Deel B: Algemene beleidsonderdelen gemeente Waterland
14
Bomenbeleid De gemeente Waterland heeft veel bomen onder haar beheer. Bomen hebben over het algemeen een lange tijd nodig om tot volledige wasdom te komen. Een beleid dat gedurende meerdere jaren hetzelfde is komt de continuïteit in het bomenbestand ten goede. Bomen zijn belangrijke groenelementen die door hun hoogte een sterke ruimtewerking hebben en sterk sfeerbepalend zijn. Tevens versterken bomen de verkeerskundige en stedenbouwkundige structuur. Ook vervullen bomen natuurfuncties. Wat betreft het bomenbeleid voor de gemeente Waterland zijn een aantal zaken aan de orde. Ten eerste het behouden van het bestaande bomenbestand (A). Hiervoor bestaat al beleid uitgewerkt in de Bomenverordening 2006. Een tweede punt is de wettelijke zorgplicht voor bomen (B). Hoe hiermee wordt omgegaan in de gemeente Waterland wordt nader onderzocht. In de Groenvisie wordt beschreven wat zorgplicht inhoud en wat de mogelijkheden zijn. Het laatste aandachtspunt in het bomenbeleid is hoe wordt omgegaan met nieuw aan te planten bomen (C). Tenslotte worden overige aandachtspunten m.b.t. bomen genoemd (D).
hebben.” Hiervoor gelden een aantal uitzonderingen, bijvoorbeeld bij constatering van de iepziekte, of wanneer de openbare veiligheid in gevaar komt. Een ander voorbeeld van een uitzondering is “het periodiek knotten of kandelaberen als cultuurmaatregel bij eerder reeds geknotte of gekandelaberde houtopstanden.” In één geval zijn maatregelen als snoeien, opbinden of vellen (op aanwijzing van de gemeente) verplicht, namelijk wanneer het vrije zicht van het verkeer belemmerd wordt.
GROENVISIE WATERLAND In de Groenvisie Waterland is voor elke kern de hoofdgroenstructuur aangegeven. Bomen die hier deel van uitmaken mogen niet geveld worden zonder vergunning. Belangrijk is op te merken dat alle in de Groenvisie benoemde groenelementen hoofdstructuurgroen zijn.
De bomenverordening spreekt zich ook uit over de mogelijkheid herplantplicht als bijzonder vergunningsvoorschrift op te nemen. Wanneer vergunning wordt verleend voor het vellen van een (in één of meer van de eerder genoemde stukken) als waardevol aangemerkte boom, wordt herplantplicht zo veel mogelijk opgelegd. Herplantplicht wordt ook opgelegd wanneer een houtopstand zonder vergunning is geveld. Andere bijzondere vergunningsvoorschriften zijn “aanwijzingen ter bescherming van in en rond de houtopstand voorkomende flora en fauna.” en een verplichte bomeneffectanalyse voor werken nabij te behouden bomen.
A. Bomenverordening Waterland 2006 In maart 2006 is de Bomenverordening Waterland 2006 door de gemeenteraad aangenomen (zie bijlage 1). In deze verordening is aangegeven dat voor het vellen van de volgende bomen een vergunning nodig is: - bomen die deel uitmaken van de hoofdboomstructuur - bomen die monumentaal zijn; “…een boom die op de rijksmonumentenlijst of op de gemeentelijke -monumentenlijst aangegeven wordt als monumentaal.” - bomen die waardevol zijn; “…een boom die opgenomen is in de lijst 'Waardevolle bomen' van de gemeente Waterland.” Bij weigering van een vergunning of verlening onder voorwaarde kan, behalve naar de hoofdboomstructuur van de groenvisie en de lijsten met monumentale en waardevolle bomen, ook verwezen worden naar het bestemmingsplan. Onder vellen wordt ook verstaan: “…verplanten, alsmede het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen
Bomen op de Vesting rond de binnenstad van Monnickendam
Bomen rond de kerk in Broek in Waterland
7801 - Groenvisie 2016 gemeente Waterland Bomenbeleid Opdrachtgever: gemeente Waterland 8 november 2007 15
Bomenbeleid B. Voldoen aan de zorgplicht Om in de toekomst ook binnen de kernen waardevolle bomen te hebben is het gewenst dat sprake is van een goed beheer van het bestaande bomenbestand. Dit beheer dient ook de veiligheid in de openbare ruimte. Jurisprudentie wijst uit dat gemeentes een zorgplicht hebben voor bomen. In een persbericht op 5 december 2005 uit de Bomenstichting haar zorgen over de kwaliteit van het gemeentelijk bomenbeleid. Eén van de geuite zorgen is het feit dat een kwart van de gemeenten niet aan de zorgplicht voor bomen voldoet. Deze zorgplicht houdt in dat de eigenaar van een boom verantwoordelijk is voor de zorg voor deze boom. Deze zorg bestaat uit regulier, regelmatig onderhoud van de bomen en controle op uitwendige, zichtbare gebreken. Wanneer schade optreedt, bijvoorbeeld door vallende takken doordat de eigenaar aantoonbaar tekortgeschoten is in de zorg voor de betreffende boom, is de eigenaar aansprakelijk voor de schade. Op basis van rechtspraak over dergelijke schadegevallen zijn in de praktijk drie vormen van zorgplicht te onderscheiden. De algemene zorgplicht bestaat uit het reguliere, periodieke onderhoud, incidenteel onderhoud en een regelmatige controle op zichtbare gebreken. Regelmatig wil zeggen dat de controles op vastgestelde tijdstippen plaats moeten vinden. De controle moet systematisch aangepakt worden met een beknopte verslaglegging. De verhoogde zorgplicht geldt voor plaatsen met een verhoogde gevaarzetting, zoals autosnelwegen en ontsluitingswegen, drukke pleinen en straten e.d. In deze situaties moeten de bomen minstens één keer per jaar (meer is uiteraard altijd beter) gecontroleerd worden zoals bij de algemene zorgplicht. De derde vorm is de onderzoeksplicht die na constatering van een zichtbaar gebrek geldt. De betreffende bomen dienen nader inwendig onderzocht te worden. De uitkomsten van dit onderzoek moeten vastgelegd worden. Bij gegronde twijfel aan de stabiliteit moet de boom inwendig onderzocht worden. Boomcontrole De controles van de algemene en verhoogde zorgplicht kunnen visueel worden uitgevoerd. Dit moet wel zorgvuldig gebeuren. Een controle vanuit een rijdende auto is ooit door een rechtbank als onzorgvuldig beoordeeld.
Iedere boom moet men vanuit meerdere punten bekijken en niet vanaf één zijde. Belangrijke punten om takbreuk te voorkomen zijn dubbele toppen, zuigers, dood en beschadigd hout. De controle op deze punten kan het best worden gedaan samen met het uitvoeren van begeleidingssnoei. De gezondheid van de boom wordt beoordeeld door te kijken naar de bladzetting en de groei. Naast deze visuele boomcontrole en begeleidingssnoei is ook een stabiliteitsbeoordeling van belang, om te voorkomen dat bomen bij een storm omvallen. De meest gangbare, eenvoudig uitvoerbare methode is de visuele stambeoordeling. Een voorbeeld is de VTA-methode. Deze Visual Tree Assessment, waarbij de boom als een mechanische constructie benaderd wordt, is omschreven door de Duitse professor Matteck. Een andere methode is de klopmethode, waarbij met een kunststoffen hamertje aangetast hout wordt opgespoord.
blad aan de boom zit om de gezondheid te beoordelen, maar om zwammen waar te nemen mag de controle niet te vroeg in het jaar plaatsvinden.
GROENVISIE WATERLAND Het is gewenst een risicoanalyse op te stellen waarin voor de hele gemeente beoordeeld wordt welke plekken onder de verhoogde zorgplicht vallen. Hierbij wordt tevens aangegeven op welke wijze de gemeente Waterland wil omgaan met de algemene zorgplicht voor de bomen. Voor de onderzoeksplicht wordt een eenvoudig protocol opgesteld -Project B1-.
Deze boomcontroles zijn specialistisch werk dat moet worden uitgevoerd door iemand met kennis van zaken. Daarbij is het tijdstip van belang. De bomen moeten gecontroleerd worden op het moment dat er nog genoeg Visuele controle Biologische functies -vitaliteit -zwamaantasting -afscheidskraag -uitzakken takken -overgroeiing van takken
Mechanische functies Breukveiligheid -verzwakkingen -wonden -afscheidkraag -scheefstand -bastscheuren -afwijkingen
Stabiliteit -wortelaanzet -kroonvolume -ribvorming -grondscheuren
Nader onderzoek bij zorgwekkende toestand
Zwam in een oude suikeresdoorn. De boom zal langzaam maar zeker sterven. Breekbare takken en zwakke wortels kunnen voor onveilige situaties zorgen
De VTA-methode schematisch weergegeven
7801 - Groenvisie 2016 gemeente Waterland Bomenbeleid Opdrachtgever: gemeente Waterland 8 november 2007 16
Bomenbeleid / Restgroenbeleid C. Aanplant nieuwe bomen Om ook in de toekomst een waardevol bomenbestand te hebben moeten er regelmatig nieuwe bomen worden geplant. Bij nieuwe aanplant moet voldoende aandacht zijn voor zowel de bovengrondse ruimte als de ondergrondse groeiruimte.
GROENVISIE WATERLAND Bij allerlei aanpassingen aan de openbare ruimte moet worden bekeken in hoeverre aanplant van bomen gewenst is en moet aandacht zijn voor de groeiplaatsomstandigheden. Bij het opstellen van beheerplannen en/of inrichtingsplannen dient deze groenvisie te worden geraadpleegd.
Bij de uitwerkingen op wijkniveau in deel C worden uitspraken gedaan over de wijze waarop het bomenbestand aangevuld en/of beheerd moet worden. Bij nieuwe projecten worden deze aanwijzingen opgenomen in het programma van eisen. Bij werkzaamheden t.b.v. de realisatie van groen dienen de voorschriften te worden gehanteerd zoals opgenomen in bijlage 2.
D. Overige punten van belang Flora en Faunawet In de broedperiode van vogels (maart tot en met juni) mogen er geen bomen worden geveld om te voorkomen dat beschermde nesten of eieren van beschermde vogels worden verstoord. Rivierdijkenreglement Het is verboden om bomen te planten op dijken zonder toestemming van de minister van Verkeer en Waterstaat. Bomen en Wet Voor allerlei aspecten waarbij bomen in relatie worden gebracht met wettelijke regelingen wordt verwezen naar het boek “Bomen en Wet”, van de Bomenstichting - Utrecht. Restgroenbeleid In het verleden hebben bewoners regelmatig bij de gemeente een aanvraag ingediend om openbaar groen dat grenst aan hun woning in gebruik te kunnen nemen. De volgende voorwaarden geldt voor het uitgeven van groen: enkele enclaves komen in aanmerking voor verkoop. Met enclaves wordt groen bedoeld welke ingesloten is door vreemd grondgebied. Er zijn enkele voorwaarden waaraan voldaan moet worden alvorens tot verkoop over gegaan kan worden. Deze zijn: - groen dient te grenzen aan woning van aanvrager / aanvraagster - indien kabels en leidingen verlegd moeten worden dienen de daaruit voortvloeiende kosten betaald te worden door de aanvrager / aanvraagster - indien er één of meerdere bomen staan die onderdeel uitmaken van de hoofdgroenstructuur en / of voorkomen op de lijst waardevolle bomen dient door de gemeente Waterland een afweging gemaakt te worden of verkoop wenselijk is.
Nieuwe boom bij nieuwbouw in het centrum van Monnickendam.
Verjonging van de knotlindes in het centrum van Monnickendam
7801 - Groenvisie 2016 gemeente Waterland Bomenbeleid / restgroenbeleid Opdrachtgever: gemeente Waterland 8 november 2007 17
Beschermde dorps- en stadsgezichten Uit: Brochure Waardevol Waterland, zorg voor monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten: Vanwege hun bijzondere historische karakter zijn de oude binnenstad van Monnickendam, de historische kern van Broek in Waterland, Zuiderwoude, en Marken aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht. De aanwijzingsprocedure voor de oude dorpskern van Watergang is gestart. De bescherming is gebaseerd op de Monumentenwet van 1988. In de bestemmingsplannen zijn regels opgenomen die tot doel hebben om het bijzondere historische karakter van de kern te behouden en een plek te geven in toekomstige ontwikkelingen. Om te voorkomen dat een bouwwerk de openbare ruimte zal ontsieren, wordt ieder bouwplan vooraf door de gemeente getoetst op “redelijke eisen van welstand”. De welstandsbeoordeling is gebaseerd op de gemeentelijke welstandsnota. Bouwen & herstellen De beschermde stads- en dorpsgezichten van Waterland zijn verschillend van karakter. In de beschermende bestemmingsplannen en in de gemeentelijke welstandsnota zijn punten opgenomen waar met bouwen en verbouwen rekening mee moet worden gehouden. Dit betreft behouden van het authentieke karakter door uit te gaan van oorspronkelijke materialen, maatvoering en vormgeving van een bouwwerk die passen bij de omgeving. Zo wordt het belangrijke groene karakter beschermd. Erfafscheidingen Erfafscheidingen zijn beeldbepalend voor de openbare ruimte. De uitvoering van een schutting of hek is per kern verschillend. Het uitgangspunt is dat zoveel mogelijk wordt uitgegaan van oorspronkelijk materiaal: Marken: donkergroene lage hekwerken. Kernen van Broek in Waterland en Watergang hebben een open karakter. De openheid van de erven en het zicht op de omliggende weilanden zijn belangrijk. Heggen en lage houten erfafscheidingen zijn in Watergang passend. In Broek in Waterland dienen de hekwerken zoveel mogelijk te bestaan uit traliewerken zodat er doorzichten zijn naar het erf. Over zichtrelaties met het buitengebied worden in de uitwerkingen van de verschillende kernen (deel C) uitspraken gedaan. Zicht vanuit de kern op
open landschap is in de kaarten “groenstructuur in het grote geheel” weergegeven. Water & tuinen Waterland is rijk aan water en de waterlopen en deze zijn zeer karakteristiek voor het gebied. Veel tuinen van beschermde stads- en dorpsgezichten grenzen aan het water. De welstandsnota geeft voor alle beschermde gezichten ook criteria voor de bouw of vervanging van een beschoeiing: deze moet een traditionele detaillering hebben en dient in beginsel zo laag mogelijk te zijn; aanwezige hoogteverschillen moeten met een natuurlijk talud worden opgevangen. Om het beeld van een natuurlijke overgang te kunnen bewaren, is het realiseren van kunstmatige houten terrassen aan de oevers van de beschermde stads- en dorpsgezichten niet toegestaan. Hekwerken plaatsen ter afscheiding van het water is wel toegestaan, maar mogen de oever niet ontsieren, het hek moet op 1 meter afstand van het water komen, moet transparant zijn en mag niet hoger zijn dan 1 meter.
Broek in Waterland met karakteristieke bebouwing en zicht over de erven.
GROENVISIE WATERLAND: Bij de groene uitwerking van de kernen Broek in Waterland, Zuiderwoude, de binnenstad van Monnickendam en de oude buurten van Marken moet rekening worden gehouden met de wet- en regelgeving voor de beschermende stads- of dorpsgezichten. Een optimale aansluiting van de bebouwingskernen op het historische waardevolle landschap vergroot de kwaliteiten van Waterland. In aansluiting op de uitgangspunten in de brochure voor de bebouwing en de erven is het gewenst de principes door te trekken naar het groen in de openbare ruimte. Het basisprincipe is dat wordt uitgegaan van oorspronkelijke inrichtingsmaterialen zoals grasbermen. De toepassing van heestervakken wordt zo beperkt mogelijk gehouden. Bij toepassing van heesters wordt gekozen voor rozenperken en hagen, beplantingstypes die passen binnen een historisch beeld.
Historische binnenstad van Monnickendam met gekandelaberde lindes in grasbermen aan de kade.
7801 - Groenvisie 2016 gemeente Waterland Beschermde dorps- en stadsgezichten Opdrachtgever: gemeente Waterland 8 november 2007 18
Beheerniveau’s groen Beheerniveau’s Voor de hele gemeente worden twee verschillende beheerniveaus gehanteerd: niveau A en B. Per kern zijn bij de groenstructuurkaarten kaartjes opgenomen met de verdeling van deze niveaus over de kernen. Afwijkende doelen in het beheer worden op kern of wijkniveau in tekst toegelicht. De niveau's en deze toelichting zijn het vertrekpunt bij het opstellen van de onderhoudsbestekken. In de Groenvisie wordt nergens exact aangegeven hoe het beheer plaats moet vinden door bijvoorbeeld bewerkingspercentages, frequenties of machinegebruik voor te schrijven. Het daadwerkelijke beheer wordt door de gemeente in de bestekken uitgewerkt. Naast gangbare bestekken leent de verdeling in niveaus zich ook goed voor het opstellen van beeldbestekken. Voor de representatieve gebieden of beheergroepen binnen niveau B kunnen dan aparte referentiebeelden worden genomen.
Het beheer kan sterk overeenkomen met niveau A, maar altijd met de beperking dat bij niveau B nooit bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Dit is het enige punt waarop niveau B altijd verschilt van niveau A. Daarnaast kan op de volgende punten van het traditioneel stedelijk groenbeheer worden afgeweken: - In de heestervakken kan meer onkruid worden toegestaan (lagere bewerkingspercentages en frequentie van het onderhoud). - Gras kan in een lagere frequentie gemaaid worden. - Binnen deze zones is ruimte om plaatselijk oevers en gras om te vormen naar soortenrijkere vegetaties voor verhoging van de natuurwaarde en/of het natuurlijk beeld. - Het gebruik van de mogelijkheden voor extensief beheer wordt altijd afgestemd op de functionele aspecten en het gewenste beeld van het groen. De exacte invulling van deze beheervorm is terug te vinden in de uitwerkingen van de kernen in deel C.
Representatieve zones Een aantal gebieden zijn aangewezen als representatieve zone. Deze gebieden zijn de historisch-toeristische dorpskernen, entreegebieden van de kernen, begraafplaatsen en winkelcentra. In deze gebieden wordt extra prioriteit gegeven aan een verzorgd beeld van het groen. Indien nodig kunnen voor deze gebieden aparte besteksposten worden opgesteld. De meeste representatieve zones liggen binnen niveau A.
Siergroen in het oude centrum van Monnickendam, een gebied dat valt onder niveau A en is aangewezen als representatief gebied.
Dit landelijke deel van Ilpendam valt onder niveau B.
GROENVISIE WATERLAND De beheerniveau’s A en B en de representatieve zones vormen met de in deel C genoemde dorp- of wijkgerichte beheersomschrijvingen de basis voor de tot 2016 op te stellen onderhoudsbestekken.
Niveau A: traditioneel stedelijk groenbeheer Het traditioneel stedelijk groenbeheer wordt in het grootste deel van de bebouwde kom toegepast. Dit beheerniveau komt overeen met het beheer zoals het tot en met 2006 in de bestekken van de gemeente is vormgegeven. Een verzorgd beeld en de functionele aspecten van het groen staan voorop. Beperkt gebruik van bestrijdingsmiddelen op verhardingen en in heestervakken is mogelijk in het reguliere beheer. Heestervakken worden onkruidvrij gehouden (gesloten beplantingen met bewerkingspercentage 40%, niet gesloten 80%) en indien nodig als blokhaag geschoren en gras wordt als gazon beheerd (20-25 x maaien). Natuurlijke oevers worden binnen dit beheerniveau niet ontwikkeld. Niveau B: stedelijk groenbeheer met verruimde mogelijkheden Voor enkele delen van het openbaar groen is het wenselijk dat op enkele punten van niveau A wordt afgeweken. Groenelementen waarvoor deze beheervorm geldt staan direct in verbinding met, of grenzen aan natuurgebieden. Ook geldt niveau B in enkele grootschalige groengebieden.
7801 - Groenvisie 2016 gemeente Waterland Beheerniveaus groen Opdrachtgever: gemeente Waterland 8 november 2007 19
Nieuwbouw- en herstructureringslocaties Ruimtelijke ontwikkelingen De Groenvisie geeft het groenbeleid voor Waterland tot 2016. Binnen deze periode zal in de gemeente het nodige veranderen in de openbare ruimte. Woonwijken en bedrijventerreinen worden heringericht, sloop en nieuwbouw zullen in de verschillende kernen de openbare ruimte veranderen.
GROENVISIE WATERLAND Bij nieuwbouw- en herstructureringsopgaven dient de groene inrichting van het gebied een volwaardige rol te spelen. Het ontwerp van de groenelementen moet aansluiten bij het beeld en de sfeer van de omgeving. Bij de uitvoering moet voor goede groeiomstandigheden voor beplantingen worden gezorgd.
Planfase Door de beleidsmedewerker groen al vroeg te betrekken bij bouwplannen, kan het groen onderdeel vormen van een integraal ontwerp. Zo wordt voorkomen dat het groen wordt teruggedrongen tot de restruimte van andere functies, zoals parkeren, kabels en leidingen en verkeer. Slecht groeiende beplantingen en lastig te beheren situaties zullen minder voorkomen. Beeld Het ontwerp van het openbaar groen moet worden afgestemd op de omgeving. Bij inbreiding met nieuwbouw in historische delen van de kernen zal het groen anders van karakter zijn dan bij een op zich staande, moderne nieuwbouwwijk. Bij het ontwerp en de soortenkeus van het openbaar groen spelen de uitstraling van de omgeving als die van de nieuwbouw een rol. Bij projecten in een historische omgeving of met een historisch beeld in de architectuur past een beplanting van gazon, hagen, rozen en (lei)lindes. Bij bebouwingen die aan het landelijk gebied grenzen passen landelijke bomen als es, populier, els of knotwilgen in grasbermen. In moderne nieuwbouwwijken kan een moderner, fleurig sortiment worden gebruikt.
Knotwilgen lenen zich goed voor toepassing aan de dorpsranden zoals hier in Broek in Waterland Zuid.
Technische aspecten en assortiment Bij het bomenbeleid wordt gewezen op randvoorwaarden voor het planten van bomen. Vooral voor bomen is de onder- en bovengrondse standplaats van belang. Maar ook voor gras (ontwatering), heesters (dik genoeg pakket goede grond) en andere groenelementen moeten goede groeiomstandigheden worden verzorgd. Ook een goede soortenkeus is van belang. Een slechte groeiplaats vraagt om sterke soorten. Een goede soortenkeus houdt ook de beheerkosten zo laag mogelijk. Bij de realisatie van groen dienen de voorschriften te worden gehanteerd zoals opgenomen in bijlage 2.
In wijken met een modern beeld is een ruime keuze aan straat- en parkbomen en sierheesters.
Grasbermen zijn typerende groenelementen in historische en/of landelijk gelegen gebieden. Van boven naar beneden: slootje op Marken, gracht met lindes in Monnickendam en de Dorpsstraat in Watergang.
7801 - Groenvisie 2016 gemeente Waterland Nieuwbouw- en herstructureringslocaties Opdrachtgever: gemeente Waterland 8 november 2007 20
Oevers De gemeente Waterland is een zeer waterrijk gebied; ook in de dorpskernen komt veel oppervlaktewater voor. De grondslag van veen en de grote hoeveelheid van oevers maken een goede oeverbescherming noodzakelijk. De meest voorkomende oevers binnen de bebouwde kom en langs wegen zijn beschoeide grasbermen. Deze inrichting is het makkelijkst te onderhouden. Het ontwikkelen van natuurvriendelijke en ecologische oevers blijft binnen alle kernen beperkt. Grote hoeveelheden van deze oevers binnen de bebouwde kom voegen weinig toe aan de alom aanwezige natuur in het buitengebied.
4 ecologische oever: oever zonder beschoeiing met een flauw talud. Het maaibeheer is ecologisch met een natuurdoeltype. Waar: in grootschalige groengebieden en groen dat grenst aan natuurgebieden, waar minimaal 4 meter als oever kan worden ingericht en enige afkalving geen problemen oplevert. Toepassing: zeer zelden, standaardinrichting binnen beheerniveau B.
GROENVISIE WATERLAND Het ontwikkelen van natuurlijke oevers blijft beperkt. In beheerniveau A blijven alle oevers beschoeid. Binnen niveau B zijn de mogelijkheden ruimer.
Deze omschrijving kan door de hele gemeente worden toegepast. Wijkgerichte aanvullingen worden in deel C omschreven bij het beheer van de oevers.
In het beheerplan kades en beschoeiingen 2008 wordt bij raakvlakken onder andere naar de Groenvisie verwezen. Hieronder zijn vier types groene oevers beschreven. Wanneer beschoeiingen vervangen moeten worden wordt voor één van deze oevertypes gekozen. Voor de types wordt aangegeven waar deze voorkomen danwel ontwikkeld kunnen worden (zie beheerniveaus blad 19). 1 standaard beschoeide oever: binnen niveau A bestaat de oever uit gazon of heesterbeplanting. Binnen niveau B kan ook voor extensief gemaaid gras worden gekozen. Waar: overal in alle kernen, buiten de beschermde dorpsgezichten. Toepassing: veel, standaardinrichting binnen beheerniveau A. 2 historisch beschoeide oever: binnen niveau A bestaat de oever uit gazon of heesterbeplanting. Binnen niveau B kan ook voor extensief gemaaid gras worden gekozen. Waar: in de beschermde dorpsgezichten. Toepassing: optie binnen beheerniveau A. 3 natuurvriendelijke beschoeide oever: kleine beschoeiing onder de waterspiegel met een flauw talud. Het maaibeheer kan variëren van extensief beheer met een verhoogde soortenrijkdom als doel tot ecologisch maaibeheer met een natuurdoeltype. Waar: in grootschalige groengebieden en groen dat grenst aan natuurgebieden, waar minimaal 2 meter als oever kan worden ingericht. Toepassing: beperkt, standaardinrichting binnen beheerniveau B.
Standaard beschoeiing.
Historische beschoeiing.
Voorbeeld van een slootprofiel met een ecologische oever. Afhankelijk van de beschikbare ruimte kan in het profiel gevarieerd worden.
7801 - Groenvisie 2016 gemeente Waterland Oevers Opdrachtgever: gemeente Waterland 8 november 2007 21