Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
2
Deel: Maatschappelijk verslag 2010
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
3
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
4
Inhoudsopgave Pagina Deel: Maatschappelijk verslag 2010 Woord vooraf
7
1. Uitgangspunten van de verslaglegging
11
2. Profiel van de organisatie 2.1 Algemene identificatiegegevens 2.2 Structuur van het concern 2.2.1 Juridische structuur 2.2.2 Organisatorische structuur 2.2.3 Medezeggenschapstructuur 2.3 Kerngegevens 2.3.1 Kernactiviteiten 2.3.2 Patiënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten 2.3.3 Werkgebieden 2.4 Belanghebbenden 2.4.1 Samenwerkings- en ketenzorgpartners 2.4.2 Overige zorggerelateerde belanghebbenden
13-22 13 13 13 13 13 17 17 18 19 19 19 21
3. Governance 3.1 Bestuur en toezicht 3.1.1 Zorgbrede Governance code 3.1.2 Raad van Bestuur 3.1.3 Raad van Toezicht 3.2 Bedrijfsvoering 3.2.1 Planning & Controle 3. 2.2 Risico’s 3.3 Cliëntenraad
23-31 23 23 23 25 26 26
4. Beleid, inspanningen en prestaties 4.1 Meerjarenbeleid 4.2 Algemeen beleid 4.3 ICT-beleid 4.4 Algemeen kwaliteitsbeleid 4.5 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten 4.5.1 Speerpunten en resultaten 4.5.2 Klachten 4.5.3 Toegankelijkheid en toegangstijden 4.5.4 Veiligheid en VMS 4.6 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 4.6.1 Personeelsbeleid 4.6.2 Kwaliteit van werk 4.7 Samenleving 4.8 Financieel beleid 4.8.1 Behaalde omzet en resultaat 4.8.2 Financiële positie 4.8.3 Liquiditeit
32-74 32 34 37 43 47 47 54 57 60 66 66 69 70 71 72 73 74
5. Samenstelling ziekenhuisgeledingen
75
6. Nevenfuncties Raad van Bestuur en Raad van Toezicht
78
Bijlage: - Verloop wachttijden in 2010 - Organogram
79 85
29 30
Deel: Jaarrekening 2010
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
5
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
6
Woord vooraf Wanneer we nu, halverwege 2011, terugkijken op het jaar 2010 dan kunnen we vaststellen dat 2010 een overgangsjaar geweest is. Een overgangsjaar in die zin dat de fusie in 2008 en alle ingezette maatregelen van 2009 in dit verslagjaar verder zijn uitgewerkt en langzamerhand een plaats hebben gekregen. Maar met name in de 2e helft van 2010 zijn ook vele beleidsvoornemens geformuleerd die in 2011 hun uitwerking zullen moeten krijgen. - lateralisatie kindergeneeskunde en gynaecologie/verloskunde Eind 2009 zijn de klinische afdelingen Kindergeneeskunde en Gynaecologie gelateraliseerd naar de locatie Lucas. Toen de Raad van Bestuur dit besluit in 2009 nam, daartoe genoodzaakt door interne en externe ontwikkelingen, leidde dit tot veel discussie binnen de organisatie, maar ook daarbuiten bij met name huisartsen, verloskundigen en inwoners in en rond de gemeente Delfzijl. Terugkijkend kunnen wij vaststellen dat met inspanning van velen - te weten medewerkers van de OZG, verloskundigen, specialisten en huisartsen - de rust is wedergekeerd. Bovendien constateren wij aan het begin van 2011 dat na een afname van het aantal bevallingen het totale aantal bevallingen en gynaecologische verrichtingen hoger is dan deze bij de vroegere combinatie van de beide ziekenhuislocaties ooit is geweest. Ook op de polikliniek Kindergeneeskunde op de locatie Delfzicht werden in 2010 meer patiëntjes behandeld dan in jaren het geval was. - Meerjaren Medisch Beleidsplan OZG De besluiten in 2009 rond lateralisatie van de afdelingen Kinderen, Kraam- & Gynaecologie maakten duidelijk dat de OZG grote behoefte had aan een meerjaren medisch beleidsplan. In het voorjaar van 2010 is met grote betrokkenheid van de leden van de Medische Staf, het managementteam, de Raad van Bestuur en met externe hulp gewerkt aan de ontwikkeling van een meerjaren medisch beleidsplan. Het resultaat, het Meerjaren Medisch Beleidsplan OZG, werd in december 2010 door de Raad van Toezicht goedgekeurd. In het Meerjaren Medisch Beleidsplan OZG is door alle betrokkenen goed ingespeeld op de trends en de uitdagingen waar de OZG de komende jaren mee te maken krijgt. We noemen enkele voorbeelden van die trends: - rol van de kwantiteitsnormen Ten eerste de kwantiteitsnormen, die door de wetenschappelijke verenigingen gesteld gaan worden aan hun leden. De wetenschappelijke vereniging voor Heelkunde nam hierin het voortouw. Dit heeft er onder andere toe heeft geleid dat de maatschap Chirurgie van de OZG en de maatschap Chirurgie van het Refaja ziekenhuis inmiddels fusiebesprekingen voeren om te komen tot één maatschap, hetgeen zij noodzakelijk achten om de continuïteit van de chirurgie in de toekomst van Noord- en Oost-Groningen te kunnen veilig te stellen. - locatie nieuwbouw aan de A7 Ten tweede is in het Meerjaren Medisch Beleidsplan als uitgangspunt genomen dat de locatie Lucas vervangen zal worden door een nieuwbouwlocatie aan de A7. - stromenmodel Ten derde is in het Meerjaren Medisch Beleidsplan OZG ervan uitgegaan dat niet op iedere OZGlocatie hetzelfde zal gebeuren, maar dat de lateralisatie verdere vorm zal krijgen. Uitgangspunt voor de lateralisatie is het zogenaamde ‘stromenmodel’. Dit betekent dat de patiënt op elke locatie van de OZG kan binnenkomen (‘gouden voordeur’) en dat vervolgens wordt bepaald in welke diagnose- en behandelingsstroom de patiënt terecht komt en waar hij behandeld zal worden. Dit alles onder het motto: dichtbij als het kan, centraal als het moet. - krimp-regio en ontwikkeling regiovisie Medio 2010 hebben de verschillende ontwikkelingen ten aanzien van normen van de wetenschappelijke verenigingen en de eisen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg de Provincie Groningen ertoe gebracht om, mede in het kader van de krimp in Noord- en OostGroningen, een projectgroep in te stellen om een regiovisie te ontwikkelen voor de ziekenhuiszorg in Noord- en Oost-Groningen voor de komende 30 jaar. Tevens is een stuurgroep opgericht, bestaande uit de Gedeputeerde met Zorg in zijn portefeuille, de Raden van Bestuur en de beide voorzitters van de Medische Staf van de OZG en van het Refaja ziekenhuis, een lid Raad van Bestuur van Menzis en van Zorgbelang. Deze stuurgroep gaf de Boston Consulting Group opdracht om een visie neer te zetten over de tweedelijns ziekenhuiszorg van de toekomst. In haar rapport, uitgebracht in september 2010, onderstreept de Boston Consulting Group vele zaken die ook aan de orde zijn gesteld in het Meerjaren Medisch Beleidsplan OZG.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
7
Zo stelt de Boston Consulting Group dat de zorg, ondanks de krimp, de komende 20-25 jaar met 4 tot 4,5% per jaar zal blijven groeien. Dit betreft vooral ouderenzorg met meer dan één ziektebeeld. Verder constateert de Boston Consulting Group dat één centraal gelegen locatie in Noord-, Oosten Zuid-Groningen, gelegen aan de A7, met twee locaties in Delfzijl (Delfzicht) en Stadskanaal (Refaja) onontkoombaar is. Op de centrale locatie moet voor de geheel regio één Intensive Care afdeling komen waar de complexe en zwaardere operaties gedaan moeten worden. Ook de Boston Consulting Group onderschrijft in grote lijnen dat het stromenmodel de oplossing is voor het vormgeven van de ziekenhuiszorg in Noord-, Oost- en Zuid-Groningen. Een verdere samenwerking met de eerstelijns-/huisartsenzorg ziet de Boston Consulting Group ook als zeer belangrijk en zij pleit daarom voor het oprichten van anderhalf-lijns centra. Deze aanbevelingen zijn door alle deelnemers van de stuurgroep onderschreven. U zult begrijpen dat de Raad van Bestuur en de medische staf van de OZG zich door dit rapport extra gesteund voelen in hun plannen. Dit betekent overigens geenszins dat sprake is van makkelijke keuzes. Onder het motto ‘dichtbij als het kan, centraal als het moet’ zal de OZG keuzes moeten maken om de continuïteit van de ziekenhuiszorg in Noord-, Oost en Zuid-Groningen te kunnen blijven waarborgen. Want de Raad van Bestuur is van mening dat de regio Noord-, Oosten Zuid-Groningen haar eigen ziekenhuiszorgorganisatie verdiend. - plannen lateralisatie en bezuinigingen in 2011 Reeds in de 2e helft van 2010 werd duidelijk dat het ministerie voornemens had voor forse bezuinigingen voor alle ziekenhuizen. Dit en de eerder genoemde normen van de wetenschappelijke verenigingen hebben de Raad van Bestuur en het stafbestuur ertoe doen besluiten om de lateralisatie, die doorgevoerd zou worden als over 5 jaar de nieuwe ziekenhuislocatie klaar zou zijn, naar voren te schuiven. Eind 2010 zijn dan ook al voorbereidingen getroffen om hierover begin 2011 besluiten te kunnen nemen. In april 2011 heeft dit geleid tot het voornemen om de Intensive Care te centraliseren op locatie Lucas en om op locatie Delfzicht na 17.00 uur en in het weekend geen operaties meer uit te voeren. De Raad van Bestuur beseft zich terdege dat het gaat om voornemens die zowel binnen als buiten de OZG ‘pijn doen’ en dat hiermee bij de uitvoering rekening gehouden moet worden. Dit vereist adequate, open en respectvolle communicatie en informatie naar en van alle betrokkenen. - mutaties medische staf en de productie In 2010 hebben verschillende mutaties plaatsgevonden in de medische staf van de OZG. Ondanks het feit dat de Raad van Bestuur, gesteund door het stafbestuur, veel inspanningen heeft verricht om deze vacatures snel in te vullen, is dit in een aantal gevallen pas na enige tijd gelukt. Dit heeft consequenties gehad voor de productie in 2010. Deze is in 2010 ten opzichte van 2009 licht gedaald, met als gevolg dat in 2010 er een nadelig financieel resultaat is geweest. Eind 2010 was wel sprake van herstel van de productie, hetgeen ons gematigd optimistisch stemt voor 2011. Het specialistentekort leidt medio 2011 echter nog steeds tot openstaande vacatures in de vakgroepen Neurologie, Gynaecologie en Reumatologie. - overige ontwikkelingen Zoals hiervoor al aangegeven noopten de voor 2011 afgekondigde bezuinigingen de OZG om forse bezuinigingsmaatregelen te nemen en we hopen, met inspanning van een ieder, dat 2011 neutraal zal worden afgesloten. In 2010 is veel geïnvesteerd in de automatisering. Dit was ook nodig, omdat het essentieel is voor een goede en gezonde organisatie om haar centrale informatievoorziening op orde te hebben. Na een fusie is het zaak is om dit zo snel mogelijk tot stand te brengen. Verder is in 2010 het besluit genomen om te investeren in kraamsuites op locatie Lucas. Naar verwachting zullen deze kraamsuites in juni 2011 gerealiseerd worden. Het vergunningtraject heeft helaas tot enige vertraging geleid. In 2010 volgde het in 2009 aangestelde middenkader opleidingen en trainingen in outputmanagement. Terugblikkend kunnen wij stellen dat deze investeringen en inspanningen geloond hebben. De Raad van Bestuur beseft dat in 2010 een groot beroep is gedaan op het middenkader, met alle veranderingen en organisatiemaatregelen. Zij stelt daarnaast met veel waardering vast dat het middenkader haar taak meer dan waar gemaakt heeft. Wij stellen vast dat de medische staf erg betrokken is geweest bij de ontwikkeling van het Meerjaren Medisch Beleidsplan OZG. De medische staf heeft daarna ook haar verantwoordelijkheid ten volle genomen bij de voorbereidingen voor de implementatie van dit plan en een antwoord gegeven op de bezuinigingen.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
8
- uitdagingen voor 2011 Met het Refaja ziekenhuis zijn wij in gesprek om in de loop van 2011 te komen tot een bestuurlijke fusie. Daarnaast zullen de bezuinigingen en de krachten om zoveel mogelijk ziekenhuiszorg te concentreren, een stevig beroep doen op de kwaliteiten van de organisatie. De Raad van Bestuur is zich er terdege van bewust dat deze krachten steeds meer leiden tot concentratie van ziekenhuiszorg. Recent zijn wij geïnterviewd door de Raad van Volksgezondheid die voorziet dat over 1,5 à 2 jaar ons land nog zo’n 40 ziekenhuisorganisaties zal tellen. Wij zijn ervan overtuigd dat met het ingezette en voorgenomen beleid de OZG één van die 40 ziekenhuizen zal zijn. Er is genoeg draagvlak, inzicht én kwaliteit om de ziekenhuiszorg in Noord-, Oost- en ZuidGroningen regionaal op te zetten. Dat betekent ook dat de OZG uw regionaal ziekenhuis, vertrouwd dichtbij, voor de gehele regio zal moeten zijn. Ook gemeentelijke instanties en provinciale overheden moeten zich hiervan bewust zijn. De discussie over een geschikte bouwlocatie aan de A7, is hiervan een voorbeeld. Medische staven, personeelsleden, organisaties zijn al zover dat ze over grenzen en het belang heen kijken. Gezien de recente discussies of de nieuwbouw in Zuidbroek, in Scheemda-West of in Winschoten moet komen, blijkt dat gemeentelijke en provinciale overheden nog niet altijd de urgentie van één en ander helder is. De Raad van Bestuur zal zich de komende tijd tot het uiterste inspannen om genoemde overheidsinstanties van deze visie te overtuigen. Onderdeel van deze visie over de ontwikkeling tot regionaal ziekenhuis is ook een samenwerkingsverband met een grote partner. Daarom is de OZG erg blij dat in de loop van 2010 een samenwerkingsovereenkomst werd getekend met het UMCG. Er lopen op dit moment verschillende projecten, waarbij beide partners bekijken hoe zij, met respect voor elkaars positie en onafhankelijkheid, zaken samen kunnen oppakken en uitvoeren vanuit de wens het voor de patiënt beter te laten worden. - tot slot Zowel de inzet van het middenkader als de participatie van de medische staf maakt dat wij als Raad van Bestuur, ondanks de enorme uitdagingen en eisen die in 2011 op ons afkomen, toch gematigd positief zijn: ‘onze bemanning is er duidelijk klaar voor’. De plannen voor 2011 zijn ambitieus, maar ook noodzakelijk en worden, hoe pijnlijk soms ook, krachtig gedragen. Uitgaande ook van de realisatie van de reeds in gang gezette maatregelen kunnen wij vaststellen dat de fusie na drie jaar heeft geleid tot een stevige OZG-organisatie. Een organisatie die nooit af zal zijn, maar die klaar is voor de uitdagingen van de toekomst. Het zal voor zich spreken dat alle hiervoor genoemde ontwikkelingen een zware wissel hebben getrokken, en nog zullen trekken, op onze medewerkers, maar ook op de ondernemingsraad en de cliëntenraad. Tevreden constateren wij dat de ondernemingsraad en de cliëntenraad deze ontwikkelingen proactief hebben ondersteund en zich hebben ontpopt tot goede en betrouwbare gesprekspartners die over grenzen heen kijken. Dit alles betekent dat het ‘schip OZG’ nog steeds in woelig water is en de Piet Paulusma’s onder ons nog steeds zwaar weer voorspellen, maar wij zijn ervan overtuigd dat het schip, de bemanning en de kaarten en materialen aan boord van het schip, meer dan voldoende zijn om deze stormen goed te kunnen doorstaan. De Raad van Bestuur wenst iedereen in 2011 dan ook een behouden vaart.
Raad van Bestuur Ommelander Ziekenhuis Groep
Drs. J.R.M.F. Cooijmans RA Mevr. drs. C.P. van Niekerk-Nanninga Delfzijl/Winschoten, mei 2011
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
9
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
10
1
Uitgangspunten van de verslaggeving
Met dit jaarverslag willen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur van de Ommelander Ziekenhuis Groep (OZG) een bijdrage leveren aan de transparantie binnen de ziekenhuizen. In een tijd waarin de zorgverlening aan patiënten meer en meer wordt vormgegeven binnen een marktomgeving, zullen we met behulp van goede prestaties moeten aantonen dat we het vertrouwen van onze patiënten waard zijn. Een van de manieren om die prestaties in beeld te brengen is het publiceren van een jaarverslag. De OZG stelt zich op het standpunt dat de jaarverslaglegging een zo volledig mogelijk beeld moet schetsen van de inspanningen die het ziekenhuis heeft geleverd op zorginhoudelijk, financieel, sociaaleconomisch en maatschappelijk gebied. Bij het samenstellen van het jaarverslag 2010 heeft de OZG gebruik gemaakt van het voorschrift voor het jaardocument van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de NVZ vereniging van ziekenhuizen. In dit verslag wordt stilgestaan bij het profiel van de OZG, de medezeggenschapstructuur, de governance, het meerjaren-, algemeen -, kwaliteits- en financieel beleid alsmede de activiteiten om voor 2010 gestelde doelen te behalen. Tenslotte wordt in het verslag kort stilgestaan bij de in 2010 behaalde resultaten en omzet. Voor uitgebreide informatie wordt verwezen naar de jaarrekening, te vinden op www.ozg.nl. Dit jaarverslag is samen met de jaarrekening gedeponeerd bij het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG).
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
11
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
12
2
Profiel van de organisatie
2.1 Naam Adres
Algemene identificatiegegevens Ommelander Ziekenhuis Groep Jachtlaan 50 te Delfzijl Postbus 30.000, 9930 RA Delfzijl Telefoon 0596- 644 444 E-mail
[email protected] Website www.ozg.nl KvK nr. 01136210 NZa id. nr. 10.101 2.2
Structuur van het concern
2.2.1 Juridische structuur De Ommelander Ziekenhuis Groep (OZG) is vormgegeven in een stichting, die is opgericht op 1 september 2008 en die is ontstaan door een fusie van het Delfzicht Ziekenhuis te Delfzijl en het st. Lucas ziekenhuis te Winschoten. De Ommelander Ziekenhuis Groep bestaat uit de ziekenhuislocaties Delfzicht te Delfzijl en Lucas te Winschoten. De Stichting De Ommelander Ziekenhuis Groep is gevestigd in Delfzijl. Vanaf 1 september 2008 zijn de medewerkers van het Delfzicht Ziekenhuis en het st. Lucas ziekenhuis in dienst van de OZG. 2.2.2 Organisatorische structuur De OZG bestaat uit twee bestuurslagen en drie managementechelons: - bestuurslaag 1 (eerste echelon) De OZG wordt geleid door een tweehoofdige Raad van Bestuur. Het besturingsmodel is collegiaal, waarbij de voorzitter verantwoordelijk is voor het tot stand komen van besluiten. De leden van de Raad van Bestuur hebben onderling aandachtsgebieden verdeeld. De voorzitter richt zich op algemene bedrijfsvoering, bouw, facilitaire zaken (met uitzondering van medische techniek) en communicatie. Het tweede lid heeft als aandachtsgebieden medische zaken (waaronder kwaliteitsbeleid, medisch beleid en ketenzorg) en medische techniek. Een gezamenlijke verantwoordelijkheid geldt ten aanzien van belangrijke onderwerpen zoals algemeen en strategisch beleid en strategische samenwerking met andere zorgaanbieders. Ontwikkelingen ten aanzien van deze onderwerpen worden binnen het overleg van de Raad van Bestuur besproken en gezamenlijk wordt de koers bepaald en het verloop ervan gevolgd en bewaakt. De Raad van Bestuur legt, als formeel eindverantwoordelijke, over het gevoerde beleid verantwoording af aan de onafhankelijke Raad van Toezicht. - bestuurslaag 2 (tweede en derde echelon) Onder de Raad van Bestuur functioneert het hoger management: een directeur Financiële Zaken/ ICT & Inkoop en drie managers. De directeur heeft een door de Raad van Bestuur gedelegeerde verantwoordelijkheid voor taken op het gebied van financiën, (inhoudelijke aspecten van) ICT en financiën van de ver-/nieuwbouw. Daarnaast heeft de OZG een concernmanager HRM en twee locatiemanagers Zorg. Deze managers sturen (brug)hoofden van afdelingen en diensten (= het middenkader) aan, waarbij de brughoofden worden ondersteund door (locatiegebonden) coördinatoren. Het hoger management vormt samen met de Raad van Bestuur het managementteam (MT). Voor het organogram wordt verwezen naar de bijlage bij dit deel van het jaardocument 2010. (pagina 85) De OZG beschikt conform de bepalingen uit de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) over een toelating als Algemeen Ziekenhuis. 2.2.3 Medezeggenschapsstructuur De OZG heeft drie inspraak-/adviesorganen, die verschillende groepen vertegenwoordigen: • ondernemingsraad, welke de medewerkers vertegenwoordigt; • stafbestuur, dat de vertegenwoordiging vormt van de Vereniging Medische Staf OZG; • cliëntenraad, die de patiënten vertegenwoordigt.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
13
Deze organen geven gevraagd en ongevraagd advies aan de Raad van Bestuur over het (voorgenomen) beleid van het ziekenhuis en over voorgenomen besluiten. Voorts worden zij conform de Statuten en wet- en regelgeving geraadpleegd bij voorgenomen organisatiebrede besluiten en bij de benoeming van leden van de Raad van Toezicht en van de Raad van Bestuur. - ondernemingsraad OZG Als bestuurder in het kader van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) overlegt de voorzitter van de Raad van Bestuur één keer in de zes weken met de ondernemingsraad. Een veelheid aan onderwerpen wordt in dit overleg besproken: interne en externe organisatieontwikkelingen, toekomstvisie en organisatiestrategie, alsook de in het kader van de WOR voorgeschreven adviesen inspraakaangelegenheden. Het overleg verloopt constructief en er is sprake van een open communicatie. De Raad van Bestuur voelt zich gesteund door de ondernemingsraad bij het gevoerde beleid. De OZG beschikt over een faciliteitenregeling Ondernemingsraad. In het verslagjaar heeft de raad deze regeling in overleg met de bestuurder herzien. - activiteiten en overleg in 2010 De ondernemingsraad gaf in 2010 drie keer een nieuwsbrief OR OZG uit. Daarnaast zijn de agenda’s en verslagen van de negen overlegvergaderingen met de bestuurder geplaatst op het intranet (locatie Delfzicht) en OZG breed verspreid via de e-mail en via de interne post. In 2010 werd door de ondernemingsraad een positief advies uitgebracht over • herstructurering Voeding & Schoonmaak; • uitbreiding uren voedingsassistenten Kinder/Kraam/Gynaecologie; • samenvoegen verpleegafdelingen longziekten en cardiologie (locatie Lucas); • inhuren buitenlands personeel; • herinrichting afdeling Financiële Zaken; • Meerjaren Medisch Beleidsplan OZG (alleen inhoudelijk advies gegeven); • herinrichting afdeling Inkoop; • herinrichting afdeling Communicatie; • herinrichting afdeling P&O (tevens inhoudelijk advies gegeven). Naast het geven van adviezen, is de ondernemingsraad in het verslagjaar om zijn instemming gevraagd bij • wijziging procedure Individuele klachten en ongewenst gedrag (instemming gegeven); • consignatiediensten voor spoedscopieën (instemming gegeven); • pilot Chirurgie bij kinderen (locatie Delfzicht) (geen instemming gegeven). In het verslagjaar heeft de ondernemingsraad zich verder bekwaamd in het slagvaardiger werken. Zo is besloten te gaan werken volgens de navigator-methode1 en de verzoeken aan de ORcommissies voortaan in de vorm van projectopdrachten uit te zetten. - Vereniging Medische Staf (VMS) OZG Het stafbestuur treedt op als het dagelijks bestuur van de medische staf en vertegenwoordigt de medische staf in het overleg met de Raad van Bestuur. De agenda voor het overleg tussen Raad van Bestuur en stafbestuur wordt gezamenlijk opgesteld. Het stafbestuur komt in principe wekelijks bijeen en doet dit alternerend op de locatie Delfzicht en de locatie Lucas. Daarnaast overlegt zij één keer per twee weken met de Raad van Bestuur. In dit genotuleerd overleg komen alle zaken aan de orde, die inhoud geven aan de beleidsparticipatie van het stafbestuur. Vanwege de veelheid aan onderwerpen en de complexiteit van de dossiers heeft het stafbestuur ervoor gekozen te werken met vier portefeuilles/aandachtsgebieden (verdeeld over de leden van het stafbestuur), te weten: • kwaliteitszorg en IFMS2; • integratie staf; • commissies; • juridische zaken. De dossiers met betrekking tot vakgroepaangelegenheden zijn eveneens verdeeld over de stafbestuursleden. Daarnaast hebben stafbestuursleden in verschillende staf- en 1 2
De Navigator werkmethode benadrukt het belang van stelling nemen bij onderwerpen die de OR oppakt en het tijdig formuleren voor de OR van zijn toetsingspunten. Individueel Functioneren Medisch Specialisten
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
14
ziekenhuiscommissies zitting en is het stafbestuur vertegenwoordigd bij alle voor- en najaarsgesprekken met de vakgroepen, de visitaties en elk inspectiebezoek. Minstens twee keer per jaar is er een Algemene Ledenvergadering (ALV) waaraan alle leden kunnen deelnemen. Daarnaast is er een kernstaf, die in principe maandelijks met het stafbestuur overlegt. Iedere vakgroep/maatschap heeft een gemandateerde vertegenwoordiger afgevaardigd in de kernstaf. De Vereniging Medische Staf OZG beschikt over een reglement Kernstaf Vereniging Medische Staf OZG. De Raad van Bestuur en de directeur Financiële Zaken/ICT & Inkoop worden uitgenodigd voor een deel van deze vergaderingen en nemen deel aan de beraadslagingen. Elke arts die een toelatingsovereenkomst heeft met de OZG is automatisch ook lid van de VMS. De Vereniging Medische Staf OZG telt leden en buitengewone leden verdeeld over 25 vakgroepen/ maatschappen. Eind 2010 waren er 24 stafcommissies en ziekenhuiscommissies (waarin stafleden participeren), die OZG breed werken, waaronder de Stafcommissie Kwaliteit, de Stafcommissie Medisch beleidsplan, de Calamiteitencommissie, DBC- commissie, de centrale VIM- commissie3 en de OZG commissies OK, IC en SEH. Voordracht en benoeming van nieuwe leden voor deze commissies vindt plaats in de (kern)stafvergadering. De commissies zijn verantwoordelijk voor hun eigen beleid. De voorzitters van de commissies adviseren en rapporteren in de (kern)stafvergaderingen over hun beleid en aanpak. De Vereniging Medische Staf OZG beschikt over een protocol Visitatie. Hierin is onder andere vastgelegd dat de visitatierapporten ter bespreking naar het stafbestuur en de Raad van Bestuur gaan met als doel monitoring en ondersteuning bij eventueel in het rapport genoemde verbeterpunten. - activiteiten en overleg in 2010 De vereniging VMS OZG telde eind 2010 103 (buitengewone) leden. In 2010 vond zes keer een kernstafvergadering, drie keer een extra kernstafvergadering en vier. keer een algemene ledenvergadering plaats. In het najaar van 2010 overlegde het stafbestuur tevens enkele keren met het managementteam over het project Met minder Meer en het daartoe behorende deelproject Vitaal OZG dat is gericht op de herinrichting van de organisatie van de zorg. (zie ook pagina 33) In 2010 vonden vier vertrouwelijke overleggen plaats waarin het stafbestuur het functioneren van de Raad van Bestuur aan de orde stelde ten aanzien van de volgende onderwerpen: aansturing van de organisatie, communicatie met de vakgroepen, leiderschap en visie. Eind 2010 vergaderde het stafbestuur twee keer met de Raad van Toezicht in aanwezigheid van de Raad van Bestuur. Daarbij ging het over het functioneren van de laatste en over de op het Medisch Beleidsplan gebaseerde duale herinrichtingsplannen. De meeste vakgroepen en maatschappen van beide locaties zijn intussen samengegaan en werken samen. De hoofdlijn daarbij is kwaliteit en doelmatigheid. Bij deze herinrichting van ‘het medisch bedrijf’ in de OZG blijven de voorzieningen voor de basiszorg op beide locaties bestaan. Kwaliteit en doelmatigheid zullen in de nabije toekomst leiden tot lateralisatie: een concentratie van specialistische onderzoeken, behandelingen of ingrepen, en dus van voorzieningen en van specifieke deskundigheid van artsen en personeel, op één van de twee locaties. duaal management In het najaar van 2010 presenteerde de Raad van Bestuur het herinrichtingsvoorstel ‘Met minder Meer’ waarin de procedures en de taken/verantwoordelijkheden/bevoegdheden en de besluitvorming bij de implementatie van het Meerjaren Medisch Beleidsplan zijn gedefinieerd. Hiermee wordt de betrokkenheid van de staf bij de ontwikkeling en besluitvorming van plannen vergroot. (zie ook pagina 33) individueel Functioneren Medisch Specialisten (IFMS) In 2009 besprak de Vereniging Medische Staf OZG de wenselijkheid en de mogelijkheden om de eigen kwaliteit te bewaken door middel van intercollegiale functioneringsgesprekken. Met name werd stilgestaan bij het voeren van evaluatiegesprekken met medisch specialisten volgens de 360° methode van IFMS (Individueel Functioneren Medisch Specialisten): bij het genereren van feedback wordt door een aantal personen met een verschillend perspectief het gedrag van de beoordeelde 3
VIM= Veilig Incidenten Melden
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
15
persoon geëvalueerd. In het evaluatiegesprek worden naast de vakbekwaamheid, ook het contact met patiënten, huisartsen, collega’s en andere medewerkers tegen het licht gehouden. Medio 2009 ging de staf akkoord met de invoering van het beoordelingssysteem conform de methodiek van Multi-Source-Feedback van Vrest, partner van de Orde van Medisch Specialisten en eind 2009 was een werkgroep van 12 specialisten opgeleid tot auditor (gespreksleider). Doelstelling is dat binnen twee jaar alle stafleden hebben deelgenomen aan het IFMS-traject. Eind 2010 hebben negen specialisten/auditee’s hun IFMS-dossier succesvol afgesloten en van acht specialisten is eind 2010 het IFMS-traject gaande. Na een aantal juridische toetsingen o.a. door de Orde van Medisch Specialisten ging de Vereniging Medische Staf in 2010 akkoord met de volgende documenten: ▪ Toelatingsovereenkomst (TO) en Addendum TO; ▪ Document Medische Staf (DMS) en Bijzonder deel DMS; ▪ Protocol bij (mogelijk) disfunctioneren medisch specialist en bijlage I bij Protocol bij (mogelijk) disfunctioneren medisch specialist; ▪ Toelatingsovereenkomst tussen ziekenhuis en waarnemer; ▪ Overeenkomst van waarneming; ▪ procedure Aanstelling waarnemer; ▪ procedure Werving & selectie medisch specialist; ▪ procedure Evaluatie nieuwe stafleden. medisch beleidsplan In 2009 startte de Vereniging Medische Staf OZG in haar vergaderingen en in haar overleg met de Raad van Bestuur de discussies over een te ontwikkelen medisch beleidsplan. De volgende standpunten werden daartoe vanuit de staf geformuleerd: • de OZG is een ziekenhuis in wording; • uitgangspunt is één ziekenhuis en locatie-denken wordt verlaten; • voorzieningen moeten er zijn om op beide locaties basiszorg te kunnen leveren; • vakgroepen gaan samen dan wel werken samen; • kwaliteit en doelmatigheid zijn leidend in het handelen; • Vereniging Medische Staf OZG heeft beschikking over actuele en adequate cijfers; • goede, snelle en veilige zorg vraagt om een adequate ICT-infrastructuur; • contacten met huisartsen worden verstevigd. In september 2009 werd de commissie Medisch Beleidplan geïnstalleerd. De commissie kreeg opdracht om een gedetailleerd beleidsplan te maken waarin de keuzes financieel onderbouwd zijn en rekening is gehouden met bouw. De commissie kreeg de beschikking over de verslagen van de najaarsgesprekken inclusief de cijfers en werd ondersteund door een externe deskundige. De commissie rapporteerde over de voortgang in de (kern)stafvergadering. In juni 2010 presenteerde de commissie de adviesnota Medisch beleidsplan. De cijfermatige onderbouwing van dit advies was in handen van TNO. De staf stemde in met het voorstel dat het TNO-advies bepalend zal zijn voor de richting van het Medisch Beleidsplan. Vervolgens gaf TNO in september in de ALV een toelichting op de scenario’s. Met een grote meerderheid van stemmen ging de staf daarna akkoord met het Meerjaren Medisch Beleidsplan ‘Naar een vitale toekomst’. Het stafbestuur stemde eind 2010 in met een versnelde uitvoering van het Meerjaren Medisch Beleidsplan om zo het verwachte verlies van 6 miljoen in 2011 dat ontstaat door het tekort over 2010 en de opgelegde overheidskortingen, te kunnen beperken. Het stafbestuur lichtte in een overleg met de Raad van Toezicht haar standpunt op het herinrichtingsvoorstel ‘Met minder Meer’ toe. Er werd nog in 2010 een start gemaakt met het inrichten van de werkgroepen en participatie van de medische staf via de gemandateerde vakgroepvertegenwoordigers in het project Met minder Meer en het deelproject Vitaal OZG. (zie verder pagina 33) investeringsplan 2009-2012 Het medisch beleidsplan dient als richtlijn voor de investeringscommissie die de Raad van Bestuur adviseert over de aangevraagde investeringen en haar advies vastlegt in een investeringsplan. Het stafbestuur maakte in 2010 afspraken met de Raad van Bestuur over de wijze waarop zij geïnformeerd en betrokken zal worden bij de uitvoering van het investeringsplan 2009-2012. De staf ontvangt voortaan een keer per kwartaal een overzicht van de status van de investeringen. samenwerking met Refaja ziekenhuis In november 2010 sprak de staf zich positief uit over een extern advies inzake een verdere samenwerking dan wel een fusie met het Refaja ziekenhuis. Het advies bevatte naast
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
16
uitgangspunten voor een bestuurlijke fusie, tevens een aantal medisch inhoudelijke uitgangspunten daarvoor. zorgvraagontwikkeling In november verzorgde de Boston Consulting Group (BCG) voor de staf een presentatie over het onderzoek dat zij deed in opdracht van het Refaja ziekenhuis, de OZG, zorgverzekeraar Menzis, de Provincie Groningen en Zorgbelang Groningen naar de ontwikkeling van de zorgvraag in de provincie Groningen. (zie ook pagina 34) stafcommissie Kwaliteit De stafcommissie Kwaliteit richtte zich in 2010 op de volgende onderwerpen: • complicatieregistratie Er is een inventarisatie verricht over de stand van de complicatieregistratie bij alle vakgroepen. Er zijn conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan aan de vakgroepen en aan de Raad van Bestuur. De resultaten, conclusies en aanbevelingen zijn in oktober 2010 gepresenteerd in de stafvergadering. • calamiteitencursus Er werd een calamiteitencursus georganiseerd voor medisch specialisten. De cursus, besloeg twee avonden (2 november 2010 en 11 januari 2011) en werd gegeven door vertegenwoordigers van het Centrum Patiëntveiligheid van de Isala Klinieken. Er namen negen specialisten deel aan de cursus. • informed consent Documentatie over het onderwerp werd verzameld en er wordt een procedure geschreven. Het informed consent maakt ook deel uit van het project Preoperatieve traject. • project Preoperatieve traject Een vertegenwoordiger van de stafcommissie Kwaliteit maakt deel uit van een commissie die het preoperatieve traject standaardiseert en digitaliseert met als doel onder andere nog meer voorkomen van fouten (inbouwen van stoplichten etc.), en meer duidelijkheid (overzicht) bieden over waar een patiënt zich in het proces bevindt: optimaliseren van het preoperatieve traject. • IFMS: (individueel Functioneren Medisch Specialisten) Drie commissieleden houden zich hier mee bezig. In 2010 vond een pilot plaats. Vakgroepen worden uitgenodigd voor deelname. Twee leden van de stafcommissie Kwaliteit hebben zitting in de OZG stuurgroep Kwaliteit. Daarnaast heeft een lid van de stafcommissie Kwaliteit zitting in de VIM-commissie OK. - Cliëntenraad Informatie over de cliëntenraad OZG vindt u in paragraaf 3.3. 2.3
Kerngegevens
2.3.1 Kernactiviteiten De OZG heeft als kernactiviteit het bieden van medisch specialistische zorg (diagnostiek, behandeling en nazorg) en de daaraan gerelateerde verpleging en verzorging. De OZG heeft geen AWBZ-functies. Voor de volgende specialismen heeft de OZG een erkenning: -------------------------------------------------------------------------------------------------------------Anesthesiologie Longgeneeskunde Apotheek * Maag/Darm/Lever ziekten Cardiologie Medisch microbiologie **** Chirurgie Neurologie Dermatologie Nucleaire Geneeskunde *** Gynaecologie/Verloskunde Oogheelkunde Intensive Care Orthopedie Interne Geneeskunde Psychiatrie***** Kaakchirurgie Radiodiagnostiek Keel-, Neus en Oorheelkunde Reumatologie Kindergeneeskunde Revalidatiegeneeskunde Klinische chemie ** Spoedeisende Hulp Klinische pathologie *** Urologie Klinische psychologie * **
locatie Delfzicht – Apotheek Martini Ziekenhuis Groningen locatie Lucas - Apotheek Wilhelmina Ziekenhuis Assen locatie Delfzicht – LabNoord Groningen
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
17
locatie Lucas Labor Leverkussen (Dld) *** Stichting Samenwerking Ziekenhuizen Oost-Groningen (SSZOG) **** Laboratorium voor Infectieziekten Groningen ***** Lentis ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2.3.2
Patiënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten
Kerngegevens d.d. 31-12-2010 Capaciteit Aantal beschikbare bedden/plaatsen voor klinische capaciteit en dag/deeltijdbehandeling per einde verslagjaar -waarvan bedden voor hartbewaking -waarvan bedden voor intensive care met mogelijkheid voor beademing -waarvan bedden voor intensive care zonder mogelijkheid voor beademing Productie d.d. 31-12-2010 Aantal in verslagjaar geopende DBC’s (ontleend aan ziekenhuisinformatiesysteem, niet uit DIS)
Locatie Delfzicht Aantal 130
Locatie Lucas Aantal 192
5
5
10
3
4
7
Aantal in A-segment (tarieven NZa) Aantal in B-segment (vrije prijzen) Aantal in verslagjaar gesloten DBC’s (ontleend aan ziekenhuisinformatiesysteem, niet uit DIS) Aantal in A-segment (tarieven NZa) Aantal in B-segment (vrije prijzen) Aantal in verslagjaar aan verzekeraar in rekening gebrachte overige en ondersteunende producten – O(V)P’s –, waaronder verrichtingen op verzoek van de eerste lijn Aantal in verslagjaar aan verzekeraar in rekening gebrachte overige trajecten en verrichtingen Aantal in verslagjaar uitgevoerde operatieve verrichtingen in curatieve zorg exclusief GGZ-DBC’s in PAAZ en PUK (= som van zorgactiviteiten in DBC-zorgactiviteitentabel behorend tot zorgprofielklasse operatieve verrichtingen; ontleend aan ziekenhuisinformatiesysteem, niet uit DIS) Aantal klinische opnamen exclusief interne overnamen in verslagjaar Aantal ontslagen patiënten in verslagjaar Aantal eerste polikliniekbezoeken in verslagjaar Aantal overige polikliniekbezoeken in verslagjaar Aantal dagverplegingsdagen (normaal en zwaar) of deeltijdbehandelingen in verslagjaar, Aantal klinische verpleegdagen in verslagjaar (inclusief verkeerde bed - waarvan verkeerde-bed dagen Personeel Aantal personeelsleden in loondienst excl. medisch specialisten d.d. 31-12-10 Aantal fte personeelsleden in loondienst excl. medisch specialisten d.d. 31-12-10 Aantal medisch specialisten (loondienst+inhuur+vrij beroep) d.d. 31-12-10 Aantal fte medisch specialisten (loondienst+inhuur+vrij beroep) d.d. 31-12-10 Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten verslagjaar - waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten - waarvan overige bedrijfsopbrengsten
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
OZG Aantal 322
Aantal 122.808 89.657 33.151 119.198 86.653 32.545
29.383
28.132
26.321 16.119 16.112 90.338 123.247 12.703 84.315 406 Aantal 1.308 895,7 89 82,0 Bedrag in milj. euro’s 102.542 66.493 36.049
18
2.3.3 Werkgebieden De OZG biedt 7x24 uurs basiszorg aan de inwoners van Noordoost- en Oost-Groningen, te weten de gemeenten Delfzijl, Appingedam, Slochteren, Bellingwedde, Vlagtwedde, Oude Pekela, Oldambt, Veendam, Menterwolde, Hoogezand-Sappemeer, Ten Boer, Loppersum, Eemsmond (de adherentie is 120.000 inwoners). Deze basiszorg wordt geleverd vanuit de locatie Delfzicht in Delfzijl en de locatie Lucas in Winschoten. Op de buitenpolikliniek van de OZG in Veendam wordt een poliklinisch spreekuur verzorgd voor de specialismen Dermatologie en Kindergeneeskunde. Tevens verzorgt een van de diabetesverpleegkundigen hier wekelijks een spreekuur. 2.4 Belanghebbenden De OZG is een maatschappelijke onderneming die gezondheidszorg levert aan de inwoners van Noordoost- en Oost-Groningen. Daarnaast is zij een van de grootste werkgevers in dit gedeelte van de provincie Groningen. De OZG is zich bewust van deze rol en verantwoordelijkheid ten opzichte van de haar omringende samenleving en van de noodzaak van een goede samenwerking met partners binnen en buiten de zorg. 2.4.1 Samenwerkings- en ketenzorgpartners4 De transmurale ketenzorg is belangrijk omdat deze de patiënt het zorgcontinuüm moet bieden waarop hij recht heeft. In 2010 heeft de OZG in een adequate zorgverlening kunnen voorzien door een nauwe samenwerking met de volgende zorgverleners/zorgverlenende instanties: • Huisartsen (* een aantal); • Doktersdienst Groningen*; • Verloskundigen* (voor locatie Delfzicht); • Thuiszorg Groningen*; • Stichting Oosterlengte: samenwerking verpleeghuizen en thuiszorg van deze stichting; • Zorggroep Fivelland: begeleiding CVA-patiënten en kortdurende opvang chirurgische patiënten*; • Stichting Zorginstellingen De Hoven*: dagdiagnostiek voor ouderen; • Stichting Kraamzorg ‘Het Groene Kruis’: voorlichting aan a.s. ouders en voorlichting over borstvoeding aan moeders; • Netwerk Palliatieve Zorg, waarin deelnemen Zorgbelang Groningen, regionale huisartsenvereniging Groningen, st. Maarten Hospice, st. Zorggroep Meander, st. Thuiszorg Groningen, st. Vrijwillige Terminale Palliatieve Zorg Veendam en st. Blanckenborg. • UMCG/revalidatie Beatrixoord*: samenwerking middels detachering van drie revalidatieartsen en deelname van anesthesiologen OZG aan de opleiding tot intensivist binnen de intensieve zorg; • Refaja ziekenhuis*: als partner binnen de Stichting Samenwerking Ziekenhuizen OostGroningen (SSZOG); • CPA (Centrale Post Ambulance)*; • RAV en ambulance- en andere hulpverleningsdiensten; • GHOR (Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen): samenwerking bij rampenopvang; • Regionaal Overleg Acute Zorg: ontwikkeling strategie, beleid en protocollen inzake acute zorg; • Integraal Kankercentrum Noordoost (IKNO)*: consultatie oncologiepatiënten; • SSZOG: ICT-voorziening en -onderzoek op gebied van nucleaire geneeskunde en klinische pathologie. De volgende instellingen en organisaties verlenen zorg aan onder meer patiënten van de OZG en doen dit binnen de muren van (een van) beide locaties: • LabNoord* (locatie Delfzicht) en LaborLeverkussen* (locatie Lucas): laboratoriumvoorziening; • Fysiotherapiepraktijk Prenger Hoekman* (locatie Lucas): fysiotherapievoorziening; • OIM: orthopedische instrumentmaker/gipsverbandmeester (locatie Delfzicht); • Casting Groep*: gipsverbandmeester; • apotheek WZA* (locatie Lucas) en apotheek Martini Ziekenhuis* (locatie Delfzicht): medicijnverstrekking; • Dialyse Centrum Groningen*: zorgverlening op locatie Delfzicht aan dialysepatiënten uit de regio Delfzijl; • Laboratorium voor Infectieziekten: onderzoek en advisering in geval van (een vermoeden van) een infectieziekte. 4
Bij de met een * aangegeven zorgverleners is sprake van een samenwerkingsovereenkomst of convenant.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
19
Binnen • • • • •
de muren van de OZG huren de volgende zorgaanbieders praktijkruimte: Beweegcentrum Winschoten (locatie Lucas); orthodontiepraktijk D. Beugeling* (locatie Delfzicht); praktijk Podotherapie* (locatie Delfzicht); Sportmedisch Adviescentrum Noord* (locatie Delfzicht); huisartsenpraktijk (locatie Lucas).
- huisartsen Door de kleinschaligheid van de beide locaties van de OZG zijn de lijnen tussen de huisartsen en de medisch specialisten van de OZG kort. Het lid Raad van Bestuur Medische Zaken neemt enkele keren per jaar deel aan het locatiegebonden overleg tussen een vertegenwoordiging van het stafbestuur en vertegenwoordigers van de verschillende waarneemgroepen uit de regio. Het doel van dit overleg is het bespreken van knelpunten en het uitwisselen van informatie. In dit overleg wordt de relatie eerstelijn - tweedelijn bewaakt. Op locatie Lucas vindt dit overleg gemiddeld vier keer per jaar plaats. Op locatie Delfzicht is in augustus 2010 dit overleg weer opgestart. In 2010 werd met huisartsen(waarneemgroepen) gesproken over de onderwerpen ICT (elektronisch briefverkeer, huisartsenportaal, transmurale zorg), het Meerjaren Medisch Beleidsplan, de verplaatsing klinische gynaecologie/kindergeneeskunde en de consequenties die dit heeft voor de verloskunde. Ook de ontwikkeling van de OZG was onderwerp van gesprek. Op beide locaties worden in het voor- en najaar klinische middagen gehouden. In 2010 vond dit voornamelijk plaats op locatie Delfzicht. De organisatie hiervan berust bij een lid van de medische staf c.q. het secretariaat van de medische staf. De ‘praatjes’ zijn bedoeld voor huisartsen, specialisten, arts-assistenten, belangstellenden en afhankelijk van het thema ook voor verloskundigen, fysiotherapeuten en andere professionals. Doel van deze bijeenkomsten is kennisuitwisseling en onderhouden van de wederzijds relaties. Ervaringen van huisartsen ten aanzien van de oncologische zorg worden in de oncologiecommissie ingebracht door de huisarts die in deze commissie participeert. De huisartsenpost Delfzijl en de huisartsenpost Winschoten zijn gevestigd op de OZG locaties Delfzicht respectievelijk Lucas. Met de Doktersdienst Groningen, waaronder deze posten vallen, zijn protocollen afgestemd ten behoeve van een adequate zorgverlening. Met name de afstemming in de overdracht dan wel de verwijzing van patiënten tussen de huisartsenpost en de afdeling Spoedeisende Hulp van beide locaties wordt regelmatig geëvalueerd en dit verloopt juist daardoor goed. - ziekenhuizen Binnen de Stichting Samenwerking Ziekenhuizen Oost-Groningen (SSZOG) werkt de OZG samen met het Refaja ziekenhuis te Stadskanaal. Met dit ziekenhuis is sprake van samenwerking op het gebied van klinische pathologie, nucleaire geneeskunde, informatiebeveiliging en automatisering (zoals ontwikkeling - regionaal EPD, - RIS/Pacs systeem, - rooster/ salarissysteem en - webportaal voor patiënten en voor huisartsen) en op bestuurlijk niveau (o.a. het convenant met Zorgbelang Groningen). In het verslagjaar hadden de Raden van Toezicht van de OZG en het Refaja ziekenhuis overleg over de onderlinge samenwerking en de wenselijkheid en haalbaarheid van een fusie van het Refaja ziekenhuis met de OZG. Er is een stuurgroep opgericht waarin de beide Raden van Bestuur en twee vertegenwoordigers van beide stafbesturen zitting hebben. In 2010 kwam men vier keer bij elkaar. In het najaar van 2010 presenteerde de stuurgroep de uitgangspunten voor een bestuurlijke fusie aan beide staven en de beide Raden van Toezicht. De OZG en het UMCG praatten al enige jaren met elkaar over de mogelijkheden van een hechtere samenwerking op het gebied van de tweede- en derdelijns zorg. In 2009 spraken de Raden van Bestuur van de OZG en het UMCG verschillende keren met elkaar over samenwerking en uitwisseling van productie. Op verzoek van de Raden van Bestuur vonden gesprekken plaats tussen leden van het managementteam van beide ziekenhuizen over een concretere invulling van deze zaken. Op 9 september 2010 ondertekenden de voorzitters van de beide Raden van Bestuur de ‘Intentieverklaring OZG - UMCG inzake samenwerking tussen de beide ziekenhuizen’.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
20
2.4.2 Overige zorggerelateerde belanghebbenden Contacten heeft de OZG ook met opleidingsinstituten in Groningen en Leeuwarden, te weten • Noorderpoortcollege: dit college verzorgt samen de OZG de MBO-verpleegkunde (niveau 4) opleiding, waarbij met name de praktijkdocenten betrokken zijn. Daarnaast heeft de OZG voor de locatie Lucas een (meerjaren) leer/stagecontract met het Noorderpoortcollege, het Alfacollege te Groningen en de HBO-verpleegkunde te Groningen; • Wenckebach Instituut: samenwerking in het kader van de scholing voorbehouden handelingen en van specialistische opleidingen en scholing op het gebied van facilitaire dienstverlening; • Hanze Connect: samenwerking in het kader van scholing en coaching van leidinggevenden; • UMCG: de OZG participeert in de opleiding van de junior co-assistenten: 4e-jaars studenten Geneeskunde van de RUG/UMCG lopen gedurende enkele weken mee met medisch specialisten van het ziekenhuis. Doel van deze contacten is enerzijds zorg dragen voor een adequate afstemming tussen theorie en praktijk en anderzijds toekomstige zorgverleners de mogelijkheid bieden kennis te nemen van de organisatie en de uitvoering van de zorg in een middelgroot streekziekenhuis. - patiëntenorganisaties De OZG onderhoudt contacten met Zorgbelang Groningen. Er bestaat een convenant tussen de twee Oost-Groninger ziekenhuizen, te weten de OZG en het Refaja ziekenhuis (SSZOG), waarin partijen zich uitspreken voor samenwerken waar het gaat om patiëntenparticipatie. In het verslagjaar werd in het licht van dit convenant opdracht gegeven voor een onderzoek naar de demografische ontwikkelingen in Noordoost-Groningen en de verwachte invloed daarvan op de zorgvraag van de inwoners uit het gebied. De OZG hecht veel waarde aan de betrokkenheid van categorale patiëntenorganisaties bij de ontwikkeling van zorgpaden en de organisatie van informatiebijeenkomsten. Zo nam naast een vertegenwoordiger van Zorgbelang Groningen ook een vertegenwoordiging van de BorstkankerVereniging Nederland, de Stichting Contactgroep Prostaatkanker, de Nederlandse Stomavereniging en de Stichting Waterloop deel aan zorgprojecten gericht op respectievelijk borstkanker, prostaatkanker, dikke darmkanker/stomazorg en blaaskanker. - overheid Ook met de provinciale en lokale politiek onderhoudt de Raad van Bestuur contacten. De bestuurders van de OZG spraken in 2010 verschillende keren met vertegenwoordigers van de Provincie Groningen en met de gemeentebesturen van Delfzijl, Appingedam en Oldambt. Met hen werd gesproken over de rol van de OZG binnen de regio en over de mogelijkheden om in de ontwikkeling van de regio gezamenlijk op te trekken. In 2010 was een terugkerend gespreksonderwerp in deze overleggen de regionale en lokale infrastructuur en de demografische samenstelling en ontwikkeling van Oost-Groningen (in relatie tot de aanwijzing als Krimp-regio) en de consequenties die dit heeft voor de zorgvraag aan de OZG. In dit verband besprak de Raad van Bestuur de mogelijkheden voor financiële steun van de lokale overheden bij innovatie, gericht op het oppakken van dit probleem. Daarnaast had de Raad van Bestuur in 2010 verschillende keren overleg met de gedeputeerde over de ontwikkelingen (in de zorg) in Noordoost-Groningen. Gelegenheden waarbij de Raad van Bestuur nadrukkelijk de rol die de OZG daarbij voor zichzelf ziet en de positie die zij daarbij voor ogen heeft, naar voren heeft gebracht. In 2010 was in zowel de gemeentelijke als de provinciale contacten ook een gespreksonderwerp de wens van de OZG om aan de A7 een nieuwe ziekenhuis te bouwen ter vervanging van het pand in Winschoten. In het najaar van 2009 werd mede door de Raad van Bestuur van de OZG een intentieverklaring ondertekend waarin de gemeente Veendam, Zorggroep Meander, de OZG, het Refaja ziekenhuis en een projectontwikkelaar afspraken de ontwikkeling van zorgvoorzieningen binnen het nieuwbouwproject ´Lloyds terras´ in Veendam nader met elkaar te onderzoeken. De OZG buigt zich samen met het Refaja ziekenhuis over de vraag welke (innovatieve) zorgvorm(en) zou(den) in Veendam ontwikkeld kunnen worden. In verband met de discussie en ontwikkelingen rond de nieuwbouw aan de A7 voor de OZG-locatie Lucas is besloten het onderwerp ‘Lloyds terras’ op te schorten totdat er duidelijkheid is over de locatiekeuze voor deze nieuwbouw.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
21
In het licht van de gemeenteraadsverkiezingen bracht een CDA -delegatie op 15 februari 2010 en de heer A. Klink, minister van VWS, op 27 februari 2010 een bezoek aan respectievelijk de OZGlocatie Lucas en de OZG-locatie Delfzicht. Daarnaast sprak de Raad van Bestuur in februari 2010 met minister van Jeugd & Gezin, de heer Rouvoet (ChristenUnie). - Zorg Innovatie Forum Het Zorg Innovatie Forum (ZIF) is een platform waarin acht zorginstellingen, waarvan de OZG er één is, en zorgverzekeraars, vertegenwoordigd zijn. Daarnaast zijn er dwarsverbanden met de Rijksuniversiteit Groningen (I2Care) en diverse onderwijsinstellingen. Het ZIF heeft zich tot doel gesteld om de zorg in het noorden op peil én betaalbaar te houden. Men wil dit bereiken door op innovatieve en creatieve wijze, met behulp van moderne technologie, nieuwe vormen van zorg te ontwikkelen. De zorgvraag in het werkgebied van de locatie Lucas is een van de snelst groeiende van Nederland. De robottechnologie die rondom Tokio al wordt toegepast, kan in Oost-Groningen een uitkomst zijn voor zorgaanbieder en patiënt. Door gebruik van technologische mogelijkheden kan onder andere een grote groep chronisch zieken nog beter en vooral efficiënter worden geholpen. De OZG ziet in haar deelname aan het ZIF een kans om zorgprocessen te verbeteren en te optimaliseren en om via inzet van sensortechnologie (zoals robotica), arbeidsbesparing en arbeidsverlichting te realiseren. - toezichthouders De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) bracht in 2010 een bezoek aan de OZG in het kader van het Algemeen Toezicht (jaarbezoek), in het kader van het thematisch toezicht (desïnfectie en reiniging scopen en OK) en naar aanleiding van een calamiteit. Daarnaast is er contact geweest met de Inspectie in verband met de uitbraak van de Mexicaanse griep en het Noro virus. Voorts zijn er contacten met de commissies van de medische beroepsverenigingen belast met het toezicht op medisch handelen. Deze visitatiecommissies richten zich in hun contact op de zorgverlening maar hebben daarnaast ook contact met de bestuurders. De Arbeidsinspectie heeft in 2010 een bezoek gebracht aan de OZG in verband met naleving van het werktijdenbesluit en de Arboregels. Voor de resultaten van deze bezoeken (externe audits) wordt verwezen naar paragraaf 4.4. - zorgverzekeraars Gestructureerd overleg vindt plaats met Menzis als belangrijkste zorgverzekeraar in de regio en met UVIT die de overige zorgverzekeraars vertegenwoordigt. In 2010 kwamen zorgverzekeraars en OZG verschillende keren bij elkaar in verband met te maken afspraken over kwantiteit en kwaliteit van de productie alsmede de besteding van de LPC-gelden. De Raden van Bestuur van de OZG en Menzis spraken in 2010 verschillende keren met elkaar over de toekomst van de zorg in Noordoost-Groningen en de positie van de OZG in deze. - kapitaalverschaffers De OZG doet zaken met de volgende banken: ING Bank en Fortis.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
22
3
Governance
3.1
Bestuur en toezicht
3.1.1 Zorgbrede Governance Code De OZG is lid van de NVZ vereniging van ziekenhuizen. Het past daarom om de zorgbrede governance code zo zorgvuldig mogelijk toe te passen. Dit betekent onder meer op een transparante wijze verslag doen van activiteiten en resultaten in het ziekenhuis. Dit gebeurt in het jaarverslag en in een jaarrekening. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het Jaardocument Zorg. In de statuten van de OZG is het recht van enquête opgenomen. Het functioneren van het ziekenhuis is sterk afhankelijk van een goed bestuur en van goed toezicht. Het Raad van Toezicht - Raad van Bestuur model, zoals vanzelfsprekend ook toegepast in de OZG, is daarbij een belangrijk instrument. 3.1.2 Raad van Bestuur De Raad van Bestuur bestuurt de OZG onder toezicht van de Raad van Toezicht. Zij dient hierbij primair het belang van het ziekenhuis in relatie tot de maatschappelijke functie van het ziekenhuis. Bij de beleidsvorming maakt de Raad van Bestuur een evenwichtige afweging van de belangen van allen die bij het ziekenhuis zijn betrokken. De Raad van Bestuur richt zich hierbij primair op het bieden van goede basisziekenhuiszorg aan de inwoners van de regio Noordoost- en Oost-Groningen en op de continuïteit van de werkgelegenheid van de medewerkers van de OZG. De Raad van Bestuur bestuurt de organisatie op basis van een reglement Raad van Bestuur OZG. In dit reglement staat beschreven wat de bestuurstaken inhouden, aan wie en wanneer verantwoording wordt afgelegd, hoe besluitvorming plaatsvindt, welke adviesprocedures er zijn, hoe wordt omgegaan met waarnemingen en vacatures, hoe wordt omgegaan met openbaarheid en met belangentegenstellingen. Verder worden eisen gesteld ten aanzien van de openbaarheid en de communicatie. - samenstelling Raad van Bestuur De OZG heeft een tweehoofdige Raad van Bestuur, welke in haar werkzaamheden wordt ondersteund door een directeur Financiële Zaken/ICT & Inkoop. De leden van de Raad van Bestuur zijn gezamenlijk en afzonderlijk verantwoordelijk voor de gang van zaken binnen de OZG en leggen als zodanig verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De aandachtsgebieden en taken binnen de Raad van Bestuur zijn onderling verdeeld en schriftelijk in het reglement Raad van Bestuur OZG vastgelegd. De leden van de Raad van Bestuur overleggen wekelijks. Een gedeelte van dit overleg wordt tevens bijgewoond door de directeur Financiële Zaken/ICT & Inkoop. Daarnaast heeft de Raad van Bestuur een keer per twee weken overleg met het bestuur van de Vereniging Medische Staf OZG over het te voeren beleid en andere interne en externe ontwikkelingen binnen de zorg(sector). De Raad van Bestuur legt in een regelmatig overleg, minimaal een keer per kwartaal, mede aan de hand van de schriftelijke maandrapportages, gedetailleerd verantwoording af aan de Raad van Toezicht over het gevoerde beleid op zorginhoudelijk, infrastructureel en financieel gebied. De Raad van Bestuur OZG wordt gevormd door • de heer J.R.M.F. Cooijmans • mevrouw C.P. van Niekerk-Nanninga. Beide zijn fulltime aan de OZG verbonden. Voor de portefeuilleverdeling wordt verwezen naar paragraaf 2.2.2. - overleg Raad van Bestuur De Raad van Bestuur stond in 2010 in zijn wekelijks overleg stil bij onder meer de volgende vraagstukken: de voortgang in het integratieproces, de ontwikkelingen rond de intensieve en acute zorg, de toekomst van de ziekenhuiszorg in Noordoost- en Oost-Groningen en het beleid en de standpunten van de overheid inzake kleine ziekenhuizen, het overleg zorgverzekeraars, en de locatiekeuze aan de A7. Daarnaast stond vanaf april de ontwikkeling van het Meerjaren Medisch Beleidsplan en vanaf september ook de lateralisatie en bezuinigingen wekelijks op de agenda.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
23
De Raad van Bestuur neemt zijn besluiten in de regel in de vergadering van het managementteam (MT) en gehoord hebbende het hoger management. Eén keer per twee weken komt het managementteam bijeen. Naast de Raad van Bestuur bestaat dit team uit de directeur Financiële Zaken/ICT & Inkoop, de concernmanager HRM en de twee locatiemanagers Zorg. De Raad van Bestuur stelt in het MT beleidszaken aan de orde. Tevens wordt in dit overleg het operationele beleid geïnitieerd, gemonitored en geëvalueerd. De concernmanager HRM, de beide locatiemanagers Zorg en de directeur overleggen in de regel in de week voorafgaand aan het overleg met de Raad van Bestuur met elkaar. Dit overleg is gericht op operationele zaken en heeft daarnaast een beleidsvoorbereidend karakter. Aan een gedeelte van dit overleg neemt ook de manager Facilitaire Zaken deel. De werkwijze van het managementteam is vastgelegd in een reglement; van dit overleg worden notulen, besluitenlijsten en actielijsten gemaakt. Binnen de Raad van Bestuur wordt er naar gestreefd dat besluitvorming in consensus plaatsvindt. In voorkomende gevallen neemt bij blijvende stagnerende besluitvorming de voorzitter van de Raad van Bestuur een besluit. In 2010 nam de Raad van Bestuur onder andere de volgende besluiten dan wel stelde zij het volgende vast: • begroting 2010; • uitvoering personeelsenquête in 2011; • aanstellen DSMH in OZG; • bouwen kraamsuites; • samenvoegen cardiologie en longziekten op een afdeling en herschikking short stay (locatie Lucas); • vaststellen missie OZG en gebruik er van in het MD traject leidinggevenden; • vacature check door MT; • voorbereiding werving buitenlands OK-personeel; • tijdelijke concentratie klinische neurologie op locatie Delfzicht; • vaststellen opleidingsbegroting 2011; • akkoord bevinden van het Arbo jaarverslag 2009; • besluit tot NIAZ accreditatie in 2012; • deelname aan landelijke onderzoeken Miletus naar patiëntervaringen bij borstkanker en aan de CQ index van Menzis naar patiëntervaringen bij heup/knie en rughernia en cataractoperaties; • besluit tot inzetten Legalines voor werving oogartsen; • on hold zetten van werving van OK-personeel in India; • start vervolgstudie naar centraal sterilisatiecentrum voor OZG, Refaja ziekenhuis en UMCG; • goedkeuring Balance Score Card 2011; • goedkeuring van het herziene reglement van de IPC; • besluit obducties te laten uitvoeren in Refaja ziekenhuis. - overleg met het hoger management Het hoger management is binnen door de Raad van Bestuur vastgestelde kaders verantwoordelijk voor het ontwikkelen, voorbereiden en uitvoeren van het beleid, alsmede voor de integrale, operationele aansturing van de organisatie. Het hoger management OZG functioneert naar behoren. De interactie en het niveau van de discussies in het overleg met de Raad van Bestuur zijn goed. Via maandrapportages, een integraal document verzorgd door de afdeling Financiële Zaken en de afdeling P&O, informeert het hoger management de Raad van Bestuur uitvoerig over al hetgeen het ziekenhuis aangaat. Deze rapportages gaan tevens naar de Raad van Toezicht en de geledingen. De verslagen van het MT-overleg gaan ook naar het bestuur van de Vereniging Medische Staf OZG en de cliëntenraad. - overleg met geledingen In zijn handelen in het belang van het ziekenhuis en van de patiënten en de klanten van het ziekenhuis streeft de Raad van Bestuur naar voldoende draagvlak bij de medewerkers. De Raad van Bestuur acht het hebben van een open dialoog met de organisatie van groot belang. Aan het overleg met de geledingen uit de organisatie, zoals de ondernemingsraad, het stafbestuur en de cliëntenraad hecht de Raad van Bestuur grote waarde. De Raad van Bestuur vergadert een keer per twee weken met het bestuur van de Vereniging Medische Staf OZG, met de ondernemingsraad een keer per maand en met de cliëntenraad een Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
24
keer per zes weken overleg. Voor al deze vergaderingen wordt vooraf een agenda opgesteld en er wordt door een notulist een verslag van het besprokene gemaakt. De agenda en het verslag van het overleg ondernemingsraad - Raad van Bestuur wordt binnen de organisatie bekendgemaakt. - bezoldiging De OZG betracht zo groot mogelijke openheid over de bezoldiging en eventuele nevenfuncties van de leden van de Raad van Bestuur. Deze zijn vermeld in de jaarrekening. Er wordt daarnaast nadrukkelijk gelet op het voorkómen van belangenverstrengeling. Voor het vaststellen van de bezoldiging van de Raad van Bestuur maakt de OZG gebruik van de Adviesregeling Arbeidsvoorwaarden Raden van Bestuur van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen (NVTZ) en de Adviesregeling 2006 Contractuele relatie, rechtspositie, arbeidsvoorwaarden en honorering van bestuurders van zorginstellingen. 3.1.3 Raad van Toezicht De Raad van Toezicht houdt toezicht op het functioneren van de Raad van Bestuur en verleent ontslag en benoemt eventueel nieuwe leden van de Raad van Bestuur, zoals vastgelegd in de statuten. De Raad van Toezicht beschikt over een reglement. De Raad van Toezicht bestaat uit zes leden welke geen van allen een relatie met de OZG hebben en die allen woonachtig zijn in het verzorgingsgebied van de OZG. Naam M. Zijlstra (voorzitter) A. de Jonge (vice-voorzitter) Ch.J. Maats (secretaris) P.L.M. Smulders (lid) J.P. Savenije (lid) A.C.M. de Winter - Wijffels (lid)
voorheen lid Raad van Toezicht: Delfzicht Lucas Delfzicht Lucas Delfzicht Lucas
Frequentie deelname overleg 7 6 7 7 7 7
- overleg Raad van Toezicht De Raad van Toezicht overlegt minimaal zes keer per jaar met de Raad van Bestuur, steeds voorafgegaan door een intern overleg van de Raad van Toezicht. De vergaderingen vinden afwisselend plaats op de locatie Delfzicht en Lucas. In het overleg met de Raad van Bestuur wordt gesproken over de verschillende activiteiten aan de hand van onder andere de maandrapportages en de MT-verslagen (+ wekelijkse interne nieuwsbrief), die een goed beeld geven van het reilen en zeilen van de OZG in al zijn verschillende aspecten. Hierdoor kan de Raad van Toezicht goed de vinger aan de pols houden. De kwaliteit van de zorg heeft de voortdurende aandacht van de Raad. In dit verband staat ook het voorzien in vacatures in de medische staf regelmatig op de agenda. De Raad van Toezicht kwam in 2010 zeven keer met de Raad van Bestuur bijeen. Zes keer vond voorafgaand een onderling overleg van de Raad van Toezicht plaats. Een van de vergaderingen wijdde de Raad van Toezicht aan zijn beleid en het functioneren onderling. Deze vergadering werd bijgewoond door alle leden. Eenmaal per jaar evalueert de Raad van Toezicht in zijn onderling overleg het functioneren van de leden van de Raad van Bestuur om een en ander vervolgens in een individueel gesprek met de leden Raad van Bestuur te bespreken. Er wordt dan gesproken over de functievervulling en er wordt vooruitgekeken naar de komende jaren. Zo vond dit ook in 2010 een tweetal keren plaats. Aan het einde van het verslagjaar liet de voorzitter van de Raad van Bestuur, de heer J.R.M.F Cooijmans, weten zijn per 1 september 2011 aflopende contract niet te willen verlengen. Het honorarium van de leden Raad van Bestuur is vastgelegd volgens de NVTZ-richtlijnen, welke de hoogte van het inkomen afgrenst op een niveau dat naar het oordeel van de raad maatschappelijk verantwoord is. De Raad van Toezicht heeft in 2010 eenmaal overleg gevoerd met de accountant. Onderwerpen waaraan de Raad van Toezicht in 2010 in zijn overleg aandacht besteedde, waren onder meer: structuur, samenstelling en honorering Raad van Toezicht en Raad van Bestuur, de Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
25
over dit onderwerp verschenen rapporten van de NVTZ. De Raad van Toezicht besloot de beleidslijn van de NVTZ onverkort te volgen. Verder werd in 2010 de begroting Raad van Toezicht vastgesteld. Het reglement van de klachtencommissie werd vastgesteld. Evenals dat van de cliëntenraad en het Treasury Statuut. Het Medisch beleidsplan werd besproken. Over kwaliteit en veiligheid werd de Raad van Toezicht uitgebreid geïnformeerd. De Raad van Toezicht keurde de begroting 2010 in januari 2010 goed, nadat kennis was genomen van de adviezen van onder andere de ondernemingsraad, de cliëntenraad en het bestuur van de Vereniging Medische Staf OZG. De zorgwekkende ontwikkelingen op financieel gebied kregen specifieke aandacht van de auditcommissie die hierover rapporteerde aan de Raad van Toezicht. Over de begroting 2011 is intensief overleg gevoerd omdat de Raad van Toezicht de dreigende tekorten krachtig bestreden wilde zien. In het verslagjaar werd in het overleg met de Raad van Bestuur regelmatig gesproken over de voortgang van de integratie van de OZG, de begroting, de investeringen in apparatuur, ICT onderhoud en nieuwbouw. Deze laatste onder meer in samenhang met de locatie van de gebouwen van de OZG. De taakverdeling tussen locaties en de noodzaak van concentratie van specialistische activiteiten, in het bijzonder op het gebied van klinische verloskundige zorg en kindergeneeskunde, kwamen ter evaluatie aan de orde. De bezuinigingen die het ziekenhuis worden opgelegd, verhogen de drang op concentratie. De ontwikkelingen binnen de verschillende medische specialismen werden besproken. Kennis werd genomen van verslagen samenhangend met bezoeken van de Inspectie. Ook het toezicht op de steriele hulpmiddelen kwam aan de orde. Samenwerking met het Refaja ziekenhuis te Stadskanaal en het UMCG stonden eveneens op de agenda. Gesproken is over het nastreven van een fusie met het Refaja ziekenhuis, welke de Raad van Toezicht een adequaat antwoord vindt op zowel de demografische als de medisch specialistische normstelling met betrekking tot kwantiteit en kwaliteit van de beroepsuitoefening. Rapportage hierover is besproken. Met de Raad van Toezicht van het Refaja ziekenhuis werd overleg gevoerd. De beide Raden van Bestuur werd gevraagd over de fusie schriftelijk te rapporteren. Ook het bestuur van de Vereniging Medische Staf rapporteerde hierover. De bouw van een nieuwe ziekenhuisvoorziening en de locatie ervan paraisseerden met regelmaat op de agenda alsmede de contacten hierover met de verschillende overheden. De Raad van Bestuur informeerde de Raad van Toezicht mondeling over de inhoud van visitatierapporten van de medisch specialistische verenigingen. De Raad van Toezicht is niet in de gelegenheid gesteld zelf kennis te nemen van de inhoud van deze rapporten, omdat afspraken tussen de ziekenhuizen en de specialistische verenigingen dit niet toestaan. Een standpunt dat naar de mening van de Raad van Toezicht haar oordeelsvorming over de kwaliteit van de zorg beperkt. Van de rapporten van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) neemt de Raad kennis. Leden van de Raad van Toezicht bezochten het symposium Ontwikkelingen op het gebied van Prostaat Kanker (januari 2010, Amsterdam), een symposium over Targeting Anticancer Agents (maart 2010, Washington) en een symposium over preventie (september 2010, Leiden). De voorzitter Raad van Toezicht bezocht viermaal een vergadering van de NVTZ. Een van de leden bezocht verschillende cursussen van de NVTZ. De Raad van Toezicht was voorts aanwezig bij het bezoek van minister Klink van VWS in februari 2010 aan de OZG-locatie Delfzicht. - overleg geledingen In 2010 had (een delegatie van) de Raad van Toezicht een overleg met respectievelijk het bestuur van de ondernemingsraad, de cliëntenraad en het bestuur van de Vereniging Medische Staf OZG. - bezoldiging en nevenfuncties De Raad van Toezicht betracht een zo groot mogelijke openheid over de bezoldiging en de eventuele nevenfuncties van zijn leden. Deze zijn vermeld in de jaarrekening. Er wordt daarnaast nadrukkelijk gelet op het voorkómen van belangenverstrengeling. Geen van de leden van de Raad heeft buiten zijn toezichthoudende rol een andere betrokkenheid bij de OZG. (zie ook hoofdstuk 6) 3.2
Bedrijfsvoering
3.2.1 Planning & Control De OZG is een organisatie in ontwikkeling. Voor de bedrijfsvoering in 2010 betekende dit het zoeken naar de meeste efficiënte manier om enerzijds de dagelijkse gang van zaken op beide locaties te laten doorgaan en anderzijds te bouwen aan één organisatie. Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
26
De Planning & Control cyclus levert een belangrijke bijdrage aan het beheersen en optimaliseren van de bedrijfsvoering. De OZG heeft ervoor gekozen voor de beheersing van haar processen gebruik te maken van het INK-managementmodel, in combinatie met het gebruik van de Balanced Score Card. Dit is een instrument waarmee de verschillende dimensies van de bedrijfsvoering samenhangend in beeld kunnen worden gebracht. - beleidsplan, kaderbrief, jaarplannen en begroting In juli start de Planning & Control cyclus met de presentatie van de Kaderbrief (en Balance Score Card). In de Kaderbrief vindt de vertaalslag plaats van missie en visie naar beleid en organisatiedoelstellingen. Ook worden in de Kaderbrief de financiële en personele kaders aangegeven waarbinnen de beleidsvoornemens kunnen worden gerealiseerd. De Kaderbrief wordt opgesteld aan de hand van de informatie zoals verkregen uit intensief overleg met het hoger management, het stafbestuur, de ondernemingsraad en de cliëntenraad. De Kaderbrief is het uitgangspunt voor het jaarplan dat elke manager in nauw overleg met zijn leidinggevenden opstelt. In de jaarplannen wordt de vertaling van de organisatiedoelen naar doelstellingen en activiteiten op sector- en dienst/afdelingsniveau vastgelegd. Met de afdeling Financiële Zaken schatten de managers in of de verwachte financiële en formatieve effecten binnen het in de Kaderbrief gestelde kader passen. De verwachte effecten worden vastgelegd in de jaarlijkse begroting. Na eventuele bijstelling van de jaarplannen op managementniveau en doorrekening van eventuele taakstellingen worden de jaarplannen en bijbehorende financiële- en formatieve begroting samengevoegd en door de Raad van Bestuur vastgesteld. Het geheel wordt in december ter goedkeuring aangeboden aan de Raad van Toezicht. In het voorjaar en het najaar hebben de Raad van Bestuur en het stafbestuur met elke vakgroep/maatschap een gesprek. In de voorjaarsgesprekken staan de medische ontwikkelingen, de doelstellingen en indicatoren centraal; in het najaarsgesprek gaat het vooral over de resultaten en de cijfers. Indien daar aanleiding toe is, heeft de Raad van Bestuur tussentijds gesprekken met het stafbestuur en de directeur Financiële Zaken/ICT & Inkoop. - maandrapportages, –gesprekken en jaarverslag/jaarrekening Het monitoren van de effecten van het handelen van de organisatie in financiële, formatieve en verzuimcijfers wordt, gezien de vele (externe) ontwikkelingen in de zorgsector, van steeds groter belang. Tijdige, volledige en correcte stuurinformatie is van cruciaal belang om het hoger management daarin te ondersteunen. Als monitor- en stuurinstrument wordt de maandrapportage gebruikt. De voornaamste stuurparameters daarbij zijn: • productiecijfers; • realisatie bedrijfsopbrengsten t.o.v. budget; • gemaakte kosten t.o.v. budget; • formatie versus streefformatie; • ziekteverzuim. Deze managementinformatie, die tevens beschikbaar is voor de Raad van Toezicht, wordt structureel besproken en toegelicht in de eerstvolgende vergadering van de Raad van Bestuur met de Raad van Toezicht en wordt ook met het hoger management en stafbestuur doorgenomen. Een belangrijk onderdeel zijn tevens de maandgesprekken met de leidinggevenden. Tijdens deze interactieve gesprekken bespreekt de medewerker Planning & Controle, eventueel ondersteund door een medewerker van de afdeling P&O, de belangrijkste ontwikkelingen van de afgelopen (verslag)periode. De betrokken manager geeft uitleg over ontwikkelingen en verklaringen bij eventuele overschrijdingen. De uitkomsten van deze gesprekken worden door de medewerker Planning & Controle opgenomen in de maandrapportage, welke in het managementteam wordt besproken. Tijdens zijn overleg spreekt het managementteam waar nodig vervolgacties af, die leiden tot bijsturen van de geconstateerde ontwikkelingen. Uiteindelijk sluit de hele cyclus in mei met het maatschappelijk/kwalitatief jaarverslag en de jaarrekening. De financiële, personele en productiecijfers worden in geïntegreerde OZG-maandrapportages gepresenteerd aan de Raad van Bestuur en het MT.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
27
- Treasury Statuut en financieel jaarplan De OZG stelt zich tot doel basisziekenhuiszorg van uitstekende kwaliteit te leveren. De omgeving waarbinnen deze doelstelling gerealiseerd dient te worden, verandert sterk met name door een vraaggestuurde bekostiging. De afdeling Financiële Zaken draagt er zorg voor dat de financiële continuïteit van de OZG gewaarborgd is. Hiertoe wordt de toekomstige financieringsbehoefte ingedekt en worden de daarbij behorende risico’s beheerst. Om het financiële beleid strategisch in te kaderen beschikt de OZG over een Treasury Statuut OZG, waarin de financiële doelstellingen van de OZG zijn opgenomen en waarmee de kaders van het financiële beleid en de taken en verantwoordelijkheden op middellange termijn zijn vastgelegd. Tevens worden de beleidskaders vastgesteld voor diegenen die bij deze taken en verantwoordelijkheden betrokken zijn. Belangrijkste uitgangspunten zijn het voldoen aan de beleidsregels van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de criteria van het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ). Alle activiteiten op het gebied van treasury staan nadrukkelijk ten dienste van de kerntaken van de OZG. Die kerntaak is het zorgen voor een kwalitatief hoogwaardige zorg voor haar patiënten. De borging en de ontwikkeling van het treasury beleid is neergelegd bij de financiële commissie OZG. Deze commissie bestaat uit de voorzitter van Raad van Bestuur, de directeur Financiële Zaken/ICT & Inkoop, het hoofd afdeling Financiële Zaken en de medewerker van de financiële administratie die belast is met operationele treasury-taken. De financiële commissie functioneert als adviesorgaan voor de Raad van Bestuur en zij komt twee keer per jaar bijeen, indien nodig kan dit vaker zijn. Het Treasury Statuut wordt elke vijf jaar door de financiële commissie geëvalueerd en afhankelijk van de bevindingen zo nodig aangepast of bijgesteld. Indien de wet- en regelgeving ingrijpend zullen veranderen wordt de termijn van vijf jaar verkort. De beoordeling hiervan ligt bij de Raad van Bestuur. De financiële commissie stelt jaarlijks een financieel jaarplan OZG op. Hierin worden de operationele treasury-taken en doelstellingen voor het komende jaar gedefinieerd. De financiële commissie heeft in het financieel jaarplan 2010 ook het jaar 2011 meegenomen, omdat de aangekondigde kortingen en terugbetalingen van overfinanciering een grote rol daarin spelen. In het financieel jaarplan worden in ieder geval de volgende onderwerpen besproken: • financiële organisatie en beleidsregels; • liquiditeitsontwikkeling; • financierbaarheid; • financieringsbeleid; • overige projecten. - financiële organisatie en beleidsregels De belangrijkste ontwikkelingen in de beleidsregels, maar ook organisatorisch, voor de komende jaren worden aan de orde gesteld. - liquiditeitsontwikkeling Om meer inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de liquiditeit is er voor gekozen om een evaluatie van het jaar 2010 te laten zien met de voortgang in 2010 en de prognose voor het jaar 2011. Wekelijks worden de kasstromen en de rekeningsaldi van de OZG doorgenomen om zicht te hebben, te behouden en te sturen. De rapportage wordt besproken met het hoofd van de afdeling Financiële Zaken en de medewerker van de afdeling Financiële Zaken, die is belast met de operationele treasury-taken. - financierbaarheid De OZG is lid van het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ). Elk jaar dient er een herbeoordeling aangevraagd te worden. Voor 2010 is dit gedaan, maar door achterstand bij WfZ is er op 31-12-2010 nog geen goedkeuring ontvangen. De OZG streeft naar een solvabiliteit van 20% binnen 4 jaar om op lange termijn de financierbaarheid te waarborgen. - financieringsbeleid Hieronder valt het spreiden van het renterisico. Dit is het bedrag waarover een onzekere rente wordt betaald. Voor het aantrekken van langlopende leningen zullen de modaliteiten van de leningen worden afgestemd op het renterisico beleid en op een evenwichtige verdeling van korte en lange termijnfinanciering. Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
28
Het werkkapitaal is landelijk gesteld op 6,8%. Door een actieve beheersing van het werkkapitaal houdt men inzicht in de omvang en de samenstelling daarvan, afgezet tegen de ter zake geldende NZa-normen. Dit betekent in de praktijk het volgende: de crediteuren worden op de uiterlijke afgesproken betaaldatum betaald, de openstaande posten ‘debiteuren’ terugdringen naar 30 dagen en de voorraden laag houden. Met deze praktische afspraken wordt het werkkapitaal zo laag mogelijk gehouden. - overige projecten In de paragraaf Overige projecten worden de volgende onderwerpen behandeld: fusie met het Refaja ziekenhuis te Stadskanaal, de nieuwbouw van locatie Lucas te Winschoten en de samenwerking met het UMCG te Groningen. - investeringsbeleid De investeringen voor de OZG worden gecoördineerd door de Investeringcommissie. Voorzitter van de commissie is de directeur Financiële Zaken/ICT & Inkoop. Maandelijks komt de investeringcommissie een keer bijeen om de voortgang van de investeringen te bespreken. Naast de directeur Financiële Zaken/ICT & Inkoop nemen ook nog deel aan de investeringscommissie: de beide locatiemanagers Zorg, de medewerker Strategische Inkoop, de manager Facilitaire zaken, twee medische specialisten, de medewerker Medisch Instrumentele Dienstverlening en een medewerker van de afdeling Financiële zaken. - investeringsbegroting 2010 Het investeringsbudget voor 2010 was € 5 miljoen. Daarbij komt nog het restant van het budget 2009 ter hoogte van € 2,1 miljoen. Dit betekent dat in 2010 te besteden was € 7,1 miljoen. In 2010 is voor € 7,9 miljoen geïnvesteerd, waarvan € 6,7 miljoen voor de zorg. De grootste investering in 2010 betrof de aanschaf en installatie van een MRI- en Hartcatheterisatievoorziening op beide locaties. - investeringsbegroting 2011 Het budget voor 2011 is een totaal bedrag van € 3 miljoen. Hierop moet de budgetoverschrijding in 2010 met € 1,2 miljoen in mindering worden gebracht. Mede vanwege de door de overheid opgelegde kortingen heeft de Raad van Bestuur besloten om minder te gaan investeren dan in 2010. De investeringsaanvragen voor het jaar 2011 zijn opgenomen in de Balanced Score Card. Hierin staan de doelstellingen van alle leidinggevenden voor 2011. Vanwege de zeer beperkte middelen zal de investeringscommissie alle aanvragen, gedaan via het formulier “Inventarisatie kritische apparatuurvoorzieningen” kritisch beoordelen. 3.2.2 Risico’s De gehele ziekenhuissector staat in toenemende mate bloot aan risico’s als gevolg van verdere introductie van marktwerking. De voorspelbaarheid van opbrengsten in de toekomst neemt af en daarmee vooral ook het risicoprofiel van ziekenhuizen bij financiering. Daarnaast neemt het financiële risico toe doordat volumeontwikkelingen in de sector door onder andere (driedubbele) vergrijzing van de bevolking in het kernwerkgebied van de OZG en de innovatieve ontwikkeling binnen de gezondheidszorg (nieuwe, kwalitatief betere en patiëntvriendelijke technieken en de dure geneesmiddelen), niet worden gecompenseerd door bijstelling van financiële kaders. Het macro budgetkader Zorg blijft door de minister gehandhaafd. Een overschrijding in enig jaar in het A- en B-segment wordt een jaar later als generieke korting opgelegd. Belangrijke risico’s en onzekerheden die de OZG op haar ziet afkomen, zijn: • financiële budgetkortingen; • groei in zorgvraag, niet financieel vergoed; • onzekerheden in de kapitaalslasten financiering maken financiering van nieuwbouw moeilijk; • vergrijzing van het verzorgingsgebied resulteert mogelijk in krapte op de arbeidsmarkt voor specifieke functies. Anderzijds ontstaan ook kansen in samenwerking met eerste-, tweede- en derdelijns zorg. Door samenwerking kunnen sterktes verder uitgebouwd worden en kunnen de zwaktes in samenwerking met derden sterker worden neergezet. Kansen liggen ook in het vergroten van de adherentie van de OZG zowel binnen als buiten het kernwerkgebied. Risico’s, kansen en onzekerheden worden binnen de Planning & Control cyclus gedeeld binnen de Raad van Bestuur en het management. Met toezichthouders worden deze eveneens gedeeld tijdens
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
29
de vergaderingen. In de kwartaalrapportage ten behoeve van de toezichthouder is een specifiek hoofdstuk over risico’s opgenomen. Naast deze financiële risico’s onderkent de OZG de risico’s als het gaat om het realiseren van een efficiënte bedrijfsvoering: • een gebouw, dat voldoet aan de kwaliteits- en veiligheidseisen die toezichthouders, overheid en wet- en regelgeving hieraan stellen (risico: veranderde regelgeving ten aanzien van financiering en steeds strengere eisen); • apparatuur die voldoet aan alle kwaliteits- en veiligheidseisen, waarbij sprake is van een sluitend controlesysteem (risico: krap investeringsbudget naast groeiende kosten); • ziekenhuisinformatiesysteem dat voldoet aan alle kwaliteits- en veiligheidseisen die gebruikers en patiënten en NEN 7510 norm voor Informatiebeveiliging hieraan stellen (risico: beveiliging van gegevens); • personeel dat deskundig is en handelt naar de eisen die hieraan vanuit de beroepsgroep worden gesteld (risico: krappe arbeidsmarkt). Verder zijn belangrijke bepalende factoren de oordelen van patiënten en klanten over de organisatie als het gaat om kwaliteit, veiligheid en imago. Dit zijn dan ook aspecten die in alle handelen de leidraad vormen. Signaleren en proactief reageren naast het werken volgens beschreven protocollen verkleint de risico’s. Zo hebben ook de meldingen op het gebied van patiëntveiligheid en informatiebeveiliging een signaleringsfunctie. In 2010 is er een prospectieve risicoanalyse op medische apparatuur geweest. 3.3 Cliëntenraad In de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ, 1996) is vastgelegd dat ziekenhuizen een cliëntenraad moeten hebben. Doel van deze wet is de positie van de patiënt te versterken. De patiënt krijgt een stem bij het vaststellen van beleid dat de belangen van patiënten raakt. De cliëntenraad OZG bestond op 31 december 2010 uit zes leden. De OZG ondersteunt de cliëntenraad in het uitoefenen van zijn taken, onder andere door het beschikbaar stellen van alle basisfaciliteiten en door de mogelijkheid deel te nemen aan cursussen en symposia. De cliëntenraad wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris. Voor advisering en begeleiding kan de raad een beroep doen op de adviseurs van Netwerk Cliëntenraden in de Zorg (NCZ), Zorgbelang Groningen en van het Landelijk Steunpunt Cliëntenraden (LSR). De cliëntenraad vergadert in principe eenmaal per maand en verder zo vaak als nodig is naar aanleiding van situaties die zich plotseling voordoen en waarover advies noodzakelijk is (gevraagd of ongevraagd). Afhankelijk van het onderwerp wonen leden van de Raad van Bestuur, leden van het hoger management of andere functionarissen van het ziekenhuis een deel van de vergaderingen bij om uitleg te geven over de stand van zaken betreffende actiepunten en ontwikkelingen die zich op dat moment voordoen in het algemeen, en in geval van adviesaanvragen in het bijzonder. De Raad van Toezicht woont in elk geval één keer per jaar een vergadering van de cliëntenraad bij. De voorzitters van de cliëntenraad hebben buiten de vergaderingen rechtstreeks contact met de Raad van Bestuur, wanneer de situatie daarom vraagt. In elk geval een keer per kwartaal neemt de Raad van Bestuur, in het algemeen in de persoon van het lid dat medische zaken in portefeuille heeft, deel aan dit overleg. De Raad van Bestuur doet zijn verzoek om advies in het algemeen schriftelijk, waarna de cliëntenraad eveneens schriftelijk zijn advies uitbrengt. - overleg in 2010 In het verslagjaar nam de Raad van Bestuur zes keer deel aan een vergadering van de cliëntenraad, waarvan tweemaal tevens door leden van de Raad van Toezicht. De cliëntenraad van de OZG is voorstander van het harmoniemodel: ‘het gezamenlijk belang staat voorop; er wordt vooral gestreefd naar een gezamenlijke oplossing; het uitgangspunt daarbij is dat het gemeenschappelijk belang voldoende aanknopingspunten biedt om er samen uit te komen.’ Dit model is voor een cliëntenraad alleen werkbaar als er sprake is van een uitstekend contact tussen de cliëntenraad en met name de Raad van Bestuur. Dit was gedurende het gehele verslagjaar het geval. De Raad van Bestuur streeft ernaar om de cliëntenraad steeds tijdig op de hoogte te stellen en te houden van voor de cliëntenraad relevante ontwikkelingen en het tijdig voorleggen voor advies van de onderwerpen die daarvoor in aanmerking komen. Omgekeerd heeft de cliëntenraad een korte lijn naar de Raad van Bestuur om zaken aan de orde te stellen. Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
30
Belangrijke onderwerpen waarover binnen de cliëntenraad is gesproken, zijn onder meer de nieuwbouw en het meerjaren medisch beleidsplan. Daarnaast spraken de cliëntenraad en Raad van Bestuur over de volgende onderwerpen: • mogelijke belangenverstrengeling lid van de Raad van Toezicht; • regeling van het enquêterecht in de statuten; • tekst folder voor isolatieverpleging; • mogelijke fusie OZG en Refaja ziekenhuis; • ontwikkeling OZG-brede patiëntenparticipatie; • een project gericht op zorginnovatieprocessen voor CVA-patiënten (in overleg met Zorgbelang); • kwaliteit hygiëne toiletten; • ondeugdelijke voedingsetiketten; • de drie basisdocumenten voor de cliëntenraad: o het instellingsbesluit, o de omgangsregeling en o het huishoudelijk reglement. In 2010 bracht de cliëntenraad een positief advies uit over: • begroting 2010; • nieuwbouw ter vervanging van locatie Lucas langs de A7; • inrichting kraamsuites op de locatie Lucas; • jaardocument incl. jaarrekening 2009; • intentieverklaring samenwerking UMCG en OZG; • meerjaren medisch beleidsplan; • klachtenregeling voor patiënten; • aanstelling secretaris Klachtencommissie. - overige activiteiten Veel informatie over wat er zich in het ziekenhuis afspeelt komt tot de cliëntenraad vanuit de organisatie zelf. Daarnaast gaan de leden op verschillende wijze zelf ook aan de slag om op de hoogte te blijven van wat er zich in de ziekenhuiszorg in het algemeen dan wel op de locaties afspeelt. Als zodanig kunnen worden genoemd: • deelname in de kerngroep van de NCZ (Nederlandse federatie van Cliëntenraden in de Zorg); • deelname in de werkgroep ziekenzorg van Zorgbelang Groningen; • deelname in het klantenpanel/regiovervoer; • bezoek aan de Isala Klinieken in Zwolle (oriëntatie op het gebruik van pasjes); • deelneming aan het regionaal overleg van cliëntenraden georganiseerd door Zorgbelang; • overleg met vertegenwoordigers van Buurtzorg; • afnemen enquêtes voor het transitieproject ouderen; • een gesprek met een architectenbureau over de bouw van een verzorging/verpleeghuis nabij Delfzicht. De adviezen van de cliëntenraad hebben onder andere geleid tot een betere schoonmaak van de toiletten, een verandering in de verwarming van voedsel en een betere inbedding van de (patiënt)ervaringenkaart in de OZG.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
31
4
Beleid, inspanningen en prestaties
De missie van de OZG luidt als volgt: De Ommelander Ziekenhuis Groep (OZG) is het stréékziekenhuis van Noorden Oost-Groningen. De OZG staat voor het leveren van goede, snelle en veilige zorg. De OZG is het ziekenhuis, • • • • • •
waar 24 uur per dag de medewerkers voor u klaar staan; waar u zich begrepen en thuis voelt; waar u als patiënt bij voorkeur naar toe gaat en naar terugkomt; waar u door uw huisarts als eerste naar verwezen wordt; waarvoor u ook kiest als het gaat om zorg voor uw naasten en waar u graag zou willen werken.
In onderstaande paragrafen kunt u lezen hoe de OZG in 2010 deze missie naar concrete plannen en activiteiten heeft vertaald. 4.1 Meerjarenbeleid Bij de keuzes waarvoor de OZG de komende jaren staat, is het uitgangspunt dat de OZG als basisziekenhuis dat wat zij doet, ook goed doet, zonder de kracht en beperkingen van de organisatie uit het oog te verliezen. Speerpunten per locatie, functiedifferentiatie en daar waar noodzakelijk centralisatie van zorg en diensten, zijn onderdeel van de uitwerking waarbij de opdracht is ‘grootschalig organiseren van kleinschalige zorg en decentraal waar dit kan, centraal waar dit moet’. De OZG kiest ervoor zich te ontwikkelen in de richting van een open en met haar omgeving verbonden basisziekenhuis, ingegeven door de wens van (potentiële) patiënten en verwijzers om basisziekenhuiszorg dichtbij huis te kunnen krijgen. De OZG wil excelleren door een uitstekende dienstverlening naar patiënten, verwijzers en professionals onder het motto ‘Zorg met waarde’. Daarnaast wil de OZG een doordachte en transparante bedrijfsvoering waarin gemak, snelheid en kwaliteit van behandelingen tegen concurrerende tarieven voorop staan. Als gevolg van de (dubbele) vergrijzing, welke bovengemiddeld voor het verzorgingsgebied van de OZG geldt, zal de vraag naar basisziekenhuiszorg toenemen en zal de aard van die zorg wijzigen. De zorg voor chronisch zieken zal groeien en mogelijk meer complex worden en steeds meer zal gekozen worden voor integrale multidisciplinaire zorgconcepten. De strategische positionering van de OZG op de markt van medisch specialistische zorg vraagt ook om een hierbij passende marktbenadering. Bij klanten met chronische zorgvragen past een benadering waar sprake is van veel aandacht voor de relationele aspecten. Door de excentrische ligging van de regio waarborgt de OZG samen met de huisartsen, verloskundigen, UMCG, verpleeghuizen en thuiszorg de basiszorg in eerste, tweede en derdelijn. Het gezamenlijke streven is de zorg steeds meer via zorgketens aan te bieden. De OZG speelt daarin met haar beide locaties een centrale rol. - activiteiten in 2010 - meerjaren medisch beleidsplan Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de VMS OZG in september 2010 werd het Meerjaren Medisch Beleidsplan OZG ‘Naar een vitale toekomst’ gepresenteerd. Het meerjaren medisch beleidsplan is getoetst aan de uitgangspunten: haalbaarheid (financieel), kwaliteit, adherentie. ontwikkeling van het meerjaren medisch beleidsplan De stafcommissie belast met de ontwikkeling van het Meerjaren Medisch Beleidsplan, heeft behalve met de vakgroepen en maatschappen van de OZG ook gesproken met onder andere de Raad van Bestuur, het stafbestuur, het locatiemanagement en vertegenwoordigers van de afdelingen Financiële Zaken en Kwaliteit. Ook de Raad van Toezicht, ondernemingsraad, cliëntenraad, huisartsen en zorgverzekeraar Menzis zijn in een vroeg stadium geïnformeerd. Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
32
Bij de ontwikkeling van het beleidsplan is bewust de relatie gelegd met de OZG-organisatie als geheel, omdat medisch beleid geen bestaansrecht heeft, als het niet past in de drie genoemde uitgangspunten, maar ook geen toekomst heeft als het niet past in het ziekenhuis- en omgevingsbeleid. Daarom is ook geïnventariseerd hoe de vakgroepen en maatschappen aankijken tegen samenwerking met andere stakeholders als het Refaja ziekenhuis en het UMCG. Het Meerjaren Medisch Beleidsplan beschrijft de ambities, speerpunten en aandachtspunten ten aanzien van het medisch beleid; de voorwaarden om in een periode van 3-5 jaar (de zogenoemde transitieperiode) tot het gewenste beleid te komen; de keuze voor het scenario waarlangs de inrichting van de nieuwe organisatie van de medische zorg tot stand dient te komen, rekening houdend met de drie genoemde uitgangspunten. inrichting van de organisatie volgens het stromenmodel In haar vergadering besloot de Vereniging Medische Staf OZG de nieuwe organisatie te gaan inrichten volgens het stromenmodel. Uitgangspunt bij dit model is dat wordt gekeken hoe de patiënt binnenkomt en wat de OZG de patiënt daarvoor te bieden heeft. Sprake zal zijn van ’gouden’ voordeuren, dat wil zeggen patiënten kunnen altijd bij de OZG terecht. Na de voordeur worden de patiëntenstromen zo nodig gescheiden; daarbij zijn leidend enerzijds de zorg die de patiënt op grond van zijn klachtenpatroon nodig heeft en anderzijds de volume-eisen die door IZG en vakverenigingen worden gesteld in het licht van de kwaliteit en veiligheid van zorg. In dit model hebben alle OZG-locaties een volwaardige polikliniek met alle diagnostiek- en onderzoeksfaciliteiten, een SEH met observatorium, een voorziening voor dagbehandeling en een kliniek. Gekeken naar de thans geboden zorg betekent de keuze voor het stromenmodel dat circa 80% van de huidige productie zal blijven worden verzorgd op elke locatie. Voor de overige 20% zal de zorg gecentreerd worden op een van de locaties. Naast het scheiden van patiëntenstromen kan binnen het stromenmodel een extra logistieke verbeterslag aangebracht worden door ‘productiestraten’ in te richten. Met het bundelen van productiecapaciteiten kan bij een goede organisatie, aan de kwaliteitseisen worden voldaan en tevens winst worden gemaakt. In december 2010 stelde de Raad van Toezicht dit beleidsplan vast, waarbij zij tevens instemde met de keuze voor het stromenmodel. ontwikkelen ‘anderhalf-lijns’ zorg Om huisartsen en patiënten van dienst te zijn overweegt de OZG spreekuren en mobiele diagnostiek te gaan aanbieden, gestationeerd in de regio bij een aantal gezondheidscentra of in buitenpoliklinieken. Met het opzetten van deze ‘anderhalf lijns’ zorg op vaste tijden beoogt de OZG de zorg nog dichter bij de patiënt (en de verwijzer) te brengen. versnelde uitvoering Meerjaren Medisch Beleidsplan In het najaar 2010 werd duidelijk dat de OZG het boekjaar 2010 niet positief zou kunnen afsluiten. Daarnaast werden voor 2011 forse overheidskortingen verwacht. Dit betekent voor de OZG dat in de begroting van 2011 voor een bedrag van circa € 6 miljoen extra moet worden omgebogen. Rekening houdend met de continuïteit van de organisatie en daarmee samenhangend de zorg aan de patiënten en met de a.s. ver- en nieuwbouwplannen voor beide locaties, besloot de Raad van Bestuur eind 2010 na uitvoerig overleg met het management, (het bestuur van) de medische staf, de ondernemingsraad en de cliëntenraad tot een versnelde uitvoering van het Meerjaren Medisch Beleidsplan: in plaats van in een periode van 3-5 jaar al uitvoering van de plannen in 2011. Ten behoeve van de uitwerking van dit besluit is in het najaar van 2010 de stuurgroep Met minder Meer ingesteld, bestaande uit de Raad van Bestuur en uit twee leden van het stafbestuur. Daarnaast is de projectgroep Met minder Meer gevormd, met als projectleider/programmamanager de directeur Financiële Zaken/ICT & Inkoop. Deze projectgroep had de regie over de volgende deelprojecten: • herinrichting van de zorg (overeenkomstig het medisch beleidsplan); • centraal roosteren; • het optimaliseren van de productieregistratie en • het op landelijk niveau brengen van de patiëntgebonden kosten. Voor het deelproject ‘Herinrichting van de zorg’ werden eind 2010 werkgroepen gevormd, elk bestaand uit een lid van het middenkader en minimaal één medisch specialist. Voordat de uitvoeringsplannen van dit deelproject door de projectgroep Met Minder Meer voor een akkoord zullen worden voorgelegd aan de Stuurgroep, zal een toetsingscommissie, bestaande uit een
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
33
afvaardiging van de medische staf, beoordelen of de plannen overeenkomen met (de uitgangspunten van) het Medisch Beleidsplan. - speerpunten 2010 Naast het tot stand komen van een medisch beleidsplan waren de activiteiten van de OZG in 2010 gericht op de volgende speerpunten: afronden van de inrichting van de nieuwe organisatiestructuur te weten het inrichten van de Planning & Control functie OZG, de integratie van stafdiensten en opzetten van brugafdelingen (zie verder 4.2); optimaliseren van ICT en andere ondersteunende dienstverlening (zie verder 4.3). kwaliteit met het accent op de aspecten veiligheid, patiëntgerichtheid, tijdigheid van zorg en transparantie (zie verder 4.4 t/m 4.7); kosten binnen financiële kaders houden (zie verder 4.8); Peilers -
voor de Raad van Bestuur waren in 2010: verstevigen van de samenwerking met het stafbestuur; bijdragen in de ontwikkeling van een regiovisie op de toekomst van de zorg; voorbereiden nieuwbouw locatie Lucas; uitbreiden relatie met eerstelijn; oriëntatie en voorbereiden fusie met Refaja ziekenhuis.
4.2 Algemeen beleid Tegen de achtergrond van de verregaande liberalisering van de curatieve zorg en de grote landelijke druk op zorgkosten en –budget ligt er een dubbele uitdaging voor de OZG. Enerzijds het tot stand brengen van integratie van zorgactiviteiten, anderzijds het klaarstomen van de organisatie voor meer marktdenken, klantgerichtheid, efficiency, het komen tot een collectieve ambitie en het streven naar operational excellence voor de basiszorg en customer intimacy in de chronische zorg. - ontwikkeling regiovisie Zorg in Oost-Groningen In november 2010 werd in het Provinciehuis te Groningen het onderzoeksrapport 'Zorglandschap Oost-Groningen en Noord-Oost Drenthe, Ontwikkelingen in de zorgvraag en het speelveld tot 2035' gepresenteerd. Dit rapport werd in opdracht van de provincie Groningen, Zorgbelang Groningen, zorgverzekeraar Menzis, de OZG en het Refaja ziekenhuis opgesteld door de Boston Consulting Group (BCG). Uit de onderzoeksresultaten kwam naar voren dat aannemelijk is dat voor de OZG lateralisatie zal leiden tot adherentieverlies, maar dat dit verlies is terug te winnen en daarna zal omslaan in groei. Uit het onderzoek van de BCG bleek ook dat de OZG haar huidige adherentie zou moeten kunnen uitbreiden van 54% naar 70%. In het onderzoek is met name gekeken naar de ontwikkelingen op het gebied van de spoedeisende hulp (SEH), intensieve zorg (IC), bevallingen, electieve zorg, chronische zorg en oncologie. Bij een lateralisatie zullen de volgende gouden regels in het vizier gehouden moeten worden: korte toegangstijden, kwaliteit van de behandeling (kennis/kunde specialisten) en bejegening. Daarnaast is in dit proces ook een goede samenwerking met de eerstelijn en het UMCG belangrijk. Op basis van het rapport van BCG besloten de OZG en het Refaja ziekenhuis samen aan de slag te gaan met een plan van aanpak voor de toekomst, waarin de ziekenhuizen aangeven hoe zij aan de toekomstige zorgvraag tegemoet denken te komen. Dit is noodzakelijk, omdat de zorgvraag in deze regio door vergrijzing en bevolkingskrimp verandert, zowel in omvang als wat betreft de aard van de zorg. De ziekenhuizen willen ervoor zorgen dat de inwoners ook in de toekomst toegang houden tot kwalitatief goede en veilige zorg. Het streven is om het plan maart 2011 klaar te hebben. - verder ontwikkelen organisatiestructuur Bij de werving & selectie voor de nieuwe organisatiestructuur is uitgegaan van de visie ‘de juiste medewerker op de juiste plaats’ en van het organisatieplan Zorg OZG en het organisatieplan Facilitaire Zaken. Leidend bij deze procesgang is steeds het Sociaal Plan OZG. Dit betekent voor alle te vervullen functies eerst een werving- & selectieprocedure onder de zittende medewerkers en alleen voor de na deze procedure vacant gebleven functies, een interne en/of externe vacaturestelling. - vorming van brugafdelingen In 2009 werd een aanvang gemaakt met het vormen van brugafdelingen om daarmee de verbinding tussen de beide OZG-locaties en de afstemming van de geboden zorg te kunnen Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
34
waarborgen. De aansturing van een brugafdeling is in handen van een brughoofd, die ten behoeve van de dagelijkse leiding van de afdeling (op elke locatie) wordt ondersteund door een coördinator. In 2009 werden de brugafdelingen IC/SEH, OK/CSA en Radiologie gevormd. In 2010 werd dit proces voltooid met de vorming van een brugafdeling voor Kinder/Kraam/Gynaecologie en Para/Peri Medische dienstverlening (PPM). De benoemde brughoofden en de coördinator Kinderafdeling waren reeds werkzaam binnen de OZG. De coördinator PPM en de coördinator Kraam/Gynaecologie kwamen beiden van elders. - invulling en ontwikkeling middenkader In de nieuwe organisatie worden andere eisen gesteld aan en grotere verantwoordelijkheden neergelegd bij de leidinggevenden. Daarom werd in 2009 gestart met de vorming van een nieuw middenkader Zorg en een nieuw middenkader Facilitaire Zaken. Het streven was om in 2009 te kunnen beschikken over een nieuw en geschoold middenkader dat daarna op basis van het te ontwikkelen medisch beleidsplan, de organisatie van de klinische en poliklinische zorg op beide locaties ter hand zou kunnen gaan nemen. Eind 2009 was het middenkader gevormd met uitzondering van twee vacatures op de OZG-locatie Delfzicht voor de functie hoofd Zorg, die begin 2010 konden worden ingevuld. Van maart–september 2010 volgde het middenkader een Management Development leergang, die door HanzeConnect uit Groningen in nauwe samenwerking met de afdeling P&O was ontwikkeld. (zie verder paragraaf 4.6) Tijdens de officiële afsluiting, waarbij ook de voorzitter van de Raad van Bestuur en het managementteam aanwezig waren, kregen de deelnemers de gelegenheid aan te geven wat de leergang hen had ‘opgeleverd’ als het ging om de OZG-cultuur en de vraag “Wat bindt ons en wat kleurt de OZG rood?” Trefwoorden als openheid, verbinding, transparantie, meer OZG zijn geworden, benaderbaarheid, elkaar weten te vinden en toegankelijkheid, werden naar voren gebracht. Alle hoofden waren in hun nieuwe functie aangesteld voor de duur van een jaar. De geplande evaluatiegesprekken in september-oktober had voor vier personen een negatief verloop: zij legden hun functie neer en drie van hen besloten hun carrière buiten de OZG voort te zetten. Eind 2010 waren de vier ontstane vacatures nog niet ingevuld, hetgeen verband hield met de financiële ontwikkelingen en lateralisatie-plannen, waaraan gewerkt werd. - samenvoegen en herinrichten stafdiensten Ook de stafdiensten zijn onderdeel van de ontwikkeling van de nieuwe organisatiestructuur. Uitgangspunt daarbij is een samenvoegen van afdelingen tot een OZG- afdeling welke centraal gehuisvest kan zijn, maar dienstverlenend is aan de gehele OZG. In 2010 werden de afdelingen Financiële Zaken, Inkoop en het secretariaat Raad van Bestuur met instemming van de ondernemingsraad samengevoegd en heringericht. De eerste twee afdelingen waren sinds 2009 al centraal gehuisvest op de OZG-locatie Lucas respectievelijk de OZG-locatie Delfzicht. De samenvoeging van de locatiegebonden afdelingen Kwaliteit, Personeel & Organisatie en Communicatie werd in 2010 niet gerealiseerd en als doelstelling voor 2011 opgevoerd. Wel werd voor de herinrichting van elk van deze afdelingen instemming verkregen van de ondernemingraad. Implementatie van de plannen staat gepland voor de eerste helft van 2011. - de herinrichting van de afdeling Financiële Zaken In juni 2009 werden als eerste stap op weg naar een geïntegreerde Planning & Control functie de beide locatiegebonden afdelingen samengevoegd tot de afdeling Financiële Zaken OZG met een centrale huisvesting op de locatie Lucas. In 2010 werd de herinrichting afgerond van de afdeling Financiële Zaken, dat wil zeggen de herinrichting van de interne organisatie van werkzaamheden en taken en de daarmee samenhangende functies. De OZG beschikt nu over één financiële organisatie en één geïntegreerde Planning & Control. In 2010 werd zeven, in plaats van de geplande acht keer een rapportage gepresenteerd. Voornemen was om met één financiële administratie en één Ziekenhuis Informatie Systeem (ZIS) in 2010 opnieuw de kostprijzen te berekenen. Eind 2010 was de eerste versie van de nieuwe kostprijzen beschikbaar. In 2011 zal een verdiepende ronde plaatsvinden op de cijfers van heel 2010 en zal tevens gekeken worden naar werkelijke tijdsbesteding aan de verschillende verrichtingen (nu zijn landelijke gemiddelden genomen voor enkele aspecten). In 2010 is verder de informatievoorziening aan de Raad van Toezicht verbeterd door het invoeren van een meer strategische rapportage in plaats van een maandrapportage.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
35
De afdeling Financiële Zaken heeft als doelstelling voor 2011: een betere informatievoorziening naar het middenkader. De eerste aanzet hiertoe werd in september 2010 reeds gegeven tijdens een bijeenkomst met het middenkader. Centraal stond toen het opstellen van een jaarplan met behulp van de Balanced Score Card in verband met het opstellen van de begroting 2011. - verdere ontwikkeling OZG brede procedures, protocollen en reglementen In 2009 werd een aanvang gemaakt met het installeren van OZG breed werkende commissies en het opstellen van OZG breed geldende (beleids)documenten. In 2010 werd deze ontwikkeling voortgezet, hetgeen leidde tot onder andere: algemeen • OZG • OZG • OZG • OZG • OZG • OZG • OZG
beleid Herplaatsing, procedure Werving & selectie, beleid Ongewenst gedrag en Interne klachten, Klachtenreglement, commissie Interne Bezwaren (gerelateerd aan FWG), Arbo commissie, adviescommissie Sociale Begeleiding.
zorggerelateerd • OZG reglement van de reanimatiecommissie, • digitaal OZG reanimatie-formulier, • geaccordeerd SEH-commissiereglement, • geaccordeerd veiligheidsplan SEH, • OZG stafcommissie Kwaliteit, • OZG OK reglement, • OZG commissie Endoscopen, • OZG stralingscommissie. Verder lag er eind 2010 een voorstel voor een OZG breed introductieprogramma voor nieuwe medewerkers bij het management en een OZG-klokkenluidersregeling voor een advies bij de geledingen. - marketing en communicatie Marketing, en communicatie in zijn algemeenheid, geldt als belangrijke middel om de klantwensen beter te laten aansluiten bij het OZG-beleid en zo meerwaarde voor de patiënt/ klant te creëren. De specialist is in de spreekkamer degene die in de relatie met de patiënt kan vertellen waar de behandeling zal plaatsvinden. Goede communicatie geeft vertrouwen. Binnen de OZG kan marketingbeleid een bijdrage leveren aan vraagstukken betreffende klantgerichtheid en het transformeren van de OZG naar een klantgerichte organisatie. Zo kan marketingbeleid ondersteunen bij doelgroepenkeuze en positionering van de OZG op de markt. Tevens kunnen marketinginstrumenten ondersteunen bij de bepaling van het dienstenaanbod, prijsstelling en communicatiestrategieën. In opdracht van de Raad van Bestuur werd in 2009 een plan van aanpak voor de vorming van een Marketingafdeling opgesteld. In afwachting van de herinrichting van de organisatiestructuur en het medisch beleidsplan werd besluitvorming hierover opgeschort naar 2010. In het verslagjaar sprak de Raad van Bestuur verschillende keren met het management en het stafbestuur over het onderwerp Marketing in relatie tot de uitvoering van het nog in ontwikkeling zijnde medisch beleidsplan. In 2011 zal er een marketingbeleid moeten komen dat gaat helpen de OZG verder op de kaart te zetten en dat het verwachte adherentieverlies als gevolg van de concentratie van zorg weet om te buigen in adherentiegroei. Evenals 2009 stond ook 2010 in het teken van het ‘op de kaart’ zetten van de OZG. Naast het verstevigen van de relaties met stakeholders middels vele gesprekken gevoerd door Raad van Bestuur, directeur Financiële Zaken/ICT & Inkoop en de drie managers, is in 2010 ook op verschillende andere manieren aan deze doelstelling gewerkt. Zo werd in oktober in het verzorgingsgebied wederom de OZG-krant uitgebracht. De bewoners in Noordoost- en Oost-Groningen werden daarnaast via regelmatige persberichtgeving en via een maandelijkse rubriek in twee van de huis-aan-huis bladen geïnformeerd over ontwikkelingen in de instelling. De ziekenhuiskrant, de persberichten en de maandelijkse artikelen verschenen tevens op de website.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
36
- OZG nieuwsbrief en OZG informatiegids voor verwijzers In 2009 werd een start gemaakt met de ontwikkeling van een nieuwsbrief voor verwijzers, waarin zij kunnen lezen over ontwikkelingen en activiteiten binnen de OZG. In het voorjaar van 2010 werd de eerste nieuwsbrief verspreid en tevens digitaal aangeboden. Eind 2010 ontvangen circa 40 van de 120 verwijzers de digitale versie van de nieuwsbrief. Daarnaast werd eveneens in 2009 besloten voor verwijzers een informatiegids over de OZG op te zetten waarin zij naast contactgegevens van de OZG en de bij de OZG werkzame medisch specialisten, ook informatie over verwijsprocedures en voorzieningen binnen de OZG kunnen vinden. De gids werd in juli 2010 verspreid en zal tweemaal per jaar worden geactualiseerd. - OZG website en OZG kindersite In oktober 2010 ging geheel volgens plan de nieuwe OZG website live. Deze site vervangt de beide oude locatiespecifieke websites als ook de tijdelijke OZG site. Tijdens de ontwikkeling van de OZG site werd besloten een aparte OZG kindersite te ontwikkelen. Sinds december 2009 is de kinderafdeling van de OZG gehuisvest op locatie Lucas en is de dagverpleging voor kinderen geconcentreerd op locatie Delfzicht. Een eigen kindersite én de introductie van een eigen beeldmerk voor de kinderafdeling moeten gaan bijdragen aan een positievere beeldvorming over de kindergeneeskunde in de OZG. De kindersite en het beeldmerk werden tegelijk met de OZG-website bij medewerkers en publiek geïntroduceerd. De OZG wil met genoemde initiatieven de bekendheid van de (merk)naam OZG en de bekendheid met het zorgaanbod bij het publiek en de stakeholders vergroten en verstevigen. - ZorgDomein De OZG sloot in het voorjaar van 2010 een contract met ZorgDomein Nederland BV. Deze organisatie biedt middels een internetgebaseerde verwijsapplicatie, een platform voor het bij elkaar brengen van vraag en aanbod in de zorg. De bedoeling is dat ZorgDomein het hulpmiddel wordt voor de huisarts om via zijn eigen HIS (HuisartsenInformatieSysteem) voor zijn patiënt het ziekenhuis te kiezen waar deze de juiste behandeling kan krijgen. Via ZorgDomein zijn de toegangstijden tot de poliklinieken en de afdeling Radiologie inzichtelijk. Per locatie wordt wekelijks bijgehouden hoelang bij de verschillende poliklinieken de wachttijd voor een eerste polikliniekbezoek is. De huisarts kan samen met de patiënt bepalen naar welk ziekenhuis of welke locatie verwezen wordt. Een ander voordeel van het verwijzen via ZorgDomein is dat de verwijsbrief digitaal wordt aangeleverd door de huisarts. Hierdoor kan de verwijsbrief direct in het ZIS worden geplaatst en is de verwijsbrief altijd goed leesbaar: ontcijferen van doktershandschriften is hierdoor niet meer nodig. Eind november werden huisartsen en de polikliniekmedewerkers en medewerkers Radiologie geschoold in het werken met ZorgDomein. De afdeling Applicatiebeheer OZG begeleidde de medewerkers van de poliklinieken bij de start van ZorgDomein. Vanaf 1 december 2010 kunnen de huisartsen patiënten digitaal verwijzen naar de OZG via ZorgDomein. - VMS-thema ‘Vroegtijdige herkenning en behandeling vitaal bedreigde patiënt’ In 2010 is in het kader van het VMS-thema ‘Vroegtijdige herkenning en behandeling vitaal bedreigde patiënt’ een subsidie verworven ter grootte van €150.000,- om onderzoek te doen naar mogelijkheden om ‘low cost’ patiënten op verpleegafdelingen automatisch te kunnen bewaken om zodoende een antwoord te geven op de vragen gesteld binnen dit VMS-thema. In samenwerking met KWIC Health Care, Eye2Eye, UMCG en ISANSYS is een platform ontwikkeld waarmee dit kan. Dit platform is getoetst aan gegevens uit een reguliere IC-monitor. Daarnaast is literatuuronderzoek gedaan op dit onderwerp. Het project is per 31 december 2010 afgerond; verantwoording naar de Provincie die de subsidie verstrekte, zal plaatsvinden in 2011. 4.3 ICT-beleid Nieuwe technologische, organisatorische ontwikkelingen en wensen dwingen de OZG om voortdurend haar ICT-beleid hieraan te toetsen en zo nodig bij te stellen. Op het gebied van de ICT zijn de afgelopen jaren reeds flinke inspanningen geleverd. Hierbij heeft de OZG, afhankelijk van het vraagstuk, samengewerkt met het Refaja ziekenhuis, (het ICT-bureau van) de SSZOG en externen. Zo is sprake van een gezamenlijke ICT-infrastructuur conform de kaders en richtlijnen, die daarvoor gelden zoals de NEN 7510 normering. Verder is sprake van een Regionaal Elektronische Patiënten Dossier (EPD), wat het mogelijk maakt om middels een webportaal zorginhoudelijke informatie ten behoeve van diagnostiek en behandeling 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikbaar te stellen. Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
37
In het verslagjaar zijn weer een groot aantal ontwikkelingen op ICT gebied te melden. - ICT applicatiebeheer Zorg Binnen de afdeling Applicatiebeheer OZG is sprake van een zodanige taakverdeling dat de continuïteit van dienstverlening binnen de OZG gewaarborgd is. De afdeling Applicatiebeheer OZG werkt volgens de beleidsnotitie ‘Applicatiebeheer op weg naar de rol van intermediair tussen Zorg en Techniek 2010’. In deze notitie staat de jaarplanning voor de afdeling Applicatiebeheer beschreven. Onderstaand overzicht laat zien welke resultaten werden behaald in het verslagjaar. Doel 2010
Resultaat
Invoering DOT voor 1 januari 2011
De invoering van DOT is uitgesteld naar januari 2012.
Implementatie X/Care versie 8.16 en 8.17.
In juni 2010 werd het X/Care geüpgrade van versie 8.15 naar versie 8.17. Daarnaast werden Horizon en SDE voorzien van een hogere versie. De nieuwe functionaliteiten zijn op de verschillende afdelingen geïmplementeerd.
Invoering BSN
In februari 2010 is de koppeling met de SBV-Z geïnstalleerd en alle mede-werkers van de inschrijfpunten werden geschoold. Vanaf 1 maart 2010 is het inschrijven en verifiëren van het BSN van patiënten een feit. Voor de BackOffice (2 medewerkers receptie) zijn UZI passen aanwezig voor het controleren van een foutief BSN.
Paranice documentenkoppeling met X/Care realiseren en implementeren
Verslaglegging is vanaf juli 2010 ook zichtbaar voor gebruikers van X/Care en Horizon. Gebruikers van Paranice zijn geschoold en hebben een handleiding ontvangen. Berichten vanuit Paranice worden via een handmatige handeling door de behandelaar toegevoegd aan X/Care.
Implementeren notificatie module UBS van Zorgoplossingen
Op 1 september 2010 is het systeem UBS in gebruik genomen. Dit is een uitgebreid digitaal uitslagen beheersysteem, die het mogelijk maakt voor de medisch specialist om ook digitaal de voortgang van de afhandeling van de door hem aangevraagde PA-onderzoeken te bekijken.
Gebruik Planningsassistent voor chemotherapieplanning
In 2010 is onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor het implementeren van de module Planningsassistent in X/Care voor het plannen van de chemotherapie. Uit het onderzoek is gebleken dat de kosten niet opwegen tegen de geleverde functionaliteit. De module zal dan ook niet worden aangekocht.
Implementeren van Orbit t.b.v. de verslaglegging
In 2010 is veel aandacht besteed aan het stabiliseren en optimaliseren van de huidige digitale verslaglegging. Als gevolg hiervan is de implementatie van Orbit uitgesteld naar 2e kwartaal 2011
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
38
Implementeren nieuwe richtlijnen LISregistratie op SEH
Op locatie Lucas werd binnen de SEH-module gebruikt gemaakt van de LIS-registratie. In 2010 is deze registratie ook op locatie Delfzijl geïmplementeerd.
Optimaliseren Verslagleggingmodule binnen X/Care
In 2010 zijn de medewerkers van een aantal nieuwe zorgvoorzieningen ondersteund bij het digitaliseren van brieven en andere documenten en invoeren daarvan in X/Care om daarmee hun correspondentie zichtbaar te laten zijn voor andere professionals binnen het ziekenhuis. Daarnaast is met verschillende afdelingen aandacht besteed aan uniformiteit van de opmaak en indeling van de verslaglegging.
Opzetten scholing nieuwe gebruikers
Het is niet gelukt om in 2010 een scholingsprogramma te ontwikkelen voor het verbeteren van het kennisniveau van de gebruikers van X/Care en het inwerken van nieuwe medewerkers. In 2011 zullen periodieke trainingssessies in het scholingsprogramma van de OZG worden opgenomen.
Update van X/Care naar versie 8.19
In 2010 is een begin gemaakt met de voorbereidingen voor de upgrade van X/Care naar versie 8.19. In overleg met het Refaja ziekenhuis zal er wederom een versie worden overgeslagen en zal de upgrade in het eerste kwartaal van 2011 (17 maart 2011) plaatsvinden.
Implementatie Ricoh registratie zuilen
In 2010 is op verzoek van het managementteam een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar de implementatie van de Ricoh registratiezuilen binnen de OZG. Daarnaast werden de mogelijkheden voor het invoeren van een KlantContactCentrum (KCC) onderzocht. In 2011 zullen de plannen ten aanzien van de Ricoh zuilen en het KCC verder worden uitgewerkt en geformaliseerd.
Naast deze inspanningen waarbij het jaarplan Applicatiebeheer 2010 leidend was, vonden de volgende, niet geplande activiteiten plaats: • • • • •
ontkoppelen dubbele nummers als afgeleide van de migratie van de X/Care databases; testen van de koppeling CARESTREAM en X/Care; aanpassen protocollen en handleidingen Applicatiebeheer ten behoeve van opname in i-Documents; kennis over Horizon overdragen binnen de afdeling Applicatiebeheer; voorbereiden van een update van Horizon naar versie 2.8 in 2011.
- OZG ICT projecten/-activiteiten: ZIS Migratie Een geïntegreerd OZG Ziekenhuis Informatie Systeem (ZIS) bevordert de samenwerking tussen de afdelingen op de twee OZG locaties. Ook zorgt een geïntegreerd systeem voor het altijd beschikbaar hebben van de juiste patiëntgegevens op het juiste moment onafhankelijk van de locatie, een wezenlijk onderdeel van patiëntveiligheid. Daarnaast maakt het hebben van één ZIS OZG de integratie van de financiële systemen en administratie van beide locaties mogelijk. Medio 2008 startte het project Migratie ZIS OZG. Doelstelling van het project was ‘Het realiseren van de integratie van de X/Care omgeving, inclusief de systemen van de financiële administratie,
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
39
zorgadministratie en zorglogistiek van locatie Delfzicht en locatie Lucas, per 01 januari 2010’. Het project werd geleid door een extern projectleider. Het hoofdresultaat van het project ZIS Migratie OZG: de OZG heeft een OZG ZIS, kreeg eind januari 2010 zijn beslag. Ook de migratie van de financiële systemen ten behoeve van de facturatie, financiële administratie en managementrapportage vond toen plaats. testplan en implementeren nieuwe versie Bij de voorbereidingen voor de implementatie van versie 8.19 is een testplan gemaakt waaraan alle medewerkers van de afdeling Applicatiebeheer OZG een bijdrage leveren. Iedere Applicatiebeheerder zal voortaan zelf de handleidingen en (indien van toepassing) de scholingen verzorgen die noodzakelijk zijn voor de betreffende versie. Bij een volgende versie is de Applicatiebeheerder zelf verantwoordelijk voor het aanpassen van de testplannen aan de nieuwe functionaliteiten. Per versie update wordt een projectleider aangewezen. De projectleider is verantwoordelijk voor de installatie van de versies en de communicatie naar de diverse afdelingen en diensten. - OZG ICT-projecten/-activiteiten: FMIS Ultimo De OZG beschikte eind 2009 over een nieuwe versie van het facilitair managementinformatiesysteem (FMIS) Ultimo. In dit systeem zijn processen voor afhandeling van storingen en het plannen van preventief onderhoud, voor zowel de medische techniek als de gebouwgebonden installaties beschreven. In 2010 werden aan Ultimo database de onderdelen ICT en Applicatiebeheer toegevoegd. Verder is een procedure opgesteld voor het aanmelden van problemen ICT en Applicatiebeheer via het Facilitair Meldpunt. - OZG ICT projecten/-activiteiten: VILA De OZG schoof in 2009 de implementatie van het nieuwe voorraadbeheersysteem VILA op locatie Lucas door naar 2010 in verband met problemen op locatie Delfzicht met toepassing van de applicatie. Op de valreep werd deze doelstelling in 2010 wel gehaald. De invoering van VILA vroeg de afdelingen Inkoop en Financiële Zaken een enorme inspanning. Daarnaast waren ook de medewerkers van de locatiegebonden magazijnen nauw betrokken bij de voorbereidende werkzaamheden zoals opschonen artikelvoorraden, invoeren barcodesysteem op alle artikelen, nieuwe interne bevoorrading. - samenwerking SSZOG: Secure mail SSZOG-breed In juli startten de OZG en het Refaja ziekenhuis met het zogenoemde huisartsenportaal: via een beveiligde internetverbinding (secure mail) kunnen huisartsen ook digitaal van hun eigen patiënten de ziekenhuisgegevens, die zij via de post ontvangen, raadplegen. Deze nieuwe digitale dienst wordt, onafhankelijk van het ziekenhuis, aangeboden in een eigen, beveiligde omgeving (conform de veiligheidsnormen voor de zorg). Via het huisartsenportaal kan de huisarts snel beschikken over een overzicht van de ziekenhuisgegevens van zijn patiënten en kan hij een patiënt ‘volgen’ als deze in een van de ziekenhuizen is opgenomen. De OZG, maar ook het Refaja ziekenhuis, informeert patiënten via een informatiebrochure over het huisartsenportaal. - samenwerking SSZOG: project Personeelssystemen Integratie en Migratie (PIM) In verband met de wens en noodzaak te komen tot één salaris- en personeelsadministratie voor de OZG, en in verband met de mogelijk toekomstige intensievere samenwerking met het Refaja ziekenhuis, werden de systemen HARMONY (roosteren) en PROFIT (salaris) aangeschaft. De nieuwe software is webbased. Vanaf december 2009 wordt binnen de OZG geroosterd in het nieuwe systeem. Vanaf 2010 werkt de OZG ook met het nieuwe salarissysteem PROFIT. (zie ook paragraaf 4.6) - samenwerking SSZOG: project RIS/Pacs In 2009 besloot de OZG samen met het Refaja ziekenhuis een nieuw RIS/Pacs voor de afdeling Radiologie vorm te geven en te gaan implementeren. Het gaat hierbij om een systeem voor de digitale opslag, distributie en bekijken van diagnostische beelden van alle specialismen. Bij het in gebruik nemen van een nieuw RIS/Pacs is het van belang te beseffen dat dit een verandering betreft aan de basis van het beeldvormend traject op de afdeling Radiologie en dat eventuele onvolkomenheden op dit niveau hun weerslag zullen hebben op het gehele daarachter liggende traject van interpretatie en verslaglegging, alsmede op de werkwijze van gebruikers buiten de Radiologie afdelingen.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
40
In februari 2010 besloten de OZG en het Refaja ziekenhuis tot de gezamenlijke aanschaf van het systeem CARESTREAM, dat in vrijwel alle ziekenhuizen in ons land wordt gebruikt, hetgeen een uitwisseling van diagnostische beelden en informatie vergemakkelijkt. In april 2010 startte het project SSZOG RIS/Pacs met de voorbereidingen van de invoering van de nieuwste versie van CARESTREAM, met als streven implementatie eind 2010. Naast de inrichting van het systeem is veel tijd en energie besteed aan het testen van onder andere de koppeling met X/Care en ontwikkeling van een handleiding voor gebruikers. Door de onvoorziene technische problemen met de nieuwe software moest de implementatie worden doorgeschoven naar 2011. - samenwerking SSZOG: NEN 7510 Informatiebeveiliging In 2010 startte de projectgroep NEN-7510, een samenwerkingsproject tussen de OZG en het Refaja ziekenhuis. (zie ook pagina 66) De projectopdracht was: de NEN 7510 norm voor informatiebeveiliging implementeren in het kwaliteitsbeleid van de OZG. Op 31 december 2010 diende beide instellingen te voldoen aan de toetselementen uit het NVZ Toetsingsreglement NEN 7510. Op ICT-gebied betekende dit de continuïteit kunnen waarborgen volgens de NEN 7510 richtlijn. In het verslagjaar zijn vele documenten geactualiseerd en is een ICT-beheer/ continuïteitsplan SSZOG opgesteld. De externe audit in december 2010 verliep voorspoedig. - samenwerking OZG- ICT bureau SSZOG Daarnaast was het kenniscentrum ICT-bureau van de SSZOG in 2010 weer nauw betrokken bij diverse ICT-ontwikkelingen binnen de OZG: • invoering i-Document; • invoering i-VIM; • uitbreiding Backup/Restore Unit: door de vele doorgevoerde vernieuwingen en datagroei raakte de back-up capaciteit vol. In 2010 is nieuwe hard- en software aangeschaft en in gebruik genomen en is voor bepaalde software het aantal licenties uitgebreid; • severpark uitbreiding: om de continuïteit van dienstverlening te kunnen waarborgen, virtualisatie te kunnen doorvoeren en energie te sparen zijn twee fysieke servers per locatie opgenomen in de Virtuele omgeving; • in en uitdienst procedure automatiseren: om de in- en uit-dienst procedure te vereenvoudigen, werd in 2010 een koppeling gemaakt tussen het nieuwe personeelsinformatiesysteem en de Active directory; • beleid vervanging werkstation: het beleid voor vervanging van werkstations is in 2010 aangepast en verhoogd naar vijf jaar; • inventarisatie huidig netwerk infrastructuur: om de continuïteit van het netwerkgebruik te kunnen waarborgen, heeft in 2010 een inventarisatie plaatsgevonden van alle actieve netwerkcomponenten. Tevens startte het offertetraject voor vervanging daarvan. Verwachte afronding van de leverancierskeuze is maart 2011. - Facilitaire zaken In 2009 werd het middenkader Facilitaire Zaken gevormd. In 2010 kreeg dit bedrijfsonderdeel te maken met een aantal personeelswisselingen. In mei trad een nieuwe manager Facilitaire Zaken in dienst. Daarnaast verruilde het hoofd Schoonmaak & Ruimtebeheer haar functie in juni voor die van hoofd Receptie & Veiligheid. In november verlieten het hoofd Facilitair Stafbureau & Facilitair Meldpunt en een van de locatiecoördinatoren Schoonmaak de organisatie. In de drie vacant gekomen functies was eind 2001 slechts gedeeltelijk voorzien. In 2010 is een voorstel gemaakt voor een nieuwe structuur van dit bedrijfsonderdeel uitgaande van een uniforme en integrale facilitaire dienstverlening voor alle OZG–locaties. Vooruitlopend hierop zijn in 2010 de facilitaire bedrijfsprocessen van beide locaties in één document beheersysteem ondergebracht. - facilitair meldpunt Geheel volgens plan beschikte de OZG begin 2010 over een centraal facilitair meldpunt voor het doorgeven van storingen en reserveringen. Vooruitlopend hierop waren in 2009 reeds de bereikbaarheid via telefoon en e-mail voor het doorgeven van storingen op het gebied van techniek, applicatiebeheer Zorg en ICT OZG breed gelijkgetrokken. In januari 2010 werden OZG breed nieuwe noodnummers voor brand en reanimatie geïntroduceerd. - klantcontactcentrum In 2010 is een voorstel ontwikkeld voor een klantcontactcentrum: daarvoor zijn voorwaarden voor de inrichting van de frontoffice en backoffice en de consequenties voor de telefooncentrales en patiënteninschrijving op beide locaties geïnventariseerd. Het streven is begin 2011 te komen tot besluitvorming opdat een en ander medio 2011 kan worden ingevoerd.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
41
- inrichting brasserie Sinds november 2010 heeft de OZG op beide locaties de restauratieve voorziening in de centrale hal in eigen beheer. In 2010 werd met financiële steun van de Stichting Vrienden van het st. Lucas ziekenhuis de inrichting van de brasserie op locatie Lucas vernieuwd. Dit leidde tot een toename in het gebruik ervan door patiënten, bezoekers en medewerkers. Eind 2010 lag er een voorstel voor een nieuwe inrichting op de locatie Delfzicht. - aansturing voeding en schoonmaak In maart 2009 startte een reorganisatie van het voeding- en schoonmaakproces op locatie Delfzicht. Onderdeel vormde de introductie van de nieuwe functies Assist medewerker en Facilitair medewerker waarbij de aansturing van de betreffende medewerkers kwam te liggen bij de Zorg. In het najaar werd, geheel volgens afspraak met het managementteam en de ondernemingsraad, een evaluatie uitgevoerd. Naar aanleiding hiervan werd in 2010, met instemming van de ondernemingsraad, de aansturing van de Facilitair medewerkers bij de hoofden Schoonmaak & Ruimtebeheer en de aansturing van de Assist medewerkers bij de hoofden Voeding ondergebracht. Daarmee werd aangesloten bij de wijze van aansturing op de locatie Lucas. - keurmerk Veiligvoedsel.nl De locatie Delfzicht beschikt over het keurmerk Veiligvoedsel.nl. Doelstelling is in 2010 ook voor de locatie Lucas dit keurmerk te hebben behaald. In 2009 werd hiertoe een contract aangegaan met het kenniscentrum Veiligvoedsel.nl, dat ondersteunt bij de toepassing van de HACCP en de organisatie toetst op het resultaat. In 2009 werd op locatie Lucas een nulmeting uitgevoerd. De volgende daaruit naar voren gekomen verbeterpunten zijn in 2010 geïmplementeerd. Toetsing zal plaatsvinden in 2011. Overige activiteiten in 2010 binnen het bedrijfsonderdeel Facilitaire zaken waren: • herinrichting en uniformiteit centrale magazijnen beide locaties; • optimalisatie logistieke processen in het kader van NEN 7510; • invoering functie Multifunctionele medewerker ten behoeve van meer flexibiliteit en uitwisselbaarheid medewerkers; • herinrichting transportproces tussen de OZG-locaties uitgevoerd door een koeriersbedrijf; • start onderzoek naar samenwerking met UMCG wat betreft magazijnbeheer (advies aan Raad van Bestuur volgt in 2011); • invoeren schoonmaken met microvezeltechniek (locatie Lucas); • start onderzoek Herinrichting schoonmaak in kader van kostenbeheersing; • implementatie OZG procedure Huisvestingsaanvraag; • uniformiteit in BSN-procedure beide locaties dankzij implementatie naar één ZIS (Ziekenhuis Informatie Systeem). - medische techniek In 2009 startte de OZG met het professionaliseringsproces voor de medisch instrumentele dienstverlening. Ten behoeve van een verantwoorde besluitvorming over het al dan niet uitbesteden van de operationele dienstverlening werd in 2009 - een programma van eisen opgesteld, - een opdracht gedefinieerd en - een dienstverleningspartner geselecteerd. In 2010 volgde na een aanbestedingstraject het besluit om de medisch instrumentele dienstverlening onder te brengen bij Logic Medical. - investeringen (medische) apparatuur De OZG investeringscommissie besprak maandelijks de investeringsagenda en hield daarmee inzicht in geplande en niet geplande investeringen. Afkeuringen werden besproken en indien van toepassing geaccordeerd voor vervanging. De investeringsbegroting 2010 had als leidend uitgangspunt Veilig werken. In 2010 werd voor beide locaties een vaste MRI en HC opstelling gerealiseerd. Daarnaast werd geïnvesteerd in de aanschaf van nieuwe scopenreinigers. Verder werden in 2010 verder onder andere de volgende investeringen gedaan: • afwasmachine (Lucas); • schoonmaakwerkwagens (locatie Lucas). - bouw/huisvesting Ten tijde van de fusie lag er voor beide locaties van de OZG een ver/nieuwbouw plan. In verband met de veranderde regelgeving inzake de financiering van bouw in de zorg besloot de Raad van Bestuur in 2009 tot een Quick scan naar de technische en bouwkundige conditie van beide gebouwen. Daarnaast is nagegaan worden of de huidige, uitgewerkte plannen op beide locaties nog wel voldoen aan de eisen én de wensen voor de OZG. In februari 2010 werden op basis van de
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
42
Quick scan vier door TNO doorgerekende bouwscenario’s gepresenteerd aan Raad van Bestuur, management en stafbestuur: 1. renoveren Delfzicht en Lucas, 2. nieuwbouw van Delfzicht en Lucas op een andere plek, 3. 1 nieuwe locatie aan de A7 (afstoten huidige Lucas), renovatie Delfzicht met SEH functie, 4. scenario 3 met buitenpoli’s. Uitgangspunten voor de bouw zijn: duurzaamheid, kwaliteit en doelmatigheid. Naast het hebben van voldoende eigen vermogen is met name doelmatigheid (efficiënte inrichting) een belangrijke voorwaarde om de financiering rond te krijgen. Uit de scenariovergelijking komt naar voren dat de exploitatiekosten van scenario 3 en 4 aanmerkelijk lager liggen dan die van 1 en 2. In mei 2010 koos de Raad van Bestuur voor optie 3 omdat deze de beste perspectieven biedt. - keuze: nieuwbouw voor locatie Lucas aan de A7 Uit een marktanalyse blijkt dat het OZG- verzorgingsgebied zich kenmerkt door een bevolkingsdaling en dat de groeigebieden zich ten westen van het huidige verzorgingsgebied bevinden. Om een stevige tweedelijnszorg voor de hele regio te kunnen blijven aanbieden en in stand te houden gaat de voorkeur van de OZG voor de nieuwe locatie uit naar Zuidbroek. Gaande het jaar 2010 werd duidelijk dat de politiek vast wil houden aan het Provinciaal Omgevingsplan (POP) en dat bouwen in Zuidbroek niet strookt met de POP-visie en dat het nieuwe ziekenhuis moet komen in stedelijk gebied of in Scheemda West. Ook de gemeentelijke politiek van Winschoten mengde zich in de discussie: de Stadpartij verzamelde handtekeningen voor behoud van de locatie Lucas in de gemeente Oldambt. Medio 2010 werden deze in de vorm van een petitie aangeboden aan de voorzitter van de Raad van Bestuur. Eind 2010 was nog geen besluit omtrent de locatiekeuze genomen. In 2010 vonden onder andere de volgende (ver)bouwactiviteiten plaats: • afdeling Radiologie beide locaties in verband met komst vaste MRI- en HC- voorziening; • diverse kleinere projecten IC/ Oogheelkunde (locatie Lucas); • CSA en scopieafdeling (Locatie Lucas); • SEH (locatie Delfzicht); • afwaskeuken (locatie Lucas); • afdeling Dagverpleging Kinderen / Gynaecologie (locatie Delfzicht). 4.4 Algemeen kwaliteitsbeleid De OZG -definitie van kwaliteit luidt: “Kwaliteit is effectief de juiste zorg op de juiste tijd en de juiste plaats leveren door de juiste persoon.” Kwaliteit kent vele dimensies: - veiligheid (systematische aanpak ter vermijding van complicaties) De ontwikkeling van een veiligheid managementsysteem (VMS) voor de OZG moet leiden tot het systematisch en aantoonbaar beheersen van potentiële risico’s. De basiselementen van het VeiligheidsManagementSysteem (VMS) zijn: • zichtbaar leiderschap en het formuleren van een veiligheidsbeleid; • creëren van een veiligheidscultuur; • ‘veilig’ melden en retrospectief analyseren van incidenten; • duiden van risicovolle processen, prospectief analyseren; • blijvend werken aan verbeteringen. Uiteindelijk moet hiermee onbedoelde schade aan patiënten worden voorkomen. Dit alles past binnen de doelstelling van het ministerie van VWS om het aantal onnodige medische fouten met de helft te verminderen. De OZG stuurgroep Veiligheid & Kwaliteit is ingesteld voor de praktische invulling van het kwaliteits- en veiligheidsbeleid en het ontwikkelen en vormgeven aan een VMS. Taken van de stuurgroep Veiligheid & Kwaliteit zijn: Adviseren: het adviseren ten aanzien van beleid betreffende kwaliteit en veiligheid. De stuurgroep adviseert de Raad van Bestuur, het MT, de medische staf, leidinggevenden en medewerkers gevraagd en ongevraagd over aandachtspunten en tekortkomingen ten aanzien van kwaliteit en veiligheid; adviseert ten aanzien van (het ontwikkelen van) nieuwe richtlijnen/ procedures ten aanzien van kwaliteit en veiligheid; laat zich op de hoogte laten stellen van alle nieuwe ontwikkelingen betrekking hebbende op de doelstelling; ondersteunt het management en de medische staf bij optimalisering en concretisering van het kwaliteits- en veiligheidsbeleid. Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
43
Besluitvorming: vanuit goedgekeurde beleidsnotities kan in de stuurgroep operationele besluitvorming plaats vinden door het scheppen. De stuurgroep schept voorwaarden voor invoering, handhaving, evaluatie en indien van toepassing noodzakelijke aanpassing van het beleid; inhoudelijk beoordelen en autoriseren van zorgbrede kwaliteitsdocumenten; informeert Raad van Bestuur, het management, medische staf, leidinggevenden en medewerkers over de ontwikkelingen op het gebied van kwaliteit en veiligheid. Bewaken:de voortgang bewaken en waar nodig faciliteren. De stuurgroep signaleert, rapporteert en bespreekt van patiëntonveiligheid; de lopende thema–projectgroepen zullen projectpresentaties uitbrengen in de stuurgroep. Hierbij kunnen knelpunten worden besproken. De ontwikkeling van een veiligheidsmanagementsysteem (VMS) voor de OZG leidt tot het systematisch en aantoonbaar beheersen van potentiële risico’s. Het VMS dient te bestaan uit een risico-inventarisatie, een incidentenanalyse en een meldingensysteem waarmee verbeteracties kunnen worden gepland en gemonitored. Uiteindelijk wordt hiermee onbedoelde schade aan patiënten voorkomen. Dit alles past binnen de doelstelling van het ministerie van VWS om het aantal onnodige medische fouten met de helft te verminderen. - effectiviteit (evidence based medicine) Het verbeteren van de protocollering van het verpleegkundig en medisch handelen leidt tot borging van kwaliteit. Doorlichten van de processen leidt tot aanpassing en verbetering ervan. Op dit onderdeel zijn in 2010 stappen gezet met de introductie en implementatie van het documentbeheersysteem en het bijbehorende protocollenbeheer. Monitoring en (her)evaluatie van processen en protocollen kunnen nog verder worden verbeterd. Aan de hand van zorgprofielen zijn afspraken gemaakt over procesverbeteringen binnen onze dienstverlening. Ook de verdere uitrol van ICT maakt dit mogelijk. Voorbeelden hiervan zijn - het versturen van Edifact berichten, waardoor de correspondentie met huisartsen grotendeels digitaal kan plaats vinden, - deelname aan Zorgdomein en – de inrichting van een huisartsenportaal. - patiëntgerichtheid (rekening houden met klantwensen) We willen voortdurend door de bril van onze klanten naar onze zorgprocessen kijken: welke klantwensen leven er en hoe passen we die in binnen onze zorgprocessen? In feite is met het gebruik van de ervaringenkaarten een eerste stap in deze richting gezet. Ook ander extern onderzoek naar klanttevredenheid (o.a. door zorgverzekeraars) kan hiervoor worden gebruikt. Vanuit deze externe input moeten we kijken of we voor zorgverzekeraars (en patiënten) interessante nieuwe productcombinaties kunnen aanbieden. In samenwerking met de cliëntenraad is in 2010 gewerkt aan de ontwikkeling van een instrument voor het meten van patiëntervaringen. - tijdigheid (geen onnodige wachttijd en geborgde continuïteit van zorg) De tijdigheid van zorg is van groot belang: we willen de zorg snel, vertrouwd en dichtbij aanbieden. Van daaruit moeten we kijken naar de verschillende 'soorten' ongewenste wachttijden: wachten voor binnenkomst in het ziekenhuis (wachttijd voor een polikliniekbezoek), wachten bij bezoek aan de specialist (wachttijd op de polikliniek) en wachten bij het verkrijgen van uitslagen (wachttijden na de polikliniek). Op deze aspecten zouden we afspraken met patiënten en zorgverzekeraars kunnen maken en waar concrete problemen blijven bestaan, afspraken over aanvullende bekostiging kunnen maken. - transparantie De OZG zal haar kwaliteit nog meer en beter objectief meetbaar moeten maken. Dit doet zij onder andere door middel van de prestatie-indicatoren en de Zichtbare Zorg-indicatoren. Ook doet de OZG mee aan de centramonitor van Centramed. - NIAZ accreditatie Beide locaties van de OZG doorliepen kort voor de fusie in 2008 een NIAZ-accreditatie traject: voor de locatie Delfzicht betrof het een initiële accreditatie en voor de locatie Lucas ging het om een heraccreditatie. Beide huizen verkregen mede door de aanstaande fusie het kwaliteitskeurmerk niet. De Raad van Bestuur besloot in de zomer van 2010 op basis van de rapportages van en na overleg met het NIAZ voor de OZG een NIAZ-accreditatie voor 2012 te gaan voorbereiden. Dit betekent dat een ziekenhuisbreed kwaliteitssysteem volgens de NIAZ Kwaliteitsnorm zorginstelling 2.1 zal worden opgezet. De PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act) geldt als leidraad bij alle hiervoor noodzakelijke activiteiten en plannen. Onderdeel van de NIAZ Kwaliteitsnorm 2.1 is ook het Veiligheid Management Systeem (VMS).
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
44
De implementatie van het VMS in de OZG moet op in 2012 zijn afgerond. (zie paragraaf 4.5.4) - informatiebeveiliging: NEN 7510 In december 2010 voerde PWC Accountants bij de OZG een audit Informatiebeveiliging: NEN 7510 uit. Eind december kreeg het ziekenhuis te horen dat deze toetsing positief was verlopen en de OZG, evenals het Refaja ziekenhuis met wie de audit gezamenlijk werd voorbereid, op de onderwerpen Beleid & Organisatie, Personeel, Ruimten & Apparatuur, Continuïteit en Identificatie, authenticiteit & autorisatie de vereiste score 2 had behaald. Daarmee kon het ziekenhuis de Inspectie voor de Gezondheidszorg nog vóór 31 december berichten dat de OZG voldoet aan de minimumeisen die de Inspectie op het gebied van informatiebeveiliging stelt. Dit betekent overigens geenszins dat de OZG haar aandacht voor het onderwerp Informatiebeveiliging op een laag pitje zet: de projectgroep die belast was met de voorbereiding van deze audit, blijft in stand en zal zich gaan richten op het behalen van de maximale score 4. In 2010 besloot het NIAZ ook de NEN 7510 aan haar kwaliteitssysteem toe te voegen. Met de ontwikkelingen en vorderingen rond de implementatie van het VMS en de NEN 7510, norm voor informatiebeveiliging, zijn de eerste stappen in het traject naar de NIAZ-accreditatie gezet. - afdeling Kwaliteit OZG De afdeling Kwaliteit OZG bewaakt de toepassing en uitvoering van • het auditsysteem, dat voldoet aan de NIAZ norm; • de audit jaarplanning 2009-2010; • de OZG auditprocedure; • de ontwikkeling van het documentbeheersysteem; • de prospectieve risicoanalyses; • retrospectieve analyses; • verbeterprocessen; • proces(her)inrichting; • interne trainingen. - bezoeken IZG/Arbeidsinspectie/wetenschappelijke verenigingen In het verslagjaar bezocht de Inspectie voor de Gezondheidszorg driemaal de OZG, waarvan eenmaal in het kader van het Algemeen Toezicht. Het tweede bezoek aan de afdeling OK van beide locaties was onderdeel van het onderzoek Toezicht Operatief Proces (TOP). Voor de daaruit voortvloeiende acties en verbeteringen wordt verwezen naar paragraaf 4.5.1. Daarnaast toetste in 2010 de inspectie de uitvoering van het in 2009 opgestelde verbeterplan voor het endoscopie proces. Zij stelde vast dat dit proces op beide OZG-locaties voldoet aan de daaraan gestelde kwaliteits- en veiligheidseisen. De Arbeidsinspectie bezocht de OZG in 2010 eenmaal en had daarbij met name aandacht voor de arbeidsomstandigheden van de arts-assistenten. Naar aanleiding van de rapportage over dit bezoek vond het volgende plaats: • de vacatures en ingezette acties daarop zijn een vast onderwerp in het werkoverleg met de arts-assistenten op locatie Delfzicht en Lucas. Inmiddels zijn er geen lacunes in dienstverlening; • de 12 uurs- dienst die gewerkt werd op de zondag, is afgeschaft. De nachtdienst (aanwezigheidsdienst) blijft op deze wijze eerst in stand, in afwachting van de besluiten die na de zomer 2011 gemaakt zullen worden naar aanleiding van het medisch beleidsplan; • de huisartsen in opleiding (Haio’s) worden vanaf 1 juli 2010 ingeroosterd in het OZGroostersysteem Harmony; • de bereikbaarheid van specialisten heeft op de agenda van de SEH-commissie gestaan. De commissie heeft uitgesproken voor dit onderwerp permanent aandacht te blijven vragen in het overleg van de medische staf en van de afdelingen; • inmiddels wordt met elke arts-assistent periodiek geëvalueerd. In 2010 zijn de volgende maatschappen/vakgroepen door hun wetenschappelijke vereniging gevisiteerd: Cardiologie OZG (september), Dermatologie locatie Lucas (oktober), Radiologie OZG (oktober), Gynaecologie (oktober), Chirurgie OZG (november), Neurologie locatie Delfzicht (november) en PA-laboratorium (november). Verder werd in oktober het Traumazorg proces SEH locatie Lucas gevisiteerd door de regionale visitatiecommissie van het Traumatologiecentrum UMCG; in 2009 was deze visitatie uitgevoerd op de locatie Delfzicht. Op basis van de rapportages is voor beide locaties een actieplan ontwikkeld waarbinnen de door de ad hoc visitatiecommissie genoemde verbeterpunten zijn opgenomen. Met Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
45
het Traumatologiecentrum UMCG en de Ambulancediensten zullen deze actieplannen in 2011 worden besproken. - intern auditsysteem In het najaar 2010 zijn de volgende processen geaudit: • flexibele scopen, locatie Delfzicht, • steriele en medische hulpmiddelen, locatie Delfzicht. Een aantal geplande audits is niet uitgevoerd, als gevolg van organisatiewijzigingen, vertrek/ wisselingen auditoren en ziekte. In 2010 is de interne auditprocedure herzien en geactualiseerd. Vanaf november 2010 komt het auditteam maandelijks bij elkaar om - audits voor te bespreken, knelpunten te inventariseren en – een prospectieve risico-inventarisatie uit te voeren met behulp van incidentenanalyses gericht op het te auditeren proces. Ook maakt het auditteam een planning voor te auditeren processen en stelt zij de auditteams samen. De keuze voor de te auditeren processen/afdelingen wordt bepaald aan de hand van - VIM-meldingen, - speerpunten van beleid, - nieuwe zorgproducten en inspectierondes/inspectierapporten. De planning voor 2011 is eind 2010 geaccordeerd door Raad van Bestuur. Naar aanleiding van de audits in 2010 zijn de volgende verbeteracties ingezet: • in gebruik name van nieuwe flexibele scopen en droogkasten; • aanschaffen van nieuwe wasmachines; • starten in januari 2011 met de verbouw van de scopiekamer op beide locaties; • herbenoeming van de commissie flexibele scopen; • opstellen functiebeschrijving Deskundige Scopen Reiniging & Desïnfectie (DSRD). Deze lag eind 2010 voor een akkoord bij de Raad van Bestuur; • besluit de commissie Scopen de implementatie van de WIP-richtlijnen te laten coördineren; • actualiseren en OZG breed maken van de protocollen in het scopie-proces; • aanstellen van een contactpersoon voor de protocollen Endoscopie; • aanstellen van functionaris Deskundige Steriele Medische Hulpmiddelen (DSMH); • herschrijven van de procedures Recall en Vrijgifte van medische apparatuur. - kwaliteit medische apparatuur (QMT) Om de veiligheid van de medische technologie te bevorderen hanteert de OZG het QMT programma van TNO. Het doel van QMT is het waarborgen van de bedrijfszekerheid en de technische veiligheid van de medische instrumentatie, het bevorderen van een doelmatig en veilig gebruik en het zorgen voor het optimaal functioneren van de medische instrumentatie. Kwaliteitsborging medische apparatuur is een continu punt van aandacht en een onderdeel van QMT. De OZG ziekenhuiscommissie Notified Body Function (NBF) is door de Raad van Bestuur aangewezen als bevoegde en geregistreerde onafhankelijke kwaliteitsfunctie, die als specifieke voorziening binnen de organisatie is ingevoerd. Aan de NBF is de bevoegdheid verleend om volgens het TNO–QMT systeem de in de organisatie geleverde prestaties met betrekking tot de medische technologie te beoordelen en te kwalificeren. Doelstelling van de NBF is “… het vervullen van een gezaghebbende, onafhankelijke en objectieve functie voor het adequaat kunnen beoordelen en kwalificeren van in en door de organisatie geleverde prestaties, die betrekking hebben op de kwaliteit van medische technologie… “. Het streven van de NBF is een QMT-certificering voor alle aanwezige risicovolle medische technologie binnen de OZG in 2014. Hiervoor wordt jaarlijks door de NBF een nieuw QMT-project geïnitieerd. De OZG beschikt over een beleidsplan Medische technologie en heeft voor beide locaties de procedures ten behoeve van de Patiëntbewakingstechnologie beschreven. In 2009 verkreeg de OZG-locatie Delfzicht het QMT certificaat Patiëntbewakingstechnologie. In 2010 heeft de NBF voorbereidingen getroffen voor een vervolgcertificering van infuustechnologie en elektro-chirurgie voor de gehele OZG en van Patiëntbewakingstechnologie voor locatie Lucas. Voor deze trajecten werden in 2010 de Programma Relevantie Eisen (PRE) opgesteld en werd een prospectieve risicoanalyse voorbereid. Daarnaast zijn de aanwezige QMT- documenten aangepast aan de nieuwe organisatiestructuur van de OZG en daarmee voorbereid voor opname in het OZG brede documentbeheersysteem, dat eind 2010 live ging. Het QMT is tevens opgenomen in het in juni 2010 uitgerolde digitaal meldsysteem, onderdeel van het VMS.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
46
- systeem Kwaliteitsdocumenten In 2009 besloot de Raad van Bestuur tot de aanschaf van één documentbeheersysteem voor de gehele OZG (te weten i-Document en i-Process). Doelstelling was op november 2010 live te gaan met het systeem. In verband met langdurige ziekte van de projectleider werden i-Document en i-Process binnen de OZG ingevoerd op 10 januari 2011 als onderdeel van het eveneens nieuwe Kwaliteitsportaal. Aan de hand van een plan van aanpak zijn in 2010 de volgende voorbereidende activiteiten uit gevoerd: • omzetten van documenten uit de beide locatiegebonden documentsystemen naar i-Document; • inrichten van i-Document en i-Process, met daaromheen het Kwaliteitsportaal; • trainingen van applicatiebeheer en van decentrale beheerders; • werven op beide locaties van een contactpersoon voor i-Document: eind 2010 hadden de meeste organisatie-eenheden inclusief de medische staf een contactpersoon; • beschrijven van de procedure procesbeheer i-Document en i-Process. Het voornemen was om voor 1 december 2010 een advies gereed te hebben voor de verdere revisie van documenten. Dit werd mede in verband met ziekte en vertrek van medewerkers niet gerealiseerd. In 2010 werd besloten tot de aanschaf van Microsoft Visio ten behoeve van het maken van processchema’s in i-Document. Het vullen van i-Process in 2011 plaatsvinden. Eind 2010 waren 3484 documenten in OZG-format omgezet. Het gaat bij 1839 documenten om een concept versie. Voor de overige 1645 documenten betrof het een definitieve versie, die klaar stond voor publicatie. 4.5
Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten 4.5.1
Speerpunten en resultaten
- Perinatale Audit Nederland (PAN) Het OZG neemt deel aan de regionale Perinatale Audit Nederland (PAN). Dit is een gestructureerde vorm van evaluatie van het zorgproces bij perinatale sterfte. In multidisciplinair verband (van eerste t/m derdelijn) vindt casusbespreking plaats van een perinatale sterfte. Het primaire doel van een perinatale audit is verbetering van de kwaliteit van de perinatale zorg. De organisatie wordt door het kernteam PAN uitgevoerd. Dit team bestaat uit vertegenwoordigers uit de 1e en 2e lijn. Verschillende zorgverleners van de OZG namen in 2010 deel aan landelijke trainingen gericht op dit onderwerp. De begeleiding vindt plaats door het regionaal PAN- team. In 2010 is binnen de OZG twee keer een audit Perinatale sterfte uitgevoerd. Hierbij zijn in totaal vijf casussen behandeld. Naar aanleiding van deze audits zijn substandaard-factoren geformuleerd en zijn verbeteracties binnen de keten uitgezet en vervolgd. Voor 2011 zijn drie audit momenten gepland. - sterftecijfers openbaar Ondanks het feit dat ziekenhuizen en specialisten hun kwaliteit verbeteren en zich maximaal inspannen voor de patiënt, komen er patiënten te overlijden. Op basis van gegevens zoals leeftijd, ziekte, geslacht, urgentie van opname en verpleegduur, is het mogelijk het te verwachten aantal overlijdensgevallen te berekenen. Sinds een aantal jaren wordt in Engeland en in de VS de Hospital Standard Mortality Ratio (HSMR) bepaald. De HSMR is een verhouding tussen het aantal patiënten dat verwacht mag worden te overlijden en het werkelijk aantal overleden patiënten. De OZG, locatie Lucas, maakte in 2009, als één van de eerste ziekenhuizen haar gegevens openbaar om helderheid te geven. Tabel: HSMR-cijfers voor 2001-2009 locatie Lucas 2001 - 2003
HSMR
HSMR
98
2003 - 2006
2004 - 2006
2005 - 2007
2006-2008
2007-2009
95
91
85
86
92
2005
2006
2007
2008
2009
87
85
91
87
98
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
47
Naast deze harde getallen wijkt de locatie Lucas statistisch significant af van het Nederlands gemiddelde. Dit betekent dat het feit dat het sterftecijfer in positieve zin afwijkt van het gemiddelde niet berust op toeval, dus bewezen lager is dan het Nederlands gemiddelde. Voor de locatie Delfzicht zijn deze cijfers niet inzichtelijk. Vanaf 2011 kan de OZG dit over het jaar 2010 wel laten zien. Dit heeft te maken met een keuze van het toenmalige Delfzicht Ziekenhuis om niet mee te doen met een landelijke registratie. De grondslag hiervoor was een bezuinigingsmaatregel. Wel heeft de OZG over 2009 de gegevens van beide locaties over niet gecorrigeerde sterftecijfers. (zie onderstaande tabel) Tabel: niet gecorrigeerde sterftecijfers OZG 2010 Locatie
Aantal opnames
Aantal overleden patiënten
Verhouding overleden/opnames
Delfzicht
6891 (2009:8577)
184 (2009: 177)
2.67% (2009: 2.06%)
Lucas
9228 (2009:9058)
185 (2009: 240)
2.00% (2009: 2.65%)
369 (2009:417)
2.29% (2009: 2.36%)
OZG
16119 (2009: 17635)
- veiligheidmanagement systeem (VMS) Het waarborgen van een veilige omgeving voor patiënten is van zeer groot belang. Een goede basis om dit te garanderen vormt een Veiligheidsmanagementsysteem (VMS) voor de zorg. Dit systeem bundelt veilige bouwstenen en interventies. Doordat de basiselementen van een VMS in het VMS Zorg programma samen met 10 pilotziekenhuizen (2005 - 2007) zijn ontwikkeld, kunnen ze in alle ziekenhuizen in Nederland worden toegepast. De kern van een VMS is de inventarisatie van de risico’s en het nemen en vastleggen van maatregelen om de risico’s te beheersen. Het identificeren van de risico’s is de basis van het VMS. Deze risico’s moeten beheerst worden door barrières in de zorgprocessen in te bouwen, zodat gevaarlijke gebeurtenissen niet optreden. Mocht dit toch gebeuren, dan zijn er herstelmaatregelen nodig om de consequenties (schade aan de patiënt) te voorkomen of te beperken. Hierbij kan gedacht worden aan het werken met een documentbeheersysteem waarin alle behandelprotocollen zijn opgenomen, een elektronisch medicatie voorschrijfsysteem en het inbouwen van dubbele controle in het zorgproces. Het VMS onderscheidt de volgende zes basiselementen: • strategie en beleid (vastgelegd in het veiligheidsplan), • cultuur, • decentrale melding en analyse van incidenten, • prospectieve risico-inventarisatie, • patiëntenparticipatie, • continu verbeteren. In 2010 zijn in de volgende processen prospectieve risicoanalyses (PRI’s) uitgevoerd: • spoedaanvraag bloedonderzoek, • medische apparatuur, • bloedtransfusie. In paragraaf 4.5.4 wordt stilgestaan bij de voortgang die in het verslagjaar is geboekt met de invoering van het VMS. - signaleren van kindermishandeling De OZG beschikt over protocollen Kindermishandeling opgesteld voor de doelgroep kinderen onder 16 jaar. Deze protocollen beschrijven hoe specialisten, arts-assistenten en verpleegkundigen moeten handelen bij het vermoeden van lichamelijke, geestelijke of seksuele kindermishandeling of verwaarlozing. Hierbij wordt het SPUTOVAMO- formulier gebruikt. Binnen het ZiekenhuisInformatieSysteem (ZIS) van de OZG is een registratiemodule beschikbaar. Een vermoeden van kindermishandeling wordt eenmaal per drie maanden binnen een multidisciplinair overleg besproken. Een van de maatschappelijk werkers van de OZG is aangewezen als aandachtsfunctionaris Kindermishandeling. In het verslagjaar is er een meldcode Kindermishandeling ontwikkeld en bij de medisch specialisten en SEH-verpleegkundigen geïntroduceerd. Daarnaast is een E-learning module Kindermishandeling aangeschaft om verpleegkundigen te scholen in het signaleren van kindermishandeling.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
48
- verbetering zorgprocessen In 2010 werden ten aanzien van onder andere de hierna beschreven zorgprocessen verbeteringen doorgevoerd. - project Steriele hulpmiddelen De Inspectie voor Gezondheidszorg (IGZ) constateerde in 2009 tijdens een van haar bezoeken dat de OZG de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden ten aanzien van de desïnfectie van steriele medisch hulpmiddelen nog niet had geregeld zoals de vigerende wet- en regelgeving dit voorschrijft. Dit was aanleiding voor de OZG om een project te starten met als doel te komen tot een organisatie van de desïnfectie van steriele medisch hulpmiddelen die voldoet aan de eisen. In het najaar van 2010 besloot het management op basis van het projectadvies tot de werving van de functie Deskundige Steriele Medische Hulpmiddelen (DSMH). Deze procedure werd begin 2011 afgerond en op 1 maart 2011 startte een interne medewerker in deze nieuwe functie. De OZG startte in 2010 parallel aan dit project een onderzoek naar de mogelijkheid tot een externe centrale sterilisatie. In een dergelijk centrum kan de sterilisatie van medische hulpmiddelen van een aantal ziekenhuizen in Noord Nederland uitgevoerd worden. Het project loopt door in 2011. - MRI en HC voorziening op beide locaties Jarenlang maakte de OZG gebruik van een mobiele MRI- en HC-voorziening. In 2009 besloot de OZG tot de aanschaf van een vaste MRI- en HC-opstelling voor beide locaties. In februari 2010 vond de ondertekening plaats van een contract tussen de OZG en firma Siemens voor de aanschaf van de apparatuur. Het gaat hier om nieuwe en technisch zeer hoogwaardige apparatuur. Voor de MRI zijn twee apparaten gekozen die elkaar door hun specifieke eigenschappen goed aanvullen: • een scanner met een zogenoemde BIG BORE voor de locatie Lucas. Deze MRI heeft een ruimere (en kortere) tunnel met een doorsnede van 70 cm (normaal is dit 60 cm). Dit maakt hem zeer geschikt voor corpulente patiënten en voor patiënten met claustrofobie; • een scanner met een groter ‘field of view’ voor de locatie Delfzicht, wat een voordeel is bij het scannen van bijvoorbeeld bloedvaten. Beide MRI’s hebben een sterkere magneet dan de tot dan toe gebruikte apparaten, waardoor méér en betere details kunnen worden afgebeeld. Ook de duur van het onderzoek kan worden beperkt. Het aanpassen van de HC-kamers, het realiseren van de verbouwingen en het plaatsen van de MRI units zijn binnen het toegestane budget uitgevoerd. Ook zijn er aanzienlijke hoeveelheden essentiële hulpmiddelen, noodzakelijk voor het werken in de ruimtes, binnen dit budget aangeschaft. Dankzij een enorme inspanning van alle intern en extern betrokkenen werd het project in 2010 afgerond: in september 2010 was de apparatuur op beide locaties operationeel. Verder zijn nieuwe protocollen ontwikkeld. De invoering van deze protocollen en handleidingen vindt in 2011 plaats en zij zullen dan ook beschikbaar zijn i-Document. Met de aanschaf van de nieuwe MRI hoopte de OZG de productie te kunnen verhogen en de wachttijden te kunnen terugbrengen. Eind 2010 bleek de wachttijd voor een MRI minder dan twee weken te bedragen en werden 38% meer MRI’s gemaakt dan in 2009. De visitatiecommissie Radiologie, die in november 2010 de beide afdelingen bezocht, sprak zich lovend uit over de veranderingen. - project Endoscopie De OZG installeerde in 2010 een permanente OZG brede commissie Endoscopen. De commissie moet zorgen voor een verbinding tussen de scopiecentra op beide locaties en zal met name de kwaliteitseisen gesteld aan het scopie-proces bewaken en waar nodig met verbetervoorstellen komen. De commissie stelde een jaarplan voor 2010 op. In onderstaand overzicht staan de resultaten die in 2010 werden behaald. Doel 2010
Resultaat
Functiebeschrijving Deskundige Scopen Reinigen en Desinfectie (DSRD)
Dit doel is niet behaald.
Herziene handboek SFERD bekend maken en verspreiden aan betrokkenen.
Dit doel is behaald.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
49
Goedgekeurd beleidsplan/beheersplan voor de reiniging en desïnfectie van endoscopen.
Dit doel is gedeeltelijk behaald: het plan is met uitzondering van het hoofdstuk Validatie, herschreven aan de hand van het herziene SFERD handboek.
Protocollen overzetten naar i-Document.
Dit doel is gedeeltelijk behaald: nog niet alle protocollen zijn overgezet.
Interne audit op alle scopieafdelingen
Dit doel is voor de locatie Delfzicht behaald (met uitzondering van het schrijven van het auditrapport); wegens ziekte is de audit op locatie Lucas doorgeschoven naar 2011.
Scholing aan medewerkers over de nieuwe endoscopen- Dit doel is voor de locatie Lucas behaald; wasmachines op beide locaties. wegens ziekte is dit voor de locatie Delfzicht verschoven naar in 2011. Vervanging van de flexibele endoscopen: contractonder- Er is een contract gesloten met Olympus. tekening in 2010 Aanschaf volgsysteem gebruik scopendesinfectie
Dit doel is niet behaald. Besloten is bij deze aanschaf samen te werken met het Refaja ziekenhuis. Eind 2010 was nog geen besluit genomen over de keuze van het systeem.
Nieuw scopiecentrum op locatie Lucas
De verbouwing is doorgeschoven naar begin 2011.
De commissie Infectiepreventie adviseerde in 2010 over de vervanging van de endoscopenwasmachine op de polikliniek Urologie locatie Delfzicht. De Raad van Bestuur bsloot tot nader onderzoek. Verder zijn in 2010 nog de volgende activiteiten uitgevoerd om de kwaliteit van de endoscopieprocessen te verbeteren: • herinrichting behandelkamer en scopiekamers locatie Delfzicht; • om een goed beeld te krijgen van de werkzaamheden die worden uitgevoed op de drukke interne behandelpolikliniek locatie Delfzicht zijn in 2010 site visits uitgevoerd om de knelpunten in beeld te krijgen. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat de roosters van de kamer polikliniek Interne Dagbehandeling en de scopiekamers zijn aangepast. Daarnaast is een secretaresse aangenomen. Door de genoemde maatregelen is het plannen van de onderzoeken efficiënter geworden en de afhandeling van de consulten en dagbehandelingen geborgd. De productie op de scopiekamers is met 20% gestegen; • invoeren controle scopie followup op locatie Lucas. - Intensieve zorg/ Spoedeisende Hulp In 2009 kreeg het SEH-team op de locatie Delfzicht instructie in het werken met het Letsel Informatie Systeem (LIS). Conform planning vond dit in 2010 plaats op de locatie Lucas. Op beide afdelingen SEH zijn de LIS-gegevens transparant. Nadat in 2009 de teams op beide locaties waren geschoold in het Manchester Triage Systeem, wordt vanaf 1 januari 2010 bij iedere SEH-patiënt bij binnenkomst de urgentie van medisch/verpleegkundige interventie aan de hand van het MTS vastgesteld. In 2010 is op locatie Delfzicht een aparte triage/opvangkamer ingericht op de afdeling SEH, die begin 2011 in gebruik genomen werd. In het volgende overzicht staan de overige resultaten die in 2010 werden behaald.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
50
Doel 2010
Resultaat
Arts-assistenten zijn aantoonbaar voldoende geschoold in de ABCDE- systematiek.
Eind 2010 had 50&% van de artsassistenten een door het Wenckebach Instituut opgezette training in de ABCDEsystematiek. De arts-assistenten worden elk drie maanden uitgenodigd voor een gesprek met de medisch specialist en de coördinator SEH om het werken met de systematiek te bespreken. Zo nodig wordt extra begeleiding ingezet.
Alle SEH-verpleegkundigen zijn per 01-01-2011 TNCC geschoold conform eis IGZ
Eind 2010 was 75% van de SEHverpleegkundigen TNCC (Trauma Nursing Core Course, een traumaopleiding speciaal voor verpleegkundigen) geschoold.
Opzetten decentrale VIM-commissie op beide SEH en IC afdelingen
In 2010 werd de decentrale VIMcommissie geïnstalleerd op beide locaties. Deze commissie kreeg een scholing in het retrospectief analyseren van gedane meldingen. De medewerkers van de SEH kregen instructie in het digitaal melden van incidenten.
Opstellen veiligheidsbeleidsplan voor de SEH
Eind 2010 lag er een veiligheidsplan dat nog besproken moet worden met de SEHcommissie en de medewerkers van de SEH.
Op beide locaties OZG is een spoedinterventieteam (SIT) oproepbaar
In 2010 is een SIT geïnstalleerd en zijn een evaluatieformulier en een algoritmekaart ontwikkeld. De instructie van artsen en verpleegkundigen in de nieuwe werkwijze is doorgeschoven naar 2011.
Transparantie op de IC afdeling op beide locaties van gegevens met betrekking tot lijnsepsis.
In 2010 zijn een registratieformulier en een screeningsdocument ontwikkeld en zijn de medewerkers geschoold in het gebruik ervan. De sepsis bundel wordt gevolgd, maar eind 2010 vindt nog geen registratie plaats.
Verder vond in 2010 een aantal activiteiten plaats gericht op een optimaliseren van de reanimatiezorg. De kinderafdeling van de OZG werd eind 2009 geconcentreerd op de locatie Lucas. Om te kunnen zorgen voor verantwoorde zorg aan kinderen die op de SEH van de locatie Delfzicht worden binnengebracht, is op de IC- afdeling op deze locatie een aparte ruimte ingericht voor reanimatie van kinderen. Daarnaast werd een reanimatieprotocol opgesteld voor reanimatie in het bijgebouw op locatie Lucas en werd voor dit gebouw een ‘reanimatie’ rugzak ingericht. Ook zijn een protocol en werkinstructies gemaakt voor het gebruik van botnaalden bij een reanimatie. - brugafdeling OK/CSA De IGZ onderzocht het operatieve proces binnen de OZG in 2009 op de ene locatie en in 2010 op de andere locatie, als onderdeel van het onderzoek Toezicht Operatief Proces (TOP). Naar aanleiding van de audits en inspectierapporten startte in het verslagjaar het verbetertraject, met specifieke aandacht voor overdracht, time-out, naleven van gemaakte afspraken, herinrichten van processen en actualiseren van protocollen. Voor de coördinatie van dit traject is een aparte TOPprojectgroep geïnstalleerd. Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
51
De volgende verbeteringen werden onder andere in 2010 gerealiseerd: - implementatie OZG breed planningsysteem (synchroniseren OK- sessies en beschikbare capaciteit), - uitgifte maandroosters, - instellen van de time-out procedure, - benoemen en borgen van overdrachtmomenten, en continue monitoring luchtbehandeling en deurbewegingen. In 2010 richtte de commissie Preoperatief Traject zich op de ontwikkeling van een preoperatief dossier Anesthesie. Er is in samenspraak met de leden van de projectgroep een digitaal formulier ontwikkeld dat moet worden gevuld voor alle patiënten die in de OZG worden geopereerd en waarbij een preoperatief onderzoek plaatsvindt. Het formulier zal begin 2011 worden ingevoerd. - project Ontwikkeling zorgpaden Binnen de OZG wordt sinds enkele jaren in projectvorm gewerkt aan de ontwikkeling van zorgpaden. De OZG ziet de samenwerking met en inbreng van ervaringsdeskundige patiëntenvertegenwoordigers en van Zorgbelang Groningen als een belangrijke voorwaarde voor het slagen van deze projecten. De projectdoelen zijn: • het structureren van de patiëntenzorg zodat op een doelmatige, directe, patiëntgerichte manier en volgens landelijke normen wordt gewerkt; • komen tot een gestructureerde patiëntgerichte voorlichting en informatie middels protocollering van patiëntencommunicatie; • het ontwikkelen van een website over de behandeling ten behoeve van de transparantie in relatie tot de zorg- en informatievraag van de patiënt. De zorgpaden voor mammacare en prostaatkanker zijn in 2009 ingericht. In 2010 werd het zorgpad Dikke darm kanker/stomazorg afgerond en startte het verbeterproject zorgpad Blaaskanker, zorgpad Longoncologie en zorgpad Stervensfase. Deze laatste drie projecten zullen in 2011 worden afgerond. - overige activiteiten in 2010 Verder is in 2010 het zorgaanbod van de OZG op de volgende onderdelen verbeterd dan wel uitgebreid: . transplantatie: In 2010 is de NTS registratieapplicatie ingevoerd wat heeft gezorgd voor transparantie in de gegevens van potentiële donoren. Daarnaast kregen de agnio’s van de regionale transplantatiecoördinator instructie over de procedure Transplantatievraag en kregen de verpleegkundigen van de IC- afdeling op locatie Delfzicht instructie over de donatie- en transplantatieprocedures. Verder zijn de donatieprotocollen geactualiseerd en zowel digitaal als schriftelijk beschikbaar voor artsen, verpleegkundigen van de IC- en OK- afdeling. In 2009 is, na toestemming van de Raad van Bestuur, gestart met de uitrol en invoer van de overledenen donatieapplicatie (DA) en het medisch status onderzoek (MSO). Het MSO is geheel bijgewerkt tot aan 31 december 2010. Hieruit blijkt dat er in 2010 geen orgaandonor (potentieel) is gemist. Alle donatieformulieren worden verzameld en maandelijks afgeleverd aan de contactpersoon. . hydreren ten behoeve van contrastnefropathie: In 2010 is een protocol Hydreren ten behoeve van contrastnefropathie ontwikkeld en ingevoerd op de afdelingen Dagbehandeling en Radiologie van de locatie Delfzicht. . hoorstraat Op de locatie Lucas startte een hoorstraat, waarbij de KNO-artsen samen werken met een hoorapparaten specialist. Bij een goed verloop van deze pilot zal de hoorstraat ook op de locatie Delfzicht worden opgezet. . slaapapneu-straat In april 2010 startte op beide locaties van de OZG een zogenaamde slaapapneu-straat. Patiënten die via hun huisarts op verdenking van Obstructieve Slaap Apneu Syndroom (OSAS) worden aangemeld bij de longarts, weten binnen 24 uur of zij wel of geen slaapapneu hebben. Is deze aandoening geconstateerd, dan volgt op korte termijn de behandeling. . tijdelijke concentratie klinische neurologie Vanwege ziekte van twee neurologen werd in juli 2010 besloten de klinische neurologie te concentreren op de locatie Delfzicht. Als gevolg hiervan zijn de logopedisten en ergotherapeuten van de locatie Lucas ingezet op locatie Delfzicht. . start ontwikkeling Stroke-service regio Winschoten In 2010 is een samenwerking gestart met verpleeghuis Old Wolde in Winschoten. Doel is, in navolging van de regio Delfzijl, gezamenlijk een Stroke- service op te zetten voor de regio Winschoten zodat de nazorg aan patiënten die een beroerte hebben gehad, gecontinueerd kan worden.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
52
. chronische pijn patiënten In nauwe samenwerking met het UMCG Centrum voor Revalidatie heeft het multidisciplinaire team Poliklinisch Revalidatie Behandeling (PRB) is het diagnostisch proces verbeterd door de opzet van een Carrousel Chronische Pijn: binnen 24 uur is de diagnose gesteld en een behandelplan opgesteld. Daarnaast zijn, om de wachtlijsten te verkorten, oefengroepen chronische pijnpatiënten gevormd en is gestart met de ontwikkeling van een Chronisch Pijnwerkboek, dat in de loop van 2011 zal worden ingevoerd. . missie & visie Fysiotherapie OZG Aan de hand van de resultaten van een enquête gehouden onder medisch specialisten over wensen en veranderingen ten aanzien van de inzet van fysiotherapie bij hun patiënten, heeft de afdeling Fysiotherapie een missie & visie document opgesteld. . dryneedling behandelingen Twee fysiotherapeuten volgden in 2009 een scholing Dryneedling. In 2010 is deze nieuwe behandelmethode ingevoerd op locatie Delfzicht. . project Kwetsbare Ouderen In het najaar 2010 startte het OZG- project Kwetsbare Ouderen in het kader van het gelijknamige VMS thema. Eind 2010 was het plan van aanpak gereed voor de onderwerpen acute verwardheid (delier), vallen, voeding en fysieke beperkingen. . MDL-polikliniek In het voorjaar van 2010 startte op de locatie Delfzicht een MDL-polikliniek. . cursus Handartrose In 2010 startten de afdeling Ergotherapie en de verpleegkundig reumaconsulent een cursus Handartrose. Dankzij deze cursus nam het aantal consulten bij de beide disciplines af. Patiënten ervaren het lotgenotencontact dat tijdens de cursus ontstaat als positief. . cytostatica In 2010 werd een geautomatiseerd systeem in gebruik genomen waarmee het proces Bereiding cytostatica kan worden geregistreerd. . project Medicatieverificatie bij orthopedische patiënte In het najaar van 2010 startte op beide locaties het project Medicatieverificatie bij orthopedische patiënten in het kader van een van de VMS- thema’s. . spuitenpomp etiketten Op beide IC- afdelingen zijn de spuitpomp etiketten geïntroduceerd in het kader van het VMSthema High Risk medicatie. In 2011 zal dit verder in de klinieken worden uitgerold. . prevalentiemeting In 2010 deed de OZG locatie Delfzicht mee aan de landelijke prevalentiemeting Decubitus. (zie de Prestatie-indicatoren 2010) - patiëntenparticipatie Binnen de OZG is op de locatie Lucas al enige jaren het Patiëntenparticipatie-team (PP-team) actief. In dit team participeren de geestelijk verzorger (voorzitter), de medewerker Patiëntenvoorlichting, de coördinator Kwaliteit locatie Lucas, een lid van de cliëntenraad, de manager Zorg locatie Lucas en een medewerker van de afdeling Communicatie. De taken van het team zijn: • verwerven en delen van kennis op het gebied van patiëntenparticipatie; • adviseren van de Raad van Bestuur op dit gebied; • bijhouden van een overzicht van het totaal aan ingezette instrumenten binnen een bepaald tijdskader en organisatieonderdelen; • begeleiden van de uitvoering van instrumenten; • gevraagd en ongevraagd advies geven aan organisatieonderdelen en verbeterteams in het gebruik van gekozen instrumenten. Het team is in 2010 betrokken geweest bij het zogenoemde Transitie-experiment: in het kader van het Nationaal Programma Ouderenzorg zijn door leden van het team interviews afgenomen bij patiënten op beide locaties. Binnen de OZG zijn een cliëntenraad en een klachtencommissie aanwezig. De OZG maakt gebruik van verschillende instrumenten om patiënttevredenheid/-ervaringen te onderzoeken, namelijk reactie/ervaringenkaarten, vragenlijst Patiënttevredenheid, spiegelgesprek en de Instant Feedback. In 2010 zijn de methoden vragenlijst Patiënttevredenheid, spiegelgesprek en de Instant Feedback niet ingezet. Wel vond een focusgroepsbijeenkomst plaats in het licht van het project Zorgpad Blaaskanker.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
53
- onderzoek naar patiënttevredenheid in 2010 De OZG participeert in de CQ index metingen van de BorstkankerVereniging Nederland en van Menzis. - patiënteninformatie Op beide locaties organiseert de OZG regelmatig informatiebijeenkomsten voor patiënten en andere belangstellenden. Vaak gebeurt dit in samenwerking met patiëntenverenigingen. In 2010 werden onder andere georganiseerd: • workshops over zorg en uiterlijk rondom borstkanker in samenwerking met de organisatie Look Good...Feel Better; • in samenwerking met Kraamzorg 'Het Groene Kruis' zijn in 2010 een aantal informatiebijeenkomsten over borstvoeding georganiseerd. Deze bijeenkomsten zijn bedoeld voor vrouwen die borstvoeding (overwegen te gaan) geven, maar ook andere belangstellenden zijn welkom; • in samenwerking met een werkgroep waarin een aantal medewerkers van de kraam-/ kinderafdeling participeren, heeft de Vereniging van Ouders van Couveusekinderen de thema-avond Verwerken en Loslaten georganiseerd; • informatiemarkt in het kader van de Europese Dag van de Beroerte, met als thema “Voorkom en herken een beroerte”; • informatiemarkt “Toekomst na kanker” (locatie Delfzicht); • voorlichtingsbijeenkomsten over kraamtijd, zwangerschap en bevallen; • voorlichting over totale heup/totale knie prothese; • informatieavond over schildklierziekten (locatie Delfzicht); • informatieavond Crohn & Colitis Ulcerosa (locatie Delfzicht); • tentoonstelling “Opblaasbare Darm (locatie Lucas); • Open Dag. - bewijzen van kwaliteit In december 2010 verstrekte zorgverzekeraar Menzis de OZG het TopZorg-predikaat voor de behandeling van borstkanker en OSAS. Alleen ziekenhuizen die het beste scoren komen in aanmerking voor een TopZorg-predikaat. Menzis adviseert haar cliënten om voor de behandeling van borstkanker en OSAS te kiezen voor een ziekenhuis dat daarvoor het Menzis TopZorgpredikaat heeft ontvangen. Voor patiënten van de OZG betekent dit vooral topzorg dichtbij huis. Beide predikaten gelden tot juli 2013. Belangrijke overwegingen van Menzis om de predikaten voor borstkanker en OSAS toe te kennen aan de OZG zijn de snelle toegangstijden en doorlooptijden. Zo kunnen borstkankerpatiënten binnen 24 uur terecht op de mammapolikliniek. Binnen die tijd vindt er een diagnose plaats en wordt de behandeling afgesproken, die voor de patiënt het beste is. Een eventuele operatie volgt dan meestal binnen veertien dagen. Dit alles is mogelijk dankzij een goede onderlinge samenwerking tussen alle betrokkenen. - Prestatie-indicatoren De Prestatie-indicatoren OZG 2010 van de IGZ zijn te vinden op www.ziekenhuizentransparant.nl. Het onderwerp Prestatie-indicatoren is een terugkerend agendapunt in de voor- en najaarsgesprekken van de Raad van Bestuur met de verschillende vakgroepen en maatschappen. 4.5.2 Klachten De OZG volgt de klachtenregeling voor patiënten, zoals door de Wet Klachtrecht Cliënten Zorginstellingen is voorgeschreven. In deze klachtenregeling, welke ook in een brochure beschreven staat, worden drie niveaus onderscheiden, te weten: • klachtenopvang en een vorm van bemiddeling door medewerkers zonder tussenkomst van een onafhankelijke derde; • klachtenopvang en bemiddeling door de tussenkomst van de ombudsfunctionaris; • klachtenbehandeling door de klachtencommissie. De klager kiest zelf tot welk niveau hij/zij zich wendt. De OZG heeft een OZG brede klachtencommissie. Daarnaast is sinds juni 2010 ook op de OZGlocatie Lucas een ombudsfunctionaris werkzaam: de locatie Delfzicht kende deze functie reeds langer. De hiervoor genoemde brochure is op beide locaties beschikbaar op alle afdelingen van het ziekenhuis. Verder is op de website van de OZG, in het opnameboekje en in de ontslagbrief informatie opgenomen over de mogelijkheid om onvrede te uiten. Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
54
Op beide locaties kunnen patiënten en/of bezoekers hun ervaringen via een ervaringenkaart kenbaar maken. In 2010 is een werkgroep gevormd om een OZG breed instrument voor het meten van patiëntenervaringen en een OZG- brede procedure voor uitgifte, registratie en afhandeling van (binnengekomen) ervaringenkaarten te ontwikkelen. De cliëntenraad participeert in deze werkgroep. Streven is in 2011 te beschikken over deze OZG procedure. De bekendheid van de klachtenregeling bij cliënten wordt niet gemeten. Er zijn geen signalen dat dit onvoldoende zou zijn. - ervaringenkaarten/reactiekaarten De OZG staat open voor klachten en wil hiervan leren om de kwaliteit verder te verbeteren. Om dit te bereiken kunnen patiënten op een laagdrempelige wijze uiting geven aan hun ongenoegen c.q. klacht, namelijk door het invullen en toesturen van een ervaringenkaart. - locatie Delfzicht: Alle opgenomen patiënten en alle patiënten die de SEH bezoeken, krijgen bij hun ontslag uit het ziekenhuis een ervaringenkaart mee. Hierop kunnen zij hun ervaringen noteren en de ingevulde kaart vervolgens terugsturen. Na binnenkomst worden de opmerkingen op de kaart geregistreerd. Vervolgens worden de teruggestuurde kaarten besproken in de lijn en worden noodzakelijke vervolgacties ingezet. Als de patiënt dit wenst, wordt hij teruggebeld en eventueel voor een gesprek uitgenodigd. In 2010 stuurden 1120 patiënten hun ervaringenkaart terug. Deze kaarten vermeldden in totaal 1334 keer een compliment en/of 219 keer een klacht/tip. - locatie Lucas: Op de locatie Lucas staan op alle balies de zogenoemde reactiekaarten, die een patiënt of bezoeker kan meenemen om zijn idee, klacht of compliment te noteren en de ingevulde kaart vervolgens insturen. Na binnenkomst wordt de kaart geregistreerd en daarna doorgestuurd naar de betrokken leidinggevende of specialist. Het is aan deze persoon om de opmerkingen met de collega’s te bespreken en zo nodig vervolgacties in te zetten. Als de patiënt dit wenst, wordt hij teruggebeld. In 2010 zijn op deze wijze 185 kaarten ontvangen. Deze beschreven 58 keer een compliment en 127 keer een klacht/ tip. De complimenten betroffen de vriendelijkheid en de behulpzaamheid van de verpleging en verzorging op de verpleegafdelingen en de bejegening (gemoedelijke sfeer op een afdeling, persoonlijke en warme aandacht, humor). De klachten/tips hadden met name betrekking op: • warme maaltijd (mede naar aanleiding hiervan werd overgegaan op een andere leverancier. Het aantal klachten/tips hierover nam hierna af); • informatie voorziening over met name beleid Nuchter zijn (mede naar aanleiding hiervan is de schriftelijke informatievoorziening verbeterd); • smaak van het water (mede naar aanleiding hiervan zijn op de locatie Delfzicht water automaten geplaatst); • overdracht naar andere zorginstanties na ontslag (dit onderwerp is een terugkerend punt in de werkoverleggen); • schoonmaak (na de herinrichting van de schoonmaak in het voorjaar 2010 is het aantal klachten/tips afgenomen); • parkeren (mede naar aanleiding hiervan is op de locatie Delfzicht het aantal parkeerplaatsen voor minder validen uitgebreid; er is besloten tot overleg in 2011 met politie en gemeente over de bebording op het parkeerterrein van de locatie Lucas); • nazorg (mede naar aanleiding hiervan worden patiënten die zijn opgenomen voor een dagbehandeling in verband met een gynaecologische ingreep 1 á 2 dagen na ontslag opgebeld om eventueel vragen en onduidelijkheden die bij hen leven, te bespreken); • weghalen van het namenbord bij de deur van de patiëntenkamers (deze klacht houdt verband met de invoering van de NEN 7510); • bejegening (naar aanleiding van ingestuurde reactiekaarten stelde een van de verpleegafdelingen het thema ‘Dienend in het wit’ centraal in haar jaarplan voor 2010. Het team besteedde op allerlei manieren aandacht aan het onderwerp. In 2011 zal via een enquête worden nagegaan hoe de patiënten dan de bejegening ervaren).
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
55
Indien een afdeling geen mogelijkheid ziet om direct iets aan de aangegeven tip of klacht te doen, wordt dit indien bekend is wie de ervaringen/reactiekaart instuurde, uitgelegd. - ombudsfunctionaris Op de OZG-locatie Delfzicht is sinds 1997 een ombudsfunctionaris werkzaam. In juni 2010 werd met de komst van een tweede ombudsfunctionaris deze functie ook op de OZG locatie Lucas geïntroduceerd. Na een introductie- en inwerkperiode door de collega is de nieuwe functionaris vanaf september 2010 begonnen met het verzorgen van spreekuren op locatie Lucas. In 2010 maakten in totaal 128 personen bij een van de functionarissen melding van één of meer klachten. Het aantal klachten dat in bovengenoemde periode werd gemeld, is 188. In 2010 werden zeven complimenten bij een van de ombudsfunctionarissen gemeld. Als een klager niet wil dat de ombudsfunctionaris de klacht met de medewerker bespreekt, wordt de klacht uitsluitend geregistreerd en wel als ‘melding zonder actie’. In 2010 kwam dit bij 15 van de 188 klachten voor, waarbij in acht gevallen de klacht door de klager zelf met de betrokken medewerker is besproken. Andere redenen voor een ‘melding zonder actie’ waren: geen toestemming van de patiënt, onvoldoende vertrouwen in de uitkomst van de bemiddeling, de keuze te volstaan met een algemene opmerking en de keuze voor een ander traject dan klachtbemiddeling. Van de 188 gemelde klachten hadden • 55 klachten betrekking op een vaktechnisch onderwerp (o.a. informatie over een onderzoek of behandeling, diagnose/onderzoeken en behandeling/verpleging/ verzorging); • 48 op een relationeel onderwerp (o.a. bejegening) en • 85 klachten betroffen organisatorische zaken (o.a. bereikbaarheid/beschikbaarheid van de zorg, coördinatie van de zorg en faciliteiten/omstandigheden). Bij analyse en beschouwing van de klachtgegevens van 2010 van de OZG kwamen de volgende aandachtspunten naar voren: • voorlichting aan medewerkers over de strekking van de plicht tot geheimhouding, de bevoegdheden rondom de toegang tot medische gegevens en over de (veranderingen in) afspraken en procedures hieromtrent; • planning van operaties bij kinderen; • coördinatie van de zorg tussen de beide locaties; • informatieverstrekking voorafgaand aan een behandeling en het bespreken van de risico’s in het bijzonder; • roken bij de hoofdingangen; • registratie van allergieën; • beleid rondom contactpersonen van patiënten; • voorlichting aan bezoekers over het parkeerbeleid; • verstrekking van warme maaltijden buiten de reguliere tijden; • interne afstemming en overdracht van behandeling en/of onderzoek; • bijhouden van logboeken voor de controle van apparatuur. Mede naar aanleiding van klachtmeldingen via de ombudsfunctionarissen is in 2010 door het ziekenhuis aandacht besteed aan onder andere de volgende zaken: • markering van de parkeerplaatsen voor mindervaliden; • procedure rondom het voorschrijven van cytostatica; • roosterplanning van een polikliniek; • temperatuur van de maaltijden; • duur van het gebruik van een antwoordapparaat op een polikliniek; • dosering van een contrastmiddel; • werking van de piepers van een afdeling; • inhoud van verschillende protocollen. - klachtencommissie De klachtencommissie OZG houdt zich bij de uitvoering van de werkzaamheden aan de kaders, zoals deze zijn vastgelegd in de Wet Klachtrecht Cliënten Zorginstellingen, artikel 2 lid 2. De beide locatiegebonden klachtencommissies zijn per 1 januari 2010 samengevoegd tot de OZGklachtencommissie. De commissie heeft vijf leden en twee vervangende leden. De voorzitter is onafhankelijk van het ziekenhuis. In 2010 zijn het klachtenreglement en de hiervoor reeds genoemde brochure voor patiënten betreffende de klachtenregeling aangepast. Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
56
In 2010 zijn 15 klachten bij de OZG klachtencommissie binnengekomen, waarvan er een later werd ingetrokken. Eind 2010 had de commissie 12 van de 14 klachten afgehandeld. Daarnaast heeft de commissie in 2010 nog de 19 klachten uit 2009 afgehandeled. Van deze 31 afgehandelde klachten heeft de commissie er 16 gegrond verklaard en 9 ongegrond verklaard, is bij 3 klachten tot bemiddeling besloten en zijn 3 klachten ingetrokken. Eenmaal vroeg de commissie een extern advies aan. De klachten die gegrond verklaard zijn, hadden betrekking op de volgende onderwerpen: Medicatie, ontslagbeleid, verpleegkundige zorg, postoperatieve complicatie, planning OK, opname, medische behandeling, controle infuus, laboratoriumonderzoek, voorbereiding CT-onderzoek, preoperatieve zorg, diagnostiek, zorg bij ontslag, diagnostiek/behandeling SEH, informatieverstrekking, privacy en informatie en verzorging op ene verpleegafdeling. De klachten die ongegrond zijn verklaard, hadden betrekking op de volgende onderwerpen: anesthesie bij kind, uitstel operatie, chirurgische behandeling, opvang en informatie (3x), parkeren, annulering polikliniekafspraak en annulering operatie. De commissie heeft naar aanleiding van de behandelde klachten de volgende aanbevelingen gedaan aan de Raad van Bestuur: controle onderzoeksprotocol; veiligheid medicatievoorschriften en –verstrekking; afspraken over inzage voor familie in patiëntendossier; afspraken over informatie van verpleegkundigen aan familie; afspraken over het regelen van gesprek familie met arts; afspraken over reactie op signalen van familie van patiënten; notitie van arts/familiegesprekken in dossier. - schadeclaims De OZG is aangesloten aansprakelijkheidsverzekeraar Centramed. In het verslagjaar werden bij Centramed 12 claims tegen de OZG ingediend (6 in 2009). 4.5.3
Toegankelijkheid en toegangstijden
- gebruik e-mail en internet In oktober 2010 ging de nieuwe OZG website live: drie maanden later dan gepland hetgeen te maken had met het besluit om ook een OZG kindersite te ontwikkelen en beide sites tegelijkertijd live te laten gaan. Uitgangspunt is dat de website 24x7 uur in de lucht is: het eventueel uitvallen van de website wordt geregistreerd. Tevens beschikt de OZG over een algemeen OZG e-mailadres dat door de afdeling Communicatie wordt beheerd. - bereikbaarheid van de zorg - locatie Delfzicht: De bereikbaarheid van de locatie Delfzicht middels het Openbaar Vervoer is de afgelopen jaren sterk verbeterd dankzij de grote inzet van onder andere het OV Bureau Groningen/Drenthe. De locatie is (vanaf het treinstation) te bereiken via een aantal lijndiensten. Sinds enkele jaren is het ziekenhuis ook opgenomen in de route van de Servicebus die binnen de gemeente Delfzijl rijdt. De Cliëntenraad van de OZG participeert in het klantenpanel Servicebus Delfzijl en kan op deze wijze wensen ten aanzien van het lokale OV onder de aandacht brengen. Patiënten en bezoekers kunnen gratis parkeren op het parkeerterrein bij het ziekenhuis. - locatie Lucas: Ook de locatie Lucas is (vanaf het treinstation) te bereiken via een aantal lijndiensten. Sinds een aantal jaren is sprake van betaald parkeren op het parkeerterrein bij het ziekenhuis in Winschoten. Patiënten die een specialist op de polikliniek bezoeken en patiënten en bezoekers van de Spoed Eisende Hulp krijgen een gratis uitrijdkaart. Op beide locaties worden patiënten en bezoekers opgevangen door gastvrouwen, die desgewenst hen begeleiden naar de polikliniek waar men een afspraak heeft of naar de kliniek, ingeval van een opname. Op de locatie Lucas gaat het om vrijwilligers van de Unie van Vrijwilligers Winschoten (UVW). De UVW kreeg in november de provinciale vrijwilligersprijs 2010 in de categorie ‘Zorg’ uitgereikt. Deze provinciale vrijwilligersprijs wordt jaarlijks toegekend aan een organisatie die een aansprekend voorbeeld is van vrijwilligerswerk in de zorg. Uit 133 aanmeldingen selecteerde de provincie zes
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
57
genomineerden voor in totaal drie categorieën. Samen met Vluchtelingenwerk Noord Nederland Pekela/Stadskanaal dong de UVW mee in de categorie ‘zorg’. - toegangstijden De OZG spant zich in om de toegankelijkheid voor patiënten zo optimaal mogelijk te maken. De toegangstijden voor de poliklinieken, dagverpleging en klinische opname worden maandelijks gepubliceerd op de website van beide locaties. Tabel: Toegangstijden locatie Delfzicht (31-12-2010; tussen haakjes de wachttijd 31-12-2009)
Specialisme
Locatie Delfzicht te Delfzijl Wachttijd Wachttijd polikliniek behandeling (in weken) (in weken)
Cardiologie
3 (1)
Chirurgie algemeen Vaatchirurgie Mammapoli Oncologie Spataderen Liesbreuk Galblaas Sterilisatie man Carpaal tunnel syndroom
2 2 0 0
Dermatologie
2 (3)
Gynaecologie algemeen Infertiliteit Sterilisatie vrouw Baarmoederverwijdering Incontinentie vrouw
4 (2) 4 (-)
Interne geneeskunde algemeen
1 (4)
Kaakchirurgie
1 (3)
Keel-, neus- en oorheelkunde algemeen Neus- en/of keelamandelen Oorbuisjes Neustussenschot
1 (2)
Kindergeneeskunde algemeen
1 (2)
Longziekten
2 (2)
Mediche psychologie
2 (-)
Neurologie
Wachttijd diagnostiek (in weken)
(1) (2) (0) (1) 3 (0) 2 (3) 2 (3) x 3 (3)
5 (3) x (3) x (-) 7 (-) 3 (3) 2 (3) 3 (6)
8 (-)
14 (4)
Oogheelkunde Staaroperatie
7 (2)
Orthopedie algemeen Totale heup operatie Kijkoperatie knie Totale knie operatie
2 (4)
Pijnbestrijding/anesthesiologie
0 (0)
Reumatologie
7 (5)
Revalidatie
6 (8)
Urologie algemeen Sterilisatie man Prostaatoperatie
2 (1)
6(2) 8 (5) 2 (4) 8 (5)
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
3 (2) 3 (3)
58
MRI-Scan
3 (5)
CT-Scan
1 (1)
Gastroscopie (gastro-entrologie)
5 (8) Locatie Lucas te Winschoten
Specialisme
Wachttijd polikliniek (in weken)
Cardiologie
1 (1)
Chirurgie algemeen Vaatchirurgie Mammapoli Oncologie Spataderen Liesbreuk Galblaas Sterilisatie man Carpaal tunnel syndroom
2 2 1 1
Dermatologie
1 (1)
Gynaecologie algemeen Infertiliteit Sterilisatie vrouw Baarmoederverwijdering Incontinentie vrouw
5 (6) 3 (5)
Interne geneeskunde algemeen
1 (5)
Kaakchirurgie
Wachttijd behandeling (in weken)
Wachttijd diagnostiek (in weken)
(2) (3) (1) (1) 4 (6) 4 (6) 4 (6) 2 (-) 2 (4)
4 (5) 5 (6) 5 (-) 10 (2)
Keel-, neus- en oorheelkunde algemeen Neus- en/of keelamandelen Oorbuisjes Neustussenschot
1 2)
Kindergeneeskunde algemeen
1 (4)
Longziekten
1 (3)
Medische psychologie
1 (-)
Neurologie
9 (3)
Oogheelkunde Staaroperatie
5 (2)
Orthopedie algemeen Totale heup operatie Kijkoperatie knie Totale knie operatie
4 (8)
Pijnbestrijding/anesthesiologie
- (-)
Reumatologie
2 (3)
Revalidatie
8 (8)
Urologie algemeen Sterilisatie man Prostaatoperatie
1 (1)
3 (4) 4 (5) 4 (6)
6 (8) 8 (9) 3 (6) 8 (9)
2 (3) 4 (4)
MRI-Scan
1 (7)
CT-Scan
2 (2)
Gastroscopie (gastro-entrologie)
6 (5)
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
59
In de bijlage (pagina 79) is een overzicht opgenomen waarin per specialismen het verloop van de wachttijden in het verslagjaar is weergegeven. 4.5.4 Veiligheid en VMS De veranderende organisatie biedt de mogelijkheid veranderingen zo te kleuren dat de nieuwe organisatie een ziekenhuis zal zijn waar het VMS in de fundamenten van het ziekenhuis aanwezig is. De thema’s en onderwerpen binnen het VMS blijven geen losse onderdelen, maar worden de dagelijkse praktijk. Eind 2010 kan de OZG terugkijken op een actief jaar waarin de medewerkers gezamenlijk verder invulling hebben gegeven aan het hoofdproces van de organisatie: “Veilige patiëntenzorg, altijd en voor iedereen!“. - risicomanagement De OZG had voor 2010 vier doelstellingen voor het VMS- onderdeel Risicomanagement. Onderstaande beslisboom speelt een belangrijke rol bij de risico-inventarisatie analyses
In onderstaand overzicht staat vermeld welke dit waren en welke inspanningen dit gevraagd heeft van de organisatie. Doel 2010
Op 1 juni 2010 moeten alle medewerkers van de OZG de mogelijkheid hebben digitaal een incidentmelding te kunnen doen waarbij alle papieren meldformulieren verdwijnen. Medewerkers moeten met het digitaal meldsysteem kunnen werken, ze moeten het op elke werkplek kunnen vinden en ze moeten weten waar ze terecht kunnen met vragen.
Inspanningen
• • • • • • •
meldformulier is ontwikkeld; de workflow is ingericht; trainingen zijn gevolgd en intern gegeven; afdelingen zijn bezocht; er zijn informatie bijeenkomsten gehouden voor afdelingen zorg en facilitair; verschillende disciplines hebben een presentatie gehad; verschillende rapportages zijn aangemaakt.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
60
Op 1 juni 2010 moeten alle decentrale VIM groepen in staat zijn digitaal meldingen af te handelen. Actienemers moeten in staat zijn acties in te zetten en hierover een voortgangsnotitie te maken. Decentrale VIM groepen en actienemers moeten weten waar ze terecht kunnen met vragen.
• • •
Op 1 juni 2010 moet de centrale VIM groep in staat zijn digitaal meldingen af te handelen. Actienemers bij hoogrisico meldingen moeten in staat zijn acties in te zetten en hierover een voortgangsnotitie te maken. De centrale VIM groep moet een advies kunnen geven en moet weten waar ze terecht kan met vragen.
• •
Vanaf 1 juni 2010 worden verbeteringen t.a.v. patiëntveiligheid geregistreerd en geëvalueerd
• •
•
de workflow is ingericht; trainingen zijn gevolgd en intern gegeven; presentatie in het hoofdenoverleg.
Workflow hoogrisico meldingen is ingericht; training centrale VIM groepsleden in groepsverband en individueel; standaard rapportages voor trendanalyses en informatie voor centrale VIM opgesteld.
standaard voor rapportage zijn ontwikkeld; formulier ‘Verbetervoorstel’ is ingericht
De in het overzicht genoemde activiteiten hadden het volgende resultaat: • vanaf 1 juni 2010 worden in de OZG incidenten digitaal gemeld en behandeld; • verbeteringen worden geregistreerd; • adviezen worden gegeven en gerapporteerd; • trendanalyses kunnen worden gemaakt (voorbeeld: analyse valincidenten). Het voornemen in 2010 een plan van aanpak op te stellen voor de invoering van de standaard rapportage over verbeterplannen en de invoering van het formulier ‘Verbetervoorstel’ in de OZG werd niet gerealiseerd. - implementatie volgens NTA 8009 In 2010 maakte de OZG wederom gebruik van het Evaluatie-instrument van het Landelijk VMS Veiligheidsprogramma om na te gaan welke vorderingen er waren ten aanzien van de implementatie van het Veiligheid Management Systeem (VMS). De evaluatie richt zich op de negen basiselementen die in de Nederlands Technische Afspraak (NTA) 8009:2007 zijn vastgelegd. Vanuit het Landelijk VMS Veiligheidsprogramma wordt er naar gestreefd dat elk ziekenhuis in 2012 groen scoort op de negen basiselementen. Onderstaande overzicht laat de evaluatieresultaten zien (dd 31-12-2010) als mede de actiepunten die uit de evaluatie naar voren kwamen. Tabel: score OZG (2010) op de negen basiselementen van de NTA 8009 -
verantwoordelijkheid Raad van Bestuur leiderschap medewerkers patiëntenparticipatie beheren en beheersen van verandering prospectieve risico-inventarisatie melden van incidenten en retrospectieve risico-inventarisatie monitoren van uitkomsten en rapportage verbeteren van veiligheid van de zorgverlening
93% 29.3% 61.7% 46.7% 80% 80% 77.8% 44.4% 66.7%
groen oranje geel oranje groen groen groen oranje geel
(NB: kleurcodes: 0-24% = rood; 25-49%= oranje; 50-74% = geel; 75-100% = groen)
Onder andere de volgende actiepunten kwamen uit de evaluatie naar voren en zullen in 2011 aandacht krijgen: • opstellen veiligheidsplan op afdelingsniveau; • bewaken uitvoering OZG Veiligheidsplan en OZG Patiëntveiligheidsbeleid; • patiëntveiligheid opnemen in de Planning & Control cyclus, inwerk-/introductieprogramma, jaargesprek; • vastleggen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden op het gebied van patiëntveiligheid en prospectieve risico-inventarisaties; Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
61
• • • • • •
aandacht voor bewustwording op gebied van risico’s en voor adequaat handelen bij risico's; vergroten van het inzicht in VMS-onderdelen bij medewerkers en hen actief laten meewerken aan patiëntveiligheid; aandacht voor (rand)voorwaarden zoals tijd, training en middelen; evalueren van verbetermaatregelen en verspreiden van kennis en ervaring daarover; verbeteracties koppelen aan doelstellingen Veiligheidsplan; opsporen / herkennen verbetermaatregelen.
In 2010 is het veiligheidsbeleidsplan geëvalueerd en zijn de resultaten besproken met de Inspectie. De afdelingen OK, SEH en IC beschikken over een afdelingsplan op gebied van patiëntveiligheid. Deze afdelingsplannen sluiten aan bij het veiligheidsplan van het ziekenhuis en alle doelstellingen zijn SMART geformuleerd. Op deze afdelingen zijn verbetermaatregelen ingevoerd om de doelstellingen uit het veiligheidsplan te behalen. - voortgang 2010 op de 10 VMS-thema’s De volgende activiteiten vonden in 2010 plaats binnen de 10 VMS thema’s: Thema’s
Activiteiten
Thema 1:Voorkomen van ziekenhuisinfecties na een operatie
• Realiseren digitale mogelijkheid voor de bundelregistratie; • Introductie digitale registratie in het hele proces; • Scholing
Thema 2: Voorkomen van schade bij patiënten door sepsis
• Realiseren digitale mogelijkheid voor de bundelregistratie • Introductie digitale registratie in het hele proces • Scholing
Thema 3: Vroegtijdige onderkenning van patiënten met bedreigde vitale functies
• Realiseren van digitale registratie en evaluatie van reanimatie
Thema 4: Voorkomen van medicatiegerelateerde fouten, met gerichte aandacht voor de momenten van overdracht
• Start pilot op beide locaties
Thema 5. Kwetsbare ouderen
• Instaleren multidisciplinaire projectgroep • Voorbereiding pilot (start in 2011) • Realiseren digitale registratie mogelijkheid voor de risico’s. (verpleegkundige indicatoren)
Thema 6. Voorkomen van verwisseling bij patiënten en van patiënten
• Implementeren overdrachtprocedure en timeout
Thema 7. Voorkomen van incidenten bij het bereiden en toedienen van high-risk medicatie.
• Nog niet gestart
Thema 8. Voorkomen van onnodig lijden van patiënten door pijn
• Instaleren multidisciplinaire projectgroep
Thema 9. Voorkomen van sterfte ten gevolge van acuut myocard infarct
• Nog niet gestart
Thema 10. Nierinsufficiëntie
• Implementatie interventies, afronden en borgen projectresultaten
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
62
De OZG is aangesloten bij het regionetwerk VMS. Binnen dit netwerk waarbij 15 andere ziekenhuizen zijn aangesloten, worden ervaringen uitgewisseld en helpt men elkaar inzake de uitvoering van het veiligheidsprogramma. De OZG Is in 2010 en 2011 de voorzitter van dit netwerk samen met de zorggroep Pasana uit Dokkum. De OZG heeft binnen dit netwerk een actieve, voortrekkende rol. hetgeen blijkt uit: • organiseren van leiderschapsbijeenkomsten; • verbeteren van Patiëntveiligheid in de keten. Een voorbeeld hiervan is de deelname aan het project IMPACT5 dat zich richt op retrospectieve analyse van perinatale sterfte. • Ontwikkelen van het instrument “Markplaats VMS” hierin wordt de onderlinge uitwisseling gestimuleerd en ondersteund. - infectiepreventie De volgende activiteiten vonden in 2010 plaats op het gebeid van Infectiepreventie: • uitbraken van infectieziekten In het verslagjaar kreeg de OZG te maken met een aantal uitbraken van infectieziekten: buikgriep veroorzaakt door het Noro-virus: In 2010 zijn 36 patiënten geïsoleerd vanwege verdenking op buikgriep veroorzaakt door het Noro-virus. Het (be)trof verschillende verpleegafdelingen. Ondanks het nemen van extra preventieve maatregelen kon verspreiding van het virus niet altijd worden beperkt. MRSA: In het verslagjaar kreeg de OZG 9 keer te maken met een MRSA verdenking. In vijf situaties werd overgegaan tot geïsoleerd verplegen. In alle gevallen werd contactonderzoek gedaan bij betrokken medewerkers; in twee situaties waren hierbij ook (mede) patiënten betrokken. Uit geen van de contactonderzoeken kwam besmetting naar voren. •
VMS thema’s: Voorkomen infecties na een operatie (Powi) en Lijnsepsis In 2010 was gepland deel te nemen aan de PREZIES module POWI. Dit doel werd vanwege personele wisselingen en personeelskrapte niet gehaald. Eind 2010 is besloten dat vanaf 1 januari 2011 infecties na een operatie geregistreerd zullen gaan worden in X/Care: daarbij is de volgende planning gemaakt: 1e kwartaal: heup/knieoperaties; 2e kwartaal: borstoperaties; 3e kwartaal: vaginale baarmoeder operaties en 4e kwartaal: galblaasoperatie. Eind 2010 is het registratieplan hiervoor opgestuurd aan PREZIES. In 2010 is een projectgroep Lijnsepsis gevormd; deze heeft de betreffende protocollen OZG-breed herschreven. Het betreffende registratieplan is herschreven en naar PREZIES gestuurd. Vanaf 1 januari 2011 zal er worden geregistreerd. In maart 2010 kreeg de OZG de resultaten van het prevalentieonderzoek van PREZIES uitgevoerd op de locatie Delfzicht. Daaruit bleek een stijging van het kathetergebruik (55% verblijfskatheter) en een stijging van het aantal (urineweg)infecties. In oktober 2010 werd het prevalentieonderzoek Ziekenhuisinfecties PREZIES, onderdeel van de PrestatieIndicatoren, voor de 1e keer uitgevoerd op locatie Lucas.
•
5
Legionella beheersing Het doel van de OZG werkgroep Legionella, voorgezeten door het OGZ hoofd Techniek, is het beheersen van de kwaliteit van het water en het bewaken van de beheersmaatregelen ter preventie van legionella. In het verslagjaar is volgens plan een nieuwe kwik/zilver installatie door de firma Excellent aangebracht het bijgebouw op locatie Lucas. Bij de watercontroles die in het verslagjaar werden uitgevoerd werd geen legionella aangetroffen. Bij vier maal uitgevoerde watercontroles bij risico-tappunten op de locatie Delfzicht werd geen legionella aangetroffen. Het voornemen voor het opstellen van een legionella-beheersplan voor locatie Lucas is in 2010 niet gerealiseerd. In verband met de te grote verschillen in de technische installaties bleek het niet mogelijk een OZG breed beheersplan te maken op basis van het beheersplan van de locatie Delfzicht. Besloten werd het opstellen van dit plan in 2011 uit te besteden aan een extern bureau.
IMPACT: IMplementation of structural feedback by means of Perinatal Audit to Caregivers in cases of perinatal mortality in the northern region of The Netherlands)
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
63
•
•
beheersplan ‘Luchtbehandeling op de OK’ Het doel van de OZG werkgroep Luchtbehandeling op de OK, voorgezeten door het OGZ hoofd Techniek, is het beheersen van de kwaliteit van de OK-ventilatie volgens de normen die beschreven staan in het beheersplan Luchtbehandeling OK. De werkgroep wilde in 2010 een totaal beeld krijgen van de functionaliteit van de luchtbehandelinginstallatie van de OK op beide locaties. Daartoe heeft een extern bureau in het verslagjaar een validatie van de in het beheersplan beschreven meetpunten uitgevoerd. Het resultaat was positief. endoscopen De OZG heeft een commissie Endoscopen, die in het verslagjaar mede naar aanleiding van rapportages vanuit de Inspectie voor de Gezondheid in 2009 een groot aantal activiteiten coördineerde om op beide locaties te komen tot een endoscopie-centrum dat voldoet aan alle kwaliteitseisen.
- calamiteitencommissie De OZG beschikt over een OZG calamiteitencommissie. De leden van de commissie zij benoemd voor de periode van 3 jaar (tenzij zwaarwegende redenen om eerder te stoppen), met eenmaal de mogelijkheid van een 2e periode van 3 jaar. De commissie is multidisciplinair samengesteld. De commissie maakt bij de onderzoeken gebruik van de SIRE, Systematische Incident Reconstructie en Evaluatie. De commissie stelt per casus een rapportage welke gaat naar de opdrachtgever te weten de Raad van Bestuur. In 2010 kreeg de commissie vier keer een vraag voor het starten van een intern onderzoek. Onderstaand schema laat zien wat de status van de behandeling van deze vragen was op 31 december 2010. status Afgehandeld Rapportage IGZ Rapportage IGZ Rapportage IGZ
aard incident OZG Behandeling Behandeling Behandeling Medicatie
afdeling melder OZG Delfzicht Lucas Lucas Lucas
Daarnaast kreeg de commissie één beoordelingsvraag op medisch gebied: deze beoordeling is schriftelijk beantwoord aan de vraagsteller. In onderstaand schema is te lezen welke aanbevelingen de commissie deed naar aanleiding van haar onderzoek: beïnvloeden factoren en oorzaken Invloed van buitenaf Teamgebonden en sociale Communicatieve Taakgebonden Opleiding en training Apparatuur- en materiaalgebonden Werkomstandigheden Organisatorische Patiëntgebonden Gebonden aan het individu
aantal aanbevelingen, gebonden aan beïnvloeden factoren en oorzaken
2 9 2
1 9 1
Er zijn geen klachten bij de commissie binnen gekomen. Bij de onderzoeken was sprake van een goede samenwerking en communicatie tussen de opdrachtgever, de calamiteitencommissie en de betrokkenen bij het onderzoek. - VIM-meldingen 2010 Onderstaand overzicht geeft een beeld van de VIM-meldingen die in 2010 binnenkwamen, de onderwerpen waarop deze betrekking hadden en de status ervan eind 2010.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
64
status aard incident OZG Bloedproducten
afgehandeld
in behandeling
in beoordeling
doorverwezen
totaal
3
0
1
0
4
Informatiebeveiliging/ NEN 7510
10
6
2
1
19
Materialen/ hulpmiddelen
18
5
2
2
27
125
30
37
3
195
3
3
0
0
6
Onderzoek
32
6
13
0
51
Behandeling
38
10
6
0
54
Vallen
30
7
16
0
53
Verwisseling
34
7
5
0
46
7
3
1
0
11
Medicatie Medische apparatuur
Voeding Anders
71
9
20
6
106
Totaal
371
86
103
12
572
In 2010 kwamen 572 VIM-meldingen binnen, waarvan er 371 in het verslagjaar ook werden afgehandeld. Hiervan hadden 195 meldingen betrekking op het onderwerp Medicatie. Sprake was van 57 meldingen in de categorie Matig risico en 7 meldingen in de categorie Hoog risico. Alle gedane meldingen zijn binnen de afdelingen besproken. Daarnaast zijn onder andere de volgende acties uitgezet naar aanleiding van de meldingen: • protocollen zijn waar nodig aangepast of ontwikkeld; • praktische aanpassingen zoals de aanschaf van antislipmatjes, sloten op deuren, ruimtelijke aanpassingen; • organisatie van thema-avonden of klinische lessen; • invoeren beveiligd printen; • start project medicatieverificatie. - fysieke beveiliging De afdeling Services & Beveiliging draagt onder andere zorg voor de algehele veiligheid van patiënten en medewerkers middels mensbeveiliging (veiligheidsrondes) en beveiligingssystemen zoals camerabewaking, toegangscontrole en een brandmeldcentrale. Het doel van de afdeling Beveiliging is het vergroten van de veiligheid en veiligheidsgevoelens van patiënten, bezoekers en het personeel van het ziekenhuis buiten kantoortijden. Op beide locaties is de beveiligingsdienst dagelijks aanwezig van 17.00 uur tot 07.00 uur en in het weekend is zij tevens 24 uur bereikbaar. De beide locaties van de OZG hebben vanuit de historie nog op verschillende wijze hun toegangsbeveiliging georganiseerd. - locatie Delfzicht: Op de locatie Delfzicht hebben alle medewerkers een persoonsgebonden bedrijfspas. Met de bedrijfspas wordt onder andere de functie toegangsbeveiliging geregeld. Het ziekenhuis is van 17.00 uur tot 07.00 uur door een ‘buitenschil’ gesloten voor onbevoegden en slechts één hoofdingang en één goedereningang geven toegang tot het ziekenhuis. Deze ‘schildeuren’ zijn alleen toegankelijk voor personen met geautoriseerde passen. Per functie worden toegangsautorisaties door het hoger management vastgesteld. Bij de uitreiking van de bedrijfspas ontvangt de medewerker een overzicht van de toegangsrechten behorende bij diens functie. Tevens is er bedrijfsbeveiliging aanwezig die ook in avond, nacht en weekenduren rondes loopt. - locatie Lucas: Op locatie Lucas zijn de ruimtes beveiligd met sloten. Buiten kantooruren zijn alle ruimtes afgesloten. Controle hierop wordt gedaan door de afdeling Beveiliging. Bovendien zorgt een ‘sleutelsysteem’ ervoor dat alleen mensen die bevoegd zijn voor bepaalde ruimtes, geautoriseerd zijn deze sleutels uit een beveiligde sleutelkast bij de receptie te halen. Sleutels kunnen alleen uit deze kast worden gehaald door middel van een sleutelpasje dat persoonsgebonden is en bovendien voorzien is van een code. Een medewerker kan alleen geautoriseerd worden om toegang te krijgen tot een bepaald aantal sleutels. Bij het eerste gebruik wordt de standaardcode ingevoerd, waarna de pincode gewijzigd moet worden in een code die door de gebruiker wordt bepaald. Per persoon wordt ingesteld tot welke sleutels hij toegang krijgt.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
65
Voor de autorisatie van (digitale) patiëntgegevens is binnen de OZG de stelregel: “In principe geen toegang, tenzij ……”. De autorisaties van het ZIS zijn vastgelegd in een autorisatiematrix. Hierin staat per medewerker beschreven welke schermen gebruikt mogen worden. In 2010 is deze autorisatiematrix bij het in gebruik nemen van het nieuwe OZG ZIS getoetst en aangepast. Wanneer met betrekking tot informatiebeveiliging ergens in de organisatie een incident ontstaat, is het van belang dat dit zo snel mogelijk wordt gemeld en afgehandeld. Op deze manier worden de negatieve gevolgen van het beveiligingsincident voor de organisatie tot een minimum beperkt en kunnen indien noodzakelijk structurele maatregelen worden genomen. Hiervoor kan gebruikt worden gemaakt van een voor iedereen toegankelijk digitaal meldsysteem (via het Kwaliteitsportaal). - informatiebeveiliging NEN 7510 Elke medewerker moet alert zijn op bedreigingen met betrekking tot informatiebeveiliging en is verplicht om alle incidenten die hij ontdekt of vermoedt, te melden aan de decentrale dan wel bij de centrale VIM (Veilig Incidenten Melden) commissie. Aanleiding voor het melden van een incident moet zijn het optreden van een gebeurtenis die ervoor zorgt of zou ervoor kunnen zorgen dat de beschikbaarheid, de integriteit en/of de vertrouwelijkheid van de informatie/gegevens (BIV-score) wordt aangetast. Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) is de instantie die erop toeziet dat persoonsgegevens zorgvuldig worden gebruikt. Het CBP heeft bepaald dat informatiebeveiliging binnen zorginstellingen, zo ook binnen de OZG, moet voldoen aan de kwaliteitsnorm NEN 7510. Medio 2009 deed het CBP een onderzoek bij de OZG op het naleven van de NEN 7510 en op basis van de rapportage werd een groot aantal verbeteringen aangebracht. In 2010 startte de OZG in samenwerking met het Refaja ziekenhuis (Stadskanaal) een project Informatiebeveiliging. Doelstelling was eind 2010 te voldoen aan het in NVZ- toetsingsreglement vastgelegde minimum volwassenheidsniveau (= score 2). Daarbij lag het accent op de patiëntgebonden afdelingen en aan het vergroten van bekendheid bij alle medewerkers van het begrip Informatiebeveiliging. In het • • • • • •
verslagjaar vond een groot aantal activiteiten plaats zoals: opstellen OZG brede procedures op het gebied van toegangsbeveiliging; opstellen OZG gedragscode Informatiebeveiliging; gedragscode Internet en e-mailgebruik; opstellen beleid Clear screen en beleid Clean desk; opstellen noodprocedures ICT en applicatiebeheer opname onderwerp Informatiebeveiliging in introductieprogramma voor nieuwe medewerkers.
Daarnaast is het onderwerp Informatiebeveiliging bij alle medewerkers van de OZG herhaaldelijk onder de aandacht gebracht via de reguliere informatiekanalen. In oktober en december verrichte PWC Accountants een pre-audit respectievelijk de definitieve audit. Eind december kreeg de OZG bericht dat de vereiste minimumscore van 2, gesteld door de IGZ, was gehaald. Het auditrapport werd binnen de gestelde termijn verzonden naar de IGZ. 4.6
Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 4.6.1
Personeelsbeleid
- digitalisering In januari 2010 ging de OZG over op het personeels-/salarissysteem Profit en het roostersysteem Harmony. In juli 2010 werd het roosterprogramma uitgebreid met een Webmodule genaamd Harmony WebAccess oftewel 'Rooster online'. Na een voorbereiding van twee maanden is dit programma nu voor alle medewerkers beschikbaar. Dit betekent dat zij vanaf elke willekeurige plek, dus ook buiten het ziekenhuis, via internet hun rooster kunnen opvragen om te zien wanneer ze dienst hebben en met welke collega’s ze de dienst delen. Ook kan iedereen via het Rooster on-line zijn Jaarurensysteem (JUS) en verlofkaart en zo het actuele saldo van gewerkte uren, vakantie-, PLB- en extra-uitbetaalde uren bekijken. Vanaf 1 april 2010 ontvangen alle medewerkers hun loonstrook uitsluitend nog digitaal.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
66
- onderhoud FWG 3.0 Het functiegebouw OZG is in 2010 samengevoegd. Top-down is de nieuwe structuur vanaf 2008 ingevoerd: eerst het hoger management in 2008, daarna het middenkader in 2009. In 2010 zijn de eerste brugafdelingen en stafafdelingen samengevoegd en is de totale organisatie in één organogram en functiegebouw geplaatst. De Interne Bezwarencommissie (IBC) FWG van de OZG heeft tot taak de Raad van Bestuur van “zwaarwegend” advies te voorzien omtrent bezwaren van de werknemer ten aanzien van functiebeschrijving, functiewaardering en/of indeling. In 2009 vond in samenspraak met het hoger management en in verband met niet te verklaren verschillen van werkzaamheden een herwaardering plaats van drie functies. De IBC FWG bracht in 2010 aan de Raad van Bestuur advies uit over de functie-indeling van deze drie functies: het betrof 14 medewerkers. - vergrijzing van het personeelsbestand Gerichte aandacht voor medewerkers in verschillende leeftijdscategorieën is nu reeds een belangrijk aandachtsgebied en dat zal het, meer nadrukkelijk gestuurd vanuit de dubbele vergrijzing waarvan in de regio van het ziekenhuis meer dan elders sprake is, de komende jaren alleen nog maar meer worden. De ontwikkelingen van het Cao-overleg worden nauwlettend gevolgd en op basis van de afspraken die daar worden gemaakt, zal het beleid moeten worden bijgestuurd. Zo is in 2010 conform Cao het systeem van leeftijdsgebonden verlofregelingen (zoals LGPB) vervangen door het systeem van persoonlijk levensfasebudget (PLB). Op basis van het uitgangspunt Gelijke behandeling van medewerkers ongeacht hun leeftijd, kent de nieuwe regeling een aantal zogenoemde ontziebepalingen. - jaargesprekken In het ziekenhuis heeft elke medewerker in principe jaarlijks een jaargesprek met zijn of haar leidinggevende. In dit jaargesprek komen onder andere het functioneren, de ervaren ondersteuning van de leidinggevende, het meerkeuze systeem arbeidsvoorwaarden (MKSA), de werkomstandigheden, de mogelijkheden en beperkingen in het werk en de opleidingsbehoefte van de medewerker aan de orde. Er worden concrete afspraken gemaakt voor het komend jaar. Leidinggevenden melden de gevoerde jaargesprekken bij de afdeling P&O en zo nodig wordt er een verslag van de afspraken in het personeelsdossier opgenomen. Er wordt gewerkt aan de hand van een format en elke medewerker kan beschikken over een brochure waarin de procedure en de afspraken staan beschreven. In 2010 werd met 559 medewerkers een jaargesprek gevoerd. Door de wisselingen en vacatures in het middenkader werd het percentage van 100 in 2010 niet gehaald. Met de aanschaf van het nieuwe Personeelsinformatiesysteem medio 2010 hoopt de organisatie de registratie van het gevoerd hebben van een jaargesprek te kunnen verbeteren. - ontwikkeling van medewerkers De OZG investeert in de deskundigheidsbevordering van haar medewerkers. Dit blijkt onder andere uit het beschikbare budget dat in vergelijking met andere, vergelijkbare organisaties hoog is. Directe aanleiding hiervoor is de overtuiging, dat alleen deskundige medewerkers de zorg kunnen verlenen die het ziekenhuis haar patiënten wil bieden. Genoemde investeringen vinden plaats op: • individueel niveau en zijn dan gekoppeld aan jaargesprek afspraken; • sectorniveau en zijn dan gekoppeld aan de vraag binnen de sector (onder andere specialistische verpleegkundigen/OK-medewerkers en intensivisten); • functionarisniveau en zijn dan gekoppeld aan het ontwikkelen van noodzakelijke functiegerelateerde competenties; • organisatieniveau en zijn dan gekoppeld aan Arbo-vraagstukken (de ziekenhuisbrede opleidingen in het kader van bijvoorbeeld de onderwerpen Veilige zorg en Fysieke belasting). Het in 2010 bestede opleidingsbudget voor de OZG bedroeg Ӫ 450.000,-. Met name is veel geïnvesteerd in opleidingen op functionarisniveau. In 2009 ontwikkelde de afdeling P&O in samenwerking met een opleidingsinstituut een Management Development (MD) leergang voor de leidinggevenden. In de periode april – september volgden 30 leden van het middenkader deze leergang. De leergang omvatte vijf modules: Verandermanagement, Out-put management, Persoonlijke effectiviteit, Procesmatig en bedrijfsmatig werken en Authentiek leiderschap & teamontwikkeling. Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
67
Elke module bestond uit een of meer trainingsdagen. Daarnaast was er maandelijks voor het middenkader een intervisiebijeenkomst, waarin ervaringen met het toepassen van het geleerde werden uitgewisseld. Als rode draad door de verschillende modules liepen de thema’s Omgaan met veranderen en Communicatie. Doel van de leergang was het middenkader ondersteunen in hun functie en bij het ontwikkelen van een leiderschapsstijl. In de laatste module Authentiek leiderschap & Teamontwikkeling is onder andere aandacht besteed aan het maken van jaarplannen als onderdeel van de Planning & Control cyclus. Verder werden in 2010 onder andere interne trainingen verzorgd op het gebied van werk/stagebegeleiding, reanimatie, fysieke belasting, Veilige zorg: omgaan met agressie, BHV, didactische training BIG-toetsers en begeleiding coassistenten, veilig omgaan met cytostatica, Basic Life Support/Advanced Life Support/Pedriatric Advanced Life Support/Neonatologie Life Support, diabeteszorg en inhalatietechnieken. In samenwerking met het Wenckebach Instituut (UMCG) werd de scholing Voedingszorg en Veilige Zorg gegeven. - BIG werkgroep De OZG-brede werkgroep BIG wilde in 2010 één bevoegdheidsregeling BIG ontwerpen voor de OZG. Om inzicht te krijgen in de werkbaarheid van de huidige systemen is in het voorjaar een enquête gehouden onder de verpleegkundigen van de verpleegafdelingen van beide locaties. Naar aanleiding van de uitslagen is op de locatie Delfzicht een algemene observatieschaal ontwikkeld die bij alle handelingen gebruikt kan worden, waardoor er minder (papier)werk is voor zowel de toetser als de getoetste. Op locatie Delfzicht maken de medewerkers gebruik van E-learning en zij doen dat vooral vanwege de theoretische benadering, de foto’s die hierbij staan afgebeeld en de mogelijkheid om thuis in te loggen. Medewerkers van locatie Lucas hebben aangegeven ook graag gebruik te willen maken van deze wijze van ‘leren’. De werkgroep BIG streeft er naar in 2011 om E-learning ook op locatie Lucas in te voeren. Uit de enquête en uit gesprekken met de toetsers/referentiegroep bleek verder dat het aantal risicovolle handelingen mogelijk verminderd kan worden per afdeling. De werkgroep BIG heeft dit punt meegenomen in de nieuwe bevoegdheidsregeling OZG, die zij in het najaar aan het management heeft gepresenteerd. Het streven is de regeling in 2011 in te voeren. Het voornemen was om in 2010 ook de voorbehouden en risicovolle handelingen geactualiseerd te hebben en deze in het nieuwe documentbeheersysteem i-Document te hebben opgenomen. Dit is in 2010 slechts gedeeltelijk gerealiseerd. - beschikbaarheid van het personeelsbeleid Het gemakkelijk kunnen inzien van beleid en procedures en het gemakkelijk kunnen verkrijgen van actuele formulieren is een middel om het personeelsbeleid dichterbij leidinggevenden en medewerkers te brengen. Een deel van het personeelsbeleid is in 2010 geformaliseerd en beschreven in procedures. Via het documentbeheersysteem zijn ze toegankelijk voor elke medewerker. Met de introductie van het i-Document zal de toegang voor medewerkers tot documenten worden vergroot. In 2010 is 70% van de P&O-regelingen en formulieren OZG breed gemaakt en omgezet naar de huisstijl. - klachtenprocedure medewerkers Het zorgvuldig omgaan met klachten van medewerkers is voor het ziekenhuis een belangrijk instrument om het welzijn van medewerkers te bevorderen. De OZG hanteert hierbij een geprotocolleerde aanpak die zowel aan de “klager als dader” recht moet doen. In 2010 is er geen beroep gedaan op de interne klachtencommissie. Ook is er in 2010 geen gebruik gemaakt van de diensten van de (externe) vertrouwenspersoon. - verloop personeel & vacatures Verloop personeel OZG Aantal personeelsleden Instroom personeel in loondienst (totaal) in verslagjaar 139 Uitstroom personeel in loondienst (totaal) in verslagjaar 152 Personeelsformatie Verzuim totaal personeel in loondienst Vacatures Totaal aantal vacatures Aantal moeilijk in 2010 2010 Totaal personeel 121 4 Personeel met patiënt-/cliëntgebonden 80 3 functies Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
Aantal fte 60,59 71,82 Percentage 6.0 vervulbare in
68
4.6.2 Kwaliteit van het werk De Raad van Bestuur is van mening dat de betrokkenheid van medewerkers bij de OZG verstevigd kan worden door medewerkers regelmatig te informeren over de externe en interne ontwikkelingen waarmee de organisatie mee te maken krijgt dan wel waarmee zij bezig is. Daarnaast vindt zij het belangrijk medewerkers in de gelegenheid te stellen hierover hun vragen te stellen. Elk lid van de Raad van Bestuur heeft één keer per twee weken een spreekuur. Daarnaast worden regelmatig personeelsbijeenkomsten gehouden. In 2010 vond dit vier keer plaats op elke locatie. Raad van Bestuur en management willen graag weten hoe binnen de OZG wordt aangekeken tegen de, deels van buitenaf opgelegde, regeldruk en hoe trots haar medewerkers zijn op hun vak/beroep. Want beroepstrots is van belang voor de kwaliteit van het werk. Daarom voerde Internet Spiegel in de opdracht van de OZG in september 2010 het Belevingsonderzoek Beroepstrots & Regeldruk uit. De onderzoeksresultaten waren eind 2010 nog niet beschikbaar. Evenals 2009 was 2010 een jaar waarin de consequenties van de integratie van afdelingen en diensten op niveau van groepen medewerkers zichtbaar en merkbaar werden. De ontwikkelingen binnen het middenkader, het vormen van brugafdelingen en de onverwachte verplaatsing van de klinische kindergeneeskunde en de klinische gynaecologie eind 2009, hadden de nodige impact op de medewerkers. Met het aanbieden aan de medewerkers van een groots feest in februari 2010 heeft de Raad van Bestuur uiting gegeven aan haar waardering voor de inzet van iedereen. Circa 200 medewekers bezochten het zeer geslaagde evenement. - samenwerking met derden Samenwerking binnen het HRM-domein met andere ziekenhuizen, het delen van expertise en het zoeken naar oplossingen om ‘de kwetsbaarheid’ van de relatief kleine afdelingen te verlagen is een belangrijke doelstelling. Dit levert niet alleen samenhang, uitwisselingsmogelijkheden en afstemming in de regio op, maar vergroot ook de beschikbare expertise en biedt oplossingen in geval van een langer durende afwezigheid (bijvoorbeeld bij vakantie of ziekte) van ‘eenpitterfuncties’. Met name bij de paramedische disciplines is mede om deze reden sprake van een intensieve deelname aan regionale kenniskringen. - Arbo-beleid Begin 2010 werd de Arbo-commissie OZG geïnstalleerd. De commissie vergadert een keer per twee maanden en streeft organisatiebreed naar goede arbeidsomstandigheden. In 2010 werd 85% van de geplande audits in het kader van de RI&E ook uitgevoerd. Daarnaast werd 70% van de documenten die betrekking hebben op arbeidsomstandigheden, herzien, OZG breed gemaakt en in i-Document opgenomen. Verder vond er scholing plaats op het gebied van fysieke belasting, bedrijfshulpverlening en omgaan met agressie. In 2010 is een organisatiebreed beleid en protocol Prikaccidenten ontwikkeld en door het managementteam vastgesteld. Invoering van het protocol is doorgeschoven naar 2011. - database giftige stoffen Belangrijkste uitgangspunt bij de Arbo-wetgeving is het voorkomen van gezondheidsrisico’s en het reduceren van ziekteverzuim. Vanaf september 2010 staat op het OZG-netwerk een OZG-database Gevaarlijke stoffen. In deze database zijn kenmerken opgenomen van gevaarlijke stoffen waarmee groepen medewerkers van de OZG dagelijks werken zoals chloor, chloortabletten, schoonmaakmiddelen, formaldehyde en formaline. Met het inrichten van deze database komt de organisatie tegemoet aan de Arbo-wetgeving waarin beschreven staat dat medewerkers binnen het ziekenhuis moeten kunnen beschikken over deze informatie. Via deze centrale database kunnen medewerkers vanuit iedere (digitale) werkplek binnen de OZG eenvoudig de in het ziekenhuis gebruikte gevaarlijke stoffen met bijbehorende veiligheidsinformatie opzoeken. Daarnaast bevat de database ook zogenaamde werkplekinstructiekaarten. Hierop staat een samenvatting van de belangrijkste gevaren van een product/ stof aangevuld met de Eerste Hulp maatregelen voor het geval dat iemand onverhoeds met de stof in aanraking komt. Deze werkplekinstructie-kaart kan worden uitgeprint en op de afdeling of werkplek worden opgehangen of aangebracht bij het product/ de stof.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
69
Het beheer van de database Gevaarlijke Stoffen ligt bij de afdeling Operationele Inkoop OZG. Deze afdeling zorgt dat de database actueel blijft en in voorkomende gevallen wordt aangevuld met informatie over nieuwe stoffen. - Arbomeldingen In 2010 werden 11 Arbo-meldingen gedaan, waarvan 3 meldingen tot verzuim leidden. De meldingen hadden betrekking op onder andere een ongeval met materiaal, gladheid, geluidsoverlast en een gevaarlijke werksituatie. In alle gevallen is de melding besproken en zijn acties ondernomen zoals gebruik verrijdbare airco, maken werkinstructie kaarten, aanpassen strooibeleid. - verzuimbeleid De OZG beschikt over loyale medewerkers met een sterk verantwoordelijkheidsgevoel naar collegae en patiënten. Niet voor niets wordt de OZG, zo blijkt steeds weer uit de diverse onderzoeken, door patiënten voor haar patiëntenzorg zeer hoog gewaardeerd. Er is een sterk besef van de noodzaak om in geval van ziekte de medewerker en zijn of haar leidinggevende te faciliteren om het herstel en/of de re-integratie te bespoedigen. Eind 2010 liep het contract van de OZG met De Arbodienst en daarmee met de bedrijfsarts af. De onderhandelingen over een nieuwe bedrijfsarts werden begin januari 2011 afgerond. De vertrekkende bedrijfsarts was bereid nog enkele weken zijn werkzaamheden te blijven uitvoeren. Het verzuimpercentage binnen de OZG was in 2010 6,0 % (in 2009 5,3%). - fysieke belasting Medewerkers met klachten kunnen een verzoek doen voor een werkplekonderzoek waarbij een ergotherapeut onderzoekt in hoeverre de werkhouding verbeterd kan worden en of er aangepast meubilair nodig is. In 2010 werd 12 keer een werkplekonderzoek uitgevoerd en kregen 20 medewerkers een beeldscherminstructie. - bedrijfshulpverlening Brandpreventie heeft in de meest ruime zin van het woord de nadrukkelijke aandacht van de Raad van Bestuur en het hoger management. Dit vertaalt zich naar - opleidingen voor afdelingsmedewerkers en BHV-ers, - specifieke aandacht voor dit onderwerp in de jaarlijkse RI&E audits, - afspraken met de brandweer en - de aanschaf voor middelen om bij calamiteiten patiënten snel naar een veilige plek te kunnen overbrengen. Tijdens de introductiebijeenkomst voor nieuwe medewerkers wordt uitleg gegeven over het Arbobeleid en wordt geoefend met blusmiddelen. In 2010 ontwikkelden het hoofd Receptie & Veiligheid en het hoofd Techniek (tevens beheerder Ziekenhuis Rampen Opvangplan/ ZiROP) een OZG beleidsplan Bedrijfshulpverlening: één BHV structuur met op elke locatie een ploegleider als aanspreekpunt voor de BHV-ers. In het najaar is dit plan door managementteam, na raadpleging van de ondernemingsraad, vastgesteld. In 2011 zal de nieuwe structuur worden geïmplementeerd. In 2010 is verder een aanvang gemaakt met het herzien en waar nodig ontwikkelen van BHVprotocollen. In 2010 is in het kader van de ZiROP trainingen een calamiteitentraining door het MT gevolgd, begeleid door een externe. - erkend leer/stagebedrijf Om stagiaires voor onder andere verschillende (V)MBO opleidingen te mogen begeleiden, is een erkenning nodig. Deze erkenningen worden door Kenniscentrum Calibris afgegeven voor verschillende opleidingen binnen de sector Zorg & Welzijn. Beide locaties zijn een door het Kenniscentrum Calibris erkend leerbedrijf. De zorgafdelingen van de OZG hebben gezamenlijk een bezetting van ca. 50 stagiaires per periode (100 stagiaires op jaarbasis). Op beide locaties beschikt de afdeling SEH over een stagewerkplan voor coassistenten. Per 01-032010 zijn beide afdelingen erkend als opleidingsafdelingen voor stages van coassistenten binnen de Huisartsenopleiding UMCG. De erkenning is verleend tot 01-03-2016. 4.7
Samenleving
- Ziekenhuisrampenopvangplan (ZiROP) Volgens de Wet Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (1991: Wet GHOR) dient ieder ziekenhuis ".. maatregelen te treffen met het oog op de voorbereiding van het optreden in het kader van ongevallen en rampen…". Met andere woorden: ieder ziekenhuis dient voorbereid te Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
70
zijn op de opvang van slachtoffers van een ramp of grootschalig ongeval. Onder dergelijke omstandigheden zal het aanbod van slachtoffers de reguliere medische behandelcapaciteit overschrijden. Om de slachtofferstroom te kunnen verwerken dienen extra maatregelen genomen te worden. Deze maatregelen zijn weergegeven in het Ziekenhuis Rampen Opvangplan (ZiROP) OZG. Het ZiROP kwam tot stand in nauwe samenwerking met Bureau GHOR te Groningen. De OZG participeert in het Regionaal Platform ZiROP, waarin onder andere de ziekenhuizen in de provincie Groningen vertegenwoordigd zijn. De locatie Delfzicht van de OZG heeft binnen het verzorgingsgebied een chemiepark, wat een verhoogd risico geeft op een chemische ramp. De betreffende bedrijven hebben allemaal hun eigen rampenplan en daarnaast is er een gezamenlijk rampenbestrijdingsplan. In Noord-Nederland is in gezamenlijk overleg een gewondenspreidingsplan van kracht dat de opvang van slachtoffers regelt bij chemische rampen. De aanwezigheid van het Chemiepark kan ook voor het ziekenhuis met ongunstige wind de nodige gevolgen hebben, waarbij het rampenplan in werking treedt. Jaarlijks wordt op locatie Delfzicht samen met het Chemiepark het rampenplan geoefend in het kader van het thema: Chemisch Biologisch Nucleair Radioactief (CBNR). In november waren vertegenwoordigers van het Chemiepark aanwezig op locatie Delfzicht bij een grote ZiROPoefening. De oefening was geconcentreerd op de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH), de centrale hal en het buitenterrein. Geoefend werd er door verpleegkundigen van de SEH, het crisisteam, en medewerkers van Receptie & Veiligheid. Voor deze avond waren onder andere ‘persmuskieten’, ‘verontruste familieleden’ en lotusslachtoffers uitgenodigd voor het realistisch oefenen. Het verloop van de oefening is geobserveerd door een groot aantal waarnemers, die allen ook werkzaam zijn in een van de ziekenhuizen in de regio. De oefening leverde tal van ervaringen op: de verbeterpunten zullen worden meegenomen in de verdere ontwikkeling van het ZiROP en in volgende oefeningen. 4.8 Financieel beleid Voor de OZG was 2010 financieel een zwaar jaar. De ziekenhuisomgeving is sterk aan verandering onderhevig. Thema’s zoals marktwerking, opgelegde kortingen door de minister en het voorgenomen besluit tot invoering van DOT per 1 januari 2012 brengen financiële risico’s met zich mee. Het belang om de financiële continuïteit te borgen neemt hierdoor steeds verder toe. Een gezonde financiële basis is daarom van kritisch belang. Concrete doelstellingen voor 2010 waren • behalen van een exploitatieresultaat van 0,5% van het budget; • op termijn behalen van een budgetratio van het eigen vermogen van 20% (2014); • continueren van productiegroei. Het financieel resultaat van de OZG over 2010 is € 2.747.000,- 6 negatief. Het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal komt hiermee op 13.2%. Ten opzichte van de bedrijfsopbrengsten bedraagt dit 9,4%. Het negatieve resultaat in 2010 wordt met name veroorzaakt doordat de productie zich in 2010 negatief heeft ontwikkeld, enerzijds door openstaande vacatures medisch specialisten en anderzijds door een daling van de overige productie. Uit onderstaande grafiek blijkt dat de solvabiliteitspositie op basis van het balanstotaal 1% onder het niveau van afgelopen jaar ligt. Dit is opvallend gezien het verlies van € 2.7 miljoen. De verklaring hiervoor is de daling van het balanstotaal, als gevolg van de mogelijkheid tot versnelde afschrijving van immateriële vaste activa, en een fors lagere vorderingpositie. De ratio Eigen vermogen ten opzichte van bedrijfsopbrengsten is mede om dezelfde reden verslechterd. Het resultaat van EUR 2.7 miljoen negatief heeft een negatieve impact op deze ratio. Tot slot zijn de opbrengsten eenmalig hoger dan regulier in verband met de mogelijkheid om immateriële vaste activa versneld af te schrijven.
6
De gepresenteerde cijfers en ratio’s zijn conform voorgaande jaren gebaseerd op de enkelvoudige jaarrekening van Stichting De Ommelander Ziekenhuis Groep.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
71
Eigen vermogen (incl. egalisatie rek) 16,0% 14,2% 14,0%
13,2%
12,8%
13,3%
11,9%
Percemtage
12,0% 9,4%
10,0%
OZG 2010 OZG 2009
8,0%
Landelijk A lg. Zh. 2009
6,0% 4,0% 2,0% 0,0% Ev in % van het balanstotaal
Ev in % van bedr.opbr Solvabilite it
- ontwikkelingen Het accent van de gesprekken met de zorgverzekeraar ligt op kwaliteit, maar daarnaast in toenemende mate op prijs en op volume. Voor de interne organisatie betekent dit dat het kostenbewustzijn een steeds belangrijker aandachtspunt is. In 2010 is de managementinformatie verder geprofessionaliseerd en zijn kostprijzen opnieuw berekend. In 2011 zal verder invulling worden gegeven aan integrale budgetverantwoordelijkheid. Een even zo belangrijk onderwerp is de bekostiging van de kapitaalslasten. Het is in het afgelopen jaar onduidelijk gebleven hoe de boekwaardeproblematiek bij het loslaten van het huidige stelsel vergoed gaat worden aan de ziekenhuizen. Het loslaten van het huidige financieringsstelsel betekent dat de financiering van nieuwbouw aan andere eisen moet gaan voldoen in verband met het toegenomen risicoprofiel voor externe kapitaalverschaffers. Naast kwaliteit en patiëntveiligheid is ook financiële haalbaarheid van nieuwbouw een belangrijke doelstelling. De OZG kent momenteel twee locaties, welke binnen afzienbare termijn aan renovatie toe zijn. In 2010 zijn scenario’s ten aanzien van renovatie/ nieuwbouw nader uitgewerkt. In 2010 is besloten tot het afstoten van locatie Lucas; de besluitvorming over de nieuwe (bouw)locatie zal in 2011 plaatsvinden. - investeringen In 2010 is er voor EUR 7,9 miljoen aan investeringen uitgegeven, waarvan voor EUR 6,7 miljoen aan de zorg is besteed. De grootste investeringen betroffen de MRI en de HC op beide locaties. 4.8.1
Behaalde omzet en resultaten OZG 2010
OZG 2009
mutatie 2009-2010
€
€
€
(alle bedragen zijn vermeld * € 1.000)
Wettelijk budget aanvaardbare kosten
66.493
62.654
3.839
DBC opbrengsten B-segment
31.866
30.831
1.035
Niet gebudgetteerde zorgprestaties
1.166
1267
-101
Overige bedrijfsopbrengsten
3.017
1.792
1.225
Som van de bedrijfsopbrengsten
102.542
96.544
5.998
0 0 Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
72
Personeelskosten
54.843
52.026
2.817
Afschrijvingen (im)materiële activa
12.698
6.601
6.097
Overige bedrijfskosten
36.533
35.468
1.065
Som van de bedrijfslasten
104.074
94.095
9.979
0 0 Bedrijfsresultaat
-1.531
-3.980
2.449
0 Financiële baten en lasten
-1.216
Bijzondere baten
-
-1.458
242
0
0 0
Resultaat
-2.747
-3.738
991
- ontwikkeling exploitatieresultaat Onderstaande grafiek, die de ontwikkeling van het exploitatieresultaat weergeeft, laat zien dat het resultaat in 2010 voor het eerst negatief is. Al enkele jaren staat het resultaat onder druk. Zoals al eerder is genoemd, is het negatieve resultaat het gevolg van een forse daling in de productie. Daarnaast kent de OZG een relatief groot kostenniveau: dit geldt voor zowel de personele kosten als de overige bedrijfskosten. Cijfermatig verdient dit een nadere toelichting. In het wettelijk budget is namelijk een eenmalige post opgenomen als vergoeding voor versnelde afschrijving immateriële vaste activa van ca. EUR 5,8 miljoen. Dit bedrag is tevens ten laste van de afschrijvingen gebracht (resultaatneutraal). Ook de prijscorrectie en wijzigingen in vaste componenten van het budget vertekenen het beeld. De productiedaling is hierdoor niet direct zichtbaar in de tabel bij 4.8.1. Resultaat boekjaar 2.000 1.000
Resultaat
0 2008
2009
-1.000
2010 OZG
-2.000 -3.000 -4.000 Jaar
4.8.2 Financiële positie Het eigen vermogen van de OZG bedraagt € 9.6 miljoen. In de volgende grafiek wordt de ontwikkeling en de opbouw van het eigen vermogen weergegeven. Een tweetal overige reserves zijn in 2010 toegevoegd aan de RAK. Hiermee lijkt de RAK redelijk op niveau te blijven, maar hierin is € 2.7 miljoen verlies verwerkt.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
73
Ontw ikkeling Eigen Vermogen 14.000.000 12.000.000 Investeringen+f usiekstn
10.000.000 Euro
Aanloopkosten ACS 8.000.000
Egalisatie af schrijvingen
6.000.000
RA K Kapitaal
4.000.000
Alg. reserves
2.000.000 0 2007 OZG
2008 OZG
2009 OZG
2010 OZG
Jaar
4.8.3 Liquiditeit De liquiditeitpositie van de OZG geeft de mate aan waarin de organisatie in staat is om tijdig aan haar (kortlopende) financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Zoals onderstaande grafiek laat zien is de liquiditeit, inclusief de voorraden, boven de grenswaarde van 1,0. De OZG kent ultimo 2010 dus nog steeds een relatief goede liquiditeitspositie, als gevolg van de overfinanciering waarmee ziekenhuizen in heel Nederland te maken hebben. Liquidite it (incl voor rade n) 1,60 1,40 1,20
Ratio
1,00 0,80
Current ratio OZG
0,60 0,40 0,20 0,00 2006
2007
2008
2009
2010
Jaar
Treasury is een uitgebreidere taak geworden binnen het ziekenhuis. Op de afdeling Financiële Zaken is een medewerker belast met het beheer van de liquiditeit, met ontwikkelingen op het gebied van rente en financieringsvraagstukken. Er wordt wekelijks gerapporteerd over liquiditeit en de liquiditeitsprognose. De toekomstige financieringsbehoefte van het ziekenhuis hangt samen met de strategische keuzes van de OZG, met name op het gebied van bouw. Financieren tegen gunstige condities, met eventueel borging via het Waarborgfonds voor de Zorgsector, zijn belangrijke speerpunten ten aanzien van treasury.
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
74
5
Samenstelling ziekenhuisgeledingen (d.d. 31-12-2010) Aftredend op 1e termijn 2e termijn
Raad van Toezicht OZG
Dhr. mr. M. Zijlstra, Woldendorp Dhr. A. de Jonge, Wedde Dhr. drs. Ch.J. Maats, Delfzijl Dhr. J.P. Savenije RA, Stadskanaal Dhr. drs. P.L.M. Smulders, Paterswolde Mevr. A.C.M. de Winter-Wijffels, Noordbroek
voorzitter vicevoorzitter secretaris lid lid lid
27-08-2012 27-08-2012 27-08-2012 27-08-2012 27-08-2012 27-08-2012
27-08-2014 27-08-2015 27-08-2013 27-08-2013 27-08-2016 27-08-2016
Volgens de statuten kan een lid van de Raad van Toezicht OZG tweemaal voor een periode van maximaal 4 jaar zitting hebben in de Raad. Raad van Bestuur OZG Dhr. drs. J.R.M.F. Cooijmans RA, Westerlee Mevr. drs. C.P. van Niekerk-Nanninga, Wildervank
voorzitter lid
Managementteam OZG Dhr. J.R.M.F. Cooijmans, RA Mevr. C.P. van Niekerk-Nanninga, oogarts Dhr. P. Lalkens
voorzitter lid lid
Mevr. L.M. van der Ark Mevr. F. Opheikens-de Haan Dhr. F. Kremer
lid lid lid
Ondernemingsraad OZG Mevr. G. Berends Mevr. J.E. Pranger Dhr. T.M. Sanders Mevr. J. Wubs-Brouwer Dhr. D. Loupatty
voorzitter/DB secretaris/DB lid/DB lid/DB lid
Mevr. F. Terburg-Walker Dhr. L. Wijnands Dhr. D. Drent Dhr. A.G.M. van Dijk Mevr. N. Harkema Dhr. E. Kruizinga Dhr. G. Tebbenhof
lid lid lid lid lid lid lid
Mevr. T. Hesseling
ambtelijk secretaris
Cliëntenraad OZG Dhr. A. de Vries Dhr. T. Bouman Dhr. M.J. Kronemeijer Dhr. J.J.A. Brekeling Dhr. C.G. de Jonge Mevr. J. Leutscher-Bos
voorzitter voorzitter secretaris lid lid lid
Raad van Bestuur Raad van Bestuur directeur Financiële Zaken/ICT & Inkoop concernmanager HRM locatiemanager Zorg (Delfzicht) locatie manager Zorg (Lucas)
verpleegkundige maatschappelijk werker anesthesiemedewerker verpleegkundige medewerker Facilitair Stafbureau & Meldpunt fysiotherapeut beveiligingsmedewerker medewerker Beddencentrale medewerker polikliniek Urologie medewerker Voedingsdienst medewerker Archief IC-verpleegkundige
Bestuur Vereniging Medisch Specialisten OZG Dhr. E.M.T. Smit voorzitter Dhr. Z. Erjavec vice-voorzitter Dhr. H. van der Spoel secretaris Dhr. J. Hoendermis penningmeester Dhr. T.R. Bouwmeester lid Dhr. Chr. Sagowski lid Mevr. R. Timmer
Algemene Zaken Medische Zaken
radioloog internist geestelijk verzorger anesthesioloog cardioloog KNO-arts
ambtelijk secretaris
De leden van het stafbestuur worden voor een periode van 3 jaar benoemd. Zij zijn eenmaal direct herkiesbaar. Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
75
Vereniging Medische Staf OZG (* een OZG brede maatschap) - werkzaam op locatie Delfzicht Anesthesiologen:
Apotheker: Cardiologen*:
Chirurgen*:
Dermatoloog: Gynaecologen*: Internisten:
Kaakchirurg: Kinderartsen: Klinisch chemicus: Klinisch psycholoog: KNO-artsen*:
Longartsen*: Arts-microbioloog: Neurologen:
Oogartsen: Orthodontist: Orthopedisch chirurgen: Patholoog-anatoom: Psychiater: Radiologen:
Reumatoloog: Revalidatieartsen: Uroloog:
dhr. dr. J.W. Balten dhr. J. Dauper dhr. C. Engel (intensivist) dhr. J. Hoendermis dhr. dr. C.P. Sonntag mevr. T.M. Terweij-Freseman mevr. E.A.M. Slijfer dhr. J.H.Z. Bánki (tot 01-10-2010) dhr. dr. V.E. Hagens (vanaf 01-10-2010) dhr. P.J. Huinink dhr. J. N. Spanjaard dhr. J.F. Ashruf dhr. V.H. Heemskerk dhr. F. W.H. Kloppenberg (tot 01-08-2010) dhr. D.E.A. Mahmoud dhr. dr. T.C. van Sprundel (vanaf 01-08-2010) dhr. J.J. Engelhart dhr. dr. J.A. Declercq (waarnemend) dhr. dr. F. Koettnitz (tevens op locatie Lucas) dhr. Z. Erjavec dhr. D. Janik dhr. A. Loualidi dhr. L.M. van der Molen dhr. dr. H.W. Roenhorst dhr. dr. A. Sijperda dhr. dr. J.M. Nauta (tevens op locatie Lucas) mevr. M.J. Reershemius (tevens op locatie Lucas) mevr. dr. M. Yakin (tevens op locatie Lucas) mevr. dr. G. van den Berg mevr. A.B. Lobbrecht dhr. R.J. Postema (tevens op locatie Lucas) dhr. dr. C.J. Sagowski (tevens op locatie Lucas) dhr. dr. W.L. Valk (vanaf 01-07-2010, tevens op locatie Lucas) dhr. dr. R.J. Meijer dhr. dr. R.M. Pieterman dhr. dr. B.P. Overbeek dhr. A. van As dhr. J.A. Don (tot 01-12-2010) dhr. A.M.M. Thomas mevr. Z. Horváth dhr. E. Pool dhr. D. Beugeling dhr. B.C. Benz dhr. J.M.R. Steenhoff mevr. C. Koley dhr. G. Koopmans dhr. M.M. de Haas dhr. dr. C.A. Jansen dhr. dr. B. Stein mevr. J.C.C. Mertens mevr. E.K. Simmelink mevr. dr. A.H. Vrieling dhr. J.M. Veldt
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
76
- werkzaam op locatie Lucas Anesthesiologen:
Apothekers: Cardiologen*:
Chirurgen*:
Dermatoloog: Geestelijk verzorger: Gynaecologen*:
Internisten:
Kaakchirurg: Kinderartsen:
Klinisch chemicus: Klinisch Psycholoog: KNO-artsen*: Longartsen*: Arts-microbioloog: Nucleair Geneeskundigen: Neurologen:
Oogarts: Orthopeden: Patholoog anatoom: Radiologen:
Reumatoloog Revalidatiearts: Urologen:
dhr. dr. K. Filoda (intensivist) dhr. P.W. Georgius dhr. dr. M. Henkel dhr. dr. H.H.H. Hovorka dhr. S. Kampe dhr. H. Kickbusch (intensivist) dhr. E.M.J. Klarenbeek dhr. C. Moeller dhr. M. Paul (intensivist) mevr. Y. Dijstelbloem-de Jong mevr. E.A.P. Hendriks-Kuijpers dhr. T.R. Bouwmeester dhr. A. van der Galiën mevr. dr. N.M. de Groot-van Popele dhr. M. Klöppner dhr. H.P.M. Pranger dhr. D.P. de Vries dhr. E.J. Kraai dhr. H. van der Spoel dhr. dr. H. Brinks (tevens op locatie Delfzicht) dhr. P.H. van Drooge (waarnemend) dhr. P.H. Ohlmann (vanaf 01-07-2010) mevr. L. van der Schoor (tevens op locatie Delfzicht) dhr. W.J.M. Jaspers dhr. S.S. Klop (tot 01-02-2010) dhr. J.W.G. Lagerweij (vanaf 01-02-2010) dhr. H. Potthoff dhr. B.H. Roerig (vanaf 01-09-2010) dhr. dr. J.M. Nauta (tevens op locatie Delfzicht) mevr. dr. B. Auffarth-Smedema dhr. R.A. Elias mevr. dr. E.G. Groninger mevr. L.J.W.M. Pierik mevr. R. Schulenberg dhr. H.C. van Weert dhr. dr. T. Voitz mevr. M.E. van den Berg dhr. R.J. Postema (tevens op locatie Delfzicht) dhr. dr. C.J. Sagowski (tevens op locatie Delfzicht) dhr. dr. J.W. de Jong dhr. F.T. Zandberg dhr. dr. B.C. Meijer dhr. T.H. Que mevr. T.T.H. Tan Phan dhr. dr. C. Felisiak dhr. S.A.J. de Froe (vanaf 01-11-2010) mevr. E.M. Hessels- van der Leij (tot 01-11-2010) mevr. A.N. Zorgdrager (tot 01-11-2010) dhr. J. Greijdanus mevr. N.C. Goelema dhr. E.M.J. Koeweiden dhr. C.J.F. Schoots dhr. H. van Leeuwen dhr. E.M.T. Smit mevr. C.E. Tjon Pian Gi- van Loon mevr. dr. I.I. van Gameren mevr. M.F. Reinders dhr. E.R. Krol dhr. H.W.E.M. Kupfer
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
77
6
Nevenfuncties Raad van Bestuur en Raad van Toezicht
Als uitvloeisel van artikel 6, eerste lid van het reglement Raad van Bestuur OZG maakt de Raad van Bestuur in dit verslag melding van nevenfuncties (per 31 december 2010) van Raad van Bestuur en Raad van Toezicht voor zover deze van belang en mogelijk van invloed zijn voor het functioneren als lid van respectievelijk Raad van Bestuur en Raad van Toezicht. Raad van Bestuur: - dhr. drs. J.R.M.F. Cooijmans RA, voorzitter/Algemene Zaken o voorzitter Bestuur Stichting Samenwerking Ziekenhuizen Oost-Groningen o lid Raad van Bestuur ArboCuratieve Straat BV o lid bestuur Libau o lid Raad van Toezicht Noorderpoortcollege te Groningen o lid Raad van Commissarissen Rabobank o lid bestuur Behoud st. Joriskerk in Westerlee o lid adviesraad Dementie in het digitale tijdperk in de provincie Groningen o lid stuurgroep Zorg voor de Toekomst van Oost-Groningen - mevr. drs. C.P. van Niekerk-Nanninga, lid/Medische Zaken o vicevoorzitter van de Vereniging Mediators in de Gezondheidszorg (VMG) Raad van Toezicht: - dhr. mr. M. Zijlstra, voorzitter o waarnemend burgemeester gemeente Oldambt (tot 01-09-2010) o voorzitter Heroverwegingscommissie Fuwa Eerste/Tweede Kamer o lid bestuur Stichting Museumgemaal Cremer o voorzitter van het Veteraneninstituut o lid van het Comité Nederlandse Veteranendag o voorzitter van de Rekenkamercommissie gemeente Emmen o voorzitter van de Rekenkamercommissie Waterschap Rijn en IJssel o voorzitter van de Rekenkamercommissie Waterschap Veluwe o lid van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg o plv. voorzitter Commissie Rechtsbescherming provincie Groningen o voorzitter Bezwarencommissie CIZ o voorzitter Commissie van Toezicht VAN Ondernemerscode - dhr. A. de Jonge, vicevoorzitter o lid Raad van Toezicht Stichting Samenwerking Ziekenhuizen Oost-Groningen (SSZOG) o lid Raad van Toezicht Stichting Het Groninger Landschap - dhr. drs. C.J. Maats, secretaris o voorzitter Raad van Toezicht Stichting Samenwerking Ziekenhuizen Oost-Groningen (SSZOG) o voorzitter Klachtencommissie Airport Medical Services Amsterdam o lid Raad van Advies Diabetescentrum VU Medisch Centrum te Amsterdam o vice-voorzitter Bestuur Stichting Amindho o secretaris Bestuur Stichting Orale Pathologie te Amsterdam o voorzitter NDDO Education Foundation o secretaris Rabenhaupt Stichting o voorzitter Bestuur Rotaryclub Eems-Dollard o directeur Macwel BV - dhr. drs. P.L.M. Smulders, lid o bestuurslid/penningmeester Stichting Kunststation C te Winsum o voorzitter Bestuur Stichting Sint Jan te Kloosterburen, de Marne o voorzitter Raad van Toezicht Interzorg Assen - mevr. A.C.M. de Winter-Wijffels, lid o wethouder gemeente Menterwolde o lid Platform Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen VNO/NCW - dhr. J.P. Savenije RA, lid o lid Raad van Toezicht Zorggroep Oosterlengte o lid Bestuur Stichting Financiering Noordelijke Gezondheidszorg o lid Bestuur Stichting Kiwanihuis Groningen o lid Bestuur Stichting Burn Turiani Tanzania o lid Bestuur Maarwold o lid Bestuur Stichting Helpman
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
78
Bijlage: Verloop van de wachttijden in 2010 Wachttijden welke hoger zijn dan de landelijk vastgestelde treeknormen Het maximale aantal weken per treeknorm is als volgt vastgesteld: • Toegangstijd polikliniek: 4 weken • Wachttijd voor diagnostiek en indicatiestelling: 4 weken • Wachttijd tot behandeling in dagopname: 6 weken • Wachttijd tot behandeling in meerdaagse opname: 7 weken Gynaecologie algemeen
weken
7 6
wacht t ijd p o likliniek alg emeen Delf zicht
1 0
mrt-10
apr-10
mei-10
jun-10
jul-10
aug-10
sep-10
okt-10
nov-10
dec-10
wachttijd polikliniek algemeen Delfzicht wachttijd polikliniek algemeen Lucas
feb-10
Gynaecologie algemeen
jan-10
wacht t ijd p o likliniek alg emeen Lucas
2
1
1
4
3
3
1
1
2
2
2
4
6
6
5
6
4
5
3
3
3
3
3
5
Kaakchirurgie
weken
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
feb-10
mrt-10
apr-10
mei-10
jun-10
jul-10
aug-10
sep-10
okt-10
nov-10
dec-10
Kaakchirurgie
jan-10
wacht t ijd p o likliniek Delf zicht wacht t ijd p o likliniek Lucas
wachttijd polikliniek Delfzicht wachttijd polikliniek Lucas
5 4 3 2
3
3
3
5
5
5
3
3
1
5
2
1
2
2
1
2
2
2
9
9
9
9
8 10
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
79
jul-10
aug-10
sep-10
okt-10
2
2
3
3
4
1
1
5
4
6 14
3
3
3
3
3
3
3
3
3
4
7
9
dec-10
jun-10
3
nov-10
mei-10
wachttijd polikliniek Delfzicht wachttijd polikliniek Lucas
apr-10
Neurologie
mrt-10
wacht t ijd p o likliniek Lucas
feb-10
weken wacht t ijd p o likliniek Delf zicht
15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
jan-10
Neurologie
O ogheelkunde algemeen 10 8 weken
6 4 2
wacht t ijd p o likliniek Delf zicht wacht t ijd p o likliniek Lucas
feb-10
mrt-10
apr-10
mei-10
jun-10
jul-10
aug-10
sep-10
okt-10
nov-10
dec-10
wachttijd polikliniek Delfzicht wachttijd polikliniek Lucas
jan-10
Oogheelkunde algemeen
0
3
2
2
4
6
3
3
3
5
6
5
7
2
2
1
1
2
2
4
4
3
2
2
5
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
80
O ogheelkunde staaroperatie 10 8
weken
6 4
wacht t ijd b ehand eling st aaro p erat ie Delf zicht wacht t ijd b ehand eling st aaro p erat ie Lucas
2
mrt-10
apr-10
mei-10
jun-10
jul-10
aug-10
sep-10
okt-10
nov-10
dec-10
wachttijd behandeling staaroperatie Delfzicht wachttijd behandeling staaroperatie Lucas
feb-10
Oogheelkunde staaroperatie
jan-10
0
2
5
5
7
6
4
4
4
7
6
4
6
8
8
6
6
8
8
4
4
5
6
6
6
O rthopaedie algemeen 10 8 weken
6 4 2
wacht t ijd p o likliniek Delf zicht wacht t ijd p o likliniek Lucas
feb-10
mrt-10
apr-10
mei-10
jun-10
jul-10
aug-10
sep-10
okt-10
nov-10
dec-10
wachttijd polikliniek Delfzicht wachttijd polikliniek Lucas
jan-10
Orthopaedie algemeen
0
2
1
1
2
3
2
4
4
3
2
3
2
8
8
5
5
7
8
2
2
1
1
4
4
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
81
O rthopaedie totale heup 12 10
6 4 2
wacht t ijd b ehand eling t o t ale heup o p erat ie Lucas
feb-10
mrt-10
apr-10
mei-10
jun-10
jul-10
aug-10
okt-10
nov-10
dec-10
3
1
1
4
3
5
8
8
4 10
6
8
9
9
8
8
9
9
8
8
8
8
8
8
sep-10
jan-10
Orthopaedie totale heup
0
wachttijd behandeling totale heup operatie Delfzicht wachttijd behandeling totale heup operatie Lucas
sep-10
wacht t ijd b ehand eling t o t ale heup o p erat ie Delf zicht
weken
8
O rthopaedie totale knie 12 operatie 10
weken
8 6 4
wacht t ijd p o likliniek t o t ale knie o p erat ie Delf zicht wacht t ijd p o likliniek t o t ale knie o p erat ie Lucas
feb-10
mrt-10
apr-10
mei-10
jun-10
jul-10
aug-10
okt-10
nov-10
dec-10
wachttijd polikliniek totale knie operatie Delfzicht wachttijd polikliniek totale knie operatie Lucas
0
jan-10
Orthopaedie totale knie operatie
2
3
1
1
4
3
5
8
8
4 10
6
8
9
9
9
9
9
9
8
8
8
8
8
8
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
82
Reumatologie
10 8 weken
6 4 2
wacht t ijd p o likliniek Delf zicht
0
mrt-10
apr-10
mei-10
jun-10
jul-10
aug-10
sep-10
okt-10
nov-10
dec-10
wachttijd polikliniek Delfzicht wachttijd polikliniek Lucas
feb-10
Reumatologie
jan-10
wacht t ijd p o likliniek Lucas
5
5
5
6
9
9
4
4
7
6
7
7
3
3
1
2
2
2
2
1
1
2
2
2
Revalidatie
12 10 weken
8
feb-10
mrt-10
apr-10
mei-10
jun-10
jul-10
aug-10
sep-10
okt-10
nov-10
dec-10
0
jan-10
wachttijd polikliniek Delfzicht wachttijd polikliniek Lucas
4 2
wacht t ijd p o likliniek Delf zicht wacht t ijd p o likliniek Lucas
Revalidatie
6
5
6
6
5
9
7
5
5
5
3
3
6
8
8
8
8
8
8
5
5 11 11
5
8
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
83
Interne geneeskunde gastroscopie 15 12 weken
9 6
Gast ro sco p ie Delf zicht Gast ro sco p ie Lucas
3 0
jul-10
aug-10
sep-10
okt-10
nov-10
dec-10
5
6
5
5
5
6
6
4
6
mei-10
6
apr-10
4
mrt-10
4
feb-10
Gastroscopie 14 14 14 10 11 10 Delfzicht Gastroscopie 5 5 7 8 8 8 Lucas
jan-10
jun-10
Interne geneeskunde gastroscopie
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
84
Bijlage: Organogram (d.d. 31 december 2010) Raad van Toezicht OZG Ver. Med. Staf OZG Raad van Bestuur OZG Algemene zaken + overige facilitaire zaken
Cliëntenraad OZG
Medische zaken + Medische techniek Ondernemingsraad OZG
Communicatie (incl. pat. voorlichting) Ombudsfunctie
Kwaliteit/Veiligheid
Info. beveiliging /manag. Staf-/projectfuncties Zorg Techniek Manager Facilitaire Zaken Directeur Fin. Zaken, ICT & Inkoop
Concernmanager HRM
Financiën
Delfzicht: Lucas: Schoonmaak (a.i.) Schoonmaak Voeding Voeding OZG: Ruimtebeheer (a.i.) Logistiek (a.i.) Fac. Stafbureau & Meldpunt Receptie & Veiligheid
Jaardocument 2010 Ommelander Ziekenhuis Groep, definitief 30 mei 2011
P&O
Locatiemanager Zorg locatie Delfzicht
Locatiemanager Zorg locatie Lucas
Delfzicht: B1 A2 B2 A3 B3
+ + + + +
poli’s poli’s poli’s poli’s poli’s
Lucas: OZG-brugafd.: OK AIZ Radiologie KKG PPM
O2/N2
Oost 3 Oost 4 Poli 1 Poli 2 Apotheek
Lab.voor Infect. Lab Noord
SSZOG Nucl. Geneesk. Apotheek WZA Lab Leverkussen
Apotheek Mzkh
Fysiotherapie P & H 85