VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL PC MERENWIJK
Locatie Plaats Reg.nr. Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
VVE-rapport 12773
: : : : : :
Peuterspeelzaal PC Merenwijk 2317 AN Leiden 3016425 12773 30-9-2010 1-12-2010
Onderzoeksdatum: 30-9-2010
Pagina 1 van 6
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4.
Groepsinformatie peutergroepen: Aantal peuters in groep a: 11, waarvan 7 doelgroeppeuters
VVE-rapport 12773
Onderzoeksdatum: 30-9-2010
Pagina 2 van 6
2. HET TOTAALBEELD Deze peuterspeelzaal is een VVE-intensief locatie. Men is hier zeer bewust en gestructureerd bezig met VVE en beheerst het programma tot in de puntjes. Het pedagogisch klimaat is warm en betrokken, het educatief handelen steeds afgestemd op het individuele kind en de grote groep. Er wordt volop gedifferentieerd in het aanbod, er is veel aandacht voor taal en kinderen en ouders hebben het naar hun zin. Dat blijkt ook uit de grote opkomst bij activiteiten die voor ouders en kinderen worden georganiseerd. De toeleiding naar de peuterspeelzaal gebeurt onder andere vanuit de Samenspelgroep die men hier heeft waar kinderen van 2 jaar met hun ouders komen spelen. Peutercentrum Merenwijk is sinds vorig schooljaar onderdeel van een zogenaamde Brede School. De samenwerking komt voorzichtig op gang. Hiermee schetst de peuterspeelzaal een ander beeld over de doorgaande lijn dan basisschool De Merenwijk. De leidsters geven aan dat twee keer per jaar er gezamenlijk een thema-afsluiting wordt gedaan en er zijn bezoeken over en weer. Men is nog geen voorschool. Kinderen stromen (nu nog) uit naar verschillende basisscholen en er is nog weinig afstemming over pedagogisch en educatief handelen.
3. BEOORDELING KWALITEITSASPECTEN EN TOELICHTING ALS DIT NODIG IS A CONDITIES A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) Piramide (Intensief) A1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor 2,5 jaar VVE? A5 Kwaliteit beroepskrachten A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het vve-programma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan
Psz PC Merenwijk 3 2 3 3 3 3
3 3 3 3
Het GGD-rapport dateert van 16 april 2007. De OKE-wet schrijft voor dat peuterspeelzalen ieder jaar geïnspecteerd dienen te worden. Tot op heden werden inspecties in Leiden volgens schema en gemiddeld eens per drie jaar geïnspecteerd. De afdeling Toezicht Kinderopvang van de Gemeente Leiden heeft toegezegd jaarlijks te gaan inspecteren (A0.1). Bij de inspectie door de GGD zijn alleen de veiligheid en gezondheidsrisico's geïnventariseerd. Derhalve wordt in dit rapport de kwaliteit van VVE getoetst (A0.2).
B OUDERS B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7
Gericht ouderbeleid Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd Intake Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen Participatie in VVE-activiteiten in de voorschool Informeren over de ontwikkeling van hun kind Rekening houden met de thuistaal
VVE-rapport 12773
Onderzoeksdatum: 30-9-2010
Psz PC Merenwijk 2 3 3 2 3 3 3
Pagina 3 van 6
Er is organisatiebreed ouderbeleid maar niet specifiek voor deze locatie, haar doelgroep en VVE. Hier ligt een taak voor het Brede School verband (B1). Ouders worden door de peuterspeelzaal vooraf geïnformeerd door middel van de SPL-website, door brochures en tijdens de rondleiding en de intake. Bij de rondleiding en intake worden met name de praktische dagelijkse dingen van de locatie doorgenomen zoals openingstijden, dagindeling en eten en drinken en ook wordt verteld dat dit een VVE-intensief-locatie is (B2). Peuterspeelzaal PC Merenwijk gaat waarschijnlijk participeren in een pilot "VVE thuis". Dat biedt kansen voor het in kaart brengen van de doelgroep en voor specifiek ouderbeleid. Bij deze peuterspeelzaal heeft men wel de “Ziezo”-boeken, ter bevordering van het lezen thuis. De leidsters stimuleren ouders ook nu al om thuis VVE-activiteiten uit te voeren alleen is het niet duidelijk hoeveel ouders er ook daadwerkelijk uitvoering aan geven. De themabrief met daarin de activiteiten en de woordenlijst werd op het moment van de inspectie voor het volgende thema uitgedeeld en uitgebreid toegelicht (B4). Ouders worden ook gestimuleerd mee te doen bij de inloop en bij ouderactiviteiten. Er is een overzicht van ouderactiviteiten waaruit blijkt dat er veel wordt ondernomen op dat gebied. De participatie bij deze ouderactiviteiten is groot. Niet aantoonbaar is of de vereiste 60% wordt behaald, maar de leidsters schatten in dat het bereik zelfs hoger is dan 60%. De ouderactiviteiten zijn niet perse VVE-gekleurd en ook is (nog) niet duidelijk of ze voorzien in de behoeften van deze oudergroep. Er is vorig jaar een behoeftepeiling geweest bij SPL om de activiteiten beter af te kunnen stemmen op de wensen van ouders. Er is nog geen uitwerking per peuterspeelzaal (B5). SPL-beleid is dat de Nederlandse taal de voertaal is in de organisatie en dat documenten niet vertaald worden tenzij het voor de ontwikkeling van het kind van belang is. In dat geval kan een tolk worden ingezet. Tijdens de inspectie en het gesprek met de ouders bleek dat ouders voldoende tot goed geïnformeerd zijn en werd zichtbaar duidelijk dat de leidsters veel aandacht besteden aan het verduidelijken van de themabrief aan ouders die de taal niet spreken (B7). C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters is respectvol C2.2 De leidsters hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
VVE-rapport 12773
Onderzoeksdatum: 30-9-2010
Psz PC Merenwijk 3 3 3 3 3 3 2 3 2 3 3 2 2 3 3 3
Pagina 4 van 6
De leidsters zijn erg druk met hun programma dat ze tot in de puntjes beheersen en uitvoeren. Dit is mogelijk de reden dat tijdens de observatie door de inspectie weinig aandacht gezien is voor de sociale vaardigheden, de zelfstandigheid en het samen spelen van kinderen. De stagiair daarentegen speelt met de kinderen en verrijkt hun spel (C2.3 en C2.5). De inrichting van de ruimte oogt heel rustig en verantwoord en er is met zorg en aandacht voor detail ingericht. Het thema is prachtig uitgewerkt. De leeshoek is heel sfeervol ingericht, er zijn verschillende hoeken en speelgoed is gelabeld en de hoeken ook. Echter ook hier lijkt het dat de aandacht voor structuur, rust en duidelijkheid dat het ten koste gaat van de uitdaging (C2.5). De leidsters zijn erg bezig met taal en het programma dat ze draaien dat ze voortdurend de spil van de groep zijn en er weinig ruimte is voor kinderen om samen te spelen en te ontdekken (C3.4).
D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidstersleerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Psz PC Merenwijk 3 3 2 3 3 3 3
In de planning zou er meer aandacht kunnen zijn voor de beoogde doelen in plaats van voor de activiteiten. Hierdoor wordt de begeleiding beter meetbaar en stuurbaar. Handelingsplannen waren niet in alle gevallen aantoonbaar opgevolgd of afgesloten (D1.2 en D1.3). E Kwaliteitszorg binnen de voor- c.q. vroegschool E1 Er is VVE-coördinatie in de voorschool E2 De voorschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De voorschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De voorschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De voorschool borgt de kwaliteit van haar educatie
Psz PC Merenwijk 3 2 1 1 1
Het doelgericht en planmatig, periodiek evalueren behoeft aandacht (E2). De SPL heeft nauwelijks instrumenten om de kwaliteit te evalueren en werkt ook niet met locatiejaarplannen, verbeterdoelstellingen, etc. (E4). Er is vorig jaar wel een ouderenquête/tevredenheidsonderzoek gedaan. De gegevens zijn hier echter nog niet van verwerkt (E3). Toetsgegevens worden aangeleverd aan de Universiteit van Leiden die ze bewerkt en aanlevert aan de Gemeente en de organisatie. Tot op heden wordt er niets gedaan met de gegevens op deze peuterspeelzaal.(E3) . Er is procesbegeleiding, in de vorm van intervisie, werkbegeleiding en scholing. De procesbegeleiding is in handen van Pedagogische Staf. Van de procesbegeleiding wordt verslag gedaan maar er worden nauwelijks doelen of acties geformuleerd. Indien dit nader uitgewerkt wordt in doelen, tijd en acties zou het proces meetbaar en te sturen worden en zou de kwaliteit een impuls krijgen (E2, E4, E5). Afspraken en aangekondigde acties dienen vervolgens uitgewerkt te worden in verbeter- en borgingsmaatregelen (E5 en E3) De VVE-scholing wordt op zich wel geëvalueerd en bijgesteld indien wenselijk en nodig (E5).
VVE-rapport 12773
Onderzoeksdatum: 30-9-2010
Pagina 5 van 6
F Doorgaande lijn F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool F3 De voorschool zorgt voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd
Psz PC Merenwijk 3 3 3 -
De doorgaande lijn tussen voor- en vroegscholen is een verbeterpunt. Alle scholen en kindercentra werken individueel aan VVE. Niet alle indicatoren konden om die reden worden beoordeeld (F4/F7). Deze school is weliswaar onderdeel van een Brede School maar de samenwerking is nog maar net opgestart en afstemming is nog minimaal (F1). Er is wel al afstemming over het programma en er is tweemaal per jaar een gezamenlijke thema-afsluiting en er zijn bezoeken over en weer. Afstemming op pedagogisch en educatief handelen is er nog niet (F4). In eerste instantie is dit een opdracht voor de Regiegroep waarin gemeente, schoolbesturen en leidinggevenden van kindercentra en kinderdagverblijven samenwerken. In tweede instantie voor de werkgroep Brede School om de doorgaande leerlijn in de praktijk te bewerkstelligen (F1, F4 t/m F7).
4. Vervolgafspraken De Stichting Peuterspeelzalen Leiden draagt er zorg voor dat al haar zalen uiterlijk 1 oktober 2011 een functionerend systeem van evaluatie van opbrengsten en van de uitvoering van VVE hebben. Uit deze aantoonbare evaluaties is minimaal één verbeteractiviteit geformuleerd en in uitvoering. Als laatste zijn afspraken vastgelegd op welke wijze de resultaten van de verbeteractiviteit worden vastgelegd en gecontroleerd.
VVE-rapport 12773
Onderzoeksdatum: 30-9-2010
Pagina 6 van 6