Noot bij de inhoud van dit document.
Dit document is opgesteld door de gemeente Den Haag. Aan COC Haaglanden is gevraagd om hier op de reageren. De reactie van COC Haaglanden is zichtbaar in de tekst door een afwijkende kleur en een ander lettertype.
DEFINITIEF CONCEPT
Actieprogramma Emancipatiebeleid 2015-‐2018
14 november 2014 Voorzien van reactie COC Haaglanden 19-‐11-‐2014
Inhoudsopgave: 1. Inleiding ........................................................................................................................................... 3 2. Doelen, doelgroepen en speerpunten van emancipatie ................................................................. 3 3. Resultaten 2011 -‐ 2014 .................................................................................................................... 4 3.1 Vrouwen .................................................................................................................................... 4 3.2 Mannen ..................................................................................................................................... 4 3.3 Homoseksuelen , lesbiennes, biseksuelen en transgenders (LHBT) ........................................... 4 4. Ambities voor de periode 2015 -‐2018 ............................................................................................. 5 4.1 Doelgroepoverstijgend beleid ................................................................................................... 5 4.2 Vrouwen .................................................................................................................................... 6 Actiepunt 1: ........................................................................................................................ 6 Actiepunt 2: ....................................................................................................................... 7 Actiepunt 3: ....................................................................................................................... 7 Actiepunt 4: ....................................................................................................................... 8 4.3 Mannen ..................................................................................................................................... 9 Actiepunt 5: ..................................................................................................................... 9 Actiepunt 6: ................................................................................................................... 10 4.4 LHBT’s ...................................................................................................................................... 10 Actiepunt 7: ................................................................................................................... 10 4.4.1. Transgenders ...................................................................................................................... 12 4.4.2. Netwerker seksuele diversiteit ............................................................................................ 12 Actiepunt 8: .................................................................................................................. 12 4.4.3. Het voortzetten van de hulpverlening en ondersteuning voor LHBT’s ............................... 13 Actiepunt 9: ..................................................................................................................... 13 Actiepunt 10: .................................................................................................................. 13 5. Monitoring ..................................................................................................................................... 13 6. Financiën ....................................................................................................................................... 14
1. Inleiding Met het coalitieakkoord 2014 -‐ 2018 ‘Vertrouwen op Haagse kracht’ maakt het college zich sterk voor een ondernemende, sociale en diverse stad, waarin alle Haagse burgers maximaal kunnen en mogen participeren ongeacht geslacht, leeftijd, geaardheid, religie of afkomst. Het gemeentelijk emancipatiebeleid levert daar een belangrijke bijdrage aan. Tot en met 2010 was er binnen het Haags emancipatiebeleid nog een scheiding in beleid van vrouwen-‐ en homo-‐emancipatie. In 2011 is als nieuw aandachtsveld in het emancipatiebeleid mannenemancipatie geïntroduceerd en is een integrale emancipatienota (Emancipatie 2.0, RIS 180701) uitgebracht met het beleid voor de jaren 2011-‐ 2014. Voor de komende periode (2015 – 2018) zal geen nieuwe nota worden geschreven, maar blijft de nota Emancipatie 2.0 gehandhaafd en in de komende periode versterkt met een aantal nieuwe impulsen middels het voorliggende actieprogramma Emancipatie. Met het huidige coalitieakkoord krijgen de stadsdelen bovendien met de ‘Wijkaanpak nieuwe stijl’ op wijkniveau meer invloed, budget en verantwoordelijkheid als het gaat om de uitvoering van, onder andere, het emancipatiebeleid. Ook de kaders hiervoor zijn opgenomen in het huidige actieprogramma.
2. Doelen, doelgroepen en speerpunten van emancipatie Het Haags emancipatiebeleid is er voor alle Hagenaars. Tegelijkertijd is emancipatie een zaak van alle Hagenaars. Het beleid schept voorwaarden en neemt belemmeringen weg, zodat elke Hagenaar op zijn of haar eigen wijze en in een passend tempo kan emanciperen en participeren aan de Haagse samenleving. Ook stimuleert en faciliteert het beleid de eigen initiatieven van mensen. Bovendien kan het Haags emancipatiebeleid een belangrijke bijdrage leveren aan de doelstelling van het college dat alle Hagenaars actief zijn in een betaalde baan, dan wel op weg zijn naar een betaalde baan of zinvolle dagbesteding hebben. Het ingezette Haagse emancipatiebeleid (Nota Emancipatie 2.0) is gericht op drie speerpunten: -
Het stimuleren van de maatschappelijke-‐ en arbeidsparticipatie van vrouwen; Het actief betrekken van mannen bij het emancipatiebeleid; Het borgen van de veiligheid en sociale acceptatie van LHBT’s (lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders).
(acceptatie moet zijn : sociale acceptatie om de inhoudsloze term ‘acceptatie’ nader te preciseren)
De acties en speerpunten van het emancipatiebeleid hebben aansluiting met het Integratiebeleid, zoals geformuleerd in het Beleidskader Integratie (2015 – 2018) en de ‘ Contourennota Wijkaanpak 2014-‐2018’ . De thema’s die betrekking hebben op emancipatie en vooral op wijk/buurt niveau worden met stadsdelen afgestemd en uitgevoerd.
3. Resultaten 2011 -‐ 2014 Om de voortgang van de in de nota Emancipatie 2.0 vastgestelde actiepunten te monitoren is tevens jaarlijks een voortgangsrapportage gepubliceerd, waarin jaarlijks de stand van zaken is opgenomen: *
Voortgang uitvoering emancipatiebeleid 2.0, d.d. 27 maart 2012 (RIS 247614).
*
Tweede voortgangsbericht emancipatiebeleid 2.0, d.d. 10 april 2013 (RIS 258140).
*
Eindrapportage nota Emancipatie 2.0, d.d. 17 juni 2014 (RIS 273501)
3.1
Vrouwen
Emancipatie van vrouwen en jonge meisjes is van belang voor de hele samenleving. Als iedere vrouw en ieder meisje in staat wordt gesteld haar capaciteiten te ontwikkelen, profiteert de hele samenleving daarvan, niet in de laatste plaats mannen en jongens. Niet elke Haagse vrouw bekleedt dezelfde positie in de Haagse samenleving en ook niet elke vrouw loopt tegen de zelfde belemmeringen aan. Iedere vrouw maakt haar eigen emancipatieproces door -‐van bewustwording tot participatie-‐ en heeft daarin een eigen startpositie, afhankelijk van haar opleiding, herkomst, leeftijd en culturele achtergrond. Een adequaat beleid heeft oog voor die verschillende startposities en ontwikkelt hieraan aangepaste maatregelen en voorzieningen. Om twee voorbeelden te noemen. Er zijn veel hoogopgeleide vrouwen, maar weinig vrouwen bekleden een toppositie. Ook zijn er vrouwen die nog nauwelijks deelnemen aan de samenleving, die de Nederlandse taal niet spreken en geen opleiding hebben genoten. Bij het formuleren van de gemeentelijke doelstelling wordt de omschrijving van “emancipatie” breder getrokken. Doel van het gemeentelijk emancipatiebeleid is ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk Hagenaars actief betrokken worden of zijn en mee kunnen doen, zonder enige vorm van sociale uitsluiting. Inzet daarbij is het scheppen van de voorwaarden voor het bereiken van de positieve gevolgen van emancipatie zoals zelfstandigheid, zelfredzaamheid, mondigheid, weerbaarheid en actieve maatschappelijke deelname van Haagse burgers.
3.2
Mannen
Sinds 2011 is ook expliciet de emancipatie van mannen in het beleid opgenomen. Mannen, in de vorm van vaders, broers, echtgenoten, maar ook werkgevers spelen een belangrijke rol in het emancipatieproces van meisjes en vrouwen. Mannen emanciperen door: -‐ ze actiever te betrekken bij het emancipatieproces van vrouwen; -‐ ze bewuster te maken van de verdeling van arbeid en zorgtaken; -‐ de traditionele rolpatronen van mannen en vrouwen te doorbreken en ze bewust te maken van hun rol in de opvoeding van hun kinderen en hun rol als moderne huisvader.
3.3
Homoseksuelen , lesbiennes, biseksuelen en transgenders (LHBT)
Homosexuelen, lesbiennes, biseksuelen en transgenders moeten zich als Hagenaars zelfbewust en zichtbaar kunnen manifesteren. Zonder veiligheid voor homosexuelen, is er geen stad van vrede en veiligheid mogelijk. Juist een tolerant Den Haag, de stad waar zoveel homosexuelen zich thuis
voelen, moet die veilige plek zijn. Gemeente, politie en Openbaar Ministerie zullen laten zien dat de stad pal voor veiligheid staat en het tegengaan van antihomoseksueel geweld en discriminatie hoge prioriteit heeft. (NB : homo’s is een scheldwoord) Homo-‐emancipatie onderscheidt zich van vrouwen-‐ en mannenemancipatie in die zin dat hier de nadruk ligt op integratie, sociale acceptatie en veiligheid. Homoseksualiteit wordt in Nederland steeds breder geaccepteerd. Vergeleken met andere landen staat de Nederlandse bevolking zelfs het meest positief tegenover homoseksualiteit. Dat neemt niet weg dat er bevolkingsgroepen zijn onder wie de sociale acceptatie minder groot is. Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) spreekt hierover in haar rapport van mei 2013 “Acceptatie van homoseksuelen, biseksuelen en transgenders in Nederland 2013 : ervaringen van homo-‐en biseksuelen in Nederland” van 90% acceptatie bij de bevolking en 10% weerstand (NB2 : voornoemd rapport van het SCP is gebaseerd op een onderzoek binnen een beperkte groep autochtone Nederlanders, verricht in 2011-12. M.a.w. : ófwel recente SCP cijfers opzoeken en hanteren ofwel zin weglaten)
Tegelijkertijd is de acceptatie van homoseksualiteit bij sommige groepen nog problematisch. De houding onder een deel van de pubers in het algemeen, bij niet-‐westerse migranten en in orthodox-‐religieuze gemeenschappen is duidelijk negatiever dan bij andere Nederlanders.
4. Ambities voor de periode 2015 -‐2018 In dit actieprogramma wordt ingegaan op de doelstellingen, de doelgroepen en resultaten van het reeds ingezette emancipatiebeleid (2011 – 2014) en de ambities voor de komende periode (2015-‐ 2018).
4.1
Doelgroepoverstijgend beleid
Een aantal acties is er niet op gericht om specifiek de emancipatie van mannen, vrouwen of de LHBT-‐ doelgroep afzonderlijk te bevorderen, maar ter bevordering van de emancipatie van het individu in het algemeen. Taal, taal en nog eens TAAL! Het beheersen van de Nederlandse taal is en blijft een essentiële voorwaarde om te kunnen participeren aan de samenleving, maar ook om te kunnen deelnemen aan het arbeidsproces. Dit is opgenomen in het coalitieakkoord. Wij stimuleren mannen en vrouwen, die de taal niet machtig zijn, deze te leren, via het project Taal in de Buurt. De jeugd is de toekomst! •
Scholen zijn de broedplaatsvoor de ontwikkeling van jongvolwassenen. Met name in de middelbare schoolperiode vindt de vorming van jongeren op maatschappelijk en sociaal vlak plaats. Door middel van voorlichting op middelbare scholen willen we: •
jongeren aansporen een startkwalificatie te behalen en ze de relevantie van arbeidsparticipatie laten inzien;
•
inzetten op de emancipatoire ontwikkelingen van (migranten) jongeren als het gaat om huiselijk geweld, huwelijksdwang, radicalisering, tienerzwangerschappen en sociale druk voortkomend uit de etnisch-culturele achtergrond van betrokkenen; .
•
de sociale acceptatie van homoseksualiteit vergroten.
Mannen versus vrouwen Als we van de mannen verwachten dat ze mee-‐emanciperen met de vrouwen, is het belangrijk dat ook zij aanspraak kunnen maken op de faciliteiten, die voor vrouwen beschikbaar worden gesteld. In gezamenlijkheid met de stadsdelen zal worden onderzocht hoe en op welke wijze hieraan vorm kan worden gegeven.
4.2
Vrouwen
Actiepunt 1 : Bevorderen van economische zelfstandigheid en arbeidsparticipatie. Economische zelfstandigheid1 van vrouwen is een belangrijke voorwaarde om te kunnen emanciperen. Het bevorderen van de economische zelfstandigheid van vrouwen is dan ook een vast speerpunt in ons emancipatiebeleid. In coalitieakkoord is opgenomen dat werk als middel voor (economische) zelfstandigheid voorop staat, waarbij iedereen met een bijstandsuitkering en kort traject volgt richting werk, een re-‐ integratietraject of een wederkerige bijdrage levert. De economische zelfstandigheid van vrouwen willen we als volgt bevorderen: • •
We stimuleren Haagse vrouwen, die hebben meegedaan aan het project ‘Taal in de Buurt’, al dan niet in het kader van inburgering, deel te nemen aan het arbeidsproces. De groep vrouwen in de bijstand begeleiden we, als opstap richting economische zelfstandigheid, niet alleen naar fulltime werk, maar ook naar parttime werk;
2
Vrouwen, die op latere leeftijd kinderen krijgen, hebben vaak een dubbele zorgtaak: die voor een bejaarde (schoon)ouder en die voor een klein kind.3 Tijdens Coming Out Day staan mensen over de hele wereld stil bij het belang van een veilige omgeving waar iedereen zich zelf kan zijn, ongeacht zijn of haar geaardheid.
•
•
Vrouwen, die geen startkwalificatie hebben om deel te nemen aan het arbeidsproces en ook niet in aanmerking komen voor studiefinanciering, kunnen, onder voorwaarden, aanspraak maken op een bijdrage uit het Haags Emancipatie Studiefonds (HES), dat sinds 2012 operationeel is . Tegelijkertijd onderzoeken we de mogelijkheden voor sponsoring vanuit het bedrijfsleven en diverse bestaande fondsen om, in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen, deze rol, na uitputting van het HES, over te kunnen nemen. We onderzoeken de mogelijkheden om vrouwen vanuit een uitkeringspositie te begeleiden naar zelfstandig ondernemerschap.
Actiepunt 2 : Bevorderen van maatschappelijke participatie Participatiecentrum voor vrouwen Stichting Yasmin is in de afgelopen jaren omgevormd tot een stedelijk participatiecentrum voor vrouwen met als doel het voorlichten, adviseren, coachen en begeleiden van Haagse vrouwen op het gebied van maatschappelijke participatie, onderwijs en arbeidsparticipatie. In haar eindrapport heeft de visitatiecommissie Emancipatie aangegeven dat één participatiecentrum om de emancipatie van alle vrouwen in Den Haag te bevorderen niet genoeg is. •
•
Samen met de stadsdelen zal worden bekeken hoe stichting Yasmin haar aanbod ook op stadsdeelniveau kan aanbieden via de 13 laagdrempelige wijkcentra in de stad, waarin ook de Servicepunten XL gehuisvest zijn. Ook willen we onderzoeken hoe de faciliteiten voor kinderopvang bij trainingen en cursussen kunnen worden verbeterd.
De maatschappelijke participatie van vrouwen willen we als volgt, bevorderen: •
•
Vrouwen voor wie de stap naar arbeid (nog) te groot is, stimuleren en enthousiasmeren we om vrijwilligerswerk te gaan doen; we zetten hiervoor de zelforganisaties en de netwerken op wijkniveau in. We onderzoeken, door middel van een gebiedsscan, in welke wijken het noodzakelijk is het project geïsoleerde vrouwen uit te rollen en stellen in samenwerking met de stadsdelen doelen ten aan zien van het bereiken van deze vrouwen. Daarnaast gaan we met het steunpunt Huiselijk Geweld en de zelforganisaties in overleg over het instellen van een ‘Meldpunt Geïsoleerde en Verborgen vrouwen’.
Actiepunt 3 : Minder verspilling van vrouwelijk talent op de arbeidsmarkt Uit landelijke cijfers blijkt dat vrouwen beperkt vertegenwoordigd zijn in de managementlagen en de top van organisaties. 1 op de 5 mannen heeft een leidinggevende functie, terwijl dit voor vrouwen slechts 1 op 10 is. Ze hebben daarmee een significante achterstand in het aantal leidinggevende en specialistische functies ten opzichte van mannen.
Vanaf 1 januari 2013 geldt door inwerkingtreding van het amendement Kalma voor grote bedrijven een streefcijfer van tenminste 30% vrouwen en ten minste 30% mannen voor de raden van bestuur en de raden van commissarissen in 2016. •
We zetten vanuit de portefeuille Emancipatie specifiek in op meer vrouwen in de top van Haagse organisaties, maar ook binnen het gemeentelijk apparaat.
Actiepunt 4 : Aandacht voor man-‐vrouw verschillen in de gezondheidszorg Mannen en vrouwen zijn gelijk, maar niet hetzelfde. De gezondheidszorg is hier een goed voorbeeld van. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen niet alleen unieke medische problemen hebben (borstkanker, overgangsperikelen, etc.), maar dat bij hen ook veel algemene ziektes (bijv. hart-‐ en vaatziekten) anders verlopen dan bij mannen. Er zijn eveneens aanwijzingen dat vrouwen anders dan mannen reageren op bepaalde medicatie. Ook leven vrouwen gemiddeld vier jaar langer dan mannen, maar in de laatste fase van hun leven hebben ze een lagere kwaliteit van leven. Bovendien worden hart-‐ en vaatziekten gezien als ziekten, die vooral mannen treffen, maar inmiddels is hartfalen doodsoorzaak nummer één bij vrouwen, omdat signalen zich vaak anders manifesteren dan bij mannen en niet altijd tijdig worden herkend. Het is nog niet heel helder wat deze verschillen betekenen voor gelijke rechten en kansen voor mannen en vrouwen. Bovendien gaan achter deze gegevens nog veel meer verschillen schuil, die een grote weerslag hebben op de kosten van de gezondheidszorg. Zowel vanuit vrouwenorganisaties als vanuit de gezondheidszorg en de wetenschap komt daarom een roep naar een meer ‘genderbewuste’ gezondheidszorg, waarbij rekening wordt gehouden met verschillen tussen de seksen. Dit moet ertoe leiden dat de kwaliteit van leven van zowel mannen als vrouwen omhoog gaat en dat kosten worden bespaard. Genderspecifieke zorg houdt rekening met de verschillen in klachten die mannen en vrouwen hebben, verschillen in de prevalentie van ziektes, het medicijngebruik, ziektebeelden en arts-‐patiënt relatie. De blanke man is over het algemeen de norm bij onderzoek en behandeling van patiënten. Welke invloed ongelijke behandeling in de gezondheidszorg voor effect heeft op gelijke kansen tussen mannen en vrouwen is nog niet duidelijk. Sinds mei 2014 is op landelijk niveau de alliantie ‘gender en gezondheidszorg’ in het leven geroepen om hier aandacht voor te vragen, professionals hiervan bewust te maken. •
We hebben in Den Haag aandacht voor de man-‐vrouw verschillen in de gezondheidszorg en gaan hierover in gesprek met de Haagse ziekenhuizen, eerstelijnszorg en vrouwenorganisaties op wijk-‐ en stadsdeelniveau. We werken hierbij samen met de GGD.
(Daar zullen ze in de ziekenhuizen van opkijken. Lijkt mij niet nodig om in een ziekenhuis de verschillen tussen man en vrouw uit te leggen in de gezondheidszorg)
4.3
Mannen
Met de veranderende rol van vrouwen in de maatschappij, is ook de rol van de man veranderd. Mannen hoeven geen plaats te maken voor vrouwen, maar ze moeten niet zorgen voor stagnatie van het emancipatieproces van vrouwen, door zich, bijvoorbeeld, los te maken van de traditionele rolpatronen. Ze hebben daar een faciliterende rol in. Door als overheid ook in te zetten op de emancipatie van mannen krijgen ook zij de mogelijkheden om te werken aan hun persoonlijke groei en ontwikkeling, waar, net als bij de vrouwen, het hele gezin baat bij heeft. In Den Haag moeten alle Hagenaars meedoen. Een groep die vaak moeilijk te bereiken is en buiten de interventies valt, zijn de geïsoleerde mannen. Ze blijven vaak in de eigen kring, hebben geen groot netwerk en vinden moeilijk aansluiting bij de samenleving. Ze zijn vaak te vinden op plaatsen, zoals koffiehuizen, moskeeën of in huis achter hun televisie. Sommigen hebben geen baan, maar ook geen dagbesteding (in de vorm van sport, vrijwilligerswerk, etc.). Van belang is ook om deze mannen te bereiken en hen te laten meedoen in de samenleving. Actiepunt 5 : Mannen actief betrekken bij het emancipatie proces Mannenemancipatie agenderen bij welzijnsorganisaties, maatschappelijke instellingen en zelforganisaties
• Om mannen bewust te maken en actief betrekken bij het emancipatieproces organiseren wij voor en door vrijwilligersorganisaties, migrantenorganisaties, het Vadercentrum Adam en decentrale welzijnsinstellingen voorlichtings-‐ en discussiebijeenkomsten en debatten over hun rol binnen het gezin, hun bijdrage aan de emancipatie van hun dochter(s) en vrouw. Hiermee streven wij er naar in de komende periode 2.000 mannen bewust maken en hen actief betrekken bij het emancipatieproces. Arbeid en zorgtaken
• •
•
Het voortzetten van de vadercursussen en -‐trainingen. Hiermee willen wij 300 mannen bereiken en actief betrekken bij het emancipatieproces. Wij gaan migrantenorganisaties en religieuze instellingen actief benaderen en hen in de gelegenheid stellen om gebruik te maken van kennis en expertise van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en ze bewust te maken over opvoeding van kinderen en over de rol van vaders in gezin. Inzet van kennis-‐ en expertise van het Centrum Participatie Emancipatie Professionals (PEP) en Stichting Yasmin omtrent emancipatie en participatie. Inmiddels hebben wij met PEP en St. Yasmin afspraken gemaakt over wijze waarop PEP en Yasmin voor deze doelstelling ingezet kunnen worden.
Actiepunt 6 : Mannen bewust maken over-‐ en hen actief betrekken -‐ bij mantelzorg Landelijk gezien is ruim 60% van de mantelzorgers vrouw. Uit landelijke cijfers is gebleken dat vrouwen vaker (15%) mantelzorg verlenen dan mannen (9%). Vrouwen verlenen niet alleen vaker mantelzorg, maar besteden er ook meer uren per week aan. Daarnaast concurreert bij vrouwen tussen de 25 en 49 jaar het verlenen van mantelzorg met de arbeidsparticipatie, waarbij een kleine maar groeiende groep vrouwelijke mantelzorgers te maken krijgt met een meervoudige zorgtaak: de zogeheten ‘sandwichgeneratie’2. Mantelzorg komt binnen de allochtone families vaak voor en is meestal vanzelfsprekend. De eerste generatie heeft nog vaak een traditionele kijk op de zorg en verwachten dat hun kinderen hen in huis zullen nemen en voor hen onvoorwaardelijk zullen zorgen als hun gezondheid achteruit gaat. Maar door allerlei maatschappelijke ontwikkelingen zoals invloed van de Nederlandse cultuur staat deze onder druk. De meeste jongeren zijn nog steeds bereid zorgen voor hun ouders, maar stellen grenzen. Zonen en dochters werken vaak en hebben ook zorg voor hun eigen gezin. Daarnaast is het vaak niet gebruikelijk om hulp te vragen met alle gevolgen van dien. •
-
Ter activering-‐ en stimulering van migranten in de zorg worden vrijwilligers-‐ en maatschappelijke instellingen in de gelegenheid om voorlichtingen-‐en discussiebijeenkomsten te organiseren met als doel: mantelzorg onder de aandacht te brengen, taboes ofwel dreigende overbelasting binnen de mantelzorg bespreekbaar maken binnen de eigen doelgroep, zorgvragers en (overbelaste) mantelzorger op de hoogte brengen van de ondersteuningsmogelijkheden voor mantelzorgers
- het signaleren van hiaten in het ondersteuning aanbod voor migranten mantelzorger, De uitvoering van deze activiteiten vinden plaats in het kader van het mantelzorgakkoord en Stedelijke Alliantie Cultuur sensitieve Dienstverlenende sector.
4.4
LHBT’s
Actiepunt 7 : Veiligheid en sociale acceptatie van Lesbiennes, Homosexuelen en Transgenders (LHBT) 2
Vrouwen, die op latere leeftijd kinderen krijgen, hebben vaak een dubbele zorgtaak: die voor een bejaarde (schoon)ouder en die voor een klein kind.3 Tijdens Coming Out Day staan mensen over de hele wereld stil bij het belang van een veilige omgeving waar iedereen zich zelf kan zijn, ongeacht zijn of haar geaardheid.
Den Haag moet een veilige stad zijn, waar iedereen zich thuis voelt en iedereen kan zijn wie hij of zij is, ongeacht zijn/haar seksuele voorkeur. Een brede aanpak op meerdere terreinen, waaronder sport, onderwijs, veiligheid, ouderen, is noodzakelijk om de sociale acceptatie van de LHBT’s te bevorderen. Zichtbaarheid en bespreekbaarheid noodzakelijk. (Deze zin klopt niet) Zo is er inmiddels al specifieke aandacht voor homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders (LHBT’s) als het gaat om het anti-‐ discriminatiebeleid, migrantengroepen en de sportsector. Veiligheid en sociale acceptatie van LHBT’s zijn belangrijke thema’s voor de komende periode. Dat blijkt ook nadrukkelijk uit de ‘MOVISIE monitor gemeentelijk homo-‐emancipatiebeleid’. Hierbij zetten we in op de volgende punten:
•
•
Naast de wettelijke verplichte voorlichting op scholen zetten wij de nodige expertise en ondersteuning vanuit het COC Haaglanden voort om sociale acceptatie en tolerantie van homoseksualiteit te bevorderen bij jongens en meisjes op scholen en sportverenigingen. Scholen worden in het kader van de ‘Veilige school’ door de gemeentelijke Onderwijsafdeling benaderd middels een mailing en een vernieuwde Haagse veiligheidskaart met als doel de scholen te informeren en te ondersteunen over de aanpak van radicalisering, het creëren van een veilig klimaat, seksuele diversiteit en het tegengaan van geweld en discriminatie; daarnaast faciliteren wij eveneens het bureau Halt en HCO, om aan scholen specifieke kennis en ondersteuning te bieden op dit vlak. We zullen scholen er op attent maken dat Den Haag over homo-‐ambassadeurs beschikt en dat die tevens ingezet kunnen worden om seksuele diversiteit binnen de schoolgemeenschap bespreekbaar te maken.
•
De voortzetting, financiering en facilitering van de jaarlijkse Haagse homoemancipatieprijs “John Blankenstein Prijs” wordt gewaarborgd. Het COC Haaglanden stelt de jury samen, zorgt voor een weloverwogen nominatie, vervat in een juryrapport en regelt de jaarlijkse prijsuitreiking in samenwerking met de betrokken wethouder. Met de jaarlijkse uitreiking markeren wij het belang van het bespreekbaar maken en houden van het thema homosexualiteit.
•
Jaarlijks wordt COC Haaglanden in de gelegenheid gesteld op 11 oktober (Internationale Coming Out Day) een evenement te organiseren3. • Jaarlijks kiest de gemeente een De desbetreffende gemeentelijke evenement of een moment om het koepelorganisaties zullen in overleg met het COC homo emancipatiebeleid, en de rol van Haaglanden en de gemeente bezien welke de gemeente hierbinnen, onder de activiteiten door welke partij worden aandacht van het publiek te brengen. uitgevoerd.
•
•
Het ondersteunen en faciliteren van homo-‐belangenorganisaties om bijeenkomsten te
organiseren met als thema ‘homoseksualiteit onder ouderen’. De focus ligt hierbij op kennis-‐ en expertiseverbetering bij professionals in de ouderenzorg, maar ook bij het creëren van begrip onder de ouderen zelf.
3
Tijdens Coming Out Day staan mensen over de hele wereld stil bij het belang van een veilige omgeving waar iedereen zich zelf kan zijn, ongeacht zijn of haar geaardheid.
•
Het vergroten van de veiligheid en sociale acceptatie van homoseksualiteit binnen de verzorgingstehuizen in samenwerking met de ANBO (Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen) en het COC via het keurmerk “De Roze Loper” en de MBO leergang “Zorg en Welzijn” van het ROC Mondriaan waar specifiek aandacht wordt geschonken aan seksule diversiteit binnen het lesprogramma.
•
Het bevorderen van sociale acceptatie, bespreekbaarheid en zichtbaarheid van homoseksualiteit in de sport in gezamenlijkheid met de John Blankenstein Foundation (JBF), COC Haaglanden en de KNVB.
•
Wij ondersteunen en stimuleren de LHBT-‐fanclub van ADO-Den Haag de “Roze Règâhs”.
4.4.1. Transgenders De meerderheid van transgenders heeft werk, maar vaker dan bij niet-transgenders betreft het geen werk op niveau. Het aandeel van transgenders dat arbeidsongeschikt of werkloos is en afhankelijk is van een uitkering, is opvallend hoog. op de drie alleenstaande transgenders heeft een inkomen onder de armoedegrens. Ruim 40% van de transgenders heeft te maken met negatieve reacties vanwege het ‘trans-zijn’, het meeste in de openbare ruimte. 5% van de transgenders is wel eens bedreigd en 5% seksueel geïntimideerd. 50% van de transgenders heeft psychische problemen, 70% van de onderzochte transgenders denkt regelmatig aan zelfmoord en 20% deed ooit een zelfmoordpoging, vergeleken met 2% van de bevolking in Nederland in het algemeen
•
Wij organiseren voorlichtingsbijeenkomsten voor professionals over transgenders op de werkvloer en Haagse transgenders in het algemeen, met als doel kennis-‐ en expertiseverbetering; we leggen hierbij ook de koppeling met de nieuwe gemeentelijke beleidsnota gezondheid, waarbij we aandacht besteden aan doelgroepen met een verhoogd risico op depressie, suïcide en psychische klachten. We doen dit onder ander door: o Het binnen het gemeentelijk apparaat actief verspreiden van de handleiding “Aandacht voor de T in LHBT beleid” gericht op transgenders, onder medewerkers van o.a. GGD, roze netwerken, maatschappelijke werk en welzijnsinstellingen. o Voorlichtingen en specifieke kennisoverdracht aan politiepersoneel, loketambtenaren (van gemeente, CWI en UWV) en hulpverleners (door bureau discriminatiezaken, SHOP en het COC),
4.4.2. Netwerker seksuele diversiteit
In 2014 is een part time netwerker sexuele diversiteit voor een periode van drie jaar bij het COC
Haaglanden aangesteld4. Actiepunt 8 : Discriminatie en geweld gerelateerd aan homoseksualiteit 4
De netwerker seksuele diversiteit heeft als taak seksuele diversiteit bij de te onderscheiden migrantengroepen op de agenda te brengen en een dialoog op te starten.
Discriminatie en geweld tegen homo’s is ook in onze stad nog steeds aan de orde. De onveiligheidsgevoelens bij homosexuelen nemen toe .Ook zijn er jonge migranten die vanwege hun culturele achtergrond niet uit de kast durven te komen. Hun sociale omgeving staat daar niet open voor. Deze jongeren hebben te maken met spanningen tussen hun familie en sociale omgeving. 5 . Hierbij zetten we in op de volgende punten: -
verbetering van de registratie van de politie voor incidenten met een homofoob motief; intensivering samenwerking politie en het bureau discriminatiezaken; voorlichtingsbijeenkomsten en trainingen aan de politie om bewustwording en herkenning van homofoob geweld te vergroten;
4.4.3. Het voortzetten van de hulpverlening en ondersteuning voor LHBT’s •
De gemeente heeft ervoor gezorgd dat LHBT inwoners, die behoefte hebben aan ondersteuning, terecht kunnen voor specifieke hulpverlening bij een maatschappelijke werker van het COC Haaglanden.
•
Een actieve samenwerking met betrokken maatschappelijke organisaties en het COC Haaglanden om de mogelijkheden tot positieverbetering van transgenders in beeld te brengen en, waar nodig, de hulpverlening daarvan verbeteren. Wij zetten de opvangvoorzieningen voor jongens en mannen die vanwege hun seksuele geaardheid worden bedreigd, effectiever in. Specifiek voor migrantenjongeren is bovendien op een veilige plek noodopvang gerealiseerd.
•
•
Actiepunt 9 : Wij zetten het gemeentelijke netwerk “The Hague Pride” voort. Actiepunt 1 0: •
•
de gemeente Den Haag is dankbaar voor de stimulerende rol van de vereniging van Roze Gemeente-ambtenaren en blijft ook in de komende periode een goede werkgever voor LHBT’s. Hiermee vervult de gemeente een rolmodel voor andere organisaties in de stad.
5. Monitoring Haagse Visitatiecommissie Emancipatie Net zo als in de voorgaande collegeperiode gaan wij een nieuwe Visitatie Commissie Emancipatie(VCE) instellen om ons gemeentelijke beleid blijven te volgen en te toetsen. Wij faciliteren de VCE en stellen deze in de gelegenheid om werk goed te verrichten en te rapporteren.
Voortgangsrapportage Jaarlijks zullen wij via de wethouder Stedelijke Economie, Zorg en Haven een rapport aan de gemeenteraad presenteren over de voortgang van de verschillende acties en de behaalde resultaten. Voor deze voortgangsrapportage maken wij gebruik van de informatie van de verschillende uitvoerende instellingen en de Visitatiecommissie Emancipatie. Emancipatiemonitor Jaarlijks rond 8 maart brengen wij een Emancipatiemonitor uit, die we openbaar maken op de site van de gemeente. In de Emancipatiemonitor wordt, onder andere, aandacht besteed aan vrijwilligerswerk, arbeidsparticipatie onder vrouwen, discriminatie en geweld tegen homo’s en de resultaten van de verschillende activiteiten, die in het kader van het emancipatiebeleid worden uitgevoerd. Meten = weten Emancipatie is in eerste instantie een bewustwordingsproces. Echter, hoe meten we nu of we resultaten hebben geboekt en/of vooruitgang in de emancipatie van de Haagse burgers hebben bereikt, zodat we weten,waar we mee verder moeten en wat we kunnen afronden.. Als het gaat om maatschappelijke participatie, van bijvoorbeeld vrouwen, zullen we dit meten aan de hand van de participatieladder. Na vaststelling van dit actieprogramma, zullen we onderzoeken, op welke wijze wij emancipatie de komende vier jaren gaan meten. In dit actieprogramma worden concrete acties benoemd. Essentieel is echter dat hiernaast het debat over emancipatie breed wordt gevoerd. Emancipatie is niet altijd in harde cijfers te vangen. Vaak is het meer een kwestie van het uitdragen van een principe, het discussiëren over gemeenschappelijke waarden, normen en rolpatronen.
6. Financiën Structureel is een jaarlijks budget voor vrouwen-‐ en mannenemancipatie van ruim € 1.5 miljoen beschikbaar. Daarvan wordt € 571.000 besteed aan de subsidiering van professionele instellingen, zoals Stichting Yasmin (€ 348.000) en het COC Haaglanden (€ 223.000, inclusief maatschappelijke werk). Voor projecten is een bedrag van € 300.000,-‐ beschikbaar en voor de uitvoering van de acties in dit actieprogramma is € 400.000,-‐ beschikbaar.( NB : Is er dus sprake van een vrij besteedbaar budget van 229.000 ?) (NB2 : er wordt geen duidelijke definitie gegeven van de begrippen “projecten” en “actieprogramma’s. Wat is het verschil ?)
De stadsdelen hebben invloed op uitvoering van programma’s en projecten op stadsdeelniveau en krijgen, op basis van het coalitieakkoord een grotere verantwoordelijkheid ten aanzien van de uitvoering van Emancipatie. Hoe dit in de financiën tot uiting komt, is vooralsnog niet bekend. (NB : Is dat de bestemming van een deel van het vrij besteedbaar budget van 229.000?)