Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding hbo-masteropleiding Master Coaching Duaal/deeltijd NCOI Business School
Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding hbo-masteropleiding Master Coaching Duaal/deeltijd NCOI Business School
Hobéon® Certificering BV Datum: 25 januari 2011 Auditteam: Drs. R.B. van der Herberg Drs. P. Breman Drs. P.G.C.J. Kop L.C. Buijink R. Scholten Secretaris: H.R. van der Made
INHOUDSOPGAVE DEEL 1
1
1. 1.1. 1.2.
MANAGEMENT SAMENVATTING Integraal advies Samenvattende beoordeling
1 1 1
2.
INLEIDING
5
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
7
DEEL 2
9
4.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 1. Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Facet 1.2. Niveau: Master Facet 1.3. Oriëntatie HBO 2. Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Facet 2.3. Samenhang programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur 3. Inzet van personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit personeel Facet 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen Facet 4.1. Materiële voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg Facet 5.1. Systematische aanpak Facet 5.2. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Condities voor continuïteit Facet 6.1. Afstudeergarantie Facet 6.2. Investeringen Facet 6.3. Financiële voorzieningen
9 9 9 15 17 18 18 25 29 32 35 37 38 38 40 42 46 46 48 51 51 53 55 55 56 57
5.
OORDEELSCHEMA
59
6.
BIJLAGEN BIJLAGE I Programma en gesprekspartners BIJLAGE II Kwantitatieve gegevens van de opleiding BIJLAGE III Curricula Vitae en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren BIJLAGE IV Werkwijze, beoordelingsprocedure en beslisregels BIJLAGE V Geraadpleegde documenten
61 63 67 69 81 85
Algemene gegevens Naam van de instelling: Naam van de opleiding: Varianten van de opleiding: Locatie van de opleidingen: Naam VBI: Datum visitaties: Datum adviesrapport:
NCOI Business School Master Coaching Duaal/deeltijd Amsterdam, Arnhem, Eindhoven, Rotterdam, Utrecht, Zwolle Hobéon Certificering b.v. 26 januari 2010 (generieke audit)1 2 november 2010 (opleidingsaudit) 25 januari 2010
Beoordelingskader Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het ‘Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs’ (14 februari 2003). Samenstelling auditteam Het auditteam bestond uit de volgende personen: R.B. (Ruud) van der Herberg, voorzitter, is senior auditor en partner van Hobéon groep. Hij is o.a. betrokken bij advies- en audittrajecten in het vo, mbo en hbo. Van der Herberg was onder andere voormalig schoolleider in het voortgezet onderwijs (Minkema College Woerden) en vicevoorzitter van de auditcommissie VMBO-Ambitiescholen van het Platform Bèta Techniek. P. (Paul) Breman, vak-/werkvelddeskundige, is organisatiesocioloog/bedrijfskundige, als senior adviseur werkzaam bij Twynstra Gudde en tevens lector Organiseren van Innovatie aan de Hogeschool Utrecht. Daarnaast is Breman als afstudeerbegeleider MSc verbonden aan de Open Universiteit, als docent Master of Public Administration aan het Institute of Social Studies te Paramaribo en als second supervisor Doctoral Studies aan Henley Business School of Reading University, UK. Ook heeft hij diverse publicaties op zijn naam staan, ondermeer op het gebied van sociale innovatie, organisatiecultuur en –ontwikkeling, en competentiemanagement. L.C. (Kees) Buijnink MCM – werkvelddeskundige, is directeur van de School voor Politie Leiderschap te Warnsveld en tevens landelijk projectleider ‘Concern Management Development Politie en Brandweer’. Buijnink studeerde in 1976 af aan de Nederlandse Politie Academie in Apeldoorn en heeft sindsdien binnen verschillende politiekorpsen leidinggevende functies bekleed. Buijnink vervult binnen de politie een aantal adviserende en bestuurlijke posities, is lid van de visitatiecommissie Officiersopleiding Politie België en coacht leidinggevenden van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland. Kees Buijnink publiceert met name over management development en leiderschap. P.C.G.J. (Paul) Kop, werkvelddeskundige, is sinds 1998 directeur/eigenaar van het assessmentbureau Lagerweij & Partners en Kop & Partners dat zich bezighoudt met coaching, outplacement en re-integratie. Kop is al ruim 30 jaar actief in de management adviesbranche. In 2010 is hij benoemd tot Lector Talentmanagement aan de faculteit Toegepaste Psychologie van de Hogeschool Leiden. Paul Kop bekleedt een groot aantal bestuurlijke functies en is ondermeer lid van Top Executive Coaching en lid van de Vereniging van Toezichthouders in het Onderwijs. Daarnaast heeft hij publicaties op zijn naam staan, met name op het gebied van personeelsmanagement. R. (Rien) Scholten, studentdeskundige, volgt aan de HAN te Nijmegen het tweejarige Masterprogramma Personeel en Organisatie. Naast deze deeltijdstudie is hij werkzaam als Manager P&O van de Zorgstichting Sutfene te Zutphen, alwaar hij leiding geeft aan de afdeling P&O en verantwoordelijkheid draagt voor het (strategisch) personeelsbeleid. Daarvoor heeft hij als interne auditor en arbo-adviseur ervaring opgedaan met beoordelen en certificeren. H.R. (Rob) van der Made, secretaris, heeft een onderwijsachtergrond, maakte een aantal jaren deel uit van het management van een particuliere hogeschool en was in die hoedanigheid verantwoordelijk voor ontwikkeling, accreditatie en uitvoering van verschillende opleidingen. Vanuit Hobéon Certificering is hij als secretaris betrokken bij diverse accreditatietrajecten in het hoger onderwijs. Een uitgebreider CV van de leden van het auditteam is opgenomen in Bijlage III.
1
Zie voor een toelichting op de generieke audit paragraaf 2 van dit rapport.
DEEL 1 1.
MANAGEMENT SAMENVATTING
1.1.
Integraal advies
Hobéon Certificering adviseert de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) de hbo-opleiding Master Coaching, verzorgd door het Nederlands Commercieel Opleidingsinstituut (NCOI) zowel in de duale als deeltijdse variant en op de locaties Amsterdam, Arnhem, Eindhoven, Rotterdam, Utrecht en Zwolle te accrediteren als nieuwe opleiding.
1.2.
Samenvattende beoordeling
Hobéon Certificering baseert het advies tot accreditatie van de hbo-opleiding Master Coaching op de volgende overwegingen: Algemeen beeld De Master Coachingsopleiding van NCOI Business School onderscheidt zich, naar het oordeel van de opleiding, van de onderzochte collega-opleidingen doordat: het een volwaardige opleiding op Masterniveau is, die opleidt tot een mastertitel; de opleiding op wetenschappelijke leest geschoeid is, met gebruikmaking van wetenschappelijke literatuur; zij een bijdrage levert aan kennisontwikkeling op het gebied van coaching in relatie tot de door NCOI opgerichte onderzoeksfaculteit; zij aansluiting zoekt bij certificering door de EMCC, die is afgeleid van het European Quality Framework (EQF); zij gericht is op managementcoaching/executive coaching en niet alleen op individuele coaching van medewerkers; zij focust op managementcoaching in het MKB en middelgrote organisaties tot ca. 500 medewerkers. De opleiding heeft haar profiel en eindkwalificaties getoetst aan de actuele eisen die het werkveld eraan stelt. Een (inter)nationale benchmark heeft daarvan deel uit gemaakt. De Raad van Advies, die uit een representatieve werkveldvertegenwoordiging bestaat, heeft de eindkwalificaties gevalideerd. Het programma bestaat uit 7 masterclasses en is transparant van opzet. De internationale dimensie is in de vorm van literatuur en internationaal georiënteerde casuïstiek in de opleiding opgenomen. Ook een onderzoekslijn toegespitst op de master coaching is in het programma geïntegreerd. Daarnaast heeft de opleiding een afzonderlijk inter- en supervisieprogramma ingericht, waarmee ook de vaardigheid van de studenten op het gebied van coaching verder wordt verdiept. Onderwerp 1 Doelstellingen opleiding: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: Voor het ontwikkelen van het opleidingsprogramma heeft de opleiding het centraal vastgelegde fasemodel gehanteerd. Daarvan maakt een werkveldvalidatie (specifiek gericht op MKB), een literatuuronderzoek en een (internationale) benchmark deel uit. Het panel heeft vastgesteld dat het ontwikkelproces heeft geleid tot een competentiegericht en helder beschreven opleidingsprofiel voor de managementcoach op masterniveau.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 1
Vaststelling en actualisering gebeurt door een al langer bestaande Raad van Advies, die binnen NCOI meerdere opleidingen op het gebied van HRM adviseert en waarin een brede vertegenwoordiging van het relevante werkveld is opgenomen. De opleiding heeft bij het opstellen van het opleidingsprofiel het verrichten van praktijkonderzoek in haar eindkwalificaties verdisconteerd. De opleidingsdoelstellingen/ competenties hebben een duidelijke beroepsgerichte, HBO-oriëntatie en reflecteren het niveau dat door de Dublin Descriptoren voor hbo-masters wordt geïndiceerd. Onderwerp 2 Programma: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: Met de uitwerking van de opleidingsdoelstellingen in competenties en beheersingindicatoren borgt de opleiding dat al haar doelstellingen worden afgedekt en bereikt. De competentiegerichte aanpak van het onderwijs en de vier leerlijnen in het programma zorgen voor een goede samenhang tussen het verwerving van kennis, inzicht en vaardigheden, alsook tussen de colleges en de eigen beroepspraktijk. De casuïstiek in de opleiding is gebaseerd op kritische beroepssituaties en is van masterniveau. In het programma is een onderzoekslijn opgenomen, waardoor in de gehele opleiding er zowel expliciet (bijeenkomsten) als impliciet (eindopdrachten) een versterkte aandacht is voor onderzoeksmethoden en technieken. Via de online leeromgeving biedt de opleiding de student toegang tot wetenschappelijke artikelen. Het thema internationalisering is zichtbaar in het programma: de student is verplicht internationale ontwikkelingen te betrekken bij de uitwerking van eindopdrachten; de opleiding hanteert internationaal georiënteerde casuïstiek en Engelstalige literatuur. De studielast is in overeenstemming met de gestelde normen; de opleiding zorgt voor een goede spreiding ervan over het jaar. De instroomeisen zijn helder, de borging van de vereiste werkomgeving adequaat. Ofschoon de opleiding niet in de Engelse taal wordt verzorgd, besteedt de opleiding expliciet aandacht aan de Engelse leesvaardigheid bij instroom. Het didactisch concept van de opleiding en de daarbij gehanteerde werkvormen vindt het panel passend voor een duale opleiding, waarin doorgaans oudere studenten met al relatief veel werkervaring studeren. De opleiding hanteert, in overeenstemming met het centraal vastgelegde beleid van NCOI, een strikte scheiding tussen het doceren, opstellen van toetsen en het beoordelen ervan, waarmee de objectiviteit wordt versterkt. De opleiding hanteert toetsmatrijzen om de validiteit van toetsen te vergroten. Teneinde de ontwikkeling van de studenten beter te kunnen volgen en sturen, zet de opleiding een digitaal portfolio in, waarin de student ook verantwoording aflegt over de uitgevoerde opdrachten op de werkplek. Onderwerp 3 Inzet van personeel: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: Docenten hebben vrijwel allen een directe en actuele verbinding met de beroepspraktijk, waarmee zij een relatie leggen in hun onderwijs. Zij oefenen relevante managementfuncties uit op het gebied van management, organisatieadvies of coaching. Het docentencorps dat de opleiding zal verzorgen, is van voldoende omvang en volledig universitair opgeleid, een vijftal docenten is gepromoveerd; zij zullen primair worden ingezet bij het afstuderen. Acties zijn uitgezet om op korte termijn meer gepromoveerde docenten bij de opleiding te betrekken. De opleiding borgt de kwaliteit van de docenten door instructie, didactische en inhoudelijke trainingen, begeleiding en studentevaluaties. Bovendien hanteert NCOI een centraal vastgelegde cyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken. De beide kerndocenten van de opleiding, zo heeft het panel tijdens de audit kunnen vaststellen, fungeren als de inspirator en samenbindende kracht binnen de opleiding. Afstemmingsbijeenkomsten voor docenten vergroten de betrokkenheid bij en de informatieuitwisseling over de opleiding.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 2
Onderwerp 4 Voorzieningen: voldoende Het oordeel van het auditteam over beide facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding beschikt over de ruimtelijke en materiële faciliteiten die passend zijn voor een duale opleider. De masteropleiding Coaching heeft de beschikking over een nieuwe online leeromgeving (OLO), waarin een digitale kenniscommunity tot ontwikkeling kan worden gebracht. Deze voorziet ook in een betere toegang tot wetenschappelijke artikelen. De opleiding heeft geen eigen fysieke media-/bibliotheek, maar compenseert dit door voor iedere student de kosten voor een abonnement op de dichtstbijzijnde universiteitsbibliotheek te vergoeden. Ook de informatieverstrekking aan de student verloopt via de e-Connectomgeving en oogt naar het oordeel van het panel adequaat. Hoewel de duale, veelal volwassen, student stelt weinig behoefte te hebben aan studiebegeleiding, heeft de opleiding op dit punt toch een breed pakket aan voorzieningen beschikbaar, waarvan een student, al naar gelang de behoefte, gebruik kan maken. Onderwerp 5 Interne Kwaliteitszorg: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding hanteert een systematische aanpak bij het uitvoeren van evaluaties. In het Kwaliteitshandboek zijn op centraal niveau de streefnormen vastgelegd. Het kwaliteitssysteem is ingericht volgens de zogenaamde Deming-cirkel (Plan-Do-Check-Act); daarbij ligt de focus op het onderwijs en de processen om het onderwijs uit te voeren. In een evaluatiematrix heeft de opleiding alle evaluaties opgenomen en voorzien van frequenties, doelgroepen en evaluatieinstrumenten. Evaluatieformulieren, waarvan het panel voorbeelden heeft gezien, bevatten relevante vragen; daarnaast voert de opleiding ook panelgesprekken met studenten en docenten, die – zo blijkt uit notulen die het panel van dit soort gesprekken bij andere opleidingen heeft ingezien – de instelling waardevolle informatie oplevert. Uit de evaluatiematrix blijkt verder dat evaluaties worden uitgevoerd onder alle betrokken stakeholders. NCOI, en dus ook de opleiding, kent een helder beschreven klachtenregeling, die ook met de studenten wordt gecommuniceerd. Het panel is positief over de kwaliteitscultuur, die zowel spreekt uit de geleverde documentatie als uit de gesprekken tijdens de audit. Onderwerp 6 Condities voor continuïteit: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. NCOI biedt studenten die in de opleiding zijn ingestroomd de garantie dat zij deze opleiding binnen een looptijd van vier jaar kunnen afronden. Om de opleiding tot stand te brengen, heeft NCOI een investering gedaan die toereikend is om de organisatie en inhoud van het onderwijs van de hbo-opleiding Master Coaching met voldoende kwaliteit vorm te geven. Uit de overlegde cijfers blijkt bovendien dat de opleiding over voldoende financiële reserves beschikt om de aanloopverliezen van de opleiding af te dekken.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 3
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 4
2.
INLEIDING
Functie van het rapport Het onderhavige rapport bevat het advies aan de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie als nieuwe opleiding van de hbo-Master Coaching, verzorgd door NCOI. De opleiding zal worden aangeboden in de varianten duaal en deeltijd. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review en de daarbij behorende onderliggende documenten. Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is geweest ‘Toetsingskader Nieuwe Opleidingen Hoger Onderwijs Nederland’ (14 februari 2003). De audit De audit bij de hbo-master Coaching heeft plaatsgevonden op 2 november 2010 en werd voorafgegaan door een generieke audit op 26 januari 2010. Het programma van beide auditdagen is opgenomen in Bijlage I. De opleiding heeft nog geen instroom van studenten. Het team dat de opleidingsaudit uitvoerde, werd gevormd door R.B. van der Herberg, P. Breman, L.C. Buijnink, P. Kop, R. Scholten en H.R. van der Made. De samenstelling van het panel werd voorafgaand aan de audit aan de NVAO voorgelegd en goedgekeurd. De in dit team aanwezige expertise is in onderstaand schema inzichtelijk gemaakt. werkveld R.B. van der Herberg voorzitter Dr. P. Breman vak-/werkvelddeskundige L.C. Buijnink MCM werkvelddeskundige Drs. P.C.G.J. Kop Werkvelddeskundige R. Scholten Student HAN-Nijmegen H.R. van der Made secretaris
vak / discipline
onderwijs x
x
x
kwaliteitszorg /audit
studentperspectief
x
x
x
x
x x
x x
x
Beoordeling centraal beleid op instellingsniveau De beoordeling van deze opleiding vindt plaats in het kader van een reeks van opleidingsbeoordelingen bij NCOI. De instelling voert voor de ontwikkeling en uitvoering van haar opleidingen een centraal vastgelegd beleid. Daarom heeft Hobéon Certificering ervoor gekozen zoveel mogelijk facetten en onderwerpen uit het NVAO-beoordelingskader op een zo hoog mogelijk aggregatieniveau te beoordelen. In de beoordeling van de onderwerpen en facetten in Deel 2 van het rapport komt dit aan de orde.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 5
Voorafgaand aan de afzonderlijke opleidingsaudits heeft Hobéon daarom op 26 januari 2010 een generieke audit uitgevoerd2. Hierbij is nagegaan welke bedrijfsprocessen en welke onderwerpen of facetten uit het NVAO-beoordelingskader op centraal niveau worden aangestuurd en hoe de borging daarvan is geregeld. Dit heeft geleid tot de vaststelling dat een aantal bedrijfsprocessen en onderdelen uit het beoordelingskader op strategisch en tactisch niveau vanuit directie en management van NCOI doorwerken tot op het niveau van de opleidingen. Naar aanleiding van de generieke audit is een rapportage opgesteld, waarin is beschreven op welke wijze NCOI op centraal niveau de verschillende onderwerpen en facetten uit het NVAObeoordelingskader heeft georganiseerd en geborgd. Waar dit door het panel dat de generieke audit heeft uitgevoerd, (nog) onvoldoende kon worden vastgesteld, is ook dit in de rapportage vermeld. Beoordeling of – in sommige gevallen – verificatie is dan verlegd naar de afzonderlijke opleidingsaudits. De rapportage van de generieke audit is vastgesteld door het panel en voor correctie van feitelijke onjuistheden voorgelegd aan NCOI. Het generieke rapport is tenslotte in zijn definitieve vorm aangeboden aan NCOI. De bevindingen uit de generieke rapportage hebben teksten opgeleverd die van toepassing zijn op iedere opleiding van NCOI; deze zijn als zodanig in alle opleidingsrapporten geïntegreerd. In hoofdstuk 5, deel 2 van dit rapport, is dan ook bij ieder facet uit het beoordelingskader telkens een paragraaf opgenomen met generieke bevindingen, aangevuld met passages die de onderhavige opleiding regarderen.
2
Deze generieke audit werd uitgevoerd door W.L.M. Blomen, partner/directeur van Hobéon Certificering, Prof. Dr. D.J. Eppink, emeritus hoogleraar Management en Organisatie, voormalig docent aan de Faculteit Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde van de Vrije Universiteit Amsterdam, auteur van verschillende gezaghebbende standaardwerken op het gebied van strategie, management en organisatie en geruime tijd senior adviseur bij Boer & Croon; Dr. P. Breman, organisatiesocioloog/bedrijfskundige, senior adviseur bij Twynstra Gudde, lector Organiseren van Innovatie aan de Hogeschool Utrecht, docent aan de Open Universiteit en publicist op het gebied van sociale innovatie, organisatiecultuur en –ontwikkeling en competentiemanagement; H.R. van der Made, onderwijsdeskundige en secretaris; de CV’s zijn opgenomen in de bijlage 3 van dit rapport.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 6
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
De hbo-masteropleiding Master Coaching maakt organisatorisch deel uit van de NCOI Business School, waarin het NCOI al zijn hbo-masteropleidingen heeft ondergebracht. NCOI Business School en Hogeschool NCOI (hbo-bacheloropleidingen) maken deel uit van de NCOI Opleidingsgroep. De opleiding wordt aangeboden op de locaties Amsterdam, Arnhem, Eindhoven, Rotterdam, Utrecht en Zwolle. De start van de opleiding, waarvoor zich ten tijde van de audit nog geen studenten hebben ingeschreven, is voorzien in september 2010. De opleiding behoort tot het op één na grootste opleidingssegment van het NCOI: na bedrijfskunde (34% van het aantal ingeschreven studenten) vormt Personeel en Organisatie met 22% (ca. 1500 studenten) van het totaal aantal ingeschreven studenten het tweede studiedomein waarvoor zij bij NCOI kiezen. De Master Coach waartoe NCOI opleidt, is een managementcoach, die als coach/adviseur in staat is het management binnen een MKB-organisatie te coachen bij en te adviseren over strategische kwesties en bedrijfsvoering. Dat veronderstelt kennis en vaardigheden van de coach op de gebieden van de manager en de organisatie zelf, maar tegelijkertijd ook analytisch vermogen, strategisch denken, visie, kennis van waarden, rolmodellen van gedrag etc. De opleiding bestaat uit 7 masterclasses. In ieder van deze masterclasses wordt vanuit de centrale doelstelling van de opleiding managementcoaches op te leiden, aandacht gegeven aan: De context (analyse van de organisatie-eigenschappen); De eigenschappen en kwaliteiten van de coach: interpersoonlijke, communicatieve en instrumentele vaardigheden; De kenmerken van de coachee; De beoogde uitkomsten, c.q. de effectiviteit. De kennis en inzichten die in de opleiding aan de orde komen, zijn ontleend aan wetenschappelijke disciplines als (sociale) psychologie, ethiek, organisatiekunde en interventiekunde. Duaal - Deeltijd De opleiding wordt primair in duale vorm aangeboden en gevolgd. De deeltijdse variant van de opleiding wordt uitsluitend ingezet, indien een student door omstandigheden tussentijds zijn werkplek verliest, waarin hij de praktijkopdrachten en de afstudeeropdracht uitvoert. In dat geval dient de deeltijdvariant als oplossing: de student moet dan ter compensatie aanvullende opdrachten uitvoeren en een stage lopen. De ervaring bij lopende bachelor- en masteropleidingen van NCOI leert dat opleidingen maar zelden in de deeltijdse variant worden gevolgd. Alleen bij die facetten waar het verschil tussen duaal en deeltijd relevant is, wordt in het onderhavige rapport ingegaan op de wijze waarop de instelling het verschil in uitvoering van de opleiding heeft georganiseerd en geborgd. Daarbij gaat het bij de deeltijdse variant vooral om de uitvoering van opdrachten in de praktijk tijdens het uitvoeren van een stage, waar de duale student parallel aan zijn studie werkzaam is in de beroepspraktijk. Structuur De opleiding duurt twee jaar en bestaat uit 2 fasen: fase 1 (jaar 1) is het kernprogramma van 26 European Credits (EC). Fase 2 (jaar 2) is het topprogramma van 34 EC. De studielast van de opleiding bedraagt in totaal 60 EC. Het eerste studiejaar bestaat uit vier verplichte masterclasses, die na elkaar worden doorlopen. Het tweede studiejaar bevat twee verplichte masterclasses en een keuzemasterclass, waarbij de student kan kiezen uit een achttal mogelijke masterclasses/specialisaties.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 7
Curriculumontwikkeling Binnen het NCOI zijn betrekkelijk recent een aantal verbeteringen doorgevoerd, die hun effect hebben op alle opleidingen: In 2006 zijn methoden en technieken van onderzoek en zogenaamde kick-off bijeenkomsten ingevoerd; In 2009 zijn de Raad van Advies, startbijeenkomsten voor alle docenten, het kerndocententeam, de verbetering van e-Connect en de Onderwijs Leer Omgeving (OLO) ingevoerd; In 2010 zijn/worden toetsplannen/toetsmatrijzen, het digitale portfolio en methoden & technieken in het gehele curriculum doorgevoerd en is de uitbreiding van het aantal gepromoveerde docenten in gang gezet. De generiek doorgevoerde veranderingen hebben – zo heeft het panel kunnen vaststellen – hun beslag gekregen in het ontwerp van de hbo-Master Coaching en zijn naar aanleiding van de audit nog meer specifiek op de masteropleiding Coaching toegesneden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 8
DEEL 2 OORDEEL OP FACETNIVEAU 4.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER
1.
Doelstellingen opleiding
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het auditteam dat op 26 januari 2010 bij NCOI de generieke audit uitvoerde, heeft kunnen vaststellen dat de instelling haar opleidingen ontwikkelt op basis van een centraal vastgelegd stappenplan. Fasemodel voor opleidingsontwikkeling Het gehanteerde fasemodel is naar het oordeel van het panel een goed instrument om het ontwikkelproces te laten leiden tot de beoogde kwaliteit van opleidingen en te garanderen dat het profiel actueel blijft. Het ontwikkelproces verloopt als volgt: 1.
Voor iedere nieuwe opleiding wordt een Denktank ingesteld die bestaat uit het opleidingsmanagement, kerndocenten en maximaal vier vertegenwoordigers uit het werkveld. Uit de Denktank ontstaat na ontwikkeling van de opleiding de Raad van Advies (werkveldcommissie), die het opleidingsmanagement adviseert over de actualisering van het beroepsprofiel. De instelling heeft criteria opgesteld waaraan leden van de adviesraad dienen te voldoen; deze zijn: bij voorkeur minimaal een doctoraalopleiding of vergelijkbaar niveau; internationale werkervaring; ervaring of affiniteit met opleidingen uit het betreffende domein waarover de raad adviseert. NCOI houdt bij het samenstellen van een adviesraad bovendien rekening met de spreiding van leden met bedrijfservaring uit diverse branches van het Nederlandse bedrijfsleven. 2. In een vooronderzoek wordt nagegaan voor welk beroepsprofiel moet worden opgeleid. Daarbij zijn bestaande domeincompetenties, ‘bodies of knowledge and skills’, eventueel bestaande opleidingsprofielen en de vanuit het werkveld gesignaleerde trends en ontwikkelingen richtinggevend. In overeenstemming met de eigen visie op de opleiding maakt de hogeschool/de business school (opleidingsmanagement in samenspel met de Denktank) keuzes en legt zij accenten in het opleidingsprofiel. 3. De opleiding stelt vervolgens een set van opleidingscompetenties vast, met bijbehorende eindniveaus. Deze eindniveaus stemmen overeen met de startbekwaamheid voor de functies waartoe een opleiding opleidt. Bij het definiëren van de niveaus wordt enerzijds rekening gehouden met de aansluiting op mbo-4 voor bachelors en met het bachelorniveau voor de masters, om een doorlopende leerlijn te waarborgen. 4. Als er sprake is van domeincompetenties, wordt in een tabel weergegeven hoe de specifieke opleidingscompetenties zijn gekoppeld aan de algemene domeincompetenties.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 9
5. 6.
7.
De opleidingscompetenties worden uitgewerkt in beheersingsindicatoren, die aangeven op welk niveau de competenties door de studenten moeten worden bereikt. De beheersingsindicatoren zijn uitgangspunt bij het vaststellen van de leerdoelen voor de afzonderlijke modulen van een opleidingsprogramma. Voor de borging van het bachelordan wel masterniveau van een opleiding koppelt NCOI de beheersingsindicatoren aan de hbo-kernkwalificaties en de Dublin Descriptoren. NCOI maakt dit voor iedere opleiding in een matrix inzichtelijk. Na validatie door de Denktank/Raad van Advies van zowel inhoud als het niveau van de opleidingscompetenties wordt het feitelijke programma, bestaande uit afzonderlijke modulen, ontwikkeld. In deze fase worden de leerdoelen per module, de te behandelen onderwerpen, de verplichte en aanbevolen literatuur, de werkvormen en de toetsvorm(en) bepaald. Ook de studiebelasting van iedere module wordt in deze fase berekend.
Actualisering profiel Om ervoor te zorgen dat de competenties van een opleiding blijven aansluiten bij de (internationale) eisen en actuele ontwikkelingen, actualiseert het opleidingsmanagement in een jaarlijkse cyclus met ondermeer de Raad van Advies en de kerndocent(en) van iedere opleiding het beroeps- en opleidingsprofiel. De opleidingen houden verder contact met het werkveld via de NCOI-consultants die in het kader van maatwerkopleidingen een relatie hebben met bedrijven en organisaties/instellingen uit de profit- en non-profitsector. Zij verzorgen over hun contacten en waargenomen ontwikkelingen en trends een terugkoppeling aan de afdeling Opleidingsmanagement in de vorm van jaarlijkse rapportages. Internationalisering Internationalisering heeft bij NCOI geleid tot het integreren van internationale, interculturele of mondiale dimensies in de doelstellingen van de verschillende onderwijsprogramma’s, met name die waarbij de internationale context de kern vormt van de opleiding, zoals bijvoorbeeld de MBA. NCOI kiest niet voor expliciet internationale programmaonderdelen, bijvoorbeeld in de vorm van een aparte module ‘internationalisering’ of een buitenlandstage. Internationalisering zit gedurende de gehele opleiding verweven in de opdrachten en casussen. NCOI overweegt om bij een aantal opleidingen (waaronder Commerciële Economie, Bedrijfskundig Management) een Engelstalig uitgewerkt product (opdracht of presentatie in het Engels) op te nemen. Het hanteren van Engels als belangrijke voertaal beschouwt de instelling als niet meer dan een middel of voorwaarde. NCOI richt zich met internationalisering er vooral op dat de studenten zicht krijgen op de brede internationale context en ontwikkelingen en dat zij de consequenties hiervan voor de eigen functie binnen de, in veel gevallen multinationale, werkomgeving onderkennen. Bezien vanuit de doelgroep van NCOI (werkenden) kiest de instelling niet voor het opnemen van studiereizen in de studieprogramma’s. Voor de masteropleidingen onderhoudt NCOI – via individuele docenten en via het opleidingsmanagement – wel contacten met buitenlandse onderwijsinstellingen en universiteiten, onder regie van de recent aangestelde directeur Onderzoek en Internationalisering, Prof. Dr. Anton Cozijnsen. Andere vormen van internationale oriëntatie worden door de instelling nog onderzocht, zoals uitwisseling van docenten uit het buitenland (bij voorkeur gepromoveerden voor masters), die hun bezoek combineren met een lezing (congres) voor studenten en alumni, en de mogelijkheden om via mail/internet tot een uitwisselingprogramma met buitenlandse studenten te komen. In de afzonderlijke opleidingsaudits is beoordeeld op welke wijze het thema internationalisering heeft vorm gekregen en of daarmee in voldoende mate de door NCOI geformuleerde doelstelling wordt gerealiseerd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 10
Onderzoek in de masteropleiding In het onderscheid tussen een professional master en een wetenschappelijke master, richt NCOI zich in haar professional masteropleidingen op ‘het tot stand brengen van een optimale interactie tussen (toegepast) wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en de beroepspraktijk door middel van het verzamelen, ontwikkelen, verspreiden en (leren) toepassen van kennis op het gebied van 'evidence based educational practice'. Het gaat NCOI om kennisdeling van wetenschappelijke bevindingen, kennistoepassing en kennisontwikkeling door het bijdragen aan praktijkgeoriënteerde wetenschappelijke kennis. De nadruk ligt daarbij op het verder ontwikkelen van (onderzoeks)competenties en het kunnen traceren, selecteren, analyseren, en op merites en bruikbaarheid kunnen waarderen, van wetenschappelijke onderzoeken en literatuur, en hiermee zelf kennis verwerven. Het gaat daarbij om het kunnen vertalen van wetenschappelijke bevindingen en inzichten naar praktische toepassingen. Daarmee levert een student ook een bijdrage aan nieuwe kennisontwikkeling voor de werkpraktijk. Aan het einde van zijn studie dient de masterstudent in staat te zijn om zelfstandig een praktijkgeoriënteerd onderzoek uit te voeren dat een toegevoegde waarde heeft voor de beroepspraktijk en dat voldoet aan de eisen ten aanzien van representativiteit, validiteit en betrouwbaarheid die gelden voor zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek. Breedte van de validatie Het auditteam dat de generieke audit uitvoerde plaatst de kanttekening dat – vooral bij het ontwikkelen van opleidingen die NCOI nog niet in haar portfolio heeft – de breedte van de oriëntatie/analyse van het relevante vakgebied en werkveld mogelijk meer aandacht verdient. De validatie van opleidingscompetenties in de Denktank/Raad van Advies wordt immers uitgevoerd door een relatief beperkt aantal van maximaal vier werkvelddeskundigen. Weliswaar kan in de denktank aanvullende, externe deskundigheid worden ingeroepen tijdens het ontwikkelproces, maar dit is op zichzelf vrijblijvend. Er bestaat naar het oordeel van het panel het risico op door ‘tunnelvisies’ geleide opleidingsprofielen indien niet een brede vertegenwoordiging van bijvoorbeeld beroepsverenigingen betrokken is bij de validatie en binnen de Denktanks/Raden van Advies bewust wordt gezocht naar een zekere mate van ‘checks and balances’ tussen werkvelddeskundigen. In dit verband acht het panel ook de borging van voldoende internationale oriëntatie binnen de opleidingsprogramma’s relevant. Op grond hiervan hebben de breedte en diepte van de validatie en de mate van deskundigheid waarmee deze plaatsvindt, bij de auditteams die de afzonderlijke opleidingsaudits uitvoerden, nadrukkelijk de aandacht gehad. Gelet op het feit dat het volledige ontwerpproces voor opleidingen bij NCOI pas recent is geïmplementeerd en bestaande opleidingen opnieuw langs de meetlat van het vernieuwde ontwerpproces worden gelegd, is tijdens iedere opleidingsaudit ook beoordeeld of het ontwikkelmodel voor de specifieke opleiding heeft geleid tot valide domeinspecifieke eisen (facet 1.1), het juiste bachelor- of masterniveau (facet 1.2) en een afdoende oriëntatie op hbo (facet 1.3). Master Coaching Uit de beschrijving van de ontwikkelingsgang van de hbo-masteropleiding Coaching blijkt dat NCOI het eigen fasemodel heeft toegepast. Het beroepsprofiel dat de opleiding heeft opgesteld, is in de kern gebaseerd op: (Inter)nationale literatuur, zoals met name ‘The Complete Handbook of Coaching’ edited by Elaine Cox, Tatiana Bachkirova en David Clutterbuck (Sage London 2010), ‘de Coach Approach’onder redactie van Niko Stammes, Bart van Baarssen, Anne Kooij en Henk de Koning CoachingNet b.v. Deventer, 2006) en ‘Wat Leiders Drijft’ van Manfred Kets de Vries (Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam, 2006);
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 11
een survey van de vakbladen, zoals de International Psychology Coaching Review, het Tijdschrift voor Coaching en sites van relevante beroepsorganisaties, waaronder met name de European Mentoring and Coaching Council (EMCC); een dialoog met coaches en docenten van binnen en buiten NCOI, met name over de kerntaken en kernopgaven.
Ontwikkelingen in literatuur en werkveld De bestudeerde literatuur en de gevoerde gesprekken heeft bij de opleiding geleid tot de navolgende inzichten en constateringen. Onbeschermd beroep Coach is een niet beschermd beroep, dat vanuit verschillende functies uitgeoefend kan worden. Coaches opereren vanuit uiteenlopende beroepssituaties. Intern, verbonden aan de organisatie of extern, als zelfstandig gevestigde professional. Hun functies vertonen een grote verscheidenheid, variërend van mediator, counselor, therapeut tot en met bedrijfscoach. Die verscheidenheid geldt ook voor de methodieken die worden gehanteerd. Coaching als een activiteit is weliswaar breed geaccepteerd, maar de beroepsvorming en beroepserkenning blijft daarbij nog achter. De opleiding Master Coaching signaleert dat het (niet) beschikken over de juiste (voor)opleiding en het ontbreken van een ethische gedragscode zorgpunten zijn. Beide elementen moeten een zekere ‘garantie’ geven voor de kwaliteit van de coach en het door hem uit te voeren coachingstraject. Professionalisering Tekenend in dit verband vindt de opleiding de constatering in The case for Coaching dat veel relevante vragen over de betekenis van coaching onbeantwoord blijven, maar: ‘the most significant one being whether any hard evidence exists that coaching actually works’. Niet voor niets is men daarom op internationaal niveau al een aantal jaren actief binnen de beroepsgroep om professionele standaarden, gedragscodes en certificering te realiseren. Organisaties die zich op dat terrein begeven zijn met name de International Coach Federation (met roots in de VS en nationale vertakkingen), het Behavior Coaching Institute (de moederorganisatie van de Graduate school of Master Coaches in de USA), de Global Convention on Coaching (GCC) en de International Coaching Research Forum (ICRF). Voor Nederland en Europa, zo stelt de opleiding vast, zijn vooral relevant de Nederlandse Orde voor Beroepscoaches (NOBCO), de Stichting Coach! en het European Mentoring and Coaching Council (EMCC). Daarop wil de opleiding aansluiten. Behoefte aan managementcoaches De managementcoach werkt zelden van binnenuit de organisatie, in tegenstelling tot loopbaancoaches, organisatieadviseurs of HRM-adviseurs. De reden daarvoor is gelegen in de noodzakelijke onafhankelijkheid. Een manager, die wordt geconfronteerd met vraagstukken gerelateerd aan de interne politieke verhoudingen of problemen verwacht op dat terrein, ofwel in het eigen persoonlijk functioneren, kan dat doorgaans niet kwijt aan mensen die onderdeel zijn van hetzelfde systeem, zoals collega’s of interne staffunctionarissen. Daar kan alleen een vertrouwenspersoon als onafhankelijke professional – maar wel met zicht op het krachtenveld, de organisatie en de vereiste leiderschapskwaliteiten – zijn spiegel zijn. Een managementcoach moet dus, volgens de opleiding, onafhankelijk zijn en vooral oog hebben voor de persoon van de manager. Echter, wel nadrukkelijk als onderdeel van het grotere systeem: de organisatie in zijn internationale economische, juridische en maatschappelijke context. Dat veronderstelt kennis en vaardigheden van de coach op de gebieden die de manager bestrijkt en de organisatie zelf, maar tegelijkertijd ook analytisch vermogen, strategisch denken, visie, kennis van waarden, rolmodellen van gedrag etc. Zowel uit de groeiende vraag vanuit organisaties als uit het groeiend aanbod van (management)coaches dat daarop inspringt, blijkt dat de behoefte aan dit type coach groot is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 12
De inzet verschuift naar de waarneming van de opleiding van de ‘elite’, dat wil zeggen het topmanagement naar het middensegment. Ook voor deze groep managers, die in hun bufferfunctie en ‘sandwichpositie’ met complexe vraagstukken worden geconfronteerd, blijkt coaching in een behoefte te voldoen en bij te dragen aan de effectiviteit van zowel de managers als de organisaties. Gelet op het brede werkveld van de managementcoach moet steeds bepaald worden op welk specifiek terrein de coach zich bevindt: gaat het om verbeteringen in de persoonlijke performance, het oplossen van conflicten, het bemiddelen tussen partijen, het oplossen van ‘persoonlijke’ problemen, verbetering van competenties, persoonlijke groei of een betere ‘fit’ tussen manager en teams, cultuur etc. Binnen de masteropleiding Coaching worden deze thema’s gerubriceerd onder de noemers disfunctioneren, persoonlijke performance, creativiteit en probleemoplossing binnen een organisatiecontext en ten slotte managementcompetenties. Bij ieder thema bepaalt de opleiding welke inzichten uit de diverse disciplines tot de beoogde uitkomst kunnen leiden. Benchmark De opleiding heeft een benchmark uitgevoerd met een negental vergelijkbare opleidingen in binnen- en buitenland. Daaronder zijn de Master Organisatiecoaching van de Haagse Hogeschool, de Opleiding tot Coach van Hogeschool Windesheim en de Postgraduate opleiding Executive Coaching die wordt aangeboden door de VU in samenwerking met de Ashridge Business School in Groot-Brittannië. Daarnaast heeft de opleiding het eigen profiel en opleidingsprogramma vergeleken met een aantal kortlopende academische coachingsprogramma’s in binnen- en buitenland. De opleiding stelt vast dat van veel trainingen en opleidingen niet te achterhalen is of en waar ze geaccrediteerd zijn. Dit heeft te maken met de grote hoeveelheid aan certificeringen die er bestaan op het gebied van coaching, vooral in de Verenigde Staten (VS), en het feit dat het beroep van coach niet beschermd is. Wat betreft de aansluiting bij EMCC zijn in Nederland alleen de masteropleiding van de Haagse Hogeschool en de Postgraduate opleiding Executive Coaching van de VU qua competentieprofiel afgestemd op het competentieprofiel van de EMCC. De Master Coachingsopleiding van NCOI Business School onderscheidt zich, naar het oordeel van de opleiding, van de onderzochte collega-opleidingen doordat: het een volwaardige opleiding op Masterniveau is, die opleidt tot een mastertitel; de opleiding op wetenschappelijke leest geschoeid is, met gebruikmaking van wetenschappelijke literatuur; zij een bijdrage levert aan kennisontwikkeling op het gebied van coaching in relatie tot de door NCOI opgerichte onderzoeksfaculteit; zij aansluiting zoekt bij certificering door de EMCC, die is afgeleid van het European Quality Framework (EQF); zij gericht is op managementcoaching/executive coaching en niet alleen op individuele coaching van medewerkers; zij focust op managementcoaching in het MKB en middelgrote organisaties tot ca. 500 medewerkers. Kernopgaven, kerntaken en competenties Op grond van de hiervoor geschetste oriëntatie op het werkveld en beroep van de Master Coaching is de opleiding gekomen tot de beschrijving van een twaalftal kernopgaven die leiden tot de vaststelling van een achttal kerntaken die de Master Coach verricht. De opleiding zoekt bij deze kernopgaven en kerntaken aansluiting bij de EMC’s Competence Framework (Eight Coaching/Mentoring Competence Categories, sept. 2009). Om deze kernopgaven en -taken goed te kunnen uitvoeren, heeft de opleiding voor de Master Coach een twaalftal eindcompetenties geformuleerd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 13
Zelfinzicht: heeft inzicht in de eigen kwaliteiten, motieven en het effect van het eigen handelen; Leervermogen: werkt actief aan de eigen ontwikkeling; Visie: formuleert een duidelijke zienswijze op de actuele situatie en de toekomst van het werkterrein, vakgebied of de organisatie; Analyseren: herkent relevantie en patronen in informatie en waarnemingen; Klantgerichtheid: handelt gericht op de wensen en behoeften van (interne of externe) klanten, afnemers e.d.; Professionele integriteit: handelt volgens de geldende regels, normen en waarden; Systeemdenken: beseft dat alles op een bepaalde manier met alles samenhangt. Ziet en begrijpt de onderlinge relaties van de delen van het geheel; Motiveren: onderneemt acties om de motivatie van anderen te vergroten; Pedagogische bekwaamheid: zet anderen aan tot leren en ontwikkelen; Flexibiliteit: verandert van aanpak, gedragsstijl of mening als de omstandigheden daarom vragen; Resultaatgerichtheid: handelt gericht op het bereiken van het vooraf vastgestelde doel, product of effect; Onderzoeksvaardigheid: voert een onderzoek uit dat voldoet aan de methodische en vakinhoudelijke normen.
Validatie van het beroeps- en opleidingsprofiel De opleiding beschikt daarnaast over een vaste adviesraad, die input levert vanuit de markt voor het actueel houden van het beroeps- en opleidingsprofiel. Deze adviesraad, die zes leden telt, komt minimaal tweemaal per jaar bij elkaar en is breed samengesteld met vertegenwoordigers uit met name middelgrote en grote bedrijven. Daarbij dient nog te worden aangemerkt dat zowel studenten als docenten een directe en actuele inbreng in de opleiding leveren doordat de (duale/deeltijd) studenten zelf deel uitmaken van het werkveld en de (parttime) docenten ook een directe relatie met het werkveld onderhouden. Om de validatie te versterken, heeft de opleiding - naast de Raad van Advies - nog met een zestal vertegenwoordigers specifiek uit het MKB over het profiel van de opleiding gesproken. Het betrof voornamelijk HRM-managers, loopbaanadviseurs en coaches uit een brede mix van MKB-bedrijven in de profit sector, non-profit sector, overheid, zakelijke dienstverlening, automobielindustrie en de zorg. Deze werkveldvertegenwoordigers hebben een zestal cases aangeleverd die de eigen beroepspraktijk reflecteren en waarin telkens de rol/functie van de manager, de organisatie, de omgeving, de managementuitdagingen en de coachingsvraagstukken zijn gedefinieerd. Deze exercitie, waarvan het panel een uitwerking op schrift heeft ontvangen, heeft ertoe geleid dat verandermanagement en de rol van de manager daarin op diverse managementniveaus meer aandacht heeft gekregen. Ook wordt nu een sterker accent gelegd op de rolverandering en positiekeuze van de manager. Het panel vindt dit een goede aanpassing. Het panel heeft notulen van besprekingen van de Raad van Advies ingezien en tijdens de audit met leden van de Adviesraad gesproken. Het auditteam stelt op grond hiervan vast dat de adviesraad beschikt over brede deskundigheid op het gebied van HRM/coaching en dat hij de eindkwalificaties van de opleiding heeft gevalideerd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 14
Facet 1.2. Niveau: Master
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Master
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Zoals onder facet 1.1 aangegeven, is er in het proces dat NCOI uitvoert bij het ontwikkelen van iedere nieuwe opleiding in voorzien dat: de opleidingscompetenties worden uitgewerkt in beheersingsindicatoren, die aangeven op welk niveau de competenties door de studenten moeten worden bereikt. de beheersingsindicatoren uitgangspunt zijn bij het vaststellen van de leerdoelen voor de afzonderlijke modulen van een opleidingsprogramma. Voor de borging van het bachelordan wel masterniveau van een opleiding koppelt NCOI de beheersingsindicatoren aan de hbo-kernkwalificaties en de Dublin Descriptoren, die de reikwijdte en complexiteit van de eindkwalificaties indiceren. NCOI, zo is centraal vastgelegd, maakt deze koppeling voor iedere opleiding in een matrix inzichtelijk. Master Coaching De opleiding heeft de koppeling tussen de kernopgaven/competenties en de Dublin Descriptoren, als indicatoren van het hbo-masterniveau, in een overzicht inzichtelijk gemaakt. Daaruit blijkt dat de Dublin Descriptoren door de door de opleiding na te streven eindcompetenties goed worden afgedekt. Een aantal voorbeelden hiervan zijn: (Toepassing) van kennis en inzicht Het functioneren van een persoon als manager in de context van een (arbeids)organisatie is een complex geheel waarin veel en hele diverse factoren een rol spelen. De effectiviteit van de coachingsaanpak en de keuze voor een specifiek gedragsmodel staat of valt met een juiste diagnose van de problematiek op diverse niveaus (mens, persoonlijkheid, manager, organisatie). Daarom wordt de Master Coaching van NCOI opgeleid om een scherpe – maar vooral integrale – analyse te maken van alle relevante aspecten van de hulpvraag. Daarbij maakt hij gebruik van kennis van en inzicht in gangbare en nieuwe methoden van praktijkonderzoek binnen het eigen vakgebied en aanverwante disciplines. Hij weet binnen welke contexten en onder welke voorwaarden de verschillende onderzoeksmethoden tot valide en betrouwbare bevindingen kunnen leiden. Daarnaast levert de Master een bijdrage aan kennisontwikkeling op het eigen vakgebied door (waar mogelijk publieke) rapportage van onderzoeksbevindingen en evaluatie van gehanteerde onderzoeksmethoden. Oordeelsvorming De student voert beroepsgerelateerd onderzoek uit, interpreteert de gevonden gegevens op vernieuwende wijze en beargumenteert de voorstellen voor te nemen beslissingen in complexe contexten, waarbij hij onvolledige of beperkte informatie heeft. Hierbij neemt de Master sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische aspecten in acht. In een coachingstraject dienen vooraf duidelijke en expliciete afspraken te worden gemaakt, zowel met de cliënt als met de sponsor, c.q. opdrachtgever in de organisatie. In de praktijk blijken coachingstrajecten de nodige dynamiek te bevatten, onder meer door veranderingen in de persoonlijke omstandigheden, in de organisatie of door verschuiving in de hulpvraag. Daarom dient de Master Coaching van NCOI ook gedurende het coachingstraject de afstemming op de cliënt expliciet te managen en regelmatig de voorwaarden te hercontracteren met alle betrokkenen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 15
Communicatie De student weet eenduidig, adequaat en correct mondeling en schriftelijk te communiceren. Hij stemt zijn communicatie af op het referentiekader van verschillende stakeholders en reflecteert kritisch op zijn eigen communicatieve gedrag. Coachen is per definitie gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid van de cliënt. De cliënt zal namelijk altijd zijn toegenomen inzicht of vaardigheid toepassen buiten het zicht en de directe ondersteuning van de coach. De Master Coach leert dan ook het aanspreken van de motivatie en de drive van de cliënt om te leren tot een fundamenteel onderdeel van het coachingstraject te maken. Leervaardigheden De student stelt eigen leerdoelen op en reflecteert op zijn eigen sterke en te verbeteren competenties. Hij gebruikt zijn bevindingen voor eigen visieontwikkeling en formuleert nieuwe leervragen om een verbetering van zijn persoonlijk functioneren te bereiken. Ook dient de methodische inzet van coaching gelijke tred te houden met de ontwikkelingen op het terrein van management en leiderschap. Van de Master Coach wordt dan ook verwacht dat deze ontwikkelingen op de voet volgt en kritisch scant op relevantie voor de coachingspraktijk en zijn eigen professioneel handelen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 16
Facet 1.3. Oriëntatie HBO
De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties o Een HBO-master heeft de kwalificaties voor het niveau van zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of spectrum van beroepen, dan wel het niveau van functioneren in een multidisciplinaire omgeving waarin een HBO-opleiding vereist is of dienstig is
Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op de overweging, dat de in facet 1.3 benoemde aspecten volledig in facet 1.1 en 1.2 aan de orde zijn geweest en het oordeel derhalve identiek is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 17
2.
Programma
Facet 2.1. Eisen HBO Kennisontwikkeling van studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Universele kenmerken van de programma’s NCOI richt zich specifiek op werkenden. Als gevolg daarvan hebben alle onderwijsprogramma’s dezelfde kenmerken: 1. In de aanpak speelt het leren in de eigen werkomgeving een belangrijke rol. De integratie en toepassing van theorie in de praktijk vormen de kern van ieder werkplekleren, ruim ingevuld en verdeeld over het curriculum. 2. Iedere opleiding heeft een vast kernprogramma, vaak met mogelijkheden om in de vorm van een minor zelf accenten aan te brengen in de opleiding. 3. De programma’s zijn volledig modulair opgebouwd. Het is mogelijk om tijdens de studie het tempo te versnellen of te vertragen of kort te onderbreken. Het auditteam dat de generieke audit uitvoerde, heeft met betrekking tot de bachelor- en masterprogramma’s die NCOI verzorgt, in algemene zin kunnen vaststellen dat bij de ontwikkeling en de uitwerking van nieuwe opleidingsprogramma’s, alsook bij de actualisering van bestaande programma’s, de instelling voldoende oog heeft voor de eisen die aan opleidingsprogramma’s in het hoger beroepsonderwijs dienen te worden gesteld. In de onderhavige opleidingsaudit is de concrete en correcte uitwerking van dit facet beoordeeld. Master Coaching De Master Coaching gaat uit van vier leerlijnen: de conceptuele leerlijn (kennis en inzicht), de onderzoeksvaardighedenlijn, de reflectieve leerlijn (houding) en de vaardighedenleerlijn (gedrag). In de eerste fase (jaar 1) van het kernprogramma ligt de focus op kennis en vaardigheden. Dit is een inhoudelijk breed ingericht jaar. In de tweede fase, het zogenaamde topprogramma, ligt de focus op vaardigheden en houding naast een uitbreiding van kennis (specialisatiemasterclass). In het tweede jaar wordt voornamelijk kennisverdieping en integratie van kennis, vaardigheden en houding aangebracht. De reflectieve leerlijn loopt als een rode draad door de gehele opleiding. De onderzoeksleerlijn loopt door het gehele programma. De uitwisseling met de beroepspraktijk is – anders dan bij voltijdse opleidingen – geborgd doordat zowel (veel) docenten als studenten in de beroepspraktijk werkzaam zijn. De feitelijke uitwisseling gebeurt vooral doordat studenten praktijkopdrachten in de eigen werkomgeving moeten uitvoeren en hun ervaringen delen tijdens de bijeenkomsten met docenten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 18
Programma De belangrijkste uitdaging binnen het programma vindt de opleiding het vaststellen van de kritische eigenschappen en competenties van een coach, die hem in staat stellen om de aanpak en methodieken te selecteren en toe te passen, zodat hij bij een specifiek thema, in een bepaalde context, de maximale effectiviteit bereikt. De totale context vindt de opleiding daarbij van belang. Dit vereist afstemming tussen de eigenschappen en kwaliteiten van de coach, de specifieke eigenschappen van de coachee en het specifieke thema met eigen complexiteit en problematiek. Dit uitgangspunt betekent dat in de opleiding bij iedere masterclass –zij het met accentverschillen- aandacht gegeven wordt aan: De context (analyse van de organisatie-eigenschappen); De eigenschappen en kwaliteiten van de coach (zelfinzicht, analytisch vermogen, relationele competenties, creëren van vertrouwen, motiveren en het maken van een totaal aanpak, inclusief het selecteren en toepassen van methodieken). Kortom: interpersoonlijke, communicatieve en instrumentele vaardigheden; De kenmerken van de coachee (persoonseigenschappen, functioneren en acteren in verschillende situaties, kwaliteiten en competenties); De beoogde uitkomsten c.q. de effectiviteit. Ieder thema en handelen relateren aan het beoogde effect en dit omzetten in operationele, meetbare doelen, inclusief de wijze waarom dat gemeten wordt. Bedrijfskundige advisering Het panel vindt de insteek, waarbij NCOI voorziet in een nieuw type coach/adviseur, die zich ook bekwaamt in advisering over strategische kwesties en bedrijfsvoering, een goede en onderscheidende keuze. De Master Coach van NCOI kan zich, naar het oordeel van het panel, op deze dimensies onderscheiden van veel andere opleidingen. Naar aanleiding van de auditgesprekken met het management, de docenten en de Raad van Advies heeft de opleiding dit onderscheidende kenmerk in het programma verder versterkt. Dit doet zij door: in het programma de verplichte masterclass Managementcoaching op te nemen; in de masterclass Coaching in Organisaties een sterke verbinding aan te brengen met de dagelijkse actualiteit van het management, zowel in de colleges als in de literatuur. de bedrijfskundige aspecten terug te laten komen in verschillende masterclasses, zoals de masterclass Coaching in Organisaties (bedrijfsvoeringsvraagstukken voor managers, procesmanagement, financiën en control) en Psychologie in Organisaties (formele en informele besluitvorming) en de keuzemasterclass Organisatie en Management (organisatieontwerp, HRM en control). Netwerken In de opleiding is specifiek aandacht voor ‘netwerken’ opgenomen. De coach als onderdeel van professionele netwerken is opgenomen in de Masterclass Coachingsmethoden en technieken. Als het gaat om het leggen van verbindingen met de (interne) netwerken in de organisatie in het kader van de eigen positionering als managementcoach in organisaties, is dit thema onderdeel van de Masterclass Coaching in Organisaties. Ten slotte is er in de Masterclass Psychologie in organisaties aandacht voor de proceskant in het thema Sociale netwerken en beïnvloeding. Verdieping van eigen coachingsvaardigheden In de masteropleiding worden de studenten aangeproken op het vergroten van hun eigen coachingsvaardigheden, met name bij Masterclass Coachingsmethoden en technieken. Met dien verstande dat het daar vooral gaat om een (aanvullende) verdieping en aanscherping van de vaardigheden op Masterniveau.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 19
Recent heeft de opleiding een supervisie- en intervisieprogramma toegevoegd aan het curriculum: in het eerste jaar volgen de studenten een gezamenlijk supervisieprogramma onder leiding van een docent-coach. In het tweede jaar volgen de studenten individuele intervisiebijeenkomsten met de docent/coach die in het eerste jaar de supervisie heeft verzorgd. De intervisietrajecten bevatten elementen die bijdragen aan de verdieping van de eigen kennis en vaardigheden op het gebied van coaching. Structuur De opleiding duurt twee jaar. Jaar 1 bevat het kernprogramma en bestaat uit vier verplichte masterclasses. Jaar 2 bestaat uit twee verplichte masterclasses, een keuzemasterclass en de afstudeerscriptie. Het programma bevat de volgende modulen/masterclasses: Jaar 1 (kernprogramma) Kick off Onderzoeksvaardigheden Masterclass Coaching in Organisaties Masterclass Coachingsmethoden en –technieken Masterclass Persoonlijk Leiderschap Masterclass Psychologie in Organisaties Jaar 2 (topprogramma) Onderzoeksvaardigheden Masterclass Managementcoaching Masterclass interventiekunde voor Coaches Keuzemasterclass *) Scriptie *) Keuzeprogramma Masterclass Psychologie en Coaching Masterclass Organisatie en Management Masterclass Managementconsultancy Masterclass Loopbaancoaching Masterclass Mediation Kennisontwikkeling door vakliteratuur De te gebruiken vakliteratuur wordt geselecteerd door vakdocenten uit de verschillende disciplines en deeldisciplines en is mede tot stand gekomen door een benchmark met andere, vergelijkbare opleidingen. De opleiding kiest daarbij voor auteurs die in de betreffende (deel)discipline op internationaal niveau als gezichtsbepalend worden beschouwd. Naast de voorgeschreven (meest Engelstalige) literatuur biedt de opleiding ook readers met aanvullende literatuur en voorziet de online leeromgeving in actuele artikelen over voor de opleiding relevante thema’s. In het studiemateriaal zijn opdrachten opgenomen waarbij van studenten wordt verwacht dat zij kritische beschouwingen schrijven over de verschillende invalshoeken, visies en standpunten die in artikelen over het vakgebied worden gedebiteerd. In de digitale leeromgeving heeft de opleiding voor alle masterclasses digitale links naar wetenschappelijke bronnen opgenomen. Ook de readers die deel uitmaken van het programma bevatten artikelen en bronverwijzingen. De opleiding stelt het gebruik van een universiteitsbibliotheek (UB) verplicht in verband met de uit te voeren praktijkopdrachten en de wetenschappelijke artikelen die in iedere masterclass zijn opgenomen. Dit staat vermeld in de studiegids die iedere student bij de start van de opleiding ontvangt en de online leeromgeving (OLO) van de masterclasses.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 20
Deze opdrachten worden (mee)beoordeeld bij de eindopdracht/casus, zodat studenten op het gebruik van de literatuur worden afgerekend. Via een jaarpas en een IBL account van de Koninklijke Bibliotheek (KB) hebben studenten zowel digitaal als fysiek toegang tot de collectie van de KB en toegang tot vrijwel alle wetenschappelijke en universitaire bibliotheken inclusief o.a. Picarta. Actualisering van de literatuurlijst van de opleiding gebeurt jaarlijks, waarbij afstemming plaatsvindt met de Raad van Advies, het kernteam van de opleiding en de docenten. De uiteindelijke keuze gebeurt op criteria als actualiteit, masterniveau en gezaghebbendheid. Materiaal uit de beroepspraktijk De opleiding ontleent studiemateriaal aan de beroepspraktijk (en de wetenschap) en gebruikt dit om praktijkopdrachten op te stellen die in de studiewijzers zijn opgenomen. Deze praktijkopdrachten worden ook ontleend aan de beroepspraktijk van de studenten en als casus tijdens de bijeenkomst geanalyseerd en besproken. Daarnaast worden cases ontleend aan actuele publicaties (bijvoorbeeld Holland Management Review, artikelen van de Academy for Management, Harvard Business Review, International Journal of Employment Studies, Journal of Business Research, International Journal of Human Resource Management) en aan digitale bronnen die via de kenniscommunity en universiteitsbibliotheken beschikbaar zijn. De deelnemer wordt ook gewezen op websites als die van Social sciences, waar working papers van de meest recente onderzoeken te vinden zijn, de CIPD en websites van conferenties waar de laatste wetenschappelijke artikelen gepubliceerd worden. Interactie met de beroepspraktijk De uitwisseling met de beroepspraktijk is – anders dan bij voltijdse opleidingen – geborgd doordat zowel (veel) docenten als studenten in de beroepspraktijk werkzaam zijn. Studenten moeten praktijkopdrachten in de eigen werkomgeving uitvoeren en hun ervaringen delen tijdens de bijeenkomsten met docenten. De opleiding Master Coaching is competentiegericht van opzet. De eigen beroepssituatie van de student staat hierbij in het leerproces centraal. De beroepsgerichtheid komt tot uiting in de eindopdrachten die de studenten aan hun eigen beroepspraktijk ontlenen. Veelal houden studenten in de laatste les van een masterclass korte presentaties van concept-eindopdrachten, zodat er ook kennisuitwisseling plaatsvindt over de verschillende beroepspraktijken van de studenten. In het leerproces speelt de docent een belangrijke rol. Aangezien de docenten naast hun docenttaken ook werkzaam zijn in het beroepenveld waarvoor zij opleiden, kan er continu een relatie worden gelegd met de actuele praktijk van zowel de student als de docent. De docent zorgt daarbij niet alleen voor kennisoverdracht, maar is ook als coach een belangrijke spil in het leerproces van de student. Via praktijk- en eindopdrachten koppelt de student zijn leerervaringen aan praktijkervaringen. De eindopdrachten vormen een belangrijke voorbereiding op de eindscriptie. Het curriculum heeft daarmee een duidelijke relatie met de beroepspraktijk. Bij de mondelinge verdediging van scripties zullen tevens Raad van Adviesleden als beoordelaar worden ingezet. In het lesmateriaal dat het panel heeft ingezien, is duidelijk sprake van relevante praktijkopdrachten van voldoende complexiteit.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 21
Toegepast onderzoek Op meerdere momenten in de opleiding is er expliciet aandacht voor onderzoeksvaardigheden, voornamelijk in relatie tot de eindopdrachten. Bij de start van de opleiding wordt de eerste bijeenkomst voor de eindopdracht gepland (de zogenaamde ‘kick-off’). Gedurende twee jaar volgen de studenten bijeenkomsten onderzoeksmethodologie. Hierin wordt de basis van toegepast onderzoek behandeld, zoals het formuleren van een probleem- en vraagstelling, het uitvoeren van literatuur onderzoek en het maken van een onderzoeksopzet. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan het geven van de juiste theoretische onderbouwing en de verantwoording van keuzes. Van deze kennis hebben studenten dan al meteen profijt vanaf de eerste masterclass. Bij de eindopdrachten worden studenten beoordeeld op de keuze en toepassing van onderzoeksmethoden en –technieken. In deze eindopdrachten heeft de opleiding verschillende soorten onderzoeksopdrachten ingebouwd, zodat de studenten tijdens hun opleiding steeds oefenen met onderzoeksmethoden. Aan twee masterclasses van de masteropleiding Coaching is een kwalitatieve en een kwantitatieve onderzoeksopdracht toegevoegd. Bij de Masterclass Coaching in Organisaties moeten de studenten een kwalitatieve onderzoeksopdracht uitvoeren; daarbij ligt het accent sterk op het doen van literatuuronderzoek. Bij de Masterclass Psychologie in Organisaties dienen studenten een kwantitatief onderzoek uit te voeren. Bij alle masterclasses zijn twee praktijkopdrachten opgenomen, waarbij studenten wetenschappelijke artikelen dienen te traceren, analyseren en interpreteren. In een afzonderlijk document heeft de opleiding de onderzoeksopdrachten van alle masterclasses, naar het oordeel van het panel, adequaat uitgewerkt. De onderzoeksopdrachten vindt het panel van masterniveau en bijdragen aan de verdieping van de onderzoeksvaardigheden van de studenten. De scriptie vormt het sluitstuk van de opleiding. Daarbij voert de student een gedegen praktijkonderzoek uit, waarin hij aantoont tot synthese in staat te zijn van hetgeen hij gedurende het masterprogramma heeft geleerd. Internationalisering Binnen het programma besteedt de opleiding aandacht aan technologische innovaties en ontwikkelingen die afkomstig zijn uit het buitenland. Ook internationale standaarden (bijv. Code Tabaksblatt, PRINCE2, CoBit, COSO) en best practices maken deel uit van de te verzorgen masterclasses. Een ander belangrijk thema is de impact die globalisering heeft op bedrijfsprocessen en daarmee op de inrichting van bedrijfsfuncties. Daarbij gaat het er volgens de opleiding om dat de student zicht ontwikkelt op de brede internationale context en ontwikkelingen en dat hij de consequenties voor de eigen functie binnen zijn, in veel gevallen multinationale, organisatie onderkent. Van de student wordt dan ook verwacht dat hij vanuit een breed en internationaal perspectief naar bedrijfsvraagstukken kijkt. Om dit te bewerkstelligen, heeft de opleiding het thema ‘internationalisering’ verweven in verschillende casussen en opdrachten die in de loop van het programma worden behandeld of uitgevoerd. Een reflectie van de student op de probleemstelling van de eigen organisatie in relatie tot internationale ontwikkelingen maakt deel uit van de toetsing van (eind)opdrachten. Ook het bestuderen van Engelstalige wetenschappelijke literatuur, casuïstiek en wetenschappelijke artikelen is onderdeel van het programma.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 22
Actualiteit van het programma De opleiding geeft met praktijkopdrachten, cases en eindopdrachten de actuele praktijk een plaats in het curriculum. Actuele thema’s als inzicht in risicomanagement, kennis van ethiek, governance en duurzaam ondernemen, alsook het thema accountability, zijn in het curriculum verdisconteerd; in de verplichte kernmasterclasses worden deze thema’s die naar het oordeel van het panel, de actualiteit binnen het vakgebied in voldoende mate representeren, opgenomen. Vanuit de casuïstiek die de MKB-vertegenwoordigers hebben ingebracht (zie doelstellingen 1.1) is het thema ‘verandering van organisaties en de rol van de manager daarin op diverse managementniveaus’ opgenomen in de masterclasses Interventiekunde en Psychologie in organisaties. Bovendien is ook ‘het coachen gericht op de rolverandering en positiekeuze van de manager’ sterker verankerd in de masterclass Managementcoaching. Docenten zijn afkomstig en/of werkzaam in de beroepspraktijk en kunnen hierdoor uit eigen ervaring actuele ontwikkelingen in de opleiding inbrengen. De vakliteratuur is actueel en wordt via de online leeromgeving in de vorm van websites en artikelen verder aangevuld. Hierdoor is de opleiding in staat om continu bij de actualiteit aan te sluiten. De ontwikkelcyclus met de Raad van Advies en de docenten, waarbij jaarlijks de literatuur wordt geëvalueerd, moet ervoor zorgen dat de literatuur actueel blijft. Deze actualisering gebeurt minimaal eens per jaar. Bij de toetsing is een van de toetscriteria of de eindopdracht over een actueel thema gaat en of de student zich voldoende verdiept heeft in nieuwe ontwikkelingen. De opleiding, zo heeft het panel kunnen vaststellen, beschikt over ontwikkelaars die thuis zijn in het beroepenveld en een goed overzicht hebben van de ontwikkelingen in het betreffende vakgebied. De programmamanager bewaakt de consistentie en zorgt ervoor dat ontwikkelaars de literatuur goed op elkaar afstemmen. Tijdens de twee jaarlijkse vergaderingen met de Raad van Advies (in september en in januari) worden trends en ontwikkelingen in het vakgebied en werkveld besproken en wordt in samenspraak met de kerndocent bepaald welke actualisering in het studiemateriaal zal worden doorgevoerd. Ontwikkeling van beroepsvaardigheden Beroepsvaardigheden om met de verkregen kennis en inzichten om te gaan, maken onderdeel uit van elke masterclass. Door middel van praktijkopdrachten en cases worden specifieke vaardigheden als ethisch handelen, presenteren, onderhandelen, organisatiesensitiviteit etc. ontwikkeld en in de verschillende masterclasses geïntegreerd. Integratie van alle vaardigheden vindt plaats aan het einde van de opleiding door middel van de eindscriptie die als sluitstuk van de opleiding dient. In de opleiding wordt aandacht besteed aan het analyseren en interpreteren van complexe praktijksituaties. Bij iedere masterclass dient de student een onderdeel ‘reflectie’ op te nemen waarin gereflecteerd wordt op de leerervaringen. Het eerste jaar vormt de eerste stap in het verder ontwikkelen van en reflecteren op competenties. In het tweede jaar van de opleiding is een specifieke masterclass ingebouwd (Masterclass Persoonlijk Leiderschap), waar dit nog uitgebreider aan bod komt. In deze masterclass is voorzien in een supervisie- en intervisieprogramma met een docent/coach. Reflectie op competentieontwikkeling maakt standaard onderdeel uit van iedere eindopdracht of casus (waarin de student reflecteert op de competenties per masterclass). De reflectie wordt beoordeeld door de beoordelaar van de eindopdracht of eindcasus. Voor de Masterclass Persoonlijk Leiderschap stelt de student een reflectieverslag op over het eigen functioneren als leider.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 23
Het auditteam geeft de opleiding in overweging nog nadrukkelijker dan nu al het geval is in het intervisieprogramma, de gezamenlijke praktijken van de studenten in de reflectiesessies te benutten. Op deze manier kan naast de door de docent geleide supervisie en intervisie een waardevolle tweede lijn ontstaan. Portfolio De opleiding werkt met een portfolio waarmee beroepsvaardigheden in de praktijk getoetst worden. De student krijgt een portfoliobegeleider toegewezen die gedurende de opleiding zijn competentieontwikkeling begeleidt aan de hand van de uitgevoerde praktijkopdrachten en hierbij ook de persoonlijke ontwikkeling op de werkplek nadrukkelijk betrekt. De beoordeling van de onderdelen van het portfolio is belegd bij een portfoliobeoordelaar. In het reflectiebetoog aan het einde van de opleiding reflecteert de student op zijn competentieontwikkeling gedurende de hele opleiding en analyseert hij hoe hij, ondersteund door bewijzen uit zijn portfolio, aan de eindkwalificaties voldoet. Het reflectiebetoog wordt beoordeeld door de scriptiebegeleider, de beoordelaar en de leidinggevende van de student. Deze bevindingen hebben het panel ervan overtuigd dat het programma actueel van aard is, dat het kennisontwikkeling van studenten voldoende bevordert en dat het de ontwikkeling van beroepsvaardigheden borgt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 24
Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma
Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het panel dat de generieke audit uitvoerde heeft in relatie tot dit facet het volgende kunnen vaststellen: Concretisering eindkwalificaties In het ontwerpproces dat de instelling voor iedere opleiding hanteert, leiden beroepsprofiel en opleidingsprofiel tot de vaststelling van de opleidingscompetenties. Vervolgens wordt elke competentie uitgewerkt in zogenaamde beheersingsindicatoren. Deze beheersingsindicatoren worden gebruikt voor het ontwikkelen van leerdoelen voor het specifieke onderwijsprogramma. Met de beheersingsindicatoren wordt het niveau van de opleiding vastgelegd. Om het hbo bachelor of -masterniveau te waarborgen en te verantwoorden koppelt de opleiding de beheersingsindicatoren aan de zogenaamde generieke hbo-kernkwalificaties en Dublin Descriptoren. Per hbo-kernkwalificatie/Dublin Descriptor wordt aangegeven door welke opleidingscompetentie met bijbehorende beheersingsindicatoren het niveau afgedekt wordt. Deze koppeling van opleidingscompetenties met kernkwalificaties/Dublin Descriptoren heeft NCOI voor iedere opleiding weergegeven in een matrix. In iedere opleidingsaudit is onderzocht of het onderhavige programma een adequate vertaling is van alle eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Vertaling naar leerdoelen NCOI voorziet erin dat de eindkwalificaties op een juiste wijze worden vertaald naar de leerdoelen van de afzonderlijke programmaonderdelen. In het document Eerste Hulp Bij Ontwikkelen (EHBO) geeft de instelling op centraal niveau instructies aan ontwikkelaars van modulen. De rol van de kerndocent(en) van een opleiding is daarbij van cruciaal belang. Deze controleert/controleren of de leerdoelen zich op een juiste wijze verhouden qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen tot de eindkwalificaties/competenties van een opleiding; de kerndocent is er tevens verantwoordelijk voor dat alle eindkwalificaties in de afzonderlijke programmaonderdelen zijn afgedekt. Deze rol stelt bijzondere eisen aan de generieke kennis van een kerndocent/de kerndocenten (zie ook onderwerp 3, Inzet van Personeel) over de gehele breedte van een opleiding en/of de wijze waarop deze toetsing mogelijk anderszins is georganiseerd. Hoe iedere opleiding hieraan concreet invulling geeft, is onderzocht in iedere opleidingsaudit. Het bereiken van de eindkwalificaties De modulaire opbouw van het programma en de goede balans tussen theorie en praktijk in de duale opleidingen van NCOI faciliteert naar het oordeel van het panel het bereiken van de eindkwalificaties van de opleidingsprogramma’s goed. Op centraal niveau is voor iedere bachelor- en masteropleiding de studiepuntenopbouw vastgelegd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 25
In de bachelors is voor de direct beroepspraktijkgerelateerde onderdelen 84EC (ca. 30% van de opleiding) ingeruimd. Dit geldt zowel voor de deeltijdse als duale variant van iedere bacheloropleiding. Praktijk(gerelateerde activiteiten) en theorie binnen de bachelorprogramma’s zijn daarmee goed met elkaar in balans. Iedere masteropleiding van NCOI bestaat uit twee fases: een kernprogramma (fase 1) en een topprogramma (fase 2). In het topprogramma kan voor verdieping een van de masterclasses uit het keuzeprogramma gekozen worden. Alle masterclasses hebben een omvang van 6,5EC. De eindscriptie, inclusief de Masterclass Methoden en Technieken, heeft een omvang van 14,5 EC. Binnen de masterclasses wordt door de docenten een directe relatie gelegd tussen de leerstof en de (eigen) praktijkervaring van zowel docent als student. Ook de per masterclass, in de eigen werkomgeving uit te voeren eindopdracht, legt deze praktijkrelatie. NCOI hanteert vanuit zijn visie op leren drie onderwijskundige en didactische uitgangspunten: het Actief Leer Principe (‘Action Learning’), de leertheorie van Kolb en Competentiegericht Opleiden (CGO). Deze onderwijskundige en didactische uitgangspunten sluiten, naar het oordeel van het panel, goed aan bij het leren van volwassenen en dus bij de doelgroep van de deeltijdse en duale opleidingen. Iedere opleiding is ontwikkeld voor werkenden die vanuit hun beroepsomgeving hun competenties op bachelor- of masterniveau verder willen ontwikkelen. De steeds veranderende omgeving en vraagstukken waarmee de studenten in hun werk te maken hebben, vragen in de visie van NCOI om verdiepende kennis, vaardigheden en gedrag. Tijdens het ‘werkplekleren’ ontwikkelt de student de beroepscompetenties. Deze worden getoetst door opdrachten (praktijkopdrachten, competentieopdrachten, integrale eindopdrachten) in het portfolio op te nemen. In de modules (bachelor) of masterclasses (master) staan centraal de kennis, het inzicht en de vaardigheden die voorwaardelijk zijn om de competenties te kunnen ontwikkelen en beheersen. Toetsing van voorwaardelijke kennis, inzicht en vaardigheden vindt plaats in tentamens en opdrachten per module. In iedere opleiding worden verschillende werkvormen toegepast: bijeenkomsten, (digitale) praktijkopdrachten, cases, rollenspelen, discussies, groepsopdrachten, werkervaring, reflectieopdrachten en (integrale) eindopdrachten. In aansluiting op het competentiegericht ervaringsleren, past de student zijn opgedane kennis en vaardigheden direct actief toe in de eigen beroepssituatie. In hoeverre het hiermee voor studenten mogelijk wordt om ook iedere doelstelling van een opleidingsprogramma te behalen, is onderwerp van onderzoek geweest tijdens elke opleidingsaudit. Master Coaching De opleiding heeft het beroepsprofiel uitgewerkt in eindkwalificaties. Deze eindkwalificaties zijn per module uitgewerkt in leerdoelen en bijbehorende werkvormen, toetsvormen en – met name voor het portfolio – in beheersingsindicatoren. De opleiding heeft deze relatie voor het panel inzichtelijk gemaakt in de vorm van een matrix voor de masteropleiding Coaching. Daaruit wordt ook duidelijk in welk onderdeel van het opleidingsprogramma aan welke competentie wordt gewerkt. Per masterclass is in het studiemateriaal opgenomen een inhoudelijke beschrijving met leerdoelen, de leertaken (praktijkopdrachten, groepsopdrachten) en de toetsvorm. Daarnaast heeft de opleiding aangegeven wat de plaats van iedere masterclass is in de betreffende fase in binnen het totale curriculum.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 26
Het panel heeft vastgesteld dat vanuit de doelstellingen van de opleiding bedrijfskunde elementen terugkomen in veel masterclasses, omdat het een onderdeel vormt van het professionele kader waarin managers zich bewegen. Het meest uitgesproken is het verwerkt in de verplichte Masterclass Coaching in Organisaties en Psychologie in organisaties en de keuze Masterclass Organisatie en Management. Daarbij gaat het specifiek over de volgende onderwerpen: In Psychologie in organisaties: formele en informele besluitvorming; In Coaching in organisaties: bedrijfsvoeringsvraagstukken voor managers, procesmanagement, financiën en control; In Organisatie en management: organisatieontwerp, HRM en control. Om ervoor te zorgen, dat alle competenties en beheersingsindicatoren per masterclass worden getoetst, heeft NCOI voor de masteropleiding Coaching een toetsplan opgesteld. Didactisch concept en de doelstellingen Het panel heeft vanuit de documentatie en de panelgesprekken kunnen vaststellen dat de opleiding voor de masteropleiding Coaching het didactisch concept hanteert, zoals NCOI Business School dit voor al haar opleidingen heeft vastgelegd (zie hiervoor). De aard van de casuïstiek die in de opleiding aan de orde komt, en waarvan het auditteam enkele ontwerpen heeft ingezien, is zodanig dat deze uitnodigt in verschillende groepssamenstellingen, vanuit de verschillende beroepscontexten van de studenten, complexe praktijksituaties op te lossen. Er vindt daarmee ontwikkeling plaats van kennis en inzicht, via toepassing en analyse naar synthese; de student evalueert en reflecteert met toenemende integratie van kennis en vaardigheden. Om dit te bewerkstelligen hanteert de opleiding de interventiecyclus, ook wel de DOVE-cyclus genoemd (Diagnose, Ontwerp, Verandering, Evaluatie). De opleiding heeft per masterclass in het studiemateriaal een beschrijving opgenomen met leerdoelen, leertaken (praktijkopdrachten, groepsopdrachten) en de toetsvorm, zodat studenten zich adequaat kunnen voorbereiden op de toetsing. Werkvormen en didactisch concept Het panel heeft kunnen vaststellen dat in de opleiding een diversiteit aan verschillende werkvormen wordt toegepast. In de opleiding gaan de studenten actief aan de slag met de praktijk en worden praktijksituaties geanalyseerd via praktijkopdrachten, eindopdrachten, examencases en simulaties. Studenten doorlopen gedurende een masterclass de verschillende stappen van de leercirkel van Kolb: zij bereiden voorafgaand aan bijeenkomsten praktijkopdrachten voor die tijdens de bijeenkomst (deels) worden besproken. Tijdens de bijeenkomst wordt theorie behandeld aan de hand van vragen van studenten en worden examencases en groepsopdrachten uitgewerkt en besproken, zodat uitwisseling van kennis en inzichten vanuit meerdere (beroeps)contexten plaatsvindt. Studenten bouwen een portfolio op, waarin beroepsproducten worden opgenomen en waardoor de competentieontwikkeling op de werkplek inzichtelijk (en beter meetbaar) wordt. Dit portfolio is, naast de afstudeeropdracht, tevens een middel om te kunnen borgen dat de studenten gedurende hun studie ook alle eindkwalificaties op het vereiste niveau bereiken. Door het portfolio kan de student bij het (verder) ontwikkelen van zijn competenties ook beter worden begeleid.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 27
Toetsing De toetsing is georganiseerd per masterclass. De leerdoelen van iedere masterclass zijn daarbij het uitgangspunt. De opleiding hanteert toetsmatrijzen om de verschillende leerdoelen evenwichtig over de examens te spreiden. De opleiding past verschillende toetsvormen toe, waaronder mondelinge presentaties, eindopdrachten, reflectieplannen en de eindscriptie. Daardoor wordt de toetsing van alle eindcompetenties geborgd. De opleiding toetst zowel formatief als summatief, zoals centraal is vastgelegd in het document Opleidingsontwikkeling- en Toetsbeleid van de NCOI Business School. Gedurende de opleiding vinden per masterclass cognitieve toetsen plaats. Per fase en ter afsluiting van de opleiding wordt summatief getoetst, waarin ook het portfolio als instrument wordt gehanteerd. Integrale toetsing vindt plaats aan het einde van de opleiding, doordat de student een afstudeerscriptie, gebaseerd op praktijkonderzoek, schrijft en verdedigt. Met betrekking tot het facet relatie tussen doelstellingen en inhoud programma komt het panel tot de conclusie dat het programma goed aansluit op de eindkwalificaties. Het is van masterniveau en richt zich goed op de beroepspraktijk van de managementcoach. De leerdoelen van de afzonderlijke masterclasses zijn afgeleid van de eindkwalificaties en het programma is dusdanig ingericht dat de studenten de eindkwalificaties kunnen behalen. Het panel oordeelt dan ook positief over de wijze waarop de opleiding uitwerking heeft gegeven aan dit facet.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 28
Facet 2.3. Samenhang programma
Het studieprogramma is inhoudelijk samenhangend
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Met betrekking tot dit facet kon het panel dat de generieke audit uitvoerde op basis van het centrale beleid, het volgende vaststellen voor alle door NCOI te verzorgen opleidingen: Logische opbouw Het generieke panel constateert in de wijze waarop NCOI haar leeromgevingen heeft ingericht een directe samenhang tussen bijeenkomsten, de eigen werksituatie en de online leeromgeving. De verticale opbouw in het programma bestaat tussen de fasen. Binnen een fase werkt NCOI met op zichzelf staande modulen/onderwijseenheden of masterclasses, die niet per se onderling op elkaar aansluiten. De samenhang van de modules en masterclasses binnen een fase komt tot uitdrukking in de integrale eindopdracht van iedere fase. Naar het oordeel van NCOI heeft haar specifieke doelgroep (studenten met werk- en levenservaring) behoefte aan flexibiliteit (lees: een eigen tempo) in het doorlopen van het studieprogramma. Daarom heeft de instelling gekozen voor modules en masterclasses die zelfstandige leereenheden zijn. Wel zijn modules geclusterd per opleidingsfase, hetgeen betekent dat deze altijd bij elkaar in één fase worden aangeboden. Daarmee beoogt NCOI een logische opbouw van het curriculum (volgtijdelijkheid) te realiseren. Onderzoekslijn Recentelijk (2009) is de module ‘Onderzoeksmethodieken en Technieken’ (aanvankelijk direct voorafgaand aan de afstudeerperiode gepland) verdeeld over ieder opleidingsprogramma, zodat een verticale opbouw in de onderzoekslijn zichtbaar wordt en de student intensiever wordt voorbereid op het uitvoeren van praktijkonderzoek. De wijze waarop hierin in ieder opleidingsprogramma is voorzien, ook in relatie tot de vakspecifieke onderdelen, is onderwerp van beoordeling geweest tijdens iedere opleidingsaudit. Afstemming tussen modulen De samenhang binnen het opleidingsprogramma wordt actief bevorderd door de inhoud van modules/masterclasses onderling op elkaar af te stemmen. De kerndocent vormt de verbindende schakel tussen ontwikkelaars en docenten in de opleiding. Voor de start van een opleidingsjaar wordt een startbijeenkomst met (kern)docenten gehouden en tussentijds worden regelmatig vakoverleggen met (kern)docenten georganiseerd om afstemming en samenhang tussen programmaonderdelen te bevorderen. Binnen- en buitenschools Er is een horizontale samenhang tussen colleges en werkplekleren. Tijdens de colleges vult de docent, die meestal zelf werkzaam is in de beroepspraktijk, bestaande kennis, ervaring en vaardigheden van de student aan met nieuwe inzichten. Door middel van opdrachten wordt de student uitgedaagd deze nieuwe inzichten te vertalen naar en toe te passen in de eigen werksituatie. Via de online leeromgeving van NCOI wordt met studiewijzers en opdrachten de uitwisseling tussen studenten met betrekking tot behandelde onderwerpen uit het vakgebied gestimuleerd. Aldus vindt een versterking van samenhang plaats tussen de colleges, de eigen werkomgeving en de online leeromgeving.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 29
Ontwikkeling beroepscompetenties Beroepscompetenties worden integraal ontwikkeld door het opbouwen van een portfolio per fase. Alle opdrachten zijn gekoppeld aan de specifieke opleidingscompetenties. De beheersingsniveaus zorgen voor een toenemende complexiteit van en verantwoordelijkheid bij het uitvoeren van de module- en eindopdrachten, en daarmee voor een verticale samenhang in het programma. Het portfolio is opgenomen in e-Connect (de online leeromgeving). Door middel van reflectie houdt de student gedurende de gehele opleiding zicht op de ontwikkeling van zijn competenties en kan hij door middel van het portfolio zijn competentieontwikkeling sturen. Door de recente invoering (september 2009) van het portfolio-instrument is het voor de panels die de opleidingsaudits uitvoeren bij sommige opleidingen al mogelijk geweest de eerste voorzichtige resultaten ervan te beoordelen. Master Coaching De opbouw van het programma is verdeeld over twee jaar. Bij facet 2.2. zijn al aspecten van inhoudelijke samenhang zichtbaar gemaakt. Inhoudelijke samenhang Door middel van de vier leerlijnen (zie 2.1) worden alle competenties op een evenwichtige wijze in de verschillende masterclasses ontwikkeld. De reflectieve leerlijn loopt als rode draad door de gehele opleiding. De competenties komen in jaar twee in toenemende mate integraal aan bod. Volledige integratie vindt plaats doordat de student ter afronding van zijn studie een scriptie schrijft, waarin hij aantoont tot synthese van het geleerde in staat te zijn. Het panel heeft voorts kunnen vaststellen dat de samenhang in het programma van de hboMaster Coaching, zowel in verticale als horizontale zin, tot stand is gebracht zoals dit in het generieke gedeelte voor alle opleidingen van NCOI is beschreven. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding aan de studenten per masterclass een studiewijzer uitreikt, waarin staat aangegeven wat de plaats van de betreffende masterclass in het curriculum is en welke relatie er bestaat tussen de verschillende vakken/masterclasses. Deze documentatie biedt naar het oordeel van het panel een goed inzicht in de samenhang binnen het studieprogramma. Onderzoekslijn in de opleiding In lijn met de andere masteropleidingen van de NCOI Business School, heeft de hbo-Master Coaching colleges onderzoeksmethodieken in het gehele programma opgenomen (zie ook 2.1 ‘Toegepast onderzoek’). De colleges bereiden voor op de uitvoering van de eindopdrachten per masterclass en leiden uiteindelijk toe naar het uitvoeren van het praktijkonderzoek en het schrijven en verdedigen van de scriptie aan het einde van de studie. De onderzoekslijn in het programma is ontwikkeld en wordt bewaakt door de NCOI-Onderzoeksfaculteit. Mogelijk, zo oordeelt het panel, kan bij een goed ontwikkelde onderzoeksfaculteit deze het ontbreken van een lectoraat met bijbehorende kenniskring enigszins compenseren. Portfolio Beroepsvaardigheden worden binnen de opleiding integraal ontwikkeld. Om dit beter inzichtelijk te maken en het leerproces in de opleiding en op de werkplek op elkaar af te stemmen (binnenen buitenschoolse samenhang), beter in kaart te brengen en te kunnen beoordelen, hanteert de opleiding een portfolio. Het portfolio wordt per fase (Kernprogramma en Topprogramma) ingevuld en wordt opgenomen in e-Connect, ‘Mijn Online Leeromgeving’. De opzet van een intervisie- en supervisieprogramma binnen de masteropleiding Coaching, versterkt de verbinding tussen de afzonderlijke programmaonderdelen, het portfolio en de persoonlijke ontwikkeling van de student, ook ten aanzien van de verdieping van zijn coachingsvaardigheden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 30
Toetsplan De samenhang in het programma wordt verder inzichtelijk gemaakt door middel van het toetsplan waarin is aangegeven welke competenties met welke toetsvormen wanneer in de opleiding centraal staan. Het panel heeft kennisgenomen van het toetsplan en beoordeelt dit als adequaat. Organisatorische samenhang In een jaarlijkse startbijeenkomst voor docenten bespreekt de kerndocent met zijn team docenten de opleidingsspecifieke visie en de mogelijk doorgevoerde veranderingen in de structuur van de opleiding en het studiemateriaal. De samenhang tussen de masterclasses staat in deze startbijeenkomst centraal. De kerndocent van de masteropleiding Coaching vormt de verbindende schakel tussen ontwikkelaars en docenten in de opleiding. De kerndocent organiseert regelmatig bijeenkomsten voor vakoverleg met de docenten van de opleiding. Daarin staat de uitwisseling tussen vakdocenten en de onderlinge afstemming centraal. Op grond van deze bevindingen komt het panel tot een positief oordeel over de samenhang in het masterprogramma coaching.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 31
Facet 2.4. Studielast
Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het panel dat de generieke audit heeft uitgevoerd, heeft op het punt van de studeerbaarheid van de programma’s in algemene zin het volgende kunnen vaststellen: Spreiding studielast NCOI houdt bij het ontwerp van de opleidingsprogramma’s rekening met de studeerbaarheid ervan. Belemmerende factoren bij het volgen van een studie heeft het panel op voorhand niet kunnen constateren. Alle programma’s zijn qua modulen/masterclasses op een identieke wijze ingericht, met eenzelfde studiebelasting per fase. Daarmee wordt een evenwichtige spreiding van de studielast gerealiseerd. De aangegeven studiebelasting per week, die bij aanvang van iedere programmaontwikkeling wordt opgegeven, lijkt het panel dat de generieke audit heeft uitgevoerd, aan de lage kant. Dit geldt eveneens voor het aantal standaard opgegeven contacturen. Daarom is iedere opleiding verzocht de studiebelasting nader te specificeren en te onderbouwing. Inzicht in toetsplannen Vanaf studiejaar 2010 neemt NCOI de toetsplannen op in de Studiegids van iedere opleiding. Daarmee wordt voor studenten de relatie tussen de beheersingsindicatoren/leerdoelen, toetscriteria en competenties per module/masterclass inzichtelijk gemaakt, hetgeen een juiste voorbereiding op de toetsen en dus een betere studeerbaarheid van een opleidingsprogramma bevordert. Specificatie van studiebelasting In de studiegidsen die het panel tijdens de generieke audit heeft ingezien, ontbraken (nog) concrete specificaties van de studiebelasting (per module) voor een geheel opleidingsprogramma. Het realiteitsgehalte van de studiebelasting voor een bachelor van 240EC en een master van 60EC heeft tijdens de opleidingsaudits, en dus ook bij de onderhavige opleiding, derhalve nadrukkelijk de aandacht gehad. Bij het bestuderen van de Management Reviews van de afzonderlijke opleidingen (of de opleidingsdocumentatie/ studiegidsen) is in het bijzonder gekeken naar de specificatie van de studiebelastingberekeningen; tijdens de locatie-interviews is door ieder panel per opleiding bovendien het realiteitsgehalte van de opgegeven studiebelasting nagegaan. Oordeel studenten Voorts heeft het panel vastgesteld dat de studeerbaarheid van het programma deel uitmaakt van studenttevredenheidsonderzoeken. Daaruit blijkt dat studenten over het algemeen tevreden zijn over de studielast. Uit de generieke rendementsgegevens van NCOI blijkt overigens dat studenten gemiddeld iets langer over hun studie doen dan voor een opleiding staat. Over hun tweejarige masteropleiding doen studenten gemiddeld 2,6 jaar. De opleider schrijft dit echter niet toe aan een te zware studiebelasting, maar aan het feit dat haar doelgroep werk, sociaal leven en studie combineert.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 32
Master Coaching De hbo-masteropleiding Coaching is zodanig opgebouwd en ingericht dat studenten aan de norm kunnen voldoen. De werkende student is niet gebonden aan schoolvakanties, waardoor de masteropleiding Coaching het opleidingsprogramma over bijna het gehele jaar kan plannen. Hierdoor kunnen meer lesweken gerealiseerd worden dan bij andere vormen van onderwijs het geval is. In de periode juli tot september schrijven studenten vaak hun eindopdrachten. Herkansingen kunnen gedurende het gehele jaar worden ingeleverd voor beoordeling. De effectieve jaarlijkse studieperiode is daarmee langer dan 42 weken. Effectief wordt daarom uitgegaan van 46 weken per jaar. Daardoor kan de opleiding onderbouwen dat de studie in 2 jaar, plus de afstudeerfase van een individueel half jaar, kan worden voltooid (totaal dus 2,5 jaar). Uiteraard geldt dit alleen voor studenten die beschikken over een Master-werkomgeving. Online leeromgeving Het digitale platform e-Connect vormt een nuttige aanvulling op het aantal contacturen. De studeerbaarheid van het programma is naar het oordeel van de opleiding goed, mede op basis van opgedane ervaring vanuit de bestaande geaccrediteerde MBA-opleiding. Er is geen grote mate van uitval en vertraging; deze blijft beperkt tot minder dan twintig procent van de studentenpopulatie. De opleiding schrijft dit voor een belangrijk deel toe aan privéomstandigheden van studenten, hun motivatie en de studiecontracten die gesloten zijn met de werkgever. Er wordt door studenten doorgaans maar een beperkt beroep gedaan op aanvullende studiebegeleiding. Verdeling van de studiebelasting De opleiding bestaat uit in totaal 7 masterclasses van elk 6,5 ECTS, Onderzoeksmethoden en Technieken van 4,5 ECTS en de eindscriptie van 10 ECTS. In totaal komt de opleiding daarmee op een omvang van 1680 klokuren ofwel 60 ECTS. De studielast is gelijkelijk over de studieduur verdeeld en de toetsing vindt plaats na iedere masterclass. Hierdoor ontstaat geen piekbelasting tijdens de opleiding. De opleiding heeft per masterclass de studiebelasting gespecificeerd. Het totaal aantal contacturen in het eerste jaar is 114, in het tweede jaar 76 uur. De studiebelasting in het eerste jaar bedraagt 854 en in het tweede jaar 770 uur. De opleiding heeft de studiebelasting per programmaonderdeel als volgt gespecificeerd: Onderzoeksmethoden en -technieken Voorbereidingstijd Contacturen Nazorg Literatuurstudie Plan van aanpak Totaal
36 18 10 32 30 126 4,5 ECTS
Opbouw van iedere masterclass Voorbereidingstijd Contacturen Nazorg Literatuurstudie en e-Connect Examen (eindopdracht/case) Totaal
48 24 26 44 40 182 6,5 ECTS
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 33
Opbouw eindscriptie Groeps- en individuele begeleiding Literatuuronderzoek (desk) Toegepast onderzoek (field) Analysefase Rapportage Afsluiting Totaal
10 80 80 60 40 10 280 10 ECTS
Voorbereiding gebeurt aan de hand van de studiewijzer, bestuderen van de leerstof die is aangegeven voor de betreffende bijeenkomst. Daarnaast dient de student de opdrachten voor te bereiden en via internet aanvullende gegevens op te zoeken. Via e-Connect kan de student vragen stellen aan de docent of andere studenten. Contacturen bestaan uit de bijeenkomsten met de docent en andere studenten. Vaak vindt voorafgaande aan of in aansluiting op de bijeenkomst overleg plaats met de docent over bijvoorbeeld een plan van aanpak en met andere studenten over groepsopdrachten of andere studievragen. Nazorg is het verwerken van de opgedane kennis tijdens de bijeenkomst. Het uitwerken van aantekeningen en het nogmaals bestuderen van de leerstof die extra aandacht behoeft of onduidelijk was bij de voorbereiding. Het maken van een verwerkende praktijkopdracht, waarmee de leerstof beter beklijft. Literatuurstudie bestaat uit het opzoeken van aanvullende informatie over de leerstof via internet, universiteitsbibliotheken, e-Connect of weblog. Het verzamelen van literatuur voor praktijkopdrachten of eindopdrachten. Het (nogmaals) bestuderen van de verplichte literatuur. Examenvoorbereiding bestaat uit het bestuderen van alle verplichte leerstof inclusief literatuuronderzoek buiten de aangeboden verplichte literatuur ter voorbereiding op de eindopdracht en/of case. Het opzetten van een onderzoek voor de eindopdracht of scriptie. De studiebelasting wordt tweejaarlijks geëvalueerd door middel van een studentevaluatieonderzoek. Uit de uitkomsten van het studenttevredenheidsonderzoek 2009 blijkt dat de studenten van bestaande masteropleidingen de opleiding als haalbaar ervaren. Het panel dat het opleidingsprogramma heeft beoordeeld, vindt het programma van de hboMaster Coaching studeerbaar doordat de studielast goed gespreid wordt over het studieprogramma, de opleiding beschikt over een toetsplan, waaruit blijkt dat de toetsing per masterclass plaatsvindt en herkansingen flexibel kunnen worden ingepland.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 34
Facet 2.5. Instroom
Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: HBO-master: bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectie
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het panel dat de generieke audit uitvoerde, heeft op het punt van het door NCOI gevoerde instroombeleid het volgende kunnen vaststellen: Instroomeisen NCOI hanteert als instroomeis voor al haar hbo-opleidingen dat een student de wettelijk vereiste vooropleiding heeft met minimaal 2 jaar relevante werkervaring, met uitzondering van de Master MBA, waarvoor 3 jaar werkervaring geldt. Het begrip ‘relevant’ heeft NCOI gedefinieerd in het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van iedere opleiding. Daarnaast kan een student van 21 jaar of ouder, waarvan de vooropleiding niet aan de norm voldoet, een instroom- of toelatingsprogramma volgen en een toelatingsexamen afleggen. NCOI heeft deze vereisten vastgelegd in het Centrale Onderwijs- en Examenreglement. Toelatingsonderzoek Vóór toelating en aanvang van de opleiding worden kandidaten in voorlichtingsbijeenkomsten uitgebreid geïnformeerd over de inhoud van en de toelatingseisen voor een specifieke opleiding. Hierbij worden, op verzoek van de kandidaat, ook persoonlijke adviesgesprekken met kandidaten gevoerd waarbij de motivatie en toelatingsmogelijkheden worden besproken. Een kandidaat vraagt vervolgens een toelatingsonderzoek aan, waarin gecontroleerd wordt of de student aan de wettelijke instroomeisen voldoet. Het toelatingsonderzoek geeft antwoord op de volgende vragen: vooropleiding(en), werkervaring, actuele werkomgeving, interesse, motivatie, persoonlijk profiel, (eventueel motivatie toelatingsonderzoek). De toelatingsaanvraag wordt vastgelegd en samen met de uitslag van het toelatingsonderzoek opgenomen in een dossier. Indien aan de eisen is voldaan, wordt de kandidaat ingeschreven als student. Kandidaten krijgen schriftelijk bericht of zij zijn toegelaten. Bijzondere aandacht bij iedere duale opleiding is er geweest voor de wijze waarop de instelling bij aanvang van de studie de kwaliteit van de werkplek beoordeelt en hoe de instelling omgaat met mogelijk aanvullende vereisten voor specifieke opleidingen met het oog op de beheersing van Engels of Economie. Vrijstellingen NCOI heeft in het OER (art. 20) van de afzonderlijke opleidingen een regeling opgenomen met betrekking tot het verlenen van vrijstellingen. Voor het verkrijgen van vrijstellingen van programmaonderdelen dient een schriftelijk en gemotiveerd verzoek te worden ingediend bij de betreffende domeinexamencommissie. Doorstroming naar master De aansluiting van een masterprogramma op een aanverwante hbo-bachelor wordt versterkt doordat NCOI zowel voor de master als de bachelor dezelfde Raad van Advies installeert, waarin zowel wetenschappelijke expertise als hbo-deskundigheid is vertegenwoordigd. Uit de gesprekken met het management is het panel gebleken dat aansluiting van het masterprogramma op het bachelorprogramma nadrukkelijk onderdeel is van de taak van de Raad van Advies. Het panel constateert overigens dat deze taak (nog) niet staat beschreven in de taakstelling van de Raad van Advies, waarin het panel inzage heeft gehad. Bij visitaties van de onderscheiden opleidingen is door de verschillende panels vastgesteld dat in deze omissie inmiddels is voorzien.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 35
Naar het oordeel van het panel voert NCOI een transparant toelatingsbeleid, dat is vastgelegd in het centrale onderwijs- en examenreglement en voldoet de instelling op dit punt aan de wettelijke vereisten. Master Coaching Om te kunnen instromen in de opleiding Master Coaching dient een kandidaat te beschikken over minimaal een relevante hbo-bacheloropleiding. Het gaat dan bijvoorbeeld om een bachelor Management, Personeel en Arbeid of een vergelijkbare opleiding. Daarnaast dient een kandidaat minimaal 3 tot 5 jaar werkervaring te hebben, minimaal op het gebied van individuele coaching en het juiste (HRM-gerelateerde) referentiekader om de masterclasses te kunnen volgen. Bij de Master Coaching gaat het dan om aantoonbare ervaring met en kennis van coaching, verworven door trainingen die bij de Stichting Coach of NOBCO zijn geregistreerd of opleidingen verzorgd door de School voor Coaching. Verder dient een student bij instroom te beschikken over voldoende kennis van en vaardigheden in de Nederlandse en Engelse taal. Leesvaardigheid in de Engelse taal is een van de toelatingseisen, omdat er naast Nederlandse ook Engelstalige wetenschappelijke literatuur gebruikt wordt. Werkomgeving Tijdens het toelatingsonderzoek, zo heeft de opleiding in haar OER vastgelegd, dient de kandidaat gedocumenteerd aan te geven welke werkervaring aanwezig is en vanuit welke actuele arbeidsomgeving hij in de opleiding participeert. Bij twijfel over de geschiktheid van de werkplek van de student of de bereidheid van de werkgever de student de gelegenheid te bieden praktijkopdrachten binnen de organisatie uit te voeren, bezoekt de opleiding de betreffende organisatie. Bij twijfel over de kwaliteit van de werkplek wordt een student niet toegelaten tot de duale variant. Bij een negatief oordeel over de kwaliteit van de werkomgeving, kan de student besluiten de opleiding in deeltijd te volgen, waarbij de opleiding vereist dat praktijkopdrachten in een alternatieve werkomgeving of in de vorm van een stage kunnen worden uitgevoerd. Deze weg wordt ook bewandeld indien tijdens de opleiding de werkkring van de student wegvalt of in het kader van de opleiding ongeschikt wordt. De opleiding heeft aan het panel een aantal voorbeelden gegeven van aspirant-studenten die zich inmiddels voor het programma hebben aangemeld. Vooropleidingen zijn bijv. hbolerarenopleiding, Klinische Psychologie, HBO-Cultureel werk. Functies en werkomgevingen zijn: coördinator studieloopbaanbegeleiding bij een lerarenopleiding, hoofd centrum voor Maatschappelijke Psychiatrie in een kliniek en HRM-manager bij KPN. Bij een negatief oordeel over het werk- en denkniveau, tijdens het toelatingsonderzoek, wordt de kandidaat geadviseerd een toelatings- of instroomprogramma te volgen. De kandidaat kan dit toelatingsprogramma alleen volgen als de andere criteria (motivatie, profiel en werkomgeving) voldoende zicht bieden op het succesvol kunnen doorlopen van het Mastertraject. Indien een kandidaat niet voor het instroomprogramma slaagt, is er onvoldoende garantie dat hij het studietraject binnen de masteropleiding succesvol zal kunnen doorlopen. De potentiële kandidaat wordt dan niet toegelaten. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding de formele instroomvereisten voor de hboopleiding Master Coaching helder heeft vastgelegd in haar OER. Voor het overige heeft het panel geconcludeerd dat de opleiding op het punt van instroom volledig aansluit bij hetgeen daarover op centraal niveau is vastgelegd en dat de borging voor de specifieke vereisten die aan de instroom voor een Master Coaching kunnen worden gesteld in orde is bevonden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 36
Facet 2.6. Duur
De opleiding voldoet aan de formele eis m.b.t. de omvang van het curriculum: o HBO-master: minimaal 60 ECTS
Oordeel: voldaan Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen De masteropleiding omvat een studieprogramma waarvan het panel heeft kunnen vaststellen dat het totaal aan studiepunten 60 ECTS bedraagt en dat het programma daarmee aansluit op de wettelijke basis. NCOI biedt de masteropleiding in een deeltijdse en duale variant aan met een doorlooptijd van twee studiejaren. De opleiding voldoet derhalve aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum (minimaal 60 ECTS).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 37
3.
Inzet van personeel
Facet 3.1. Eisen HBO
Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het panel dat de generieke audit heeft uitgevoerd, is met betrekking tot de hboberoepsoriëntatie van het docentencorps tot de volgende bevindingen gekomen: Freelance professionals Voor de uitvoering van onderwijsgevende taken werkt NCOI voornamelijk met freelance professionals. Deze zijn werkzaam in het betreffende beroepenveld waarvoor zij bij NCOI onderwijsactiviteiten verzorgen; zo kunnen zij de verbinding leggen tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Daarnaast beschikken zij over een sterke theoretische achtergrond (door studie, werkervaring en nevenactiviteiten, bijvoorbeeld bestuurswerk van belangenvereniging, publicaties, e.d.) en aantoonbare didactische kennis en vaardigheden. Selectiecriteria De wijze waarop docenten worden geselecteerd, heeft NCOI beschreven in het document ´Personeelsplanning en –inzet’. Daarin zijn als selectiecriteria opgenomen: opleidingsniveau, werkervaring, doceer-/trainingservaring, inzetbaarheid, specialisme/vakgebied en woonplaats. Inbreng van het relatienetwerk en feitelijke werkzaamheid in het beroepenveld (werkvelddeskundigheid) maken impliciet deel uit van de sollicitatieprocedure. Relatie beroepspraktijk Hoewel het panel heeft vastgesteld dat de feitelijke relatie die een docent onderhoudt met de beroepspraktijk geen expliciet onderdeel uitmaakt van de sollicitatieprocedure, blijkt uit een door de instelling geleverd overzicht van alle hbo-docenten dat een aanzienlijk deel van hen naast hun onderwijsactiviteiten nog tevens werkzaam is in de beroepspraktijk. Tijdens de afzonderlijke opleidingsaudits is specifiek gekeken naar de CV’s van docenten, in het bijzonder naar hun professionele netwerken, de feitelijke relaties die zij onderhouden met het voor de opleiding relevante werkveld en de wijze waarop zij de eigen ervaring uit de beroepspraktijk vertalen naar hun onderwijs. Master Coaching Omdat de opleiding gericht is op werkenden, zet NCOI vrijwel alleen docenten in die naast een academische achtergrond op Masterniveau in de beroepspraktijk werkzaam zijn. De opleiding heeft het panel de 16 CV’s geleverd van de docenten die primair in de opleiding acteren; daaruit blijkt dat 15 van hen nog immer in de actuele en relevante beroepspraktijk werkzaam zijn. De Business School hanteert een aanname- en selectieprocedure (zie hiervoor), waarbij ook voor deze opleiding ‘werkzaam in de beroepspraktijk’ een van de criteria vormt om als docent ingezet te kunnen worden, naast een sterke theoretische basis en minimaal doctoraalniveau.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 38
Studenten volgen de opleiding om naast hun eigen praktijkervaringen extra theoretische kennis en vaardigheden te verwerven. Door deze interactie kunnen zij de gewenste beroepscompetenties van de opleiding bereiken en doorstromen naar een hogere functie (loopbaanontwikkeling). Studenten hebben daarom behoefte aan docenten die zich moeiteloos kunnen inleven in hun beroepssituatie. Tijdens de auditdag is het panel gebleken dat de docenten die NCOI voor deze opleiding inzet, ruimschoots aan dit criterium voldoen. De docenten zijn veelal ervaren managers, organisatieadviseurs of trainer-coaches die op Masterniveau hun ervaring in de colleges inbrengen. Het panel stelt derhalve vast dat de docenten van de hbo-opleiding Master Coaching een duidelijke verbinding met de beroepspraktijk onderhouden. Voorbeelden van (voormalige) functies uit de CV’s zijn Management consultant Organisatie en Management adviseur, Interim manager, Consultant competentiemanagement, Verandermanager, Adviseur MD. Op grond van deze bevindingen komt het panel tot de conclusie dat het onderwijs van de hboMaster Coaching voornamelijk wordt verzorgd door personeel dat in staat is een verbinding te leggen tussen de opleiding en de beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 39
Facet 3.2. Kwantiteit personeel
Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het auditteam dat de generieke audit uitvoerde, heeft met betrekking tot de beschikbare docentencapaciteit het volgende vastgesteld: Docentenpool en flexibele planning NCOI beschikt over een pool van docenten, ontwikkelaars en beoordelaars waaruit zij kan selecteren. Het werken met freelancers biedt NCOI de mogelijkheid flexibel te plannen om indien nodig extra docenten aan te trekken en hiermee de grootte van de studentgroepen (min. 8, max. 20 studenten) op het gestelde maximum te houden. De docentencapaciteit is lastig in FTE’s uit te drukken, omdat er geen sprake is van dienstverbanden. Voorafgaand aan de start van een nieuwe opleiding worden nieuwe docenten actief geworven, indien NCOI op dat moment geen docenten heeft met de vereiste theoretische kennis en beroepspraktijkervaring. De afdeling Cursistenadministratie verwerkt de inschrijvingen van studenten en geeft een voorspelling van het aantal inschrijvingen, zodat de afdeling Docentenmanagement en de afdeling locatiemanagement op tijd kunnen anticiperen op het inplannen, dan wel het werven van het aantal docenten en het inroosteren van leslokalen. In een overzicht heeft NCOI inzichtelijk gemaakt hoeveel docenten zij per te verzorgen module kan inzetten (potentieel beschikbare docentcapaciteit per module). Capaciteit voor ondersteuning Voor iedere opleiding wordt een docententeam gevormd onder leiding van de kerndocent(en). Afhankelijk van hun expertise verzorgen docenten één of meer modules in een opleiding. Naast de beschikbaarheid van docenten wordt ook bij de vaste medewerkers van de afdelingen Opleidingsmanagement, Programmamanagement, Materiaalontwikkeling, Examenbureau, Docentenmanagement, Advies & Voorlichting gekeken of voldoende expertise aanwezig is om het onderwijskundige, logistieke en administratieve proces rondom een nieuwe opleiding te kunnen organiseren. Een nieuw te ontwerpen en ontwikkelen opleiding wordt in de jaarplanning van de betrokken afdelingen opgenomen, zodat de beoogde productie, planning en controle van werkzaamheden in tijd en omvang is vastgelegd en hiervoor voldoende capaciteit kan worden ingepland. Capaciteit voor studiebegeleiding De studiebegeleiding – en dus ook het aantal personeelsleden dat zich hiermee bezighoudt – is beperkt (zie ook: 4.2 Studiebegeleiding). NCOI is van oordeel dat de doelgroep geen intensieve studiebegeleiding behoeft. Studenten kunnen, indien gewenst, wel extra studiebegeleiding inkopen. Tijdens iedere opleidingsaudit is deze opvatting van NCOI geverifieerd bij de studenten. Master Coaching De opleiding beschikt op het moment van de audit (peildatum voorjaar 2010) over een pool van 16 docenten. Omdat de docenten als freelancer werken, is het aantal FTE lastig aan te geven; veel docenten worden per masterclass ingezet, bijvoorbeeld gedurende een periode van 8 weken. Voor een masterclass (8 bijeenkomsten van ieder 3 uur) betekent dit een inzet voor 24 uur les, waarbij ervan wordt uitgegaan dat de docent zich minimaal 48 uur voorbereidt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 40
Daarnaast besteden docenten ongeveer 1 tot 2 dagdelen per week aan het beantwoorden van vragen via e-Connect. Voor het inzetten als begeleider of beoordelaar worden aparte afspraken met docenten gemaakt. Het aantal formatieplaatsen dat voor onderwijzend personeel beschikbaar is, is logischerwijs ook afhankelijk van het aantal studentgroepen. De beschikbare docentencapaciteit wordt dan ook ingepland afhankelijk van het aantal instromende studenten en de daaruit samen te stellen groepen. Daarnaast wordt voor circa 0,6 FTE staf ingezet ten behoeve van de opleiding, in de vorm van deeltaken van de manager Business School, de programmamanager en de coördinator studiemateriaal. Onder de medewerkers van NCOI wordt tweejaarlijks een medewerkerstevredenheidonderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek gebruikt de opleiding ook om te beoordelen of de capaciteit voldoende is om het onderwijs te verzorgen en te onderhouden. masterclasses worden aangeboden bij groepen van minimaal 8 en maximaal 16 studenten. De docent/studentratio binnen de opleiding is door de manier van plannen bij NCOI geen relevant aandachtspunt. Te grote groepen gaan niet van start en worden gesplitst. Deze gang van zaken wordt zowel bevestigd door de studenten als de docenten, waarmee het panel sprak. Studiebegeleiding De opleiding Master Coaching heeft ten tijde van de visitatie nog geen studenten. Studenten van andere opleidingen (waaronder bijv. de aanverwante opleiding HBOPersoneelsmanagement), ondersteunden bij eerdere visitaties de opvatting van NCOI dat zij als werkende en oudere studenten weinig behoefte hebben aan uitgebreide studiebegeleiding. Van de geboden faciliteiten in dezen, stelden de studenten dan ook weinig tot geen gebruik te maken. Ten behoeve van de begeleiding bij het uitvoeren van het afstudeeronderzoek en het schrijven van de scriptie, zet de opleiding vooral de vijf docenten in die zijn gepromoveerd. Op grond van deze bevindingen is het auditteam van oordeel dat de opleiding voldoende personeel zal inzetten om het programma met de gewenste kwaliteit uit te voeren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 41
Facet 3.3. Kwaliteit personeel
Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het auditteam dat de generieke audit heeft uitgevoerd, heeft met betrekking tot de kwaliteit(sborging) van het beschikbare docerend personeel in algemene zin het volgende kunnen vaststellen: Aannamebeleid De sollicitatieprocedure die NCOI voor alle opleidingen hanteert en waarin het panel inzage heeft gehad, bevordert de aanname van personeel dat kwalitatief aan de maat is. In een overzicht heeft NCOI de kwalificaties van haar docenten inzichtelijk gemaakt, die de modulen en masterclasses in de hbo-opleidingen verzorgen. Daaruit blijkt dat zeker 90% van het totale freelance docentencorps over een opleiding beschikt op masterniveau (drs./ir.); een beperkt aantal docenten binnen de bacheloropleidingen is op bachelorniveau afgestudeerd en een viertal docenten is gepromoveerd in de richting waarin zij doceren. Drie docenten zijn bezig met hun promotieonderzoek. Uit het overzicht blijkt verder dat een beperkt aantal docenten beschikt over een formele onderwijsbevoegdheid en ongeveer eenderde van het docentencorps (eerdere) ervaring heeft opgedaan met het verzorgen en/of ontwikkelen van onderwijs. Het panel stelt op basis van dit kwalificatieoverzicht vast dat het personeel van NCOI over de kwalificaties lijkt te beschikken om de opleidingsprogramma’s inhoudelijk, onderwijskundig en organisatorisch met voldoende kwaliteit te kunnen uitvoeren. Het panel dat de centrale audit uitvoerde, heeft geen CV’s van docenten ingezien; tijdens iedere afzonderlijke opleidingsaudit is op basis van de ter inzage liggende CV’s en de te voeren gesprekken met de aanwezige vakdocenten het voorlopige, meer globale, beeld van het generieke panel geverifieerd. Docentrollen NCOI heeft verschillende ‘onderwijsrollen’ gedefinieerd. Dit zijn (kern)docent, portfoliobegeleider, portfoliobeoordelaar, scriptie/afstudeerbegeleider, (toets)ontwikkelaar, (toets)meelezer, examenbeoordelaar, lid Raad van Advies. Voor elke rol heeft NCOI de volgende aspecten vastgelegd: Profiel en kwalificaties voor de uitoefening van de rol; Werving en selectieproces en criteria; Evaluatiesystematiek; Opleiding en training afgestemd op de rol. Begeleiding nieuwe docenten Nieuwe docenten, die bij aanname ondermeer getoetst worden op hun didactische kwaliteiten door een proefles te verzorgen, worden in het eerste jaar getraind; voor iedere rol zijn er aparte trainingen. Ook vindt intensieve begeleiding plaats. Door de rolbeschrijvingen is een meetbare en beheersbare systematiek ontstaan om de kwaliteit te borgen. Tijdens en na iedere module vindt een studentevaluatie plaats, waarbij NCOI als uitgangspunt hanteert dat een docent een 8 of hoger moet scoren (schaal 1-10). De docent kan zijn score zien via E-connect, de digitale leeromgeving. De afdeling Docentenmanagement bewaakt de scores en indien de score in negatieve zin afwijkt van de norm, vindt een gesprek plaats met de docent. De score die een docent voor het verzorgen van een module verkrijgt, wordt vertaald in een ‘rating’, die in hoge mate de inzetbaarheid van de docent bepaalt voor eenzelfde module in volgende studiejaren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 42
Iedere nieuwe docent heeft na het eerste jaar een Persoonlijk Voortgangs Gesprek (PVG) met een HR consultant van Docentenmanagement. Ook de frequent ingezette docenten hebben jaarlijks een PVG en de overigen één keer in de twee jaar. De PVG kent een vast stramien dat in een gespreksformat is vastgelegd. Daaruit is het panel gebleken dat er afspraken worden gemaakt over het bijhouden van vakkennis en praktijkkennis en dat een recent CV van de docent mede de basis vormt voor het gesprek. In de PVG worden verder de studentevaluaties besproken en wederzijdse verwachtingen en wensen doorgenomen. Een verslag van ieder gesprek wordt door de afdeling Docentenmanagement opgenomen in het docentendossier in het managementinformatiesysteem Olympus. Kwaliteitsborging docenten Met een docent wordt tussentijds contact opgenomen indien een evaluatie daartoe aanleiding geeft. Vanaf juni 2010 worden deze docenten uitgenodigd om een training didactische vaardigheden te volgen. Verder is er contact met docenten in de startbijeenkomst (voorafgaand aan iedere start van een opleidingsjaar), in vakgroepoverleg (zie hierna) en trainingen. Ook is er een nieuwsbrief voor docenten, waarin essentialia over de instelling worden gecommuniceerd. Klachten van/over docenten en de afhandeling ervan worden bijgehouden in Olympus. Kerndocenten Vanuit het docentencorps is per bachelorlijn (Commerciële Economie, Bedrijfskundig Management en Personeelsmanagement) een kerndocententeam aangesteld met inhoudelijk experts op het desbetreffende vakgebied. Per masteropleiding zijn een of twee kerndocenten benoemd, die inhoudelijk expert zijn op het vakgebied van die opleiding. De kerndocent vormt de verbindende schakel tussen het werkveld en de relevante inhoudelijke ontwikkelingen in het vakgebied en het inhoudsteam. Om in aanmerking te komen voor de rol van kerndocent dient een docent gepromoveerd te zijn en/of ruime praktijkervaring te hebben in het verzorgen van het programma. De kerndocenten zijn actief bij de inhoudelijke uitvoering van de opleiding betrokken (als denktanklid, lid van de adviesraad, docent, ontwikkelaar en scriptiebegeleider). Op het moment dat een nieuwe docent wordt ingezet, wordt de kerndocent geïnformeerd zodat hij samen met de programmamanager vragen ten aanzien van de lesaanpak kan beantwoorden. De positie en de cohesie bevorderende rol van de kerndocent is in het NCOI-opleidingsmodel, met een docentencorps dat grotendeels bestaat uit freelance docenten, cruciaal. De positie en rol van de afzonderlijke kerndocenten is daarom telkens onderwerp van nader onderzoek geweest tijdens de opleidingsaudits. Daarnaast is de vraag van belang of NCOI in voldoende mate (freelance) kerndocenten aan zich weet te binden en daarmee dus ook de continuïteit in kerndocentschappen borgt. Ook deze vraag is telkens in de afzonderlijke opleidingsaudits aan de orde geweest. Afstemmingsbijeenkomsten Een belangrijke bron van informatie en afstemming vormen de vakbijeenkomsten voor docenten. Voor een goede beoordeling van de kwaliteit van deze bijeenkomsten, waardoor (kern)docenten/scriptiebegeleiders uniform en met deskundigheid en gezag hun functie kunnen uitoefenen, is inzage in de notulen ervan noodzakelijk. Deze zullen daarom per opleidingsaudit (bij bestaande opleidingen) voorhanden moeten zijn. Door het organiseren van startbijeenkomsten bij aanvang van het nieuwe studiejaar wordt de betrokkenheid van (kern)docenten vergroot en is iedere docent geïnformeerd over de inhoud en samenhang van het programma. Daarnaast organiseert de afdeling Programmamanagement met de afdeling Materiaalontwikkeling gedurende het studiejaar verschillende vakbijeenkomsten. Zo wordt bijvoorbeeld jaarlijks een vakoverleg voor scriptiebegeleiders georganiseerd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 43
Onderwijsondersteunend personeel Medewerkers van de Business School (niet-onderwijzend personeel) doorlopen de reguliere performancecyclus (RGA-gesprek, functioneringsgesprek, beoordelingsgesprek). Hierin worden met medewerkers afspraken gemaakt over scholingswensen. Daarnaast volgen medewerkers cursussen of seminars die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun functie. In 2009 is voor de medewerkers van Materiaalontwikkeling een training over opleidingskunde, het formuleren van leerdoelen en het opstellen van (digitale) opdrachten gegeven. De onderwijskundig medewerker van de afdeling programmamanagement (Programmamanager) ondersteunt zowel de coördinator studiemateriaal op onderwijskundig gebied alsook docenten die hierbij ondersteuning nodig hebben. Verder wordt in ondersteuning voor docenten voorzien door middel van de trainingen die zijn gekoppeld aan de rol van docent. In het voorjaar en zomer 2009 zijn basistrainingen verzorgd voor alle docenten. Het niet willen deelnemen aan deze trainingen heeft voor een aantal docenten geresulteerd in beëindiging van de samenwerking met NCOI. Master Coaching Bij het selecteren van docenten acht de opleiding het van groot belang dat de docent naast theoretische bagage en relevante en actuele beroepservaring eveneens beschikt over goede didactische vaardigheden. Deze moeten passen binnen de onderwijsvisie van de Business School, waarbij de ALP-methode® (Action Learning) als onderwijsmethodiek centraal staat. Voor kandidaat-docenten van de Business School, en dus ook voor de masteropleiding Coaching, geldt een standaard aanname- en selectiebeleid zoals dit op centraal niveau is vastgelegd. Alle docenten hebben minimaal een doctoraal opleiding afgerond. Gepromoveerden Van de 16 docenten voor deze opleiding zijn op dit moment 5 docenten gepromoveerd. Uit de Visie op Onderzoek die de opleiding heeft opgesteld, blijkt dat de Business School als belangrijke doelstelling heeft bepaald dat zij meer gepromoveerde docenten wil inzetten. Dit wordt op verschillende manieren bewerkstelligd: door samenwerking aan te gaan met universiteiten, waardoor meer inzet van gepromoveerde docenten gerealiseerd kan worden en door gepromoveerde Raad van Adviesleden (6 leden) bij de opleiding te betrekken. Van de Raad van Advies voor deze opleiding is de voorzitter, Prof. Dr. Willem Mastenbroek, gepromoveerd. Op het moment van visitatie is de ontwikkeling van een onderzoeksfaculteit binnen NCOI, aangestuurd door Prof. Dr. Anton Cozijnsen van de Vrije Universiteit van Amsterdam (VU), in gang gezet en is er een start gemaakt met de samenwerking met de Open Universiteit (OU). De opleiding verwacht dat hiervan aantrekkingskracht op gepromoveerde nieuwe docent zal uitgaan. Raad van Adviesleden zullen, zo werd tijdens de audit door de RvA-leden bevestigd, worden ingezet bij de beoordeling van scripties van de opleiding. Gepromoveerden van de VU worden ingezet bij het ontwikkelen van studiemateriaal en het verzorgen van de masterclasses. De verwachting is, dat met de OU eenzelfde samenwerking tot stand komt. Scholing In september 2010 heeft NCOI een training georganiseerd op het gebied van Onderzoeksvaardigheden. Deze training is gegeven, onder supervisie van Prof. Dr. Anton Cozijnsen, door één van de docenten die zich binnen NCOI specifiek met onderzoek bezighoudt. De training is gevolgd door docenten, beoordelaars en scriptiebegeleiders. Op deze wijze borgt de opleiding dat alle bij het onderwijs betrokkenen over voldoende kennis beschikken van Onderzoeksmethodieken en technieken, zodat studenten bij het uitvoeren van hun afstudeeropdrachten op een kwalitatief verantwoorde wijze naar het juiste niveau worden begeleid.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 44
Kerndocent De masteropleiding coaching kent twee kerndocenten: Prof. Dr. Anton Cozijnsen werkt o.a. aan de Vrije Universiteit als hoogleraar verandermanagement en verzorgt bij verschillende universiteiten en hogescholen gastdocentschappen. Zijn collega Drs. Freddy Oosterwijk, afgestudeerd als Arbeid- en organisatiesocioloog aan de UvA (1994), heeft een ruime ervaring in de praktijk van organisatieontwikkeling en coaching; hij voerde ondermeer opdrachten uit voor verschillende ministeries, gemeenten, de belastingdienst en de Dienst Nationale Recherche (KLPD). De beide kerndocenten maakten deel uit van het docententeam waarmee het panel sprak; gebleken is dat zij beiden actief bij de inhoudelijke ontwikkeling en uitvoering van de opleiding zijn betrokken. Het panel heeft kunnen vaststellen dat de kerndocenten voor deze opleiding als de spreekwoordelijke spin-in-het-web functioneren, en dat van hen een motiverende en cohesie bevorderende werking uitgaat. Voorts heeft de opleiding aan het panel aangegeven de kerngroep van docenten, die het meest in de opleiding lesgeeft, intensief te betrekken via mechanismen als het inzetten van meerdere docenten bij de ontwikkeling van de opleiding, het houden van inhoudelijke startbijeenkomsten, het organiseren van een jaarlijkse evaluatiebijeenkomst met docenten, het houden van calibreersessies met scriptiebeoordelaars en ontwikkelaars/beoordelaars van eindopdrachten om niveau en beoordelingscriteria af te stemmen. De regie ten aanzien van de competentieontwikkeling en -beoordeling van de master Coach ligt in handen van de docent/coach die het supervisie- en intervisieprogramma uitvoert. Het panel concludeert dan ook dat de opleiding personeel inzet dat voldoende gekwalificeerd is voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Een beeld dat ook werd bevestigd door de externe leden van de Raad van Advies, waarmee het panel tijdens de audit sprak.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 45
4.
Voorzieningen
Facet 4.1. Materiële voorzieningen
Huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het panel dat de generieke audit heeft uitgevoerd, heeft op het punt van de huisvesting en materiële voorzieningen het volgende kunnen vaststellen: Afstemming op doelgroep NCOI biedt de opleidingen aan in de vorm van contactonderwijs met ondersteuning van de online leeromgeving. Omdat NCOI zich uitsluitend richt op werkenden, zijn de huisvesting en materiële voorzieningen afgestemd op de eisen die deze doelgroep stelt. NCOI maakt naast eigen leslocaties in Utrecht en vanaf januari 2010 in Rotterdam gebruik van leslocaties in Nederland in vergader- en congrescentra en hotels. De eigen leslokalen in BCN in Utrecht en Rotterdam zijn allemaal als goed geoutilleerde leslokalen ingericht. Zij zijn alle voorzien van een whiteboard, een beamer, een aansluiting voor laptops en de mogelijkheid van een internetverbinding. Criteria voor locaties Voor leslocaties buiten Utrecht en Rotterdam zoekt de afdeling Locatiemanagement locaties die eenzelfde kwaliteit bieden als de eigen locaties in Utrecht en Rotterdam. Naast de criteria voor de leslokalen stelt de afdeling Locatiemanagement ook eisen aan de bereikbaarheid, de parkeergelegenheid en de catering van een locatie. Alle locaties, zowel eigen als ingehuurde, leslocaties worden aan het einde van iedere module door studenten geëvalueerd. De uitkomsten van de evaluaties zijn, naast persoonlijke bezoeken van de afdeling Locatiemanagement, een belangrijke graadmeter om de locatie wederom aan de studenten aan te bieden of gewenste verbeteringen met de verhuurder van de locatie te bespreken. De criteria waaraan locaties moeten voldoen, heeft NCOI vastgelegd in het document ‘Criteria voor locaties’. Deze criteria zijn naar het oordeel van het panel adequaat. Studiefaciliteiten Bij inschrijving aan de opleiding ontvangen de studenten per module een studiepakket. Een studiepakket bestaat, afhankelijk van de module, uit een of meer studieboeken, een reader of een studiemap of een combinatie hiervan. Naast het studiepakket krijgt de student toegang tot e-Connect, een persoonlijke website. Op deze persoonlijke website staat alle benodigde informatie rondom de opleiding. Verder ziet de student er bijvoorbeeld de uitslagen van de examens of berichten die voor hem van belang zijn. Naast deze praktische informatie geeft e-Connect toegang tot de online leeromgeving. Deze digitale leeromgeving laat per les zien wat de student moet bestuderen, geeft toelichting op de stof, benoemt de leerdoelen en geeft een overzicht van alle te maken opdrachten. Daarnaast wordt het contact tussen studenten onderling en tussen studenten met docenten gefaciliteerd via de online leeromgeving. Deze online leeromgeving maakt een goede indruk. Het door NCOI gehanteerde onderwijsconcept kan op de locaties en met behulp van de digitale leeromgeving, naar het oordeel van het panel, op een passende wijze worden uitgevoerd. Bij de visitaties voor opleidingen waarvoor een specifieke inrichting en uitrusting is vereist, zoals bijvoorbeeld voor hbo Werktuigbouwkunde en hbo Elektrotechniek, zijn deze praktijkvoorzieningen beoordeeld.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 46
Waar nodig, wordt een voorziening (bijvoorbeeld softwarepakketten) door NCOI aangeschaft of maakt de instelling gebruik van voorzieningen bij samenwerkingspartners (bedrijven en andere onderwijsinstellingen). De wijze waarop dit per opleiding uitwerkt, is onderwerp van onderzoek geweest tijdens iedere opleidingsaudit. Bibliotheekvoorzieningen NCOI beschikt niet over een bibliotheek. Alle verplichte literatuur wordt per module verstrekt. Voor aanbevolen literatuur, artikelen en andere informatiedragers die nodig zijn om een breder perspectief te verwerven, faciliteert NCOI haar studenten jaarlijks met een abonnement bij een bibliotheek. Of studenten hiervan gebruik maken en of dit gebruik vanuit de opleidingsprogramma’s wordt gestimuleerd – dit lijkt overigens in de moduledocumentatie en de e-learning omgeving die het panel heeft ingezien wel te gebeuren – is een punt van aandacht geweest in iedere opleidingsaudit. Studieruimtes en apparatuur Omdat de student voorafgaand aan en na de colleges thuis aan de opdrachten e.d. werkt, heeft NCOI geen specifieke studieruimtes ingericht. Voor benodigdheden als bijvoorbeeld bepaalde software of (technische) apparatuur wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de, op de werkplek van de student, beschikbare voorzieningen. Waar nodig, wordt een voorziening door NCOI aangeschaft of maakt de instelling gebruik van voorzieningen bij samenwerkingspartners (bedrijven en andere onderwijsinstellingen). Voor wat betreft de voorzieningen op de (leer)werkplek van de student, worden deze meegenomen in het toelatingsonderzoek, zoals vastgelegd in de OER van de opleiding. Oordeel docenten Van de docenten vindt 92,1% de beschikbare studiefaciliteiten voldoende. Bijna 91% vindt dat men tevoren voldoende praktische informatie heeft ontvangen om te kunnen lesgeven. Ruim 85% is tevreden over de beschikbare middelen (whiteboard, flip-over, etc.) in de leslokalen en 78% zegt te beschikken over de juiste middelen (apparatuur en materiaal) om te kunnen lesgeven. Master Coaching De hiervoor beschreven materiële voorzieningen gelden onverkort voor de hbo-opleiding Master Coaching. De opleiding maakt geen gebruik van materiële voorzieningen van samenwerkingspartners en behoeft ook geen specifieke voorzieningen. Voor de masteropleiding Coaching is het gebruik van een universiteitsbibliotheek (UB) verplicht in verband met de uit te voeren praktijkopdrachten en het daartoe bestuderen van wetenschappelijke artikelen die in iedere masterclass zijn opgenomen. Via een jaarpas en een IBL account van de Koninklijke Bibliotheek (KB) hebben studenten zowel digitaal als fysiek toegang tot de collectie van de KB en toegang tot vrijwel alle wetenschappelijke en universitaire bibliotheken inclusief o.a. Picarta. De vraagbaakvoorzieningen van NCOI (studieadvies, studievoortgangsvragen) zijn voor studenten het gehele jaar beschikbaar. Docenten van de opleiding zijn, zo bleek uit het panelgesprek, ook buiten de bijeenkomsten via e-Connect goed bereikbaar voor de studenten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 47
Facet 4.2. Studiebegeleiding
De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het auditteam dat de generieke audit heeft uitgevoerd, heeft op het punt van studiebegeleiding het volgende vastgesteld: Studievolgsysteem De studenten die naast hun baan een hbo bachelor- of masteropleiding bij NCOI volgen, zijn volwassenen met een gemiddelde leeftijd van rond de 40 jaar. De studenten hebben volgens NCOI in diverse studentpanels aangegeven graag zelf de regie te voeren over hun opleiding en studieadvies op eigen initiatief op prijs te stellen. Ondanks dat studenten aangeven geen behoefte te hebben aan een directe vorm van studiebegeleiding, houdt NCOI toch zicht op de studievoortgang van de student omdat het uit oogpunt van onderwijsrendement wenselijk wordt geacht dat studenten hun studie binnen een bepaalde tijd afronden. In het informatie- en studentvolgsysteem Olympus heeft NCOI enkele signaalfuncties ingebouwd die de studievoortgang bewaken: zo kan worden geregistreerd welke examens de student per fase heeft behaald en welke examens nog open staan. Hiermee kan de persoonlijke situatie van de student worden gemonitord en kan, indien hiertoe aanleiding bestaat, een studievoortganggesprek met de student worden gevoerd. Vormen van begeleiding Op het gebied van begeleiding van studenten onderscheidt NCOI studieadviseurs, portfoliobegeleiders en praktijkbegeleiders.
Studieadviseurs: bij een studieadviseur kunnen studenten, naast praktische vragen over hun opleiding, met name terecht voor een studievoortganggesprek. In een studievoortganggesprek kan met de studieadviseur de studiekeuze worden besproken of kan samen met de student een analyse worden gemaakt van de redenen waarom er studievertraging is opgetreden. Vervolgens wordt een nieuw studieplan opgesteld of een switch tussen studies voorgesteld.
Portfoliobegeleiding: iedere student krijgt een portfoliobegeleider toegewezen. De portfoliobegeleider heeft een coachende rol naar de student en begeleidt hem met het opbouwen van zijn portfolio. De portfoliobegeleider heeft een signaalfunctie naar de studieadviseur indien een student studievertraging oploopt of tegen zaken aanloopt die de studievoortgang belemmeren.
Praktijkbegeleiding: de praktijkbegeleider (bedrijfsmentor) begeleidt het werkplekleren (werkplekgebonden studieactiviteiten als praktijk- en competentieopdrachten). Hij tekent de praktijk- en competentieopdrachten af en heeft daarmee zicht op de ontwikkeling en de studievoortgang van de student. Namens NCOI onderhoudt de portfoliobegeleider contact met de praktijkbegeleider.
Individuele coaching: als de student aangeeft, dat hij behoefte heeft aan meer gerichte individuele begeleiding kan NCOI in die behoefte voorzien door individuele coaching aan te bieden. Deze persoonlijke coaching heeft overigens meer betrekking op persoonlijke ontwikkelingsvraagstukken dan op studievraagstukken.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 48
NCOI heeft, naar het oordeel van het panel, op centraal niveau voldoende voorzieningen ingericht voor de begeleiding van haar studenten. Tijdens iedere opleidingsaudit is de effectiviteit ervan onderzocht. Informatievoorziening NCOI informeert haar potentiële studenten via de website en een brochure. Ingeschreven studenten maken voor hun informatievoorziening vooral gebruik van de online leeromgeving en de afdeling Advies en Voorlichting. Online leeromgeving Voor de ingeschreven studenten is de online leeromgeving een belangrijke bron van informatie. E-Connect is een op maat ontwikkelde digitale leeromgeving die de student tijdens de gehele opleiding ondersteunt. Studenten kunnen hier de lessen raadplegen en bestuderen, zelfevaluatietoetsen maken, per email of online discussies met andere studenten voeren, praktijkvragen stellen aan de docent, alsook digitale vakliteratuur en aanvullend lesmateriaal raadplegen. Daarnaast kan de student zijn eigen studievoortgang volgen via zijn persoonlijke webpagina. Het examenbureau plaatst de cijfers op e-Connect zodat de student altijd beschikt over een actueel overzicht van zijn studieresultaten. Behalve de studieresultaten vindt de student op e-Connect nuttige en noodzakelijke studie-informatie, zoals instructies voor eindopdrachten, het maken van een portfolio en de eindscriptie. Afdeling Advies en Voorlichting Naast het contact met de docenten, kan een student de afdeling Advies en Voorlichting raadplegen over praktische en inhoudelijke zaken. Alle relevante praktische informatie is – voor hbo bachelor en –masteropleidingen afzonderlijk – gebundeld in de Wijzer! De praktische informatie beslaat de toelatingsprocedure, verzending van studiematerialen, aanvragen van vrijstellingen, de werking van e-Connect en de online leeromgeving en de klachtenprocedure. Naast deze Wijzer! wordt in de studiegids van iedere bachelor- en masteropleiding op hoofdlijnen inhoudelijke informatie gegeven. In de studiegids is informatie opgenomen over het studieprogramma, de literatuurlijst en de Onderwijs- en Examenregeling (OER). In e-Connect wordt deze informatie per module op detailniveau weergegeven, waarin per les de onderwerpen, leerdoelen, te bestuderen literatuur en de opdrachten worden aangegeven. Daarnaast is hier specifieke informatie over de afronding van de module te vinden. Het panel acht de informatievoorziening aan alle ingeschreven studenten adequaat. Hoe studenten dit zelf ervaren, is aan de orde geweest in de afzonderlijke opleidingsaudits. Informatievoorziening potentiële studenten De informatie aan potentiële studenten verloopt via de website en de brochure. Hierin wordt expliciet vermeld, dat NCOI een door het Ministerie van OCW aangewezen opleidingsinstituut is en dat voor de bachelor- en masteropleidingen accreditaties worden aangevraagd of zijn verkregen. Per opleiding is de status van de accreditatie aangegeven. Op de website is onder de tab Erkenningen een overzicht geplaatst van alle geaccrediteerde bachelor en master opleidingen met vermelding van de CROHO-nummers, leerweg (duaal/deeltijd), ECTS, titulatuur behorend bij de opleiding en de status van accreditatie. Het panel heeft begrepen dat NCOI voornemens is in 2010 de website verder aan te passen, waardoor deze ‘statusinformatie’ voor potentiële studenten nog makkelijker toegankelijk wordt. In de brochure en op de website wordt bij iedere opleiding informatie gegeven over: doelgroep, doel en opzet van de opleiding en toetsing, lesdata en lesplaatsen, inschrijving, studieprogramma, planning, kosten, toelating en erkenning. Na inschrijving ontvangen studenten een studiewijzer met alle benodigde detailinformatie over hun opleiding.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 49
Master Coaching Het systeem van studiebegeleiding/-coaching dat NCOI centraal heeft ingericht, is volledig van toepassing op de opleiding Master Coaching. Uit het studentenpanel dat NCOI in 2009 heeft georganiseerd, kwam naar voren dat de duale studenten over het algemeen geen behoefte hebben aan intensieve begeleiding. Als studenten vragen hebben over de studievoortgang, weten ze bij wie ze terecht kunnen. Verder worden studenten over hun studievoortgang ook actief benaderd door studieadviseurs, waarvoor waardering werd uitgesproken. Uit het STO 2009 blijkt dat ruim 78% van de respondenten de studiebegeleiding bij NCOI voldoende vindt. Voor wat betreft de informatievoorziening, geldt eenzelfde beeld. Over het algemeen waarderen de studenten de informatievoorziening vanuit NCOI hoog.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 50
5.
Interne kwaliteitszorg
Facet 5.1. Systematische aanpak
Er is voorzien in een systeem van interne kwaliteitszorg, waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties verbetermaatregelen worden getroffen.
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Uit de door de instelling geleverde documentatie en de met het management gevoerde gesprekken, heeft het panel dat de generieke audit uitvoerde, kunnen vaststellen dat alle opleidingen volgens een vaste cyclus worden beoordeeld door alle betrokken stakeholders. Daartoe kent iedere opleiding een evaluatiematrix waarin frequenties, doelgroepen en evaluatie-instrumenten staan vermeld. NCOI heeft een kwaliteitssysteem ingericht volgens het proces van richten, inrichten, verrichten en continu verbeteren (Plan-Do-Check-Act-cyclus). De focus van kwaliteitszorg ligt op het onderwijs en de processen om het onderwijs uit te voeren. De regie van kwaliteitszorg zowel op processen als het onderwijs is belegd bij de afdeling Opleidingsmanagement. Deze afdeling bewaakt de PDCA-cyclus, is voorzitter van het kwaliteitsoverleg en houdt hierdoor zicht op de verbeteracties en de vastlegging daarvan. Het kwaliteitszorgsysteem heeft betrekking op alle onderwerpen en facetten uit het NVAO-beoordelingskader. De organisatie stelt van iedere opleiding jaarrapportages op, die de basis vormen van het op te stellen zelfevaluatierapport van de betreffende opleiding. In deze jaarrapportages worden de in de opleiding doorgevoerde wijzigingen vastgelegd en verantwoord (aanleiding en doel). Tevens wordt gekeken naar het resultaat van de verbeteracties die het jaar daarvoor zijn doorgevoerd. De eerste jaarrapportage van een opleiding ent zich op het aanvraagdossier van een Toets Nieuwe Opleiding of het Zelfevaluatierapport (Management Review) bij de accreditatie van een hbo opleiding. Proceskwaliteit NCOI is ISO-gecertificeerd ten aanzien van bedrijfsprocessen die te maken hebben met de ontwikkeling en uitvoering van opleidingen en trainingen. Voor de processen op het gebied van onderwijs heeft NCOI een kwaliteitszorgsysteem ontwikkeld. In het ´ISO handboek´ heeft de instelling de relevante processen vastgelegd. De bewaking en borging van de processen vindt voornamelijk plaats door het uitvoeren van periodieke interne en externe audits en evaluaties. De relevante procedures voor kwaliteitsbepaling, -bewaking en verbetertrajecten, alsook de kwaliteitsnormen, zijn opgenomen in het ISO-kwaliteitshandboek. Jaarlijks vindt een audit plaats op een aantal processen en tweejaarlijks vindt een certificerende audit plaats door een ISO-geaccrediteerde organisatie. De uitkomsten van de audits worden besproken met het opleidingsmanagement en zijn input voor verbeteracties. De implementatie hiervan en de controle erop berusten bij het opleidingsmanagement. Onderwijskwaliteit Recente interne audits en 0-metingen door Hobéon Management Consult uitgevoerd, hebben de verbetercyclus een nieuwe impuls gegeven. Naast het proceskwaliteitsysteem ISO is er een behoefte geconstateerd aan een meer systematische aanpak van de PDCA-cyclus met betrekking tot de onderwijskwaliteit. Dit heeft geresulteerd in een verbetermatrix die wordt beheerd door de afdeling Opleidingsmanagement en die tot doel heeft een continue reflectie op de gerealiseerde onderwijskwaliteit te bewerkstelligen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 51
Recent is een aantal kwaliteitverbeteringen, onder andere op het gebied van onderwijsontwikkeling, ingevoerd die zijn opgenomen in een verbetermatrix. Klachtenregeling NCOI, en daarmee de opleiding, kent een helder beschreven klachtenregeling. De opleiding communiceert die via de online leeromgeving, maar ook in de Studiegids voor de studenten. Ook de procedure voor klachten over examinering staat beschreven in de online leeromgeving en de Studiegids. In de OER van iedere opleiding heeft NCOI een artikel opgenomen over het College van Beroep, dat uitspraak doet over geschillen met de examencommissie. Intern heeft de instelling een zogenaamd klachtenoverleg, waar de betrokken afdelingen terugkerende klachten bespreken en tot verbetermaatregelen komen. Het panel heeft van deze besprekingen notulen gezien, waaruit deze verbeteracties konden worden vastgesteld. Naar het oordeel van het panel dat de generieke audit uitvoerde, is NCOI in control over de onderwijs- en bedrijfsprocessen. De focus op inhoudelijke kwaliteit is van latere datum dan de aandacht voor de processen, maar op dit punt stemmen aanpak en de inmiddels doorgevoerde verbetermaatregelen positief. Master Coaching Het systeem van kwaliteitszorg dat NCOI hanteert, zal volledig worden ingezet ten behoeve van de opleiding Master Coaching. Ieder studiejaar zal, evenals bij andere opleidingen van NCOI het geval is, de opleiding de volgende evaluaties uitvoeren onder de studenten, -docenten en -alumni: onderwijsevaluaties; per masterclass een tussentijdse evaluatie en een eindevaluatie; alumni-enquête (indien de opleiding alumni heeft afgeleverd); panelgesprekken met studenten en met docenten. Daarnaast worden eens per twee jaar uitgevoerd: studenttevredenheidsonderzoek; docenttevredenheidsonderzoek. In haar Kwaliteitshandboek (ISO-Handboek) heeft de opleiding (NCOI) streefnormen vastgelegd voor de uitkomsten van de evaluaties. Als de uitkomsten onder de gestelde streefnorm (aangegeven op een schaal van 1 – 10) blijven, gelden ze als signalering voor te nemen verbetermaatregelen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 52
Facet 5.2. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI NCOI kent binnen en buiten de organisatie stakeholders waarmee afstemming of overeenstemming wordt gezocht met betrekking tot een opleiding. Hun oordeel vormt de aanleiding tot verbetermaatregelen. Intern zijn dat studenten en docenten. Extern zijn dit voornamelijk vertegenwoordigers van het beroepenveld (kenniscentra, praktijkbegeleiders), Raad van Advies en alumni. Studenten Evaluatie vindt bij de studenten plaats op de vier niveaus van Kirkpatrick: reactieniveau, leerprestatie, gedrag, resultaat op de werkplek of organisatie. Op reactieniveau vullen studenten evaluatieformulieren tussentijds en aan het eind van ieder module in. Het evaluatieformulier wordt in E-Connect (digitale leeromgeving) ingevuld en verwerkt. De respons hierop is groot, omdat de deelname aan de evaluaties voorwaardelijk is voor toegang tot de overige segmenten van de digitale leeromgeving. In het evaluatieformulier wordt de student gevraagd om de docent, het studiemateriaal en de locatie te beoordelen. Deze evaluaties geven inzicht in hoe de studenten de onderwijsinhoud ervaren en de wijze waarop de lessen worden verzorgd. Het panel heeft inzage gehad in voorbeelden van evaluatieformulieren en acht deze adequaat. Jaarlijks worden onder studenten van iedere opleiding paneldiscussies georganiseerd. Aan de hand van stellingen geven zij hun mening over onder andere de inhoud, de organisatie en de examinering van de opleiding. Het panel heeft notulen van enkele paneldiscussies ingezien die deze gang van zaken bevestigen. Tweejaarlijks wordt een tevredenheidmeting onder alle studenten gehouden. Door dit onderzoek eens in de twee jaar te houden, hebben studenten die een hbo-bacheloropleiding volgen gemiddeld twee keer de mogelijkheid om hun mening over de totale opleiding en organisatie kenbaar te maken. Hbo-masterstudenten doen dit gedurende hun studie eenmaal. In juni 2009 werd de meest recente algemene tevredenheidenquête afgenomen onder studenten (evenals onder docenten). Deze recente evaluatieresultaten, samen met de resultaten uit module-evaluaties hebben verbeterpunten opgeleverd die besproken zijn in zowel studentpanels (opleidingsvertegenwoordiging) als docentpanels van verschillende opleidingen. Docenten Aan docenten wordt een terugkoppeling gevraagd in de vorm van (tevredenheid)enquêtes en zogenaamde ‘eventverslagen’ over de leerinhoud, de opbouw van de module en het studiemateriaal. De informatie wordt besproken in het vakgroepoverleg (overleg van de kerndocent met docenten, ontwikkelaars, programmamanager). Tevens wordt voor de docenten jaarlijks per opleiding een paneldiscussie gehouden. Aan de hand van stellingen (dezelfde als voor de paneldiscussie met studenten) geven zij hun mening over het volledige programma. De kwalitatieve uitkomsten van deze panels voegen een extra dimensie toe aan de kwantitatieve uitkomsten van de studentevaluaties op reactieniveau. Medewerkers Voor alle onderwijsondersteunende medewerkers van NCOI is er een medewerkerstevredenheidsonderzoek (algemeen). De resultaten hieruit worden meegenomen in de verbetercyclus van NCOI.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 53
Werkveld Hogeschool NCOI en de NCOI Business School hebben voor iedere hbo-opleiding een vertegenwoordiging van het beroepenveld in de vorm van een Raad van Advies ingesteld. Indien in een bepaald domein een bachelor- en masteropleiding op elkaar aansluiten, is er een gecombineerde Raad van Advies voor deze opleidingen met aparte focuspunten voor bachelor en master. De Raad van Advies adviseert NCOI over ontwikkelingen in het beroepenveld en bespreekt met het opleidingsmanagement tweemaal per jaar het actualiteitsgehalte van de opleiding, hetgeen aanleiding kan geven voor aanpassing van het curriculum. Alumni Er is een alumnivereniging opgericht met een bestuur, dat bestaat uit oud-studenten. NCOI faciliteert deze vereniging en draagt mede zorg voor het organiseren van jaarlijkse evenementen. De vereniging organiseert op dit moment voornamelijk bijeenkomsten voor oudmasterstudenten. Het aantal afgestudeerden van de bacheloropleidingen is nog beperkt, maar de vereniging is voornemens de activiteiten uit te breiden naar de oud-afgestudeerden van alle bacheloropleidingen. Jaarlijks wordt onder afgestudeerden van het afgelopen jaar een onderzoek gehouden naar hun ervaringen met de opleiding, de relevantie voor hun werksituatie en de invloed van de opleiding op hun loopbaanperspectief. Het panel dat de generieke audit uitvoerde, heeft kunnen vaststellen dat alle stakeholders die voor de interne kwaliteitszorg van de opleiding van belang zijn, betrokken worden bij de evaluaties. In de door NCOI opgestelde evaluatiematrix blijkt wat wordt geëvalueerd met welk doel en wie bij de evaluaties zijn betrokken. Master Coaching Uit de beschrijving die de opleiding op het punt van betrokkenheid van alle stakeholders bij de kwaliteitszorg van de opleiding heeft geleverd, blijkt dat dit volledig in overeenstemming is met het centraal geformuleerde beleid, zoals hiervoor beschreven en door het panel dat de generieke audit heeft uitgevoerd al als adequaat is beoordeeld. In aanvulling daarop zij vermeld dat NCOI inmiddels heeft vastgelegd dat de Raad van Advies zich eigenstandig een oordeel over de kwaliteit van de opleiding zal vormen door de mondelinge verdediging van de eindscripties bij te wonen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 54
6.
Condities voor continuïteit
Facet 6.1. Afstudeergarantie De instelling geeft studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI biedt een afstudeergarantie aan alle studenten voor de looptijd van vier jaar. Binnen vier jaar dient het complete masterprogramma te zijn afgerond. Dat wil zeggen dat de opleiding binnen deze termijn moet zijn afgerond anders kan de Business School niet garanderen dat afgeronde masterclasses nog geldig zijn binnen het dan geldende curriculum. NCOI heeft in zijn algemene voorwaarden (artikel 8, lid 3) garanties opgenomen voor de nakoming van de levering. Het OER (Onderwijs- en Examenreglement) bepaalt een vierjarige geldigheid van de examenuitslagen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 55
Facet 6.2. Investeringen De voorziene investeringen zijn toereikend om de opleiding (inclusief voorzieningen) tot stand te brengen. Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. De masteropleidingen vormen een van de activiteiten binnen het brede portfolio van NCOI Opleidingsgroep. De volledige planning en organisatie van de opleiding wordt verzorgd vanuit het hoofdkantoor. Op dit hoofdkantoor werken, verspreid over de verschillende afdelingen, zo’n 260 medewerkers. Voor het ontwerpen en organiseren van de opleiding heeft NCOI niet aanvullend geïnvesteerd. Wel is geïnvesteerd in programmaontwikkeling, accreditatie en marketingcommunicatie. In het investeringsbeleid is er van uitgegaan dat de opleiding in het eerste jaar verlieslatend is. De gezonde financiële situatie van NCOI maakt het mogelijk deze aanloopverliezen te nemen. NCOI heeft de financiële gegevens van NCOI Opleidingsgroep vertrouwelijk inzichtelijk gemaakt aan het panel dat op 26 januari 2010 de generieke audit uitvoerde. Daaruit is de gezonde financiële situatie van de organisatie gebleken en de draagkracht om de exploitatie van de opleiding gedurende tenminste twee jaar vol te houden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 56
Facet 6.3. Financiële voorzieningen De financiële voorzieningen voor de gecalculeerde negatieve resultaten zijn voldoende voor dekking van de aanloopverliezen. Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. De financiële voorzieningen voor de gecalculeerde negatieve resultaten zijn voldoende voor dekking van de aanloopverliezen, zo is het panel dat de generieke audit uitvoerde gebleken uit de door NCOI overhandigde bedrijfsgegevens.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 57
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 58
5.
OORDEELSCHEMA
MASTER COACHING DUAAL/DEELTIJD
Onderwerp
/
Facet
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau master 1.3. Oriëntatie HBO 2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
Oordeel V V V V V V V V V V Voldaan V V V V
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
V V
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Systematische aanpak 5.2. Betrekken van medewerkers,studenten,alumni en beroepenveld
V V
6. Condities voor continuïteit 6.1. Afstudeergarantie 6.2. Investeringen 6.3. Financiële voorzieningen Samenvattend oordeel
V
V
V V V V V
Derhalve adviseert Hobéon Certificering de NVAO de beoogde hbo-masteropleiding Master Coaching, te verzorgen door NCOI, in al haar varianten en locaties te accrediteren als nieuwe opleiding.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 59
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 60
6.
BIJLAGEN
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 61
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 62
BIJLAGE I PROGRAMMA EN GESPREKSPARTNERS Programma Generieke audit NCOI Opleidingsgroep, 26 januari 2010 Locatie: BCN Utrecht Daltonlaan 100 3584 BJ Utrecht, tel. (030) 2 567 390 Tijd
Locatie
Gesprek met
08:30 – 09:00 09:00 – 09:15
BCN Utrecht
Vooroverleg auditteam
09:15 – 10:15
Thema’s 3
Management NCOI algemeen directeur opleidingsdirecteur programmadirecteur manager NCOI business school manager Hogeschool NCOI Management NCOI algemeen directeur opleidingsdirecteur programmadirecteur manager NCOI business school manager Hogeschool NCOI
Kennismaking Vaststellen programma
10.15 – 11.15 11:15 – 11:45 11:45 – 12:45
12:45 – 13:00 13:00 – 13:45
13:45 – 14:30 14:30 – 15:00
3
Strategie, visie op hoger onderwijs Markt, portfolio, relatie beroepenveld Inrichting organisatie, verantwoordelijkheid en verantwoording; kwaliteitszorg Beleidsontwikkeling en borging van de kwaliteit van cruciale factoren in het onderwijs (o.a. didactisch concept, samenhang leren/werken. internationale context programma’s, SLB, toetsing, eindniveau) Kwaliteitsmanagement mbt onderwijsondersteuning
Presentatie Visie Onderwijs en Operations Intern overleg auditteam Management ondersteunende afdelingen Advies en voorlichting Planning & organisatie Docentenmanagement Materiaalontwikkeling Examenbureau Toetsontwikkeling Intern overleg auditteam
Uitvoering en borging van de kwaliteit van de ondersteunende processen: o Voorlichting o Personeelsbeleid o Voorzieningen, onderwijsmateriaal o Toetsbeleid en –uitvoering
Kerndocenten/programmaontwikkelaars
Totstandkoming programma’s Actualisering programma’s Uitvoering personeelsbeleid Uitvoering kwaliteitsbeleid Kwaliteit van de ondersteuning Intern overleg auditteam bepaling beoordeling en advies m.b.t. instellingsbreed kwaliteitsmanagement Terugkoppeling aan betrokkenen
Auditoren: W.L.M. Blomen (voorzitter), Dr. P. Breman, Prof. Dr. D.J. Eppink, H.R. van der Made (secretaris)
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 63
Programma Audit hbo-Master Coaching, 2 november 2010 Locatie: BCN Rotterdam Barbizonlaan 25, 2908 MB Capelle a/d IJssel, tel: 010 - 7 271 020 Tijd 08:00 – 08:45
08:45 – 10:00
Locatie BCN R’dam
Gesprek met Vooroverleg auditteam Drs. R. van der Herberg, lead auditor H.R. van der Made, secretaris Drs. P. Kop, vakdeskundige Dr. P. Breman, vakdeskundige K. Buijnink, MCM werkvelddeskundige R. Scholten, studentdeskundige Opleidingsmanagement Drs. J. Elzenaar MA (Opleidingsdirecteur) Drs. J.M. de Heus (Manager Business School) Prof. Dr. A. Cozijnsen (kerndocent) Drs. F. Oosterwijk (kerndocent, lid examencommissie)
Thema’s
10:00 – 11:30
11:30 – 12:00
Docenten/ programma-ontwikkelaars Drs. J. van den Brink Dr. A. Olsthoorn Drs. R. de Bruijn W. Scheepers MBA A. van het Geloof MBA Drs. C. Wortelboer
Raad van advies Prof. Dr. Willem Mastenbroek; emeritus Hoogleraar VU, partner Holland Consulting Group Drs. P. Heldeweg, Adjunct directeur Organisatie en Ontwikkeling (MD, Opleidingen), Persgroep, Heldeweg HR Advies. J. Kerremans, HR-consultant P&O Fontys Hogescholen, vertegenwoordiger Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement & Organisatieontwikkeling (NVP) Drs. G. Verkerk, Lid Raad van Bestuur, Vivium Groep Drs. G van de Haar, Manager Bestuursdienst, Menzis Mw. A. G. Burger MBA, Delta Lloyd
Kennismaking Vaststellen programma Visie op positionering opleiding Borging masterniveau Aansluiting op bachelors Vertaling onderwijsvisie naar opleiding Relatie beroepenveld Samenhang docententeam/kernteam Organisatie, verantwoordelijkheid en verantwoording binnen de opleiding Borging van de kwaliteit van cruciale factoren in het onderwijsprogramma (o.a. opleidingsprofiel, didactisch concept, samenhang leren/werken, internationale context programma’s, SLB, toetsing, eindniveau) Kwaliteitsmanagement m.b.t. onderwijsondersteuning Onderwijsontwikkeling Validering en actualisering programma Uitvoering personeelsbeleid Samenhang docententeam/kernteam Uitvoering kwaliteitsbeleid Kwaliteit van de ondersteuning Toetsen en beoordelen Studeerbaarheid, studielast Borging te realiseren niveau Bezwaar en beroep Vrijstellingen en EVC Validering en actualisering programma Uitvoering kwaliteitsbeleid Toetsen en beoordelen Te realiseren niveau: senior of master practitioner?
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 64
Tijd
Locatie
Thema’s
12:00-12:45
Gesprek met groep, Divisie Information Officer, mentor/coach Opportunity & Bedrijf. Mw. D. van Driel (CPCC), Drielink Coaching Materiaalstudie en intern overleg
13:30 – 14:00
Joke Elzenaar, Yolande de Heus, Anton Cozijnsen, Freddy Oosterwijk
Terugkoppeling aan betrokkenen
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 65
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 66
BIJLAGE II KWANTITATIEVE GEGEVENS VAN DE OPLEIDING Studenten deeltijd Aantal studenten 2009-2010
duaal
n.v.t.
n.v.t.
Instroom studenten
n.v.t.
n.v.t.
2008
n.v.t.
n.v.t.
2007
n.v.t.
n.v.t.
2006
n.v.t.
n.v.t.
Vooropleiding studenten
n.v.t.
n.v.t.
(bij meerdere lesplaatsen hier alle lesplaatsen noemen)
Docenten 17
Aantal aan de opleiding verbonden docenten
Allen freelance, per masterclass contractueel ingezet
Aantal fte per variant
Zie uitleg bij facet 3.2
Docent – student ratio per variant
Aantal docenten tevens werkzaam in beroepspraktijk
17
Aantal docenten met een master opleiding
12
5
Aantal gepromoveerde docenten
n.v.t.
Aantal fte in kenniskringen
Rendementsgegevens Diplomarendement in aantallen en %
deeltijd aantal
cohort 2003 cohort 2004 cohort 2005 cohort 2006
duaal %
aantal
%
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Contacturen Definitie: aantal fysieke bijeenkomsten (contactonderwijs), exclusief e-Connect contacturen 1e leerjaar e
2 leerjaar
deeltijd
duaal
114
114
76
76
e
3 leerjaar 4e leerjaar
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 67
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 68
BIJLAGE III CURRICULA VITAE EN ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARINGEN AUDITOREN W.L.M. (Wienke) Blomen – lead auditor, 26 januari 2010 Wienke Blomen is sinds 1976 actief in het hoger (beroep) onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie. Van 1976 tot 1992 in diverse functies bij de HBO-Raad, waaronder die van hoofd van een van de adviesgroepen en plv. secretaris-directeur, en sinds 1992 als senioradviseur en later directeur en mede-eigenaar van de Hobéon Groep BV. Sinds 1996 is hij tevens werkzaam in de certificering van bedrijven in de monumentenzorg, in het hoger onderwijs en in de sector kunst en cultuur. Dr. P. (Paul) Breman – vak- en werkvelddeskundige, 26 januari en 2 november 2010 Paul Breman behaalde zijn doctoraal in (organisatie)sociologie in 1982 aan de Rijksuniversiteit Leiden en zijn doctoraat in de bedrijfskunde (1998) aan Henley Management College/Brunel University in de UK. Breman is lector Organiseren van Innovatie aan de Hogeschool Utrecht en tevens senior-organisatieadviseur bij Twynstra Gudde, alwaar hij betrokken is/was bij uiteenlopende adviestrajecten, ondermeer op het gebied van strategieontwikkeling, bestuursadvisering, fusiebegeleiding, organisatiedoorlichting en organisatiestructurering en – verandering en HR-strategie. Daarnaast is Breman als afstudeerbegeleider MSc verbonden aan de Open Universiteit, als docent aan het Institute for Social Studies te Paramaribo (ten behoeve van de Master of Public Administration) en als second supervisor Doctoral Studies aan Henley Business School of Reading University, UK. Ook heeft hij diverse publicaties op zijn naam staan, ondermeer op het gebied van sociale innovatie, organisatiecultuur en –ontwikkeling en competentiemanagement. Breman heeft in het verleden bij verschillende hogescholen accreditatietrajecten begeleid. Sinds oktober 2009 heeft Breman deel uitgemaakt van diverse auditteams, met name voor de beoordeling van bedrijfskundig georiënteerde opleidingen. L.C. (Kees) Buijnink MCM – werkvelddeskundige, 2 november 2010 Kees Buijnink is sinds 2006 directeur van de School voor Politie Leiderschap te Warnsveld en sinds 2009 tevens landelijk projectleider ‘Concern Management Development Politie en Brandweer’. Buijnink heeft sinds 1976 een groot aantal posities binnen de politie bekleed. Tot 1989 in diverse leidinggevende en specialistische functies en in staffuncties bij de Haarlemse politie. Tot 1994 is hij hoofd dienst politiezaken en plaatsvervangend korpschef in Schiedam, waarna hij in 1994 verhuist naar de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond. Daar is hij hoofd van de afdeling Organisatie en Advies. Van 1996 tot 1998 wordt hij gedetacheerd bij het Nederlands Politie Instituut in Den Haag als hoofd van het kwaliteitsbureau Politie. Van 1998 tot 2006 is Buijnink werkzaam bij de Regiopolitie Kennemerland, eerst als directeur politie en plaatsvervangend korpschef en daarna op het bureau Landelijk Management Development Politie en Brandweer bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Kees Buijnink heeft de Nederlandse Politie Academie in Apeldoorn doorlopen en vervolgens een groot aantal aanvullende opleidingen gedaan, waaronder de post-graduate beroepsopleiding Management Consultancy. Buijnink bekleedt binnen de politie een aantal functies in begeleidingscommissies en projectgroepen, is bestuurslid van BOSNO (Leiderschapsleergangen Samenwerkende Nederlandse Ondernemingen), lid van de visitatiecommissie Officiersopleiding Politie België en neemt als coach deel aan de coachpool regiopolitie Amsterdam-Amstelland. Kees Buijnink heeft een aantal publicaties in tijdschriften op zijn naam staan, met name over management development en leiderschap.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 69
Prof. dr. D.J. (Jan) Eppink – vak- en werkvelddeskundige, 26 januari 2010 Emeritus hoogleraar Jan Eppink studeerde Economie aan de Faculteit der Economische Wetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam, behaalde daar in 1967 zijn doctoraal examen met als specialisatie Bedrijfseconomie en promoveerde, eveneens aan de VU, in 1978. Na een loopbaan van vijf jaar in het bedrijfsleven, eerst als assistent-accountant in Amsterdam en later als directiesecretaris bij een knopenfabriek in Nijkerk, werd hij in 1973 benoemd tot wetenschappelijk hoofdmedewerker bij de vakgroep Bedrijfskunde van de Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie van de VU te Amsterdam. In 1984 werd hij daar Universitair Hoofddocent en van 1987 tot 1993 verbond hij zich ook parttime aan de Postdoctorale Controllersopleiding van de VU. In 1989 werd hij aan de VU benoemd tot bijzonder hoogleraar Strategie en Omgeving en in 1995 tot (parttime) hoogleraar Management en Organisatie. Vanaf 1982 heeft Eppink als senior-adviseur een groot aantal functies bekleed bij (middel)grote adviesorganisaties. Bij Felix & Co Adviseurs voor Strategie en Organisatie is hij gedurende vijf jaar vennoot geweest en van 1999 tot 2009 was hij freelance werkzaam voor Boer & Croon. Eppink vervulde gedurende zijn loopbaan een groot aantal bestuurlijke functies en is nog steeds lid van de board of directors van de Japan Strategic Management Society. Zijn ervaring met docentschappen zijn talrijk, evenals zijn lidmaatschappen van raden van toezicht en adviesorganen. Eppink is nog steeds lid van de Advisory Board Cordys en het Advies Innovatieplatform Ritmiek van Organisatieverandering. Jan Eppink, die in 2009 met emeritaat ging, heeft een aanzienlijk aantal publicaties op zijn naam staan, waaronder – samen met D. Keuning – het standaardwerk Management en Organisatie: Theorie en Toepassing, dat in het hoger onderwijs veelvuldig wordt gebruikt. Drs. R.B. (Ruud) van der Herberg – lead auditor 2 november 2010 De heer Van der Herberg was jarenlang eindverantwoordelijk schoolleider in het voortgezet onderwijs (Minkema College). Hij heeft daar ruime ervaring opgedaan met bestuurlijke verzelfstandiging, fusieprocessen, convenanten en sponsorcontracten tussen vmbo en brancheorganisaties, personeelsbeleid en kwaliteitszorg. Als externe deskundige is hij betrokken bij audits (Platform Bèta Techniek) en visitatieprocessen in het speciaal voortgezet onderwijs en voortgezet onderwijs. Tevens maakt hij deel uit van de Stuurgroep opleiden in de school’. Bij Hobéon zet hij zich sinds 2007 als senior adviseur in bij de accreditatie onderzoeken die worden uitgevoerd in het hoger beroepsonderwijs. Daarnaast adviseert hij het voortgezet onderwijs, o.a. op basis van zijn specifieke kennis van dit type onderwijs. Drs. P.C.G.J. Kop – werkvelddeskundige, 2 november 2010 Paul Kop volgde na het gymnasium in Voorburg de doctoraalstudie psychologie aan de universiteit van Amsterdam. In 1976 kwam hij in dienst bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken in Den Haag, waar hij tot 1982 als selectiepsycholoog bij de Rijkspsychologische Dienst actief was. Van 1982 tot 1989 werkte Kop voor de PA Consulting Group London, als manager van de 25koppige Human Resource Group Benelux. In 1989 werd hij eigenaar en partner van het adviesbureau Heemstra & Kop in Hoofddorp, dat zich richtte op beloningsmanagement en kwaliteitsmanagement. Vanaf 1998 is Paul Kop directeur/eigenaar van zowel Lagerweij & Partners (assessmentbureau, 30 medewerkers) als Kop & Partners, dat zich bezighoudt met coaching, outplacement en reintegratie. Een belangrijke activiteit is het coachen van topmanagement (Top Executive Coaching). Sinds 2010 is Paul Kop Lector Talentmanagement aan de faculteit Toegepaste Psychologie van de Hogeschool Leiden. Hij bekleedt daarnaast een aantal bestuurlijke functies in onderwijs, jeugdhulpverlening en welzijn. Paul Kop publiceert, voornamelijk op het gebied van personeelsmanagement (Gids voor Personeelsmanagement, Methoden en Technieken en Analyses – Kluwer, Handboeken voor Personeelsmanagement).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 70
H.R. (Rob) van der Made – secretaris, 26 januari en 2 november 2010 Rob van der Made is als docent communicatie en Engels geruime tijd werkzaam geweest in het voortgezet onderwijs en hoger beroepsonderwijs, bij zowel bekostigde als niet-bekostigde instellingen. Aan de lerarenopleiding Utrecht is hij betrokken geweest bij de ontwikkeling van trainingen en nascholingsprogramma’s voor docenten VO. Hij maakte enkele jaren een uitstap naar regionale media, waar hij o.m. het directeur/hoofdredacteurschap bekleedde van een media-/omroepbedrijf. Als onderwijsmanager heeft hij deel uitgemaakt van het management van een particuliere hogeschool en was in hij die hoedanigheid ondermeer verantwoordelijk voor ontwikkeling, accreditatie en uitvoering van opleidingen Bedrijfskunde, MER en IBMS. Van der Made is sinds 2009 werkzaam bij Hobéon Certificering als senior-adviseur. Inmiddels heeft hij bij diverse accreditatietrajecten de rol van secretaris vervuld. R. (Rien) Scholten – studentdeskundige, 2 november 2010 Rien Scholten volgt sinds 2009 in deeltijd de masteropleiding Managing Human Resource bij de Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN). Hij zal deze opleiding naar verwachting in 2010 afronden. Scholten werkt daarnaast als Manager P&O bij een Zorgstichting in Zutphen, waar hij leiding geeft aan 18 medewerkers, waaronder personeelsadviseurs, een opleidingscoördinator, praktijkopleiders en secretariaatsmedewerkers. Hij is in deze functie ondermeer verantwoordelijk voor het gehele personeelsbeleid, het opstellen van jaarplannen en begrotingen en het bijdragen aan het strategisch beleid van de onderneming. Sinds 2005 treedt hij op als intern auditor binnen de zorgstichting, in het kader van HKZ-certificering.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 71
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 72
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 73
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 74
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 75
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 76
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 77
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 78
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 79
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 80
BIJLAGE IV WERKWIJZE, BEOORDELINGSPROCEDURE EN BESLISREGELS Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende opleiding is primair uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Toetsingskader Nieuwe Opleidingen Hoger Onderwijs” (14 februari 2003). Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Hobéon Certificering beoordeelt in 2010 een groot aantal opleidingen van NCOI. Doordat NCOI met name het onderwijsbeleid, het kwaliteitszorgsysteem en het personeelsbeleid vanuit de centrale organisatie heeft georganiseerd, is het mogelijk deze en andere onderwerpen uit het NVAO-beoordelingskader en de daarbij behorende facetten op het centrale niveau te beoordelen. Beoordeling op dit hoger aggregatieniveau maakt het mogelijk om – bij een voldoende beoordeling – in de afzonderlijke opleidingsvisitaties het accent te leggen op de specifieke aspecten en aandachtspunten van iedere opleiding. Deze werkwijze is dus ook gevolgd bij de beoordeling van de hbo-masteropleiding Master Coaching. De generieke audit4, uitgevoerd door twee externe deskundigen op het gebied van management, organisatie, personeel en kwaliteitszorg, aangevuld met een voorzitter en secretaris vanuit Hobéon Certificering, heeft als resultante een rapportage opgeleverd, die de teksten bevat met de bevindingen van het panel dat de generieke audit uitvoerde en die in alle afzonderlijke opleidingsrapporten worden opgenomen. Tijdens deze generieke audit sprak het panel met het algemeen management, het management van de ondersteunende afdelingen en de kerndocenten/programmaontwikkelaars. De grondslag voor de gesprekken vormde een door NCOI tevoren opgestelde Management Review met onderleggers over met name kwaliteitszorg, onderwijs, personeel en voorzieningen. De rapportage van de generieke audit is voorafgaand aan de afzonderlijke opleidingsaudits door het panel vastgesteld, nadat deze was voorgelegd aan NCOI voor correctie van feitelijke onjuistheden. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering op opleidingsniveau kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de hbo-masteropleiding Master Coaching van Business School NCOI aangeleverde schriftelijke informatie: Management Review; Studiegids; Onderwijs- en Examen Regeling – OER; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld: o strategische keuzen en de positie in de markt, o interne organisatie, o de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen, o ontwikkelingen in het beroepenveld, o beroeps- en opleidingsprofielen, o (validatie) eindcompetenties, o benchmarkgegevens, o curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, 4
De generieke audit vond plaats op 26 januari 2010.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 81
o o o o o o o
werkvormen, toetsing en beoordeling, kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, internationalisering, instroombeleid, studiebegeleiding, onderwijsrendement.
Op basis van de door de opleiding aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleidingsvarianten. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie werd het management van de betreffende opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse.
Audit De audit bij de hbo-masteropleiding was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie5, uitgevoerd door een auditteam bestaande uit twee externe onafhankelijke deskundigen, een student van een aanverwante opleiding, een voorzitter en een secretaris vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.
Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan bij een Toets Nieuwe Opleiding een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan eveneens slechts een ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren.
5
Visitatie van de hbo-masteropleiding Master Coaching heeft op 2 november 2010 plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 82
Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. C. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 83
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 84
BIJLAGE V GERAADPLEEGDE DOCUMENTEN De volgende documenten werden deels voorafgaand aan, deels tijdens de audit bestudeerd:
Management Review van de opleiding, met bijlagen Bestudeerde onderzoeken, benchmarkonderzoek andere aanbieders Onderwijs- en Examenregeling Programmabeschrijving Toelatingsprogramma Taakstellingen kerndocent en Raad van Advies Overzicht van de samenstelling van de Raad van Advies, waarmee de opleiding overleg voert en verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld Kwaliteitszorgmodel Proces Personeelsplanning en –inzet CV’s docenten Visie op onderzoek NCOI One page strategy NCOI Labelplan NCOI Business School 2009 Competentiewoordenboek NCOI De NCOI-aanpak (DNA) Instructie kick-off (eindopdracht-instructie) en beoordelingswijzer Studiewijzers studiemateriaal Studiegids hbo-Master Coaching Toetsbeleid Ontwikkelinstructie ontwikkelaars studiemateriaal Detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; Beoordelingswijzers eindopdracht en scriptie PowerPoint-presentatie Voorlichting NCOI Business School Brochure NCOI Business School MTO (medewerkerstevredenheid) DTO (docenttevredenheid) STO (studenttevredenheid) Netwerkoverzicht docenten Notulen vakoverleg scriptiebegeleiders Uitkomsten van docentevaluaties ISO-handboek Evaluatieformulieren locatie en tussentijdse en eindevaluatie Alumni-enquête Docentenenquête Notulen student- en docentpanels Notulen inhoudsteamoverleg
Na afloop van de visitatie ontving het auditteam op zijn verzoek nog de volgende documenten:
Voorbeelden van kritische beroepssituaties (casuïstiek) van managers in het MKB, die de opleiding inzet als lesmateriaal in de verschillende masterclasses. Notitie: verbinding methoden en technieken in de masteropleiding Coaching, met een toespitsing van de algemene onderzoekslijn voor de master coaching; Notitie: ‘Onderzoek en kennisontwikkeling bij Business School en Hogeschool NCOI’ Notitie: Plaats van wetenschappelijk onderzoek in masteropleidingen van NCOI Business School.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-masteropleiding Master Coaching, NCOI Business School, 1.0 ⏐ 85