetsingskader voor voornoemde evaluaties en de onderhandelingen rond het nieuwe actieplan. Het officiële programma van de Kindertop bestond uit het Algemeen Debat met de landeninterventies, zittingen van het “Ad hoc Committee of the Whole” en drie Ronde Tafels met als overkoepelend thema “Renewal of commitment and future action for children in the next decade”. Parallel aan het officiële programma vonden de onderhandelingen plaats over het slotdocument. Daarnaast waren er een groot aantal ondersteunende activiteiten (“Supporting Events”) op de diverse thema’s van de Kindertop, die reeds 7 mei van start gingen. Van 5-7 mei is een speciale Kinderforum gehouden, waarin de aanwezige kinderen en jongeren zich over de inhoud van het concept slotdocument hebben gebogen en discussies hebben gevoerd over hun rol in de implementatie van het nieuwe Wereldactieplan. Het Kinderforum heeft haar bijdrage aan de Kindertop verwoord in het document “A World Fit for Us” (zie: Bijlage II). Dit document is tijdens de officiële opening op 8 mei door twee afgevaardigden van het forum, een 13 jarig Boliviaans meisje en een 17 jarig meisje uit Monaco, aan de Algemene Vergadering overhandigd. Voor informatie over de “Supporting Events” die door de delegatieleden zijn bezocht wordt verwezen naar Bijlage IV.
Pagina 9
United Nations Special Session on Children
2. Bouwen aan “A world fit for children” Bij de afsluiting van de Kindertop is het slotdocument “A World Fit for Children” alle 189 aanwezige landen van de VN unaniem aanvaard. Onder “A world fit for children” wordt verstaan: een wereld die altijd de belangen van kinderen voor ogen houdt; een wereld die de rechten van kinderen beschermt; een wereld waarin alle kinderen gelijk behandeld worden en zowel meisjes als jongens kunnen spelen, leren en gezond opgroeien, in vrede en waardigheid; een wereld waarin kinderen en jongeren worden betrokken in het nemen van besluiten over hun eigen leven en het zoeken naar wegen om de wereld tot een betere leefplek te maken voor iedereen. Het document omvat een Verklaring en een Actieplan met 21 specifieke doelen op de volgende vier prioriteitsgebieden: 1. het bevorderen van de gezondheid bij kinderen; 2. het aanbieden van kwalitatief goed onderwijs, zowel formeel als informeel, en adequate voorschoolse opvang en educatie; 3. het beschermen van kinderen tegen alle vormen van uitbuiting, exploitatie en geweld, waaronder de rekrutering van kinderen in gewapende conflicten, kinderarbeid en handel in kinderen; 4. het bestrijden van HIV/AIDS. Het actieplan geeft aan welke strategieën en acties ingezet moeten worden om de doelen te bereiken en op welke wijze de benodigde voorzieningen en financiële middelen gemobiliseerd zullen worden. De doelen en acties zijn gelinkt aan de realisering van de 2015 Millennium Development Goals (MDG’s) van de VN. Specifieke melding wordt gemaakt van de bevordering van een wijdverbreide bewustwording en begrip inzake de rechten van het kind en de oprichting of versterking van nationale organen, zoals een onafhankelijke ombudsman, voor de bevordering en bescherming van de rechten van kinderen. Van essentieel belang voor de implementatie is het ook het versterken van de samenwerking met alle relevante actoren. Naast kinderen en adolescenten, spelen ouders en andere verzorgers een belangrijke rol. Andere actoren zijn personen die met kinderen werken, NGO’s, het bedrijfsleven, de media, religieuze, spirituele en culturele leiders en regionale en internationale organisaties. De lidstaten zullen ernaar streven programma’s te ontwikkelen en te implementeren om het recht op vrije meningsuiting van kinderen, inclusief adolescenten, gestalte te geven en hun participatie in besluitvormingsprocessen in het gezin, op school en binnen de gemeenschap te bevorderen. De energie en creativiteit van kinderen zullen gekoesterd worden, zodat zij actief deel kunnen nemen aan de ontwikkeling van hun omgeving, hun gemeenschappen en de wereld die zij zullen erven.
Pagina 10
United Nations Special Session on Children Van lidstaten wordt vereist dat zij na de Kindertop nationale en waar toepasselijk regionale actieplannen ontwikkelen om te waarborgen dat de doelen ook daadwerkelijk bereikt worden. De actieplannen zullen opgesteld moeten worden met inachtneming van de prioriteiten in het eigen land, alsook relevante culturele, religieuze en sociale tradities. Ook wordt verwacht dat de doelen geïncorporeerd worden in het nationaal beleid en de nationale ontwikkelingsplannen. De lidstaten zullen hun informatiesystemen moeten versterken om relevante data te verzamelen en te analyseren en beleidsrelevant onderzoek te doen. Ook is het van belang om periodiek de resultaten te evalueren. De landen partij bij het Kinderrechtenverdrag worden aangemoedigd in hun rapportages ook melding te doen van maatregelen die genomen zijn ter implementatie van “A World Fit for Children” en de resultaten hiervan. Over een aantal vraagstukken waren de meningen verdeeld. De onderhandelingen zijn dan ook gepaard gegaan met veel lobbywerk, hetgeen uiteindelijk tot de nodige compromisteksten heeft geleid. De belangrijkste lobbygroepen waren de Europese Unie, de Like Minded Group (Canada, Australië en de Scandinavische Landen), de Rio-groep (Latijns-Amerikaanse en Caribische landen), de Islamitische Landen en uiteraard de Verenigde Staten. Een groot deel van het debat was geconcentreerd rond het begrip “reproductive health care”. De VS ondersteund door het Vaticaan, een aantal Katholieke landen van Latijns-America en Islamitische landen wilden expliciet vermelden dat abortus niet onder dergelijke voorzieningen valt. Het is de VS evenwel niet gelukt een expliciete verwijzing tegen abortus voor tieners door te krijgen en om onthouding voor ongehuwde tieners als de focus van seksuele voorlichting te maken. Ook in haar pogingen het gezin te definiëren als een getrouwde man en vrouw met kinderen moest de VS het onderspit delven. Ook hier bleef de tekst algemeen zodat de erkenning van de diversiteit in gezinsvormen kon worden gehandhaafd. Een ander discussiepunt was de rechten van het kind. De VS vreest dat de bepalingen in het verdrag de rechten van kinderen over die van de ouders plaatst, waardoor kinderen toegang kunnen hebben tot bepaalde zorgvoorzieningen zonder dat zij toestemming van hun ouders nodig hebben. Het verdrag verbiedt ook de doodstraf voor kinderen onder 18 jaar. Hoewel sommige Staten in de VS inspanningen verrichten om de doodstraf en lijfstraffen af te schaffen, zijn deze praktijken in bijna de helft van de staten nog wettelijk toegestaan. De EU en andere gelijkgestemden hebben geen expliciete taal in het document door kunnen krijgen gericht op het afschaffen van de doodstraf voor minderjarigen en het uitbannen van lijfstraffen.
Pagina 11
United Nations Special Session on Children
3. Algemene indrukken en conclusies De aanslag op het World Trade Centrum in New York 11 september vorig jaar en het toegespitste conflict in het Midden-Oosten hebben onmiskenbaar ook hun invloed gehad op de Kindertop. Zo had de Palestijnse autoriteit het voornemen een resolutie in te dienen over hulp aan de Palestijnse kinderen. De resolutie had de steun van 22 landen. Op aandringen van het EU is de resolutie uiteindelijk niet ingediend. De vrees bestond dat de VS zich anders uit de Kindertop zou terugtrekken. Hoewel een breed scala van thema’s behandeld is, viel met name op dat de aandacht voor gehandicapte kinderen en preventie van jeugdcriminaliteit in het programma van de Kindertop, alsook in het slotdocument gering was. Diverse ondersteunende activiteiten waren voorts gericht op het onderwijs en minder op de opvoeding van kinderen. De geschilpunten tussen de diverse belangengroepen dreigden op een gegeven moment een positieve uitkomst van de Kindertop in de war te schoppen. De teleurstelling, met name onder de NGO’s en de aanwezige kinderen en jongeren, was voelbaar en werd ook breed in de media uitgemeten. Na 30 uur intensief en zwaar onderhandelen is het met de nodige compromissen gelukt het document met algehele consensus doorheen te krijgen. Het eindresultaat is met gemengde gevoelens ontvangen. De indruk bestaat dat de politiek uiteindelijk de overhand heeft gekregen over de werkelijke belangen van kinderen. Het is met name als een grote teleurstelling ervaren dat het Verdrag inzake de Rechten van het Kind niet als dé meetlat (“key framework”) voor het jeugdbeleid op mondiaal niveau is geaccepteerd. Opvallend was de politieke macht van met name de VS, waartegen van verschillende kanten geageerd werd. Zo heeft de Child Rights Caucus, een coalitie van meer dan 100 organisaties, in een open brief aan de delegatie van de VS op 9 mei protest geuit tegen de door de VS ingenomen positie. Van grote waarde en zeer indrukwekkend was evenwel de participatie en inbreng van de aanwezige kinderen en jongeren tijdens de Kindertop. Als lid van diverse panels brachten zij op open en eerlijke wijze hun meningen, wensen en verwachtingen en vaak ook pijnlijke ervaringen naar voren. Als deelnemers in de zaal deden zij hun stem op duidelijke en overtuigende wijze horen. Tijdens een van de panels bijvoorbeeld vroeg een jong meisje uit de zaal naar aanleiding van de doelen die in 2010 bereikt moeten worden “Waarom 2010…, waarom niet nu?!?!” Vermeldenswaardig is ook het overweldigende resultaat van de campagne “Say Yes for Children”. Van een handtekeningenactie is dit initiatief uitgemond in een wereldwijde golf van sociale mobilisering. Een winstpunt was ook de ondertekening van het Kinderrechtenverdrag door Somalië met de bedoeling het
Pagina 12
United Nations Special Session on Children verdrag op korte termijn te ratificeren. Op de VS na hebben dan alle lidstaten van de VN dit belangrijke verdrag geratificeerd. Hoewel Aruba geen deel was van de Nederlandse delegatie heeft de delegatie op uitnodiging van de Permanente Vertegenwoordiger van Nederland in New York, dhr. Dirk Jan van den Berg, deelgenomen aan het delegatieoverleg dat elke ochtend op de Nederlands Missie plaatsvond. Het was hierdoor mogelijk op de hoogte te blijven van de stand van zaken rond de onderhandelingen. De Nederlandse delegatie toonde zich bereid eventuele standpunten of wensen van Aruba in de onderhandelingen mee te nemen. De Arubaanse delegatie had echter geen mandaat zijdens de overheid om standpunten naar voren te brengen. Met een aantal leden van de Nederlandse delegatie zijn afspraken gemaakt om nadere informatie te krijgen met betrekking tot onder meer de rechten van het kind en de Ombudsman. De deelname van Aruba als waarnemer had als nevendoel contacten te leggen met de Caribische en Latijns-Amerikaanse groep. Aruba heeft niet deelgenomen aan de regionale voorbereidingen en is dus min of meer geïsoleerd van de Caribische regio. De delegatie was echter niet geïnformeerd dat zij bij de besprekingen van de Rio-groep aanwezig kon zijn. Er bleek ook geen of weinig contact tussen de NGO’s uit het Caribische gebied. Met afzonderlijke NGO’s zijn wel contacten gelegd waarbij is afgesproken om via het internet een netwerk op te zetten om informatie uit te wisselen en eventuele strategieën voor de toekomst uit te stippelen. Er zijn voorts contacten gelegd met landen die aan de instelling van een jeugdparlement werken, waaronder Siërra Leone. Een vertegenwoordigster van de Defense for Children International bij de United Nations was geïnteresseerd in de wijze waarop het jeugdparlement in Aruba wettelijk geregeld zal worden. Doordat de delegatie uit vijf personen bestond was het mogelijk tot een evenwichtige taakverdeling te komen en aan meerdere voor Aruba relevante activiteiten deel te nemen. De onderlinge communicatie en samenwerking zijn als zeer positief ervaren. De delegatie kon echter pas op 8 mei aan de slag gaan daar zij abusievelijk als deel van de Nederlandse delegatie was geregistreerd en de inschrijving opnieuw moest worden geregeld. Pas laat op de middag van 7 mei kreeg de delegatie de VN-passen tot haar beschikking. De delegatie was voorts niet op de hoogte van veranderingen in het programma waardoor zij op deze eerste dag bepaalde activiteiten is misgelopen. Bepaalde activiteiten bleken achteraf ook niet relevant. Met uitzondering van het Algemeen Debat vonden de overige onderdelen van het officiële programma in gesloten sessies plaats, de deelname was beperkt en reeds van tevoren vastgesteld. De Arubaanse delegatie heeft dan ook voornamelijk aan de ondersteunende activiteiten (panel, fora, en dergelijke) deelgenomen. De Arubaanse delegatie heeft tijdens de Kindertop kennis kunnen nemen van de vele situaties van verwaarlozing en misbruik van kinderen in diverse delen van
Pagina 13
United Nations Special Session on Children de wereld, vaak op grote schaal. Tijdens de discussies werd keer op keer bevestigd dat economische belangen en machtsfactoren armoede en exploitatie van kinderen in stand houden. Ook speelt onwetendheid en onbegrip voor de rechten van kinderen een rol. Dat de algemene principes en waarden van het Kinderrechtenverdrag niet vanzelfsprekend zijn, maar beïnvloed worden door cultuur, tradities, religie en gewoontes is voorts een belangrijk inzicht dat meegenomen moet worden in het bewustwordingsproces, de uit te zetten strategieën en te ondernemen acties. De verschillende denkbeelden ten aanzien van bijvoorbeeld anticonceptie en het traditionele gezin wekken vaak heftige discussies op, waarbij de essentie van waar het in feite om gaat vaak verloren raakt. Tijdens de conferentie blijkt ook dat er niet altijd sprake is van het streven naar een reële participatie van kinderen en jongeren. Volwassenen blijken niet altijd goed in staat om naar kinderen en jongeren te luisteren. Ook blijkt dat kinderen en jongeren soms worden ingezet om de standpunten van volwassenen te verwoorden en te verdedigen.
Pagina 14
United Nations Special Session on Children
4. Hoe verder… Hoewel er geen speciale status is toegekend aan het Kinderrechtenverdrag, waren de rechten van het kind het uitgangspunt van de debatten en liepen zij als een rode draad door het hele gebeuren van de Kindertop heen. Om “A world fit voor children” te bouwen is het allereerst van belang er van bewust te zijn dat ook kinderen rechten hebben en dat deze gerespecteerd en bevorderd moeten worden. Het werken aan de rechten van kinderen moet evenwel niet alleen als een verplichting worden gezien. Het is ook niet een verantwoordelijkheid dat uitsluitend de regering draagt. Het bevorderen en beschermen van de rechten van het kind is een gedeelde verantwoordelijkheid van een ieder binnen de gemeenschap. Het moet als een uitdaging worden gezien, iets wat wij allen belangrijk vinden. Er moet actief aan gewerkt worden, positieve acties moeten genomen worden en kinderen en jongeren moeten in het gehele proces betrokken worden. Naar aanleiding van de Kindertop worden dan ook de volgende aanbevelingen gedaan: 1.
Aansluiten op de mondiale inspanningen om de rechten van het kind te bevorderen, door actief deel te nemen aan internationale en regionale ontmoetingen. Deze ontmoetingen bieden de gelegenheid om kennis op te doen en informatie uit te wisselen ten aanzien van succesvolle interventies wat betreft: wetgeving, beleid en coördinatie ; bewustwording, samenwerking en participatie en interventies c.q. concrete programma’s en projecten. De opgedane kennis, ervaringen en inzichten kunnen naar de lokale situatie toe worden vertaald en zodoende worden meegenomen in bestaande en nog op te zetten programma’s en projecten. Door de ontwikkelingen te volgen zal Aruba niet alleen beter voorbereid zijn om aan de ontmoetingen deel te nemen, maar zal zij ook beter in staat zijn een eigen bijdrage te leveren.
Wetgeving, beleid en coördinatie 2.
Om te kunnen voldoen aan de rechten van het kind is het wenselijk de nationale wetgeving aan het Kinderrechtenverdrag te toetsen en waar nodig aan te passen.
3.
Het is voorts noodzakelijk een integraal en coherent beleid, alsmede een Nationaal Actieplan ten behoeve van kinderen en jeugdigen te ontwikkelen. Het Kinderrechtenverdrag, Wereldactieplan en de in de internationale en regionale ontmoetingen opgedane kennis en inzichten dienen hierbij als leidraad te fungeren. Thema’s en vraagstukken die ook voor de Arubaanse situatie relevant zijn, betreffen onder meer:
Pagina 15
United Nations Special Session on Children -
bewustwording en verwezenlijking van de rechten van ieder kind, ongeacht sekse, nationaliteit, status of geestelijke en lichamelijke gesteldheid; de stimulering van een reële participatie van kinderen en jongeren; het belang van een goede opvoeding voor de ontwikkeling van kinderen; bestrijding van geweld tegen kinderen; preventie van toename van jonge slachtoffers van HIV/AIDS en instelling van een leerplicht om de toegang van ieder kind tot het onderwijs te garanderen.
4.
Het actieplan moet doelgerichte, op elkaar afgestemde en aan tijdgebonden programma’s en projecten van zowel gouvernementele- als niet-gouvernementele organisaties op de terreinen van onder andere onderwijs, gezondheidszorg en jeugdwerk omvatten. Er moeten ook voldoende gelden worden vrijgemaakt voor de implementatie. Informatiesystemen moeten geautomatiseerd zijn en op elkaar afgestemd worden om gegevens inzake kinderen en jongeren te genereren en analyseren. Het uitvoeren van beleidsrelevant onderzoek moet worden gestimuleerd en er moeten indicatoren worden vastgesteld om programma’s en projecten te monitoren en op hun effecten te evalueren.
5.
Om te bewaken dat voornoemde programma’s en projecten op elkaar worden afgestemd en binnen de vastgestelde periode uitgevoerd worden, is het noodzakelijk adequate coördinatiestructuren en –mechanismen te creëren. Daarnaast kan in overweging worden genomen een nationaal orgaan in te stellen die specifiek belast is met de bevordering en bescherming van de rechten van het kind. Hierbij kan worden gedacht aan een Bureau Ombudsman voor Kinderen.
Bewustwording, samenwerking en participatie 6.
Er moet worden zorggedragen voor een zo breed mogelijke kennis, bewustwording en naleving van de rechten van het kind binnen de gemeenschap. Dit kan onder meer worden bereikt door de kinderrechten op te nemen in het curriculum van het onderwijs en het pedagogisch beleidsplan van kindercentra. Organisaties, beroepskrachten en vrijwilligers die met kinderen en gezinnen werken moeten de rechten uitdragen en in hun werk tot uiting brengen. Ook de media heeft een belangrijke rol waar het gaat om de publieksvoorlichting.
7.
De samenwerking tussen alle relevante actoren in de gemeenschap moet worden versterkt. Vooral NGO’s vervullen een belangrijke rol als pleitbezorger voor de rechten van het kind. Het is van belang om uitgaande van het principe van “the best interest of the child” de verschillende zienswijzen en standpunten zoveel mogelijk te verenigen en
Pagina 16
United Nations Special Session on Children te komen tot een gemeenschappelijke visie, principes die we willen uitdragen en doelen die we willen bereiken, uitgaande van de lokale context. 8.
De participatie van kinderen en jongeren in voornoemde discussies en in het uitstippelen en uitvoeren van beleid en nationale plannen is van essentieel in het streven “A world fit for children” te bouwen. Er moet evenwel sprake zijn van een reële participatie, hetgeen inhoudt dat kinderen en jongeren zich vrij voelen om zich te uiten, dat hun stem gehoord wordt, dat zij actief betrokken worden en dat zij in dit proces de nodige ondersteuning en trainingen krijgen. Volwassenen (ouders, andere opvoeders en professionelen en vrijwilligers die met kinderen werken) moeten worden getraind om deze ondersteuning en begeleiding op een adequate wijze en aangepast aan de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind te kunnen bieden.
Programma’s en projecten 9.
Het accent moet komen te liggen op preventie in het algemeen en preventie op specifieke terreinen waarin kinderen en jongeren risico’s lopen. Met preventie in algemene zin wordt bedoeld het creëren van een toekomstperspectief bij kinderen en jongeren, zodat zij gemotiveerd blijven, de school afmaken, criminaliteit mijden en beschermd vrijen. Het zorgdragen voor leeromgevingen waar kinderen en met name meisjes zich veilig voelen en in hun ontwikkeling gestimuleerd worden. Het onderwijs moet niet alleen gericht zijn op kennisoverdracht, maar ook op het aanleren van beroepsvaardigheden en “life-skills”. Kinderen moeten de nodige informatie en “tools” hebben om “informed choices” te kunnen maken, onder ander ter voorkoming van HIV/AIDS en tienerzwangerschap.
10.
Programma’s en projecten, in de sfeer van zowel jeugdwerk als hulp-en dienstverlening, moeten worden ontwikkeld met de actieve participatie van kinderen en jongeren of door kinderen en jongeren zelf. Dit vanuit het concept van “service learning” (kinderen leren door andere kinderen te helpen). De activiteiten kunnen vanuit scholen of buurtorganisaties worden geïnitieerd. Ook de participatie van ouders en buurtgemeenschappen moet zoveel mogelijk worden bevorderd.
11.
Er moet meer voorlichting worden gegeven over het belang van een goede opvoeding van het kind, uitgaande van de behoefte van kinderen aan liefde, veiligheid en stabiliteit. Ouders en andere opvoeders moeten de nodige “tools” krijgen om bij de disciplinering van kinderen fysiek en mentaal geweld te vermijden. Speciale aandacht moet worden gegeven aan de eerste levensjaren van het kind waar de basis wordt gelegd voor zijn of haar verdere ontwikkeling. Tevens moet meer geïnvesteerd worden
Pagina 17
United Nations Special Session on Children in de totstandkoming van een geïntegreerde dienstverlening ten behoeve van het gezin en in programma’s ter ondersteuning van ouders bij de opvoeding. Onder meer moet worden zorggedragen voor voldoende kwalitatief goede en betaalbare kinderopvang. 12.
Bijzondere aandacht verdient de preventie van jeugdcriminaliteit. Voor kinderen die reeds in aanraking zijn gekomen met de wet houdt preventie hier ook in alternatieve vormen van straf gericht op resocialisatie. Gevangenisstraf is een noodzakelijk kwaad en dient dan ook als het laatste alternatief te worden gezien.
Pagina 18
United Nations Special Session on Children
Verenigde Naties Kindertop 8 mei – 10 mei 2002 Bijlage I : Document “A world fit for Children”
Pagina 19
United Nations Special Session on Children
Verenigde Naties Kindertop 8 mei – 10 mei 2002 Bijlage II : Document “A world fit for Us”
Pagina 20
United Nations Special Session on Children
Verenigde Naties Kindertop 8 mei – 10 mei 2002 Bijlage III : Kingston Consensus
Pagina 21
United Nations Special Session on Children
Verenigde Naties Kindertop 8 mei – 10 mei 2002 Bijlage IV : Informatie “Supportive Events”
Pagina 22
United Nations Special Session on Children
Verenigde Naties Kindertop 8 mei – 10 mei 2002 Bijlage V : Literatuurlijst
Pagina 23
United Nations Special Session on Children
Verenigde Naties Kindertop 8 mei – 10 mei 2002 Bijlage VI : Interessante websites
Pagina 24