Gemeente Almere Stafdienst Bestuurszaken Postbus 200 1300 AE Almere
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014 Telefoon 14 036
Heeft u vragen?
www.almere.nl
Wilt u reageren?
[email protected]
Meer informatie?
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
2
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
Voorwoord
In april 2009 presenteerden we het onderzoek van professor Fijnaut naar de criminaliteit en veiligheid in Almere. Doel van dit onderzoek was het in kaart brengen van de criminaliteitsontwikkeling sinds 1984. En, minstens zo belangrijk, het verkennen van de veiligheidsontwikkelingen tot 2030 en het inventariseren van de organisatorische en beleidsmatige opgaven. Dit onderzoek vormde de opmaat naar een jaar waarin we samen met onze partners gewerkt hebben aan het veiligheidsbeleid voor de komende vier jaar. Veiligheid is een zaak van ons allemaal. Het veiligheidsbeleid is dan ook niet alleen vóór maar waar mogelijk ook dóór Almeerders vorm gegeven. In vijf bijeenkomsten hebben we met inwoners en ondernemers van elk gebied gesproken over de veiligheidsplannen voor hun gebied en over hoe zij over veiligheid denken. Dit waren interessante, nuttige en zeer informatieve bijeenkomsten waar we als gemeente veel mee kunnen. Andere input voor dit Actieprogramma zijn de Criminaliteitsbeeldanalyse van de politie, de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor 2009 en het Coalitieakkoord 2010-2014. Door veiligheid te benoemen als belangrijk aandachtsgebied onderstreept het Coalitieakkoord nog eens het belang dat wij hechten aan een veilige stad. Het akkoord stelt dat zichtbaar en snel opgetreden moet worden tegen criminaliteit en overlast. De ambitie is ook: werken aan de subjectieve veiligheid zodat Almeerders zich ook veiliger voelen. Onze inwoners geven nu als rapportcijfer voor de veiligheid in Almere een 6,6 en dit moet wat ons betreft in 2014 minimaal een 7,0 zijn. Wat willen we met het Actieprogramma Veiligheid bereiken? We willen dat inwoners in Almere veilig kunnen wonen, werken en leven door de oorzaken van criminaliteit en onveiligheid weg te nemen, de sociale veiligheid in de stad aantoonbaar te verbeteren en onveiligheidsgevoelens te verminderen. Dat kunnen we alleen bereiken door hier met elkaar aan te werken. Partners als de politie en het openbaar ministerie zijn belangrijk. Maar ook de ondernemers en de inwoners. Alleen door met elkaar samen te werken kunnen we ervoor zorgen dat Almere een veilige stad is en blijft. Annemarie Jorritsma Bestuurlijk opdrachtgever Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
3
4
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
Inhoud
Voorwoord Actieprogramma 2010-2014............................................................ 3
1
Achtergrond en aanleiding..................................................................... 7
1.1
Actieprogramma als beleidskader..................................................................................7
1.2
Totstandkoming Actieprogramma Veiligheid..................................................................7
1.3
Uitgangspunten...............................................................................................................8
1.4
Leeswijzer........................................................................................................................9
2
Beeld van Almere................................................................................ 11
2.1
Korte typering gemeente Almere..................................................................................11
2.2
De veiligheidssituatie in Almere....................................................................................11
2.3
Thema’s en speerpunten...............................................................................................15
3
Ambitie en doelstellingen..................................................................... 17
3.1
Ambitie Almere 2010-2014............................................................................................17
3.2
Doelstellingen College 2010-2014................................................................................17
4
Thema’s in het veiligheidsbeleid............................................................ 21
4.1
Veilige woon- werk en leefomgeving............................................................................21
4.2
Geweld...........................................................................................................................24
4.3
Jeugd en Veiligheid........................................................................................................28
4.4
Bestuurlijke aanpak en overige aandachtsvelden........................................................30
4.4.1 Bestuurlijke aanpak.......................................................................................................30
4.4.2 Overige aandachtsvelden...............................................................................................32
4.5
Crisisbeheersing en rampenbestrijding.......................................................................34
5
Communicatie en veiligheid................................................................. 37
6
Organisatie en financiën...................................................................... 41
6.1
Organisatie veiligheidsbeleid........................................................................................41
6.2
Financiën.......................................................................................................................42
7
Monitoring en evaluatie van veiligheid................................................... 45
Afkortingenlijst................................................................................... 47
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
5
6
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
1
Achtergrond en aanleiding
1.1 Actieprogramma als beleidskader In dit Actieprogramma Veiligheid 2010-2014 van de gemeente Almere zijn de gemeentelijke visie en de bijbehorende speer- en actiepunten op het gebied van veiligheid voor de komende vier jaar opgenomen. Het programma maakt duidelijk wat de gemeente Almere de komende jaren gaat doen op dit terrein. Het Actieprogramma zelf vormt het beleidskader voor de komende vier jaar (2010-2014). Bij het Actieprogramma behoren bijlagen, waarin de acties op stadsbreed- dan wel gebiedsniveau gedetailleerd zijn uitgewerkt. Het betreft losse, zelfstandig leesbare bijlagen; één stadsbrede bijlage (Jaarplan Stedelijk Kader Veiligheid) en een plan per gebied. Er zijn gebiedsplannen opgesteld voor de gebieden Almere Buiten, Almere Haven, Almere Stadscentrum, Almere Stad Oost, Almere Stad West en Almere Poort. De genoemde bijlagen zullen ieder jaar (vanaf 2012) worden geactualiseerd en verfijnd, zodat er vanuit het bredere beleidskader steeds meer gerichte prioritering en focus ontstaat. In dit hoofdstuk is de totstandkoming van het Actieprogramma beschreven (1.2). Vervolgens gaan we in op het Coalitieakkoord Investeren in een gezond Almere; Het Oostvaardersakkoord 2010-2014 voor wat betreft integrale veiligheid (1.3). Dit leidt gezamenlijk tot de uitgangspunten voor het veiligheidsbeleid (1.4).
1.2 Totstandkoming Actieprogramma Veiligheid
In april 2009 is het onderzoek van professor Fijnaut, Criminaliteit en Veiligheid in Almere, 1984-2030 ; Ontwikkelingen en Opgaven, gepubliceerd. Doel van dit onderzoek was om de ontwikkeling van het criminaliteitsbeeld sinds 1984 in kaart te brengen. Behalve een retrospectieve analyse diende het onderzoek ook om de kenmerken van de toekomstige veiligheidsontwikkelingen tot 2030 te verkennen en de organisatorische en beleidsmatige opgaven in kaart te brengen. Het onderzoek dient daarmee als een van de onderleggers voor dit Actieprogramma Veiligheid 2010-2014. Het onderzoek heeft geleid tot 28 concrete aanbevelingen, gericht op de thema’s organisatie van het veiligheidsbeleid, intensivering van beleid, nieuwe beleidsaccenten, informatiehuishouding & monitoring en communicatie over criminaliteit en (on)veiligheid. Het College van B en W heeft op basis van het rapport aanknopingspunten gezien om het veiligheidsbeleid in de stad en de uitvoering daarvan te verbeteren. Mede op basis van het genoemde onderzoek van Fijnaut heeft er in de gemeente een organisatiewijziging plaatsgevonden; de gemeente Almere heeft nu een centrale afdeling Openbare orde en veiligheid (Kabinet en Veiligheid). De afdeling richt zich op de wettelijke taken van de burgemeester en het integraal veiligheidsbeleid in de gemeente. Daarnaast is in oktober 2008 het Veiligheidshuis Almere van start gegaan. Het Veiligheidshuis speelt een belangrijke rol in de vormgeving van het veiligheidsbeleid in de stad. Inhoudelijk wordt bij de gemeente ingezet op meer focus en samenhang. Er is voor gekozen om thema’s leidend te laten zijn voor het integrale veiligheidsbeleid. Ook investeert de gemeente nadrukkelijk in het verbeteren van de informatiepositie door zich specifiek te richten op monitoring en evaluatie van het veiligheidsbeleid. Hiertoe wordt een monitoringsysteem ontwikkeld. Tot slot noemen we hier de communicatiefunctie, die essentieel is in het veiligheidsbeleid in Almere. Ook deze functie is versterkt in de gemeente Almere. De vormgeving van het Actieprogramma Veiligheid 2010-2014 is geen exercitie geweest die alleen heeft plaatsgevonden door en in het ambtelijk apparaat. Er zijn in de loop van 2009 en 2010 diverse bijeenkomsten geweest om te spreken over de totstandkoming van het nieuwe veiligheidsbeleid. Veel partners zijn hier bij betrokken geweest, zoals bijvoorbeeld vertegenwoordigers uit de zorg, het onderwijs, het bedrijfsleven en het openbaar vervoer. Ook expliciete veiligheidspartners als de politie, het Openbaar Ministerie en specifieke gemeentelijke afdelingen hebben hun inbreng in het beleid gehad. Daarnaast is er een vijftal veiligheidsbijeenkomsten georganiseerd om met inwoners, bedrijven en instellingen uit de verschillende gebieden te spreken over de veiligheidsplannen voor het betreffende gebied. Tot slot zijn de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor 2009 en de Criminali-
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
7
teitsbeeldanalyse van de politie betrokken bij de totstandkoming van het Actieprogramma. Op deze wijze is het veiligheidsbeleid op iteratieve wijze tot stand gekomen en uiteindelijk neergelegd in dit Actieprogramma Veiligheid 2010-2014 en de genoemde bijbehorende bijlagen. Het College van B en W heeft het Actieprogramma vervolgens vastgesteld en aangeboden aan de Gemeenteraad van Almere. Deze manier van werken past bij een van de belangrijke uitgangspunten van de gemeente Almere, namelijk het vormgeven van een participerend veiligheidsbeleid; niet alleen vóór, maar waar mogelijk ook dóór de ingezetenen. Vanzelfsprekend houdt het gemeentebestuur als regisseur van het integraal veiligheidsbeleid de eindverantwoordelijkheid. In de onderstaande figuur is de input die van belang is geweest bij de totstandkoming van het Actieprogramma schematisch weergegeven. Figuur 1: Input totstandkoming Actieprogramma Veiligheid Almere 2010-2014
Veiligheidsbijeenkomsten met bewoners per gebied
Coalitieakkoord 2010 - 2014
Onderzoek professor Fijnaut
Veiligheidsbijeenkomsten interne en externe partners
8
Veiligheidsmonitor
Actieprogramma Veiligheid Almere 2010 - 2014
Criminaliteitsbeeldanalyse (CBA) politie
Gemeentelijke monitoringsystematiek (in ontwikkeling)
Jaarplan stedelijk kader veiligheid
Gebieds plan
Gebieds plan
Gebieds plan
Gebieds plan
Gebieds plan
Gebieds plan
1.3 Uitgangspunten Voor het Actieprogramma Veiligheid 2010-2014 geldt een aantal uitgangspunten. Deze zijn hieronder kort weergegeven en elders in het Actieprogramma uitgewerkt dan wel in het programma verwerkt. Regie bij gemeente De gemeente Almere voert de regie over het integrale veiligheidsbeleid. De uitvoering wordt samen met vele partners ter hand genomen, zoals politie, Openbaar Ministerie, woningcorporaties, onderwijs, zorginstellingen, welzijnsorganisaties, jeugdinstellingen, maar ook vele andere organisatieonderdelen van de gemeente. Integrale ketenaanpak De inspanningen van gemeentelijke diensten en externe partners worden optimaal op elkaar afgestemd door een sluitende ketenaanpak. Hierbij is het onderscheid tussen de onderdelen van de keten, pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg, van belang. Pro-actie heeft betrekking op het voorkomen van (toekomstige) onveiligheid door structurele, meestal indirecte oorzaken van onveiligheid aan te pakken. Preventie is het beperken van onveiligheid door veelal directe oorzaken van onveiligheid aan te pakken. Preparatie is de voorbereiding van acties om de veiligheid te herstellen. Repressie heeft betrekking op het uitvoeren van acties en acuut optreden na delicten en/of overtredingen, incidenten en rampen. Nazorg betekent het herstel van de situatie en evaluatie.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
Participerend veiligheidsbeleid De gemeente Almere staat voor een veiligheidsbeleid dat niet alleen vóór, maar op onderdelen ook dóór de ingezetenen wordt vormgegeven. Thema (delict) gericht Het Actieprogramma is ingedeeld naar thema’s. Deze thema’s zijn herkenbaar in de gemeente en voor de externe partners. Gebiedsgericht Om herkenbaar en snel op te kunnen treden binnen de gemeente, is het van belang om stadsbrede thema’s te vertalen naar gebiedsniveau. Per gebied zijn indien van toepassing hotspots aangegeven voor de verschillende thema’s. Een gebiedsgerichte aanpak gaat gepaard met een goede en actuele informatievoorziening op gebiedsniveau. Persoonsgericht De gehanteerde daderaanpak is zoveel mogelijk persoonsgericht. Het doel van de persoonsgerichte aanpak is om te komen tot een reductie van overlast en criminaliteit en het bieden van perspectief. Het oplossen van het probleem van het individu én het overlastprobleem voor de samenleving gaan hierbij hand in hand. Resultaatgericht Per thema zijn door het College van B en W doelstellingen bepaald. Deze doelstellingen dienen per (sub)thema te leiden tot resultaten. De voortgang in het bereiken van deze resultaten wordt gemonitord. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 is een beeld geschetst van de veiligheidssituatie in Almere. In hoofdstuk 3 zijn de doelstellingen van het College van B en W voor de komende vier jaar geëxpliciteerd. In hoofdstuk 4 zijn de thema’s die deel uitmaken van het Actieprogramma uitgewerkt. Hoofdstuk 5 richt zich op de communicatie rond veiligheid. Hoofdstuk 6 gaat in op organisatie en financiën van het veiligheidsbeleid in Almere. In hoofdstuk 7 wordt aangegeven hoe de monitoring en evaluatie van het veiligheidsbeleid plaatsvindt. Bij het Actieprogramma zijn zelfstandige bijlagen beschikbaar met daarin opgenomen acties per thema, zowel stadsbreed als per gebied.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
9
10
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
2
Beeld van Almere
2.1 Korte typering gemeente Almere Almere is een unieke nieuwe stad in Nederland: vanaf 1975 geleidelijk gebouwd zal zij volgens planning doorgroeien van bijna 190.000 inwoners nu tot 350.000 inwoners in 2030. Almere wordt dan de 5e stad in Nederland naar inwonertal (nu de 7e stad van Nederland). De verhouding tussen koop- en huurwoningen is momenteel 65%-35%.Veel wijken kennen een eenzijdige bouwwijze. De dichtheid van de bebouwing is laag en de groene oppervlakte in de woonwijken is groot. Almere is de snelste banengroeier van Nederland, met als belangrijkste sectoren zakelijke dienstverlening en handel. Er zijn zeer veel kleine bedrijven aan huis. Toch kent Almere een negatieve woon-werkbalans en mede daardoor dagelijks lange files richting Randstad. Almere kent goede OV-verbindingen binnen de stad en met de omringende regio. Culturele- en uitgaansvoorzieningen zijn in de stad niet ruim voorhanden Ook hoger onderwijs is (nog) zeer beperkt aanwezig. De gemeente Almere heeft een relatief jonge bevolking (gemiddelde leeftijd 34 jaar) en veel gezinnen met kinderen. Almere heeft een multiculturele bevolking. Van de inwoners is 63,5% van Nederlandse afkomst, 9,5% is afkomstig uit westerse landen en 27% is afkomstig uit niet-westerse landen, waarvan de meeste uit Suriname. Het gemiddelde inkomen per huishouden ligt iets boven het landelijk gemiddelde en het opleidingsniveau is gemiddeld lager dan landelijk. Het aantal niet-werkende werkzoekenden is voor mannen 4% en voor vrouwen 6%. Het grondgebied van Almere is in te delen in zes gebiedsdelen, te weten Almere Buiten, Almere Haven, Almere Stad Centrum, Almere Stad Oost, Almere Stad West en het volop in ontwikkeling zijnde Almere Poort. Voor een typering van de gebieden verwijzen wij naar de specifieke Gebiedsplannen, die als bijlage beschikbaar zijn bij het Actieprogramma Veiligheid 2010-2014. 2.2 De veiligheidssituatie in Almere Door de stevige en snelle groei van de stad is ook de criminaliteit in absolute zin toegenomen. Vergeleken met andere - qua grootte vergelijkbare - steden ligt het criminaliteitsniveau van Almere echter onder het landelijk gemiddelde. In sommige buurten van de stad is wel sprake van verhoogde onveiligheidsgevoelens. Dit heeft onder meer te maken met de mate waarin bewoners criminaliteitsproblemen in hun buurt signaleren, maar ook het objectieve criminaliteitsniveau in een buurt speelt hierbij een rol. De wijze waarop delicten over de stad zijn verspreid, vertoont een min of meer ‘klassiek’ patroon, waarbij centrumgebieden meer dan woonbuurten te maken hebben met criminaliteit. Woonbuurten die kampen met een hoog niveau van criminaliteit worden over het algemeen gekenmerkt door sociaaleconomische achterstand, de aanwezigheid van veel jongeren en niet-westerse allochtonen, de aanwezigheid van middelbare scholen in de buurt en gebrekkige sociale samenhang en controle. De oudere buurten in de stad hebben meer dan gemiddeld met deze problematiek te maken. Ten opzichte van woonbuurten hebben bedrijventerreinen een verhoogde kans om getroffen te worden door criminaliteit, maar ook hier gaat het in absolute zin niet om grote aantallen (Fijnaut 2009). Fijnaut geeft in zijn onderzoek aan dat criminaliteitsproblemen in Almere vooral zijn gerelateerd aan de jeugdige bevolking. Verder is er een oververtegenwoordiging van verdachten uit een aantal allochtone groepen. Verdachten van een misdrijf komen voor een groot deel (75 à 80%) uit Almere zelf. Verdachten buiten Almere zijn voor een kwart afkomstig uit Amsterdam, wat ook de sterke binding met deze stad aangeeft. Hondenpoep, rommel op straat, te hard rijdend verkeer en vernieling van straatmeubilair zijn de meest gesignaleerde buurtproblemen door burgers. Jeugdoverlast en in mindere mate ook verkeersoverlast zijn problemen die burgers graag met voorrang aangepakt zien. Jeugdgroepen die hinderlijk, overlastgevend of crimineel gedrag vertonen, zijn in kaart ge-
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
11
bracht. De aanwezige groepen vallen onder de noemer hinderlijk of overlastgevend. Geografisch situeren de meeste jeugdgroepen zich in de buurten van het gebied Almere Stad. Overlast door dak- en thuislozen, verslaafden en psychiatrisch patiënten is in Almere veel minder aan de orde dan in andere grote steden. Hetzelfde geldt voor uitgaansgerelateerde overlast. Een verklaring voor dit laatste is dat het voorzieningenniveau in Almere (bijvoorbeeld horeca) nog relatief beperkt is (vgl. Fijnaut 2009). In de navolgende figuur is aangegeven in welke delen van Almere in 2007 de meeste misdrijven plaatsvonden. De donkerrode gebieden (meeste misdrijven) liggen voornamelijk in Almere Stad Oost en Almere Stad West (bron: Fijnaut 2009). Figuur 2: Aantal misdrijven per 10.000 inwoners in 2007
12
Voor geheel Almere laat het aantal misdrijven per 1.000 inwoners sinds 2007 een dalend beeld zien, zoals weergegeven in tabel 1. (bron:CBA 2010) Tabel 1: Aantal misdrijven per 1.000 inwoners Jaar Misdrijven per
2006
2007
2008
2009
1.000 inwoners
82,6
86,4
83,0
70,9
In qua inwonertal vergelijkbare gemeenten (zoals Eindhoven, Breda, Tilburg en Groningen) ligt het aantal misdrijven per 1.000 inwoners in 2009 minimaal boven de 100 (tot 130). De meest voorkomende misdrijven in Almere zijn in tabel 2 opgenomen (cijfers 2008 en 2009, bron: CBA).
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
Tabel 2: Meest voorkomende misdrijven Almere Misdrijven (meest voorkomende)
2008
2009
Vernieling cq, zaakbeschadiging
3.133
2559
Overige vermogensdelicten
1.209
1.111
Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen
1.048
1.056
Diefstal van brom-, snor-, fietsen
1.811
1001
Diefstal/inbraak woning
958
870
Diefstal/inbraak bedrijven en instellingen
885
792
Mishandeling
822
766
Winkeldiefstal
795
684
Fraude
449
487
Uit tabel 2 blijkt dat in 2009 voor nagenoeg alle genoemde misdrijven een daling zichtbaar is ten opzichte van 2008. Voor het totaal van alle misdrijven is in 2009 een daling zichtbaar van 13,5% ten opzichte van 2008. In 2009 is de veiligheidsmonitor uitgevoerd in de gemeente Almere. Dit levert het volgende beeld op ten aanzien van (de waardering van) veiligheid en slachtofferschap (tabel 3). Tabel 3: Uitkomsten Veiligheidsmonitor Almere Veiligheid Rapportcijfer Veiligheid
-
6,6
Veiligheidsbeleving algemeen (% wel eens onveilig)
28%
37%
Veiligheidsbeleving buurt (% vaak of soms onveilig)
13%
21%
Dreiging (schaalscore)
8,8
8,2
Overlast vermogensdelicten (schaalscore)
6,7
7,1
Vermijdingsgedrag (schaalscore)
-
8,1
Oordeel functioneren politie in de buurt (schaalscore)
-
4,6
Oordeel beschikbaarheid van de politie (schaalscore)
-
3,7
è Ontwikkeling Veiligheid 2006-2009
â
Slachtofferschap Slachtofferschap totaal (% slachtoffers onder inwoners)
-
34%
Slachtofferschap geweld (% slachtoffers onder inwoners)
-
9%
Slachtofferschap vermogen (% slachtoffers onder inwoners)
-
17%
Slachtofferschap vandalisme (% slachtoffers onder inwoners)
-
18%
* Bij alle schaalscores geldt: 0=meest negatief en 10=meest positief. ** Alle cursief gedrukte indicatoren zijn nieuw in 2009. Deze zijn niet te vergelijken met 2006 en zijn niet meegenomen bij het bepalen van de ontwikkeling 2006-2009. *** De cijfers in de kolommen ‘2009’ zijn de cijfers op basis van de weegmethode die overeenkomt met de methode van 2006.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
13
14
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
Diana van de Peppel, coördinator Politie Keurmerk Veilig Wonen “Het is vaak zo dat gevoel en cijfers elkaar tegenspreken. Zo’n fietspad door het groen bijvoorbeeld. Als je naar de cijfers kijkt, gebeurt daar heel weinig maar mensen voelen zich daar ’s avonds wel degelijk onveilig. Wij vinden dat subjectieve gevoel ook belangrijk en nemen dat serieus. We moeten niet alleen naar de cijfers kijken maar ook naar het gevoel van mensen.“
De beoordeling van de veiligheid in Almere is in de afgelopen drie jaar achteruit gegaan; bewoners zijn zich onveiliger gaan voelen. Dit geldt voor alle stadsdelen in Almere. Het rapportcijfer dat Almeerders geven voor de veiligheid in hun buurt is 6,6. Wanneer gevraagd wordt naar gevoelens van onveiligheid antwoordt 37% van de Almeerders dat zij zich wel eens onveilig voelen. Dit geldt vooral op plekken waar zich (veel) jongeren ophouden en in de omgeving van stations en in centrumgebieden. In de eigen buurt voelt 1 op de 5 bewoners zich wel eens onveilig, dit was in 2006 13%. Zie voor verbetering van het onveiligheidsgevoel ook hoofdstuk 5 (communicatie). In vergelijking met de 100.000+ gemeenten wordt in Almere veel minder overlast door vermogensdelicten ervaren. Ook vertonen bewoners van Almere minder vermijdingsgedrag (het vermijden van vermeende enge plekken). 2.3 Thema’s en speerpunten Op basis van de uitgangspunten in combinatie met de veiligheidssituatie in Almere zijn thema’s en speerpunten vastgesteld voor het Actieprogramma Veiligheid 2010-2014. Dit zijn: • Veilige woon-, werk- en leefomgeving • Geweld • Jeugd en Veiligheid • Bestuurlijke aanpak en overige aandachtsvelden • Crisisbeheersing en rampenbestrijding In het volgende hoofdstuk zijn voor de genoemde thema’s de doelstellingen van het College van B en W voor het Actieprogramma Veiligheid Almere 2010-2014 opgenomen. In hoofdstuk 4 is het beleid uitgewerkt dat door de gemeente en haar partners wordt ingezet om deze doelstellingen te realiseren.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
15
16
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
3
Ambitie en doelstellingen
3.1 Ambitie Almere 2010-2014 In het Coalitieakkoord 2010-2014 is veiligheid benoemd als een belangrijk aandachtsgebied. De objectieve veiligheid staat er goed voor; het criminaliteitsniveau is 20 tot 25 % lager dan in steden van vergelijkbare omvang. Veiligheid blijft echter een subjectief begrip; het gevoel van onveiligheid is (ondanks de goede ‘objectieve veiligheid’ in harde cijfers) bij veel Almeerders toegenomen. In het Coalitieakkoord wordt daarom gesteld dat zichtbaar en snel opgetreden moet worden tegen criminaliteit en overlast. De ambitie van de gemeente Almere is om nadrukkelijk ook te werken aan de subjectieve veiligheid. De ambitie is dan ook als volgt geformuleerd: “De opgave is om herkenbaar en snel op te treden tegen crimminaliteit en overlast.Verschillende partijen, inclusief de inwoners en ondernemers zelf, hebben daarin een eigen verantwoordelijkheid.We willen het gevoel van veiligheid en vertrouwen terugbrengen in de stad: ‘kennen en gekend worden.” Werken aan de subjectieve veiligheid en participerend veiligheidsbeleid komen direct uit deze ambitie naar voren. 3.2 Doelstellingen College 2010-2014 Het College van B en W onderkent in het veiligheidsbeleid de volgende themagewijze doelstellingen, aandachtsvelden en streefwaarden (tabel 4). Tabel 4. Doelstellingen, aandachtsvelden en streefwaarden College van B en W op het gebied van veiligheid Aandachtsveld
Doelstelling
Stand van zaken 2009
Absolute cijfers 2009
Streefwaarde 2014 (% toegepast op abs waarde van 2009)
• Rapportcijfer veiligheid
Hoger cijfer
6,6
-
7,0
• Veiligheidsbeleving algemeen (% wel eens onveilig)
Hogere veiligheidsbeleving
37 %
-
- 9% (naar 28% conform 2006)
• Slachtofferschap totaal (% slachtoffers onder inwoners)
Minder slachtoffers misdrijven
34%
-
- 4%
Algemeen
Thema 1: Veilige woon-, werk- en leefomgeving Slachtofferschap vandalisme (% slachtoffers onder inwoners)
Minder slachtoffers vandalisme
18%
-
-3%
Slachtofferschap vermogensdelict (% slachtoffers onder inwoners)
Minder slachtoffers vermogensdelicten
17%
-
-3%
Veilige woonomgeving
Minder woninginbraken
119*
870
-15%
Minder auto-inbraken
57**
1056
-15%
Minder vandalisme
138**
2561
-10%
4**
69
-15%
Minder drugs- en alcoholoverlast
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
17
18
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
Veilige werkomgeving
Aandachtsveld
Minder inbraken bedrijven en instellingen
10***
795
-15%
Minder inbraken op grote bedrijventerreinen
10***
187
-15%
Minder fiets-, brom- en scooterdiefstallen
54**
1001
-15%
Doelstelling
Stand van zaken 2009
Absolute cijfers 2009
Streefwaarde 2014 (% toegepast op abs waarde van 2009)
Thema 2: Geweld Slachtofferschap geweld (% slachtoffers onder inwoners)
Minder slachtoffers geweld
9%
-
-2%
Minder geweld
Minder huiselijk geweld
66**
1219
-10%
Minder uitgaansgeweld
50**
927
-10%
Minder overvallen
3**
54
-15%
Minder straatroven
9**
168
- 15%
Thema 3: Jeugd en Veiligheid Minder jeugdoverlast
Minder jeugdoverlast 12-, 12-17 en 18-24 jaar
33****
617
-10%
Minder jeugdcriminaliteit
Minder jeugdcriminaliteit
391****
1302
-15%
477**
214
-15%
19*****
230
-15%
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Thema 4: Bestuurlijke aanpak en overige aandachtsvelden Minder criminaliteit veroorzaakt door Antillianen
Terugdringen oververtegenwoordiging in criminaliteit
Minder recidive door 24+
Minder recidive
Thema 5: Crisisbeheersing en rampenbestrijding Niet van toepassing
* ** *** **** *****
Niet van toepassing
Niet van toepassing
per 10.000 woningen per 10.000 inwoners per 100 bedrijven per 10.000 inwoners van 12 t/m 24 jaar per 10.000 inwoners van 24+
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
19
20
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
4
Thema’s in het veiligheidsbeleid
Almere kiest ervoor het veiligheidsbeleid op te bouwen langs vijf hoofdthema’s. Het gaat om: 1. Veilige woon- werk- en leefomgeving 2. Geweld 3. Jeugd en Veiligheid 4. Bestuurlijke aanpak en overige aandachtsvelden 5. Crisisbeheersing en rampenbestrijding Hierna worden de thema’s beschreven. Daarbij is telkens een korte analyse van de problematiek opgenomen, gevolgd door flankerend beleid (welk deel van het beleid hoort thuis bij veiligheid?), de uitgangspunten van het thema en de bijbehorende hoofd- en subdoelstellingen. Ook wordt ingegaan op de aanpak (instrumenten) en de bij de aanpak betrokken partners. 4.1 Veilige woon- werk en leefomgeving Problematiek Sociale veiligheid is een lastig af te bakenen begrip. Het is nauw verbonden met een schone en hele openbare ruimte. Als wijken en straten er schoon en goed verzorgd uitzien, heeft dit een positief effect op de veiligheidsbeleving van de bewoners en bezoekers. In Almere ligt de nadruk van de problematiek op overlast, verloedering, inbraken en vandalisme. Om er voor te zorgen dat inwoners in Almere veilig kunnen wonen, werken en leven wil de gemeente: • de oorzaken van overlast, criminaliteit en onveiligheid wegnemen • de sociale veiligheid in de stad aantoonbaar verbeteren • onveiligheidsgevoelens van de inwoners verminderen. Afbakening De groei van Almere in de komende 20 jaar (Schaalsprong) betekent een grote opgave voor het thema veiligheid. Sociale veiligheid kan worden beïnvloed door ontwerp, bouw, inrichting en beheer van de openbare ruimte. Belangrijke richtlijnen daarbij zijn zichtbaarheid, eenduidigheid, toegankelijkheid en aantrekkelijkheid. De ambitie van de schaalsprong in aanmerking genomen, is het van groot belang dat deze richtlijnen met betrekking tot veilig bouwen al in de ontwerpfase worden meegenomen. Het gaat dan zowel om de woningbouw als om de infrastructuur en inrichting van de openbare ruimte. Denk hierbij aan de verbreding van de A6. Met andere woorden: een veilige woon- en leefomgeving begint aan de tekentafel. Ook bij beheer en onderhoud en renovatie van woningen moet het aspect veiligheid worden meegewogen. Bij een veilige woon- werk- en leefomgeving gaat het om het verlagen van woning- en bedrijfsinbraken (veilig wonen en veilige bedrijventerreinen), het vergroten van de betrokkenheid van de burger, het voorkomen van verloedering, veiliger openbaar vervoer en minder fietsendiefstal. Door middel van de instrumenten Keurmerk Veilig Ondernemen – W(inkels) en Keurmerk Veilig Ondernemen – B(edrijven), het buurtgericht werken, inzet van toezichthouders en straatcoaches, het Lokaal Veiligheidsarrangement en de (her) inrichting van de openbare ruimte wordt ingezet op een positieve bijdrage aan de veiligheid en het veiligheidsgevoel. Hiernaast wordt er specifiek aandacht besteed aan de aanpak van vandalisme. Vandalisme geeft veel mensen een onveilig gevoel. Het schoon en heel houden van de omgeving geeft een veiliger gevoel én bevordert de leefbaarheid. Uitgangspunten en doelen Bij het realiseren van de doelen stuurt de gemeente nadrukkelijk op eigenaarschap van de problematiek bij partners én op de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven. Burgers en bedrijven kunnen en moeten zelf (gestimuleerd worden) hun rol (te) vervullen.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
21
Klaas Wolzak, directeur Stichting Veiligheidszorg Almere “Het aantal fietsendiefstallen is in het derde kwartaal van 2009 met 48% gedaald. Een direct gevolg van het graveren van fietsen en de gratis stallingen in de stad. Ook het aantal inbraken in woningen en bedrijventerreinen is stevig gedaald. Allemaal mede dankzij inspanningen van veiligheidsorganisaties”
Gedeelde verantwoordelijkheid, maar ook eigen verantwoordelijkheid. De belangrijkste meetbare indicatoren die bijdragen aan een verhoogd veiligheidsgevoel zijn woning- en bedrijfsinbraken, fietsendiefstal, vandalisme en geweld. Deze zijn meetbaar aan de hand van informatie met betrekking tot aangiften bij de politie. Tabel 5: Doelstellingen, aandachtsvelden en streefwaarden veilige woon-, werk- en leefomgeving Aandachtsveld
Doelstelling
Stand van zaken 2009
Absolute cijfers 2009
Streefwaarde 2014 (% toegepast op abs waarde van 2009)
• Rapportcijfer veiligheid
Hoger cijfer
6,6
-
7,0
• Veiligheidsbeleving algemeen (% wel eens onveilig)
Hogere veiligheidsbeleving
37 %
-
- 9% (naar 28% conform 2006)
• Slachtofferschap totaal (% slachtoffers onder inwoners)
Minder slachtoffers misdrijven
34%
-
- 4%
Algemeen
22
Thema 1: Veilige woon-, werk- en leefomgeving Slachtofferschap vandalisme (% slachtoffers onder inwoners)
Minder slachtoffers vandalisme
18%
-
-3%
Slachtofferschap vermogensdelict (% slachtoffers onder inwoners)
Minder slachtoffers vermogensdelicten
17%
-
-3%
Veilige woonomgeving
Minder woninginbraken
119*
870
-15%
Minder auto-inbraken
57**
1056
-15%
Minder vandalisme
138**
2561
-10%
4**
69
-15%
Minder inbraken bedrijven en instellingen
10***
795
-15%
Minder inbraken op grote bedrijventerreinen
10***
187
-15%
Minder fiets-, brom- en scooterdiefstallen
54**
1001
-15%
Minder drugs- en alcoholoverlast Veilige werkomgeving
* per 10.000 woningen ** per 10.000 inwoners *** per 100 bedrijven
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
Veilig wonen Het Keurmerk Veilig Wonen is een goedwerkend preventie-instrument in Almere. Dit moet de komende jaren onder de aandacht blijven door middel van certificering van (bestaande) woningen. De inzet van de gemeente is er ook op gericht om alle nieuwbouwprojecten conform de eisen van het keurmerk in te richten. Vóór de oplevering van nieuwbouw- en renovatieprojecten doet de bouwplanadviseur een voorinspectie op locatie. De ambitie is om er in samenwerking met de Dienst Stedelijke Ontwikkeling (DSO) voor te zorgen dat de Checklist Veilig Ontwerpen wordt geactualiseerd, een officiële status krijgt en wordt opgenomen in deel 2 van het Algemeen Ruimtelijke Ontwikkeling Model Almere (AROMA). Zo ontstaat er meer sturing aan de voorkant en werkt de checklist als een verplicht, preventief instrument. Veilig werken De veiligheid van ondernemers en ondernemingen is een belangrijke randvoorwaarde voor een goed ondernemersklimaat. Het betreft een gedeelde verantwoordelijkheid van ondernemers en overheid. Almere richt zich op het scheppen van voorwaarden om zo veilig mogelijk te kunnen ondernemen. Een goed instrument om dit te bewerkstelligen is het Keurmerk Veilig Ondernemen bedrijventerreinen (KVO B) dat in samenwerking met de Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen Almere (SBBA) wordt ingezet. De ambitie voor 2010-2014 is om per jaar voor twee nieuwe (bestaande) terreinen een keurmerkprocedure te starten en twee terreinen met een eerste certificaat naar een tweede certificaat te brengen. Het streven is om eind 2014 minstens 60% van de bestaande terreinen in Almere onder het keurmerk te hebben. Uiteraard wordt ook de voortgang van de volledig gecertificeerde terreinen bewaakt. In 2010 zijn door SBBA 60 camera’s geplaatst bij de uitvalswegen van de grote bedrijventerreinen in Almere. Deze camera’s maken videosurveillance op de bedrijventerreinen mogelijk. Hiertoe is een samenwerkingsverband opgezet tussen SBBA, de Politie en het beveiligingsbedrijf G4S. Aan ondernemers op de terreinen wordt de mogelijkheid geboden hierbij aan te sluiten en camera’s aan hun pand te laten plaatsen op basis van een leasecontract. In 2008 is afgesproken dat voor de nieuwe bedrijventerreinen het KVO van meet af aan wordt meegenomen in de ontwerpfase. Om dat goed te verankeren wordt voor de terreinen het zogenaamde parkmanagement geïmplementeerd. Het SBBA is hierin partij voor de (collectieve) beveiligingsafspraken. Vandalisme Het tegengaan van vandalisme blijft aandacht vragen. Het accent ten opzichte van het vorige programma veiligheid wordt enigszins gewijzigd. Binnen het voorliggende Actieprogramma zal de focus liggen op de aanpak van vandalisme in de openbare ruimte; het onderdeel bestrijding van vandalisme gemeentelijke gebouwen is bij de dienst Stadsbeheer ondergebracht. Per gebied zullen door middel van integrale aanpak en in samenspraak met de betrokken partners de hotspots worden aangepakt. Verder zal er een graffitifonds in het leven worden geroepen voor vastgoedeigenaren. Wanneer graffiti wordt geconstateerd op een van de aangesloten panden, zal de bekladding binnen afzienbare tijd door een gespecialiseerd bedrijf worden verwijderd. Aanpak hotspots per stadsdeel (door middel van een integrale aanpak, gezamenlijk met betrokken partners). Openbaar vervoer Op het gebied van openbaar vervoer is het Lokaal Veiligheidsarrangement (LVA) afgesloten tussen gemeente, politie, KLPD, OM, NS en Connexxion. Het doel van het Lokaal Veiligheidsarrangement (LVA) is om trein- en busreizigers en stationsbezoekers een sociaal veilige openbaar vervoer- en stationsomgeving aan te kunnen bieden. Het fenomeen LVA is één van de 22 resultaatgebieden van het ‘Aanvalsplan Sociale Veiligheid’ en de daaruit voortgekomen ‘handreiking Lokale Veiligheid Arrangementen’.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
23
Jasper Daams, spoorwegpolitie “Tien jaar geleden werden er structureel wekelijks drie conducteurs mishandeld. Een onhoudbare situatie. Burgemeesters, het OM , de directie van de NS en de (spoorweg)politie hebben vervolgens een convenant gesloten: elke dag politie op de trein was een van de afspraken. Daardoor hebben we de extreme agressie kunnen indammen.
Het LVA is tevens een lokale uitwerking van het Nationaal Veiligheids Arrangement Spoorvervoer (2002) zoals dat door NS met landelijke partijen (Politie, Justitie, V&W, KLPD) is afgesloten. De Gemeente wil graag een veiligheidsarrangement voor al het openbaar vervoer in Almere. Daarom is ook Connexxion als deelnemer en ondertekenende partij aangehaakt. Het LVA is uitgebreid met het gehele busgebied in Almere (busbaan, busstation en haltes). Het LVA concretiseert zo de integrale sociale veiligheidsafspraken voor het openbaar vervoer, de bus- en NS stations en hun directe omgeving. Fietsendiefstal Er zijn in Almere vijf bewaakte fietsenstallingen en in 2012 opent een zesde bewaakte fietsenstalling. Verantwoordelijke dienst is Stadsbeheer, afdeling Gebouwen en Gegevensmanagement. De diefstal van (brom)fietsen is in 2009 gedaald met ruim 44% (na een stijging van 42% in 2008). De intentie is om deze daling vast te houden en te stimuleren.
24
Aanpak en partners Er wordt gestreefd naar een multidisciplinaire aanpak, waarbij zowel spelers in het veld als gebruikers van de openbare ruimte samenwerken om de veiligheid te vergroten. Dit vraagt om een multidisciplinaire aanpak onder regie van de gemeente. De gemeente zet uiteenlopende maatregelen in om de sociale veiligheid te vergroten, variërend van de inzet van toezichthouders en straatcoaches, het voeren van een keurmerkenbeleid tot invoering van cameratoezicht. Ook buurtpreventie is hierin een belangrijk instrument. Op deze wijze wordt de gehele veiligheidsketen (pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg) ingezet, maar de nadruk ligt op preventie. Het is de overtuiging dat investeren in de voorkant leidt tot meer rendement én kostenbesparing aan de achterkant. De inzetafspraken voor 2010 van het Toezichtsbedrijf in oprichting (voorheen de Stichting Veiligheidszorg Almere - SVA) met de afdeling Kabinet en Veiligheid betreffen vooral de inzet van toezichthouders in de zes gebieden. Deze inzet wordt als onmisbaar ervaren door de veiligheidsmanagers. Mede door deze inzet weten zij wat er gebeurt in hun gebied en wat er leeft onder de bewoners. De toezichthouders zijn de ogen en oren voor de veiligheidsmanagers (en politie). Er wordt gewerkt aan intensivering van de samenwerking en opvolgingsafspraken tussen meldkamer, cameratoezicht, toezichthouders en handhavers van zowel het Toezichtsbedrijf i.o. als VTH. Jaarlijks worden resultaat -en kwaliteitsafspraken gemaakt aan de hand van prestatie-indicatoren. Met de vorming van het Toezichtsbedrijf i.o. wordt gestreefd naar meer integraliteit in toezicht en handhaving. Het LVA is vooral een samenwerkingsovereenkomst tussen NS, Connexxion, Politie, Klpd, OM en de gemeente. Hierin zijn de verantwoordelijkheden, taken en opvolgingsafspraken gedetailleerd omschreven. Over deze samenwerking is op operationeel niveau maandelijks overleg, op tactisch niveau per kwartaal. Een stuurgroep komt eens per jaar bij elkaar. Doel is het aantal incidenten terug te brengen naar het niveau van 2008. 4.2 Geweld Problematiek Het aantal geweldsmisdrijven is in 2009 gedaald met 14,6%. In totaal zijn er in 2009 1.579 geweldsmisdrijven geregistreerd. Het aantal bedreigingen is het meest gedaald. Mishandeling is het geweldsmisdrijf dat het vaakst voorkomt. De problematiek rond geweld concentreert zich rond huiselijk geweld, overval en straatroof en uitgaansgeweld. Huiselijk geweld Het aantal huiselijk geweldincidenten is in 2009 gedaald met 4,6%. Het grootste gedeelte van de huiselijk geweldincidenten is psychisch van aard, gevolgd door lichamelijk geweld. In heel Flevoland is in maart 2009 gestart met de uitvoering van de Wet Tijdelijk Huis-
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
verbod (THV). De wet biedt de burgemeester de bevoegdheid een vermoedelijke dader van huiselijk geweld voor minimaal 10 en maximaal 28 dagen de toegang tot de woning te ontzeggen. Tijdens deze periode wordt een hulpverleningsplan opgesteld en gestart met (vrijwillige) hulpverlening. De Wet THV heeft geleid tot een constructieve samenwerking van politie, gemeente en hulpverlening. Ook de samenwerking van partners in het Veiligheidshuis speelt een belangrijke rol bij de aanpak van huiselijk geweld. Het gaat hier vooral om casusoverleg. Overval en straatroof Na de overvallengolf in 2008 is het aantal overvallen in 2009 fors afgenomen, met ruim 31%. Ook het aantal straatroven is gedaald ten opzichte van 2008 met 13,4%. De bestrijding van overvallen en de opsporing van daders kreeg in 2009 topprioriteit bij de politie. Uitgaansgeweld De ontwikkeling en uitvoering van beleid voor veilig uitgaan vraagt inzet van gemeente, politie, OM en de horeca. Om veilig uitgaan mogelijk te maken is een integrale aanpak en samenwerking van belang. Alcohol en drugs zijn belangrijke risicofactoren bij uitgaansoverlast. Maar ook een eenduidig toegangsbeleid en toezicht op straat zijn van invloed op het ontstaan van uitgaansoverlast en maken een integrale aanpak noodzakelijk. Afbakening Geweld is afgebakend in de onderwerpen huiselijk geweld, overvalgeweld/straatroven en uitgaansgeweld. Alcohol en drugs zijn gerelateerd aan uitgaansgeweld, maar vallen binnen het takenpakket van DMO in het kader van de WMO, prestatievelden Jeugd en maatschappelijke opvang. De uitgangspunten voor de maatschappelijke opvang zijn vastgelegd in het regionale Stedelijk Kompas. Met betrekking tot geweld zijn vanuit de pilot Dadergerichte aanpak geweldplegers (DAG) afspraken gemaakt met de ketenpartners in het Veiligheidshuis Almere over de te volgen werkwijze vanaf het moment dat de geweldpleger in beeld komt tot het moment van aansluiting tussen het strafrechtelijke traject en de nazorg. DAG streeft naar verbetering van de samenwerking in de keten, soms bij een of enkele organisaties, soms op koppelpunten tussen organisaties. Het formuleren van verbeteringen gebeurt door organisaties die samenwerken in de veiligheidsketen en te maken krijgen met geweldplegers (politie, OM, reclassering, Raad voor de Kinderbescherming, onderwijs en zorgpartners). Uitgangspunten en doelen Bij de aanpak van geweld vormt de handreiking van DAG het uitgangspunt. Er zijn instrumenten ontwikkeld op zes thema’s: • Aangiften en meldingen verhogen • Versterken informatiepositie politie • Verbeteren kwaliteit dossier • Alternatieve sanctiemodellen • Toezicht en nazorg • Gedragsbeïnvloedingsmogelijkheden en gedragsinterventies Het referentieproces DAG is ontworpen om de ketenpartners beter in staat te stellen een persoonsgerichte aanpak voor geweldplegers te bepalen, op te leggen en uit te voeren. Het beïnvloeden van het gedrag, of soms zelfs het veranderen van de leefstijl van geweldplegers, door het opleggen van gerichte strafrechtelijke interventies na een geweldsdelict, kan herhaling van geweld voorkomen. Hoe meer informatie bij de ketenpartners over de geweldpleger bekend is en op een slimme manier gedeeld wordt, hoe beter organisaties in staat zijn de pakkans te verhogen, te voorkomen dat de dader vervolgens weer uit het oog verdwijnt, het persoonsgerichte drang- en dwangkader toe te passen en de justitiële reactie uit te voeren.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
25
Martin Ort, ondernemer en directeur van de Ondernemersvereniging Stadshart Almere “Eigenlijk gaat het om hart hebben voor je stad en verder kijken dan je eigen winkel. Het afgelopen jaar in het aantal overvallen met 31% verminderd. Dat komt omdat de ondernemers samen initiatieven nemen.
Tabel 6: Doelstellingen, aandachtsvelden en streefwaarden geweld Aandachtsveld
Doelstelling
Stand van zaken 2009
Absolute cijfers 2009
Streefwaarde 2014 (% toegepast op abs waarde van 2009) -2%
Thema 2: Geweld Slachtofferschap geweld Minder slachtoffers (% slachtoffers onder geweld inwoners) Minder geweld Minder huiselijk geweld
9%
-
66*
1219
-10%
Minder uitgaansgeweld
50*
927
-10%
Minder overvallen
3*
54
-15%
Minder straatroven
9*
168
- 15%
* per 10.000 inwoners In 2009 werden 46 THV’s opgelegd. De verwachting voor 2010 is dat er circa 70 verboden worden opgelegd.
26
Aanpak en partners Huiselijk geweld De aanpak van huiselijk geweld wordt vormgegeven in samenwerking met de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Het huidige casusoverleg huiselijk geweld zal in 2010 worden ondergebracht in het Veiligheidshuis Almere. Vanuit Kabinet en Veiligheid wordt voornamelijk ingezet op de uitvoering van de wet Tijdelijk Huisverbod. Overval en straatroof De aanpak van overvalcriminaliteit wordt de komende jaren op twee manieren ingestoken. Ten eerste heeft de politie samen met de gemeente een plan van aanpak overvalcriminaliteit dat drie (opschalende) scenario’s kent. Het gaat om de scenario’s rust, alert en escalatie. In deze drie scenario’s worden de te nemen maatregelen beschreven voor toezicht, opsporing, integrale taken en maatregelen voor de communicatie. Ook zal de politie samen met de gemeente technische innovatieve middelen inzetten om de stad te vergrendelen. Er zal in overleg met verschillende groepen ondernemers worden geëxperimenteerd met de inzet van een tracking and tracing systeem, het zogenaamde bodyguard systeem en de DNA douche. Al deze maatregelen hebben tot doel om het aantal overvallen terug te brengen naar het niveau van 2006. Ten tweede is er een werkgroep Cashless Almere. Dat is een samenwerking van politie, winkeliers, horeca, banken en Currence onder regie van de gemeente. Deze werkgroep bedenkt en organiseert jaarlijks een aantal activiteiten die de ‘awareness’ voor overvallen bij bewoner als winkelier moet doen vasthouden. De activiteiten zijn vooral gericht op buitbeperking (zo min mogelijk contant geld op straat en in winkel/horeca). Daarbij wordt geprobeerd niet de gebaande paden te bewandelen, maar ludieke acties en pilots te organiseren. Uitgaansgeweld In het kader van het Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan wordt samen met de horeca een aantal maatregelen afgesproken, die elkaar in zwaarte opvolgen en een samenhangend geheel vormen. In een oplopende reeks gaat het als eerste om een eenduidig deurbeleid, mogelijkheid om een waarschuwing te geven, een lokaalverbod en vervolgens - indien nodig - een collectief horecaverbod. Als zwaarste maatregel kan een gebiedsverbod worden uitgegeven.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
Onder het deurbeleid valt ook ROSA (Regels Op Stap Almere) met onder andere als doel het tegengaan van discriminatie in het uitgaansleven. Dit geheel van maatregelen wordt geborgd in een convenant, ondertekend door horeca, gemeente, politie en OM. Het is de bedoeling om met deze maatregelen overlastgevers uit uitgaansgelegenheden in Almere te weren.
Belangrijke rol voor het Veiligheidshuis bij het veiligheidsbeleid In het Veiligheidshuis Almere is sprake van een multidisciplinair, operationeel netwerk waarin partners uit de strafrecht- en zorgketen en het onderwijs hun opvattingen en belangen inbrengen. Het gaat hier verder dan het vinden van aansluiting, namelijk om het echt verbinden van de ketens. Partners uit de zorg brengen immers delen van hun ketenprocessen binnen het Veiligheidshuis (zoals ook met nazorg ex-gedetineerden al gebeurt). Het Veiligheidshuis wordt hierdoor een operationeel knooppunt van verschillende ketens. De netwerkfunctie maakt het mogelijk om gezamenlijk, aan de hand van een breed interventierepertoire, ‘gepaste’ interventies te kiezen en de gemaakte keuzes uit te voeren in de ketens die aan het netwerk zijn verbonden. Daarnaast biedt het intersectorale karakter van het Veiligheidshuis de mogelijkheid om de keten te verlengen, zowel aan de voor- als achterkant (preventie en nazorg). Het netwerk houdt zich naast een persoonsgebonden aanpak ook bezig met een groepsgerichte aanpak (jeugdgroepen). Er is sprake van meer dynamiek ten aanzien van de thema’s die worden ‘behandeld’ in het Veiligheidshuis. De lokale context is leidend ten aanzien van de thematische oriëntatie van het Veiligheidshuis. De regie op de activiteiten in het Veiligheidshuis is een gedeelde verantwoordelijkheid van de gemeente en het OM.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
27
Ton ten Brinke, Wijkagent ‘In Danswijk was ook zo’n groep jongeren. Mensen waren daar bang voor. Toen de tuintjes van de seniorenflat opgeknapt moesten worden, heeft de voorzitter van de flat die jongens benaderd om te helpen. Dat hebben ze gedaan. Ze hebben met zweet op hun rug die tuintjes mooi staan maken. Er zijn nooit meer problemen geweest, want ze kennen elkaar nu.”
4.3 Jeugd en Veiligheid Problematiek Almere is een jonge stad met een oververtegenwoordiging van jongeren onder de 23. Overlast van bewoners wordt in het merendeel van de gevallen toegeschreven aan jongeren, maar ook zijn jongeren regelmatig zelf slachtoffer van overlast en/of geweld. Een combinatie van jeugd en veiligheid is dan ook onontbeerlijk. Bij jeugdoverlast kan het gaan om jongeren die overlast op straat of in de buurt veroorzaken, om jongeren die dreigen af te glijden naar criminaliteit, of om jongeren die al meerdere malen crimineel gedrag hebben vertoond. Voor elk van deze groepen is een specifiek daarop afgestemd pakket aan maatregelen noodzakelijk. Vaak vinden de problemen met jongeren een grondslag binnen het gezin. Door vroegtijdige signalering en snelle passende hulp wordt een vangnet gecreëerd om erger te voorkomen. Afbakening De inzet vanuit de gemeente richt zich in eerste instantie op preventie: zo veel mogelijk voorkomen en ombuigen van de neerwaartse spiraal. Daar waar nodig worden ook repressieve maatregelen ingezet. Er is specifieke aandacht voor jongeren die buiten de boot dreigen te vallen, zij worden teruggeleid in de ketens van Onderwijs, Zorg en Veiligheid.
28
Binnen de Almeerse zorgstructuur wordt gewerkt met een zorgpiramide, het zogeheten opschalingsmodel. In dit model wordt onderscheid gemaakt in diverse niveaus die de ernst van de problematiek rondom een jongere/gezin weergeeft. De niveaus betekenen het volgende: Niveau 1: de 85% van de jongeren waarmee niets aan de hand is. Niveau 2: de 10% van de jongeren met enkelvoudige problematiek. Niveau 3: de 3,5% van de jongeren/gezinnen met meervoudige (multi) problematiek Niveau 4: de 1,47% van de jongeren/gezinnen met crisis, urgentie speelt hierin een rol Niveau 5: de 0,003% van de jongeren/gezinnen met levensbedreigende problematiek. Figuur 3: Zorgpiramide jeugd
5
0, 03%
1,47%
4 BRANDFUNCTIONARIS
3 3,5%
10%
ESAR
PROCESCOORDINATOR ¨
2
ZORGCOORDINATOR ¨
1 85%
ZORGPIRAMIDE JEUGD
ZORGCOORDINATOR ¨
Iedere bij jeugd betrokken organisatie houdt zich bezig met zijn eigen taken en kernactiviteiten. Per niveau worden afspraken gemaakt over de samenwerking tussen de organisaties en de snelheid waarmee actie moet worden ondernomen om in een bepaald geval de passende hulp en ondersteuning te bieden. Het Oképunt is betrokken bij alle niveaus. Vanuit de zorgpiramide vindt aansluiting plaats met het Veiligheidshuis Almere op het niveau van procescoördinatie.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
Uitgangspunten en doelen Het pakket aan maatregelen voor het terugdringen van jeugdoverlast grijpt in en sluit aan op de verschillende programma’s van de gemeente, zoals samenhangend jeugdbeleid (Oképunt), aanvalsplan voorkomen van voortijdig schooluitval, WMO, jeugdwerkloosheid en het Veiligheidshuis Almere. Binnen de genoemde programma’s zijn de interventies persoonsgericht en in voorkomende gevallen in samenwerking tussen verschillende ketenpartners, als bijvoorbeeld zorg en strafrecht. De beschikbare maatregelen richten zich met name op preventie. Door voorlichtingen en preventieprojecten te verzorgen wordt getracht jongeren bewuster te maken van en voor te bereiden op de verschillende werelden waar zij mee in aanrakingen kunnen komen. Op basisscholen wordt voorlichting gegeven door HALT en wordt een weerbaarheidstraining (het Marietje Kesselsproject) aangeboden. Op het voortgezet onderwijs wordt een interactieve voorlichting gegeven gericht op loverboys. Bij de signalering van verslavingsproblemen onder jongeren kan de bewuste jongere worden doorverwezen naar een BUDO-project, waarbij door middel van sport en/of kunst wordt gewerkt aan bewustwording en herstel. Daarnaast kunnen er specifieke begeleidingstrajecten (‘Nieuw Perspectieven’) worden ingezet voor jongeren die dreigen af te glijden. Los van de maatregelen voor de jongeren zelf wordt er ook ondersteuning geboden aan de ontwikkeling van het Netwerk Inzicht. Dit netwerk richt zich met name op de brugfunctie tussen de Marokkaanse gemeenschap en publieke en strafrechtelijke (overheids)instanties. In de afgelopen jaren is in Almere hard gewerkt aan de ontwikkeling van een sluitende aanpak van hinderlijke, overlastgevende en criminele groepen jongeren, de zogenaamde JIT-aanpak. In Almere zijn 5 JIT’s (Jeugd Interventie team) operationeel in de gebieden Haven, Buiten, Stad Oost, Stad West en Stadscentrum. Uitgangspunt van een JIT is de shortlistmethodiek volgens Beke. In 2009 spreken we hiermee over twee overlastgevende groepen en vijftien hinderlijke groepen, in 2008 waren dit nog vijftien overlastgevende groepen en twee hinderlijke groepen. Binnen een Jeugd Interventie Team wordt samengewerkt met gemeente, politie, zorg- en onderwijspartners om te komen tot een passende groepsaanpak. Een passende aanpak kan bestaan uit fysieke en/of sociale maatregelen gericht op een aanbod voor de totale groep. In voorkomende gevallen kan ook een preventief aanbod gedaan worden aan individuele jongeren. Bij complexe individuele problematiek wordt altijd de samenwerking met het Veiligheidshuis Almere gezocht. Vanaf juli is het voor het JIT ook mogelijk om een straatcoach in te zetten om voortdurende overlast door groepen jongeren aan te pakken. De gemeente Almere is in afwachting van de vaststelling van de zogeheten ‘Voetbalwet’ door de Tweede Kamer. De Voetbalwet is onderdeel van een evenementenwet, die weer onderdeel is van een wetswijziging die geweld op straat en gebiedsoverlast moet tegengaan. De kern van de wet is dat de burgemeester en officier van Justitie relschoppers (al dan niet rond een voetbalwedstrijd), makkelijker in hechtenis kunnen stellen en overtreders kunnen verplichten zich een aantal maanden op een vaste plaats op een vast tijdstip te melden op het politiebureau. Zo moet het veiliger worden op straat/in en rond het stadion. De overige pijlers in de wet zijn het lik-op-stukbeleid, het kunnen ingrijpen als hooligans van plan zijn tot een onderlinge confrontatie te komen en de avondklok voor jongeren onder de 12.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
29
Tabel 7: Doelstellingen, aandachtsvelden en streefwaarden Jeugd en Veiligheid Aandachtsveld
Doelstelling
Thema 3: Jeugd en Veiligheid Minder jeugdoverMinder jeugdoverlast 12-, last 12-17 en 18-24 jaar Minder jeugdcrimiMinder jeugdcriminaliteit naliteit
Stand van zaken 2009
Absolute cijfers 2009
Streefwaarde 2014 (% toegepast op abs waarde van 2009)
33*
617
-10%
391*
1302
-15%
* per 10.000 inwoners van 12 t/m 24 jaar Aanpak en partners De aanpak van risicojongeren en het voorkomen dat jongeren kunnen uitgroeien tot risicojongeren en afglijden naar jeugdcriminaliteit ligt op het snijvlak van het gemeentelijk veiligheids- en jeugdbeleid. Dit vraagt om een ketengerichte aanpak. In het Veiligheidshuis Almere wordt samengewerkt door ketenpartners van het OM, Politie, Zorg, Onderwijs en gemeente, deze vormen samen de zogeheten vijfhoek. De vijfhoek bepaalt primair het beleid voor het Veiligheidshuis.
30
De werkwijze van het Veiligheidshuis is erop gericht om vroegtijdig, snel, consequent, persoonsgericht, samenhangend en gelijktijdig te reageren met als resultaatgebieden: • het verminderen en voorkomen van criminaliteit en overlast • het voorkomen en terugdringen van recidive • het realiseren van een persoonsgerichte aanpak voor de dader • het verlenen van passende zorg • het versterken van de ketenregie en optimaliseren van de ketensamenwerking • het bouwen van een betrouwbaar informatieknooppunt voor partners. Partijen streven ernaar de werkzaamheden van ieder van hen op efficiënte en effectieve wijze met elkaar te verbinden. Uitvoerende ketenpartners binnen het Veiligheidshuis Almere zien de ontwikkelingen in de vroegsignalering, LVB-problematiek (licht verstandelijk beperkt), first offenders en de overgang van 18- naar 18+ als prioriteit. Daarnaast is de verdere ontwikkeling van de ketensamenwerking een aandachtspunt. 4.4 Bestuurlijke aanpak en overige aandachtsvelden 4.4.1 Bestuurlijke aanpak Problematiek In het onderzoek van Fijnaut wordt de trend van een toename van de midden en georganiseerde criminaliteit gesignaleerd. Ontwikkelingen in georganiseerde criminaliteit ondergaan invloed van exogene en endogene ontwikkelingen, aldus Fijnaut. Een effectieve bestrijding van georganiseerde criminaliteit vraagt om een aanpak op lokaal en regionaal niveau, waarbij de strafrechtelijke opsporing en vervolging aansluiten op preventieve en bestuurlijke handhavende maatregelen. De aanpak van georganiseerde criminaliteit is een verantwoordelijkheid van alle partners. Het lokale bestuur heeft hierbij een belangrijke rol in de vorm van de bestuurlijke aanpak. Afbakening Georganiseerde criminaliteit laat zich moeilijk definiëren. Een aantal kenmerken van georganiseerde criminaliteit is herkenbaar en ook te benoemen. Zo is er sprake van groepen die zich primair richten op illegaal gewin. Hiermee hangt samen dat er misdrijven worden ge-
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
Felix Oskam, regionaal coördinator aanpak hennep, politie Flevoland De wereld achter de hennepteelt heeft allang zijn onschuld verloren. Stap je in de wereld van de thuisteelt, dan begeef je je in een wereld die crimineel is en waar criminele omgangsvormen gelden. De georganiseerde criminaliteit is vaak verantwoordelijk voor de thuisteelt van hennep en vormt een bedreiging voor de integriteit van de maatschappij. Om effectief op te kunnen treden tegen deze vorm van criminaliteit is een gezamenlijke aanpak hard nodig. Almere kent zo’n degelijke, informatiegestuurde aanpak in een integrale setting. Dat zo’n aanpak werkt, blijkt alleen al uit het aantal geruimde hennepkwekerijen in 2009. Dat waren er 125. pleegd die ernstige gevolgen hebben voor de samenleving. De georganiseerde criminaliteit maakt vrijwel altijd gebruik van plaatselijke infrastructuren en faciliteiten om het illegaal gewin te bereiken. Dat geldt op dit moment in het bijzonder voor hennepteelt, vastgoedcriminaliteit en mensenhandel. Een ander kenmerk van georganiseerde criminaliteit is dat de groepen goed in staat zijn zich op effectieve wijze af te schermen. Het gevolg van het laatste kenmerk is dat georganiseerde criminaliteit vaak onzichtbaar is. Uitgangspunten en doelen Uitgangspunt is dat georganiseerde criminaliteit zoveel mogelijk moet worden aangepakt. Van belang is hierbij dat er meer bewustwording en herkenning van georganiseerde criminaliteit is bij gemeente, inwoners en partners. De doelstellingen met betrekking tot het thema bestuurlijke aanpak en overige categorieën bestaan uit: • inzicht krijgen in vastgoedhandel • bestrijden midden- en georganiseerde criminaliteit door inregelen/werkwijze rond inzet instrumenten • afspraken over inzet en informatiedeling. Aanpak en partners De gemeente heeft samen met andere partners een belangrijke rol in de bestrijding van georganiseerde criminaliteit. Om bovengenoemde doelstellingen te behalen is het van belang om de samenwerking tussen de bestuurs-, straf- en privaatrechtelijke partners te versterken en de informatiedeling te optimaliseren. Binnen de bestuurlijke aanpak zijn diverse instrumenten te onderscheiden. Een belangrijke ontwikkeling is de totstandkoming van een landelijk dekkend netwerk van Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC). De RIEC’s zijn informatieknooppunten waar gesignaleerde criminele activiteiten kunnen worden gedeeld met diverse partners. De bestuurlijke aanpak staat hier centraal. Aangesloten gemeenten kunnen over situaties waar vermoedens zijn van criminele activiteiten gevraagd en ongevraagd advies krijgen. Almere maakt onderdeel uit van RIEC Midden-Nederland (regio’s Utrecht, Flevoland en Gooi- en Vechtstreek). Aan het RIEC ligt een convenant ten grondslag dat tot doel heeft de informatieverstrekking en -uitwisseling in het kader van de geïntegreerde aanpak van de georganiseerde misdaad in Midden Nederland mogelijk te maken. Hierdoor heeft het RIEC Midden Nederland de beschikking over gegevens van de decentrale convenantpartners in het samenwerkingsverband die noodzakelijk zijn voor een gezamenlijke aanpak van de georganiseerde misdaad. Binnen het Kaderconvenant wordt samengewerkt met de Belastingdienst, Openbaar Ministerie en Politie om maatschappelijk ongewenste ontwikkelingen, bijvoorbeeld ten aanzien van prostitutie, growshops en ongebruikelijk bezit, tegen te gaan. In maart 2010 is de Erasmus Universiteit in opdracht van de gemeente een onderzoek gestart naar de aard en omvang van de prostitutie in Almere. Het onderzoek moet antwoord geven op de vraag wat de stand van zaken is naar omvang, aard en dynamiek. Met deze informatie is het mogelijk om passend beleid te maken en maatregelen te nemen op het gebied van handhaving. Gemeente, Politie, Openbaar Ministerie, woningcorporaties en de netbeheerder werken met elkaar samen in de aanpak van hennepteelt. Illegale hennepkwekerijen zorgen voor veel overlast, verloedering en gevaarlijke situaties. Het is dan ook van groot belang dat deze hennepkwekerijen worden opgespoord en ontmanteld. Een gezamenlijke aanpak van hennepkwekerijen is het meest succesvol. Het doel van de samenwerking is het nemen van maatregelen om hennepkwekerijen te voorkomen of te beëindigen, waardoor de leefbaarheid van omwonenden verbetert en het oneigenlijke gebruik van woonruimte wordt tegengegaan. De betrokken partijen hebben hierin hun eigen rol. De politie heeft de operationele regie voor het vinden en ontmantelen van hennepkwekerijen en het Openbaar Ministerie vervolgt de verdachte(n). Woningcorporaties verzoeken de rechter om het huurcontract te ontbinden en zonodig de woning te ontruimen.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
31
De beheerder van het elektriciteitsnet sluit de stroom af en verwijdert de meter. De gemeente heeft de regierol over de naleving van de samenwerkingsovereenkomst ‘aanpak hennepteelt’. Op basis van de Opiumwet heeft de burgemeester de bevoegdheid panden te sluiten waar drugs wordt gedeald. Ook geeft deze wet mogelijkheid om panden waar hennep wordt geteeld te sluiten (Damoclesbeleid). Er wordt samengewerkt met private en publieke partners zoals woningbouwcorporaties, particuliere verhuurders, makelaars, elektriciteitsnetbeheerder, UWV, Belastingdienst, Openbaar Ministerie en politie. De gemeente kan de achtergrond van een bedrijf of persoon onderzoeken bij een af te geven of afgegeven vergunning of een subsidie of bij het gunnen van een overheidsopdracht. Dit is geregeld in de Wet BIBOB. Als sprake is van criminele antecedenten of als er sprake is van het witwassen van gelden afkomstig uit strafbare feiten, kan de vergunning, subsidie of opdracht worden geweigerd. Zo wordt voorkomen dat de overheid ongewild criminaliteit ondersteunt en een vermenging van boven- en onderwereld ontstaat. Mede in het licht van het wetsvoorstel ‘uitbreiding bereik wet Bibob’ zal in de deze programmaperiode onderzocht worden wat het toepassingsbereik moet zijn van de wet Bibob in de gemeente Almere. 4.4.2 Overige aandachtsvelden
32
Antillianenbeleid Uit de rapportage over het bestuurlijk arrangement Antillianen 2005-2008 blijkt dat de geleverde inspanningen voor een deel hun vruchten hebben afgeworpen. De bestaande risicogroepen zullen hoogstwaarschijnlijk ook de komende jaren in Almere om aandacht blijven vragen. Het gaat dan in eerste instantie vooral om jeugdigen en in tweede instantie om daders van allochtone afkomst, op dit moment vooral Antillianen en in mindere mate Marokkanen en Surinamers. Jeugd zal een belangrijke risicogroep blijven vanwege de demografische opbouw van de bevolking in de komende jaren. Bij de daders van allochtone afkomst zijn de ontwikkelingen lastiger te voorspellen, omdat bij extrapolatie van de huidige trend het aandeel allochtonen in de bevolking weliswaar zal toenemen, maar tegelijkertijd zal sprake zijn van een verhoogde instroom in de bevolking van ‘opwaarts mobiele’ allochtonen (bijvoorbeeld uit Amsterdam)1. Het zoeken naar een adequate aanpak heeft hoge prioriteit. Het Antillianenbeleid is geïntegreerd in diverse gemeentelijke structuren vanuit Jeugd en Veiligheid. Hiermee wordt het Antillianenbeleid integraal onderdeel van de inspanningen van de plannen en de ketensamenwerking die binnen de ketens veiligheid, onderwijs en zorg worden ontwikkeld. Er is overleg en (financiële) afstemming binnen verschillende diensten (Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Dienst Publiekszaken, Programmabureau Bestaande Stad en de Dienst Bestuurszaken). Om de oververtegenwoordiging in de criminaliteit terug te dringen, zullen we gebruik maken van mogelijkheden als: • persoonsgerichte aanpak • gezinsaanpak en -coaching • voorkomen van schooluitval • verminderen van werkloosheid • bevorderen van maatschappelijke participatie. Alle gemeentelijke inzet en acties gericht op het Antillianenbeleid zijn ingezet op uitbreiding c.q. inbedding in het reguliere beleid voor alle jongeren in de stad, waarbij een deel of aantal van de hulpverlening c.q. trajecten specifiek zijn benoemd voor Antillianen. Op deze wijze kunnen we de ontwikkelingen beter borgen binnen de bestaande structuren.
1 Blz. 142, Criminaliteit en veiligheid in Almere, 1984-2030, C. Fijnaut e.a.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
Recidive 24+ Sinds 2005 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de nazorg aan ex-gedetineerden. OM en gemeente hebben hierin een regisserende rol toebedeeld gekregen. De gemeente is verantwoordelijk voor de regie op de nazorg die wordt geboden aan inwoners van de gemeente die na een periode van detentie terugkeren in de maatschappij c.q. gemeente. In die nazorg gaat het om het realiseren van een goede re-integratie op de terreinen ID-bewijs, huisvesting, werk en inkomen, zorg en schulden. Wanneer bij een ex-gedetineerde bovendien sprake is van verslavingsproblematiek of psychiatrische problematiek is het bieden van of voortzetten van zorg (behandeling en/ of begeleiding) van belang. Sinds 2009 wordt in Almere gewerkt conform het ‘Plan van aanpak Nazorg ex-gedetineerden’. Binnen deze aanpak wordt invulling gegeven aan de nazorg voor diverse groepen gedetineerden, zoals veelplegers (volwassenen en jeugdigen), vrouwen, jeugd en TBS’ers. Polarisatie en radicalisering Naar het onderwerp polarisatie en radicalisering in Flevoland is door het COT in 20082009 uitgebreid onderzoek gedaan. In het onderzoek ‘Meer dan incidenten? Een verkennend onderzoek naar polarisatie, radicalisering en dierenactivisme in Flevoland’ is specifiek gekeken naar de thema’s polarisatie, islamitische radicalisering, rechtsradicalisering, dierenactivisme en samenwerking. Er zijn, enkele uitzonderingen daargelaten, nauwelijks aanwijzingen voor zichtbare radicaliseringstendensen in Almere. De behandeling van (uitzonderlijke) casuïstiek rondom het onderwerp radicalisering en polarisatie is ondergebracht binnen het Veiligheidshuis. Tabel 8: Doelstellingen, aandachtsvelden en streefwaarden overige aandachtsvelden Aandachtsveld
Doelstelling
Stand van zaken 2009
Thema 4: Bestuurlijke aanpak en overige aandachtsvelden Minder criminaliteit Terugdringen 477* veroorzaakt door oververtegenwoordiging in criminaliAntillianen teit Minder recidive door 24+ Minder recidive 19**
Absolute cijfers 2009
Streefwaarde 2014 (% toegepast op abs waarde van 2009)
214
-15%
230
-15%
* per 10.000 inwoners ** per 10.000 inwoners van 24+
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
33
Peter Breek, adviseur crisisbeheersing en rampenbestrijding, coordinator opleiden en oefenen, gemeente Almere “Door het grote aantal betrokken partijen en de toenemende complexiteit en dichtheid van onze samenleving, ontwikkelt de klassieke rampenbestrijding zich steeds meer naar de beheersing van moderne crises. Denk bijvoorbeeld aan MKZ, een natuurramp of aan een specifieke vorm van een crisis, zoals terrorisme. Multidisciplinaire samenwerking en voorbereiding is de kern van slagvaardig optreden bij rampen en crisis. Dat betekent kennis hebben over typen crises, de impact daarvan en weten wie waarvoor verantwoordelijk is en wie op welk moment bevoegd. Bestuur en operatie kunnen daarbij niet zonder elkaar. Omdat een crisis gelukkig niet dagelijks voorkomt, spreken we samen met onze partners scenario’s door en maken rampenoefeningen een belangrijk deel uit van ons veiligheidsprogramma.”
4.5 Crisisbeheersing en rampenbestrijding Achtergrond De Wet Veiligheidsregio’s, die op 1 oktober 2010 in werking treedt, geeft kaders waarbinnen de crisisbeheersing en rampenbestrijding worden geregeld. De rol van de veiligheidsregio verandert daarbij; gemeenten blijven verantwoordelijk voor de crisisbeheersing en rampenbestrijding, maar de organisatie daarvan wordt als verlengd lokaal bestuur bij de veiligheidsregio ondergebracht. De burgemeesters uit gemeenten in een veiligheidsregio hebben zitting in het bestuur van de veiligheidsregio en vertegenwoordigen daarmee de gemeenten. De burgemeester van Almere is voorzitter van de Veiligheidsregio Flevoland. De veiligheidsregio stelt elke vier jaar een regionaal risicoprofiel, regionaal beleidsplan en regionaal crisisplan vast. In deze plannen wordt aangegeven welke risico’s een regio loopt, wat de waarschijnlijkheid en impact is, en hoe de regio c.q. de gemeente zich daarop kan voorbereiden. De gemeenteraad heeft invloed op deze plannen. Zij moet verplicht worden geconsulteerd bij de vaststelling van het risicoprofiel. Daarnaast dragen gemeenten bij aan de begroting van de veiligheidsregio. Deze begroting wordt jaarlijks aan de gemeenteraden voorgelegd ter consultatie.
34
Afbakening Binnen crisisbeheersing en rampenbestrijding worden multidisciplinaire activiteiten binnen de veiligheidsregio opgepakt. De gemeente Almere draagt op drie onderdelen bij aan de multidisciplinaire samenwerking bij crises en rampen: • planvorming • multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen • operationele crisisorganisatie De nadruk binnen dit Actieprogramma ligt op het organiseren van de regionalisering van de crisisbeheersing en het op orde krijgen en/of houden van de eigen gemeentelijke processen. Uitgangspunten en doelen Planvorming Binnen de planvorming wordt er gewerkt aan het regionaal risicoprofiel, het regionaal beleidsplan en het regionaal crisisplan. In het regionaal risicoprofiel worden de risicobronnen en kwetsbaarheden binnen een regio geïnventariseerd. Ook wordt aangegeven welke soorten rampen en crises zich in een regio of in een aangrenzende regio kunnen voordoen. Het regionaal risicoprofiel wordt aan de gemeenteraden in een regio ter consultatie voorgelegd. Het regionaal risicoprofiel voor de periode 2011-2014 wordt aan het eind van het derde kwartaal 2010 aan de gemeenteraden aangeboden. Het regionaal risicoprofiel vormt de basis voor het regionaal beleidsplan, waarin het bestuur van de veiligheidsregio aangeeft op welke wijze zij omgaat met de risico’s die er in een regio zijn. Ook dit plan wordt voor een periode van vier jaar vastgesteld. Het regionaal beleidsplan zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2011 worden gepresenteerd. Op basis van het regionaal beleidsplan stelt het bestuur van de veiligheidsregio vervolgens een regionaal crisisplan vast, dat zich richt op een verdere professionalisering van rampenbestrijding en multidisciplinaire crisisbeheersing. Het regionaal crisisplan wordt gebaseerd op een landelijk model, waarmee wordt gewaarborgd dat iedere veiligheidsregio op eenzelfde manier haar crisisorganisatie kan inrichten. Dat maakt het mogelijk om als veiligheidsregio’s gezamenlijk op te leiden, te trainen en te oefenen, waardoor gemakkelijker
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
kennis en ervaring kan worden uitgewisseld, personele en materiële bijstand aan elkaar kan worden verleend en gezamenlijk kan worden geëvalueerd. De Veiligheidsregio Flevoland zal binnen enkele jaren fuseren met de Veiligheidsregio Gooi&Vechtstreek. Vooruitlopend op deze samenvoeging wordt gewerkt aan een interregionaal crisisplan. Dit zal in 2011 gereed zijn. Gezamenlijk opleiden, trainen en oefenen Volgende stap is het gezamenlijk opleiden, trainen en oefenen van medewerkers die tijdens een crisis of ramp voor het onderdeel bevolkingszorg worden ingezet. Daarbij zal nadrukkelijk ook worden gekeken naar de mogelijkheid om door samenwerking tussen gemeenten synergievoordelen te behalen, zonder dat dit ten koste gaat van de operationele inzet. Daarnaast zijn tussen de beide coördinerend gemeentesecretarissen afspraken gemaakt om voor 2011 te gaan werken met een monodisciplinair opleidings- en oefenplan. Operationele crisisorganisatie Gemeentelijke processen: voor de gemeente Almere is in 2006 een rampenplan vastgesteld. Op basis daarvan zijn de monodisciplinaire gemeentelijke processen in draaiboeken vastgelegd. De verantwoordelijkheid voor deze draaiboeken ligt bij verschillende gemeentelijke diensten. Vanuit deze diensten zijn coördinatoren aangewezen, die de stand van zaken rondom deze draaiboeken monitoren in het coördinatorenoverleg crisisbeheersing. In de kring gemeentesecretarissen in Flevoland zijn afspraken gemaakt over de afstemming van de draaiboeken van de gemeentelijke processen op het terrein van bevolkingszorg. Deze afstemming heeft de afgelopen jaren gestalte gekregen. In het regionaal crisisplan worden de gemeentelijke processen opgenomen. De op elkaar afgestemde draaiboeken zullen hiervoor de basis vormen. Operationeel Centrum Stichtse Brug: De veiligheidsregio’s Flevoland en Gooi&Vechtstreek werken ook samen in het project Operationeel Centrum Stichtse Brug (OCSB), waarin de meldkamers van de beide veiligheidsregio’s worden opgenomen. In het gebouw dat voor dit OCSB wordt gerealiseerd zal ook ruimte zijn voor de regionale crisisorganisatie. Vanuit de gemeente Almere is aangegeven dat met name de ruimte voor het regionaal beleidsteam multifunctioneel (ook door gemeenten) moet kunnen worden gebruikt. Hard piket voor sleutelfunctionarissen: de gemeente Almere heeft de crisisorganisatie geprofessionaliseerd en een hard piket georganiseerd voor sleutelfunctionarissen binnen de multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding. Deze functionarissen zijn ook opgeleid en beoefend zoals beschreven in het regionale opleidings- en oefenplan MOLETOF (Multi Opleiden, Leven – lang – leren, Evalueren, Trainen en Oefenen in Flevoland). Grote evenementen: binnen de gemeente Almere is er in samenwerking met de Veiligheidsregio Flevoland nadrukkelijk aandacht voor het veilig organiseren van de grote evenementen (C-evenementen als Het Zand, Defqon, Free Festival, Koninginnedag, etc). Voor elk evenement wordt een crisis management team (CMT) georganiseerd, waarin organisatie, hulpverleningsdiensten én gemeente Almere samenwerken. Het CMT oefent mogelijke risicoscenario’s vooraf, en is tijdens het evenement paraat om bij incidenten direct te kunnen optreden. Aanpak en partners In de veiligheidsregio Flevoland zijn de vier hulpverleningsdiensten (politie, brandweer, ghor en gemeenten) georganiseerd. Politie, brandweer en ghor staan onder éénhoofdige leiding en zijn daarmee regionaal georganiseerd. Voor de zes gemeenten in Flevoland gemeenten geldt dat er sprake is van zelfstandige gemeentelijke organisaties op het terrein van crisisbeheersing, waarbij de regionale samenwerking gestalte krijgt via de ambtenaren crisisbeheersing en rampenbestrijding van de zes gemeenten. Daarnaast levert de gemeente Almere projectcapaciteit om de regionalisering van het onderdeel bevolkingszorg van de Veiligheidsregio Flevoland te faciliteren.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
35
36
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
5
Communicatie en veiligheid
Om de veiligheidsbeleving te verbeteren is het bestrijden van criminaliteit uiteraard belangrijk. Maar het is niet zo dat als het criminaliteitsniveau naar beneden wordt gebracht ook de veiligheidsbeleving één op één verbetert. Zo heeft het ene misdrijf of incident veel meer invloed op de veiligheidsbeleving dan het andere. Er zijn meer factoren die een rol spelen, zoals het vertrouwen in de buurt, zelfredzaamheid en leefbaarheid. Kortom, veiligheidsbeleving is complex. Communicatie heeft als doel een bijdrage te leveren aan het verbeteren van het veiligheidsgevoel. Daarnaast heeft communicatie als doel het ondersteunen en waar mogelijk versterken van de veiligheidsaanpak in Almere. Risico- en crisiscommunicatie zijn opgenomen in het ‘Regionaal model rampenplan’ van de Veiligheidsregio Flevoland en maken daarom geen deel uit van dit hoofdstuk. Strategie De communicatiestrategie voor 2010-2014 bestaat naast de speerpunten van het Actieprogramma uit drie pijlers: • communiceren over maatregelen en resultaten • stimuleren van zelfredzaamheid en actief burgerschap en • verbeteren van de samenwerking met in- en externe partners. We gaan uit van de gedachte dat veiligheid een zaak is van ons allemaal. Communiceren over maatregelen en resultaten. Het spanningsveld is om mensen niet te overvoeren met informatie over (on)veiligheid, maar om vooral wel transparant zijn. Uit onderzoek is gebleken dat mensen zich juist onveiliger gaan voelen als ze voortdurend over (on)veiligheid worden geïnformeerd. Daarom is een zorgvuldige afweging nodig van middelen en intensiteit van de inzet, waar veelal maatwerk voor nodig is. In veel gevallen volstaat het om de informatie op toegankelijke wijze beschikbaar te stellen op de website voor diegenen die er actief naar op zoek zijn. In 2009 is de gemeente Almere begonnen met structureel communiceren over maatregelen en resultaten en dit gaat de gemeente de komende jaren verder uitbreiden. Hiervoor maken we onder meer gebruik van de eigen website voor veiligheid (www.veiligalmere.nl), de stadhuispagina’s in de Almere Vandaag en persberichten. Verder willen we de resultaten van toezicht en handhaving beter naar voren brengen. Het nieuw te ontwikkelen systeem voor informatiehuishouding en monitoring is hiervoor een belangrijk hulpmiddel. Beter inzicht in prestaties en resultaten maakt het makkelijker om hierover te communiceren. Stimuleren van zelfredzaamheid en actief burgerschap. Veiligheid is een zaak van ons allemaal. Ook inwoners en ondernemers dragen verantwoordelijkheid voor hun veiligheid. Dit vertaalt zich vooral in preventieve maatregelen zoals het beveiligen van huizen, het graveren van fietsen en het (als ondernemer) zelf nemen van maatregelen tegen overvallen. Het verhogen van de zelfredzaamheid heeft als positief bijeffect dat het veiligheidsgevoel verbetert omdat mensen er zelf invloed op hebben. Onderdeel van de communicatiestrategie is het benadrukken van de eigen verantwoordelijkheid voor een veilige woon-, werk- en leefomgeving en de middelen die men hiervoor heeft. Dit doet de gemeente bijvoorbeeld door het verspreiden van preventiekaarten voor het voorkomen van overvallen onder winkeliers, maar ook door acties te organiseren om cash geld in winkels te verminderen, of een informatiekrant te maken over het voorkomen van inbraken. Dit zijn voorbeelden van doelgroepgerichte communicatie met als doel het verhogen van de zelfredzaamheid. Verbeteren samenwerking met in- en externe partners. Voor effectief veiligheidsbeleid is goede samenwerking met in- en externe partners onontbeerlijk. Communicatie levert hieraan een bijdrage. Het verbeteren van de onderlinge samenwerking begint ermee dat de betrokken partijen weten wat het veiligheidsbeleid
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
37
38
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
inhoudt, wat de speerpunten zijn en wat de communicatiestrategie voor dit beleid is. Ook belangrijk is dat de partners zich bewust zijn van de meerwaarde van een integrale benadering en dat dit uiteindelijk resulteert in afstemming en samenwerking. De samenwerking met de gebiedteams van de gemeente is belangrijk voor het verbeteren van de veiligheidsbeleving. De gebiedteams weten wat er speelt op gebied- en wijkniveau en kunnen daardoor goed beoordelen welke ingrepen er nodig zijn om de objectieve veiligheid en/of veiligheidsbeleving te verbeteren. Veelal betekent dit maatwerk, ook wat de communicatie betreft. Persoonlijke communicatie zoals het contact met de wijkagent, of een brief aan de bewonerscommissie is belangrijk. Ondersteuning van bestuurders Van de burgemeester wordt op het gebied van veiligheid in toenemende mate een leidende rol verwacht. Ook andere bestuurders hebben hierin een rol. Van belang is dat hij of zij de onder de bevolking levende gevoelens goed kan ‘lezen’, verwoorden en publiekelijk van een gepaste reactie kan voorzien. Voor deze reactie willen we gebruik maken van het 3-C model (Uit: Toolkit veiligheidsbeleving CCV): • Controle: duidelijk waarneembare actie ten aanzien van het signaal criminaliteit of het signaal overlast • Confirmatie: woorden en gedrag waaruit blijkt dat de zorgen van mensen serieus worden genomen, en zonodig ook • Compassie: woorden en gedrag waaruit medeleven blijkt. Bovenstaande betekent overigens niet dat gevoelens van burgers zomaar overgenomen of bevestigd moeten worden. Gevoel en feiten kunnen immers sterk uit elkaar lopen. Het is dan ook juist de taak van een bestuurder om deze gevoelens – respectvol – te relativeren en dus bijvoorbeeld ook aan te geven waarom actie in een specifiek geval niet gewenst is. Communicatie zal de bestuurders hierbij in voorkomende gevallen ondersteunen en adviseren. Dat geldt ook voor de te gebruiken toonzetting in het veiligheidsdebat. Zeker op politiek-bestuurlijk niveau is het belangrijk om zich bewust te zijn van het effect van de manier waarop over veiligheidsproblemen wordt gesproken.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
39
40
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
6
Organisatie en financiën
6.1 Organisatie veiligheidsbeleid De gemeente coördineert het lokaal veiligheidsbeleid en voert de regie. Binnen de gemeentelijke organisatie is deze taak belegd bij de afdeling Kabinet en Veiligheid. Zij vervult de rol van aanjager naar de andere diensten. Daarnaast vervult zij een begeleidende, adviserende, signalerende en interveniërende rol. De afdeling Kabinet en Veiligheid ondersteunt verder de bestuurlijke processen rondom het veiligheidsbeleid. In het Coalitieakkoord 2010-2014 is bepaald dat (wijk)veiligheidsambtenaren over doorzettingsmacht beschikken. Het College van B en W is verantwoordelijk voor de uitvoering van het Actieprogramma Veiligheid 2010-2014, ondersteund door de Stuurgroep Veiligheid. De burgemeester is de voorzitter van de Stuurgroep, die verder bestaat uit de portefeuillehouders Jeugd en Beheer en relevante vertegenwoordigers uit de ambtelijke organisatie. De overige portefeuillehouders en de overige leden van de lokale driehoek (naast de burgemeester zijn dat de officier van Justitie en de districtschef politie) zijn agendalid van de Stuurgroep. De Stuurgroep werkt zichtbaar in de wijk en zorgt voor gerichte inzet op het integrale veiligheidsbeleid, waarbij elke gemeentelijke dienst zijn bijdrage levert aan de afgesproken veiligheidsaanpak in de wijken. De lokale driehoek vergadert periodiek over zaken op het gebied van de openbare orde en veiligheid. In figuur 4 is de organisatie van het veiligheidsbeleid in Almere schematisch opgenomen. Figuur 4: Organisatie veiligheidsbeleid Almere
41
RIEC RIEC Ondernemers
Justitie
Stafgroep
Welzijn
Belasting -dienst
Gemeenteraad Gemeenteraad
Politie Politie
Stafgroep
Bewoners College van van B&W B&W College College van B&W
Onderwijs
Driehoek
Woningbouw
OVOV Stafgroep
Vijfhoek
Zorg Zorg Stuurgroep Veiligheid Gemeentelijke diensten Gemeentelijke diensten en enafdelingen afdelingen
Gebied Gebied Haven Haven en Haven Poort Stafgroep Stafgroep Veiligheid Veiligheid
Afdeling Kabinet en Veiligheid
Veiligheidshuis Almere
Gebied Gebied Stad Centrum Centrum Stad
Gebied Gebied Stad Oost Oost Stad
Gebied Gebied Gebied West enWest Poort Staden West Poort
Gebied Gebied Buiten Buiten
Stafgroep Stafgroep Veiligheid Veiligheid
Stafgroep Veiligheid
Stafgroep Stafgroep Veiligheid Veiligheid Veiligheid
Stafgroep Veiligheid
Gebiedsgericht werken is een van de uitgangspunten van het veiligheidsbeleid. Op gebiedsniveau is de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het integraal veiligheidsbeleid in handen van de Stafgroep Veiligheid. De Stafgroep opereert onder voorzitterschap van de veiligheidsmanager en bestaat naast deze functionaris in ieder geval uit de chef basiseenheid van de politie, de gebiedsmanager en de gebiedsspecialist DMO. De Stafgroep werkt nauw samen met de veiligheidspartners in het gebied en maakt met hen sluitende afspraken, die zich richten op de gehele veiligheidsketen: van pro-actie en preventie tot repressie en nazorg. De veiligheidsmanager is daarbij de belangrijkste link naar de inwoners, bedrijven en instellingen en veiligheidspartners als politie, woningbouwcorporaties en jongerenwerk in het stadsdeel. Tot slot vervult de veiligheidsmanager een belangrijke coördinerende rol ten aanzien van de werkzaamheden van het wijkinterventieteam. Het team bestaat onder meer uit toezichthouders, buitengewoon opsporingsambtenaren, straatcoaches en het JIT. Zij werken nauw samen met andere relevante partners en wisselen informatie uit
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
met als doel het tegengaan van geweld en fysieke overlast. De veiligheidsmanagers worden functioneel aangestuurd door de afdeling Kabinet en Veiligheid. De uitvoering van de persoonsgerichte aanpak is ondergebracht in het Veiligheidshuis Almere. Het Veiligheidshuis is een operationeel samenwerkingsverband dat is gericht op het terugdringen van overlast en criminaliteit. In het Veiligheidshuis werken instanties op één locatie samen aan opsporing, vervolging, berechting, zorg en hulpverlening. De aanpak is persoonsgebonden en richt zich vooral op veelplegers, nazorg ex-gedetineerden, jeugd en huiselijk geweld. De zogenaamde Vijfhoek bepaalt de beleidsdoelstellingen van het Veiligheidshuis. De Vijfhoek bestaat uit de bestuurlijke vertegenwoordigers van de gemeente, de politie, Openbaar Ministerie, zorg en onderwijs. In Almere zien we dat het Veiligheidshuis nog vooral een sectoraal karakter kent. De ambitie is om het komende jaar op de thema’s jeugd, veelplegers en huiselijk geweld door te groeien naar het intersectorale Veiligheidshuis, waarin op een slimme en efficiënte manier de combinatie zorg en strafrecht wordt toegepast op de drie doelgroepen. Betrokkenen geven nadrukkelijk aan dat zowel de zorgketen als de justitieketen goed functioneren en dat het zaak om deze goed aan elkaar te koppelen. De vijfhoek moet zich hier nog over uitspreken, maar de ambitie is om via een groeimodel uiteindelijk ook volgens het integrale model te werken in het Veiligheidshuis. Voorbeelden uit andere steden leren dat het nodig is om stapsgewijs naar een volgende fase toe te groeien.
42
6.2 Financiën In het Coalitieakkoord wordt gesteld dat er ten aanzien van veiligheid een structurele aanpak nodig is met structurele financiering. Bij het Rijk wordt aangedrongen op het structureel maken van de Van Montfransmiddelen. Een ander knelpunt qua incidentele financiering betreft cameratoezicht in het stadscentrum. De kosten hiervan bedragen jaarlijks € 800.000. Financiering hiervan is geregeld tot 2013. Cameratoezicht wordt gerekend tot het werkingsgebied van openbare orde en veiligheid. Deze middelen staan voor het stadscentrum nu in de begroting Stadsbeheer. Gezien de te verwachten korting op het gemeentefonds en ruimte voor impulsen moeten op alle hoofdfuncties bezuinigingsvoorstellen worden voorgelegd vanuit het beïnvloedbare deel. Voor de hoofdfunctie 1, openbare orde en veiligheid, geldt dat er reële voorstellen gedaan moeten worden voor 0,9 miljoen, van waaruit voor 0,6 miljoen aan te effectueren bezuiniging gekozen zal worden (maart 2011). Deze bezuinigingskeuzes worden verwerkt in de Voorjaarsnota 2011. Veiligheid is in het Coalitieakkoord benoemd als terrein waarop extra impulsen gegeven kunnen worden. In elk jaar is vijf miljoen euro beschikbaar voor plannen ter versterking van economie, onderwijs en veiligheid. Afhankelijk van de resultaten van het veiligheidsbeleid kunnen voorstellen worden gedaan voor intensivering van maatregelen of de introductie van nieuwe maatregelen.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
Hierna is de begroting 2010 Veiligheid op hoofdlijnen opgenomen. Tabel 9: Begroting 2010 Veiligheid op hoofdlijnen Begroting 2010 Veiligheid
Structureel
Incidenteel
Thema 1: Veilige woon-, werk- en leefomgeving Thema 2: Geweld Thema 3: Jeugd- en veiligheid Thema 4: Bestuurlijke aanpak en overige aandachtsvelden Apparaatskosten integrale veiligheid*
€ 1.419.000 € 105.000 € 1.041.000 € 107.000 € 596.000
€ 638.000 € 925.000 € 320.000 -
Totaal integrale veiligheid
€ 3.268.000
€ 1.883.000
Thema 5: Crisisbeheersing en rampenbestrijding Brandweer*
€ 220.000 € 8.993.000
€ 160.000 € 240.000
* Apparaatkosten en brandweer vormen geen onderdeel van de werkzaamheden van Kabinet en Veiligheid. Verfijning van de begroting vindt plaats in het Jaarplan stedelijk kader.
43
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
44
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
7
Monitoring en evaluatie van veiligheid
In het onderzoek van Fijnaut wordt aanbevolen een monitoringfunctie in te richten: een helder stelsel van zelfevaluaties, onafhankelijke evaluaties en bestaande instrumenten als de Veiligheidsmonitor, gekoppeld aan periodieke monitoringsessies. Hiermee wordt ingezet op een verbetering van de informatiepositie voor wat betreft de effecten en resultaten van beleid, maatregelen en instrumenten. Er wordt een nieuw systeem van monitoring en evaluatie ontwikkeld, waarmee het knelpunt van een gebrekkige informatievoorziening wordt aangepakt. Het Actieprogramma Veiligheid 2010-2014 is de basis voor het managementinformatiesysteem. Alle elementen uit het programma komen terug in het managementinformatiesysteem. Doelstelling Doel van het nieuwe monitoring- en evaluatiestelsel is het genereren van managementinformatie waarbij in één oogopslag de stand van zaken ten aanzien van het criminaliteitsniveau en de voortgang van beleid, maatregelen en instrumenten zichtbaar is. Op basis van de informatie is bijsturing mogelijk. Inhoud managementinformatiesysteem Het nieuwe systeem biedt de volgende informatie: 1. Structureel inzicht in het veiligheidsniveau: • Objectieve veiligheid: maandelijks inzicht in criminaliteitscijfers stadsbreed en op gebiedsniveau en per kwartaal op wijkniveau. • Subjectieve veiligheid: om de twee jaar wordt deelgenomen aan de Veiligheidsmonitor. Eén keer per vier jaar wordt de Veiligheidsmonitor op wijkniveau uitgevoerd en om de twee jaar stadsbreed en op gebiedsniveau. 2. Structureel inzicht in prestaties en effecten: • Per kwartaal rapporteren alle medewerkers die werkzaam zijn binnen het Actiepro- gramma Veiligheid over voortgang en prestaties (op basis van de geformuleerde prestatie-indicatoren). • Monitoring van effecten op basis van de geformuleerde effectindicatoren. Daarnaast worden jaarlijks projecten uit het veiligheidsbeleid aangewezen die een uitgebreidere evaluatie verdienen. Op basis van het bovenstaande zal worden gerapporteerd aan de Gemeenteraad, het College van B en W en de Stuurgroep Veiligheid. Tot slot zal het systeem informatie leveren ten behoeve van de bedrijfsvoeringsrapportages (BVR).
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
45
46 Colofon Tekst Stafdienst bestuurszaken Vormgeving SBZ/Communicatie/ Vormgeving Druk OBT bv, Den Haag De quotes in dit Actieprogramma Veiligheid komen uit de publicatie ‘Veilig in Almere’, uitgegeven door Stadsarchief Almere.
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
Afkortingenlijst
AMW APV AROMA B&W BIBOB BT BVR CBA CCV CMT Copi CTC DAG DMO DSO GGD HBD JIT JOP KLPD KVK KVO-B KVO-W KVU LVA OV LVB MIS MKB NS OCSB OM OOV O&S OTO PBS PGA PKVW PV PVA RBT RIEC ROSA ROT SB SBZ SBBA SLA SVA TBS THV TSAP VHA VO VTH WMO
Algemeen Maatschappelijk Werk Algemeen Plaatselijke Verordening Algemeen Ruimtelijke Ontwikkeling Model Almere Burgemeester en Wethouders Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur Beleidsteam Bedrijfsvoeringsrapportage Criminaliteitsbeeld Analyse Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid Crisis Managementteam Commando Plaats Incident Cameratoezicht centrale Dadergerichte Aanpak Geweldplegers Dienst Maatschappelijke Ontwikkelingen Dienst Stedelijke Ontwikkeling Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Hoofdbedrijfschap Detailhandel Jeugd Interventie Team Jongeren Ontmoetingsplaats Korps Landelijke Politiediensten Kamer van Koophandel Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen Keurmerk Veilig Ondernemen Winkelgebied Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan Lokaal Veiligheidsarrangement Openbaar Vervoer Licht Verstandelijk Beperkt Management Informatie Systeem Midden- en Kleinbedrijf Nederlandse Spoorwegen Operationeel Centrum Stichtse Brug Openbaar Ministerie Openbare Orde en Veiligheid Onderzoek en Statistiek Opleiden Trainen Oefenen Programmabureau Bestaande Stad Persoonsgerichte Aanpak Politie Keurmerk Veilig Wonen Proces Verbaal Plan van Aanpak Regionaal Beleidsteam Regionaal Informatie en Expertise Centrum Regels Op Stap Almere Regionaal Operationeel Team Stadsbeheer Stafdienst Bestuurszaken Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen Almere Stichting Leerlingzorg Almere Stichting Veiligheidszorg Almere Terbeschikkingstelling Tijdelijk Huisverbod To Serve and Protect Veiligheidshuis Almere Voortgezet Onderwijs Vergunningverlening Toezicht en Handhaving Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
47
48
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014
Gemeente Almere Stafdienst Bestuurszaken Postbus 200 1300 AE Almere
Actieprogramma Veiligheid 2010-2014 Telefoon 14 036
Heeft u vragen?
www.almere.nl
Wilt u reageren?
[email protected]
Meer informatie?