JAARGANG 7
o n2 JUN 14
3 7 10 12
I N D I T NUM M ER
Hoe draag jij bij aan kwalitatief goede zorg? De Zorgschouw Van WAN naar WIN-WIN Met dank aan de vrijwilliger MRT08 STA 1
3
< Voorpagina: Mevrouw Van Aken (bewoonster Nellestein) met medewerkster Christine Adjoeba.
C O LOFON Jaargang 7, nr 2, juni 2014.
Inhoud
STA is een uitgave van Amsta en verschijnt vier
2
keer per jaar, in een oplage van 4.000 exemplaren. STA is bestemd voor medewerkers, vrijwilligers
3
en externe relaties. Amsta biedt persoonlijke ondersteuning, wonen, zorg en welzijn aan
Hoe draag jij bij aan kwalitatief goede zorg?
4
mensen met een verstandelijke beperking en ouderen in Amsterdam.
6
Redactie / Hoofd- en eindredactie:
Nieuws van de redactie
Weggeefkast AST: Neem mee wat je nodig hebt De dag van Samual Assare
Sanne Hekman. Redactie: Jiska Stroes, Elske
7
Cazemier, Lia Edel, Hans van Oldeniel, Ilse den
De Zorgschouw
Hollander, Saskia Bakker, Mirella Obdam, Linde
8
ten Broek.
Vrijheid, veiligheid en zorgen voor jezelf
Het bewerken, inkorten en plaatsen van (ingezonden) stukken is ter beoordeling aan
10
de redactie.
Ontwerp, cartoon, illustraties / Studio Zwaan Illustatrie pagina 8 / Helen van Vliet Drukwerk / Drukkerij Peters
11 12
Redactieadres / Amsta, afdeling Communicatie Dr. Sarphatihuis, Roetersstraat 2, 1018 WC
T 020 - 535 20 23 E
[email protected] I www.amsta.nl
Nieuws van de redactie
14 16
Van WAN naar WIN-WIN En wat doen jullie daar? Met dank aan de vrijwilliger
Column / Stoofpeertjes en kaantjes Prikbord
Een wens van één van onze bewoners zorgde ervoor dat Anneke Grönloh zondag 1 juni optrad in het dr. Sarphatihuis. De bewoner van Meer & Oever werd benaderd door 2 vrijwilligsters, die een wens van een willekeurige bewoner in vervulling wilden laten gaan. Ze regelden het optreden, vervoerden bewoners van Meer & Oever naar het dr. Sarphatihuis en maakten er een onvergetelijke middag van voor meer dan 100 aanwezigen. Fantastisch toch? Het benadrukt hoe belangrijk vrijwilligers zijn. Op pagina 12 lees je meer over hun rol binnen Amsta. Volgens mij heeft iedereen wel een wens, waarvan je stiekem hoopt dat een ander deze in vervulling laat gaan. Een wens van Amsta is een thuis in de stad te bieden. Wat hierbij heel belangrijk is, is een veilige en vertrouwde leef- én werkomgeving. Binnenkort verschijnt er een Amsta Gedragscode, een mooie flyer waarin beschreven staat wat we als collega’s, bewoners en bezoekers van elkaar mogen verwachten, als het gaat om gewenst gedrag. Het is belangrijk om hierover met elkaar in gesprek te gaan. In deze STA staan trouwens nog meer onderwerpen die te maken hebben met vrijwilligers. Vrijwilligster Linde ten Broek nodigde een groepje bewoners uit voor een diner, om herinne ringen aan vroeger op te halen. Een prachtig, ontroerend artikel op pagina 14 is het gevolg. En ken je de weggeefkast van het AST? Hierin doneren mensen vrijwillig spullen voor bewoners en cliënten. Een geweldig initiatief! We weten allemaal dat de overheid de komende jaren een flink beroep zal doen op mantel zorgers en vrijwilligers. Als ik zie met hoeveel vrijwilligersinitiatieven ik de afgelopen weken kennis heb gemaakt, dan heb ik toch wel vertrouwen op dit gebied.
[email protected]
2
JUN14STA2
/ Sanne Hekman, communicatieadviseur
Hoe draag jij bij aan kwalitatief goede zorg? Amsta wil kunnen garanderen dat de zorg op al onze locaties op orde is. Allereerst aan onze bewoners en onze mede werkers, maar daarnaast ook aan bijvoorbeeld de Inspectie van de Gezondheidszorg en het Zorgkantoor. De HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling Zorgsector) biedt een systeem dat de kwaliteit van zorg inzichtelijk maakt. Organisaties die de kwaliteit van hun zorg zichtbaar op orde hebben, ontvangen hiervoor een HKZ-certificaat. Amsta start met dit certificeringstraject. Met als doel in het voorjaar van 2015 een volledig HKZ-certificaat voor heel Amsta. De redactie van de STA is benieuwd hoe jij bijdraagt aan kwalitatief goede zorg voor bewoners. Door tijd en aandacht te besteden aan een specifiek verzoek bijvoorbeeld? Door scholing? Of zit het juist in kleine dingen, als het meebrengen van een visje van de markt voor bewoners of het zingen van een lied? Een greep uit de reacties die bij de redactie binnenkwamen:
kan op deze manier altijd aangegeven worden hoe en waarom. Dit voorkomt dat we bij vragen onze schouders op moeten halen. Zo laat je zien dat je betrokken bent bij de zorgverlening.” Charissa van Keeken, afdelingshoofd Kattenburg dr. Sarphatihuis
“Ik probeer gewoon fatsoenlijk te zijn en als ik bewoners tegenkom zeg ik ze vriendelijk goedemorgen. Als ik een medemens tegenkom die ergens hulp bij nodig heeft en ik die hulp kan geven, geef ik die. Net als in de buitenwereld.” Gerrit de Boer, Hoofd Personeels- en Salarisadministratie
“Laurie Kuipers en ik zoeken intensief naar vrijwilligers die het leuk vinden om onze cliënten extra aandacht en liefde te geven. Voor medewerkers is het van belang om zuinig te zijn op deze vrijwilligers. Ze zijn goud waard en mede verantwoordelijk voor kwalitatief goede zorg! “ Marion Beckrop, Coördinator Vrijwilligers
“Naar mijn idee is het betrekken van familie erg belangrijk. Ik voer gesprekken met familie bij vragen over bijvoorbeeld een verlopen identiteitsbewijs, de opname procedure of bij het overbelast zijn van de mantelzorger. Ik probeer zaken voor familie in het juiste perspectief te plaatsen en bied een luisterend oor.” Cornelie de Jong, Maatschappelijk werkster
“Een steentje bijdragen aan goede zorg voor de bewoners is je houden aan gemaakte afspraken. Lukt dit niet altijd, dan moet dat in het ECD gemeld worden, zodat de collega’s hiervan weten en zaken kunnen oppakken. Indien familie navraag doet,
“Ik probeer elke dag even een praatje te maken met een bewoner of familie, al is het maar 5 minuten, en groet elke bewoner die ik tegen kom.” Harmen Nassuth, kwaliteitsadviseur
“Op indirecte wijze draag ik bij aan kwalitatief goede zorg voor bewoners door, daar waar nodig en gevraagd, medewerkers te begeleiden en te ondersteunen in hun eigen functioneren. Hoe prettiger de medewerker zich voelt, hoe beter hij of zij zal functioneren, wat ten goede komt aan het geven van kwalitatief goede zorg aan bewoners.” Els Rode, Psycholoog (voor medewerkers)
“Ik denk dat we bezig zijn met kwalitatief goede zorg te leveren door goed te luisteren naar wat de cliënt nou zelf wil. Als de cliënt op zondag een pyjamadag wil houden, waarom niet? Maar ook het luisteren naar de cliënt als deze zich verbaal zelf niet sterk kan maken. Kijken naar de signalen die op een andere manier worden uitgezonden en samen met diegene proberen in te schatten wat het beste voor hem of haar is op dat moment.“ Marlous van der Sprong Persoonlijk Begeleider Groep 5a DkJ
“Ik draag bij aan kwaliteit van leven van bewoners door ervan doordrongen te zijn dat ik op alle locaties van Amsta, ook al ben ik er in het kader van mijn werk, in de eerste plaats te gast ben bij de bewoners. Ik vraag dus toestemming om binnen te mogen komen, groet, geef een hand en stel me voor. Ik krijg er meestal een glimlach en vaak zomaar spontaan een prachtig verhaal voor terug.” Lia Edel, locatiemanager Jan Bonga
“Ik draag bij door selectief en zorgvuldig de juiste (zorg)medewerkers binnen te halen. Het is ontzettend belangrijk om er in deze huidige tijd voor te zorgen dat er genoeg medewerkers met de juiste > Lees verder op pagina 4
J UN14STA2
3
< Vervolg van pagina 3
kwalificatie binnen Amsta beschikbaar zijn. Daarnaast is het van belang om er ook voor te zorgen dat de toekomstige medewerkers ook hart voor de zorg en voor de bewoners hebben. Binnen afdeling Werving staat het plaatsen van de juiste mensen op de juiste plek hoog in het vaandel.” Saida Aissaoui, Medewerker Werving
De weggeefkast van het AST
Neem mee wat je In de hal van het kantoorpand op de Polderweg staat een grote antieke kast, volgeladen met levensmiddelen, speelgoed, boeken, kleding en huisraad. Het bordje met de tekst ‘neem mee wat je nodig hebt’ verraadt dat het hier
“Als ik aangesproken word door een bewoner neem ik altijd even de tijd om een praatje te maken en ik neem de bewoner serieus in wat hij of zij mij te vertellen heeft of wil vragen. Ik spreek de bewoner ook altijd aan met u en als ik kan zal ik proberen iets te ondernemen wat betrekking heeft op de vraagstelling. Dat kan zijn dat ik een andere collega daarvoor moet benaderen of ik terugloop met de bewoner naar de afdeling om te informeren of hier al iets mee is gedaan. Zodoende neem je de onrust bij de bewoner weg. “ Anja Quist, Secretariaat B&B Amsta-Oost
“Door de bewoners dagelijks een gevarieerd aanbod van activiteiten te bieden, enthousiaste vrijwilligers aan ze te koppelen, ze een luisterend oor te b ieden en ze te knuffelen, draag ik op mijn manier bij. Enny van Arkel, Vrijwilligers- en Activiteiten coördinator Vondelstede
“Door goede communicatie. Met het hele team volgden we een cursus ‘Totale Communicatie’ om beter aan te sluiten bij het communicatieniveau van de cliënt. Alert zijn en kleine signalen oppakken is van groot belang” Team Rengerskerkestraat
4
JUN14STA2
gaat om een weggeefkast. De kast wordt gevuld door medewerkers van de Polderweg en is bedoeld voor cliënten van deze locatie, van wie velen een inkomen onder het bestaansminimum hebben. Jan Meijers, manager van het Ambulant Specialistisch Team is initiatiefnemer van de kast.
nodig hebt Schenkstuk Jan: ‘De kast is zelf een schenkstuk, we hebben hem gekregen van Kraakgroep Oost. Het is een antieke kast uit Java, die ooit door iemand geschonken is aan de kraakgroep. Toen zij hoorden van onze plannen om een weggeefkast neer te zetten, kregen wij de kast hiervoor cadeau. Ook de stichting Vrienden van Amsta heeft aan dit initiatief bijgedragen. Om er vooral in het begin voor te zorgen dat de kast steeds goed gevuld zou zijn hadden we een klein startkapitaaltje nodig. Dat kregen we van de Vrienden van Amsta. Zij schonken ons € 500,- waarmee wij gedurende een half jaar een paar keer per week de kast kunnen aanvullen met vers brood, beleg, fruit en conserven.
Kerstpakketten We zijn nu al bijna een half jaar bezig en het geld is nog niet op. Nu het project wat langer loopt worden ook de levensmiddelen steeds vaker door medewerkers aangevuld. Dan gaat iemand naar de Albert Heijn voor een zak mandarijnen, haalt er voor zichzelf een paar uit, en legt de rest in de kast. Dat is mooi om te zien. Toen we in december begonnen stond de kast vol met kerstpakketten van de medewerkers. Die waren in no-time weg. In de toekomst gaan we misschien kijken of we de lokale middenstand er toe kunnen bewegen om levensmiddelen die net over de datum zijn aan ons te schenken.”
Driedelig De kast voorziet in een grote behoefte. Vooral de levensmiddelen vinden gretig aftrek. Wat ’s morgens geplaatst wordt is vaak ’s avond weer weg. Aan kleding blijkt ook veel behoefte. Jan: “Dat is best schrijnend. Het voorziet dus echt in de basisbehoeften van mensen. Boeken, speelgoed en andere ‘luxe’-artikelen zijn veel minder in trek.” Soms levert het ook mooie taferelen op. “Ik ben vroeger diaken geweest in een kerk en had daarvoor een chique zwart pak. Na dertig jaar pas ik het pak niet meer, dus ik had het in de kast gehangen. Een week later zag ik een van onze dakloze cliënten met veel flair in dit driedelig kostuum verschijnen op de Polderweg. Het stond hem goed!” De mensen die gebruik maken van de kast komen uit de hele stad. De meesten hebben een afspraak bij Wijzer of het AST, maar soms komen ze alleen voor de kast. Zo is er een aan heroïne verslaafd echtpaar uit Noord. Zij komen af en toe langs in hun Canta, laden die vol en vertrekken weer. Mooi toch?!”
Niet oordelen Jan: “Het is een interessant project, ik leer er zelf ook veel van. Niet oordelen bijvoorbeeld. Het idee achter de kast is om de armste mensen in Amsterdam te voorzien in hun behoeften.
Maar al gauw zag ik dat ook medewerkers soms iets meenemen. En ze hebben gelijk natuurlijk. Op het bordje staat ‘neem mee wat je nodig hebt’. Wie ben ik dan om daarover te oordelen? Iemand met een goed inkomen kan meer nodig hebben dan iemand met weinig geld. Dat is ook best mooi om te zien.”
Spanningsveld professioneel en liefdevol Van de vier kernwaarden van Amsta (professioneel, praktisch, persoonlijk en liefdevol) staat het spanningsveld tussen professioneel en liefdevol binnen Amsta Karaad nog weleens ter discussie. Hoe ver moet je gaan in liefdevolle zorg, en zorg je dan toch voor een professionele distantie? Is er niet teveel sprake van vervloeiing van privé en werk als je je eigen kleding schenkt aan je cliënten? Binnen het Ambulant Specialistisch Team wordt daarin geen spanningsveld ervaren, aldus Jan Meijers. “Je kunt heel goed je professionele blik houden en toch op een liefdevolle manier betrokken zijn bij de cliënt. Bij het AST werken vooral mensen met een groot empatisch vermogen. Als je werkt met mensen die aan de rand van de samenleving staan moet je uit ervaring weten wat verdriet en eenzaamheid is. Anders kun je dit werk niet doen.”
“Voor dit werk moet je uit ervaring weten wat verdriet en eenzaamheid is.” De warme en de koude kant Jan denkt even na en zegt dan: “Ik onderscheid heel duidelijk twee typen medewerkers in mijn team. Ik noem dat de warme kant en de koude kant. De warme kant bestaat uit de invoelende types, die werken vanuit een gevoel van onvoorwaardelijke liefde. De koude kant bestaat uit de mensen met een meer zakelijk benadering. Voor sommige cliënten en hulpvragen werkt een zakelijke benadering het beste, en in andere gevallen bereik je veel meer met een zachte hand. Al mijn medewerkers weten tot welk type ze behoren. En voor allen geldt dat ze weten hoe kwetsbaarheid voelt, alleen is hun benadering verschillend.”
Eigen verantwoordelijkheid Jan is trots op zijn team. “De mensen die hier werken zijn voornamelijk hoog opgeleid, gedreven en goed in hun vak. De discussie tussen professionele afstand versus nabijheid zegt me niet zoveel. Het belangrijkste is dat medewerkers zichzelf kunnen beschermen en grenzen kunnen stellen, zowel in hun eigen belang als in het belang van de cliënt. Het belangrijkste principe van waaruit we werken is eigen verantwoordelijkheid. Ik zeg altijd tegen cliënten: ‘Ik kan links van je staan, ik kan rechts van je staan, ik kan achter je staan. Het enige dat ik niet kan doen is voor je staan. Daar sta jij zelf. Wij zijn er alleen om je een zetje in de goede richting te geven. En als we daarbij in dezelfde kleding lopen vind ik dat prachtig.” / Jiska Stroes
J UN14STA2
5
DE DAG VAN... Bij Amsta werken mensen met uiteenlopende beroepen op verschillende locaties. Voor STA aanleiding om eens te gaan kijken hoe mensen werken. In deze rubriek volgen we een of meer medewerkers van Amsta gedurende één dag.
Samual Asare Op iedere locatie van Amsta zorgen tientallen collega’s er voor dat ruimtes opgeruimd en schoon zijn. Werk dat maatschappelijk gezien wellicht niet altijd de meeste waardering lijkt te oogsten. Collega Samual Asare ervaart zijn werk als schoonmaker echter als een ‘blessing in disguise’, oftewel een zegen vermomd als weerzin… Zelfrespect en waardigheid Samuel is een opvallende verschijning in De Schutse. In de wandelgangen hoor je van collega’s dat zijn aanwezigheid indruk maakt. En dan bedoel ik niet in de eerste plaats de kleren die hij draagt, die ‘de man maken’. Nee, eerder nog is het zijn voorkomen. Samuel straalt waardigheid en zelfrespect uit. Op de vraag hoe dit komt, antwoordt hij met een verrassend diep antwoord: “Ik kom uit Ghana en hier was ik voorman. Met een groepje mensen werkten we voor een fabriek die uiteenlopende dingen van ijzer en staal fabriceerde. Van stoelen tot deuren en bruggen. De ploeg waar ik deel van uit maakte, monteerde alles ter plaatse. Vanwege die rol kreeg ik van het bedrijf een training hoe richting te geven aan de uit te voeren werkzaamheden. Eenmaal in Nederland had ik werk nodig en ging ik schoonmaken. Aanvankelijk had ik hier niet veel zin in. Maar het bleek wat de Engelsen noemen een “blessing in disguise” te zijn: een zegen vermomd als weerzin. Al snel ging ik namelijk de waarde van het schoonmaken inzien. Zonder opgeruimde, schone ruimtes kun je geen waardig leven leiden. Als je namelijk niet schoonmaakt, wordt je huis een vuilnisplaats. En zo’n plek is niet fijn, niet uitnodigend om aanwezig te zijn.”
“Waardering voor elkaars geschiedenis.” Wereldburger Samuel behandelt de mensen voor wie hij werkt altijd met respect. “Het hadden mijn ouders kunnen zijn. Deze mensen verdienen respect, want ze hebben meegeholpen om de wereld te vormen zoals deze is. En God helpt me om zachtmoedig te zijn. Zodat de plek die ik schoonmaak weer helder wordt.” Van maandag tot en met vrijdag zie ik Samuel in de weer met het legen van containers, papier verzamelen en stofzuigen. Hij onderhoudt een groot aantal openbare ruimtes zoals gangen, toiletten, de rookruimte. Wanneer een collega afwezig is, komt het regelmatig voor dat hij invalt om schoon te maken in de appartementen van bewoners. Samuel spreekt voornamelijk Engels, maar als hij bij bewoners in hun appartement is proberen zij zijn
6
JUN14STA2
Nederlands bij te spijkeren. Samuel: “Ondanks mijn beperkte woordenschat vinden bewoners en ik elkaar in humor en met waardering voor elkaars geschiedenis.”
Je bent zoals je iets doet Door dit gesprek met Samuel werd ik er maar weer eens aan herinnerd dat je waardigheid en betekenis niet afhangt van de rol die je speelt. Kort gezegd, het gaat er niet om wat je doet, maar hoe je iets doet. En met welke intentie. Op die manier kan je waardigheid toekennen aan jezelf en meegeven aan je omgeving. Dat Samuel kwaliteit legt in zijn handelen werd al door vele collega’s en bewoners opgemerkt. En nadat ik hem gesproken heb snap ook ik heel goed waarom. / Hans van Oldeniel
Locaties onder de loep
De Zorgschouw De Zorgschouw, een relatief nieuw begrip in Amsterdam. Een gezamenlijk initiatief van de gemeente Amsterdam, Cliëntenbelang, Achmea en diverse Amsterdamse zorginstellingen . “Je laat een gemengde groep van bewoners, naasten, medewerkers, buurtbewoners en organisaties uit de buurt op een andere manier naar een locatie kijken en deze beoordelen. Goede punten en aanbevelingen worden gedeeld met collega-instellingen en bij problemen ga je zoeken naar tips van andere zorgorganisaties”, vertelt Hans Rutte, voorzitter van de Cliëntenraad in De Schutse.
Dit jaar deden onder andere Vondelstede, De Werf en De Schutse mee aan de Zorgschouw. Deelnemers keken bijvoorbeeld naar de uitstraling van het huis, de voorzieningen, de woonsfeer, de aantrekkelijkheid van de benedenverdieping en de verbinding met de buurt. Marjo Haverkate, locatiemanager van de Schutse: “Wat mij aanspreekt is de manier waarop de schouw is opgezet. Het uitgangspunt is dat wat we goed doen en dit werkt motiverend. Ook het delen van ideeën spreekt mij aan en inspireert.” De circa 25 deelnemers aan de schouw werden in groepjes ingedeeld. Eén groep bekeek aan de hand van een vragenlijst de locatie, de andere deelnemers namen deel aan het rondetafelgesprek. Marjo: “Je mag gedeeltelijk zelf je voorkeur uitspreken voor organisaties uit de buurt die je naar je huis wilt laten kijken. Wij hadden o.a. een hotelmanager uitgenodigd, een teamleider van de zorgorganisatie Pro Senectute, en de eigenaar van de interieurzaak die veel kamers van de Schutse stoffeert bij mutaties. We waren erg benieuwd hoe zij, vanuit hun eigen ervaring en expertise, kijken naar ons woon- en zorgcentrum.”
staan zij voor ons klaar.” Over de sfeer op de locatie is iedereen aan tafel het eens: bij De Schutse heerst een zeer prettige sfeer. “We proberen echt invulling te geven aan de vier kernwaarden van Amsta: professioneel, praktisch, persoonlijk en liefdevol. Hier spreken we over in de teams en bij het aannemen van nieuwe medewerkers letten we hier goed op”, aldus Marjo.
De vragenlijst Tijdens de Zorgschouw lopen binnen en buiten kleine groepjes mensen rond die kritisch naar de omgeving van De Schutse en de verschillende ruimtes kijken. Geïnteresseerd stellen zij vragen en beoordelen zij dat wat zij zien. Men is met name positief over de gezamenlijke ruimtes. Annet Leeman, afdelingshoofd, verzorgt voor een van de groepjes de rondleiding: “Bewoners zijn erg te spreken over de sfeer en het licht. Het is een fijne plek om samen te komen. In de serre en de nisjes, die door het gebouw heen zijn gecreëerd, gaan bewoners graag zitten met familie.”
Afronding Het rondetafelgesprek Tijdens het rondetafelgesprek is de interactie tussen de medewerkers, externen en bewoners bijzonder om te zien. Onderwerpen als de omgang met zorgpersoneel, de sfeer en de rol van vrijwilligers komen uitgebreid aan bod. Zo vertelt een 95-jarige bewoonster van De Schutse: “Hier in De Schutse ben ik erg tevreden over de vrijwilligers. Ze zijn heel actief. Bij activiteiten en feestdagen, maar ook als je een dagje ziek bent
Aan het eind van de Zorgschouw worden de bevindingen per thema met alle deelnemers gedeeld. De resultaten worden op de website www.clientenwaarderen.nl geplaatst en verspreid aan geïnteresseerden en zorgorganisaties. Drie maanden na de Zorgschouw is er een terugkombijeenkomst. Centraal staat in hoeverre de verbetermogelijkheden al zijn aangepakt. / Vivian van Dixhoorn en Sanne Hekman
J UN14STA2
7
Vrijheid, veiligheid ...
8
JUN14STA2
en zorgen voor jezelf Twee leden van de STA-redactie gaan met elkaar in gesprek, vanuit hun functie als activiteitenbegeleider en lid van het opvangteam (Hans Oldeniel) en geestelijk verzorger en lid van de commissie ethiek (Elske Cazemier). In hun mailwisseling staat een moreel dilemma centraal: Wat staat er op het spel als je cliënten zoveel mogelijk vrijheid wilt bieden, terwijl hun veiligheid gewaarborgd moet blijven? ELSKE “Als je vraagt wat mij deze dagen bezig houdt, dan is dat de specialistische dagbesteding op de Overtoom. Daar werken mensen voor wie ik veel respect heb. Zij geven hun cliënten een goede en gevarieerde invulling van hun dag, terwijl zij zich terdege bewust zijn van het risico dat ze daarmee nemen. Sommige cliënten vertonen onvoorspelbaar gedrag. Ze gaan slaan of gooien of vallen andere cliënten lastig. Dit treft dus andere cliënten, maar ook begeleiders. Het lijkt me voor deze begeleiders soms een dilemma: hoeveel vrijheid kan ik een cliënt geven zonder te veel risico op escalatie?
Hoeveel vrijheid kan je een cliënt geven zonder te veel risico op escalatie? Ik heb het team van begeleiders de afgelopen jaren zien groeien, in deskundigheid, in stabiliteit en in motivatie. Ze staan voor elkaar in en vangen elkaar op. En ze willen het beste voor hun cliënten.” HANS “Dank dat je mij deelgenoot maakt van je observaties.
Ik ben het volledig met je eens als je het hebt over betrokkenheid van collega’s ten aanzien van hun cliënten. Zo geduldig en vastbesloten als ze zijn, zie ik ze ook met zoveel toewijding liefdevolle input geven aan een nogal explosieve doelgroep. Ik maak deel uit van het opvangteam van Amsta. Op deze manier hoor ik over belevenissen van collega’s. En als je het dan hebt over veiligheid, denk ik dat daar nog wat te winnen valt. Voordat een escalatie plaatsvindt met name. Dit zijn momenten die mogelijk meer alertheid verdienen. Als je een bewoner bij de allereerste dreiging van escalatie, het moment waarop het begint te vonken, weet te spotten, dan zou je op dát moment al een time-out in moeten lassen. Zodat de bewoner niet de kans krijgt te ontvlammen. Als dit lukt, wordt zowel de veiligheid van de bewoner alsook van de omstanders en de collega’s aanzienlijk vergroot.”
Kunnen we geen time-out inlassen voordat er escalatie plaatsvindt? ELSKE “Natuurlijk zou het geweldig zijn als begeleiders nog eerder en nog alerter kunnen reageren op de signalen van spanning die een cliënt uitzendt. Maar het gaat daarin voortdurend om een inschatting: kan iemand het nog aan of moet er rust komen? Het kan gebeuren dat iemand het aankan en geen signalen van onrust geeft, tot er een o nverwachte trigger is waar-
door het plotseling mis gaat. Of het gaat de ene keer prima, maar de volgende keer onder precies dezelfde omstandigheden gaat het mis. Je hebt te maken met de onvoorspelbaarheid van mensen en situaties. Eigenlijk zie ik niet hoe begeleiders nog beter zouden kunnen reageren. Heb jij daar concrete ideeën over?” HANS “Wat een bron van hulp zou kunnen zijn is als collega’s
kunnen groeien in de verbintenis die ze onderling hebben. We besteden allemaal veel tijd op ons werk. Een vertrouwensrelatie met je collega’s is dan belangrijk en biedt veiligheid en ondersteuning in geval van escalatie. Om dit te bereiken is een investering van tijd nodig. Die er op gericht is om jezelf en elkaar beter te leren kennen. Dan zorg je voor meer begrip voor jezelf, elkaar als collega’s en voor de cliënten. Zo bouw je aan een stabiele basis en dat geeft rust.” ELSKE “Ja, dat is waar. Maar tegelijkertijd weet ik dat ook met een stabiel team met kanjers van medewerkers cliënten door het lint kunnen gaan. Misschien juist wel dan, als ze de veiligheid voelen om zich te laten gaan?”
Ook in een stabiel team gaan cliënten soms door het lint HANS “Wat ik bedoel is dit: iedereen in een team doet zijn
iterste best om er iets van te maken. Maar je hebt meer te u bieden als je een stevig fundament onder je hebt, dat gevormd is door je verbondenheid als teamgenoten met elkaar. Ik denk dat er binnen Amsta meer tijd en geld beschikbaar zou moeten komen voor de aandacht voor collega’s onderling en voor de basis waaruit we werken. Als mensen zich daarvan bewust zijn hebben ze meer te bieden en zijn ze anders gemotiveerd.” ELSKE “Mooi, dat je me dit gezichtspunt doorgeeft. Wat je zegt geldt voor elk team binnen Amsta. Ik weet uit het verleden dat projecten als ‘Rondom ons’ veel inspiratie en motivatie brachten. Daarin stonden medewerkers erbij stil hoe het met hen zelf ging in het werk. Ze konden als het ware even adem halen om daarna weer met nieuwe energie aan het werk te gaan. Wie weet is er iets degelijks te organiseren voor de teams, zonder dat het veel tijd hoeft te kosten, iets als een aandachts- of adempauze. Het mooie is dat je me in deze dialoog laat zien, dat goede zorg voor cliënten begint bij goede zorg voor medewerkers.” Reageren? Stuur een mail aan
[email protected]
J UN14STA2
9
Verbreding, verdieping, verantwoordelijkheid en zelfstandigheid als recept voor kwaliteit van zorg!
Van WAN naar WIN-WIN De complexiteit in de verpleeg- en verzorgingshuizen is de afgelopen jaren fors toegenomen. Voor verpleeghuizen geldt dat de zorgbehoefte van cliënten op somatisch, psychisch en sociaal gebied alleen maar groeit. En er is nog de norm dat er binnen tien minuten een verpleegkundige beschikbaar moet zijn, als de situatie hierom vraagt. Lastig, als je bedenkt dat er tijdens de weekend-, avonden nachtdiensten (WAN) maar één verpleegkundige per locatie aanwezig is.
Vlnr: Joke Mulder, Igo Bolster en Marga Borst (alle drie werkzaam op Wittenberg) hebben ook te maken met de nieuwe situatie waarbij WAN hoofden zijn vervangen voor verpleegkundigen)
Daarom besloot Amsta om - als een soort pilot - de WAN-hoofden in Witten berg te vervangen door verpleegkundigen Zij werken in de zorgteams, direct aan het bed. Hierdoor zijn er 24 uur per dag, 7 dagen per week verpleegkundigen bij de cliëntenzorg betrokken. Tegenover mij zitten Joke Mulder (voorheen WAN-hoofd, nu verpleegkundige), Lowie van Laerhoven (verpleegkundige in opleiding) en Joan Hodge (verzorgende). Alle drie zichtbaar gemotiveerd om te praten over de nieuwe situatie. Waar komt al die motivatie vandaan? Joke: “Alleen al het voortraject om te komen tot voldoende geschoolde collega’s heeft
10
JUN14STA2
veel waarde gehad en bracht veel positieve energie. De praktijkverpleegkundige gaf een aantal weken scholing in verpleegtechnisch handelen. Verpleegkundige collega’s ervoeren dat ze nu echt in de praktijk de dingen kunnen gaan doen waarvoor ze in eerste instantie zijn opgeleid.”
Een feit De 24-uurs verpleegkundige bezetting op Wittenberg is sinds afgelopen januari een feit. Dat is niet zo maar van de één op de andere dag gebeurd. Drie jaar geleden startte de werving van verpleegkundigen en verschillende verzorgenden klommen het afgelopen jaar in de schoolbanken om
zich van niveau 3 naar niveau 4 bij te scholen. Voormalig locatiemanager Lia Edel, afdelingshoofd Onah Wadman en praktijkverpleegkundige Jacqueline v/d Pas waren belangrijke motivators in het hele proces.
De veranderingen Voor wie is er nu wat veranderd? Joan: “Dienstroosters zijn aangepast om te kunnen garanderen dat er twee verpleeg-kundigen in de avond en in de nacht aanwezig zijn. Overdag zijn dat er, inclusief de praktijkverpleegkundige, minstens drie. In situaties waar voorheen het WAN-hoofd werd ingeschakeld is dat nu de meewerkend verpleegkundige. Dit betekent dat een verpleegkundige dus niet altijd op dezelfde afdeling is en dat het van groot belang is dat er een goede overdracht plaatsvindt.” “De verzorgenden dachten in eerste instantie dat zij door de kwaliteitsslag met verpleegkundigen waarschijnlijk de ‘billenvegers’ werden, maar niets is minder waar. Voor iedereen geldt dat alles staat en valt met samenwerking. De praktijk wijst uit dat het gevoel van een grotere verantwoordelijkheid arbeidsmotiverend werkt. Er is ook - en dat is wel heel belangrijk - een groter gevoel van veiligheid ontstaan. Zowel voor medewerkers als ook zeer zeker voor de bewoners.”
Voldoening Louis geeft tenslotte een voorbeeld van een crisissituatie waar voorheen het WAN-hoofd onmiddellijk geraadpleegd zou moeten worden. Nu is het de verpleegkundige, die al in huis is, met wie hij de benodigde actie onderneemt. “Voorheen was het erg frustrerend om een situatie los te moeten laten door het bij het WAN-hoofd neer te leggen. Nu wordt een beroep gedaan op je eigen oplossend ermogen, je kennis en je kunde. Het werk is er een stuk interessanter en leuker door geworden en geeft heel veel voldoening!” / Lia Creusen
EN WAT DOEN JULLIE DAAR? Op Amst@net verschenen enthousiaste berichten vanuit locaties Wittenberg en de Beusemaecker over een Vitale Moestuin. Dit maakte de redactie van de STA nieuwsgierig. We zijn dus op beide locaties eens poolshoogte gaan nemen.
Vitale Moestuin Wat is dat eigenlijk, een Vitale Moestuin? Robert Arnoldy, die het project zowel in Wittenberg als op de Beusemaecker begeleidt, legt uit: “De Vitale Moestuin is een duurzaam project dat een complete, laagdrempelige moestuin met ondersteuning realiseert. Het project is onderdeel van het dagelijks leven van de bewoners, zowel binnen als buiten. Bewegen, buiten zijn, een belangrijke taak hebben in het verzorgen van de planten en uiteindelijk het koken met producten van eigen grond draagt bij aan de vitaliteit en het wel bevinden van ouderen.”
Begeleider Robert Arnoldy
Daarom is in de Beusemaecker ook de Jutterij gevestigd, het dagbestedingscentrum. Kika Verlee, die het project onder begeleiding van Robert coördineert, laat enthousiast het dakterras van de Jutterij zien waar sinds maart een aantal robuuste tuintafels staan. Kika vertelt dat het project een welkome aanvulling is op het activiteitenprogramma van de Jutterij en een mooie bestemming voor het dakterras. Robert komt hier elke vrijdag en aan de reacties van de leden van de
tuingroep is te merken dat daar naar wordt uitgezien.
Oogst! Beide tuingroepen hebben al van de opbrengst van hun inspanningen mogen genieten. In Wittenberg stond er begin mei stamppot op tafel van raapstelen uit eigen tuin en in de Beusemaecker konden er prachtige grote radijzen worden gegeten. / Lia Edel
Wittenberg In verpleeghuis Wittenberg komt ‘tuinman’ Robert elke woensdag langs. De Tuingroep is gestart op afdeling Goudsbloem, maar inmiddels hebben zich bewoners van andere afdelingen aangesloten. Er wordt getuinierd in kweekkasjes op de afdeling, er staan tuintafels in de binnentuin en er is zelfs een tomatenkas. Patrick Snijders, leerling-verpleegkundige, coördineert de begeleiding van de Tuingroep volgens het programma dat Robert de woensdag heeft doorgesproken. Dat betekent dat er zorgvuldig gezorgd wordt voor de jonge aanplant en dat de viooltjes in de bakken buiten precies genoeg water krijgen. Afdelingshoofd Onah Wadman vertelt dat het tuinieren voor een aantal bewoners inmiddels vast onderdeel van hun dag is geworden en dat het dagelijkse loopje onder begeleiding naar de tuin er zelfs toe heeft geleid dat bewoners nu vaker zelfstandig naar beneden gaan.
De Beusemaecker Locatie de Beusemaecker is een kleinschalige woonvorm voor jonge mensen met dementie. Voor deze bewoners is een goede daginvulling erg belangrijk.
J UN14STA2
11
Vrijwilligers zijn voor Amsta onmisbaar. Ze worden steeds belangrijker omdat de zorg anders wordt ingericht. STA interviewde Laurie Kuipers, één van de drie coördinatoren vrijwilligerswerk, over Geer&Goor, het nieuwe vrijwilligersbeleid en de positie van vrijwilligers.
Activiteiten: met dank aan de vrijwilliger Afgelopen oktober liepen Gerard Joling en Gordon in ‘Effe geen cent te makken’ als twee lieftallige koffiedames rond in Flesseman. En dat had succes. Bij de bewoners, maar ook bij kijkers die zich massaal opgaven voor vrijwilligerswerk. Laurie ontving voor haar werkgebied (centrum, west en zuidoost) maar liefst 85 extra aanmeldingen.
Match Laurie: “Ik kreeg door de uitzending vooral aanmeldingen van jongeren van wie ik er 45 heb kunnen plaatsen. Voor een deel van hen was het vrijwilligerswerk van korte duur. Zij hebben Geer&Goor gezien en denken: leuk met zo’n karretje koffie rondbrengen, zoals in Flesseman. Ze hebben een bepaald beeld van het werk, maar dat komt niet altijd overeen met de werkelijkheid. We kunnen niet iedereen in Flesseman plaatsen, maar zoeken ook vrijwilligers voor bijvoorbeeld De Keyzer. Bewoners hier zijn verward en praten weinig. Voor sommige vrijwilligers is het dan bijna een shock. Het beeld dat ze op televisie zagen komt niet overeen met de werkelijkheid. Het programma van Geer&Goor is een mooi initiatief en levert nog steeds nieuwe vrijwilligers op. Maar het kost tijd om een goede match te maken tussen de behoefte vanuit de organisatie en de verwachting van de vrijwilliger.”
Vrijwilliger Leo Wensveen “Ik doe de borrel nu een jaar of vijf. Ik ben er mee begonnen na het overlijden van mijn moeder. Ze is hier vier jaar verzorgd. In 2009 is ze overleden maar ik ben blijven hangen. Je leert toch veel mensen kennen in die tijd en ik vind het erg gezellig om dit soort activiteiten te blijven doen. Naast de borrelmiddag zit ik ook in de tuingroep en help ik mee bij andere festiviteiten als dat nodig is. Ik maak ook vaak foto’s van evenementen, die worden dan gebruikt voor de vrijwilligerspagina op Facebook. Ik denk dat ik dit nog lang blijf doen. Het is gezellig en het is fijn iets voor de bewoners te kunnen doen. En als ik naar mijn vader kijk, kan ik nog wel even door. Die is 95 en heeft tot een paar jaar geleden nog wekelijks hier geklaverjast met bewoners.”
12
JUN14STA2
Vrijwilligster Tania “Ik heb jaren in de zorg gewerkt en wilde graag vrijwilligerswerk in de zorg doen. Via de vrijwilligers-centrale zag ik dat ze mensen zochten voor de borrelmiddag in het Sarphatihuis en dat sprak me gelijk aan. Ik doe dit bijna twee en een half jaar. We zijn met een vaste groep vrijwilligers, dat werkt erg prettig.”
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Binnen het nieuwe vrijwilligersbeleid worden vrijwilligers geworven aan de hand van een vacature. Dus gestuurd door vragen van cliënten of van Amsta zelf. Laurie: “Er is bijvoorbeeld een bewoner die wil wandelen. Die vacature zet ik o.a. uit bij de vrijwilligerscentrale. Dat werkt goed, een match is vaak snel gemaakt. Ook komen er aanmeldingen via ‘vrijwilligersmakelaars’, zoals Amsterdam Cares en Stichting Present. Zij bemiddelen vaak bij eenmalige klussen, zoals een schilderopdracht of een uitje naar Artis. Bedrijven geven met deze manier van vrijwilligerswerk invulling aan het maatschappelijk ondernemen, zij nemen vaak budget mee om de totale activiteit te bekostigen.” Laurie: “In totaal werken er bij Amsta jaarlijks 1300 vrijwilligers éénmalig, inclusief scholieren tijdens een maatschappelijke stage. Daarnaast hebben we ongeveer 860 vaste vrijwilligers. Bij de laatste groep vind je mensen die drie keer per jaar een muziekoptreden verzorgen en anderen komen wekelijks een activiteit begeleiden.”
Professionalisering De afgelopen tijd is er gewerkt aan de professionalisering van het vrijwilligerswerk. Laurie: “Aan iedere nieuwe vrijwilligersplek koppelen we een vacaturekaart. Hierop staat een duidelijke functieomschrijving en de naam van de werkvloerbegeleider. Dit is een activiteitenbegeleider, een zorgcoördinator of een teamleider van een ondersteunende dienst. Deze persoon beoordeelt op de werkvloer of het vrijwilligerswerk goed verloopt en heeft een jaarlijkse evaluatie met de vrijwilliger. In dit
gesprek bespreken ze of alles volgens afspraak gaat en of er aanpassingen nodig zijn als de situatie van een bewoner bijvoorbeeld verandert.”
onderling hun taken afstemmen en goed samenwerken. Onderlinge gelijkwaardigheid is dan van groot belang.” / Mirella Obdam en Ilse den Hollander
Afstemming Doordat het zorgstelsel is veranderd, is de vraag naar vrijwilligers groter. Laurie: “Mensen blijven langer thuis wonen en de mensen die in het verpleeghuis komen hebben zwaardere zorg nodig. De professional heeft hierdoor vooral tijd voor de zorgtaken. Bewoners moeten hun persoonlijke netwerk steeds meer aanspreken voor ‘extra’ activiteiten en aandacht. In het zorgleefplan van bewoners wordt in kaart gebracht wat zijn of haar ondersteuningsvragen zijn en welke ‘cirkel’ van mensen er om de bewoner heen staan die deze zorg en ondersteuning kunnen bieden. Hier vind je dus ook de mantelzorgers én de vrijwilligers. Het is de bedoeling dat zij regelmatig overleggen met elkaar,
Vrijwilligster Henny Rijpkema “Ik loop hier al weer 10 jaar rond. Mijn moeder heeft hier een aantal jaar gewoond. Samen met mijn vader ben ik hier toen vrijwilligerswerk gaan doen. Ik help altijd op vrijdag bij de borrel, maar ook wel tussendoor bij andere activiteiten. Wel alleen in het dr. Sarphatihuis. Dat is het huis waar ik de mensen ken en een band mee heb. Mijn vader is inmiddels gestopt, maar ik ga nog wel even door denk ik.”
Vrijwilliger Hendrik van der Leest “Ik was op zoek naar vrijwilligerswerk en het Sarphatihuis sprak me wel aan. Ik woon vlakbij en van mijn zus, die activiteitenbegeleider is, had ik wel een beeld van de zorg. Ik ben begonnen op de dinsdagmiddag. Dan doen we spelletjes. Ik speel Rummikub met enkele vaste bewoners. Later kwam de borrelmiddag er bij. Het is altijd leuk. Als vrijwilliger heb je een vaste tafel met dezelfde bewoners. Zo leer je iedereen goed kennen. En zij jou! De laatste vrijdag van de maand is er een pianist, die liedjes uit de oude doos speelt. Dat geeft een hele leuke sfeer”
De vrijwilligers met wie wij voor dit artikel spraken: derde van links is Tania, in het midden Henny, tweede van rechts Hendrik en dan helemaal rechts Leo.
Meer lezen over vrijwilligers? Like de Facebook-pagina van Amsta Vrijwilligerswerk en Mantelzorg. Lees op de vrijwilligerspagina van amsta.nl de brochure Vrijwilliger bij Amsta en het Vrijwilligersbeleid.
J UN14STA2
13
CO
LU
MN
Uit / Thuis Stel dat ik nu 75 jaar was en recent, in overleg met mijn kinderen had besloten om het gezinshuis te verlaten en te gaan wonen daar waar ook zorg geboden wordt. Ik woon met mijn verstandelijk gehandicapte dochter in huis. De andere twee kinderen doen wat ze kunnen, maar mijn kleinkinderen vragen ook aandacht van hen en ze moeten ook werken natuurlijk. Ik red het al niet meer om voor mezelf te zorgen, laat staan voor mijn dochter en het huishouden. Ik kom de deur amper uit, daar word ik erg verdrietig van. Het liefste zou ik samen met mijn vijftigjarige dochter een oplossing vinden. Een plek waar zij kan blijven wonen ook als ik er niet meer ben. Voor een traditioneel verzorgingshuis kom ik niet meer in aanmerking, want die zorg bestaat straks niet meer. Als er al verzorgingshuizen bestaan tegen die tijd ... Ik heb wel mooie verpleeghuizen gezien, maar daar is het meer zorg dan wonen. En die leuke kleinschalige locaties, daar moet je echt dement voor zijn geloof ik. Nu heb ik gehoord dat Amsta voor alle mensen met een beperking woonzorg wil leveren: thuis in de stad. Zal ik ze eens uitdagen en vragen hoe ze voor mij liefdevolle woonzorg willen bieden zodat ik zelf de regie over mijn leven kan houden en ook mijn dochter dat op haar manier kan doen. Wel samen natuurlijk, met onze eigen spulletjes. / Petra van Dam voorzitter Raad van Bestuur
We zijn benieuwd naar jouw reactie op deze column. Stuur deze op naar
[email protected]. Heb jij ook een bijzonder moment dat je wilt delen? Mail dan naar
[email protected]
14
JUN14STA2
Herinneringen aan vroeger
Stoofpeertjes en kaantjes “Ik sta stil bij de vitrine met oud servies. Met bloemetjes, gouden randjes en enkele beeldjes van porselein. Direct word ik meegenomen naar herinneringen aan mijn oma. Haar tafel met het kleedje dat zo lekker zacht voelde, de geur van bruine bonensoep…” Vrijwilligster Linde ten Broek is benieuwd of er bij bewoners van het dr. Sarphatihuis ook herinneringen naar boven komen bij het zien van het servies dat staat uitgestald in het Atrium of tijdens het eten van gerechten van vroeger. Ze nodigt enkele bewoners uit voor een diner.
Linde: “Eind maart van dit jaar loop ik opnieuw door het Atrium in het dr. Sarphatihuis en ben verrast door de prachtig gedekte tafel. Uit de pan die op het elektrische kooktoestel staat komt een beetje stoom. Wat zit daar in? Ik til de deksel op. Stoofpeertjes! Ik voel me thuis. Thuis aan deze tafel waar straks enkele bewoners plaatsnemen en met wie ik in gesprek zal gaan over geuren en herinneringen. Ik spreek nog even de laatste details door met activiteitenbegeleidster Sylvia Krug. Zij heeft alles klaargezet en zij zal me begeleiden bij de gesprekken met de bewoners. De gesprekken en verhalen waar ik mijn eerste artikel voor STA van zal maken.
v erdieping, boven de supermarkt van De Koning. We kwamen daar vaak en altijd rook het naar iets lekkers als je haar huis binnenkwam. In het kleine keukentje maakte mijn oma de lekkerste gerechten. En een van mijn favorieten was stoofpeertjes. Oma noemden we dan ook ‘oma peertjes’. In haar slaapkamer was het altijd koel en het was een feest om onder haar groene sprei van het grote, hoge bed te kruipen. De geur van de sprei ruik ik direct als ik daaraan denk…
Kaantjes
Ik snijd de cake en doe de kaarsen aan. De zon schijnt volop door de hoge ramen en maakt sterretjes op het servies. Daar komen de eerste bewoners. Op twee na zitten ze in een rolstoel. Een voor één schud ik ze de hand en stel ik me voor. Ik kijk in ogen die me aankijken, echt aankijken. Er sluit nog iemand aan en veel mensen die door het Atrium lopen vertragen hun pas en kijken naar de tafel, dan naar ons en weer naar de tafel. Ik zie veel mensen glimlachen en minstens zoveel maken opmerkingen over de mooi gedekte tafel.
Ik maak een overstapje naar de mensen die bij me aan tafel zitten. Een bewoner zegt dat alles zo anders smaakt als je eet van een mooi bord. Er wordt geknikt, dat herkennen de anderen ook. We hebben het over koolraap, met nootmuskaat en een sausje. Maar dat was ‘armoe eten’: varkensvoer, gaat het over tafel. Vaak was het eten de ene week hetzelfde als de andere. Op zondag was er vlees en dinsdag had je de jus ervan. Op woensdag gehakt, donderdag de jus ervan en vrijdag een visje. Paling, schol of schelvis. Die kocht je bij de viskar die aan de deur kwam. En kaantjes aten deze bewoners ook regelmatig, maar daar ging het hele huis van stinken. Nu kun je het kant en klaar kopen, maar ‘dan is het niet echt’ wordt er gezegd.
Stoofpeertjes
Dag wijffie!
Ik begin met een klein verhaal uit mijn jeugd. Mijn oma woonde vroeger in de Jan van Galenstraat. Op de eerste
Een bewoonster ging op zondag altijd naar opoe en opa. Opoe was een grote vrouw en opa een klein mannetje. En als
Aan tafel
ze binnenkwam klonk het ‘dag wijffie!’. Ze werd nooit bij naam genoemd, er waren zoveel kleinkinderen. En als ze nu teruggaat naar die oude buurt dan is alles zo klein. Zo anders dan hoe ze het vroeger altijd beleefde. De mensen aan tafel knikken. En ook ik herken dat. Een andere bewoonster was heilsoldate en had veel contact met de mensen van de Nieuwmarktbuurt. Op een dag kwam ze twee zwervers tegen die op een bankje zaten. Later hoorde ze dat een van hen verdronken was. Het bankje staat er nog steeds. En die brengt de herinneringen weer naar boven. Soep en dekens uitdelen, dat heeft ze ook vaak gedaan. Ze vertelt dat ze 80 sjaals heeft gebreid en die heeft weggegeven. Ze breit nog steeds. Ze maakte pullovers voor de zonen en mantelpakjes voor zichzelf. Nee, nu geen ingewikkelde patronen meer.
Dansen De geur van kruidnagels laat de mensen teruggaan naar de worsten van vroeger. Van 750 gram magere runderlappen draaide de slager 12 gehaktballen. Ik zit aan tafel met een muzikale groep. De man speelt accordeon, een vrouw speelt gitaar, een vrouw gaf pianoles. Niet voor het geld, maar voor het contact. En een vrouw zong en vond het zingen van de Mattheus met Pasen altijd zo mooi. Van de herinneringen aan muziek komen we bij de dansles; 1-2-3, 1-2-3... Ik zie haar de dansbewegingen maken in haar stoel. De peertjes komen op tafel, met slagroom en kaneel. Ik help de mensen met het snijden ervan en samen genieten we nog even na. We nemen nog een kopje koffie. ‘Wanneer kom je weer?’, vragen ze aan me. Even sluit ik mijn ogen en vervolgens bedank ik de bewoners voor deze mooie middag. Hoe simpel kan het zijn. Met zijn allen om een gedekte tafel koffie drinken en cake eten met peertjes toe. Tijd nemen om naar elkaar te luisteren en verhalen te vertellen. Thuis geniet ik nog een hele tijd na. Ja, ik kom graag weer terug. Aan die gedekte tafel, met nog meer verhalen en gerechten en herinneringen.” / Linde ten Broek
J UN14STA2
15
Brandend Zand! Op zondag 1 juni trad Anneke Grönloh op in het dr. Sarphatihuis. Extra bijzonder: dit optreden werd geregeld door twee vrijwilligers. Zij vroegen bewoners naar hun wens. Een bewoner van Meer & Oever wilde dolgraag Anneke Grönloh ontmoeten. Dus regelden vrijwilligsters Esmee Paques en Marije Kaan dat Anneke vanuit Spanje naar Amsterdam kwam voor een prachtig concert. /
prik
bord
Amsta Karaad start project ‘Levensverhalen’ Kim de Witte en Nanny Nieraeth gaan de komende maanden op zoek naar enthousiaste collega’s en vrijwilligers die het levensverhaal van bewoners willen vastleggen. Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is. En dat betekent dat wij creatief kijken naar verschillende vormen waarin het leven van de cliënt het best tot zijn of haar recht komt. Is dat een collage, een mooie kijkdoos misschien, een fotoboek met een paar verhaallijnen of wellicht een combinatie
van mogelijkheden. Een oproep dus hierbij aan die collega’s die het leuk vinden om in eigen tijd bezig te gaan met een levensverhaal voor een van onze cliënten. Grijp je kans om aan iets nieuws en zo heel anders te beginnen. Laat je verbeeldingskracht werken en pas het toe in de praktijk. Leer andere kanten van jezelf kennen. Je kunt je opgeven door te mailen naar
[email protected]. Meer info:
[email protected]. /
Start Youforce Self Service
Gaaf idee hè, die Weggeefkast bij AST. Alles wordt meegenomen.
Louis
Ja, Ik wil een roze exemplaar voor een paar bewoners op mijn afdeling. Dan komen die misschien ook eens uit de kast.
De Koffiehoek 16
JUN14STA2
Grey Pride Deze zomer doen we weer mee aan de Grey Pride! Van maandag 28 juli tot en met zondag 3 augustus worden er in 10 Amsta locaties roze activiteiten georganiseerd. Het doel van de Grey Pride is om seksuele diversiteit onder de aandacht te brengen op een vrolijke, kleurrijke en feestelijke manier. Na een succesvolle en feestelijke opening vorig jaar in De Poort, wordt de Grey Pride dit jaar geopend in locatie de d’Oude Raai van Cordaan. Houd Amst@net in de gaten voor het programma gedurende deze week /
Vanaf 2 juni is het zover: het werken met Self Service in Youforce is gestart! Dat betekent minder papierwerk voor iedereen en een snellere verwerking van wijzigingen en declaraties. Je kent Youforce al van de digitale salarisstrook. L og in via http://login.youforce.com met je gebruikersnaam en wachtwoord. Via de tegel ‘Self Service’ wijzig je persoonlijke gegevens of dien je een declaratie in. Kom je er niet uit? Op Amst@net staat een handleiding en de data voor inloopspreekuren bij de personeelsadministratie. /