De ZOMER laat op zich wachten
MKB 2005 ZAL IN 2005 DE STIJGING VAN DE UITVOER EINDELIJK GEVOLGD WORDEN DOOR EEN SUBSTANTIËLE TOENAME VAN DE BINNENLANDSE BESTEDINGEN OF HOUDT NEDERLAND DE HAND OP DE KNIP?
2
MKB 20 0 5 | D e zo m e r l a a t o p z i ch wa ch t e n
MKB 2005
|
De zomer laat op zich wachten
Precies een jaar geleden voorspelden we voor 2004 een economische groei van 1% voor de Nederlandse economie. Achteraf blijkt die voorspelling iets te pessimistisch. De werkelijke groei viel ongeveer een kwart procentpunt hoger uit. Toch is er nauwelijks reden voor gejuich, zeker niet in het MKB. Dat de groei hoger uitvalt dan verwacht, is namelijk volledig te danken aan een verrassend sterke uitvoer. De voor het MKB veel belangrijker binnenlandse vraag is in 2004 nauwelijks toegenomen. Zal in 2005 de stijging van de uitvoer eindelijk gevolgd worden door een substantiële toename van de binnenlandse bestedingen of houdt Nederland de hand op de knip? Stijging wereldhandel maakt einde aan recessie
Hoewel de stijging van de wereldhandel van veel grotere
Loonmatiging was het credo toen Nederland begin 2003
betekenis is geweest voor de uitvoer dan de beperking
voor het eerst sinds twintig jaar weer te maken kreeg
van de loonstijgingen, verliep tot zover nog alles volgens
met een recessie. Na Wassenaar (1982) en de ‘Nieuwe
verwachting. De hogere uitvoer haalde de economische groei uit de rode cijfers en het wachten was op een toename de investeringen en de bestedingen. Helaas voor het Nederlandse bedrijfsleven en het MKB in het bijzonder bleef deze toename echter zo goed als uit. Grote vraag is nu waarom dit het geval was en wat we in 2005 mogen verwachten nu de ‘normale’ patronen niet meer geldig lijken. Om een antwoord te vinden op deze vraag kijken we in de volgende paragrafen naar de wijze waarop een stijging van
Koers’ (1993) werden in het najaar van 2003 nieuwe afspraken gemaakt over matiging van de lonen. Een gematigde loonontwikkeling leidt tot een verbetering van de concurrentiepositie en daarmee tot een hogere uitvoer. Nadat de economische motor weer op gang gekomen is, volgen dan niet veel later de binnenlandse bestedingen. Dit zijn althans de lijnen waarlangs voorgaande periodes van economisch herstel verliepen. Ook al voelden werknemers zich in 2004 niet meer gebonden aan de afgesproken loonmatiging, de loonstijgingen zijn in dit jaar wel beperkt gebleven. Een ontwikkeling die vooral kan worden toegeschreven aan de ontspanning op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd floreerde de wereldeconomie en daarmee de wereldhandel. De Verenigde Staten, maar ook opkomende economieën als China en Rusland groeiden zelfs harder dan economen hadden verwacht. Mede hierdoor steeg de Nederlandse uitvoer veel sterker dan we een jaar geleden nog voorspelden.
De grafiek geeft de gemiddelde groei van de bestedingscomponenten in de voorgaande drie fases van conjunctuurherstel weer. Er is gerekend vanaf het economische dieptepunt (t=0) in 1982, 1987 en 1993 en vervolgens is gekeken hoe de bestedingen zich hebben ontwikkeld in de drie volgende jaren (t+1 t/m t+3). Uit de grafiek blijkt dat een toename van de uitvoer een nieuwe cyclus inleidt, gevolgd door het aantrekken van de investeringen. De groei van de particuliere consumptie bereikt pas na drie jaar het hoogtepunt. Na de recessie in 2003 (t=0) heeft de Nederlandse economie zich in 2004 (t+1) licht hersteld dankzij een fors hogere uitvoer. De consumptie en de investeringen bleven echter achter vergeleken met voorgaande periodes van herstel.
M K B 2 0 0 5 | D e zo m e r l a a t o p z i ch wa ch t e n
3
de uitvoer de binnenlandse bestedingen beïnvloedt. Vervolgens
Investeringen blijven kwakkelen
wordt gekeken wat de huidige situatie afwijkend maakt van
Een belangrijke oorzaak is de verandering van het
de vorige drie fases van economisch herstel. Tot slot doen we
exportpakket. Een steeds groter deel van onze uitvoer
een voorspelling voor dit jaar voor wat betreft de economische
betreft goederen die niet in ons land gemaakt zijn, maar
groei op basis van de bestedingscomponenten, de prestaties
die via import ons land binnenkomen. Deze zogenaamde
van sectoren en de verdeling van de groei over de verschillende
wederuitvoer vormt inmiddels een derde van de totale
regio’s in Nederland.
uitvoer en al bijna 45% van de uitvoer van goederen. Het gaat daarbij vooral om ICT-apparatuur en andere elektronica,
Hogere uitvoer, grotere binnenlandse vraag?
die via ons land worden gedistribueerd naar de rest van
Een beperking van de loonstijgingen leidt tot een stijging van
Europa. Een opleving van de wederuitvoer draagt bij aan
de uitvoer en verhoogt daarmee de productie van exporterende
de economische groei, maar de positieve bijdrage aan
bedrijven. Hierdoor ontstaat bij een deel van deze bedrijven de
de bedrijvigheid en daarmee aan de investeringen is een
noodzaak en/of de wens om extra te investeren. Een stijging
stuk minder groot dan bij binnenlands geproduceerde
van de winst die doorgaans met een hogere productie gepaard
uitvoer. In plaats van de Nederlandse industrie zijn het bij de
gaat, maakt dat men ook meer financiële mogelijkheden heeft
wederuitvoer vooral de groothandel en de vervoerssector
om het werkkapitaal uit te breiden of te vervangen. Een deel
die profiteren, met in hun kielzog de zakelijke en de
van de orders die het gevolg zijn van de extra investeringen,
financiële dienstverleners. Niet voor niets zijn dit dan ook de
zullen worden geplaatst bij binnenlandse ondernemingen, die
sectoren die in 2004 de hoogste groei hebben laten zien.
op hun beurt hun productie zien stijgen en meer zullen investeren. Via dit sneeuwbaleffect kan de extra uitvoer van één bedrijf leiden tot een toename van de activiteit in een groot aantal binnenlandse bedrijven. Deze grotere binnenlandse bedrijvigheid wordt in het begin doorgaans bewerkstelligd door meer te doen met hetzelfde aantal mensen. Dit kent echter zijn grenzen en als de productie maar lang genoeg aantrekt, zal dit leiden tot een stijging van de werkgelegenheid en daarmee tot een toename van het totaal besteedbaar inkomen van gezinnen. Dit wordt vaak nog eens versterkt doordat een daling van de werkloosheid de spanning op de arbeidsmarkt vergroot, waardoor de lonen harder stijgen. De loonmatiging waarmee we deze analyse begonnen, leidt op termijn dus tot meer koopkracht en daarmee tot een hogere consumptie. Op de korte termijn zorgt loonmatiging natuurlijk voor een beperking van de koopkracht en de consumptie. Een andere reden voor de tegenvallende investeringen De positieve invloed van de uitvoer op de investeringen en de
is de ineffectiviteit van het monetair beleid. Dankzij het
consumptie wordt doorgaans nog eens versterkt door vertrou-
productiviteitswonder van de nieuwe economie gingen
wenseffecten. Zowel bedrijven als gezinnen laten zich bij hun
economische groei en een lage inflatie eind jaren negentig
beslissingen niet alleen leiden door economische indicatoren
hand in hand. Centrale banken waren hierdoor minder
zoals inkomen, winst of bezettingsgraad, maar ook door het
genoodzaakt de rente te verhogen en dus was er vanuit
onderbuikgevoel. Een aantrekkende economie vergroot het
deze hoek nauwelijks druk op de economische groei. Vanuit
vertrouwen in de toekomst en leidt daarmee nog eens tot extra
andere hoek was die er wel. Door hun vertrouwen in de
uitgaven.
nieuwe economie, de lage rente, het jaar ‘2000’ en de komst van de euro, deden vele bedrijven in de tweede helft van
Tot zover de theorie die tot voor kort goed opging voor de
de jaren negentig grote investeringen. Naar later bleek, té
Nederlandse economie. Dan nu de praktijk. Waarom is tot
grote investeringen toen duidelijk werd dat de economische
op heden geen noemenswaardige toename te zien van de
groei vooral conjunctureel en veel minder structureel van
investeringen en de consumptie, terwijl de uitvoer al anderhalf
aard was dan eerder werd gedacht. Niet de hoge rente, maar
jaar lang floreert?
overinvesteringen waren de belangrijkste reden om niet
4
MKB 20 0 5 | D e zo m e r l a a t o p z i ch wa ch t e n
meer te investeren. Renteverlagingen door de ECB werden
Bedrijven die wel wilden investeren, moesten vaak geld
daardoor een stuk minder effectief in het aanzwengelen van
lenen bij een bank. Dit was relatief goedkoop vanwege de
de bestedingen. Ondanks de historisch lage lange én korte
lage rente, maar tegelijkertijd kregen ondernemers te maken
rente bleven producenten in 2004 bijzonder terughoudend bij het doen van nieuwe investeringen. Kredietbeleid banken ten aanzien van het MKB Niet alleen de geringe noodzaak, maar ook de beperkte
Bron: DNB
financiële mogelijkheden hebben de investeringen in 2004 gedrukt. Door de stagnatie van de binnenlandse vraag
Om hun kredietrisico te verkleinen, zijn banken stren-
stonden winsten van bedrijven in een groot aantal sectoren
ger geworden bij het goedkeuren van kredietvoorstellen. De groene kolommen in de onderstaande grafiek geven het percentage van de Nederlandse banken dat
Monetair beleid en de conjunctuurcyclus
de acceptatiecriteria voor kredieten aan het MKB heeft
Een wijziging in het monetair beleid was in het verle-
aangescherpt (+) dan wel versoepeld (-). Op dezelfde
den vaak medeverantwoordelijk voor een omslag in de
manier geeft de zwarte lijn de verandering in de vraag
conjunctuurcyclus. Periodes van hoge economische
naar leningen door het MKB.
groei gaan doorgaans gepaard met een relatief hoge inflatie. Centrale banken, zoals de ECB en de Fed, reageren hierop door de korte rente te verhogen. Lenen wordt hierdoor duurder, waardoor de investeringen en de consumptie worden gedrukt. Het gevolg is een afkoeling van de economie. Tijdens economisch magere tijden is de prijsdruk vaak gering, waardoor centrale banken de rente kunnen verlagen. Op die manier worden consumptie en investeringen gestimuleerd en kan de economie zich herstellen. Een laagconjunctuur slaat na een tijdje om in een hoogconjunctuur, waarbij de centrale banken de rente
met de strengere eisen van banken, die zodoende hun
weer zullen verhogen totdat een nieuwe economische
debiteurenrisico in toom probeerden te houden. Uit data van
neergang zich aandient.
DNB blijkt dat vooral voor MKB-ers de acceptatiecriteria de afgelopen kwartalen vrijwel voortdurend zijn aangescherpt. Tegelijkertijd is de vraag naar leningen en kredietfaciliteiten vrijwel voortdurend afgenomen. Pas in de tweede helft van 2004 is een omslag waar te nemen richting een iets soepelere beoordeling door banken, terwijl in het derde kwartaal ook het beroep op de banken iets is gestegen. Los van de noodzaak en de mogelijkheden om te investeren, die eigenlijk golden voor producenten in zowat alle landen in de eurozone, waren er ook nog enkele specifiek Nederlandse factoren die het investeringsvolume in 2004 drukten. Zo zorgde grote leegstand ervoor dat er veel minder nieuwe kantoren gebouwd werden en daalden de overheidsinvesteringen in infrastructuur mede als gevolg het naderende einde van de bouw aan de HSL en de Betuwelijn.
onder druk en bovendien gaven bedrijven eind jaren negentig te veel geld uit om te kunnen investeren. Veel
Positieve factoren waren er gelukkig ook. Zo namen de
ondernemingen waren daardoor bezig om hun financiële
investeringen in computers en andere elektronica toe,
balans op orde te krijgen en stelden grote investeringen
omdat veel van deze apparatuur aan vervanging toe is.
liever uit.
Daarnaast leidde de grotere activiteit in de transportsector
M K B 2 0 0 5 | D e zo m e r l a a t o p z i ch wa ch t e n
5
tot aanzienlijk meer investeringen in het wegvervoer. De
de particuliere consumptie gerekend die vroeger bij de
investeringen in de woningbouw stegen ten slotte ook weer,
overheidsconsumptie werden meegeteld. Flink bespaard
na twee jaren van forse daling.
werd er vooral op duurzame goederen, zoals op auto’s, woninginrichting en huishoudelijke artikelen. Tegelijkertijd
Gunstig was ook de toename van het producentenver-
steeg de consumptie van voedingsmiddelen en werd
trouwen. Zowel de indicator die het CBS samenstelt, als
er meer geld besteed aan diensten, bijvoorbeeld met
de ‘Nevi Yacht PMI’, de Nederlandse inkoopmanagersindex,
betrekking tot communicatie, cultuur, huisvesting en
lieten tussen de zomer van 2003 en de zomer van 2004
financiën.
een duidelijke verbetering zien. Een verbetering die jammer genoeg deels werd tenietgedaan door een daling in het vertrouwen in de tweede helft van 2004, waardoor in die periode ook de investeringen weer wat terugvielen. Ook ondernemers dachten in het begin van dit jaar blijkbaar dat de aantrekkende uitvoer tot meer economische groei zou leiden alvorens de twijfel toesloeg. Die twijfel is ongetwijfeld mede ontstaan door de forse stijging van zowel de olieprijzen als de euro in de tweede helft van 2004. Voor 2005 verwachten we eigenlijk meer van hetzelfde. Vervangingsinvesteringen in de ICT gaan door en ook de woningbouw kruipt verder uit het dal. Daarentegen blijft de leegstand op de kantorenmarkt groot en hoeft van de overheidsinvesteringen ook niet veel verwacht te worden. Verder verwachten we dat de twijfel bij ondernemers maar langzaam zal verdwijnen, waardoor de investeringen slechts met 1% zullen toenemen. Consument houdt het geld liever in zijn zak De tweede trap van de beschreven drietrapsraket (uitvoer, investeringen, consumptie) weigert dienst en dus is het bijna logische gevolg dat ook de lancering van de derde trap op zich laat wachten. In 2004 steeg de particuliere nauwelijks ondanks een positief effect
Naast het lage consumentenvertrouwen, waarop we later nog terugkomen, zijn er nog voldoende andere redenen aan te wijzen voor de matige ontwikkeling van de consumptie. De werkgelegenheid daalde in 2004 en diegenen die wel hun baan hielden, kregen te maken met geringe loonstijgingen en hogere lasten voor bijvoorbeeld de pensioenopbouw. Het gevolg was een daling van de koopkracht voor een groot aantal gezinnen, waarbij moet worden opgemerkt dat de koopkracht van door statistische veranderingen. Door wijzigingen in de AWBZ werden bepaalde zorguitgaven namelijk tot
6
MKB 20 0 5 | D e zo m e r l a a t o p z i ch wa ch t e n
uitkeringsgerechtigden in 2004 nog wel toenam.
Net als in de voorgaande jaren staat in 2005 ook de
Dat het vertrouwen in 2004 niet herstelde, is achteraf
koopkracht onder druk. Pensioenpremies stijgen verder, de
bezien niet eens zo gek. Ondanks de aantrekkende
loonontwikkeling blijft zeer gematigd en vaste lasten zoals
economische groei raakten steeds meer mensen hun baan
electriciteit, gas, ziektekostenpremies en gemeentelijke
kwijt. Tegelijkertijd groeide de onrust in de samenleving,
belastingen gaan verder omhoog. Hoe de maatregelen
mede als gevolg terroristische aanslagen in binnen- en
uitpakken, is afhankelijk van de persoonlijke situatie, maar
buitenland. Ook politiek was het allesbehalve rustig. De
de meeste Nederlanders zullen er verder in koopkracht
discussie over vervanging van het prepensioen door een
op achteruit gaan. Toch hebben we de hoop dat de
levensloopregeling zette de regering en de vakbonden
consumptieve bestedingen in 2005 iets hoger uit kunnen
regelrecht tegenover elkaar, met als uiteindelijke resultaat
komen, maar daarvoor is het dan wel noodzakelijk dat de
een bomvol Museumplein begin oktober.
spaarwoede die de consument op dit moment in zijn grip houdt, verdwijnt. Sinds de vrije val van de aandelenbeurzen en het inzakken van de economie vloeit er maandelijks een record aan spaargeld richting de spaarrekeningen. Eind 2004 stond er op deze rekeningen in totaal een bedrag van ruim 180 miljard euro, ofwel gemiddeld bijna 30.000 per gezin1. Maandelijks komt daar gemiddeld een kleine 200 euro per gezin bij. Door vermindering van dit bedrag met bijvoorbeeld een kwart ontstaat de financiële ruimte om de koopkrachtdaling ongedaan te maken en meer te consumeren, maar is de consument bereid om de hand van de knip te halen? Veel zo niet alles zal afhangen van de ontwikkeling van het consumentenvertrouwen. Ontwikkeling vertrouwen bepalend voor consumptie in 2005 Vergeleken met het producentenvertrouwen heeft het consumentenvertrouwen een veel minder groot herstel laten zien ten opzichte van het dieptepunt in juli 2004. Met name de koopbereidheid is sindsdien nauwelijks toegenomen en bevindt zich nog steeds op een zeer laag niveau. Dat is een niveau dat overigens wel past bij de huidige economische groei, zoals blijkt uit de tweede grafiek op deze bladzijde.
Consumptievoorspellingen Zoals in de tekst wordt uitgelegd is groei van de consumptie alleen mogelijk als consumenten hun besparingen terugdringen. Hierop bestaat alleen een goede kans wanneer het consumentenvertrouwen toeneemt. Verschillende voorspellers denken nogal afwijkend over de hoogte van de gezinsbestedingen in 2005. Sommigen leggen de nadruk op de stijgende werkloosheid en de dalende koopkracht, anderen besteden meer aandacht aan het recordbedrag op de spaarrekeningen. In onderstaande tabel een overzicht van de verschillende ramingen voor groei van de particuliere consumptie in 2005 ten opzichte van 2004.
Voorspeller
Raming
ABN Amro Consensus Forecasts november* CPB DNB Europese Commissie OESO
0,5 1,1 - 1⁄4 0,5 0,9 0,2
* Consensus Forecasts geeft de gemiddelde raming van twaalf verschillende commerciële banken
Ongerustheid onder werknemers over de pensioenleeftijd heeft volgens ons het consumentenvertrouwen een knauw gegeven. De ‘polder’ leek zelfs zijn langste tijd te hebben gehad, maar op de valreep werd toch een akkoord bereikt waarin de regering veel van haar oorspronkelijke plannen
1 Tegenover al het spaargeld staat 18 miljard aan consumptief krediet. Bovendien stonden gezinnen in totaal voor 7 miljard in het rood.
M K B 2 0 0 5 | D e zo m e r l a a t o p z i ch wa ch t e n
7
heeft ingeslikt. Economische ontwikkelingen tot slot zullen
blijft ons land daarmee in de achterhoede van de eurozone.
vooral in de tweede helft van 2004 een negatieve invloed
Omdat de economische groei volgens ons vrijwel volledig
hebben gehad. In die periode stegen eerst de olieprijzen
gerealiseerd kan worden via verhoging van de productiviteit
en vervolgens de euro en was bovendien de economische
denken we dat de toename van het arbeidsaanbod met
groei minder groot dan verwacht.
circa 50.000 mensen direct doorwerkt in de werkloosheid. Eind 2005 is het aantal werkzoekenden dan opgelopen tot
Het voorspellen van het consumentenvertrouwen is en
ongeveer 550.000, ofwel 7,25% van de beroepsbevolking.
blijft een hachelijke zaak, zeker nu een groot deel van de
Ter vergelijking: in mei 2001 waren slechts 231.000 mensen
besluiten over het prepensioen zijn doorgeschoven naar
werkloos.
de CAO-onderhandelingstafel. Toch denken we dat het vertrouwen iets verder herstelt nu de politieke rust wat
Met betrekking tot de korte rente verwachten we dat
is teruggekeerd en de recessie steeds verder achter ons
deze pas aan het einde van het jaar op zal lopen. De ECB
komt te liggen. Het door ons verwachte gevolg van het
zal eerst af willen wachten hoe robuust het economisch
grotere vertrouwen is het terugdringen van de besparingen
herstel op dit moment is, pas daarna zal ze de rente op
door de consument. Zoals eerder uitgelegd, kunnen de
willen trekken naar meer normale niveaus. Van de lange
gezinsbestedingen hierdoor wat stijgen, maar echt hard zal
rente verwachten we dat die in Nederland wat gaat stijgen.
het allemaal niet gaan. We gaan daarom uit van een groei
Meer economische groei vergroot de kans op een hogere
van de particuliere consumptie met een 0,5%. Daarmee zijn
inflatie, waarvoor obligatiehouders gecompenseerd willen
we iets terughoudender dan de meeste andere voorspellers,
worden in de vorm van een hogere rente. Daarnaast bestaat
maar een stuk optimistischer dan het Centraal Planbureau,
er een positief verband tussen de korte en de lange rente.
dat een consumptiedaling voorziet.
Wanneer kapitaalmarkten meer rentestappen door de ECB in de toekomst verwachten, dan zullen zij die in een eerder
Onze voorspellingen voor 2005
stadium doorrekenen in de prijs van de lange rente.
Tot dusver hebben we ons in onze analyse beperkt tot de verwachte ontwikkeling van de binnenlandse vraag, omdat
Zoals eerder gezegd, verwachten we dat de euro verder
deze verreweg het belangrijkst is voor ondernemers in
in waarde zal stijgen ten opzichte van de Amerikaanse
het MKB. Voor de toekomst van de totale Nederlandse
dollar. Een groot handelstekort in combinatie met een groot
economie is het echter ook van belang om naar de uitvoer in
overheidstekort heeft onder Ronald Reagan al bewezen een
2005 te kijken en bovendien zijn er natuurlijk ook veel MKB-
gevaarlijke combinatie te zijn. Nu de tekorten nog steeds
ers die wel hun producten afzetten in het buitenland dan wel
toenemen, worden valutamarkten steeds zenuwachtiger.
toeleverancier zijn van exporterende bedrijven.
Tot dusver houden vooral de Aziatische centrale banken de val van de dollar echter binnen de perken. De eerste weken
Voor 2005 verwachten we dat de stijging van de uitvoer
van dit jaar heeft de Amerikaanse munt zelfs weer wat aan
die we in 2004 hebben gezien iets afzwakt, maar nog
kracht teruggewonnen, iets waarvan wij denken dat dit
steeds is sprake van een stevige toename. Belangrijkste
slechts tijdelijk is.
reden hiervan is de voortgaande bloei van de wereldhandel. Hoewel de recordgroei van 2004 niet zal worden gehaald,
Sombere tijden voor het MKB, maar niet voor alle
stijgt de handel ook in 2005 aanzienlijk en daarvan profiteert
sectoren en alle regio’s!
de open Nederlandse economie. Net als in voorgaande jaren
Ten opzichte van het centrale beeld voor heel Nederland
is het waarschijnlijk weer de wederuitvoer die de hoogste
zijn we pessimistischer voor het totale MKB. Net als in
ogen gooit, maar ook de binnenlands geproduceerde uitvoer
2004 wordt de groei voor een belangrijk deel gedragen
neemt verder toe. Dit ondanks een verdere daling van de
door de uitvoer en komen de binnenlandse bestedingen er
dollar die we voorzien tot 1,40 aan het einde van 2005. De
bekaaid vanaf. Voor belangrijke sectoren als de horeca en de
import zal verder stijgen als gevolg van de wederuitvoer,
detailhandel lijkt het einde van de tunnel nog niet in zicht en
maar door de kwakkelende binnenlandse vraag blijft deze
hetzelfde geldt eigenlijk voor de persoonlijke dienstverleners,
stijging wel achter bij die van de uitvoer.
zoals de kappers, schoonheidsspecialisten, hoveniers etc. Iets beter zijn de vooruitzichten voor die MKB-ers die
Al met al denken we dat de economische groei in 2005 met
een graantje mee kunnen pikken van de toename van de
1,5% iets hoger uitkomt dan in 2004, maar dit is nog steeds
wederuitvoer. Dan gaat het natuurlijk om ondernemers
beduidend onder het lange termijn gemiddelde. Bovendien
in het wegvervoer, maar bijvoorbeeld ook in de
8
MKB 20 0 5 | D e zo m e r l a a t o p z i ch wa ch t e n
internationale groothandel. Een belangrijk deel van de
sector meegaat in de slipstream van de grote exporterende
zakelijke dienstverleners kan waarschijnlijk profiteren van
bedrijven en de bedrijven actief in de transportwereld,
de stijgende productie van transporteurs en exporterende
denken we dat ook Flevoland en Utrecht iets beter kunnen
bedrijven en ook in deze sector zien we dus wel
presteren dan het Nederlandse gemiddelde.
groeikansen. De aantrekkende productie in de woningbouw ten slotte
De laatste provincie waarvoor onze ramingen bovenge-
maakt dat we ook voor MKB-bedrijven in de bouw iets
middeld zijn, is Noord-Brabant. Mede als gevolg van veel
betere tijden voorzien.
chemie in het westen van de provincie, maar vooral ook vanwege de aanwezigheid van hoogwaardige industrie in
Net zoals de vooruitzichten niet voor alle sectoren gelijk zijn,
het zuidoosten van de provincie. Van de stijging van de
zo zijn ook de vooruitzichten voor de regio’s verschillend.
binnenlands geproduceerde uitvoer verwachten we dat
Wederom is het de aard van de conjunctuurcyclus die
het juist gaat om deze hoogwaardige producten.
bepaalt welke regio’s voorop zullen lopen voor wat betreft economische groei. Met name regio’s met een sterk
Vooral in het noordoosten van ons land en voor het
logistieke functie hebben de betere papieren. Amsterdam
oosten van Overijssel en Gelderland is het einde van de
en Rotterdam profiteren allebei van de opleving van de
economische malaise waarschijnlijk nog niet in zicht. De
wereldhandel. De Rotterdamse haven heeft het vooral
productiestructuur is er nog te veel gericht op de ‘oude’
dankzij de opkomst van China nog nooit zo druk gehad.
industrie en juist deze ondervindt op dit moment al heel
Daarbij is de chemie sterk vertegenwoordigd in de regio
veel concurrentie vanuit het buitenland. Ook Zeeland en
Rijnmond en juist deze sector doet het al een aantal jaren
Limburg kennen relatief veel oude industrie, maar dit nadeel
heel goed. Amsterdam profiteert extra vanwege de grote
wordt waarschijnlijk gecompenseerd doordat de grotere
financiële sector en de aanwezigheid van veel zakelijke
bedrijvigheid in de naastgelegen provincies de economie in
dienstverleners.
de regio positief beïnvloedt. In het Noorden speelt verder de grote bijdrage van de overheid in het BBP een belangrijke
Ook de provincies Flevoland en Utrecht hebben relatief veel
rol. Nu de regering alle zeilen bijzet om het begrotingstekort
zakelijke dienstverleners, voor een belangrijk deel bedrijven
terug te dringen, valt vanuit deze hoek geen stimulans voor
in de ICT-sector. Omdat we ook hiervan verwachten dat de
de economische groei te verwachten.
Tot slot De Nederlandse economie groeit weer, maar veel MKB-ers hebben er nog weinig van gemerkt. Een steeds groter deel van onze toegevoegde waarde is afkomstig uit de wederuitvoer. Goederen worden geïmporteerd en vervolgens ook weer vrij snel geëxporteerd, vaak na slechts een minimale bewerking ervan. De binnenlandse vraag is en blijft in 2005 een bron van zorg. Zeker ook omdat de risico’s wat ons betreft aan de onderkant liggen. Voorliggende analyse gaat uit van een herstel van het consumentenvertrouwen, mede omdat de rust in de polder op dit moment lijkt weergekeerd. Het is nu van belang om deze rust ook te bewaren. Gebeurt dit niet en komt de zaak opnieuw op scherp te staan, dan kan de economische groei zomaar terugvallen tot 1%, of zelfs nog minder wanneer ook het vertrouwen onder producenten daalt.
M K B 2 0 0 5 | D e zo m e r l a a t o p z i ch wa ch t e n
9
10
MKB 20 0 5 | D e zo m e r l a a t o p z i ch wa ch t e n
11
MKB 20 0 5 | D e zo m e r l a a t o p z i ch wa ch t e n
12
MKB 20 0 5 | D e zo m e r l a a t o p z i ch wa ch t e n