Bijlage 1
Update omgevingsanalyse ter voorbereiding van de aanpassing van het OCMW‐strategisch meerjarenplan 2015‐2019 Inleiding In 2013 werd de omgevingsanalyse opgemaakt als onderbouw van het meerjarenplan 2014‐2019. Om reden dat de situatie tussen november 2013 en november 2014 op vele vlakken ongewijzigd is worden grote delen van de omgevingsanalyse hernomen, maar geüpdatet met de meest recent beschikbare cijfers. De bronnen van deze cijfers zijn achteraan deze tekst bijgevoegd. In de omgevingsanalyse maken we een onderscheid vanuit twee invalshoeken : de externe omgeving en de interne omgeving. Externe omgevingsanalyse Is een geheel van maatschappelijke ontwikkelingen, analyses en aandachtspunten die relevant zijn voor de inhoudelijke beleidsvisie door het OCMW‐bestuur. Hierbij worden maatschappelijke ontwikkelingen, analyses en uitdagingen die relevant zijn voor de inhoudelijke beleidsvisie en missie van het OCMW in kaart gebracht. Er wordt ingezoomd op: ‐ demografische ontwikkelingen; ‐ socio‐economische ontwikkelingen; ‐ socio‐culturele ontwikkelingen; ‐ maatschappelijke uitdagingen ingevolge genoemde ontwikkelingen. Interne omgevingsanalyse Is het geheel van maatschappelijke ontwikkelingen die bepalend zijn voor ‐ de bestuurlijke beleidsruimte die de basis vormt voor beleidspaling; ‐ de organisatorische en financiële uitvoeringsmogelijkheden van de gekozen beleidsvisie. In deze aanzet wordt ingezoomd op: ‐ politieke ontwikkelingen en beleidscontext; ‐ ontwikkelingen die bepalend zijn voor het OCMW als werkgever en dienstverlener.
Hoofdstuk 1 : Interne omgevingsanalyse Deel 1 : draagkracht en draaglast van het OCMW : een vergelijking in cijfers De hierna volgende cijfers zijn overgenomen: ‐ uit de profielschets van de Vlaamse gemeenten, opgemaakt door de Vlaamse overheid; ‐ studie van Belfius naar de financiële draagkracht van de lokale besturen. Er wordt bij een aantal cijfers verwezen naar de studie van Belfius met betrekking tot de sociaal‐ economische typologie van de gemeentes. Heusden‐Zolder behoort daarin tot cluster 7 “sterk verstedelijkte gemeente met lage inkomsten”, waarin 21 gemeentes verzameld worden (oa Houthalen‐Helchteren, Beringen, Maasmechelen, Temse, Boom,…).
Gemeentelijke bijdrage aan het ocmw per inwoner ( incl. gemeentefonds)
Heusden Zolder
Cluster
Vlaams Gewest
2012 Index
110 100
150 136
148 135
= de gemeentelijke bijdrage aan het OCMW ligt in een vergelijkbare gemeente 36% hoger en in een gemiddelde gemeente 35% hoger dan in Heusden‐Zolder Schuld per inwoner ‐ ocmw
Gewone dienst Heusden Zolder 2012 Index
207 100
Cluster
Vlaams Gewest
424 204
306 147
= de schuld van het OCMW bedraagt 48% van een vergelijkbare gemeente en 67% van een gemiddelde gemeente
Personeelsaantallen OCMW in VTE per 1000 inwoners 2011 Index
Heusden Zolder 4,3 100
Cluster 6,8 158
Vlaams Gewest 5,9 137
= een vergelijkbaar OCMW heeft gemiddeld 58% meer personeel, een gemiddeld OCMW heeft 37% meer personeel
Deel 2 : beleidsruimte , lokale en bovenlokale politieke ontwikkelingen. Duale visie op de rol van de overheid Alle maatschappelijke geledingen ( burgers, ondernemingen, politieke partijen…) wensen een slankere overheid. De lokale besturen komen hierbij vrij recent in de picture. De verwachtingen van de verschillende maatschappelijke geledingen zijn steeds meer duaal : ‐ de bedrijfswereld en de regerende Vlaamse en Federale overheid wensen minder overheid, minder belasting van de arbeid en meer privatisering van taken die de overheid tot nog toe doet; ‐ de burger verwacht dat het kwalitatief aanbod van dienstverlening minstens gegarandeerd blijft en dat de overheid bovendien een antwoord biedt op de moeilijkste maatschappelijke problemen. Besparingsdruk van verschillende overheden De inkomsten van het OCMW komen voor 90% van andere overheden. Al deze overheden voeren besparingen door die hun effect hebben op de inkomsten en uitgaven van het OCMW. Aan de inkomstenzijde : ‐ de opgelegde structurele besparingen door gemeentebestuur ; ‐ niet‐ indexering van personeelssubsidies; ‐ minstens de kaasschaaf op alle lopende subsidies;
‐ reguliere toelagen die niet langer gegarandeerd worden bij de uitvoering van de zesde staatshervorming; ‐ nieuwe subsidies enkel nog voor tijdelijke projecten. Aan de uitgavenzijde: ‐ besparingen door de Vlaamse en Federale overheid in werkloosheidsuitkeringen, gezondheidszorg hebben meer hulpvragen tot gevolg; ‐ we zien een sterke toename van het aantal leefloongerechtigden ( 45% van de kosten zijn ten laste van het OCMW). Impact van de zesde staatshervorming en hervorming van de provincies op een aantal taken en financieringen van het OCMW Een aantal OCMW‐ taken die momenteel nog federale bevoegdheden zijn worden overgeheveld naar Vlaanderen. De impact voor het OCMW blijft ook voor 2015 e.v zeer onduidelijk : een aantal sectoren hebben laten weten dat zij de oude federale toelagen niet kunnen garanderen. De hervorming van de provinciebesturen zorgt intussen voor het wegvallen van een aantal reguliere subsidies. Het afschaffen binnen de provincie van de ondersteuning van de bovenlokale netwerking voor de OCMW’s zal een kostenverhoging teweeg brengen voor het OCMW. Lokale politieke context De keuze van beleidsprioriteiten is in 2013 gebeurd binnen een budgettair zeer moeilijk keurslijf. Door het OCMW‐bestuur werd geopteerd om geen nieuwe projecten te voorzien, maar wel te blijven inzetten op een basisaanbod aan dienstverlening op de terreinen ouderenzorg, sociale dienstverlening, armoede‐ en kansarmoedebestrijding en kinderopvang. Uit de externe omgevingsanalyse moeten we besluiten dat de uitdagingen voor het OCMW alleen maar moeilijker worden ingevolge de toename van hulp‐ en zorgvragen. Vlaams beleid inzake integratie van gemeente en OCMW De integratie van het OCMW in de gemeente werd ingeschreven in 2014 ingeschreven in het Vlaams regeerakkoord. In 2015 zal de Vlaamse regering concepten en modellen uitwerken die uiterlijk in 2017 in een nieuw decreet lokaal bestuur zullen uitmonden.
Deel 3: ontwikkelingen die bepalend zijn voor het OCMW als dienstverlener en werkgever 1. Situering Kwaliteitsvolle dienstverlening aan de burger wordt gerealiseerd door gemotiveerd en deskundig personeel. Dit houdt in dat de personeelskost van een OCMW het grootste deel uitmaakt van het budget.
2. Belang van professionele selectie & aanwerving Vaststellingen Het OCMW werft overwegend gekwalificeerd personeel aan. Voor de meeste functies legt de subsidiërende overheid vereiste diploma’s of kwalificaties op. Meerdere functies hebben het karakter van een knelpuntberoep, maar zijn wel nog te vinden op de arbeidsmarkt. Ongeschoolde taken worden de laatste tien jaar overwegend uitgevoerd door ‘doelgroepmedewerkers’ (sociale economie). In ruil voor een tussenkomst in het loon verwacht de subsidiërende overheid dat het leidinggevend personeel een degelijk begeleidings‐ en activeringstraject verzorgt. 92% van het OCMW‐ personeel is vrouwelijk. Aandachtspunten De rechtspositieregeling voorziet in een aantal nieuwe aanwervingsmodaliteiten waarvoor een lokale beleidsbeslissing voorgesteld zal worden. o externe personeelsmobiliteit tussen lokale besturen, tussen andere overheden; o diplomavereisten vervangen door potentieelmetingen; o aanleggen van gemeenschappelijke wervingsreserves; o … De huidige leeftijdspiramide van het OCMW vraagt om een verjonging van de instroom. Eind 2013 was 34 % van het personeel ouder dan 50. 3. Motiverend en waarderend personeelsbeleid Situering De motivatie van medewerkers wordt bepaald door een reeks van waarderende factoren van materiële en van niet‐materiële aard. Van materiële aard zijn ondermeer het loon, de extralegale voordelen, het comfort en de veiligheid van de werkplaats, de nabijheid van het werk, … . Van niet‐materiële aard zijn ondermeer de inhoud van het werk, de afstemming van werk en privé, de kansen tot persoonlijke ontwikkeling, de relatie tot cliënt, de collega’s, leidinggevende, managementteam en bestuur. Vaststelling Alle opgesomde waarderende factoren zijn ingebed in het huidige personeelsbeleid. Algemeen kan gesteld worden dat er een kwalitatief personeelsbeleid gevoerd wordt dat zichtbaar is via een hoge personeelstevredenheid in omzeggens alle diensten. Vele van de genoemde factoren worden opgevolgd en geregistreerd. Hiernaast gebeurt om de vier jaar een meting van de personeelstevredenheid bij alle personeelsleden. Een volgende meting is voorzien in het voorjaar van 2015. Aandachtspunten Een hoge motivatie en tevredenheid van het personeel borgen is maar mogelijk mits het permanent aandacht hebben voor alle factoren. Leidinggevenden moeten voldoende tijd kunnen investeren in het coachen en ondersteunen van hun medewerkers (werkoverleg, bespreking complexe dossiers, …) 4. Leeftijdsbewust personeelsbeleid Inleiding Uit een aantal metingen en analyses wordt vastgesteld dat een aantal factoren als ziekteverzuim,
motivatie en werktevredenheid leeftijdsgerelateerd voorkomen. De leeftijdsgroep 25‐35 jaar en de leeftijdsgroep 54+ vragen bijzondere aandacht. Vaststellingen leeftijdsgroep 54+ De leeftijdspiramide van het OCMW‐personeel toont een groeiende groep oudere werknemers in de organisatie. Zoals bovenvermeld gaat het overwegend om vrouwelijke personeelsleden. Een aantal oudere medewerkers, vooral alleenstaanden, wensen zo lang mogelijk te blijven werken om een leefbaar wettelijk pensioen te kunnen opbouwen. De grootste groep oudere werknemers werkt in de thuiszorgdiensten (55%). In deze diensten zijn de taken overwegend fysiek belastend. We zien hier een groeiend aantal medewerkers die hun fysiek belastend beroep moeilijker aankunnen. Het OCMW heeft weinig of geen alternatieven voor deze medewerkers. Voor een aantal van deze medewerkers leidt dit tot vormen van blijvende invaliditeit en/of tot ontslag (vrijwillig vertrek, medische overmacht) of tot een vorm van deeltijdse tewerkstelling vanuit de ziekte‐ en invaliditeitsverzekering. Aandachtspunten leeftijdsgroep 54+ Er wordt algemeen vastgesteld dat motivatie en verantwoordelijkheid voor het werk hoger scoren bij oudere medewerkers; dat oudere medewerkers doorgaans meer zelfstandig kunnen werken, complexere dossiers aankunnen, minder vorming nodig hebben en minder frequent kort afwezig zijn. Beleidsverantwoordelijken benaderen deze medewerkers als een groep waar men zo rap mogelijk van af wil omdat ze te duur zijn. Deze paradox vraagt de nodige aandacht. Vaststelling leeftijdsgroep 25‐35 jaar In deze leeftijdsgroep stellen we meer ontevredenheid vast, meer kort frequent verzuim en een lagere motivatie voor het werk. De remedies om hieraan te werken zijn tijdsintensief, maar cruciaal omdat deze medewerkers nog een lange loopbaan te gaan hebben. Het personeelsbeleid naar deze leeftijdsgroep dient verder ontwikkeld te worden : er wordt hierbij vooral gefocust op de coachende rol van leidinggevenden. 5. Bronnen voor de interne omgevingsanalyse ‐ Omzendbrief BB 2014/4 : aanpassing van de meerjarenplannen en budgetten 2015 http://binnenland.vlaanderen.be/sites/default/files/2014‐09‐05_omzendbrief_2014_4.pdf ‐ Profielschets van de gemeente Heusden‐Zolder (agentschap binnenlands bestuur): http://aps.vlaanderen.be/lokaal/pdf/gemeente‐2014/Heusden‐Zolder.pdf ‐ Visie van de Vlaamse regering over de hervorming van de lokale besturen : http://binnenland.vlaanderen.be/sites/default/files/Beleidsnota_binnenland_stedenbeleid_ 2014_2019.pdf ‐ OCMW‐jaarverslag: http://www.ocmwheusdenzolder.be/website/566‐ www/version/default/part/AttachmentData/data/jaarverslag%202013.pdf
Hoofdstuk 2 : Externe omgevingsanalyse Hieronder eerst een korte samenvatting van relevante cijfers voor de werking van het OCMW Heusden‐Zolder. Aansluitend vind u een aantal uitdagingen die op ons afkomen. Algemeen: Heusden‐Zolder is gekend als ex‐mijngemeente, met hierdoor een specifieke socio‐economische status en bevolkingssamenstelling. Zo is ongeveer 35% van de inwoners van vreemde herkomst (telling op familienaam), waarbij ongeveer 22 % uit de Maghreblanden en Turkije. Opvallend is het erg hoge aantal geboortes in een kansarm gezin: 22 %. Kansarmoedecijfers 2013 (gemiddeld aantal 2011 tot 2013) Heusden‐Zolder Limburg 22%
11,24%
Vlaanderen 11,19%
Op wijkniveau bekeken (cijfers 2006‐2007‐2008) valt vooral het hoge aandeel op in de volgende wijken: ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Heusden Centrum‐ De Hoeven: 70 % van de geboortes Lindeman: 47% Berkenbos: 44 % Zolder‐Voort: 33% Zolder Centrum Sluisbamd: 28% Halvijvers: 27% Heusden‐Centrum: 26%
Inkomen: Heusden‐Zolder vergeleken op het vlak van enkele kerncijfers: ‐ ‐
Het gemiddeld inkomen per inwoner (2011) ligt 3,6% lager dan de Belfius‐cluster en 10,8 % lager dan Vlaanderen Het aantal titularissen met voorkeursregeling in de ziekteverzekering (dus een inkomen lager dan de Europese armoedegrens) (2013) ligt hoger dan in Limburg en Vlaanderen. In onze gemeente gaat het over 4.743 personen. Heusden‐Zolder Limburg Vlaanderen 14,7%
‐
14,1%
13,3%
Het aantal gepensioneerden met een IGO (inkomensgarantie voor ouderen) ligt lager dan de Belfius‐cluster, Limburg en Vlaanderen in 2013. In onze gemeente gaat het over 186 personen. Tov volledige bevolking:
Aandeel mensen met een IGO van alle 65‐plussers: Heusden‐Zolder Limburg Vlaanderen 3,7%
‐
0,97%
0,94%
3,8%
Het aantal klanten voor elektriciteit met een budgetmeter of stroombegrenzer ligt hoger dan Limburg en Vlaanderen. In onze gemeente gaat het over 231 klanten in 2013. Heusden‐Zolder Limburg 1,9%
‐
8,9%
Het aantal personen met betalingsachterstand ligt hoger dan Limburg. In onze gemeente gaat het over 880 personen eind 2013. Het betreft mensen met minstens 1 achterstallig, niet‐ geregulariseerd krediet (consumentenkrediet en hypothecaire kredieten). Ten opzichte van alle uitstaande kredieten is dat: Heusden‐Zolder Limburg 4,6%
‐
11,9%
Het aantal mensen met een handicap met recht op een inkomensvervangende tegemoetkoming ligt op het Limburgs gemiddelde, maar hoger dan Vlaanderen (2013). In onze gemeente gaat het over 248 personen. Indicatorcijfers: aandeel met een IVT tov bevolking ouder dan 21 jaar Heusden‐Zolder Limburg Vlaanderen 1,01%
‐
4,8%
Het aantal mensen met een tegemoetkoming hulp aan bejaarden ligt op het Limburgs gemiddelde, maar hoger dan Vlaanderen. In onze gemeente gaat het in 2013 over 703 personen. Indicatorcijfers: 65‐plussers met een THAB, % tov alle 65‐plussers: Heusden‐Zolder Limburg Vlaanderen 13,8%
‐
4,2%
1,6%
Het aantal leefloners: is gemiddeld tov Limburg, maar lager dan Vlaanderen. Aantal (equivalent) leefloontrekkers (18‐64) per 1.000 inwoners (18‐64) Heusden‐Zolder Belfius‐clusters Vlaanderen 3,6 %
5,7 %
7,8 %
Evolutie van het aantal gerechtigden op leefloon OCMW Heusden‐Zolder
‐
Gemiddeld aantal per maand
2012
2013 September 2014
Leefloon
65
62
85
Equivalent leefloon
27
22
12
Totaal
92
84
97
Het gemiddeld bedrag aan niet‐gesubsidieerde aanvullende steun die het OCMW uitkeert: ligt 26 % lager dan in de Belfius‐cluster (2011).
Huisvesting: ‐
‐
‐
De verhouding eigenaar/huurder: ligt gelijk aan Limburg, maar beter (meer eigenaars) dan Vlaanderen 2010 Heusden‐Zolder Limburg Vlaanderen eigenaars
78,7%
76%
70,9%
huurders
18,1%
20,2%
25,2%
Sociale huisvesting: gemiddeld meer sociale huurwoningen dan in Limburg of Vlaanderen, maar minder sociale huurappartementen. Maar vergeleken met de cluster hebben we minder sociale woningen. In onze gemeente gaat het over 705 sociale woningen en 71 sociale appartementen (2010). 31/12/2012 Heusden‐Zolder Cluster Limburg Vlaanderen Aantal sociale 6,6% 8,4% 5,5% 5,5% woningen tov aantal private huishoudens Iets meer kandidaat‐huurders voor sociale huisvesting in Heusden‐Zolder (5,1%) dan Limburg (3,9%) tov totaal private huishoudens. In Heusden‐Zolder gaat het over 614 kandidaat‐ huurders op 31/12/2012.
Opleiding/onderwijs: ‐
Gewoon basisonderwijs en eerste graad van het secundair onderwijs: hoog aantal GOK‐ leerlingen (gelijke onderwijskansindicatoren die wijzen op maatschappelijke kwetsbaarheid
‐ ‐
‐
‐
of kansarme achtergrond): in schooljaar 2009‐2010 betrof het 44 % van de leerlingen. In Limburg doen enkel Genk, Houthalen‐Helchteren, Leopoldsburg en Maasmechelen slechter. Hoog percentage leerlingen waar de thuistaal niet Nederlands is: in schooljaar 2009‐2010 betrof dit 29%. Voor deze indicator scoort Heusden‐Zolder het hoogst in Limburg. Hoog percentage LOM‐leerlingen (= met laag opgeleide moeder): in 2009‐2010 betrof dit 30%, alleen Genk, Houthalen‐Helchteren en Maasmechelen beschikken over een hoger LOM‐ percentage in Limburg. Risicoschoolloopbaan o in kleuter en lager = schoolse achterstand in het gewoon onderwijs; buitengewoon onderwijs volgen: Kleuters: gemiddeld, nauwelijks sprake van een risicoschoolloopbaan Lager onderwijs: 23,4 %, hetgeen hoger is dan Limburg (20,3%) en België 20,6%) o In secundair onderwijs: oa buitengewoon onderwijs volgen, deeltijds beroeps secundair onderwijs volgen, 1 à 2 jaar schoolse vertraging hebben,… 26,1%, hetgeen opnieuw hoger is dan Limburg (21%) en België (20,9%) Meer leerlingen in de B‐stroom van de 1ste graad secundair onderwijs: Heusden‐Zolder Limburg Vlaanderen 21,7%
‐
‐
16,8%
15,8%
Meer BSO in de 2de en 3de graad van het secundair onderwijs Heusden‐Zolder Limburg
Vlaanderen
32%
24,9%
27,2%
Doorstroom naar het hoger onderwijs: lager dan Limburg en Vlaanderen Heusden‐Zolder
Limburg
Vlaanderen
49,6%
54,8%
59,7%
Tewerkstelling: ‐
Jobratio (aantal jobs tov beroepsactieve bevolking): vergelijkbaar tov Belfius‐cluster, maar lager tov Vlaanderen (cijfers 2012) Heusden‐Zolder
Belfius‐cluster
Vlaanderen
60%
59,6%
74%
‐
Werkzaamheidsgraad 20‐64j (= werkenden/bevolking X 100): lager dan Belfius‐cluster en Vlaanderen (cijfers 2012) Heusden‐Zolder
Belfius‐cluster
Vlaanderen
64,8%
70,3%
71,5%
‐
Werkloosheidsgraad 18‐65j (= niet werkende werkzoekenden/bevolking X 100): hoger dan Vlaanderen (cijfers 2013) Heusden‐Zolder
Vlaanderen
8,2%
7,5%
De meest recente cijfers betreffen die van september 2014. Op dat moment zijn er in Heusden‐ Zolder 1.207 niet werkende werkzoekenden hetgeen een werkloosheidsgraad is van 8,47% (bij de mannen bedraagt deze 7,77%, bij de vrouwen 9,33%).
Heusden‐Zolder
Limburg
Vlaanderen
Maart 2012
8,02 %
7,09 %
6,64 %
Maart 2013
8,15 %
7,77 %
7,18 %
September 2014
8,47%
8,66%
8,14%
‐
Aandeel zelfstandigen en helpers in hoofdberoep tov actieve bevolking (20‐64j): lager dan Belfius‐cluster en Vlaanderen (cijfers 2010) Heusden‐Zolder
Belfius‐cluster
Vlaanderen
8,9%
9,3%
11%
Gezondheid: Hier zijn geen specifieke gegevens mbt Heusden‐Zolder beschikbaar, wel onderzoek op Vlaams en Federaal niveau. Hieruit blijkt dat er erg vaak samenhang is tussen het opleidingsniveau en klachten, waarbij het aantal klachten hoger ligt bij lager opgeleiden op het vlak van chronische ziekte, (langdurige) aandoening, hoge bloeddruk, artrose, diabetes, langdurige beperkingen, functionele beperkingen, pijn, psychologisch onwelbevinden, overgewicht, zwaarlijvigheid, roken,… Opvallend is dat allergieën daarentegen vaker voorkomen bij hoger opgeleiden.
Bijkomende aandacht verdient de hervorming van de psychiatrie, waarbij de vermaatschappelijking van de zorg voorop staat. Dit houdt een afbouw van psychiatrische ziekenhuisbedden in, de creatie van bijkomende ambulante diensten, en het vaker inschakelen van reguliere diensten bij deze patiënten (vb. gezinszorg, poetsdienst, organisatie zorgoverleg, budgetbeheer,…). Participatie: Ook hier geen specifieke cijfergegevens over Heusden‐Zolder. Wel blijkt dat onderzoek dat lager opgeleiden minder deelnemen aan het verenigingsleven. Bovendien vind je bij lager opgeleiden en ouderen meer mensen die aangeven slechts over een zwakke sociale ondersteuning te beschikken. Demografische kenmerken: ‐
Heusden‐Zolder heeft een relatief jonge bevolking en het aandeel jongeren (< 20 jaar) is hoger dan het Limburgs en Vlaams aandeel
‐
Ouderen (> 60 j) vertegenwoordigen een steeds groter wordende groep in Heusden‐Zolder, voorlopig blijven we onder het Limburgse en Vlaamse cijfer. Ook de groep ouderen neemt verder toe wat betreft de 80+. We blijven echter onder de cijfers van Limburg en Vlaanderen. 2014
Heusden‐Zolder
Limburg
Vlaanderen
60+
22,4%
24,4%
25,1%
‐
Bevolkingsvooruitzichten Heusden‐Zolder: o o
‐
Tussen 2010 ‐ 2025: toename van het aantal 65+’ers met 50% (van 4.839 naar 7.280) Tussen 2010 ‐ 2025: toename van het aantal 85+’ers met 118% (van 438 naar 954)
We noteren beduidend meer gerechtigden op de zorgverzekering: 78% meer dan de cluster en 102% meer dan Vlaanderen. Cijfers 2012: aantal gerechtigden op zorgverzekering per 1.000 65‐plussers. Heusden‐Zolder
Belfius‐cluster
Vlaanderen
188,3
105,6
93,1
‐
Heusden‐Zolder heeft een groter aantal gezinnen met minderjarige kinderen dan Limburg, maar iets lager dan Vlaanderen. (cijfers 2009) Heusden‐Zolder
Limburg
Vlaanderen
40,9%
39,9%
41,2%
‐
De leeftijdsgroepen “0 – 2 jaar” en “3 – 5 jaar” scoren hoger dan het Limburgse en Vlaamse cijfer. 2009
Heusden‐Zolder
Limburg
Vlaanderen
0 – 2 jaar
16,5%
15,4%
16,1%
3 – 5 jaar
15,6%
15,1%
15,4%
‐
Uit een prognose van het aantal kinderen en jongeren, blijkt dat deze verder toeneemt
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Heusden‐ 0‐17 j 6.515 6.565 6.653 6.722 6.807 6.866 6.922 6.977 7.009 7.022 Zolder (aantal) 0‐17 j
20,4
20,4
20,6
20,6
20,8
20,8
20,9
21
21
20,9
18,9
18,8
18,8
18,8
18,8
18,8
18,8
18,8
18,8
18,8
(%) Limburg
0‐17 j (%)
‐
Aantal kinderen per statistische sector: cijfers 2011 ( let wel : de eerste leeftijdsgroep omvat vier jaar, de overige drie)
0 – 3 jaar
4 – 6 jaar
7 – 9 jaar
10 – 12 jaar
13 – 15 jaar
Berkenbos
176
110
110
98
113
Boekt
155
102
116
132
133
Bolderberg
109
77
76
68
69
Eversel
78
68
68
56
56
Geenrijt
43
28
33
29
24
Halbeek
47
35
23
33
31
Halvijvers
120
91
100
99
109
Heusden centrum De Hoeven
56
33
31
33
50
Heusden‐ Centrum
157
98
87
93
99
Heusden‐ Voort
64
43
40
39
42
Lindeman
43
33
33
43
38
Ubbersel
16
16
18
22
21
Viversel
43
41
43
49
43
Zolder
98
83
86
79
64
Zolder centrum
83
66
57
63
49
Zolder centrum Heikant
74
59
63
55
53
Zolder centrum Sluisbamd
43
38
29
48
49
Zolder Voort
55
33
35
28
37
GEMEENTE
1460
1054
1048
1067
1080
MAATSCHAPPELIJKE UITDAGINGEN Gelet op voorgaande cijfers en evoluties wijzen we graag op enkele uitdagingen voor ons OCMW: ‐
Strijden tegen de kansarmoede: Heusden‐Zolder kent reeds een groot aantal kansarmen. Kansarmoede vertaalt zich op verschillende vlakken (inkomsten, opleiding, tewerkstelling, huisvesting, gezondheid, participatie, ontwikkeling van de kinderen…) en moet ook op al deze gebieden aangepakt worden. Gezien voorgaande paramaters is het te verwachten dat het aantal kansarmen nog zal toenemen. Het is de uitdaging als OCMW om te gaan met de complexe verwevenheid van problemen van vele cliënten. Wetenschappelijk wordt gewezen op het versterken (empoweren) van de doelgroep zelf, via de creatie van sociale ondersteuning, het aanbieden van kansen, aandacht voor kennisversterking, aanleren van vaardigheden, werken aan zelfbewustzijn, het werken op maat en zijn tempo, hem centraal te stellen in de hulpverlening en te laten participeren,…
‐
Strijden tegen kinderarmoede: het aantal kansarme geboortes ligt bijzonder hoog. Het is noodzakelijk initiatieven te nemen om de toekomst van deze kinderen te vrijwaren.
‐
Toename van het aantal jongeren dat beroep doet op het OCMW, vaak met een schuldenproblematiek.
‐
Als regisseur van het beleid zal het noodzakelijk zijn vorm te geven aan het welzijnslandschap door samenwerking met andere partners.
‐
Er staat Limburg een economische malaise te wachten. Gezien de laaggeschooldheid en de lage jobratio, dreigen vele inwoners hiervan het slachtoffer te worden. Onvermijdelijk zal het OCMW als laatste vangnet hiermee geconfronteerd worden.
‐
Werkloosheidsbeleid hogere overheid: recent besliste de federale regering om werkloosheidsuitkeringen degressief te maken. Bovendien zijn er hervormingen mbt de inschakelingsuitkering voor jongeren die eindig zijn, en bepaalt het regeerakkoord dat de toegang hiertoe beperkt zal worden. Het is de verwachting dat hierdoor het aantal schorsingen zal toenemen, en zal leiden tot meer financiële steunaanvragen (of leefloon).
‐
Vergrijzing: de erg forse toename van het aantal ouderen, voornamelijk 85+’ers, zal de vraag naar thuiszorgdiensten verder doen toenemen.
‐
Stijgende vereenzaming, minder mantelzorg. Dit vergt specifieke aandacht.
‐
Nieuwe doelgroepen: maatschappelijk wordt steeds meer nadruk gelegd op een inclusief beleid. Vb. kinderen met een zorgbehoefte in de BKO; mensen met een psychiatrische problematiek in de thuiszorg en de sociale dienst. Ook is er een duidelijke tendens naar meer thuiszorg voor palliatieve patiënten, dementerenden,…
‐
De vraag naar kinderopvang neemt verder toe. Wellicht heeft dit te maken met het minder beschikbaar zijn van grootouders (zelf nog professioneel actief), meer 1‐ouder‐gezinnen, en het feit dat meer moeders uit gaan werken. Onduidelijk in te schatten welk effect de economische malaise zal hebben op het gebruik van de BKO. School in de Kapelstraat verdwijnt volgend schooljaar, andere scholen groeien (fors) zoals in Bolderberg, Boekt, De Brug en Eversel (die laatste 2 door stopzetting Kapelstraat).
Bronnen van de externe omgevingsanalyse ‐ Omgevingsanalyse gemeente HZ: http://www.heusden‐ zolder.be/Cijfers_trends/default.aspx?id=5061 ‐ OCMW‐jaarverslag: http://www.ocmwheusdenzolder.be/website/8‐www/37‐www.html ‐ Gemeentelijke profielschets (agentschap binnenlands bestuur): http://aps.vlaanderen.be/lokaal/pdf/gemeente‐2014/Heusden‐Zolder.pdf ‐ Het socio‐demografisch profiel Heusden‐Zolder (Dexia) (geen website) ‐ Welzijnsmonitor provincie Limburg (die op hun beurt verschillende bronnen hanteren): http://www.limburg.be/socialeplanning ‐ Gezondheidsenquête 2008 (wetenschappelijk instituut volksgezondheid): https://www.wiv‐ isp.be/epidemio/epinl/CROSPNL/HISNL/TABLE08.HTM ‐ http://www.zorg‐en‐gezondheid.be/Cijfers/