DEFINITIEF Actieprogramma Speerpunt Externe veiligheid
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
INHOUDSOPGAVE
1.
Inleiding
2.
Startbijeenkomst
3.
Uitwerking acties 3.1 Ontwikkelen (branche)toezichtsplannen/Gerichte handhavingsacties/ Gebruiken BRZO-tools bij andere risicovolle bedrijven 3.2 Netwerk oprichten en ontsluiten 3.2.1 Interne netwerken 3.2.2 Externe netwerken 3.3 Kennis opbouwen: voorlichting/cursus Inclusief voorlichting aan raadsleden /bestuur (en eventueel management)
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
1. Inleiding Het gezamenlijke meerjarenprogramma handhaving Noord Brabant 2010-2012 ( verder te noemen MJP) beschrijft 12 speerpunten. Eén van deze speerpunten is: ‘Externe veiligheid’. In het proces dat geleid heeft tot de speerpunten waarmee we binnen de Brabantse handhavingsamenwerking de komende jaren aan de slag willen is het verkrijgen van draagvlak een belangrijk aandachtspunt geweest. Inventarisatie Door de drie Brabantse Seph’s zijn de gemeentelijke probleemthema's geïnventariseerd. Aan de gemeenten is gevraagd hoe vaak bepaalde problemen zich binnen de gemeenten voordoen en hoe groot het negatieve effect hiervan is. De regiobrede en provinciebrede vertaling van deze inventarisatie werd door de gemeenten in de diverse Ambtelijke regionale overleggen (A-rho’s) herkend. Een extern bureau heeft namens het provinciale handhavingsoverleg (PHO) de probleemthema's en prioriteiten van de bovenregionale partners geïnventariseerd. Met de partners is hiervoor een interview gehouden waarbij gevraagd is naar potentiële speerpunten waar de handhavingsamenwerking een bijdrage aan kan leveren. Alle gemeentelijke en bovenregionale ideeën zijn waar mogelijk gegroepeerd en samengevat tot een longlist met potentiële speerpunten waarvoor een vertaling naar toezicht en handhaving kan worden gemaakt. Afwegingsproces Met een selectie aan partners (zowel gemeentelijk als -boven- regionaal) zijn een tweetal workshops gehouden om de longlist aan potentiële speerpunten verder in te dikken tot een shortlist én om zorg te dragen dat zowel de bovenregionale als gemeentelijke prioriteiten vertegenwoordigd zijn. Het A-PHO fungeerde hierbij als klankbord. Ook aan het B-PHO zijn de resultaten gepresenteerd. In een informele setting zijn vervolgens diverse toezichthouders, beleidsmedewerkers en afdelingshoofden geïnformeerd over het afwegingsproces en het resultaat tot dusver. Tijdens de Brabantse Jubileumbijeenkomst op 17 juni 2009 zijn een aantal workshops met bestuurders en managers gehouden om te komen tot het benoemen van bestuurlijke criteria voor samenwerking op de speerpunten en het polsen voor welke speerpunten een voorkeur bestaat. Op basis van alle input en suggesties gedurende het afwegingsproces is een helder beeld ontstaan van de speerpunten voor het meerjarenplan handhaving 2010-2012 en de wijze waarop deze nader gedefinieerd en ingevuld moeten worden. Het resultaat hiervan is tijdens de managementconferentie op 7 oktober aan de managers voorgelegd waarbij gevraagd is om input te leveren en de Brabantse speerpunten een flinke stap verder te brengen. Dit heeft een groot aantal concrete reacties opgeleverd voor de richting van de handhavingsamenwerking.
Speerpunt Externe veiligheid ‘Externe veiligheid’ is tijdens voornoemd proces als speerpunt voor de handhavingsamenwerking naar voren gekomen. In dit proces zijn de geconstateerde problemen en de in samenwerking te behalen resultaten ten aanzien van externe veiligheid als volgt benoemd: Geconstateerde problemen A. Beleid en regelgeving op het gebied van externe veiligheid zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen en zijn nog steeds volop in ontwikkeling. Niet alle organisaties kunnen deze ontwikkelingen in gelijke mate bijbenen. Het voorzien in voldoende deskundigheid en continuïteit (kritische massa) voor een structurele uitvoering van de EV-taken ‘in huis’ blijkt voor diverse gemeenten niet haalbaar. Vooral de kleinere gemeenten ondervinden moeilijkheden om de benodigde kennis en vaardigheden zich eigen te maken en te houden. B. Uit de resultaten van de “Monitor uitvoering EV-taken ” blijkt dat Externe Veiligheid nog bij (veel) gemeenten niet volledig geïntegreerd is in de handhaving. De focus heeft de afgelopen jaren vooral gelegen op de verankering van (Externe) Veiligheid in de Ruimtelijke Ordening en de Milieuvergunningverlening. Nu is het stadium bereikt dat (Externe) Veiligheid een duidelijkere plaats krijgt binnen de handhaving.
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Samenwerken Binnen de handhavingsamenwerking kan worden gezocht naar oplossingen in de vorm van samenwerkingsmogelijkheden om genoemde problemen het hoofd te bieden. In het MJP is daarom aangegeven dat in 2012 ten aanzien van dit speerpunt het volgende bereikt zou moeten zijn (= doel/resultaat): 1.
Handhaving/toezicht van (externe)veiligheid heeft binnen de beleidcyclus van participanten een duidelijke aantoonbare plaats. 2. (Externe) veiligheid heeft bij participanten aantoonbaar een plaats gekregen binnen handhaving/toezicht en de prioriteringsmethodiek. 3. Medewerkers beschikken over een afdoende kennisniveau
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
2. STARTBIJEENKOMST Inleiding Samenwerken is vaak niet eenvoudig. Een struikelblok bij de samenwerking is vaak de spraakverwarring en verschil in behoefte/inzicht tussen de verschillende partijen. De belangen van de deelnemende organisaties bepalen hoe partijen naar het speerpunt kijken, hoe ze het definiëren en percipiëren. Pas wanneer je van de ander weet waar het echt om gaat, kun je met hem meedenken. En alleen wanneer de belangen inzichtelijk worden, kun je samen op zoek gaan naar win-win-oplossingen, de zogenaamde ‘gouden driehoek’
Handhavingspartners zijn beter bereid tot samenwerking indien de individuele belangen van een organisatie ook zijn terug te vinden in het gezamenlijke belang van de deelnemers aan het speerpunt. Daarnaast moet samenwerken meerwaarde opleveren ten opzichte van het individueel opereren. Opzet startbijeenkomst Om de speerpunten uit het MJP nader uit te werken naar concrete acties die leiden tot de gestelde doelen/resultaten zijn voor elk speerpunt startbijeenkomsten gehouden met de organisaties die zich voor desbetreffend speerpunt hebben aangemeld. Tijdens de startbijeenkomst op 2 maart 2010 is het gezamenlijke belang van de deelnemers (zie bijlage 1) ten aanzien van dit speerpunt in beeld gebracht. Van hieruit zijn de gezamenlijke doelen benoemd en vervolgens de acties geformuleerd (met tijdlijn) die leiden tot de gemeenschappelijke doelen. Aan deze acties zijn actoren afkomstig uit de deelnemende organisaties aan het speerpunt gekoppeld. Gezamenlijke belangen Voor het in beeld brengen van de belangen van elke organisatie en de motivatie om in samenwerking het speerpunt externe veiligheid op te pakken zijn de deelnemers de volgende vragen gesteld: - Wat is jouw motivatie om dit onderwerp samen met andere aan te pakken - Onderschrijf je de geschetste probleemstelling uit het MJP en wordt met het na te streven resultaat ook het belang van jouw organisatie gediend? - Zie je nog andere problemen ten aanzien van EV waar je graag een oplossing/resultaat voor ziet (zo ja welke?), c.q. heb je nog andere belangen ten aanzien van dit onderwerp? In bijlage 2 is het totaal aan reacties verwerkt. Motivatie voor samenwerken Externe veiligheid is bij alle deelnemers een prioritair onderwerp. Als belangrijkste motivatie voor de samenwerking werden genoemd: − de mogelijkheid om kennis en ervaring te delen en de eigen kennis en ervaring te vergroten; − samenwerking levert efficiencyvoordelen op ofwel 1 + 1 = 3 c.q. is noodzakelijk; − de mogelijkheid om de aanpak met elkaar af te stemmen en taken met elkaar op te pakken.
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Draagvlak voor problematiek en na te streven resultaten Op basis van de inbreng over de beleving van de problemen die de individuele deelnemers naar voren brengen ontstaat een beeld van de gezamenlijke belangen en het draagvlak om hiermee in samenwerking mee aan de slag te gaan (de gouden driehoek). Het grootste draagvlak voor het in samenwerking op te pakken probleem en de hiervan afgeleid doelstelling gaat uit naar het streven dat medewerkers over een afdoende kennisniveau beschikken. Het probleem van de niet volledige integratie van externe veiligheid in de handhaving en de hiervan afgeleide doelstellingen om externe veiligheid een plaats te geven in de beleidscyclus en prioritering wordt, gebaseerd op de inbreng/beleving van de deelnemers, in mindere mate onderkent. In dit kader wordt in hoofdzaak de koppeling/communicatie tussen vergunning verlening en andere beleidsterreinen (o.a. RO) genoemd. Andere benoemde problemen en na te streven resultaten Van de problemen die niet in het MJP ten aanzien van externe veiligheid zijn opgenomen wordt aandacht van en kennis/bewustwording bij het bestuur ten aanzien van externe veiligheid meermaals genoemd en breed herkend. Ook voor de managementlaag zou dit, in mindere mate, gelden. Het vergroten van kennis/bewustwording bij het bestuur (en management) is dan ook een additioneel resultaat dat zou moeten worden nagestreefd en waar vanuit de handhavingsamenwerking op zou moeten worden ingezet. Acties Vervolgens is, met het voorgaande achterhoofd, in 2 groepen nagedacht over gewenste acties. Dit heeft geleid tot de volgende actievoorstellen: Genoemde acties groep 1: 1.1 Gerichte handhavingsacties t.a.v. sprekende EV-onderwerpen (bijv. hh-estafette) bij LPGtankstations: draaiboek met aandacht voor raakvlakken andere beleidsterreinen tav EV, infodag, branche betrekken, intercollegiale coaching) 1.2 Middenmanagement informeren over belang van handhaving en ev (bij propaan/LPGtankstations) 1.3 Kennistafels: - Netwerken - Gezamenlijk toezicht - Ontwikkelen tools 1.4 Ontwikkelen branche/toezichtsplannen 1.5 Themabijeenkomst 30 maart (interessante onderwerpen): - Overslag gevaarlijke stoffen - Gasdrukregelstations - Propaantanks buitengebied - Branche (LPG) betrekken 1.6 Vaker branches betrekken 1.7 Prioriteringsmodel ontwikkelen Genoemde acties groep 2: 2.1 Netwerk oprichten en ontsluiten: - Structureel overleg (intern zoals in Tilburg en extern met bv brandweer) - Smoelenboek (wie doet wat, uitwisseling van gegevens, projecten, enz.). - Geen statische omgeving, maar dynamisch gewenst. (bv Brabant Veiliger Plein) 2.2 Mogelijkheden subsidies in kaart brengen 2.3 Kennis opbouwen: voorlichting/cursus 2.4 VROM-Inspectie: voorlichting aan raadsleden. Zorgen dat EV op de agenda komt 2.5 Borgen en bepalen rol van de brandweer 2.6 Gebruiken BRZO-tools bij andere bedrijven (bijv. via netwerk) De acties zijn vervolgens geprioriteerd. Daaruit kwam de volgende top 5 naar voren die in de periode 2010-2012 wordt opgepakt: 1. Ontwikkelen (branche-) toezichtsplannen/ Gerichte handhavingsacties t.a.v. sprekende EV onderwerpen (acties 1.1, 1.4 en 1.6). 2. Gebruiken BRZO-tools bij andere risicovolle bedrijven (actie 2.6 NB in relatie met prio 1) 3. Netwerk oprichten en ontsluiten (actie 2.2) 4. Kennis opbouwen: voorlichting/cursus (actie 2.3) 5. Voorlichting aan management (actie 1.2 NB relatie met prio 4)
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
3.
UITWERKING ACTIES
De startbijeenkomst heeft vijf actievoorstellen opgeleverd welke in dit hoofdstuk zijn uitgewerkt. Omdat enkele van de voornoemde acties raakvlakken met elkaar hebben dan wel in elkaars verlengde liggen zijn de acties gegroepeerd. Uiteindelijk heeft dit tot 3 daadwerkelijke acties geleid die handhavingspartners willen en, binnen de mogelijkheid van de participanten, kunnen oppakken om de doelen/resultaten van dit speerpunt te realiseren. Om invulling te geven aan de te realiseren doelen uit het MJP is bij de acties gekozen om dit langs een groeiproces tot stand te laten komen. Voor elke actie zal een gedetailleerd actieprogramma worden uitgewerkt door de participanten aan de desbetreffende actie. De acties worden uitgewerkt door de hieronder bij “participanten aan de actie” genoemde organisaties en/of personen.
Deelname aan dit speerpunt en de benoemde acties is een vrijwillige keuze geweest. Het geeft aan dat het belang van het speerpunt en de acties worden onderkend EN hier men in samenwerking mee aan de slag wil gaan. Vanuit de samenwerkingsgedachte mag van participanten worden verwacht dat, eens er gekozen is voor daadwerkelijke deelname, deze daarna niet meer vrijblijvend is. Dit heeft als consequentie dat deze samenwerkingsafspraken gevolgen hebben voor de in te zetten capaciteit ten aanzien van de genoemde acties. In het werkprogramma van de participanten zou hiervoor dus ruimte voor gereserveerd moeten zijn (of worden). De beschikbare ruimte die aanwezig is om in samenwerking het speerpunt op te pakken zal (mede) bepalend zijn voor de haalbaarheid van de doelstellingen!
3.1 Ontwikkelen (branche)toezichtsplannen/Gerichte handhavingsacties/ Gebruiken BRZO-tools bij andere risicovolle bedrijven Binnen het milieutoezicht zijn branches of specifieke onderdelen te benoemen waar externe veiligheid een rol speelt. Denk hierbij aan: 1. opslag van en werken met brandbare vloeistoffen in tanks; 2. opslag van en werken met LPG (bv LPG-tankstations of Propaanopslag in het buitengebied); 3. opslag van en werken met Ammoniak; 4. Bevi/Revi; 5. wegtransport van gevaarlijke stoffen; 6. bestrijdingsmiddelen; 7. kunstmeststoffen, etc. Deze actie is er op gericht om ten behoeve van deze specifieke branches/EV-onderdelen toezichtsplannen te ontwikkelen en hiermee handhavingsacties uit te voeren. Waar mogelijk zullen in de toezichtsplannen en handhavingsacties BRZO-tools worden toegepast. Doel Door middel van toezichtsplannen en handhavingsacties verhogen van het kennisniveau van toezichthouders ten aanzien van EV-aspecten voor een specifieke branche / EV-onderdeel. Daarnaast via “learing by doing” aandacht vragen voor de plaats en rol van handhavingsinformatie in de beleidscyclus en de prioritering. Resultaat - Kennisopbouw ten aanzien van de specifieke branche/EV-onderdelen; - Aandacht voor de beleidscyclus (door de via handhaving gegenereerde EV-informatie te positioneren binnen de beleidscyclus enerzijds en nut/noodzaak van deze informatie voor andere EV beleidsvelden te duiden) ; - Aandacht voor prioritering middels monitoring van de resultaten van de handhavingsactie (sturen op naleefgedrag).
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Product format toezichtsplan; toezichtsplan voor specifieke branche of EV-onderdelen; Een gerichte toezichtsactie bij specifieke branche of EV-onderdelen Evaluatierapport toezichtsactie Link met te behalen resultaten uit MJP 1. 2. 3.
Handhaving/toezicht van (externe)veiligheid heeft binnen de beleidcyclus van participanten een duidelijke aantoonbare plaats. (Externe) veiligheid heeft bij participanten aantoonbaar een plaats gekregen binnen handhaving/toezicht en de prioriteringsmethodiek. Medewerkers beschikken over een afdoende kennisniveau
Projectplan Zie bijlage 3. 3.2 Netwerk oprichten en ontsluiten Deze actie is gericht op het oprichten en ontsluiten van zowel interne netwerken als externe netwerken. 3.2.1 Interne netwerken Het externe veiligheidsbeleid vindt zijn grondslag in de Wet milieubeheer en in de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Milieunormering en normering RO zullen steeds meer een onlosmakelijke eenheid vormen. Het doel van een intern netwerk is om een platform binnen organisaties te bieden waar alle disciplines die betrokken zijn bij EV over actuele zaken informatie uitwisselen en afstemmen. Het opzetten van een intern netwerk is een eigen verantwoordelijkeid. Middels een goed functionerend intern netwerk kan de beleidscyclus worden ondersteund. Binnen deze actie zal worden gezocht naar een goede vorm om dit gestalte te geven en vervolgens dit gedachtegoed te implementeren binnen de participerende organisaties. Doel Handhaving/toezicht van (externe)veiligheid een duidelijke aantoonbare plaats geven binnen de beleidcyclus. Resultaat Elke deelnemer weet hoe ze een eigen intern netwerk kunnen opzetten, waarmee de beleidscyclus ten aanzien van Externe veiligheid wordt ondersteund. De verantwoordelijkheid om dit ook daadwerkelijk te implementeren ligt bij de afzonderlijke deelnmers en valt derhalve buiten de beinvloedingssfeer van dit project. Product Een goede vorm van een implementeerbaar intern netwerk. Link met te behalen resultaten uit MJP 1. Handhaving/toezicht van (externe)veiligheid heeft binnen de beleidcyclus van participanten een duidelijke aantoonbare plaats. Projectplan Zie bijlage 4 3.2.1 Externe netwerken Kennis en ervaring ten aanzien van EV is vaak persoonsgebonden. Wie heeft welke kennis/ervaring beschikbaar en waar kun je dus met specifieke vragen terecht? Er is behoefte aan een netwerk/ platform waar beroep gedaan kan worden op de kennis en ervaring van anderen. Afhankelijk van de vraagstelling/behoefte zou een een andere wijze van invulling mogelijk moeten zijn (van slechts elkaar informeren tot meer inhoudelijk ondersteunen). Met een goed functionerend extern netwerk zou een handvat kunnen worden aangeboden waarmee de kennisopbouw, kennisontsluiting en kennisdeling wordt ondersteund. Binnen deze actie zal worden gezocht naar een goede vorm om dit gestalte te geven en voor de toekomst te borgen.
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Doel Borging van kennisopbouw, kennisontsluiting en kennisdeling. Resultaat Een Extern netwerk voor de ondersteuning van kennisopbouw, kennisontsluiting en kennisdeling. Product Een functionerend extern netwerk. Link met te behalen resultaten uit MJP 1. Medewerkers beschikken over een afdoende kennisniveau Projectplan Zie bijlage 4
3.3 Kennis opbouwen: voorlichting/cursus Binnen het EV-werkgebied heeft de focus de afgelopen jaren met name heeft gelegen op het “vergunnen” en “bestemmen”. Maar ook bijna iedere handhaver heeft of krijgt te maken met Externe Veiligheid. Van belang is dat je als handhaver of als verantwoordelijke voor het gemeentelijke handhavingsbeleid, voldoende toegerust bent om de Externe Veiligheid binnen de gemeente op een adequaat niveau te houden. Door de deelnemers aan de startbijeenkomst is onderkend dat dit niet overal het geval is. Dit geldt in meer of mindere mate zowel voor het op operationeel niveau, management niveau, maar ook het bestuurlijk niveau. Er moet nu dus extra worden geïnvesteerd in de handhaving. Doel Het leveren van een bijdrage om bij organisaties een dusdanig kennisniveau tot stand te brengen dat men beter toegerust is om de Externe Veiligheid binnen de gemeente op een adequaat niveau te brengen. Resultaat Op operationeel niveau en managementniveau is er een grotere bewustwording van de rol van handhaving binnen de (externe) veiligheidsketen; Toerzichthouders hebben betere kennis om op EV-relevante zaken te kunnen toezien; Producten Themabijeenkomst(en) Externeveiligheid voor toezichthouders, of Kenniscafé opzetten voor gemeenten die kennis willen uitwisselenomtrent handhaving externe veiligheid. Gebruik maken van cases die ingebracht zijn door deelnemers aan het kenniscafé. Eventueel externe experts uitnodigen. Intervisie zou een goed middel zijn. Cursus/training Externe veiligheid (onderwerp<en> nog nader te bepalen). Link met te behalen resultaten uit MJP 1. Medewerkers beschikken over een afdoende kennisniveau Projectplan Zie bijlage 5
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Bijlage 1 Overzicht deelname speerpunt Externe veiligheid Regio
MWB
Instantie/Gemeente
Contactpersoon
email
Telefoon
Aanwezig 2 maart
Seph MWB Programmabureau Brabant veiliger
Mark Werts
[email protected]
0165-524707
Jeroen van Venrooij
[email protected]
Provincie NB
(Wim) Derksen
[email protected]
06-30854153 073-6808697 06-18303266
Beleidsmedewerker externe veiligheid
Ja
Provincie NB
(Paul) Meerman
[email protected]
073-6812317
Beleidsmedewerker Toezicht & Handhaving
Ja
VROM
Arjan Henskens
[email protected]
040-2652911
Aaccountmanager Brabant N ZO
Ja
Moerdijk
Patrick van Liere
[email protected]
0168-373600
Medewerker Handhaving
Ja
Senior adviseur handhaving
Ja
Coördinator handhavingsamenwerking
Ja Ja
MWB
Tilburg
Jan-Gerrit Veeneman
[email protected]
013 5495380
MWB
Waalwijk
marcel Korthagen
[email protected]
0416-683775
BN
Vught
Wanda Donckers
[email protected]
073-6580741
BN
s-Hertogenbosch
?
BN
Boxtel
Bart van Mil
[email protected]
0411-655279
BN
Cuijk
Bregje van de Aa
[email protected]
BN
RMB
?
BZO
Best
Ellen van den Heuvel
[email protected]
0499-360243
Beleidsmedewerker milieu
BZO
Eersel
Sandra van den Boogaard Wilco Nellen
[email protected]
0497-531334
Juridisch beleidsmedewerker Handhaving
[email protected]
040 238 8529
Milieu-inspecteur
Ja Nee, laterin trjaect erbij
BRZO-coördinatie en Wm-vergunningen
Nee, later in traject erbij
Ja nee Coördinator milieu
Ja Nee, met afmelding Ja
Eindhoven
BZO
Eindhoven
Henry van de Velden
[email protected]
040 259 46 96 06 30 31 07 11 040-2386169 040-2386122 06-10011382
BZO
Heeze-Leende
Walter Janssen
[email protected]
040-2241439
BZO
Nuenen c.a.
?
BZO
Ja
Ignacy Cichy
[email protected]
Coördinator Veiligheidszaken / BHV /Ambtenaar crisesbeheersing
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Ja
Opvolger M. vd Werf Nee, zonder afmelding Nee, zonder afmelding
BZP
Son en Breugel
Arjen Obbema
[email protected]
0499-491491
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Nee, zonder afmelding
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Bijlage 2 Reacties op de vragen: - Wat is jouw motivatie om dit onderwerp samen met andere aan te pakken - Onderschrijf je de geschetste probleemstelling uit het MJP en wordt met het na te streven resultaat ook het belang van jouw organisatie gediend? - Zie je nog andere problemen ten aanzien van EV waar je graag een oplossing/resultaat voor ziet welke?), c.q. heb je nog andere belangen ten aanzien van dit onderwerp?
(zo ja
Arjan Henskens VROM-Inspectie Bestuurders betrekken bij EV. Bestuurders zijn onvoldoende bewust van de risico’s en hebben onvoldoende kennis van EV. Ellen van den Heuvel, gemeente Best Voorstander van samenwerking. Als kleinere gemeenten is het bijna onmogelijk om de doelen die in het meerjarenprogramma handhavingssamenwerking (MJP) zijn genoemd, te behalen. Daarvoor moet je samenwerken. Job van Eijck, RMB Het RMB voldoent niet aan de maatlat EV. Indien RUD doorgaat, kunnen er wellicht ook samenwerkingen aan worden gegaan met andere handhavingspartners. Michiel -
van der Werf, SRE/gemeente Eindhoven Mist rol van de brandweer en de veiligheidsregio Moeilijk omgaan met de snelle verandering in wet- en regelgeving (o.a. PGS) Kennisaspect: wie kan wat beantwoorden.
Marcel Korthagen, gemeente Waalwijk Problemen: a. Kennis b. Interne communicatie tussen vergunningverlening RO en handhaven is onvoldoende. Wanda -
Donckers, gemeente Vught Bestuurlijke betrokkenheid Weinig communicatie tussen ruimte en vergunningverlening & handhaving Interne versnippering. Kennisniveau is prima, maar dat komt door de motivatie en betrokkenheid van de medewerkers.
Jan-Gerrit Veeneman, gemeente Tilburg Periodiek één keer per kwartaal EV-overleg (intern): o.a. RO, EV en bouwen zit dan aan tafel. Hoe ontsluit je kennis als er zich een ramp voordoet? Denk bijv. aan een draaiboek. Hoe informeer je je bestuurder op dat moment? Propaantank in eht buitengebied Bart van Mill, gemeente Boxtel Snelle verandering in wet- en regelgeving Sandra van den Boogaard, gemeente Eersel Bij gemeente Eersel is EV wel verbonden met vergunningverlening, niet met handhaving. Kennisniveau Wim Derksen, provincie Noord-Brabant Ook na 2010 zijn er middelen beschikbaar vanuit het programmabureau Jeroen van Venrooij, programmabureau Brabant Veiliger Verbinden van verschillende disciplines
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
BIJLAGE 3 PROJECTPLAN BRANCHGERICHT TOEZICHT ACTIE 1 UIT HET “ACTIEPROGRAMMA SPEERPUNT EXTERNE VEILIGHEID” VAN SERVICEPUNT HANDHAVING NOORD-BRABANT.
1. VROM-menu onderdeel Meest relevante menu-onderdeel: Vergunningverlening en handhaving Overige relevante menu-onderdelen: - Organisatorische versterking en professionalisering - Risicocommunicatie 2. Doelstelling MJP-doelstelling(en) - Gemeenten en de provincie stellen een handhavingsprogramma op, waarbij EV een onderdeel vormt bij de prioritering van handhavingstaken. - De kwaliteitseisen afkomstig van de professionalisering van de handhaving, zijn geheel geïntegreerd in de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke handhavende afdelingen. Kennis van EV en de werkwijze bij risicovolle inrichtingen zijn in dit kwaliteitssysteem geborgd. Doel van het project Om bovengenoemde MJP-doelstellingen (Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid, Brabant Veiliger 2010) te bereiken wordt binnen dit project ingezet op voorlichting en een branchgerichte aanpak. Het doel van dit project is om een praktijkgerichte cursus op te zetten om de gemeentelijke/provinciale handhavers toe te rusten op hun taak om externe veiligheidsaspecten binnen een controle zo adequaat mogelijk te kunnen handhaven. 3. Projectomschrijving Dit project vloeit voort uit het actieprogramma “Speerpunt Externe Veiligheid”. In dit actieprogramma is op basis van onderzoek en interviews een drietal speerpunten m.b.t. de handhaving van externe veiligheid naar voren gekomen. Deze actiepunten zijn in het kort hieronder beschreven: 1. Ontwikkelen (branche)toezichtplannen/ gerichte handhavingacties/ Gebruiken BRZO-tools bij andere risicovolle bedrijven 2. Netwerk oprichten en ontsluiten 3. Kennis opbouwen: voorlichting/cursus. Inclusief voorlichting aan raadsleden/ bestuur (en eventueel management) Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Onderhavig projectplan gaat in op actiepunt 1, “Ontwikkelen (branche)toezichtplannen”. Binnen het EV-werkgebied heeft de focus de afgelopen jaren vooral gelegen op het “vergunnen” en “bestemmen”. Maar ook bijna iedere handhaver heeft of krijgt te maken met Externe Veiligheid. Van belang is dat je als handhaver of als verantwoordelijke voor het gemeentelijke handhavingsbeleid, voldoende toegerust bent om de Externe Veiligheid binnen de gemeente op een adequaat niveau te houden. We hebben gemerkt dat de Brabantse “Handhaver” zich nog onvoldoende bewust is van zijn/haar belangrijke rol binnen de veiligheidsketen. De oorzaak hiervan is deels te vinden bij handhaving zelf, omdat bepaalde (ev)kennis ontbreekt en deels bij andere afdelingen binnen gemeenten en Provincie, welke het belang van een adequate handhaving ten aanzien van dit veiligheidsthema onderschatten. Goede voorlichting en de juiste kennis zal er toe lijden dat de kwaliteit van de controles om hoog gaat. Naast bovengenoemde constateringen is het zo dat beleid en regelgeving op het gebied van externe veiligheid de afgelopen jaren sterk in ontwikkeling zijn geweest. Naast beleidsmakers en vergunningverleners worden ook handhavers hier nu mee geconfronteerd. Door verdergaande deregulering wordt de rol van de handhaver binnen de veiligheidsketen nog eens versterkt. Reden te meer om in te zetten op de verbetering van het kennisniveau van handhaving. Tijdens de themabijeenkomst handhaving en externe veiligheid op 30 maart 2010 is dit nogmaals benadrukt door handhavend Brabant. In een separate sessie tijdens die dag is gesproken over actiepunt 3 “Kennisopbouw”. Tijdens deze sessie is met de aanwezige handhavers gebrainstormd over de wijze waarop dit actiepunt vorm kan worden gegeven. Er bleek vooral behoefte te zijn aan een praktische cursus waarbij de theorie wordt toegelicht aan de hand van voorbeelden. De opmerkingen en tips die tijdens deze sessie naar voren zijn gekomen, worden als input voor de ontwikkeling van een cursus gebruikt. Binnen dit project zal een voorlichtingdag worden georganiseerd waarbij er toelichting wordt gegeven op de bestaande wet en regelgeving bij opslag en transportbedrijven en de LPG- tankstations hierbij zal er een halve dag worden besteed aan theoretische voorlichting en deze zal worden gevolgd door een halve dag praktijkvoorbeelden. Gekozen is om de cursus op te hangen aan een tweetal branches, te weten “Opslag – en transport” en “LPGtankstations”. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij actiepunt 3 uit het “Actieprogramma Speerpunt Externe veiligheid”.
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
4. Projectresultaat • Het kennisniveau en de bewustwording van externe veiligheidsaspecten die aan bod kunnen komen tijdens de milieucontroles is sterk gestegen. • Alle Brabantse organisaties beschikken tenminste over een milieuhandhaver die de cursus heeft gevolgd. • De Brabantse handhavers zijn zich bewust van de rol die zij hebben binnen de (externe) veiligheidsketen. • Ook op management niveau is er een grotere bewustwording van de rol van handhaving binnen de (externe) veiligheidsketen. 5. Vertreksituatie Er zijn in de afgelopen tijd al verschillende projecten opgestart om de handhaving van externe veiligheid te verbeteren. In het kort zijn deze hieronder opgesomd: •
• • • •
Project Versterking handhaving externe veiligheid vanuit het Samenwerkingsknooppunt Limburg, programma externe veiligheid 2006-2010 Project Verbeteren EV toezicht vanuit het uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2006-2010 Groningen De handreiking 'controles bij risicovolle bedrijven' vanuit het SEPH regio Midden en West Brabant september 2006. Draaiboek Regionaal handhavingsproject transportbedrijven vanuit het SEPH regio Zuid Oost Brabant; Draaiboek Regionaal handhavingsproject LPG-tankstations vanuit het SEPH regio Zuid Oost Brabant;
Bovenstaande projecten geven een beeld van de wijze waarop er in het verleden al aandacht is besteed aan de handhaving van externe veiligheid. Hierin is echter nog weinig terug te vinden over de wijze van voorlichting en het ontwikkelen van cursussen. De bovenstaande projecten kunnen als input dienen voor actiepunt 3 uit het speerpuntenprogramma en geven een indicatie wat betreft de te verwachten eindproducten. Tussen de projectleiders van de drie actiepunten (uit het actieprogramma speerpunt externe veiligheid) wordt periodiek overleg gevoerd om samenhang te waarborgen. Op deze afstemming en samenwerking wordt toegezien door projectleider van het hele actieprogramma, dhr. Werts van SEPH West-Brabant.
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
6. Planning en fasering Voor dit project denken wij dat de volgende projectstappen moeten worden doorlopen: - Inventariseren van de behoefte bij de verschillende toezichthouders september 2010 - Concreet maken van aandachtsvelden oktober 2010 - Opstellen branche toezichtsplan voor specifieke branche november / december 2010 - Startbijeenkomst (bij bedrijven langs) en inventariseren van aantal bedrijven per deelnemende gemeente februari / maart 2011 - Uitvoeren toezicht conform protocol april / mei 2010 - Evaluatie en rapportage juni / juli 2011 7. Organisatie Projectorganisatie en beslisstructuur Projectleiding van het project Projectleider is Michiel van der Werf (na 15 november 2010 zal dit Wilco Nellen zijn) van de SRE Milieudienst. Taken van de projectleider: • Coördineren en uitzetten van taken om te komen tot een geslaagde cursus/ voorlichting handhaving EV. • Eindverantwoordelijke. Projectgroep van het project Projectgroeplid: • Gemeente Best (Ellen van den Heuvel) • Gemeente Vught (Wanda Donckers : onder voorbehoud ivm beschikbaar te stellen capaciteit) • Gemeente Eersel (Sandra van de Boogaard : onder voorbehoud ivm beschikbaar te stellen capaciteit) • Gemeente Boxtel (Bart van Mil) • Provincie (nader te bepalen medewerker) Taken • • • • •
van de projectgroepleden: Beoordelen van en adviseren over de projectopzet; Individueel of gezamenlijk uitwerken van de verdeelde taken Leveren van input voor onderdelen van het project; Beoordelen van en adviseren over tussenprodukten; Fungeren als klankbord bij de uitvoering van het project;
Eventuele werkgroepen en klankbordgroepen van het project Projectgroep actiepunt 2 en projectgroep actiepunt 3.
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Overige betrokkenen - SRE Milieudienst; - RMB; - Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant; - Branche / bedrijfsleven (LPG/ opslag-transportbedrijf) nog nader te bepalen.; - SEPH Midden –en West-Brabant (Mark Werts); - Programmabureau Brabant Veiliger. 8. Kwaliteit De voorlichtingsdag betreft maatwerk ten aanzien van de branche Opslag en transportbedrijven en LPG tankstations. Om deze goed te laten aansluiten op de wensen van de handhavers in de regio wordt vooraf geïnventariseerd waar de kennis ontbreekt. 9. Financiën Begroting Voor de begroting wordt verwezen naar bijlage 1. Als basis voor deze uitwerking is het projectplan “kennisopbouw Handhaving EV” gebruik d.d. 17 augustus 2010. Voor het projectmatig uitvoeren van de 1 actiepunten uit het “Actieprogramma Speerpunt Externe Veiligheid” is door het Programmabureau Brabant Veiliger een eenmalige subsidie aan het SEP Midden- en West-Brabant (dat de coordinatie over het actieprogramma heeft) verstrekt van ruim € 25.000,-. Het SEPH heeft bepaald dat er een bedrag van € 9.000,- is gereserveerd voor actiepunt 1 “Branchgericht toezicht” uit het actieprogramma. Dit is voor de ontwikkeling van het plan. Voor de uitvoering zullen nog specifieke afspraken gemaakt worden met de gemeente Eindhoven, de SRE en andere veiligheids- en handhavingspartners. in eerste instantie wordt verzorgd binnen de regio van de gemeente Eindhoven heeft de gemeente Eindhoven besloten om een aantal werkzaamheden van dit project binnen haar eigen werkprogramma op te nemen. Vanuit het programma Brabant Veiliger wordt uitgegaan van het aangegeven bedrag € 9.000,- . Bankrekening Bankrekeningnr.: 670508101 Ten name van: SRE Milieudienst o.v.v. P2 Branche-gericht toezicht Plaats: Eindhoven Begroting Voor de begroting wordt verwezen naar bijlage 3.
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
10. Communicatie/wijze van informatievoorziening Doelgroepen • De gemeentelijke milieuhandhavers • De gemeentelijke brandweer inspecteurs • Het gemeentelijke management (handhaving). Communicatieactiviteiten Uitnodigingen versturen richting gemeenten t.a.v. de afdeling handhaving. De voorlichtingsdag kenbaar maken op verschillende sites om de doelgroep te bereiken. Vermeldingen in bepaalde nieuwsbrieven. Communicatiemomenten Nader te bepalen. 11. Afbreukrisico Het is van belang dat er vanuit de projectgroepen van actiepunt 2 & 3 input komt die gebruikt kan worden voor de voorlichtingsdag. Zo is het afhankelijk van de branche toezichtplannen waar, voornamelijk de excursies, gepland zullen worden. Daarnaast zal het theoretische deel van de voorlichtingsdag ook bepaald worden a.d.h.v. deze branche toezichtplannen. Daarnaast is het vanwege communicatieaspecten uit dit project zeer wenselijk dat er op basis van actiepunt 2 een inventarisatie kan worden gemaakt, richting welke personen we dienen te communiceren. Om geschikte leerzame excursies naar risicovolle bedrijven te kunnen ondernemen dienen we toestemming te verkrijgen van deze bedrijven. Hiervan zijn wij dus afhankelijk. Het opstellen van de branchetoezichtsplan zal niet kunnen worden opgesteld indien de projectleden hier onvoldoende input voor leveren. Wanneer de bijdragen van de verschillende projectleden onvoldoende blijkt te zijn zal er geen eindproduct worden gerealiseerd. 12. Handtekening projectleider
Naam: Wilco Nellen / Henri van der Velden Datum: 1 november 2010 ____________________________________________________________ IN TE VULLEN DOOR SEPH Midden- en West-Brabant: Datum ontvangst: Akkoord programmabureau:
ja/nee
datum: Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
BIJLAGE 4 Behorende bij Actieprogramma Speerpunt Externe veiligheid PROJECTPLAN project 2 Netwerken Voor doel, resultaat en link met te behalen resultaten uit het MJP zie paragraaf 3.1 uit het actieprogramma Trekker Provincie Participanten Tilburg, Moerdijk, Programmabureau Intern netwerk Te realiseren Planning Te leveren inzet (uren) / taakverdeling producten/activiteiten Trekker Participant Deelnemers speerpunt Een goede vorm van een 1. Inventarisatie goede voorbeelden 6 aug/sept 2010 10 implementeerbaar intern 2. kenbaar maken resultaat van praktische okt 2010 3 4 netwerk voorbeelden intern netwerk 3. verkenning naar en desgewenst opzetten okt 2010/mrt van een intern netwerk bij de aan het 2011 speerpunt deelnemede organisaties Uren afhankelijk van (= verantwoordelijkheid van elke type organisatie individuele deelnemende organisatie) 4 de aan het speerpunt deelnemende apr 2011 organisaties beschikken desgewenst over een intern netwerk 12 5 5. verzamelen van en kenbaar maken sept 2011 ervaringen van deelnemers die over een intern netwerk beschikken aan overige Brabantse gemeenten. Extern netwerk Te realiseren Planning Te leveren inzet (uren)/taakverdeling producten/activiteiten trekker participant Deelnemers speerpunt Een Extern netwerk voor 1. Brainstormsessie extern netwerk mei 2010 5 5 Aansluiten bij extern de ondersteuning van 2. Ontwikkelen extern netwerk jun/jul 2010 25 5 netwerk kennisopbouw, 3. Presentatie extern netwerk sep 2010 5 5 kennisontsluiting en kennisdeling.
Kwaliteitseis Kwaliteitsbewaking
De te realiseren producten dienen een bijdrage te leveren aan te de realiseren doelen. De kwaliteit van de te realiseren producten is een verantwoordelijkheid van de projectgroep. De projectleider zal de kwaliteit van de producten bewaken door te toetsen op het realiseren van de te behalen doelen.
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Bijlage 5 PROJECTPLAN PROJECT 3: “KENNIS OPBOUW HANDHAVING EXTERNE VEILIGHEID” 1. VROM-menu onderdeel Meest relevante menu-onderdeel: Vergunningverlening en handhaving Overige relevante menu-onderdelen: - Organisatorische versterking en professionalisering - Risicocommunicatie 2. Doelstelling MJP-doelstelling(en) - Gemeenten en de provincie stellen een handhavingsprogramma op, waarbij EV een onderdeel vormt bij de prioritering van handhavingstaken. - De kwaliteitseisen afkomstig van de professionalisering van de handhaving, zijn geheel geïntegreerd in de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke handhavende afdelingen. Kennis van EV en de werkwijze bij risicovolle inrichtingen zijn in dit kwaliteitssysteem geborgd. Doel van het project Om bovengenoemde MJP-doelstellingen (Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid, Brabant Veiliger 2010) te bereiken wordt binnen dit project ingezet op kennisverbetering en bewustwording van het aandeel van handhaving binnen de (externe) veiligheidsketen. Het doel van dit project is om een praktijkgerichte cursus/ voorlichting te verzorgen om de gemeentelijke handhavers toe te rusten op hun taak om externe veiligheidsaspecten binnen een controle zo adequaat mogelijk te kunnen handhaven. 3. Projectomschrijving Dit project vloeit voort uit het actieprogramma “Speerpunt Externe Veiligheid”. In dit actieprogramma is op basis van onderzoek en interviews een drietal speerpunten m.b.t. de handhaving van externe veiligheid naar voren gekomen. Deze actiepunten zijn in het kort hieronder beschreven: 4. Ontwikkelen (branche)toezichtplannen/ gerichte handhavingacties/ Gebruiken BRZO-tools bij andere risicovolle bedrijven 5. Netwerk oprichten en ontsluiten 6. Kennis opbouwen: voorlichting/cursus. Inclusief voorlichting aan raadsleden/ bestuur (en eventueel management) Onderhavig projectplan gaat in op actiepunt 3, “Kennis opbouwen”. Binnen het EV-werkgebied heeft de focus de afgelopen jaren vooral gelegen op het “vergunnen” en “bestemmen”. Maar ook bijna iedere handhaver heeft of krijgt te maken met Externe Veiligheid. Van belang is dat je als handhaver of als verantwoordelijke voor het gemeentelijke handhavingsbeleid, voldoende toegerust bent om de Externe Veiligheid binnen de gemeente op een adequaat niveau te houden. Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
We hebben gemerkt dat de Brabantse “Handhaver” zich nog onvoldoende bewust is van zijn/haar belangrijke rol binnen de veiligheidsketen. De oorzaak hiervan is deels te vinden bij handhaving zelf, omdat bepaalde (ev)kennis ontbreekt en deels bij andere afdelingen binnen gemeenten en Provincie, welke het belang van een adequate handhaving ten aanzien van dit veiligheidsthema onderschatten. Kennis- en informatie-uitwisseling tussen de verschillende disciplines is hier eveneens debet aan. Naast bovengenoemde constateringen is het zo dat beleid en regelgeving op het gebied van externe veiligheid de afgelopen jaren sterk in ontwikkeling zijn geweest. Naast beleidsmakers en vergunningverleners worden ook handhavers hier nu mee geconfronteerd. Door verdergaande deregulering wordt de rol van de handhaver binnen de veiligheidsketen nog eens versterkt. Reden te meer om in te zetten op de verbetering van het kennisniveau van handhaving. Tijdens de themabijeenkomst handhaving en externe veiligheid op 30 maart 2010 is dit nogmaals benadrukt door handhavend Brabant. In een separate sessie tijdens die dag is gesproken over actiepunt 3 “Kennisopbouw”. Tijdens deze sessie is met de aanwezige handhavers gebrainstormd over de wijze waarop dit actiepunt vorm kan worden gegeven. Er bleek vooral behoefte te zijn aan een praktische cursus waarbij de theorie wordt toegelicht aan de hand van voorbeelden. De opmerkingen en tips die tijdens deze sessie naar voren zijn gekomen, worden als input voor de ontwikkeling van een cursus gebruikt. Binnen dit project zal een korte cursus bestaande uit 2 dagdelen worden ontwikkeld en uiteindelijk aan 1 groep, bestaande uit de West-Brabantse handhavers worden aangeboden. Het is wel de bedoeling dat er bij de ontwikkeling van de cursus wordt afgestemd met de andere twee regio’s zodat de cursus ook daar kan worden uitgerold. Gekozen is om de cursus op te hangen aan een tweetal branches, te weten “Opslag – en transport” en “LPG-tankstations”. 4. Projectresultaat • Het kennisniveau en de bewustwording van externe veiligheidsaspecten die aan bod kunnen komen tijdens de milieucontroles is sterk gestegen. • Alle Brabantse organisaties beschikken tenminste over een milieuhandhaver die de cursus heeft gevolgd. • De Brabantse handhavers zijn zich bewust van de rol die zij hebben binnen de (externe) veiligheidsketen. • Ook op management niveau is er een grotere bewustwording van de rol van handhaving binnen de (externe) veiligheidsketen. 5. Vertreksituatie Er zijn in de afgelopen tijd al verschillende projecten opgestart om de handhaving van externe veiligheid te verbeteren. In het kort zijn deze hieronder opgesomd: •
•
Project Versterking handhaving externe veiligheid vanuit het Samenwerkingsknooppunt Limburg, programma externe veiligheid 2006-2010 Project Verbeteren EV toezicht vanuit het uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2006-2010 Groningen Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
•
De handreiking 'controles bij risicovolle bedrijven' vanuit het SEPH regio Midden en West Brabant september 2006.
Bovenstaande projecten geven een beeld van de wijze waarop er in het verleden al aandacht is besteed aan de handhaving van externe veiligheid. Hierin is echter nog weinig terug te vinden over de wijze van voorlichting en het ontwikkelen van cursussen. De bovenstaande projecten kunnen als input dienen voor actiepunt 1 & 2 uit het speerpuntenprogramma en geven een indicatie wat betreft de te verwachten eindproducten. Daarnaast is het zo dat naast actiepunt 3, waarvoor dit projectplan is opgestart, er nog een tweetal actiepunten lopen welke eveneens bijdragen aan de versterking van EV binnen de Handhaving. Tussen de projectleiders van de drie actiepunten wordt periodiek overleg gevoerd om samenhang te waarborgen. Op deze afstemming en samenwerking wordt toegezien door projectleider van het hele actieprogramma, dhr. Werts van SEPH WestBrabant.
6. Planning en fasering Beschrijving van de aanpak Om het kennisniveau met betrekking tot externe veiligheid bij de Brabantse handhavers te realiseren wordt een cursus bestaande uit 2 dagdelen georganiseerd. Het eerste dagdeel richt zich op de bewustwording van de rol binnen de veiligheidsketen en de inhoudelijke verdieping in beleid- en regelgeving ten aanzien van het aspect EV binnen de branches “opslag- en transportbedrijven” en “LPG-tankstations”. Dit aan de hand van praktijkvoorbeelden. Tijdens het tweede dagdeel zullen een LPG-tankstation en een opslag/transportbedrijf worden bezocht. Met de projectgroep van actiepunt 1 “Branchegericht toezicht” zal afstemming worden gezocht om dagdeel 2 in te zetten, middels een door deze groep ontwikkeld toezichtsplan. Aangezien het niet wenselijk is om voor heel Brabant tegelijk deze cursus te organiseren en dit binnen het projectbudget niet haalbaar is, zal de cursus zodanig worden opgezet dat deze eerst in West-Brabant zal worden gegeven en in een later stadium ook door de regio’s Zuid-Oost Brabant (SRE Milieudienst) en Brabant Noord (RMB) kan worden verzorgd. Het project bestaat uit een drietal fasen met elk een aantal werkstappen: Fase 1: Projectvoorbereiding In deze fase wordt het projectplan uitgewerkt, wordt een projectteam samengesteld en vindt een eerste bijeenkomst plaats. -
Opstellen projectplan; samenstellen projectteam; eerste bijeenkomst voor het bespreken van opzet cursus / uitzetten taken.
Fase 2: Inhoudelijke voorbereiding cursus Binnen deze fase wordt geschikt cursusmateriaal samengesteld. -
Bepalen dagprogramma a.h.v. beschikbaar lesmateriaal; samenstellen lesmateriaal en een naslagwerk voor de cursisten; uitwerken presentaties en praktijkcasussen; zoeken van een praktijklocatie (bedrijf/branche). Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Binnen deze fase wordt ook een communicatieplan opgesteld. Binnen de tweede bijeenkomst van de projectgroep wordt het dagprogramma besproken en aangescherpt. Fase 3: Verzorgen cursus (twee dagdelen) binnen West-Brabant In deze fase vindt de kennisopbouw plaats. Fase 4: Evaluatie, rapportage en overdracht naar andere 2 regio’s Na de 2 dagdelen worden deze geëvalueerd, zo ook het onderliggende cursusprogramma en inhoudelijke informatie. Van deze evaluatie wordt een verslag gemaakt en wordt een verantwoordingsrapportage opgesteld. Tevens is er binnen deze stap ruimte voor overdracht van de cursus aan de overige 2 regio’s door een overleg tussen de 3 Brabantse milieudiensten. Planning fase
naam
opleverdatum
1 1
opstellen projectplan samenstellen projectteam
Augustus 2010 Augustus 2010
1
1ste bijeenkomst projectgroep, taken verdelen
September 2010
2
Verzamelen lesmateriaal en naslagwerk voor deelnemers. Uitwerken presentaties
September/december 2010
Opzetten praktijkcasussen en zoeken bedrijven voor praktijkdeel. 2de bijeenkomst projectgroep, bespreken dagprogramma, locatie planning, etc.
September/december 2010
2 2 2
September/december 2010
December 2010
3
Opstellen deelnemerslijsten en versturen uitnodigingen.
december 2010
3
Cursus
Februari – maart 2011
4
3de bijeenkomst projectgroep, evaluatie cursus, aanbevelingen andere 2 milieudiensten. Overleg projectleider met andere milieudiensten voor overdracht cursus(materiaal) naar andere 2 regio’s. Opstellen rapportage en verantwoording deelproject + eindgesprek coordinator SEPH
Maart 2011
4
4
Maart 2011
April 2011
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
7. Organisatie Projectorganisatie en beslisstructuur Projectleiding van het project Projectleider is Jeroen van Venrooij van de Regionale Milieudienst WestBrabant. Taken van de projectleider: • Coördineren en uitzetten van taken om te komen tot een geslaagde cursus/ voorlichting handhaving EV. • Eindverantwoordelijke. Projectgroep van het project Projectgroeplid 1. Gemeente Eindhoven/SRE (Michiel van de Werf). 2. Gemeente Vught (Wanda Donckers : onder voorbehoud i.v.m. beschikbaar te stellen capaciteit). 3. Provincie (Wim Derksen). 4. RMD (Niels den Haan; adviseur externe veiligheid). 5. RMD (Karin van Meel; adviseur Communicatie). 6. RMD (Jean van Kan; handhaver BRZO) Taken van de projectgroepleden: • Beoordelen van en adviseren over de projectopzet; •
Individueel of gezamenlijk uitwerken van de verdeelde taken
•
Leveren van input voor onderdelen van het project;
•
Beoordelen van en adviseren over tussenprodukten;
•
Fungeren als klankbord bij de uitvoering van het project;
Eventuele werkgroepen en klankbordgroepen van het project Projectgroep actiepunt 1 en projectgroep actiepunt 2. Overige betrokkenen - SRE Milieudienst; - RMB; - Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant; - Branche / bedrijfsleven (LPG/ opslag-transportbedrijf) nog nader te bepalen.; - SEPH Midden –en West-Brabant (Mark Werts); - Programmabureau Brabant Veiliger. 8. Kwaliteit De cursus betreft maatwerk ten aanzien van de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Per regio kunnen de wensen voor de voorlichting verschillen, dus is het is van belang dat het cursusmateriaal (na overdracht aan de 2 andere regio’s) wordt aangepast op de wensen de behoefte binnen de regio. 9. Financiën Begroting Voor de begroting wordt verwezen naar bijlage 5.1.
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Voor het projectmatig uitvoeren van de 3 actiepunten uit het “Actieprogramma Speerpunt Externe Veiligheid” is door het Programmabureau Brabant Veiliger een eenmalige subsidie aan het SEP Midden- en West-Brabant (dat de coordinatie over het actieprogramma heeft) verstrekt van ruim € 25.000,-. Het SEPH heeft bepaald dat er een bedrag van € 15.000,- is gereserveerd voor actiepunt 3 “Kennisopbouw” uit het actieprogramma. Daar de cursus in eerste instantie wordt verzorgd binnen veiligheidsregio Midden- en WestBrabant heeft de RMD West-Brabant besloten een bedrag van € 5.000,- uit de haar toegekende structurele middelen “Programmafinanciering Brabant Veiliger 2010” bij te leggen. Totaal is er dus een bedrag van € 20.000,- beschikbaar binnen het project. 10. Communicatie/wijze van informatievoorziening Interne communicatie De projectleider legt in termijnen verantwoording af richting het programmabureau over de voortgang van het project. Vanuit de projectgroep zal er contact onderhouden worden met de projectgroepen van actie 1 & 2. De resultaten van deze acties dienen namelijk als input voor actie 3. De leden van de projectgroep worden als agendalid bij beide projecten opgenomen. Externe communicatie Doelgroepen • De gemeentelijke milieuhandhavers • De gemeentelijke brandweer inspecteurs • Het gemeentelijke management (handhaving). Communicatieactiviteiten Uitnodigingen versturen richting gemeenten t.a.v. de afdeling handhaving. De voorlichtingsdag kenbaar maken op verschillende sites om de doelgroep te bereiken. Vermeldingen in bepaalde nieuwsbrieven. Communicatiemomenten Nader te bepalen. 11. Afbreukrisico Het is van belang dat er vanuit de projectgroepen van actiepunt 1 & 2 input komt die gebruikt kan worden voor de voorlichtingsdag. Zo is het afhankelijk van de branche toezichtplannen waar, voornamelijk de excursies, gepland zullen worden. Daarnaast zal het theoretische deel van de voorlichtingsdag ook bepaald worden a.d.h.v. deze branche toezichtplannen. Daarnaast is het vanwege communicatieaspecten uit dit project zeer wenselijk dat er op basis van actiepunt 2 een inventarisatie kan worden gemaakt, richting welke personen we dienen te communiceren. Het afhuren van een zaal, het ontwikkelen en drukken van cursusmateriaal is vrij prijzig, hiervoor dient budget vrij te worden gemaakt. Om geschikte leerzame excursies naar risicovolle bedrijven te kunnen ondernemen dienen we toestemming te verkrijgen van deze bedrijven. Hiervan zijn wij dus afhankelijk. 12. Handtekening projectleider Naam: Datum:
Jeroen van Venrooij 17 augustus 2010 Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]
Servicepunt Handhaving Midden- en West-Brabant
[email protected] Postbus 87 4700 AB Roosendaal | T 0165 – 52 47 07 | E
[email protected]