Deel I: Simavi 1.1 Inleiding 5 1.2
Simavi en ontwikkelingen in de wereld in 2010
8
1.3
Simavi en ontwikkelingen in Nederland in 2010
11
5
1.1. Inleiding 1.1.1 Simavi in het kort
1.1.2 Visie en missie
Simavi is een ontwikkelingsorganisatie die vindt dat iedereen recht heeft op een goede gezondheid. Daarom werken wij in de armste gebieden van ontwikkelingslanden aan de gezondheid van mensen. We richten ons speciaal op moeders omdat zij een sleutelrol spelen in de gezondheid van hun familie. Samen met hen zorgen we voor veilig drinkwater en goede hygiëne, een gezonde zwangerschap en de gezondheid van hun kinderen. Ook geven we moeders de kennis die ze nodig hebben om ziektes te voorkomen. Samen met lokale organisaties bieden we directe en praktische steun. En we komen op voor de belangen van mensen. Dat werkt. Al meer dan 85 jaar.
Visie
Statutaire doelstelling Simavi
Simavi stelt vrouwen in gemarginaliseerde gebieden in staat om de gezondheid van henzelf, hun families en de gemeenschap waarin zij leven te bevorderen. Daarom financiert en versterkt Simavi lokale organisaties in ontwikkelingslanden en stimuleert Simavi samenwerkingsverbanden tussen organisaties, die zich hiervoor inzetten. Simavi is een betrokken en transparante organisatie die de inzichten uit haar werk in ontwikkelingslanden gebruikt om mensen in Nederland te inspireren en te mobiliseren alsook fondsen te werven om gezamenlijk haar doel te bereiken.
Gezondheid is een voorwaarde voor duurzame ontwikkeling. Ieder mens heeft recht op gezondheid, inclusief het recht op water en sanitatie. Om deze rechten te realiseren en duurzaam te handhaven is het essentieel dat mensen zelf hun leefsituatie kunnen beïnvloeden. Verbetering in de machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen bevordert gezondheid en ontwikkeling. Simavi heeft de morele verantwoordelijkheid om mensen bij wie deze rechten worden geschonden te steunen in het bereiken van duurzame resultaten.
Missie
Simavi is als vereniging opgericht op 30 juli 1925 en op 23 juni 2004 omgezet in een stichting. De stichting Simavi heeft als doelstelling de gezondheid van mensen in ontwikkelingslanden te bevorderen. Deze doelstelling richt zich op alle mensen, ongeacht ras, sekse en politieke of religieuze overtuiging. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de armste bevolkingsgroepen. De doelstelling richt zich op duurzame versterking van de basisgezondheidszorg en op gezondheidsbevordering en gezondheidsbescherming, in het bijzonder rond het thema drinkwater, sanitaire voorzieningen en hygiëne. Simavi heeft eveneens als doel de belangstelling en de actieve betrokkenheid onder de Nederlandse bevolking bij bovenstaande thema’s te bevorderen.
1.1.3 Kernwaarden Wij zijn open en oprecht Simavi is een betrouwbare, integere en transparante organisatie die zich bewust is van de gevolgen van haar handelen voor mensen. We zijn zorgvuldig in het uitoefenen van ons werk en leggen gevraagd en ongevraagd verantwoording af over ons werk.
Doelstelling stichting Zien De stichting Zien (formeel stichting ‘Blindheidsbestrijding Ontwikkelingslanden’) heeft als doel - onafhankelijk van ras, godsdienst of politiek - het bevorderen van de oogheelkundige ontwikkelingssamenwerking, in het bijzonder gericht op de preventieve zorg. De stichting is op 17 januari 1995 een vergaand samenwerkingsverband aangegaan met Simavi, waarbij het bestuur van Simavi tevens het bestuur is van de stichting Zien.
Wij inspireren mensen Vanuit onze betrokkenheid met mensen werken wij actief samen met anderen. We streven ernaar mensen te inspireren om in gezamenlijkheid verantwoordelijkheid te nemen voor ons eigen leven en het leven van anderen.
Doelstelling stichting NFICH
Wij werken vanuit gelijkwaardigheid Simavi heeft respect voor verschillen tussen mensen, culturen en organisaties en werkt op een gelijkwaardige manier aan ontwikkeling.
De stichting NFICH (internationaal aangeduid als Netherlands Foundation for International Child Health) heeft als doelstelling het bevorderen van de gezondheid van het kind in de derde wereld en het bevorderen en bundelen van kennis, onderzoek en onderwijs over het voorkomen en behandelen van (sub)tropische ziektes bij kinderen in de derde wereld. De stichting is in 2008 een vergaand samenwerkingsverband aangegaan met Simavi, waarbij het bestuur van Simavi tevens het bestuur is van de stichting NFICH.
Wij richten ons op het behalen van duurzame resultaten Wij werken op een efficiënte, kostenbewuste, resultaatgerichte, kwalitatief hoogwaardige en duurzame manier aan het bereiken van onze doelen.
6
7
1.1.4 Thematische focus en interventiegebieden
1.2 Simavi en ontwikkelingen in de wereld in 2010
In de Strategische Visie 2009-2011 is besloten dat Simavi zich als ontwikkelingsorganisatie specifiek zal richten op preventieve gezondheidszorg. Simavi kiest daarbij voor een geïntegreerde benadering van basisgezondheidszorg, die het gezondheidssysteem versterkt en beter laat aansluiten op de primaire behoeften van gemarginaliseerde bevolkingsgroepen. Thematisch geeft Simavi daarin speciale aandacht aan de thema’s die voor moeders en gezondheid in ontwikkelingslanden nu het meest belangrijk zijn. Dit zijn:
Zowel in Nederland als in ontwikkelingslanden werkt Simavi binnen een maatschappelijke context die steeds aan verandering onderhevig is. Een aantal voor Simavi relevante ontwikkelingen van het afgelopen jaar wordt hieronder beschreven.
Millenniumdoelen Simavi draagt bij aan de acht millenniumdoelen (Millennium Development Goals)1 die in 2000 door regeringsleiders van 189 landen zijn opgesteld, om vóór 2015 de belangrijkste wereldproblemen aan te pakken.
1. Water, sanitatie en hygiëne (WASH) 2. Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) 3. Preventie van de meest voorkomende ziektes
1. VN, Millennium Development Goals Report 2008, New York 2008
Simavi geeft daarbij speciale aandacht aan gender en duurzaamheid. • Gender, omdat vrouwen vaak de meest kwetsbare groep vormen in de samenleving, maar ook veelal de spil en motor van verandering zijn. • Duurzaamheid, omdat wat wij doen blijvende verandering moet opleveren, zowel met betrekking tot de draagkracht van de aarde als met betrekking tot het beklijven van het resultaat.Simavi let hierbij op 5 elementen: financieel, institutioneel, ecologisch, technisch en sociaal (FIETS)
Simavi richt zich op de volgende millenniumdoelen: Doel 4 vermindering kindersterfte Doel 5 vermindering moedersterfte Doel 6 bestrijding hiv/aids, malaria en andere ziektes Doel 7 meer mensen met toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen Indirect levert Simavi een bijdrage aan de andere vier millenniumdoelen: Doel 1 vermindering armoede en honger Doel 2 alle kinderen naar de basisschool Doel 3 alle vrouwen en mannen gelijkwaardig Doel 8 eerlijker internationale samenwerking
Simavi ondersteunt lokale organisaties in ontwikkelingslanden met financiering, kennis en contacten. Daarbij richten wij ons op drie interventieniveaus: 1. Structurele armoedebestrijding 2. Capaciteitsopbouw van maatschappelijke organisaties 3. Beleidsbeïnvloeding in ontwikkelingslanden (met name op lokaal niveau), in Nederland en internationaal.
In september 2010 kwamen regeringsleiders bij elkaar om de voortgang van het behalen van de millenniumdoelen te bespreken. In tegenstelling tot vijf jaar eerder was de toonzetting positiever en werd geconcludeerd dat een groot aantal doelstellingen gehaald lijkt te worden. De bestrijding van extreme armoede verloopt ondanks de wereldwijde economische recessie positief. Wereldwijd is de toegang tot veilig drinkwater sterk verbeterd en het aantal kinderen dat basisonderwijs volgt is enorm toegenomen. Het lijkt te gaan lukken om het percentage mensen zonder toegang tot veilig drinkwater in 2015 te halveren ten opzichte van 1990. Echter, nationale overheden geven de voorkeur aan stedelijke gebieden om het beschikbare budget voor drinkwaterinfrastructuur in te zetten, waardoor de toegang tot veilig drinkwater in rurale gebieden ver achter blijft.
Meer hierover in Deel III Verslag activiteiten.
8
Ook Simavi ervaart in haar programma’s in ontwikkelingslanden de gevolgen van klimaatverandering, vaak in combinatie met factoren als ontbossing, intensiever gebruik van waterbronnen voor energie en irrigatie en milieudegradatie door economische groei en bevolkingsdruk. Simavi integreert de impact van klimaatverandering in haar water en sanitatieprogramma’s. Een belangrijk element is onderzoek en lobby om de zichtbare gevolgen nu en in de toekomst op de beleidsagenda van nationale overheden en de internationale gemeenschap te zetten. Simavi levert een bijdrage aan het debat over klimaat met de nationale klimaatcampagne HIER II (lees meer op pagina 81).
Ook is er nog weinig vooruitgang op het voornemen om meer mensen toegang te verlenen tot basis sanitaire voorzieningen. Op dit moment heeft 39 procent van de wereldbevolking nog geen toegang tot basis sanitaire voorzieningen, dat moet in 2015 volgens de millenniumdoelen 23 procent zijn2. Hoewel Nederland tot het aantreden van de nieuwe regering gecommitteerd was om 50 miljoen mensen te helpen, blijven de resultaten bedroevend laag. Als het kabinet het huidige beleid doorzet, zal Nederland in 2015 40 miljoen mensen hebben geholpen aan veilig drinkwater en schone sanitatie. Voor wat betreft het doel om moedersterfte terug te dringen met 100 op de 100.000 in 2015 en de reproductieve gezondheid van vrouwen te verbeteren, werd tijdens de wereldwijde bijeenkomst over de millenniumdoelen grote zorg geuit. Het aantal moeders dat wereldwijd sterft aan complicaties rond de zwangerschap is wel afgenomen van 400 op de 100.000 vrouwen wereldwijd in 1990 tot ongeveer 260 op de 100.000 nu. Toch blijven in een groot aantal landen de cijfers rond moedersterfte onveranderd hoog. Vooral in veel Afrikaanse landen en in Zuid-Azië wordt nog nauwelijks vooruitgang geboekt. Ook hier zijn grote verschillen tussen urbane en rurale gebieden.
2. Millennium Development Goals report 2010 http://mdgs.un.org/unsd/mdg/Resources/Static/Products/Progress2010/2010_
Addendum Goal 5.pdf
3. Brief Nr. 95 van Minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal, en
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H.P.M. Knapen, aan de Voorzitter
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27 oktober 2010
Water, sanitatie en hygiëne (WASH) De wereld krijgt steeds sterker te maken met een mondiale watercrisis. Maar 1 procent van al het water op de aarde is zoet water, maar de vraag naar dat water neemt almaar toe door bevolkingsgroei, economische groei en veranderende leefpatronen van mensen. De komende jaren zal vooral in de droge landen de grootste toename in die vraag plaatsvinden. Slechts 10 procent van het zoete water wordt gebruikt voor huishoudelijke zaken, zoals drinkwater en hygiëne. Het meeste gaat naar de landbouw (70 procent) en naar de industrie en energiesector (20 procent). De voedselcrisis, energiecrisis, bevolkingsgroei en klimaatverandering zijn zeer sterk met elkaar verweven en zullen elkaar in toenemende mate gaan beïnvloeden. Duurzaamheid is dan ook een centraal thema voor Simavi’s waterbeleid in de toekomst.
Internationale organisaties, overheden en het bedrijfsleven hebben zo’n 40 miljard dollar toegezegd om actief een bijdrage te leveren om de komende vijf jaar de achterstand op de moedersterfte en kindsterfte doelstellingen in te lopen3. VN secretaris-generaal Ban Ki-moon heeft een actieplan gelanceerd ter verbetering van moeder- en kindzorg. Dit integrale plan, gericht op de oorzaken rondom moedersterfte, bestaat uit het bundelen van de inspanningen van alle betrokkenen (overheden, donoren, maatschappelijke organisaties en private sector) en het onderzoeken van de sociaal-culturele waarden en omstandigheden die van grote invloed zijn op succes.
Klimaatverandering
In 2010 is onder vicevoorzitterschap van ZKH Prins WillemAlexander de eerste High Level Meeting on Water and Sanitation georganiseerd. De High Level Meeting werd georganiseerd door het nieuwe Sanitation and Water for All, a global framework for action (SWA) initiatief, waar Nederland een belangrijke rol in heeft gespeeld. Helaas was de Nederlandse regering door de val van het kabinet zelf niet aanwezig. Met name de grote participatie van nationale overheden van ontwikkelingslanden en de voornemens die zij daar formeel aankondigden, maakten de bijeenkomst tot een succes. Ook werd er gewezen op de relevantie van water en sanitatie voor sectoren als gezondheid en economische groei. Voor Simavi, betekent dit steun voor de eigen aanpak. Simavi volgt dit proces op de voet. Sinds 2010 is Rolien Sasse, de directeur van Simavi, namens Noordelijke
De landen waar Simavi werkt, worden zwaar geraakt door klimaatverandering. Verwacht wordt dat 75 tot 80 procent van de te verwachten potentiële schade door klimaatverandering in ontwikkelingslanden zal plaatsvinden, terwijl zij daar zelf het minste debet aan zijn. Door de wereldwijde economische recessie lijkt het erop dat klimaat als onderwerp een lagere politieke prioriteit heeft gekregen. De klimaattop in 2010 in Cancún, Mexico, heeft geen bindende afspraken opgeleverd. Wel moet er vanaf 2020 een ‘Groen Klimaat Fonds’ zijn opgericht, waaruit ontwikkelingslanden voor minstens 100 miljard dollar per jaar ondersteuning kunnen krijgen in het terugdringen van emissies en maatregelen kunnen treffen ten behoeve van adaptatie aan klimaatveranderingen. Echter, onduidelijk is nog waar het geld voor dit fonds vandaan moet komen.
9
Daarnaast zette Simavi zich met Nederlandse en internationale partners in voor de erkenning van het recht op water en sanitatie als mensenrecht in de VN. En met succes. In 2010 werd dit recht in een stroomversnelling in de VN-raad erkend. Recht op water en sanitatie kreeg een juridische status. Simavi ziet dit als een grote stap vooruit. Samen met onze Afrikaanse en Aziatische partners kan er nu worden gewerkt aan het verantwoordelijk houden van regeringsleiders op het gebied van water en sanitatie.
maatschappelijke organisaties lid van de stuurgroep van het SWA initiatief. Daarnaast heeft de UNSGAB (UN Secretary-General’s Advisory Board on Water and Sanitation) in 2010 haar tweede actieplan gelanceerd, het Hashimoto Action Plan II. In toenemende mate zien we dat drinkwater- en sanitatie-initiatieven als gevolg van natuurlijke en door de mens veroorzaakte rampen teniet worden gedaan. Doel van het actieplan is om de komende vijf jaar versneld actie te ondernemen om alsnog de water en sanitatie millenniumdoelstellingen te halen. Simavi geeft in haar programma’s aandacht aan de belangrijke link met geïntegreerd waterbeheermanagement.
Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) Simavi zet zich in voor de zelfbeschikking van vrouwen vanuit de overtuiging dat zij het meest kwetsbaar zijn, maar tegelijkertijd de kar trekken bij positieve veranderingen binnen het gezin en lokale gemeenschappen. De VN constateert uit onderzoek dat sinds de jaren ’90 een drastische daling te zien is in beschikbare middelen voor voorlichting over seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Op het gebied van moedersterfte is de afgelopen jaren vooral in Sub-Sahara Afrika en Zuid-Azië bijna geen vooruitgang geboekt. In Afrika is de kans dat een vrouw overlijdt tijdens zwangerschap of bevalling 1 op 26. Ter vergelijking, in Nederland is die kans 12 op 100.000. Daarnaast blijft de hoge bevolkingsgroei in de wereld een grote zorg. Als vrouwen werkelijk de keus en kans hadden, zou het aantal kinderen drastisch verminderen. Dat is belangrijk voor de toekomst van de hele wereldbevolking, die in 2011 de 7 miljard zal bereiken, waarbij het vooral de arme delen van de wereld zijn waar de bevolking sterk groeit. De aarde kan deze groei niet meer aan en ook de sociale en economische implicaties van die groei zijn enorm. Deze problemen worden door Simavi aangepakt via de programma’s gericht op seksuele en reproductieve gezondheid.
De WHO (World Health Organization) bracht in 2010 op initiatief van de VN (Verenigde Naties) een nieuw GLAAS rapport (Global Annual Assessment of Sanitation and Drinking Water) uit over de ontwikkelingen in de WASH-sector4. Daarnaast brachten Unicef en de WHO in 2010 het JMP rapport (Joint Monitoring Programme)5 uit, waarin de ontwikkelingen op de millenniumdoelstellingen worden besproken. De zorg blijft gericht op toegang en gebruik van hygiënische sanitatie. Deze millenniumdoelstelling loopt sterk achter. Nog altijd kunnen 2,6 miljard mensen geen gebruik maken van hygiënische sanitatie, 72 procent van hen woont in Azië. 4 WHO,‘UN-water global annual assessment of sanitation and drinking-water
(GLAAS) 2010: targeting resources for better results’, Geneve, 20105 WHO en
UNICEF,‘Progress on Sanitation and Drinking-water: 2010 Update’,
Geneve, 2010
5 WHO en UNICEF,‘Progress on Sanitation and Drinking-water: 2010 Update’,
Geneve, 2010
Simavi steunt partners die het totaalpakket op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten willen aanbieden. Tegelijk liggen deze onderwerpen in de landen waar Simavi werkt vaak erg gevoelig, ook bij de partnerorganisaties en hun doelgroepen. De lokale organisaties waarmee Simavi samenwerkt, ondervinden vaak weerstand tegen die openheid vanuit conservatieve tegenstromingen. Daar moet rekening mee gehouden worden in de benadering van mensen. Simavi stelt dat in voorlichting minimaal open en eerlijk over seks, het gebruik van condooms en andere moderne anticonceptie gesproken moet worden en dat voorbehoedsmiddelen ook beschikbaar moeten zijn voor jongeren en getrouwde stellen. Daarnaast is Simavi voorstander van een open en eerlijke discussie rond thema’s als abortus en besnijdenis. Door samenwerking met zuidelijke en noordelijke partners wil Simavi rechten op seksuele en reproductieve gezondheid verder uitdragen. Simavi werkt
Wederom wijst de VN op het economisch nut om juist te investeren in sanitatie en drinkwater. Elke dollar die hierin geïnvesteerd wordt levert de samenleving 3 tot 34 dollar op, afhankelijk van de regio.6 Tegelijk wijst het GLAAS rapport op de slechte targeting van hulpgelden. Helaas wordt maar 16 procent van de investeringen in WASH gedaan in basisvoorzieningen in arme landen. De rest gaat dus vooral naar andere groepen. De hulp van de Nederlandse overheid gaat voor 50 procent niet naar basisvoorzieningen en slechts een derde naar basisvoorzieningen in de armste landen van de wereld. Gemarginaliseerde groepen hebben de hulp juist het hardst nodig. Daarom blijft Simavi werken in de armste gebieden van ontwikkelingslanden en lobbyt Simavi voor een betere besteding van de schaarse middelen die voor de WASH sector worden ingezet (zie deel 3.3.4 Beleidsbeïnvloeding in Nederland en deel 3.2.3 Beleidsbeïnvloeding in Azië en Afrika).
10
steeds minder mensen dat we niet kunnen toekijken bij de problemen in ontwikkelingslanden zonder te helpen (57 procent ten opzichte van 64 procent in 2009). Ook groeit het aantal mensen dat vindt dat zolang er in Nederland mensen in armoede leven, er geen geld moet gaan naar ontwikkelingssamenwerking (28 procent ten opzichte van 23 procent in 2009). Daarnaast is voor het eerst sinds 2006 de steun voor het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking fors gedaald. Vorig jaar vond 66 procent van de bevolking dat het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking vergroot moest worden of gelijk moest blijven. Dit jaar is dat 55 procent. En in plaats van 34 procent vorig jaar geeft nu 45 procent aan dat het budget verlaagd moet worden. De voornaamste reden daarvoor is dat men vindt dat eerst de (economische) situatie in eigen land op orde moet worden gebracht.
ook aan hiv/aids preventie binnen de seksuele en reproductieve gezondheidsprogramma’s. Weliswaar stijgt de groei van hiv/ aids in veel regio’s minder hard, maar nog steeds sterven iedere dag gemiddeld 5.500 mensen aan de gevolgen van dit virus. Daarnaast raken dagelijks gemiddeld 7.400 mensen besmet. Onder vrouwen in hun reproductieve leeftijd is aids nog altijd de grootste doodsoorzaak. Lange tijd kon deze problematiek rekenen op grote belangstelling en financiële steun. Deze steun lijkt nu af te nemen. Simavi streeft vooral naar een geïntegreerde aanpak van hiv/aids. Naast de millenniumdoelstellingen bestaat het ICDP Programme of Action, waarvan de VN in december 2010 heeft besloten dat het na 2014 verlengd moet worden om de doelstellingen te behalen. Bovendien is afgesproken dat bij de verdere invulling van de verlenging van de ICPD de huidige inhoud niet opnieuw ter discussie gesteld kan worden.
De bekendheid van ontwikkelingsorganisaties neemt sinds 2005 jaarlijks gestaag af (voor exacte cijfers verwijzen we naar de Charibarometer van Mediad)7. Daarnaast neemt de bekendheid van Simavi sinds twee jaar af. In 2010 is echter wel de waardering voor ons werk gestegen. Zie verder ook hoofdstuk 3.3 Simavi in Nederland: communicatie en fondsenwerving.
In het ICDP Actieprogramma werden ondermeer de volgende doelstellingen vastgelegd: • Basisonderwijs voor iedereen in 2015. Vooral vrouwen en meisjes moeten gestimuleerd worden om secundair of hoger onderwijs te volgen • Verminderen met een derde van de kinder- en zuigelingensterfte voor 2000 • In 2005 moet de zuigelingensterfte teruggedrongen zijn tot minder dan 50 per 1000 geboorten en de kindersterfte tot minder dan 70 op 1000 • Halveren van de moedersterfte voor het jaar 2000 en een verdere halvering in 2015 • Algemene toegang tot diensten voor reproductieve gezondheid binnen de basisgezondheidszorg in 2015
6
Guy Hutton en Laurence Haller,‘Evaluation of the Costs and Benefits of Water
and Sanitation Improvements at Global Level’, WHO, Geneve, 2004.
7
Mediad Chari-barometer 2010, Rotterdam 2011
Politieke context in Nederland In 2010 veranderde er veel op het terrein van de ontwikkelingssamenwerking. Het aantreden van een nieuw kabinet leidde tot een nieuw beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking. Zorg is er over de grote bezuinigingen op het ontwikkelingsbudget en de vervuiling van het budget die daar nog bijkomt. Maar ook over de vervanging van de minister door een staatssecretaris, die zijn portefeuille deelt met Europese Zaken. Hierdoor is de positie van ontwikkelingssamenwerking in het kabinet en het ministerie verzwakt. Simavi is wel blij dat de thema’s water en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten beide tot prioriteit zijn gemaakt van het overheidsbeleid. De nadere uitwerking van deze thema’s en van de bezuinigingen wachten wij nog af, alvorens een oordeel te vellen over het beleid.
1.3 Simavi en ontwikkelingen in Nederland in 2010 Draagvlak ontwikkelingssamenwerking, bekendheid en waardering.
Een andere zorg drong zich de afgelopen twee jaar op. Door het maatschappelijk debat over ontwikkelingssamenwerking en de twijfels die dit oproept zijn de eisen die aan ngo’s worden gesteld voor het verkrijgen van subsidies enorm gestegen. Onzekerheid vertaalt zich zo in regelzucht. Ook worden politieke agenda’s soms doorvertaald in subsidieregels. Dit legt een zware last op
Hoewel Nederlanders positief staan ten opzichte van internationale samenwerking, blijkt uit de barometer Internationale Samenwerking van de NCDO wel dat men iets gereserveerder is geworden over het belang ervan. Zo vinden
11
het aanvankelijk door de vorige regering beschikbaar gestelde budget zwaar overvraagd door de 19 aanvragen. Dit leidde tot bezuinigingen op de aangevraagde budgetten. Vervolgens werd een begrotingsvoorbehoud gemaakt in de beschikking waarin de budgetten werden toegekend en volgde kort daarop een extra bezuiniging in december 2010. Het definitieve bedrag was pas in januari 2011 bekend.
organisaties als Simavi en die last is in 2010 zeer sterk gevoeld. Niet alleen leidt dit tot een aanzienlijke kostenstijging vanwege administratieve lasten, het leidt ook tot verstarring en beperking van de vrijheid om met partners creatief te zoeken naar methoden en oplossingen die voor een bepaald probleem nodig zijn. Waar wij graag het initiatief en ownership in het Zuiden laten bij onze partners, dwingen alle eisen vanuit de subsidiegever ons om die door te vertalen in eisen aan de partners vanuit ons als donor. Dat is een situatie die in schril contrast staat met het gegroeide inzicht dat ontwikkelingssamenwerking altijd contextafhankelijk en vraaggestuurd moet zijn om succes te creëren. De paradox ontstaat dat de discussie over de effectiviteit van de hulp juist die effectiviteit ondermijnt. Dat kan niet de oplossing zijn. Simavi pleit voor een systeem waarbij ontvangende organisaties vooraf en achteraf wel kritisch worden geëvalueerd, maar in hun aanpak tijdens de uitvoering de vrijheid krijgen dat naar eigen inzicht en flexibel te doen.
De regelgeving rond MFS II is ongekend zwaar. De eis om in allianties aan te vragen met een penvoerder die eindverantwoordelijk is heeft zeer grote gevolgen gehad. Maar ook de onzekerheid rond de toekenning, de additionele regels en eisen – bijvoorbeeld voor evaluatie en verantwoording - en de onzekerheid rond de omvang van het budget maakte het MFS II-proces complex en onzeker. Tot slot zijn de toegekende subsidies voorschotten die uiteindelijk in 2016 zullen worden afgerekend. Een groot risico voor de betrokken ngo’s. De complexiteit van het systeem heeft veel negatieve consequenties. Kleine organisaties kunnen eigenlijk niet aan de gestelde eisen voldoen, terwijl het voor middelgrote organisaties zoals Simavi een zeer zware belasting is. De kosten aan de voorbereiding en het managen van de allianties en het programma zijn zeer hoog. De betrokkenheid van partners is door de gedetailleerde eisen, late informatievoorziening en harde deadlines suboptimaal. Om het maatschappelijk middenveld werkelijk een waardevolle rol te kunnen laten vervullen is meer vrijheid en minder regelgeving noodzakelijk. Simavi pleit voor een strenge selectie op de kwaliteit van de organisatie, maar daarna vertrouwen in een goed strategisch plan, de uitvoering ervan en verantwoording achteraf, zoals voorheen ook in het TMF subsidiekader het geval was.
Beleid Nederlandse overheid: MFS II In 2009 stelde de toenmalig minister Koenders een nieuw subsidiekader op voor maatschappelijke organisaties, het Medefinancieringsstelsel II. Dit subsidiekader nodigde ngo’s in Nederland uit programmavoorstellen te doen. Het beleid had drie speerpunten: samenwerken, maatwerk en meerwaarde. Ngo’s moesten in alliantieverband aanvragen indienen. Een contextspecifiek programma ontwikkelen, dat goed zou aansluiten bij de behoefte. En de beleidscontext in de betrokken landen en hun meerwaarde tonen, met name als aanvulling op de rollen die overheden (bilateraal kanaal) en internationale instellingen (multilateraal kanaal) vervullen. Die meerwaarde zat volgens het beleid vooral in de opbouw en versterking van het maatschappelijk middenveld in ontwikkelingslanden en in het opkomen voor de belangen van gemarginaliseerde groepen in de samenleving.
Beleid Nederlandse overheid: WASH EN SRGR Voor het beleid van de Nederlandse overheid op gebied van water, sanitatie en hygiëne (WASH) en Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR) verwijzen we u naar hoofdstuk 3.3.4 beleidsbeïnvloeding Nederland.
Dit beleid werd door het Ministerie uitgewerkt in een subsidiekader en een aanvraagstramien. Het proces bestond uit twee tender rondes. Ten eerste was er een toetsing op de kwaliteit van de organisatie, de alliantie en het programmaidee. Hiervoor moest de aanvraag op 1 december 2009 worden ingediend en kwam de uitslag op 1 maart 2010. Vervolgens was er een toetsing van een uitgewerkt programmavoorstel per land. Dit moest op 1 juli 2010 worden ingediend. De uitslag kwam op 1 november 2011 binnen. Van de oorspronkelijke 43 aanvragen zijn er uiteindelijk 19 gehonoreerd. De uitslag van de MFS II tender kwam vlak nadat de regering Rutte was aangetreden. Deze regering had besloten zeer zwaar op ontwikkelingssamenwerking te bezuinigen. Tegelijk was
12
Deel II: Verslag raad van toezicht 2.1 Verantwoordingsverklaring 14 2.2 Verslag raad van toezicht 16 2.3 Overzicht leden raad van toezicht 17 2.4
Interview nieuwe voorzitter Maria Martens
13
18
2.1. Verantwoordingsverklaring Code goed bestuur voor goede doelen
zijn vertegenwoordigd, zijn vastgelegd. Raadsleden worden benoemd voor een periode van vier jaar en kunnen één keer worden herbenoemd, op basis van een evaluatie van hun functioneren. Er is een rooster van aftreden opgesteld, waarbij ook de herbenoemingen zijn vastgelegd. Raadsleden zijn vrijwillig verbonden aan Simavi en ontvangen geen vergoeding. Zij mogen onkosten declareren op basis van werkelijk gemaakte kosten, conform het declaratiebeleid van Simavi.
De raad van toezicht en de directie van Simavi onderschrijven de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen (‘Code Wijffels’) en handelen in overeenstemming met deze code. Het CBF (Centraal Bureau voor de Fondsenwerving) ziet hier in haar controles op toe. De basisprincipes van goed bestuur, waarbij het scheiden van de functies toezicht houden, besturen en verantwoorden voorop staan, zijn verankerd in het bestuursmodel van Simavi. Op advies van het CBF zijn eind 2010 enkele wijzigingen in de statuten van Simavi voorbereid. Deze zullen begin 2011 formeel van kracht worden. Het betreft een aanscherping van de artikelen die de onafhankelijkheid van toezichthouders bewaken. Dit is preventief. Er werden op dit vlak ten aanzien van de huidige raad van toezicht geen zorgpunten geconstateerd door het CBF.
Binnen de raad is een portefeuilleverdeling gemaakt op basis van de diverse expertises van de raadsleden. Er is een voorzitter en een vicevoorzitter. Twee leden hebben zitting in de auditcommissie. Eén raadslid functioneert als vertrouwenspersoon voor medewerkers van Simavi en overlegt eenmaal per jaar onafhankelijk met de personeelsvertegenwoordiging.
Taken en verantwoordelijkheden raad van toezicht en directie
De raad van toezicht evalueert haar eigen functioneren jaarlijks. Vanaf 2010 gebeurt dit onder externe begeleiding. De raad van toezicht benoemt de directeur/bestuurder en evalueert diens functioneren eenmaal per jaar. Hiervan wordt verslag gemaakt.
Simavi heeft een bestuur dat in handen ligt van de directeur en een raad van toezicht die toeziet op het functioneren van de bestuurder en op de algemene gang van zaken. De directeur/ bestuurder wordt bijgestaan door een managementteam, dat bestaat uit de drie afdelingshoofden. Twee leden van de raad van toezicht vormen een auditcommissie en houden specifiek toezicht op de financiën en de interne kwaliteitsbewaking. Vanaf 2010 is Simavi penvoerder van de WASH-alliantie. Daarmee is de directeur/bestuurder van Simavi eindverantwoordelijk voor de alliantie en voor de MFS II-subsidie die is toegekend aan deze alliantie. Zij wordt hierin bijgestaan door een stuurgroep en een secretariaat. De raad van toezicht van Simavi functioneert tevens als raad van toezicht voor de WASH-alliantie. De raad heeft een toezichthoudende taak en fungeert als klankbord en inspirator voor het bestuur. De leden zetten hun kennis en netwerk op verzoek voor Simavi in. Samenstelling en functioneren van de raad van toezicht, het bestuur en het managementteam zijn vastgelegd in de statuten en reglementen van de organisatie. Deze zijn voor het laatst vastgesteld in februari 2007 door de raad van toezicht. Ze zijn op aanvraag beschikbaar.
Controle op het functioneren van de organisatie De kwaliteit van de organisatie van Simavi is gewaarborgd door een kwaliteitssysteem. Het hoofd administratie is de kwaliteitsmanager. Het kwaliteitssysteem is verankerd in interne handboeken, waarin de processen, procedures en beleidslijnen zijn vastgelegd. Jaarlijks vinden volgens een driejarenschema interne audits plaats op de processen. Hierdoor worden alle belangrijke processen in drie jaar tijd eenmaal geaudit. Het managementteam houdt een verbeterpuntenlijst aan, waarin verbeterpunten uit audits, controles of vergaderingen worden opgenomen en hun opvolging wordt gevolgd. Op basis van de verbeterpuntenlijst worden de handboeken regelmatig bijgewerkt. Het managementteam ziet toe op een goede navolging, waarbij de directeur eindverantwoordelijk is. De kwaliteit van de interne organisatie van Simavi wordt ook veelvuldig extern getoetst. Simavi voert sinds 2009 het ISO-keurmerk, waarvoor het kwaliteitssysteem jaarlijks extern wordt getoetst (door het bedrijf Certiked) op ISO-norm 9001:2008. Daarnaast voeren externe accountants (van KPMG) jaarlijks een financiële evaluatie uit. Verder is de kwaliteit van de organisatie gewaarborgd door het CBF-keurmerk dat Simavi sinds 1997 voert en dat in 2010 na toetsing weer met drie jaar is verlengd. De organisatie van Simavi is in 2010 ook positief beoordeeld door het ministerie van Buitenlandse Zaken, door middel van de O-toets voor penvoerders van MFS II-subsidieaanvragen en de COCA-toets (Checklist for Organisational Capacity Assessment) voor overige subsidieaanvragers. Simavi voldoet tevens aan de streefwaarden van branchevereniging Partos (laatst beoordeeld in 2008).
Benoeming, bezoldiging en aftreden raad van toezicht De raad van toezicht bestaat uit minimaal drie en maximaal zeven leden. In 2010 werd een nieuwe voorzitter aangesteld, mevrouw Maria Martens. Dit bracht de raad op een totaal van 6 leden. Raadsleden worden door de raad zelf benoemd, op basis van een vooraf door de raad en directie opgesteld profiel. In 2010 zijn voor alle functies in de raad nieuwe profielen vastgesteld. Zij zijn gebaseerd op het reglement, waarin de vereiste competenties en de verschillende relevante expertises en netwerken, die in de raad van toezicht moeten
14
Daarnaast voert Simavi elke twee jaar onafhankelijke tevredenheidonderzoeken uit onder de belangrijkste stakeholders. Deze onderzoeken zijn in 2010 opnieuw uitgevoerd. Onder medewerkers wordt jaarlijks de tevredenheid onderzocht (zie deel 3.4 Simavi in Haarlem: Interne organisatie). De bevindingen uit deze evaluaties vormen elk jaar de input voor een management review door het managementteam. Dit is een belangrijk middel om te zorgen dat leringen worden benut. Het rapport van deze review wordt besproken met de raad van toezicht. De raad van toezicht heeft aangegeven dit zeer nuttig te vinden.
Verantwoorden De raad van toezicht komt tenminste vier keer per jaar bijeen. In 2010 is afgesproken het aantal bijeenkomsten te verhogen naar vijf à zes keer. De directeur en leden van het managementteam zijn uitgenodigd om de vergaderingen van de raad bij te wonen, tenzij de raad in beslotenheid wil vergaderen. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer het functioneren van de directeur of het eigen functioneren van de raad op de agenda staat. De auditcommissie komt ten minste tweemaal per jaar bijeen om de financiële voortgang, de administratieve organisatie en het interne kwaliteitsbeheer binnen Simavi te bespreken. Simavi kent een planning- en controlecyclus die als volgt functioneert: Op basis van een meerjaren strategisch plan en een meerjarenbudget stelt de organisatie jaarlijks een jaarplan en budget op. De raad van toezicht geeft goedkeuring aan deze documenten, die zijn voorzien van heldere doelstellingen en meetbare indicatoren op output-, outcome- en impactniveau. Elk kwartaal rapporteert het managementteam aan de raad van toezicht over de voortgang van de organisatie op basis van de plannen en indicatoren die in het jaarplan vastgelegd zijn. Deze rapportage bevat tevens een financieel verslag van de realisatie en de prognose in vergelijking tot de begroting. Jaarlijks stelt de directie een jaarverslag en een jaarrekening op, die aan de raad van toezicht ter goedkeuring wordt voorgelegd. Hierin wordt verslag gedaan aan de hand van de doelstellingen en indicatoren in het jaarplan en de begroting.
In de externe toetsingsverslagen door de accountant, ISO en CBF worden aanbevelingen gedaan, die in de volgende controle opnieuw aan de orde komen. De raad van toezicht ontvangt een afschrift van deze rapporten en ze worden besproken met de auditcommissie, die aanwezig is bij het jaarlijkse gesprek met de externe accountant. Enkele punten van aandacht op basis van de diverse controles in 2010 zijn de versterking van het monitoring- en evaluatiesysteem op basis van nieuwe eisen en processen (ISO), aanpassing van de statuten in verband met de Code Goed Bestuur (CBF) en de registratie van uren van medewerkers voor de verantwoording aan donoren (O-toets). De vele toetsen helpen de kwaliteit van de organisatie te verbeteren, maar leveren ook veel werk op. Simavi waakt ervoor dat de organisatie te bureaucratisch en kostbaar wordt door de stapeling van eisen en streeft ernaar hier een goede balans te houden.
Zoals beschreven, ontvangt de raad van toezicht een afschrift van alle belangrijke documenten, zoals evaluatierapporten, audit-rapporten en het management review. Daarnaast wordt in aparte memo’s aandacht gegeven aan onderwerpen die van speciaal belang zijn in een bepaalde periode. In 2010 waren dat de grote subsidievoorstellen aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken (MFS II-subsidieaanvraag en een SHAW-programma in Indonesië) en aanpassingen in de interne organisatie om aan de eisen van deze subsidies te kunnen voldoen.
De programma’s die Simavi ondersteunt, worden bij afsluiting extern geëvalueerd (met uitzondering van zeer kleine, incidentele, projecten). Activiteiten in eigen beheer, zoals voorlichting en fondsenwerving, worden bij afsluiting met betrokken actoren geëvalueerd. De conclusies en leringen uit alle evaluaties worden jaarlijks gebundeld in meta-evaluaties.
15
Optimale besteding
bijgehouden. Omdat het blijkt dat mensen vrijwel nooit een formele klacht indienen worden ook niet-formele klachten per telefoon of email in een registratie bijgehouden.
De interne organisatie van Simavi is erop ingesteld om toe te zien op een optimale besteding van de middelen. De geworven fondsen dienen zoveel mogelijk te worden besteed aan de primaire doelstellingen van Simavi. Daarom is door het CBF bepaald dat het percentage kosten voor de eigen fondsenwerving in principe niet hoger mag zijn dan 25 procent van de directe opbrengst. Intern heeft Simavi zichzelf een additionele norm gesteld, namelijk dat ook de totale kosten van de eigen organisatie (inclusief de fondsenwerving en de kosten van programma management) niet hoger mogen zijn dan 25 procent van de totale begroting en dat de organisatie daarvan 6,9 punten maximaal mag besteden aan administratie en beheer. De interne besluitvorming rond de besteding van middelen ziet verder toe op een doelmatige besteding van middelen. Zo worden subsidietoekenningen aan projecten en programma’s binnen de programma-afdeling door een programmamedewerker systematisch getoetst aan een aantal criteria en prioriteiten, die zijn vastgelegd in een vast aanvraagstramien; het programmabeleid en een landenbeleidsplan. Programma’s onder de 10.000 euro worden goedgekeurd door de programmamedewerker en het hoofd van de programmaafdeling. Programma’s groter dan 10.000 euro worden daarnaast voorgelegd aan twee andere programmamedewerkers, en indien groter dan 75.000 euro aan de gehele programma-afdeling en de directeur (zie deel 3.4 Simavi in Haarlem: Interne organisatie). Vervolgens worden programma’s gemonitord en geëvalueerd (zie deel 3.2 Simavi in Azië en Afrika: Programma’s). Besluiten over bestedingen in het kader van communicatie, fondsenwerving en administratie worden eveneens getrapt genomen, afhankelijk van de omvang van de besteding (zie deel 3.4 Simavi in Haarlem: Interne organisatie). Zij dienen bovendien te passen binnen de vooraf door de raad van toezicht goedgekeurde begroting en het jaarplan.
Alle leden van de raad van toezicht en de directie van Simavi hebben de verantwoordingsverklaring onderschreven en goedgekeurd.
2.2 Verslag raad van toezicht 2010 De raad van toezicht kwam in 2010 in totaal vijf keer bijeen. Het managementteam was bij alle overleggen aanwezig. Bij agendapunten die het functioneren van personen of de raad zelf betroffen, verliet het managementteam de vergadering. Van alle vergaderingen zijn notulen gemaakt met een actielijst. Tussendoor is overleg gevoerd met diverse raad van toezicht leden met betrekking tot thema’s die tot hun aandachtsgebied behoren, zoals de auditcommissie, vacatures voor de raad van toezicht, personele zaken, communicatie en ontwikkelingen in het Nederlands waterbeleid. De raad van toezicht besprak in 2010 diverse agendapunten die elk jaar vast op de agenda staan, zoals jaarplan en begroting, jaarverslag, kwartaalrapportages en voortgang van de organisatie, beoordeling van de directeur/bestuurder, resultaten van audits en evaluaties, en vacatures en benoemingen in de raad van toezicht. De volgende thema’s kregen in 2010 speciale aandacht:
•
Relaties belanghebbenden Simavi streeft naar een open dialoog met alle belanghebbenden, die te verdelen zijn in vrijwilligers en beroepsmedewerkers, donateurs, schenkers en relaties, uitvoerende partnerorganisaties, samenwerkende collega-organisaties en overheden. Zij worden voor zover relevant voor hen geïnformeerd over operationele zaken, bestuur en beleid, fondsenwerving en financiële zaken. Twee keer per jaar ontvangen onze relaties een nieuwsbrief. Tevens ontvangen zij een samenvatting van het jaarverslag – het jaarbericht. Het jaarverslag en de jaarrekening worden gepubliceerd in het Nederlands en het Engels, zijn opvraagbaar en kunnen ook direct van de website van Simavi gedownload worden. Indien er formele klachten bij Simavi binnenkomen, dan worden deze geregistreerd en binnen twee weken afgehandeld. Hiervoor wordt een klachtenregister
16
MFS II-subsidieaanvragen (WASH en SRGR): Dit is het hele jaar een vast onderwerp op de agenda geweest. Aan het begin van het jaar werd gekeken naar scenario’s voor de organisatie bij het al dan niet honoreren van de aanvraag. Nadat 1 maart bekend werd dat Simavi voor beide aanvragen door ging naar de tweede ronde werd de aandacht verlegd naar eventuele organisatorische implicaties voor Simavi: de complexe structuur van allianties, de zware verantwoordingseisen en eventuele bezuinigingen. In de loop van het jaar is besloten extra personeel te werven vanwege de grote werkdruk bij de afdeling Programma’s vanwege het ontwikkelen van de voorstellen en anticiperend op de vereiste capaciteit op de afdeling Administratie in 2011. In oktober is speciale aandacht gegeven aan de taken en verantwoordelijkheden van de raad van toezicht met betrekking tot de WASH-alliantie, die onder haar verantwoordelijkheid valt.
•
•
•
•
De belangrijkste thema’s die aan de orde kwamen waren: (1) de balans tussen toezicht houden en adviseren, waarbij werd afgesproken het onderscheid tussen beiden bij agendapunten te expliciteren; (2) risico management, deze was in 2009 al verbeterd en zou verder versterkt kunnen worden door aan de belangrijkste risico’s indicatoren voor monitoring te koppelen; en (3) de informatievoorziening aan de raadsleden, deze zou minder detaillistisch kunnen en meer gericht op risicoanalyse en noodzakelijke besluitvorming. Het bezoldigingsbeleid voor toezichthouders blijft ongewijzigd conform de Code Goed Bestuur.
Subsidieaanvraag bij de ambassade in Indonesië (SHAWprogramma): Dit betrof een derde grote aanvraag en is in de scenario’s meegenomen. In april werd de aanvraag gehonoreerd waarna de organisatie per direct moest uitbreiden om het programma snel van start te laten gaan. Hiervoor is een expat in Indonesië aangesteld met twee assistenten, de enige veldvertegenwoordiging van Simavi. Organisatieversterking: In verband met de veranderende eisen aan Simavi door de nieuwe subsidies, maar ook door de groei van de ‘omzet’ en adviezen uit externe audits zoals ISO, werd organisatieversterking een vast onderwerp op de agenda in 2010. De raad was het eens met de strategie, maar er was zorg over de voortgang in verband met de hoge werkdruk en vereiste expertise. Uitval binnen het managementteam maakte de inzet van twee tijdelijke externe krachten noodzakelijk. Database programma’s: De raad heeft een investering in een nieuwe database goedgekeurd. Deze is noodzakelijk door nieuwe verantwoordingseisen en zal ondersteunend zijn aan de verbeterde processen. Statutenwijziging: Het CBF constateerde tijdens de controle in 2010 dat een aantal artikelen niet correct waren opgenomen in de statuten. Hiervoor is een nieuwe statutenwijziging voorbereid en door de raad goedgekeurd. In 2011 wordt deze effectief.
2.3 Overzicht leden raad van toezicht In april 2010 is Maria Martens, voorheen Europarlementariër voor het CDA, benoemd als nieuwe voorzitter van Simavi. Zij nam in september het stokje over van vicevoorzitter Froukje Runia, die een jaar als interim-voorzitter had opgetreden. Mevrouw Runia trad begin 2011 af als lid van de raad van toezicht. Verder vonden geen mutaties plaats in de raad van toezicht. Onderstaand een overzicht van de leden van de raad van toezicht op 31 december 2010:
In april 2010 heeft de raad van toezicht zichzelf geëvalueerd onder leiding van een onafhankelijke externe facilitator.
Referent
Aandachtsgebied
Functie in dagelijks leven
Nevenfuncties
Maria Martens Voorzitter
Politiek, bestuurlijk
Politica voormalig lid van het Europarlement
Commissaris ’s-Heerenloo, Voorzitter Bestuur VSOP
Froukje Runia Vice - Voorzitter
Gezondheid, Personele zaken en vertrouwenspersoon
Huisarts
Lid werkgroep WHIG van Nederlandse Vereniging Tropische Geneeskunde (NVTG)
Corvan Dongen Lid Audit Commissie
Financiën, Administratie
Gepensioneerd registeraccount
Niet relevant
Hans Kruijssen Lid Audit Commissie
Juridische zaken, ontwikkelingssamenwerking
Gepensioneerd voormalig directeur Cordaid
Lid Raad van Toezicht Wilde Ganzen
Ron Thiemann Algemeen Raadslid
Water techniek
Directieteam Deltares
Niet relevant
Frans Blanchard Algemeen Raadslid
Marketing / Communicatie
Directeur VEA
Bestuurslid EACA, B estuurslid Cycle for Water, Lid ledenraad Eureko
17
2.4 Interview Maria Martens, voorzitter raad van toezicht ‘Er liggen heel wat uitdagingen op ons te wachten’ Wat maakte 2010 een bijzonder jaar voor Simavi? ‘2010 is een jaar van groei en erkenning geweest. We hebben voor beide ingediende voorstellen een MFS- toekenning gekregen. En dat ondanks de bezuinigingen. Dat zie ik als een erkenning voor het werk van Simavi. Van de WASH-alliantie zijn we zelfs de trekker. Verder hebben we natuurlijk een goed resultaat behaald met de Transparant Prijs. 2010 was ook het jaar van personele groei.’
Waarom is het werk van Simavi zo belangrijk?
Sinds november 2010 heeft Simavi een nieuwe voorzitter. Maria Martens, oud-Europarlementariër voor het CDA, nam het stokje over van Froukje Runia. Toen Maria benaderd werd, was er meteen een klik, met Simavi en haar medewerkers en met de doelen waarvoor Simavi zich inzet.
‘Omdat onze solidariteit zich niet kan beperken tot onze eigen kleine omgeving. We hebben ook een verantwoordelijkheid voor mensen elders in de wereld. Met veel landen hebben we ook een historische band. Bovendien zijn we ook van elkaar afhankelijk. Er zijn allerlei manieren om je in te zetten voor arme landen. Dat laat Simavi goed zien. Ieder moet dat doen met zijn eigen expertise. Simavi kiest voor gezondheid van moeders en voor water en sanitatie. Twee enorm belangrijke thema’s als je duurzaam het lot wilt verbeteren van mensen in ontwikkelingslanden.’
Hoe kwam je bij Simavi terecht? ‘Ik werd benaderd door Simavi. Ik kende de organisatie niet echt. De naam wel en die had bij mij, net als bij veel anderen, een sympathieke associatie. Dat Simavi een kleinschalige organisatie is, die werkt voor vrouwen, gezondheid en water, sprak mij aan. Het zijn cruciale thema’s. Daarnaast klikte het meteen met de raad van toezicht en met directeur Rolien Sasse. Er liggen heel wat uitdagingen op ons te wachten. Dat maakt het extra leuk.’
Je hebt een speciale band met Afrika? ‘Jazeker. Ik heb me altijd aangetrokken gevoeld door Afrika. Ik weet niet hoe het gekomen is. Sinds ik anderhalf jaar in Kameroen heb gewerkt, heb ik mijn hart verpand aan Afrika. De manier van leven daar spreekt me erg aan. Ondanks alle ellende, armoede en ziekte is er in Afrika een bepaalde levensvreugde die ik erg inspirerend vind. Het leven wordt er niet gedomineerd door agenda’s, zoals bij ons. Het leven wordt er gevierd en geleefd.’
Wat voor uitdagingen? ‘Er is de laatste jaren veel veranderd. Het aantal medewerkers is bijna verdubbeld in de afgelopen vijf jaar en er is een nieuwe manier van werken ontwikkeld. In plaats van projectmatig werken we nu meer programmatisch en we gaan in allianties samenwerken met andere organisaties. Dat stelt nieuwe eisen aan de organisatie. Ook zijn er natuurlijk de politieke ontwikkelingen en het ietwat ongunstige klimaat voor internationale samenwerking. Onze uitdaging hierbij is om mensen ervan te overtuigen hoe belangrijk het is om je in te blijven zetten. Ook de samenwerking met bedrijven kunnen we verder uitbreiden.’
18
Deel III: Verslag activiteiten 3.1 Doelstellingen 20 3.2
Simavi in Azië en Afrika: Programma’s
21
3.3
Simavi in Nederland: Communicatie en fondsenwerving
57
3.4
Simavi in Haarlem: Interne organisatie
83
3.5 Simavi en samenwerkingsverbanden 93 3.6
Simavi in de toekomst: Vooruitblik 2011
95
3.7 Risicoanalyse 98
19
3.1 Doelstellingen capaciteitsversterking. Dit gebeurt zowel in Nederland als in de landen waar wij werken.
Simavi is een organisatie in beweging, die zich steeds aanpast aan nieuwe inzichten en veranderingen in de wereld. In het strategisch meerjarenplan 2009 – 2011 formuleerde Simavi een aantal strategische richtingen, waaraan ook in 2010 is gewerkt.
4. Branding op moeders en gezondheid Simavi profileert zich als merk als een organisatie die moeders centraal stelt in het bereiken van een betere gezondheid voor lokale gemeenschappen, omdat moeders een sleutelrol vervullen in de gezondheid van hun familie en gemeenschap.
1. Thematische focus op preventieve gezondheid Simavi richt zich op de verbetering van de basisgezondheidszorg op gemeenschapsniveau en focust daarbinnen verder op de preventie van gezondheidsproblemen, met nadruk op de verbetering van drinkwater, sanitaire voorzieningen en hygiëne, het voorkomen van moedersterfte, het voorkomen van de meest gangbare ziektes en de aansluiting op het gezondheidssysteem (de medische zorg).
5. Mobilisatie in Nederland Simavi streeft ernaar zoveel mogelijk mensen in Nederland bij ontwikkelingsvraagstukken actief te betrekken en te mobiliseren rond het werk van Simavi. Dit gaat verder dan alleen (passieve) voorlichting. De organisatie werkt aan het vergroten van de achterban en het versterken van de fondsenwerving. En zij streeft naar een grotere reikwijdte en impact op het gebied van bewustwording en betrokkenheid.
2. Programmatische, geïntegreerde, benadering Simavi verandert haar werkwijze van een projectmatige aanpak naar een programmatische aanpak van haar werk. Hierbij staat samenwerken en elkaar versterken van met name lokale actoren (strategische partners, operationele partners en relevante andere stakeholders, zoals de overheid en de private sector) centraal. Tegelijk hebben deze programma’s een geïntegreerde, holistische aanpak ten aanzien van de gezondheidsproblematiek, waarbij diverse aspecten van preventieve gezondheidszorg, institutionele ontwikkeling en beleidsbeïnvloeding aandacht krijgen.
6. Lerende organisatie, leren van en met elkaar Simavi streeft ernaar een lerende organisatie te zijn die haar ervaringen binnen de organisatie en binnen de partners bewust analyseert in een monitoring en evaluatie systeem. Simavi springt in waar nodig op innovatieve activiteiten en samenwerkingsverbanden en versterkt de organisatie intern door in teamverband te werken, waarin ruimte is voor juniorposities, vrijwilligers en stagiaires.
3. Samenwerking in complementariteit Simavi richt zich expliciet op het aangaan van strategische samenwerkingsverbanden met collega organisaties en met andere organisaties uit de private sector, (semi) publieke sector en kennisinstellingen. Hierbij wordt steeds gezocht naar complementariteit, vergroting van de impact en kansen voor
In dit hoofdstuk wordt verslag gedaan van de voortgang voor deze doelen en de resultaten.
20
3.2 Simavi in Azië en Afrika: Programma’s 3. Beleidsbeïnvloeding door lokale partnerorganisaties in Afrika en Azië. Partners van Simavi lobbyen in hun eigen districten en landen voor de handhaving van de rechten van de bevolking, zoals het recht op adequate gezondheidszorg of veilig drinkwater. Simavi ondersteunt hen daarin.
3.2.1 Het werkveld van Simavi in Azië en Afrika Het werkgebied van Simavi bevindt zich in Afrika en Azië, waar we in 2010 totaal in tien landen werkten. In Afrika waren dat: Ghana, Kenia, Malawi, Oeganda, Tanzania en Zambia. En in Azië was Simavi actief in Bangladesh, India, Indonesië en Nepal.
4. Monitoring en evaluatie programma’s worden tijdens de uitvoering nauw gevolgd en naderhand geëvalueerd op alle genoemde terreinen om te kijken in hoeverre de beoogde resultaten werkelijk zijn behaald en om van ervaringen te leren.
(Zie pagina 22 - 23)
Allianties In 2010 was Simavi actief betrokken bij de ontwikkeling van de twee alliantieprogramma’s: de Water, Sanitatie en Hygiëne alliantie (WASH), en de Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten alliantie (SRGR). Dit leidde in november 2010 tot toekenning van een overheidssubsidie voor 2011 – 2015 voor beide alliantieprogramma’s. Vanuit de WASH-alliantie kreeg Simavi een toekenning van 11.659.000 euro en vanuit de SRGR-alliantie 9.300.000 euro. Veel van de in de landen in uitvoering of in ontwikkeling zijnde programma’s en samenwerkingsverbanden zijn meegenomen in de ontwikkeling van het alliantieprogramma. Zo is het programma in Bangladesh, dat al twee jaar in ontwikkeling was, nu onderdeel van het WASH-alliantieprogramma.
3.2.2. Duurzame armoedebestrijding Doelgroep Simavi werkt aan het verbeteren van de gezondheid van moeders en hun gezin en aan het vergroten van de toegang tot veilig drinkwater, sanitatie en hygiëne. Simavi selecteert succesvolle en betrouwbare samenwerkingspartners voor de ontwikkeling van een bepaalde regio. De lokale organisaties werken de programma’s uit en leggen die aan Simavi voor ter financiering. Daarbij vindt veel uitwisseling plaats. Het betekent ook het vinden van donoren voor Simavi, die passen bij de programma’s en deze willen financieren.
WASH-alliantie Simavi is penvoerder van de WASH-alliantie, die voortkomt uit het NWP/NGO-platform (zie 3.3.4 Beleidsbeïnvloeding). Deze alliantie bestaat uit zes organisaties, namelijk Simavi, AMREF Flying Doctors, AKVO, ICCO, RAIN Foundation en WASTE. De alliantie werkt tevens samen met IRC, WaterAid, Both ENDS, Wetlands, Practica en RUAF/ETC en staat open voor meer samenwerking. Het programma richt zich op duurzame verbetering van toegang tot- en gebruik van water, sanitatie en hygiëne. De duurzaamheid wordt gedefinieerd aan de hand van een door de alliantie ontwikkeld FIETS-model. Dit model bepaalt dat voor een duurzaam resultaat aandacht gegeven moet worden aan Financiële, Institutionele, Ecologische, Technische en Sociale duurzaamheid. Hiervoor zijn een aantal strategieën ontwikkeld door de alliantie. Juist door de brede samenwerking met organisaties met verschillende expertises is het mogelijk al die elementen aan te pakken in het programma. De WASH-alliantie had oorspronkelijk een programma ontwikkeld voor elf landen (waarbij Simavi in zeven landen ook operationeel is). Vanwege bezuinigingen zijn drie landen afgevallen (Malawi, Tanzania en Burkina Faso). Simavi zal in vijf van de acht overgebleven landen zelf operationeel zijn. Voor wat betreft de andere landen zal Simavi als penvoerder via het
Programmaontwikkeling en strategische financiering Simavi werkt programmatisch, wat inhoudt dat Simavi de afstemming en samenwerking bevordert tussen (lokale) ngo’s onderling en met andere actoren in het ontwikkelingsproces, zoals overheidsinstanties, de private sector en/of kennisinstituten. Deze aanpak combineert vier onderdelen, die tot betere en meer duurzame armoedebestrijding leiden: 1. Strategisch financieren van lokale ngo’s en hun programma’s, waarbij de lokale ngo’s samenwerken met andere belangrijke actoren in hun district of regio, zoals de lokale overheid, het bedrijfsleven en andere particuliere groepen en organisaties (multistakeholder benadering). 2. Capaciteitsopbouw van samenwerkingspartners door training, het inzetten van consultants, uitwisseling van ervaringen en samenwerking met collega-organisaties, trainingsinstituten, kennisinstituten en bedrijven.
21
Landen waar Simavi actief is Simavi’s partnerorganisatie EMESCO in OEGANDA trainde in 2010 bijna 34.500 gezondheidswerkers en traditionele vroedvrouwen. Bijna 700 huishoudens hebben betere toegang gekregen tot veilig drinkwater, in totaal bijna vijfduizend mensen. Lees verder op pagina 43.
In GHANA werkt Simavi samen met de Presbyterian Church aan een gezondheidsproject dat in 2010 afliep. Ondanks onrust in het gebied bevallen steeds meer vrouwen onder begeleiding van g etraind medisch personeel, weten tieners de weg naar de klinieken te vinden en nam de moeder- en kindsterfte flink af in de regio. Lees verder op pagina 40.
In het afgelegen Mumias District in KENIA sluiten gezondheidsdiensten helemaal niet aan op de jeugd. Daarom heeft partner SAIPEH jongeren opgeleid om hun leeftijdgenoten te vertellen over moeilijke onderwerpen als seksuele voorlichting en hiv/aids. Lees meer op pagina 45.
Partner Village Water Zambia wil over drie jaar alle g emeenschappen en scholen in het Kaoma District in ZAMBIA voorzien hebben van waterputten en toiletten. Voor haar werk ontving de partner in 2010 een belangrijke prijs. Lees meer op pagina 36.
De lokale partner Freshwater Malawi voorzag in 2010 gemeenschappen in het zuiden van MALAWI van twaalf fietsambulances en leidde ze vijfent wintig ‘geheime’ moeders op, die zwangere vrouwen bijstaan in de dorpen. Lees meer op pagina 42.
22
In NEPAL heeft partnerorganisatie FSCN met haar v oorlichting over hygiëne de mensen in de meest afgelegen gebieden b ereikt. Dat deed de organisatie onder meer met theatervoorstellingen, waarmee duizend mensen werden voorgelicht. Via voorlichtingsprogramma’s op de radio bereikte FSCN nog eens 4,5 miljoen Nepalezen. Lees meer op pagina 31.
In de afgelegen Chittagong Hill Tracts in BANGLADESH werkt Simavi’s partnerorganisatie CHC met mobiele klinieken en tot z orgverleners opgeleide vrouwen in de dorpen. Samen behandelen ze ruim 13.000 mensen per jaar. Het leidde tot een drastische afname van onder meer malaria. Lees verder op pagina 29.
In de deelstaat Orissa in INDIA is drinkwater een schaars goed. Met de water- en sanitatieaanpak van Simavi’s partnerorganisatie SRADHA komt daar verandering in. Naast het opvangen en bewaren van regenwater worden de mensen in dit arme gebied geleerd hoe ze voor hun rechten kunnen opkomen om betere toegang tot veilig drinkwater en betere sanitatie te krijgen. Lees verder op pagina 35.
Het bouwen van toiletten en het zorgen voor veilig drinkwater heeft alleen nut als mensen er zelf verantwoordelijk voor worden en hygiënisch mee omgaan. Dat is het motto van het nieuwe programma SHAW dat Simavi in INDONESIË met partners en de lokale overheid op zet. Voor het eerst heeft Simavi daarbij medewerkers in het buitenland werken. Lees meer op pagina 33.
In TANZANIA boekte Simavi’s partnerorganisatie HAPA succes. Steeds meer mannen begeleiden hun zwangere vrouw naar de kliniek en via een zelf opgezet centrum leert de bevolking hoe ze goedkoop en efficiënt zelf een toilet kunnen bouwen. Lees verder op pagina 38.
23
WASH-alliantie secretariaat toezien op een goede uitvoering van het programma. De alliantie zal actief zijn in: Kenia, Oeganda, Ghana, Nepal, Bangladesh met Simavi en verder ook nog in Benin, Mali en Ethiopië zonder Simavi’s directe betrokkenheid.
3.2.3 Beleidsbeïnvloeding in Azië en Afrika
SRGR-alliantie
Om de gezondheidssituatie van mensen in een land blijvend te verbeteren is het cruciaal dat de rechten van mensen beschermd worden door wetten en regels, die ook daadwerkelijk worden uitgevoerd en nageleefd. Om dit te realiseren stimuleert en ondersteunt Simavi partners om actief te zijn in het beïnvloeden van beleid, het verantwoordelijk houden van de (lokale en nationale) overheden en politici aan hun verplichtingen en het versterken van mensen en instituties om op te komen voor hun eigen rechten.
Simavi is tevens lid van de SRGR-alliantie als ‘mede-indiener’. Deze alliantie staat onder penvoerderschap van Rutgers WPF (voorheen Rutgers Nisso Groep en WPF, op 1 januari 2011 gefuseerd). Andere alliantiepartners zijn AMREF Flying Doctors, Dance4Life en Choice. De alliantie heeft een programma opgesteld op het terrein van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en richt zich ondermeer op de reductie van moedersterfte. Samen dekken de alliantiepartners verschillende invalshoeken, zoals kennisontwikkeling, lobby, campaigning, voorlichting en het faciliteren van structurele dienstverlening. Er is speciale aandacht voor kwetsbare groepen, met name onder vrouwen en jongeren.
Betere toegang tot gezondheidszorg India heeft bijvoorbeeld in 2005 een National Rural Health Mission ingesteld. Dit beleid moet de toegang tot goede gezondheidszorg voor arme mensen, vrouwen en kinderen op het platteland verbeteren, onder meer door subsidies te verstrekken voor gezondheidszorg en lokaal gezondheidswerkers aan te stellen, die bijvoorbeeld bij een bevalling vrouwen kunnen doorverwijzen naar het ziekenhuis. Echter, omdat India zo’n groot land is, wordt dit nationale gezondheidsbeleid niet goed geïmplementeerd door de lokale overheden in districten en dorpen. Dit gat tussen nationaal en lokaal beleid is wat onze partnerorganisaties in India proberen te overbruggen. En dat gaat steeds beter. Zo is het partner NEEDS in 2010 gelukt om zitting te krijgen in een districtscommissie die gezondheidsplannen schrijft, en heeft ze in verschillende dorpen commissies opgezet en versterkt op het gebied van gezondheid, die relevante onderwerpen en actuele cijfers rondom moedersterfte aankaarten bij de lokale regering. In Indonesië werkt Simavi samen met verschillende overheden, Unicef en vier maatschappelijke organisaties om vanuit nationaal beleid gezondheid te verbeteren. Aandacht gaat daarbij in negen districten uit naar het bewust maken van mensen om niet meer buiten hun behoeftes te doen, naar het promoten van handen wassen, naar verantwoord gebruik van (drink)water en om mensen er toe te bewegen hun afval water en huisvuil gezond te regelen. Samen met IRC werkt Simavi aan de monitoring van deze aspecten. Uiteindelijk moet de overheid dit geleidelijk op haar nemen en zelf de kwaliteitsaspecten gaan meten. De ervaringen en middelen die in het SHAW programma worden ontwikkeld, moeten uiteindelijk worden meegenomen om de uitvoering van het nationale STBM (Sanitasi Total Berbasis Masyarakat)-beleid op het gebied van sanitatie te versterken. Derhalve heeft Simavi ook zitting in de nationale drinkwater en sanitatie werkgroep in Indonesië.
De deelnemers in de alliantie hebben ieder een eigen insteek op het terrein van seksuele en reproductieve gezondheid: richt de een zich meer op seksuele educatie en bewustwording, de ander werkt meer aan goede zorg voor jongeren, kwetsbare groepen en (aanstaande) moeders. De organisaties vullen elkaar aan en vinden elkaar in een benadering van het thema vanuit het perspectief van mensenrechten en de realisatie van een optimale gezondheid. De SRGR-alliantie had oorspronkelijk één voorstel geschreven voor negen landen. Vanwege de bezuinigingen is een land afgevallen (Ghana). Simavi werkt in vijf van de overgebleven acht landen, te weten Kenia, Tanzania, Malawi, Bangladesh en India. In Oeganda, Ethiopië, Pakistan en Indonesië is er geen directe betrokkenheid van Simavi. In Bangladesh is het programma al in 2010 gestart via externe financiering. Beide MFS-allianties hadden aanvankelijk met de lokale partners een groter programma ontwikkeld dan uiteindelijk met de subsidie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken gefinancierd kan worden. Consequentie is dat Simavi en de twee allianties in 2011 naar additionele financiële middelen moeten zoeken om de voorbereidde programma’s van partners alsnog te kunnen honoreren. Hier zal hard aan gewerkt worden in de fondsenwerving. In de landen die in 2010 niet betrokken waren bij één of bij beide alliantieprogramma‘s heeft Simavi aan de reguliere ontwikkeling van de programma’s gewerkt. De samenwerking met vier van onze partners, de Indonesische overheid en enkele internationale ngo’s, heeft in Indonesië geleid tot het SHAW-programma (Sanitatie Hygiëne en Water).
24
•
Politieke aandacht voor Water en Sanitatie Met het End Water Poverty netwerk heeft Simavi in 2010 ook wereldwijd aandacht gevraagd voor water- en sanitatiecrisis. Maar liefst 100.000 mensen stonden op Wereld Water Dag in de Langste Toiletrij ooit. Elke partner organiseerde een toiletrij in eigen land, Simavi organiseerde er een in Amsterdam. Niet alleen werd een wereldrecord gebroken, maar vooral kreeg ‘Water en Sanitatie’ de nodige politieke aandacht. Politieke leiders werden dan ook gevraagd om deel te nemen aan de eerste wereldwijde High Level Meeting over water en sanitatie, die op 24 april 2010 in Washington plaatsvond (zie deel 1.2.1 Simavi en ontwikkelingen in de wereld in 2010).
Capaciteitsversterking van de partners speelt een rol in vrijwel alle projecten en programma’s die Simavi helpt ontwikkelen en financieren. De programmamedewerkers van Simavi geven commentaar en feedback op voorstellen en rapportages. Ze dragen vanuit hun ervaring en thematische expertise bij aan de formulering van plannen, delen kennis met partners en verwijzen hen waar nodig door naar andere specialisten of kennisbronnen. Simavi financiert onder meer de volgende activiteiten met betrekking tot capaciteitsversterking, die in samenspraak tussen de partners en Simavi worden geïdentificeerd en gepland:
Beleidsbeïnvloeding in de toekomst Beleidsbeïnvloeding zal voor Simavi vanaf 2011 een nog belangrijkere rol gaan spelen als de vijfjarige programma’s van de SRGR- en de WASH-alliantie gaan starten. Door met meerdere partners in een programma samen te werken, hebben partners meer kennis, een groter netwerk en meer invloed. Ook is het hierdoor beter mogelijk om onderwerpen die spelen op lokaal niveau aan te kaarten op nationaal en internationaal niveau. Om dit goed in te bedden in de organisatie is Simavi bezig met het vernieuwen van de visie en strategie op beleidsbeïnvloeding. Als input hiervoor is in 2010 gestart met een inventarisatie van activiteiten van partners op dit gebied. Binnen Simavi zal er naast een advocacy officer op het gebied van WASH ook een advocacy officer komen op het gebied van SRGR, zodat Simavi beide thema’s binnen het kader van gezondheid goed op de agenda kan blijven zetten. Meer daarover in hoofdstuk 3.6.
• • • • • •
3.2.4 Capaciteitsversterking partners Simavi biedt haar lokale partnerorganisaties ondersteuning bij de ontwikkeling van hun capaciteiten en vaardigheden. Capaciteitsversterking is nodig op het gebied van:
• •
Kennismanagement: Het op peil houden van de nieuwe ontwikkelingen in de gezondheidssector en het faciliteren van werkcontacten met andere partijen.
Organisatieontwikkeling en personeelsbeleid: Het verbeteren van het functioneren van individuele organisaties Institutionele ontwikkeling: Het verbeteren en faciliteren van de samenwerking tussen verschillende organisaties, bedrijven, overheden, universiteiten en maatschappelijke organisaties
25
Thematische trainingen voor personeel en managementtrainingen Trajecten om een strategisch plan op te stellen of een SWOT-analyse te doen Inhuren van consultants voor tussentijdse evaluaties of eindevaluaties Sectoranalyses Uitwisseling van ervaringen tussen partners Strategisch overleg en gezamenlijke planning van meerdere partners
Simavi heeft in 2009 en 2010 een Leerwerktraject (LWT) opgesteld met ondersteuning van PSO (Vereniging Personele Samenwerking met Ontwikkelingslanden) om de kwaliteit van de capaciteitsversterking door Simavi te verbeteren. Aanvankelijk richtte het PSO-programma zich op de ondersteuning van concrete activiteiten op het gebied van capaciteitsversterking. Zo zijn er drie speciale trajecten goedgekeurd in 2010 voor een totaalbedrag van 163.387 euro. Daardoor kregen de partners New Energy en ISODEC in Ghana, en TICH in Kenia extra ondersteuning in het ontwikkelen van programma’s en programmatische werkmethoden met hun eigen lokale partnerorganisaties. Op basis van het partnertevredenheidonderzoek en een meta-evaluatie, concludeerden Simavi en PSO dat de capaciteitsversterking van onze partners op een meer systematische wijze aangepakt kon worden en werd het LWT herzien. Daarom heeft Simavi nu ook gewerkt aan het ontwikkelen van een gestandaardiseerde methode van organisatorische analyse voor partners. Zo’n analyse kan dienen als een behoefte meting en tegelijk een nulmeting om vervolgens de voortgang te kunnen bepalen. Deze methode zal in 2011 worden doorontwikkeld en aangepast aan de eisen die de MFS II-financiering aan de monitoring en evaluatie van capaciteitsversterking stelt, zodat een brede toepassing kan plaatsvinden.
Tabel resultaten projecten en programma’s 2010 Resultaat 2009
Planning 2010
Resultaat 2010
1.1.1
Ten minste 3,5 miljoen arme mensen hebben relevante en toepasbare gezondheidsinformatie verkregen over de tien meest voorkomende ziekten.
1.348.000
900.000
1.180.000
1.1.2
Ten minste 2,5 miljoen arme mensen hebben relevante en toepasbare informatie betreffende reproductieve gezondheid verkregen.
1.063.000
650.000
659.000
1.1.3
Ten minste 1,5 miljoen arme mensen hebben informatie over hiv/aids p reventie gekregen.
1.100.000
550.000
684.000
1.1.4
Ten minste 80% van de lokale organisaties die Simavi ondersteunt werken met vrijwilligers op gemeenschapsniveau.
93%
80%
94%
1.1.5
Ten minste 50% van de lokale organisaties hebben jeugd / a dolescenten (6 jaar tot volwassenheid) als doelgroep.
86%
50%
81%
60%
40%
61%
1.1.6
Ten minste 20% van de lokale organisaties die Simavi steunt zijn betrokken bij lokale lobby activiteiten.
1.2.1
Ten minste 1,5 miljoen arme mensen hebben toegang tot veilig drinkwater verkregen.
517.000
400.000
463.000
1.2.2
Ten minste 2,5 miljoen arme mensen hebben relevante en toepasbare informatie ontvangen over sanitatie en hygiëne.
1.000.000
800.000
924.800
26
Resultaat 2009
Planning 2010
Resultaat 2010
1.3.1
Ten minste 80% van de lokale organisaties die Simavi ondersteunt kan project-voorstellen, jaarplannen en rapportages (inhoudelijk en financieel) opstellen die voor Simavi van acceptabele kwaliteit zijn.
79%
80%
80%
1.3.2
Tenminste 80% van de lokale organisaties die Simavi ondersteunt geeft in haar baseline informatie en in haar rapportages gender s pecifieke informatie en beschrijft hoe gender issues in hun programma zijn benaderd.
75%
80%
77%
1.3.3
Tenminste 40% van de lokale organisaties die Simavi ondersteunt analyseert de gevolgen van hun activiteiten op de bestaande gender relaties in hun organisatie en hun projecten.
33%
40%
33%
1.3.4
Ten minste 60% van de lokale organisaties die Simavi ondersteunt integreert activiteiten gericht op preventie van hiv/aids in hun projecten.
61%
60%
60%
1.3.5
Ten minste 80% van de lokale organisaties die Simavi ondersteunt analyseert hoe de hiv/aids epidemie hun doelgroepen treft en integreert deze bevindingen in hun project identificatie.
72%
80%
71%
1.3.6
Ten minste 60% van de lokale organisaties die Simavi ondersteunt werken aan de relatie gezondheid en water en sanitatie (breder dan via hygiëne).
55%
60%
61%
1.3.7
Ten minste 70% van de lokale organisaties die Simavi ondersteunt betrekken de gemeenschap bij het bewaken van de voortgang en het evalueren van de projecten.
83%
50%
83%
Toelichting op de tabel resultaten 2010 Tabel resultaten projecten en programma’s 2010 geeft de gerealiseerde resultaten voor 2010 weer op de verschillende thema’s. De geplande resultaten zijn voor het merendeel ruim gehaald. Zo kregen meer dan 1 miljoen arme mensen in 2010 relevante en toepasbare gezondheidsinformatie over de 10 meest voorkomende ziekten en 463.000 mensen hebben toegang gekregen tot veilig drinkwater. In vergelijking met 2009 vallen alle resultaten over bereikte aantallen mensen iets lager uit. De resultaten die we in 2010 bereiken komen voor het merendeel door het in uitvoering zijn van projecten en programma’s die in 2008 en 2009 zijn goedgekeurd. In 2008 was er een substantieel lager budget beschikbaar dan in 2007 waardoor dit verschil voor een belangrijk deel verklaard zou kunnen worden. In 2005 formuleerde Simavi de geplande resultaten tot en met 2010 in het kader van de TMF (Thematische Medefinanciering) subsidieaanvraag bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken die tot 2011 liep. De resultaten zoals Simavi die toen verwachtte te bereiken voor de periode 2006 – 2010waren veelal al in 2009 gehaald. Met 2010 erbij overstijgen veel resultaten de planning over die periode. Zo heeft bijvoorbeeld een 30 procent extra aantal mensen toegang gekregen tot veilig drinkwater (resultaat 1.2.1) en zelfs een verdubbeling van het aantal mensen dat informatie heeft gekregen over hiv/aids preventie (resultaat 1.1.3) in vergelijking met de geplande doelstellingen. De resultaten voor 2010 vielen op 2 onderwerpen tegen, namelijk (a) het beschrijven en analyseren van gender-issues in programma’s, projecten en binnen de partnerorganisaties zelf en (b) het analyseren van het effect van de hiv/aidsepidemie op de doelgroep en het integreren van deze bevindingen in de programma’s en projecten (die op zichzelf geen hiv/aids focus hebben). Simavi heeft hier de afgelopen paar jaar weinig expliciete aandacht aan gegeven en merkt nu dat zonder die aandacht de thema’s lijken weg te zakken bij de partners. Dit is een lering voor de komende jaren om ook geïntegreerde thema’s serieus op de agenda te zetten in partner discussies.
27
Bangladesh ‘Sterfgevallen gedaald door goede voorlichting’ werkt. Lees hiernaast het verhaal van Sabi. Door het werk van CHC is de laatste jaren het aantal malaria-infecties afgenomen en in 2010 is maar één iemand aan de gevolgen van malaria overleden. In 2008 waren dat er nog 17. Behalve met lokale partnerorganisaties werkt Simavi ook samen met Nederlandse organisaties en het ministerie van Buitenlandse Zaken in de werkgroep BOOM (Bangladesh Overleg Ontwikkelingssamenwerking en Mensenrechten) om het beleid voor de werkzaamheden in Bangladesh af te stemmen.
Met 160 miljoen inwoners in een gebied vier keer zo groot als Nederland is Bangladesh één van de dichtstbevolkte landen ter wereld. De grond is vruchtbaar vanwege rivieren die vanuit de Himalaya het land doorkruisen. Echter, bijna jaarlijks richten overstromingen en cyclonen grote schade aan. De helft van de bevolking leeft onder de armoedegrens van minder dan 1,25 dollar per dag. Daarnaast is veel drinkwater besmet met arsenicum en heeft een groot aantal inwoners geen sanitaire voorzieningen, waardoor ziektes ontstaan. Er sterven jaarlijks alleen al zo’n 5.000 kinderen aan diarree. Simavi werkt met 22 lokale partners vooral in de zuidwestelijke kustprovincies, de Char-Delta, en in de Chittagong Hill Tracts in het oosten van het land. Dit zijn de meest kwetsbare gebieden bij natuurrampen, waardoor de mensen hier bijzonder arm zijn. Simavi zet in op veilig drinkwater, sanitaire voorzieningen en preventieve gezondheidszorg. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar met arsenicum vervuilde waterputten. Driekwart van de bevolking heeft geen toegang tot veilig drinkwater.
Kindersterfte bijna 70 procent gedaald In 2010 heeft Simavi samen met partner Stichting Land Ontwikkeling Project Bangladesh (SLOPB) succes geboekt: de gezondheid van de bevolking is in het kustgebied sterk verbeterd. Meer dan 37.500 mensen kunnen nu veilig drinkwater halen vlakbij huis, in plaats van er kilometers voor te moeten lopen. Door veilig drinkwater, betere hygiëne en zorg voor moeders en kinderen is de kindersterfte gedaald van 40 gevallen in 2005 naar 12 in 2009. Echter, op het gebied van moedersterfte is er nog veel te doen. Zo sterven in Bangladesh 570 van de 100.000 vrouwen in het kraambed. Dit komt ondermeer omdat slechts één op de vijf vrouwen bevalt onder toezicht van een gekwalificeerd persoon als een arts of verloskundige. Om de oorzaken van moedersterfte te reduceren startte Simavi samen met Rutgers WPF in juli 2010 een programma in elf districten. In dit programma geven vijf lokale organisaties voorlichting op het gebied van reproductieve en seksuele gezondheid. Daarnaast trainen ze dienstverleners om mensen kundig te begeleiden en werken ze aan efficiënte dienstverlening om de inwoners van de districten snelle en makkelijke toegang te geven tot de juiste hulp. Opzienbarende afname sterfgevallen aan Malaria In het afgelegen berggebied Chittagong Hill Tracts werkt Simavi sinds vijf jaar met Christian Hospital Changragona (CHC). Met mobiele klinieken gaan gezondheidsmedewerkers naar de afgelegen en moeilijk te bereiken dorpen waar ze voorlichting geven over gezondheid via theater, volksliederen, dorpsbijeenkomsten en in de lessen op scholen. In de dorpen leidt CHC vrouwen op als basis zorgverleners. Die methode
28
Bangladesh Feiten : Hoofdstad :
Dhaka
Kindersterfte :
41 op de 1000
Moedersterfte :
570 op de 100.000
Levensverwachting (M/V) :
65,8 / 68,1
Aantal vrouwen 15-19 jaar die moeder worden :
72 op de 1000
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot schoon drinkwater :
Stedelijk 15 procent, platteland 20 procent
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot sanitaire voorzieningen :
Stedelijk 44 procent, platteland 48 procent
Bron: The state of world population 2010, UNFPA en Progress on sanitation and drinking water 2010 update, UNICEF en WHO.
Projectvoorbeeld
Een veilige bevalling voor Sabi In het afgelegen gebied Chittagong Hill Tracts biedt al vijf jaar samen met Christian Hospital Changragona (CHC) in de meest afgelegen dorpen zorg via mobiele klinieken. In de dorpen leidt CHC vrouwen op als gezondheidswerkers, de basic medical workers (bmw’s). Steeds meer richten de mensen zich op hen dan op de traditionele genezers. De mobiele klinieken behandelen zo’n 4500 mensen per jaar, de lokale bmw’s 9000 mensen.Het verhaal van Sabi is een goed voorbeeld van hoe CHC werkt.
Bij opname in het ziekenhuis bleek ze een erg lage hemoglobine te hebben. Er waren eerst drie bloedtransfusies nodig voordat Sabi kon bevallen via een keizersnede. Een gezonde babyjongen kwam ter wereld: twee kilo zwaar en zonder tekenen van dwerggroei. Het herstel ging voorspoedig, maar omdat Sabi zo ver moest reizen naar huis, besloten de dokters van CHC haar nog een paar weken daar te houden. Tot ze sterk genoeg was om naar huis te gaan.
Sabi is 22 jaar en woont met haar familie in een dorp vijf kilometer lopen over de heuvels van de mobiele kliniek in Horinchara. Horinchara ligt zelf meer dan twee uur reizen per auto en boot vanaf het CHC-ziekenhuis. Sabi is een van de vijf kinderen in een gezin, en is geboren met een groeiafwijking. Ze is nooit groter geworden dan één meter lang. Op een dag ontdekte een bmw in het dorp dat Sabi zwanger was. Deze probeerde Sabi ervan te overtuigen een mobiele kliniek te bezoeken voor prenatale zorg, omdat de geboorte wel eens een groot probleem voor Sabi zou kunnen worden vanwege haar kleine gestalte. Dat wilde Sabi niet. Ze moest werken op het veld voor haar familie. De bmw kon het niet loslaten en meldde het aan de medewerkers van de mobiele kliniek. Die besloten Sabi op te zoeken. Ze kreeg ijzer- en foliumzuurtabletten en werd overtuigd toch naar een medische spreekuur te komen. Daar bleek de baby goed gegroeid te zijn. Toch was iedereen het eens dat de geboorte problematisch zou worden. Met 38 weken werd Sabi naar het CHC gebracht om daar te bevallen.
Medisch directeur Mong Stephen Chowdhury weet het zeker. Als de bmw er niet was in het dorp en het CHCteam niet had ingegrepen, was de bevalling voor Sabi heel moeilijke geweest. ‘Heel waarschijnlijk zouden zowel Sabi als de baby zijn overleden. Zelfs in het westen met alle technologie voorhanden zijn bevallingen bij patienten met een aangeboren groeiafwijking, zoals Sabi, zeer moeilijk te beheersen en vol risico’s.’ Alle kosten voor de zorg van Sabi kwamen voor rekening van CHC, aangezien Sabi’s familie te arm is om te betalen voor zorg.
29
Nepal ‘Betere toegang tot water en sanitatie door kleine leningen’ Nepal is nog steeds een van de armste landen ter wereld. Bijna de helft van de bevolking leeft beneden de armoedegrens. Vooral het gebrek aan veilig drinkwater en goede sanitaire voorzieningen speelt daarbij een grote rol. Ziektes door het drinken van vervuild water komen veel voor. Een derde van de sterfgevallen zijn kinderen onder de vijf jaar, die vooral overlijden aan diarree.
in Nepal, waaronder NEWAH (Nepal Water for Health). Deze organisatie speelt een belangrijke rol, omdat zij zelf lokale organisaties traint, zelf projecten in dorpen implementeert, maar ook samen met andere partners lobbyt voor beter beleid op het gebied van water en sanitatie. Halverwege 2010 is een groot water, sanitatie en hygiëneproject van start gegaan, dat in 2009 is ontwikkeld.
Een duidelijk antwoord van de Nepalese overheid op de schrijnende water- en sanitatiecrisis in het land is er niet. Sinds het afschaffen van de monarchie in 2008 is het weliswaar rustiger, maar een stabiele regering ontbreekt en de nieuwe grondwet die in 2010 af zou zijn, is ook nog niet klaar. 2010 was wederom een onrustig jaar, met een enorme inflatie, veel blokkades, demonstraties en onlusten. Hierdoor kwamen verschillende Simavi-projecten noodgedwongen tijdelijk stil te liggen, omdat reizen onmogelijk was geworden of omdat de situatie te onveilig was. Simavi werkt met een vijftal partners
Voorlichting Lokale partner Restless Development werkt aan het trainen van lokaal overheidspersoneel om gezondheidsdiensten in dorpen aan te bieden en voorlichting te geven over het belang van hygiëne en het gebruik van wc’s. De organisatie kreeg het afgelopen jaar een terugslag toen een internationale donor zich terugtrok, vanwege de financiële problemen door de economische crisis. Voordat het door Simavi ondersteunde project van start is gegaan, heeft een herijking van het projectprogramma plaatsgevonden, om toch een realistisch
30
Nepal Feiten : Hoofdstad :
Kathmandu
Kindersterfte :
38 per 1000
Moedersterfte :
830 per 100.000
Levensverwachting (M/V) :
66,6 / 68,2
Aantal vrouwen 15-19 jaar die moeder worden :
101 per 1000
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot schoon drinkwater :
Stedelijk 7 procent, platteland 13 procent
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot sanitaire voorzieningen :
Stedelijk 49 procent, platteland 73 procent
Bron: The state of world population 2010, UNFPA en Progress on sanitation and drinking water 2010 update, UNICEF en WHO.
Alliantie met een aantal lokale partners in Nepal, waaronder de organisaties ENPHO, BSP en NEWAH.
programma te implementeren. In overleg met Simavi werd niet alleen het programma inhoudelijk aangepast, maar ook de geografische omvang ervan. Resultaten zullen nog steeds worden geboekt, zij het in een kleiner gebied. Restless Development en Simavi zullen in 2011 blijven zoeken naar fondsen om het originele programma te kunnen financieren en daarmee een groter geografisch gebied te kunnen bereiken. Een ander project dat in 2009 startte, behaalde succes in 2010. Friends Service Council Nepal (FSCN) richt zich in het westen van Nepal met haar voorlichting over hygiëne op de meest achtergestelde bevolkingsgroepen. Het afgelopen jaar organiseerde FSCN deze voorlichting onder meer in de vorm van theatervoorstellingen. Daar kwam bijvoorbeeld het belang van goed je handen wassen in naar voren. Met de shows wist FSCN het afgelopen jaar duizend mensen te bereiken. Heel wat meer bereik behaalde de partner met voorlichtingsprogramma’s via de radio in acht verschillende regio’s. Maar liefst 4,5 miljoen mensen werden bereikt met de speciale radioprogramma’s. Verder hebben medewerkers van de organisatie ook direct voorlichting op scholen gegeven. Met geld van Simavi heeft FSCN verder vier sanitaire voorzieningen en negen watervoorzieningen gebouwd op scholen.
Revolving Funds Een ander onderdeel in het project van FSCN is hoe ze via het motiveren van mensen tot een kleine lening, werkt aan de directe toegang tot veilig drinkwater. Met een kleine lening kunnen dorpsbewoners een toilet bouwen. De leningen komen uit de zogeheten ‘revolving funds’, gemeenschappelijke fondsen op dorpsniveau. In 2010 zette FSCN in vijf dorpen zulke fondsen op. Deze worden beheerd door het dorp zelf. Wanneer een dorpsbewoner zijn lening terugbetaalt, kan een ander lid van deze gemeenschap geld lenen om een sanitaire voorziening te bouwen. Het fondsensysteem had in 2010 als resultaat dat er 91 toiletten gebouwd zijn, waarvan 752 mensen profijt hebben. Kanttekening hierbij is dat de bouw van de toiletten bemoeilijkt werden door de moesson die van juni tot en met augustus liep. Verder is Simavi het afgelopen jaar druk bezig geweest met het organiseren van de WASH (Water and Sanitation Hygiene)-
31
Indonesië ‘Mentaliteitsverandering voor betere gezondheid’ drinkwater. En slechts een derde maakt gebruikt van ‘improved’ sanitatie. In april 2010 is Simavi in arme gebieden in het oosten van Indonesië met het SHAW-programma gestart, het Sanitatie, Hygiëne en Water programma. In vier jaar tijd zullen 150.000 huishoudens worden bereikt om via een mentaliteitsverandering een betere gezondheid te krijgen (zie verhaal hiernaast).
Hoewel Indonesië economisch groeit, is er veel armoede. Eén op de twee Indonesiërs moet met minder dan 2 dollar per dag rondkomen. In de rurale gebieden heeft 30 procent van de bevolking geen toegang tot veilig drinkwater en maakt slechts een derde gebruik van verbeterde sanitatie. Alhoewel de overheid direct geld geeft aan arme huishoudens, blijven veel verder gelegen gebieden in NTT, Molukken en vooral Papua achter en is de armoede daar het grootst. De slechte infrastructuur en grote afstand van het economisch centrum op Java, zorgen dat in die gebieden de prijzen voor alledaagse levensbehoeften vele malen hoger liggen en de zorgverlening een stuk lager. Maar ook op Java heerst veel armoede. Daarnaast heeft Java te maken met natuurrampen. In oktober 2010 moesten tienduizenden inwoners vluchten vanwege de uitbarstingen van vulkaan Merapi. Tot 25 kilometer van de vulkaan werd een veiligheidszone ingesteld. Zo was ook het nieuwe veldkantoor van Simavi in Jogjakarta enige tijd niet bereikbaar. Enorme hoeveelheden as zijn uitgespuugd over de stad wat voor veel hinder zorgde. Lokale partnerorganisatie CD Bethesda van Simavi heeft in het rampgebied medische ondersteuning geboden en organisatie YDD heeft voor noodvoorzieningen gezorgd zodat de bewoners toegang hadden tot drinkwater en gebruik konden maken van een wc. De toegang tot sanitatie en veilig drinkwater loopt in de rurale gebieden van Indonesië nog ver achter. In de rurale gebieden heeft 30 procent van de bevolking geen toegang tot veilig
Indonesië Feiten : Hoofdstad :
Jakarta
Kindersterfte :
24 per 1000
Moedersterfte :
420 per 100.000
Levensverwachting (M/V) :
69,5 / 73,5
Aantal vrouwen 15-19 jaar die moeder worden :
101 per 1000
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot schoon drinkwater :
Stedelijk 11 procent, platteland 29 procent
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot sanitaire voorzieningen :
Stedelijk 33 procent, platteland 64 procent
Bron: The state of world population 2010, UNFPA en Progress on sanitation and drinking water 2010 update, UNICEF en WHO.
32
Interview
Voorbeeldverhaal over SHAW bepaalt veelal of er geld wordt uitgegeven voor voorzieningen. Bovendien zal hij het toilet moeten bouwen. Het is dus zaak om beiden te motiveren.’
‘Inwoners ervaren dat hygiëne van levensbelang is’
Wat is er bijzonder aan dit project? ‘Bewoners betalen mee aan de sanitaire voorzieningen. Doordat de mensen hun eigen toilet bouwen, voelen ze zich meer verantwoordelijk voor de sanitaire voorzieningen. Als ze weten dat ze hiermee medische kosten besparen, willen ze de investering wel doen. De totale kosten voor een eenvoudig toilet worden geschat op 10 dollar. Waar nodig, helpen de bewoners ook elkaar.’
Het bouwen van toiletten en het zorgen voor veilig drinkwater heeft alleen nut als mensen er zelf verantwoordelijk voor worden en hygiënisch mee omgaan. Met deze gedachte startte Simavi in april 2010 in het oosten van Indonesië het SHAWprogramma (Sanitation, Hygiene And Water). Martin Keijzer is programmacoördinator en woont en werkt sinds september 2010 voor Simavi in Yogyakarta. Hij licht het programma toe.
Wat hoopt Simavi met de Indonesische overheid te bereiken?
SHAW richt zich met name op armere en meer afgelegen gebieden, zoals Flores, Timor, Papua en Sumba. In deze gebieden is goede hygiëne vaak ver te zoeken. Dorpelingen halen drinkwater uit dezelfde rivier, als waar ze ook hun behoefte bij doen, beschikken vaak niet over afgesloten toiletruimtes en wassen hun handen niet met zeep. Een kleine 40 procent beschikt over een veilig toilet.
‘Dat het belang van sanitatie en hygiëne door de overheid wordt uitgedragen en er een soort gemeentelijke gezondheidsdienst komt die zorgt voor kennisoverdracht tot in de kleinste dorpen. Zodat er een veilige leefomgeving ontstaat voor de inwoners van oostelijk Indonesië.’
Hoe wil het SHAW programma dit aanpakken? ‘Door een mentaliteitsverandering op gang te brengen. Door bewoners te laten ervaren dat goede hygiëne hun kinderen gezond houdt. En dat ze met het gebruik van een toilet, minder snel ziek worden en zo medische kosten besparen. Het programma is gebaseerd op de Community-Led Total Sanitation, de zogeheten CLTS-benadering. SHAW Indonesië wil in 4 jaar tijd 150.000 huishoudens bereiken. Dat zijn 600.000 tot 700.000 mensen.’
Hoe krijg je de bewoners bewust van het belang van hygiëne? ‘De nadruk ligt op het vertellen dat ontlasting veel gevaarlijke bacteriën bevat. Je kunt je voorstellen dat overal vliegen op zitten, zowel op de ontlasting als op het eten. Als een baby rond kruipt en dan de vingers in de mond steekt, kan hij ook besmet raken.’
Hoe snel pakken bewoners dit op? ‘We praten veel met dorpsoudsten en proberen dorpsbewoners te vinden die het verband tussen hygiëne en gezondheid snel inzien. Als we hen kunnen overtuigen, dan kunnen zij de kennis overdragen aan hun dorpsgenoten. Dit is een continu proces.’
Wat is de rol van mannen en de rol van vrouwen? ‘Indonesië kent een traditionele cultuur. Vrouwen regelen alles rondom het huis, dus ook het water en de hygiëne. De man
Martin Keijzer: ‘ Veel praten met de dorpsoudsten.’
33
India ‘Steeds meer aandacht voor gezondheidsbeleid op dorpsniveau’ jaar gaf ze trainingen over het belang van water en sanitaire voorzieningen en hoe je deze kunt verbeteren. Maar ook over wat de rechten zijn van de dorpelingen en hoe ze de overheid ter verantwoording kunnen roepen. Er namen ongeveer driehonderd mensen aan deel in 2010. Verder heeft Seba Sangha in verschillende dorpen een gemeenschapslatrine – een gezamenlijk toilet - gebouwd om daarmee te laten zien hoe dat werkt en heeft ze vrouwenorganisaties versterkt op het gebied van microkrediet en het gezamenlijk sparen.
India is in opmars en heeft een van de snelst groeiende economieën ter wereld. Desondanks kent het land bittere armoede en nog steeds een van de hoogste cijfers van moedersterfte ter wereld. 2010 was voor de vijf deelstaten waar Simavi actief is een roerig jaar: politieke onrust, stakingen, protestdemonstraties, corruptie maar ook hevige regenval en uitzonderlijke hitte belemmerden de projecten. Een probleem waar meerdere projecten van Simavi tegenaan lopen in India is het gebrek aan implementatie van nationaal gezondheidsbeleid op lokaal en regionaal niveau. Omdat het beleid op deelstaat- en districtsniveau niet goed wordt uitgevoerd, kunnen de mensen in de dorpen weinig gebruik maken van het gezondheidssysteem. Door organisaties te steunen, die zich richten op de toegang tot gezondheidszorg van de regering, wil Simavi hier verandering in brengen. Dat gebeurt onder meer door het opleiden van door de regering aangestelde lokale gezondheidswerkers (ASHA’s) en vrouwengroepen, door het vergroten van het bewustzijn onder dorpsbewoners en door een sterke lobby te voeren richting de regering. En er wordt eindelijk vooruitgang geboekt. 2010 laat zien dat gezondheidsdiensten steeds meer de lokale bevolking in afgelegen gebieden bereiken.
Afgesloten In 2010 heeft Simavi drie nieuwe projectaanvragen goedgekeurd: CINI en NEEDS op het gebied van moeder- en kindzorg en RCDC op het gebied van water, sanitatie en hygiëne. In Sikkim kende het VHAS-netwerk, dat Simavi ondersteunt, het eerste succes. Het netwerk werkt aan de capaciteitsopbouw van zeventien lokale kleine ngo’s, zodat deze helemaal zelfstandig projecten kunnen uitvoeren. De ngo’s krijgen training in beheer van financiën, personeelsmanagement en projectbeheer. Ook krijgen ze geld om zelf kleinschalige projecten uit te voeren en daarvan te leren. Als ze sterk genoeg zijn kunnen ze zelfstandig bij Simavi of een andere donor aankloppen. Na vijf jaar capaciteitsopbouw is één van de ngo’s, HVS, nu sterk genoeg, want vanaf 2010 werft ze nu zelf geld. Daarnaast geeft HVS in tien dorpen in Sikkim voorlichting over moeder- en kindzorg aan gezondheidswerkers, geestelijken, aanstaande moeders maar ook aan vaders. Verder is Simavi het afgelopen jaar erg druk geweest met het vormen van allianties in India, in het kader van de bredere SRGR-alliantie, waarin Simavi een voortrekkersrol heeft.
Een goed voorbeeld van een partner die daarbij helpt is Seba Sangha. Deze lokale partner heeft het afgelopen jaar hard gewerkt aan opleiding van de lokale bevolking in WestBengalen, zodat de lokale bevolking de infrastructuur voor water en sanitatie beter zelf kunnen beheren. Seba Sangha richt zich daarbij vooral op vrouwen en jongeren. Het afgelopen
India Feiten : Hoofdstad :
New Delhi
Kindersterfte :
52 per 1000
Moedersterfte :
450 per 100.000
Levensverwachting (M/V) :
69,5 / 73,5
Aantal vrouwen 15-19 jaar die moeder worden :
68 per 1000
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot schoon drinkwater :
Stedelijk 4 procent, platteland 16 procent
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot sanitaire voorzieningen :
Stedelijk 33 procent, platteland 64 procent
Bron: The state of world population 2010, UNFPA en Progress on sanitation and drinking water 2010 update, UNICEF en WHO.
34
Interview
Zelf opkomen voor je gezondheid Hoeveel mensen zijn geholpen door jullie aanpak?
In het Sundergarth-district in de Indiase deelstaat Orissa drogen elk jaar de waterbronnen op in de hete zomers. Nu dat water door een dalend grondwaterpeil ook in de winter steeds moeilijker bereikbaar wordt is veilig drinkwater standaard een schaars goed geworden in de streek. Simavi pakt dit probleem aan met de water- en sanitatieaanpak van de lokale partner SRADHA (Society for Rural Advancement and Democratic Humanitarian Action).
‘Ongeveer 53.210 mensen hebben in 2010 toegang gekregen tot veilig drinkwater, en 42.160 mensen kregen relevante en juiste informatie over sanitatie en hygiëne en toegang tot verbeterde sanitaire voorzieningen.’
Lobby en belangenbehartiging zijn dus erg belangrijk in het project. Hebben jullie te maken met corruptie?
Zo’n 60 procent van de bevolking in Sundergarth leeft onder de armoedegrens, negen maanden per jaar is er waterschaarste en kinder- en moedersterftecijfers zijn hier hoog. Dit komt vooral door een slechte toegang tot gezondheidszorg, hygiëne en door gebrek aan sanitatie en veilig drinkwater. In 2007 introduceerde SRADHA in twee gemeenschappen haar wateren sanitatieaanpak, wat ertoe leidde dat in die gemeenschappen zeker 20 procent nu toegang heeft tot een latrine. Dat project liep in 2010 af. SRADHA wil vooral de mensen zelf laten opkomen voor hun rechten op goede gezondheid en toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen. Zodat ze uiteindelijk zelf hun leefsituatie kunnen verbeteren.
‘Vaak is het moeilijk om lokale overheidsofficials voor ons te winnen, door corruptie of politieke bemoeienis. We maken daarom ook wel eens gebruik van Satyagraha, passieve demonstraties van groepen, zoals Gandhi dat ook deed, om op te komen voor hun rechten.’
Wat zijn verder uitdagingen? ‘Er is momenteel veel onrust in het veld door de activiteiten van Naxalieten, Maoistische opstandelingen, waaronder bomaanslagen op gemeenschappelijke voorzieningen, zoals scholen, gezondheidsposten en gemeenschapshuizen die door de overheid zijn opgezet. De vrijwilligers van SRADHA en het netwerk van ngo’s blijven werken. Ze hebben een missie.’
Wat houdt de aanpak nu precies in? Directeur Hrudananda Behera van SRADHA: ‘ Onze aanpak was er op gericht om grondwatervoorraden aan te vullen door regenwater op te vangen en te bewaren. Daarmee was er weer water verkrijgbaar in de waterbronnen. SRADHA heeft samen met andere partijen de mensen geleerd hoe dat moest. Daarnaast heeft ons netwerk van ngo’s veilig drinkwater, sanitaire voorzieningen en afvalbeheer geïntroduceerd in de dorpen. En we hebben de mensen geleerd hoe ze dat voor elkaar krijgen via bestaande overheidprogramma’s. De aanpak was bedoeld om de gemeenschap te betrekken door capaciteitsversterking, training, informatievoorziening en om gemeenschappelijke gezondheidscommissies op te zetten.’
Wat hebben jullie in 2010 precies gedaan? ‘Capaciteitsversterking van de mensen in de dorpen zodat ze op lokaal niveau beter hun belangen kunnen behartigen en kunnen lobbyen voor betere toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen. We hebben ze geïnformeerd over bestaande overheidsprogramma’s waar ze anders niet van hadden geweten. De lokale commissies hebben ook succesvolle druk uitgeoefend op de overheden voor een adequate hoeveelheid zorgmedewerkers in de gemeenschappen. Ook is het aantal overheidsmedewerkers op het gebied van gezondheid, water en sanitatie gegroeid.
35
Zambia ‘Besef van betere hygiëne door voorlichting’ belangrijke impact in het publieke domein hebben op het op grote schaal verbeteren van sanitatie en hygiëne. In 2011 werken Simavi en Village Water Zambia verder aan het verbeteren van de leefomstandigheden van 135 lokale gemeenschappen en 23 scholen in de Kaoma- en Mongu-districten.
Nog steeds leeft 70 procent van de Zambianen onder de armoedegrens. En dat terwijl het land enorme rijkdommen in de grond heeft zitten. De inkomsten uit de winning van koper, kobalt en zink, gaan echter vooral naar het buitenland. Met name op het platteland ontbreekt het aan basisvoorzieningen. Daardoor sterven jaarlijks 12.200 kinderen onder de vijf jaar aan de gevolgen van zieken zoals diarree. In 2010 kondigde de Zambiaanse overheid aan de eigen landbouw te versterken en daar veel meer banen te creëren. Landbouw is voor de gewone Zambiaan een veel belangrijkere inkomstenbron dan de export van koper. Dezelfde overheid stond in 2010 nog steeds onder verdenking van corruptie. In 2009 zetten Nederlandse en Zweedse organisaties daarom hun hulpgelden stop, dit jaar eiste een Engelse organisatie haar hulpgeld zelfs terug. Simavi werkt met betrouwbare partners in Zambia, die directe steun verlenen aan de mensen waarvoor de hulp is bedoeld. 2010 was verder een jaar van heftige regenval en van een fel debat over het wel of niet verplicht testen op hiv/ aids. Een op de zeven Zambianen is besmet met het virus, maar nog geen 15 procent laat zich erop testen. Simavi werkt in Zambia vooral in de afgelegen gebieden van de Western, Eastern en North-Western Provinces aan projecten op het gebied van gezondheid, water en sanitatie. In dat laatste deel van het land werkt Simavi samen met de lokale partner Zambia Water and Sanitation Alliance (ZWASA). Het project Kasempa Community Water, Sanitation and Hygiene Education zorgde er in 2010 vooral voor om mensen via voorlichting bewuster te maken van de noodzaak van betere hygiënepraktijken. En dat lukte. Honderden mensen leerden dankzij ZWASA onder meer hoe belangrijk het is om goed je handen te wassen, water goed te bewaren, latrines goed te onderhouden en goed schoon te maken. In het Kaoma-district in Zambia werkte Simavi het afgelopen jaar samen met Village Water Zambia. Deze partner sloot in 2010 een succesvol programma af, waarbij een begin is gemaakt aan het bouwen van waterputten en toiletten in deze regio. Doel is om over drie jaar alle dorpen en scholen te hebben voorzien van veilig drinkwater en betere sanitatievoorzieningen. Voorlichting speelt ook bij dit project een belangrijke rol. Met alleen de bouw van waterputten en latrines ben je er nog niet. In 2010 hebben ruim 2200 mensen gezondheidsvoorlichting gekregen, ruim 1500 mensen voorlichting over preventie van hiv/aids en zo’n 700 mensen kregen toegang tot veilig drinkwater. Ruim 5500 mensen kregen de nodige informatie over hygiëne en evenzoveel over het verbeteren van sanitaire voorzieningen. In 2010 ontving Village Water Zambia een AMCOW AfricaSan Award voor haar werk. De prijs honoreert instellingen die met hun activiteiten een
36
Zambia Feiten : Hoofdstad :
Lusaka
Kindersterfte :
87 per 1000
Moedersterfte :
830 per 100.000
Levensverwachting (M/V) :
46,7 / 47,8
Aantal vrouwen 15-19 jaar die moeder worden :
142 per 1000
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot schoon drinkwater :
Stedelijk 13 procent, platteland 60 procent
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot sanitaire voorzieningen :
Stedelijk 41 procent, platteland 57 procent
Bron: The state of world population 2010, UNFPA en Progress on sanitation and drinking water 2010 update, UNICEF en WHO.
37
Tanzania Steeds meer mannen mee naar de kliniek 2010 is een relatief rustig jaar geweest voor Tanzania. De verkiezingen eind oktober zijn zonder grote spanningen verlopen en hebben geleid tot herverkiezing van de zittende partij, de CCM. Ondanks de politieke stabiliteit is voor het voor de plattelandsbevolking, waar 80 procent van de bevolking van Tanzania woont, niet makkelijk het hoofd boven water te houden. Voedsel- en benzineprijzen stegen sterk en de landbouwgrond wordt steeds schaarser wegens langdurige droogte en gebruik van niet-duurzame landbouwtechnieken.
voor een checkup. Dit is nog altijd niet vanzelfsprekend omdat mannen bang zijn in de kliniek een hiv/aidstest te moeten ondergaan. Het project was zo succesvol in het doorverwijzen van zwangere vrouwen naar gezondheidsklinieken dat er bijna een tekort aan schoon bevallingsmateriaal is ontstaan. Wel blijkt uit het project dat het lastig blijft het stigma voor hiv/aidsgeïnfecteerden te doorbreken, met als gevolg dat mensen niet durven uit te komen voor hun ziekte en er nog steeds veel baby’s met het virus worden geboren.
Meer dan de helft van alle geboorten op het platteland in Tanzania gebeurt nog altijd zonder geschoold personeel, slechts 40 procent van de bevolking heeft toegang tot veilig drinkwater en nog geen 20 procent heeft toegang tot schone toiletten. Inmiddels lijden maar liefst 2,5 miljoen mensen aan het hiv/aidsvirus.
HAPA zette daarnaast het Hygiëne en Sanitatie Demonstratie Centrum op dat een belangrijke functie heeft in de regio om omliggende dorpen enthousiast te maken voor het bouwen van een eigen toilet. Vanuit omringende regio´s en zelfs buurlanden van Tanzania is veel interesse ontstaan voor het voorbeeldtoilet voor gehandicapten.
Simavi is momenteel actief in vijf plattelandsregio’s: Tabora, Iramba, Arusha, Iringa en Dodoma. Op het gebied van veilig drinkwater ondersteunt Simavi lokale gemeenschappen, onder meer bij het opzetten en registreren van zelfstandig opererende watercommissies. Deze commissies zijn verantwoordelijk voor het, beheer en onderhoud van eenvoudige en betaalbare watervoorzieningen. Simavi moedigt, lokale overheden en de private sector daarbij aan om financiële en technische ondersteuning te geven.
HAPA heeft in 2010 4.231 mensen bereikt met informatie over HIV/AIDS en reproductieve gezondheidszorg. 1.540 mensen hebben toegang tot veilig drinkwater en informatie over schone toiletten en hygiëne gekregen.
Op het gebied van SRGR maakt Simavi mannen, vrouwen en jongeren bewust van hoe seksueel overdraagbare aandoeningen te voorkomen zijn en hoe de verspreiding van hiv/aids en onveilige zwangerschappen verminderd kan worden. Onder meer door mannen te betrekken bij activiteiten rond veilige zwangerschappen, bevallingen en gezinsplanning. Traditionele vroedvrouwen worden bijgeschoold in het veilig begeleiden van zwangerschappen en het doorverwijzen naar gezondheidsklinieken. Voor de projecten in Tanzania stond 2010 vooral in het teken van de ontwikkeling van een gezamenlijk programma voor zowel de SRGR- als de WASH-alliantie. Eind 2010 is echter bekend geworden dat, vanwege bezuinigingen, Tanzania niet langer onderdeel uitmaakt van de WASH-alliantie. Desondanks zal Simavi in Tanzania blijven streven naar de ontwikkeling van programma’s van preventieve gezondheidszorg die hand in hand gaan met gezond drinkwater en betere sanitaire voorzieningen. Op het gebied van gezondheidszorg boekte de door Simavi gesteunde organisatie HAPA (Health Action Promotion Association) in het Iramba-district succes in 2010. Steeds meer mannen begeleiden hun zwangere vrouw naar een kliniek
38
Tanzania Feiten : Hoofdstad :
Dodoma
Kindersterfte :
60 per 1000
Moedersterfte :
950 per 100.000
Levensverwachting (M/V) :
56,1 / 57,7
Aantal vrouwen 15-19 jaar die moeder worden :
130 per 1000
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot schoon drinkwater :
Stedelijk 20 procent, platteland 55 procent
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot sanitaire voorzieningen :
Stedelijk 68 procent, platteland 79 procent
Bron: The state of world population 2010, UNFPA en Progress on sanitation and drinking water 2010 update, UNICEF en WHO.
39
Ghana ‘Afname moeder- en kindersterfte’ met vier lokale partnerorganisaties kende een succesvol opstartjaar. Dit programma zal vanaf 2011 gefinancierd worden met MFS II-subsidie, middels de WASH-alliantie. Het water en sanitatie programma van INTAGRAD heeft in 2010 een mid-term evaluatie gehad. De geleerde les was, dat mensen alleen kredieten willen hebben als ze daarmee economische activiteiten kunnen ontwikkelen. Zodat ze het geld weer kunnen terugbetalen. Daarom wilde niemand een krediet van INTAGRAD nemen voor de bouw van een latrine. De evaluator heeft samen met de dorpscomités en INTAGRAD de oplossing gevonden: INTAGRAD heeft inmiddels extra middelen gekregen om op een innovatieve manier microkrediet voor latrines te verstrekken: Tweederde van het krediet is voor economische activiteiten en een derde is voor de bouw van de huishoudlatrine. Met de winst uit de economische activiteiten kan de latrine worden terugbetaald. INTAGRAD rapporteert dat dit veel beter werkt. De eindrapportage verwacht Simavi in 2011.
2010 was een bijzonder jaar voor Ghana. Niet alleen eindigde het land het hoogste van alle Afrikaanse landen bij het WK voetbal, ook is dit jaar begonnen met een belangrijke inkomstenbron: het winnen van olie. Het levert Ghana naar verwachting jaarlijks 1 miljard dollar op. Door sommigen wordt gevreesd dat de olie tot meer conflicten leidt en dat de opbrengsten slechts ten goede komen aan een kleine elite, zoals zo vaak het geval is in olierijke landen. Ghana geldt bestuurlijk gezien als voorbeeld voor andere Afrikaanse landen. Simavi hoopt dat de belangen rondom de olie-inkomsten hier geen terugval in veroorzaken. Aandacht voor versterking van het bestuur, de democratie en het maatschappelijk middenveld blijven nodig voor een stabiele en rechtvaardige ontwikkeling van het land. Simavi werkt vooral in het noorden van Ghana, dat veel armer is dan het zuiden. Zo werkt Simavi samen met de Presbyterian Church aan een gezondheidsproject dat in 2010 afliep. Simavi ondersteunde de gezondheidsactiviteiten van deze organisatie, vanuit de rurale klinieken, in de Upper East Region. Door de etnische strijd in en rond Bawku liep het project vertraging op. Het was vaak onveilig voor personeel om te reizen of ergens te gaan werken. Uiteindelijk heeft het project toch goede resultaten geboekt. Zo is er een flinke toename bereikt van het gebruik van de aangeboden gezondheidszorg voor (aanstaande) moeders en jonge vrouwen. Ter illustratie: er zijn meer bevallingen onder toezicht van getraind personeel (van 39% naar 72% van de bevallingen). Ook tieners weten nu de weg naar de klinieken te vinden voor vragen en problemen rondom seksualiteit, terwijl voor 2008 geen enkele tiener ooit zelfstandig hiervoor een kliniek bezocht. Dit duidt er tevens op dat de mannen, als hoofden van de huishoudens, toestemming zijn gaan geven aan hun vrouwen voor zelfstandig bezoek aan de klinieken, en voor bevallingen in de klinieken. Dit alles resulteerde (volgens interviews en niet statistisch aangetoond) in een belangrijke afname van de moeder- en kindsterfte in de regio. Simavi is in gesprek met deze partner over een voortzetting van het project. ISODEC Tamale is een partner van Simavi die in veertien districten van de Northern Region werkt aan de verbetering van de seksuele en reproductieve gezondheidszorg. Het afgelopen jaar heeft ISODEC gewerkt aan het opzetten van een nieuw programma, waarvan het voorstel nu op tafel ligt. Simavi moet nog een goede financieringsbron voor dit programma zoeken. Door de bezuinigingen op de MFS II-subsidies is Ghana buiten de SRGR-alliantie gevallen en zal er geen subsidie voor dit programma zijn. Het water, sanitatie en hygiëne programma van New Energy
40
Ghana Feiten : Hoofdstad :
Dodoma
Kindersterfte :
60 per 1000
Moedersterfte :
950 per 100.000
Levensverwachting (M/V) :
56,1 / 57,7
Aantal vrouwen 15-19 jaar die moeder worden :
130 per 1000
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot schoon drinkwater :
Stedelijk 20 procent, platteland 55 procent
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot sanitaire voorzieningen :
Stedelijk 68 procent, platteland 79 procent
Bron: The state of world population 2010, UNFPA en Progress on sanitation and drinking water 2010 update, UNICEF en WHO.
Interview
Zelf opkomen voor je gezondheid Tijdens de Estafette voor Wereldmoeders doneerden de deelnemende Milleniumgemeenten in totaal ruim 21.000 euro aan het zogeheten ‘Child Survival Project’. Daarin werkt lokale partner HFFG (Hope for Future Generations) hard om de kinder- en moedersterfte in dit gebied te verminderen. Daarbij moet het opboksen tegen lokaal bijgeloof en taboes.
daalde in het gebied het aantal gevallen van malaria met 47 procent en groeide het gebruik van geboortebeperking met ruim 20 procent. In 2010 hebben we 12.870 kinderen ingeënt tegen de zes dodelijkste ziektes voor kleine kinderen. Daarnaast hebben we 4805 vrouwen bereikt. Nu in de tweede fase gaan we verder in meer dorpen.’
In het Ajumako Enyan Essiam District is er één ziekenhuis dat voor de meeste mensen in de afgelegen gebieden nagenoeg onbereikbaar is. In de dorpen zijn de mensen voor zorg afhankelijk van traditionele vroedvrouwen, kruidendokters en spirituele kerken. Zo worden veel ziekten, zoals malaria en epilepsie, verklaard vanuit bovennatuurlijke krachten. Om daar verandering in te brengen leidt HFFG vrijwilligers op in de dorpen: gezondheidswerkers die zelf zorg kunnen verlenen, maar ook de traditionele vroedvrouwen. De voorlichting gebeurt onder meer met theatervoorstellingen en quizzen, maar ook trainingen en het organiseren van dorpsbijeenkomsten. ‘We willen ons doel bereiken door mensen te voorzien van toegang tot betaalbare gezondheidsdiensten’, legt uitvoerend directeur van HFFG Cecilia Lodonu-Senoo uit. De organisatie richt zich vooral op vrouwen en kinderen in de 35 dorpen in het district, maar ook mannen krijgen voorlichting.
Is het moeilijk om tradities te doorbreken? ‘Heel moeilijk als het gaat om de meeste gezondheidskwesties. Zo hebben vrouwen en meisjes, en daardoor dus ook kinderen, traditioneel het meest te lijden hier. Met dank aan de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Sommige gezondheidszaken worden gezien als hekserij of straf van de goden. Er is veel tijd, voorlichting en een gevoelige aanpak nodig om dat te doorbreken. Door taboes op bepaald eten ontstaan er voedingsproblemen onder zwangere vrouwen en kinderen. Getuigenissen van mededorpsbewoners zijn erg belangrijk.’
Wat zijn de grootste uitdagingen verder? ‘De slechte wegen. Het is moeilijk om de mensen te bereiken, zeker tijdens het regenseizoen. Naast het voertuig dat Simavi doneerde, hebben we twee hele oude motoren die regelmatig onderweg kapot gaan.. Maar de grootste uitdaging zijn de activiteiten van de kruidendokters en het spirituele kamp. Hun werk zit ons project in de weg.’
Wat hebben jullie bereikt in die eerste fase? ‘De opbouw van capaciteit van de gezondheidswerkers in de gemeenschappen. De vrijwilligers deden hun werk goed: ze mobiliseerden de gemeenschappen, gaven voorlichting over hygiëne en verwezen mensen door naar gezondheidsdiensten. In de eerste fase van het project
41
Malawi Fietsambulances en geheime moeders Simavi zette haar samenwerking met waterbedrijf VEI (Vitens-Evidens International) in Malawi voort om de lokale waterschappen van de steden Lilongwe en Blantyre te ondersteunen. Simavi heeft een adviseur ingehuurd om onderzoek te doen naar de haalbaarheid van huisaansluitingen op water voor stedelijke gebieden met lage inkomensgroepen en mogelijkheden voor microfinanciering. Het resultaat van deze studie zal in april 2011 bekend worden.
Malawi is een van de armste landen ter wereld. De toegang tot diensten, goederen en mogelijkheden is zeer ongelijk verdeeld. Bovendien kampt Malawi met een van de hoogste hivbesmettingen ter wereld. Simavi werkt in Malawi met haar lokale partners aan de millenniumdoelen 3: Alle vrouwen en mannen gelijkwaardig, 5: vermindering moedersterfte en 7: meer mensen met toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen. De lokale partner Freshwater Malawi werkt in het zuiden van Malawi. In 2010 voorzag Freshwater de gemeenschappen hier van twaalf fietsambulances en leidde ze vijfentwintig ‘geheime’ moeders op. Deze geheime moeders geven in de gemeenschappen advies aan zwangere vrouwen, zonder dat dit publiekelijk bekend wordt. Al deze activiteiten waren gericht op het faciliteren van meer gezondheidszorg voor zwangere vrouwen en het verminderen van moedersterfte in het gebied. Freshwater Malawi heeft daarnaast vier Community Based Management (CBM) sessies en verschillende bewustwordingscampagnes in de gemeenschappen uitgevoerd. Dit heeft er in 2010 toe geleid, dat leden van de gemeenschappen in de regio 11.952 verbeterde latrines bouwden. 1250 mensen verkregen toegang tot de watervoorziening in hun gemeenschap. Het Freshwater project heeft in deze afgelegen gebieden met succes bijgedragen aan de verwezenlijking van de millenniumdoelen. De gemeenschappen werden vanaf het begin betrokken bij het project en ook voorzien van voldoende informatie en praktische kennis over hun gezondheid. Hierdoor bleken ze ook enthousiast en vastberaden om te doen wat nodig is om hun gezondheid te verbeteren.
Simavi zette haar samenwerking met waterschap Brabantse Delta voort om een oplossing te vinden voor de riolering van het Nkhoma ziekenhuis. Deze samenwerking werd uitgebreid met de uitwisseling van informatie en discussies met het Malawi Medisch Werk team (MMWT), die ook betrokken is bij het renovatieplan van hetzelfde ziekenhuis. Simavi wacht op de verhuizing van het ziekenhuis en het verschijnen van een definitief renovatieplan om te beslissen of verdere steun van Simavi nog noodzakelijk is. In 2010 was Simavi ook actief in twee Nederlandse allianties (SRGR en WASH) met het ontwikkelen van vijfjarige programma’s die aansluiten op de specifieke behoeften van Malawi. Na een inhoudelijke analyse zijn geschikte partners geïdentificeerd en is er een relevant inhoudelijk programma ontwikkeld. Hoewel beide allianties financiering ontvangen van de Nederlandse overheid, zag de WASH alliantie zich gedwongen terug te trekken uit Malawi, als gevolg van bezuinigingen. Desalniettemin zal Simavi haar partners blijven ondersteunen op het gebied van water en sanitatie en hygiëne, in de komende jaren nu puttend uit andere bronnen.
Malawi Feiten : Hoofdstad :
Lilongwe
Kindersterfte :
78 per 1000
Moedersterfte :
1100 per 100.000
Levensverwachting (M/V) :
53,7 / 55,4
Aantal vrouwen 15-19 jaar die moeder worden :
135 per 1000
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot schoon drinkwater :
Stedelijk 5 procent, platteland 23 procent
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot sanitaire voorzieningen :
Stedelijk 49 procent, platteland 43 procent
Bron: The state of world population 2010, UNFPA en Progress on sanitation and drinking water 2010 update, UNICEF en WHO.
42
Oeganda ‘Partner wint prijs voor beste ngo op het gebied van water en sanitatie’
de uitvoering van de betrokken projecten. Verder zijn er in 2010 geen nieuwe projecten gestart in Oeganda en geen nieuwe partnerrelaties aangegaan. Simavi concentreerde zich het afgelopen jaar met name op de bestaande relaties. Een tweetal van deze projecten zijn erg succesvol. EMESCO is een organisatie die zich bezighoudt met gezondheidsbevordering via betere toegang tot water en sanitatie en door het trainen van gezondheidswerkers en traditionele vroedvrouwen. In 2010 zijn er in totaal door deze lokale partner bijna 34.500 mensen getraind. Bijna 700 huishoudens heeft betere toegang gekregen tot veilig drinkwater, in totaal bijna vijfduizend mensen. Daarnaast kregen 584 huishoudens een latrine, 1143 huishoudens water en 1079 huishoudens nieuwe muskietennetten. Een andere partnerorganisatie JESE (Joint Effort to Save the Environment), die zich met hulp van Simavi inzet voor betere water en sanitatie, heeft in 2010 de prijs gewonnen voor ‘Beste ngo op het gebied van WATSAN’ (water en sanitatie) in Oeganda. Een mooie beloning voor het goede werk waarmee de organisatie bezig is.
2010 was een roerig jaar voor Oeganda. Het land kreeg te maken met de uitbraak van ziektes, waaronder gele koorts, bomaanslagen door Somalische terroristen, homohaat, conflicten tussen president Museveni en regionale koningen en vooral corruptie, die de ontwikkelingshulp aan het land behoorlijk in de weg zit. Zo ook voor Simavi. Met één Simavi partner, URHB, werd de relatie beëindigd vanwege sterke vermoedens van corruptie en gebrek aan transparantie. URHB weigerde een team van accountants toe te laten tot haar administratie, toen deze in opdracht van Simavi een onderzoek wilde instellen naar aanleiding van een anonieme melding. Dit was voor Simavi reden alle banden te verbreken. Simavi heeft het afgelopen jaar hard gewerkt aan het ontwikkelen van een nieuw programma op het gebied van SRGR in Oeganda. Door de bezuinigingen en de verbreking van deze SRGR-relatie is in november besloten hier voorlopig van af te stappen. Het belangrijkste resultaat van Simavi in Oeganda van het afgelopen jaar is het identificeren van programma’s voor de WASH-alliantie en kijken welke in het kader van de MFS-gelden worden uitgevoerd. Simavi is trekker van het proces voor de identificatie van landen en formulering bij het WASH-programma. Hiervoor is, net als in andere landen waar de alliantie werkt, in maart 2010 een grote studie gedaan. In april werd de eerste bijeenkomst georganiseerd om deze te valideren, in november was er een tweede bijeenkomst, waarbij alle partners de planning voor 2011 en het bestuursmodel met elkaar hebben besproken. Op basis daarvan worden de plannen gemaakt voor
Oeganda Feiten : Hoofdstad :
Kampala
Kindersterfte :
70 per 1000
Moedersterfte :
550 per 100.000
Levensverwachting (M/V) :
53,4 / 54,8
Aantal vrouwen 15-19 jaar die moeder worden :
150 per 1000
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot schoon drinkwater :
Stedelijk 13 procent, platteland 60 procent
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot sanitaire voorzieningen :
Stedelijk 41 procent, platteland 57 procent
Bron: The state of world population 2010, UNFPA en Progress on sanitation and drinking water 2010 update, UNICEF en WHO.
43
KENIA Seksuele voorlichting verplicht op scholen belang van het goed laten inenten van kinderen, prenataal onderzoek, en over de gevaren van het thuis bevallen. Samen met de aanstaande moeders wordt een geboorteplan besproken. GLUK is begonnen met het motiveren van vrijwilligers door een bonusvergoeding te geven op basis van geleverde prestatie. Bijvoorbeeld op basis van het aantal vrouwen dat naar het ziekenhuis is gegaan om te bevallen. De eerste resultaten zijn goed.
In 2010 verliepen de verkiezingen vreedzaam rond de vernieuwing van de grondwet. Met de nieuwe scheiding van de macht over wetgevende, uitvoerende en rechterlijke machten kunnen goede stappen worden gemaakt tegen de heersende corruptie. Deze grondwetsvernieuwing is erg belangrijk voor de partners van Simavi in het land. Zo kunnen ze makkelijker opkomen voor de belangen van de inwoners, met name op lokaal niveau. In Kenia werkt Simavi vooral in het westen van het land, waar er veel problemen zijn met hiv/aids besmetting. Naast gezondheidsprojecten werkt Simavi in deze regio aan wateren sanitatieprojecten. Veel hiv/aids besmetting vindt plaats omdat er een gebrek aan kennis is, en omdat mensen er niet over kunnen praten en vanwege de traditionele manier waarop met seks wordt omgegaan. Er is bovendien weinig toegang tot anticonceptie, dat vooral verkrijgbaar is voor getrouwde stellen. Simavi werkt al jaren aan het bestrijden van hiv/aids in Kenia. Daarbij wordt vooral ingezet op voorlichting voor jongeren op scholen en buiten scholen op het gebied van seksualiteit, het trainen van vaardigheden, het weerbaar maken van jongeren, zodat ze beter keuzes kunnen maken. De jongeren krijgen les en organiseren bijeenkomsten met medescholieren om anderen voor te lichten en worden getraind om jongeren te begeleiden. Dat doet Simavi onder meer met partner CSA (Centre for the Study of Adolescence) en SAIPEH (Support Activities in Poverty Eradication and Health ). Lees meer daarover in het interview hiernaast. Lobbywerk kreeg in 2010 een belangrijk resultaat: het lesprogramma ‘Life skills’ met aandacht voor seksuele voorlichting is verplicht geworden op scholen. Daar heeft onder meer lokale partnerorganisatie CSA (Centre for the Study of Adolescents) een belangrijke rol in gespeeld. Ook moedersterfte is een probleem waar Simavi met partners aan werkt. De belangrijkste oorzaken voor de hoge moedersterftecijfers zijn dat complicaties te laat worden onderkend, er te veel tijd nodig is om een ziekenhuis te bereiken als het fout gaat. Daarnaast is er gebrek aan geld, personeel en materiaal in het ziekenhuis zelf. Omdat thuisbevallingen in Kenia volgens de overheid niet veilig zijn mag je in Kenia niet meer thuis bevallen. Maar het gebeurt nog steeds omdat veel mensen niet naar het ziekenhuis of kliniek kunnen of willen gaan. GLUK, de Diocese of Kakamega, en de Sisters of Mary of Kakamega werken aan het terugdringen van moedersterfte door het trainen van gezondheidswerkers en vrijwilligers (community health workers) die voorlichting geven over onder meer het
44
Kenia Feiten : Hoofdstad :
Nairobi
Kindersterfte :
60 per 1000
Moedersterfte :
560 per 100.000
Levensverwachting (M/V) :
55,0 / 56,0
Aantal vrouwen 15-19 jaar die moeder worden :
104 per 1000
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot schoon drinkwater :
Stedelijk 17 procent, platteland 48 procent
Aantal mensen zonder verbeterde toegang tot sanitaire voorzieningen :
Stedelijk 73 procent, platteland 68 procent
Bron: The state of world population 2010, UNFPA en Progress on sanitation and drinking water 2010 update, UNICEF en WHO.
Interview
Jongeren inzetten om jongeren te bereiken omdat we vanuit de regering ze niet meer kregen aangeleverd. Ook hebben we behoorlijk wat jongeren bereikt die nu, voordat ze gaan trouwen, eerst willen weten of zijzelf of hun partner besmet zijn. Dat was daarvoor niet het geval.’
In het afgelegen Mumias District in Kenia is gezondheidszorg schaars. De gezondheidsdiensten die er zijn sluiten bovendien niet aan op de jeugd. SAIPEH, lokale partner van Simavi in het gebied, maakt daarom gebruik van jongeren om urgente maar moeilijke onderwerpen als hiv/ aids besmetting en seksuele reproductieve gezondheid aan te snijden bij hun leeftijdgenoten.
Hoe maak je zulke moeilijke onderwerpen bespreekbaar ? ‘We hebben veel met theater gedaan, over onderwerpen als welke gezondheidsdiensten er beschikbaar zijn, hoe je besmetting van moeder op kind kan voorkomen, en over stigma’s en discriminatie waarmee hiv/aids-besmette mensen te maken hebben. Met theater doorbreken we barrières. Het is erg effectief gebleken, mensen raken erg betrokken.’
De afgelopen drie jaar heeft SAIPEH (Support Activities in Poverty Eradication and Health), met hulp van Simavi, community health workers opgeleid, dorpelingen die zelf zorg kunnen verlenen aan aidspatiënten en voorlichting geven over gezondheid in het algemeen, maar ook peer educators die zich richten op hiv/aids preventie. Afgelopen augustus rondde SAIPEH in Kenia dit project af. Projectleider Justin Mutobera is tevreden. 75 procent van de doelen is behaald en veel netwerkcontacten opgedaan met lokale partners en overheid. ‘De mensen uit de dorpen kwamen niet zo snel bij de zorgdiensten, dus dan moet je wel de dorpen in’, legt Mutobera uit. ‘En wie is meer voor de hand liggend om informatie met jongeren te delen dan de jongeren zelf? Wij trainen hen daarvoor. En dat maakt bijvoorbeeld seksuele voorlichting makkelijker. Dat krijgen ze normaal van hun ouders, waardoor ze zich niet vrij voelen om zich uit te drukken.’
Jullie zetten dus ook traditionele leiders en ouderen in. Hoe krijg je die mee met zulke gevoelige onderwerpen? ‘Hiv/aids heeft al veel mensen hier in de regio het leven gekost. Daardoor zijn ze wel gaan luisteren. Ze hebben door dat het gevaarlijk is, en zijn daarom minder statisch om bepaalde tradities aan te pakken die het virus verder verspreiden. Zoals wife inheritance, waarbij een man bijvoorbeeld de vrouw van zijn overleden broer erft. Zonder het betrekken van de ouderen in de gemeenschap is dat heel moeilijk. Zij houden de tradities in stand. Daarom hebben we gekozen om ook de traditionele leiders in te zetten. En dat heeft effect.’
En met de peer educators kunnen ze dat wel? ‘Jazeker. We hebben een enorme impact gehad. Zo ’n 38 procent van de jongeren is condooms gaan gebruiken. Door het succes hebben we helaas wel op een gegeven moment de condooms op rantsoen moeten zetten,
45
Evaluaties
3.2.5 Monitoring en evaluatie
In 2010 heeft Simavi 24 projectevaluaties laten uitvoeren door externe consultants. Mid-term evaluaties leiden vaak tot het bijstellen van projectstrategieën, zoals bijvoorbeeld na de midterm evaluatie van het project van INTAGRAD uit Ghana. Dit project bood krediet aan voor huishoudlatrines. Slechts weinig mensen hadden hier interesse in, omdat ze met een latrine geen winst konden maken om het krediet terug te betalen. Op basis van deze bevindingen en aanbevelingen uit de evaluatie heeft INTAGRAD in samenspraak met Simavi besloten het krediet op te hogen van 50 cedis (ongeveer 25 euro) voor alléén de latrine, naar 150 cedis voor de latrine plus een renderende investering. Het project kreeg van Simavi een extra budget om het kredietfonds op te hogen. Met deze wijziging is de interesse in de kredieten en daarmee latrines in de tien dorpen van het project sterk gestegen. De dorpsbewoners moeten garant staan voor elkaars krediet. In april 2011 komt INTAGRAD met een eindrapport, waarin de resultaten van deze nieuwe aanpak worden gepresenteerd. Daarnaast krijgt INTAGRAD hulp bij het schrijven van een artikel waarin de ervaringen worden vastgelegd, en er wordt een kosten-batenanalyse gemaakt.
PME-systeem Simavi werkte ook in 2010 met haar individuele partners volgens een bestaande Planning, Monitoring en Evaluatie (PME)-systematiek. In de planningsfase, een gedegen beoordelingsprocedure van project- of programma-aanvragen, worden afspraken tussen de partner en Simavi contractueel vastgelegd. Na goedkeuring dienen de partners twee keer per jaar een inhoudelijke en financiële rapportage in, die wordt beoordeeld door Simavi. Daarnaast bezoekt een medewerker van Simavi de partners ongeveer eenmaal per jaar. Betaling van partners geschiedt in termijnen, afhankelijk van positieve tussentijdse beoordelingen. Ten slotte vinden externe evaluaties plaats, die meestal aan het einde van een programma worden afgenomen. Van alle externe evaluaties in een jaar maakt Simavi intern een ‘meta-evaluatie’ die de trends en leringen uit de individuele evaluaties haalt. Daarnaast laat Simavi eens per twee jaar tevredenheidonderzoeken onder de partners uitvoeren.
In sommige gevallen neemt Simavi de beslissing om een project te beëindigen of niet voort te zetten bij tegenvallende resultaten van een partner. Uit de evaluatie van JAC uit Bangladesh bleek dat de strategie op een aantal aspecten niet in lijn was met de strategie van Simavi. Het project werd niet voldoende gemanaged en het meten van de resultaten kreeg te weinig aandacht. Simavi heeft daarop besloten geen vervolgproject van JAC te ondersteunen.
Fraude voorkomen Simavi selecteert de partners zorgvuldig. Daarbij worden ook referenties van betrouwbare derden gevraagd en wordt soms extern vooronderzoek uitgevoerd. Ook door contacten te onderhouden met andere medewerkers dan de directie, en met mensen in de regio, helpt om tijdig signalen op te vangen bij interne organisatieproblemen.
Meta-evaluatie Simavi laat regelmatig studies naar haar werk uitvoeren, zoals (meta-) evaluaties van projecten, tevredenheidonderzoeken onder stakeholders, studies naar ontwikkelingen in de achterban, accountantsrapporten of evaluaties van specifieke activiteiten. Zo leert Simavi uit eigen ervaringen, en uit die van anderen, om de kwaliteit van het werk te bewaken en zich als organisatie aan te passen aan een veranderende omgeving. De meta-evaluatie van eind 2010 geeft een overzicht van de belangrijkste bevindingen ten behoeve van de kwaliteit van projecten, partners en evaluaties uit een representatieve selectie van projectevaluaties, uitgevoerd in de periode 2008-2010. Het rapport geeft daarnaast aanbevelingen voor het plannen en meten van resultaten en de kwaliteit van capaciteitsopbouw zoals aangestuurd door Simavi en de mate van coherentie tussen de doelstellingen van Simavi en het werk van de partners. Van alle in 2010 uitgevoerde evaluaties, zijn er vijftien geselecteerd voor de meta-evaluatie; zeven projecten in Afrika, zeven in Azië en één regio-overstijgend project. Er is gekeken naar een thematische onderverdeling: zeven projecten hebben water en sanitatie als hoofdthema, vijf projecten richten zich op gezondheidszorg, twee projecten omvatten zowel water en sanitatie als gezondheidszorg, en één project richt zich op capaciteitsopbouw. Doorgaans is capaciteitsopbouw door Simavi verweven in vrijwel alle projecten.
46
Belangrijkste uitkomsten : Interventiestrategie van Simavi en de partners in ontwikkelingslanden: a. Over het algemeen wordt Simavi’s doelgroep, de allerarmsten en vrouwen in afgelegen gebieden, daadwerkelijk bereikt ondanks de vaak beperkte toegankelijkheid, bijvoorbeeld vanwege het regenseizoen of een gebrekkige infrastructuur. b. Simavi’s partners kenmerken zich door een sterke en actieve betrokkenheid van lokale gemeenschappen bij de planning en uitvoering van activiteiten wat tot een grotere duurzaamheid van de activiteiten leidt. De grootste uitdaging blijkt te liggen in participatie van mannen en de allerarmsten bij projectactiviteiten. c. De meeste partners werken samen met lokale overheden of hebben zich dit als doel gesteld. Terwijl veel partners voorheen slechts gericht waren op dienstverlening, heeft een groot aantal partners inmiddels het belang ingezien van lobby om zo tot structurele verandering in overheidsbeleid te komen. Ofschoon dit een bemoedigende ontwikkeling is, zouden lobbyinitiatieven door partnerorganisaties strategischer ingezet kunnen worden zodat lokale en nationale overheden daadwerkelijk verantwoordelijkheid nemen om zorg te dragen voor een goede gezondheidszorg en watervoorziening. d. De technische kennis en capaciteit van partnerorganisaties om water- en gezondheidsprojecten te implementeren is over het algemeen goed. Er is nog wel ruimte voor verbetering ten aanzien van het systematisch plannen, monitoren en evalueren. e. De kwaliteit en bruikbaarheid van evaluaties loopt uiteen en is voor verbetering vatbaar, zo zouden evaluaties meer gestandaardiseerd kunnen worden. Simavi zou daarom baat kunnen hebben bij een evaluatiebeleid. Daarnaast zouden de evaluaties meer aandacht kunnen geven aan het verband tussen de programmaresultaten en de Strategische Visie van Simavi. Ondersteuning van Simavi aan de partners in ontwikkelingslanden: a. Hoewel capaciteitsopbouw een kerntaak is van Simavi, zou de aanpak consistenter kunnen en de nadruk meer op een institutionele benadering moeten liggen. Ook zou de voortgang van partners systematisch en coherent gemeten moeten worden. Dit wordt nu geadresseerd door een Leer-Werk-Traject (LWT) met PSO. Zie ook pagina 73. b. Simavi zou haar partners in ontwikkelingslanden actiever en meer gestructureerd moeten ondersteunen voor wat betreft het plannen, monitoren en evalueren van projecten. c. Actievere en praktische ondersteuning is ook gewenst ten aanzien van lobby- en netwerkactiviteiten. d. Het lerende vermogen van zowel de partnerorganisaties als van Simavi zelf zou onderdeel moeten zijn van een bredere ´leeragenda´.
Opvolging van de uitkomsten/aanbevelingen: Simavi heeft een organisatiescan ontwikkeld om de ontwikkeling van partners in de tijd te volgen. Deze tool werd eind 2010 uitgeprobeerd bij een partner in Ghana. De uitkomsten van dit onderzoek worden begin 2011 verwacht waarna de tool verder wordt uitgewerkt en in de loop van 2011 structureel ingezet om de capaciteit van organisaties te monitoren. Capaciteitsversterking is een belangrijk onderdeel binnen de nieuwe programma’s van 2010. Al naar gelang de behoefte van de partner worden specifieke trajecten van capaciteitsversterking aangeboden (zie deel 3.2.4 Capaciteitsversterking).
47
Partner-tevredenheidonderzoek
geselecteerd. De start van de implementatie van de nieuwe database is uitgesteld, omdat de nieuwe procedures vanuit het Ministerie en van Simavi nog niet bekend zijn. Gewacht wordt op de vormgeving van de exacte werkwijzen binnen de nieuwe allianties waarvan Simavi deel uitmaakt in het kader van de MFS-aanvraag. De voltooiing van de implementatie wordt in 2011 verwacht.
Simavi stelt in haar Strategische Visie 2009-2011 via een programmatische benadering met lokale partnerorganisaties te werken. Dit betekent intensiever samenwerken met een kleiner aantal organisaties om zo nog meer bij te kunnen dragen aan een betere gezondheid. In 2010 heeft een extern bureau een onderzoek uitgevoerd naar de tevredenheid van partners over het contact met Simavi. Hieruit kunnen lessen worden geleerd om partnerorganisaties beter van dienst te zijn. Aan alle partners is een enquête toegestuurd met vragen over de strategische visie van Simavi en welke veranderingen dit heeft voor hun organisatie, over hoe de communicatie met Simavi verloopt en over de dienstverlening van Simavi tijdens de uitvoering van het project. Bijna 60 procent van de partners heeft hierop gereageerd. Bij de gesloten vragen waren de antwoorden erg positief, tussen de 80 en 90 procent. Bij de open vragen kwamen wat verbeteringen als advies naar voren. De belangrijkste uitkomsten van het tevredenheidonderzoek zijn: •
•
•
• •
3.2.6 Samenvatting resultaten programma’s Goedgekeurde programma’s en projecten In 2010 keurde Simavi in totaal 33 nieuwe projecten en programma’s goed in de tien landen waar we werkzaam zijn. Het totaal bedrag van gecommitteerde projectgelden voor 2010 was 4.586.791 euro. Hiervan ging 4.409.256 euro naar nieuw te starten projecten en programma’s. Bij- en afboekingen op budgetten van lopende en afgesloten projecten en programma’s in 2010 hadden per saldo een waarde van 177.534 euro. In vergelijking met 2009 is er in 2010 in totaal iets minder geld besteed (ongeveer 60.000 euro minder) aan deze 33 projecten en programma’s. In 2009 was het aantal projecten en programma’s dat nieuw werd goedgekeurd 45. De tabel hieronder geeft een overzicht van het verloop van de grootte van de goedgekeurde projecten en programma’s over de laatste vier jaar.
Partnerorganisaties waarderen het jaarverslag en de strategische visie van Simavi. In de toekomst willen ze graag meer betrokken worden bij het opstellen van deze documenten. Partners waarderen de aanvraagprocedure voor een nieuw project; informatie is helder en procedures zijn transparant en worden goed geleid. Partners zijn heel tevreden over de communicatie met de medewerkers van Simavi. Deze medewerkers reageren volgens hen op tijd, geven hun bruikbare adviezen, zijn transparant en goed bereikbaar. Sommige partners geven aan dat ze een snellere reactie op hun e-mails en rapporten nodig hebben. De organisaties willen graag dat Simavi vaker hun project bezoekt en meer inhoudelijke ondersteuning geeft. De uitkomsten van dit onderzoek zijn binnen de gehele organisatie besproken. De verwachting is dat het aantal partners van Simavi in 2011 verder zal afnemen (meer grotere projecten en daardoor minder partners). Dit zal programmamedewerkers de mogelijkheid geven een betere relatie op te bouwen met partners en sneller met hen te communiceren. Bij de ontwikkeling van de nieuwe strategische visie zullen partners, net als in 2008, worden betrokken.
Het nieuwe PME-systeem Door de invoering van programmatisch werken in 2009 en verhoogde verantwoordingseisen van donoren is Simavi van mening dat een nieuwe database een must is. Daarom is in 2010 een uitgebreide procedure van start gegaan om een nieuwe database te selecteren. Eind 2010 is een potentiële leverancier
48
Jaar
Aantal projecten / programma’s Goedgekeurd
Totaal bedrag gecommitteerd
Gemiddeld bedrag per project / programma
Aantal en procent van totaal contract bedrag boven € 100.000
Aantal en procent van totaal contract bedrag boven € 200.000
2007
65
€ 5.530.435
€ 85,084
17 -> 26%
11 -> 17%
2008
83
€ 4.204.258
€ 50,654
11 -> 13%
6 -> 7%
2009
45
€ 4.848.632
€ 107.747
19 -> 42%
9 -> 20%
2010
33
€ 4.586.791
€ 138.994
11 -> 33%
11 -> 33%
2009-2011 gestelde streefwaarde van 20 procent. Van de nieuwe partners is er één die betrekking heeft op een groot programma in Bangladesh voor 595.796 euro dat bij het WASH-alliantieprogramma hoort. De contracthouder van dit programma is voor Simavi een nieuwe partner maar het programma wordt uitgevoerd door drie organisaties waarvan er één een bestaande Simavi-partner is. In Indonesië zijn twee projecten bij nieuwe partners (van particuliere initiatieven) via het stimuleringsfonds (zie particuliere initiatieven deel 3.3.3 Fondsenwerving) door Simavi gefinancierd. In India is er één project ondersteund in samenwerking met een Nederlandse stichting via de verdubbelingregeling (zie particuliere initiatieven deel 3.3.3 Fondsenwerving). Eén nieuwe partner in Bangladesh is ondersteund via een samenwerkingsverband van Nederlandse organisaties werkzaam in Bangladesh. De verdeling van de goedgekeurde projecten en programma’s in 2010 tussen Afrika en Azië is respectievelijk 56 procent en 44 procent. Dit is iets minder dan onze streefwaarde van 60 procent voor Afrika.
Naast de gecommitteerde bedragen is er in 2010 nog 1.709.000 euro direct uitgegeven aan het SHAW-programma in Indonesië. Het proces om naar een meer programmatische aanpak van het werk te gaan, -met meerjarige programma’s via goede, betrouwbare partnerorganisaties, die nauw samenwerken met diverse relevante actoren in hun districten-, is in 2010 duidelijk vorm gegeven. De elf contracten van boven de 200.000 euro zijn allemaal voor programma’s met een duidelijke samenwerking tussen verschillende relevante actoren, op één project na waarbij de partner alleen aan een programmatische aanpak werkt. Van deze elf programma’s zullen er vijf geheel of gedeeltelijk binnen de alliantieprogramma’s (WASH en SRGR) gaan vallen. 84 procent van het budget voor nieuw te starten programma’s en projecten is hiermee naar programma’s gegaan, het resterende budget naar projecten. Dit overstijgt de gestelde streefwaarde die Simavi hiervoor in haar strategische visie 2009 – 2011 had gesteld; namelijk tussen de 50 procent en 80 procent van het budget. Aan drie kleine projecten (contractbedrag onder de 10.000 euro), is samen 17.289 euro uitgegeven. Van deze kleine projecten is er één vanuit het stimuleringsfonds gefinancierd (zie hieronder), en één betrof een vooronderzoek naar een partner die een aanvraag had ingediend. Dit vooronderzoek heeft niet geleid tot een samenwerking met deze partner (Oeganda, HOFPD). Het andere kleine project betrof een bijdrage aan een groter project waarvan het grootste deel door een andere donor is gefinancierd. Simavi is medefinancier voor een specifiek onderdeel dat goed bij de visie en strategie van Simavi past (Ghana, HFFG). In 2010 zijn er voorstellen van vijf nieuwe partners goedgekeurd voor een totaalbedrag van 675.702 euro. Dit is 15 procent van het budget, minder dus dan de in de strategische visie
49
De thematische verdeling tussen de goedgekeurde projecten en programma’s in 2010 staat in de volgende tabel:
Thema
Gezondheid
procent van totaal gecommitteerde bedrag 2010 opmerking
Water, sanitatie en hygiëne
Gezondheid en water, sanitatie, hygiëne
54 procent
26 procent
20 procent Waarvan 86 procent naar seksuele en reproductieve gezondheidsrechten
Vertraging door extra trainingen
In 2010 is 41.678 euro vanuit het programmabudget gebruikt om in de betrokken landen de programma’s te ontwikkelen voor de WASH en SRGR-allianties. Het geld is ingezet om bijvoorbeeld bijeenkomsten en workshops in de betrokken landen te organiseren om de partners te betrekken bij discussies en het ontwikkelen van programma’s.
Elk jaar, en zo ook in 2010, lopen er enkele projecten en programma’s vertraging op met de uitvoering. Soms al bij de start van het project. Bijvoorbeeld een programma in Kenia waarbij een sterkere partner een aantal kleinere organisaties ondersteunde door middel van financiering en training in het ontwerpen en uitvoeren van kleinere projecten. Na de eerste trainingen bleken de kleinere organisaties nog niet in staat om behoorlijke projecten te formuleren en dus was extra training noodzakelijk. Dit leidde uiteindelijk tot enkele maanden vertraging. Toch zijn in december 15 kleine gezondheidsinitiatieven goedgekeurd binnen dit programma.
Afgewezen programma’s en projecten In 2010 heeft Simavi 393 aanvragen afgewezen waarvan het merendeel direct na het eerste verzoek om een project aanvraag te mogen indienen. Slechts vijf voorstellen werden afgewezen nadat er een beknopt voorstel was ingediend (PAF fase). Al de aanvragen zijn getoetst op land, regio binnen een land, onderwerp / thema en of het landenbeleid en budget mogelijkheden heeft om nieuwe partners en aanvragen op te nemen. Het merendeel (163) van de aanvragen werd afgewezen vanwege budgettaire beperkingen en omdat prioriteiten binnen de gekozen regio’s in de landen waar Simavi werkt anders lagen. 148 aanvragen werden afgewezen omdat de regio waar het project of programma zou worden uitgevoerd niet binnen het landenbeleid paste.
Terugtrekking andere donor door crisis In Nepal leidde de terugtrekking van een andere donor tot vertragingen in de start van een programma. Deze westerse donor had door de financiële crisis minder budget beschikbaar doordat ze minder rendement op hun beleggingen haalden. Simavi en de lokale partner hebben vervolgens het programma opnieuw besproken en aangepast aan de veranderde omstandigheden.
Resultaten
Nauwelijks communicatie in afgelegen gebied door uitval medewerker
Aan het eind van 2010 waren er via 143 partners in totaal 191 programma’s en projecten in uitvoering. De afgelopen jaren is een duidelijke daling van het aantal projecten en programma’s in uitvoering te zien: in 2007 waren het er 240, in 2008 247, en in 2009 226. De streefwaarde, zoals gesteld in de strategische visie 2009 -2011, van maximaal 165 lopende contracten is nog niet bereikt. Dit is voornamelijk veroorzaakt doordat het afbouwen van bestaande partnerschappen en contracten langer duurt dan verwacht was.
Bij een partner in een afgelegen geïsoleerd gebied in Malawi is het contract voor het project dat eind 2008 was goedgekeurd nooit toegestuurd en getekend. De oorzaak hiervoor was dat de coördinator ziek was geworden. De communicatie met haar vervanger is niet tot stand gekomen en de door hen verzochte aanpassingen in het budget hebben we niet kunnen bespreken. De e-mail- en telefoonverbindingen zijn in dit gebied slecht. De programmamedewerker van Simavi heeft tijdens een reis in 2009 geprobeerd contact te zoeken en ook een andere Simavi-partner verzocht dit te proberen. Beide pogingen zijn niet gelukt. Het project is daarom in 2010 door Simavi gestopt en het toegekende bedrag is teruggeboekt.
Wat ging niet goed in 2010 De meeste projecten en programma’s verliepen in 2010 zonder noemenswaardige problemen en meestal worden de gestelde doelen goed gehaald. Maar helaas zijn er ook altijd projecten en programma’s die niet zo lopen als verwacht.
50
Fraude voorkomen Over één partner in Oeganda ontvingen we berichten over verdenkingen van mismanagement (zie landenverhaal Oeganda op pagina 43). In reactie daarop heeft Simavi een gerenommeerd accountantskantoor ingeschakeld om ter plaatse bij de partner op kantoor een onderzoek uit te voeren. Volgens de procedures van Simavi is de partner 24 uur voordat dit onderzoek zou plaatsvinden hierover ingelicht. De partner was echter niet bereid om de onderzoekers toe te laten. Nadat een tweede verzoek ook niet werd gehonoreerd is de relatie met deze partner beëindigd en de partner op een lijst van niet te vertrouwen partners geplaatst. Andere bekende donoren en referenties van deze partner zijn geïnformeerd door Simavi over de verdenkingen en de uitkomst van het onderzoek. Uit het onderzoek bleek dat deze partner sterk was verweven met een andere (oude) Simavi-partner. Met die relatie is ook het contact verbroken.
51
Tabel Goedgekeurde Projecten 2010 Partnerorganisatie
Hoofdthema
Bedrag gecommitteerd in 2010
Totale budget
Afrika Ghana AFORD
Water en Sanitatie
-
13.218
CASE
Gezondheid
-
6.678
CSO platform on GSFP
Water en Sanitatie
-
10.000
Dodzi
Water en Sanitatie
32.421
32.421
HFFG
Gezondheid
7.396
204.162
INTAGRAD
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
131.113
ISODEC
Gezondheid
-
125.199
NABOCADO
Water en Sanitatie
-
157.475
New Energy
Water en Sanitatie
-
367.431
NPHS
Gezondheid
-
123.199
PAPADEV
Gezondheid
-
41.122
PPADF
Water en Sanitatie
-
87.549
PRHSBE
Gezondheid / Water en Sanitatie
10.767
28.901
Simli AiD
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
324.514
SRGR Programma ontwikkeling
Gezondheid
9.778
9.778
TREND
Water en Sanitatie
-
113.886
21.323
Totaal bij- en afgeboekt op lopende projecten
Totaal Ghana
€ 81.685
€ 1.776.646
Kenia CABDA
Water en Sanitatie
345.342
345.342
CSA
Gezondheid
344.613
344.613
Diocese of Kakamega
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
117.586
KAMADEP
Water en Sanitatie
-
259.796
Lengu Letu Trust
Gezondheid / Water en Sanitatie
12.000
12.000
LVCT
Gezondheid
70.000
70.000
NEHCIP
Water en Sanitatie
-
140.042
OSIEA + AMwA
Gezondheid
35.000
70.000
PSO / PME Workshop Kenya (CSA)
Gezondheid
-
30.000
Rotary Club Machakos
Water en Sanitatie
SAIPEH
Gezondheid
SANA
Water en Sanitatie
13.982
13.982
214.299
297.365
-
242.066
SMK
Gezondheid
-
69.439
TICH
Gezondheid
-
297.751
-12.078
Totaal bij- en afgeboekt op lopende projecten
Totaal Kenia
€ 1.023.158
52
€ 2.309.982
Partnerorganisatie
Hoofdthema
Bedrag gecommitteerd in 2010
Totale budget
-
154.450
Malawi CAVWOK
Gezondheid / Water en Sanitatie
CHAM
Gezondheid
-
20.800
CHAM
Gezondheid
-
70.000
COYIDA
Water en Sanitatie
-
214.428
DCHC
Gezondheid
-
152.936
FCR
Gezondheid
-
53.156
FPAM
Gezondheid
-
151.455
Fresh Water
Water en Sanitatie
-
142.273
HVP
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
170.609
MWF
Water en Sanitatie
47.080
47.080
Nkhoma
Water en Sanitatie
-
16.148
PRDO
Water en Sanitatie
-
31.963
Presbyterian Church
Gezondheid
-
86.112
SRGR Programma Ontwikkeling
Gezondheid
14.321
21.653
YONECO
Gezondheid / Water en Sanitatie
236.673
252.040
-24.837
Totaal bij- en afgeboekt op lopende projecten
Totaal Malawi
€ 273.237
€ 1.585.103
35.000
35.000
-
291.015
Oeganda Cesvi
Gezondheid
EMESCO
Gezondheid / Water en Sanitatie
FORUD
Water en Sanitatie
-
213.816
HEWASA
Water en Sanitatie
-
300.000
HOFPD
Gezondheid
4.143
4.143
JESE
Water en Sanitatie
-
93.742
NETWAS
Water en Sanitatie
-
222.185
URHB
Gezondheid
-
151.708
WASH Programma Ontwikkeling
Water en Sanitatie
17.579
26.681
WaterAid
Water en Sanitatie
-
391.557
20.017
Totaal bij- en afgeboekt op lopende projecten
Totaal Oeganda
€ 76.739
€ 1.729.847
Tanzania AGOTA
Gezondheid
-
87.486
AMKA
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
9.015
CBHCC
Gezondheid / Water en Sanitatie
312.887
384.355
53
Bedrag gecommitteerd in 2010
Totale budget
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
49.630
DHWSSP
Water en Sanitatie
-
7.500
HAPA
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
314.103
MAMADO
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
314.103
PATUU
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
216.015
SHIPO
Water en Sanitatie
-
216.015
Partnerorganisatie
Hoofdthema
CMSR
TDFT
Water en Sanitatie
331.329
545.386
UFUNDIKO
Water en Sanitatie
-
49.791
WaterAid
Water en Sanitatie
-
442.861
-4.054
Totaal bij- en afgeboekt op lopende projecten
Totaal Tanzania
€ 640.162
€ 2.677.050
Zambia CWOC
Water en Sanitatie
-
19.355
MBCB
Gezondheid
-
21.621
RFDP
Water en Sanitatie
10.000
25.489
St. Pauls
Gezondheid / Water en Sanitatie
98.965
98.965
Thandizani
Gezondheid
-
97.477
346.174
492.097
35.000
70.000
-
44.278
VWZ
Water en Sanitatie
YWA
Gezondheid
ZWASA
Water en Sanitatie
2.600
Totaal bij- en afgeboekt op lopende projecten
Totaal Zambia
€ 492.739
€ 869.282
Zimbabwe Batsiral Group
Gezondheid
-
99.226
LGDS
Water en Sanitatie
-
151.800
Morgenster
Water en Sanitatie
-
57.594
-
Totaal bij- en afgeboekt op lopende projecten
Totaal Zimbabwe
€-
€ 308.620
TOTAAL AFRIKA
€ 2.587.720
€ 11.256.530
77.500
77.500
AZIE Bangladesh Aloshika
Gezondheid / Water en Sanitatie
AOSED
Water en Sanitatie
-
187.252
APUK
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
230.029
54
Bedrag gecommitteerd in 2010
Totale budget
Gezondheid
-
67.418
BDS
Gezondheid
-
95.281
CBSDP
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
62.037
Partnerorganisatie
Hoofdthema
AWAC
CDS
Water en Sanitatie
31.616
102.741
CHC
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
172.651
DORP
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
230.201
DSK
Gezondheid
-
111.429
DUS
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
73.573
GUS
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
127.930
JAC
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
73.080
RDRS
Gezondheid
20.000
20.000
SLOPB
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
412.000
SUSG
Water en Sanitatie
-
78.718
UTTARAN
Water en Sanitatie
595.796
595.796
VERC
Gezondheid
-
296.160
149.325
Totaal bij- en afgeboekt op lopende projecten
Totaal Bangladesh
€ 874.237
€ 3.013.796
-
46.686
India AKSSUS
Gezondheid
BISWA
Water en Sanitatie
-
157.445
BREAD
Gezondheid
-
44.810
BVHA
Gezondheid
-
91.566
CHAI
Gezondheid
-
70.375
CHC
Gezondheid
-
35.110
CINI
Gezondheid
42.756
42.756
CUS
Water en Sanitatie
-
34.600
DORD
Gezondheid
-
46.089
HCH
Gezondheid
-
83.409
IDF
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
64.825
JUS
Gezondheid
-
62.865
NEED
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
47.787
NEEDS
Gezondheid / Water en Sanitatie
412.748
432.081
NJH
Gezondheid
-
148.038
OPEN
Gezondheid
-
59.995
Prayas
Gezondheid
-
30.000
RCDC
Water en Sanitatie
387.022
508.442
Seba Sangha
Water en Sanitatie
-
75.893
55
Bedrag gecommitteerd in 2010
Totale budget
25.000
25.000
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
280.535
Water en Sanitatie
-
165.000
Partnerorganisatie
Hoofdthema
SEGC
Gezondheid
SEWA SRADHA SSDC
Water en Sanitatie
-
110.627
VHAS
Gezondheid
-
138.636
20.440
Totaal bij- en afgeboekt op lopende projecten
Totaal India
€ 887.966
€ 2.802.570
-
34.425
Indonesië DABF
Water en Sanitatie
GKE
Gezondheid
-
158.641
PELKESI
Gezondheid
-
200.000
PERDHAKI
Gezondheid
-
50.268
RSB
Water en Sanitatie
11.400
11.400
Yapkesmas GKST
Gezondheid
-
34.411
YDD
Water en Sanitatie
-
224.928
YDD, CD Bethesda, Rumsram (SHAW Indonesië)
Water en Sanitatie
-
200.000
YMP
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
130.681
209.919
209.919
5.750
5.750
YMP
Water en Sanitatie
YSI
Gezondheid
-
Totaal bij- en afgeboekt op lopende projecten
Totaal Indonesië
€ 227.069
€ 1.260.423
-
21.352
Nepal BSP
Water en Sanitatie
ENPHO
Water en Sanitatie
-
45.757
Eye Cara Foundation
Gezondheid
-
2.750
FSCN
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
212.625
HKIN
Gezondheid
-
70.219
KSD
Gezondheid
-
10.595
NEWAH
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
769.810
Rainbow Foundation
Water en Sanitatie
-
8.700
RD (former SPW)
Gezondheid
-
145.231
Vajra
Gezondheid / Water en Sanitatie
-
107.914
4.799
Totaal bij- en afgeboekt op lopende projecten
Totaal Nepal TOTAAL AZIE
56
€ 4.799
€ 1.394.953
€ 1.994.071
€ 8.471.742
Bedrag gecommitteerd in 2010
Totale budget
Water en Sanitatie
5.000
5.000
School Sanitation Prgr. (Simavi, Water en Sanitatie ICCO, WASTE)
-
18.000
Partnerorganisatie
Hoofdthema
Wereldwijd / Regionaal NWP
-
Totaal bij- en afgeboekt op lopende projecten
TOTAAL
€ 5.000
€ 23.000
€ 4.586.791
€ 19.751.272
3.3 Simavi in Nederland: communicatie en fondsenwerving Naast het financieren en begeleiden van onze partners in ontwikkelingslanden kent ons werk in Nederland nog drie disciplines. 1. Nederlanders betrekken bij ontwikkelingssamenwerking; 2. Fondsenwerving; 3. Beleidsbeïnvloeding in Nederland en internationaal. Hoewel deze disciplines elk hun eigen specifieke aanpak en expertise vereisen, overlappen ze elkaar in de praktijk en worden ze in de projecten vaak geïntegreerd; donateurswerving zonder een inhoudelijke boodschap is niet duurzaam, beleidsbeïnvloeding zonder een legitimerende achterban is moeizaam. We streven daarom in onze activiteiten zoveel mogelijk naar een geïntegreerde benadering van deze disciplines. Om ons beperkte budget zo gericht mogelijk in te zetten zijn onze doelgroepen vastgesteld in een merkdocument. We richten ons op: • • • • • •
Donateurs, collectanten (met name vrouwen tussen de 45 en 65 jaar); Het algemene publiek (met name vrouwen tussen de 45 en 65 jaar); Tropenartsen, kinderartsen, huisartsen, verloskundigen, gynaecologen en verpleegkundigen; Basisschoolleerlingen; Serviceclubs, vermogensfondsen, midden- en kleinbedrijf, gemeenten, waterschappen en waterleiding bedrijven; Pers, beleidsmakers en politici.
57
3.3.1 Het werkgebied van Simavi in Nederland Samen met tijdschrift esta, de Millenium Gemeenten, de VNG, de Nationale Postcode Loterij, Belvilla, MYBODY, WellWater organiseerde Simavi in Nederland voor de tweede keer de Estafette voor Wereldmoeders om meer aandacht te vragen voor milleniumdoel 5 vermindering van moedersterfte. Lees verder op pagina 76.
Op 23 maart liepen meer dan zesduizend leerlingen zes kilometer water met zes liter water op hun rug tijdens het wandelevenement Wandelen voor Water. Daarbij haalden ze geld op bij familieleden, buren en kennissen. De 94 scholen die voor Simavi liepen haalden in totaal 130.600 euro op, een bedrag dat verdubbeld werd door Aqua for All. Lees meer op pagina 59.
Ieder jaar nemen tientallen mensen Simavi op in hun testament. Wanneer iemand een nalatenschap aan Simavi schenkt, dan gaat dat geld voor 100 procent naar het goede doel o mdat goede doelen geen successierechten hoeven te betalen. N otaris Mr. A.J. Hoogendoorn legt uit hoe dat werkt. Lees verder op pagina 66.
In Yerseke ontving Saar Bom een koninklijke onderscheiding voor v rijwilligerswerk voor onder meer Simavi. Veertien jaar lang is ze coördinator geweest voor de Nationale Collecte van Simavi in de vissersplaats. In 2010 is ze daarmee gestopt. Wel liep ze nog mee als collectant om een g ezamenlijk bedrag van 1660 euro op te halen voor Simavi. Lees verder op pagina 64.
Met hulp van de verdubbelingregeling van Simavi zijn Wim Uijttewaal en Maryvon Franken in 2010 begonnen met de bouw van 22 toiletten op de twee lagere scholen rond het dorp Jego in Kenia. Wim en Maryvon zetten zich al vijf jaar met hun eigen Stichting Shirika Steunt Kenia in voor deze dorpen. Lees verder op pagina 70.
58
3.3.2 Nederland betrekken bij ontwikkelingssamenwerking Simavi ziet het als deel van haar missie om mensen in Nederland te betrekken bij ontwikkelingssamenwerking in het algemeen en bij haar eigen werk en thema’s in het bijzonder. We stimuleren mensen zich actief in te zetten voor mensen in ontwikkelingslanden, op een manier die bij hen past. Alleen informatie geven is daarvoor niet genoeg. Mensen moeten dingen beleven om ergens echt over na te denken en er een emotionele band mee te krijgen. Daarom mobiliseren we mensen met diverse evenementen.
Wandelen voor Water
Hoge Noot
Zes kilometer lopen met zes liter water op de rug. Dat is wat 6.300 leerlingen van groep 7 en 8 op 23 maart tijdens het evenement Wandelen voor Water deden voor het goede doel. De zes kilometer en zes liter staan voor wat kinderen in ontwikkelingslanden gemiddeld moeten dragen voor de dagelijkse watervoorziening voor hun familie. Wandelen voor Water – een initiatief van Aqua for All – is georganiseerd rond de internationale Wereld Water Dag, dat in 2010 voor de 17e keer plaatsvond. Tijdens het evenement leerden de kinderen tijdens gastlessen op school over de noodzaak van veilig drinkwater en goede hygiëne in ontwikkelingslanden, waarna ze dus zelf de zes kilometer met zes liter water op hun rug liepen om zo te ervaren wat hun leeftijdsgenootjes in veel ontwikkelingslanden dagelijks moeten doen; kilometers lopen om drinkwater te halen. Ook lieten de leerlingen zich sponsoren door ouders en familie om zo geld op te halen voor het werk van Simavi. In totaal deden er 94 scholen en 6.300 leerlingen mee voor Simavi, een flinke stijging ten opzichte van de 75 scholen en 3.500 leerlingen die in 2009 meededen. De leerlingen haalden maar liefst 130.600 euro op. Dat bedrag is verdubbeld door Aqua for All. De actie werd verder gesteund door waterbedrijven Dunea, PWN en WMD. En door het Zuiderzeemuseum, het Museon, COS Zuid-Holland en Natuur en Milieucentrum Weizigt.
Zingend voorlichting geven. Dat is een methode die vaak wordt gebruikt In ontwikkelingslanden, vooral als het gaat om voorlichting over gezondheid en moeilijke thema’s als seksuele gezondheid. Ook in de programma’s van Simavi is het een beproefde methode. Met die boodschap heeft Simavi in 2010 zanggroepen in Nederland aangeschreven met het verzoek benefietconcerten te organiseren, om ons werk mogelijk te maken. In 2010 deden 10 zanggroepen mee met het evenement. Dat is beduidend lager dan de 32 zanggroepen in 2009. Dit komt door een andere benadering (in plaats van telefonisch deden we dit nu per post) en doordat zanggroepen vaak zelf geld nodig hebben voor hun dirigent of pianist. Daarnaast heeft ‘Hoge Noot’, zoals het evenement heet, wel veel publiciteit opgeleverd waaronder 5 radio-interviews. Ook de tijdschriften ZING Magazine en NCRV gids hebben aandacht aan het initiatief besteed. Kijk op www.simavi.nl/hogenoot voor meer informatie en filmpjes over dit evenement.
Simavi werkt voor Wandelen voor water samen met Aqua for All, Amref Flying Doctors en ZOA Vluchtelingenzorg binnen de zogenaamde kopgroep. Binnen deze kopgroep vindt afstemming plaats over het evenement en worden gezamenlijke initiatieven ontwikkeld. Ook organiseren de partijen in de kopgroep gezamenlijk de start van het evenement. In 2010 was Katwijk de hoofdlocatie. Simavi zelf heeft 2,4 miljoen mensen bereikt via free publicity over het evenement. Kijk op www.simavi.nl/ wandelenvoorwater voor meer informatie over dit evenement.
Donateurs, collectanten, basisschoolleerlingen, maar ook bedrijven, serviceclubs en publieke instellingen. Ruim 45.000 mensen steunen jaarlijks het werk van Simavi. Om hen op de hoogte te houden van ons werk sturen we hen regelmatig nieuwsbrieven. Om de kosten laag te houden brengen we onze achterban regelmatig op de hoogte van het feit dat we ook een e-mail nieuwsbrief uitbrengen. Helaas wordt hier nog niet erg veel gebruik van gemaakt. De waardering voor de nieuwsbrief wordt tweejaarlijks gemeten en deze is hoog met circa een 8 voor opmaak, inhoud, fotogebruik en verschijningsfrequentie.
Twee andere mobiliserende evenementen, de Nationale Collecte en de Estafette voor Wereldmoeders, worden verderop beschreven bij respectievelijk het onderdeel fondsenwerving (3.3.3) en beleidsbeïnvloeding (3.3.4).
Betrekken achterban, bereiken grote publiek
59
met ons kunnen aangaan. De communicatie is vooral gericht op de primaire doelgroep van Simavi.
Met het oog op duurzaamheid gebruiken we uitsluitend FSCgecertificeerd papier.Ook zet Simavi op regelmatige basis massamediale middelen in om het belang van gezondheid in ontwikkelingslanden en de rol van moeders daarin onder de aandacht van het grote publiek te brengen. Dit gebeurde in 2010 met een landelijke abri-campagne en via wachtkamerschermen in poliklinieken van ziekenhuizen. Ook worden zeer regelmatig persberichten verstuurd, vooral gericht op lokale en regionale huis-aan-huisbladen en dagbladen. Deze mediastrategie blijkt zeer succesvol en zorgt voor veel free publicity.
Overige vrijwilligers De inzet van vrijwilligers vormt een belangrijke steun in de rug voor het werk van Simavi. Kantoorvrijwilligers zorgen ervoor dat de organisatie veel werk kan verrichten en toch de kosten zo laag mogelijk kan houden, omdat er voor deze werkzaamheden geen uitzendkrachten ingehuurd hoeven te worden voor bijvoorbeeld het administratieve verwerken van de collecte en hulp bij evenementen. Dankzij de inzet van 14.680 collectanten heeft de Simavi-collecte in 2010 veel geld opgebracht. Daarnaast zijn er vrijwilligers in werkgroepverband actief in Oegstgeest, Alphen aan den Rijn en Amstelland om samen de collecte te organiseren en specifieke projecten van Simavi te ondersteunen.
Simavi heeft in 2010 de website frequenter en uitgebreider ingezet als communicatiemiddel. Dit heeft er toe geleid, dat het aantal bezoekers op de website van Simavi in 2010 met zes procent in toegenomen ten opzichte van 2009. In 2011 zal Simavi nog sterker de nadruk leggen op online communicatie en de inzet van nieuwe/sociale media, om daarmee de naamsbekendheid van Simavi te vergroten, meer mensen te bereiken tijdens evenementen en de betrokkenheid van de achterban te vergroten. Voor de Estafette voor Wereldmoeders is een actiewebsite gemaakt www.simavi.nl/wereldmoeders, waar naast informatie ook actuele filmpjes en foto’s van dit evenement zijn geplaatst. Ook kon men online de petitie tekenen. De website telde in deze actiemaand 4.532 bezoekers. Bij verschillende evenementen zijn het afgelopen jaar nieuwe media ingezet. Zo had Wandelen voor Water een eigen Hyvespagina, waarvan volop gebruik is gemaakt door deelnemende leerlingen en docenten van de scholen. Bij de Estafette voor Wereldmoeders werden van alle activiteiten filmpjes gemaakt die via social media zijn verspreid. Ook is bij dit evenement voor het eerst veelvuldig gebruik gemaakt van Twitter als communicatieplatform De waardering voor het werk van Simavi is weer gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Echter, de naamsbekendheid van Simavi neemt de laatste jaren af. Daarom is in 2010 samen met ons vaste mediabureau Mindshare (dat ons gratis adviseert over media inzet en de inkoop regelt) een strategie geschreven om deze trend te keren en om te buigen in een stijging. Vooruitlopend op de ontwikkeling hiervan is in 2009 besloten om voor 2010 geen specifieke doelen te formuleren voor de naamsbekendheid van Simavi en de waardering voor ons werk en het mediabereik. Simavi gaat in 2011 extra budget uittrekken voor communicatie en mobilisatie dat vooral wordt ingezet in de massamedia. Om deze extra middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten wordt de samenwerking gezocht met een mediapartner. Ook voor de komende jaren zal deze strategie worden gevolgd. Daarnaast gaan we meer investeren in nieuwe media. Met de inzet van sociale media als Facebook, Twitter, YouTube en Hyves bieden we onze doelgroepen een platform waarop zij de dialoog
60
Tabel resultaten Nederland betrekken bij ontwikkelingssamenwerking
Publiekscampagnes
Resultaat 2009
Doel 2010
Resultaat 2010
Naamsbekendheid
32%
nvt
27%
Waardering
47%
nvt
50%
Mediabereik
15.412.708
nvt
11.920.236
Totale free publicity
14.697.412
10.000.000
18.012.452
75
100
94
3.500
4.000
6.300
Zanggroepen
31
20
10
Gemeenten
21
14
14
4.000.000
5.000.000
12.500.000
nvt
5.000
6.000
Massamediale campagne
Wandelen voorWater Scholen Leerlingen
Hoge Noot
Estafette voor Wereldmoeders
Mediabereik Handtekeningen
NB: Simavi neemt elk jaar deel aan campagnes waarbij wordt samengewerkt met andere organisaties uit de sector van ontwikkelingssamenwerking. Omdat de resultaten van deze campagnes het gevolg zijn van een gezamenlijk inspanning, staan ze niet in deze tabel. Voor een beschrijving van deze samenwerkingsverbanden zie deel 3.3.4: Beleidsbeïnvloeding.
Vrijwilligers
Resultaat 2009
Doel 2010
Resultaat 2010
12.300
13.450
14.680
10
12
22
7,4 (verslag 2008)
hoger dan 7,4
7,8 (jaarverslag 2009)
Zakelijk
2 x 1.800
2 x 1.800
3 x 1.700
Donateurs
3 x 40.221
4 x 15.000
3 x 14.000
Collectant
3 x 12.000
3 x 12.000
2 x 16.000
Aantal collectanten, wijkhoofden en coördinatoren Kantoorvrijwilligers Achterban informeren en betrekken Jaarverslag (score Transparantprijs) Oplage Simavi nieuws
Website bezoekers
44.176
61
46.830
3.3.3 Fondsenwerving Simavi streeft naar diverse en voldoende fondsen om haar doelstellingen duurzaam te kunnen realiseren. Dat betekent voldoende fondsen om het beoogde programma te kunnen financieren en zoveel mogelijk mensen te kunnen helpen. En diverse fondsen om afhankelijkheid te voorkomen en dus een eigen, onafhankelijke, koers te kunnen varen en bij tegenvallende inkomsten andere inkomstenbronnen te hebben om de klappen op te vangen. Doelstelling was om in 2010 38.000 mensen als collectant, vrijwilliger, donateur of sponsor te mobiliseren om zich op een bij hen passende wijze voor het werk van Simavi in te zetten en daarmee onder meer € 2,4 miljoen aan fondsen voor Simavi te genereren. Deze doelstelling is gehaald. De inkomsten dit jaar overstegen de begroting en kwamen uit zeer uiteenlopende bronnen: de nationale collecte, donateurs, erfenissen en legaten, bijdragen in projecten van bedrijven, vermogensfondsen en serviceclubs, de Nationale Postcode Loterij, Aqua for All, Hivos, PSO, publieke instellingen, basisscholen, overheidssubsidies en beleggingen. Ook is een deel van de inkomsten door middel van subsidieaanvragen tot 2016 veilig gesteld.
Tabel Doelen 2010 Communicatie en Fondsenwerving niet-financieel Resultaat 2008
Resultaat 2009
Doel 2010
Resultaat 2010
€ 490.000
€ 549.000
€ 550.000
€ 601.000
4.026 structurele donateurs
-4.952 structurele donateurs
- 22.500 girodonateurs
4.687 structurele donateurs
15.888 girodonateurs
- 18.239 girodonateurs
Erfenissen en legaten
€ 382.000
€ 558.000
€ 350.000
€ 859.000
Donaties en giften
€ 734.000
€ 1.088.000
€ 802.000
€ 624.000
Bijdragen in projecten door bedrijven, vermogensfondsen, serviceclub, publieke instellingen o.a. scholen
€ 616.000
€ 648.000
€ 698.000
€ 525.000
€ 2.222.000
€ 2.843.000
€ 2.400.000
€ 2.609.000
€ 1.212.000
€ 1.000.000
€ 900.000
€ 900.000
€ 474.000
€ 510.000
€ 730.000
€ 625.000
€ 1.686.000
€ 1.510.000
€.630.000
€ 1.525.000
€ 2.524.000
€ 2.607.000
€ 3.000.000
€ 4.583.000
€ 394.000
€ 483.000
€ 323.000
€ 283.000
€ 6.826.000
€ 7.443.000
€ 7.353.000
€ 9.000.000
Eigen fondsenwerving Landelijke collecteweek Relatiebeheer bestaande donateurs en werven van nieuwe structurele donateurs
Totaal inkomsten uit eigen fondsenwerving
21.379 girodonateurs
Aandeel in acties derden Nationale Postcode Loterij Medefinanciering in projecten Totaal aantal in acties derden Subsidies Overheidssubsidies Overige baten Resultaat beleggingen en overige TOTAAL
62
Nationale collecte
collecte verbeteren en fraude voorkomen. Het implementeren van het collecteprotocol wordt echter vaak door de trouwe achterban wel als vervelend ervaren, omdat het nieuwe eisen stelt aan de organisatie van de collecte. Toch kwam hier in 2010 minder commentaar op dan in 2009. Het lijkt erop dat de achterban de zware eisen langzaam als herkenbaar ervaart. Simavi zal achter het protocol blijven staan en alle rust en tijd nemen om vragen te beantwoorden en aldus ongenoegen zoveel mogelijk bij de bestaande achterban weg te nemen en het hen zo makkelijk mogelijk maken.
Het weer was dit jaar geweldig: droog zonnig en heerlijk om buiten te zijn. Er waren meer collectanten op straat dan het jaar ervoor, en de opbrengst was dit jaar weer hoger. De nationale collecte was in 2010 dus weer een succes. Ieder jaar vindt in maart de landelijke collecte van Simavi plaats. De exacte week voor de Simavi collecte wordt jaarlijks bepaald door de Stichting Collecteplan. In 2010 was dit in de week van zondag 14 maart tot en met zaterdag 20 maart. Er zijn in de collecteweek veel opmerkingen gekomen dat het Reumafonds de week voor ons liep. Onze collectanten merkten vaak dat mensen minder gaven omdat ze net al aan het Reumafonds hadden gegeven. Verder viel op dat steeds minder mensen kleingeld in huis hebben of gewoonweg niet willen geven. Een combinatie van de noodhulp voor de aardbeving in Haïti in januari en de kredietcrisis heeft waarschijnlijk invloed gehad op de gemiddelde busopbrengst. Deze zakte in 2010 met 11,75 euro ten opzichte van 2009 en kwam uit op 38,90 euro. Ondanks deze tegenslag is er dankzij de investering die Simavi de afgelopen twee jaar in de collecte heeft gedaan toch een stijging in de totale collecteopbrengst geweest. 2010 heeft een prachtig totaal resultaat van 601.000 euro.
Ook in 2010 heeft Simavi de collecteopbrengst van verschillende locaties kunnen verdubbelen. De werkgroepen Alphen aan den Rijn, Amstelland, Oegstgeest en Haaksbergen hebben hun inkomsten van de collecte kunnen verdubbelen door Aqua for All. De totale opbrengst komt ten goede aan ons INTAGRADproject in Ghana en zal gebruikt worden voor veilig drinkwater en sanitatie. Betrokkenheid van de achterban is voor de collecte van Simavi extreem belangrijk. Dat betekent ook dat plaatselijke collectecoördinatoren goed moeten worden ingewerkt. Met de groei in de collecte en vanwege beperkte middelen werd dit in 2009 lastig, waardoor mensen die de collecte voor het eerst organiseerden ietwat in het diepe werden gegooid. In 2010 is dat weer goed gemaakt. Vrijwilligers hebben geholpen de nieuwe coördinatoren weer persoonlijk een bezoek te brengen en ze uit te leggen waar Simavi voor staat en welke werkzaamheden er bij de collecte komen kijken. Met als gevolg weer meer betrokkenheid van de achterban.
De groei in deze totaalopbrengst heeft vooral te maken met het besluit in 2008 om de komende jaren extra in de collecte te investeren. Dit is sinds 2009 gebeurd en heeft goed resultaat gehad. Deze investeringen blijven de komende jaren nodig om de collecte te laten groeien naar een gezonde en betrouwbare bron van inkomsten. In 2008 zakte Simavi net onder de grens van de 500.000 euro. Dit is de ondergrens om op het landelijke collecterooster van de Stichting Collecteplan te mogen blijven staan. Simavi had na de opbrengst van 2008 twee jaar de tijd om de collecte-inkomsten weer omhoog te brengen tot boven deze ondergrens. De collecte is voor Simavi belangrijk vanwege de inkomsten, maar ook voor de zichtbaarheid op straat en voor het draagvlak voor ons werk. Het blijft een mooie manier om mensen te mobiliseren.
Na de collecte van 2010 hebben op kantoor vele vrijwilligers zich ingezet om de administratie rondom de collecte te verwerken. Hun geweldige hulp heeft Simavi anderhalve maand werk uit handen genomen en heeft een zeer positieve invloed gehad op de afwerking van de collecte. Deze vrijwilligers kwamen af op een oproep, geplaatst onder donateurs en collectevrijwilligers.
Zwaarder dan voorheen is de laatste jaren geïnvesteerd in de werving van vrijwilligers, onder meer door de inzet van telemarketingbureaus. Door de invoering van het ‘Bel-me-niet register’ in oktober 2009, (voor meer informatie zie deel Bel-meniet register verderop in dit jaarverslag) wordt de werving echter steeds duurder en moeilijker. In 2010 is ook het collecteprotocol dat door de Stichting Collecteplan en het CBF is opgesteld met succes doorgevoerd in alle collectematerialen, de collecte organisatie en in de communicatie. Het collecteprotocol moet transparantie in de
63
2009
2010
12.300
14.680
€ 547.900
€ 601.650
47%
56%
Aantal collecte vrijwilligers Collecte opbrengsten Aantal gemeentes
Interview
‘Zolang ik mobiel blijf, zal ik blijven collecteren’ In Yerseke kennen ze haar inmiddels wel. Een keer per jaar komt Saar Bom langs met de collectebus voor Simavi. Al veertien jaar lang. Dit jaar kreeg ze voor werk voor de Landelijke Collecte van Simavi en haar werk voor Tafeltjedek-je, de kerk en het bejaardenhuis een Koninklijke onderscheiding. Met een nieuwe coördinator en met Saar Bom als collectant haalden de 37 collectanten dit jaar 1660.90 euro op voor moeders en hun gezinnen in Afrika en Azië. Simavi is erg blij met de steun en inzet van al deze vrijwilligers. Die is onmisbaar.
Hoe lang gaat u nog door? ‘Zo lang ik nog mobiel blijf, zal ik blijven collecteren. Ik ben gestopt met de coördinatie van collectanten in de wijk. Dat vond ik best moeilijk. Maar ja, je wordt ouder. En dan moet je niet te veel verantwoording dragen, vind ik. De laatste jaren brachten de collectanten voor mij de bussen weg. Dat werd me al te veel.’
Waarom hebt u ooit voor Simavi gekozen? ‘Ik ben er natuurlijk een beetje ingerold, toen ik werd gevraagd. Maar Simavi was voor mij niet onbekend. Op school had ik al eens voor Simavi gecollecteerd. Als ik kijk naar wat Simavi doet is het zeker de moeite waard om al die jaren te hebben gecollecteerd. Veilig water en betere gezondheid voor moeders en kinderen is hartstikke belangrijk.’
Is de collecte veel veranderd in veertien jaar? ‘Niet qua opbrengsten, die blijven toch zo’n beetje gelijk. Mensen blijven toch hetzelfde geven elk jaar. Wel wordt het steeds moeilijker collectanten te vinden. Gelukkig is Simavi daar heel actief in. Ik heb Simavi ook gevraagd om voor mij een opvolger te vinden. Het scheelt een hoop dat de organisatie zelf voor je zoekt.’
Hebt u veel meegemaakt in al die jaren? ‘Nou geen gekke dingen hoor. Yerseke is een dorp en iedereen kent elkaar. Oh, u bent er weer? krijg ik vaak te horen aan de deur. Natuurlijk zijn er wel een paar mensen die niet willen geven, maar die laat ik met rust. Ik loop met de collecte door een hele plezierige wijk, waar ik met iedereen wel een praatje maak. Toch hoor ik van andere collectanten ook wel eens andere verhalen, dat mensen hard reageren. Van achter de gordijnen kijken, of de deur gewoon niet opendoen. Ik heb dit zelf nooit meegemaakt.’
Hoe was het om een Koninklijke onderscheiding te krijgen? ‘Een complete verrassing! Ik wist er echt niks van, geen enkel vermoeden. Ik was uitgenodigd voor een jaarlijks etentje van Tafeltje-dek-je, waar ik net was gestopt met mijn vrijwilligerswerk. De burgemeester hield een toespraak voor de vrijwilligers. Daarna ging hij tot mijn verbazing nog een keer een toespraak doen. En plots sprak hij mij aan. Ik was overweldigd. Ik heb altijd gezegd dat ze alsjeblieft de Koninklijke onderscheidingen maar aan iemand anders moeten geven. Maar de hartelijkheid die hierachter zat, was toch erg leuk. Het was een geweldige dag.’
Hoeveel haalt u op met de collecte in Yerseke? ‘De laatste jaren schommelt het tussen de 1400 en 1600 euro. In euro’s was het bedrag dat we in 2007 hebben opgehaald, 1610 euro, het hoogste. In guldens was dat in 2001 2973 gulden.’
64
2009
2010
Incasso donateurs
4.952
4.687
Giro donateurs
18.330
21.379
Totaal aantal donateurs
23.282
26.146
genoeg niet in de stedelijke gebieden. Uit donaties, giften en schenkingen ontving Simavi in 2010 in totaal 624.000 euro.
Top tien opbrengsten gemeenten bij collecte 1 Westland
22.960,83
2 Eindhoven
14.000,00
3 Alphen aan den Rijn
11.323,75
4 Wageningen
11.183,89
5 Súdwest Fryslân
10.910,04
*
6 Oegstgeest*
9.759,52
7 Dalfsen
9.464,67
8 Hardenberg
9.167,48
9 Rijssen-Holten
9.068,47
10 Barneveld
8.994,71
Bel-me-niet register In oktober 2009 is het bel-me-niet register in werking getreden. Het doel van dit bij wet geregelde register is het verminderen van irritatie bij consumenten over telemarketing. Consumenten kunnen hun telefoonnummer inschrijven in het register en bedrijven en goede doelen moeten - voordat ze gaan bellen controleren of iemand ingeschreven staat. Binnen drie maanden hebben zich ruim 1 miljoen mensen aangemeld en eind 2010 stonden 5,6 miljoen consumenten ingeschreven. Simavi hanteert de richtlijnen van het register en heeft direct haar interne procedures aangepast. Dit heeft de werving van donateurs en vrijwilligers echter wel moeilijker en duurder gemaakt. Overigens is een kritische kanttekening op z’n plaats als het gaat om de werving van vrijwilligers via de telefoon. Vrijwilligers zijn het cement van onze samenleving en het register maakt het voor goede doelen heel lastig en kostbaar om hen te benaderen voor vrijwilligerswerk. Simavi is er voorstander van dat voor vrijwilligerswerk een uitzonderingsbepaling in de wet wordt opgenomen, en heeft hier bij de brancheorganisatie VFI op aangedrongen.
* (dit geld & de inkomsten van de gemeentes Amstelveen en Haaksbergen is verdubbeld door Aqua for All)
Donateurs Het aantal donateurs steeg in 2010 met bijna 3.000 mensen ten opzichte van een jaar eerder. Dat is onder meer te danken aan meer inzet in het reactiveren van donateurs die al twee jaar of langer geen donaties hebben gedaan aan Simavi.
Erfenissen en legaten
2010 was een jaar waarbij het economisch minder goed ging in Nederland en waarbij steeds meer mensen zich in het bel-meniet register lieten opnemen. Vanuit economisch oogpunt was het opvallend dat donateurs minder vaak een donatie doen, het bedrag dat ze geven gemiddeld lager ligt en dat structurele giften omgezet worden in incidentele giften per acceptgiro. Dit is niet alleen bij Simavi het geval, maar een trend in de fondsenwerving.
Aantal erfenissen Opbrengsten in euro’s
De doelstelling voor de donateurs hebben we gehaald, maar de stijging van het aantal donateurs had nog hoger kunnen zijn wanneer de resultaten van telemarketingacties niet waren achtergebleven bij de verwachtingen. Waarschijnlijk zijn deze resultaten negatief beïnvloed door de economische recessie en het bel-me-niet register (zie hieronder). Om de bestaande donateurs te benaderen zijn vijf direct mail brieven verstuurd.
2007
2008
2009
2010
27
20
25
19
518.000
382.000
558.000
859.000
In 2010 werd 859.000 euro ontvangen uit erfenissen en legaten. Dit is een stijging ten opzichte van 2009. Echter, het aantal erfenissen en legaten is gedaald van 25 in 2009 naar 19 in 2010. Dat is al enige jaren de trend en betekent dat deze inkomstenbron ongewis blijft. Simavi is een oude organisatie met een lange traditie. Hierdoor blijven erfenissen en legaten een belangrijke, hoewel geleidelijk afnemende, bron van inkomsten. De betrokkenheid van de jongere generatie bij Simavi is minder intensief dan vroeger en ook zijn er meer Goede Doelen om op te nemen in het testament. Dit verhoogt de concurrentie. Simavi geeft in de externe communicatie en op verzoek al informatie over het nalaten van geld. In 2010 heeft Simavi gesprekken gevoerd met mensen uit de eigen achterban over nalaten. De conclusies hieruit gaan in 2011 verwerkt worden in een nalatenschappen strategie.
De afgelopen jaren streeft Simavi ernaar om de gemiddelde leeftijd van het donateurbestand te verlagen. Deze ligt nu op ongeveer 60 jaar. Door systematisch te werven in de leeftijdscategorie 45-65 jaar wordt verwacht dat binnen enkele jaren de streefleeftijd van 55 jaar bereikt zal worden. Geografisch gezien zijn de donateurs verspreid over heel Nederland, met uitzondering van Limburg. De hoogste aantallen donateurs zijn te vinden in Zuid-Holland, Gelderland en Utrecht, maar opvallend
65
Interview
“Mensen kunnen gerust zijn dat Simavi alles laat controleren”
Ieder jaar nemen tientallen mensen Simavi op in hun testament. Wanneer iemand een nalatenschap aan Simavi schenkt, dan gaat dat geld voor 100 procent naar het goede doel omdat goede doelen geen successierechten hoeven te betalen. Notaris Mr. A.J. Hoogendoorn legt uit hoe dat werkt:
Komt een erfenis altijd goed terecht?
Wat is een nalatenschap?
Hoe schenkt iemand een nalatenschap aan Simavi?
‘Ja, Simavi laat alles controleren door een onafhankelijke notaris. Het is mijn taak om te zorgen voor een goede afhandeling van alle nalatenschappen en uiteraard staan de medewerkers van Simavi ervoor in dat het geld goed wordt besteed.’
‘Als iemand besluit Simavi te gedenken in zijn of haar testament dan kan dat via een legaat of erfstelling. In geval van een legaat gaat het om een specifiek omschreven bedrag of goed. Wanneer iemand een bepaald deel van uw totale nalatenschap aan Simavi toekent, dan heet dat een erfstelling. Dat kan ook gaan om bijvoorbeeld onroerend goed. Als erfgenaam deelt Simavi dan samen met andere erfgenamen het resterende saldo van de nalatenschap.’
‘Mocht iemand besluiten Simavi in diens testament op te laten nemen, dan bespreekt diegene dat samen met een notaris. In het testament wordt vermeld wat er met iemands bezittingen moet gebeuren als diegene komt te overlijden. Je bepaalt dus zelf wie de erfgenamen zijn, dat kunnen meerdere personen zijn maar ook een goed doel, zoals Simavi. Als alle rechten van anderen van de nalatenschap zijn afgetrokken, krijgen de erfgenamen hun deel.’
Bijdragen in projecten
relaties in oktober 79.000 euro op.
In 2010 steunden 74 uiteenlopende relaties Simavi, waaronder bedrijven, publieke instellingen, vermogensfondsen, serviceclubs en particuliere initiatieven. Deze steun bestond uit algemene bijdragen en bijdragen in specifieke projecten (projectadopties). Ook werd Simavi en haar partners geholpen met sponsoring in natura, expertise of andere vormen van samenwerking. In totaal was de financiële opbrengst vanuit deze zakelijke relaties 525.000 euro in 2010. Het bedrag in 2010 was lager dan gepland. Vooral de opbrengsten van bedrijven en serviceclubs vielen tegen. Aangenomen wordt dat dit een direct gevolg was van de economische recessie.
In 2009 sloot Simavi een samenwerkingsovereenkomst af met een creatief Haarlems bedrijf, De Dopper. De Dopper is een initiatief om van ‘gewoon’ kraanwater de nummer één dorstlesser te maken. Verschillende industriële ontwerpers deden mee aan een ontwerpwedstrijd om een duurzaam flesje te ontwerpen. Het winnende ontwerp, dat De Dopper is gaan heten, was vanaf zomer 2010 te koop in heel Nederland. Wie het flesje koopt, helpt mensen in ontwikkelingslanden aan veilig drinkwater, omdat een deel van de opbrengst van het flesje naar Simavi gaat. Uiteindelijk kon de Dopper over de laatste maanden van 2010 een cheque overhandigen van 7000 euro. Tijdens de bekendmaking van het winnende ontwerp werd ook de Dopper app voor mobiele telefoons gelanceerd. Met deze applicatie kunnen gratis watertappunten over de hele wereld gevonden worden. Lees meer over De Dopper op de pagina hiernaast.
Bedrijven Ondanks de economische recessie is Simavi in 2010 toch weer mooie nieuwe samenwerkingsverbanden aangegaan met bedrijven. Daarnaast leverde een mailing naar onze bestaande
66
Interview
‘In arme landen moeten mensen vechten voor veilig drinkwater, bij ons komt het uit de kraan’
hier in Haarlem waar ik deel van uitmaak, schreven we een ontwerpwedstrijd uit.’
Het begon allemaal als een leuke dagdroom op de bank thuis. Maar binnen enkele maanden werd het idee voor een cool, milieuvriendelijk, herbruikbaar waterflesje een grote hit. De Dopper, idee van de Haarlemmer Merijn Everaarts, wist bijna alle kranten te halen, organiseerde flash mobs en is inmiddels door heel Nederland te krijgen. Een groot deel van de opbrengst gaat naar Simavi.
En dat liep storm? ‘Ja redelijk. Om aandacht te vragen voor de wedstrijd hebben we in drie steden een flash mob georganiseerd. Die waren veelbezocht, de meeste mensen deden mee voor de kick, maar het leverde ons ongeveer honderd ontwerpen op. Daarvan waren er tien echt bruikbaar. Drie ervan waren echt mooi. Rinke van Remortel won uiteindelijk met haar ontwerp. Die hebben we gestuurd langs een aantal producenten. En een half jaar na het bedenken ervan was er ineens De Dopper. Wat ik dacht als een geintje erbij te kunnen doen, werd een fulltime baan. Ik heb inmiddels twee mensen in dienst genomen. Vanaf februari 2011 wordt De Dopper ook geïntroduceerd in 11 andere Europese landen.
In oktober 2010 startte de verkoop van het hippe, van gerecycled plastic gemaakte waterflesje. Drie maanden en zevenduizend verkochte flesjes later overhandigde De Dopper haar eerste cheque aan Simavi: 7000 euro. Oftewel vertaald, dertig sanitaire voorzieningen à 53 euro en 24 watervoorzieningen à 223 euro voor een project in Makrahar in Nepal. Al tijdens de ontwerpfase besloot Everaarts dat Simavi een deel van de opbrengst zou krijgen. ‘Simavi is een flexibele en heldere organisatie. Het is duidelijk aan welke projecten we wel of niet kunnen meewerken.’
Hoe is het idee ontstaan?
Waarom heb je gekozen voor Simavi als goed doel?
Everaarts: ‘Eigenlijk een beetje spontaan thuis op de bank toen ik mijn kind een Avent-flesje gaf. Plots ontstond het idee voor een hip en cool waterflesje dat in de vaatwasser kan en niet weggegooid hoeft te worden. Per dag worden immers een half miljoen kleine plastic waterflesjes weggegooid, waarvan maar 20 procent kan worden gerecycled. Een gat in de markt, dacht ik. Mijn vrouw en ik hadden meteen dollartekens in onze ogen. Ik ben er toen eens wat meer ingedoken en na wat research te hebben gedaan, had ik plots het idee dat het misschien wel veel leuker zou zijn als de wereld zelf het flesje zou ontwerpen. Samen met de Harlem Legacy, een creatief netwerk
‘Via via kwam ik eigenlijk bij Simavi terecht. Allereerst sprak het mij aan omdat het geen grote mondiale organisatie is. Dat wilde ik niet. Ik heb bij een kleinere organisatie als Simavi het gevoel dat het geld beter besteed wordt. Het geeft mij een fijner gevoel. Daarnaast past het doel van De Dopper ook goed bij Simavi. Met een Dopper sta je stil bij kraanwater: de goedkoopste, duurzaamste dorstlesser. Overal verkrijgbaar, vrijwel gratis. In arme landen moeten mensen vechten voor veilig drinkwater, bij ons komt het gewoon uit de kraan. Met betere hygiënische omstandigheden en veilig drinkwater kun je miljoenen levens per jaar redden.’
67
2009 maakten alle Dunea-donateurs een kans op een reis naar Indonesië om een project van Simavi en een project van Dunea te bezoeken. Deze reis heeft in juli 2010 plaats gevonden. De reis, die helemaal door Dunea is betaald, ging in Indonesië onder meer langs een hospitaal voor arme mensen en de Bangun Indonesia Foundation op West-Java. Dunea heeft waterprojecten bij deze stichting ondersteund. Verder ging de reis langs een waterleidingbedrijf en diverse waterproductielocaties en langs het door de tsunami van 2004 getroffen gebied in Atjeh.
In 2011 zal Simavi een additionele fondsenwerver voor de zakelijke markt aantrekken en zal een nieuwe strategie hiervoor worden opgezet. Deze moet ingaan op de branding van Simavi, het type bedrijven dat bij ons past en de vormen van samenwerking die hen kan interesseren. Sinds 2003 werkt Simavi samen met WellWater, producent van bronwater. Dit bedrijf sponsort projecten van Simavi met een kwart van de opbrengst van elk flesje bronwater. Elk jaar kiezen ze één project uit van Simavi. In 2009 werd een officiële overeenkomst gesloten. De winst van dat jaar werd in 2010 overgemaakt, en bedroeg 48.237.50 euro. Dat ging naar het water- en sanitatieprogramma CABDA in Kenia.
Met Dunea en diverse andere drinkwaterbedrijven wordt in het evenement Wandelen voor Water samengewerkt. In programma’s wordt momenteel alleen direct samengewerkt met Vitens-Evides International in Malawi (zie 3.2 Simavi in Azië en Afrika: Programma’s en 3.2.6 samenwerkingsverbanden).
Publieke instellingen (en sponsors) Vanwege de financiële recessie heeft Simavi besloten om zich in 2010 meer te richten op de minder conjunctuurgevoelige publieke instellingen, zoals gemeenten, drinkwaterbedrijven en waterschappen.
Verder heeft Simavi met drie Waterschappen in Nederland een samenwerkingsverband: Waterschap Scheldestromen, Waterschap Brabantse Delta en Waterschap Zuiderzeeland. Er wordt vooral samengewerkt door de inzet van expertise. Waterschap Scheldestromen ondersteunt ook financieel een programma in Bangladesh. Lees daar meer over in hoofdstuk 3.2.5 Samenwerkingsverbanden.
In 2010 heeft Simavi voor het eerst bij de Estafette voor Wereldmoeders een financiële bijdrage aan een project van Simavi als voorwaarde gesteld aan gemeentes om mee te kunnen doen. Zo is tijdens de Estafette een bedrag van 19.790 euro opgehaald voor een moeder en kindzorg project in Ghana. Bij dit evenement zijn de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) en 14 Millenniumgemeenten en onderstaande sponsors betrokken (lees voor meer informatie over deze campagne 3.3.4 Beleidsbeïnvloeding in Nederland). Zo had Belvilla vakantiehuizen zich als sponsor aan de Estafette verbonden en stelde ze tijdens de campagne vakantiehuizen in Nederland beschikbaar voor de rondreizende wereldmoeders. Belvilla bestaat bijna 30 jaar en kent een ruime keuze aan vakantiehuizen op vooral kleinere vakantieparken in binnen- en buitenland.
Vermogensfondsen De bijdrage aan projecten van Simavi uit vermogensfondsen was in 2010 lager dan verwacht. Door de kredietcrisis zijn de vermogens van deze specifieke fondsen afgenomen. Simavi mocht zich verheugen dat fondsen die ons in het verleden steunden ook in 2010 een bijdrage gaven, zij het wel een lagere. De totale inkomsten bedroegen 104.000 euro. De bijdragen van de vermogensfondsen zijn projectgebonden. Een specificatie van projectgebonden financieringen vindt u in op pagina 74. Serviceclubs Een trend die al in 2009 zichtbaar was, heeft zich in 2010 verder doorgezet. In 2010 hebben steeds minder serviceclubs bijgedragen aan projecten van Simavi. Bij diverse Serviceclubs In Nederland (SIN) blijkt dat ze steeds vaker eenmalig samenwerken met een goede doel. Daarna kiezen ze weer voor andere goede doelen of juist voor een lokaal doel. Bovendien wisselt de samenstelling van het bestuur jaarlijks waardoor bestuursleden ieder jaar een ander sponsorprogramma opstellen. In 2010 heeft 1 serviceclub een verdubbelingaanvraag ingediend voor een kleinschalig project in Indonesië, die ook gehonoreerd is. De totale projectkosten bedroegen 5.750,00 euro.
Het tijdschrift esta heeft zich als mediapartner aan de Estafette voor Wereldmoeders verbonden. In juni is in het blad de oproep geplaatst voor lezeressen om mee te doen aan de Estafette als ambassadeurs (wereldmoeders). Veel vrouwen hebben zich dankzij deze oproep aangemeld om mee te gaan in de toer en zich in te zetten voor millenniumdoel 5: beperking moedersterfte. Simavi werkt op diverse manieren samen met een heel aantal Nederlandse drinkwaterbedrijven (zie deel 3.5 Simavi en samenwerkingsverbanden). Zo vraagt Dunea (voorheen Duinwaterbedrijf Zuid-Holland) haar klanten via een machtigingskaart bij de waterrekeningen om een project van Simavi te ondersteunen. In 2010 heeft dit 48.237,50 euro opgeleverd. Vanwege onze 10-jarige samenwerking in
68
Particuliere initiatieven Simavi werkt met diverse particuliere initiatieven samen. Als hun programma’s passen in Simavi’s beleid en ook de kwaliteitstoets van Simavi’s programmabeleid doorstaan kan Simavi hun projecten verdubbelen. Daarbij wordt ook vaak advies gegeven omtrent de uitvoering. In totaal hebben vier particuliere initiatieven een project gesteund of verdubbeling aangevraagd: Stichting Marsiurupan, Stichting Max, SLOPB en Stichting Shirika. Hiermee hebben we zo’n 49.150 euro ontvangen. Stichting Max is de grootste van alle particuliere initiatieven, en vroeg met SLOPB een verdubbeling aan voor 35.000 euro. Simavi werkt al sinds 2006 samen met dit particulier initiatief dat zich inzet voor de aanleg van waterputten in Bangladesh. Voor een overzicht van de bijdragen in projecten van particuliere initiatieven en vermogensfondsen zie tabel projectgebonden ontvangsten 2010) op pagina 74.
69
Interview
‘Maak mensen verantwoordelijk voor hun probleem’
Zo kunnen we het fonds duurzaam maken.’
Hij is hoogleraar Civiele Techniek in Delft, zij manager bij de jeugdgezondheidszorg in Den Haag. In hun drukke bestaan hebben ze een vaste plek weten in te bouwen voor een eigen project ontwikkelingssamenwerking. Wim Uijttewaal en Maryvon Franken zetten zich al vijf jaar met hun eigen Stichting Shirika Steunt Kenia in voor de kinderen van een aantal dorpen in het zuidoosten van Kenia.
Samenwerken staat centraal bij Shirika? Wim: ‘We kunnen wel gewoon geld geven, maar dat werkt niet altijd succesvol. Het is een bekende valkuil: Geld geven en daarna de mensen aan hun lot overlaten. Wij denken dat je juist de mensen zelf verantwoordelijk moet maken voor hun probleem. Anders wordt het veel te veel ons project en dat is nu juist niet de bedoeling. Shirika is Swahili voor samenwerken. Met elkaar werken dus, en geen eenrichtingsverkeer vanuit ons richting Kenia.’
Met hulp van de verdubbelingregeling van Simavi zijn Wim en Maryvon in 2010 begonnen met de bouw van 22 toiletten op de twee lagere scholen rond het dorp Jego en bijbehorende dependances in de meer afgelegen gebieden. Daarvoor hebben ze dit jaar van Simavi een donatie van vijfduizend euro gekregen, bovenop de zevenduizend die ze zelf met hun stichting betalen. De toiletten komen ten goede van achthonderd kinderen in de buurt van het dorp.
Hoe zijn jullie ermee begonnen? ‘Vrienden van ons waren al bezig met een soortgelijk project in Kenia, in de buurt van waar wij nu werken. We waren uitgenodigd om eens te komen kijken. Toen werden we gegrepen door wat we zagen. We hadden in ons achterhoofd altijd al het idee om een keer iets te doen in de Derde Wereld. We hebben het zo goed in Nederland, dat willen we graag delen. En nu zitten we er tot onze oren in.’
Maar Shirika doet meer dan het bouwen van wc’s, legt Wim Uijttewaal uit: ‘Natuurlijk hebben veilig water en sanitatie prioriteit, maar we kijken ook verder. Wat zijn de perspectieven als de kinderen van school afkomen? Sluit hun niveau goed aan op vervolgonderwijs? Komen ze er makkelijk mee aan werk?’
Is het zoveel werk dan? ‘We hebben allebei een drukke baan. Dus hier moet je echt tijd voor maken. Het houdt je dan ook steeds bezig: fondsenwerving, website, communicatie met Kenia, boekhouding en de verantwoording. Je moet zorgen dat er geld binnen blijft komen. Het komt er op neer dat we bijna iedere zondag een poos eraan werken. Maar dat geeft niet. Dit project brengt zoveel op qua energie en emotie. We hebben daar in Kenia weer echt de essentie van het leven leren kennen. We zijn in Nederland zo verschrikkelijk verwend met alles wat we hebben.’
Om de kinderen te stimuleren verder te leren op de middelbare school hebben Wim en Maryvon een studiefonds opgezet, waarmee ze de helft van de schoolkosten van de kinderen betalen. Shirika vraagt daar wel wat voor terug. Wim: ‘We vragen de kinderen, of hun ouders, om zich in te zetten in dienst van de school door per jaar per kind veertig Casuarina-bomen te planten. De rechte dunne stam van de Casuarina speelt een belangrijke rol hier in de buurt bij het bouwen van de daken van huizen, en na zeven jaar kunnen we de bomen goed verkopen.
70
Nationale Postcode Loterij
voor een extra trekking voor het vernieuwende sanitatieproject Peepoo. Deze aanvraag werd in januari 2011 toegekend en zal daarom in het jaarverslag van 2011 worden verantwoord.
De Nationale Postcode Loterij is een unieke donor van Simavi en tachtig andere Goede Doelen, niet alleen omdat ze de grootste particuliere fondsenwerver zijn in Nederland, maar met name omdat de bijdrage aan de beneficiënten op basis van goed onderbouwd vertrouwen is. Beneficiënten moeten door een zware selectie om te worden toegelaten. Wanneer ze eenmaal beneficiënt zijn worden er minimale bureaucratische lasten gelegd op de schouders van het Goede Doel, waardoor deze zich echt op de inhoud van het werk kan richten en de aanpak kan kiezen die bij de organisatie en de missie past. Vervolgens wordt de organisatie wel elke vijf jaar geëvalueerd om te kijken of deze nog voldoet. Deze manier van werken – op basis van vertrouwen, gelijke visie en durf – geeft Simavi de ruimte telkens ook nieuwe initiatieven te kunnen ontwikkelen en projecten waar we in geloven te blijven steunen.
Ook het samenwerkingsverband van organisaties die zich samen inspannen om het probleem van klimaatverandering aan te pakken, HIER II (zie pagina 81), ontvangt geld van de Nationale Postcode Loterij. Ook Simavi doet hieraan mee. De samenwerking met de Nationale Postcode Loterij is niet alleen waardevol vanwege de aanzienlijke financiële bijdrage, ook op het gebied van communicatie versterken de organisaties elkaar. Zo heeft Simavi in 2010 de fototentoonstelling ‘Making Ground’ kunnen financieren uit dezelfde extra trekking uit 2007. (zie ook hoofdstuk 3.3.4). Net als voorgaande jaren zullen wij via het Goede Doelen Platform de Goede Doelen Loterijen ondersteunen. Simavi vindt het belangrijk dat goede doelenloterijen, zoals de Nationale Postcode Loterij, alle ruimte en kans krijgen om zich te kunnen ontwikkelen en hun onafhankelijkheid te kunnen behouden. Zonder de Nationale Postcode Loterij zouden wij vele van onze initiatieven immers niet (goed) kunnen realiseren.
Medefinanciering Simavi werkt samen met diverse collega-organisaties. Bij enkelen vertaalt dit zich ook in een financiële bijdrage aan projecten.
Hivos Sinds 1998 heeft Simavi een samenwerkingsverband met Hivos (Humanistisch Instituut voor Ontwikkelingssamenwerking). Hivos en Simavi versterken elkaar in diverse programma’s op het gebied van gezondheid, met name seksuele gezondheid en hiv/aids. In 2010 leverde HIVOS daarbij een bijdrage van 400.000 Euro aan Simavi projecten. In verband met de nieuwe MFS II-subsidies is 2010 het laatste jaar geweest dat Hivos een subsidie aan Simavi verstrekte. Beide organisaties kregen bij de verdeling van de MFS-gelden een bijdrage. Het is dan ook niet meer logisch dat Hivos nog subsidie geeft aan projecten van Simavi. De samenwerking wordt wel voortgezet binnen de SRGR-alliantie.
De Nationale Postcode Loterij heeft over de afdracht van 2009 in 2010 vijfenzeventig goede doelen gesteund voor een bedrag van 256 miljoen euro. Simavi is één van die goede doelen. In 2010 ontving Simavi iets minder dan vorig jaar, namelijk 900.000. Dat heeft te maken met de strategie van de Nationale Postcode Loterij om een Droomfonds op te zetten voor eenmalige grote “droomprojecten”, die echt een doorslaggevend verschil kunnen maken. In 2010 werden ook de laatste inhoudelijke activiteiten uitgevoerd van het waterprogramma in Oeganda en Tanzania dat Simavi in samenwerking met WaterAid uitvoert. Dit project is gefinancierd uit een extra trekking van de Nationale Postcode Loterij in 2007. In 2010 diende Simavi weer een aanvraag in
Aqua for All Simavi werkt sinds de oprichting van Aqua for All in 2002 samen met deze organisatie. Aqua for All draagt financieel bij aan een aantal Simavi programma’s, zoals de projecten van Wandelen voor Water, waarvan Aqua for All initiatiefnemer is. Ook in 2010 verdubbelde Aqua for All de door de kinderen ingezamelde opbrengsten tijdens Wandelen voor Water met 130.000 euro. Ook verdubbelde de organisatie een aantal
71
WASH-alliantie uit op 45.459.515 euro en dat van de SRGRalliantie op 44.957.500 euro. Knapen kondigde verder ook aan dat maatschappelijke organisaties in de toekomst meer geld vanuit de samenleving moeten gaan halen en minder moeten aankloppen bij de overheid. Hij heeft aangekondigd hierover met het maatschappelijke middenveld in gesprek te gaan.
inzamelingen tijdens de Nationale Collecte, bijna 40.000 euro bij elkaar. In totaal droeg Aqua for All in 2010 223.000 euro bij aan Simavi projecten. Meer informatie staat in deel 3.5 Simavi en samenwerkingsverbanden.
Overheidssubsidies Eind 2009 heeft Simavi met haar alliantiepartners twee subsidieaanvragen ingediend bij het ministerie van Buitenlandse Zaken voor de periode 2011-2015. Beide aanvragen vonden plaats in het kader van het Medefinancieringsstelsel voor Nederlandse Ontwikkelingsorganisaties (MFS II). De toekenning van de subsidie heeft plaatsgevonden in twee ronden. In de eerste ronde gaven 43 allianties het ministerie inzicht in de hoofdlijnen van hun programma en in de kwaliteit van hun organisatie. Op basis hiervan is per 1 april 2010 minder dan de helft van de organisaties door het Ministerie van Buitenlandse Zaken aangewezen om in een tweede ronde een gedetailleerd plan in te dienen. Per 1 november werden beide door Simavi en haar allianties ingediende subsidieaanvragen gehonoreerd. Evenals bij alle andere allianties waren de budgetten echter wel sterk gekort. Die korting gebeurde deels op basis van gescoorde punten en deels door aftrek van een vast percentage.
Simavi is ondanks de grote bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking toch erg blij en trots met beide toekenningen. Deze zullen de komende vijf jaar zorgen dat Simavi een kwalitatief sterk programma kan gaan uitvoeren met de andere alliantiepartners. Wel blijven de zorgen bestaan over de forse kortingen die gevolgen zullen hebben voor de mensen die door ons worden geholpen. Er kunnen daardoor minder partnerorganisaties en partnerlanden worden ondersteund dan gepland. Ook bestaan er grote zorgen over de zeer zware verantwoordingseisen en organisatie eisen die aan Simavi en de partners worden gesteld. Deze kunnen tot hoge kosten leiden. De komende jaren zal Simavi in Partos-verband met de staatssecretaris in debat gaan over de rol van maatschappelijke organisaties voor ontwikkelingssamenwerking en over de financiering hiervan vanuit de overheid. Juist maatschappelijke organisaties zijn in staat te werken waar overheden falen, mensen een stem te geven, overheden ter verantwoording te roepen en in Nederland verantwoording af te leggen aan de bevolking en te werken aan draagvlak. Deze unieke rol van maatschappelijke organisatie moeten we koesteren.
Simavi participeerde in twee aanvragen, ieder ingediend door een eigen alliantie: een op het gebied van water, sanitatie en hygiëne (WASH) en een op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR). Simavi is penvoerder van de WASH alliantie, waarin wordt samengewerkt met Akvo, AMREF, ICCO, Rain Foundation en WASTE. Daarnaast werkt de WASH-alliantie samen met een breed netwerk van partners in Nederland en in het buitenland, waaronder andere ngo’s, bedrijven, kennisinstellingen en overheden. De alliantie had een bedrag van ruim 68 miljoen euro aangevraagd voor vijf jaar en kreeg ruim 51 miljoen euro toegekend, 74 procent dus van het aangevraagde bedrag. De aanvraag scoorde 83 punten in de toets, een gedeelde vijfde plaats. Op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten werkt Simavi in alliantie met de World Population Foundation (WPF, penvoerder), AMREF, dance4life, Choice en de Rutgers Nisso Groep (RNG). Inmiddels zijn WPF en RNG gefuseerd tot RutgersWPF. De alliantie had 69 miljoen aangevraagd en kreeg bijna 51 miljoen euro subsidie toegekend, 73 procent van het oorspronkelijk bedrag. De alliantie scoorde 81 punten in de toets, de achtste plaats. Eind november kondigde staatssecretaris Knapen in zijn beleidsbrief opnieuw bezuinigingen aan. In totaal werd 12,5 procent (zo’n 50 miljoen euro) aan extra bezuinigingen evenredig verdeeld over de 19 allianties die hun aanvraag goedgekeurd zagen. Met deze bezuinigingen kwam het totaalbedrag voor de
72
SHAW
Tabel Projectgebonden ontvangsten in 2010
In april 2010 werd Simavi een subsidie toegekend door de Nederlandse Ambassade in Indonesië voor het SHAW (Sanitation, Hygiëne and Water) programma. In totaal is er 8.600.00 euro beschikbaar voor de periode tot eind 2014. Met het programma wil SHAW de komende vier jaar 150.000 huishoudens in Indonesië bereiken om via mentaliteitsverandering de gezondheid te verbeteren. In 2010 werd 1.761.000 euro vanuit deze toekenning aan Simavi overgemaakt.
projectnummer omvang ontvangen partner- Gedoneerd door project in € donaties in € organisatie 1307005 99.448,00 94.215,06 INTAGRAD CWS-bosco en diverse scholen en 2 rotaryclubs 1308001 10.372,00 96,00 Simli Aid St. AKVO 1308008 272.854,00 21.421,50 HFFG Speelwerkgroep, St ‘t Arm Kinderhuis en Weeshuis Breda, Gemeentes Haarlem, Breda, Arnhem, Wassenaar, Meppel, Tytsjerksteradiel, Wageningen, Zaanstad, Heerhugowaard, Nieuwegein, Zwolle, Oss en Groningen. 1309005 156.864,47 32.299,00 ISODEC PSO 1309007 115.721,00 79.195,00 New Energy PSO 1407011 508.247,00 28.278,00 KAMADEP Aqua for All 1408001 69.439,00 22.000,00 SMK Hivos 1408005 83.066,00 10.000,00 SAIPEH Hivos 1408010 242.066,00 174.183,03 SANA Diverse Scholen en 1 Rotaryclub 1408011 140.559,00 45.000,00 TICH Hivos 1409001 401.310,00 51.894,00 TICH PSO 1409004 345.342,00 58.237,50 CABDA Well Water, dhr. Beelen 1410001 344.613,00 70.000,00 CSA Hivos 1410005 12.000,00 7.000,00 Lengu Letu Trust St. SHIRIKA 1506009 151.455,00 5.000,00 Fam Planning Ass. St. Liberty 1506013 127.755,00 51.913,70 Fresh Water Diverse scholen en Aqua For All 1509002 154.450,00 45.000,00 CAVWOC Hivos 1509005 53.156,00 40.000,00 FCR Hivos 1509006 186.800,00 11.601,99 HVP Diverse donateurs mmv Dunea 1607004 207.480,00 136,08 TDFT Fam ZitvastHermans 1608003 14.000,00 33,00 CBHCC St. AKVO 1708009 362.557,00 9.855,00 FORUD St. Familiefonds, St. Mundo Crast Meliori en H. Struikema - Striens 1710003 12.700,00 1.600,00 EMESCO Fam Meuwisse 1710006 4.716,00 2.358,00 Hope Alive Uganda St. Hope Alive Uganda 3106006 73.080,00 3.586,20 JAC Aqua For All
Lees meer over SHAW in de hoofdstukken 3.2 Simavi in Azie en Afrika en 3.5 Samenwerkingsverbanden.
Bedrag
Project
737.446,00
YDD
249.825,00
CD Bethesda
560.628,00
Plan Indonesia
83.416,00
Rumsram
PSO In 2009 en 2010 heeft Simavi een Leer Werk Traject samen met PSO (een vereniging van ngo’s die actief zijn op het gebied van capaciteitsversterking in ontwikkelingslanden) opgesteld. In het traject is gekeken hoe Simavi capaciteitsversterking meer systematisch kan maken. Hiervoor is een tool ontwikkeld om capaciteit beter te kunnen meten en volgen. In 2011 en 2012 zal de tool nader worden getest, uitgewerkt en opgeschaald en zullen hier trainingen over worden gegeven. Drie pilotprojecten zijn hiervoor in 2010 goedgekeurd. PSO heeft aan deze projecten ruim 163.000 euro bijgedragen. Lees meer in hoofdstuk 3.2.4. Hoewel PSO een vereniging van ngo’s is wordt deze financieel toch onder de subsidies gerekend, omdat PSO volledig gefinancierd wordt uit een subsidie van de Nederlandse overheid.
Bedrag
Project
32.299,00
ISODEC
79.195,00
New Energy
51.894,00
TICH
73
Tabel Projectgebonden ontvangsten in 2010 Projectnummer
Omvang project in € Ontvangen donaties in €
Partnerorganisatie
Gedoneerd door
1307005
99.448,00
INTAGRAD
CWS-bosco en diverse scholen en 2 rotaryclubs
94.215,06
1308001
10.372,00
96,00
Simli Aid
St. AKVO
1308008
272.854,00
21.421,50
HFFG
1309005 1309007
156.864,47 115.721,00
32.299,00
ISODEC
Speelwerkgroep, St ‘t Arm Kinderhuis en Weeshuis Breda, Gemeentes Haarlem, Breda, Arnhem, Wassenaar, Meppel, T ytsjerksteradiel, Wageningen, Zaanstad, Heerhugowaard, Nieuwegein, Zwolle, Oss en Groningen. PSO
79.195,00
New Energy
PSO
1407011
508.247,00
28.278,00
KAMADEP
Aqua for All
1408001
69.439,00
22.000,00
SMK
Hivos
1408005
83.066,00
10.000,00
SAIPEH
Hivos
1408010
242.066,00
174.183,03
SANA
Diverse Scholen en 1 Rotaryclub
1408011
140.559,00
45.000,00
TICH
Hivos
1409001
401.310,00
51.894,00
TICH
PSO
1409004
345.342,00
58.237,50
CABDA
Well Water, dhr. Beelen
1410001
344.613,00
70.000,00
CSA
Hivos
1410005
12.000,00
7.000,00
Lengu Letu Trust
St. SHIRIKA
1506009
151.455,00
5.000,00
Fam Planning Ass.
St. Liberty
1506013
127.755,00
51.913,70
Fresh Water
Diverse scholen en Aqua For All
1509002
154.450,00
45.000,00
CAVWOC
Hivos
1509005
53.156,00
40.000,00
FCR
Hivos
1509006
186.800,00
11.601,99
AVWOC
Diverse donateurs mmv Dunea
1607004
207.480,00
136,08
TDFT
Fam Zitvast-Hermans
1608003
14.000,00
33,00
CBHCC
St. AKVO
1708009
362.557,00
9.855,00
FORUD
St. Familiefonds, St. Mundo Crast Meliori en H. Struikema - Striens
1710003
12.700,00
1.600,00
EMESCO
Fam Meuwisse
1710006
4.716,00
2.358,00
Hope Alive Uganda
St. Hope Alive Uganda
3106006
73.080,00
3.586,20
JAC
Aqua For All
3107005
217.235,00
79.000,00
DORP
Waterschap Scheldestromen
74
Projectnummer
Omvang project in € Ontvangen donaties in €
Partnerorganisatie
Gedoneerd door
3107008
272.000,00
SLOPB
St. Max en SLOPB
36.450,00
3306013
182.370,00
350,00
SEWA
Your Pure Wine
3307006
148.039,00
3308013
35.683,00
40.000,00 5.220,00
NJH IPER
Hivos St. Innovatie Zorgverzekering
3308014
30.000,00
21.484,50
Prayas
St. Benevolentia en div donateurs
3309001
204.631,00
68.000,00
SEWA
Hivos
3309002
83.409,00
40.000,00
HCH
Hivos
3309006
157.445,00
54.350,00
BISWA
St. Steunfonds Fajans, I. St. te A, St. Limburgs Protestants Kinderhuis, St. Jong, St. Dando Felix, St. Chr. Ziekenverzorging in Nederland, J. Dong-Grote St., Dr. Hofstee St., Anna Muntzst. en Geberit BV
3406001
1.016,00
925,00
Rumsram
Obvion
3406005
224.928,00
5.644,00
YDD
Aqua For All
3407002
86.778,00
17.925,00
Rumsram
Obvion en Aqua For All
3409001
200.000,00
10.000,00
SHAW programma
Schmalhausenfonds
3409500
737.436,00
737.446,00
YDD
Nederlandse ambassade Jakarta
3409501
249.825,00
249.825,00
CD Bethesda
Nederlandse ambassade Jakarta
3409502
560.628,00
560.628,00
Plan Indonesia
Nederlandse ambassade Jakarta
3409503
83.416,00
83.416,00
Rumsram
Nederlandse ambassade Jakarta
3410001
5.750,00
2.875,00
YSI
S.I. - Club Batenburg (Soroptimisten)
3410002
11.400,00
5.700,00
RSB Stimuleringsfonds
St. Marsiurupan
3504001
405.765,00
500,00
NEWAH
NCDO
3506001
345.718,00
37.941,92
NEWAH
Diverse donateurs mmv Dunea en NCDO
3508012
315.823,00
2.690,00
NEWAH
Stichting Jon en NCDO
3508003
3.987,00
502,00
NEWAH
Stichting Welkom
3509002
30.000,00
5.297,50
Peepoo
Buddi Bangara Stichting
TOTAAL
2.921.072,98
75
De Estafette voor Wereldmoeders In 2010 was het tien jaar geleden dat de wereldgemeenschap gezamenlijk beloofde om ziekte, honger en armoede voor 2015 ver terug te dringen. Dat legde ze vast in de tien millenniumdoelen. Van 20 tot en met 22 september 2010 kwamen regeringsleiders in New York bij elkaar om de voortgang van deze doelen te bespreken. Ook millenniumdoel 5 moedersterfte stond daarbij hoog op de agenda.
3.3.4 Beleidsbeïnvloeding In de Strategische Visie 2009 – 2011 heeft Simavi nadrukkelijker dan voorheen gekozen voor een rights based approach in haar programma’s. Ook in Nederland heeft beleidsbeïnvloeding een duidelijkere plek binnen de organisatie gekregen. Eind 2009 is Simavi daarom al versterkt met een advocacy officer die de kennis en expertise van Simavi op het gebied van water, sanitatie en hygiëne onder de aandacht brengt van beleidsmakers en politici. Simavi was in 2010 actief in diverse netwerken en op diverse thema’s. Een overzicht:
De Estafette voor Wereldmoeders is een initiatief van Simavi dat voor het eerst in 2009 werd georganiseerd. Doel in 2010 was om de Nederlandse delegatie naar New York te stimuleren het onderwerp moedersterfte extra gewicht te geven. Een tweede doel was om - met het oog op de voorgenomen bezuinigingen op ontwikkelingsamenwerking - het belang van het onderwerp moedersterfte in Nederland te benadrukken bij pers, publiek en politiek. Een belangrijk onderdeel van de campagne was daarom een petitie gericht aan het kabinet, met daarin de eis dat er niet moest worden bezuinigd op het onderwerp moedersterfte.
Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) Simavi werkt in haar programma’s aan de verbetering van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van mensen. Zie voor de belangrijkste internationale politieke ontwikkelingen op het gebied van SRGR hoofdstuk 1.2.1 Simavi en de ontwikkelingen in de wereld in 2010. In de beleidsbeïnvloeding in Nederland heeft Simavi zich in 2010 vooral toegelegd op het onderwerp moedersterfte (millenniumdoel 5). De Verenigde Naties presenteerden afgelopen jaar in haar voortgangsrapport over de millenniumdoelen opmerkelijke cijfers. Het aantal vrouwen dat stierf door complicaties tijdens zwangerschap en bevalling bedroeg in 2008 358.000. Dit is een spectaculaire daling ten opzichte van de meer dan 500.000 vrouwen de jaren daarvoor. Maar om het vijfde millenniumdoel – 75 procent minder moedersterfte in 2015 - daadwerkelijk te halen moet volop worden geïnvesteerd in versterking van het gezondheidssysteem in ontwikkelingslanden. Dat betekent onder meer de scholing van (traditionele) verloskundigen, het verbeteren van de bereikbaarheid en betaalbaarheid van ziekenhuizen voor de allerarmsten, maar ook een betere hygiëne bij bevallingen, het geven van seksuele voorlichting aan jongeren en het verbeteren van de beschikbaarheid van voorbehoedsmiddelen en medicatie, bijvoorbeeld om bloedingen te stelpen. Ook moet veilige abortus mogelijk zijn . Het is niet alleen een gebrek aan financiële middelen waarom de moedersterftecijfers nog hoog zijn. Andere oorzaken zijn onder meer conservatieve, politieke en religieuze krachten, die de houding ten opzichte van seksualiteit, vrouwenrechten en voortplanting beïnvloeden. Ook speelt de traditioneel ondergeschikte rol mee die meisjes en vrouwen in samenlevingen vaak spelen en de dominante rol van mannen Simavi heeft in 2010 twee campagnes gevoerd om het onderwerp moedersterfte onder de aandacht te brengen. Voor de bereikcijfers van beide campagnes zie tabel resultaten in hoofdstuk 3.3. Simavi in Nederland Communicatie en Fondsenwerving.
Demissionair premier Balkenende nam de petitie in ontvangst tijdens de Estafette voor Wereldmoeders.
De Estafette voor Wereldmoeders liep van 4 tot en met 17 september. Lezeressen van het blad ‘esta’ reden als ‘wereldmoeders’ in oude Volkswagen busjes door Nederland. Ze toerden langs 13 Millennium Gemeenten om daar samen met burgemeesters, wethouders en Bekende Nederlanders door middel van ludieke acties aandacht te vragen voor het onderwerp moedersterfte. Zo gingen in Breda bijvoorbeeld meer dan honderd zwangere vrouwen op de foto voor de aanwezige pers, vond er in Zwolle een ziekenhuisbeddenoptocht dwars door het centrum
76
en deelde de burgemeester van Meppel beschuit met muisjes uit. De wereldmoeders maakten van alle activiteiten filmpjes die ze via social media verspreidden. Ook werden in totaal 6.000 handtekeningen verzameld onder de petitie aan het kabinet.
Balkenende gaf in zijn toespraak in New York aan zich gesteund te voelen door de actie en bracht het onderwerp moedersterfte - en de aangeboden petitie - onder de aandacht van de regeringsleiders.
Resultaat: Op vrijdag 17 september 2010 werd de petitie aangeboden aan demissionair Premier Balkenende. Op Het Plein in Den Haag nam hij de petitie in ontvangst te midden van 4.405 beschuiten met muisjes. Het aantal beschuitjes symboliseerde het aantal vrouwen dat tijdens de millenniumdoelen top in New York stierf in het kraambed.
De Estafette voor Wereldmoeders is een initiatief van Simavi en werd mede mogelijk gemaakt door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), vele Millennium Gemeenten, het tijdschrift esta, de Nationale Postcode Loterij, Belvilla vakantiehuizen, MYBODY en WellWater.
Interview
‘Je kunt alleen je gironummer geven, maar leuker is zelf iets te organiseren’ Ludiek
In augustus en september 2010 trok de Estafette voor Wereldmoeders door het land. Veertien Millenniumgemeenten organiseerden zelf ludieke acties om samen met Simavi aandacht te vragen voor het wereldwijde probleem van moedersterfte. Najib Ouaamar, medewerker mondiale samenwerking, organiseerde voor de tweede keer namens de gemeente Meppel een actie voor de estafette.
Een ludieke actie was daarvoor nodig. Ouaamar vertelt hoe dat ging: ‘Vanuit Simavi kregen we verschillende voorstellen voorgelegd. Enkele hiervan hebben we overgenomen en daar een Meppels sausje over heen gegoten. Zo kwamen we met het idee voor een kinderdagverblijf. De organisatie Speelwerk was bereid mee te denken. We hebben nog geprobeerd K3zangeres Josje, die uit Meppel komt, mee te laten werken, maar zij was helaas te druk met opnamen. Uiteindelijk werd onze eigen burgemeester Westmaas de ster van de dag. Om uit te leggen waarom we die dag bij elkaar waren, trok hij zijn burgemeestersketting aan en ging op een klein stoeltje tussen de kinderen in zitten. Ik vond dat erg geslaagd. Daarna leidde hij nog een clinic met de kinderen om je eigen moeder te tekenen. Die tekeningen hebben twee weken lang in de Meppeler bibliotheek tentoongesteld gehangen.’
De wandeling die Meppel in 2009 organiseerde, waarbij schoolkinderen kaartjes met de boodschap over moedersterfte uitdeelden aan omstanders, was zo’n succes dat Meppel zich weer met alle plezier opgaf. En dus stond Meppel in 2010 ook weer op de route van de wereldmoeders. Op 8 september streek de karavaan neer bij kinderopvangcentrum De Beemd. ‘We hadden dit jaar een hele andere insteek’, legt Ouaamar uit. ‘Niet om zoveel mogelijk mensen mee te laten wandelen en zoveel mogelijk kaartjes uit te delen, maar om via de pers zoveel mogelijk aandacht te krijgen voor het onderwerp moedersterfte.’
Verder kregen de kinderen bezoek van de McDonalds-clown en mochten ze aan het eind van het evenement ballonnen met een boodschap oplaten. Zowel de gemeente Meppel en Speelwerk overhandigden een cheque voor Simavi voor het Moederkindproject in Ghana.
77
Interview vervolg
En was dit jaar weer een succes?
Doctors, Cordaid, COS, KNOV, ICM, KIT, MDG5 MeshWork for Improving Maternal Health and Rutgers WPF. Jaarlijks raken wereldwijd 52 miljoen meisjes en vrouwen ongewenst zwanger. Zij lopen ernstige gezondheidsrisico’s tijdens hun zwangerschap of bevalling, met mogelijk de dood tot gevolg. Het thema van de Moedernacht was daarom in 2010 seksuele voorlichting. Ook deze campagne had als eis dat er niet zou worden bezuinigd op het thema moedersterfte.
‘Ja. Het was erg mooi. De persaandacht was meer dan genoeg. We hebben verschillende bladen gehaald, zoals de Meppeler Courant. Ook TV Drenthe was aanwezig.’
Raad je andere gemeenten ook aan mee te doen? ‘Zeker. Je kunt natuurlijk alleen een gironummer geven, maar het is toch veel leuker zelf iets te organiseren. Je haalt op een leuke manier aandacht voor je eigen doelen als Millenniumgemeente en natuurlijk voor Simavi’s doelstelling. Simavi geeft je daarvoor veel ingrediënten om mee om aan de slag te gaan. Daardoor is het voor een gemeente makkelijk en laagdrempelig om mee te doen. Met redelijk weinig inspanning kun je iets heel leuks creëren. Dat is wat de Estafette laat zien. Ik verheug me erop weer voor de derde keer mee te doen in 2011.’
Hiervoor werden diverse activiteiten georganiseerd waarvan de meest in het oog springende het ontbijt was dat vijftien Kamerleden op bed kregen aangeboden. De campagne werd verder ondersteund door een speciale actiewebsite, radiocommercials, advertenties en petitiekaarten. Resultaat van al deze acties is dat moedersterfte nationaal en internationaal meer aandacht krijgt dan voorheen. In de beleidsbrief van staatssecretaris Knapen van november 2010 werd het thema seksuele en reproductieve gezondheid en rechten aangewezen als één van de prioriteiten van de regering.
Wat is er zo leuk aan dan? ‘Het mooiste vond ik de blije gezichten van iedereen, zowel van de kinderen als van de organisatie. Het leuke van meedoen aan de Estafette is dat je heel snel resultaat ziet. We subsidiëren ook andere projecten, maar daarvan zie je de resultaten pas later in een rapportage terugkomen. Nu zie je meteen hoe het loopt. Verder is het leuk dat je met een kleine actie toch een breder publiek kan bereiken. Ik vind dat Simavi daar echt in is geslaagd. Mijn complimenten voor het slot van de karavaan in Den Haag met premier Balkenende en de 4.405 beschuiten met muisjes.’
Beleidsbeïnvloeding internationaal Simavi sluit aan bij de lobby van haar partners door middel van beleidsbeïnvloeding in Nederland (zie deel 3.3.4) en internationaal. Zo refereerde demissionair premier Balkenende in zijn toespraak in september op de VN-conferentie over de millenniumdoelen in New York aan de Estafette voor Wereldmoeders van Simavi en het belang van aandacht voor moedersterfte. Ook was Simavi via het End Water Poverty netwerk betrokken bij het side event over water en sanitatie, georganiseerd door de overheden van Japan, republiek Korea, Liberia, Senegal, Tadzjikistan en VS. Dit evenement zette het onderwerp internationaal hoog op de agenda. UNSGAB presenteerde hier de five year drive for Sanitation. Dit plan wil voor 2015 alles op alles zetten om voor heel veel mensen toegang tot water en sanitatie mogelijk te maken. De Moedernacht In de periode april - mei 2010 werden diverse activiteiten georganiseerd in het kader van de Moedernacht-campagne. Dit is een initiatief van MYBODY. Simavi is medeorganisator van deze campagne evenals NCDO, Wemos, AMREF Flying
Moedernacht op het Plein in Den Haag.
78
Water, sanitatie, hygiëne (WASH)
In 2010 werd de eerste High Level Meeting georganiseerd door de SWA. Dit was een eerste speciale top over water en sanitatie, waarbij zowel water ministers als ministers van financiën bijeen kwamen. In de aanloop naar deze belangrijke bijeenkomst organiseerde Simavi tijdens de Nederlandse Wereld Waterdag viering de ‘langste toiletrij’. Ruim 200 kopstukken uit de Nederlandse watersector stonden in de rij voor het toilet. Dit was onderdeel van internationale End Water Poverty campagne. Rolien Sasse, directeur van Simavi overhandigde een petitie in de vorm van een toiletrol aan Simon Smit, directeur klimaat, energie, milieu en water van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De petitie, ondersteund door ruim 30 organisaties en bedrijven binnen de watersector, riep minister Verhagen op niet te bezuinigen op water en sanitatie. Ook riep de petitie de regering op aanwezig te zijn bij de High Level Meeting in Washington die over dit onderwerp in april 2010 plaatsvond. In totaal stonden wereldwijd 100.000 mensen in tachtig landen in de rij voor een toilet om zo aandacht te vragen van de politiek voor water en sanitatie problemen in ontwikkelingslanden.
Simavi werkt in haar programma’s aan de verbetering van de gezondheid van mensen door middel van water, sanitatie en hygiëne (WASH). Zie voor de belangrijkste internationale politieke ontwikkelingen op het gebied van WASH hoofdstuk 1.2.1 Simavi en de ontwikkelingen in de wereld in 2010. Wereldwijd hebben ongeveer 900 miljoen mensen geen veilig drinkwater. Daarnaast heeft 40 procent van de wereldbevolking geen goed toilet, dat zijn 2,6 miljard mensen. Hierdoor ontstaan onhygiënische situaties met vaak diarree als gevolg. Dit kost iedere dag meer dan 4.000 kinderen jonger dan vijf jaar het leven. Voor vrouwen zijn de problemen het grootst. Naast de gezondheidsrisico’s zijn ook de economische gevolgen groot. Afrika verliest ieder jaar 5 procent van haar Bruto Nationaal Product door water- en sanitatie gerelateerde ziektes. Deze problemen hebben meerdere oorzaken. Water - en vooral sanitatie - krijgen niet de politieke aandacht die ze nodig hebben. Ook zijn overheden en instituties vaak niet in staat adequate plannen op te stellen en uit te voeren. Het ontbreekt ze daarvoor vaak aan voldoende financiële middelen en het geld dat beschikbaar is komt niet altijd terecht daar waar het nodig is: in de moeilijk bereikbare gebieden van de armste ontwikkelingslanden.
De actie kreeg veel bijval. Toch was de aandacht van de toenmalige Nederlandse regering voor het onderwerp beperkt. Op de begroting 2010 voor water en sanitatie was door minister Koenders (en later minister Verhagen) van Ontwikkelingssamenwerking reeds 30 procent bezuinigd. Hierdoor komt de doelstelling van Nederland om in 2015 vijftig miljoen mensen van veilig water en sanitatie te hebben voorzien in de knel. Ook was Nederland niet op ministersniveau aanwezig tijdens de High Level Meeting, omdat het kabinet net was gevallen. In het najaar werd dit echter weer goed gemaakt, toen Premier Balkenende tijdens de VN Millenniumtop wel persoonlijk met de Prins van Oranje aanwezig was bij een side event over water en sanitatie, dat mede door de SWA georganiseerd was. De nieuwe regering heeft water inmiddels als hoofdthema aangewezen.
Simavi heeft zich in haar beleidsbeïnvloeding in Nederland en internationaal hoofdzakelijk op de volgende onderwerpen gericht: Sanitation and Water for All Sanitation and Water for All, a global framework for action (SWA) is een internationaal samenwerkingsverband van ontwikkelingslanden, donoren, multilaterale organisaties, netwerken en maatschappelijke organisaties, dat ernaar streeft iedereen de beschikking te geven over veilig drinkwater en adequate sanitatie. De aangesloten organisaties willen dat overheden in ontwikkelingslanden werken aan nationale water- en sanitatieplannen. En het mag niet bij plannen blijven. De internationale gemeenschap moet erop toezien dat vanuit donorlanden voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld om de plannen uit te voeren. Donoren beloven daarbij hun hulpprogramma’s beter op elkaar af te stemmen. Jaarlijks zal verantwoording worden afgelegd over de voortgang van de gemaakte afspraken. Ten slotte is ook beloofd dat de hulp zich vooral richt op de armste landen. Simavi vindt dat binnen deze landen de hulp weer vooral gericht dient te zijn op de armste en meest kwetsbare groepen. De Nederlandse overheid was tijdens het Jaar van Sanitatie (2008) samen met de Britse regering één van de initiatiefnemers van het SWA initiatief.
Simavi zal de komende jaren bij de Nederlandse regering aandacht blijven vragen voor Sanitation and Water for All (SWA) en de 50 miljoen doelstelling van eerdere kabinetten.
79
End Water Poverty (EWP) is een netwerk van 150 organisaties verdeeld over 44 landen die campagne voeren om het Sanitation for All initiatief onder de a andacht van de politiek te brengen. Simavi is in Nederland het a anspreekpunt voor deze campagne en is tevens lid van de internationale stuurgroep. Daarnaast werd directeur van Simavi Rolien Sasse in 2010 namens End Water P overty lid van de stuurgroep van Sanitation and Water for All namens de Noordelijke m aatschappelijke organisaties. Kijk voor meer informatie op www.sanitationandwaterforall.org en www. endwaterpoverty.org
Het NWP heeft in 2010 het thema water systematisch bij beleidsmakers onder de aandacht gebracht en opgeroepen Nederland weer wereldleider in water te maken. Hiertoe is in 2010 de toekomstvisie van de Nederlandse watersector opgesteld: Water 2020 (verschenen in 2011). Simavi heeft in 2010 vaak schriftelijk en mondeling input geleverd tijdens de opstelling van deze visie. Daarbij kwam Simavi vooral op voor de aandacht voor arme doelgroepen en de thematiek van drinkwater en sanitatie. Ook rond de totstandkoming van de beleidsbrief van staatssecretaris Knapen hebben we onze stem laten horen. Het Nationaal Waterplan (inclusief het onderdeel Water Mondiaal, -de kabinetsbrede beleidsvisie op internationale samenwerking en water) werd door de val van het kabinet helaas nog niet in de Tweede Kamer besproken. Wel heeft Simavi zich samen met Both Ends en het NWP uitgesproken over de erkenning van het recht op veilig water en sanitatie als mensenrecht door de Algemene Vergadering (en later door de Human Rights Council) van de Verenigde Naties.
Watervisie 2020 en Nederlands waterbeleid Nederland is een waterland met essentiële kennis en expertise in huis. Deze kennis wordt wereldwijd ingezet om mensen te beschermen tegen te veel, te weinig of vervuild water, zoals bijvoorbeeld bruggen, dijken, irrigatie ten behoeve van de landbouw, drinkwatervoorzieningen in steden en de afvoer en reiniging van vervuild water. Dat is een uitdagende opgave: de bevolkingsomvang groeit explosief waardoor de vraag naar water voor, landbouw, industrie en drinkwater stijgt. Daarnaast verandert het klimaat waardoor ook neerslagpatronen veranderen. Water is daarmee naast basale levensbehoefte ook bron voor (grensoverschrijdende) conflicten en verlies aan kwetsbare ecosystemen. Simavi wil samen met Nederlandse bedrijven, instellingen en overheden werken aan water- en sanitatie-oplossingen voor de armste en meest kwetsbare groepen in ontwikkelingslanden. Dat doet Simavi door samen programma’s op te zetten, maar ook door het belang van deze groepen onder de aandacht te brengen van beleidsmakers en beslissers in de sector. Simavi doet dit zowel binnen als samen met het Netherlands Water Partnership (NWP). Het NWP is een publiekprivate netwerkorganisatie die optreedt als onafhankelijk coördinatie- en informatiepunt voor de Nederlandse watersector. Organisaties die hierin samenwerken zijn overheden, kennisinstituten, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Binnen het NWP hebben de maatschappelijke organisaties zich gebundeld in het NGO Platform, die ook een lobby werkgroep bevat. De directeur van Simavi is voorzitter van dit platform en Simavi trekt deze lobby werkgroep.
Resultaat: In de beleidsbrief van staatssecretaris Knapen van november 2010 wordt het thema water als een van de prioriteiten van de regering genoemd. Dat is in deze tijd van bezuinigingen en het stellen van prioriteiten gunstig en biedt aanknopingspunten voor ons werk. Wel werd water door de staatsecretaris breed neergezet. Het omvat alles van watermanagement waar het Nederlandse bedrijfsleven bij wordt betrokken tot drinkwater en sanitatie voor de armsten. Over de verdere uitwerking van dit beleid zal Simavi ook in 2011 met de watersector, de staatssecretaris en de Tweede Kamer verder in debat gaan.
80
Klimaatverandering
de ontwikkelingssector, zoals met brancheorganisatie Partos, ook soms meegedaan aan acties op dit algemene terrein.
Hoewel ontwikkelingslanden het minste hebben bijgedragen aan klimaatverandering, vallen daar wel de hardste klappen. Verwacht wordt dat 75 tot 80 procent van de potentiële schade in ontwikkelingslanden zal plaatsvinden. De gezondheid van mensen daar wordt ernstig bedreigd door deze klimaatverandering, bijvoorbeeld doordat ziektes als malaria meer voorkomen, maar ook omdat de drinkwatervoorziening in gevaar komen wegens veranderende neerslagpatronen. Vrouwen worden het hardst geraakt omdat zij meestal verantwoordelijk zijn voor drinkwater en de verzorging van de zieken, maar ook omdat zij afhankelijk zijn van kleinschalige landbouw, die als eerste wordt getroffen bij droogte. Zwangere vrouwen zijn extra kwetsbaar bij mislukte oogsten en hongersnood: 18 procent van de moedersterfte ontstaat als gevolg van ijzertekort.
In januari 2010 presenteerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) het rapport ‘minder pretentie, meer ambitie’. Het rapport formuleert aanbevelingen voor het Nederlandse ontwikkelingsbeleid. Een van de meest opvallende aanbevelingen van het rapport is om minder te investeren in sociale sectoren zoals onderwijs en gezondheidszorg en de nadruk te leggen op economische ontwikkeling. Stelling van de WRR is dat duurzame economische groei in ontwikkelingslanden de enige weg uit de armoede is. Dat klopt, maar economische ontwikkeling komt niet automatisch ten goede aan arme groepen en investeringen in sociale sectoren zijn juist een onmisbare pijler om duurzame economische ontwikkeling te genereren, omdat daarvoor een gezonde en goed opgeleide bevolking nodig is. Onderzoek van de World Health Organization (WHO) laat dit voor water en sanitatie investeringen goed zien: 1 USD investeren in water en sanitatie levert tussen de 3 tot 34 USD op, afhankelijk van de regio8.
Simavi draagt in coalitieverband (het HIER II-initiatief) al jaren bij aan beleidsbeïnvloeding op het gebied van klimaatverandering. Zo was Simavi in 2008 medeondertekenaar van de Klimaatwet, en in 2009 zowel deelnemer aan het klimaatevenement ‘Beat the Heat’ en de ‘DAAR ben ik’ campagne. Ook in 2010 zijn we actief geweest. Aan de vooravond van de Klimaattop in Cancún, Mexico, was Simavi medeafzender van de ‘DAAR ben ik’ campagne. Een van de centrale onderwerpen tijdens de Klimaattop was de vraag hoeveel financiële steun de rijke landen zullen geven om de armste landen te helpen zich te wapenen tegen nu al onvermijdelijke klimaatverandering. Simavi is voorstander van zowel het voorkomen van klimaatverandering door besparingen (mitigatie) als adaptatie (aanpassing) aan klimaatverandering.
Simavi organiseerde in maart 2010 de fototentoonstelling ‘making ground’. Deze tentoonstelling, gesteund door de Nationale Postcode Loterij en uitgevoerd in samenwerking met WaterAid, liet zien dat niet alleen de gezondheid van mensen verbetert door de komst van water en sanitatie, maar dat ook de positie van vrouwen en meisjes binnen hun gemeenschap wordt versterkt. Dat meisjes door de komst van water en wc’s naar school kunnen waardoor hun kansen verbeteren en dat vrouwen de tijd die ze voorheen kwijt waren aan het halen van water gebruiken om geld te verdienen. De komst van water versterkt dus ook de locale economie.
Resultaat: De klimaattop heeft geen bindende afspraken opgeleverd. Wel moet er vanaf 2020 een Groen Klimaat Fonds zijn, waaruit ontwikkelingslanden mitigatie- en adaptatiemaatregelen kunnen financieren. Onduidelijk is echter nog hoe het fonds zelf gefinancierd moet worden.
8 Guy Hutton and Laurence Haller,‘Evaluation of the Cost and Benefits of Water and Sanitation Improvements at Global Level’, WHO, 2004.
De Nederlandse ontwikkelingssector In 2010 stond de ontwikkelingssector volop in de politieke en publieke belangstelling. Hoewel de steun voor ontwikkelingssamenwerking nog altijd groot is, wordt steeds kritischer gekeken naar de resultaten van de hulp. Ook komen de Nederlandse belangen om steun te verlenen steeds centraler te staan en wordt gediscussieerd over de rol en toegevoegde waarde van ngo’s zoals Simavi. Activiteiten van Simavi richten zich met name op de eigen thema’s, gezondheid van moeders, moedersterfte en water en sanitatie. Het algemene ontwikkelingsbeleid heeft echter wel grote invloed op deze thema’s en op Simavi zelf. Daarom wordt in samenwerking met
81
In 2010 viel het Kabinet-Balkenende IV en werden nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Tijdens de debatten in de aanloop naar de verkiezingen werd veel gesproken over ontwikkelingssamenwerking. Simavi organiseerde in juni samen met SNV, IUCN en Global Village Media in de Rode Hoed te Amsterdam het debat “Is de politiek nog wel geïnteresseerd in ontwikkelingssamenwerking?” Hier werd de discussie aangegaan met vijf (aspirant-) Tweede Kamerleden. Het werd een levendig debat over prioriteiten, budgetten en de kwaliteit van ontwikkelingssamenwerking. Simavi sprak in het debat over de meerwaarde van maatschappelijke organisaties. Zij werken juist daar waar overheden falen, geven mensen een stem en roepen overheden ter verantwoording. Daarnaast leggen maatschappelijke organisaties verantwoording af aan de bevolking en werken aan draagvlak. Gepleit werd daarom om naast overheidssteun aan landen ook ngo’s te blijven ondersteunen. In juni vonden vervolgens de Tweede Kamerverkiezingen plaats. Het nieuwe CDA-VVD kabinet werd gevormd met gedoogsteun van de PVV. In de beleidsbrief van Staatssecretaris Knapen van Buitenlandse Zaken werd fors bezuinigd op ontwikkelingssamenwerking en werd de begroting vervuild met nieuwe kosten die niet direct een ontwikkelingsdoel hebben. Bezuinigingen richten zich ook sterk op het maatschappelijk kanaal. Daarnaast vond een verschuiving plaats van investering in sociale- naar economische ontwikkeling. De belangen van het Nederlandse bedrijfsleven krijgen een centrale plaats. Wel is Simavi blij met de thematische keuze voor SRGR en Water. Als reactie op de onevenredig grote bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking deed Simavi mee aan de campagne ‘Genoeg is Genoeg’, geïnitieerd door brancheverenging Partos. Aan de campagne namen 64 organisaties deel. De Staatsecretaris besloot iets minder te bezuinigingen op het maatschappelijke kanaal, maar nog steeds een onevenredig groot aandeel van bijna 34 procent. Zie voor meer informatie over het MFS II-subsidiekader hoofdstuk 1.3 Simavi en ontwikkelingen in Nederland.
82
3.4 Simavi in Haarlem: Interne organisatie 2010 bleek voor de interne organisatie een zwaar jaar omdat er veel tegelijk speelde. In het voorjaar werden in totaal drie grote subsidieaanvragen ontwikkeld met partners in het Zuiden en alliantieleden in Nederland. Alle drie waren succesvol en zullen de komende jaren een belangrijk deel van de programma’s van Simavi financieren. De aanvragen betreffen: twee aanvragen in het kader van het MFS II subsidiekader van het Ministerie van Buitenlandse Zaken - één op het terrein van water, sanitatie en hygiëne (WASH), onder penvoerderschap van Simavi en een op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR), waarin Simavi mede-indiener is. Daarnaast was er de aanvraag voor een ambassade programma op het gebied van innovatieve sanitatie en hygiëne (SHAW) in Indonesië. Met name de MFS II-aanvragen legden een zeer zware last op de medewerkers, omdat in alliantieverband (dus in samenwerking met Nederlandse collega-organisaties) per land met partners uitgebreide programma’s moesten worden ontwikkeld in een zeer kort tijdsbestek. Dit leidde tot vertragingen in de lopende activiteiten en zorgde dat er minder tijd en aandacht over bleef voor interne organisatieprocessen. Mutaties in het management van de programma-afdeling maakte dit extra lastig voor de programmamedewerkers. Daarnaast bestond lang grote onduidelijkheid vanuit het Ministerie over de exacte eisen die verbonden waren aan de MFS II-subsidies. Deze werden (en worden nog steeds) vaak pas op het allerlaatste moment bekendgemaakt en bleven telkens wijzigen met handhaving van de deadlines. Een aantal andere processen in de organisatie konden door deze factoren niet in 2010 worden afgerond, maar lopen door tot in 2011.
In de Strategische Visie 2009-2011 stelt Simavi zich in strategische richting tot doel een lerende organisatie te zijn, werkend in teamverband.
Doelstelling en resultaten 2010 Simavi is de afgelopen vijf jaar gestaag gegroeid in omvang, budget en ambitie. Intern is met partners geleerd van eerdere ervaringen, waardoor besloten is nieuwe wegen in te slaan, zoals het programmatisch werken in een multi-stakeholder benadering. Door de groeiende budgetten was het mogelijk deze vernieuwingen door te voeren. Dit stelt ook nieuwe eisen aan de organisatie. Simavi wordt tegelijk ook geconfronteerd met nieuwe financieringsstromen die andere en additionele eisen stellen, zoals de nieuwe subsidieronde van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (MFS II). Deze interne en externe veranderingen stellen hoge eisen aan de organisatie. Met name de eisen voor verantwoording van resultaten wordt steeds gedetailleerder en complexer. Om aan deze nieuwe eisen te kunnen voldoen was 2010 gepland als jaar om die capaciteit verder uit te bouwen. De doelstellingen op het terrein van interne organisatie in 2010 waren volgens het jaarplan: 1. Monitoring- en evaluatiesystemen binnen de organisatie en binnen partnerorganisaties zijn van voldoende kwaliteit om goede en betrouwbare informatie te genereren voor interne lering en externe verantwoording en deze informatie is systematisch verzameld en geanalyseerd; 2. De interne administratieve en financiële organisatie is eind 2010 aangepast aan de eisen voor MFS II en andere grote programmafinancieringen; 3. Verlenging van de bestaande keurmerken (ISO en CBF) en positieve score op organisatietoetsen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken; 4. Tevredenheidonderzoeken zijn uitgevoerd en benut onder partners in ontwikkelingslanden, relaties en achterban in Nederland en onder de eigen medewerkers; 5. Medewerkers hebben opleidingskansen gekregen die hen beter in staat stellen hun taken uit te voeren, in lijn met de eisen door de organisatie aan hen gesteld worden.
1. Monitoring en evaluatiesystemen Monitoring en evaluatie zijn essentieel om van ervaringen te kunnen leren. Maar ook om resultaten te kunnen meten, verantwoorden en communiceren. De eisen aan het monitoring- en evaluatiesysteem van Simavi zijn verhoogd door enkele ontwikkelingen die samenvallen: allereerst de nieuwe inzichten over werkmethoden, zoals programmatisch werken en de verhoogde aandacht voor beleidsbeïnvloeding en capaciteitsversterking, maar daarnaast ook de verhoogde eisen en verwachtingen van onze financiers – van overheid tot donateurs – die meer inzicht in voortgang en resultaten per gefinancierd programma willen krijgen. Tot slot bestaan er nieuwe ICT-oplossingen en is nieuwe kennis ontwikkeld over monitoring en evaluatie in de sector, waardoor er kansen liggen om de eigen processen te versterken.
In 2010 kwamen hier nog twee doelstellingen bij, vanwege de groei van de organisatie: 6. Verbeterde ICT-ondersteuning en aangepaste werkomgeving (interne verhuizing en verbouwing) in kader van personele groei; 7. Aanpassing organigram en functieomschrijvingen en herziening arbeidsvoorwaarden, evenals de uitvoering van een benchmarkonderzoek op salarissen.
In 2010 zijn voorbereidende stappen gezet om een nieuw monitoringsysteem, gekoppeld aan een geheel nieuwe database, op te zetten. Het pakket van eisen is geformuleerd, diverse aanbieders zijn beoordeeld en het gewenste softwarepakket
83
voor de database is geselecteerd. De implementatie wacht nu op het definitieve monitoring protocol voor de MFS II-subsidies en de nieuwe werkprocessen, die begin 2011 klaar zullen zijn. Dit hangt samen met nog onzekere eisen van het Ministerie en de afstemming binnen allianties. In 2010 is al wel een monitoringsysteem ontwikkeld voor het SHAW-programma, dat medio april 2010 van start ging. Deze ervaring bracht goede leringen mee voor MFS II.
en de tweede ISO-controle. Bij de CBF controle bleek Simavi in het dagelijks opereren goed te voldoen aan de eisen van de Code Goed Bestuur, maar werden wel enkele afwijkingen in de statuten geconstateerd. Deze worden begin 2011 met behulp van het advies van het CBF gecorrigeerd. Voor wat betreft de ISO-controle bleek met name dat door de overgang naar programmatisch werken en het werken in allianties de oude programmaprocessen en de database niet goed meer passen bij het primaire proces, terwijl de ontwikkeling van nieuwe processen, monitoring systemen en database nog niet afgerond is. Dit zal in het eerste halfjaar van 2011 verder worden verholpen. De auditor waarschuwde verder voor overregulering door de stapeling van eisen en procedures.
In 2009 was een aanzet gedaan voor een Leer Werk Traject met PSO op het terrein van monitoring en evaluatie van capaciteitsversterking. In 2010 werden enkele pilots uitgevoerd en werd de monitoringtool verder ontwikkeld. Het proces van aanpassing, opleiding in de tool en opschaling ervan zal in 2011 en 2012 worden voortgezet.
4. Tevredenheidonderzoeken en meta-evaluaties In 2010 werd de tevredenheid ten aanzien van Simavi gemeten onder relevante stakeholders, namelijk de collectanten, donateurs, zakelijke financiers, Zuidelijke partners en Simavimedewerkers. Deze meting vindt elke twee jaar plaats. Daarnaast werden van de diverse evaluaties van uitgevoerde projecten en activiteiten meta-evaluaties gemaakt voor de fondsenwerving en programma’s. Dit gebeurt jaarlijks om organisatiebreed lering te kunnen trekken uit evaluaties.
2. Versterking interne organisatie Schaalvergroting, het ISO-keurmerk en de nieuwe eisen verbonden aan de nieuwe subsidies stellen ook nieuwe eisen aan de interne administratie. Belangrijk verschil is dat financieringen in toenemende mate programma gebonden zijn (‘geoormerkt geld’ in plaats van ‘vrij besteedbaar geld’) en dat ook grote donoren gedetailleerde rapportages eisen over specifieke programma’s. Begin 2010 liet Simavi een externe analyse doen (uitgevoerd door het bureau Change Up) van de nieuwe eisen die aan de interne organisatie zouden worden gesteld en deficiënties die tegelijk in de organisatie konden worden doorgevoerd. Een aantal maatregelen konden direct genomen worden. Veel maatregelen hadden betrekking op het PME-systeem, waarvoor een nieuwe database noodzakelijk bleek (zie boven).
De resultaten waren zeer positief. De tevredenheid over Simavi bleek onder alle stakeholders onverminderd hoog, en zelfs gestegen, te zijn ten opzichte van de vorige metingen (in 2007/2008). Zo gaven donateurs Simavi een 8 en onze Zuidelijke partners een 9. Ook collectanten waren overwegend tevreden. Bij de donateurs bleek wel dat vooral oudere donateurs reageren. De jongere generatie respondeert veel minder. Een volgende keer moeten die speciaal (digitaal) benaderd worden. Collectanten gaven aan het onderzoek als een extra belasting te zien. Hen zal voortaan alleen bij de afronding van de collecte om feedback worden gevraagd.
In 2010 is de financiële administratie uitgebreid met expertise op het gebied van financiële monitoring van programma’s. De twee nieuwe medewerkers zorgen voor strakke monitoring en financiële rapportage naar de grote donoren. Zij zien tevens toe op een goede financiële monitoring van kleinere programma’s door andere medewerkers. Verder werd tijdelijk een parttime P&O functionaris toegevoegd om de werkdruk op deze afdeling te verminderen en de P&O functie beter vorm te geven. Vervolgens is de P&O administratie structureel door het hoofd gedelegeerd, door het aantrekken van een extra administratieve medewerkster. Tot slot zijn nadere maatregelen genomen om de managementinformatie sneller en betrouwbaarder te maken. Ook deze processen van versterking zullen in 2011 verder voortgezet worden.
Wat betreft de programma’s bleek ook de tevredenheid van partners ten opzichte van 2007 gestegen te zijn, met 10 procent. Partners waren vooral tevreden dat Simavi hen zelfstandigheid biedt, maar ook ruimte om plannen aan te passen indien dit nodig blijkt. Een vrees bij Simavi is wel dat juist deze punten door de eisen van MFS II onder druk zijn komen te staan. Het bleek dat partners behoefte hebben aan meer contact en ondersteuning, zowel technisch als op het gebied van PME, rechtenbenadering en het samenwerken met andere actoren.
3. ISO en CBF-certificatie
De meta-evaluaties wezen uit dat onze partners goede capaciteiten hebben op het gebied van publieke
In 2009 kreeg Simavi voor het eerst ISO-certificering. In 2010 stond een nieuwe controle voor het CBF-keurmerk gepland
84
medewerkers meer op verantwoordelijkheden en minder op detail taken aan te sturen.
gezondheidszorg en preventief handelen. Hun programma’s zijn relevant en werken aan ‘ownership’ en duurzaamheid. Effectiviteit is nog moeilijk meetbaar gezien het ontbreken van nulmetingen en de kwaliteit van het planning- en monitoringsysteem (PME) in het zuiden.
Wel is op de afdeling programma’s een nieuwe indeling gekomen, met twee teams per continent met ieder een teamcoördinator. Deze coördineren direct ook een alliantie vanuit Simavi (WASH/SRGR). Verder is in Indonesië voor het management van het SHAW programma in 2010 een veldkantoor geopend met een expat en twee lokale medewerkers.
In 2010 werd tevens het jaarlijkse tevredenheidonderzoek onder medewerkers uitgevoerd. Deze zijn over het algemeen heel positief over de organisatie en de werkplekken. Punt van zorg blijft echter de werkdruk, die nog sterker dan voorheen als een probleem werd aangegeven, en ook tot gezondheidsklachten leidt. Dit wordt als een groot risico erkend, maar was in 2010 door de druk op de organisatie moeilijk te adresseren. In 2011 is het prioriteit rust te brengen in de organisatie en voor de medewerkers. De ICT, voorheen een probleempunt, werd in 2010 duidelijk positiever beoordeeld. De genomen maatregelen hebben dus effect gehad.
Voor het penvoerderschap van de WASH-alliantie is onder de directeur een secretariaat opgezet, bestaande uit een programmamanager en een assistent. Zij krijgen parttime ondersteuning op het gebied van PME en financieel management. Het secretariaat ondersteunt de gehele alliantie en wordt daarin beleidsmatig aangestuurd vanuit de stuurgroep van de alliantie.
5. Versterking functioneren medewerkers
Organisatiestructuur
Simavi is continu in ontwikkeling. Dat vraagt veel van medewerkers en vereist investeringen in de eigen capaciteit. In 2010 is vooral bij de afdeling campagnes en fondsenwerving geïnvesteerd in het opdoen van kennis op advocacy, media en nieuwe fondsenwervende methoden. Bij de afdeling programma’s was de werkdruk hoog en zijn veel activiteiten uitgesteld. Wel is in diverse workshops dieper ingegaan op de inhoud en focus van het programma beleid en het beleid van de MFS allianties. Dit droeg bij aan de kennis ontwikkeling van medewerkers.
Simavi is een kleine, platte, organisatie met een open en dynamische bedrijfscultuur. De organisatie bestaat naast de directeur en directiesecretaresse/office manager uit drie afdelingen en het secretariaat van de WASH-alliantie:
6. ICT-ondersteuning en werkplekken De groei van de organisatie en het steeds zwaardere gebruik van het computernetwerk zorgde de afgelopen jaren voor veel problemen op het terrein van de ICT. In 2010 zijn succesvol maatregelen genomen om dit te adresseren. Zo is een nieuwe systeembeheerder geselecteerd en zijn nieuwe servers met meer capaciteit aangeschaft. Door de groei waren meer werkplekken nodig. Het kantoor is daarom grondig gereorganiseerd voor een efficiënter gebruik van de ruimte.
7. Arbeidsvoorwaarden, organigram en functieomschrijvingen In 2005 zijn de arbeidsvoorwaarden van Simavi voor het laatst herzien. In 2010 is deze weer door een extern bureau (Raymakers van den Bruggen) geanalyseerd en waar nodig aangepast. Dit is in overleg met de personeelsvertegenwoordiging gedaan. Er waren weinig aanpassingen nodig. Vervolgens zijn het organigram van Simavi en alle functieomschrijvingen in de organisatie herzien om deze weer aan de actualiteit aan te passen. Ook bestond de wens
85
•
De afdeling Programma’s - verantwoordelijk voor programma’s en relaties in ontwikkelingslanden en voor de institutionele fondsenwerving. Deze omvat sinds 2010 tevens een veldkantoor in Indonesië.
•
De afdeling Campagnes & Fondsenwerving verantwoordelijk voor communicatie en mobilisatie in Nederland, voor de zakelijke en particuliere fondsenwerving en voor beleidsbeïnvloeding in Nederland
•
De afdeling Financiën & Administratie - verantwoordelijk voor de financiële administratie, het kwaliteitssysteem en personeelszaken
•
Het secretariaat van de Dutch WASH Alliance (DWA) – verantwoordelijk voor het managen van het MFS II – WASH programma. Het secretariaat valt direct onder de verantwoordelijkheid van de directeur van Simavi, maar wordt inhoudelijk aangestuurd door de stuurgroep van de allianties programmamanagement vindt plaats in nauwe samenwerking met de zes alliantiepartners.
Organigram Simavi per 31 december 2010
Raad van Toezicht Bestuurder / Directeur 0,9 FTE Directiesecretaresse / Officemanager Bestuur, MT en RvT 0,9 FTE
Hoofd Afdeling Programma’s 1 FTE
Secretaresse afd. Programma’s 0,9 FTE
Secretariële Assistent afd. Programma’s 0,9 FTE
Coördinatie Azië en SRHR 0,9 FTE Afrika en WASH 0,9 FTE Sr PME Officer Simavi 0,8 FTE
Hoofd Financiën & Administratie 1 FTE
Hoofd Campagnes & Fondsenwerving 0,8 FTE
Boekhouder 0,9 FTE
Secretaresse afd. C&F 0,8 FTE
Administratief Medew 0,9 FTE Administratief Medewerkster Personeelszaken 0,5 FTE
Telefoniste / Ondersteuning Collecte 0,8 FTE
MFS 2 Programme Manager WASH 1 FTE
Fondsenwerver Particulieren 0,82 FTE
Collecte Medewerker National 0,9 FTE
8 Programme officers In totaal 6,9 FTE
Senior FO 0,9 FTE
Relatiebeheerder 0,8 FTE
Institutional Funding Officer 0,9 FTE Vacature
FO Programma’s en SHAW 1 FTE
Zakelijk Fondsenwerver NIEUW 0,9 FTE Persvoorlichter / Redacteur 0,9 FTE
SHAW Coördinator in Indonesië 1 FTE
Campagne Coördinator 0,9 FTE
2 Programme Assistenten in Indonesië 1,5 FTE
Web Redacteur 0,9 FTE 1 WASH Advocady off. 0,8 FTE
86
Junior Programmeofficer WASH 0,8 FTE
Bestuursstructuur en managementteam
Rolien Sasse heeft de volgende nevenfuncties:
De bestuursstructuur van Simavi is vastgelegd in een bestuursstatuut en de reglementen voor de raad van toezicht, de auditcommissie, het bestuur en het managementteam. Deze zijn vastgesteld door de raad van toezicht in 2007. De directeur/ bestuurder van Simavi draagt de eindverantwoordelijkheid voor besluiten, het functioneren van de organisatie en de behaalde resultaten. Alle belangrijke managementbesluiten worden besproken binnen het managementteam. Hierbij wordt gestreefd naar consensus, maar de directeur neemt het besluit. Het managementteam bestaat uit de directeur en de drie afdelingshoofden en wordt bijgestaan door de directiesecretaresse/office manager. Het managementteam vergadert elke twee weken aan de hand van een vooraf opgestelde agenda. Vaste onderdelen op deze agenda zijn notulen, actielijst, besluitenlijst, jaarplanner en nieuwe ontwikkelingen/nieuws. Van de vergaderingen worden notulen gemaakt met daaraan gekoppeld de actielijst en de besluitenlijst De agenda en besluitenlijst wordt gedeeld met de personeelsvertegenwoordiging. In 2010 vergaderde het team 29 maal. Onderwerpen op de agenda betroffen reguliere zaken, zoals jaarplan, opleidingsplan, begroting, kwartaalrapportages, jaarverslag, plenaire vergaderingen en raad van toezicht vergaderingen en de accountantscontrole, CBF controle en ISO controle. Daarnaast werd in 2010 veel gesproken over toekomstscenario’s bij het al dan niet slagen van de grote subsidieaanvragen (omdat de uitslag pas op 1 november bekend zou worden, maar al op 1 januari 2011 geëffectueerd), de inhoud, voortgang en implicaties van de subsidieaanvragen en het functioneren van de allianties. Daaruit volgend werd regelmatig gesproken over werkdruk, personele bezetting, vacatures, oplossingen bij uitval, het nieuwe organigram, nieuwe functieomschrijvingen en nieuwe interne processen en systemen. Voorts werd gesproken over de herziening van arbeidsvoorwaarden en de P&O functie in de organisatie. Tot slot stonden campagnes en kleinere communicatie activiteiten, de politieke ontwikkelingen en ontwikkelingen in de fondsenwerving, met name de consequenties van het bel-me-niet register, op de agenda.
•
Naast haar functie als directeur van Simavi, is Sasse sinds september 2007 bestuurslid van het Netherlands Water Partnership (NWP) en voorzitter van het NWP/NGOplatform (herkozen in 2009). Het NWP is het Nederlandse platform voor publieke en private organisaties op het terrein van internationale water- en sanitatie activiteiten. In deze functies zet zij zich in voor verbeterde samenwerking tussen actoren in de watersector, kennisuitwisseling en het mobiliseren van draagvlak voor een duurzame benadering van water en sanitatie die structureel kan bijdragen aan de vermindering van armoede.
•
Sinds november 2006 is Sasse bestuurslid van de Stichting Collecteplan. Het SCP is het platform van collecterende instellingen in Nederland en draagt zorg voor de zelfregulering rond collectes, het opstellen van het nationale collecterooster en kwaliteitsverbetering van collectes. Simavi kan in het bestuur de kleinere collecte organisaties vertegenwoordigen.
•
In augustus 2010 werd Sasse gekozen als lid van de stuurgroep van het mondiale Sanitation and Water for All, a global framework for action (SWA) initiatief. Zij vertegenwoordigt daarin het End Water Poverty (EWP) netwerk en daarmee de (Noordelijke) ngo’s. Zij beëindigde tegelijkertijd haar rol als lid van de interim stuurgroep van de EWP. SWA is een internationaal initiatief van vooral nationale overheden en bilaterale en multilaterale donoren op het gebied van water en sanitatie. Door het lidmaatschap van de stuurgroep kan Sasse hier de stem van de ngo’s laten horen. Zij doet dit samen met twee Zuidelijke ngovertegenwoordigers, uit Afrika (ANEW-netwerk) en Azië (FANSA-netwerk).
Deze nevenfuncties leiden niet tot belangenverstrengeling. Zij kan in deze functies geen besluiten nemen over de financiering of status van Simavi.
Samenstelling directie/bestuur en managementteam De directeur/bestuurder van Simavi is Rolien Sasse. Zij werkt sinds 2002 bij de organisatie, sinds 2005 als directeur. Rolien Sasse heeft 20 jaar ervaring met management in de ontwikkelingssamenwerking, waaronder acht jaar in het buitenland.
87
overleg, meestal vaker. Medewerkers hebben verder regelmatig bilateraal overleg met hun leidinggevende. Vier keer per jaar is er overleg met alle medewerkers in een plenair overleg. Van al deze vergaderingen worden notulen gemaakt.
Het managementteam van Simavi heeft in samenstelling in 2010 enkele wisselingen doorgemaakt. De volgende mensen hebben deel uitgemaakt van het team: Andy Palmen is hoofd afdeling Communicatie & Fondsenwerving en sinds 2009 tevens adjunct directeur. In de laatste hoedanigheid vervangt hij Rolien Sasse bij afwezigheid in haar hoedanigheid als directeur. Bij een eventuele langdurige afwezigheid beslist de raad van toezicht over vervanging in haar rol van bestuurder. Andy Palmen werkt sinds 2007 bij Simavi in deze functie. Hij is sinds 2009, op persoonlijke titel, bestuurslid bij Milieudefensie. Dit conflicteert niet met zijn werk voor Simavi. De organisaties hebben weinig met elkaar te maken, maar staan collegiaal tegenover elkaar. Wegens ziekte is Palmen sinds 1 oktober 2010 in zijn hoedanigheid als Hoofd C&F vervangen door Lisette Wevers. Zijn rol als adjunct-directeur wordt sinds medio oktober vervuld door Arriën Kruyt.
Volgens de planning wordt elk jaar in juni een mid-term review uitgevoerd in de organisatie, eerst door de afdelingen apart en dan een dag gezamenlijk. Kort daarop houdt het Management Team een Management Review, waarin alle leringen uit het voorgaande jaar worden geanalyseerd en een kader voor het nieuwe jaarplan wordt vastgesteld. In 2010 viel in juni precies de laatste maand voor de deadline van de indiening van twee grote subsidieaanvragen (MFS II) die een zware last legden op de afdeling programma’s en het Management Team. Om die reden heeft de afdeling communicatie en fondsenwerving haar midterm review in juni gedaan en de afdeling programma’s pas na de zomer. Het Management Team heeft in oktober een volledige mid-term review uitgevoerd. Het jaarplan en de begroting voor 2011 konden eveneens pas in december worden vastgesteld, omdat de goedkeuring van de subsidieaanvragen pas op 1 november bekend werden en deze een groot aandeel innemen in de begroting 2011. De exacte hoogte van de toekenning werd pas in januari 2011 bekend (vanwege extra bezuinigingen op de rijksbegroting voor ontwikkelingssamenwerking door het nieuwe kabinet). Daarop is de begroting nogmaals aangepast en definitief gemaakt in 2011.
Kees Ligterink is hoofd afdeling Financiën & Administratie en werkt sinds 2002 bij Simavi in die functie. Hij heeft geen nevenfuncties. Begin 2010 werd nog geworven voor een nieuw Hoofd Programma’s. Ger Roebeling was tot 1 februari aan Simavi verbonden als Interim Hoofd Programma’s. Daarna trad Han Kok aan als afdelingshoofd. Hij heeft deze functie tot december bekleed en zijn jaarcontract verder uitgediend. Hij had geen nevenfuncties. Momenteel is er een vacature voor de positie. De aansturing van de afdeling wordt sinds december waargenomen door Arriën Kruyt.
De voorbereiding en opvolging van managementteambesluiten en veel operationele besluiten zijn intern gedelegeerd naar de afdelingen. Simavi werkt projectmatig, dat wil zeggen dat voor specifieke activiteiten een projectplan wordt opgesteld met verwachte resultaten, activiteiten, een tijdspad en een budget. De regels voor goedkeuring van projecten zijn vastgelegd in de handboeken en is afhankelijk van de omvang van het budget en het type project.
Door de hoge en nieuwe eisen die in 2010 aan Simavi zijn gesteld op het gebied van interne organisatie en tegelijk de uitval in het managementteam bestond er in oktober behoefte aan extra managementondersteuning van de directeur. Hier is Arriën Kruyt voor aangetrokken als interim adjunct-directeur Interne Zaken. Vanaf december neemt hij tevens de rol van Hoofd Programma’s waar. Dankzij deze versterking konden processen van organisatie ontwikkeling toch doorgaan, hoewel er wel enige vertraging werd opgelopen.
De goedkeuring voor programma’s in ontwikkelingslanden verloopt als volgt. Programma’s met een budget tot tienduizend euro worden goedgekeurd door de verantwoordelijke programmamedewerker en het hoofd van de afdeling Programma’s; van tienduizend tot zeventigduizend euro vindt goedkeuring plaats door een collega-programmamedewerker en het afdelingshoofd; van zeventigduizend tot 100.000 euro door alle collega’s van het betreffende team (Afrika of Azië). Boven de 100.000 euro geeft het team advies aan de directeur die de goedkeuring geeft. Van alle programma’s wordt een samenvatting gemaakt volgens een vast stramien met een verslag van de besprekingen. Dit wordt met alle medewerkers van de afdeling programma’s en de directeur gedeeld. Dit verslag wordt voor akkoord getekend door de directeur. Bij
Zo functioneert Simavi Het functioneren van de organisatie is vastgelegd in vier handboeken; interne organisatie, communicatie en fondsenwerving, programma’s en administratie. Deze worden jaarlijks bijgewerkt en eventuele aanpassingen worden in het managementteam besproken. Elke afdeling wordt geleid door een afdelingshoofd, die aan de directeur rapporteert. Binnen de afdelingen rapporteren alle medewerkers direct aan het afdelingshoofd. Elke afdeling heeft minimaal maandelijks
88
bijeengebracht middels workshops. Zij hebben gezamenlijk het programma per land ontwikkeld binnen de kaders die de Noordelijke alliantieleden hadden gesteld (qua doelstelling en benadering). Deze zijn uiteindelijk door de Noordelijke partners goedgekeurd en in het subsidievoorstel verwerkt. In 2011 worden de plannen nader gespecificeerd in werkplannen en zal een nulmeting worden uigevoerd, alvorens tot uitvoering over te gaan.
twijfel, controverse of bij een innovatief programma wordt het programma altijd voorgelegd aan de directeur. Na goedkeuring volgt de betrokken programma medewerker de voortgang van het programma. Hiervoor wordt elke zes maanden een rapport opgevraagd. Ook vinden veldbezoeken plaats. Na afloop (soms halverwege de uitvoering) wordt een programma extern geëvalueerd. Bij de afdeling Communicatie & Fondsenwerving geeft de directeur goedkeuring aan het jaarplan en de begroting van de afdeling. Hierin staan per campagne en activiteit de budgetten gespecificeerd. De daaruit voortkomende projectenplannen worden goedgekeurd door het hoofd van de afdeling, na bespreking in het afdelingsoverleg. Bij overschrijding van het budget of nieuwe, politiek gevoelige en potentieel controversiële activiteiten beslist de directeur. Naderhand worden projecten en activiteiten met betrokken stakeholders geëvalueerd.
Beleidscyclus De doelstelling en missie van Simavi zijn verankerd in de statuten van de organisatie. Op basis van deze doelstelling stelt Simavi een meerjarenplan vast met een meerjarenbegroting waarin strategische keuzes worden uitgewerkt en onderbouwd, inclusief de verwachte resultaten. Dit plan wordt opgesteld door het managementteam in samenwerking met de medewerkers. Het wordt vastgesteld door de directeur/bestuurder en goedgekeurd door de raad van toezicht. In 2010 werkte Simavi op basis van het strategisch plan 2009-2011. Gekozen was voor een periode van drie jaar (in plaats van vijf) vanwege de verwachte snelle veranderingen in de sector in deze jaren, door bijvoorbeeld de MFS II-subsidie en allianties, snelle internationale veranderingen en de economische recessie. In 2011 zal een nieuw strategisch plan worden opgesteld, waarin de uitkomsten van de MFS II-subsidie rondes verwerkt zal worden.
Voor interne projecten, zoals de aanschaf en introductie van een database, geldt dat ook deze in een projectplan moeten worden beschreven, volgens een vast stramien met verwachte resultaten, activiteiten en budget. Deze worden tot 5.000 euro goedgekeurd door het hoofd van de betrokken afdeling en daarboven tevens door de directeur. Na uitvoering vindt een evaluatie van elke activiteit plaats.
Het functioneren van de MFS II-allianties
Het strategisch plan wordt per afdeling en voor programma’s ook per land nader uitgewerkt in beleidsplannen. Zo wordt per land een CSP opgesteld, waarin keuzes worden gemaakt ten aanzien van partners, thema’s en regionale prioriteiten. Uitvoerende partners en andere relaties van Simavi in de landen worden betrokken bij het opstellen van deze plannen. In 2010 zijn voor de MFS II-aanvragen contextanalyses en landenplannen voor de twee allianties, WASH en SRGR, gemaakt (samen met andere alliantiepartners), tot 2015. Ook is voor het SHAWprogramma in Indonesië een vierjarenplan opgesteld. In 2011 moeten deze meerjarenplannen en de overige plannen van Simavi (met betrekking tot de besteding van ander geld dan overheidssubsidies) in de landen weer met elkaar geïntegreerd worden om een coherent beleid te krijgen van Simavi per land. Overigens zijn de plannen zoals deze zijn uitgewerkt voor de diverse subsidies geheel in lijn met het Simavi beleid en de Strategische Visie.
Simavi participeert in twee MFSII allianties en is voor de WASH-alliantie penvoerder en dus eindverantwoordelijk. Beide allianties zijn op ongeveer dezelfde wijze georganiseerd. Zij worden aangestuurd door een stuurgroep, bestaande uit de directeuren van de participerende organisaties. Zij hebben een onderlinge samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Onder supervisie van de stuurgroep wordt het dagelijks management uitgevoerd door een programmamanager. Deze staat onder contract bij de penvoerder en opereert direct onder de directeur. De programmamanager wordt bijgestaan door een programma team, bestaande uit programmamedewerkers van de diverse alliantieleden. Ook zijn er ‘landentrekkers’: voor ieder land waar de alliantie werkt is een programmamedewerker van een alliantielid coördinator. Deze taken zijn evenwichtig over de alliantiepartners verdeeld. Daarnaast functioneren nog een financieel/administratieve werkgroep, een PME-werkgroep, bij SRGR een communicatie werkgroep en bij beide allianties een internationaal programmateam. Al deze teams bestaan uit de relevante experts van alle alliantiepartners. Zij nemen ieder een bepaald werkveld voor hun rekening.
Op basis van het strategisch plan, de mid-term review met medewerkers en de Management Review met het managementteam, maakt Simavi elk jaar een jaarplan met begroting. Het jaarplan formuleert de specifieke doelstellingen, activiteiten en verwachte resultaten per jaar. Het managementteam zet hiervoor een kader, dat door de
In de Zuidelijke landen zijn partners en andere relevante stakeholders die samenwerken met de Noordelijke alliantieleden
89
Gedragscode, integriteitbeleid en klachtenprocedure
afdelingen wordt ingevuld met voorstellen die daarop door het managementteam worden afgerond, door de directeur vastgesteld en door de raad van toezicht goedgekeurd. Elk kwartaal wordt aan het managementteam en vervolgens aan de raad van toezicht verslag gedaan van de voortgang van het jaarplan, de resultaten (op basis van geplande succesindicatoren) en de financiële situatie. Elke maand krijgen budgethouders in de organisatie een overzicht van de financiële status van hun budget van de afdeling Financiën & Administratie. Deze tekenen zij ter goedkeuring af. Medewerkers monitoren zelf de voortgang van de projecten die zij beheren of uitvoeren.
Simavi heeft haar kernwaarden geformuleerd en bezit een gedragscode en een integriteitbeleid voor medewerkers. Werknemers van Simavi krijgen bij hun indiensttreding een introductiehandboek met daarin ondermeer een kopie van de gedragscode uitgereikt.
Simavi kent een beoordelingssysteem van medewerkers, dat direct gekoppeld is aan de salariëring. Op basis van het jaarplan worden met individuele medewerkers afspraken gemaakt in een planningsgesprek voor de verwachte activiteiten en resultaten in het jaar. In juni wordt de voortgang besproken in een voortgangsgesprek en in december geëvalueerd in een beoordelingsgesprek. Van deze gesprekken wordt verslag gedaan.
Simavi kent tevens een klachtenprocedure die in het Nederlands en het Engels op de website staan. In 2010 zijn er geen formele klachten ingediend volgens de klachtenprocedure. Omdat er al jaren geen klachten zijn ingediend is vanaf 2010 gestart met het scoren van informele klachten, via de telefoon of email. Dit is voorlopig alleen gedaan op de afdeling C&F, waar de meeste klachten binnenkomen in reactie op fondsenwervende activiteiten en uitingen. Dit zal nu ook breed in de organisatie worden geïntroduceerd. Daarbij hebben vijf donateurs kritiek geleverd: dat varieerde van het toch benaderd worden terwijl men aangesloten was bij het bel-me-niet register tot het niet eens zijn met de vragen die gesteld werden in een enquête.
Personeelsvertegenwoordiging
Medewerkers
Simavi is op basis van het aantal personeelsleden niet verplicht tot het instellen van een ondernemingsraad. In overleg met de medewerkers is in 2005 gekozen om een personeelsvertegenwoordiging in het leven te roepen. De vertegenwoordiging bestaat uit drie medewerkers van Simavi. Per 1 januari 2010 is voorzitter Saskia Geling afgetreden na een periode van vijf jaar. Angelique van Oversteeg is per die datum voorzitter geworden en Ruben Korevaar is naast Mariska van de Weerd aangetreden als lid. Het functioneren van de personeelsvertegenwoordiging is geregeld in het reglement personeelsvertegenwoordiging. In 2010 kwam de personeelsvertegenwoordiging drie keer bijeen voor intern overleg. Er is door omstandigheden in 2010 geen (regulier) intern overleg van de personeelsvertegenwoordiging geweest met de vertrouwenspersoon erbij. Met de directie vergaderde de personeelsvertegenwoordiging in 2010 drie keer.
Eind 2010 waren er 34 medewerkers in dienst, 23 vrouwen en 11 mannen. Samen vervullen zij 29,2 reguliere formatieplaatsen ( eind 2009: 18,9). Verder heeft Simavi in Indonesië eind 2010 nog twee medewerkers onder contract, samen voor 1,5 FTE die onder Indonesische wetgeving vallen, betaald in het kader van de SHAW-programma. Het managementteam bestaat uit een vrouw en drie mannen. Bij Simavi werken negentien medewerkers met een universitaire en negen met een HBOachtergrond. De leeftijdsopbouw van het personeelsbestand is als volgt: drie medewerkers tussen 20 en 30 jaar, zeventien medewerkers tussen 30 en 40 jaar; acht tussen 40 en 50 jaar; zes tussen 50 en 60 jaar. De gemiddelde leeftijd eind 2010 komt daarmee uit op 39,9 jaar (eind 2009 41,3 jaar). Van de 34 medewerkers hebben 18 een tijdelijk en 16 een vast contract. Fulltime bij Simavi is 36 uur per week. De verdeling qua omvang van de aanstelling laat zien dat er vijf fulltimers zijn is, vijftien medewerkers tussen 32 en 36 uur werken; dertien medewerkers tussen 24 en 32 uur en een medewerker die 18 uur werkt. Simavi beschikt over twee tot bedrijfshulpverlener opgeleide medewerkers, die jaarlijks de benodigde bijscholing volgen.
Onderwerpen die in de personeelsvertegenwoordiging aan de orde kwamen waren: • • • • • •
updaten arbeidsvoorwaarden in zijn geheel werkdruk besluitvorming en communicatie MT en PVT update gedragscode en sanctiebeleid werving en selectiebeleid wijziging vertrouwenspersoon, door vertrek
Naast betaalde medewerkers waren er in 2010 zes onbetaalde medewerkers actief op kantoor. Deze hielden zich bezig met het ondersteunen van de collecte en het ondersteunen van de afdeling programma’s.
90
cursussen gevolgd.
Het jaar 2010 heeft sterk in het teken gestaan van het aanvragen van subsidies inzake WASH, SRGR en SHAW. Vooral de aanvraag van de MFS-subsidies op het gebied van WASH en SRGR bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken waren zeer arbeidsintensief. Nadat deze twee aanvragen in eerste instantie waren gehonoreerd is de formatie op basis daarvan uitgebreid. Nadat ook in tweede instantie de aanvragen gehonoreerd werden – weliswaar met een uiteindelijke korting van 33 procent - is besloten de formatie nog iets verder uit te breiden. Dit proces is nog gaande. Door de verkregen SHAW-subsidie via de ambassade in Indonesië is er vanaf 15 augustus een coördinator voor dit programma aangesteld, vallend onder Nederlands recht. In november 2010 zijn er in Indonesië twee lokale medewerkers bijgekomen die onder Indonesisch recht vallen.
Bij de afdeling communicatie en fondsenwerving zijn cursussen gevolgd over online fondsenwerving, is er een verdere verdieping geweest op het vlak van advocacy, evenals een Masterclass Nieuwsmaken ten behoeven van de voorlichting aan het Nederlandse publiek. Het Management Team heeft een workshop gevolgd over het voeren van voortgangsgesprekken. Daarnaast hebben de beide bedrijfshulpverleners hun jaarlijkse bijscholing gevolgd.
Arbeidsvoorwaarden Simavi is niet aangesloten bij een CAO en heeft eigen arbeidsvoorwaarden. In 2010 zijn de arbeidsvoorwaarden met behulp van een extern bureau tegen het licht gehouden, maar er hebben zich op rechtspositioneel terrein slechts kleine veranderingen voorgedaan.
In 2010 zijn er vijf mensen vertrokken en zijn zestien mensen in dienst gekomen. Van een medewerker is het contract niet verlengd, twee nieuwe medewerkers hadden een kortlopend contract, twee medewerkers hebben gekozen voor een andere baan elders. In het verslagjaar zijn er zes functies bijgekomen: een webredacteur, een coördinator marketingcommunicatie, een programmacoördinator en twee medewerkers voor het SHAW programma in Indonesië, een financieel medewerker voor ondersteuning van de afdeling programma’s, een juniorprogrammamedewerker voor de ondersteuning van het WASH secretariaat, en als laatste een administratief medewerkster personeelszaken. De overige nieuwe medewerkers kwamen (deels ter vervanging) terecht op bestaande functies.
Salarisschalen Bij Simavi streven we naar gemiddeld salarisniveau. Reden hiervoor is dat Simavi enerzijds goed gekwalificeerd personeel wil kunnen aantrekken en behouden en een goed werkgever wil zijn voor haar medewerkers. Simavi heeft een grote verantwoordelijkheid om kwaliteit te leveren voor het vertrouwen dat mensen in ons schenken. Juist bij een kleine professionele organisatie, zoals Simavi, zijn de taken en verantwoordelijkheden per medewerker behoorlijk groot en complex. Tegelijkertijd streven wij er expliciet naar de organisatiekosten laag te houden en vinden wij dat Simavi als Goed Doel organisatie geen hoge salarissen mag betalen. Uit de benchmark van de VFI van december 2010 blijkt dat we daarin slagen. In 2010 zijn er nieuwe functieomschrijvingen gemaakt die in 2011 de basis zullen zijn van een ijking van de salarisschalen, zoals we die elke vijf jaar doen. De verwachting is dat daar geen grote veranderingen in het salarishuis uit zullen voortvloeien.
Al met al is de werkdruk in 2010 verder gestegen en blijft om aandacht vragen. Dit kwam ook naar voren uit het medewerkers tevredenheidonderzoek. Het ziekteverzuim kwam in 2010 uit op 5,87 procent. In 2009 was dat nog 4,13 procent. Het verzuim is daarmee wederom gestegen. Het is deels werkgerelateerd. Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte is externe vervanging ingehuurd. In 2011 zal de formatie verder uitbreiden. Middels vernieuwde functieomschrijvingen wordt getracht taken beter en helderder te omschrijven.
Om de salarissen van Simavi aan te passen aan de inflatie, zijn zij met ingang van 1 januari 2010 met 1,2 procent verhoogd en met ingang van 1 januari 2011 met 1,3 procent verhoogd. Medewerkers die niet op een maximum in hun schaal zitten kunnen jaarlijks een salarisverhoging krijgen tussen de 0 en 4 procent, afhankelijk van hun functioneren, wat vastgesteld wordt middels het planning- en beoordelingssysteem.
Opleiding/training Op basis van het Strategisch Plan en het Jaarplan en op basis van de voortgangsgesprekken met medewerkers wordt jaarlijks de behoefte aan scholing geïnventariseerd. Op basis hiervan wordt er een opleidingsplan gemaakt, dat deel uitmaakt van het jaarplan.
In de onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de bruto schaalbedragen per maand. De bedragen betreffen een fulltime aanstelling. Simavi heeft 84 procent parttimers. Naast de maandelijkse salariëring ontvangen de medewerkers 8 procent vakantiegeld en een aantal secundaire arbeidsvoorwaarden,
Diverse medewerkers hebben in 2010 gebruik gemaakt van de scholingsmogelijkheden. Er zijn in totaal veertien scholingsmomenten geweest, waarvan 23 medewerkers gebruik hebben gemaakt. Sommigen hebben daarbij meerdere
91
zoals deelname aan een collectieve pensioenregeling. Simavi kent geen eindejaarsuitkering en geen leaseauto’s.
van vrijwilligers essentieel. Tegelijk wordt de mobilisatie van vrijwilligers gezien als een belangrijke methode om mensen in Nederland betrokken te maken en te houden bij de gezondheidsproblematiek in ontwikkelingslanden. Simavi streeft er daarom naar om zoveel mogelijk mensen te mobiliseren in en voor haar werk. Natuurlijk is Simavi bijzonder trots op de grote hoeveelheid vrijwilligers die zich voor het werk van Simavi inzet. Met vrijwilligers en stagiaires die met grote en vaste regelmaat voor Simavi werkzaam zijn (minimaal vier werkdagen per maand) wordt een vrijwilligerscontract opgemaakt, waarin rechten en plichten geregeld zijn. Met overige vrijwilligers worden mondelinge afspraken gemaakt. Voor bestuursleden en ambassadeurs bestaat een apart reglement. De volledige tekst van het vrijwilligersbeleid vindt u op www.simavi.nl.
Maandsalaris in Brutobedragen 2010
MIN
MAX
Directie
€ 5.701
€ 7.340
Management Teamleden
€ 3.379
€ 5.013
Huisvesting en werkplekken Door de uitbreiding van de formatie is het noodzakelijk geworden om de werkplekken op het kantoor te herschikken. Daartoe heeft er in juli 2010 een interne verhuizing plaatsgevonden waarbij alle meubilair voor hergebruik is overgenomen van een medehuurder in het pand. Daarna is er een ARBO-adviseur langs geweest om voor iedereen de juiste afstelling te vinden van de werkplek, omdat het grootste risico voor de Simavi werknemer ligt in het werken met de PC. Het aantal werkplekken zal ook in 2011 worden aangepast aan de verwachte uitbreiding; het huidige pand biedt daartoe nog steeds voldoende ruimte en er zal meer nadruk gelegd worden op flexwerken zodat een werkplek optimaler gebruikt wordt.
Duurzaamheid in de bedrijfsvoering Als ontwikkelingsorganisatie proberen wij op alle manieren bij te dragen aan een duurzame wereld. Het milieu hoort daarbij. Daarom ook zijn we sinds 1 januari 2007 klimaatneutraal en hebben daartoe een overeenkomst ondertekend met de Klimaat Neutraal Groep. Klimaatneutraal betekent dat we alle CO2 uitstoot voor de kantoorvoering, het woon-werkverkeer en de dienstreizen volledig compenseren. Sinds 2009 wordt al het printpapier FSC en 100% gerecycled ingekocht. Daarnaast hebben wij aparte containers voor het inzamelen van het oud papier en er wordt zo zuinig mogelijk met papier omgegaan door dubbelzijdig printen etc. Dit jaarverslag wordt in zeer kleine oplage geprint, maar is voor iedereen te downloaden op onze website www.simavi.nl. Sinds 1 januari 2010 is de verhuurder, op aandringen van Simavi, overgegaan op groene stroom. Alle lege cartridges en batterijen (voor zover niet herlaadbaar) worden ingezameld en ingeleverd voor recycling. De medewerkers bekostigen de gezamenlijke lunch grotendeels zelf en deze wordt sinds 2009 zoveel mogelijk fairtrade en biologisch ingekocht. In 2011 zal verder worden ingezet op het fairtrade en biologisch inkopen van alle kantoorbenodigdheden, het organisatie drukwerk en verbruiksartikelen.
Vrijwilligersbeleid Om het werk van Simavi te kunnen uitvoeren – vooral in de voorlichting en fondsenwerving in Nederland – is de inzet
92
3.5 Simavi en samenwerkingsverbanden Bijvoorbeeld in de Estafette voor Wereldmoeders, waarin Simavi samenwerkte met gemeenten en het tijdschrift esta.
Simavi wil zoveel mogelijk mensen duurzaam helpen aan een betere gezondheid. Ontwikkelingsprocessen zijn echter heel complex. De behoefte aan ondersteuning is groot en gaat onze draagkracht te boven. Om met de beperkte middelen die de organisatie heeft toch zoveel mogelijk duurzaam resultaat te bereiken is het belangrijk goed samen te werken met anderen. Krachtenbundeling staat daarom al jaren hoog in het vaandel bij Simavi, zowel in Nederland als in de landen waar we werken. Om samenwerking te laten slagen, is het essentieel dat er een duidelijke en gedeelde visie is over het doel en de toegevoegde waarde van de verschillende partijen.
•
Belangrijkste ontwikkelingen in 2010 Het is onmogelijk alle samenwerkingsrelaties van Simavi hier te beschrijven. De relaties die in 2010 een speciale ontwikkeling doormaakten of die in dat jaar belangrijk waren voor Simavi worden in dit jaarverslag apart vermeld.
Samenwerking vindt op diverse manieren plaats: •
•
•
•
Kennisuitwisseling en belangenbehartiging: Tot slot is Simavi lid van diverse brancheorganisaties en netwerken om kennisuitwisseling en gebundelde belangenbehartiging te realiseren.
In programma’s met lokale partnerorganisaties: In de programma’s werkt Simavi altijd met lokale organisaties samen, die de programma’s ontwikkelen en uitvoeren. Zij werken op hun beurt weer samen met groepen, overheden, private partijen en collega-organisaties in hun eigen regio. Simavi stimuleert deze samenwerking op lokaal niveau actief en brengt lokale partners ook samen. Zo kan de kennis van de ene partij gelinkt worden aan de uitvoering door een ander. Of kunnen in een district organisaties de problemen beter samen en met de overheid aanpakken.
WASH (Water, Sanitation and Hygiene) Alliance Simavi is penvoerder van de WASH-alliantie (Water, Sanitatie en Hygiëne), die voortkomt uit het NWP NGO-platform. Deze alliantie bestaat uit zes organisaties, namelijk Simavi, AMREF Flying Doctors, AKVO, ICCO, RAIN Foundation en WASTE. Buiten de alliantie wordt ondermeer samengewerkt met IRC, WaterAid, Both ENDS, Wetlands, Practica, het NWP en enkele drinkwaterbedrijven (zie deel 3.2.2 Duurzame armoedebestrijding).
SRGR (Seksuele Reproductieve Gezondheid en Rechten) Alliantie
In programma’s en fondsenwerving met collegaorganisaties: Simavi heeft samenwerkingsverbanden met collegaorganisaties zowel in Nederland als internationaal, zoals binnen de allianties. Soms worden gezamenlijk programma’s ontwikkeld, waarbij ieder de specifieke eigen expertise en netwerken inzet. In andere gevallen steunt Simavi dezelfde lokale partner (met verschillende programma’s) en coördineert ze die ondersteuning onderling of co-financiert Simavi een groot programma.
Binnen de SRGR-alliantie (Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten) is Simavi mede-indiener. Deze alliantie staat onder penvoerderschap van Rutgers WPF. Andere alliantiepartners zijn AMREF Flying Doctors, Dance4Life en Choice. De alliantie heeft in nauwe samenwerking met HIVOS een programma opgesteld gericht op seksuele gezondheid en rechten en richt zich ondermeer op de reductie van moedersterfte (zie deel 3.2.2 Duurzame armoedebestrijding).
Vitens-Evides International, WML en DHV: waterbedrijven in Malawi
Aan beleidsbeïnvloeding met collega-organisaties: In eigen land en internationaal wordt ook samengewerkt aan beleidsbeïnvloeding, bijvoorbeeld in een gezamenlijke campagne voor water en sanitatie in de internationale End Water Poverty Campaign en de Nederlandse lobbywerkgroep van het NWP-NGO Platform (zie onder).
Begin 2009 participeerde Simavi in een tender van VEI (Vitens-Evides International, de internationale poot van drinkwaterbedrijven Vitens en Evides) naar de opdracht om ondersteuning te bieden aan de drinkwaterbedrijven van Lilongwe en Blantyre in Malawi. VEI won deze tender en in november 2009 ging het programma van start. Het wordt gefinancierd door de Europese Unie en de Europese Investeringsbank. Het programma heeft tot doel de capaciteit van de twee drinkwaterbedrijven te versterken. Simavi adviseert hierbij over strategieën om arme doelgroepen te bereiken en om een beleid te ontwikkelen ten aanzien van hiv/aids onder werknemers. De salariskosten en onkosten die Simavi hiervoor
In communicatie, voorlichting, mobilisatie en fondsenwerving: In Nederland werkt Simavi met diverse maatschappelijke instellingen, scholen, gemeentes, bedrijven en collegaorganisaties samen op het gebied van communicatie, voorlichting, mobilisatie van mensen en fondsenwerving.
93
programma van start gegaan. In 2010 hebben twee experts van Brabantse Delta het ziekenhuis bezocht. Na hun bezoek hebben ze hun advies afgegeven over tijdelijke maatregelen voor het huidige sanitatiesysteem en het opstellen van een masterplan. Het ziekenhuis heeft alle tijdelijke maatregelen uitgevoerd en is nu bezig met het verder ontwikkeling van een masterplan. Het waterschap draagt zelf de kosten voor hun bijdrage aan het programma. Dit gezamenlijke project met Simavi past in het beleid van het waterschap op het gebied van duurzaamheid en in de participatie in internationale projecten die aansluiten bij het werk en de taken van het waterschap. Kijk op http:// hoegaathetinmalawi.web-log.nl/ voor meer informatie.
maakt worden door VEI vergoed uit de programmagelden. In het programma werken ook WML (Waterleiding Maatschappij Limburg) en het consultancy bedrijf DHV mee. VEI heeft daarnaast een intentieverklaring gegeven om in de toekomst samen te werken met de WASH-alliantie.
Micro Water Facility In 2010 heeft Simavi samengewerkt met de Micro Water Facility om voor een project in Arusha, Tanzania een business case te maken. Doel was te onderzoeken in hoeverre het watersysteem op een commerciële basis gerund zou kunnen worden en of eventuele vervolginvesteringen gedeeltelijk door een banklening zouden kunnen worden gefinancierd. Eind 2010 heeft MWF in opdracht van Simavi binnen het VEI programma Malawi en in samenwerking met VEI, een haalbaarheidsstudie uitgevoerd betreffende het opzetten van een microkredietsysteem wat het mogelijk zou maken dat armere huishoudens een lening kunnen nemen om hun wateraansluiting voor hun huis te financieren. Verder heeft Simavi samengewerkt binnen het project PeePoo in Kenya, dat een innovatieve benadering ontwikkelt voor een duurzame vorm van sanitatie voor huishoudens in sloppenwijken.
Waterschap Scheldestromen: DORP Bangladesh Sinds 2009 ondersteunt Waterschap Scheldestromen onze partner DORP in Bangladesh in het voorkomen van water gerelateerde ziektes. Dit is een tweejarig samenwerkingsovereenkomst. Waterschap Scheldestromen heeft in 2010 opnieuw het programma in Bangladesh gesteund met een bedrag van 79.000 euro om de levensomstandigheden en daarmee de gezondheidssituatie van 48.000 mensen in 24 dorpen te verbeteren.
Waterschappen: Kennismanagement
SHAW:
Waterschappen zijn van oudsher een bestuurssysteem waarbij vele belanghebbenden samen wateraangelegenheden besturen. Momenteel richten de waterschappen zich zowel op waterkwantiteit als kwaliteitsaspecten. Waterschappen leveren een belangrijke bijdrage in kennis.
In april 2010 is Simavi in arme gebieden in het oosten van Indonesië met het SHAW-programma gestart, het Sanitatie, Hygiëne en Water programma. In vier jaar tijd worden 150.000 huishoudens bereikt om via een mentaliteitsverandering een betere gezondheid te krijgen (zie 3.2.6.). Partners zijn de Indonesische organisaties Rumsram, CD Bethesda en YDD, Plan Indonesie, de Nederlandse organisaties IRC (capaciteitsversterking, ontwikkelen monitoring toolkit) en WASTE (technische assistentie op het gebied van sanitatie opties, financieringsmodellen en sanitatie marketing) en daarnaast UNICEF (sanitatie en capaciteitsversterking lokale overheden in negen districten) en het Ministerie van Planning. Het programma wordt financieel mogelijk gemaakt door de Nederlandse ambassade in Jakarta.
Waterschap Zuiderzeeland: Kennismanagement Waterschap Zuiderzeeland is bezig geweest met het opzetten van een pilot op het Indonesische eiland Flores om in het ziekenhuis afvalwater te recyclen en meer institutioneel lokale overheden, burgers en belangengroepen samen te laten werken op het gebied van schoon drinkwater, sanitatie en hygiëne. In maart 2011 gaat het Waterschap Zuiderzeeland zich met een aantal experts oriënteren op dit samenwerkingsplan. Het Nederlandse model wordt gebruikt om tussen het bestuur en het management (multi-stakeholders) op districtsniveau kennis over te dragen. Waterschap Zuiderzeeland gaat zich vooral richten op de kennisoverdracht van de intergouvernementele werkgroep op gebied van water voor planning en monitoring op drinkwater, afvalwaterverwerking.
VNG International (Millennium Gemeenten), esta, Nationale Postcode Loterij, MYBODY, Belvilla Vakantiehuizen en WellWater: Estafette voor Wereldmoeders De Estafette voor Wereldmoeders is een initiatief van Simavi in samenwerking met de Nationale Postcode Loterij, VNG International (Millennium Gemeenten), tijdschrift esta, MYBODY, Belvilla Vakantiehuizen en WellWater. De samenwerking is aangegaan om via de Estafette voor Wereldmoeders aandacht te vragen voor moedersterfte (millenniumdoel 5).
Waterschap Brabantse Delta: Ziekenhuis Nhkoma Al in 2008 toonde het waterschap Brabantse Delta interesse om ondersteuning te gaan geven aan de ontwikkeling van een plan voor de renovatie van het afvalwatersysteem van het Nkhomaziekenhuis in Malawi. In 2009 is dit verder uitgewerkt en is het
94
3.6 Simavi in de toekomst: Vooruitblik 2011 SNV
publiceert en online te downloaden op www.irc.nl.
In Ghana is met SNV in 2010 de samenwerking verder uitgebreid. SNV werkt met Simavi, PSO en locale partners aan methodes om capaciteitsversterking beter te plannen en monitoren. Ook wordt in Ghana en Oeganda samengewerkt in de versterking van lokale partners. In Nederland organiseerden SNV, IUCN, Simavi met Global Village Media een verkiezingsdebat over ontwikkelingssamenwerking in de Rode Hoed.
WaterAid, de End Water Poverty Campaign en Sanitation and Water for All Simavi werkt sinds 2002 samen met de Engelse organisatie WaterAid. Programmatisch is met name samengewerkt in Oeganda en Tanzania. Ook worden diverse gemeenschappelijke partners ondersteund in landen als Nepal, Malawi en Ghana en wordt onderling informatie uitgewisseld. Simavi en WaterAid trekken soms samen op bij de fondsenwerving. In 2007 financierde de Nationale Postcode Loterij uit de opbrengst van de extra trekking een grote bijdrage aan een waterprogramma in Oeganda en Tanzania. In 2010 werden de resultaten van dit programma middels een fototentoonstelling aan het publiek getoond in Den Haag en Londen. WaterAid participeert in de WASH-alliantie op het gebied van lobby en advocacy.
Lange termijnsamenwerking Simavi heeft met een aantal organisaties en netwerken een duurzame samenwerkingsrelatie. In enkele gevallen is dit vastgelegd in een memorandum of understanding (MoU). Dergelijke samenwerkingsverbanden bestaan met:
Netherlands Water Partnership en NGO Platform
In 2007 initieerde WaterAid de End Water Poverty (EWP) Campaign, een internationale campagne die een einde wil maken aan de wereldwijde water- en sanitatiecrisis. Simavi heeft zich daar direct bij aangesloten. In 2010 werd Jessica Bekker, advocacy officer bij Simavi, lid van de internationale stuurgroep van EWP. Simavi participeert daarmee actief in de besluitvorming over strategie en prioriteiten van de campagne. De campagne heeft tot doel om water en sanitatie internationaal op de agenda te zetten en te houden. Op dit moment houdt de campagne zich onder meer bezig met het wereldwijde actieplan ‘Sanitation and Water for All (SWA)’ dat in 2008 mede door de Nederlandse overheid is geïnitieerd. In 2010 werd Rolien Sasse gekozen tot EWP vertegenwoordiger namens de Noordelijke maatschappelijke organisaties binnen de Stuurgroep van het Sanitation and Water for All-initiatief (SWA).
Simavi is al jaren actief lid van het Netherlands Water Partnership (NWP), een publiekprivate netwerkorganisatie op het gebied van internationale waterproblematiek. Via het NWP deelt Simavi informatie en kennis met collega’s en met actoren uit andere bedrijfstakken, zoals drinkwaterbedrijven of waterschappen. Ook kan Simavi mede dankzij het NWP invloed uitoefenen op het beleid van overheid en bedrijven op het terrein van water en sanitatie. Sinds september 2007 is Rolien Sasse, directeur van Simavi, voorzitter van het NWP NGO platform en bestuurslid van het NWP namens de maatschappelijke organisaties. Het NGO Platform is de samenwerking op WASH tussen Nederlandse ngo’s en ook de basis van waaruit de WASH Alliantie is ontstaan in 2009. Simavi was in 2010 verder actief in twee werkgroepen binnen het NGO Platform. Simavi trok de lobbywerkgroep van de ngo’s. In 2010 was deze werkgroep vooral actief om input te geven op het internationale gedeelte van het nieuwe waterbeleid, het Nationaal Waterplan van de Nederlandse regering en het daaruit voortvloeiende Programma Water Mondiaal en de Toekomstvisie Water 2020 dat de sector zelf in 2010 opstelde.
De samenwerking op het gebied van internationale lobby en advocacy geeft Simavi de kans om ook op dat niveau invloed uit te oefenen middels gebundelde krachten.
Stichting Collecteplan (SCP) Simavi is als landelijk collecterende organisatie lid van Stichting Collecteplan (SCP). De stichting stelt jaarlijks het collecterooster vast, waarin elk van haar leden een vaste collecteweek krijgt toegewezen. Daarnaast ontwikkelt SCP als zelfregulerend orgaan de regelgeving rond collectes en ziet toe op de naleving. Rolien Sasse is sinds 2007 bestuurslid van Stichting Collecteplan. In 2010 ging de aandacht in het SCP met name uit naar het Bel-Me-Niet-Register, nieuwe leden en innovaties in de collecte.
Daarnaast werkte Simavi mee aan de totstandkoming van het boekje ‘Smart Hygiene Solutions’ dat op Global Handwashing Day 2010 door Unilever internationaal werd gelanceerd. Het werd mogelijk door de bijdrage van vele partners uit het NGO platform, waaronder naast Simavi: Plan, Aqua for All, IRC en Unicef in samenwerking met Unilever. Het boekje biedt een overzicht van methodes om zowel technisch als in educatie en aanpak hygiëne te stimuleren. Deze boekjes zijn erg populair bij uitvoerende partners wereldwijd, vanwege hun toegankelijke en pragmatische insteek. Ze zijn te bestellen bij het KIT die ze
95
Hivos en WPF
van water, sanitatie en hygiëne aan, ter informatie en voor donaties. AKVO is lid van de WASH-alliantie (eerder genoemd in dit jaarverslag).
Sinds 1998 hebben Simavi en Hivos een samenwerkingsverband. Aanvankelijk richtte dit zich op gezondheid in Oost-Afrika. In 2006 werd een nieuwe overeenkomst gesloten, die liep tot 2011. De samenwerking richtte zich op wederzijdse programmatische versterking op het gebied van seksegelijkheid, met name seksuele gezondheid en hiv/aids. Uit deze samenwerking is in Kenia in 2009 een nieuwe samenwerking ontstaan op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten – het HERA-programma tussen partners van Hivos, Simavi en WPF. Verder is Hivos nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van de SRGR-alliantie, waarmee de organisatie een samenwerkingsovereenkomst is aangegaan.
Andere samenwerkingsrelaties Simavi werkt in nog veel meer programma’s samen met collega-organisaties. In 2010 waren dit onder meer: Oud-NFICH (werkgroep)leden voor kindergeneeskunde, IRC, Both ENDS, Stichting Max, Stichting Aloshika, en de NVTG werkgroep gynaecologie.,. Ook veel bedrijven, stichtingen en vermogensfondsen in Nederland werken met Simavi. Waar deze samenwerking betrekking heeft op fondsenwerving en communicatie wordt deze beschreven in deel 3.3.3 Fondsenwerving.
Aqua for All
Lidmaatschappen
Sinds 2003 werken Simavi en Aqua for All samen. Beide organisaties zijn zeer actief in het NWP en het NGO-platform. Simavi is de grootste deelnemer van het evenement Wandelen voor Water dat Aqua for All organiseert en waarvan het de opbrengst verdubbelde. Aqua for All heeft daarnaast in 2010 de opbrengst van de collectewerkgroepen van Simavi verdubbeld met bijna 40.000 euro ten behoeve van een project in Ghana.
Om krachten te bundelen rond beleidsbeïnvloeding en om informatie en kennis uit te wisselen is Simavi lid van diverse netwerkorganisaties en samenwerkingsverbanden: • • •
Dunea In 2009 werd de 10-jarige samenwerking tussen Simavi en Dunea, het drinkwaterbedrijf van Zuid-Holland, gevierd. Dunea voegt bij de waterrekening altijd een bijsluiter bij, waarin klanten worden gevraagd een donatie te geven aan een geselecteerd project van Simavi. In 2010 werd 49.000 euro opgehaald voor een programma in Nepal. Dunea werkte ook met Simavi samen bij Wandelen voor Water.
• •
PWN en WMD Met PWN en WMD werkte Simavi in 2010 samen in het evenement Wandelen voor Water. De programmatische samenwerking met beide bedrijven in respectievelijk Tanzania en Indonesië waren in 2010 afgerond. AKVO Mede dankzij ondersteuning van Simavi is AKVO in 2008 opgericht als open source voor de watersector. AKVO biedt via internet informatie over water en sanitatie (Akvopedia), biedt een marktplaats om fondsen te werven voor concrete projecten (als een soort e-Bay) en geeft de kans aan uitvoerders van projecten om de voortgang te communiceren via weblogs en korte filmpjes (als een soort Hyves. In 2010 is AKVO doorgegaan met IT en communicatie innovaties om de watersector transparanter en efficienter te maken. In 2010 bood Simavi op de website http:// www.akvo.org een greep uit haar projecten aan op het gebied
96
Partos (brancheorganisatie van ontwikkelingsorganisaties); VFI (brancheorganisatie van goede doelen); ShareNet (netwerk op het terrein van reproductieve en seksuele gezondheid); PSO (netwerk op het terrein van capaciteitsversterking in ontwikkelingslanden: kennisdeling en financiering); BOOM (Bangladesh Overleg Ontwikkelingssamenwerking en Mensenrechten, voor coördinatie en samenwerking in Bangladesh, met name in de gezondheidssector)
Kerndoelen voor 2011 zijn:
In 2010 is de prioriteit gelegd bij het ontwikkelen van enkele grote aanvragen voor meerjarige subsidies, die een financiële basis leggen onder Simavi voor de periode 2011-2015. Daarnaast stond 2010 in het teken van de voorbereiding op wat er in 2011 zou komen. In 2011 zal de nadruk allereerst liggen op het opstarten van de programma’s en het versterken van de capaciteit van Simavi en van de partnerschappen in Zuid en Noord, om zo een gedegen uitvoering van deze programma’s te garanderen. De organisatie is allereerst toe aan rust en stabiliteit, waarbij het primaat weer moet komen te liggen bij de interactie met onze partners in het Zuiden en niet bij de donoren in het Noorden. Voorwaarde hiervoor is wel dat de regelgeving en financiële toekenningen vanuit het Ministerie nu verder stabiel blijven en niet opnieuw worden aangepast.
1. Simavi zal via programma’s en projecten 2 miljoen mensen bereiken met toegang tot kennis en diensten die hen helpen gezondheidsproblemen te voorkomen. 2. Simavi zal drie grote programma’s uitvoeren: de twee MFS II-programma’s van de allianties (WASH en SRGR) en het SHAW programma in Indonesië. Daarnaast zullen in 2011 met vrij besteedbaar geld strategische programmafinancieringen worden gedaan voor een budget van 1.598.000 euro. Daarnaast zal een budget van 282.000 euro beschikbaar zijn voor incidentele projecten. 3. In 2011 zullen voor de SRGR- en de WASH-allianties monitoringsprotocollen worden ontwikkeld en baselines worden uitgevoerd. Voor het SHAW-programma is dat in 2010 gedaan. Voor andere programma’s gebeurt dit standaard aan het begin van elk programma. 4. In 2011 bouwt Simavi in Malawi, Bangladesh en Indonesië voort op de bestaande samenwerking met andere actoren, zoals bedrijven en waterschappen. Waar mogelijk worden deze uitgebreid. 5. Simavi zal het Nederlands publiek met twee grote campagnes en diverse mobiliserende acties betrekken bij haar werk. De campagnes zullen zich richten op de rol van moeders in ontwikkelingssamenwerking. In maart 2010 is de campagne gefocust op water (collecte, Wandelen voor Water, World Walks for Water), in september is de campagne gericht op moedersterfte (Estafette voor Wereldmoeders). 6. Simavi verwacht in 2011 door de eigen fondsenwerving 2.700.000 euro aan fondsen te werven onder particulieren en zakelijke relaties in Nederland,. 7. Simavi zal in 2011 een nieuw strategisch plan opstellen tot eind 2015. Voor de diverse landen waar Simavi werkt zullen nieuwe landenplannen worden opgesteld. 8. Het werken in alliantieverband zal in 2011 verder worden versterkt en geëvalueerd. 9. Simavi zal in 2011 het proces van interne herstructurering afronden, waarin formatie, taakverdeling, en aansturing worden aangepast aan de nieuwe eisen van de organisatie. 10. Simavi zal in 2011 een nieuwe programmadatabase ontwikkelen en invoeren. Ook wordt de website vernieuwd en wordt de personeelsadministratie geautomatiseerd.
Tegelijk zal Simavi in 2011 het strategisch plan vernieuwen en doortrekken naar de periode tot eind 2015. Veel plannen liggen al klaar, maar zij roepen ook nieuwe vragen op. Simavi staat voor een geïntegreerde benadering om de gezondheid van arme mensen structureel te verbeteren. Door de financiering van thematische subprogramma’s moet ervoor worden gewaakt dat deze programma’s nog steeds wel in coherentie werken naar een gezamenlijk doel. Gelukkig heeft Simavi uit de eigen fondsenwerving en de bijdrage van de Nationale Postcode Loterij ook niet geoormerkte inkomsten, die hiervoor strategisch kunnen worden ingezet. Dat geldt ook voor innovatie en nieuwe initiatieven die Simavi wil ondersteunen. De wereld verandert snel en inzichten in de ontwikkelingssamenwerking veranderen mee. De komende jaren zullen ook Simavi en haar partners moeten blijven innoveren om in die vernieuwende wereld een eigen toegevoegde waarde te hebben die bijdraagt aan de doelstelling. Zo wordt in toenemende mate samengewerkt met bedrijven en andere actoren. Ook worden thema’s als capaciteitsopbouw en strategieën voor duurzaamheid en gender steeds belangrijker bij Simavi. Deze thema’s moeten nader worden uitgewerkt in een nieuwe strategische visie. Het klimaat rond ontwikkelingssamenwerking verandert in Nederland en dus ook de rol van een organisatie als Simavi. Beleidsbeïnvloeding en de mobilisatie en het vergroten van de betrokkenheid van de achterban blijven echter cruciaal. Door trends in de samenleving, nieuwe methoden van communicatie en nieuwe regelgeving zijn de manieren waarop we dat moeten doen veranderd. Ook dit vraagt om verdere innovatie en heroriëntatie, waarmee we in 2009 zijn begonnen.
97
3.7 Risicoanalyse Simavi opereert in een dynamische omgeving, zowel in Nederland als in de tien ontwikkelingslanden waar wij werken. Veel externe factoren beïnvloeden de organisatie en brengen risico’s met zich mee. Ook intern bestaan er risico’s, mede door de absorptiecapaciteit van diezelfde veranderingen. Naar aanleiding van de economische crisis en de onzekerheden rond de subsidietoekenningen had het Management Team in 2009 en 2010 speciale aandacht besteed aan risicoanalyses. In 2011 zal de particuliere fondsenwerving onverminderd spannend blijven. De toegekende subsidies leveren echter financieel minder risico op. Groter is het risico rond de nieuwe werkmethodes en verantwoordingseisen, die in 2011 direct operationeel moeten zijn. Dit levert de volgende analyse op.
Tabel Risicoanalyse inkomsten Risico
Niveau
Tegenvallende inkomsten door economische recessie (waar de economie al iets aantrekt worden juist particulieren nu meer getroffen en bewust van bezuinigingen)
Telemarketing instrument niet bruikbaar door bel-me-niet register
Regering kan opnieuw additioneel bezuinigen op MFS, dan wel eisen blijven aanscherpen.
Hoog
Hoog
Middel
Consequentie
• Niet kunnen u itvoeren van delen van onze programma’s • Overschrijding k ostennorm op korte termijn • Afnemend investeringsbudget voor extra werving op langere termijn
• Niet kunnen bereiken van • nieuwe donteurs en c ollectanten • Hogere wervingskosten • Verdere bezuiniging na 2011 • Hogere kosten voor m anagament en PME • Onrust onder uitvoerende partners en medewerkers
Strategie • Spreiding van • inkomstenbronnen • In 2011 extra investeren in zakelijke markt (was in 2010 uitgesteld) • Nieuwe w ervingsmethoden ontwikkelen, zoals internationale markt, online fondsenwerving, etc. • Nieuwe wervingsstrategie uitwerken in 2010 • Extra aandacht voor behoud achterban • Spreiding van inkomstenbronnen • Overleg met Ministerie en politiek om MFS II nu rust te geven
De inkomsten van Simavi worden deels bepaald door de bekendheid en waardering voor Simavi. Deze staat momenteel onder druk door het politiek klimaat en door de enorme hoeveelheid organisaties die zich bezighouden met ontwikkelingssamenwerking en andere goede doelen.
Risico
Niveau
Naamsbekendheid kan d alen door het toenemende aantal organisaties
Hoog
Dalend vertrouwen in ontwikkelingsorganisaties raakt Simavi
Middel
Publiek, pers en politiek hebben thema’s van Simavi niet hoog op hun agenda Risicoanalyse programma’s
Laag
Consequentie Onzichtbaarheid en d aardoor dalende inkomsten
Dalende inkomsten
• Weinig vrije publiciteit • Minder politieke prioriteit voor Simavi’s doelstellingen • Minder subsidie en inkomsten
98
Strategie • Extra investering in betaalde en onbetaalde publiciteit • Heldere profilering door sterk merkdocument Transparant c ommuniceren over resultaten en e ventuele mislukkingen. De impact van ons werk benadrukken.
Belang van onze thema’s duidelijk onderstrepen in lobby en campagnes.
Veel programma’s worden in alliantieverband – in Noord en Zuid - ontwikkeld en uitgevoerd. De programma’s worden uitgevoerd door lokale uitvoerende organisaties die met Simavi voor de uitvoering een contract aangaan. Simavi begeleidt, ondersteunt, volgt en evalueert die uitvoering.
Tabel Risicoanalyse programma’s Risico
Niveau
Samenwerking in a llianties verloopt in bepaalde landen moeizaam of verwarrend Hoog door verschil van inzichten, beelden, belangen en culturen.
Fraude bij lokale partnerorganisaties
Middel
Kwetsbaarheid van medewerkers voor geweld, Laag ziekte of ongelukken tijdens dienstreizen
Consequentie • • • • •
Vertragingen in de uitvoering Verhoging kosten begeleiding en overleg Conflict en onvrede, e ventueel afhakende partners
Strategie • Heldere communicatie, a fspraken en afstemming vanaf het begin; • Duidelijke governance • afspraken in Noord en Zuid; • Partners in Zuiden zelf a llianties en gezamenlijke p rogramma’s laten ontwikkelen op basis van alliantie Noord;
• Verlies van financiële • middelen die anders gebruikt zouden kunnen worden voor programma’s en het daardoor niet halen van de doelstellingen; • Imago schade Simavi en alliantie partners (indien die betrokken zijn) • Conflict en onvrede
• Goede preselectie, • monitoring en evaluatie • Onderhouden van open contact en breed netwerk in betrokken landen • Transparantie over wie we steunen en waarmee. • Stimuleren samenwerking tussen organisaties en • intercollegiale toetsing • Helder fraude en s anctiebeleid
• Schadelijk voor welzijn en gezondheid medewerkers • Imago schade Simavi
• Geen diensreizen naar risicovolle gebieden • Goede voorbereiding van medewerkers op reizen • Protocol en noodnummers
Tabel Risicoanalyse interne organisatie Risico
Hoge werkdruk bij medewerkers
Professionalisering, hogere verantwoordingseisen en betere kwaliteitscontrole kan leiden tot bureaucratisering
Groei en groeiende complexiteit van werkveld
Niveau
Hoog
Hoog
Hoog
Consequentie
• • • • •
Schadelijk voor welzijn en gezondheid van medewerkers Demotivatie medewerkers van uitval Niet leveren van g ewenste kwaliteit werk, dan wel niet halen van doelstellingen • Weerstand tegen innovatie
Strategie • Personele bezetting in lijn brengen/ houden met toenemende hoeveelheid en complexiteit van het werk • Scherpe prioriteitstelling • Heldere taakverdeling • Efficiëntie aanbrengen in interne processen • Teamwerk en externe • samenwerking • Capacititopbouw • medewerkers, ICT versterking
• • • •
Inefficiënt en traag functioneren van de organisatie Afname van flexibiliteit en het klantgericht werken; • Werkdruk en demotivatie • Kosten stijgen
• Procedures licht houden; • Pragmatisch en stap voor stap invoeren van nieuwe processen en systemen; • Open overleg in de • organisatie over processen • ICT-versterking
• Capaciteit medewerkers en organisatie onder druk • Werkdruk en demotivatie • Kosten omhoog door noodzaak nieuwe • investeringen of advies
• Capaciteitsopbouw medewerkers • Organisatie processen en systemen aanpassen • Prioriteit nu aan kwaliteit boven groei • ICT-versterking
99
Deel IV: Financieel jaarverslag 4.1 Inleiding financieel jaarverslag 101 4.2 Jaarrekening 103 4.3
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
100
119
4.1 Inleiding financieel jaarverslag Inkomsten
Voor 2010 is een bate verantwoord van 1.709.000 euro. Daarvan is 4.000 euro rente over het ontvangen voorschot. De 1.709.000 euro zijn ook besteed. Het verschil tussen de ontvangen subsidie en hetgeen er aan kosten is gemaakt is 56.000 euro. Dat staat als schuld op de balans.
In het verslagjaar 2010 zijn de totale inkomsten van Simavi over de hele linie gestegen ten opzichte van 2009. Daarmee is het effect van de kredietcrisis op de inkomsten uit donaties niet eenvoudig vast te stellen.
Ingevolge de nieuwe regelgeving staat de bijdrage van PSO vermeld onder Subsidies van overheden. De cijfers van 2009 zijn in het kader van deze wijziging ook aangepast. De bijdrage van PSO in 2010 is ten opzichte van 2009 gestegen.
De inkomsten uit eigen fondsenwerving vertonen een gemengd beeld. De extra inspanningen en investeringen die gedaan zijn in de collecte hebben geleid tot hogere inkomsten. De opbrengst van de collecte in 2010 is met 601.000 euro nu ruim boven de minimumgrens van 500.000 euro gekomen die het SCP daaraan stelt. Tegelijkertijd vielen de inkomsten uit particuliere donaties tegen. Mensen gaven minder vaak en minder grote bedragen. Ook inkomsten uit het bedrijfsleven waren zeer beperkt en de giften van vermogensfondsen bleven wel in aantal gelijk, maar namen in omvang af. De gevolgen van de kredietcrisis zullen hier een belangrijke oorzaak van zijn. De erfenissen stegen echter in 2010, waardoor de eigen fondsenwerving toch hoger uitkwam dan begroot.
Uitgaven In 2010 is het bedrag dat Simavi aan haar doelstellingen heeft besteed toegenomen van 6.052.000 euro naar 7.758.000 euro als gevolg van de gestegen inkomsten. Het totaalbedrag dat in 2010 aan programma’s werd besteed, is uitgekomen op 6.540.000 euro (in 2009: 4.957.000 euro) inclusief 200.000 euro personeelskosten, die wij als hulpverlening aanmerken. Dit bestaat uit activiteiten van medewerkers die gericht zijn op capaciteitsopbouw van partners (bijvoorbeeld workshops en coaching).
De inkomsten in het kader van acties van derden zijn in totaal gestegen. Het aandeel van Aqua for All is gedaald omdat er bij deze organisatie minder gelden beschikbaar zijn. De bijdrage van HIVOS is in vergelijking met 2009 onveranderd gebleven. In 2011 is er geen directe bijdrage van HIVOS meer te verwachten, de samenwerking wordt met gesloten beurs voortgezet binnen het kader van de MFSII programma’s van beide organisaties. In 2010 heeft Simavi een reguliere bijdrage van de Nationale Postcode Loterij (NPL) ad 900.000 euro ontvangen. De NPL heeft ruim van te voren aangekondigd dat zij fondsen vrij wilde maken in verband met de oprichting van een Droomfonds, van waaruit eenmalig grootschalige projecten zullen kunnen worden gefinancierd. Daarom heeft de NPL de jaarlijkse bijdragen aan de grotere beneficiënten onder de Goede Doelen verlaagd.
Kosten Simavi geeft zich rekenschap van haar kosten zoals uitgedrukt in een percentage van de bestedingen. Dat zijn er 3: • •
•
de kosten van fondsenwerving uitgedrukt in een percentage van de eigen fondsenwerving (CBF-norm) en de totale kosten van de eigen organisatie, plus de directe kosten fondsenwerving, uitgedrukt in een percentage van de totale uitgaven. de beheers- en administratiekosten
Voor het eerstgenoemde percentage streven wij ernaar onder de 25 procent te blijven; voor het tweede percentage eveneens onder de 25 procent. Voor het percentage beheers- en administratiekosten is 6,8 procent de norm. Het kostenpercentage fondsenwerving is uitgekomen op 24,9 procent (vorig jaar 23,2 procent). Het percentage kosten eigen organisatie, plus de directe kosten fondsenwerving, is op 25,1 procent (vorig jaar 26,6 procent) uitgekomen.
Voor het vijfde opeenvolgende jaar ontving Simavi subsidie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het betreft subsidie in het kader van de Thematische Medefinanciering, een toezegging voor vijf jaar van 2006 tot 2010. In 2010 bedroeg deze subsidie 2.700.000. euro. Daarover is 4.000 euro rente ontvangen. Daardoor is als bate 2.704.000 euro genomen. Dat bedrag is in 2010 besteed. Op de subsidie van 2.700.000 euro is een voorschot van 2.085.000 euro ontvangen. Het verschil staat als vordering op de balans.
Een toelichting op dit laatste percentage is noodzakelijk. Simavi werkt relatief veel met kleine projecten en budgetten, zowel in Nederland als in Afrika en Azië. Dit is een inhoudelijke keuze, omdat wij direct met gemeenschappen willen werken, daar en hier. Deze keuze vereist wel relatief veel begeleiding vanuit Nederland, voor de kleinere, vaak iets zwakkere, partners. Vooral wanneer dit uitgedrukt wordt in een percentage van de
In april 2010 is er een nieuwe subsidie toegekend voor de SHAW-activiteiten in Indonesië. Het gaat om een totaal bedrag van 8.600.000 euro met een looptijd tot eind 2014. Het bedrag is afkomstig van het Ministerie van Buitenlandse Zaken via de Nederlandse Ambassade in Jakarta.
101
(beperkte) budgetten kan dit ongunstig afsteken. Het betekent echter wel dat in de betrokken landen de overheadkosten zeer beperkt zijn (omdat het directe hulp betreft en niet via tussenpersonen, zoals veldkantoren, gaat). Ook in 2010 heeft het voorbereiden van de aanvraag van de MFS II-subsidie veel tijd en geld gekost: door de hogere inkomsten heeft een ander niet geleid tot een hoger kostenpercentage.
diverse redenen pas in een later jaar daaraan besteed kunnen worden.
De organisatie- en beheerskosten uitgedrukt in een percentage van de totale uitgaven komt uit op 5,7 procent (vorig jaar 6,5 procent). Ter verduidelijking: deze kosten zijn onderdeel van de kosten eigen organisatie.
De begrotingen worden steeds in september van het jaar ervoor vastgesteld. In de loop van het jaar wordt de begroting in juli/ augustus geëvalueerd met het oog op eventueel noodzakelijke aanpassingen. In 2010 is in verband met de hoger uitvallende opbrengsten extra budget voor de hulpverlening/programma’s vastgesteld. Ook is het budget voor fondsenwerving iets hoger vastgesteld.
Het bestemmingsfonds is ultimo 2010 op 350.000 euro uitgekomen. Dit zal in de komende jaren besteed worden aan de doelstelling waarvoor het is bestemd.
Begroting 2011 en de kredietcrisis
Simavi heeft in 2010 85,5 procent van haar baten besteed aan de doelstelling. Dit was in 2009 81,3 procent.
Resultaat
In 2010 vielen de inkomsten op het gebied van fondsenwerving bij particulieren voor het eerst tegen (behalve bij de collecte). De kans is groot dat dit samenhangt met het feit dat de kredietcrisis voor particulieren nu echt voelbaar wordt. Ook andere factoren kunnen meespelen, zoals het Bel-me-niet-register, toenemende concurrentie op de fondsenwervende markt en het nieuwe regeringsbeleid, dat mensen voorzichtig maakt. Ook fondsen verkregen via de samenwerkende Serviceclubs en bedrijven zijn in 2010 achtergebleven bij de verwachting. Die trend was ook al in 2009 zichtbaar en Simavi heeft bewust in 2010 niet sterk in commerciële bedrijven geïnvesteerd. Ook in 2011 kunnen de inkomsten uit particulieren tegenvallen, doordat het erop lijkt dat het gemiddeld besteedbaar inkomen onder druk staat. Daarentegen lijkt de bedrijvigheid bij bedrijven weer aan te trekken, waardoor daar weer mogelijkheden ontstaan. Simavi probeert zich al jarenlang minder kwetsbaar te maken voor deze ontwikkelingen door diversificatie van de inkomstenbronnen.
Het boekjaar 2010 resulteerde in een positief saldo van 27.000 euro. Door de onttrekking aan het bestemmingsfonds, die 12.000 euro bedraagt en de per saldo toevoeging aan de bestemmingsreserve van 24.000 euro, wordt er 15.000 euro ten gunste van de continuïteitsreserve gebracht.
Activa Alle activa zijn bestemd voor de bedrijfsvoering, tenzij anders aangegeven.
Beleggingen Simavi heeft de continuïteitsreserve in het verleden voor het grootste deel vastgelegd in obligaties, om daar een hoog gegarandeerd rendement mee te behalen. Het beleid is erop gericht veilig en duurzaam te beleggen, waarbij de hoofdsom maximaal in stand blijft. Er wordt daartoe niet in aandelen belegd. In 2010 is het merendeel van de effecten wegens het tegenvallende rendement verkocht. Doordat ook in 2010 het rendement op deposito’s sterk is teruggelopen zijn de gelden alleen op spaarrekeningen gezet met een hoge rente, waarbij ook de spreiding over de banken in het oog is gehouden
Liquiditeit en stand van de reserves De reserves bestaan uit de continuïteitsreserve en het vastgelegde vermogen. De continuïteitsreserve komt na de voorgestelde toevoeging uit op 2.318.000 euro en moet de komende jaren weer op peil worden gebracht. De overige reserves bestaan uit gelden die vastgelegd zijn in de bedrijfsmiddelen en een ander deel dat is vastgelegd in het bestemmingsfonds. Dit laatste betreft ontvangen gelden, veelal uit nalatenschappen, die verplicht moeten worden besteed aan een bepaald doel en die om
102
4.2 Jaarrekening Balans ACTIVA 31 DECEMBER 2010
31 DECEMBER 2009
Materiële vaste activa Inventarissen
€
56.000
€
30.000
€
56.000
€
30.000
Vorderingen en overlopende activa Erfenissen bezwaard met vruchtgebruik
p.m.
p.m.
Te ontvangen nalatenschappen
€
856.000
€
293.000
Overlopende interest
€
143.000
€
169.000
Te ontv. subsidies/ vooruitbetaalde kosten
€
926.000
€
71.000
Overige vorderingen
€
84.000
€
73.000
Totaal vorderingen en overlopende activa
€
2.009.000
€
606.000
€
536.000
€
1.455.000
Kasgeld, bank en depositorekeningen
€
8.093.000
€
8.865.000
Balanstotaal activa
€
10.694.000
€
10.956.000
Effecten Obligaties Liquide middelen
PASSIVA 31 DECEMBER 2010
31 DECEMBER 2009
Reserves en Fondsen Reserves Continuïteitsreserve
€
2.318.000
€
2.303.000
Reserve financiering activa
€
56.000
€
30.000
Bestemmingsreserve doelstelling
€
-
€
2.000
Bestemmingsfonds
€
350.000
€
362.000
Totaal reserves en fondsen
€
2.724.000
€
2.697.000
€
2.797.000
€
3.493.000
Toegezegde subsidies
€
4.641.000
€
4.067.000
Belastingen en sociale lasten
€
55.000
€
37.000
Overige overlopende bedragen
€
477.000
€
662.000
€
5.173.000
€
4.766.000
€
10.694.000
€
10.956.000
Fondsen
Schulden op lange termijn Toegezegde subsidies Schulden op korte termijn
Balanstotaal passiva
103
Geconsolideerde staat van baten en lasten 2010 Baten Begroting 2011
Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Baten uit eigen fondsenwerving Collectes
€
630.000
€
601.000
€
550.000
€
549.000
Donaties en giften
€
1.570.000
€
1.149.000
€
1.500.000
€
1.736.000
Erfenissen en legaten
€
500.000
€
859.000
€
350.000
€
558.000
Subtotaal eigen fondsenwerving
€
2.700.000
€
2.609.000
€
2.400.000
€
2.843.000
Medefinanciering projecten Hivos
€
-
€
400.000
€
400.000
€
400.000
Medefinanciering projecten Aqua for All
€
-
€
223.000
€
330.000
€
93.000
Medefinanciering projecten overig
€
-
€
2.000
€
23.000
€
-
Internationale fondsen
€
100.000
€
-
€
-
€
-
Nationale Postcode Loterij
€
900.000
€
900.000
€
900.000
€
1.000.000
Subtotaal aandeel acties derden
€
1.000.000
€
1.525.000
€
1.653.000
€
1.510.000
Min. van Buitenlandse Zaken
€
5.571.000
€
4.413.000
€
2.700.000
€
2.607.000
Medefinanciering projecten PSO
€
226.000
€
163.000
€
300.000
€
17.000
Provincie
€
-
€
7.000
€
-
€
-
Subtotaal subsidies
€
5.797.000
€
4.583.000
€
3.000.000
€
2.624.000
Resultaat beleggingen
€
251.000
€
266.000
€
300.000
€
483.000
Overige baten
€
20.000
€
17.000
€
-
€
-
Subtotaal overige baten
€
271.000
€
283.000
€
300.000
€
483.000
SOM DER BATEN
€
9.768.000
€
9.000.000
€
7.353.000
€
7.460.000
Baten uit acties derden
Subsidies van overheden
Overige baten
104
Geconsolideerde staat van baten en lasten 2010 Lasten Begroting 2011
Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Besteed aan doelstelling Mobilisatie Besteed aan mobilisatie
€
802.000
€
601.000
€
630.000
€
616.000
€
7.275.000
€
6.975.000
€
5.529.000
€
5.405.000
Besteed aan beleidsbeïnvloeding
€
300.000
€
115.000
€
69.000
€
31.000
Totaal besteed aan doelstelling
€
8.377.000
€
7.691.000
€
6.228.000
€
6.052.000
€
651.000
€
648.000
€
568.000
€
658.000
Besteed aan acties derden
€
121.000
€
38.000
€
69.000
€
46.000
Kosten verkrijging subsidies overheden
€
-
€
62.000
€
54.000
€
76.000
Kosten overige baten
€
12.000
€
14.000
€
1.000
€
1.000
Subtotaal kosten werving overige baten
€
133.000
€
114.000
€
124.000
€
123.000
Totaal kosten werving baten
€
784.000
€
762.000
€
692.000
€
781.000
Totaal kosten beheer & administratie
€
607.000
€
520.000
€
476.000
€
471.000
SOM DER LASTEN
€
9.768.000
€
8.973.000
€
7.396.000
€
7.304.000
Resultaat
€
-
€
27.000 €
-43.000 €
156.000
Onttrekking aan continuïteitsreserve
€
-
€
15.000 €
- €
-75.000
Onttrekking bestemmingsreserve financiering activa
€
-
€
- €
- €
-8.000
Toevoeging bestemmingsreserve financiering activa
€
-
€
26.000 €
- €
-
Onttrekking bestemmingsreserve doelstelling beleidsbeïnvloeding
€
-
€
-2.000 €
- €
-31.000
Onttrekking aan bestemmingsfonds
€
-
€
-12.000 €
-43.000 €
-20.000
Toevoeging aan het bestemmingsfonds
€
-
€
- €
- €
273.000
Totaal toegevoegd / onttrokken
€
-
€
27.000 €
-43.000 €
139.000
Programma’s Besteed aan projecten Beleidsbeïnvloeding
Werving baten Kosten Eigen Fondsenwerving Besteed aan eigen fondsenwerving Overige baten Kosten acties derden
Resultaatbestemming
105
Toelichting op de balans en staat van baten en lasten Algemene toelichting De jaarrekening is opgesteld conform de Richtlijn Verslaggeving Fondsenwervende Instellingen RJ650.
van baten en lasten. In de eerste periode van waardering worden toerekenbare transactiekosten als last in de staat van baten en lasten verwerkt.
Verslaggevingsperiode
Materiële vaste activa Inventaris, kantoormachines en computers worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of aanschaffingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Inventaris : 10 procent Kantoormachines : 20 procent Computers : 33 procent
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslagperiode van een jaar. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.
1. Grondslagen voor de waardering van de activa en passiva Algemeen De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Ontvangsten en uitgaven worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
Simavi is sinds mei 2005 gehuisvest in een huurpand.
Vorderingen en overlopende activa Vorderingen worden gewaardeerd op de nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. Voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de inbaarheid van de vorderingen.
De jaarcijfers betreffen de gecombineerde cijfers van Stichting Simavi, van Stichting Zien en van Stichting NFICH. Alle drie stichtingen hebben als vestigingsplaats Haarlem. De doelstelling van Simavi is het bevorderen van de gezondheid van mensen in ontwikkelingslanden. De doelstelling van Stichting Zien is het bevorderen van oogheelkundige ontwikkelingssamenwerking, in het bijzonder gericht op preventieve zorg. De doelstelling van Stichting NFICH is het bevorderen van de gezondheid van het kind in de derde wereld. Het bestuur van Stichting Simavi wordt gevormd door de directeur, die tevens dient als bestuurder van Stichting Zien en Stichting NFICH. De Raad van Toezicht van Simavi werd op 31 december 2010 gevormd door Mevrouw Martens, Mevrouw Runia en de heren Van Dongen, Kruijssen, Blanchard en Thiemann. Zij vormen tevens de Raad van Toezicht voor Stichting Zien en Stichting NFICH.
Effecten De ter beurze genoteerde effecten worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Alle gerealiseerde en niet-gerealiseerde waardeveranderingen van de beursgenoteerde effecten worden verantwoord in de staat van baten en lasten. Simavi heeft een beleggingsbeleid, waarbij het uitgangspunt is dat de hoofdsom maximaal in stand blijft. Het beleggingsbeleid van Simavi is risicomijdend; Simavi wil op een verantwoorde manier met de haar toevertrouwde middelen omgaan. Dit alles betekent dat er niet belegd wordt in aandelen en dat de effecten minimaal een BBB+ rating hebben. De beleggingen bestaan ultimo 2010 alleen nog uit ledencertificaten van de Rabobank. Het doel van de beleggingen is het veiligstellen van de continuïteitsreserve en betreft dan ook een lange termijn doelstelling. Het beleid wordt uitgevoerd door het hoofd financiën & administratie in samenwerking met de beleggingsdeskundige van onze bank. Vanwege de lange termijndoelstelling zijn de mutaties in de portefeuille tot een minimum beperkt; in 2010 is het merendeel van de effecten verkocht vanwege de lage rendementen die ermee behaald konden worden. Er zijn in 2010 vanwege de tegenvallende rentevergoedingen geen bedragen meer op deposito gezet.
Op de begroting 2011 is door de accountant geen accountantscontrole toegepast.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, vorderingen, liquide middelen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten ( activa en verplichtingen ) worden gewaardeerd tegen reële waarde en wijzigingen in de reële waarde worden verantwoord in de staat
Reserves Om de continuïteit van de stichting bij onverhoopte
106
Toegezegde subsidies
omstandigheden voor tenminste één jaar te waarborgen, is met ingang van 1996 in overeenstemming met de regels van het CBF een deel van het vermogen afgescheiden in een continuïteitsreserve. De reserve dient om bij tegenvallende inkomsten nog één jaar te trachten de inkomsten weer op peil te krijgen. Ook dient de reserve om de projecten waar Simavi volgens contract - steun aan heeft toegezegd gedurende de hele looptijd nog te kunnen uitvoeren en afwikkelen met de daarbij behorende ondersteuning vanuit Nederland.
De per balansdatum nog te realiseren subsidies (aan projecten in Afrika en Azië toegezegde gelden) worden onderverdeeld in kortlopende verplichtingen (te realiseren binnen één jaar na balansdatum) en langlopende verplichtingen. De langlopende verplichtingen, waarvan afwikkeling later dan een jaar na balansdatum verwacht wordt, zijn opgenomen onder schulden op lange termijn, terwijl de kortlopende verplichtingen verantwoord worden onder schulden op korte termijn. De projecten hebben een verwachte looptijd van maximaal drie jaar. De nog niet betaalde subsidies worden als tegoeden bij de bank aangehouden, dit verklaart de hoge som van de liquide middelen.
Simavi streeft bij de omvang van de continuïteitsreserve naar een grootte gelijk aan 1,5 x de jaarlijkse kosten van de werkorganisatie volgens de begroting van het volgende jaar, vermeerderd met verwervingskosten. Deze keuze is in overeenstemming met de door de Vereniging voor Fondsenwervende Instellingen (VFI) gehanteerde vermogensrichtlijn.
2. Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Donaties en giften
Simavi maakt in 2011 een verdere groei door, door de MFS subsidies die ontvangen zullen gaan worden. Deze extra kosten leiden tot een hogere benodigde continuïteitsreserve. Concreet betekent dit per 1 januari 2011 een gewenste omvang van 3.551.000 euro voor de continuïteitsreserve. Het is het streven om de reserve in de toekomst op deze hoogte te brengen. Dat lukt niet in 2010 ; bij de verdeling van het resultaat over 2010 wordt er 15.000 euro aan de continuïteitsreserve toegevoegd.
Donaties en giften worden verantwoord in het jaar waarin zij worden ontvangen, met uitzondering van ontvangsten die kunnen worden toegerekend aan een periode waarin een bepaalde mailingactie heeft plaatsgevonden. Giften van een zaak in natura worden gewaardeerd tegen de reële waarde in Nederland.
Baten uit nalatenschappen
De reserves bestaan verder nog uit in de bedrijfsmiddelen vastgelegde gelden ad 58.000 euro en uit het bestemmingsfonds. In dit bestemmingsfonds – ultimo 2010 met een omvang van 350.000 euro staan alle ontvangen geoormerkte gelden waar door de schenker een bepaald doel mee beoogd is, maar die nog niet gerealiseerd zijn. De gelden van het bestemmingsfonds zullen in de komende jaren aangewend worden.
Nalatenschappen worden opgenomen in het jaar waarin de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Voorlopige uitbetalingen in de vorm van voorschotten worden in het boekjaar waarin ze worden ontvangen verantwoord als baten uit nalatenschappen, voor zover deze niet al in een voorgaand boekjaar zijn verantwoord.
Gedane toezeggingen aan projectpartners De in de staat van baten en lasten onder programma’s opgenomen subsidies, betreffen de in het verslagjaar toegezegde bedragen aan de projecten in Afrika en Azië. Verder vallen daar een deel van de kosten van de programmamedewerkers onder ( het deel wat als ondersteuning van de partnerorganisatie geldt ), alsmede de kosten voor het overmaken van geld naar het buitenland, evenals evaluatie- en beoordelingskosten van de projecten en koersverschillen.
Pensioenregeling De pensioenregeling van Simavi is ondergebracht bij Delta Lloyd en omvat onder meer een ouderdomspensioen op basis van eindloon; voor medewerkers in dienst getreden na 1 december 2006 op basis van middelloon. Deze regeling is aangemerkt als een toegezegde pensioenregeling. Omdat Simavi gekwalificeerd wordt als een kleine rechtspersoon, is deze regeling conform de RJ-richtlijnen voor kleine rechtspersonen in de jaarrekening verwerkt als een toegezegde bijdrage regeling. Hierdoor zijn mogelijkerwijs niet alle risico’s verbonden aan deze pensioenregeling tot uitdrukking gebracht in de op de balans opgenomen pensioenverplichting.
107
Kasstroomoverzicht 2010 Resultaat
€
Aanpassing ongerealiseerde winst bij aflossing obligaties
2009
27.000
€
139.000
€
40.000
€
42.000
Aanpassing betreffende afschrijvingen
€
22.000
€
10.000
Bruto kasstroom uit bedrijfsvoering
€
89.000
€
191.000
Mutatie in vorderingen en effecten
€ -/- 524.000
€
176.000
Mutatie kortlopende schulden
€ -/- 696.000
€ -/-
243.000
Mutatie langlopende schulden
€
407.000
€
878.000
Kasstroom uit operationele activiteiten
€ -/- 724.000
€
1.002.000
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
€ -/- 48.000
€ -/-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
€ -/-
-
€
-
Mutatie liquide middelen
€ -/- 772.000
€
1.000.000
2.000
Stand liquide middelen op 1 januari
€
8.865.000
€
7.865.000
Stand liquide middelen op 31 december
€
8.093.000
€
8.865.000
Mutatie liquide middelen
€ -/- 772.000
€
1.000.000
Toelichting op de geconsolideerde balans 1. Materiële vaste activa De boekwaarde van de materiële vaste activa is als volgt te specificeren: INVENTARISSEN, KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
2010
2009
Boekwaarde per 1 januari
€
30.000
€
Investeringen
€
48.000
€
2.000
€
€
40.000
Afschrijvingen
€ -/-
22.000
€ -/-
10.000
Boekwaarde per 31 december
€
56.000
€
30.000
78.000
38.000
De aanschafwaarden van bovenvermelde activa waren als volgt: AANSCHAFWAARDEN
2010
2009
Inventarissen €
114.000
€
83.000
De investeringen betroffen verbouwingskosten en tapijt € 27.000; bureautafels en stoelen € 8.000 aan c omputerapparatuur € 13.000. Uit de aanschafwaarde is verdwenen, de verwijderde vloerbedekking € 17.000. De v loerbedekking was volledig afgeschreven. De materiële vaste activa zijn bestemd voor de bedrijfsvoering. De vaste activa zijn per 31 december 2010 gewaardeerd tegen aanschafwaarde onder aftrek van de afschrijvingen. De afschrijvingen worden berekend als een percentage van de aanschafwaarde v olgens de lineaire methode op basis van economische levensduur. 108
2. Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa Erfenissen bezwaard met vruchtgebruik (p.m.) Deze post betreft 9 (2009: 9) erfenissen bezwaard met vruchtgebruik Overige vorderingen
2010
Te ontvangen erfenissen / legaten
€
856.000
2009 €
293.000
Waarborgsommen TPG Post / Greenwheels
€
1.000
€
1.000
Te ontvangen interest
€
143.000
€
169.000
Te ontvangen inz eindafrek TMF BuZa
€
615.000
€
-
Te ontvangen bijdragen inz acties derden
€
269.000
€
-
Debiteuren & Overige posten
€
125.000
€
143.000
€
2.009.000
€
606.000
De vorderingen zijn met € 1.403.000 toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door een nalatenschap ad € 540.000, die als bate is genomen, maar waarvan nog geen gelden zijn bin-nengekomen. Een ander deel wordt verklaard door de bedragen die op balansdatum nog te ontvangen zijn van het Ministerie van Buitenlandse Zaken als TMF subsidie ad € 615.000 en toezeggingen door PSO en Aqua For All tesamen ad € 269.000. De nalatenschap ad € 540.000 is gewaardeerd volgens de laatste inzichten, waarbij de vordering van de fiscus inzake een aanmerkelijk belang zo betrouwbaar als mogelijk is vastgesteld. Effecten De continuïteitsreserve is in het verleden steeds vastgelegd in obligaties. In verband met het teruggelopen rendement van obligaties en de teruglopende rentevergoeding op deposito’s zijn de obligaties in 2010 verkocht en zijn er ook geen bedragen meer vastgelegd in deposito’s. Het verloop van dit effectenbezit kan als volgt worden weergegeven: 2010
2009
Beurswaarde per 1 januari
€
1.455.000
€
1.773.000
Aankopen/verwervingen
€
2.000
€
-
€
1.457.000
€
1.773.000
Uitlotingen en verkopen
€ -/€
499.000
€
1.377.000
Ongerealiseerde koerswinst
€
40.000
€
42.000
Gerealiseerde Koerswinst
€ -/-
3.000
€
36.000
Beurswaarde per 31 december
€
536.000
€
1.455.000
958.000
€ -/-
396.000
2010
2009
De portefeuille bestaat uit de volgende onderdelen: 4,375 % BNG
nominaal 388.000
€
-
€
412.000
5 % Nederland nominaal 376.000
€
-
€
406.000
3,75 % Nederland
€
-
€
126.000
€
536.000
€
511.000
€
536.000
€
1.455.000
nominaal 120.000
Rabobank Ledencertificaten volume 19.506
Het grootste deel van de effecten is in 2010 verkocht op grond van rendementsoverwegingen. Alleen de Rabobank Ledencerticaten bleven in 2010 in bezit. Deze worden in februari 2011 verkocht omdat het in feite gaat om een achtergestelde lening die niet bij Simavi’s beleggingsbeleid past. Liquide middelen De liquide middelen staan rentedragend uit in rekening-courant of op spaarrekeningen ad € 8.093.000 ( ult 2009 € 7.820.000 ). Het restant van de liquide middelen in 2009 ad € 1.045.000 stond uit op deposito’s. Het rendement op de liquide middelen en effecten is in 2010 2,5% geweest (in 2009 4,8%) 109
3. Reserves en fondsen Reserves
Continuïteitsreserve
2010
2009
Stand per 1 januari
€
2.303.000
€
Af: Onttrekking
€
-
€
Bij: Toevoeging
€
15.000
€
2.378.000
75.000 -
Stand per 31 december
€
2.318.000
€
2.303.000
Totaal continuïteitsreserve
€
2.318.000
€
2.303.000
Bestemmingsreserves Reserve financiering activa
2010
2009
Stand per 1 januari
€
30.000
€
38.000
Bij: Toevoeging Af: Onttrekking
€
26.000
€
-
Af: Onttrekking
€
-
Stand per 31 december
€
56.000
Doelstelling beleidsbeïnvloeding
€ -/-
8.000
€
30.000
2010
2009
Stand per 1 januari
€
2.000
€
33.000
Af: Besteding aan doelstelling
€ -/- 2.000
€
31.000
€
€
2.000
-
Fondsen Bestemmingsfonds
2010
2009
Inzake ontvangen middelen met door derden aangegeven specifieke bestemming Stand per 1 januari
€
362.000
Af: Onttrekking inzake reporterproject Nationale Postcode Loterij
€ -/-
Bij: Toevoeging inzake Oogzorg Kinderen in Afrika vanuit Resultaat
€
-
€
173.000
Bij : Toevoeging inzake projecten Irian Jaya vanuit Resultaat
€
-
€
120.000
Af: Onttrekking inzake projecten Irian Jaya
€
-
€ -/-
Stand per 31 december
€
350.000
€
362.000
€
31.000
€
43.000
12.000
€ € -/-
109.000 20.000
20.000
Specificatie Bestemmingsfonds Te besteden aan reporterproject Nationale Postcode Loterij Te besteden aan Oogzorg Nepal
€
46.000
€
46.000
Te besteden aan Oogzorg Kinderen in Afrika
€
173.000
€
173.000
Te besteden in Irian Jaya
€
100.000
€
100.000
€
350.000
€
362.000
€
2.724.000
€
2.697.000
Totaal Reserves en Fondsen
110
4. Schulden op lange termijn Toegezegde subsidies Dit betreft het bedrag aan toegezegde, nog niet betaalde subsidies inzake meerjarenprojecten. Het bedrag van de m eerjarenprojecten dat binnen een jaar zal worden betaald is onderdeel van de toegezegde subsidies onder schulden op korte termijn.
5. Schulden op korte termijn Toegezegde subsidies Dit betreft het bedrag aan toegezegde subsidies per einde van het jaar, welke naar verwachting afgewikkeld zullen worden binnen een jaar na balansdatum. Overige overlopende bedragen
2010
2009
Crediteuren
€
278.000
€
381.000
Te ontvangen facturen
€
73.000
€
77.000
Reservering vakantie-uren
€
60.000
€
40.000
Reservering vakantietoeslag
€
58.000
€
38.000
Accountantskosten
€
8.000
€
6.000
Vooruitontvangen subsidie
€
-
€
120.000
€
477.000
€
662.000
6. Niet in balans opgenomen verplichtingen Er is een huurcontract ad € 85.000 per jaar afgesloten voor de huisvesting aan de Fonteinlaan 5 te Haarlem met een looptijd tot 1 januari 2015. De huur wordt jaarlijks geïndexeerd. Er is een bankgarantie voor deze huur afgegeven ter grootte van € 27.000.
111
Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten 1. Specificatie baten uit eigen fondsenwerving Begroting 2011
Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Sociale lasten en verzekeringen Collectes
€
630.000
€
601.000
€
550.000
€
549.000
Donaties en giften
€
1.520.000
€
1.101.000
€
1.455.000
€
1.691.000
Erfenissen en legaten
€
500.000
€
859.000
€
350.000
€
558.000
Sponsoring
€
50.000
€
48.000
€
45.000
€
45.000
Totaal eigen fondsenwerving
€
2.700.000
€
2.609.000
€
2.400.000
€
2.843.000
In de ‘Donaties en giften’ in 2009 is inbegrepen een incidentele ontvangst van € 420.000. Er is bij sponsoring sprake van een wederdienst geleverd door Simavi. Hierbij ontvangt de sponsor een factuur die belast is met BTW. De opbrengst zoals boven vermeld is exclusief BTW.
2. Baten uit acties derden Bijdragen in projecten en medefinanciering projecten In 2010 is een bedrag van € 400.000 ontvangen als bijdrage van Hivos inzake gezamenlijke hulpverleningsprojecten. Ten laste van deze opbrengst is, zoals met Hivos afgesproken, € 380.000 direct besteed aan projecten. Het verschil van € 20.000 is besteed aan kosten van de eigen organisatie en verantwoord onder ”Besteed aan acties derden”. In 2010 is een bedrag van € 223.000 (2009: € 93.000) als bate genomen als bijdrage van Aqua for All inzake gezamenlijke hulpverleningsprojecten. In 2010 is er van de Nationale Postcode Loterij € 900.000 ontvangen. Tegenover deze opbrengst is € 9.000 verantwoord als vergoeding voor door Simavi gemaakte kosten. Deze kosten zijn verantwoord onder de post ‘Kosten acties derden NPL’. Vorig jaar is er € 16.000 verantwoord als kosten. De gelden die inzake het NPL reporterproject zijn ontvangen en nog nog niet besteed staan vermeld onder het bestemmingsfonds. Het project zal in 2011 worden afgewikkeld.
112
3. Subsidies van overheden Er hebben in 2010 3 verschillende subsidies een rol gespeeld: TMF looptijd 2006-2010, MFS looptijd 2011-2016 en SHAW 2010-2014. In het kader van de TMF subsidie is er € 2.700.000 als bate opgenomen (in 2009 € 2.600.000). Hiervan is € 2.085.000 ook daadwerkelijk ontvangen als voorschot. Het restant ad € 615.000 is als vordering op de balans opgenomen. Over het in 2010 ontvangen voorschot is € 4.000 rente ontvangen (in 2009 was dat € 7.000). De rente wordt bij de subsidie verantwoord. Aan door Simavi gemaakte onkosten is voor TMF € 10.000 verantwoord onder “Kosten verkrijging subsidies overheden”. In 2009 was dat € 5.000 euro. In het kader van MFS subsidie is er in 2010 geen bate ontvangen. Aan door Simavi gemaakte onkosten is voor de nieuwe MFS aanvraag € 52.000 verantwoord onder “Kosten verkrijging subsidies overheden”. In 2009 was dat € 71.000. In het kader van de SHAW Indonesië subsidie is er in 2010 € 1.709.000 als bate genomen. Er is € 1.761.000 ontvangen. De bestedingen die ten laste komen van deze subsidie bedragen € 1.705.000, het verschil is op de balans opgenomen als vooruit ontvangen subsidie. Verder is er over het tegoed rente ontvangen ad € 4.000 die ten goede komt van de subsidie. In 2010 zijn er van PSO toezeggingen ontvangen voor een bedrag van € 163.000 als bijdrage in 3 projecten betreffende capaciteitsopbouw in het Zuiden. Deze projecten zullen in 2011 worden afgerond en afgerekend.
4. Rentebaten en Baten uit beleggingen Resultaat beleggingen
2010
2009
Rentebaten obligaties
€
46.000
€
€
46.000
€
72.000
Ongerealiseerde koersresultaten
€
40.000
€
42.000
Gerealiseerde koersresultaten
€ -/-
3.000
€
36.000
€
83.000
€
150.000
Rente baten
€
186.000
€
335.000
Kosten van beleggingen
€ -/-
Netto beleggingsresultaat
€
3.000
72.000
€ -/-
266.000
2.000
€
483.000
5. Besteed aan doelstellingen Begroting 2011
Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Doelstelling Mobilisatie/Voorlichting
€
802.000
€
601.000
€
630.000
€
616.000
Doelstelling Beleidsbeïnvloeding
€
300.000
€
115.000
€
69.000
€
31.000
Doelstelling Hulpverlening
€
7.275.000
€
6.975.000
€
5.529.000
€
5.405.000
€
8.377.000
€
7.691.000
€
6.228.000
€
6.052.000
Bestedingspercentage Hieronder geven wij de verhouding van de totale bestedingen aan de doelstelling in relatie met de totale baten procentueel weer. Totaal bestedingen aan doelstelling
€
8.377.000
€
7.691.000
€
6.228.000
€
6.052.000
Totaal baten
€
9.768.000
€
9.000.000
€
7.353.000
€
7.443.000
Bestedingspercentage
€
85,8%
€
85,5%
€
84,7%
€
81,3%
113
6. Werving baten Kosten eigen fondsenwerving Begroting 2011
Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Uitvoeringskosten eigen organisatie
€
217.000
€
160.000
€
176.000
€
150.000
Collecte
€
270.000
€
251.000
€
205.000
€
223.000
Nieuwsbrief en mailingen
€
68.000
€
97.000
€
90.000
€
90.000
Acquisitie nieuwe donateurs
€
30.000
€
111.000
€
79.000
€
182.000
Schenkingsaktes
€
1.000
€
1.000
€
3.000
€
1.000
Nalatenschappen
€
2.000
€
1.000
€
3.000
€
2.000
Zakelijke fondsenwerving
€
39.000
€
11.000
€
12.000
€
10.000
Wandelen voor water
€
24.000
€
16.000
€
-
€
-
€
651.000
€
648.000
€
568.000
€
658.000
Toelichting op afwijking gerealiseerd versus begroot: De begroting voor de fondsenwervingskosten is, behalve het totaal bedrag, flexibel. Er wordt vooraf een jaarplan gemaakt met activiteiten waaraan een budget is gekoppeld. Soms blijken activiteiten gedurende het jaar niet door te kunnen gaan of krijgen andere activiteiten voorrang. Zo kunnen we actief inspelen op de mogelijkheden die zich voordoen. In de loop van 2010 is het budget met € 50.000 verhoogd, met name voor het werven van nieuwe donateurs, omdat de inkomsten hoger waren dan begroot. Kostenpercentage fondsenwerving Hieronder volgt de verhouding tussen de kosten van de eigen fondsenwerving en de opbrengst van de eigen fondsenwerving. Begroting 2011
Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Baten eigen fondsenwerving
€
2.700.000
€
2.609.000
€
2.400.000
€
2.843.000
Kosten eigen fondsenwerving
€
651.000
€
648.000
€
568.000
€
658.000
Kostenpercentage eigen fondsenwerving
24,1%
24,8%
23,7%
23,1%
Begroting 2011
Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
7. Beheer en administratie Kosten van beheer en administratie
Uitvoeringskosten eigen organisatie
€
607.000
114
€
520.000
€
476.000
€
471.000
8. Toelichting lastenverdeling Alle bedragen in € Bestemming Doelstelling Werving Baten Lasten Mobilisatie Program- ma’s
Subsidies en bijdragen
Beleidsbe- Fondsen- ïnvloeding werving
- 6.351.000
-
Beheer en Totaal admini- 2010 stratie
Acties Derden
-
Subsi- dies
-
Begroot 2010
Totaal 2009
Ov. Baten
-
-
- 6.351.000 5.024.000 4.957.000
Publiciteit en communicatie en uitbesteed werk 345.000 122.000 19.000 488.000 5.000 43.000 5.000 - 1.027.000 879.000 953.000 Personeelskosten
215.000 421.000
80.000 134.000
28.000
8.000
8.000 384.000 1.278.000 1.191.000 1.045.000
Huisvestingskosten 22.000 43.000
8.000 14.000 3.000 1.000
1.000 39.000 131.000 167.000 137.000
Kantoor- en algemene kosten
6.000 10.000 2.000 10.000
- 90.000 166.000 124.000 203.000
Afschrijving en rente Totaal
16.000 32.000
3.000 6.000 2.000 2.000 601.000 6.975.000 115.000 648.000
-
38.000
-
62.000
- 7.000 20.000 11.000 9.000
14.000 520.000 8.973.000 7.396.000 7.304.000
lle direct en indirecte kosten worden toegerekend. Ze worden toegerekend aan de 3 doelstellingen: mobilisatie, A programma’s en beleidsbeïnvloeding, en aan de afzonderlijke baten en aan de post beheer- en administratiekosten. De directe kosten worden direct aan de activiteit toegerekend en staan achter het onderdeel ‘Publiciteit en communicatie en uitbesteed werk gespecificeerd. De toerekening van de indirecte kosten gebeurt op basis van het aantal uren dat de werknemers besteden aan deze genoemde onderdelen.Van elke werknemer wordt een berekening gemaakt waaraan hij/zij de uren besteedt. Deze berekening is op basis van de functie-omschrijving en wordt door het MT en directeur vastgesteld. Op basis van deze urenverdeling worden alle indirecte kosten zoals personeel, huisvesting, kantoor, algemeen en afschrijving verdeeld. Onder Beheer en Administratie kosten vallen alle administratieve en secretariële uren alsook alle uren die te maken hebben met overhead, zoals vergaderingen met de raad van toezicht en andere vergaderuren die beogen leidend te zijn voor en sturing te geven aan de organisatie. Op basis van deze uren is er van deze indirecte kosten aan Programma’s 40,02% ( 2009:38,45%); aan Mobilisatie 15,01% ( 2009 15,72% ); aan Fondsenwerving 9,39% (2009: 10,79 %) en aan Beheer en administratie 26,83% (2009: 29,41%) toegerekend.
De bestedingen aan de programma’s in 2010 Gecommitteerd/toezeggingen in 2010
€
4.587.000
Betaald aan projectpartners inz SHAW Indonesië
€
1.709.000
Bankkosten tbv overmakingen
€
4.000
Technische assistente programma’s
€
200.000
Directe kosten programma afdeling
€
40.000
Afboeking wegens koersverschillen
€ -/-
67.000
€
6.473.000
Zie hiervoor in het jaarverslag de lijst goedgekeurde projecten die - niet afgerond - uitkomt op € 4.586.791. Deze € 6.473.000 vindt u terug in bovenstaande toelichting Lastenverdeling als het totaal van de Subsidies en bijdragen en Publiciteit en communicatie en uitbesteed werk, zijnde het totaal van € 6.351.000 en € 122.000 = € 6.473.000. De contracten met de organisaties in het Zuiden luiden in locale valuta. Deze verplichtingen zijn per balansdatum omgerekend naar Euro’s dat leverde een koersverschil van € 67.000 op.
115
Toelichting op de personeelskosten Begroting 2011
Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Personeelskosten Salarissen in Nederland
€
1.496.000
€
1.048.000
€
976.000
€
845.000
Sociale lasten en verzekeringen
€
239.000
€
167.000
€
143.000
€
140.000
Kosten van pensioenvoorzieningen
€
120.000
€
82.000
€
65.000
€
89.000
Overige personeelskosten
€
211.000
€
181.000
€
44.000
€
72.000
Subtotaal personeelskosten
€
2.066.000
€
1.478.000
€
1.228.000
€
1.146.000
Af: Doorberekend aan hulpverlening
€
158.000
€
-154.000
€
105.000
€
101.000
Af: Doorberekend aan verwerving subsidie
€
9.000
€
-26.000
€
-
€
-
Af: Doorberekend aan SHAW subsidie
€
145.000
€
-20.000
€
-
€
-
€
1.754.000
€
1.278.000
€
1.123.000
€
1.045.000
De toename in de personeelskosten wordt verklaard door de toename in formatie, zoals uit de volgende tabel blijkt. De grote toename onder “Overige personeelskosten” wordt veroorzaakt door de kosten van ingehuurd extern personeel. Deze medewerkers zijn ingezet voor ziektevervanging, ondersteuning van het management, overbrugging bij vacatures, uitbreiding administratie op detacheringsbasis, ondersteuning inzake personeelszaken en stagevergoedingen. Begroting 2011
Gerealiseerd 2010
Begroting 2010
Gerealiseerd 2009
39
26,5*
25
23
3
2
-
-
24,1%
24,8%
23,7%
23,1%
31,9
24,4*
22,8
18,9
1,8
0,1**
-
-
Gemiddeld aantal werkzame personen Op nederlands contract In Indonesië via partnerorganisaties Kostenpercentage eigen fondsenwerving Werkelijke full time eenheden Op nederlands contract In Indonesië via partnerorganisaties
*) Inclusief 0,4 fte ingehuurd extern personeel dat niet ingezet is als ziektevervanging. **) De medewerkers in Indonesië hebben in November 2011 hun werkzaamheden begonnen. Beheersvorm en bezoldiging Sinds 14 maart 2007 heeft Simavi een ‘raad van toezicht’ die controleert, toezicht houdt en adviseert en een bestuur dat uitvoert. Het bestuur bestaat uit de directeur van Simavi. Zie ook toelichting in deel 3.4. Bezoldiging raad van toezicht De leden van de raad van toezicht ontvangen geen bezoldiging voor hun werkzaamheden. Ook zijn er geen leningen, voorschotten of garanties aan de leden van de raad van toezicht verstrekt. Bezoldiging directeur / bestuur De Raad van Toezicht stelt het bezoldigingsbeleid, de hoogte van de directiebeloning en de hoogte van andere bezoldigingscomponenten vast. Het beleid wordt periodiek geactualiseerd. De laatste evaluatie was in 2011. Bij de bepaling van het bezoldigingsbeleid en de vaststelling van de beloning volgt Simavi de Adviesregeling Beloning Directeuren van Goede Doelen van VFI en de Code Wijffels (zie www.vfi.nl). De Adviesregeling geeft aan de hand van zwaartecriteria een maximumnorm voor het jaarinkomen. De weging van de situatie bij Simavi vond plaats door de Audit Commissie van Simavi. Dit leidde tot een zogenaamde BSD-score van 415 punten met een maximum jaarinkomen van € 109.550. Het voor toetsing aan de VFI-maxima relevante werkelijke jaarinkomen van de directie bedroeg ( 2010 in EUR ) voor C.S. Sasse ( 0,94 FTE/12 mnd ) € 90.000,-. Deze beloning bleef daarmee ruim binnen de VFI-maxima. Het in 2010 uitbetaalde directiesalaris geldt als het door Simavi vastgestelde maximumsalaris. Er zijn geen verdere emolumenten anders dan het loon en vakantietoeslag, dus ook geen bonussen. Kostenvergoedingen zijn alleen op basis van werkelijk gemaakte kosten, daar zitten geen beloningselementen in: zo stelt Simavi geen lease-auto’s ter beschikking.
116
De hoogte en samenstelling van de bezoldiging wordt hieronder toegelicht.
Naam
C.S. Sasse
Functie
Directeur
Dienstverband Aard (looptijd)
Onbepaald Uren
34
Part-time percentage
94,44
Periode
1/1-31/112
Bezoldiging (EUR) Jaarinkomen Bruto loon / Salaris Vakantiegeld
€ 84.000 € 6.000
Totaal jaarinkomen
€ 90.000
Sociale verzekeringslasten (wg deel)
€ 9.000
Belastbare vergoedingen/bijtellingen (alleen reiskosten woon-werk)
€ 2.000
Pensioenlasten (werkgeversdeel min eigen bijdrage directie)
€ 10.000
Totaal bezoldiging 2010
€ 111.000
Totaal bezoldiging 2009
€ 104.000
Aan de directeur zijn geen leningen, voorschotten of garanties verstrekt. Bezoldiging ambassadrice van Simavi De werkzaamheden van de ambassadrice van Simavi, Mevr. Sylvana Simons, worden door haar onbezoldigd verricht.
117
10. Meerjaren analyse inkomsten
Hieronder volgt een overzicht van de inkomsten van Simavi, de afgelopen 5 jaar. De bedragen in onderstaande tabel zijn in duizendtallen.
Erfenissen
Collecte
Donaties
Zakelijk
Institutioneel
Subsidie
Overig
Totaal Inkomsten
2006
1.336
557
588
269
1.857
2.238
220
7.065
2007
518
516
649
569
2.684
2.377
306
7.619
2008
382
491
734
614
1.687
2.524
394
6.826
2009
558
549
1.088
648
1.509
2.607
484
7.443
2010
859
601
1.018
131
1.688
4.420
283
9.000
De opbrengst uit hoofde van nalatenschappen is in 2010 hoger dan in 2009. De daling in het aantal nalatenschappen heeft zich doorgezet, maar de omvang van met name één nalatenschap heeft de opbrengst toch doen stijgen. Het bewegen van donateurs ertoe over te gaan Simavi in het testament op te nemen, blijft dan ook onverminderd doorgaan. De collecte is met de opbrengst van € 601.000, ruim boven de grens van € 500.000 uitgekomen. Deze grens is aangemerkt als de minimale omvang die door de Stichting Collecte Plan wordt vereist om op het collecterooster te mogen blijven staan. De kosten voor de collecte zijn fors gestegen doordat het zoeken naar nieuwe collectanten door het bel-me-niet register wordt bemoeilijkt. Het oriënteren op nieuwe manieren van fondsenwerving blijft doorgaan. De donaties, uit hoofde van Direct Mail, schenkingsaktes en incassomachtigingen vertonen een licht dalende lijn. De ervaring is dat de Direct Mailings minder effectief zijn: de respons is lager, en ook de bedragen per gift zijn kleiner geworden. De institutionele inkomsten zijn opgebouwd uit bijdrages van de Nationale Postcode Loterij en van medefinancieringsorganisaties. De reguliere bijdrage van de NPL is in 2010 volgens plan van € 1.000.000 naar € 900.000 gedaald. Al met al zijn de totale inkomsten van deze post gestegen ten opzichte van 2009. In 2010 heeft Simavi voor de laatste maal TMF subsidie gekregen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarnaast is er een subsidie ontvangen via de Ambassade in Jakarta voor een waterprogramma ( SHAW genaamd ) in Indonesië. Op het gebied van MFS subsidies die lopen van 2011 tot en met 2015 is Simavi heel succesvol geweest. Voor 2011 zijn de beide aanvragen goedgekeurd, waardoor het bedrag aan te ontvangen subsidies in de komende jaren zal stijgen. De inkomsten overig bestaan uit ontvangen rente en koersverschillen op de staatobligaties en op activiteiten die samen met andere instellingen/bedrijven worden verricht. De kredietcrisis zorgde in 2009 voor een hoge rente. De rente is in 2010 gedaald, waardoor de inkomsten daaruit ook gedaald zijn. Een ander deel van de opbrengsten bestaat uit vergoedingen voor het inhuren door andere organisatie van Simavi medewerkers.
118
4.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant beeld van de jaarrekening.
Aan: De Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur van Stichting Simavi
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening voor het jaar eindigend op 31 december 2010 van Stichting Simavi te Haarlem gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2010, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Simavi per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving Fondsenwervende Instellingen (RJ 650). Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Verantwoordelijkheid van het bestuur De Raad van Bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving Fondsenwervende instellingen (RJ 650). De Raad van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Den Haag, 18 april 2011 KPMG ACCOUNTANTS N.V. J.A.A.M. Vermeeren RA
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de Raad van Bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele
119